zevende jaargang, nr. 4
september 2011
Hooglandse Nieuwe informatieblad voor alle geïnteresseerden rondom de Hooglandse Vieringen van de Leidse Studenten Ekklesia met - Karin van den Broeke, Henk van Breukelen, Wil Heesakkers, Hans Feddema, Jenneke van der Wal, Lidy van der Spek, Piet Stolker, Job van Keulen, Lydia Slotboom en Monique van der Gaag over de
LIEFDE - de oprichting van de nieuwe Vereniging LSE - in gesprek met Rinny Kooy en nog veel meer
Hooglandse Nieuwe april 2010 |
1
Prijs: € 1
COLOFON Hooglandse Nieuwe is een blad voor alle geïnteresseerden rondom de Hooglandse Vieringen van de Leidse Studenten Ekklesia. Het verschijnt zes maal per jaar. Redactie Bep van Houten, Tine van Iren, Job van Keulen, Wim Schouten, Edo Schraa, Jan Slotboom Opmaak Jan Slotboom
Leidse Studenten Ekklesia, Rapenburg 100, 2311 GA Leiden 071-5134558,
[email protected], www.ekklesialeiden.nl
7e jaargang, nummer 4
september 2011
Kleurenversie downloaden www.ekklesialeiden.nl Abonnement € 20 per jaar Nieuwe abonnees opgeven bij het secretariaat Kopij voor het novembernummer met het thema 'Duurzaam' uiterlijk op 16 oktober aanleveren bij:
[email protected] of bij secretariaat LSE, Rapenburg 100, 2311 GA Leiden, t.n.v. Bep van Houten, o.v.v. kopij HN
PASTORES Rob van Waarde (studentenpastor, PKN) Leidsestraatweg 64-9, 3443 BW Woerden 06-4193 5997
[email protected] Elise Woertman (studentenpastor, RK) Boompjes 474, 3011 XZ Rotterdam 06-4510 0439
[email protected] Christiane Berkvens-Stevelinck (academiepredikant, Rem.) Stadionkade 16II, 1077 VK Amsterdam 020-671 4568,
[email protected] www.moederoverste.nl Henk Schouten (wnd participantenpastor, PKN), Fuchsiadal 15, 2317 HR Leiden 071-521 8723
[email protected]
In dit nummer:
2 Redactioneel - Wim Schouten 3 Waar vriendschap is en liefde - Karin van den Broeke 4 HOOGLIED - Lidy van der Spek 5 Als liefde inconsistent en onvoorspelbaar is - Anke Drexhage 8 Liefde voor een dierbare overledene - Job van Keulen 9 Houden van het leven - Henk van Breukelen 9 Liefde en veiligheid - Wil Heesakkers 10 De kracht van liefde en mededogen - Hans Feddema 11 Hartvullende liefde - Jenneke van der Wal 14 Liefde voor de liturgie - Lydia Slotboom 19 Liefde maakt de wereld mooier - Monique van der Gaag 19 HOOGLIED - Piet Stolker 13
Hooglandse Vieringen
14
Vereniging LSE opgericht - Wordt lid van de LSE!
15
Nieuws uit de LSE-raad - Studentenwerk - Voor studenten en participanten - De LSE-raad tracteert
16
In gesprek met - Rinny Kooy
18
Actief en informatief - Leergeld Leiden - Vredesweek
20
Kinderpagina
Rekeningnummers Voor bijdragen aan het werk van de Leidse Studenten Ekklesia: - rekeningnummer 263 5559 t.n.v. Stichting Materiële Voorzieningen LSE te Leiden Voor diaconale giften: - rekeningnummer 331 3366 t.n.v. Stichting Diaconaal Fonds Hulpverlening LSE Leiden Beide stichtingen zijn erkend door de fiscus. Giften zijn aftrekbaar voor de inkomstenbelasting.
Dit nummer is opgemaakt met het gratis programma Scribus
Hooglandse Nieuwe september 2011 |
2
redactioneel Liefde Wim Schouten
L
iefde, liefde en nog eens liefde!
Het is niet de gewoonte van dit blad om in herhaling te vallen, maar daarop maken we graag twee uitzonderingen: een voor Liefde en voor een voor Karin van den Broeke. Het woord “liefde” komt in de Bijbel (nieuwe vertaling) maar liefst 264 keer voor. Het is dan ook voor velen, ook voor mij, de essentie van het geloof. Daar kan je daarom nooit te veel aandacht aan besteden. Daarom vond de redactie van dit blad dat het na bijna vier jaar wel weer eens mocht, liefde als thema voor een nummer. Ook al is het niet de gewoonte van dit blad om in herhaling te vallen, voor de Liefde mag een uitzondering worden gemaakt, net als voor Karin van den Broeke. Vier jaar geleden schreef deze toenmalige pastor in dit blad over liefde in de zin van caritas en van amor. Amor is waar je hart naar uitgaat, caritas is meer mededogen, een ander, ook wie anders in het leven staat dan jij, niet minder achten dan jezelf. In dat zelfde nummer kondigde zij aan de LSE te gaan verlaten. Karin neemt nog altijd een bijzondere plaats in ons hart in. Daarom plaatsen we haar toenmalige bijdrage met liefde nogmaals. In dit tweede liefdesnummer is hartvervullende liefde het thema van Jen3
neke, die een zoet maar lekker drankje maakt van de gedachten aan alle liefs in haar leven. Zij kan er met gemak een kopje mee vullen. Dat zal haar van pas komen in haar nieuwe woonplaats Cambridge, waar de kopjes tot vervelens toe met thee gevuld plegen te worden. Alweer gaat in dit blad liefde dus gepaard met een afscheid. Daarbij biedt het troost dat dankzij de liefde uit het oog niet uit het hart hoeft te betekenen. Dat geldt voor degenen die alleen maar geografisch van ons verwijderd raken. Maar dat geldt ook voor geliefden die overlijden. Over hoe die bewaard blijven in ons hart, schrijft Job van Keulen aan de hand van een gedicht van Rutger Kopland. Liefde, weten dat je onvoorwaardelijk geaccepteerd wordt, een mooie vaste plek in iemands hart hebt, is voor iedereen belangrijk. Maar het is onmisbaar in de eerste drie jaren van je bestaan. Wanneer je entree op aarde niet vergezeld gaat van deze boodschap dat je er mag zijn, dan heb je het in je latere leven moeilijk. Anke Drexhage confronteert ons met een slachtoffertje van een dergelijke liefdeloze start. Ieder mens een veilig bestaan is het thema van de vredesweek van dit jaar, besproken door Wil Heesakkers. Een veilig bestaan begint met een veilige, liefdevolle start. Je moet je van kindsbeen af geborgen weten. Hans Feddema schrijft over de kracht van liefde in de beide betekenissen
| Hooglandse Nieuwe september 2011
volgens Karin, Caritas, mildheid, mededogen en Amor, de onvoorwaardelijke liefde. Liefde is voor hem de bestemming van de mens, de essentie van het leven. Het leven liefhebben, daarover schrijft Henk van Breukelen. Maar hij vraagt vooral om mededogen voor wie het leven niet lief kunnen hebben, om acceptatie van, en niet oordelen over wie niet levenslustig is. Liefde vermomt zich soms in de sinaasappels van Monique van der Gaag. Liefde betekent volgens haar de wereld een beetje mooier maken. Daarbij past doen wat je hart je ingeeft, en vertrouwen dat alles wel op z’n pootjes terecht zal komen. Liefde en vertrouwen dat het allemaal wel goed zal komen, spelen ook een rol bij de stappen die momenteel gezet worden in de richting van een vereniging voor onze LSE, waar naast vernieuwing ook het vertrouwde een rol zal blijven spelen. Zoals de Hooglandse Vieringen waarover u ook dit keer weer in dit blad kunt lezen. En natuurlijk ook bij alle nieuwe studenten die vol vertrouwen in een nieuw avontuur stappen. De redactie wenst u dan ook veel liefs en leesplezier toe in dit eerste nummer van de Hooglandse Nieuwe in het nieuwe studiejaar.
Waar vriendschap is en liefde, daar is God Karin van den Broeke
W
aar vriendschap woont en liefde, daar is God. We zingen het regelmatig in de Ekklesia. Twee Latijnse woorden, waar je in het grieks zelfs drie woorden aan zou kunnen verbinden: agapè, filia en eros.
dat vooral in de christelijke context voorkomt. In het Nieuwe Testament wordt het regelmatig genoemd. Daarbij gaat het om een veel bredere, dienende, onbaatzuchtige liefde. Hoewel de begrippen niet helemaal samenvallen, past het het best bij het Latijnse caritas.
Eros is de naam van één van de goden uit de Griekse mythologie. Andere namen voor deze god zijn Amor en Cupido. Misschien is het de naam Cupido die het meest direct beelden oproept: van een jongetje met pijl en boog dat de harten van mensen beschiet. En zodra het raak is, is de geraakte op slag verliefd. Getroffen door de liefde die gelukkig maakt en kwelt. Geraakt door de liefde die een ander nodig heeft, en ook de liefde van een ander verlangt te ontvangen.
In de afgelopen jaren ben ik getroffen door werk van de Italiaanse filosoof Vattimo. Hij schrijft over de caritas als uiteindelijke verwezenlijking van het christendom. Voor hem betekent dat in eerste instantie iets, dat vrij abstract lijkt. In het Nieuwe Testament leest hij hoe God zichzelf wegschenkt in een mens. Vattimo herkent daarin het afzien van aanspraken van verhevenheid, waarbij juist dat ‘afzien van verhevenheid’ tot een nieuwe norm wordt. Voor hem is het wezenlijk op verschillende levensterreinen. Hij betrekt er het wetenschappelijk discours in, dat hij beschouwt als een voortdurend proces van interpretatie, waarin niemand het objectieve meetinstrument in handen heeft. Het is een visie die consequenties heeft voor het spreken op allerlei terreinen. De ene godsdienst kan zich hiermee niet verheffen boven de andere, maar hooguit in gesprek gaan over die zaken waarover men in gezamenlijkheid na wil denken. Binnen een godsdienst kan de ene groep mensen niet zomaar de andere veroordelen, zonder in gesprek te gaan en ook de eigen standpunten ter sprake te brengen. Voor Vattimo, als een al wat oudere homoseksueel in het katholieke Italië,
Het woord filia wordt eveneens vaak met liefde vertaald, maar ook wel met genegenheid. Het is het woord zoals je het terugvindt in ‘filosofie’, ‘homofiel’, ‘bibliofiel’. Het geeft een duide-lijke gerichtheid aan, maar zonder de sterke passie die eros kenmerkt. Wel draagt, als ik het goed begrepen heb, het Latijnse woord amor de beide Griekse termen, eros en filia, in zich. De liefde, de passie in een mens, waarmee zijn of haar hart naar iets of iemand uitgaat. Het woord agapè is een derde Griekse term die vaak met ‘liefde’ vertaald wordt. Het is een woord
is dit een existentieel recht geweest dat hij in zijn eigen leven bevochten heeft. Voor mij betekent het dat in de woorden ‘caritas et amor’ twee fundamentele categorieën aan bod komen. In de amor is alles gevat waar het hart van mensen naar uitgaat. De mensen die je liefhebt, de idealen die je motiveren, de interesses die je enthousiasmeren. In de caritas wordt een ondergrens aangegeven. Positief uitgelegd houdt caritas een onbaatzuchtige genegenheid, een gevoel van liefde en bewogenheid, voor de wijde wereld in. Maar op zijn allerkleinst uitgelegd betekent de caritas in elk geval respect voor de wereld om je heen: het besef dat jouw belangen en jouw meningen nooit ‘objectief’ gezien zwaarder wegen dan die van anderen. De bijbelse uitdrukking dat we allen slechts ‘vreemdelingen en bijwoners’ zijn resoneert voor mij daarin mee. Het is, waarom ik het Ubi caritas zo’n prachtig lied vind. Omdat het spreekt van de liefde die van ieder mens uitgaat, maar ook een harde ondergrens stelt aan alle passies en gedrevenheid. We zingen de regel, in het Latijn of in het Nederlands, regelmatig in onze vieringen. En het klinkt dan soms bijna als een zoet tussendoortje. Voor mij ligt er echter de basis van het menszijn in besloten.
Hooglandse Nieuwe september 2011 |
4
detail
FOTO'S JACQUELINE TAKKEN
Hooglied Toelichting van Lidy van der Spek: 'Ik bid u dochters van Jeruzalem, wek de liefde niet op éér het haar behaagt'. In de vertaling van het NBG: 'Ik bezweer u dochters van Jeruzalem, waarom wilt gij de liefde opwekken en prikkelen, vóórdat het haar behaagt?' (8:4) Het groen staat voor het voorjaar (reikhalzend naar de zomer) én de muziek in vele toonaarden. De 'tralies' betekenen weer: 'wek de liefde (nog) niet op', kijk en denk en voel slechts, en geniet daar voorlopig van. Sla dus niets over. Lidy van der Spek, diverse textiele materialen, 150 x 60 cm 5
| Hooglandse Nieuwe september 2011
Als liefde inconsistent en onvoorspelbaar is . . .
Anke Drexhage
Inleiding
D
e redactie vroeg mij een stuk te schrijven over hoe het in de opvoeding mis kan gaan als kinderen niet genoeg liefde krijgen. Ik werk als orthopedagoog/ gz- psycholoog in het Praktijkonderwijs en heb geput uit mijn ervaringen op diverse scholen en in het school begeleidingswerk. De term “Praktijkonderwijs” vraagt wat toelichting, denk ik, omdat niet iedereen deze onderwijsvorm zal kennen. Als je het over tekortschietende liefde in de opvoeding hebt, zijn de theorieën over hechting van belang. Daarom, voor wie hier niet mee bekend is, in een van de kaders ook iets over hechting. Het Praktijkonderwijs is een vorm van voortgezet onderwijs voor 12-18-jarigen, nog “onder” de meest eenvoudige leerweg - variant van het vmbo. De leerlingen hebben IQ’s tussen de 60 en 80 en het is niet zichtbaar en soms moeilijk herkenbaar dat zij - en soms ook
hun ouders - op dit niveau functioneren. De leerlingen zien er (meestal) heel gewoon uit en voelen zich ook zo. Vaak ontkennen leerlingen en ouders dat zij een verstandelijke beperking hebben die maakt dat ze een hogere vorm van onderwijs, zoals vmbo, niet aan kunnen.
welijks Nederlands spreken, sociale controle van de bevolkingsgroep waaruit de ouders afkomstig zijn. Daarnaast blijkt uit recent wetenschappelijk onderzoek dat 63% van de jongeren met een IQ tot 85 ook met andere chronische aandoeningen kampt zoals astma, kinderreuma, een vorm van autisme of ADHD.
Uit onderzoek blijkt een duidelijke relatie tussen het op dit niveau functioneren en een sociaal -economische achterstandspositie. Veel leerlingen van onze school wonen inderdaad in wijken waar een concentratie van problemen en belasting is en ook in de gezinnen is vaak sprake van meervoudige problematiek. Ouders en leerlingen hebben vaak te maken met armoede en financiële problemen, werkloosheid (soms van generatie op generatie), vluchtelingenproblematiek, huisvestingsproblemen (inclusief huisjesmelkers), lichamelijke problemen en chronische ziekte, psychiatrie, soms ook analfabetisme en/of nau-
Het onderwijs is erop gericht aan te sluiten bij de mogelijkheden van leerlingen, bij wat ze wél kunnen. Leerlingen oefenen in praktijksituaties en stages de vaardigheden die ze bij eenvoudige werkzaamheden in de maatschappij nodig hebben. Zij worden opgeleid voor werk op assistent-niveau in de ouderenzorg, winkel, magazijn, bouw, eenvoudige fietsreparatie, horeca. Sommigen leren door via het ROC. Tot slot: alle gegevens over personen, plaatsen en gebeurtenissen zijn zodanig gewijzigd dat zij niet herkenbaar zijn.
Hooglandse Nieuwe september 2011 |
6
Een praktijkvoorbeeld Het is maandag en er was in het weekend weer eens veel geroddel, ge-sms en geping onder een aantal meiden van school. Patricia (14 jaar) is de zondebok en wordt als schuldige aangewezen: ze zijn heel boos op haar! Patricia zit bij mij aan de ronde tafel in mijn kamer op school. Ze huilt en is boos en in de war. Ze weet niet hoe zij de problemen op moet lossen. Na een aanvankelijk vaag en ingewikkeld verhaal wordt ten slotte het volgende duidelijk. Ze was in het weekend bij de moeder van haar vriendin Wendy. Ze was er samen met een andere vriendin, Nancy. Ze voelt zich bij Wendy thuis heel veilig en vertrouwd. Wendy en haar moeder waren even de kamer uit en het mobieltje van de moeder van Wendy lag er nog. Het is toen verdwenen, maar dat kon zíj niet helpen, zegt ze boos! De moeder van Wendy miste de mobiel al snel en Wendy en haar moeder denken nu bijna zeker te weten dat zij, Patricia, de mobiel heeft gestolen en ze zijn heel boos op haar. Patricia heeft vol gehouden dat ze de mobiel niet heeft gestolen en de vriend van haar zus (?) zegt ook dat ze dat vol moet houden! Er is over ge-chat en ge-sms't in het weekend en nu weet de hele school ervan en is iedereen boos op haar! Ze heeft tegen Wendy gezegd dat Nancy het vast gedaan heeft, want die was ook in huis! Die is nu ook woedend op haar! Haar vader, bij wie ze woont, weet nog van niks. Maar ze zit er wel mee, omdat ze nu op school allemaal boos zijn op haar! Ze nemen haar vast na schooltijd te grazen! Patricia huilt hartverscheurend! We nemen rustig door hoe het allemaal gegaan is. Patricia bekent dan dat ze eigenlijk zelf de mobiel heeft mee genomen. Ze gaf hem aan de vriend van haar oudere zus, die nu ook bij hen woont. Ze zegt spontaan dat ze eigenlijk ook niet weet waarom ze het gedaan heeft, want de moeder van haar vriendin is juist aardig voor haar en ze voelt zich er thuis, komt er vaak en heeft het gevoel dat het ook een beetje haar (tweede) moeder is! Ze snapt nu wel dat het heel lastig is voor de moeder van Wendy, omdat ze hierdoor ook al haar telefoonnummers en zo kwijt is! Als ze wat tot rust gekomen is, bedenken we samen een aantal mogelijke oplossingen.
7
| Hooglandse Nieuwe september 2011
FOTO'S JACQUELINE TAKKEN
Wat is het probleem? Als schoolpsycholoog denk je bij zo’ n ingewikkeld verhaal: “Wat moet ik hier nu weer mee? Het lijkt allemaal ook niet gemakkelijk eventjes op te lossen, omdat er inmiddels al veel leerlingen bij betrokken zijn en omdat er wraakacties na schooltijd dreigen. Die acties zijn soms niet mals en sommige jongens kicken er echt op: eindelijk 'legitiem' van je af slaan en schoppen! Maar het is ook een kans voor Patricia om te leren en te ervaren hoe je problemen kunt oplossen zonder heel veel leugens en zonder 'het ene gat met het andere gat te stoppen'. Haar dossier passeert tegelijkertijd in mijn hoofd: De ouders van Patricia zijn gescheiden toen ze nog een kleuter was en moeder met Patricia in een ander deel van het land ging wonen. Er was onregelmatig contact met vader. De moeder van Patricia komt uit een ander Europees land en had zelf een moeilijke jeugd. Moeder verbleef in haar jeugd in verschillende tehuizen. Vermoedelijk maakte dit dat de moeder van Patricia, nadat zij was gescheiden, steeds nieuwe vrienden kreeg bij wie ze liefde en geborgenheid zocht. Er waren ook financiële problemen en de moeder van Patricia was vaak niet thuis. De vrienden van moeder woonden, soms kortdurend, bij hen in huis. Patricia houdt van haar moeder en is heel loyaal. Maar ze spreekt ook vaak over haar moeder als over een
gelijke, een soort vriendin die het moeilijk heeft en vaak in de problemen zit. Ze is ook bang om haar liefde of die van haar vader te verliezen. Met haar 14e jaar ging Patricia bij haar vader wonen, omdat haar moeder naar het buitenland ging. Bij Patricia werd een hechtingsstoornis vastgesteld. Dit betekent dat zij onvoldoende basaal vertrouwen in anderen en zichzelf heeft kunnen opbouwen, terwijl dit nou juist de twee belangrijkste voorwaarden zijn voor de persoonlijkheidsvorming. Haar ouders hadden vast veel liefde voor hun kind maar, ten gevolge van hun eigen belaste geschiedenis en hun omstandigheden, waren zij vermoedelijk onvoldoende in staat om consistent te zijn in de omgang met en de liefde voor hun kind. Patricia is - door de hechtingsstoornis - onvoldoende in staat om adequate en duurzame relaties aan te gaan met leeftijdgenoten en volwassenen. Zij lijkt zich vooral te richten op het vervullen van haar eigen behoeften en kan daar heel dwingend en claimend in zijn. Tegelijkertijd “schreeuwt” ze om aandacht, acceptatie, liefde en genegenheid, maar wijzen mensen haar regelmatig af ten gevolge van haar gedrag. Het gaat je aan het hart als zij zich steeds weer in de nesten werkt en zo graag liefde wil! Met het wegnemen van de mobiel
Vervolg praktijkvoorbeeld In overleg met Patricia halen we haar vriendin Wendy erbij. Patricia vertelt nu ook aan haar dat ze inderdaad de mobiel heeft weg genomen en dat ze er spijt van heeft. Ze zal zorgen dat de mobiel terug komt! Wendy zal op school aan iedereen vertellen dat wraakacties niet meer nodig zijn, omdat het allemaal opgelost gaat worden! De docenten zullen er na schooltijd op toe zien! We bellen eerst samen naar de vader van Patricia. Die is boos op haar en ook op de vriend van haar oudere zus die nu de mobiel heeft! Hij gaat er thuis werk van maken! Vader gaat er ook mee akkoord dat we de moeder van Wendy uitnodigen voor een gesprek op school met Patricia in mijn bijzijn. Na afloop zullen we dit telefonisch terug koppelen aan vader. Gelukkig is de moeder van Wendy thuis en wil zij graag direct naar school komen; ze is nog erg boos. Er volgt een goed gesprek waarin de moeder van Wendy bij Patricia de juiste snaar weet te raken! Patricia vraagt ten slotte huilend aan Wendy’s moeder of zij nog wel bij hen thuis mag komen. De moeder van Wendy geeft daarop (heel knap!) aan dat haar vertrouwen beschaamd is, maar dat Patricia altijd haar vertrouwen weer terug kan winnen. Ze geeft ten slotte zelfs een zoen aan Patricia! Na afloop van het gesprek vertrouwde moeder me toe dat zij bij Patricia altijd al de grote behoefte aan liefde en genegenheid had gevoeld ondanks haar soms moeilijke gedrag! (over liefde gesproken!) Het was echt een helend gesprek waarbij ik voornamelijk kon luisteren en samenvatten. We belden met de moeder van Wendy naar de vader van Patricia en er werden afspraken gemaakt over het terug brengen van de mobiel. Die was gelukkig nog niet verhandeld! De verhoudingen waren weer voor enige tijd hersteld en de rust op school was weer gekeerd!
kan zij de goedkeuring van Nancy hebben willen winnen. Ze kan er de vriend van haar zus mee tevreden hebben willen stellen. Maar het kan ook nog, heel paradoxaal, de functie hebben gehad van het leggen van een extra band met de moeder van haar vriendin van wie ze genegenheid kreeg: een manier om de aandacht van die moeder vast te houden!
Zíj verdienen, wat mij betreft, die topsalarissen en bonussen uit de bankwereld!
Patricia is opgelucht! Echter, het gebrek aan consistente liefde in haar kindertijd zal haar nog vaak in moeilijkheden brengen. Zij blijft veel extra hulp, liefde en structuur nodig hebben en mensen in haar omgeving die haar gedrag begrenzen en er doorheen kunnen kijken. Gelukkig zijn de docenten in het Praktijkonderwijs daar vaak erg goed in en wordt er daardoor soms veel narigheid voorkomen!
Enkele opmerkingen over hechting De belangrijkste fase voor de ontwikkeling van de hechting ligt tussen de 0 en 36 maanden. Vooral in die periode is een vaste verzorger of hechtingspersoon belangrijk; het kind moet een selectieve hechtingsrelatie kunnen aangaan met een volwassene. Een kind kan een hechtingsstoornis ontwikkelen als er veel wisselende verzorgers zijn of, bijvoorbeeld, plotselinge afwezigheid van de hechtingspersoon. Maar ook als de ouder of hechtingspersoon het kind geregeld afwijst, er geen “tijd” voor heeft en weinig responsief en sensitief ingaat op signalen van het kind om aandacht en zorg. De ouder/vaste verzorger reageert dan, bijvoorbeeld, soms de ene keer lief, sensitief en adequaat op bepaald gedrag en de andere keer boos en afwijzend op hetzelfde gedrag. De ouder/verzorger is onvoorspelbaar, je kunt er niet op rekenen en de wereld wordt daarmee voor het kind ook onvoorspelbaar en onveilig. Het geeft een kind het gevoel dat het op zichzelf is aangewezen. Ouders/verzorgers moeten consistent liefde kunnen geven, zodat hun kind zich onvoorwaardelijk geaccepteerd, geliefd en gewaardeerd voelt. Daar hoort ook bij dat de opvoeder in staat moet zijn om structuur te geven en
het gedrag van het kind te begrenzen, het te leren impulsen te beheersen. Anders wordt een kind niet beschermd tegen de eigen boosheid en is daaraan overgeleverd en leert niet het te hanteren. Kinderen met een hechtingsstoornis kunnen gespannen zijn en wat schuw of angstig, zich “onzichtbaar” makend of juist allemansvrienden die er op de een of andere manier voor zorgen dat de ander zich met hen bemoeit, soms door moeilijk aandacht trekkend gedrag. Ze kunnen claimend zijn en soms alleen maar tot oppervlakkig spel of bezigheid komen. Ze durven zich niet te verliezen in hun bezigheid, omdat ze zich niet echt veilig voelen. Zij zijn onvoldoende in staat om adequate en duurzame relaties aan te gaan met leeftijdgenoten en volwassenen. Zij gaan zich steeds meer richten op het vervullen van de eigen behoeften omdat niemand anders dat doet. Er is geen bewezen effectieve behandeling voor kinderen met een hechtingsstoornis,maar kinderen die voor hun eerste jaar worden geadopteerd lijken zich bijna volledig te herstellen (Van IJzendoorn & Juffer 2006). Opname in een adoptie- of pleeggezin lijkt in een aantal situaties nog de beste optie voor verdere ontwikkeling.
Hooglandse Nieuwe september 2011 |
8
Liefde voor een dierbare overledene
DE MOEDER HET WATER Ik ging naar moeder om haar terug te zien ik zag een vreemde vrouw. Haar blik was wijd en leeg, als keek zij naar de verre overzijde van een water, niet naar mij. Ik dacht: misschien - toen ik daar stond op het gazon, pilsje gedronken in de kantine van het verpleeghuis, de tijd ging langzaam in die godvergeten eenzaamheid misschien zou ’t goed zijn als nu Psalmen klonken. Het was mijn moeder, het lijfje dat daar roerloos stond in ’t gras, alleen haar dunne haren bewogen nog een beetje in de wind, als voer zij over stille waatren naar een oneindig daar en later, haar God. Er is geen God, maar ik bezwoer Hem Zijn belofte na te komen, haar te bewaren. Rutger Kopland Tot het ons loslaat Uitgeverij G.A. van Oorschot 1997
Job van Keulen
J
e zou het plagiaat kunnen noemen, dit sonnet van Rutger Kopland. Ik beschouw het eerder als een hommage aan Martinus Nijhoff. In diens alom bekende gedicht De moeder de vrouw bezoekt deze ‘de brug naar Bommel’, en verheugt zich erover dat de twee ‘overzijden’ van de rivier nu buren zijn geworden. Hij ziet in een visioen een schip dat onder de brug door vaart (tussen de overzijden door) met een vrouw aan het roer die hem 9
aan zijn overleden moeder herinnert. Zij zingt iets als een psalm: “Prijs God, Zijn hand zal u bewaren”. En Kopland gebruikt op geniale wijze van dit gedicht van Nijhoff alles wat hij in het zijne kan toepassen: de vorm, de structuur en de klank van de rijmwoorden. En ook de beelden als moeder, water, overzijde, psalm, god en ook het woord ‘bewaren’. Hij beoogt geen simpele parodie maar bouwt voort op de symboliek en de ontroering die Nij-
| Hooglandse Nieuwe september 2011
hoff oproept. Het zijn vooral de drie laatste regels van dit gedicht van Kopland die mij ontroeren. De tedere liefde van de zoon voor zijn moeder. Hoe hij zijn twijfel over het bestaan van God opzij zet en erop rekent dat die god van zijn moeder haar aan de ‘verre overzijde’, zal bewaren. Bij het woord ‘bewaren’ denkt de dichter duidelijk aan een voortbestaan na de dood in een hemel of hoe je zo’n toestand maar wilt noemen. Ik kan me er weinig bij voorstellen maar wel dat velen bij die gedachte troost vinden. Zoals kennelijk ook de dichter. In de Grote Van Dale vind je naast acht andere betekenissen voor ‘bewaren’ ook in gedachtenis houden. Als er een geliefde overlijdt houden we die in gedachtenis. Hij of zij wordt dan door de achterblijvende ‘bewaard’. Dat spreekt mij meer aan. Het leven is eindig, maar de liefde niet. Ook al ben je door de dood niet langer samen, de liefde blijft bestaan en die wordt soms nog duidelijker dan voorheen. Zoals in een regel in een gedicht van Vasalis : Ik kan mij niet van u bevrijden. Je blijft als het ware de aanwezigheid van de geliefde beleven in je emoties en ook concreet in je handelen. Daar zit je in de rest van je leven aan vast. Bewaren is ook wat anders dan je gevoelens van verdriet om het gemis koesteren. Door goed te ‘bewaren’ doe je ook recht aan de overledene. Je geniet als het ware samen na van de gelukkige momenten van het gezamenlijke leven. Wat je ‘bewaart’ is eigenlijk je liefde. Je kunt daarbij zeker ook Gods hulp inroepen zoals in een nogal eens in de Hooglandse kerk klinkend lied van Oosterhuis: God bewaar mij als ik mijn toevlucht bij jou zoek. Zijn hand houdt je vast, want waar liefde is (en vriendschap) daar is God.
Liefde en veiligheid
Houden van het leven
Ieder mens een veilig bestaan (Thema Vredesweek)
Henk van Breukelen Job vraagt me:” zou je iets willen schrijven over ‘houden van het leven”?” Ik aarzel. Wat bedoelen we met: houden van het leven. Job houdt aan: “Vertel iets vanuit je pastorale ervaring” zegt hij . Ik denk aan mijn broer. Hij ligt in een bed in een verpleeghuis. Hij lijdt al jaren aan een ziekte die hem lichamelijk en geestelijk ruïneert. Telkens als ik kom zegt hij: “ik wil dood”. Ik weet dat hij het meent. Hij beseft niet veel meer. Maar dit weet hij blijkbaar zeker. Hij kan niets meer bewegen. Hij wacht. Hij wil dit leven niet. Vroeger sprak ik vaak met hem. Hij is altijd in het ouderlijk huis blijven wonen. Bij mijn vader en moeder. Dat gaf inhoud aan zijn leven. Toen mijn ouders vlak na elkaar stierven was zijn leven voorbij denk ik. Hij liet alles intact. Zelfs de scheerkwast van mijn vader stond na jaren nog altijd voor de spiegel. Hij ging nooit uit, las niets, hield niet van sport, keek geen televisie, luisterde naar geen enkele muziek. De vrienden bleven weg. Ik bezoek hem plichtmatig. Mijn broers ook. Houdt hij van het leven? Ik vraag het hem af en toe. Hij kijkt dan van me weg. Meestal zegt hij niets, soms zegt hij: “Wat bedoel je? Ik kan niet eens meer denken. Wat ik wel weet is dat ik dood wil”. Vorig jaar nog was zijn cynische tegenvraag:” Wat is dat: Houden van het leven”. Het leven had hem niets te bieden. Ik denk dan, beetje geïrriteerd, aan de verzorgsters die hem zorgzaam verschonen, hem voeren trachten hem zelfs in zijn bed mee te nemen naar activiteiten van het huis om hem te verlossen van zijn isolement. Ziet hij dan de liefde niet waarmee ze hem omringen? Hoe werd hij zo? Ik tracht me hem te herinneren. Dat lukt niet. Hij had het niet gemakkelijk met de weinige talenten die hem ten deel waren gevallen. Maar iedereen moet roeien met de riemen die hij heeft en moet het leven aanvaarden zoals het
hem toevalt. Je kunt er lang en breed over filosoferen of dat rechtvaardig is, maar zo steekt het nu eenmaal in elkaar. Iedereen moet ervan maken naar vermogen. Er zijn mensen met in mijn ogen zo weinig kansen en ze houden toch van het leven. Ze ontdekken altijd lichtpuntjes waar zij mee verder kunnen. Ik denk: Henk, je zit werkelijk op het verkeerde spoor. Je bent bezig met een schuldvraag. Je veroordeelt zonder het te willen, indirect de mensen die in jouw ogen niet geslaagd zijn. Zij die van het leven houden zijn de goeden en zij die dat niet doen hebben gefaald. Bij dit soort denken voel je je comfortabel Je bent immers zelf zo blij dat je mag leven ondanks de littekens op je ziel die je hebt opgelopen in het leven dat achter je ligt. Je bent er rijker van geworden meen je. Je verbeeldt jezelf dat je beschikt over een onverwoestbaar levensoptimisme. Je bewondert mensen die ondanks een rotjeugd, echtscheiding, concentratiekampverleden, tragische ziekte, dood van een geliefde, mislukte carrière - ga zo maar door - blije mensen zijn gebleven of opnieuw geworden. Je luistert naar hun verhalen hoe ze er door heen kwamen en de richting hervonden. Die mensen krijgen van jou een voldoende. De anderen wil je niet veroordelen maar je doet het onbewust wel. Want jij bent blijkbaar de norm. Je vindt het niet prettig naar ze te luisteren, tenzij ze ook naar jou willen luisteren. Luister je wel eerlijk naar degenen die zwijgen omdat ze niet van het leven houden? Jouw liefde voor het leven is blijkbaar zo dominant dat je anderen daarvan deelgenoot wilt maken. En dat mag. Maar dat hoeft niet altijd te lukken. Je bent niet de norm. Is niet de barmhartigheid – het zich betrokken weten op de ander die lijdt - in het boeddhistische denken niet veel fundamenteler aanwezig dan in het christelijke ?
