Informele investeerders en business angels in Nederland Kijk op kansen
ISBN
: 978-90-371-1132-3
Rapportnummer
: A201426
Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) Panteia BV
Panteia BV
Bredewater 26
P.o. box 7001
2715 CA Zoetermeer
2701 AA Zoetermeer
079 322 22 00
The Netherlands
www.panteia.nl
+31 79 322 22 00
Ro Braaksma Tommy Span Lia Smit Zoetermeer , november 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van Panteia. Panteia aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.
The responsibility for the contents of this report lies with Panteia. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of Panteia. Panteia does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.
Inhoudsopgave 1
Inleiding
5
2
Informele investeerders in de bevolking
7
2.1 2.2 2.3
Informele investeerders in Nederland Informele investeerders in een internationale context Het klimaat voor informele investeerders
3
Vraag naar informals en business angels
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
De enquête Bekendheid met en gebruik van business angels Rol van business angels Waardering ondernemers en toekomstig gebruik van angels Geen beroep op business angels: motieven en effect Informatie over business angels
4
Samenvatting en conclusies
Bijlage 1
C10997
Onderzoeksverantwoording
8 10 13
15 15 15 16 17 18 19
21
23
3
1
Inleiding B u s in es s An ge l s en B e dr i j v en : da ta z i jn s pa a rza a m Het Ministerie van Economische Zaken is al een
aantal jaren actief met het
verzamelen van data over de inzet en effecten van Business Angels (BA) in Nederland. Op dit moment is er een aantal metingen gedaan door Tornado Insider, voorafgegaan door een meting door Bureau Bartels. Het gaat daarbij om gegevens van de aanbodkant, vanuit het perspectief van de business angels. Deze metingen hebben te maken met een lastig veld: de business angelmarkt is diffuus en business angels hebben belang erbij dit zo te houden. Als immers bekend wordt wie een business angel is, kan deze worden “bedolven” onder financieringsaanvragen.
Maar ook
bedrijven die gebruik maken van business angels brengen dat om uiteenlopende redenen ook liever niet naar buiten. Een uitzondering zijn technostarters: hier is een business angel die het bedrijf financiële en andere steun biedt eerder regel dan uitzondering, en dus meer geaccepteerd: het wordt zelfs gezien als bewijs dat de start-up potentie heeft. O nd e rz o ek m e t ge b ru ik va n b e dr i jv en pa n e ls en GE M Verzamelen van gegevens aan de aanbodkant is niet makkelijk, en ook aan de vraagkant is moeilijk te achterhalen welke bedrijven gebruik hebben gemaakt van business angels: er zijn nauwelijks antwoorden op vragen zoals in welke fase men hier een beroep op doet, om welke bedragen het gaat en om welke financieringsvorm, en wat de effecten op langere termijn zijn voor de bedrijven. Om meer inzicht te krijgen in aanbod en vraag op de markt van business angels heeft het ministerie van Economische Zaken Panteia onderzoek laten doen. Voor dat onderzoek is gebruik gemaakt
van
twee
bedrijvenpanels,
namelijk
het
MKB-beleidspanel
en
het
topsectorenpanel van het Programmaonderzoek MKB. Met behulp van deze gegevens wordt de vraag naar dit type financiering in beeld gebracht. Gegevens over het aanbod door informele investeerders komen uit de Global Entrepreneurship Monitor (GEM), het grootste onderzoek naar ondernemerschap onder de bevolking wereldwijd. De verbijzondering naar pure business angels, die investeren in de bedrijven van onbekenden, kan daarmee niet gemaakt worden. Deze analyses vinden daarom plaats op het bredere niveau van de informele investeerder. D e o nd e rz o ek v ra g en Doel van het onderzoek naar de aanbod en vraagkant van de business angel markt is: Inzicht te verschaffen in het gebruik van financiering met behulp van business angels in Nederland door MKB-bedrijven en bedrijven in de topsectoren; Inzicht verschaffen in de bedragen, financieringsvormen en bedrijfsfasen waarin business angels worden ingezet en het door de business angel geleverde ondersteuningspakket; Inzicht
verschaffen
in
de
door
gebruikers
ervaren
effecten
en
hun
tevredenheid met de rol die business angels spelen voor hun bedrijf; Een
beeld
schetsen
van
het
aanbod
door
informele
investeerders
in
internationaal perspectief (EU 28 en OESO).
C10997
5
L ee sw i j ze r Hoofdstuk 2 van deze rapportage geeft een beeld van informele investeerders in Nederland op basis van internationaal onderzoek, namelijk de Global Entrepreneurship Monitor. De markt van informele investeerders in Nederland wordt vergeleken met die in vergelijkbare economieën binnen de Europese Unie (EU-28) en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO/OECD). In hoofdstuk 3 worden de resultaten
gepresenteerd
van
de
enquête
aan
de
vraagkant,
bij
de
twee
bedrijvenpanels. In hoofdstuk 4 worden conclusies getrokken uit de beide voorgaande hoofdstukken.
6
C10997
2
Informele investeerders in de bevolking Informele investeerders zijn personen die een deel van hun kapitaal inzetten om te investeren in starters of al bestaande bedrijven, waarvan zij zelf niet de eigenaar zijn. Een informele investeerder telt pas als een business angel als het bedrijf waarin geïnvesteerd wordt van een onbekende is: bedrijven van vrienden, familie of collega’s vallen in deze definitie af. Met data uit de Global Entrepreneurship Monitor is het niet mogelijk om diepergaande analyses op de groep zuivere business angels uit te voeren. Dit hoofdstuk informeert daarom over de bredere groep informele investeerders. Het behandelt hun aandeel in de Nederlandse beroepsbevolking van 18 tot en met 64 jaar, het gemiddeld door hen geïnvesteerde bedrag, hun relatie met de personen achter de bedrijven waarin zij hebben geïnvesteerd, en een beoordeling van het klimaat in Nederland voor informele investeerders. Zoveel mogelijk worden de gegevens met betrekking tot informele investeerders voor de gehele periode van 2001 tot en met 2013 in beeld gebracht. Enkele aspecten zijn pas meer recent in metingen opgenomen. De desbetreffende gegevens zijn daardoor niet voor de gehele periode beschikbaar. I nt er na t i ona l e v e rg e l i jk i n g De prestaties van Nederland op deze terreinen worden waar mogelijk vergeleken met die van vergelijkbare relevante economieën van landen uit de Europese Unie (EU-28)1 en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). De gepresenteerde cijfers voor al deze groepen zijn ongewogen gemiddelden. F in a nc i ë l e s ys te me n b in ne n de EU : e en d r i ed el i n g Er wordt binnen de EU onderscheid gemaakt naar kenmerken van de financiële systemen in de lidstaten, op basis van de indeling die wordt gehanteerd in een studie van het Centraal Planbureau 2. Daarin worden drie systemen onderscheiden: bankgebaseerd, markt-gebaseerd en Oost-Europees 3. In een bank-gebaseerd financieel systeem geldt de bank als het primaire kanaal om geld bij bedrijven te krijgen. In een markt-gebaseerd systeem lopen deze middelen via
de financiële markten van
investeerders naar bedrijven. Nederland is binnen deze indeling een markt-gebaseerde economie. De Oost-Europese EU-lidstaten hebben gemeen dat hun financiële systemen veelal kleiner zijn.
