ONDERZOEK NAAR INFORMELE SPAAR-, LEEN- EN VERZEKERINGSARRANGEMENTEN IN NEDERLAND Microfinanciering betreft financiële diensten als microkrediet, microverzekering, microsparen, garanties of geld overmaken. Microfinanciering is niet nieuw. Als mensen geen toegang hebben tot formele financiële diensten, nemen zij zelf – eventueel met hulp van derden – stappen om deze toegang te realiseren. Over het voorkomen en functioneren van Informele Spaar-, Leen- en Verzekerings Arrangementen (ISLVAs) in ontwikkelingslanden is veel informatie beschikbaar. Veel onderzoeken zijn gedocumenteerd en via internet beschikbaar. In Nederland heeft anno 2010 een groot deel van de bevolking een niet-Nederlandse etnisch-culturele achtergrond. Veel migrantengroepen in Nederland komen uit landen waar het bestaan van ISLVAs bekend is. Migrantengroepen nemen vanzelfsprekend hun culturele gewoontes uit het land van herkomst mee naar Nederland. Daarom is verondersteld dat ISLVAs ook onder migrantengroepen in Nederland voorkomen. In Nederland wordt veel gesproken over informele spaar- en leengroepen onder etnischculturele groepen. Over deze groepen is echter weinig feitelijke informatie beschikbaar. Daarom heeft het Lectoraat Microfinanciering en Kleinbedrijfontwikkeling van Hogeschool INHolland in 2009 besloten een onderzoek op te zetten om de ISLVAs onder twaalf etnischculturele groepen in kaart te brengen. Het doel van dit verkennende onderzoek is een beeld te krijgen van het voorkomen van ISLVAs in Nederland in kwalitatieve zin (type groeperingen, de vormen waarin die voorkomen, doelen van de groepen en motieven van individuele leden) en – waar mogelijk – in kwantitatieve zin (aantal groepen, aantal leden, hoogte financiële bijdragen). Met deze gegevens kan de microfinancieringssector in Nederland een beeld krijgen van de rol die ISLVAs in de toekomst mogelijkerwijs kunnen spelen bij de sociale en economische versterking van de positie van (individuele leden van) etnisch-culturele minderheden. Vooruitlopend op het vervolgonderzoek en de publicatie van het eindrapport presenteren wij een aantal van de onderzochte etnisch-culturele groepen. De resultaten van dit verkennend onderzoek zijn indicatief en waar mogelijk aangevuld met informatie uit bestaande literatuur. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Hogeschool INHOLLAND Den Haag Centrum voor Microfinanciering INHOLLAND Theresiastraat 8, 2593 AN Den Haag Telefoon 070-312 32 94 Email
[email protected]
Lectoraat Microfinanciering en Kleinbedrijfontwikkeling Centrum voor Microfinanciering INHOLLAND
Deze factsheet illustreert de resultaten van het onderzoek door het Lectoraat Microfinanciering en Kleinbedrijfontwikkeling van Hogeschool INHolland naar Informele Spaar-, Leen- en Verzekerings Arrangementen (ISLVAs) binnen de etnisch-culturele groep Iraniërs. De gegevens zijn verkregen via telefonische interviews en diepte-interviews onder leden van de eerste en tweede generatie Iraniërs in Nederland. De resultaten van dit verkennend onderzoek zijn indicatief en waar mogelijk aangevuld met informatie uit bestaande literatuur.
ISVLAS IN IRAN
Revolutie in 1979 in Iran was zo evident dat de meeste
Stedelijke context
Iraanse asielzoekers vanaf 1981 zonder veel problemen
Op bazaars verstrekken ‘sarrafs’ informele kredieten.
een verblijfsstatus in Nederland kregen (Hessels, 2002:
De traditionele communicatiekanalen op bazaars
17). Door het hoge aantal asielvragen door Iraniërs werd
geven de kredietverstrekkers de noodzakelijke
het beleid vanaf 2000 strenger. Iraniërs in Nederland
‘zekerheden’ voor het verstrekken van deze leningen.
zijn vooral eerste generatiemigranten.
Er wordt ook geld aan huishoudens en bedrijfjes uitgeleend. De kredietverstrekkers betrekken hun
In het algemeen zijn Iraniërs in Nederland hoog
eigen financiering bij de reguliere banken. De rente
opgeleid en goed geïntegreerd. De verklaring is dat
hangt af van de reputatie en kredietwaardigheid van
Iraniërs om politieke redenen hun land hebben verlaten.
de consumenten en ondernemers die geld willen
Deze vluchtelingen behoorden in Iran tot de stedelijke,
lenen (Gahadassi, 2004).
moderne elite en hadden veelal een westerse levensstijl, die niet door de nieuwe leiders van de Islamitische
Plattelandscontext
Revolutie werd geaccepteerd (Marinelli, 2001: 12).
Op het platteland beperken informele leensystemen zich vooral tot kleine kortetermijnleningen door en aan familie en vrienden. Daarnaast geven lokale handelaren voorschotten, waarbij de te verwachten
IRANIËRS IN NEDERLAND
oogstopbrengsten als informele zekerheid dienen.
OMSCHRIJVING
DETAILS (CBS 2009)
Lokale handelaren vragen formeel geen rente, maar
Totaal aantal in Nederland
30.613
tarieven van 22% nominaal en 5% effectief zijn
Stedelijke concentraties
Amsterdam: 3249 Rotterdam: 2794 Den Haag: 2279
bekend. Deze rentepercentages zijn laag vergeleken met rentetarieven in andere ontwikkelingslanden (Seibel, 2004: 20). ISLVAS ONDER IRANIËRS IN NEDERLAND De meeste Iraniërs in Nederland hebben weinig tot geen kennis over ISLVAs in Nederland en/of Iran. Meer dan de helft van de ondervraagden wist niets over ISLVAs onder Iraniërs in Nederland. ISLVAs onder Iraniërs komen in vier verschillende vormen in zeer beperkte mate voor (zie achterzijde).
Het Lectoraat Microfinanciering en Kleinbedrijfontwikkeling wordt mede mogelijk gemaakt door het
IRAN
De politiek-religieuze repressie na de Islamitische
ISLVAS ONDER IRANIËRS IN NEDERLAND OVERZICHT TYPE ISLVAS
ORGANISATIE EN FUNCTIONEREN
SAMENSTELLING VAN LEDEN
DOELEN EN MOTIEVEN VOOR DEELNAME
1. Onderlinge familiekredieten
• Iraniërs in Nederland lenen veel en geregeld in familieverband (nationaal en transnationaal). • Iraniërs die als politiek vluchteling naar Nederland zijn gekomen, zijn vooral afkomstig uit (rijke) steden. Zij kunnen terugvallen op inkomstenbronnen in Iran, zoals familieleden, ‘eigen’ eigendom of een eigen bedrijf in Iran.
• Tot tweedegraads familieleden. • Deelnemers zijn zowel vrouwen als mannen. • De groep kan ook transnationaal zijn.
Doelen voor deelname: • Het opzetten van een eigen bedrijf. Er wordt geen rente gevraagd, maar een aandeel in de winst. Nader onderzoek is nodig om te achterhalen waarvoor deze leningen verder gebruikt worden.
2. Sparen voor culturele en familie-aangelegenheden
• Er wordt gezamenlijk voor culturele en familieaangelegenheden gespaard. Dit gebeurt zowel in Nederland als vanuit Nederland naar Iran en vice versa.
• Leden behoren tot dezelfde familiekring. • Deelnemers zijn zowel vrouwen als mannen.
Doelen voor deelname: • Het gezamenlijk sparen en lenen voor huwelijken en verjaardagen.
3. Familiefonds
• Bij de start van het familiefonds stelt de groep een reglement op, waaraan leden zich moeten houden. • Het reglement bepaalt wanneer ze elkaar ontmoeten. Het in te leveren bedrag ligt meestal niet vast, omdat het afhangt van de inkomens van de individuele leden.
• Leden behoren tot dezelfde familiekring en soms zijn collegae en vrienden lid. • Deelnemers zijn zowel vrouwen als mannen. Minimumleeftijd is 18 jaar.
Doelen voor deelname: • De aanschaf/verbouwing van een woning. • Het opstarten van een eigen bedrijf. • Hulp in noodgevallen.
• Iraniërs participeren incidenteel in informele spaar- en leengroepen van andere etnisch-culturele groepen.
• Meestal onderverdeeld in mannen- en vrouwengroepen. • Leden zijn meestal van Turkse en Marokkaanse afkomst.
Doelen voor deelname: • De aanschaf/verbouwing van een woning. • Het opstarten van een eigen bedrijf. • Hulp in noodgevallen.
4. Informele spaar- en leengroep
€ 200-5.000 per lening
Motieven voor deelname: • Iraniërs willen niet afhankelijk zijn van organisaties of groepen buiten de familie. € 50010.000 per aangelegenheid
Motieven voor deelname: • Onderlinge verzekering bij onverwachte gebeurtenissen, zoals een begrafenis. € 50-200 per lid
Motieven voor deelname: • Leden hoeven geen rente te betalen. • Het ontmoeten van landgenoten en het bespreken van de situatie in Iran.
Motieven voor deelname: • Leden hoeven geen rente te betalen.
ISLVAS EN MICROFINANCIERING IN IRAN Microfinanciering is in Iran nog amper ontwikkeld. Aan het begin van deze eeuw zijn enkele kleine initiatieven genomen, maar er is nog geen sprake van een duurzame gestructureerde opbouw van microfinancieringsinstellingen. De belangrijkste hindernissen zijn een (religieuze) afkeer van kostendekkende rentetarieven en de vergaande beheersing van het financiële systeem door de overheid. Daarnaast speelt ook het tekort aan financieel levensvatbare, niet-agrarische micro-ondernemingen een rol (Seibel, 2004: 20). ISLVAS ONDER IRANIËRS EN MICROFINANCIERING IN NEDERLAND Iraniërs weten in Nederland de weg naar reguliere banken goed te vinden. De meerderheid van de geïnterviewden ziet geen reden om niet naar een bank te gaan. Het merendeel van de Iraniërs maakt gebruik van diverse reguliere financiële diensten, zoals lenen, sparen en verzekeren. Financiering zoekt men vooral voor kleinschalig ondernemerschap.
BEDRAGEN
(schatting)
€ 50-150 per maand per persoon € 6.000-18.000 per jaar per groep (10 leden)
ACHTERGRONDINFORMATIE Amuzegar, J. (2003). Iran’s Underground Economy. Middle East Economic Survey. Vol. XLVI, No. 36. Gahadassi, M. (2004). Informal financial institutions in bazaar. In Cemoti: L’individu en Turquie et en Iran. No 26. Bron (22.05.10). http://cemoti.revues.org/document634.html Marinelli, V. (2001). Nieuwe groepen: een verkenning. Afdeling Verkenning en Strategie. Utrecht: Forum. Salehi, M. (2009). Banking Crisis: Empirical Evidence of Iranian Bankers. Pakistan Journal of Commerce and Social Sciences. Vol. 2, pp. 25-32. Seibel, H.D. (2004). Rural Microfinance Support Project. A joint project in cooperation with Bank Keshavarzi Islamic Republic of Iran. Coöperatie tussen Bank Keshavarzi, Islamic Republic of Iran en Universiteit Koeln, Duitsland. Zangeneh, H. (2005). Islamic Banking: Theory and Practice in Iran. www.financeinislam.com
Hogeschool INHOLLAND Den Haag - Centrum voor Microfinanciering INHOLLAND Theresiastraat 8, 2593 AN Den Haag Telefoon 070-3123294 Email
[email protected]
Deze factsheet illustreert de resultaten van het onderzoek door het Lectoraat Microfinanciering en Kleinbedrijfontwikkeling van Hogeschool INHolland over Informele Spaar-, Leen- en Verzekerings Arrangementen (ISLVAs) binnen de etnisch-culturele groep Marokkanen. Voor dit onderzoek zijn onder verschillende Marokkaanse groepen enquêtes afgenomen. Ook zijn diepte-interviews met groepsleden gehouden. De resultaten van dit verkennend onderzoek zijn indicatief en waar mogelijk aangevuld met informatie uit bestaande literatuur.
ISLVAS IN MAROKKO
de jaren zestig in als ‘gastarbeiders’. Destijds had de
Uit onderzoek blijkt dat Marokkanen hun gewoontes
Marokkaanse bevolking in Nederland een typische
uit het land van herkomst hebben meegenomen naar
migrantenstructuur: mannen waren in de meerderheid
Nederland. De beperkte literatuur over ISLVAs in
en er waren weinig jongeren en ouderen.
