een onderzoek naar arbeidssatisfactie in Nederland 1 februari 2009 © Ausems en Kerkvliet, arbeidsmedisch adviseurs – Hof van Twente www.aenk.nl
Onderzoeksrapport JobMeter 2009 Inleiding Ausems en Kerkvliet, arbeidsmedisch adviseurs gevestigd in de Hof van Twente, heeft een onderzoek verricht naar de mate waarin Nederlanders bevrediging halen uit hun werk, hoe zij het ervaren om leiding te geven dan wel te ontvangen, welke factoren negatief of verstorend werken op hun arbeidssatisfactie en hoe zij omgaan met collega’s. Onderzoeksdoelgroep Gezien de doelstelling van het onderzoek richtte het onderzoek zich op werkende Nederlanders. Respondenten werden gevonden via Adwords‐advertenties bij neutrale zoekopdrachten met Google. In totaal vulden 1.387 mensen de vragenlijst volledig in. Dit was 63% van de mensen die aan de vragenlijst begonnen. Om de vragenlijst attractief te houden, is er slechts minimaal naar persoonskenmerken gevraagd. 92% van degenen die de vragenlijst afmaakten was in dienst bij een werkgever:
6% van de respondenten is zelfstandige zonder personeel en 2% is werkgever. 1.155 mensen beantwoordden de vraag naar hun inkomen. Van hen verdiende 43% onder modaal, 27% modaal en 29% bovenmodaal. Daarmee is het percentage onder modaal oververtegenwoordigd, wat meestal het gevolg is van deelname door parttimers. 2
Van de ondervraagden is 24% leidinggevend, 27% geeft aan leiding te ontvangen, 58% geeft geen leiding. Het aantal leidinggevenden is groot genoeg om hun antwoorden te vergelijken met overige respondenten.
3
Welk cijfer krijgt het werk?
Precies de helft van het aantal mensen geeft een zes of een zeven voor het werk als geheel. 23% geeft zelfs een acht. Eén op de vijf respondenten geeft het werk een onvoldoende.
4
Hoe bevredigend is het werk? Gemiddeld geven de respondenten het cijfer 6,2 aan de mate waarin zij bevrediging kunnen halen uit hun werk. Dit is iets lager dan het gemiddelde cijfer dat het werk als geheel krijgt: 6,6. Bijna de helft (47%) geeft een zes of een zeven voor de mate van bevrediging:
Tussen mensen die wel of geen leiding geven, is er geen opvallend verschil. Ook maakt het voor het gemiddelde cijfer niet uit of mensen op kantoor werken of buiten. Volgens 40% van de mensen is het werk bevredigend, een iets kleinere groep vindt van niet:
5
Waar ergeren mensen zich aan? Mensen ergeren zich het meest aan anderen die hun beloften niet nakomen. Eén op de tien respondenten geeft aan zich te ergeren aan flirten op het werk. Meer dan de helft kan zich storen aan geroddel door collega’s. Andere belangrijke ergernissen zijn ongelijke behandeling door leidinggevenden, pesten en klikken. Meer dan de helft van de respondenten kan zich opwinden op over het afschuiven van werk.
6
De ergernis top 10 1. Mensen die niet nakomen wat ze beloven
71%
2. Mensen die werk afschuiven
57%
3. Mensen die niets voor een ander over hebben
57%
4. Mensen die roddelen
53%
5. Ongelijke behandeling door leidinggevenden
51%
6. Mensen die anderen pesten
50%
7. Mensen die doen alsof ze druk zijn
47%
8. De onverschillige houding van de top
43%
9. Mensen die klikken
42%
10. Bureaucratie op het werk
39%
39%
Mensen die niet hard werken
Roddelen 53% van de ondervraagden ergert zich aan roddelen. Volgens 14% van de ondervraagden die niet alleen werken, roddelen hun collega’s regelmatig. De 329 leidinggevenden in het onderzoek hebben een nog somberder beeld. Volgens 30% van hen roddelen hun ondergeschikten regelmatig onderling.