1
2
3
C10997
Sinds de toetreding van Kroatië op 1 juli 2013 telt de Europese Unie 28 lidstaten. Andere recente uitbreidingen vonden plaats in 2004 en in 2007. Wanneer EU-cijfers over de periode 2001-2013 gepresenteerd worden, is dit altijd voor alle 28 huidige lidstaten. Deelname aan de GEM is ook wisselend in de analyseperiode en niet alle 28 lidstaten deden mee aan alle metingen in de periode sinds 2001, zo heeft Bulgarije in geen enkel jaar meegedaan. De gepresenteerde cijfers hebben betrekking op die landen van de huidige lidstaten die in dat jaar deelnamen aan de GEM. Zie Bijlsma, Michiel J. & Gijsbert T.J. Zwart (2013), the Changing Landscape of Financial Markets in Europe, the United States and Japan, CPB Discussion Paper 238, Centraal Planbureau: Den Haag. De groep landen met markt-gebaseerde financiële systemen bestaat uit België, Frankrijk, Finland, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Zweden. De groep landen met bank-gebaseerde financiële systemen bestaat uit Denemarken, Duitsland, Griekenland, Italië, Oostenrijk, Portugal en Spanje. De groep OostEuropese landen in de EU bestaat uit Bulgarije, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië, Slowakije, Slovenië en Tsjechië. Een vierde groep landen blijft buiten beschouwing, omdat hun banksystemen disproportioneel groot zijn. Deze groep bestaat uit Cyprus, Ierland, Luxemburg en Malta.
7
2.1
Informele investeerders in Nederland A a n d ee l inf or m e le inv es t ee r de rs o nd e r Ne d er la n ds e b ev o lk in g f o rs g eg r oe i d In 2013 was 3,5% van de Nederlandse bevolking actief als informele investeerder door een deel van het private vermogen te investeren in startende bedrijven waarvan zij zelf niet de eigenaar waren. Het aandeel informele investeerders in de bevolking is substantieel gegroeid sinds 2001: toen was dit nog slechts 1,3% van de bevolking. Deze groei is echter niet gelijkmatig geweest: er zijn pieken en dalen. De sterkste groei heeft zich voorgedaan in 2010 en sindsdien heeft het aandeel zich gestabiliseerd op een niveau iets boven de 3,5%. Figuur 1 laat deze ontwikkeling zien, evenals het gemiddeld geïnvesteerde bedrag vanaf 2009. figuur 1
ontwikkeling van het aandeel informele investeerders in de bevolking met de leeftijd tussen 18 tot en met 64 jaar, voor de periode 2001-2013, en de ontwikkeling van gemiddelde aan startende bedrijven verstrekte bedragen in Amerikaanse dollars, voor de periode 2009-2013
4,0%
$100.000
3,0%
$75.000
2,0%
$50.000
1,0%
$25.000
0,0%
$0 2001
2002
2003
2004
2005
gemiddelde bedrag in $
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
% informele investeerders in bevolking 18-64
Bron: Panteia o.b.v. Global Entrepreneurship Monitor, 2014
D o or d e c r is is m e er info r me l e i nv es te e rd e rs ? Er
lijkt
een
verband
te
bestaan
tussen
de
groei
van
het
aandeel
informele
investeerders die vooral vanaf 2008 inzet en de financiële crisis die zich in dat jaar manifesteerde. Het rendement van sparen nam daarna af 4, en investeren als informele investeerder werd daardoor aantrekkelijker, omdat er een beter rendement mee viel te behalen. Tegelijkertijd zorgde het teruglopende aanbod van bancair krediet voor bedrijven voor een toenemende vraag naar alternatieve vormen van financiering, met informele investeerders als een aantrekkelijke optie 5.
4
5
8
De rente op deposito’s met een vaste looptijd kenden een hoogtepunt in 2009 en daalden vervolgens fors. Dit geldt zowel voor nieuwe contracten als voor uitstaande bedragen. Zie voor cijfers de statistieken van De Nederlandsche Bank op http://www.dnb.nl, tabel 5.2.7 rentes/leningen/deposito’s. De groei in de kredietverlening aan niet-financiële bedrijven in Nederland zette vanaf half 2008 een forse daling in die zich in 2010 stabiliseerde. Dit loopt in de pas met de stabilisatie van de groei in het aandeel business angels in de bevolking. Dit geldt zowel voor nieuwe contracten als voor uitstaande bedragen. Zie voor cijfers de statistieken van De Nederlandsche Bank op http://www.dnb.nl, tabel Kredietverlening door Nederlandse MFI's aan niet-financiële bedrijven in Nederland, gecorrigeerd voor securitisaties en breuken.