Marokko laat zien dat een groot deel van de bevolking
In tegenstelling tot de verwachtingen bleven de
op het platteland in Marokko nog steeds gebruikmaakt
gastarbeiders niet tijdelijk in Nederland. Marokkaanse
van ISLVAs. Het leeuwendeel van de informele
mannen vestigden zich in industriële steden,
kredieten komt van ‘moneylenders’ (42,5%), familie
waar zij werk vonden. De Marokkanen van de
(16,4%) en vrienden (14,4%) (Duflo & Jameel, 2008:
eerste generatie lieten hun gezin naar Nederland
13). Marokkanen op het platteland sparen weinig bij
overkomen en vestigden zich quasiblijvend in de
een gewone bank, maar laten hun geld vaak thuis
Nederlandse maatschappij. De eerste generatie
of nemen deel aan informele spaar- en leengroepen
neemt weliswaar in aantal nog steeds toe, vooral door
(Duflo & Jameel, 2008: 17).
de huwelijksmigranten. De toename van de tweede generatie is veel sterker vanwege de groeiende
ISLVAS ONDER MAROKKANEN IN NEDERLAND
geboortecijfers (Van Praag, 2006: 3-4).
De gedragspatronen van Marokkaanse vrouwen in
In vergelijking met andere bevolkingsgroepen is het
Nederland zijn zeer verschillend. Opvallend is dat
opleidingsniveau van Marokkanen relatief laag (Van
Marokkaanse vrouwen weinig op de arbeidsmarkt
Praag, 2006: 15). Meer dan 60% van de Marokkanen is
participeren. Slechts 28% van de Marokkaanse
werkzaam op een laag niveau (Van Praag, 2006: 28).
vrouwen heeft een betaalde baan. Dit betekent dat Marokkaanse vrouwen vooral aan de rand van de
MAROKKANEN IN NEDERLAND OMSCHRIJVING
DETAILS (CBS 2009)
Totaal aantal in Nederland
341.528
Regionale concentraties
Noord-Holland: 93.177 Zuid-Holland: 105.315 Noord-Brabant: 38.568
Het Lectoraat Microfinanciering en Kleinbedrijfontwikkeling wordt mede mogelijk gemaakt door het
Nederlandse samenleving leven (Van Praag, 2006: 28). In Nederland zijn voor Marokkaanse vrouwen sociale aspecten om deel te nemen aan een ‘Dorra’, hun Informele Spaar-, Leen- en Verzekerings Arrangementen, belangrijker dan financiële aspecten. Dorra betekent letterlijk ‘rondje’. Voor Marokkaanse vrouwen betekent het deelnemen aan een dergelijke Dorra vooral het ontmoeten van en het uitwisselen van ervaringen met vrouwen uit dezelfde etnischculturele groep.
MAROKKO
De eerste Marokkanen in Nederland arriveerden in
ISLVA ONDER MAROKKANEN IN NEDERLAND OVERZICHT TYPE ISLVAS
ORGANISATIE EN FUNCTIONEREN
SAMENSTELLING VAN LEDEN
DOELEN EN MOTIEVEN VOOR DEELNAME
Dorra
• De deelnemers besluiten gezamenlijk wie aan de spaargroep, Dorra, deelnemen kan. • Door middel van een loterij of onderling overleg wordt bepaald wie de uitkering op welk tijdstip ontvangt. • Dorra’s hebben niet altijd kasvrouwen. De vrouw die het geld ontvangt, is verantwoordelijk voor het organiseren van een bepaalde avond. • De eerste ontvanger is de ‘kredietnemer’ en de laatste ontvanger is de ‘spaarder’ van de groep. • Wie in financiële nood verkeert, kan het geld eerder ontvangen.
• 100% vrouwen, vooral familie, vrienden en collega’s. • Minimaal 10 tot 15 leden per groep. • In de groepen zijn eerste- en tweede generatie migranten en verschillende leeftijden vertegenwoordigd.
Doelen voor deelname: • Leden sparen vaak voor duurzame huishoudelijke artikelen of schoonheidsartikelen. • Opvoeding van kinderen (schoolgeld en -boeken). • Vakantie (meestal naar Marokko). • Het sparen van de totale som. • Incidenteel wordt het geld aangewend ter financiering van kleinschalige microondernemingen.
ISLVAS EN MICROFINANCIERING IN MAROKKO
BEDRAGEN
(schatting)
€ 10-150 per maand per persoon € 6.000-18.000 per jaar per groep (10 leden)
Motieven voor deelname: • Geloofsovertuiging is het belangrijkste motief: er mag geen rente gevraagd/ betaald worden. • Het opbouwen van een sociaal netwerk en het ontmoeten van andere Marokkaanse vrouwen. • Positieve sociale dwang om te sparen.
ACHTERGRONDINFORMATIE
De microfinancieringssector in Marokko is een van de meest dynamische en succesvolle ter wereld. Een belangrijke reden
Aharchi, H. (2009). Waarom sparen bij de bank als het ook
hiervoor is de ondersteuning door de Marokkaanse regering.
anders kan? Een onderzoek naar informele spaargroepen in
Sinds de regering in 1999 een heldere wet- en regelgeving
de wijken Transvaalkwartier en Schildersbuurt in Den Haag.
voor microfinanciering introduceerde en een fonds voor
Den Haag: INHolland, Centrum voor Microfinanciering en
microfinanciële instellingen beschikbaar stelde, begon de
Kleinbedrijfontwikkeling.
enorme groei van de microfinancieringssector. Hoewel de sector door de economische crisis en door eigen schulden
Klein-Hesseling, K. (2009). Informele spaar- en leensystemen
(geen duurzame groei) op dit moment in de moeilijkheden zit,
onder twintig Marokkaanse, Turkse en Surinaamse
is het reëel te verwachten dat de microfinancieringssector
bevolkingsgroepen in Den Haag. Den Haag: INHolland, Centrum
gezonder uit deze crisis zal komen (Reille, 2009: 2).
voor Microfinanciering en Kleinbedrijfontwikkeling.
ISLVAS EN MICROFINANCIERING
Praag, C. van. (2006). Marokkanen in Nederland. Een profiel.
ONDER MAROKKANEN IN NEDERLAND
Den Haag: NIDI (Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut).
In Nederland zijn onder de etnisch-culturele groep Marokkanen vooral vrouwen actief in ISLVAs.
Reille, X. (2009). The rise, fall, and recovery of the microfinance
Economisch en sociaal geïsoleerde Marokkaanse
sector in Morocco. CGAP. Washington: Worldbank.
vrouwen zijn via Dorra’s te benaderen. Deelnemers aan Dorra’s noemen hun islamitische geloofsovertuiging als
Report: Duflo, E. & Jameel, A.L. (2008). Poverty. Access to Credit
een van de belangrijkste motieven om deel te nemen.
and the Determinants of Participation in a New Micro-credit
Daarom kan er onder Marokkaanse vrouwen interesse
Program in Rural Areas of Morocco. Impact Analysis Series,
bestaan voor microfinanciële producten die niet de
No. 2. Research Department: Evaluation en Capitalization Division.
reguliere rente hanteren.
Paris: Agence Française de Developpement.
Hogeschool INHOLLAND Den Haag - Centrum voor Microfinanciering INHOLLAND Theresiastraat 8, 2593 AN Den Haag Telefoon 070-3123294 Email
[email protected]
Deze factsheet illustreert de resultaten van het onderzoek door het Lectoraat Microfinanciering en Kleinbedrijfontwikkeling van Hogeschool INHolland naar Informele Spaar-, Leen- en Verzekerings Arrangementen (ISLVAs) binnen de etnisch-culturele groep Soedanezen. Voor dit onderzoek zijn onder verschillende Soedanese groepen enquêtes afgenomen. Ook zijn diepte-interviews met groepsleden gehouden. Het onderzoek is aangevuld met een literatuurstudie. Dit onderzoek concentreert zich vooralsnog op Soedanezen uit het islamitische noordelijke Soedan. In het vervolgonderzoek zullen ook Soedanezen uit het christelijke zuiden benaderd worden. De resultaten van dit verkennend onderzoek zijn indicatief en waar mogelijk aangevuld met informatie uit bestaande literatuur.
Sinds 1954 bestaan politieke spanningen tussen het islamitische noorden en het christelijke zuiden van
OMSCHRIJVING
DETAILS (CBS 2009)
Totaal aantal in Nederland
6401
de situatie vooral in het zuiden dramatisch. Daarom ontvluchtten veel Soedanezen het land; ze
ISLVAS IN SOEDAN
vluchtten onder andere naar Nederland. De meeste
In Soedan zijn informele spaar- en leengroepen,
asielaanvragen door Soedanezen in Nederland vonden
de zogeheten ‘Sanduqs’, onder vrouwen wijdverbreid
plaats tussen 1995 en 2003 (Van Heelsum, 2006: 95).
(Ali, 1998:101). Op het platteland, waar vrouwen
Na Afghanistan en Burundi was Soedan met meer dan
geen toegang hebben tot de reguliere financiële
een half miljoen vluchtelingen in 2004 derde op de
sector, helpen zij elkaar via Sanduqs (Atil, 2009: 5).
ranglijst van landen waar vluchtelingen vandaan komen.
De vrouwen gebruiken het gespaarde/geleende geld van een Sanduq vaak voor hun micro-ondernemingen
Het opleidingsniveau van Soedanezen in Nederland
in de informele sector (zoals marktvrouwen), huis-
is verhoudingsgewijs hoog. Na het verkrijgen van de
houdelijke artikelen, de opvoeding van hun kinderen
status als vluchteling zijn vooral Soedanese mannen
(zoals school- en boekengeld) en belangrijke culturele
zeer gemotiveerd om te werken. Werkloosheid is in
gebeurtenissen (zoals een bruiloft, begrafenis of
hun beleving een schande en past niet bij de rol die
religieus feest in de moskee) (El-Gack, 2009: 5).
zij in het gezin hebben. Soedanezen zijn gemotiveerd
SOEDAN
Soedan. Na een staatsgreep in 1993 verslechterde
SOEDANEZEN IN NEDERLAND
om Nederlands te leren, maar krijgen hiertoe volgens
ISLVAS ONDER SOEDANEZEN IN NEDERLAND
henzelf onvoldoende kansen. Deze situatie geeft
Een informele spaar- en leengroep wordt in Nederland
Soedanezen het gevoel dat Nederland zelf de
‘Sandok’ genoemd en is een bekend fenomeen onder
integratie tegengaat. Vooral bij internationale bedrijven
Soedanezen in Nederland. Er zijn twee soorten
en instellingen die Engels als voertaal hebben, zien
Sandoks te definiëren. Het eerste type Sandok is
Soedanezen een kans om te werken (Van Heelsum,
alleen opgericht om financiële redenen. Het tweede
2006: 101). Soedanezen in Nederland zijn nog steeds
type Sandok richt zich op de sociale en financiële
sterk verbonden met hun land van herkomst. Zodra de
behoefte van haar leden. Wanneer het geld dat men
regio waar men vandaan komt veilig genoeg is, wil men
ontvangt niet voldoende is voor het doel waarvoor het
vaak graag terug.
gespaard wordt, gaan de meeste geïnterviewden naar familie en vrienden voor een aanvullende lening.
Het Lectoraat Microfinanciering en Kleinbedrijfontwikkeling wordt mede mogelijk gemaakt door het
ISLVAS ONDER SOEDANEZEN IN NEDERLAND OVERZICHT TYPE ISLVAS
ORGANISATIE EN FUNCTIONEREN
SAMENSTELLING VAN LEDEN
DOELEN EN MOTIEVEN VOOR DEELNAME
1. Sandok Financieel
• De financiële positie (bron van inkomsten) en het vertrouwen onder de leden zijn de belangrijkste voorwaarden voor toelating. • De coördinator is een vrouw. Zij is verantwoordelijk voor het innen van de bijdragen. De coördinator ontvangt hiervoor geen vergoeding. • De leden bepalen de volgorde. Het lid dat het meest behoefte heeft aan geld, krijgt voorrang. De leden komen niet regelmatig bij elkaar. De ontvanger krijgt het geld door de coördinator uitgekeerd.
• Deelnemers zijn meestal mannen. • Minimaal 8 tot 10 leden per groep. • De leeftijden variëren van 25 tot 50 jaar en de leden zijn van de eerste generatie. • Weinig familieleden, vooral vrienden en collega’s.