Werk afschuiven 12% van de mensen vinden dat collega’s liever werk afschuiven dan dat ze het zelf doen. Het is met 57% de op één na grootste ergernisfactor. Volgens de leidinggevenden schuift zelfs meer dan een kwart werk liever af dan dat ze het zelf doen (26%).
7
Arbeidsomstandigheden De helft (49%) van de mensen vindt dat er op hun werkplek sprake is van hoge werkdruk. 37% vindt dat er weinig frisse lucht is en volgens 30% is er lawaai op de werkplek.
Maar ook andere percentages trekken de aandacht. 15% noemt onveilige situaties en volgens 20% werken er teveel mensen op te weinig ruimte. Eén op de tien respondenten vindt zijn werkomgeving niet hygiënisch.
8
De leidinggevende 370 mensen gaven aan leiding te ontvangen. Zij doen de volgende uitspraken over hun leidinggevende:
De leidinggevenden worden ervaren als weinig complimenteus, ze kunnen het niet laten mensen voor te trekken en volgens minder dan een kwart neemt hun leidinggevende meestal de goede maatregelen. Duidelijk over wat er wordt verwacht (45%) en zicht op de kwaliteit van mijn werk (34%) zijn antwoorden die het meest worden gekozen. Volgens de leidinggevenden zelf zijn ze heel anders. 55% van hen geeft juist vaak complimenten, 63% is duidelijk in wat ze verwachten, 57% heeft goed zicht op de kwaliteit van hun mensen, 46% trekt niemand voor, 78% is er voor de mensen als er problemen zijn, 44% neemt meestal de goede maatregelen en maar liefst 70% draagt bij aan een goede sfeer.
9
Hoeveel tijd besteden mensen aan het werk dat hun verantwoordelijkheid is? Gemiddeld geven de respondenten aan, dat zij 76% van hun tijd besteden aan werk dat hun verantwoordelijkheid is. Hun collega’s komen wat minder productief over: de respondenten die niet alleen werken, schatten dat hun collega’s gemiddeld 69% van hun tijd besteden aan het werk dat hun verantwoordelijkheid is. De leidinggevenden denken dat de mensen die voor hen werken, inderdaad zo’n 70% van hun tijd besteden aan het werk dat hun verantwoordelijkheid is. Men denkt niet dat leidinggevenden een hoger percentage van hun tijd besteden aan hun verantwoordelijkheid: de respondenten houden het er gemiddeld op dat de baas 67% van zijn tijd goed besteedt. Hoewel men (als verwacht) een iets rooskleuriger beeld heeft van zichzelf dan van de anderen, ontlopen de cijfers elkaar maar weinig.
Hoe beoordeelt men elkaar en zichzelf? Respondenten die niet alleen werken, geven hun collega’s gemiddeld een 6,6. De baas krijgt een 6,0 (ruim 6% geeft schoolcijfer 1, 2 of 3). Dan is die baas wel wat toeschietelijker: gemiddeld geeft hij zijn mensen een 6,7. Massaal geven de respondenten aan goed te zijn in het werk wat ze doen:
10
Hoe wordt men gewaardeerd op het werk? Krap de helft voelt zich gewaardeerd op het werk:
Dit komt overeen met het lage percentage (21%) dat aangeeft complimenten te ontvangen van de leidinggevenden. Ook geeft slechts 10% van de respondenten aan, dat collega’s vaak een compliment aan een ander geven. De leidinggevenden vinden zich wel complimenteus (55% geeft aan vaak complimenten te geven) maar slechts 21% van hen, ziet de mensen onder hen elkaar vaak complimenteren. Tegen de achtergrond van andere cijfers, kan worden vastgesteld dat het opmerkelijk slecht gesteld is met het uiten van waardering op het werk. Als men collega’s en leidinggevenden in dit onderzoek positief beoordeelt, waarom voelt de helft van de werknemers zich dan niet gewaardeerd?
11
Hoe ervaart Nederland het werk? Meer mensen vinden hun werk afwisselend, dan creatief of uitdagend.