C10997
G e m id de l d g e ïnv es t ee rd e b e dra g i s ju i st a f ge no m en In
2013
investeerden
Nederlandse
informele
investeerders
gemiddeld
$39.500
(€31.250) 6. Dit is een terugval van meer dan 40% ten opzichte van het hoogste punt, in 2010. De terugval is verreweg het grootst in 2011; daarna handhaaft het gemiddeld geïnvesteerde bedrag zich ongeveer op hetzelfde peil. In 2010 neemt zowel het aantal informele investeerders als het geïnvesteerde bedrag toe: Nederlandse informele investeerders investeerden dat jaar gemiddeld $68.800 (€54.440). Daarna stabiliseert het aantal informals maar daalt het gemiddelde bedrag van hun investering. S l ech ts 8 % va n i nfo r mel e in ve st e er d er is e en éc ht e bu s in ess a n ge l Verreweg het grootste deel van de Nederlandse informele investeerders investeert in bedrijven die worden gestart door een familielid: zulke bedrijven waren in 2013 de doelgroep van 60% van de informele investeerders. Dit blijkt uit de gegevens die gepresenteerd worden in figuur 2. De tweede categorie waarin zij investeren zijn bedrijven gestart door vrienden of buren: 26%. Pas daarna komen bedrijven van onbekenden met een goed idee: 8%. Dit betekent dat slechts een beperkte groep van de Nederlandse informele investeerders als échte business angel beschouwd mag worden: 8% in 2013, of 0,3% van de gehele bevolking. Een business angel investeert immers uitsluitend in de bedrijven van onbekenden. Zie figuur 2. figuur 2
uitsplitsing van het type relatie waar de informele investeerder geld aan heeft verstrekt, voor het jaar 2013, en de ontwikkeling van deze verdeling, voor de periode 2001-2013 2013
8%
100%
75%
4%
2% 50% 26% 60%
25%
0%
Bron: Panteia o.b.v. Global Entrepreneurship Monitor, 2014
B u s in es s a n g e ls : t us sen s e ed ca p ita l en p a r t ici p a t i ema a tsc ha p p i j Dit past in het beeld van business angels die een tussenpositie innemen tussen enerzijds seed capital of opstartfinanciering door familie en vrienden, en anderzijds financiering door formele investeerders zoals participatiemaatschappijen. Nederlandse informele investeerders investeren hun vermogen dus het liefst in de bedrijven van mensen uit hun (sociale) omgeving, die zij kennen en waar zij makkelijk binnen kunnen lopen. Dit is niet zo verrassend, aangezien zij hun eigen kapitaal steken in een relatief risicovolle investering.
6
C10997
De waarden zijn hier genoteerd in US dollars vanwege de herkomst van de data: de Global Entrepreneurship Monitor van 60 landen. De koers US dollar / Euro is die van 13 oktober 2014.
9
B es te mm in g va n i nv es te r i ng en d oo r i nf or me l e i n ve st e er d er s fl uc tu ee rt Door de jaren heen fluctueert het relatieve belang van de verschillende doelgroepen. Figuur 2 (rechts) laat bijvoorbeeld zien dat in 2001 een minderheid van de Nederlandse informele investeerders geld stak in start-ups van familie. Maar in de hele periode tot 2013 is dat vaker de helft.
2.2
Informele investeerders in een internationale context A a n d ee l inf or m e le inv es t ee r de rs in N ed e r la n d b e ne d en he t EU -g em i dde l d e… In paragraaf 0 bleek dat 3,5% van de Nederlandse bevolking een deel van zijn of haar private vermogen in een startend bedrijf investeert. Internationale vergelijking maakt duidelijk dat het Nederlandse aandeel achterblijft bij het gemiddelde van de Europese Unie en bij dat van de OESO. De gemiddelde aandelen informele investeerders in de bevolking zijn hier respectievelijk 4,3% en 4,8% in 2013: zie figuur 3. Deze figuur laat naast een internationale vergelijking ook de ontwikkeling zien van het aandeel informele investeerders door de jaren heen. figuur 3
gedetailleerde uitsplitsing van het aandeel informele investee rders in de bevolking met de leeftijd tussen de 18 tot en met 64 jaar, voor het jaar 2013, en de ontwikkeling van dit aandeel, voor de periode 2001-2013, voor Nederland, de EU en de OESO 0,0%
1,0%
2,0%
3,0%
4,0%
5,0%
oost EU
6,0% 5,8%
OESO
4,8%
EU-28
4,3%
Nederland
3,5%
markt-gebaseerd EU
3,4%
bank-gebaseerd EU
2,7%
5%
4%
3%
2%
1%
0% 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Nederland
EU-28
OESO
Bron: Panteia o.b.v. Global Entrepreneurship Monitor, 2014
10
C10997
… ma a r Oo st -Eu r opa b re n gt he t EU -g em i dd e l de omh oo g Bijlsma & Zwart (2013, CPB) maken binnen de EU onderscheid tussen West- en OostEuropese lidstaten. De West-Europese lidstaten worden verder onderscheiden naar de mate waarin het financiële systeem van een land bank- dan wel markt-gebaseerd is. Deze uitsplitsing maakt duidelijk dat het aanzienlijk hogere aandeel van informele investeerders in de Oost-Europese EU-lidstaten de verklaring is voor het feit dat hun aandeel in de bevolking van de gehele EU-28 hoger is dan in Nederland: in 2013 was 5,8% van de bevolking in die landen actief als informele investeerder. N e d er la nd ie ts b óv en he t W es t - Eu ro p es e ge m id d e l de Wordt Nederland binnen de EU alleen vergeleken met andere West-Europese lidstaten dan ligt het aandeel informele investeerders nog net iets hoger dan elders in WestEuropa. Het aandeel informele investeerders is vergelijkbaar met dat in andere markt gebaseerde EU-lidstaten. Binnen deze groep landen is Zweden een opvallende uitschieter, met een aandeel van 5,9% in 2013. M e er inf o rm e le inv e st ee r d er s i n ma rk t - g eba see r d e ec on om i eë n In Nederland zijn, net als de andere West-Europese EU-lidstaten met een marktgebaseerd financieel systeem, meer informele investeerders dan in landen met een bank-gebaseerd systeem. Dit past binnen het beeld dat in de empirische literatuur wordt geschetst (Schröder, 2009 en Black & Gilson, 1998 7). Bijlsma & Zwart (2013) beschrijven de rol van informele investeerders als een mix van een bank- en een markt-gebaseerd systeem. Een bank-gebaseerd systeem wordt gekenmerkt door het belang
van
relatiebeheer,
een
markt-gebaseerd
systeem
door
goed
werkende
financiële markten. Informele investeerders zijn een bron van financiering waarbij relatiebeheer ook belangrijk is: vertrouwen tussen beide partijen is noodzakelijk en de rol als mentor of coach van de investeerder vergt ook een goede band. Echter, liquide markten zijn essentieel, zodat informele investeerders zich uiteindelijk uit het bedrijf terug kunnen trekken via een beursgang of overname. Het risico voor informele investeerders en durfkapitalisten is kleiner in een markt-gebaseerd systeem (Rajan & Zingales, 1998 8). I nf or ma ls b e la n gr i jk e r in la n de n me t k l e in er e fi na nc i ë le sy st em en Het risico voor informele investeerders is dus groter in landen waarvan het financiële systeem minder ver ontwikkeld is. Toch blijkt uit figuur 3 dat het aandeel informele investeerders in de Oost-Europese EU-lidstaten het hoogst is: 5,8% van de bevolking. Het
belang
van
informele
investeerders
in
deze
economieën
met
zich
nog
ontwikkelende financiële systemen is zo mogelijk nog groter dan in landen met verder ontwikkelde financiële systemen. Wanneer startende ondernemers geen financiering kunnen aantrekken via de traditionele kanalen zijn informele investeerders een logisch en waardevol alternatief. Behalve financiering brengen zij vaak ook kennis en ervaring in als extra toegevoegde waarde.