Doelen voor deelname: • Bouwen van een huis in Soedan. • Op ‘vakantie’ naar/op familiebezoek in Soedan gaan. • Geld sparen voor een toekomst in Soedan.
• De coördinator is een vrouw. Zij is verantwoordelijk voor het innen van geld. De coördinator ontvangt hiervoor geen vergoeding. De leden bepalen de volgorde. • Het lid dat het meest behoefte heeft aan geld, krijgt voorrang. De ontvanger krijgt het geld van de coördinator uitgekeerd. • De vrouwen ontmoeten elkaar regelmatig tijdens een bijeenkomst, waarbij de rol als gastvrouw rouleert.
• 100% vrouwen. • Minimaal 8 tot 10 leden per groep. • De leeftijden variëren van 25 tot 50 jaar en de leden zijn van de eerste generatie. • Weinig familieleden, vooral betrouwbare/ bekende vrienden en collega’s.
Doelen voor deelname: • Huishoudelijke artikelen. • Schoolgeld/lesmateriaal.
Gemiddeld € 50 per maand per persoon
Motieven voor deelname: • De leden doen mee voor de gezelligheid en om elkaar te ontmoeten. Het ontvangen van geld is minder belangrijk.
Circa € 6.000 per jaar per groep (10 leden)
1. Sandok Financieel/ sociaal
Motieven voor deelname: • Het ontvangen geld wordt direct geïnvesteerd in activiteiten die in relatie tot hun toekomst in Soedan staan.
BEDRAGEN
(schatting)
Gemiddeld € 200 per maand per persoon Circa € 24.000 per jaar per groep (10 leden)
ISLVAS EN MICROFINANCIERING IN SOEDAN
ISLVAS EN MICROFINANCIERING
Soedan heeft een tweeledig banksysteem: in het noorden
ONDER SOEDANEZEN IN NEDERLAND
geldt de islamitische wet- en regelgeving en in het zuiden is de
Het merendeel van de Soedanezen in Nederland is
banksector vormgegeven volgens westerse maatstaven. Na
actief in de Sandoks, de Soedanese informele spaar- en
jaren van burgeroorlog en interne conflicten bestaat in Soedan
leengroepen. De meeste Soedanezen gebruiken het geld
behoefte aan verbetering van de financiële sector. In Soedan is
van de Sandoks direct voor activiteiten in het land van
er wel veel aandacht voor microfinanciering, maar de regering
herkomst. Zij zien hun toekomst minder in Nederland
heeft nog geen specifieke wet- en regelgeving ingevoerd
dan in Soedan liggen.
(Atil, 2009: 5). De microfinancieringssector in Soedan wordt onderverdeeld in vier categorieën: banken, NGO’s, sociale fondsen en ontwikkelingsprojecten op het platteland. In Soedan bieden ongeveer twintig banken microfinanciële diensten aan in urbane regio’s, vooral in Khartoum. Het grootste aanbod van microkredieten komt echter van nationale en internationale NGO’s. Zij opereren meestal als lokale ontwikkelingsorganisaties die in een hechte relatie staan tot lokale maatschappelijke groepen in semi-urbane en stedelijke regio’s. Sociale fondsen bieden
ACHTERGRONDINFORMATIE Abdelgadir, K.E. et al (2006). A vision for the development and expansion of the microfinance sector in Sudan. Khartoum, Sudan: Unicons Consultancy LTD. Ali, N.M.N. (1998). The invisible economy, survival and empowerment. In: Lobban, R. (Ed.). Middle Eastern women and the economy. Gainesville, USA: University Press of Florida. Atil, M. (2009). Expanding the provision and impact of microfinance in Southern Sudan. (20 juni 2010: www. microfinancegateway.org/p/site/m//template.rc/1.9.36424).
financiële ondersteuning aan bepaalde groepen, zoals studenten, El-Gack, N. (2009). Participation of women in grassroots gepensioneerden en werklozen. Op het platteland baseren lokale ontwikkelingsprojecten (gefinancierd door internationale donoren) hun aanpak voor microfinanciering op de bestaande informele spaar- en leengroepen. Hiervoor gebruiken ze dezelfde naam: Sanduq (El-Gack, 2009: 5; Abdelgadir, 2006: 23).
development interventions: reflections on the experiences of development projects in Sudan. Institute of Development Studies Working Paper Series 1/2009. Palerston North, N.Z.: Massey University. Van Heelsum, A. (2006). Afrikanen uit Angola, DR Congo, Ethiopië, Eritrea, Nigeria en Sudan in Nederland. Een profiel. Den Haag: Ministerie van Justitie.
Hogeschool INHOLLAND Den Haag - Centrum voor Microfinanciering INHOLLAND Theresiastraat 8, 2593 AN Den Haag Telefoon 070-3123294 Email
[email protected]
Deze factsheet illustreert de resultaten van het onderzoek door het Lectoraat Microfinanciering en Kleinbedrijfontwikkeling van Hogeschool INHolland over Informele Spaar-, Leen- en Verzekerings Arrangementen (ISLVAs) binnen de etnischculturele groep Surinamers. Voor dit onderzoek zijn onder verschillende Surinaamse groepen enquêtes afgenomen. Ook zijn diepte-interviews met groepsleden gehouden. De onderzoeksresultaten zijn aangevuld met informatie uit bestaande literatuur, vooral het uitgebreide promotieonderzoek van Aspha Bijnaar over Kasmoni’s in Nederland en Suriname. De resultaten van dit verkennend onderzoek zijn indicatief en waar mogelijk aangevuld met informatie uit bestaande literatuur.
ISLVAS IN SURINAME
Nederland zijn Hindoestanen, Creolen, Marrons en
De roulerende spaar- en leengroep, Kasmoni, is
Javanen. Deze vier groepen vormen driekwart van de
de bekendste vorm van een ISLVA in Suriname.
Surinaamse bevolking (Choenni & Harmsen, 2007: 74).
Deze bestaat vooral onder Creolen en in mindere mate onder andere etnische groepen uit Suriname.
Vlak voor en na de onafhankelijkheid van Suriname in
Er zijn twee hypothesen over de oorsprong van de
1975 vestigde meer dan de helft van de huidige eerste
Kasmoni’s (Bijnaar, 2002: 37). Volgens de eerste
generatie Surinamers zich in Nederland (1972-1981).
hypothese hebben Afrikaanse voorouders de
In de jaren negentig kwamen Surinamers vanwege
Kasmoni naar Suriname gebracht. Tijdens en na de
de slechte economische situatie in Suriname naar
periode van slavernij hadden Creolen geen toegang
Nederland.
tot de formele financiële sector. Daarom werd de Kasmoni gebruikt om aan de financiële vraag te
In vergelijking met andere etnisch-culturele groepen
voldoen. De tweede hypothese is tegengesteld aan
participeren Surinamers goed op de Nederlandse
de eerste, omdat men eraan twijfelt of slaven in staat
arbeidsmarkt en kennen ze een hoger opleidingsniveau
waren om te sparen en te lenen; slaven beschikten
(Bijnaar, 2002: 279).
immers over weinig financiële middelen. Daarom luidt de tweede hypothese dat de Kasmoni pas
SURINAMERS IN NEDERLAND
na de slaventijd is ontstaan, toen de Creolen als
OMSCHRIJVING
DETAILS (CBS 2009)
zelfstandige rechtspersonen konden deelnemen aan
Totaal aantal in Nederland
338.678
het economisch verkeer (Bijnaar, 2002: 38).
Regionale concentraties
Noord-Holland: 98.969 Zuid-Holland: 144.469
ISLVAS ONDER SURINAMERS IN NEDERLAND Eén op drie Creoolse Surinamers in Nederland neemt deel aan een Kasmoni. Grof geschat participeren minimaal 30.000 Surinamers in Nederland in Kasmoni’s, die hun eigen karakter in Nederland behouden hebben. Evenals in Suriname komen de meeste deelnemers uit lagere- en middeninkomensgroepen (Bijnaar, 2002: 273).
Het Lectoraat Microfinanciering en Kleinbedrijfontwikkeling wordt mede mogelijk gemaakt door het
SURINAME
De vier grootste etnische groepen Surinamers in
ISLVA ONDER SURINAMERS IN NEDERLAND OVERZICHT TYPE ISLVAS
ORGANISATIE EN FUNCTIONEREN
SAMENSTELLING VAN LEDEN
DOELEN EN MOTIEVEN VOOR DEELNAME
Kasmoni
• De Kashouder bepaalt wie lid mag worden van de groep. • De Kashouder is zodoende vaak het enige lid dat een totaaloverzicht van de financiële gegevens heeft. • Door middel van een loterij of onderling overleg wordt bepaald wie de uitkering op welk tijdstip ontvangt. • De eerste ontvanger is de ‘kredietnemer’ en de laatste ontvanger is de ‘spaarder’ van de groep. • Wie in financiële nood verkeert, kan het geld eerder ontvangen.
• 70% van de leden is vrouw. • Familie en vertrouwde vrienden, buren en collega’s. • Minimaal 10 leden per groep. • Alle generaties en leeftijden komen voor in de groepen. • Hoewel de Kasmoni vooral onder Creolen voorkomt, participeren ook andere etnische groepen uit Suriname, zoals Hindoestanen.
Doelen voor deelname: • Het financieren van een woning en huizen. • Vooral vrouwen sparen vaak voor duurzame huishoudelijke artikelen. • Opvoeding van kinderen (schoolgeld en -boeken). • Vakantie (meestal naar Suriname). • Opzetten en financieren van ondernemende activiteiten.
ISLVAS EN MICROFINANCIERING IN SURINAME In Suriname bestaat amper microfinanciële dienstverlening. Er bestaan geen formele microfinancieringsinstellingen. Daarnaast biedt geen enkele financiële instelling training en/of coaching aan micro-ondernemers. De enige aanbieders van microkredieten zijn enkele NGO’s (meestal met een Nederlandse achtergrond) en lokale kredietcoöperaties (IADB, 2004: 21). ISLVAS EN MICROFINANCIERING ONDER SURINAMERS IN NEDERLAND
BEDRAGEN
(schatting)
€ 20-500 per maand per persoon Minimaal € 2.400-60.000 per jaar per groep (10 leden)
Motieven voor deelname: • Belangrijkste motief is op korte termijn kunnen beschikken over geld. • Positieve sociale dwang om te sparen. • Financiële dienstverlening: eenvoudige toegang tot krediet tegen lagere tarieven en zonder de formaliteiten van een bank.
ACHTERGRONDINFORMATIE Aharchi, H. (2009). Waarom sparen bij de bank, als het ook anders kan? Een onderzoek naar informele spaargroepen in de wijken Transvaalkwartier en Schildersbuurt in Den Haag. Den Haag: INHolland, Centrum voor Microfinanciering en Kleinbedrijfontwikkeling. Bijnaar, A. (2002). Kasmoni, Een spaartraditie in Suriname en Nederland. Venlo: Bert Bakker. Choenni, C. & Harmsen, C. (2007). Geboorteplaats en etnische samenstelling van Surinamers in Nederland. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS): Bevolkingstrend, 1e kwartaal.
De helft van de Surinaamse leden van Kasmoni’s in Nederland spaart en/of leent ook bij een reguliere bank in Nederland. Sparen bij een bank is veilig en men ontvangt rente over de spaargelden. De Nederlandse maatschappij
Inter-American Development Bank (IADB). (2004). Assessment of the Supply and Demand of Microfinance Services for Very-Low Income Populations in Guyana and Suriname. Project number: RS-T1101.
kent diverse financiële en sociale verleidingen. Daarom moeten Surinamers in Nederland meer financiële verantwoordelijkheden dragen. Spanningen door financiële problemen van individuele leden leiden tot meer gevallen
Klein-Hesseling, K. (2009). Informele spaar- en leensystemen onder twintig Marokkaanse, Turkse en Surinaamse bevolkingsgroepen in Den Haag. Den Haag: INHolland, Centrum voor Microfinanciering en Kleinbedrijfontwikkeling.
van fraude binnen de Kasmoni’s. Nourhusse, S. (2009). Surinaams bankieren nog steeds populair. De Volkskrant, 20 januari 2009. Wetering, I. van. (1996). ROSCA’s, etniciteit en strategie. Kasmoni bij Creools-Surinaamse vrouwen in Amsterdam. In: Linden, M. van der & Sluijs, J. (Eds.). Onderlinge hulpfondsen. Historische en etnografische essays, pp. 149-162. Amsterdam: Stichting beheer IISG.
