Infobrochure voor studenten
Inwendige 4 Gastro Nefrologie Straat 37
Infobrochure inwendige 4 straat 27
2
INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE
2
ALGEMENE GEGEVENS
5
Globale beschrijving van de afdeling:
5
Functies:
5
GRONDPLAN
6
PROFIEL VAN DE AFDELING
7
Medische pathologieën, behandeling, onderzoeken
7
Kenmerken van de patiëntengroep/patiëntenprofiel
10
De meest voorkomende verpleegactiviteiten:
10
Woordverklaring & gebruikte afkortingen
18
ORGANISATIE EN WERKING VAN DE AFDELING
19
Dagschema
19
Diensturen verpleegkundigen
20
Diensturen studenten
20
Afdelingsgebonden tips:
20
Orbis
21
BIJLAGE
22
Werkpostfiche – risicoanalyse van de afdeling
22
MEDISCHE TERMINOLOGIE
23
Etymologie
23
Woordenschat
28
Infobrochure inwendige 4 straat 27
3
Infobrochure inwendige 4 straat 27
4
WELKOMSTWOORD Beste student, Welkom in AZ St-Lucas Gent! Je komt binnenkort bij ons op stage en wij zijn daar heel blij om. We investeren graag wat tijd in jou als student. Jij bent immers onze toekomst! AZ St-Lucas kan jou heel wat mogelijkheden bieden. Met 825 bedden, meer dan 2300 medewerkers en zo’n 70.000 opnames per jaar behoren we tot één van de grootste ziekenhuizen van Vlaanderen. Het hele gamma van specialiteiten staat voor onze patiënten ter beschikking. We kunnen je dus heel wat leermomenten aanbieden. Grijp deze kansen dan ook met beide handen , vraag gerust om eens een onderzoek bij te mogen wonen, een techniek uit te voeren,… Jouw interesse speelt alleen maar in je voordeel. Een organisatie zoals AZ St-Lucas, brengt heel wat met zich mee. Daarom geven we je graag wat extra informatie, die je op de volgende bladzijden kan terugvinden. Neem deze bundel zeker door als je voor de eerste maal op stage komt in ons ziekenhuis. Je kan er belangrijke informatie in terugvinden! We wensen je alvast een fijne en zeer leerrijke stage toe,
Christine Van der Hoogerstraete Directeur personeel en organisatie Wim Moerman Kurt Bourguillioen Begeleidingsverpleegkundigen
Els Vanblaere Verpleegkundig en paramedisch directeur
Infobrochure inwendige 4 straat 27
ALGEMENE GEGEVENS Globale beschrijving van de afdeling: De voornaamste pathologieën op onze dienst zijn nefrologie, gastro-enterologie en endocrinologie. Verpleegafdeling inwendige 4 bevindt zich in straat 37 Tel : 09/224.51.37 E-mail:
[email protected]
Functies: Artsen: o Nefrologie o Gastro-enterologie o Endocrinologie Hoofdverpleegkundige: Annick Van Kerkhove
Stagementor: Brenda Van Beveren, Karina Verbiest; Team van verpleegkundigen: o zorgt voor de observatie en verzorging van onze patiënten. Deze mensen zullen aandacht geven aan de leerdoelen van de studenten en hun begeleiden gedurende de stageperiodes. Administratief en logistiek bediende: zorgt voor de administratieve ondersteuning van de dienst Logistieke assistenten: zij voeren ondersteunende taken uit zoals: o zorgen voor het voedingsgebeuren o zorgen voor het patiëntenvervoer o voeren allerlei boodschappen uit.
5
Infobrochure inwendige 4 straat 27
6
GRONDPLAN Tijdelijk niet beschikbaar
Infobrochure inwendige 4 straat 27
7
PROFIEL VAN DE AFDELING Medische pathologieën, behandeling, onderzoeken Pathologie
Behandeling
Onderzoeken
Infecties Urineweginfecties
Luchtweginfecties
Zonder klachten : geen behandeling Zo T° en klachten : antibiotica Koorts : antibiotica, aerosol, tapotage
Labo, urinekweek Recidiverende UWI : IVP Labo, sputumkweek, hemocultuur, RX thorax
Gastro-intestinale klachten Dehydratatieondervoeding Braken
Rehydrateren (IV voeding), bijvoeding, IV voeding, medicatie
Labo, echo abdomen, overzicht abdomen, gastroscopie
Diarree
IV voeding, medicatie, ev. antibiotica
Stoelgangkweek, echo abdomen, overzicht abdomen
Obstipatie
Laxerende voeding, extra vocht, medicatie
Echo abdomen, overzicht abdomen, rectoscopie, colonscopie
Als basis worden de meeste therapieën medicamenteus onderlegd, meestal te starten met een intraveneuze therapie om dan verder te gaan met medicatie per os. Zeer frequent is bijvoorbeeld de therapie met zuurremmende middelen bv. Pantomed (behandeling van ulcera). Medicatie- therapie (I.V.therapie, per orale therapie) Antibiotica-therapie Lavement Ascitespunctie ERCP (= endoscopisch retro-
Echo-abdomen RX-abdomen C.T.- abdomen R.X.-thorax Gastroscopie Colonoscopie Leverpunctie Leverbiopsie Diagnostische ascitespunctie Bariumklysma (steeds laxeermiddel na O.Z.)
Gastro-enterologie Oesophagitis Slokdarmstenose Maagulcus MaagC.A.,eventueel gemetastaseerd Cholangitis Cholelithiasis Pancreatitis Hepatitis (A, B, C) Levercirrose Levercarcinoom Coloncarcinoom Spastisch colon Peptisch colon Colitis ulcerosa
Gastrografineklys ma (dit O.Z. werkt
Infobrochure inwendige 4 straat 27
Diverticulitis Maag- en darminfecties: Clostridium, Salmonella en vele andere Darm-obstructie Ziekte van Crohn
Endocrinologie Soorten diabetes: Type 1 : -Absoluut tekort aan insuline. -Zeer veel plassen. -Groot dorstgevoel. -Verhoogde eetlust en toch vermageren . -Vermoeidheid -Infecties -Jonge mensen < 30 jaar -10% van de diabeten. Type 2: -Relatief tekort aan Insuline + resistentie. -Vaak geen klachten -Geleidelijk begin -Uiteindelijk zelfde type klachten als type 1 -Slechte wondgenezing -Oudere mensen > 40 jaar -90% van de diabeten overgewicht. Zwangerschapsdiabetes: -Diabetes die ontstaat tijdens de ZW -Geen verhoogd risico aangeboren afwijkingen -Strikte controle om risicobevalling (te zware baby) te voorkomen. -Na de zwangerschap eindigt de diabetes.
8
grade cholangipancreaticografie), wordt uitgevoerd bij cholelithiasis, of bij stenose van de galwegen)
Behandelingsdoelen Bloedglucosewaarden zo dicht mogelijk bij normale waarden (normoglycemie) Diabetes is meer dan bloedglucose alleen: behandeling van: Hypertensie (hoge bloeddruk) Hyperlipidemie/hypercholest erolemie (vetmetabolisme) Een strikte behandeling doet het aantal Diabetescomplicaties dalen. Specifieke behandeling type 1: -dieet + beweging + insuline type 2 : -dieet + beweging of dieet + beweging + insuline Zwangerschapsdiabetes : -dieet + beweging -dieet + beweging + perorale medicatie. -dieet + beweging + insuline Secundaire diabetes : -dieet + beweging -dieet + beweging + perorale medicatie. -dieet + beweging + insuline al dan niet met perorale medicatie.
laxerend) M.R.C.P. Enteroclyse (O.Z. van de dunne darm, zeer specifiek, wordt zelden aangevraagd)
Onderzoeken die systematisch gebeuren: - Oogfundusonderzoek - Nierfunctieonderzoek (12 of 24 uurs urine) - EKG - Bloedonderzoek - voetcontrole op wondjes
Infobrochure inwendige 4 straat 27
9
30-50 % ontwikkelt later type 2 diabetes binnen 5 – 10 jaar Diabetes tengevolge van bv. pancreasoperatie of na medicatie gebruik bv. cortisone: Complicaties: Acute complicaties: -Hypoglycemie: te lage bloedglucosewaarden -Hyperglycemie: te hoge bloedglucosewaarde Chronische complicaties: -Hart-en grote bloedvaten -Ogen: retinopathie -Nieren: nefropathie -Zenuwen: neuropathie - Diabetische voet Nefrologie
Patiënt met nierziekten Patiënt met acute nierinsufficiëntie Patiënt met chronische nierinsufficiëntie niertransplantatie
Medicamenteuze behandeling – dieet
Kunstnier (KN) – hospitaal dialyse
kunstnier (KN) (hospitaal dialyse; 3x/week – 4u.KN)
CAPD (chronisch ambulante peritoniaal dialyse) – buikspoelingen – gebeurt door patiënt thuis
Niertransplantatie gaat door in UZ
Soms nierbiopsie
Verschillende onderzoeken worden systematisch gedaan + onderzoeken zijn afhankelijk van toestand van patiënt
EMG
Cardiologisch onderzoek
RX bot skelet Oogfundus onderzoek
Infobrochure inwendige 4 straat 27
10
Kenmerken van de patiëntengroep/patiëntenprofiel Nefrologie: Sommige patiënten doen aan zelfzorg. Een groot gedeelte van deze patiënten hebben meer zorgen nodig en zijn hulpbehoevend. De gemiddelde leeftijd van de patiënt met terminale nierinsufficiëntie (NI) wordt hoger. Dikwijls is er bijkomend lijden (diabetes – vaatlijden). Gastro-enterologie: Grote variatie van patiënten gaande van zelfzorg tot zware hulpbehoevenden; bv. CApatiënten die terminaal zijn. Sommige patiënten hebben soms ook psychologische bijstand nodig, bv.alcoholverslaving kan lijden tot terminale levercirrose. De meeste patiënten komen met hun specifieke klachten terecht op de afdeling waar er vervolgens een aantal onderzoeken worden aangevraagd om zo vlug mogelijk een diagnose te kunnen stellen en de behandeling te starten. Andere patiënten worden doorverwezen door de huisarts om een bepaald onderzoek te laten uitvoeren en verder advies te krijgen van de gastroenterologen. Indien een O.P. gewenst is worden de voorbereidende onderzoeken nog meestal op onze afdeling uitgevoerd, na de operatie transfereren de patiënten meestal naar een chirurgische afdeling. Endocrinologie: Kenmerken van de patiëntengroep type 1 en type 2. Diabetes als gevolg van een pathologie Bv. ca. Hypo-hyperglycemie. De patiënten worden zoveel mogelijk geëduceerd tot zelfzorg door de diabetesverpleegkundige en de verpleegkundigen: o Aanleren om insuline toe te dienen o zelf leren meten van de glucose en waarden interpreteren o adequaat reageren op hypo- en hyperglycemie o bespreking werk-thuis situatie o belang van beweging o belang van gezonde voeding
De meest voorkomende verpleegactiviteiten: 3.3.1: Basiszorgen: Medicatie toedienen de student kan S.C een inspuiting geven met betrekking tot anticoagulantietherapie (bv. Clexane) de student kan een I.M. inspuiting toedienen kan insuline toedienen met spuit en naald – huidplooitechniek kan insuline toedienen met insulinepen – huidplooitechniek (2) prikken van dagcurves bij diabetespatiënten kan medicatie S.C. toedienen – inspuittechniek (2) kan medicatie I.M. toedienen (2) kan medicatie I.V. toedienen (2) de student kan medicatie per os toedienen
Infobrochure inwendige 4 straat 27
11
Kan bij een patiënt met een centraal veneuze katheter leidingen en verbandwisseling uitvoeren (3) Goede lichaamshygiëne geven aangepast aan de noden van de patiënt, vb. bedbad, bad of douche geven, hulp aan lavabo, zelfzorg stimuleren evenals aandacht voor de haren, gebit, nagels en conditie van de huid. Omschrijven van verpleegkundige problemen, actie plannen en evalueren. Observeren op psychisch, fysisch en sociaal vlak. 3.3.2 Specifieke behandelingen: Ademhalingsstelsel Kent normale en afwijkende AH-types en kan afwijkingen hierop bij de patiënt vaststellen Zorgt voor de ademhaling van de patiënt o door aangepaste houding o hulp bij ophoesten Observeert en rapporteert sputum en kan dit verzamelen voor laboonderzoek Kan zuurstof toedienen Kan inhalatietherapie toedienen o aerosoltherapie: via pijpje of masker aangesloten op perslucht. Aandacht voor juiste dosering! Unidosis zijn nu voorhanden. o verstuivers: gasvormige puff of poedervormig (discus, aeroliser, turbohaler) Aanleren aan patiënt. Belangrijk! Hoeveel maal te gebruiken. Eventueel wordt een volumatic aangewend. Bloedsomloop Stimuleren om zowel passieve als actieve oefeningen te doen afhankelijk van de pathologie, toedienen medicatie Controle van bloeddruk en pols Toedienen van bepaalde bloedverdunnende medicatie - per os, SC. - I.V vb. via spuitpomp(Heparine) Bloedtransfusies Intraveneuze therapie: via perifeer infuus. Goede observatie van de insteekplaats. Aandacht voor nazorg bij ontsteking Centraal veneuze therapie: Nefrologische patiënten krijgen in afwachting van een definitieve toegangsweg dikwijls een centrale katheter in de vena subclavia geplaatst (of vena jugularis). Aandacht voor insteekplaats en correcte verzorging (steriliteit!) Centrale katheters worden ook dikwijls geplaatst indien er een lange intraveneuze therapie nodig is of als patiënt zodanig verzwakt is dat er TPNtoediening nodig is. Ook gastro-enterologie patiënten hebben soms EUT, bv. bij anorexiepatiënten en patiënten waarbij darmstelsel langere tijd op rust wordt gesteld (bv.Crohn-patiënten). Observatie na angiografie o Steeds is er een radiologische begeleidingsfiche. o Aandacht voor bloeding punctieplaats. o Aandacht voor drukverband + zandzak o Dikwijls bedrust gedurende enkele uren of 24 uur. Aandacht voor verminderde bloedcirculatie CAVE: voetwondproblemen Patiënten met poortkatheter krijgen via deze weg hun medicatie
Infobrochure inwendige 4 straat 27
Huid en zintuigen Kan chirurgische gesloten wonden observeren en een verbandwissel uitoefenen Kan de soorten wondnaden herkennen en hechtingsmateriaal verwijderen: haakjes en draadjes Observeert en verzorgt een passief drainagemiddel: tubulaire drain, Penrose, Lamelle, T-drain Kan een receptorzakje aanbrengen bij een passief drainagemiddel Toezicht houden op en een verbandwisseling uitvoeren bij een vacuumdrainage en het opvangrecipiënt verwisselen Kan een passief drainagemiddel inkorten Kan een actief- en passief drainagemiddel verwijderen Kan toezicht houden op en verbandwisseling uitvoeren bij: o zuivere open wonden: oppervlakkig / diep exsudaat: weinig / veel maceratie o geïnfecteerde wonden op advies van de arts verzorgen o een staal wondvocht opnemen o een wonde peilen en spoelen o oude wieken verwijderen en nieuwe wieken inbrengen o wondinstillatie toepassen o de wonden onderkennen in de granulatiefase, biologische ontstekingsfase en necrotische fase o passieve en interactieve wondverbanden aanbrengen: Kan de stomazorg uitvoeren en aangepast materiaal gebruiken bij een patiënt met anus praeter Kunstnierpatiënten hebben soms last van een droge en jeukende huid (door een te hoog ureumgehalte in het bloed). Aangepaste zeep + ureum crème wordt hiervoor voorgeschreven. Bij ernstige problemen wordt een consult dermatoloog gevraagd. Spijsverteringsstelsel Stimuleren om op te zitten, eventueel rond te lopen, zorgen voor een rustige omgeving, ongemakken voorkomen, voldoende laten drinken Toedienen van medicatie per os (Pantomed of IV (Nexiam) Eventueel plaatsen van een maagsonde Voeding via microsonde bij dementerende en psychiatrische patiënten. Wordt ook gebruikt bij patiënten die nog niet voldoende voeding kunnen innemen. Na plaatsing steeds controle in RX. RADIO OPAKE KATHETER. Gastrostomiekatheter: blijvende katheter door de huid rechtstreeks in de maag geplaatst via gastroscopie. Eerste dag enkel water toedienen. Soort sondevoeding wordt door de arts doorgegeven. Steeds spoelen na voedseltoediening. Opletten bij diabetespatiënten. Verband 3x/week vernieuwen. Uitscheidingsstelsel Observatie voor mictie en defaecatie van de patiënt Aanbieden van hulpmiddelen: bedpan, toiletstoel, urinaal Vervangen van incontinetiemateriaal inlegluier, pamper,.. Lavementen: o klein lavement : zoals fleet
12
Infobrochure inwendige 4 straat 27
13
o groot lavement : zeeplavement, zoutlavement Anaal verwijderen van faecalomen wanneer andere laxativa niet helpen Observeert en rapporteert, zo nodig, de frequentie en de toiletgewoonten van de patiënt, herkent macroscopische afwijkingen Maakt zo nodig observatie mogelijk door opvang en verzameling van urine en faeces voor labo-onderzoek Bevordert de defaecatie en neemt maatregelen om obstipatie te voorkomen door: o te stimuleren tot meer beweging o gebruiken van een aangepaste voeding en vochtinname o toedienen van orale of rectale laxantia Kan een eenmalige blaaskatheterisatie uitvoeren bij een mannelijke en vrouwelijk patiënt voor: staalname, urineretentie en residu (2) Kan alleen / met hulp een verblijfkatheter plaatsen bij een mannelijke en vrouwelijke patiënt en kan het vereiste toezicht hierop uitoefenen (2) Kan een urinestaal afnemen bij een verblijfskatheter (2) Het urinedebiet per 24 uur is zeer belangrijk voor nefrologische patiënten. Indien geen urineproductie = ANURIE o De patiënt wordt gevraagd om zijn urine bij te houden in een recipiënt (bidon). Dagelijks wordt het debiet genoteerd op de fiche o CAVE! Steeds opletten met het weggieten van urine. Navragen aan de verantwoordelijke verplegende. 24 uurs Creatine Clearance is een veel voorkomend onderzoek dat gebeurt bij nefrologische patiënten. o Creatininegehalte in het bloed van de patiënt wordt dan vergeleken met de creatinineklaring in de urine, op die manier wordt de ernst van de nierinsufficiëntie vastgesteld. Blaasspoelingen met fysiologische oplossing of met ontsmettende spoelvochten (bv. CHLOORHEXIDINE) worden soms gedaan bij sterk vervuilde en geconcentreerde urineproductie. Bij blaasbloedingen wordt soms gespoeld met fysiologische oplossing 0,9% voor blaasspoelingen waarin bloedstelpende medicatie wordt opgelost (exacyl). Voeding en vochttoediening Zorg voor voldoende voedsel en vochtopname kan de voedingstoestand van de patiënt beoordelen dient de maaltijd op met zorg voor de omgeving en de sfeer, zorgt ervoor dat de patiënt comfortabel zit stimuleert de zelfstandigheid van de patiënt bij de maaltijd biedt hulp aan bij patiënten die niet zelfstandig kunnen eten en drinken dient voedsel en vocht toe met gebruik van hulpmiddelen zoals tuitbeker Er steeds attent op zijn of de patiënt nuchter moet zijn: voor operatie voor het onderzoek door zijn diagnose/pathologie (bijv. pancreatitis) na een onderzoek (vb na zijn gastroscopie mag de pt. tot 60’ na het onderzoek niets nuttigen omdat de keel verdoofd werd met xylocaïne spray) > verstikkingsgevaar Er zijn verschillende diëten, de meest voorkomende zijn : nefrodieet (met vochtbeperking), endocrienodieet L.V. (lichtverteerbare voeding), AVVZ (arm aan verzadigde vetzuren)
Infobrochure inwendige 4 straat 27
14
Mobiliteit Zorgt voor de juiste houding in bed en afwisseling hierin rugligging, zijligging, buikligging, wisselligging, half zittend, rechtop zittend, Trendlenburg, anti-Trendlenburg, Fowler, met hoogliggende arm of been. maakt goed gebruik van de hulpmiddelen: ruggesteun, voetensteun, dekenboog, zandzakken, veiligheidshekkens en andere hulpmiddelen die de druk onder de drukplaatsen herverdelen; zwevende hielen, Alfa Xcell matras helpt zonodig bij beweging: passief bewegen van de ledematen mobiliseert de zieke: o zittend op de rand van het bed o zittend in zetel of rolstoel o lopend aan de arm/of met andere hulpmiddelen o kan de patiënt vervoeren met bed, brancard rolstoel o kan de tillift gebruiken en kan de patiënt in en uit bed tillen Hygiëne: De student zorgt bij de dagelijkse lichaamshygiëne van de patiënt of voor de hulp hierbij bestaande uit: de volledige of gedeeltelijke verzorging van de patiënt in bed, aan de lavabo of de douche schenkt bij de verzorging van de huid telkens aparte aandacht aan de verschillende drukplaatsen, met de bedoeling decubitus te voorkomen, voorkomt en behandelt intertrigo verzorgen van de uitwendige geslachtsorganen, na mictie of defaecatie, bij incontinentie, tijdens de menstruatie het voorkomen van verwikkelingen van bedlegerigheid en immobiliteit: decubitus, contractuur, trombose, atrofieën, luchtwegeninfectie, incontinentie, urineretentie, afname van eetlust, darmtraagheid, constipatie en psychische gevolgen helpt de patiënt die in zijn beweging gestoord is door informatie te geven over de gevaren van langdurige immobiliteit dagelijkse mondverzorging: tanden poetsen, mond spoelen, prothese verzorgen, voorkomen en/ of eventueel behandelen van mondaandoeningen, mondverzorging bij de patiënt die daar zelf niet toe in staat is, stimuleren van speekselsecretie, lippen verzorgen dagelijkse haarverzorging: haar borstelen of kammen, baard scheren, haar wassen in bed of aan de lavabo nagelverzorging van handen en voeten biedt hulp bij aan - en uitkleden en laat het kiezen van de kleding zoveel mogelijk over aan de patiënt Zorg voor een goed opgemaakt bed kan bed opmaken en afhalen: o de patiënt mag uit het bed o de patiënt mag in bed draaien maar niet opstaan Fysieke beveiliging: Gebruik maken van bedsponden en bindmateriaal. Steeds zorgen voor beveiliging, vb. onrusthekkens omhoog, bij onrustige patiënten fixatiemateriaal aanwenden zoals een voorzettafel, fixatiegordel, polsbinder, verpleeglaken… Bed in de laagste stand zetten bij het verlaten van de kamer
Infobrochure inwendige 4 straat 27
15
Er voor zorgen dat het belsignaal altijd in het bereik van de patiënt ligt. Fixatie beleid opvolgen Verpleegactiviteiten die verband houden met het stellen van diagnose: Observeer de lichaamstemperatuur: onder oksel, voelt en telt de pols, maar ook vb. kleur, pijnprikkels, alertheid, sufheid, ademhalingsritme Specifieke voorbereidingen bij onderzoeken en behandelingen Coloscopie (z)onder narcose Voorbereiding: (volgens arts) o Moviprep 1 zakje opgelost in 1L water o Avond voor het OZ: 1 zakje moviprep + 1L water o Dag van het OZ: 1 zakje moviprep + 1L water o Soms moet de patiënt 2 zakjes moviprep innemen + 2L water op deavond voor het OZ (dus als het OZ in de voormiddag plaats vindt) Algemene aandachtspunten bij een colonscopie: o Observatie van de stoelgang o Controle op nausea, een verlaagde RR o Patiënten stimuleren om te drinken o Patiënten moeten vervoerd worden met bed o O.P.- hemdje, blauwe onderlegger in bed + 1 extra onder hoofdkussen o identificatie-armbandje = rood o etiket met patiënt gegevens onder plastiek hoesje aan het voeteinde van het bed (adres + telefoonnummer doorhalen met zwarte stift dit om de privacy van de patiënt in acht te houden) o Na het onderzoek mag de patiënt onmiddellijk eten. Enkele tips om de voorbereiding van de patiënt aangenaam te maken: o Bij nausea kan er primperan toegediend worden, tel arts o Er is mogelijkheid om een smaakstof toe te dienen aan de Movi prep appelsapbrikje wordt toegevoegd aan 1l Movi prep. o Kauwgom werkt preventief bij nausea (patiënt dient dit wel zelf mee te brengen) o Soms helpt het om met een rietje te drinken. Darmen moeten proper zijn = helder geel vocht, geen brokjes Coloscopie onder verdoving Idem zoals hierboven maar aandacht voor het invullen van een anesthesiefiche en een dagelijks observatieblad en een vragenlijst. Gastroscopie Hierbij dient de patiënt enkel nuchter te zijn, en mag hij/zij na het onderzoek niet direct iets nuttigen omdat de keelholte nog verdoofd is door xylocaïnespray, de patiënt dient nog een uurtje geduld uit te oefenen om te eten. ERCP Dit onderzoek gebeurt ook onder anesthesie dus is er ook een anesthesiefiche en een dagelijks observatieblad nodig, de patiënt is nuchter. ERCP= Endoscopic Retrograde Cholangio-Pancreatography, is een diagnostische procedure voor het onderzoek van lever, galwegen en pancreas. Aangezien het gebeurt onder sedatie worden de patiënten afgehaald op recovery). Nazorg bij ERCP: controle parameters, eerste uur na het onderzoek niet eten of drinken, tenzij anders vermeld op het dagelijks observatieblad.
Infobrochure inwendige 4 straat 27
16
MRCP Het MRCP is de magnetische resonantie (N.M.R.) van de galwegen en de pancreas. Dit onderzoek gebeurt op de dienst medische beeldvorming en is louter diagnostisch. C.T. abdomen De patiënt is nuchter, een verpleegkundige van radiologie brengt een fles met contrastvloeistof naar de afdeling dit dient de patiënt uit te drinken op het aangegeven tijdstip vermeld op de fles, telkens 1 beker met een tussenperiode van 20’, na de derde beker mag de patiënt niet meer plassen zodat contraststof in het lichaam blijft. Nazorg: veel drinken, zeker 1l extra, melden aan de patiënt dat hij/zij dunne ontlasting kan hebben. Contraststof werkt laxerend Slik-act slokdarm De patiënt dient nuchter te zijn Nazorg: eventueel laxeermiddel drinken Maag-darm: bariumklysma De patiënt dient nuchter te zijn Nazorg: 30 ml olie te drinken, dit mag verdunt worden met een andere vloeistof Maag-darm: gastrografineklysma De patiënt dient nuchter te zijn Nazorg: melden aan de patiënt dat hij/zij dunne ontlasting kan hebben Dunne-darmtransit De patiënt dient nuchter te zijn Nazorg: 30 ml olie drinken RX-colonclysma met barium De avond voor het onderzoek dient de patiënt een flesje prepacol te drinken Nazorg: 30 ml olie drinken Leverpunctie/ leverbiopsie De patiënt moet nuchter zijn. O.P. hemdje Dagelijks observatieblad Nazorg: de patiënten dienen een tijdje op hun Re- zij te blijven liggen, dit om de bloeding te stelpen; controle verband. Ascitespunctie (wordt o de kamer uitgevoerd) De patiënt hoeft niet nuchter te zijn Verzamelen van materiaal op plateau: Specifieke aandachtspunten voor de afdeling Zorgt voor de patiënt en zijn omgeving draagt zorg voor de materiële inrichting en de rustige omgeving in de ziekenkamer of het dagverblijf zorgt voor de leefsfeer van de patiënt: bezoek, bloemen, fruit, post, kleding, telefoon zorgt voor het recreatief bezig zijn van de patiënt, onderkent door observatie en gesprek waarin de patiënt belang stelt in verband met ontspanning en bezigheid reinigt en onderhoudt het gebruikte verplegingsmateriaal, past regels voor persoonlijke en algemene hygiëne zodanig toe dat infecties voorkomen worden
Infobrochure inwendige 4 straat 27
17
functioneert als goed teamlid en medestudent op de afdeling met een verantwoordelijkheid die beperkt is tot wat van een beginnende student kan verwacht worden en zoals hierboven beschreven Cognitieve en sociale vaardigheden De student: kan een opnamegesprek voeren bij een patiënt kan algemene préoperatieve zorgen plannen en uitvoeren kan informatie geven aan de patiënt met betrekking tot onderzoeken en ingreep heeft inzicht in de gehanteerde verpleegprotocols op een heelkundige verpleegeenheid heeft inzicht in de wijze waarop patiënten het operatiegebeuren beleven kan informatie geven aan heelkundige patiënten i.v.m. verpleegkundige interventies. kan observaties op somatisch en niet-somatisch vlak rapporteren en bespreekbaar stellen en team kan een verpleegplan hanteren kan postoperatieve verwikkelingen bij patiënten observeren en signaleren i.v.m. o ademhalingsstelsel o gastro-intestinaal stelsel o cardio-vasculair stelsel o urinestelsel o huid o zenuwstelsel Technische vaardigheden De student: kan de basisprincipes toepassen: hygiëne en steriliteit, veiligheid, beleving van de patiënt, comfort, zelfzorg en inspraak, ergonomie, economie en ecologie (2) Nog enkele tips De student: kent de symptomen van hypo/ en hyperglycemie en reageert correct o kent het Klinisch gebruik van insulinepen. o Mengsels type mixtard/humuline 30/70.. o Snelwerkende insuline wordt toegediend 15 à 20 min. voor de maaltijd behalve in geval van waarden < 80 mg/dl. o Uitzondering bij de ultrasnelwerkende insuline: o Novorapid o Humalog o Of mengsels ultrasnelwerkende insuline o Novomix wordt ingesporten direct voor de maaltijd. o Ultratraagwerkende insuline , type Lantus/Levemir staan los van de maaltijd en worden steeds op hetzelfde uur toegediend Bijzondere technieken: in acute situaties wordt bij de start van kunstnier steeds een centrale katheter geplaatst.
Infobrochure inwendige 4 straat 27
18
o De verzorging van de subclavia of jugularis katheters gebeurt op de kunstnierafdeling. o Bij problemen (zo verband los is, of vermoeden van infectie) gebeurt dit ook op onze afdeling. o Uitermate steriel werken is belangrijk. Steeds masker (patiënt en verplegende) en steriele handschoenen dragen. V 3000 verband voor het bevestigen. verzorging van definitieve toegangswegen voor kunstnier. o fistel (onderhuidse verbinding tussen vene en arterie zodanig dat de vene de kwaliteiten krijgt van de arterie en toch gemakkelijk aanprikbaar is). Deze wordt aangelegd door de vaatchirurg. Na 24 uur gebeurt de eerste verzorging op de afdeling bij het verwijderen van de mini redon. Steriel werken! DAV (Droog Aseptisch Verband)! o
o
o
Goretex: stuk kunststof ent wordt ingebracht tussen vene en arterie. Wordt meestal aangelegd in bovenarm of dij. Indien de kwaliteit van de bloedvaten van de patiënt dermate is, dat het moeilijk is om een onderhuidse fistel te construeren. Verzorging idem als bij fistel. CAVE nooit bloeddruk nemen langs de kant van de toegangsweg voor kunstnier. Controle op soufle van de toegangswegen gebeurt verschillende keren per dag en wordt patiënt ook aangeleerd bij ontslag. Lage bloeddruk steeds melden: gevaar voor het toeslippen van toegangswegen. Optiflow katheter - bij oudere kunstnier patiënten en bij mensen met dermate slechte bloedvaten wordt gekozen voor deze toegangsweg. Een blijvende centrale katheter wordt operatief ingebracht door de vaatchirurg. Sommige katheters hebben een veneus en arterieel gedeelte dat is afgesloten met Heparine (hoeveelheid volgens lengte van katheter). Verzorging idem van centrale katheter. CAVE bij plaatsing voor na bloeding.
Woordverklaring & gebruikte afkortingen NI KN CAPD AAT AV fistel CVA MUG
nierinsufficiëntie kunstnier chronische ambulante peritoniaal dialyse achteruitgang algemene toestand arterieel-veneuze fistel cerebro-vasculair accident medische urgentie groep
Infobrochure inwendige 4 straat 27
19
ORGANISATIE EN WERKING VAN DE AFDELING Dagschema Vroegdienst: 6u30 - 6u45
Overdracht N - V
6u45 – 8u
3 vroegdiensten: 1 VK: Medicatie voorkant & parameters. 1 VK: Medicatie achterkant & parameters. 3e vroegdienst start met verzorging KN patiënten.
8u
Overdracht naar dienst – of dagverantwoordelijke
8u30
Ochtendverzorging
11u 12u30
Medicatie uitdelen per unit van 12u Medicatie klaarzetten voor 24u
13u30-14u12
Overdracht L (door hoofdverpleegkundige)
Tussendoor:
- beloproepen beantwoorden - studenten begeleiden - opname nieuwe patiënten Einde vroegdienst
14.12u Laatdienst : 13u30
Overdracht V —> L
14u
Medicatie controleren, parameters, …
15u
Namiddagtoer
16u45 18u
Avondtoer
tussendoor
20.45 u 21.12u
- beloproepen beantwoorden - familie te woord staan - studenten begeleiden - opname nieuwe patiënten overdracht naar ND Einde laatdienst
Infobrochure inwendige 4 straat 27
Nachtdienst : 20.45 u
- Overdracht L – N - medicatie ronddelen, pt. installeren voor de nacht… - doorschrijven medicatiefiches
23u – 24u
- controleren patiënten
02u - 04u 05u – 06u
06u30
- controleren patiënten - noteren urinedebiet - patiënteninfo uitprinten volgens aantal vroegdiensten - overdracht N - D
6.45u
Einde nachtdienst - slaapwel
Diensturen verpleegkundigen Dagdienst Vroegdienst Late dienst Nachtdienst
7u45 tot 16u27 (1u pauze). 06u30 tot 14u12 (geen pauze) 13u30 tot 21u12 (geen pauze) 20u45 tot 06u45 (geen pauze)
Diensturen studenten De diensturen voor studenten zijn dikwijls verschillend per school. Toch volgen de studenten de uren van de medewerkers = 7.42u Als je 7.30u stage per dag moet lopen doe je elke dag 7.42u en schrijf je 7.30u in. Loop je 8uur stage per dag volg je de uren van het ziekenhuis (=7.42u) en schrijf je 8uur in Laat dagelijks je urenlijst aftekenen door de verantwoordelijke. Als je naar de introductie komt de eerste stagedag, breng ook je urenlijst mee en laat je deze door de begeleidingsverpleegkundige aftekenen.
Afdelingsgebonden tips: Let goed op! Vochttoediening bij nefrologische patiënten eerst nakijken op voedingslijst BD controle hoort nooit aan de armfistel! Centrale dialyse katheters steeds verzorgen met masker + steriele handschoenen Respect voor CAPD patiënten tijdens de behandeling (bezettingslampje aan) Aandacht voor urinecollecties.
20
Infobrochure inwendige 4 straat 27
21
Aandacht voor het nuchter houden van gastro-enterologische patiënten in afwachting van bepaalde onderzoeken. Aandacht voor het eten geven van gastro-enterologische patiënten na bepaalde onderzoeken. Soms is er een wachttijd van 1 uur na verdoving van de keel (vb. EREP-gastroscopie) Endocrinologische patiënten : Cave hypoglycemie/zweten – bewustzijnsverlies hyperglycemie. Steeds aandachtig zijn. HGT bepalen. Bij High aangifte op toestel, labo laten prikken om suikergehalte exact te laten bepalen.
Orbis Op deze afdeling in AZ Sint-Lucas werkt men met het nieuwe elektronisch verpleegkundig dossier Orbis. Om al eens een zicht te krijgen hoe dit systeem werkt en in elkaar zit, stellen we online een e-learning module ter beschikking. Deze e-learningmodule is opgedeeld in verschillende lestopics waarin aan de hand van schermfilmpjes en geanimeerde presentaties wordt getoond hoe het elektronisch verpleegdossier binnen AZ Sint Lucas werkt. Deze e-learningmodule kun je bereiken via http://www.lereninazstlucas.be
Infobrochure inwendige 4 straat 27
22
BIJLAGE Werkpostfiche – risicoanalyse van de afdeling vzw AZ Sint-Lucas & Volkskliniek Campus Sint-Lucas Groenebriel 1 9000 Gent Tel. 09/224 61 11 Fax 09/224 61 10
[email protected]
Campus Volkskliniek Tichelrei 1 9000 Gent Tel. 09/224 56 11 Fax 09/224 56 10
[email protected]
WERKPOSTFICHE STAGIAIRS
in uitvoering van het KB van 21/09/04 betreffende de bescherming van stagiairs Onderneming : AZ Sint-Lucas Werkposten : Verpleegafdeling E2 straat 37 Typefunctie : Verpleegkundige Opleiding : Bachelor in verpleegkunde / 4e graadsopleiding verpleegkunde
LUIK A Beschrijving van de werkzaamheden : - Waar : Verpleegafdeling E1 straat 37 - Welke machine, transportmiddel, producten : …………………………………………………………………………………………………………………….. - Taken : Verpleegkundige taken Resultaat risico-evaluatie(1) : - Risico’s : Risico biologische agentia groep 2 : TBC + bloedoverdraagbare infectieziekten, dragen van lasten, contact met voeding - Genomen preventiemaatregelen : Vaccinaties, standaardvoorzorgsmaatregelen - Specifieke instructies, opleiding : standaardvoorzorgsmaatregelen beheersen, hef- en tiltechnieken
Risico’s en hinder(2) val op de begane grond van hoger gelegen vlak
LUIK B
Verplicht medisch toezicht(3) risico beroepsziekten : fysisch…………………………….. chemisch………………………….. biologisch…………………………. prikwonden/snijwonden lawaai longaandoening………………… verbrijzelingen trillingen huidaandoening……………….. rondvliegende scherven warmte veiligheidsfunctie? : ……………………………………………………….. brandwonden koude contact met voedingswaren elektrische risico’s vochtigheid gebruik van beeldschermen(4) manueel hanteren van lasten (met gevaar voor rugletsel) val van voorwerpen chemische hinder inentingen/test : tetanus tuberculoses geïsoleerd werk spatten hepatitis B andere :…………… andere …………………. stof ioniserende stralingen ……………………………………………. gassen, dampen noodzakelijke maatregelen bij zwangerschap en borstvoeding. Conform risicolijst AZSL aard v/h gericht onderzoek…………………………………………………. Periodiciteit 1 x geldig voor de volledige opleiding Welke werkkledij/persoonlijke beschermingsmiddelen worden gedragen ? (verantwoordelijkheid gebruiker) broekpak/schort/andere : broekpak of schort ademhalingsbescherming (type) :………………………………….. veiligheidsschoenen (type) :…………………………………………….. oorkap/oorpropjes (type) :…………………………………………….. handschoenen (type) : PVC of Latex helm/kapje (type) : …………………………………………………………. bril/scherm (type) : bij risico op bloedspatten andere :……………………………………………………………………………….. Voor de onderneming : naam en handtekening
Ondergetekende werd geïnformeerd over de in te nemen werkpost.
Datum : Datum : (1)
indien het een arbeidspost zonder specifieke gezondheids-en veiligheidsrisico’s betreft, dient de tabel “Risico’s en kinder” niet aangevuld te worden
(2)
geeft de specifieke kenmerken van de arbeidspostanalyse
(3)
aard van de blootstelling zoals voorzien in de inventaris opgemaakt in uitvoering van ARAB art.124 & 1b en meegedeeld aan de arbeidsgeneesheer
(4)
gebruik van beeldschermen gedurende een aanzienlijke deel van de normale werktijd (bv.meer dan 4 uur) in functie van wat bij de gebruiker geldt
(5)
algemene opmerking : de werkpostfiche is vooraf ter advies voorgelegd aan de diensten van preventie en bescherming op het werk en het comité
Infobrochure inwendige 4 straat 27
23
MEDISCHE TERMINOLOGIE Etymologie ALGEMEEN a-
zonder
dys-
wijst op een stoornis
-ectomie
wegname
intra-
in
-itis
ontsteking
logos ( -logie, -loog)
leer
pathos ( -pathie)
lijden
poly-
veel
CARDIOVASCULAIR STELSEL card-, cardi- (afgeleid van het Grieks)
hart
cardiologie leer of studie van de hartziekten cardiopathie het lijden aan een hartziekte vas- (afgeleid van het Latijn)
(bloed)vat BLOED- EN LYMFESTELSEL
hem-, hemat- (afgeleid van het Grieks)
bloed
RESPIRATOIR STELSEL trache- (afgeleid van het Latijn)
houdt verband met de luchtpijp tracheitis ontsteking van de luchtpijp
bronch- (afgeleid van het Latijn)
wijst op een luchtpijpvertakking bronchitis ontsteking van de luchtpijpvertakking
pneum-, pneumon- ( van het Grieks)
houdt verband met de long
pneumectomie wegnemen van de long pneu (van het Grieks)
houdt verband met het ademen apnoe toestand waarbij tijdelijk het ademen ophoudt
Infobrochure inwendige 4 straat 27
24
dyspnoe een moeilijke ademhaling polypnoe snel en veelvuldig ademen SPIJSVERTERINGSSTELSEL stomat- (afgeleid van het Grieks)
mond stomatologie studie van de mondaandoeningen stomatitis mondslijmvliesontsteking
gastr- (afgeleid van het grieks)
wijst op maag gastrectomie wegnemen van de maag gastritis maagontsteking
enter- (afgeleid van het Grieks)
darm enteritis darmontsteking
gastro-enteritis ontsteking van maag en darm hepat- (afgeleid van het Grieks)
lever hepatitis infectie aan de lever
UROGENITAAL STELSEL nefr- (afgeleid van het Grieks)
houdt verband met de nier
ur- (Grieks)
wat verbandt houdt met de urine ureter (Latijn) urineleider
cyst- (afgeleid van het Grieks)
houdt verband met de blaas cystitis blaasontsteking
uterus (Latijn)
baarmoeder
hyster- (afgeleid van het Grieks)
houdt verband met de baarmoeder
hysterectomie wegnemen van de baarmoeder gynaec- (afgeleid van het grieks)
wat verband houdt met de vrouw
gynaecologie vrouwenziekten ZENUWSTELSEL neur- (afgeleid van het Grieks)
zenuw neurologie studie van de zenuwen, zenuwziekten
encefal- (afgeleid van het Grieks)
hersenen
cerebr- (afgeleid van het Latijn)
hersenen
psych- (afgeleid van het Grieks)
ziel
Infobrochure inwendige 4 straat 27
25
psychiatrie tak van de geneeskunde die zich bezighoudt met het behandelen en genezen van geestesaandoeningen OSTEOMUSCULAIR STELSEL oste- (afgeleid van het Grieks)
houdt verband met het been
muscul- (afgeleid van het Latijn)
spier
intramusculair inspuiting in de spier artr- (afgeleid van het Grieks