7
8
C10997
Schröder, Christian (2009), Financial Systems and Innovations: Determinants of Early Stage Venture Capital in Europe, Schumpeter Discussion Papers 2009-004. Black, Bernard S. & Ronald J. Gilson (1998), Venture Capital and the Structure of Capital markets: Banks versus Stock Markets, Journal of Financial Economics, 47, 243-277. Rajan, Raghuram G. & Luigi Zingales (1998), Which Capitalism? Lessons from the East Asian Crisis, Journal of Applied Corporate Finance, 11, (3).
11
I nt er na t i ona a l v er ge l i jk b a r e on tw ik k e l in g a a nde e l inf o rm e le inv e st ee rd e rs Het aandeel informele investeerders in de Nederlandse bevolking heeft zich ontwikkeld van 1,3% naar 3,5% in een periode van ruim tien jaar. Hoewel het aandeel in de landen van de EU-28 en de OESO hoger ligt, hebben ook die groepen landen een vergelijkbare groei doorgemaakt. Het aandeel informele investeerders in de bevolking groeide in de EU-28 van 2,7% naar 4,3% en in de OESO van 3,3% naar 4,8%. Ook voor die landen geldt dat er forse groei is geweest in 2010, en dat het aandeel daarna stabiliseerde op het nieuwe, hogere niveau. N e d er la nd se inf o rm e le in ve st e er d er s in v est e ren g em i d de l d he t me es t Hoewel de Nederlandse informele investeerders markt op basis van het voorgaande niet sterker is ontwikkeld dan in andere ontwikkelde economieën, blijkt uit figuur 4 dat het gemiddelde bedrag dat Nederlandse informele investeerders in een startend bedrijf
steken
juist
groter
is
dan
elders:
in
2013
werd
gemiddeld
$39.500
geïnvesteerd, 33% boven het gemiddelde van de OESO en 45% boven dat van de EU28. Zie figuur 4. figuur 4
gedetailleerde uitsplitsing van het gemiddelde aan startende bedrijven verstrekte bedrag in Amerikaanse dollars, voor het jaar 2013, en de ontwikkeling van dit gemiddelde bedrag, voor de periode 2009-2013, voor Nederland, de EU en de OESO 0
25.000
50.000
Nederland
$39.462
markt-gebaseerd EU
$33.818
OESO
$29.764
bank-gebaseerd EU
$28.321
EU-28
$27.204
oost EU
$20.890
$100.000
$75.000
$50.000
$25.000
$0 2009
2010 Nederland
2011 EU-28
2012
2013
OESO
Bron: Panteia o.b.v. Global Entrepreneurship Monitor, 2014
12
C10997
K o opk ra c ht ve rs ch i l l en ve r k la r en h et v er sch i l v oo r e en d e e l Ten dele is dit een welvaartskwestie: de genoemde bedragen zijn in een gezamenlijke valuta uitgedrukt, maar de koopkracht van een dollar in Nederland is minder dan die van een dollar in OESO-land Chili of Oost-Europese EU-lidstaten. De gemiddelde bedragen houden geen rekening met deze verschillen in koopkracht. Dat informele investeerders in de Oost-Europese landen gemiddeld het laagste bedrag investeren, is in dat opzicht dan ook niet verwonderlijk. V e r sch i l in g e ïnv es te e rd e b e dra g en d e la a tst e j a re n a fg e n om en Het verschil in gemiddeld geïnvesteerde bedragen tussen Nederland en de OESO en de EU-28 is in het verleden veel groter geweest. In 2009 en 2010 was er een substantieel verschil, maar dit is sindsdien fors minder geworden. De eerder in dit hoofdstuk gesignaleerde combinatie in Nederland van meer informele investeerders maar lagere bedragen is de verklaring: er zijn nu meer informele investeerders die kleinere bedragen investeren actief.
2.3
Het klimaat voor informele investeerders Nederland heeft een voor West-Europese begrippen relatief goed ontwikkeld aanbod aan informele investeerders. Het aandeel is met 3,5% van de bevolking dat als zodanig actief is (iets) hoger dan in omringende EU-lidstaten, en het gemiddeld geïnvesteerde bedrag is nog steeds hoger dan in vergelijkbare economieën. A a n bo d d oo r in fo rm a l s i n N ed e r la n d he t be st ... ma a r no g s t ee ds ma t ig Een onderdeel van de GEM is een vragenronde onder nationale experts op het gebied van ondernemerschap. Eén van de gebieden waarop de experts hun mening geven is bedrijfsfinanciering. Het (ongewogen) gemiddelde cijfer dat nationale experts in Nederland,
de
EU-28
en
de
OESO
gaven
met
betrekking
tot
het
informele
investeerders klimaat wordt gepresenteerd in figuur 5. Op een schaal van 1 tot 5 wordt uitgedrukt in welke mate er voldoende financiering via private individuen beschikbaar is voor startende en groeiende bedrijven. figuur 5
het gemiddelde rapportcijfer voor het informele investeerders klimaat in een land, gegeven door nationale experts, voor het jaar 2013, voor Nederland, de EU en de OESO, waarbij een cijfer onder de drie staat voor een negatief klimaat en een cijfer boven de drie voor een gunstig klimaat 1
2
3
Nederland
5
3,03
markt-gebaseerd EU
2,65
oost EU
2,63
EU-28
2,59
OESO
bank-gebaseerd EU
4
2,56
2,43
Bron: Panteia o.b.v. Global Entrepreneurship Monitor, 2014
C10997
13
De meningen van nationale experts uit de verschillende landengroepen ontlopen elkaar nauwelijks met een bereik tussen de 2,4 en 3,0. Het klimaat voor informele investeerders wordt in Nederland weliswaar beter beoordeeld dan gemiddeld, maar toch niet als meer dan neutraal. Elders is men doorgaans (wat) negatiever over de beschikbaarheid van financiering via private kanalen, maar ook nergens héél negatief.