Hogeschool INHOLLAND Den Haag - Centrum voor Microfinanciering INHOLLAND Theresiastraat 8, 2593 AN Den Haag Telefoon 070-3123294 Email
[email protected]
Deze factsheet illustreert de resultaten van het onderzoek door het Lectoraat Microfinanciering en Kleinbedrijfontwikkeling van Hogeschool INHolland naar Informele Spaar-, Leen- en Verzekerings Arrangementen (ISLVAs) binnen de etnisch-culturele groep Turken. Voor dit onderzoek zijn onder verschillende Turkse groepen enquêtes afgenomen. Ook zijn diepte-interviews met groepsleden gehouden. De resultaten van dit verkennend onderzoek zijn indicatief en waar mogelijk aangevuld met informatie uit bestaande literatuur.
ISLVAS IN TURKIJE
met Turkije. Deze vormde het officiële begin van
In Turkije komen informele spaar- en leengroepen
de arbeidsmigratie. Na 1980 nam de immigratie uit
voor. Deze staan bekend als Gün. De basis van
Turkije naar Nederland in hoog tempo af. Deze daling
de huidige Günbijeenkomsten werd gelegd in het
is grotendeels toe te schrijven aan de economische
Ottomaanse rijk (1300-1914). De echtgenoten van
laagconjunctuur in de jaren tachtig en de invoering van
bestuursambtenaren en militairen, die om de paar
een visumplicht (Dagevos & Euwals, 2006: 35).
jaar moesten verhuizen, kwamen bij elkaar tijdens de ‘kabul günü’. Na verloop van tijd namen ook
TURKIJE
In 1964 tekende Nederland een wervingsovereenkomst
De mannen waren vaak de initiatiefnemers om
plaatselijke vrouwen deel aan deze bijeenkomsten.
te migreren. Turkse mannen vestigden zich in
De vrouwen gebruikten deze bijeenkomsten voor hun
industriële steden waar hun werk werd aangeboden.
sociaal-culturele activiteiten, zoals gezamenlijk eten
Later volgden via gezinshereniging hun vrouwen en
en drinken en informatie uitwisselen over dagelijkse
kinderen. De gedragspatronen van vrouwen binnen de
gebeurtenissen (Smets & Broekman, 1996: 136). Toen
Turkse gemeenschap kunnen erg verschillen. Zo zijn
de geldeconomie zich verspreidde, veranderden de
sommige vrouwen volledig geïntegreerd, terwijl andere
deelnemende vrouwen de spelregels van de Güns
vrouwen aan de rand van de Nederlandse samenleving
en ontwikkelden ze een eigen vorm van financiële
leven. In vergelijking met andere bevolkingsgroepen
dienstverlening. Tegenwoordig komt de Gün voor
is het opleidingsniveau van mannen en vrouwen laag:
onder verschillende sociaaleconomische lagen van de
de helft van de Turken heeft een opleiding op primair
bevolking. In tegenstelling tot de meeste vormen van
niveau (Dagevos & Euwals, 2006: 38).
ROSCA’s vinden Güns hun oorsprong in de stedelijke elite (Smets & Broekman, 1996: 137). ISLVAS ONDER TURKEN IN NEDERLAND
TURKEN IN NEDERLAND OMSCHRIJVING
DETAILS (CBS 2009)
Totaal aantal in Nederland
378.330
Regionale concentraties
Noord-Holland: 75.965 Zuid-Holland: 124.459 Noord-Brabant: 49.430
Het Lectoraat Microfinanciering en Kleinbedrijfontwikkeling wordt mede mogelijk gemaakt door het
Een schatting van Turkse vrouwen die in Nederland in Güns participeren, is 40%. Via Güns creëren vrouwen een eigen groep en sfeer waarin zij zich kunnen terugtrekken. Vooral voor vrouwen die niet actief meedoen aan de Nederlandse samenleving, zijn Güns een mogelijkheid om één keer per maand of iedere twee weken andere vrouwen te ontmoeten. In Nederland is het sociale aspect voor Turkse vrouwen bij Güns minstens zo belangrijk als het financiële aspect.
ISLVAS ONDER TURKEN IN NEDERLAND OVERZICHT TYPE ISLVAS
ORGANISATIE EN FUNCTIONEREN
SAMENSTELLING VAN LEDEN
DOELEN EN MOTIEVEN VOOR DEELNAME
BEDRAGEN
Gün
• De Günbijeenkomst vindt meestal plaats op de middag. De plaats van bijeenkomst roteert tussen de leden. Bij elke bijeenkomst moet de gastvrouw voor eten en drinken zorgen. Sociale aspecten zijn het belangrijkste doel van deze bijeenkomsten. De financiële handelingen nemen maar een beperkt deel van de tijd in beslag. • Een loterij of onderling overleg bepaalt wie de uitkering op welk tijdstip ontvangt. • De eerste ontvanger is de ‘kredietnemer’ en de laatste ontvanger is de ‘spaarder’ van de groep. • Wie in financiële nood verkeert, kan het geld eerder ontvangen. In het algemeen mag het ontvangen geld niet met de mannen uit de familie van de vrouw gedeeld worden.
• 100% vrouwen. • Familie en vertrouwde vrienden en collega’s. • Minimaal 10 tot 15 leden per groep • Eerste- en tweede generatie migranten en verschillende leeftijden zijn vertegenwoordigd in de groepen. • Een eerste schatting: 40% van de Turkse vrouwen in Nederland neemt deel aan een Gün.
Doelen voor deelname: • De leden sparen vaak voor duurzame huishoudelijke artikelen of schoonheidsartikelen. • Opvoeding van kinderen (schoolgeld en -boeken). • Op vakantie gaan (vooral naar Turkije). • Het sparen van de totale som.
€ 10-150 (goudstukken: circa € 100 waard) per maand per persoon
Motieven voor deelname: • Het opbouwen van een sociaal netwerk en het ontmoeten van andere Turkse vrouwen. • Positieve sociale dwang om te sparen. • Eenvoudige toegang tot spaar- en leenfaciliteiten zonder de formaliteiten bij een bank. • Er mag geen rente gevraagd/betaald worden.
(schatting)
€ 1.200-18.000 per jaar per groep (10 leden)
ISLVAs en microfinanciering in Turkije
sociaal geïsoleerde Turkse vrouwen kunnen via de Güns
In Turkije is 99% van alle bedrijven midden- of kleinbedrijf
benaderd worden. Een aantal vrouwen zou vanwege hun
(MKB). Volgens het Human Development Report 2009
islamitische geloofsovertuiging interesse kunnen hebben voor
van de Verenigde Naties leeft in Turkije een gering aantal
microfinanciële producten die niet de reguliere rente hanteren.
mensen in totale armoede. Zo staat Turkije op plaats 40 van 135 op de Human Poverty Index. Niettemin leeft een groot aantal Turken in economisch kwetsbare omstandigheden. MKB’s spelen een grote rol om mensen tegen economische tegenslagen te beschermen (Karatas, 2008: 7). Hoewel MKB’s de economische sector in Turkije domineren, is er een beperkt aanbod van microfinanciële diensten. De primaire aanbieders van kredieten zijn staatsbanken, zoals de Halk Bank en Ziraat Bank. In tegenstelling tot andere landen zijn er bijna geen NGO’s op het gebied van microfinanciering actief. Een klein aantal commerciële banken in Turkije probeert hun aanbod van microkredieten te vergroten. Een van de grootste drempels is nog steeds de niet aangepaste wet- en regelgeving voor microfinanciële dienstverlening (Burritt, 2003: 6). Over het gebruik van informele spaaren leengroepen, zoals de Güns, voor microfinanciële dienstverlening is in de literatuur niets bekend. ISLVAS EN MICROFINANCIERING ONDER TURKEN IN NEDERLAND Goed – op de arbeidsmarkt – geïntegreerde Turkse vrouwen sparen en/of lenen behalve bij de Güns bij een reguliere bank in Nederland. Economisch en
ACHTERGRONDINFORMATIE Aharchi, H. (2009). Waarom sparen bij de bank als het ook anders kan? Een onderzoek naar informele spaargroepen in de wijken Transvaalkwartier en Schildersbuurt in Den Haag. Den Haag: INHolland, Centrum voor Microfinanciering en Kleinbedrijfontwikkeling. Burritt, K. (2003). Microfinance in Turkey. United Nation Development Program. Dagevos, J. & Euwals, R. (2006). Turken in Nederland en Duitsland. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Karatas, A. (2008). The microcredit strategies for SMEs in Turkey in the EU harmonization process. 8th Global Conference on Business and Economics. Italy: Florence. Klein-Hesseling, K. (2009). Informele spaar- en leensystemen onder twintig Marokkaanse, Turkse en Surinaamse bevolkingsgroepen in Den Haag. Den Haag: INHolland, Centrum voor Microfinanciering en Kleinbedrijfontwikkeling. Smets, P. & Broekman, A. (1996). Turkse vrouwen en hun Güns in Amsterdam. In: Linden, M. van der & Sluijs, J. (Eds.). Onderlinge hulpfondsen. Historische en etnografische essays, pp. 136-147. Amsterdam: Stichting beheer IISG.
Hogeschool INHOLLAND Den Haag - Centrum voor Microfinanciering INHOLLAND Theresiastraat 8, 2593 AN Den Haag Telefoon 070-3123294 Email
[email protected]
Deze factsheet illustreert de resultaten van het onderzoek door het Lectoraat Microfinanciering en Kleinbedrijfontwikkeling van Hogeschool INHolland naar Informele Spaar-, Leen- en Verzekerings Arrangementen (ISLVAs) binnen de etnisch-culturele groep Indiërs. De gegevens zijn verkregen via telefonische interviews en diepte-interviews onder leden van de eerste en tweede generatie Indiërs in Nederland. De resultaten van dit verkennende onderzoek zijn indicatief en waar mogelijk aangevuld met informatie uit bestaande literatuur.
Boeren met een laag inkomen, die geen toegang tot
naar Nederland gekomen (Saleh, 2003). De etnisch-
de bank hebben, groeperen zich en leggen regelmatig
culturele groep Indiërs is niet homogeen. Een groot
geld in. Tegenwoordig zijn de ROSCA’s niet alleen
deel van de Indiërs die in Nederland wonen, is
op het platteland, maar ook in de steden en onder de
hoogopgeleid en heeft goedbetaalde banen. Ze zijn
verschillende bevolkingsgroepen te vinden. In Zuid-
bijvoorbeeld dokter, manager, ingenieur of IT-specialist.
India worden informele spaar- en leengroepen een ‘kuri’-, ‘çhitty’- of ‘chit’-fonds genoemd. In het noorden
Maar er zijn ook ongeveer 3.000 tot 5.000 illegale
van India spreekt men over ‘kametis’ (Sethi, 1995:
Indiërs in Nederland met een veel lagere socio-
164-165).
economische positie (Lynnebakke, 2007: 250). De meerderheid van deze Indiërs werkt in de
De leden komen wekelijks, maandelijks of één keer
horecasector, op de markt of in de detailhandel.
per halfjaar bijeen. De spaar- en leengroepen hebben verschillende toelatingscriteria, zoals geslacht,
INDIA
De helft van de Indiërs is pas de laatste tien jaar
ISLVAS IN INDIA
inkomen en opleiding. Meestal bestaan de groepen
In India bestaat een diversiteit aan ISLVAs. Behalve
uit alleen mannen of alleen vrouwen. Ook verschilt de
woekeraars, die tegen een hoge rente krediet informeel
inleg per groep. De belangrijkste reden voor deelname
verstrekken, zijn in India vooral de informele spaar-
aan een ROSCA op het platteland is het economische
en leengroepen populair (de zogeheten ROSCA’s –
motief. De leden gebruiken de groep om geld met
Rotating Saving and Credit Associations). De informele
elkaar te ‘sparen’. In de steden is daarentegen ook het
spaar- en leengroepen hebben hun oorsprong op het
sociale motief van belang, omdat de familiebanden
platteland.
in stad minder hecht zijn vanwegen urbanisiering en industrialisering. In de stad worden ROSCA’s dus meer gezien als een hulpmiddel om elkaar te ondersteunen
INDIËRS IN NEDERLAND OMSCHRIJVING
DETAILS (CBS 2009)
Totaal aantal in Nederland
19.297
Stedelijke concentraties
Amsterdam: 5.479 Rotterdam: 1.940 Den Haag: 2.600
Het Lectoraat Microfinanciering en Kleinbedrijfontwikkeling wordt mede mogelijk gemaakt door het
en te ontmoeten (Sethi, 1995: 175). ISLVAS ONDER INDIËRS IN NEDERLAND Indiërs sparen en lenen in Nederland minder informeel dan in hun moederland. Dit heeft te maken met de toegankelijkheid van Nederlandse banken. In tegenstelling tot ISLVAs in India vinden Indiërs sparen en lenen bij een bank in Nederland veiliger en profiteren zij graag van de rente op hun spaargeld.
ISLVAS ONDER INDIËRS IN NEDERLAND OVERZICHT TYPE ISLVA
ORGANISATIE EN FUNCTIONEREN
SAMENSTELLING VAN LEDEN
DOELEN EN MOTIEVEN VOOR DEELNAME
BEDRAGEN
Cash money
• Het functioneren en de financiën van de groep worden gecontroleerd door een coördinator. • Door loting of willekeur bepaalt de coördinator wie het geld op welk tijdstip ontvangt. • Wie in financiële nood verkeert, kan het geld eerder ontvangen. • De eerste ontvanger is de ‘kredietnemer’, de laatste ontvanger is de ‘spaarder’ van de groep. • De meeste groepen komen één keer per maand bijeen. Andere groepen ontmoeten elkaar eens in de twee of drie maanden.
• Meer mannen dan vrouwen. • Vooral familie en vrienden, maar ook collega’s en studenten nemen deel. • Er zijn groepen die alleen uit vrouwen of alleen uit mannen bestaan, maar mannen en vrouwen kunnen ook in dezelfde groep participeren. • Minimaal 10 tot maximaal 25 leden per groep. • Voornamelijk de eerste en tweede generatie is vertegenwoordigd en verschillende leeftijdscategorieën komen voor.
Doelen voor deelname: • Het sparen van de totale geldsom. • Feesten (bruiloften, verjaardagen en geboortefeesten). • Vakantie (meestal naar India). • Het gespaarde geld wordt incidenteel gebruikt om micro-ondernemingen te financieren.
€ 20-300 per maand per lid
(schatting)
€ 2.400-36.000 per jaar per groep (10 leden)
Motieven voor deelname: • De gezelligheid, het opbouwen van een sociaal netwerk en het ontmoeten van andere Indiërs. • Positieve sociale dwang om te sparen.
ISLVAS EN MICROFINANCIERING IN INDIA
ISLVAS ONDER INDIËRS EN MICROFINANCIERING
India kent één van de grootste microfinancieringssectoren
IN NEDERLAND
ter wereld. Er bestaan in India twee verschillende systemen.
Indiërs in Nederland participeren in beperkte mate in informele
Het eerste systeem zijn de microkredietprogramma’s vanuit
spaar- en leengroepen. Ontmoeting en gezelligheid spelen een
de overheid en formele banksector. Het tweede systeem zijn
belangrijke rol. Daarnaast nemen Indiërs om financiële redenen
de programma’s die zijn gesubsidieerd door nationale en
deel aan ‘cash money’. Hierbij is een micro-onderneming
internationale donoren. Beide systemen hebben als doel om
starten een van de doelstellingen. Nader onderzoek zal
middels microfinanciering het armste deel van de bevolking
aandacht besteden aan het type ondernemingen dat Indiërs
en vrouwen uit hun isolement te halen (Nair, 2005: 1695).
starten en hun behoefte aan additionele microfinanciering, die zij blijkbaar niet bij banken kunnen krijgen.
Sinds de jaren tachtig maken NGO’s in India zich sterk voor de ‘Self-Help Group Bank Linkage’. Het idee was en is om bestaande spaar- en leengroepen, de ROSCA’s (zoals de ‘kuri’-, ‘çhitty’- en ‘chit’-fondsen en kametis), de mogelijkheid te bieden een deel van hun gespaarde bedragen bij een formele bank onder te brengen. Dit geld is bedoeld als
ACHTERGRONDINFORMATIE Lynnebakke, B. (2007). Contested Equality. Social relation between Indian and Surinamese Hindus in Amsterdam. In: Oonk, G. (ed.). Indian Diaspora. Exploring Trajectories of Migration and Theory, pp. 235-262. Amsterdam: Amsterdam University Press.
‘extra’ kapitaal om krediet aan groepsleden te kunnen verstrekken. Sinds de jaren negentig erkent en ondersteunt de overheid de ‘Self-Help Group Bank Linkage’, mede omdat deze aanpak een eerste stap is op weg naar de formele financieringssector (Morduch & Rutherford, 2003: 19).
Morduch, J. & Rutherford, S. (2003). Microfinance: Analytical issues for India. South Asia Region, World Bank. Washington, USA: World Bank. Nair, T.S. (2005, April 23). The Transforming World of Indian Microfinance, Economic and Political Weekly, India. Saleh, W. (2003). Diasporic Indians in the Netherlands. Indianwijzer. Retrieved 10.08.2010: www.indianwijzer.nl. Sethi, R.M. (1995). Women’s ROSCAs in Contemporary Indian Society. In: Ardener, S. & Burman, S. (Eds.). Money-go-rounds. The importance of Rotating and Saving Associations for women, pp. 136-177. Berg: Oxford.
Hogeschool INHOLLAND Den Haag - Centrum voor Microfinanciering INHOLLAND Theresiastraat 8, 2593 AN Den Haag Telefoon 070-3123294 Email
[email protected]
Deze factsheet illustreert de resultaten van het onderzoek door het Lectoraat Microfinanciering en Kleinbedrijfontwikkeling van Hogeschool INHolland naar Informele Spaar-, Leen- en Verzekerings Arrangementen (ISLVAs) binnen de etnisch-culturele groep Chinezen in Nederland. De gegevens zijn verkregen via telefonische interviews en diepte-interviews onder leden van de eerste en tweede generatie Chinezen in Nederland. De resultaten van dit verkennende onderzoek zijn indicatief en waar mogelijk aangevuld met informatie uit bestaande literatuur.
ISLVAS IN CHINA
groepen in Nederland. De eerste Chinese arbeiders van de
Verschillende vormen van informele spaar- en leen-
koopvaardij arriveerden rond 1890 in Nederland. Door de
groepen hebben een lange traditie in China (Tongquan,
onafhankelijkheid van Nederlands-Indië in 1948 kwam een
2008: 2). Zij worden meestal ‘hui’ of ‘hehui’ genoemd en
nieuwe stroom Chinese migranten uit het nieuwe Indonesië
komen voornamelijk op het platteland voor. Bij ‘hui’ of
naar Nederland. Zij ontwikkelden hier het unieke concept
‘hehui’ wordt het geld maandelijks door ieder lid ingelegd
van de Chinees-Indische keuken. Daarnaast kwamen ook
en gelijk weer aan een van de leden uitbetaald.
Chinezen uit China en Hong Kong naar Nederland. Zij
CHINA
De Chinezen vormen een van de oudste etnisch-culturele
zijn voornamelijk in de horeca/Chinese keuken werkzaam
Een andere vorm van een informele spaar- en leengroep
(Minghuan, 1999: 28). Op grond van dit migratieverleden
wordt ‘Zho Pieuw Hui’ genoemd. De leden daarvan
is de huidige samenstelling van de Chinese gemeenschap
komen maandelijks bij elkaar om een afgesproken
zeer divers. Chinezen zijn afkomstig uit de Volksrepubliek
bedrag in te leggen. Geld wordt alleen uitbetaald als
China (vooral uit Zhejingals) en Hong Kong, maar ook uit
een lid een bepaald bedrag wil lenen. Het lid betaalt
Suriname, Indonesië, Vietnam en Singapore (Minghuan,
dit bedrag in termijnen, inclusief rente, weer terug.
1999: 45). Ondanks deze diversiteit is de Chinese etnisch-
Spaarders die zonder onderbreking hun geld zes
culturele groep een zeer gesloten gemeenschap. Zij huwen
maanden lang hebben ingelegd, ontvangen hierover
meestal binnen de eigen groep, hechten veel belang
rente. Op deze manier worden de leden gemotiveerd
aan hun taal en hun kinderen zitten op Chinese scholen
om het geld langer in de pot te laten zitten. De leden van
(Rijkschroeff, 1998: 111).
‘Zho Pieuw Hui’ bepalen wie de commissaris (vrouw of man) van hun groep is. De commissaris beheert de pot en is de enige persoon die de regels mag wijzigen, zoals het rentepercentage, de aflossing van de lening en de
CHINEZEN IN NEDERLAND OMSCHRIJVING
DETAILS
Totaal aantal in Nederland
Circa 100.000 uit China, Hong Kong, Indonesië, Suriname en Singapore (CBS 2010).
Stedelijke concentraties
De grootste Chinese gemeenschappen bestaan vooral in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag.
Het Lectoraat Microfinanciering en Kleinbedrijfontwikkeling wordt mede mogelijk gemaakt door het
inleg tijdens bijeenkomsten. ISLVAS ONDER CHINEZEN IN NEDERLAND Chinezen participeren niet in informele spaar- en leengroepen, hooguit sparen ze samen voor een vakantie. Chinezen blijken gemakkelijk toegang tot banken te hebben. Daarnaast kunnen Chinezen, naar eigen zeggen, zelf heel goed individueel sparen. Daarom zien ze het nut niet in van het sparen in groepsverband. >>
>> Ook speelt vertrouwen een grote rol bij Chinezen, vooral bij financiële onderwerpen. Ze hebben het daarom buiten hun familie niet over hun inkomen en bestedingen. Als Chinezen in Nederland toch geld nodig hebben, proberen ze dit eerst bij hun familie te lenen voordat ze naar de bank gaan. Kredieten onder familieleden worden mondeling afgesproken en zonder rente terugbetaald (Rijkschroeff, 1998: 143). Chinezen sparen in Nederland graag om in groepsverband samen op vakantie te kunnen gaan. Het begint met het idee voor de vakantie en eindigt als iedereen weer terug is van vakantie. Deze vorm van sparen herhaalt zich nooit op identieke wijze, omdat de leden van de groep wisselen na een vakantie en ook het benodigde bedrag voor de vakantie varieert. ISLVAS ONDER CHINEZEN IN NEDERLAND OVERZICHT TYPE ISLVA
ORGANISATIE EN FUNCTIONEREN
SAMENSTELLING VAN LEDEN
Potgeld / spaargeld
• Het functioneren en de financiën van de • Hele gezinnen, groep worden gecontroleerd door een waarvan alle organisator. gezinsleden • De organisator is meestal ook lid van individueel de spaar- en leengroep. meedoen. • Het is de taak van de organisator om • Vooral familie en bij te houden hoeveel geld verzameld vrienden. is en hoeveel is uitgegeven gedurende de vakantie. • Wanneer aan het einde van de vakantie geld overblijft, verdeelt de coördinator dit onder de groepsleden.
DOELEN EN MOTIEVEN VOOR DEELNAME Doelen voor deelname: • Vakantie (inclusief bijvoorbeeld eten, drinken en kaartjes voor toeristische attracties).
BEDRAGEN
(schatting)
€ 100-500 per lid per vakantie
Motieven voor deelname: • De gezelligheid en positieve dwang, omdat ze anders geen geld hebben voor de vakantie.
ISLVAS EN MICROFINANCIERING IN CHINA
ISLVAS ONDER CHINEZEN EN
De microfinancieringssector in China is relatief jong, maar
MICROFINANCIERING IN NEDERLAND
groeit snel. Sinds de jaren tachtig heeft de Chinese overheid
Chinezen in Nederland blijken eenvoudig toegang tot de
verschillende ontwikkelingsprogramma’s met gesubsidieerde
banken te hebben. Ook helpen Chinezen elkaar financieel
kredieten op het platteland gefinancierd (Park & Ren, 2001: 43).
binnen hun gemeenschap, vooral binnen de familie.
In 1998 heeft de Chinese Communistische Partij (CCP) voor het
Op grond van deze twee factoren zullen Chinezen in
eerst expliciet aangegeven dat microfinanciering een geschikt
Nederland waarschijnlijk amper behoefte hebben aan
instrument is om armoede, vooral op het platteland, te bestrijden.
microfinanciering.
