Pagina 1 van 7 Versie
N&
GEMEENTE LEIDERDORP Collegevergadering van:
o A hrwti*v\
2QLO Paraaf
Agendanummer
Portefeuille
: M. Zonn
Postregistratienummer : 2010i00249
Adviserende afdeling
: CZ/ JZ
Datum advies
Auteur advies
: G.C. Ku>6ers
ONDERWERP BESLISPUNTEN
Samenvatting
6
: 3 februari 2010
Handhavingsinstrumenten op grond van de Winkeltijdenwet 1. Primaire handhaving op grond van het bestuursrechtelijk traject. Bij herhaaldelijke overtredingen kan het ultimum remedium van het strafrechtelijke traject worden ingezet; 2. De hoogte van de transactiebedragen voor boetes over te nemen uit het strafrechtelijke traject; 3. Het onderwerp agenderen in het districtscollege (tevens driehoeksoverleg) om te komen tot uniforme regels voor handhaving in het district. Op grond van de Winkeltijdenwet kan de raad bij verordening het aantal koopzondagen vaststellen. Uw raad heeft op 2 September 1996 de Verordening Winkeltijden Leiderdorp vastgesteld. In deze verordening is bepaald dat uw College maximaal twaalf koopzondagen mag aanwijzen. In de afgelopen jaren hebben meerdere bedrijven dit aantal overtreden en zijn vaker dan twaalf keer op jaarbasis op zondag open gegaan. In 2007 is tweemaal een proces verbaal van bevindingen door de politie opgemaakt naar aanleiding van een openstelling op een niet aangewezen zondag. De betreffende bedrijven zijn destijds aangeschreven; handhavend optreden is echter uitgebleven. Eind 2009 zijn weer bedrijven opengegaan op niet aangewezen zondagen.
Bezwaar / beroep mogelijk VOORKEUZE
• ja [ 3 nee W
W
Conform advies Bespreken BESLUIT
W C C-CTl^r
Inspraak
• ja
Commissie: Ter advisering Ter kennisname
• •
Besluitvorming Raad
• ja
Ter info Raad
<=A.
nee
1 1
|ja
Q2 Q2 nee •
nee
OPENBAARHEID BESLUIT
Besluit
Advies
Bijlagen
Openbaar Geobjectiveerd Niet openbaar
13
13
D D D
• •
• •
De secretaris
Pagina 3 van 7 Versie Betreft
Programma (m.i.v. begroting 2004) Product (beleidstaak) • Bestaand beleid 13 Wettelijke verplichting • Nieuw beleid voortvloeiende uit • Geheel nieuw
In het kader van
Heeft dit voorstel financiele consequenties?
• ja |3 nee • •
Is er volledige financiele dekking aanwezig? Ja, nl:
Personele consequenties
Structureel: € Incidenteel: €
perjaar, v.a. in het begrotingsjaar
• ja •
nee, dit leidt tot een verhoging van het (meerjaren-) begrotingstekort van €
• • •
Dit voorstel is onvoorzien' Subsidiemogelijkheden: ja 13 nee
Afdelingsplan
• ja 13 nee
Behandeling in OR?
Organisatorische consequenties? (huisvesting, PC, meubilair, etc.)
• •
Advies • ja 13 nee
Instemming
Is hierin voorzien? Overleg Intern Afdeling:
• ja •
Resultaat akkoord • ja •
•
Informatie
nee nee •
nvt
nee •
nvt
nvt
Cluster: Naam:
Paraaf
Toelichting Cluster:
Milieu (Regionale Milieudienst)
Resultaat akkoord • ja • Naam:
Paraaf
Openbare orde en (brand) veiligheid
Resultaat akkoord E b a •
nee •
Overleg Extern: Organisatie/instelling/bedrijf/burgers:
Resultaat akkoord • ja •
nee 13 nvt
Paraaf Interactief traject (IBO)
• ja
[ 3 n.v.t.
Toelichting:
Communicatie
3ja Toelichting: Het Collegebesluit wordt doorgestuurd naar het secretariaat LOV. Na het ambtelijke LOV-overleg zal een artikel gepubliceerd worden in GAH.