Ik zag een klein kind wegkruipen, dat geen handje wilde geven; het durfde niet en zocht veiligheid bij zijn moeder, die lachend tegen mij zei dat het een kwestie van tijd was. Zo ben ik ook geweest, al kan ik het me niet meer herinneren. Van meer dingen vraag ik me af: was ik dat? Heb ik zo verlegen, raar of dom kunnen doen? Jazeker, en morgen kan het weer. Niets menselijks is ons vreemd, ook al vergeten we dat wel eens. En als je terecht komt in een onwenselijke situatie, kom je er niet makkelijk uit. Onderdrukkers, treiteraars en plunderaars kunnen het leven tot een hel maken. Ze zitten bij overheden, bij het bedrijfsleven, in gewone straten, lanen en op pleinen. Ze komen overal vandaan en zitten ook in onszelf, als de omstandigheden zo uitpakken. Angst voor anderen en angst voor onszelf. Maar ook: mildheid en mededogen voor anderen en mildheid voor onszelf. Kunnen we die cultiveren? We hebben zoveel gemeen met elkaar dat we niet in angst en haat, maar in liefde en compassie met elkaar verbonden willen zijn. Voor mensen die praktisch aan de slag willen in het streven naar vrede, kan ik het volgende handboek voor gesprekstechniek aanbevelen:
Geweldloze Communicatie. Ontwapenend en doeltreffend, van Marshall B. Rosenberg (Uitgeverij Lemniscaat, 226 pagina's, € 19,50). Het zou mooi zijn als die geweldloze communicatie op brede schaal uitgeprobeerd werd. Wil Heesakkers
Hooglandse Nieuwe september 2011 |
10
De kracht van liefde en mededogen Hans Feddema
D
e bekende schrijfster en theoloog Karin Armstrong nam het initiatief tot het Charter for Compassion, het internationale Handvest voor kompassie, een ander woord voor mededogen of liefde. Het werd vorig jaar november door het bekende Amsterdamse Mozeshuis naar Nederland gebracht via een grote manifestatie met ruim 400 mensen. Kompassie zie ik als een liefdevol gadeslaan of als een meevoelend of begripvol luisteren. Een er zijn of een zachte aanraking kan vaak al veel betekenen. Ik noem mededogen een effectieve energie, omdat die uit het hart stroomt. En Armstrong spreekt van kompassie als ‘de lakmoesproef van ware spiritualiteit’ en als ‘de wezenskern van alle religies inclusief de islam’. Het houdt volgens haar in ‘dag aan dag in ons eigen hart kijken en nagaan wat pijn doet en steeds weigeren anderen eenzelfde pijn toe te brengen’. Gezien de bij zeer velen aanwezige wrok, lijkt dat continu in het eigen hart kijken niet zonder belang. Zeker als wrok gegeneraliseerd wordt naar diverse personen en groepen toe, waardoor het ten slotte zelfs een klacht wordt tegen het leven zelf en haar zogenaamde onrechtvaardigheid. Wrok koesteren veroorzaakt verharding die voor sterkte doorgaat, maar die ons in feite in de slachtofferhouding doet blijven. Er zijn verschillende therapieën, hoe mensen zich daaruit kunnen losmaken. Om te beginnen met de waarheid van de pijn in het verleden te erkennen, ons hart voor onszelf te openen en de verwonding te leren omarmen met eigen mededogen. Dus zo proberen op een nieuwe manier bij onszelf aanwezig te zijn,
waardoor mogelijk het defensieve schild rond ons hart breekt en vergeven mogelijk is. En als het om de attitude van wrok van tegenspelers gaat, is Jezus’ advies om hen de andere wang toe te keren functioneel. Het treft het hart van de wrokmentaliteit en de kern van ons defensieve ego, zoals het ook van belang is steeds een onderscheid te maken tussen ‘slechte daden’ en de ‘daders’, die vaak vanuit verblinding handelen.
‘Het is aan ons te laten zien dat leven vanuit een liefdevol en mededogend bewustzijn de enige logische volgende stap is in de menselijke evolutie’ (Gregg Braden) Maar niets moet natuurlijk. Ook niet zelf de absolute liefde teweegbrengen, los van de vraag of we dat kunnen, laat staan dat we die van een ander kunnen eisen. Ze is er gewoon, of we er nu bewust van zijn of niet. Via ons kan die liefde wel te voorschijn komen. Kan, zeg ik en wel via de formule van het zich openen. Ze komt te voorschijn als we ons volledig openen voor onszelf, het leven en de ander. Het manifesteert zich in vertrouwen, zelfaanvaarding, warmte en onzelfzuchtig liefhebben. (Vertrouwen ook in de Bron, waaruit we zijn voortgekomen). En als we liefde ontvangen van een ander, bevestigt het ons in wie we zijn. Maar het is goed te bedenken, dat onze persoonlijkheid niet de bron van de grote liefde is. Nee, we zijn als mens een kanaal voor die liefde, zodat die door ons heen kan
11 | Hooglandse Nieuwe september 2011
stromen, ook naar de wereld toe. De liefde is er vanuit de Oorsprong van het geheel, vanuit het universum dus en ze vindt tevens een basis in onze goddelijke kern of wel ons ‘hart’. Het is waarom God ook wel Liefde heet en vice versa. Maar wezenlijk is dat de liefde in potentie in onszelf zit en het dus een vergissing is deze van de ander te claimen. Als iemand je liefde schenkt, overhandigt deze persoon je niet iets, maar hij of zij bewerkstelligt indirect dat ‘er een raam in jou opengaat, zodat de grote liefde bij je naar binnen kan komen’ (Welwood, 57). De ander inspireert wel indirect, dat het raam van je ‘hart’ opengaat , waardoor de grote liefde beschikbaar kan komen, maar het is dan let wel een eigen innerlijke ervaring. Dat er op het terrein van de relaties zoveel botsingen zijn, heeft mede te maken met onze inbeelding, dat anderen voor ons de bron van liefde zijn. Dat zijn ze namelijk niet, voor de ware liefde moet je niet op hen rekenen. Dat klinkt hard, maar komt in wezen goed uit, omdat de anderen net als wij ook vaak met ego-verwondingen zitten. De bekende Amerikaanse schrijver Gregg Braden begon een project onder de naam Global Coherence Initiative, waarbij wereldwijd zo’n dertienduizend mensen zijn betrokken, die collectief en coherent gevoelens van liefde kunnen uitzenden. Hij pleit voor een (meer) leven vanuit het hart, niet alleen als een prettige en natuurlijke manier, maar ook als een zeer verstandige, in de kritische overgangstijd waarin onze wereld zich bevindt volgens hem. Happinez wijdde in de zomer van 2009
een groot artikel aan dit initiatief. De oneliner boven dat artikel was de uitspraak van Gregg Braden: ‘Het is aan ons te laten zien dat leven vanuit een liefdevol en mededogend bewustzijn de enige logische volgende stap is in de menselijke evolutie’. Via de kracht van de hoop kunnen we de fakkel van de liefde brandende houden, ook via een omkering van waarden in de samenleving. Te meer nu moderne neurologen de psychologische kracht van het hartcentrum hebben ontdekt, waarbij een bewogen hart neurotransmitters produceert en zou doorzenden naar het brein, waar de bewogenheid zich vertaalt in bewustzijn. Het hartbewustzijn zou hoe dan ook een enorm potentieel hebben en daarmee dan ook de liefde, omdat het hart de liefde genereert. En verder ook omdat het universum via het veld, zoals wetenschappers menen, meer op onze gevoelsuitingen reageren dan op woorden en gedachten. Als je bijvoorbeeld bidt om meer liefde, doe dat dan niet in wanhoop, is het advies, want deze wordt terug-gespiegeld. Maar de les is vooral dat we de liefde al in ons hebben en dat als je liefde wilt, je die beter te voorschijn kunt halen. Dus zelf gevoelens van liefde genereren, kortom de liefde zijn om haar naar ons toe te halen. Dat geldt ook bij de inzet voor een betere wereld. Dus dat we via liefde om met Gandhi te spreken zelf de verandering zijn die we voorstaan in de wereld. Spiritualiteit, onze ervaring met het goddelijke, ons spirituele pad, kan ons daarbij helpen. Ook om ons hart meer open te stellen, om onze vervelende ervaringen in het leven te overwinnen of dapper te doorstaan en vooral om onze diepe essentie, dus de Liefde, aan te boren, wat ons leven bezielend elan kan geven. Ook via het zegenen van vrienden, tegenspelers en de wereld. Ziedaar de grote kracht van liefde en mededogen als een mogelijk vernieuwend bewustzijn voor de tijd van vandaag. Dit door de redactie sterk ingekorte artikel werd eerder gepubliceerd, o.a. in PRANA, maart 2011.
Dr. Hans Feddema is antropoloog, oud-docent aan de VU, publicist – www.hansfeddema.nl - en bestuurslid van De Linker Wang, Platform voor Spiritualiteit en Politiek
Liefde, wat een woord … de schrijver gooit het weg met een gebaar van diepzinnige verachting en de lezer vindt het, onder het raam van de schrijver, waar hij dagelijks op iets overtolligs wacht, kan zijn geluk niet op, koestert het, streelt het, fluistert: ‘woordje, woordje, als ik jou niet had…’ verliest de laatste resten van zijn verstand. Toon Tellegen - Schrijver en lezer. Querido. 78 blz. € 18,95
JENNEKE STEEKT VAN WAL
Hartvullende liefde In een minimalistische samenvatting komt het christendom neer op ‘heb lief!’. Klinkt als een prachtige leus, die niet zou misstaan op een poster. Het is overal en altijd van toepassing en nog praktisch uitvoerbaar ook: ideaal. Een idealist als ik wil dan ook graag gehoor geven aan deze oproep. Maar laat liefde zich wel zomaar ineens oproepen, met zo’n autoritaire gebiedende wijs? Een getrainde yogi of een natuurtalent als Jezus kunnen zich op commando vol laten stromen met liefde, of hebben die liefde altijd in zich. Een goedwillende aardse blunderaar als ik heeft vast ook ergens wel zo’n bron van liefde zitten, maar ik heb nog niet ontdekt waar het kraantje precies zit, of hoe je een doorstromend gat slaat naar deze Bar-le-Liefde. Soms voel ik het stromen, maar voor ik het weet zit de bron weer als een doucheputje verstopt met hokjesdenken, vooroordelen en egotripperij. Kortom: ik heb een hulpmiddel nodig, bordjes die zeggen “bron hierheen →”. En gisteren heb ik zo’n trucje gevonden, toen ik in een boek van vroeger bladerde. In het kinderboek ‘Bij Uil thuis’ staat een verhaal waarin Uil tranenthee gaat zetten. Hij pakt de ketel uit de kast en gaat eens goed zitten om hem te vullen met tranen. Hij denkt aan heel verdrietige dingen: “Stoelen met kapotte poten!” Zijn ogen worden al een beetje nat. “Potloodjes die te klein geworden zijn om mee te schrijven! Een prachtige zonsopgang die niemand ziet, omdat iedereen slaapt!” De tranen druppelen de ketel in totdat hij vol is en Uil op kan houden met huilen. Maar als je tranen kan maken door aan verdrietige dingen te denken, dan kan dat ook de andere kant op! Neem geen ketel, maar haal je hart uit de kast. Ga er eens goed voor zitten en denk aan al die liefhebbende mensen en liefdevolle momenten die je hebt meegemaakt. Beter nog: stel je ze zo levendig mogelijk voor: “Mijn vader die me met een knuffel begroet als ik uit de trein stap!” Langzaam welt een aangenaam diep gevoel in mijn borst op. “Een mooie wens van een vriendin! Een kus van mijn lief!” Ik denk en voel verder, totdat mijn hart vol is. En dan nóg een beetje, zodat het van dankbaarheid en liefde overstroomt en ik in iedereen en alles alleen het goede zie. “Het smaakt wel een beetje zoutig,” zei Uil, “maar tranenthee is toch altijd weer heerlijk.” En zo is het hier ook, denk ik: al die liefde smaakt een beetje zoetig, maar het is toch altijd weer heerlijk! Jenneke van der Wal Hooglandse Nieuwe september 2011 |
12
Overzicht vieringen Opening academisch jaar 4 september dr. Heleen Zorgdrager Doopdienst 11 september
liturg: Henk Schouten
Henk Schouten
Wit, zwart of grijs? 18 september 25 september 2 oktober
Rob van Waarde Elise Woertman Christiane Berkvens
Tolerantie en intolerantie Is de mens goed of slecht? Flirten met God
In samenspraak met 9 oktober 16 oktober 23 oktober
Christiane van den Berg (+ Girard) Huib Godding (+ Canetti) Christiane Berkvens (+ Coornhert)
Dood en daarna? Volmaaktheid
Allerzielen 30 oktober
Karin van den Broeke
Vanaf 4 september ondersteunt de Schola de Hooglandse Vieringen weer.
13 | Hooglandse Nieuwe september 2011
Hooglandse Vieringen Iedere zondagochtend om 11.45 uur Hooglandse Kerk Leiden Zie voor het overzicht van de vieringen de pagina hiernaast. Cor van Bree
N
adat we op 4 september op onze eigen manier het Academisch Jaar hebben geopend, beginnen we aan ons nieuwe seizoen. In september is het overkoepelende thema: wit, zwart of grijs? Bij een bezoek aan een Duitse boekhandel zag ik eens een boek, een dik boek, liggen met als titel Kriminalgeschichte des Christentums. Ik schrok even: zoveel bladzijden over de slechte kanten van de kerkgeschiedenis? Later dacht ik – maar het was wel een beetje een schrale troost – dat er misschien ook zo’n dik boek over de goede kanten geschreven zou kunnen worden. Alleen zou dat wel wat minder spectaculair zijn en minder kopers vinden: het slechte boeit vaak meer dan het goede. Op 18 september is het thema ‘tolerantie en intolerantie’. Was de kerk in haar geschiedenis vooral intolerant of toch overwegend tolerant of wisselden tolerantie en intolerantie elkaar af? Op 25 september verbreedt het onderwerp zich, van de kerkelijke mens tot de mens in het algemeen. Is hij/zij goed of slecht of allebei van tijd tot tijd? Heeft het Calvinisme gelijk: de mens is geneigd tot alle kwaad en onbekwaam tot enig goed? Of is dat te somber gezien? Beide diensten worden met studenten voorbereid.
In oktober volgen drie overwegingen die “in samenspraak” worden gehouden, dat wil zeggen: dat gebeurt niet letterlijk maar in de overwegingen wordt wel aansluiting bij een bepaalde schrijver of denker gezocht. Op 9 oktober is dat de Frans-Amerikaanse antropoloog (ook filosoof) René Girard (zie hiernaast), bekend geworden door noties als mimesis (nabootsing) en het zondebokmechanisme en door zijn visie op Christus: het offer dat alle offers opheft. Op 16 oktober wordt aansluiting gezocht bij Elias Canetti (zie hiernaast), van Joods-Roemeense afkomst, schrijver onder meer van de autobiografie Die gerettete Zunge. Met als subthema ‘dood en daarna?’ preludeert deze zondag al op Allerheiligen en Allerzielen van begin november. Op 23 oktober gaat het over volmaaktheid. Een onbereikbaar ideaal? “Niemand is goed dan God alleen”, zegt Jezus zelf ergens. Maar ergens anders zegt Hij: “wees volmaakt zoals jullie hemelse Vader volmaakt is”. Voor de 16e-eeuwse Nederlandse geleerde en schrijver Dirck Volkertszoon Coornhert (zie hiernaast) was volmaaktheid wel degelijk bereikbaar. Op de 23e wordt ons uitgelegd hoe hij dit zag.
Op 30 oktober valt dit jaar de AllerzieOp 2 oktober is het thema ‘Flirten met God’, dat ontleend is aan het gelijknami- lenviering. ge boek van Koert van der Velde. Ook hier weer de vraag: is er alleen maar wit en zwart of is er ook grijs? Geloof of geloof je niet of is er religiositeit zonder “geloof” mogelijk? Hooglandse Nieuwe september 2011 |
14
Vereniging LSE opgericht
Johan de Groot, Kees de With, Edwin Teeuw, Piet van Poppel en Hans Nuiver tekenen de oprichtingsakte met de statuten bij BMS-notarissen
O
p 27 juni is bij de notaris de oprichtingsakte van de Vereniging LSE getekend. De LSE begint daarmee aan een nieuwe fase in haar 41-jarig bestaan. Het oprichtingsbestuur (uit de huidige LSE-raad) is op dit moment bezig met het voorbereiden
van de eerste algemene ledenvergadering eind oktober. Belangrijke agendapunten zullen dan zijn: samenstelling van het nieuwe bestuur, vaststelling van de contributie, voortgang van de beroepingsprocedure, enz. Er wordt nog gezocht naar bestuursleden.
Word lid van de LSE! Nu de vereniging is opgericht kunt u lid worden van de LSE. Er hebben zich al meer dan 200 mensen aangemeld. Aanmelden kan via de nieuwe website: www.ekklesialeiden.nl
Liefde voor de liturgie
W
ist u dat het vorige logo op de liturgie in 1984 door mijn echtgenoot Jan Slotboom is gemaakt? Bijna 27 jaar lang is het gezien door talloze LSE'ers zonder te weten hoe en door wie het op de liturgie is gekomen. In het najaar van 1984 zorgde ik samen met de toenmalige pastor Nico Bouhuys voor het maken van de liturgie voor de komende zondagse dienst. Het digitale tijdperk was nog niet aangebroken. Het was allemaal handwerk en nam vele uren in beslag. We kwamen nogal eens tijd te kort. Zo ook op een maandagavond in november. We hadden nog geen geschikt logo gevonden. Ik dacht aan Jan, die net een cur-
sus kalligrafie had gevolgd. Op mijn verzoek maakte hij bij de afbeelding van
de Hooglandse kerk met Oost-Indische inkt in Italic-letters een woordlogo (zie afbeelding). Omdat het zo snel moest gaan was hij niet echt tevreden. Ik vond het allang best en plakte de tekst op het moederblad om te stencilen. Het grappige is dat wij toen niet konden
15 | Hooglandse Nieuwe september 2011
vermoeden dat zijn “probeersel” zo lang als logo op de liturgie zou komen te staan. Als ik iemand vertelde dat Jan dit logo had gemaakt, werd er steevast geantwoord: Echt? Mede door de inzet van Jan, die tot vorig jaar secretaris van de LSE-raad was, staat er nu een professioneel logo op de liturgie. Kortom de LSE verandert, maar het logo ook. Ik heb nog nooit een stukje geschreven voor de Hooglandse Nieuwe, maar nu het onderwerp 'Liefde' is wil ik uit liefde voor Jan dit vertellen. Lydia Slotboom
Nieuws uit de LSE-raad Studentenwerk
Studentenprogramma
El Cid-week
Tijdens de vergadering van de LSEraad op 22 juni is gesproken over het studentenwerk. Studenten zoeken zingeving, je komt pas bij vragen als het relevant is voor studenten. De vraagstelling moet van tevoren goed duidelijk zijn omdat studenten niet van tevoren ingekaderd zijn. Ook communicatie is belangrijk. Deze is steeds afhankelijk van de relatie die de pastor met de studenten heeft.
Veel organisatorisch werk is verricht om het nieuwe programma rond te krijgen, maar het resultaat mag er zijn!!! Het is onder andere te vinden op: http://www.ekklesialeidenuniv.nl
De voorlaatste week van augustus hebben de eerstejaarsstudenten hun intoductieweek gehad. Het weer werkte goed mee. De LSE was van de partij met onder meer het '100 strangers-fotoproject', meditaties in de Hortus en koffie of thee met gebak op Rapenburg 100.
Het programma is ook verkrijgbaar op Rapenburg 100.
Voor studenten en participanten: Socrates, Boeddha, Jezus Een leermeester kiezen Stel dat je in een tijdmachine terug zou kunnen gaan om één dag door te brengen met Socrates, Boeddha of Jezus. Wie zou je kiezen? Op woensdag 5 oktober om 20.00 uur introduceert Christiane Berkvens de drie leermeesters aan de hand van beeldmateriaal.
Op woensdag 12 oktober om 20.00 uur zal Henk Schouten nader ingaan op allerlei overeenkomsten en verschillen tussen Jezus en Boeddha. Aan de orde komen onder andere: persoon, verlossingsleer, levenswijze (het grote voorbeeld) en de goddelijke verering. De avonden zijn toegankelijk voor iedereen. Plaats: Rapenburg 100
De LSE-raad trakteert Vele vrijwilligers hebben de afgelopen jaren ervoor gezorgd dat de LSE een levendige geloofsgemeenschap is geworden en blijft. Als dank voor die inzet heeft de LSE-raad de vrijwilligers per huisadres de cd 'Voor uw Aangezicht' gegeven waar deels het lustrumconcert van de LSE in 2010 staat, in een toonzetting van Tom Löwenthal. Wij zijn ons ervan bewust dat we de lijst van vrijwilligers niet compleet hebben. Ben je vrijwilliger bij de LSE en heb je geen cd gekregen, geef dit dan met naam en adres door aan het secretariaat van de LSE. Dan krijg je de cd alsnog thuis gestuurd. Hans Nuiver, voorzitter LSE-raad Hooglandse Nieuwe september 2011 |
16
in gesprek met Rinny E. Kooy
W
Jij bent volgens mij al heel lang een trouwe bezoeker van de LSE-diensten? Eind 1970 ben ik vanuit Bedum (Groningen) naar Leiden verhuisd en Ik werk bij deUniversiteit Leiden als ging als analiste bij de universiteit docent Biodiversiteit van Dieren. Ik werken. Ik denk dat ik vanaf ongeveer ben gepromoveerd op een evolutiebiologisch onderwerp over insect-plant- 1977 steeds meer in de Ekklesia kom. Enerzijds voelde ik me daar meer thuis relaties. Tevens ben ik voorzitter van dan in de wijkkerk maar anderzijds had de delegatie, die in het zgn. Lokaal het ook een andere achtergrond, Ik was Overleg namens de vakbonden met het in Utrecht begonnen met een parttime College van Bestuur overlegt over studie biologie en bleef parttime arbeidsvoorwaarden, gedragsregels bij werken. De colleges waren op zaterreorganisaties etc. Als vrijwilliger was ik de laatste voorzit- dag. Om dan zondags al weer om 10 uur in de kerk te zitten was me wat te ter van de Gereformeerde Diaconie in veel en de begintijd in de LSE kwam Leiden. Die functie vervulde ik tien dus veel beter uit. jaar (tot januari 2004). Gelukkig werkten wij toen al intensief samen Waarom kom je er? Wat vind je er? met de Hervormde Diaconie. Daardoor De dingen waar ik mee bezig ben in was ik als bestuurslid en voorzitter inhet leven en de dingen die voor mij ertensief betrokken bij alles wat in het Diaconaal Centrum de Bakkerij gebeur- toe doen, herken ik in de diensten van de LSE. Dat geldt natuurlijk ook voor de. Ik had het gevoel dat mijn hart lag andere mensen in andere geloofsbij die klus. Vanuit die functie was ik gemeenschappen. medeoprichter van het Exodushuis in In de LSE is er een andere stijl van vieLeiden, waar ex-gedetineerden begeren, de liederen zijn anders, de sfeer is leid worden. Ik houd van lezen, tekewat losser, wat meer open. Er wordt nen, schilderen, fietsen en alles wat minder aan regels vasthouden. Er is met de biologie te maken heeft. In de een grotere verscheidenheid van menwijkkrant van de Professoren- en sen, allerlei geloven kom je er tegen, Burgemeesterswijk in Leiden schrijf ik soms ook mensen die niet aan een kerk over bomen. En ik teken die bomen verbonden zijn. ook. Mijn teken- en schilderwerk De eerste jaren toen ik bij de protestantwordt in de Ekklesia soms gebruikt se gemeente kwam, had ik erg het gevoor de kaarten die als groet naar mensen gaan die niet naar de vieringen kun- voel dat het huisje- boompje- beestje was. Ik voelde me er niet zo thuis. Ik nen komen. ging het als te behoudend ervaren. Ik il je iets over jezelf vertellen?
17 | Hooglandse Nieuwe september 2011
had het gevoel dat er een steeds grotere afstand kwam tussen mijn leefwereld en mijn opvattingen en die van anderen. Het was in die tijd nog niet altijd gebruikelijk dat vrouwen bleven werken na het huwelijk en voor hun carrière gingen. Dat klikte toen niet helemaal met de heersende opvattingen die ik tegenkwam. Het woord emancipatie was vaak taboe. Men keek mij soms wat meewarig aan. Ik ben kerkenraadslid geweest en kreeg soms opmerkingen over mijn leefstijl en leefsituatie en mijn opvattingen die ik hier niet zal weergeven. Ik vond het vervelend dat ik me wel probeerde te verdiepen in hun wereld, maar omgekeerd merkte ik daar niet veel van. Bovendien vond ik dat de meditaties in de LSE diepgaander waren en mij meer aan het denken zetten. Maar ik geef toe, allemaal subjectieve dingen waarmee ik niets negatiefs wil zeggen over kerkgangers in de meer traditionele kerken. Je hebt een wetenschappelijk opleiding. Voor veel wetenschappers valt het geloof en de wetenschap nauwelijks meer te combineren. Hoe is dat voor jou? Ik ben er ook wel mee bezig. Dat geldt ook voor veel wetenschappers die niet geloven, maar zich wel met de existentiële vragen van het leven bezig houden. Ook bij de studenten ervaar ik dat. Als je elkaars mening respecteert
kun je er goed over praten. Het geloof en de vragen daaromheen boeien hen wel. Er zijn natuurlijk ook wetenschappers die wel gelovig zijn. Bovendien merk je dat er iets aan het veranderen is. Een tijdje geleden was het not-done als je als wetenschapper geloofde en/ of naar de kerk ging. We zijn nu duidelijk een fase verder. Is er iets veranderd in jouw Godsbeeld? Ik denk van wel, die ontwikkeling heeft natuurlijk plaatsgevonden, dat komt uiteraard ook door je eigen ontwikkeling. Ik vind het überhaupt een moeilijke vraag. Ik ben opgegroeid met de catechismus met duidelijke antwoorden. Ik denk dat ik nu heel voorzichtig zeg “Er is Iets”. Wat dat betreft is er natuurlijk wel het een en ander veranderd. Maar bij wie niet? Ik zal nooit zeggen dat het christendom de ware godsdienst is, maar ik voel me hierin wel thuis. Hoe noem je jezelf een gelovige, een ietsist of religieus? Ik geef mezelf geen definitie. Ik zeg dat ik lid ben van een kerkelijke gemeenschap en dat vind ik voldoende. Je komt met veel jong-volwassenen in aanraking in je werk; heb je de indruk dat vragen rond spiritualiteit en geloof een rol spelen in hun leven? Er zijn jongeren die er helemaal niet mee bezig zijn of er niets mee te maken willen hebben. En er zijn jongeren, die bewust lid van een geloofsgemeenschap zijn. In beide groepen kom je mensen tegen die wat fundamentalistisch en ook onverdraagzaam met het
begrip ‘geloof’ omgaan. Maar natuurlijk gelukkig niet allemaal. Ik kom ook jongeren tegen uit de moslimwereld. We hebben het met de biologie-studenten wel eens heel vrijblijvend over een aantal zaken. Ik vind het belangrijk dat mensen interesse hebben in elkaars opvattingen en daar ook met respect mee omgaan. Ik vind het woord spiritualiteit moeilijk hanteerbaar. Mensen die van alles voelen of ervaren geef ik graag de ruimte. Voor mijzelf weet ik niet wat ik me daarbij moet voorstellen. Misschien komt dat omdat ik een nuchtere noordeling ben.
niets met het geloof hadden. Bij de biologie zijn lezingen geweest over Intelligent Design. Frank, jouw man, heeft toen het begrip ID uitgelegd en daarop een uitvoerige toelichting gegeven. Daar liep het storm. Bij de biologen was een grote weerstand tegen het spreken over dit onderwerp, maar tegelijkertijd toonden sommige mensen zich vooral absolute aanhanger van een soort evolutiegeloof. Dat geldt nu ook nog. Noch met ID noch met het benaderen van de evolutie als absoluut geloof heb ik iets. De evolutietheorie is voor mij wetenschap. Het is een theorie waaraan ik grote waarde hecht.