Sindsdien wordt microfinanciering regelmatig in nationale armoedebestrijdingsplannen genoemd, en de Chinese wet- en regelgeving werd aangepast om microfinanciering te reguleren (Tongquan, 2008: 3). De microfinancieringssector in China bestaat uit drie verschillende categorieën. Ten eerste promoten de Chinese overheid en NGO’s de microfinancieringsprogramma’s met als doel de armoede te
ACHTERGRONDINFORMATIE CBS. (2010). Bevolkingstrends, Statistisch kwartaalblad over demografie van Nederland. 58, 1e kwartaal 2010. Den Haag/ Heerlen: Centraal Bureau voor de Statistiek. Minghuan, L. (1999). We need two worlds. Chinese immigrant association in a Western society. Amsterdam: Amsterdam University Press.
bestrijden en de sociaaleconomische ontwikkeling te stimuleren. Ten tweede bieden formele financiële instituten, zoals banken, microfinanciering aan. Zij volgen het principe van financiële duurzaamheid en benaderen daarom vooral de onder- tot middenklasse. De derde categorie zijn de geformaliseerde ‘hui’s’, de informele spaar- en leengroepen. De afgelopen jaren hebben de Chinese overheid en de internationale donoren veel aandacht besteed aan de ‘hui’s’. Zo bestaan er spaar- en leengroepen op het platteland die met (financieel) advies en extra fondsen
Park, A. & Ren, C. (2001). Microfinance with Chinese Characteristics. World Development, Vol. 29, No. 1, pp. 39-62. Rijkschroeff, B.R. (1998). Etnisch ondernemerschap. De Chinese horecasector in Nederland en de Verenigde Staten van Amerika. Labyrinth Publication: Capelle a.d. Ijssel. Tongquan, S. (2008). The Policy and Legal Framework for Microfinance in China. Geneva: World Microfinance Forum Geneva.
ondersteund worden (Tongquan, 2008: 2).
Hogeschool INHOLLAND Den Haag - Centrum voor Microfinanciering INHOLLAND Theresiastraat 8, 2593 AN Den Haag Telefoon 070-3123294 Email
[email protected]
Deze factsheet illustreert de resultaten van het onderzoek door het Lectoraat Microfinanciering en Kleinbedrijfontwikkeling van Hogeschool INHolland naar Informele Spaar-, Leen- en Verzekerings Arrangementen (ISLVAs) binnen de etnisch-culturele groep Somaliërs. De gegevens zijn verkregen via telefonische interviews en diepte-interviews onder leden van de eerste generatie Somaliërs in Nederland. De resultaten van dit verkennende onderzoek zijn indicatief en waar mogelijk aangevuld met informatie uit bestaande literatuur.
ISVLAS IN SOMALIË
Nederland. In de jaren negentig groeide de groep sterk als
In Somalië wordt een informele spaar- en leengroep
gevolg van de burgeroorlog en het toenemende geweld in
‘hagbad’ of ‘ayuuto’ genoemd. Hagbads/ayuutos
Somalië. Vanwege recente escalaties van de burgeroorlog
worden vooral door vrouwen benut. Vanwege de
in dit land komen nog steeds veel Somaliërs naar
burgeroorlog bestaat in Somalië sinds de jaren
Nederland (Klaver, Poel & Stouten, 2010: 7).
negentig geen functionerende formele financiële sector (KPMG, 2004: 13). Informele spaar- en
De Somalische bevolkingsgroep bestaat overwegend uit
leengroepen zijn, naast overmakingen van
jongere mensen; twee op de drie Somaliërs in Nederland
familieleden en vrienden uit het buitenland, de
zijn jonger dan dertig jaar. Ook enkele tieners behoren
enige manier voor Somaliërs om aan financiële
tot de tweede generatie (Klaver, Poel & Stouten, 2010:
middelen te komen. Somalische vrouwen gebruiken
13-14). De eerste groep Somaliërs (uit de jaren tachtig) is
het gespaarde bedrag vaak voor ‘luxueuzere’
relatief hoogopgeleid, maar hun diploma’s zijn in Nederland
artikelen, zoals zeep, kleding en schoolartikelen
meestal weinig waard. Onder de recent gearriveerde
voor hun kinderen. De vrouw bepaalt zelf wat zij met
groep Somaliërs bevinden zich lageropgeleiden en
het geld doet. De man heeft hierop geen invloed
ook analfabeten. Daarom zijn de verschillen binnen de
(Summerfield, 1996: 211).
Somalische groep in Nederland relatief groot. Wel heeft een deel van de Somaliërs succesvol aansluiting kunnen vinden
ISLVAS ONDER SOMALIËRS IN NEDERLAND
bij de Nederlandse samenleving. Daarnaast heeft een groot
Ook in Nederland maakt een groot deel van de
deel van de groep te kampen met hoge werkloosheid en
Somaliërs gebruik van spaar- en leengroepen. In
een grote afhankelijkheid van uitkeringen (Klaver, Poel &
Nederland worden de groepen meestal ayuutos
Stouten, 2010: 33).
genoemd. Onder Somaliërs bestaat een sterke
SOMALIËRS IN NEDERLAND
band tussen de familieleden/‘clan’. Ayuutos bieden vrouwen een mogelijkheid om in een kleine groep,
OMSCHRIJVING
DETAILS (CBS 2009)
Totaal aantal in Nederland
21.798
beschikken. Daarbij hebben ayuutos twee belangrijke
Stedelijke concentraties
Amsterdam:
functies (Summerfield, 1996: 214). Ten eerste hebben
1.328
vrouwen door de informele spaar- en leengroepen
Rotterdam:
extra financiële middelen. Ten tweede hebben
2.005
Somaliërs behoefte aan een gemeenschappelijke
Den Haag:
deler, een gevoel van saamhorigheid. Vertrouwen is
1.366
de basis van elke ayuuto. >>
Het Lectoraat Microfinanciering en Kleinbedrijfontwikkeling wordt mede mogelijk gemaakt door het
buiten de clanstructuren om, over hun eigen geld te
SOMALIË
Eind jaren tachtig kwam de eerste groep Somaliërs in
>> Somaliërs zijn meestal naar Nederland gevlucht en hebben vaak traumatische burgeroorlogservaringen (Klaver, Poel & Stouten, 2010: 24). Een ayuuto is daarom ook een middel om met familieleden en zeer vertrouwde vrienden regelmatig bij elkaar te komen om de gebeurtenissen in Somalië en hun leven in Nederland te bespreken. ISLVAS ONDER SOMALIËRS IN NEDERLAND OVERZICHT TYPE ISLVA
ORGANISATIE EN FUNCTIONEREN
SAMENSTELLING VAN LEDEN
DOELEN EN MOTIEVEN VOOR DEELNAME
BEDRAGEN
Ayuuto
• Het functioneren en de financiën van de groep worden gecontroleerd door een boekhouder. • ‘Willekeur’ of de leden zelf kunnen bepalen wanneer aan wie het geld uitgekeerd wordt. • De eerste ontvanger is de ‘kredietnemer’, de laatste ontvanger is de ‘spaarder’ van de groep. • De leden ontmoeten elkaar één keer per maand of regelen het inleveren van geld via de boekhouder.
• Voornamelijk vrouwen. • Vooral familie en zeer vertrouwde vrienden. • Minimaal 5 tot maximaal 10 leden per groep.
Doelen voor deelname: • Grote uitgaven, zoals een auto en een verbouwing van het huis. • Huishoudelijke uitgaven, zoals gas- en elektriciteitsrekeningen. • Vakantie (meestal naar Somalië) en vliegtickets voor familieleden om uit Somalië te vluchten. • Steun aan familieleden in Somalië.
€ 30-200 per maand per lid
ISLVAS EN MICROFINANCIERING IN SOMALIË De formele financiële sector in Somalië bestaat sinds 1991 niet meer. Somaliërs hebben daarom bijna geen toegang tot financiële services als sparen, kredieten en verzekeringen. Tegenwoordig wordt de financiële sector gerund door bedrijven die het overgemaakte geld van Somaliërs uit het buitenland verwerken (Somali Remittance Companies). Hoewel er behoefte is aan microfinancieringsproducten (Appleton & Blondet, 2004: 17) en verschillende kleine pilotprojecten van NGO’s worden uitgevoerd, bestaat er verder geen geformaliseerd en/of grootschalig aanbod van microfinanciering (UNCDF). In Somalië bestaat ook geen geregistreerde microfinancieringsinstelling. ISLVAS ONDER SOMALIËRS EN MICROFINANCIERING IN NEDERLAND Somaliërs in Nederland zijn actief binnen informele spaaren leengroepen. Ze vinden bij de leden hiervan herkenning, saamhorigheid en gezelligheid. Daarnaast participeren
(schatting)
€ 3.600-24.000 per jaar per groep (10 leden)
Motieven voor deelname: • De gezelligheid, het opbouwen van een sociaal netwerk en het ontmoeten van andere Somaliërs. • Positieve sociale dwang om te sparen. • Mogelijkheid om eigen geld te besturen en te controleren.
ACHTERGRONDINFORMATIE Appleton, P. & Blondet, G. (2004). Support to employment promotion in Somalia. Feasibility Study report for the Commission of the European Union. Rome, Italy: ECO. Klaver, J., Poel, P. & Stouten, J. (2010). Somaliërs in Nederland. Een verkenning van hun maatschappelijke positie en aanknopingspunten voor het beleid. Amsterdam: Regioplan Beleidsonderzoek. KPMG. (2004). Feasibility study on Financial Services in Somalia for EU/UNDP. Summerfield, H. (1996). A note on ROSCAs among Northern Somali Women in the United Kingdom. In: Ardener, S. & Burman, S. (eds.). (1995). Money-go-rounds. The importance of Rotating and Saving Associations for women. Oxford: Berg UNCDF. Countries and Regions: Somalia. Programme profile: Launch of an Inclusive Financial Sector in Somalia (2007-2012). Bron (01.09.10): http://www.uncdf.org/english/countries/somalia/ index.php
Somaliërs duidelijk om financiële redenen in de ayuuto. Nader onderzoek zal moeten uitwijzen of deze groepen belangstelling voor en behoefte aan extra microfinanciering hebben. Het onderscheid binnen de Somalische etnisch culturele groep in Nederland tussen hoogopgeleiden en mensen in uitkeringssituaties zal hierbij aandacht krijgen.
Hogeschool INHOLLAND Den Haag - Centrum voor Microfinanciering INHOLLAND Theresiastraat 8, 2593 AN Den Haag Telefoon 070-3123294 Email
[email protected]
Deze factsheet illustreert de resultaten van het onderzoek door het Lectoraat Microfinanciering en Kleinbedrijfontwikkeling van Hogeschool INHolland naar Informele Spaar-, Leen- en Verzekerings Arrangementen (ISLVAs) binnen de etnischculturele groep Ethiopiërs. De gegevens zijn verkregen via telefonische interviews en diepte-interviews onder leden van de eerste en tweede generatie Ethiopiërs in Nederland (vrouwen en mannen). De resultaten van dit verkennende onderzoek zijn indicatief en waar mogelijk aangevuld met informatie uit bestaande literatuur.
Tegenwoordig nemen mannen ook deel aan Iqqubs. In
Ze kwamen in 1976 voor het eerst naar Nederland. Tijdens
tegenstelling tot vrouwen sparen mannen (voornamelijk
én na de militaire dictatuur van Mengistu (ondersteund
ondernemers) vooral voor grote investeringen. Om bij
door de Sovjet-Unie) nam het aantal asielaanvragen toe,
een bank geld te kunnen lenen, moet de kredietnemer
met een piek in 1990. Naar schatting komt de helft van de
in Ethiopië een eigen vermogen van circa 30% van de
vluchtelingen uit Eritrea. Dit land werd in 1993 onafhankelijk
gewenste krediet hebben. Daarom spaart men vaak
van Ethiopië (Van Heelsum, Hesse, 2006: 52).
eerst informeel in een Iqqub totdat men bij een bank
Een groot deel van de Ethiopiërs in Nederland is in
een lening kan aanvragen.
eigen land middelbaar of hoger opgeleid, christelijk en komt meestal uit de steden. De gezinnen zijn doorgaans
Naast de Iqqubs bestaat er een andere vorm van
klein, met één of twee kinderen. In Nederland hebben
ISLVAs in Ethiopië: vrijwillige verenigingen die ‘Iddirs’
veel Ethiopiërs geen werk kunnen vinden op het niveau
heten. Het oorspronkelijke doel van een Iddir was het
waarvoor ze zijn opgeleid (Van Heelsum, Hesse, 2006: 63).
gezamenlijk organiseren en betalen van begrafenissen
ETHIOPIËRS IN NEDERLAND
(Aredo, 1993: 29). Tegenwoordig beschermt het lidmaatschap van een Iddir mensen ook tegen andere
ETHIOPIË
Ethiopiërs zijn de oudste groep Afrikaanse vluchtelingen.