14
C10997
3 3.1
Vraag naar informals en business angels De enquête In september-oktober 2014 zijn twee panels van Panteia benaderd met vragen over hun contacten met en hun houding tegenover business angels: het MKB Beleidspanel, (1.854 bedrijven tot 250 werkzame personen) en het Topsectorenpanel ( 1.546 bedrijven in de negen topsectoren incl. 250-plus). Dat heeft een forse respons opgeleverd
van
484
bij
het
MKB
Beleidspanel
(26%),
en
van
289
in
het
topsectorenpanel (19%). Dit hoofdstuk behandelt de uitkomsten van het onderzoek bij beide panels, waarbij die met elkaar worden vergeleken. Via herweging van de data naar sector en bedrijfsgrootte is er voor gezorgd dat de gepresenteerde cijfers de verhouding weergeven zoals die is in de totale populatie van bedrijven in Nederland .
3.2
Bekendheid met en gebruik van business angels K wa rt M KB bek en d m et m og e l i jk h e i d va n fi na n ci e r i ng v ia bu s in ess a n ge l s Een minderheid is bekend met financieringsmogelijkheden die informal investors of business angels hebben te bieden. In het MKB-panel beantwoordt een kwart deze vraag bevestigend, in het topsectorenpanel is het maar één op de zeven: zie figuur 6. figuur 6
bekend met financieringsmogelijkheden via informal investors of business angels
MKB
topsectoren
ja; 14%
ja; 24%
nee; 76%
nee; 86%
Bron: Panteia, 2014
T op se ct or b ed r i jv en p r ob e r en h et va k er , ma a r s la g en ev en va a k Betrekkelijk weinig bedrijven hebben geprobeerd daadwerkelijk financiering te krijgen van informal investors of business angels. Wèl gebeurt dat in de topsectoren meer dan elders in het MKB. Het percentage dat er in slaagt langs deze weg financiering aan te trekken is weer gelijk voor beide panels: 2% van alle bedrijven. Van de bedrijven die het hebben geprobeerd zijn er derhalve in de topsectoren minder geslaagd om financiering te krijgen van business angels. Zie tabel 1.
C10997
15
tabel 1
financiering gevraagd en gekregen via business angels en informal investors
Financiering
MKB
topsectoren
informal investor
3%
5%
Recent gevraagd (2012 of later)
1%
4%
2%
2%
Financiering gevraagd bij business angel of
Financiering gekregen van business angel of informal investor Bron: Panteia, 2014
3.3
Rol van business angels K l e in e a a nta l l en , dus ‘ in d ica t ie s’ in p la a t s va n ha rd e con c lu si e s Van alle bedrijven heeft 2% financiering gekregen van een informal investor of business angel. Dat impliceert gegeven de respons op de enquête: minder dan tien bedrijven binnen elk van de twee panels die vragen hebben beantwoord over hun financiering door informal investors of business angels. Voor verschillen tussen topsector- en MKB-panel die hierna worden gesignaleerd geldt dus dat het vooral om indicaties gaat en niet om ‘harde’ (statistisch significante) uitkomsten. T op se ct or en : e en g ro t er e ro l va n ‘m a tc h ’ tu ss en b e dr i j f en bu s in es s a n g el De afgewezen aanvragers hebben aangegeven waarom zij (volgens hen) geen financiering
hebben
gekregen
van
business
angels
of
informal
investors.
De
antwoorden op deze vraag zijn te vinden in de tekstbox. Hoewel gebaseerd op slechts weinig observaties lijkt het accent in de topsectoren vaker te liggen op onvoldoende inhoudelijke match tussen bedrijf en beoogde investeerder, en bij het MKB -panel vaker op gebrek aan overeenstemming over de (financiële) voorwaarden. Ook lopen de onderhandelingen nog in enkele gevallen. Topsectoren “Ze eisten 85% van de aandelen plus de aanstelling van een stroman die de overige 15% dan fifty-fifty met mij als ondernemer zou verdelen. Ook waren hun voorwaarden in strijd met ons business model, en bleek de stroman niet het commerciële gedeelte voor het bedrijf te kunnen realiseren” “Onze business was een andere dan waar de Business Angel zich op richtte” “We hebben nog geen daadwerkelijke toezegging ontvangen, vermoedelijk omdat investeerders nog terughoudend zijn met investeren in onze sector. Zij hebben hun kapitaal in een andere sector verdiend” “De balans ziet er goed uit waardoor de bank ook wil financieren. Maar wij willen onze risico’s spreiden” “Onze aanvraag was informatief, met het doel advies te krijgen voor een echte aanvraag”
MKB “Ik ben zelf gestopt met de aanvraag, en naar de bank gestapt” “De investeerder vond het rendement onvoldoende” “Vanwege de slechte tijd: het was niet haalbaar omdat particuliere beleggers met vastgoed ook minder ruimte hadden” “Pitchen in september 2008, toen de AEX met 12% omlaag kachelde was niet het beste moment….” “Zij zouden het geld verdienen, en ik niet: nog erger dan een bank” “We hebben een aanbod gekregen, maar moeten nog beslissen” “De aanvraag loopt nog” “Er is gekozen voor financiering door een bank of investeringsmaatschappij” “Wij hebben niemand kunnen vinden die geschikt of bereid w as in ons bedrijf te investeren”
16
C10997
T op se ct or en zo ek en ( i et s) g r ot er e b e dra g en Waar de topsectorbedrijven op één na financiering hebben gekregen voor een bedrag tussen €50.000 en €100.000 is dit voor het merendeel van het MKB-panel minder dan €50.000. Topsectorenbedrijven lijken dus voor wat grotere bedragen financiering te ontvangen. Financiering van meer dan €250.000 is bij geen van beide groepen aangetroffen. B u s in es s a n g e l bi j t op se c to re n me e r in ve st e erd e r, b i j MKB m e er “ c r ed i t eu r ” De aard van de investering door business angel of informal investor is bij het MKBpanel meestal een lening, bij topsectorbedrijven meestal een andere vorm van ondersteuning dan lening of aandelen. Bij slechts twee bedrijven die met een business angel of informal investor in zee zijn gegaan specificeert men nader wat die andere vorm precies is: gebruik van goederen, en in natura (in ruil voor een belang in het bedrijf). Dit suggereert een relatie tussen bedrijf en investeerder die wat verder gaat dan die van debiteur en crediteur, zoals bij het MKB-panel. T op se ct or b ed r i jv en va a k p r é - sta rt, M KB - pa n e l va a k d o or sta rt Van de topsectorbedrijven met een business angel of informal investor is er slechts één een al bestaand bedrijf, de overige zijn in de pré-startfase, met een plan of product aan de ontwikkeling waarvan nog gewerkt wordt. Van de bedrijven uit het MKB-panel maakt de helft een doorstart, de rest is jong en groeiend, of al bestaand. V e e l b r ed e re o nd e rs te un i ng b i j to ps ec to r be d r i jv en Topsectorenbedrijven krijgen een veel bredere ondersteuning van ‘hun’ business angel dan het MKB-panel: daar noemt men uitsluitend financiële ondersteuning, of (ook) introductie bij potentiële klanten, waar topsectorenbedrijven daarnaast assistentie noemen bij het maken van een businessplan of de ontwikkeling van een strategie, leveren van contacten, introductie bij (andere) investeerders, en deelnemen aan onderhandelingen. De grotere rol van business angels / informal investors bij topsectorbedrijven hangt samen met de aard van de relatie tussen beide: die van (betrokken) investeerder bij bedrijven in de pré-startfase, versus die van uitsluitend kredietverstrekker bij bedrijven van het MKB-panel.