Van de leidinggevenden vindt zelfs 78% hun werk afwisselend. Vindt tweederde dus het werk afwisselend, slechts 46% noemt het ook uitdagend:
Van de leidinggevenden noemt 60% het werk uitdagend, 29% van hen is het met die stelling niet eens. En ruim de helft van alle respondenten vindt het werk creatief:
Van de leidinggevenden vindt tweederde het werk creatief.
12
Voor bevredigend werk en het voorkomen van stressklachten, is het belangrijk dat mensen ervaren voldoende in te brengen te hebben over hun eigen werk. 55% vindt dat dat het geval is, terwijl 31% niet vindt dat zij voldoende in te brengen hebben over het werk.
Van de leidinggevenden vindt 68% dat zij voldoende in te brengen hebben.
13
Moe aan het einde van de werkdag Een opvallende uitkomst is dat bijna iedereen (93%) elke dag moe terugkomt van het werk:
Van de 120 ondernemers (zzp’ers en werkgevers) komt een iets groter deel energiek thuis:
Maar ook van hen is 82% moe of een beetje moe na het werk. Gebaseerd op de antwoorden van vraag 14, waarin de helft aangeeft dat er sprake is van hoge werkdruk, is in die hoek waarschijnlijk de meeste winst te behalen.
14
Beschouwing De gegevens kunnen leiden tot een aantal conclusies. Met betrekking tot deze conclusies dient voorzichtigheid betracht te worden. Ze zijn getoetst aan de in dit onderzoek voorhanden zijnde data, maar dat is uiteraard niet zaligmakend. Het onderzoek laat zien, dat werknemers in Nederland meer belang hechten aan hun collega's, dan aan fysieke arbeidsomstandigheden. De vraag over ergernissen onderling leverde veel hogere percentages op dan de vraag over arbeidsomstandigheden, dit ondanks het feit dat die minder categorieën had. Men kan het werk inhoudelijk goed aan. Het werk op zich is niet te moeilijk, al is de werkdruk te hoog. Maar het werk wordt niet massaal als uitdagend ervaren. Men kan ook het merendeel van de tijd besteden aan de eigen verantwoordelijkheid, blijkt niet alleen uit uitspraken over zichzelf, maar ook over die van collega's en ondergeschikten. Toch voelt men zich te weinig gewaardeerd. Men ervaart dat zowel collega's als leidinggevenden spaarzaam zijn met complimenten. De baas is bijvoorbeeld veel vaker duidelijk in wat er verwacht wordt, dan complimenteus. Slechts eenderde van de respondenten heeft de indruk dat de baas goed door heeft wat de kwaliteit is van hun werk. De leidinggevenden zelf hebben een heel ander beeld. Zij vinden zichzelf over de hele linie beter bezig dan hoe zij gezien worden door hun medewerkers, maar zeker ook als het gaat om het geven van complimenten. De leidinggevenden geven hun medewerkers een redelijk goed cijfer (6,7) en vinden dat ze grotendeels bezig zijn met hun eigenlijke werk. Toch voelt minder dan de helft van de mensen zich gewaardeerd. De conclusie kan zijn, dat leidinggevenden winst kunnen boeken door hun waardering duidelijker uit te spreken. In de literatuur is talloze malen aangetoond, dat waardering en arbeidssatisfactie nauw samenhangen. Werken in Nederland is vermoeiend. Hoge werkdruk, weinig frisse lucht en lawaai zijn factoren die hieraan bijdragen. Dat slechts 7% aangeeft zich energiek te voelen aan het einde van de werkdag, is een indicatie dat het werk te weinig energie oplevert. Bedrijven en instellingen zouden hier wat aan kunnen doen door de werkdruk beter te managen en te zorgen voor meer kwalitatieve uitdaging. Het is de bedoeling om dit onderzoek regelmatig te herhalen. Voor vervolgonderzoeken is het interessant om te vragen, welke maatregelen men zelf zou treffen om het werk te verbeteren. In de tussentijd kunnen mensen die leiding ontvangen, wel wat nadrukkelijker om feedback vragen; en leidinggevenden hun complimenten wat effectiever uiten. Hof van Twente, 1 februari 2009 www.aenk.nl 15