3 n.v.t.
BESLISPUNTEN 1. Primaire handhaving op grond van het bestuursrechtelijk traject. Bij herhaaldelijke overtredingen kan het ultimum remedium strafrechtelijke traject worden ingezet; 2. De hoogte van de transactiebedragen voor boetes over te nemen uit het strafrechtelijke traject; 3. Het onderwerp agenderen in het districtscollege (tevens driehoeksoverleg) om te komen tot uniforme regels voor handhaving in het district.
Inleiding Op grond van de Winkeltijdenwet kan de raad bij verordening het aantal koopzondagen vaststellen. Uw raad heeft op 2 September 1996 de Verordening Winkeltijden Leiderdorp vastgesteld. In deze verordening is bepaald dat uw College maximaal twaalf koopzondagen mag aanwijzen. In de afgelopen jaren hebben meerdere bedrijven dit aantal overtreden en zijn vaker dan twaalf keer op jaarbasis op zondag open gegaan. In 2007 is tweemaal een proces verbaal van bevindingen door de politie opgemaakt naar aanleiding van een openstelling op een niet aangewezen zondag. De betreffende bedrijven zijn destijds aangeschreven. De betreffende bedrijven zijn destijds aangeschreven; handhavend optreden is echter uitgebleven. Eind 2009 zijn weer bedrijven opengegaan op niet aangewezen zondagen.
2
Beoogd effect Handhavend optreden tegen winkeliers die op een niet-aangewezen koopzondag de winkel openen.
3
Argumenten
Handhaving kan via twee sporen plaatsvinden, namelijk via het strafrechtelijk traject en het bestuursrechtelijk traject1. Hieronder worden beidewegen nader toegelicht. Strafrechtelijk traject Een overtrading van een verbod op grond van de Winkeltijdenwet is een strafbaar feit in de zin van de Wet op de economische delicten. Met de strafrechtelijke handhaving van de Winkeltijdenwet zijn de politie en de Belastingdienst/ FIOD-ECD belast. De politie op lokaal niveau en de Belastingdienst/ FIOD-ECD in gevallen waarin overtrading van de Winkeltijdenwet een landelijke verstoring van de concurrentieverhoudingen oplevert of sprake is van overtredingen met een bijzonder karakter. Het primaat van de handhaving blijft bij de politie. De Aanwijzing handhaving Winkeltijdenwet bevat regels voor de strafrechtelijke handhaving van de Winkeltijdenwet. Teneinde strafrechtelijke vervolging te voorkomen kan het Openbaar Ministerie met de overtreder van de Winkeltijdenwet een schikking treffen conform de Richtlijn voor strafvordering Winkeltijdenwet. De overtreder betaalt dan een in de richtlijn beschreven bedrag in mil voor niet verdere vervolging door de Officier van Justitie. Zowel de Aanwijzing als de Richtlijn zullen nader worden toegelicht.
Aanwijzing handhaving Winkeltijdenwet 1
Brief Staatssecretaris van Economische Zaken, kenmerk EP/MW 6108366, 22 december 2006
De Winkeltijdenwet en het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet geven een regeling ten aanzien van de openstelling van winkels en andere vormen van verkoop aan particulieren. Met de feitelijke handhaving van de Winkeltijdenwet zijn de politie en de Belastingdienst/FIOD-ECD belast. Het primaat van de handhaving ligt bij de politie. Redenen hiervoor zijn: • •
het in beginsel lokale karakter van overtrading van de wet, het feit dat overtredingen van de wet in hoofdzaak zullen plaatsvinden op tijdstippen waarop de ambtenaren van de Belastingdienst/FIOD-ECD niet plegen te werken.