3.4
Waardering ondernemers en toekomstig gebruik van angels R a p p or tc i jf e r 8 á 9 Begunstigden hebben de ondersteuning door hun business angel / informal investor gewaardeerd met een rapportcijfer op een schaal van 1 tot 10. Gemiddeld geven zij ruim een 8,5. Bij topsectorbedrijven is dat nog iets meer: 8,8. Derhalve: goed tot zeer goed. D a nk z i j bus i ne ss a n ge l m é é r k a n s en k unn en b en utt e n Een ruime meerderheid van de bedrijven met een business angel heeft naar eigen zeggen
kansen
kunnen
benutten
door
de
ontvangen
financiële
ondersteuning,
waaronder alle topsectorbedrijven. Die kansen waren, in die volgorde, groeikansen, investeringen kunnen doen en andere kansen. Zowel topsector- als andere MKBbedrijven noemen groeikansen. Topsectorbedrijven noemen investeringen en ‘andere’ kansen vaker. Die andere kansen zijn onder meer introductie bij ee n voor de productmarktcombinatie van het bedrijf belangrijk partner-netwerk, en mogelijk maken van een grote R&D-inspanning.
C10997
17
O ok in de t oek om st i n ze e m et b us in es s a ng e ls / i nf or ma l in v est o rs Op één na alle bedrijven met een business angel / informal investor overwegen ook in de toekomst een beroep te doen op dergelijke ondersteuning. Zowel bedrijven uit het topsector- als uit het MKB-panel noemen toegevoegde waarde door netwerkcontacten als motief. Maar voor het MKB-panel staat de bijdrage aan het rond krijgen van de bedrijfsfinanciering op de eerste plaats, een motief dat topsectorbedrijven nauwelijks noemen. Die noemen daarentegen ondersteuning bij strategische vraagstukken, wat bij bedrijven uit het MKB-panel helemaal niet genoemd wordt, en daarnaast ‘andere’ motieven,
zoals
managementondersteuning.
Dit
komt
overeen
met
de
eerder
genoemde bredere ondersteuning van topsectorbedrijven, die deze bedrijven kennelijk ook wensen en waarderen. T e rm i jn e n be d ra g In verreweg de meeste gevallen is de termijn waarop men opnieuw een beroep denkt te doen op business angel of informal investor: in de komende drie jaar. Het bedrag dat men op het oog heeft ligt bij de topsectorbedrijven tussen de €100.000 en €250.000. Bij het MKB-panel is het meestal beneden de €100.000, maar ook in enkele gevallen tussen de €250.000 en €500.000.
3.5
Geen beroep op business angels: motieven en effect G e en b e ro ep o p bu s in es s a ng e ls : me es ta l we ge ns ‘ n ie t n o d ig ’ Reden om voor financiering géén beroep te doen op business angels of informal investors is in de meeste gevallen dat men dit niet nodig acht. Topsectorbedrijven noemen wat vaker ‘andere’ redenen, bij het MKB-panel is dit wat vaker dat zij niet (goed) bekend zijn met business angels of informal investors: zie figuur 7. figuur 7
reden waarom men géén financieringsaanvraag heeft gedaan bij een business angel of informal investor
100%
80%
60%
77%
81%
40%
20%
7% 12% 6%
0% andere reden
1%
MKB ervaringen met financiers
16% topsectoren niet (goed) mee bekend niet nodig
Bron: Panteia, 2014
18
C10997
De ‘andere’ redenen zijn: Topsectoren “Nog geen tijd voor gehad, om dit verder uit te zoeken... ” “Totaal onafhankelijk blijven is het motto bij ons. We stellen onze eisen desnoods naar beneden bij. De aversie tegen banken is hier groot: de hulp die wij af en toe wensten van de banken werd werkelijk weggehoond. Dus niets tegen andere manieren van investeren : alles beter dan de banken. We zullen het echter niet snel doen” “Wij willen toch onze eigen koers blijven varen. Iemand die investeert doet dat niet voor niets!”
MKB “Ik ben nog steeds in goede harmonie met mijn bank. Als ik extra financiering nodig heb en de bank geeft die niet, dan zou een formal investor of business angel wel in overweging genomen worden...” “We vrezen voor onze onafhankelijkheid en zelfstandigheid, willen geen schulden maken” “Ik ben ZZP’er en dat is voor de bank te klein om financiering in overweging te nemen, mocht het nodig zijn” “Heel recent is het idee gekomen op die manier geld te genereren voor een bepaald project: ziet er veelbelovend uit” “Ze willen alleen high-tech en goedlopende bedrijven financieren” “Ze willen teveel mee-ondernemen”
G e en g eb ru ik va n bus i ne s s a n g el s l e id t n ie t t ot m is se n va n k a ns en Bij slechts weinig bedrijven zegt men kansen te hebben gemist door géén gebruik te maken van een business angel of informal investor, namelijk 1%. N i e t g e s la a g d, da n va a k a l sn og na a r ba nk o f pa rt i ci pa t ie ma a t scha p p ij Zij die wél hebben geprobeerd financiering aan te trekken via een business angel of informal investor maar daar niet in zijn geslaagd hebben merendeels (namelijk in twee derde van de gevallen) geprobeerd uit andere bron alsnog aan financiering te komen. Die andere bron is een bank, of een investerings- dan wel participatiemaatschappij. Deze beide alternatieven worden even vaak genoemd, soms met kanttekeningen zoals ‘….maar de bank deed wél erg moeilijk’. M in st en s é én op d e d r ie sla a gt a ls no g Zij die hebben geprobeerd via een andere bron financiering te krijgen zijn verdeeld over drie gelijke groepen: niet geslaagd, wél geslaagd en onbekend. Kortom, minstens één op de drie is alsnog geslaagd.
3.6
Informatie over business angels I nt er e ss e v oo r m ee r i nfo r ma t i e ov er f i na nc i e r in g do o r bus i ne ss a ng e ls Eén op de acht bedrijven van het MKB-panel, en één op de zes in het topsector-panel heeft belangstelling voor méér informatie over financiering door business angels of informal investors. Dat is bij topsectorbedrijven meer dan er hebben aangegeven met deze mogelijkheid bekend te zijn (zie de eerste alinea van dit hoofdstuk), en bij het (overig MKB nog altijd de helft. Verreweg de meesten zouden informatie willen ontvangen van de Vereniging van Business Angels. De geuite belangstelling voor meer informatie houdt ongetwijfeld verband met de sinds de kredietcrisis opgetreden problemen bij de kredietverlening voor met name relatief kleinere bedragen.
C10997
19
figuur 8
wil meer informatie over business angels of informal investors
50%
25% 17% 12%
0% mkb
topsectoren
Bron: Panteia, 2014
20
C10997
4
Samenvatting en conclusies M e er inf o rma ls in N ed er l a n d , ma a r la ge r e ge ï nv es t ee r de b e dra g en Er is in Nederland nu meer aanbod van informele investeerders: hun aandeel in de beroepsbevolking is gestegen van 1,3% in 2001 naar 3,5% in 2013. Die groei van het percentage informele investeerders is er ook elders, zowel binnen de EU als binnen de OESO
en
loopt
parallel
met
de
periode
van
de
kredietcrisis.
Het
gemiddeld
geïnvesteerde bedrag nam aanvankelijk toe (naar €55.000), maar met de groei van het aantal informele investeerders nam het weer af (naar €30.000.) Het aantal is vooral gegroeid door toetreding van kleinere informele investeerders. Optimaal informele investeerders klimaat In Europees perspectief bezien heeft Nederland een goed informeel investeerders klimaat. Er zijn relatief minder informele investeerders maar het gemiddelde bedrag ligt op een hoger niveau. Dit leidt tot een gemiddeld (iets) positiever klimaat. B ek end h ei d m et f ina n c ie r i ng d oo r bu s in es s a ng e l s n og s te e ds vr i j g e ri n g Ondanks de groei van het aantal business angels zijn MKB-ondernemers nog niet goed op de hoogte met deze optie: 76% van het reguliere MKB en 86% van de topsectorbedrijven geeft aan niet bekend te zijn met de mogelijkheden die business angels bieden. B u s in es s a n g e ls ov e rb ru gg en h et ‘ ga t ’ tus se n s e ed - ca p i ta l en pa rt i ci pa t i e Business angels nemen een tussenpositie in tussen seed capital-verstrekkers en formal investment (participatiemaatschappijen).
De meeste steken hun geld in
bedrijven uit hun directe (sociale) omgeving: familie, vrienden en bekenden. Een minderheid investeert in onbekenden met een goed idee of business plan : dit zijn de echte business angels. De voorkeur voor ‘bekend’ is begrijpelijk: gegeven het risico dat zij lopen kunnen informele investeerders op deze manier de vinger makkelijker aan de pols houden. B ed r i jv en k ri j g en me e r d a n a l l e en g e ld Bij topsectorbedrijven zetten business angels zich in als de brede adviseur die zijn netwerk inzet en als strategische meedenker, bij het MKB vervullen zij vaker uitsluitend de rol van financier en intermediair naar potentiële klanten. Daarmee doen zij zichzelf mogelijk tekort: als deze ondernemers hun business angels breder zouden inzetten zou hun bedrijf daar wel bij varen. B u s in es s a n g e ls po s it i ef g e wa a r d ee r d Bedrijven beoordelen “hun” business angel zeer positief: zij geven een gemiddeld cijfer
van
8,5
(MKB)
en
8,8
(topsectoren).
Daarmee
hangt
ook
samen
dat
ondernemers die eenmaal in zee zijn gegaan met een business angel vrijwel unaniem zijn in hun mening over inschakeling van een business angel in de toekomst: doen! E ff ec te n Bedrijven geven aan dat zij door de inzet van een business angel meer kansen hebben kunnen
benutten:
groeikansen,
investeringskansen
en
andere
kansen.
Daartoe
behoort onder andere het doen van grote R&D inspanningen.
C10997
21
N e d er la nd se M K B - b ed r ij v en e n bus i ne ss a n ge ls : w erk a a n d e w ink e l De conclusie uit het voorgaande: er is voor MKB-bedrijven en voor business angels nog een wereld te winnen. Een betere bekendheid met business angels en hun positieve rol bij topsector- en andere MKB-bedrijven kan er voor zorgen dat zij elkaar beter vinden. De belangstelling om hierover nader te worden geïnformeerd door de Vereniging van Business angels is aanwezig.
22
C10997
Bijlage 1
Onderzoeksverantwoording H o of ds tuk 2 De
gegevens
over
het
aanbod
door
business
angels
komen
uit
de
Global
Entrepreneurship Monitor (GEM). Al sinds 2001 verzorgt Panteia de Nederlandse bijdrage aan dit onderzoek. Deze monitor is het meest ambitieuze onderzoek naar ondernemerschap wereldwijd en wordt inmiddels in meer dan 60 landen uitgevoerd. De GEM bestaat uit twee componenten: een breed opgezette telefonische enquête onder ruim 3,500 leden van de volwassen bevolking van een land (de Adult Population Survey, APS) en een vragenlijst die wordt verspreid onder ongeveer 40 nationale experts op diverse aan ondernemerschap gerelateerde thema’s en het nationale ondernemersklimaat vangt (de National Expert Survey, NES). Beide bevatten vragen met betrekking tot het actief zijn als informele investeerder. H o of ds tuk 3 : M KB -b e le id s pa n e l en to ps e cto r enp a n e l Het
MKB-beleidspanel
particuliere
bestaat
bedrijfsleven
uit
exclusief
2.000 de
ondernemingen
agrarische
sector,
in met
het
Nederlandse
minder
dan
250
werkzame personen. Het topsectorenpanel bestaat uit bedrijven die actief zijn in een van de negen topsectoren, dus inclusief bedrijven waar 250 of meer personen werkzaam zijn. De topsectoren zijn: agri & food, chemie, creatieve industrie, energie, high-tech, logistiek, life sciences & health, tuinbouw en water. Tussen beide panels bestaat een aanzienlijke overlap: een flink deel van het MKB panel valt onder een topsector. Verschillen tussen beide panels zijn daardoor minder groot dan bij een ‘zuivere’ vergelijking van topsector- en niet-topsectorbedrijven.