gewricht artritis gewrichtsaandoening
pod- (afgeleid van het Grieks)
voet podologie studie van de voet
thorac (afgeleid van het Latijn)
borstkas
OTORINOLARYNGOLOGIE, OFTALMOLOGIE, DERMATOLOGIE ot- (afgeleid van het grieks)
oor otitis oorontsteking
rin- (afgeleid van het Grieks)
neus
oftalm- (afgeleid van het Grieks)
oog
dermat- (afgeleid van het grieks )
heeft betrekking op de huid dermatoloog dokter in de huidziekten
cut- (afgeleid van het Latijn)
huid
subcutane injectie
inspuiting onder de huid PREFIX
Aantal / hoeveelheid hemi-, semi-
helft hemiplegie verlamming van een lichaamshelft
uni-, mono-
één
bi-, di-
twee
tri-
drie
oligo-
weinig oligofrenie weinig verstand, een verstandelijke handicap
poly-, multi-
veel polypnoe veel en snel ademen
Infobrochure inwendige 4 straat 27
26
Afmeting micro-
klein micro-organisme klein organisme, bijv. een bacterie
macro-
groot macroscopisch wat te zien is met het blote oog
mega-, megalo-
groot
Gelijkenis / verschil / tegenstelling auto-
zelf
homo-, iso-
gelijk homoseksueel Zich aangetrokken voelen tot hetzelfde geslacht isomorf dezelfde vorm
hetero-
ander hetero-anamnese bevraging van een familielid
anti-
tegen antibioticum tegen de ziekte
Graad / hoedanigheid hypo-
onder, te weinig, onvoldoende hypotensie te lage bloeddruk
hyper-
boven, te veel, overdreven hypertensie te hoge bloeddruk
dys-
moeilijkheid, stoornis dyspnoe moeilijke ademhaling
Ontkenning a-, an-
zonder, gebrek aan anemie bloedarmoede
in-, im-
niet incontinentie niet kunnen ophouden van urine
Plaats in-, intra-, en-, endo-, ento-
in, binnen intramusculair in de spier
e- ec-, ex- exo-
uit, buiten
Infobrochure inwendige 4 straat 27
inter-, meso-
27
tussen, in het midden
Snelheid brady-
traag bradycardie trage hartslag
tachy-
snel tachycardie snelle hartslag
Tijd ante-, pre-, pro-
voor prematuur vroeggeboorte
post-
na posttraumatische stress stress na een trauma SUFFIX
-algie
pijn gastralgie maagpijn
-ectomie
wegnemen
-emie
houdt verband met bloed glycemie suikergehalte van het bloed
-fobie
vrees claustrofobie vrees voor kleine ruimten
-geen, -genese
ontwikkeling, vorming pathogeen ontwikkelen van een ziekte
-itis
ontsteking cystitis blaasontsteking
-manie
drang kleptomanie neiging tot stelen
-pathie, -paat
aandoening cardiopathie hartlijden
-scopie
onderzoek gastroscopie maagonderzoek
-therapie
behandeling farmacotherapie behandeling met medicatie
Infobrochure inwendige 4 straat 27
Woordenschat
A Abces
etterbuil, ophoping van pus in het lichaam
Abnormaal
afwijkend van de norm
Abortus
miskraam
Abrasie
schaafwond
Abrupt
plotseling
Absence
kortstondig bewustzijnsverlies
Absorptie
opname
Abstinentie
onthouding van medicijnen, alcohol, drugs
Accidenteel
toevallig, of als gevolg van een ongeluk
Acne
puistjes
Activeren
werkzaam maken
Acuut
plotseling en hevig
Adolescent
puber, jeugdig persoon
Adult
volwassene
Afasie
spraakstoornis
Agitatie
opwinding
Alert
oplettend
Allergie
overgevoeligheid
Amnesie
geheugenverlies
Analyse
ontleding
Anamnese
vraaggesprek naar de ziektegeschiedenis
Anesthesie
verdoving of narcose
Anorexia
magerzucht, eetstoornis
Antibioticum
geneesmiddel dat bacterien doodt
Antidepressivum
middel tegen ziekelijke neerslachtigheid
Apathie
lusteloosheid
Artrose
gewrichtsaandoening
Autonoom
zelfstandig
28
Infobrochure inwendige 4 straat 27
29
B Biopsie
een stukje weefsel uit een orgaan verwijderen voor onderzoek
Bronchitis
ontsteking van de luchtpijptak
C Carcinoom
kankergezwel
Cardiaal
met betrekking tot het hart
Caries
tandbederf
Causaal
oorzakelijk verband (oorzaak – gevolg)
Cellulitis
ontsteking van het onderhuidse bindweefsel
Celmembraan
wand, omhulsel van de cel
Cerebraal
met betrekking tot de grote hersenen
Cerebrovasculair
met betrekking tot de bloedvaten in de hersenen
Chemotherapie
behandeling van kanker met medicijnen
Chirurgisch
operatief
Cholesterol
lichaamsvet
Chronisch
van lange duur
Circulatie
(bloeds)omloop
Classificatie
indeling, rangschikking
Cognitief
met betrekking tot het denkproces
Coitus
geslachtsgemeenschap
Combinatie
verbinding
Complex
ingewikkeld
Complicatie
bijkomende ziekte
Conceptie
bevruchting
Conditie
toestand waarin iemand verkeert
Contraceptivum
voorbehoedsmiddel
Convulsie
stuip, toeval
Coronair
m.b.t. de kransslagaders van het hart
Correlatie
samenhang
Crisis
ernstige ziekteaanval
Infobrochure inwendige 4 straat 27
30
Criterium
toets, een reden
Curatief
genezend
Curve
kromme lijn
Cyclus
terugkerende regelmatige reeks
Cytoplasma
celvloeistof
Cyste
holte gevuld met vocht
D Decubitus
doorligwond
Deficit
gebrek
Delirium
acuut psychische stoornis t.g.v. een lichamelijke aandoening, vergiftiging of onthouding van middelen
Dementie
geestelijke achteruitgang
Dermatologisch
met betrekking tot de huisziekten
Detectie
opsporing, ontdekking
Diabetes
suikerziekte
Diagnose
vaststelling van een ziekte
Distilleren
zuiveren
Donor
degene die zijn orgaan afstaat
Dosis
hoeveelheid van een geneesmiddel
Drainage
vochtafvoering
E Echografie
beeld van organen
Eczeem
oppervlakkige huidaandoening
Effectief
doeltreffend
Efficiënt
doelmatig
Ejaculatie
zaadlozing
Elastisch
rekbaar
Elektro-Encefalo-Grafie
beeld van de elektrische hersenstroom
Elektrocardiografie
onderzoek van de elektrische activiteit van het hart
Eliminatie
verwijdering
Embolie
bloedvatverstopping
Embryo
vrucht in het moederlichaam
Infobrochure inwendige 4 straat 27
31
Emesis
braken
Emfyseem
longaandoening
Emotioneel
gevoelsmatig
Epidemie
besmettelijke ziekte die zich verspreid onder een bevolkingsgroep
Epilepsie
vallende ziekte, toevallen
Equivalent
gelijkwaardig
Etiologie
leer van de ziekteoorzaken
Euforie
verhoogd gevoel van welzijn
Evaluatie
beoordeling
Evolutie
ontwikkeling
Excessief
overdreven
Excitatie
opgewondenheid
Extern
uitwendig
F Faeces
ontlasting
Fataal
noodlottig
Fenomeen
verschijnsel
Fertiliteit
vruchtbaarheid
Fixatie
vasthechting
Fobie
ziekelijke vrees
Fractuur
been(bot)breuk
Fysisch
lichamelijk
G Genetisch
met betrekking tot de erfelijkheid
Genitaal
met betrekking tot de geslachtsorganen
Geriatrisch
medische zorg voor de oudere mens
Gradueel
trapsgewijs
Gynaecologisch
met betrekking tot de vrouwenziekten
H Hallucinatie
zinsbedrog, waanvoorstelling
Hemopathie
bloedziekte
Infobrochure inwendige 4 straat 27
32
Hepatitis
leverontsteking
Homogeen
gelijksoortig
Hygiënisch
met betrekking tot de lichaamszorg
Hyperkinesie
overmatige bewegingsdrang
Hypersecretie
verhoogde afscheiding
Hypersensitiviteit
verhoogde gevoeligheid
Hypertensie
verhoogde bloeddruk
Hyperventilatie
angstige ademhaling
Hypotensie
te lage bloeddruk
Hysterectomie
verwijdering van de baarmoeder
I Identificatie
vereenzelviging
Immaturiteit
onrijpheid
Immobilisatie
onbeweeglijk maken
Immuniteit
onvatbaarheid voor een ziekte
Implantatie
inplanting
Implicatie
verwikkeling
Impotentie
onvermogen tot geslachtsgemeenschap
Impregnatie
binnendringen van de zaadcel in de eicel
In vitro
in een reageerbuis
In vivo
in het levende organisme
Inactief
onwerkzaam
Incidenteel
bijkomend
Incisie
insnijding
Inclusief
met inbegrip van
Incompatibel
onverenigbaar
Incontinentie
onvermogen om urine of ontlasting op te houden
Incubatie
sluimeren van een ziektekiem
Indicatie
aanwijzing
Indicatief
aanduidend
Indirect
niet rechtstreeks
Individueel
afzonderlijk
Infobrochure inwendige 4 straat 27
33
Inductie
gevolgtrekking
Infantiel
kinderlijk
Influenza
griep
Infuus
vochttoediening in de bloedvaten
Inhalatie
inademen van dampen
Injectie
inspuiting
Insomnia
slapeloosheid
Intensiteit
sterkte
Interactie
onderlinge beïnvloeding
Interval
tussenperiode
Interventie
ingreep
Intoxicatie
vergiftiging
Intramusculair
in de spier
Intraveneus
in de ader
Irreversibel
onomkeerbaar
Irritatie
prikkeling
Isoleren
afsluiten
K Katheter
buisje
Kinetisch
wat beweging veroorzaakt
Klinisch
direct voor de arts zichtbaar
L Lactatie
borstvoeding
Latent
sluimerend
Lateraal
aan de zijkant
Leukemie
bloedkanker
Libido
geslachtsdrift
Lipide
vetachtige stof
Lokaal
plaatselijk, van beperkte omvang
Lumbago
lendenpijn
M Malaise
gevoel van onwelzijn
Infobrochure inwendige 4 straat 27
34
Manie
ziekelijke neiging
Manifest
onmiddellijk herkenbaar
Melanoom
kwaadaardig gezwel van de huid
Membraan
dun vlies
Menarche
eerste maandstonden
Meningitis
hersenvliesontsteking
Menopauze
overgangsjaren
Menstruatie
maandstonden
Mentaal
verstandelijk
Metabolisme
stofwisseling
Microbiologisch
met betrekking tot de kleinste levende wezens
Microniseren
verpulveren
Mimiek
gezichtsuitdrukking
Mobilisatie
beweeglijk maken
Modificeren
wijzigen
Monotherapie
behandeling met één geneesmiddel
Morbiditeit
ziektecijfer
Mortaliteit
sterftecijfer
Motorisch
met betrekking tot beweging
Mucus
slijm
Musculair
met betrekking tot de spieren
Mutisme
onvermogen om te spreken
N Narcoticum
verdovend middel
Nasaal
met betrekking tot de neus
Neonataal
m.b.t. de eerste weken na de geboorte
Nervositeit
zenuwachtigheid
Neveneffect
bijwerking
Nihil
niets
O Obesitas
overgewicht, vetzucht
Obsessie
dwangvoorstelling
Infobrochure inwendige 4 straat 27
35
Obstipatie
moeilijke stoelgang
Obstructie
verstopping
Occasioneel
nu en dan voorkomend
Odor
reukzin
Oedeem
waterzucht
Oestrogeen
vrouwelijk hormoon
Oraal
met betrekking tot de mond
Osteoporose
botontkalking
Otitis
oorontsteking
Ovulatie
eisprong
P Palliatief
verzachtend
Parallel
evenwijdig
Paralyse
verlamming
Paranoia
achtervolgingswaanzin
Parese
gedeeltelijke verlamming
Partikel
klein deeltje
Pathologisch
ziekte
Pediatrisch
m.b.t. de kindergeneeskunde
Penetratie
binnendringing door de huid heen
Perceptie
waarneming
Periodiek
regelmatig terugkerend
Peristaltiek
darmbeweging
Permanent
blijvend
Permeabiliteit
doordringbaarheid
Pigmentatie
verkleuring
Placebo
geneesmiddel zonder werking
Placenta
moederkoek
Pneumonie
longontsteking
Populatie
bevolking
Post Partum
na de bevalling
Postnataal
na de geboorte
Infobrochure inwendige 4 straat 27
36
Postoperatief
na een heelkundige ingreep
Posttraumatisch
na een letsel
Potentie
kracht
Potentieel
mogelijk
Predispositie
vatbaarheid
Prematuur
voortijdig
Prenataal
voor de geboorte
Preoperatief
voor de operatie
Preventie
voorkoming (van ziekte)
Prognose
voorspelling van het verloop en de afloop van een ziekte
Progressief
voortschrijdend
Proteïne
eiwit
Prothese
kunstmatig lichaamsdeel
Pseudotumor
schijngezwel
Psychisch
geestelijk
Psychologisch
m.b.t. het gevoelsleven
Psychomotorisch
m.b.t. bewegingen door de geest veroorzaakt
Psychose
geestelijke stoornis
Psychosomatisch
m.b.t. het verband tussen geest en lichaam
Punctie
prik
Purgatief
middel tegen verstopping
R Radiografie
fotograferen d.m.v. röntgenstralen
Radiotherapie
bestraling
Recuperatie
herstel van krachten
Referentie
verwijzing
Regressie
achteruitgang
Reïnfectie
hernieuwde besmetting
Renaal
m.b.t. de nier
Repetitief
zich herhalend
Reproductie
vermenigvuldiging
Infobrochure inwendige 4 straat 27
37
Research
wetenschappelijk onderzoek
Resistent
bestand tegen
Respons
antwoord
Retardatie
vertraging, achterstand
Reversibel
omkeerbaar, veranderbaar
Rhinitis
(neus)verkoudheid
Routinematig
zoals gewoonlijk
S Salivatie
speekselvloed
Sarcoom
kwaadaardig gezwel
Secretie
afscheiding
Sedativum
kalmerend middel
Segment
onderdeel
Seniliteit
geestelijke en lichamelijke ouderdomsverschijnselen
Sensorieel
zintuiglijk
Simultaan
gelijktijdig
Solutio
oplossing
Somatisch
m.b.t. het lichaam
Spasme
kramp
Sporadisch
zeldzaam
Sputum
fluim, speeksel
Stase
stilstand
Steriliteit
onvruchtbaarheid
Substitutie
vervanging
Supervisie
toezicht
Suppositorium
zetpil, pil die via de anus wordt ingebracht
Symptoom
ziekteverschijnsel
Syncope
plotseling bewustzijnsverlies
Syndroom
ziektebeeld
Systematisch
stelselmatig
Systemisch
over het hele lichaam verspreid
T
Infobrochure inwendige 4 straat 27
38
Tendens
neiging, richting van een ontwikkeling
Terminaal
in het eindstadium
Tetanus
infectieziekte die door gifstof leidt tot spierspasmen
Therapie
geneeswijze, behandeling
Thermisch
met betrekking tot warmte
Thoracaal
m.b.t. de borstkas
Thrombus
bloedprop
Tic
zenuwtrek
Tolerantie
verdraagzaamheid
Tonus
spierspanning
Toxicomanie
verslaving aan gifstof
Toxisch
giftig
Tranquillizer
middel dat opwindingstoestanden bedaart
Transfer
overdracht
Transformatie
verandering
Transplantatie
overplanting
Traumatisch
door een letsel ontstaan
Tremor
beving
Trombose
vorming van bloedprop in bloedvat of hart
Tumor
gezwel
U Ulcus
zweer
Uniform
éénvormig
Urgentie
dringende noodzaak
Uterus
baarmoeder
V Vaccinatie
inenting
Variabiliteit
veranderlijkheid
Vasculair
m.b.t. de bloedvaten
Vegetatief
buiten het bewustzijn om
Veneus
m.b.t. de aders
Vertigo
duizeligheid
Infobrochure inwendige 4 straat 27
39
Viraal
door een virus veroorzaakt
Visioen
droombeeld
Visueel
m.b.t. het zicht