Handhaving door de Belastingdienst/FIOD-ECD zal - in overleg (en eventueel in samenwerking) met de lokale politie - plaatsvinden in gevallen waarin overtrading van de wet een landelijke verstoring van de concurrentieverhoudingen oplevert of sprake is van overtredingen met een bijzonder karakter. Opsporing 1. Overtredingen door winkels Overtredingen van de wet door winkelbedrijven (en andere vormen van verkoop aan particulieren) zullen zich in hoofdzaak voordoen op niet door de gemeenteraad aangewezen zon- en feestdagen dan wel op een van de tijdstippen waarop de wet verplichte sluiting voorschrijft. Repressief optreden zal in beginsel worden ingegeven door de mate waarin de (lokale) concurrentieverhoudingen dreigen te worden verstoord, dan wel de verboden openstelling navolging dreigt te krijgen (olievlekwerking). 2. Overtredingen door benzinestations Een categorie ondememingen, waarvoor een vrijstellingsregime van kracht is, wordt gevormd door de benzinestations. Alle goederen mogen gedurende 7 dagen per week, 24 uur per dag, worden verkocht, mits in de winkel de omzet uit de verkoop van goederen grotendeels wordt behaald uit de verkoop van brandstof en smeermiddelen voor voer- of vaartuigen en van benodigdheden voor gebruik, reiniging of spoedeisende reparaties van voer- of vaartuigen, alsmede accessoires daarvoor. Waar de verhouding tussen brandstofomzet en goederenomzet problematisch wordt, kan de Belastingdienst/FIOD-ECD bij controle(s) worden ingeschakeld, zodat een gedetailleerde omzetberekening kan worden gemaakt.
Richtlijn voor strafvordering Winkeltijdenwet Deze richtlijn voor strafvordering geeft een regeling voor de Transactiebedragen en eisen ter zitting bij overtrading van de Winkeltijdenwet.
Transactiebedragen € 450 voor individuele ondernemingen (geen filiaalbedrijven) € 900 voor individuele ondernemingen (geen filiaalbedrijven) € 4500 voor ondernemingen die deel uitmaken van een concern.
- niet structureel ongeoorloofd opengesteld - structureel ongeoorloofd opengesteld
Recidive Bij recidive dient het transactiebedrag met 50% te worden verhoogd. Eis ter zitting Indien een aangeboden transactie niet is betaald, wordt het aangeboden bedrag verhoogd met 20%.
Voorlopige maatregel De Wet op de economische delicten biedt in de artikelen 28 en 29 de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden een voorlopige maatregel te bevelen. Aangezien ongeoorloofde openstelling er toe kan leiden dat winkels in de omgeving van de overtreder eveneens overgaan tot openstelling in strijd met de wet, zeker als de eerste overtreder ondanks de eerste fase van repressief optreden niet genegen blijkt om de wet na te leven, kan het bevelen van een voorlopige maatregel uitkomst bieden. Vanwege het uitstralingseffect kan immers gesteld worden dat de belangen, die de wet beoogt te beschermen een onmiddellijk ingrijpen vereisen. In het verleden is dan ook meermalen gebleken dat het bevelen van een voorlopige maatregel (of het in het vooruitzicht stellen daarvan) effectief is. De te volgen procedure bij gebruikmaken van een voorlopige maatregel: 1. Proces-verbaal van overtrading wordt aangezegd c.q. opgemaakt. 2. Bij constatering van voortduring van de overtrading en vrees voor uitstraling wordt in overleg getreden met de bevoegde officier van justitie aangaande de wenselijkheid van een voorlopige maatregel. 3. Indien tot een voorlopige maatregel wordt besloten, doet de officier van justitie een getekend exemplaar toekomen aan de opsporende instantie, waarna deze - uiteraard bij vaststelling van voortdurende overtrading - andermaal proces-verbaal ter zake van overtrading van de Winkeltijdenwet aanzegt c.q. opmaakt en tevens de voorlopige maatregel aan de verdachte betekent. 4. Korte tijd nadat de voorlopige maatregel is betekend - maar in ieder geval op een tijdstip waarop de verdachte aan de verboden situatie een eind had kunnen maken wordt nagegaan of de voorlopige maatregel wordt nageleefd. Bij overtrading van de voorlopige maatregel wordt proces-verbaal opgemaakt ter zake van overtrading van de Winkeltijdenwet en overtrading van artikel 33 Wet op de economische delicten. 5. Mocht de verdachte desondanks volharden in overtrading, dan kan door de officier van justitie worden overwogen om op voet van het bepaalde in art. 29 van de Wet op de economische delicten van de rechtbank een voorlopige maatregel tot onmiddellijke stillegging te vorderen.
