Leeuwenbrug 85, Deventer Postbus 5000 7400 GC Deventer 14 0570 telefoon
Aan de fractie van GroenLinks De heren C.J. Verhaar en T. van der Meulen Interne Post
0570 - 693219 direct telefoonnummer
[email protected] e-mail
BO/ 2015-001610 kenmerk
uw referentie
datum
H.M. Schuldink/H.A.G. van den Burg
Schriftelijke vragen ex art 45 RvO over Bomenkap Oerdijk
contactpersoon
onderwerp
Geachte heer Verhaar, geachte heer Van der Meulen, In uw brief van 5 juli heeft u ons college schriftelijke vragen ex art 46 RvO gesteld over bomenkap langs de Oerdijk. Ons antwoord is als volgt. Vraag 1 Wat is de reden van de voorgenomen kap? Hoeveel bomen zijn niet vitaal en hoe, door wie en wanneer is dit vastgesteld?
Wat is de reden van de voorgenomen kap?
Antwoord Tussen de Grondhuisweg en Nieuwe Dijk bleken uit visuele boomveiligheidscontrole (BVC) slechte bomen te staan. Daarom zijn in 2013 de bomen tussen Grondhuisweg en Nieuwe Dijk gesnoeid. Tijdens deze snoei bleken 15 bomen dermate slecht dat ze een direct gevaar vormden voor de omgeving. Daarom zijn deze bomen veilig gezet (op stam gezet) en in de winterperiode van 2013 geveld.
Hoeveel bomen zijn niet vitaal?
Antwoord In 2014 zijn de resterende bomen nogmaals geïnspecteerd met een Visuele boomveiligheidscontrole (BVC). In totaal zijn er 55 bomen geïnspecteerd. Belangrijkste conclusies kunnen getrokken worden uit de kolommen veiligheidsklasse en conditie. Beiden geven een indruk over de toekomstverwachting van de bomen op deze locatie in deze omstandigheden. Conditie goed 1 stuk Conditie redelijk 13 stuks Conditie matig 40 stuks Conditie slecht 1 stuk Totaal 55 bomen
2% 24% 72% 2% 100%
Een ruime meerderheid, 74%, van de bomen in dit wegdeel, heeft een slechte tot matige conditie en hierdoor een slechte toekomstverwachting.
Veilige boom 30 stuks Risicoboom 17 stuks Attentieboom 7 stuks Totaal 54 bomen
56% 31% 13% 100%
Bijna de helft van de bomen is een risicoboom of attentieboom. Dit zijn bomen die gebreken vertonen en daardoor of extra aandacht nodig hebben of verwijderd moeten worden.
Hoe is dit vastgesteld?
Antwoord De visuele boomveiligheidscontrole en de bijbehorende registratie (in kader van de wettelijke zorgplicht) geven inzicht in de veiligheid van de gecontroleerde boom, op basis van visueel waargenomen afwijkingen en boomgebreken en de daaruit voortvloeiende veiligheidsmaatregelen en urgentie in relatie tot de directe omgeving.
Door wie en wanneer is dit vastgesteld?
Antwoord De inspectie is uitgevoerd door een European Tree Technician¹ van Het Groenbedrijf in maart en april van 2014. http://www.treeworker.nl/bedrijf/bedrijf2.htm 1
Vraag 2 Zijn met een natuurtoets ook de gevolgen voor de in de bomen en in de directe omgeving levende flora en fauna beoordeeld? Zo ja: wat zijn de resultaten en is voor alle relevante beschermingswaardige soorten in het juiste seizoen veldonderzoek verricht.
Zijn met een natuurtoets ook de gevolgen voor de in de bomen en in de directe omgeving levende flora en fauna beoordeeld?
Antwoord De wet geeft aan dat broedende vogels niet verstoord mogen worden en dat vaste rust en verblijfsplaatsen van dieren of vogels, zonder ontheffing, niet verstoord mogen worden. Er is daarom een Flora- en Faunaonderzoek uitgevoerd door: “Ecochore Natuurtechniek” uit Eibergen, d.d. April 2015.
Zo ja: wat zijn de resultaten en is voor alle relevante beschermingswaardige soorten in het juiste seizoen veldonderzoek verricht.
