Hooglandse Nieuwe informatieblad voor alle geïnteresseerden rondom de Hooglandse Vieringen van de Leidse Studenten Ekklesia
negende jaargang, nr. 2 maart 2013 € 2 (gratis voor leden)
!
Opstand
9e jaargang, nummer 1, maart 2013
Rapenburg 100 2311 GA Leiden 071 - 513 4558
[email protected] www.ekklesialeiden.nl www.rapenburg100.nl
Hooglandse Nieuwe is het blad voor alle geïnteresseerden rondom de Hooglandse Vieringen van de Leidse Studenten Ekklesia. Het verschijnt zes maal per jaar. Redactie Bep van Houten, Tine van Iren, Job van Keulen, Wim Schouten, Edo Schraa, Jan Slotboom, Myranda Wilbrink Opmaak Jan Slotboom Kleurenversie downloaden www.ekklesialeiden.nl Abonnement € 20 per jaar Nieuwe abonnees opgeven bij het secretariaat Kopij voor het nummer van 2 juni 2013 met het thema 'Tevredenheid' uiterlijk op 19 mei 2013 aanleveren bij:
[email protected] of bij secretariaat LSE, Rapenburg 100, 2311 GA Leiden, t.n.v. Bep van Houten, o.v.v. kopij HN PASTORES Rob van Waarde, studentenpastor (PKN) 0641935997,
[email protected] Tobias Karsten (Hum. studentenraadsman), 0653583081,
[email protected] Theodorus Wübbels, studentenpastor (RK)
[email protected] Christiane van den BergSeiffert participantenpastor (PKN), 0715125137
[email protected] Henk Schouten, participantenpastor (PKN)
[email protected] 0715218723 Jac van der Hoeven, participantenpastor (RK),
[email protected] 0715224801 Christiane BerkvensStevelinck, academie predikant (Rem.),
[email protected] 0102298774, www.moederoverste.nl VERENIGING LSE Opgeven als lid: www.ekklesialeiden.nl Dagelijks bestuur: Amos Kater,
[email protected] Marga Bakker, vicevz,
[email protected] Wim Schouten,
[email protected] Johan de Groot, penningmeester@ekklesia leiden.nl REKENINGNUMMERS 481 9829 Vereniging LSE Leiden voor alle vrijwillige bijdragen voor lidmaatschap: € 25 (studenten € 12,50) per jaar 331 3366 Stichting Diaconaal Fonds Hulpver lening LSE Leiden voor alle diaconale giften Beide rechtspersonen zijn erkend door de fiscus. Uw giften zijn aftrekbaar.
2 | Hooglandse Nieuwe maart 2013
€ 2 (gratis voor leden van de LSE)
In dit nummer over
Opstand 3 4 6 8 10 12 13 14 15 16
Redactioneel Wim Schouten Opstand tegen het gezag: Het Wilhelmus Jan Slotboom De opstand van Willem René Fraters Is opstand 'neen' zeggen omwille van een 'ja'? Rob van den Boom Politiek in de LSE Jac van der Hoeven In opstand komen? Han Dirks Standup Jenneke van der Wal Een opstandige vrouw: Wies StaelMerks (19262012) Jan van Hooydonk Opstaanopstandopstandigopstanding Loes Hoeflaakde Meijer In opstand Monique van der Gaag Wederopstanding van 'Gij" Arie de Kluijver
En verder:
17 Overzicht Hooglandse Vieringen 18 Mededelingen van het bestuur ALV 14 mei Gespreksgroepen rond 65jarigen Beheerscommissie Rapenburg 100 19 Hoogstpersoonlijk Cootje Wiersinga (19282013) 20 In Memoriam Anneke Lopes Cardozo René Fraters 21 Actief en informatief Happietaria 827 april Stilte Actie Vriendendiner Hooglandse kerk 14 juni 22 Fietsen naar Istanbul voor kleuterschool Kenia Voorjaarsconferentie 'Het bruist' 18 april 23 Kinderpagina Dit nummer is opgemaakt met het gratis programma Scribus
redactioneel
Opstand
O
Wim Schouten
p Google het woord 'onver mijdelijk' intypen levert an derhalf miljoen hits op. Wat wordt er toch veel als onvermijdelijk gezien! Moeten we ons daar allemaal bij neerleggen? Nee toch! Daarom ben ik zo blij met het Paasfeest. Dat is voor mij het feest van de opstand tegen het onvermijdelijke. Je mag je ergens bij neerleggen, maar dat hoeft niet. Het laatste woord is niet aan de dood van je lichaam, je idealen, je betekenis, je mogelijkheden. Het leven gaat verder, zo niet met jou dan wel met anderen, met nieuwe vormen van oude idealen, met waar jij voor hebt geleefd en, soms, zoals bij Jezus, voor bent ge storven. Het besef dat onrecht, onvrede en on macht niet als onvermijdelijk moesten worden beschouwd, stond aan de wieg van de LSE. We zijn dan ook van origine een opstandige gemeenschap. In de beginjaren van de LSE ging de strijd om religieuze tolerantie, vrijheid en rechtvaardigheid soms samen met wellicht te geharnaste politieke over tuigingen. Dat was een noodzakelijke correctie op de gezapigheid van het rijke Roomse en het rechtlijnig Re formatorische leven. Maar het bevatte ook de valkuil van nieuwe vormen van onverdraagzaamheid en uitsluiting. Jacques van der Hoeven schrijft over die begintijd en ziet dat er wel het een en ander veranderd is. Dat heeft denk ik onder andere te maken met de leef tijdsfase van de LSE'ers. Naarmate we meer op stand gingen wonen, werden we minder opstandig. Jacques laat zien dat het ook met een bredere maat schappelijke onderstroom te maken heeft. Gelukkig, zo schrijft hij, is de LSE niet doorgeslagen naar het andere uiterste, het exclusief bezig zijn met jezelf zonder aandacht voor de naasten
die je net zo moet liefhebben. De aan dacht voor de naasten en voor de we reld is gebleven. Alleen is het allemaal wat minder pretentieus geworden. We weten niet meer zo goed hoe de hemel op aarde eruit moet zien. Laat staan dat we overtuigd zijn van het bestaan van de ene, exclusieve weg daar naartoe. Wel denken we met elkaar na over praktische stappen die die hemel een beetje dichterbij de aarde kunnen brengen. Dat zijn de praktische alter natieven waar Rob van den Boom het in dit nummer over heeft, het “JA” waarin het NEEN besloten ligt. Ge woon zelf de dingen die je niet beval len al dan niet samen met anderen an ders doen. Dat is ook een vorm van opstand. We zijn geen geloofsgemeen schap meer waarin u vanaf de kansel met een beschuldigende vinger wordt toegebulderd dat u bij het opentrekken van een pak Appelsientje een Zuid Afrikaan uitperst. Maar wel een waar duidelijk wordt gemaakt dat ieder ver antwoordelijk is voor eigen keuzes. Opstandigheid krijgt minder de vorm van roepen hoe het ooit moet. Het komt meer tot uitdrukking in het voor doen hoe het nu kan. Sinds Jezus ons heeft voorgeleefd, kan niemand zich meer verschuilen achter het begrip “onvermijdelijk”. Dat schept ver plichtingen en is daardoor lang niet al tijd een gemakkelijke boodschap. Pa sen is dan ook geen eitje. Daar hebben we elkaar voor nodig. We wijzen elkaar daarbij niet meer streng de weg, maar laten ons wel inspireren door elkaars zoektochten en verhalen. Vandaar dat Arie de Kluijver het op verbondenheid en gezamenlijkheid betrekking hebbende “ge”en “gij” tijdens onze diensten zo vaak moet omcirkelen. In zijn bijdrage over Willem van Oran je laat René Fraters zien hoezeer de vrijheid van geloof en godsdienst ten
grondslag ligt aan de opstand waaruit ons land is voortgekomen. Daarop aansluitend vertelt Jan Slot boom aan de hand van ons volkslied dat die opstand een keuze vóór ge loofs en gewetensvrijheid was, en niet een tégen de koning. Interessant ook om bij hem te lezen dat Leiden al in 1574 besloot om er wat geld voor over te hebben om kennisstad te worden… Als dank voor de bijdrage aan de op stand tegen de koning kreeg Leiden een universiteit. De oprichtingsakte daarvan werd door de leider van de opstand tegen de koning namens de koning ondertekend en van het motto “Haec libertatis ergo” (Dit ter wille van de vrijheid) voorzien. Dat laat zien hoezeer Leiden en de universiteit, en daarmee ook de LSE, een middel punt vormen voor wat betreft het den ken over en het gewetensvol omgaan met trouw versus opstand. Die worsteling tussen opstandigheid en aanvaarding zien we ook terug bij Loes Hoeflaak. Naarmate ze er langer over nadenkt ziet ze het aantal ant woorden afnemen en het aantal vragen toenemen. Toch werkt dat niet ver lammend op haar, getuige haar vele oproepen tot het zetten van praktische stappen op weg naar een betere wereld bij “Actie en Informatie” tijdens de diensten. En getuige haar vele prakti sche werk op het LSEsecretariaat. Praktisch is ook de bijdrage van Monique van der Gaag, die op de kinderpagina al vijf jaar klaarstaat voor de kleinsten onder ons en die dit keer aandacht vraagt voor de strijd te gen voedselverspilling. Verder vindt u zoals gebruikelijk in “actief en informatief” weer tal van oproepen tot praktische opstandigheid. De redactie wenst u met dit nummer veel leesplezier en een opstandig Pa sen. Hooglandse Nieuwe maart 2013 |
3
opstand
Vanwaar toch die merkwaardige zin in het Wilhelmus dat de Prins van Oranje de koning van Hispanje altijd heeft geëerd? En waarom is de Leidse universiteit gesticht op naam van diezelfde koning van Hispanje, terwijl die univer siteit toch een geschenk was van Willem van Oranje?
Opstand tegen het gezag Het Wilhelmus: Een opstandig lied
couplet 1 Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
couplet 6 Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik doch vroom mag blijven, uw dienaar t'aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt. couplet 8 Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot. couplet 15 Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
4 | Hooglandse Nieuwe maart 2013
H
Jan Slotboom
et Wilhelmus is rond het jaar 1570 geschreven, toen de strijd tegen de Spanjaarden al een aantal jaren aan de gang was. Toch werd Philips II nog steeds als de soevereine vorst beschouwd. Het op treden van Willem van Oranje werd daarom door de adel als verraad jegens de vorst gezien. Immers, Willem was de stadhouder, dat wil zeggen de plaatsvervanger, die zijn gezag ont leende aan zijn leenheer Philips II, koning van Spanje en graaf van Hol land. Tegen hem opstaan beschouwde de adel als 'felonie', ofwel verraad. Welnu, het Wilhelmus was vooral bedoeld als een apologie, een verde diging van Willem tegen de opvatting dat hij zijn bevoegdheid te buiten ging. Naar algemeen wordt aangenomen is Marnix van SintAldegonde, edelman en theoloog, vriend van Willem, de schrijver van het Wilhelmus. Het lied is een acrostichon: de beginletters van de vijftien coupletten vormen samen de naam Willem van Nassov. Opstaan tegen het gezag dat boven je is gesteld, vond Willem niet toelaat baar. Hij deed het toch, maar moest daarvoor wel een goede reden beden ken. Dat gaat als volgt. In het eerste couplet zegt Willem van Oranje wie hij is: Willem van Nassau, van Nederlandse afkomst, getrouw aan zijn vaderland, Prins van Oranje, on verschrokken. Hij verklaart vervolgens in zijn eerbied jegens de koning van Spanje nooit tekort geschoten te zijn. In het laatste couplet verklaart hij dat laatste nog een keer. Hij doet zelfs een
beroep op God. "Voor God wil ik be lijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, ..." Maar let op, het is nog niet klaar. Het gaat verder met: "dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtig heid." Met deze woorden eindigt het Wilhel mus. Daarmee is ook het belangrijkste gezegd: God meer gehoorzaam zijn dan de koning ter zake van gerechtig heid. Voor de duidelijkheid: het gaat hier niet om burgers die trouw aan een vorst zouden moeten zijn, maar om de verhouding van een leenman die eer bied verschuldigd is aan zijn leenheer onder wiens gezag hij staat. Het Wilhelmus getuigt intens van de worsteling hoe de opstand tegen de Spanjaarden te rechtvaardigen was. Enerzijds vond Willem dat hij trouw moest blijven aan Philips, anderzijds brak het inzicht door dat die trouw niet onbegrensd was. Ook in de Bijbel komt deze tweestrijd voor, namelijk bij Saul en David. In het boek 1 Samuël lezen wij hoe David vervolgd werd door koning Saul, maar toch loyaal bleef. Zelfs toen hij twee keer de gelegenheid kreeg hem te doden, deed hij dat niet, omdat Saul de gezalfde van Jahwe was (1 Samuël 24 en 26). In het achtste couplet van het Wilhelmus wordt hieraan gerefereerd. God was immers de hoogste majesteit. Als het om gerechtigheid gaat, zou hij Hem moeten gehoorzamen. Aldus ge formuleerd zou Willem van Oranje zich van zijn trouw aan Philips II ont slagen mogen achten. Dat gebeurde
opstand
Wilhelmus
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd. uiteindelijk in 1581 bij het Plakkaat van Verlatinghe, waarmee Philips II werd afgezworen door de StatenGe neraal van de Nederlanden. De Staten verklaarden dat hun vorst, Philips II, de vrijheden en rechten die hen eerder waren toegekend, had geschonden en verklaarden hem vervallen van de troon. Zijn troon werd verlaten ver klaard.
pretendeerde universiteit in Leiden. Aan dit gecorrumpeerde instituut van Calvinische secte werd immers geleerd in strijd met de Catholiek Roomse religie, aldus dit plakkaat. De Vlamin gen konden wel terecht op de 150 jaar oudere universiteit in Leuven (gesticht in 1425).
Het ontzet van Leiden en de oprichting van de universiteit
Een paar jaar na de totstandkoming van het Wilhelmus werd de stad Leiden belegerd. De ontzetting van de stad op 3 oktober 1574, die wij nog ie der jaar met vreugde vieren, leidde tot de stichting van de universiteit. Als dank namelijk voor de heldhaftige ver dediging van de stad bood Willem van Oranje de stad aan één jaar belasting vrijdom te schenken of een universi teit. In die tijd koos men niet voor belastingverlaging, maar voor het investeren in kennis. Zo kwam op 8 februari 1575 de eerste Nederlandse universiteit tot stand. De oprichtingsakte van de universiteit laat iets merkwaardigs zien: deze is namelijk ondertekend namens Philips II en wel in de stad Delft! Formeel kon Willem van Oranje dat natuurlijk niet anders regelen. Immers, Philips was de soevereine vorst. Diens afzwering was pas in 1581. Wellicht zal de stichting van de universiteit op dat moment bui ten Philips zijn omgegaan. Maar zeven jaar later, in 1582, na de afzwering, was Philips zeker op de hoogte. Toen verbood hij namelijk de Vlamingen te studeren aan de ge
Straks, bij de inhuldiging van de koning, wordt het Wilhelmus weer ge zongen. Weer dat lied over de worste ling met het recht van opstand. Op staan tegen het gezag. Dat mag, ja, dat moet als het gaat om het verdrijven van de tirannie (couplet 6). Ook al ben je zoals ik tegen het erfelijk koningschap, dan kan je het toch uit volle borst meezingen.
Bij de gratie Gods
Het Wilhelmus als volkslied
Het Wilhelmus was een geuzenlied. Het werd gezongen om elkaar te bemoedigen in de strijd tegen de Span jaarden. De functie van Nederlands volkslied kreeg het pas in 1932. Daar vóór werd als volkslied gezongen 'Wiens Neerlans bloed door d'aderen vloeit'. Ook de volksliederen in onze omringende landen hadden dezelfde nationalistische inslag ('Allons enfants de la patrie'; 'God save our gracious king'). Die oppervlakkige teksten val len in het niet bij de kracht van het Wilhelmus. Misschien dat daarom onze voetbalhelden het Wilhelmus doorgaans met gepaste eerbied zingen of playbacken en onze kampioenen een traantje laten als ze op het erepodi um staan.
Sommige politici in dit geseculariseer de land achten de verwijzing naar het hogere gezag in de aanhef van onze wetten ("Wij Willem, bij de gratie Gods") achterhaald en in strijd met het beginsel van de scheiding van kerk en staat. Deze aanhef heeft echter niets te maken met de scheiding van kerk en staat, maar wel met de grondslag van onze democratie. De aanhef geeft aan dat verzet geboden is als de dictatuur van de meerderheid tot tirannieke trekken zou leiden (zie weer het zesde couplet van het Wilhelmus). Afschaf fing zou getuigen van een gebrekkig historisch inzicht en strijdig zijn met ons democratische gedachtengoed. Niet afschaffen dus. Overigens: de aanhef van het octrooi tot oprichting van de universiteit luidt: "Philips by der Gracien Gods, Coninck van Castillien, van Leon van Arragon, ...". Dus ook Philips stelde zich onder een hoger gezag.
Voor dit artikel heb ik gebruik gemaakt van: dr. P. Leendertz, Het Wilhelmus van Nassouwe, Thieme, 1925.
Hooglandse Nieuwe maart 2013 |
5
opstand
De opstand van Willem
Op de bres voor gewetensvrijheid
I
René Fraters
n 1984 was er een boeiende tv serie over het leven van de stamvader van ons koninklijk huis, Willem van Oranje. Tijdens een bezoek aan een stadje ge confronteerd met een ketterverbran ding zag je de stijgende walging bij Willem van dit gruwelijke spektakel. Deze gedramatiseerde gebeurtenis gaf goed weer dat de prins hier geen voor stander van was. Het was de vervol ging van ketters, zoals bevolen door koning Philips II vanuit het verre Spanje, die zou leiden tot de opstand van Willem tegen het regeringsbeleid. En uiteindelijk zou dat leiden tot het inzicht bij Willem dat een doorbraak zou betekenen in het denken over de relatie tussen geloof en de overheid. Een inzicht dat de Nederlandse cultuur nog eeuwen zou beïnvloeden. De prins werd geboren als zoon van Willem de Rijke, de graaf van Nassau Dillenburg, een oud maar niet erg be langrijk adellijk geslacht in Duits land. Hij werd als katholiek gedoopt maar na een paar maanden braken zijn ouders met de roomse kerk en werd Willem luthers opgevoed. De katho lieke kerk had geen grote bezittingen in het graafschap en de graaf maakte de overstap naar de lutherse kerk dan ook niet uit eigenbelang maar vanuit persoonlijke motieven. Zonder daarbij fanatieke standpunten in te nemen. Ook wist hij donders goed dat zijn bezittingen een grote oorlog niet zouden kunnen doorstaan. Daarom 6 | Hooglandse Nieuwe maart 2013
Den Coninck van Hispaengien Heb ick altijt gheeert bleef hij zoveel mogelijk buiten de verwoestende godsdienstoorlogen van dat moment. Soms stond hij aan de kant van zijn lutherse collega's, en la ter weer aan de kant van de katholieke keizer Karel V. Zijn zoon kon dus van dichtbij waarnemen hoe belangrijk het was om slim te manoeuvreren om zo te kunnen overleven. En wat de kracht is van een goede diplomatie. In 1544 overleed zijn oom René de Chalons, de toenmalige prins van het vorstendom Orange. Tijdens een veld slag kwam hij om, zonder wettige nakomelingen achter te laten. Zijn neefje Willem bleek tot zijn enige erf genaam te zijn benoemd. In één klap was hij een van de rijkste edelen van WestEuropa geworden. Wel moest hij daarvoor naar Brussel waar hij door de keizer en zijn familie als katholiek zou worden opgevoed. Zijn vader, die nu al ongeveer tien kinderen had te voeden, ging er graag mee akkoord. En dus ging deze 11jarige jongen met zijn vader op reis naar de Nederlanden, waar hij in de handen van de hovelin gen werd achtergelaten. De oudere eenzame keizer, die net zijn geliefde vrouw had verloren, had al gauw een grote sympathie voor deze blonde goedlachse puber, die altijd bereid was naar de zorgen van Karel V te luisteren. Soms als de keizer al leen wilde zijn stuurde hij iedereen de deur uit, behalve Willem. Die mocht blijven. Willem leerde van de keizer hoe belangrijk het was om goed te zorgen voor zijn onderdanen. Ook is het duidelijk dat de prins een gevoeli
ge natuur had, als hij conflicten in har monie kon oplossen, dan was hij ge lukkig. En ook de zware (lijf)straffen uit die tijd vond hij afstotend, als hij bij het uitspreken van een vonnis daar omheen kon dan zou hij die kans niet voorbij laten gaan. We gaan naar het jaar 1564. Karel V is inmiddels opgevolgd door zijn streng katholieke zoon Philips. Die had weinig op met zijn noordelijke gebie den en hij reisde al snel af, in 1559, naar Spanje. Willem bleef achter als zijn plaatsvervanger (stadhouder) in de provincies Holland, Zeeland en Utrecht. Ook kreeg hij een plaats in de Raad van State, het hoogste advies college, waarin de machtige edelen en hoogste bestuursambtenaren het beleid van de koning moesten bespreken en uiteindelijk uitvoeren. En het is juist hier dat eindelijk de bom zou barsten. Vanuit Spanje kwam een stroom aan brieven van de nieuwe koning. Vooral op het gebied van de religie was Philips bezeten van het on derdrukken van iedere vorm van ket terij. Zijn vader was ondanks dertig jaar strijd en onderhandelen een derde van zijn rijk aan de lutheranen kwijt geraakt en de koning had zich vastge beten in het voornemen dit ten koste van alles in zijn rijk te voorkomen. Voor een tijdje deden de hoogste ede len mee met dit beleid, maar wel met grote tegenzin. Ook in het land was de stemming verbitterd. De meeste men sen zagen het nut van al dat geweld te gen weerloze mensen niet in. Willem was in deze tijd al een unieke
opstand
figuur, hij zocht niet de confrontatie maar streefde naar verzoening en hervorming. Hij had contacten met ge matigde katholieken en protestanten in west Europa en hij had een visioen van een nieuwe gezuiverde kerk waarin alle stromingen een thuis zouden vin den. Hij was dus een oecumenicus pur sang. Ik vermoed dat hij ook dacht: ik moet de boel bij elkaar zien te houden. Een soort 16eeeuwse Job Cohen. Helaas waren anderen dat punt allang gepasseerd. In Rome waren er sinds 1555 alleen maar pausen die bewust voor de harde lijn kozen. Eentje zei: "Als ik zou ontdekken dat mijn vader een protestant was, dan zou ik zelf het hout aanslepen voor de brandstapel". Alle contacten die er nog waren met verzoeningsgezinde protestanten werden afgebroken en gematigde kardinalen die tegenstribbelden werden onderdrukt. Sommigen van hen mochten zelfs een tijdje de gevan genis van de (on)Heilige Inquisitie van binnen gaan bekijken. In 1563 werd het belangrijke concilie van Trente af gesloten. Hiermee had de katholieke kerk haar corrupte verleden flink aan gepakt en nu wilde zij via een agres sief beleid alles wat ze verloren had proberen terug winnen. Ook tijdens dit concilie hadden overigens diverse ge matigde vorsten en kardinalen gepro beerd tot een vergelijk met protes tanten te komen maar dat was helaas mislukt. Van de andere kant kwamen nu steeds meer de aanhangers van Calvijn in beeld. Dit waren vaak zeer fundamen talistische types die ook keihard de confrontatie zochten. De calvinisten gingen zich steeds meer verspreiden over de lage landen, en dreven open lijk de spot met het katholieke ge loof. Steeds meer stadsbestuurders en edelen weigerden ertegen op te treden en sommigen waren zelfs tot de nieu we beweging toegetreden. Dit joeg de koning natuurlijk grote angst aan en stemde de prins van Orange tot naden ken.
Dit was dus het strijdtoneel waarin Willem zijn weg moest zien te vinden. En zijn speelruimte werd door het ex tremisme aan beide kanten steeds kleiner. De fanatieke uitersten trokken het gematigde midden uiteen. Een paar jaar probeerde hij als een soort rem op het beleid van de koning te fungeren maar die liet zich niet langer opzij zet ten. En de onvrede in de Nederlanden, bij de gewone mensen, was tot een kookpunt gestegen. Toen kwam het drama tot zijn hoogte punt. Op 31 december 1564 kwamen de leden van de Raad van State weer bijeen. Willem was tot de conclusie gekomen dat zijn politiek van ver zoening ten opzichte van de koning was stukgelopen. Wat nu? Laat in de avond begon hij aan een urenlange redevoering waarin hij alle gebeurtenissen en pogingen van de af
"...hoezeer ik aan het katholieke geloof gehecht ben, ik kan niet goedkeuren dat vorsten over het gewe ten van hun onderdanen willen heersen en hun de vrijheid van geloof en godsdienst ontnemen."
gelopen jaren de revue liet passeren. En aan het einde kwam de bomshell. Hij zei, zo langs zijn neus weg:"...hoe zeer ik aan het katholieke geloof ge hecht ben, ik kan niet goedkeuren dat vorsten over het geweten van hun on derdanen willen heersen en hun de vrijheid van geloof en godsdienst ont nemen."
De consternatie was enorm, wat zei Willem van Orange nu? Dit was onge hoord. Het was namelijk voor alle koningen en edelen van zijn tijd een uitgemaakte zaak dat de koning, of een lagere vorst, het recht had om voor zijn eigen gebied uit te maken wat het geloof zou zijn van z'n onderdanen. Deze aanname was de hoeksteen van
het beleid voor alle religieuze kwes ties. En nu heb je daar de machtigste edel man van de Nederlanden die opeens op het meest principiële punt het (religi euze) tapijt onder de voeten van de koning wegtrekt. De consequenties van deze verdediging van een funda mentele godsdienstvrijheid zouden zelfs op Europees niveau gevoeld worden. Het is voor mij duidelijk dat dit een uniek kantelmoment is in de Neder landse geschiedenis. Na deze Silver ster avond (een oude benaming van oudejaars avond) was alles anders, de koning in Spanje raakte in paniek en verloor al zijn vertrouwen in Willem en de andere hoge edelen. Voor Willem zelf was dit het moment waarop hij uiteindelijk de leider van de opstand zou worden. En nog belangrijker: hier is voor het eerst een staatsman die openlijk ver kondigt dat de vorst niets te zeggen heeft over het geweten en de religie van zijn onderdanen! Het zou nog eeuwen duren voordat dit inzicht de finitief in West Europa zou door breken (denk aan de Franse Revolutie). Maar Willem van Orange heeft wel het startschot gegeven en daar plukken we heden ten dage nog steeds de zoete vruchten van. We zijn dit gaan zien als één van de grote verworvenheden van de Neder landse cultuur. En dit verklaart ook waarom veel mensen zo geschokt re ageren als moslim fundamentalisten zeggen dat ze in Nederland de sharia willen invoeren. Dat raakt dus een open zenuw, iets waarvan we dachten dat dat algemeen aanvaard was (be halve misschien door de SGP!) wordt opeens weer ter discussie gesteld. En daar worden we dan weer onrustig van. Terecht mijns inziens, want we zouden niet willen dat de overheid of wie dan ook zeggenschap krijgt over onze religieuze keuzes of ons geweten. Toch? (door de redactie iets ingekort)
Hooglandse Nieuwe maart 2013 |
7
opstand
Is opstand 'neen' zeggen omwille van een 'ja'? Rob van den Boom Opstand? Wat een wonderlijk thema voor ons Nederlanders, die in het algemeen geneigd zijn te accommode ren, conflicten te mijden, ons te ver schuilen in onze comfortzone, groot gebracht 'in de polder' van het com promisdenken. We zijn niet zo ge wend om Neen te zeggen, om in op stand te komen, of het nu is in ons eigen persoonlijke leven, een opstand tegen onze familie, in de organisatie waarin we werken, of op straat, in de publieke sfeer. Toch bestaat er in deze tijd alle aanlei ding om hardop en hartgrondig NEEN te zeggen, tegen het graaigedrag en de hebzucht van bankdirecteuren, de kortzichtigheid van onze politici, de afbraak van internationale solidariteit, de voortschrijdende ontbossing, de 1300 kolencentrales in aanbouw of planning in onze wereld, of de enorme jeugdwerkloosheid in Europese landen en elders. De opstandige mens zegt “Neen, dit kan ik niet langer accepteren. Ik wei ger medewerking, ik protesteer……". Volgens filosoof Hans Achterhuis, nog even de 'denker des vaderlands', volgt na dat 'Neen' meteen een 'Ja'. In okto ber 2011, in een artikel in Trouw over de Occupybeweging, schrijft hij: "In dit neezeggen zit ook altijd een po sitieve waarde verborgen: je zegt nee 8 | Hooglandse Nieuwe maart 2013
in naam van die waarde, die je geres pecteerd wilt zien." Inderdaad, op stand is één ding, maar we moeten verder; in de opstand wordt vaak met een richting gekozen. Het neen is dan de prelude voor het ja. Achterhuis wijst dus op twee vormen van opstand: de nihilistische vorm, dus de opstand als afwijzing, als kritiek zonder alter natief, slechts uitmondend in een im passe, en dan de tweede constructieve vorm, een afwijzing die wel gepaard gaat met een constructief zoeken naar vernieuwing, rechtvaardigheid of dia loog. Achterhuis is in zijn artikel opvallend mild over de Occupybeweging. Zij is immers door velen bekritiseerd omdat haar NEEN niet gepaard gaat met duidelijke alternatieven. Bekritiseerd ook vanwege haar afwijzing van insti tuties (ik doel op de brede interpreta tie, dus de ‘gestolde’ maatschappelijke afspraken, spelregels en organisaties), terwijl welke maatschappijvorm dan ook altijd op instituties zal moeten be rusten….. De Occupybeweging blijft in een vaag discours hangen zonder duidelijke oplossingsrichting. Of hebben de ‘Occupiers’ ons toch wakker geschud, en de vele burgerini tiatieven in deze tijd bevorderd? Als we dat begrip breed opvatten zijn er allerlei voorbeelden van ‘opstand’. Opstand als verzet tegen een autoriteit, of tegen een bezetter. Denk aan de op standen van de zogenaamde Arabische
Lente, in Tunesië, Libië, Egypte en nu tragisch en haast uitzichtloos in Syrië. De opstand hier is gewelddadig van aard, betekent gewapende strijd. In de tweede helft van de vorige eeuw wa ren er bevrijdingsoorlogen, als opstand tegen de koloniale bezetter, in In donesië, in diverse landen in Afrika, soms uitmondend in burgeroorlogen of nieuwe dictaturen, of toch een vorm van bevrijding. Maar we hoeven niet per se ver van huis te gaan. Wij Nederlanders hebben een eigen ge schiedenis van dergelijke opstanden, tegen bezetters van buiten (bv. Spanje, Duitsland) of binnenlandse leiders (bv. gebroeders De Witt). Maar we kennen ook opstand als maatschappelijk verzet, geweldloos dan wel, denk aan de feministische golven, de vernieuwingsbeweging in de Katholieke kerk, de provobeweging of de 'kabouters' in de jaren 6070 van de vorige eeuw, de demonstraties te gen de kernwapens. Er zijn echter weer andere voorbeelden waarbij vanuit een groot pragmatisme men niet zozeer in opstand komt, niet per se hardop NEEN zegt, maar feitelijk meteen aan de slag gaat in de maatschappij, burgerinitiatieven die alternatieve oplossingen zoeken voor prangende maatschappelijke problemen. De nieuwe vormen van buurtzorg bijvoorbeeld (alternatief voor verstarde bureaucratische thuis
opstand
zorg), de lokale muntstelsels (alter natief voor inflexibel kapitalisme), groepen die huisvesting delen, of auto's, die zoeken naar lokale voed selproductie en consumptie (met volkstuinders), zelf energie produce ren (met windmolens of zonnepane len), voedselbanken, weggeef winkels, etc. Dit alles is interessant, niet alleen vanwege het sterk prag matisme ('niet lullen maar poetsen!') maar ook omdat geprobeerd wordt essentiële waarden binnen de samen leving opnieuw uit te vinden en een plaats te geven. Denk aan solidariteit, mededogen, nabuurschap, en dat in een samen leving die verkild lijkt te zijn, waar meer mensen gemarginaliseerd drei gen te raken….. Mensen trekken een grens en stropen de mouwen op. Ze begint met een praktisch idee, en zorgen ervoor niet te stranden in een 'groot abstract verhaal' noch te blijven steken in dat NEEN.
Mensen trekken een grens en stropen de mouwen op.
De eerste lentedag op het plein werd nog gevoetbald aan open ramen werd muziek geoefend er was iets zuiders in de straat de deuren stonden op een kier wij brachten brieven naar de post blij en opgewonden als kinderen de avond voor de schoolreis elders kwamen de troepen weer in beweging
Miriam Van hee uit: 'Het verband tusen de dagen', 1998
Het luide protest, het harde NEEN, levert vaak veel theater op, mooie beelden op het Journaal. Het geweld dadige nee leidt vaak tot de dood van vele onschuldigen. Het NEEN om wille van een JA lijkt vruchtbaarder, constructiever want leidt tot daad werkelijk veranderingen. Er zijn dus diverse soorten opstanden denkbaar, vele manieren om 'Neen' te zeggen. Maar liever een hard NEEN waarop meteen een JA volgt. Of nog beter meteen een JA middels prakti sche alternatieven waarin het NEEN besloten ligt. Hooglandse Nieuwe maart 2013 |
9
opstand
Politiek in de LSE Jac van der Hoeven
De tijd van het activisme
De jaren zeventig en een deel van de jaren tachtig van de vorige eeuw wa ren voor de LSE niet alleen kerkpo litiek (verregaande oecumene, voor gaan gehuwde priesters) maar ook anderszins woelige en strijdbare jaren. De landelijke en de wereldpolitiek namen een grote, bijna overheersende plaats in in het denken en doen van het gezamenlijke studentenpastoraat in Leiden. In 1972 startte op een kleine achter kamer van Rapenburg 102 de Boycot Outspan Aktie (oproep tot boycot van de ‘apartheidssinaasappels’ uit Zuid Afrika) o.l.v. de uitgeweken Zuid Afrikaan Essau du Plessis. In 1973 kochten Ekklesiagangers één aandeel Shell om aanwezig te kunnen zijn op de jaarlijkse aandeelhouders vergadering en daar op de geëigende momenten van achter uit de zaal te protesteren tegen de apartheid onder steunende activiteiten van de olie maatschappij. Elk jaar trokken 25 tot 30 mensen met twee studentenpastores naar de DDR. om de ‘zegeningen van het socialis me’ te bewonderen en te bekritiseren. De belangstelling voor gespreksgroe pen over Christendom en Marxisme, de bevrijdingstheologie van Latijns Amerika en die rond de boeken van de politiek bewogen Duitse theologe Dorothée Sölle was zo groot dat de groepen moesten worden gesplitst. Talrijk waren de werkgroepen met ge sprekken over (financiële) steun aan 10 | Hooglandse Nieuwe maart 2013
projecten in Colombia, Suriname, Ni caragua en Polen. Rond de verkiezingstijd werd Rap 100 omgedoopt tot ‘Politiek Café ‘ waar het er met landelijke en plaatselijke politici tot diep in de nacht heet aan toeging. Ekklesiagangers waren nauw betrok ken bij het ontstaan van de PPR, één van de voorlopers van GroenLinks. Ook nam de Ekklesia deel aan de op richting van de Telefonische Hulp dienst en de bijlesdienst in Leiden Noord. Er was een sterk bezette Ziekenhuisgroep en een Gevangenis groep. Immers: ‘God heeft geen ande re handen dan de onze’, zei Sölle. De weekends waren voor demonstra ties tegen de Vietnamoorlog, tegen kernwapens (Amsterdam, Woensd recht en Bonn ), tegen kerncentrales (Borssele) etc. En dat denderde maar door in die jaren zeventig en begin tachtig van de vori ge eeuw. De LSE was lid van de Basis Bewe ging Nederland, het platform waarop gelijkgestemde geloofsgemeen schappen in Nederland op regelmatige bijeenkomsten elkaar vonden en sti muleerden.
De komst van het stiltecentrum
Langzaam en geleidelijk kwam er een kentering. Misschien dat die overgang het meest wordt gemarkeerd door het inrichten van een stiltecentrum op de begane grond van Rap 102 eind jaren tachtig. Rust, stilte, liederen van Taizé en een prachtig kunstwerk van Lidy van der Spek.
Terugkijkend zou je kunnen zeggen dat die begintijd van de Ekklesia werd gekenmerkt door activisme. De wereld moest worden veranderd. De ver wezenlijking van wereldwijde vrede en gerechtigheid het rijk Gods lag in onze handen en binnen handbereik. Er moest worden aangepoot en wel direct. Bezinning deed je voor namelijk op in de boeken van de be vrijdingstheologen (Boff, Sölle, enz.) en in de discussies met je (rechtse) te genstanders.
De tijd van het ego
Zonder een waardeoordeel te vellen over de tijd van toen en de tijd van erna zou je kunnen zeggen dat er bij die kentering iets in evenwicht kwam. Tijd voor rust, stilte en meditatie. Het was de tijd dat Bhagwan (een Indiase goeroe) furore maakte. Hij leerde dat de mens in ongebreidelde vrijheid tot zichzelf moet zien te komen via medi tatie en overgave. Voor mij markeert deze al weer vergeten Bhagwan de ongezonde en gevaarlijke kant van die overgangsjaren: een doorslaand indi vidualisme en de bijna meedogenloze gerichtheid op de verwerkelijking van je ego. De kern van de christelijke boodschap ligt vervat in de aanwijzing om je naaste lief te hebben als jezelf. Misschien zou je kunnen zeggen dat de activistische periode van de LSE mede een uitloper was van de onvolledige interpretatie van die aan wijzing: de radicale gerichtheid op de ander met wegcijfering van jou als persoon. ‘Heb je naaste lief’. Daar moest een correctie op komen. In
opstand de methode ‘Bhagwan’ sloeg de correctie door naar een nieuwe eenzijdigheid. Het gaat om jou en de ander is nodig om tot je bevrijde zelf te komen. Volgens mij is dat een verdraaiing van die aanwijzing ten leven. De ontplooiing van jouw persoon, de ont wikkeling van jezelf en het geluk dat je daarin vindt, is belangrijk en noodzakelijk, maar is geen doel op zich. Laat het in dienst staan van de ander in de ruimste zin van het woord. Gelukkig is de Ekklesia niet in die fatale eenzijdigheid meegezogen. Daarvan getui gen elke zondag weer de Kyriëgebeden en de liederen. Daarvan getuigen de studenten met hun Ghana project, met ‘Wij helpen daar’ in Bosnië en Kroatië. Gelukkig is een actieve Werkgroep diaconaat en krij gen Amnesty International en Exodus in onze diensten de ruimte. De Ekklesia is betrokken bij de Voedselbank en bij de or ganisatie van een driegangendiner voor daklozen in Leiden. Maar wat is het politieke decor van al deze activiteiten? Ik troost me vaak met de ge dachte dat onze wekelijkse vieringen (een uur voor jezelf, rust en bezinning) voor veel mensen bron en inspiratie zijn om de handen uit de mouwen te steken, de juiste (politieke en andere) keuzes te maken in het alledaagse bestaan. Maar het is een troost voor de twijfel die me bekruipt of we de juiste balans, het juiste evenwicht wel hebben gevonden. Waar is het gezamenlijk zoeken naar, en een eventueel verzet tegen onderliggende maatschappelijke en politieke ideologieën. Een zeer recente voorbeeld: waarom heeft de financiële crisis geen ontwrichtende in werking gehad op het mens en wereld beeld dat eronder ligt? Waar was onze stem? Kortom er is bewogenheid genoeg, maar missen we in de Ekklesia niet iets van het politieke debat en de bevlogenheid uit het verleden? Jac van der Hoeven was van 1971 tot 2004 verbonden aan de LSE als rk studentenpastor. Vanaf 2004 werkt hij in deeltijd in het pastoraat onder par ticipanten. Overgenomen uit het Lustrumboek 'Tijd van leven', 40 jaar LSE, 2010
Jeunesse dorée *)
Ik zag de grootste geesten van mijn generatie bloeden voor een opstand die niet kwam. Ik zag ze dromen tussen boekomslagen en ontwaken in de hel van tweeëntwintig steden, heilloos als het uitgehakte hart van Rotterdam. Ik zag ze zweren bij een nieuwe dronkenschap en dansen op de bodem van de nacht. Ik zag ze huilen om de ossen in de trams en bidden tussen tweemaal honderd watt. Ik zag ze lijden aan een ongevraagd talent en spreken met gejaagde stem: was alles al gezegd, nog niet door hen.
Ze waren laat. Aan geen belofte werd voldaan. De steden blonken zwart als kaviaar. Menno Wigman uit: 'Zomers stinken alle steden', 1997 *) Jeunesse dorée: gouden jeugd
Hooglandse Nieuwe maart 2013 |
11
opstand
In opstand komen?
E
Han Dirks
nige weken geleden heb ik het verzoek gekregen om een bij drage te leveren aan dit num mer van 'Hooglandse Nieuwe'. Of ik iets kan schrijven over het thema 'op stand' en mijn ervaringen met studen tenprotest. Blij verrast maar ook licht verbaasd neem ik de uitdaging aan. Wat te doen met het thema 'opstand' of moet ik het gelet op Pasen opvatten als 'wederopstanding'? Het eerste (mogelijke) di lemma dient zich met andere woorden al aan, mede veroorzaakt door mijn persoonlijke achtergrond. Enerzijds voel ik mij zeer verbon den met de christelijke waarden, maar anderzijds beschouw ik mijzelf als een socialist, in de zin dat ik actief strijd voor een solidaire wereld. En een wereld waarin menselijke waardigheid en gelijkwaardigheid nagestreefd die nen te worden. Is het een innerlijke tweestrijd, omdat beiden niet samen gaan? Zo ervaar ik het in ieder geval niet. Opstand of wederopstanding zijn begrippen die zowel voor christenen als nietchristenen betekenis (kunnen) hebben en liggen mijns inziens ook in elkaars verlengde. In de afgelopen weken zijn talloze associaties bij mij opgekomen als het gaat om de term 'opstand'. Opstand in de zin dat een individu of groep zich afzet tegen de heersende opvatting, of de keuzes die worden gemaakt in onze maatschappij. Opstand impliceert in die zin 'strijd' en 'verzet'. In het ver
12 | Hooglandse Nieuwe maart 2013
lengde hiervan kan opstand ook worden opgevat als het 'stellen van een voorbeeld' of het zijn van een 'rol model', waarbij de betreffende persoon een of meerdere idealen heeft om na te streven. In dat geval zal hij of zij op staan en het voortouw nemen om deze idealen tot realiteit te maken, gevolgd anderen die geïnspireerd zijn geraakt. Wie 'opstand' als iets negatiefs ervaart, zou het daarnaast ook positief kunnen benaderen. Opstand of protest kan ook
worden opgevat als het nastreven van een gemeenschappelijke doelstelling door het individu of de groep mensen. Vanuit dit oogpunt moet opstand veel eerder als een vorm van samenwer king en gemeenschapszin worden be schouwd, naar mijn opvatting. Het be treft dan 'verantwoordelijkheid nemen voor'. Als ik opstand vervolgens opvat als wederopstanding, in het licht van Pasen, beschouw ik deze term in het kader van 'hoop' en 'vertrouwen'. Ver trouwen dat er altijd sprake kan zijn van een nieuw begin, of de uitweg vinden wanneer je wordt geconfron teerd met een moeilijke situatie. Per soonlijk kan ik met alle hiervoor be noemde associaties van 'opstand' of 'wederopstanding' goed uit de voeten. Voor mijzelf is de gemene deler dat het thema 'opstand' nauw verbonden is
met 'richting willen geven aan'. Richting aan je eigen leven, maar ook aan de maatschappij. Wat zegt het voorgaande mensen van nu, in het bijzonder studenten? Het thema 'opstand' is voor mij met andere woorden niet eenzijdig gericht op grote protest demonstraties. Het is correct om te constateren dat een grote groep (jonge) mensen zich niet langer aangesproken voelt door deze vorm van 'opstand' en zich afvra gen wat dergelijke acties bijdragen aan de samen leving. Daarentegen weet ik uit eigen ervaring dat die zelfde (jonge) mensen van nu juist heel erg opzoek zijn naar hun eigen identiteit, idealen en visie op het leven. Veel van de mensen die ik spreek zijn kritisch als het gaat om hun eigen leven en de maatschappij waarin wij leven. In die zin is er wel degelijk sprake van 'op stand' door studenten en andere men sen, al moet die niet opgevat worden als een studentenprotest met span doeken en attributen. Bovendien merk ik op dat er daarnaast veel aandacht is voor het ontwikkelen van persoonlijke talenten en vaardigheden. Deze (per soonlijke) zoektocht wordt gevoed door een inspiratie, een voorbeeld dat wordt nagevolgd. Dat kan zijn omdat je geraakt wordt door een persoon, het werk van een organisatie waarbij je betrokken wil zijn, of een meer algemene doelstelling die jij persoon lijk als heel belangrijk ervaart. Onge acht welke bron van inspiratie voor jou van toepassing is, leidt dat tot de reeds genoemde identiteit en idealen.
opstand Deze kunnen met de tijd veranderen of in belang afnemen, maar dan komen daarvoor anderen in de plaats. Jonge mensen, studenten inbegrepen, maken telkens weer keuzes, als het gaat om studie, vrienden, werk en allerlei an dere zaken waarin zij zich telkens verbinden aan en losma ken van bepaalde verbanden in het maatschappelijke leven. In iedere (bewuste) keuze die iemand maakt kan zo een stukje 'opstand' gezien worden. Bewuste keuzes geven richting aan je leven, waardoor mogelijkheden worden geo pend, maar andere worden afgesloten. Sommige keuzes zal je als heel goed ervaren, van andere krijg je spijt. Als je op grond daarvan besluit een andere weg in te slaan, kom je in feite 'in opstand', omdat de gemaakte keuze niet in overeen stemming is met jezelf. In groepsverband werken studenten veelvuldig samen. Studenten zijn vaak enthousiast en nemen het voortouw in het organiseren van allerlei activiteiten en evenementen. De gemeenschappelijke doelstelling kan dan zijn dat de studie of studentenvereniging goed draait, dat een bepaalde studie of vakgroep behouden blijft, of dat er voldoende en goede woonruimte voor studenten is in de stad. Feitelijk nemen zij dan de verantwoordelijkheid op zich om iets mogelijk te maken en sturing te geven aan wat voor studenten en andere jonge mensen belangrijk is. Ook hier is sprake van 'opstand' in de zin dat er er een gemeenschappelijk gevoel aanwezig is dat er actie ondernomen dient te worden. Van passiviteit of onverschilligheid is mijns inziens dan ook geen sprake, actie en opstand door studenten uiten zich alleen anders dan in het verleden. Wil je studenten bereiken, dan zal je daarop moe ten inspelen. In het verlengde van het voorgaande moet 'opstand' ook worden opgevat als 'wederopstanding'. Telkens wanneer de door jou ingeslagen weg, om wat voor reden ook niet kan worden vervolgd, zal je het vertrouwen en de hoop moeten opbrengen om jouw idealen en levensvisie na te blijven streven. Dit einde, kan weer de start zijn van een nieuw be gin waarin je inventief dient om te gaan met de kansen en mogelijkheden die er wel zijn voor jou of de samenleving als geheel. Ook hier zijn studenten en andere jonge mensen toonaangevend. Ondanks dat er in het dagelijkse leven veel zekerheden worden afgenomen, omdat de toegankelijkheid van het onderwijs onder druk staat, het moeilijk is voor starters om aan een baan te komen e.d., vinden deze mensen op creatieve wijze hun weg op grond waarvan zij tevreden zijn. Het voorgaande laat zien dat 'opstand' niet een een dimensi onaal begrip is. Hoewel er in de huidige tijd minder jonge mensen zijn die zich aangesproken voelen door studenten protest compleet met spandoeken, blijft het een actueel thema. Ook in deze tijd zijn studenten kritisch over hun ei gen leven en het leven van anderen. De manier waarop zij uiting geven aan deze kritiek, is anders dan vroeger maar zeker niet minder effectief. Het is bovendien een onderwerp dat voor een ieder van toepassing is, ongeacht levensvisie of overtuiging. 'Opstand' rondom een gemeenschappelijke doelstelling kan bovendien tot bijzondere samenwer kingsverbanden leiden en een les zijn voor het leven!
Jenneke steekt van Wal
Standup
I
n Cambridge wordt eens per maand een avond geor ganiseerd onder de titel ‘Bright Club’: een comedy club in de pub ‘The Portland Arms’ waar academici ver tellen over grappige aspecten van hun onderzoek. Als bezoeker heb je een leuke avond en je steekt er en pas sant nog wat van op ook! Tenzij je natuurlijk zelf op het podium gaat staan en vooral veel leert over het fenomeen plankenkoorts. Maar goed, zo af en toe moet je een beetje een uitdaging zoeken en dus had ik gezegd dat ik wel wilde optreden in Bright Club. Zoals een onderzoeker betaamt, deed ik eerst onderzoek naar het fenomeen ‘Standup comedy’ en las het boek ‘How to be a great standup’. Langzaam maar zeker verzamelde ik steeds meer grappen over taal kunde die niet alleen ik leuk vond. Over hoe interpunctie levens kan redden, bijvoorbeeld: “Let’s eat grandpa” is heel anders dan “Let’s eat, grandpa”… Hoewel er zeker weten geestiger onderzoekers zijn die betere grappen kunnen vertellen, bleef het feit dat zij daar niet op het podium stonden en ik wel. Er zit dus een boel ‘durven’ bij en het gewoon maar doen, misschien wel te gen beter weten in. In de spannende minuten voor ik het podium betrad bedacht ik hoe Jezus misschien weinig comedy deed, maar gelukkig wel standup. Zou hij ook plankenkoorts hebben gehad? “Oh, als het maar lukt met die broden en vissen!” “Wat zouden ze vinden van die waterwijn?” Vast niet op deze manier, maar hij had wel durf nodig om zijn boodschap te verkondigen. Hij had iets om elke morgen voor op te staan (die eigenwijze aardbewoners nog maar eens laten zien wat nu eigenlijk de bedoeling was) en uiteindelijk een reden om standup te doen van uit de pub met de illustere naam ‘De Dood’. Beetje een dooie boel, dus geen wonder dat het publiek niet meteen enthousiast is. Maar daar trekt hij zich niets van aan, hoewel hij het ironisch genoeg uiteindelijk voor ons, het publiek, doet. Om ons leven wat lichter te maken. Met die gedachte loop ik naar de microfoon: grenzen verleggen en doen wat je talent je ingeeft ongeacht of het publiek boe zal roepen of lachen. Ik vertel over grappige talen, de mensen lachen en ik zeg aan het eind “thank you for your support!”. Hopen maar dat Jezus dat ook denkt… Jenneke van der Wal Hooglandse Nieuwe maart 2013 |
13
opstand
Tijdens de Achtmeimanifestatie in 1993 te Utrecht (foto Peter Custers)
Een opstandige vrouw
Op 14 december overleed Wies Stael Merkx, 86 jaar oud, te Utrecht. Waarom een nagedachtenis aan haar in de HN plaatsen? Omdat ze zo goed past in het thema opstand. Een moedige intelligente vrouw die handelde vanuit haar geloof in een menselijke katholieke kerk. Ze ging ooit voor in een Ekklesiadienst. In drukwekkend. Dat was in de tijd dat de LSE lid was van de Basis Bewe ging Nederland een collectief van religieuze gemeenschappen vanuit de basis. Wies was de eerste voorzitter van de Acht Mei Beweging. Zij was 'het andere gezicht van de kerk', een echte pontifex, bruggenbouwer.