Bestuursrechtelijk traject Het gemeentebestuur (college dan wel burgemeester) heeft op grond van artikel 125 Gemeentewet de bevoegdheid tot het toepassen van bestuursdwang. In relatie tot de Winkeltijdenwet biedt bestuursdwang een gemeente de mogelijkheid om tot sluiting van een niet geoorloofd opengestelde winkel over te gaan. Daarnaast heeft een gemeente in beginsel de keuze om in plaats van bestuursdwang een last onder dwangsom aan een overtredende winkelier op te leggen, tenzij het belang dat het overtreden voorschrift beoogt te beschermen zich daartegen verzet. In de praktijk betekent dit dat een winkelier eerst enkele keren wordt gewaarschuwd dat de winkel niet geopend mag zijn. Indien dit geen effect heeft, wordt daadwerkelijk tot het opleggen van een last onder dwangsom overgegaan. In het geval van openstelling op een niet aangewezen koopzondag wordt de winkelier gelast zijn winkel gesloten te houden op straffe van verbeurte van een dwangsom. Hij moet in beginsel een termijn krijgen om zijn winkel te sluiten. Hoe lang deze "begunstigingstermijn" moet zijn, hangt sterk af van de omstandigheden van het geval. Feitelijke sluiting van de winkel zal in het algemeen niet veel tijd vergen (ca. 2 a 3 uur). Ook andere factoren kunnen echter een rol spelen bij de bepaling van de termijn. Bijvoorbeeld hoe lang de winkel al open was op de niet aangewezen koopzondag, of het gemeentebestuur hiervan op de hoogte was en of de bedrijfsvoering gebaseerd is op de zondagsopenstelling . Overigens mag bij de bepaling van de begunstigingstermijn ook gewicht worden toegekend aan het tijdstip waarop de winkelier voor het eerst, dus voorafgaand aan het opleggen van de dwangsom, gewaarschuwd werd dat hij zijn winkel niet op zondag geopend mocht hebben. Na afloop van de termijn verbeurt de winkelier voor iedere keer dat zijn winkel op een niet aangewezen koopzondag geopend heeft van rechtswege een dwangsom. Verbeurde dwangsommen kunnen bij dwangbevel worden ingevoerd. De bevoegdheid verbeurde dwangsommen in te vorderen verjaart zes maanden na de dag waarop de dwangsom is verbeurd. De gemeente heeft grote vrijheid bij de bepaling van de hoogte van de dwangsom. De wet stelt slechts als eis dat de dwangsom in redelijke verhouding moet staan met de zwaarte van het geschonden belang en de beoogde werking van de dwangsom. Bij overtrading van de Winkeltijdenwet kunnen verschillende aspecten een rol spelen, zoals de omvang van de winkel en het voordeel dat de winkelier met de zondagopenstelling behaalt. De dwangsom beoogt immers een effectieve prikkel tot naleving van de Winkeltijdenwet te geven.
Jurisprudentie Tegen een besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom staat beroep open bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Dit College heeft in een aantal zaken uitspraak gedaan op beroepen tegen verzoeken tot schorsing van besluiten tot opleggen van een last onder dwangsom aan winkeliers die de Winkeltijdenwet hadden overtreden. Al deze beroepen werden ongegrond verklaard en afgewezen. Zodoende zijn aan de winkeliers dwangsommen opgelegd. 4 Kanttekeningen Het constateren van overtredingen op grond van de Winkeltijdenwet ligt bij de politie. Het opgemaakte proces verbaal van bevindingen dient voor de gemeente als basisdocument te dienen om de overtredende winkelier aan te schrijven. Bij de politie zal op zondag voldoende personele capaciteit beschikbaar moeten zijn. 5 Uitvoering Het onderwerp dient geagendeerd te worden in het districtscollege om te komen tot uniforme regels voor handhaving in het district.
In de interne organisatie zullen nog afspraken gemaakt worden over de te voeren procedure (lees: betrokken clusters/ afdelingen) na opmaking van het proces verbaal van bevindingen door de politic Bijlagen: