Directie Bestuursstaf Veiligheid
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 91 11 Telefax (024) 323 59 92 E-mail
[email protected]
Aan de fractie PvdA Nijmegen T.a.v. Stijn Verbruggen Stadhuis Nijmegen Kamer A0.09
Datum
Datum uw brief
Onderwerp
Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
Ons kenmerk
Contactpersoon
K400/06.0027600
Roel van den Brand
Aantal bijlagen
Doorkiesnummer
Winkeldiefstal
3299317
Geachte heer Verbruggen, In uw schrijven van 23 augustus 2006 heeft u ons college vragen gesteld over de aanpak van winkeldiefstal in Nijmegen. Hierbij beantwoordt ons college uw vragen. Vraag 1. Welke maatregelen worden in Nijmegen genomen om winkeldiefstal tegen te gaan? Antwoord 1. Het tegengaan van winkeldiefstal is net als vele andere veiligheidsonderwerpen een zaak van adequate preventie en repressie. Daarbij is de samenwerking tussen winkeliers/ winkelpersoneel, politie en gemeente van groot belang. In de basis geldt voor de repressie, dat bij een ‘heterdaad’ de politie altijd ter plaatse zal komen om procesverbaal op te maken en de verdachte te horen. Ook wordt elke aangifte serieus bezien op mogelijke aanwijzingen om de dader te achterhalen. Voor de preventie van winkeldiefstal geldt ten eerste, dat de winkelier veel concrete mogelijkheden heeft om zijn zaak te behoeden voor winkeldiefstal: bijvoorbeeld door fysieke maatregelen, bewakings- en beveiligingsmaatregelen, training van het personeel et cetera. Het niveau van preventieve veiligheid dat de winkelier zelf tot stand brengt zal afhangen van de ernst van het diefstalprobleem zoals de ondernemer zelf ervaart, de grootte en aard van de onderneming, de mate van georganiseerdheid van winkeliers en de mate waarin gebruik gemaakt wordt van ondersteuning die branche-organisaties bieden. De politie Nijmegen is eveneens altijd bereid om individuele winkeliers op verzoek van preventie-advies te voorzien.
www.nijmegen.nl
Aan de fractie PvdA winkeldiefstal.doc
Gemeente Nijmegen Directie Bestuursstaf Veiligheid
Vervolgvel
1
Naast deze basispreventie en -repressie wordt winkeldiefstal, zoals u ook signaleert, tegengegaan via de aanpak van veelplegers die zich hieraan schuldig maken. Ten slotte zijn er gebiedsgerichte projecten waarin (georganiseerde) winkeliers met o.a. de politie en de gemeente de veiligheid in een gebied of winkelcentrum proberen te vergroten. Voorbeelden van dergelijke projecten zijn Keurmerk Veilig Ondernemen voor de winkelcentra Hatert en Dukenburg. Daarbij geldt, dat ondernemers zelf het initiatief kunnen nemen om de (on)veiligheid in hun gebied/ centrum te verbeteren. Het gaat dan overigens niet uitsluitend om winkeldiefstal maar om een brede benadering van de veiligheid, waarbij ook thema’s als leefbaarheid, brandveiligheid en de openbare ruimte worden betrokken. Bij dergelijke initiatieven participeren de politie, brandweer en namens de gemeente de wijkmanager. Vraag 2. Welke van deze maatregelen betreffen alleen de binnenstad en welke gelden vook voor de rest van de stad? Antwoord 2. De basisinzet van winkeliers, politie en gemeente om winkeldiefstal tegen te gaan, zoals onder antwoord 1 genoemd, geldt voor de gehele stad Nijmegen. Voor het Stadscentrum bestaat sinds 2004 het project Veilig ondernemen. Naar aanleiding van de Quickscan Veiligheid in het winkelgebied Nijmegen waarnaar u verwijst is destijds een intensieve samenwerking tussen de Vereniging Binnenstads Ondernemers (VBO), de Stichting Centrum Management Nijmegen (SCMN), de politie Team Centrum en de gemeente opgezet. De VBO heeft toen in