OMSCHRIJVING
DETAILS (CBS 2009)
Totaal aantal in Nederland
10.946
diefstal. Iddirs komen overal in Ethiopië voor. Elke Iddir
Stedelijke concentraties
Amsterdam: 2.191
heeft zijn eigen regels en verplichtingen, die bepaald
Rotterdam: 609
worden door de leden, zoals de familie, buren, collega’s
Den Haag: 2.134
of vrienden (Dejene, 2009: 535).
risico’s, zoals ziekten, medicijn- en ziekenhuiskosten of
ISLVAS IN ETHIOPIË
ISLVAS ONDER ETHIOPIËRS IN NEDERLAND
In Ethiopië zijn informele spaar- en leengroepen een bekend
Net als in hun moederland vinden Ethiopiërs het
fenomeen. Deze heten zowel op het platteland als in de
ook hier belangrijk om de familie in Nederland en/
steden ‘Iqqub’ (Aredo, 1993: 9). Iqqubs komen voor onder
of Ethiopië te steunen. De Iqqub is hiervoor een
verschillende groepen, zoals bij families, buren, vrienden
bekend en vertrouwd middel. In Iqqubs wordt voor
en ondernemers. Meestal leggen de leden één keer per
de gezelligheid gespaard en om tradities in stand te
maand geld in en wordt de totale som uiteindelijk aan één
houden. Ook speelt een Iqqub een rol bij schulden
persoon uit de groep uitgekeerd. Traditioneel doen alleen
aflossen. Een groot deel van de Ethiopiërs in
vrouwen aan deze vorm van sparen. Bij vrouwen gaat het
Nederland spaart en leent ook bij banken; sommige
om de sociale contacten, regelmatig bij elkaar komen en
Ethiopiërs hebben echter weinig vertrouwen in het
huishoudelijke artikelen aanschaffen (Almedom, 1995: 72).
Nederlandse banksysteem.
Het Lectoraat Microfinanciering en Kleinbedrijfontwikkeling wordt mede mogelijk gemaakt door het
ISLVAS ONDER ETHIOPIËRS IN NEDERLAND OVERZICHT TYPE ISLVA
ORGANISATIE EN FUNCTIONEREN
SAMENSTELLING VAN LEDEN
DOELEN EN MOTIEVEN VOOR DEELNAME
Iqqub
• Het functioneren en de financiën van de groep worden gecontroleerd door een voorzitter, die ook lid van de groep is. Er zijn drie eisen voor de voorzitter: status, contacten en vertrouwen. • Leden betalen een maandelijks bedrag voor de boekhouding (kopieën en ander materiaal). • ‘Willekeur’ of het belang van een groepslid bepaalt wie de uitkering op welk tijdstip ontvangt. • Wie in financiële nood verkeert, kan het geld eerder ontvangen. • De eerste ontvanger is de ‘kredietnemer’, de laatste ontvanger is de ‘spaarder’ van de groep. • Groepen ontmoeten elkaar één keer per maand.
• Mannen en vrouwen kunnen deelnemen. • Er bestaan ook groepen met alleen vrouwen. • Voornamelijk familieleden, waarbij het begrip familie een ruime interpretatie kent. • Minimaal 5 tot maximaal 25 leden per groep. • Vooral de eerste generatie is vertegenwoordigd. De leeftijdsopbouw is zeer divers.
Doelen voor deelname: • Sparen van de totale som. • Aflossen van schulden. • Huishoudelijke artikelen en verbouwing van het huis. • Zeer incidenteel wordt het gespaarde geld aangewend om de start van microondernemingen te financieren.
ISLVAS EN MICROFINANCIERING IN ETHIOPIË Door de verklaring in 1994 over ‘Licensing and Supervision of Microfinance Institutions’ heeft de regering formele microfinanciering toegestaan. Sinds deze – internationaal gezien – vroege verklaring zijn geregistreerde MFI’s zowel op het platteland als in de steden actief (Gobezie, 2005: 3). In 2007 waren er 27 MFI’s bij de National Bank of Ethiopia ingeschreven (Kereta, 2007: 15). Ook in Ethiopië hebben vrouwen slecht toegang tot de formele banksector. Wereldwijd maakt ongeveer 79% van de vrouwen gebruik van een MFI; in Ethiopië is dit percentage slechts 35% (Gobezie, 2005: 6). Daarom is het extra opmerkelijk dat de microfinancieringssector in Ethiopië zijn diensten voornamelijk aan mannen aanbiedt. ISLVAS ONDER ETHIOPIËRS EN MICROFINANCIERING IN NEDERLAND Ethiopiërs in Nederland participeren in informele spaar- en
Motieven voor deelname: • Vertrouwde tradities bijhouden en informatie uitwisselen over het land van herkomst. • De gezelligheid, een sociaal netwerk opbouwen en andere Ethiopiërs ontmoeten. • Sociale dwang om te sparen. • Het voelt veiliger dan sparen en lenen bij een bank.
BEDRAGEN
(schatting)
€ 75-300 per maand per lid € 9.00036.000 per jaar per groep (10 leden)
ACHTERGRONDINFORMATIE Almedom, A. (1995). A note on ROSCAs among Ethiopian Women in Addis Ababa and Eritrean Women in Oxford. In: Ardener, S. & Burman, S. (eds.). (1995). Money-go-rounds.The importance of Rotating and Saving Associations for women. Oxford: Berg. Aredo, D. (1993). The informal and semi-formal sectors in Ethiopia: A study of the iqqub, iddir and savings and credit cooperatives. AERC Research Paper 21. Nairobi: African Economic Research Consortium. Dejene, S. (2009). Exploring iddir Toward Developing a Contextual Theology of Ethiopia. In: Ege, S. & Aspen, H. (eds.). Proceedings of the 16th International Conference of Ethiopian Studies. University Trondheim: Trondheim. Gobezie, G. (2005). Regulating Microfinance in Ethiopia: Making it more Effective. Essays on regulation and supervision, No. 3. CGAP: University of Maryland. Heelsum, A. van. & Hesse, T. (2006). Afrikanen uit Angola, DR Congo, Ethiopië, Eritrea, Nigeria en Sudan in Nederland. Een profiel. Den Haag: Ministerie van Justitie.
leengroepen genaamd Iqqub. Ontmoeting en gezelligheid spelen hierbij een belangrijke rol. Daarnaast nemen Ethiopiërs om financiële redenen deel aan een Iqqub. Hierbij is een micro-onderneming starten een van de mogelijke doelstellingen. Nader onderzoek zal aandacht moeten besteden aan het type ondernemingen dat Ethiopiërs
Kereta, B. (2007). Outreach and Financial Performance Analysis of Microfinance Institutions in Ethiopia. National Bank of Ethiopia. African Economic Conference, Addis Ababa. Marinelli, V. (2001). Nieuwe groepen: een verkenning. Afdeling van Verkenning en Strategie. Utrecht: Forum.
willen starten en aan hun behoefte aan additionele microfinanciering. De genoemde noodzaak tot participatie in de Iqqub voor het aflossen van schulden zal verder onderzocht moeten worden.
Hogeschool INHOLLAND Den Haag - Centrum voor Microfinanciering INHOLLAND Theresiastraat 8, 2593 AN Den Haag Telefoon 070-3123294 Email
[email protected]
Deze factsheet illustreert de resultaten van het onderzoek door het Lectoraat Microfinanciering en Kleinbedrijfontwikkeling van Hogeschool INHolland naar Informele Spaar-, Leen- en Verzekerings Arrangementen (ISLVAs) binnen de etnischculturele groep Polen in Nederland. De gegevens zijn verkregen via telefonische interviews en diepte-interviews onder leden van de eerste en tweede generatie Polen in Nederland. De resultaten van dit verkennende onderzoek zijn indicatief en waar mogelijk aangevuld met informatie uit bestaande literatuur.
ISLVAS IN POLEN
bevolkingsgroep. Sinds de toetreding van Polen tot de
Polen kennen niet de gewoonte om te sparen; 80%
Europese Unie in 2004 is dat anders, zeker nadat sinds 1
van de Poolse huishoudens spaart helemaal niet.
mei 2007 Polen geen werkvergunning meer nodig hebben.
Dit komt niet zozeer door gebrek aan geld, maar door
Vanaf dat moment is het aantal Poolse immigranten sterk
een vooringenomen houding en bepaalde gewoontes.
gestegen. Bijna driekwart van de Polen in Nederland
Zo bestaat er wantrouwen tegenover financiële
behoort tot de eerste generatie, met een opvallend scherpe
instellingen, hebben mensen geen concrete doelen
piek bij jonge twintigers. Het gaat in grote meerderheid om
om voor te sparen, ervaren ze teleurstelling over het
jonge nieuwkomers van de eerste generatie met gemiddeld
gebrek aan resultaten en hebben micro-ondernemers
een middelbare beroepsopleiding. Het perspectief op
de overtuiging dat het beter is geld direct te her-
economische vooruitgang lijkt hun drijfveer. Zij werken in
investeren. Mensen die wel sparen houden spaargeld
de agrarische sector, de bouw, bij schoonmaakbedrijven
thuis, zetten het geld op de bank, investeren in goud
en in fabrieken. Maar ze hebben ook beter betaalde banen,
of onderhouden een groentetuin. Andere manieren
bijvoorbeeld in de medische zorg en de ICT. Vooral hoger
om geld te besparen zijn de kinderen om een bijdrage
opgeleiden en jongeren zijn geneigd om zich definitief in
vragen en het min of meer breken met bepaalde
Nederland te vestigen.
familiebanden en sociale verplichtingen om kosten te besparen (Matul e.a., 2004: 4).
Poolse werknemers zoeken en huren zelfstandig nog niet vaak woonruimte, maar laten dit over aan uitzendbureaus
Ongeveer 50% van de Poolse huishoudens leent
en werkgevers. Ze nemen het katholicisme als prominente
geld van formele en informele bronnen, zoals familie
geestelijke bagage mee. De kerk laat tegenwoordig meer
en vrienden. Voordeel is dat deze vorm van krediet
‘maatschappelijke’ activiteiten over aan Poolse verenigingen
eenvoudig toegankelijk en zonder rente is. Nadeel
en stichtingen (Korf, 2009).
is dat de lening ook een laag bedrag met een korte termijn kent. Formele bronnen van krediet zijn de
POLEN IN NEDERLAND
zogeheten ‘in-house provident schemes’-leningen
OMSCHRIJVING
DETAILS (CBS 2009)
Totaal aantal in Nederland
68.844
populair in Polen. De voor- en nadelen van formele
In totaal circa 150.000
kredietverstrekking variëren van de voorwaarden
(Korf, 2009)
en kosten tot de vereiste zekerheden. Hierbij geldt
Den Haag: 5.293
dat hoe hoger de opleiding is, hoe groter de kans is
Amsterdam: 4.366
op een formeel krediet en een hoger kredietbedrag
Rotterdam: 4.813
(Matul e.a., 2004).
Stedelijke concentraties
Het Lectoraat Microfinanciering en Kleinbedrijfontwikkeling wordt mede mogelijk gemaakt door het
bij banken en huurkoop. Vooral huurkoop is erg
POLEN
Polen waren tot enkele jaren geleden een kleine en stabiele
ISLVAS ONDER POLEN IN NEDERLAND
ISLVAS ONDER POLEN EN MICROFINANCIERING
Onderzoek wijst uit dat Polen in Nederland geen systeem
IN NEDERLAND
van informeel sparen en lenen kennen. Deze uitkomst
Polen zijn in Nederland om binnen korte tijd veel te werken om
bevestigen alle Polen die geïnterviewd zijn (van jong
zoveel mogelijk te sparen. Spaargeld dat zij vervolgens weer
tot oud, mannen en vrouwen, studenten, werklozen
mee terug kunnen nemen naar Polen. Daarom hebben zij in
en werkenden). Wel komt naar voren dat Polen elkaar
Nederland geen behoefte aan een (micro)krediet en is er onder
onderling helpen. Niet met geld, maar met diensten, zoals
Polen geen markt voor microfinanciering. Nader onderzoek zal
oppassen op elkaars kinderen.
aandacht besteden aan de wijze waarop Polen gebruikmaken van de reguliere dienstverlening van Nederlandse banken.