C10997
23
De resultaten van het Programma MKB en Ondernemerschap worden in twee reeksen gepubliceerd, te weten: Research Reports en Publieksrapportages. De meest recente rapporten staan (downloadable) op: www.ondernemerschap.nl.
Recente Publieksrapportages A201429
11-12-2014
A201428
11-12-2014
Een innovatieve blik op de toekomst - Verwachtingen van het innovatieve mkb Succesvolle studentbedrijven. Met "kennis" en "kunde" naar "kassa"
A201427
12-11-2014
Innovatie in het MKB
A201425
23-10-2014
MKB-ondernemers en arbeidsbeperkten
A201424
27-10-2014
Stemming onder ondernemers in het MKB
A201423
30-09-2014
Kennisstromen in het MKB. Inzicht op basis van een MKB -
A201422
15-09-2014
Bedrijfsfinanciering, zo kan het ook - Update 2014
A201421
12-08-2014
MKB: Een belangrijke speler in internationale waardeketens
A201420
27-05-2014
Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2014 en
kennis-input/outputmodel
2015 A201419
21-05-2014
De financiële positie van het MKB in 2014 en 2015
A201418
29-07-2014
Beelden van bedrijfscriminaliteit. Empirisch onderzoek op basis van 37 cases
A201417
25-04-2014
Entrepreneurship in the Netherlands, The top sectors
A201416
01-05-2013
Omvang en prestaties van het MKB in de topsectoren
A201415
16-04-2014
Monitor Inkomens Ondernemers Editie 2013
A201414
01-04-2014
Financieringsproblemen in de binnenvaart
A201413
03-04-2014
Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen van zzp'ers, Resultaten
A201412
07-04-2014
A201411
13-03-2014
Bedrijfsoverdrachten in een periode van recessie en vergrijzing
A201410
06-03-2014
Ondernemendheid in de culturele sector
A201409
27-02-2014
Topsectoren in beeld – Beleving van het ondernemingsklimaat -
zzp-panel meting II 2013 Innovatie in de agrarische sector. De verschillende innovatievormen in beeld
meting voorjaar 2013 A201408
18-02-2014
Monitor vrouwelijk en etnisch ondernemerschap 2013
A201407
25-02-2014
Inkomens Zelfstandigen 2013
A201406
11-03-2014
Samenwerken bij vernieuwing in de topsectoren
A201405
13-02-2014
Lokale lasten voor bedrijven
A201404
08-02-2014
De effecten van de topsectoren op de bredere economie
A201403
04-02-2014
Wat drijft MKB ondernemers
A201402
20-02-2014
Gebruikersinnovatie in het MKB
A201401
27-02-2014
Topsectoren in beeld. Ontwikkeling van de innovativiteit van de
A201374
14-01-2014
A201373
07-01-2014
A201372
10-04-2014
A201371
17-3-2014
topsectoren in najaar 2012-voorjaar 2013 MKB Rating: Smaakt naar meer, onderzoek naar bekendheid en gebruik van ratings door MKB-bedrijven Vertrouwen in eigen bedrijf keldert: ondernemersvertrouwen door de jaren heen
C10997
Aankomende en opkomende challengers in de topsectoren Samenwerkingskenmerken van challengers in de topsectoren
25
A201370
19-12-2013
Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2013 en 2014
A201369
23-12-2013
Ondernemen in de horecasector 2013
A201368
23-12-2013
Ondernemen in de groothandelsector 2013
A201367
23-12-2013
Ondernemen in de overige dienstverlening 2013
A201366
23-12-2013
Ondernemen in de bouwsector 2013
A201365
23-12-2013
Ondernemen in de transportsector 2013
A201364
23-12-2013
Ondernemen in de autosector 2013
A201363
19-12-2013
Bijdrage van buitenlandse werknemers aan innovatie in het MKB
A201362
23-12-2013
Ondernemen in de zakelijke dienstverlening 2013
A201361
23-12-2013
Ondernemen in de metaalelektro 2013
A201360
23-12-2013
Ondernemen in de voedings- en genotmiddelenindustrie 2013
A201359
23-12-2013
Ondernemen in de detailhandel 2013
A201358
17-12-2013
De grijze ondernemer. Internationale vergelijking van de grijze
A201357
11-02-2014
Nulmeting studentbedrijven
A201356
18-03-2014
Toekomst van de maakindustrie. Knowledge based capital!
A201355
10-12-2013
Opleiding en scholing van zzp’ers – Resultaten zzp-panel
A201354
26-11-2013
A201353
19-11-2013
Topsectoren: beeld en ontwikkeling. Update oktober 2013
A201352
28-01-2014
Technologische en sociale innovatie in een concurrerende markt
A201351
21-11-2013
Innovatie en internationalisering in het MKB
A201350
12-11-2013
Innovatie in het MKB, ontwikkelingen in de periode 2002-2013
A201349
31-10-2013
Fulfilment van online verkoop
A201348
15-10-2013
De overheid als klant van het MKB
A201347
26-09-2013
Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2013 en
A201346
08-10-2013
De innovativiteit van het MKB in 2013
A201345
19-09-2013
Monitor buitenlandse investeringen MKB
A201344
14-11-2013
Sectorale veranderingen in de Nederlandse economie
A201343
03-04-2013
Geen vertrouwen ondernemers in het economische beleid -
A201342
12-09-2013
Verschillen tussen uitzendondernemingen
A201341
17-10-2013
Economische effecten verlaging van de administratieve lasten
A201340
19-08-2013
Exportindex MKB. Ontwikkelingen 2008-2011
A201339
22-08-2013
Topsectoren: beeld en ontwikkeling. Update augustus 2013
A201338
12-09-2013
Bedrijfsfinanciering: zó kan het ook!
A201337
03-09-2013
Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012
A201336
27-11-2013
Inkomens Zelfstandigen 2012
A201335
01-07-2013
Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2013 en
A201334
15-07-2013
De rol van sociale media bij innovatie door zzp’ers
A201333
02-07-2013
Topsectoren in beeld. Internationale oriëntatie topsectoren
A201332
02-07-2013
Topsectorenpanel. Methodologische verantwoording
A201331
04-07-2013
Calimero creativiteit: De innovatieve netwerken van zzp’ers
A201330
25-06-2013
Hoe goed ligt de gemeente bij MKB?
A201329
18-06-2013
Monitor Inkomens Ondernemers
ondernemer
meting I van 2013 Internationale benchmark ondernemerschap 2013. Tabellenboek
2014
Najaar 2013
voor het bedrijfsleven
2014 – Update juni
26
C10997