het kader van haar eigen beleidsprogramma een aantal gewenste korte termijn maatregelen benoemd ter verbetering van de veiligheid in het centrum. De volgende maatregelen zijn in gang gezet: • Informatiemap Veilig Centrum. Uitvoerend was de SCMN in samenwerking met de politie en de gemeentelijke afdeling Veiligheid. • Verhogen van de aangiftebereidheid en winkeladoptieproject. Uitvoerend is de politie in samenwerking met winkeliers. • Cursussenaanbod Veilig ondernemen voor winkeliers en personeel. Uitvoerend is de SCMN in samenwerking met het Hoofdbedrijfschap Detailhandel. • Introductie van een burenbelsysteem. Uitvoerend is de SCMN in samenwerking met de politie. • Onder de aandacht brengen van het winkelverbod. Informatie hierover is opgenomen in de map Veilig Centrum. De aandacht voor veilig ondernemen in het Stadscentrum, en als onderdeel daarvan het tegengaan van winkeldiefstal, zal een vervolg krijgen in het
www.nijmegen.nl
Aan de fractie PvdA winkeldiefstal.doc
Gemeente Nijmegen Directie Bestuursstaf Veiligheid
Vervolgvel
2
kader van het stadsdeelveiligheidsplan voor het centrum (collegebesluit 06.0009888 d.d. 16 mei 2006). De projecten Keurmerk Veilig Ondernemen betreffen specifieke winkelcentra. Voor het winkelcentrum Dukenburg is een groep actief om te komen tot een Keurmerk Veilig Ondernemen voor het betreffende winkelcentrum. Hierin participeren o.a. de winkeliersvereniging Dukenburg, de Vereniging van Eigenaren, de politie Dukenburg en de gemeentelijke wijkmanager. De maatregelen die in dit kader besproken worden zijn vergelijkbaar met de maatregelen die getroffen zijn in het stadscentrum en betreffen bijvoorbeeld de aangiftebereidheid, een burenbelsysteem, samenwerking tussen beveiligers en de politie et cetera. Ook de overlastdonatie is aan de orde geweest (zie verder onder antwoord 8 en 9.) Vraag 3. Is de aangiftebereidheid (bij winkeldiefstal) van winkeliers toegenomen door de eenvoudigere aangifte? Antwoord 3. De politie heeft geen specifieke informatie over de aangiftebereidheid van winkeliers met betrekking tot winkeldiefstal. Wel is er informatie over de feitelijke aangiften. Winkeliers doen vaak slechts aangifte als ze ook (zelf) een dader hebben aangehouden of betrapt. Het aantal aangiften van 2005 in vergelijking met dezelfde periode dit jaar -tot eind september- bedraagt 459 en 450 aangiften, een kleine daling derhalve. Van deze aangiften zijn er 9 respectievelijk 19 internetaangiften. Vraag 4. Bent u bekend met klachten van winkeliers dat aangifte doen nog steeds veel te veel tijd kost en dat het ‘adoptie-project’in veel gevallen onvoldoende van de grond is gekomen? Antwoord 4. Deze geluiden zijn bij ons college bekend. De onderwerpen aangifte doen en het adoptieproject worden regulier besproken in het werkoverleg tussen politie Team Centrum, de VBO, de SCMN en vertegenwoordigers van de gemeente (Wijkmanagement en Veiligheid). Wat betreft de aangifte: er zijn twee manieren om aangifte te doen. In het geval de winkelier geen aanwijzingen of informatie heeft die kan leiden tot vaststelling van de identiteit van de verdachte is digitaal aangifte mogelijk en het meest efficiënt. Deze aangiften gezamenlijk geven inzicht in de omvang van het probleem van winkeldiefstal en zijn daarmee van groot belang voor de politie. Voor de individuele winkelier is deze vorm van aangifte doen vaak een kwestie van een korte kosten
www.nijmegen.nl
Aan de fractie PvdA winkeldiefstal.doc
Gemeente Nijmegen Directie Bestuursstaf Veiligheid
Vervolgvel
3
(tijd) - batenafweging. Naarmate bedrijven groter zijn en/of een eigen beveiligingsmedewerker hebben wordt vaker aangifte gedaan. In het andere geval, wanneer er sprake is van heterdaad of duidelijke aanwijzingen omtrent de verdachte/dader, is een zorgvuldige aangifte bij een politieambtenaar van groot belang. De zorgvuldigheid vereist dan inderdaad een tijdsinvestering van de winkelier. Binnen het genoemde project Veilig ondernemen is de VBO bezig met een onderzoek naar de bereidheid onder winkeliers om eigen een ‘collectieve beveiligingsmedewerker’ (COB) in te schakelen die o.a. het doen van aangifte voor de bijdragende winkeliers uit handen zou kunnen nemen. Wat betreft het adoptieproject: op dit moment bezien de VBO, de SCMN en de politie op welke wijze dit initiatief effectief kan worden voortgezet in 2007. Vraag 5. Bent u bereid om samen met de winkeliers een offensief tegen winkeldiefstal te starten (onder andere door de bestaande maatregelen aan te scherpen)? Antwoord 5. Ja. Ons college sluit geen enkele maatregel uit die de effectiviteit van de aanpak verder kan versterken. Zoals aangegeven in de antwoorden 2 en 3 worden diverse wegen bewandeld om de winkeldiefstal verder tegen te gaan. Winkeliers in georganiseerd verband vanuit de hele stad zullen in elk geval een positieve reactie van politie en gemeente tegemoet kunnen zien bij initiatieven om specifieke gebieden of winkelcentra nader onder te loep te nemen met het oog op (preventieve) maatregelen. Individuele winkeliers kunnen bij de politie altijd een preventie-advies opvragen. Tevens bieden brancheorganisaties van winkeliers hierbij vele mogelijkheden voor ondersteuning en aanscherping. Wat betreft het Stadscentrum wordt momenteel bezien in hoeverre de ingezette maatregelen effectief zijn en moeten worden voortgezet dan wel aangevuld. Zo bleek er weinig animo onder winkeliers voor een burenbelsysteem, vanwege de relatief grote eigen tijdsinvestering. De VBO en SCMN gaan momenteel na wat de precieze behoefte aan ondersteuning onder binnenstadswinkeliers is bij het tegengaan van winkeldiefstal, zij het vanuit ondernemersorganisaties, danwel de politie of gemeente. De ‘collectieve beveiligingsmedewerker’ werd in dit verband reeds genoemd. Daarnaast zouden de mogelijkheden van het winkelverbod beter kunnen worden benut. Vraag 6. Is het daarbij mogelijk om te komen tot een zwarte lijst van notoire winkeldieven, waar winkeliers gebruik van kunnen maken?
www.nijmegen.nl
Aan de fractie PvdA winkeldiefstal.doc
Gemeente Nijmegen Directie Bestuursstaf Veiligheid
Vervolgvel
4
Antwoord 6. Ons college zou niet willen spreken over een ‘zwarte lijst’ van winkeldieven. Het is wél degelijk mogelijk dat winkeliers in het kader van een ‘collectief winkelverbod’ gegevens over winkeldieven en overvallers uitwisselen met hun personeel, met andere ondernemers in de branche of het winkelgebied en met de politie. Een groep winkeliers kan in overleg met de politie gedurende een bepaalde tijd personen die zich hebben schuldig gemaakt aan winkeldiefstal de toegang ontzeggen tot alle deelnemende winkels. Het winkelverbod biedt winkeliers de mogelijkheid om personen die zich (herhaaldelijk) misdragen aan te spreken. Een winkelverbod geeft de politie de titel om op te treden op grond van ‘huisvredebreuk’ (wetboek van Strafrecht, artikel 138). De Wet Bescherming Persoonsgegevens stelt voorwaarden aan de gegevensuitwisseling, die te maken hebben met het voorkomen van misbruik en het waarborgen van de persoonlijke levenssfeer. Zo mogen winkeliers géén foto’s of persoonsgegevens van (mogelijke) daders