Wies StaelMerkx (19262012)
D
Jan van Hooydonk, redacteur Volzin
e uitvaart van Wies Stael Merkx riep warme herin neringen op aan een van de meest inspirerende mensen met wie ik ooit mocht samenwerken. Wies Stael was van 1986 tot 1992 de eerste voorzitter van de Acht Mei Beweging, ikzelf de eerste perschef. Haar uitvaart riep onvermijdelijk ook herinneringen wakker aan wat ikzelf nog altijd be schouw als misschien wel de mooiste en meest vreugdevolle dag in mijn be staan als katholiek: 8 mei 1985. Ten tijde van het pausbezoek toonden twaalfduizend katholieken elkaar op het Haagse Malieveld ‘het andere gezicht van de kerk’. Geen hiërar chisch maar een bezield verband. Een kerk waarin iedereen welkom is. Een kerk die zich het lot aantrekt van men sen in de knel. Henk Baars, derde en laatste voorzitter van de Acht Mei Be weging, verwoordde het tijdens de uit vaart van Wies Stael in de Utrechtse Janskerk treffend: “We deden alsof het lente was, schiepen een oase en we ge loofden er met hart en ziel in.” “Een icoon van veranderingsgezind katholiek Nederland”, zo karakte riseerde Henk Baars zijn voorgangster. 14 | Hooglandse Nieuwe maart 2013
Dat is zeker niet te weinig gezegd. Wies Stael bleek voor de beweging de juiste vrouw op de juiste plaats te zijn. Ze bracht haar ervaring mee. Als staf lid van het Katholiek Bureau voor Seksualiteit en Relatievorming stond ze op de bres voor vrouwen, ge scheiden mensen, homoseksuelen en slachtoffers van seksueel geweld. Ze was geenszins naïef. Op de uitspraak ‘alles moet kunnen’, kon je haar niet betrappen. Maar de rigide regels van haar kerk verwierp zij. “Ik wil mensen niet zeggen hoe het moet. Ik zou dat ook niet kunnen of willen. Ik ben zelf ook een zoekend mens. Maar ik wil wél samen met mensen op weg gaan. Gaandeweg is het mij duidelijker ge worden hoe belangrijk het is om écht naar mensen te luisteren en écht be langstelling te hebben. In alle eerlijk heid kan ik zeggen dat het mij hele maal niet moeilijk valt naast iemand te gaan staan.” Ze voelde het einde nade ren toen ik haar enkele maanden voor haar dood opzocht. Frêle was ze en moe, maar ongebroken en, inderdaad, vol belangstelling. ‘Preken’ had ze in haar lange leven wel genoeg gehoord, vertrouwde ze me toe. Ze vond troost in de natuur, in muziek en in de woorden van Huub Oosterhuis: “Van U is de toekomst, kome wat komt:
dat vind ik werkelijk fantastisch gezegd.” We hebben het tijdens haar uitvaart uit volle borst gezongen. De Acht Mei Beweging is al weer tien jaar passé. Ze werd ingehaald door de tijd – secularisatie, individualisering, het verdwijnen van het katholieke middenveld. Wies Stael was voldoende realist om onder ogen te zien dat de tijd van de beweging voorbij was. Het verging haar zoals veel van haar medegelovigen: de institutionele kerk kon haar steeds minder boeien. Zelf bleef ze haar vertrouwen stellen op kleine, vitale geloofsgemeenschappen en op zelfstandige gelovigen. “Het wordt in deze 21ste eeuw steeds duidelijker dat een hiërarchische, au toritaire kerk geen toekomst heeft. Het voortbestaan van de kerken zal afhan gen van de authenticiteit en betrouw baarheid van mensen”, schreef ze in haar memoires. Wies StaelMerkx was onmiskenbaar zelf zo’n authentiek en betrouwbaar mens. Een perfecte com binatie van kracht en tederheid, die me blijft inspireren. Haar gedachtenis zij tot zegen. Tekst met toestemming overgenomen uit het januarinummer van het blad Volzin, www.volzin.nu
Opstand
opstand
Opstaan
Opstandig
W
Loes Hoeflaakde Meijer
aarom dacht de redactie aan mij, toen het om een artikel voor dit nummer van de Hooglandse Nieuwe ging, vroeg ik me af? Straal ik soms iets van op stand uit; doe ik uitlatingen die opstand impliceren; roep ik op tot activiteiten die opstand in zich dragen? Mocht dat zo zijn, dan kan het geen toeval zijn dat elke dag ´Kom in mij, win, ontwapen mij´ als een soort mantra in mijn hoofd rondzingt. Ik gaf het onderwerp de tijd om te bezinken en te rijpen. Begon na te denken over plaatsen in de Bijbel waar het over opstand gaat. Bedacht welke woorden dichtbij de term op stand komen en hoe ikzelf de betekenis van opstand zou definiëren. Om met het laatste te beginnen: Van Dale schrijft ‘’oproer, verzet tegen het wettige gezag, zich er niet bij neer kunnen leggen, uiting geven aan zijn afkeer ervan”. Zelf zou ik er aan toe willen voegen ... met fysiek en wa pengeweld. Bovendien heb ik het idee, dat mensen vooral in opstand komen,
Opstanding
waar het zogenaamde wettige gezag met onderdrukkende, onmenselijke en misdadige methoden en middelen zijn eigen machtspositie veilig stelt of uit alle macht tracht te behouden. Toen ik het woord ´opstand´ opzocht in de lang geleden geërfde “Nederland sche Concordantie des Bijbels” van Trommius die nu voor het eerst voor mij zijn nut bewees, omdat ik daarin kon opzoeken hoe vaak en waar en in welke context het woord ´opstand´ in de Bijbel voorkomt verraste het mij zeer, dat ´opstand´ geen enkele keer blijkt voor te komen. Voor ´opstaan´ zijn bijna twee bladzijden nodig en voor ´opstanding´ een kwart bladzij. Zelf kon ik alleen maar de actie van Petrus, die met zijn zwaard het oor van een soldaat afslaat uit verzet tegen de gevangenneming van Jezus op de Olijfberg, als een soort soloopstand bedenken. Verder kwam ik niet. Ook dat kan geen toeval zijn. Kennelijk is ´opstand´, volgens de Bijbel of Jezus of God, niet het juiste middel om een betere wereld te verwezenlijken. Wel het aan de kaak stellen van foute praktijken, zoals die van de geldwis
selaars op het tempelplein, eigenlijk het enige miniopstandje zonder wa pens waarin Jezus een rol speelt, dat ik kon bedenken. Maar wat leert ons de lijdensweg van Jezus die zich zo zonder enig verzet liet kruisigen, dan wel? En waarom zou het de wil van God zijn om een rechtvaardige zoals Jezus als een lam naar de slachtbank te laten leiden? Hoe moeten we dat verstaan? De linker wang en de rechter wang daar kan ik me nog iets bij voorstellen, maar hoe moeten we dan het menselijk verzet tegen Hitlers Jodenvervolgingen be oordelen? Of de opstanden van ver zetsgroepen in Syrië tegen het zoge naamde. wettige gezag van Bashir Assad? Of het verzet van de Palestij nen tegen Israël? Het moge duidelijk zijn, dat het zo on schuldige verzoek aan mij om iets over ´opstand´ te schrijven bij mij meer vragen dan antwoorden heeft teweeg gebracht, vragen die ik mijzelf in al die zeventig levensjaren nog nooit gesteld heb, realiseer ik me pas nu. Wie zou een antwoord weten op die vragen?
Licht
Terwijl het licht zich probeert te ontvouwen, is de stad opstandig, de verschrikking heeft zichzelf overleefd, het einde nadert de onderdanen, nadert de onontkoombaarheid. Het grillige licht wil bezitten wil veinzen, maar het licht is machteloos, het licht is ontmanteld. Armando uit: 'Gedichten 2009'
Hooglandse Nieuwe maart 2013 |
15
opstand Weder opstanding van ‘Gij’
In opstand
L
Arie de Kluijver
Monique van der Gaag
"Zelfde”, zei de buitenlandse
vrouw in de tram, terwijl ze met haar vinger naar mijn paarse tas en jas wees. Dezelfde kleur, inderdaad. Ze glimlachte naar mij en ik glim lachte naar haar. “Je bent wel erg paars, je lijkt wel een oud wijf!”, luidde de begroeting op zondagmor gen van een bijna 65jarige pensi onado aan mij, een meestal vrolijke veertigplusser. “Wat? Ik had je be gin dertig geschat...”, zei iemand. Dàt is nog eens een compliment. Of niet? Ik lach beleefd. “Je laat wel veel van jezelf zien, hè?”, vertrouwt een aardige dame me fluisterend toe. Ik weet dat ik me moet laten zien als ik gezien wil worden. Maar wat moet ik doen om een com pliment te krijgen? Een persoonlijk jubileum vandaag: mijn dertigste Kinderpagina ver schijnt. Vlak voor het verschijnen van de negenentwintigste bekroop de twijfel me. Weinig respons uit de doelgroep. Diep in mijn hart miste ik de symbolische aai over mijn bol van vroeger en wilde die onbewust via de Kinderpagina nogmaals krij gen. Het gemis werd pijnlijk. Een beetje vriendelijkheid kost bij mij niets extra. Het is zelfs een kenmerk van mijn succes. Het is hoe ik in het leven sta. Een compliment kan een wereld van verschil maken. Het is een 'Act of Kindness'. Welgemeende complimenten bouwen op zoals on gezouten kritiek afbreekt. Commentaar via de ikboodschap houdt voor mij de communicatie gelijkwaardig. De beschuldigende conclusie van het jijmoet of jijbent 16 | Hooglandse Nieuwe maart 2013
schiet me vaak in het verkeerde keelgat. Dan kom ik in opstand. Wie heeft het recht – behalve misschien mijn ouders toen ik nog kind was – om me op deze wijze toe te spreken? Ik moet niets. Als ik moet, ga ik naar het kleinste kamertje. Hoe anders is de wanhopige uitroep van mijn 13jarige TurksNeder landse leerling: “Jij moet mij alleen lesgeven, want ik word gek als er nog een paar ogen bij zit!” De boodschap is helder en ontwape nend tegelijk. Toch corrigeer ik haar en zeg, dat ze me over tien jaar met jij mag aanspreken, waarop ze be rouwvol stamelt: “Sorry, ik moet u zeggen.” Hoe moeilijker het thema van de Hooglandse Nieuwe, hoe groter mijn blijdschap als de inspiratie me wederom redde van de deadline. Zou ik stoppen of doorgaan? Ik vroeg twee vertrouwelingen om raad. “Je schrijft mooi, twijfel niet!” en “De Kinderpagina's vind ik prachtig vorm gegeven en zeer op voedkundig, en lichtvoetig tegelijk.” Mijn opstandig gemoed werd weer kalm. Ik vind het fijn om feedback te krijgen, maar ik besef ook dat ik pro Deo schrijf. Vorige week haalde ik een klein groen boekje uit de lectuurmand bij de kansel. Het blijkt een Bijbels Dagboek van A. F. Troost. Ik sla het open bij mijn verjaardag en lees met ingehouden adem: “Het gaat er bij God om dat we de talenten, die we gekregen hebben goed besteden en niet uit angst voor onvoldoende waardering ze in de grond stoppen.” Als dank voor deze inspiratie leg ik zelf drie boeken in de mand.