Antwoord Op de planlocatie is een natuuronderzoek uitgevoerd in de vorm van een quickscan. Aan de hand van de hierdoor verkregen gegevens, aangevuld met literatuuronderzoek, is een goed beeld ontstaan van de waarde van de planlocatie voor beschermde dier- en plantsoorten. De werkzaamheden bestaan uit het vervangen van het wegdek van de Oerdijk, het vervangen van een deel van de laanbeplanting, bestaande uit beuken en nivelleren van het fietspad en omvormen naar een betonnen dek. Gezien de opbouw en de ligging van het plangebied en de aangetroffen mogelijkheden voor enkele beschermde diersoorten, biedt de planlocatie potentieel geschikte verblijfslocaties voor vleermuizen en Ransuil. Daarnaast zijn diverse groeiplaatsen aangetroffen van Gewone Vogelmelk.
1
Een Tree Technician is een allround boomverzorgingsdeskundige, ook wel boomtechnisch adviseur genoemd. De Tree Technician heeft kennis van de boom (soort, eigenschappen, eisen, conditie, en veiligheid), de standplaats, en ziekten en plagen. Daarnaast kan de Tree Technician met bestekken, offertes, plannen van aanpak, en diverse contractvormen omgaan, en is in de praktijk de schakel tussen opdrachtgever (de boomeigenaar of beheerder) en uitvoerder (de Tree Worker of boomverzorger).
Overige vaste verblijfplaatsen of groeiplaatsen van zwaar beschermde dier- en plantsoorten zijn niet aangetroffen. Van de twee voornoemde soortgroepen (vleermuizen en vogels (Ransuil)) zijn te weinig verspreidingsgegevens voorhanden om uit te kunnen sluiten of schade aan individuen of lokale populaties plaatsvindt. Hierdoor is voor beide groepen nadere inspanning noodzakelijk. Dit nadere onderzoek wordt in de zomer van 2015 uitgevoerd. De conclusies en aanbevelingen uit dit aanvullende onderzoek worden vertaald in concrete maatregelen. Van overige soortgroepen zijn voldoende verspreidings- en gebiedsgegevens voorhanden om gefundeerde uitspraken te doen over eventuele effecten. Hierdoor is onderzoek naar overige soortgroepen niet noodzakelijk, waardoor het uitvoeren van de werkzaamheden voor deze soorten en soortgroepen niet in strijd is met de Flora- en faunawet. Ten aanzien van de groeiplaatsen van gewone vogelmelk zijn enkele aanbevelingen opgenomen. Rode lijstsoorten diverse paddenstoelen. Door een deskundig mycoloog, zijn diverse bijzondere rode lijst soorten paddenstoelen waargenomen. Paddenstoelen behoren niet tot een, in juridisch opzicht, beleidsrelevante categorie die onderzocht dienen te worden, maar indien er zich Rode Lijst-paddenstoelensoorten bevinden moet daar rekening mee worden gehouden. Dit blijkt uit de door de gemeenteraad, unaniem, vastgestelde “Werkwijze voor beleid en uitvoering van de Ecologie in Deventer”. Bij punt 20 (blz. 24) staat: Beschermde soorten krijgen uiteraard veel aandacht in planvorming. Om de biodiversiteit nog beter te dienen krijgen onbeschermde soorten, die op de rode lijst staan dezelfde aandacht. Dit vraagt om maatwerk bij bestemmingsplannen, inrichting, beheer en onderhoud. De deskundig mycoloog heeft aangeboden een lijst van de in de periode 2009-2014 aangetroffen macrofungi aan de gemeente te verstrekken. Hiervan wordt gebruik gemaakt zodat ook dit aspect zorgvuldig wordt geborgd in de lijn van de “werkwijze ecologie”. Vraag 3 Indien een deel van de bomen ziek is; is er gezocht naar alternatieven, bijvoorbeeld snoei/chirurgie, het gedeeltelijk of gefaseerd vervangen van bomen? Welke alternatieven zijn hier mogelijk en hoe zijn/worden deze door het college beoordeeld? Antwoord Hoe Deventer omgaat met laanboomverjonging is vastgelegd in het door de raad vastgestelde Bomenbeleidsplan 2007-2017. Hierin staat in § 3.2 van het plan het volgende: § 3.2 randvoorwaarden voor inrichting en beheer Vervanging- en verjongingsstrategie bij bomen die onderdeel uitmaken van de bomenstructuur: de strategie bijplanten wordt uitgevoerd bij het vervangen van bomen in lanen waarvan het huidige beeld niet overeenkomt met het streefbeeld. Het aanvullen van lanen vindt plaats tot 20 jaar. bij een uitval van meer dan 40% van het aantal bomen in een bomenlaan en bomenrij, komt de laan in aanmerking voor vervanging. Het plantpatroon van de lanen wordt teruggebracht van 7 à 8 meter naar een plantpatroon van 10 meter, dit vanuit budgettaire overwegingen. Uitgangspunten laanboomverjonging - De laanboomverjonging vindt bij voorkeur grootschalig plaats per wegtracé of segment tussen twee dwarswegen. Specifiek gaat het hierbij om laanstructuren langs doorgaande wegen waar eenheid en uniformiteit samenhangen met de leeftijdsontwikkeling van de laan. - De maatregelen bij laanboomverjonging hebben landschappelijk een grote impact. Om een divers en gevarieerd landschapsbeeld te ontwikkelen is het wenselijk om de lengte van de ingreep tijdens laanboomverjonging langs erftoegangswegen in het buitengebied op circa 1500 meter en langs dorpskernen 750 meter laan te houden. - Een boom met een toekomstverwachting van 5 jaar of minder komt in aanmerking voor vervanging. - Bij een uitvalpercentage van circa 40 % van het aantal bomen in een laan wordt overgegaan tot een gehele revisie van de laanstructuur. Het gaat hierbij om lanen ouder dan 35 jaar. Het aanvullen van lanen vindt plaats tot 20 jaar.
-
Bij wegreconstructies kan vanuit uitzonderingssituaties langs het gehele wegtracé een vervroegde laanboomverjonging plaatsvinden. Randvoorwaarden hierbij zijn dat de groeiplaatsomstandigheden van de nieuw aan te planten laanbomen worden verbeterd. Voor de uitvoering van laanboomverjonging dient er een flora- en faunaonderzoek plaats te vinden (vereist).
Relatie met civieltechnische groot onderhoud. Aan de Oerdijk wordt tussen N348 en Cröddendijk grootschalig onderhoud uitgevoerd. De weg wordt opnieuw voorzien van een nieuwe deklaag asfalt. Fietsspaden worden verbreed en vervangen door beton. Voor deze werkzaamheden is dit wegvak tijdelijk geheel afgesloten. Dit is een mooie kans om ook gelijk uitvoering te geven aan het bomenbeleid en de laanboomverjonging zoals hierboven verwoord in §3.2 van het bomenbeleidsplan. Alternatieven Zodra de gegevens van het nadere flora- en faunaonderzoek en de gegevens over de bijzondere zwammen bekend zijn, kan er een alternatief kapplan worden opgesteld, waarin mogelijk een aantal bomen behouden blijven waardoor genoemde natuur- en ecologische waarden behouden blijven. De kapaanvraag wordt in dat geval aangepast. Veiligheid voor de weggebruiker blijft overigens voorop staan. Vraag 4 Het bomenbeleidsplan/groenbeleidsplan beslaat een beleidsperiode van 2007 – 2017 en binnenkort zal er dus een evaluatie moeten plaatsvinden voor de periode na 2017. Is het college bereid om – vooruitlopend op de nieuwe beleidsperiode – bij laanboomverjonging per geval in overleg met betreffende natuur- en milieuorganisaties en betrokken omwonenden maatwerk te leveren met als primair uitganspunt dat kap van gezonde bomen wordt voorkomen? Zo nee waarom niet? Zo ja, wil het college dit uitgangspunt ook hanteren bij de kap van de bomen aan de Oerdijk. Antwoord Op basis van het groen- en bomenbeleidsplan, alsmede de ‘werkwijze ecologie’, is er sprake van maatwerk. Op diverse momenten wordt er met diverse belanghebbenden overlegd. Tijdens deze overlegmomenten wordt overigens zo goed als nooit aangedrongen op het behoud van gezonde bomen, in een segment van een laanboomverjonging. Praktisch gezien leidt dit namelijk tot een ongewenst landschappelijk beeld en zal in veel gevallen de jonge aanplant in de buurt van grote bomen het niet overleven (i.v.m. schaduw en waterhuishouding). Voor wat de overlegmomenten. Voorafgaand aan de vaststelling van de totale groot onderhoudsprogrammering vindt overleg plaats met de adviesraad Natuur en Milieu. Bij elke project wordt overleg gevoerd met natuur- en milieuorganisaties en omwonenden, conform de ‘werkwijze ecologie’. Uit het overleg met de omwonenden bleek draagvlak voor de werkzaamheden. In het kwartaaloverleg tussen gemeente en Deventer Bomenstichting (DBS) is dit project besproken en is de DBS op de hoogte van de voorgenomen plannen. Zodra het plan definitief is, worden uitvoeringstechnische aspecten nader afgestemd met DBS. Burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer, de secretaris, de burgemeester,
drs. A.L.C.S. Lantain
ir. A.P. Heidema