Wat zouden wij als Studentenpastoraat die jonge mensen kunnen bieden? De Ekklesia kan jonge mensen helpen zich thuis te voelen in Leiden bij de universiteit of Hogeschool. Ze kunnen hier terecht met allerlei (persoonlijke) vragen en vrienden maken. Geloofsvragen kunnen een middel zijn om met elkaar in contact te komen, begrip voor elkaar op te brengen, elkaar te leren kennen. De functie en het werk van het studentenpastoraat is wel degelijk zinnig. De El Cid-week lijkt me een goede mogelijkheid voor aankomende studenten om zich op de Ekklesia te oriënteren.
Speelt jouw geloof in het dagelijks leven een grote rol? Ik ben er mee opgevoed. Dat draag je mee. Ik vraag me af of als ik niet gelovig was opgevoed, ik anders zou handelen dan ik nu doe.
Zouden we niet wat meer binnen de universiteit moeten werken? Dat hebben we in het verleden ook wel gedaan, maar dat is niet eenvoudig. Henk Schouten heeft bij de biologie ooit iets in die richting gedaan rond het geloof. Hij trof een zaal vol jongeren aan die echter allen meldden dat zij
Thema van deze HN gaat over liefde. Speelt dat thema een rol in jouw geloof? Weet ik niet. Aardig zijn voor mensen, vriendschap, begrip en liefde, dat is belangrijk. Ik kan van mijn studenten houden maar het houden van een partner is natuurlijk heel anders.
interview: Tine van Iren
haiku
groei waar het niet kan bloei waar het ondenkbaar is warm je aan het licht
Desirée van Keulen
Hooglandse Nieuwe september 2011 |
18
Actief en informatief Leergeld Leiden: alle kinderen tellen mee In steeds meer gezinnen is het niet mogelijk kinderen mee te laten doen met sportclubs, met muziek of met extra activiteiten op school, zoals een excursie, een schoolkamp of een schoolreisje. Het gezinsinkomen is te laag, zeker als er in het gezin meer kinderen zijn. Uitkeringen zoals de bijstand en werkloosheidsuitkeringen zijn slechts toereikend voor de huur, voeding en kleding. Leergeld Leiden kan in zulke gevallen helpen door extra kosten voor haar rekening te nemen. Voorbeelden zijn, behalve schoolkampen, ook contributies voor sportclubs, outfit voor sport, muzieklessen e.d. Per kind en per schooljaar kan één keer een bijdrage voor school gegeven worden en één keer voor een vrije tijdsactiviteit. Leergeld Leiden kijkt alleen naar de be-
langen van het kind. Een kind dat in zijn jeugd vanwege geldgebrek buitengesloten wordt, kan daar zijn leven lang last van houden. Nu een bijdrage geven helpt sociale uitsluiting in de toekomst voorkomen. Leergeld Leiden werkt alleen met vrijwilligers. Als er een beroep gedaan wordt op de Stichting, doet een van de vrijwilligers een huisbezoek. Daarbij wordt gekeken naar wat er nodig is, maar ook naar het inkomen: dat mag niet hoger zijn dan 120% van het minimumgezinskomen. Ook wordt er gekeken of de aanvrager nog een beroep kan doen op de gemeente of een uitkeringsinstantie. Als dat het geval is, dan wordt de aanvrager daarnaar verwezen. Leergeld Leiden wordt gefinancierd uit bijdragen van fondsen, uit giften van particulieren en een kleine gemeentelijke subsidie. Omdat, zoals gezegd, al het werk door vrijwilligers wordt gedaan, zijn de organisatiekosten vrijwel nihil.
VREDESWEEK Vredeswake op de Internatio-nale dag van de Vrede, woensdag 21 september 2011 Locatie: Stadhuisplein van 16.00 tot 17.00 uur Het kersvers door het IKV Pax Christi ingestelde Ministerie van Vrede heeft dit jaar gekozen voor het thema: Elk mens een veilig bestaan. Immers ieder mens, ver weg en dicht bij, heeft recht op een veilig en menswaardig bestaan. Maar ieder kan en heeft ook de taak om bij te dragen aan vrede en onderling vertrouwen. Vredeswake 2011 en petitie aan de politiek De werkgroepen van ZWO (Zending Werelddiaconaat en Ontwikkeling) en MOV (Missie, Ontwikkeling en Vrede) van de protestantse en rooms-katholieke kerken organiseren dit jaar samen de speciale
Vredeswake op woensdag 21 september (de Internationale Dag van de Vrede) op het Stadhuisplein van 16.00 tot 17.00 uur. Op zondag 18 september is er in alle Protestantse en Katholieke kerken in Leiden en ook in de LSE gelegenheid om een petitie te tekenen, waarin wij de lokale overheden oproepen om zich in te zetten voor een veilig bestaan voor alle mensen, man en vrouw, jong en oud, legaal of illegaal. Niet alleen voor eigen burgers, maar ook voor vreemdelingen en vluchtelingen in onze stad en regio. Deze petitie zal na de Vredeswake aan het College van Burgemeester en Wethouders van Leiden worden aangeboden. Zou het niet een mooi idee zijn als wij LSE-gangers ook bij deze Vredeswake in ruime mate acte de presence geven? www.ministerievanvrede.nl
19 | Hooglandse Nieuwe september 2011
Leergeld Leiden werkt alleen voor kinderen die in Leiden wonen of die in Leiden op school zitten. Aanvragen kunnen schriftelijk, telefonisch of per e-mail worden gedaan. Stichting Leergeld Leiden Postbus 1425 2302 BK Leiden of e-mail
[email protected] Rekeningnummer 115 53 01 93 Zie ook: www.leergeld.nl
Hoogstpersoonlijk Wordt het weer een zomer van brood met pindakaas? Met de moed der wanhoop schud ik twee steentjes uit mijn schoen: trots en schaamte. Ze doen me al vele jaren pijn, want ik denk, dat ze bij mij horen. Er zijn geen beren op de weg of in mijn straat. Zonder masker zie ik in elke ontmoeting liefde. Ik heb vertrouwen. Het leven wordt opeens lichter om mij heen. En halverwege de zomervakantie komen ook mijn leerlingen terug van weggeweest. De ouders willen les voor hun kinderen en daarmee gaat mijn liefste wens in vervulling... lesgeven in de zomerschool.
Liefde maakt de wereld mooier
I
n vele gedaantes komt de liefde naar me toe deze zomer. Ik leer het verschil tussen het stellen van een vraag vanuit angst, zoals ik gewend ben, of vanuit liefde. Met een bang hart tel ik eerst de weken tot het begin van de zomervakantie, want: 'Oh God, hoe
krijg ik zo snel mogelijk geld binnen?' als mijn leerlingen in Italië of op de Veluwe verblijven? Ik bid om kracht. Dan stel ik in stilte een vraag vanuit liefde: 'Hoe kan ik helpen met mijn talenten de wereld mooier te maken?' Het liefste dat ik doe, is kinderen extra les geven. Dat wil ik ook in zomervakantie doen. Ik bedenk de 'zomerschool' en bel de plaatselijke krant. Daarna blijft het wekenlang stil.
Liefde vermomt zich soms en komt als een nieuwe leerling, een sinaasappel of via een schemerlamp. Liefde zit ook in een vriendelijk woord en een luisterend oor. Of in een 3-rings multomap met 500 vel blanco papier. Liefde komt in vele vormen, van mens tot mens, van hart tot hart, naar ons toe. 'Waar vriendschap is en liefde, daar is God'. Of om met Bløf te spreken: 'Alles is liefde'! Monique van der Gaag
HOOGLIED Piet Stolker (klei, hoogte ca. 10 cm)
FOTO JACQUELINE TAKKEN
Hooglandse Nieuwe september 2011 |
20
21 | Hooglandse Nieuwe september 2011