tonen aan het publiek, bijvoorbeeld op muren of winkelruiten. Een onderscheid moet gemaakt worden tussen het individueel en het collectief winkelverbod. Individuele winkeliers kunnen zelfstandig besluiten tot het gebruik van een winkelverbod. Hiervoor hebben zij geen toestemming van de gemeente of de politie nodig. Het is wel nuttig om de politie op de hoogte te stellen, wanneer een persoon de toegang tot de winkel is ontzegd. De effectiviteit van het winkelverbod zal toenemen, indien winkeliers in een straat, branche, of winkelcentrum onderling samenwerken en de afstemming met de politie zoeken. De uitgebreide informatie hierover voor ondernemers is opgenomen in de map Veilig Centrum. Vraag 7. Bent u het met de PvdA-fractie eens dat het idee van de ‘overlastdonatie’, na het gebleken succes in Amsterdam, een goede aanvulling zou kunnen zijn op de huidige Nijmeegse maatregelen tegen winkeldiefstal? Antwoord 7. Ja. Over deze mogelijke aanvulling heeft inmiddels met diverse partijen overleg plaatsgevonden. De districtschef van politie Nijmegen heeft toegezegd een onderzoek naar het nut en de mogelijkheid van invoering te ondersteunen. Tevens is zowel bij de VBO als bij de winkeliersvereniging Dukenburg en de Vereniging van Eigenaren aldaar de vraag neergelegd in hoeverre men enthousiast staat tegenover een experiment met de overlastdonatie. Naar de mening van ons college is het zinvol een experiment te starten onder een aantal voorwaarden. Ten eerste zou er sprake moeten zijn van
www.nijmegen.nl
Aan de fractie PvdA winkeldiefstal.doc
Gemeente Nijmegen Directie Bestuursstaf Veiligheid
Vervolgvel
5
een afgebakend gebied of groep winkeliers. Ten tweede zouden deze winkeliers bereid moeten zijn de met de uitvoering gemoeide tijd te investeren. Zo is ook aan deze wijze van afdoening een administratieve component verbonden. Ten derde zou er zicht moeten zijn op continuïteit van deze bereidheid van winkeliers om met deze maatregel aan de slag te gaan, vanwege de kosten die gemoeid zijn met de benodigde organisatie (een Fonds Overlastdonatie). Ons college hecht temeer aan de visie van de ondernemers zélf op de overlastdonatie, omdat de pilot in Amsterdam nog niet op alle aspecten van kosten en effectiviteit is geëvalueerd. Vraag 8. Zou winkelcentrum Dukenburg een geschikte plek zijn voor een experiment met een Nijmeegse variant op de ‘overlastdonatie’? Antwoord 8. Ja, dit zou kunnen. De winkeliersvereniging Dukenburg en de Vereniging van Eigenaren beraden zich momenteel op de voor- en nadelen en de wenselijkheid van een dergelijk experiment in hun winkelcentrum. De politie is bij dit overleg betrokken om mee te denken over de consequenties en mogelijkheden. Vraag 9. Bent u bereid om in overleg te treden met winkeliers, justitie en politie om te komen tot een dergelijke aanpak in winkelcentrum Dukenburg en/of het Stadscentrum, waarbij een deel van de boete voor de winkeldief direct naar de winkelier gaat? Antwoord 9. Ja. Indien winkeliers in het centrum en/of in Dukenburg aangeven te willen werken aan de invoering van de overlastdonatie en indien aan bovengenoemde voorwaarden is voldaan, dan is ons college graag bereid om al het nodige overleg te voeren om de maatregel van de overlastdonatie tot uitvoering te brengen. Zoals aangegeven zijn de gemeente en politie reeds deelnemer in het bestaande overleg rondom KVO Dukenburg en Veilig ondernemen Stadscentrum. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Secretaris,
mevr. dr. G. ter Horst
P. Eringa
www.nijmegen.nl
Aan de fractie PvdA winkeldiefstal.doc