ISLVAS EN MICROFINANCIERING IN POLEN Veel Oost-Europese landen hebben pas een cultuur van financiële dienstverlening ontwikkeld na de val van het communisme in 1989. Dit verklaart waarom MFI’s in Polen jonger zijn en een belangrijk ontwikkelingspotentieel kennen. De bankwetgeving geeft veel ruimte; de bankstatus is gericht op deposito’s. Wat betreft het lenen kent de Bankwet in Polen een onderscheid tussen kredieten en leningen.
ACHTERGRONDINFORMATIE CBS. (2010). Bevolkingstrends. Statistisch kwartaalblad over demografie van Nederland. Jaargang 58, 1e kwartaal. Den Haag/ Heerlen: Centraal Bureau voor de Statistiek. Churchill, C. & Pepler, T. (2004). TUW SKOK Poland. CGAP Working Group on Microinsurance. Good and Bad Practices, Case Study No. 2.
Krediet- en spaarfaciliteiten kunnen alleen verstrekt worden door wettelijk geaccrediteerde banken. De wetgeving voor het verstrekken van leningen is erg liberaal; bijna iedereen kan leningen verstrekken en de hoogte van de rente kan vrij bepaald worden. Voor MFI’s betekent dit dat zij voldoende rente kunnen vragen om financieel duurzaam te kunnen opereren (Siewertsen e.a, 2005: 3). In Polen zijn volgens Mix Market twee MFI’s actief: Fundusz Mikro en Inicjatywa Mikro. EU-fondsen zijn niet toegankelijk
Korf, D. (2009). Polen in Nederland. Utrecht: Forum. Matul, M., Pawlak, K. & Falkowski, J. (2004). Priorities for Enhancing Financial Education Among Poor Households in Poland. Qualitative Study Findings. Warshaw: Microfinance Center for Central and Eastern Europe and the NIS. Siewertsen, H., Evers, J. & Forster, S. (2005). Country Report Poland: The micro-finance and self-employment environment for the socially excluded. Ideas for improvement of microfinance in Poland. Brussels: European Microfinance Network (EMN).
voor Poolse MFI’s en de medewerking van commerciële banken met microfinanciering is zwak en selectief. In Warschau is de regionale netwerkorganisatie Microfinance Center for Central and Eastern Europe and the Newly Independent States gevestigd (Siewertsen e.a., 2005: 4). Microverzekeringen bestaan nog niet in Polen. Kort na het innen van spaargelden begon The National Association of Cooperative Savings and Credit Unions (NASCU) in 1993 met verzekeringen uitgeven. In 2001 bereikte NASCU met deze verzekeringen slechts 10% van haar leden. Er is dus nog een grote marktpotentie voor microverzekeringen (Churchill & Pepler, 2004: iv).
Hogeschool INHOLLAND Den Haag - Centrum voor Microfinanciering INHOLLAND Theresiastraat 8, 2593 AN Den Haag Telefoon 070-3123294 Email
[email protected]
Deze factsheet illustreert de resultaten van het onderzoek door het Lectoraat Microfinanciering en Kleinbedrijfontwikkeling van Hogeschool INHolland naar Informele Spaar-, Leen- en Verzekerings Arrangementen (ISLVAs) binnen de etnischculturele groep Afghanen. De gegevens zijn verkregen via telefonische interviews en diepte-interviews onder leden van de eerste en tweede generatie Afghanen in Nederland. De resultaten van dit verkennende onderzoek zijn indicatief en waar mogelijk aangevuld met informatie uit bestaande literatuur.
ISLVAS IN AFGHANISTAN
De eerste groep kwam hier eind jaren zeventig na de
Op het platteland van Afghanistan komen verschillende
invasie van de Sovjet-Unie. Daarna kwamen Afghanen
vormen van informeel sparen en lenen voor. Hierbij
na de omverwerping van het communistische regime
is het opvallend dat Afghanen minder gebruikmaken
(1992). En de derde groep vluchtte naar Nederland toen de
van ‘groepen’. Handelaren bieden een vorm van
Taliban – vanaf 1995 – in Afghanistan aan het bewind kwam
leverancierskrediet wanneer mensen het gewenste
(Hessels & Wassie, 2003: 53). De Afghaanse gemeenschap
product (bijvoorbeeld levensmiddelen of huishoudelijke
in Nederland is bijzonder heterogeen, omdat leden daarvan
artikelen) kopen zonder daarvoor meteen te kunnen
om verschillende redenen Afghanistan hebben verlaten.
betalen. Een andere manier om geld te verkrijgen, is
Zo zijn er onder de Afghaanse vluchtelingen in Nederland
door een voorschot op het salaris te vragen. Bijzonder
democraten, nationalisten, communisten, maoïsten en
populair zijn renteloze kredieten onder familieleden.
leden van het islamitisch verzet. (Hessels & Wassie,
Deze kredieten worden in Afghanistan ‘qarz-i-hasana’
2003: 27). Ook bestaat de Afghaanse gemeenschap uit
genoemd. Kredieten verkrijgen en verstrekken
verschillende etnische groepen, zoals de Pashtunen, de
binnen de familie- en kennissenkring versterkt het
Tajiken, de Hazara en de Uzbeken.
sociale netwerk. Kredieten worden gezien als een investering in de onderlinge saamhorigheid; elkaar
Het opleidingsniveau van Afghanen in Nederland is relatief
helpen in moeilijke tijden (Klijn & Pain, 2007: 27).
hoog. De helft van hen heeft in Afghanistan een hogere
Daarnaast bestaan ook kredieten bij familieleden of
beroepsopleiding of universitaire opleiding gevolgd. Ook
kennissen waarbij men wel ‘rente’ berekent, maar
staan, in vergelijking met andere etnisch-culturele groepen,
uit geloofsovertuiging wordt dit dan geen rente maar
veel Afghanen bij onderwijsinstellingen ingeschreven.
kosten genoemd. Afghanen noemen deze vorm van
Afghanen zijn ambitieus, maar moeten hun maatstaven
kredieten ‘qarz-i-sudh’. Deze worden voornamelijk
verlagen, omdat zij hier moeilijk een baan krijgen in hogere
gebruikt om grotere producten aan te schaffen of
functies (Hessels & Wassie, 2003: 40).
ondernemingen te beginnen (Klijn & Pain, 2007: 22).
AFGHANEN IN NEDERLAND
ISLVAS ONDER AFGHANEN IN NEDERLAND
OMSCHRIJVING
DETAILS (CBS 2009)
Totaal aantal in Nederland
37.709
Stedelijke concentraties
Amsterdam: 3.456 Rotterdam: 1.980 Den Haag: 2.696
Het Lectoraat Microfinanciering en Kleinbedrijfontwikkeling wordt mede mogelijk gemaakt door het
Informeel sparen en lenen is onder de Afghaanse bevolking populair binnen families. Afghanen willen niet afhankelijk zijn van Afghanen buiten de familiekring. En ze willen ook niet dat andere mensen op de hoogte zijn van hun financiële situatie, omdat zij zich dan schamen en/of dat als een belediging opvatten. >>
AFGHANISTAN
Afghanen zijn in drie fasen naar Nederland gekomen.
>> Onder Afghanen bestaan buiten de familiekring amper groepsverbanden waarin men samen spaart of leent. Zij hebben ook geen naam voor zulke groepen. In een hechte familiegroep spaart men vaak voor een specifiek doel, zoals familieleden in Afghanistan ondersteunen en bruiloften, verjaardagen en begrafenissen financieren. Daarnaast weten Afghanen voor grote bedragen de weg naar een reguliere bank goed te vinden. ISLVAS ONDER AFGHANEN IN NEDERLAND OVERZICHT TYPE ISLVA
ORGANISATIE EN FUNCTIONEREN
SAMENSTELLING VAN LEDEN
DOELEN EN MOTIEVEN VOOR DEELNAME
BEDRAGEN
Sparen en lenen tussen familieleden
• Het functioneren en de financiën van de groep worden door de groep zelf gecontroleerd of door een voorzitter, die ook lid van de groep zelf is. • Door een vaste volgorde, of in het belang van de groepsleden zelf, wordt bepaald wie de uitkering op welk tijdstip ontvangt. • Wie in financiële nood verkeert, kan het geld eerder ontvangen. • Groepen ontmoeten elkaar één keer per maand of houden contact via de telefoon. Indien hiervan sprake is, wordt het geld van de leden digitaal overgemaakt.
• Er wordt alleen tussen familieleden gespaard. • 2 tot maximaal 5 leden per groep. • De leeftijdsopbouw is divers. • Behalve heterogene groepen bestaan er groepen die uitsluitend voor mannen of vrouwen zijn.
Doelen voor deelname: • Ondersteuning van familieleden in Afghanistan (meestal ouders of grootouders). • Feesten (zoals een bruiloft, verjaardag of begrafenis). • Huishoudelijke artikelen en vaste kosten in Nederland. • Kosten van onderwijs voor eigen kinderen of broers en zussen. • Incidenteel wordt het geld aangewend ter financiering van kleinschalige microondernemingen.
€ 100-200 per maand per lid
(schatting)
€ 12.00036.000 per jaar per groep (10 leden)
Motieven voor deelname: • Vertrouwde gewoontes bijhouden en informatie uitwisselen over het land van herkomst en de situatie van Afghanen in Nederland. • Positieve sociale dwang om te sparen.
ISLVAS EN MICROFINANCIERING IN AFGHANISTAN
ISLVAS ONDER AFGHANISTAN EN
Vanwege de jarenlange politiek gezien instabiele situatie
MICROFINANCIERING IN NEDERLAND
en gewelddadige onlusten bestond vóór 2001 nauwelijks
Afghanen in Nederland participeren alleen binnen de
een financiële sector in Afghanistan. Vanaf 2002 wordt
familiekring in informele spaar- en leengroepen. Ontmoeting,
de financiële sector met hulp van de internationale
gezelligheid en de sociale dwang om te sparen spelen een
gemeenschap langzaam opgebouwd. In 2003 heeft de
belangrijke rol. Het financieren van familieaangelegenheden,
regering een nieuwe algemene wet voor de banksector
studie en steun aan familie in Afghanistan zijn de belangrijkste
aangenomen; tot nu toe bestaat er echter geen specifieke
financiële doelstellingen. Een micro-onderneming starten of
wet- en regelgeving voor de microfinancieringssector
een bedrijf te financieren is incidenteel genoemd. Daarom is de
(Di Castri, 2008: 2). In Afghanistan zijn 15 MFI’s actief,
inschatting dat de behoefte aan additionele microfinanciering
waarvan 69% in de stedelijke gebieden. Twee derde van
onder Afghanen beperkt is.
de kredieten wordt verstrekt aan vrouwen. Deze MFI’s bestaan uit twee soorten aanbieders: formele aanbieders (zoals coöperatieven en banken) en semiformele aanbieders (zoals NGO’s) (Di Castri, 2008: 1). Na de eerste jaren van groei kent de microfinancieringssector onder andere een belangrijk probleem: de grote uitval van klanten. Uit recent onderzoek blijkt namelijk dat de microfinancieringssector de concurrentie van de informele kredieten heeft onderschat;
ACHTERGRONDINFORMATIE Andersen, E. & Kantor, P. (2010). Building a Viable Microfinance Sector in Afghanistan. Afghanistan Research and Evaluation Unit. Briefing Paper Series. Kabul: AREU. Di Castri, S. (2008). Afghanistan. IDLO Microfinance Policy and Regulation. Survey No. 2. Rome: International Development Law Organization.
klanten vergelijken de producten en kiezen voor de bekende en goedkoopste mogelijkheid. Onderzoek zal uitwijzen hoe de microfinancieringssector zijn producten beter op de behoeften van de klanten kan afstemmen (Andersen & Kantor, 2010: 5).
Hessels, T. & Wassie, F. (2003). Afghanen in Nederland. Een profiel. Den Haag: Ministerie van Justitie. Klijn, F. & Pain, A. (2007). Finding the money: Informal Credit Practices in Rural Afghanistan. Afghanistan Research and Evaluation Unit. Synthesis Paper Series.
Hogeschool INHOLLAND Den Haag - Centrum voor Microfinanciering INHOLLAND Theresiastraat 8, 2593 AN Den Haag Telefoon 070-3123294 Email
[email protected]