aatst zat ik tijdens een dienst van de Ekklesia alle woorden met ‘ge’ te omcirkelen. Het verbaasde me dat deze lettercombinatie zo veel in het Nederlands voorkomt. Thuisgekomen pakte ik het etymologisch woordenboek erbij. Volgens dit woordenboek heeft ‘ge’ hetzelfde oor sprong als ‘gij’. De oorspronkelijke be tekenis van ‘ge’ is ‘samen’. Toen deze be tekenis verbleekte kreeg ‘ge’ de functie om de voltooiing van een handeling uit te drukken, vandaar het gebruik in verleden deelwoorden zoals bijvoorbeeld gegeven. Door toevoeging van ‘ge’ en achtervoe ging van ‘te’ werden collectieven gevormd zoals bijvoorbeeld gebergte en gemeente. Het woord ‘gij’ is natuurlijk niet meer van deze tijd. Het is een woord waar een dik ke laag stof op zit. Een overblijfsel uit het verleden waarin het goddelijke vaag doorklinkt. Ook in de moderne weten schap lijkt ‘gij’ van minder belang. Veel wetenschappers hebben de afgelopen tijd het materiële denken omarmt. Voor spiri tuele zaken, of moeilijk te vatten begrip pen zoals bijvoorbeeld de ziel, is relatief weinig aandacht. Maar wat gebeurt er als ‘gij’ niet meer in beeld is? Wat betekent dit dan voor mijn geweten? Is mijn weten zonder ‘ge’ anders dan mijn weten met een ‘ge’? Wat betekent het voor mijn we ten als ‘gij’ er niet meer is? Voor de gein heb ik toen een aantal woorden op een rijtje gezet om de be tekenis van ‘ge’ nader te analyseren. Het viel me op dat sommige woorden veel minder diepgang krijgen als ‘ge’ ervan afgehaald wordt. Goede voorbeelden hiervan zijn ‘gedenken’ en ‘gewaar worden’. ‘Gedenken’ zonder ‘ge’ wordt ‘denken’. En ‘gewaar worden’ zonder ‘ge’ wordt ‘waar worden’. In de universitaire wereld zijn weten, denken en waarheid centrale kernbegrippen. Zonder ‘ge’ ver liezen deze begrippen hun diepgang. Ik pleit daarom voor de wederopstanding van het ‘gijbegrip’ in onze taal. Ik wens gij allen heerlijke opstandige paasdagen.
Hooglandse Vieringen
vieringen
Iedere zondagochtend om 11.45 uur Hooglandse Kerk Leiden
De diensten zijn (ook achteraf) te beluisteren op: www.kerkomroep.nl
OVERZICHT
31 maart (Pasen) 7 april (Beloken Pasen) In de schaduw 14 april 21 april 28 april 5 mei
12 mei (Weeszondag) 19 mei (Pinksteren) Tot Uw dienst 26 mei 2 juni
Christiane van den Berg Henk Schouten Co Kooman Christiane Berkvens Christiane van den Berg Karin van den Broeke Jan Delhaas Rob van Waarde Jan Delhaas Henk Schouten
Cor van Bree Na Beloken Pasen volgen vier diensten met als overkoepelend thema ‘In de schaduw’. De bedoeling van deze serie is om eens wat aandacht te besteden aan bijbelse figuren die nogal in de schaduw verkeren van andere, meer bekende figuren. We zouden kunnen spreken van achtergestelde broertjes en zusjes of nichtjes en neefjes. De keuze is gevallen op Ezau, Lea, Ismaël en Lot. Bij iedere gekozen figuur een klei ne toelichting. Ezau is de oudere broer van Jacob. Deze weet hem zijn eerstgeboorterecht te ontfutselen. Terwijl Jacob de stamva der van de Israëlieten wordt, wordt Ezau die van de Edomieten. Lea is de eerste vrouw van Jacob. Zij baart hem de meeste van zijn zonen, maar haar jongere zuster Rachel, die lang op haar kinderen moet wachten, wordt het meest door hem bemind. De jongere zuster wint het van de oudere, die daarmee een tragische figuur wordt. Het verhaal van Jacob en Ezau is een soort spiegelbeeld van dat van Izaäk en Ismaël. Ismaël wordt met zijn moeder Hagar op instigatie van Sara de woes tijn in gestuurd. Zo worden de Israëlie ten en de Ismaëlieten (die traditioneel met de Arabieren worden geïdentifi
Ezau Lea Ismael Lot belijdenisdienst Lied en muziek jongerendienst
ceerd) twee aparte volkeren. Ook in dit verhaal gaat de jongere vóór de oudere. Je kunt in de Bijbel blijkbaar beter niet als eerste geboren worden. Ten slotte komt in de dienst van 5 mei Lot, de neef van Abraham, aan de beurt. Lot kiest het beste deel van het land maar komt daardoor wel, in So dom en Gomorra, in moeilijkheden. Hij weet aan de ondergang te ontkomen, maar verliest onderweg zijn vrouw (die in een zoutpilaar verandert als ze om kijkt) en wordt door zijn beide dochters als hij dronken is, misbruikt. Hij is de minder koninklijke pendant van Abra ham. Op deze serie volgen een paar aparte zondagen, de Weeszondag, Pinksteren en een zondag met een jongerendienst. De Weeszondag wordt zo genoemd omdat het de zondag tussen Hemel vaart en Pinksteren is: Jezus is er niet meer (opgevaren ten hemel) en de Trooster, de Heilige Geest, is nog niet gekomen. Op die zondag doen we het met de belofte van Jezus: “ik zal jullie niet als wezen achterlaten” (Joh. 14:18). Een aantal diensten in mei/juni zal on der de titel ‘Tot Uw dienst’ aan enkele elementen uit onze diensten (gebed, het lied, de dienst van de tafel) gewijd zijn.
Uitgangscollecten
31 maart: St. Leergeld Leiden
Deze stichting maakt het mogelijk dat kinderen uit gezinnen van onder 120% van het bijstandsniveau kun nen meedoen met met sport en cul tuur. Giften ook welkom op 1155.30.193 t.n.v. Stichting Leergeld 21 april: St. Keihan Stichting Keihan bevordert de inte gratie van Afghaanse jongeren in de Nederlandse samenleving. Dit doet zij o.a. door het Anatomy Teaching Innovation Program waarbij i.s.m. het LUMC twee net afgestudeerde Afghaanse artsen tot anatoom worden opgeleid. Voor meer in formatie zie: www.keihan.org. Giften ook welkom op 52.80.10.956 t.n.v. Stichting Keihan 19 mei: St. Exodus Leiden Deze stichting verzorgt opvang voor exgedetineerden. Giften welkom op: 5431.04.044 t.n.v. Stichting Exodus Deze drie stichtingen zijn opge nomen in het anbiregister. Uw giften zijn dus aftrekbaar. Hooglandse Nieuwe maart 2013 |
17
bestuur
Hooglandse Nieuwe
Mededelingen van het bestuur Algemene ledenvergadering: dinsdag 14 mei 2013 Bonaventura College, Kernstraat Op 14 mei 2013 is er weer een algeme ne ledenvergadering (ALV) van de ver eniging LSE. Deze ALV is van 20.00 tot 21.00 uur in het Bonaventura colle ge (Burggravenlaan 2, ingang Kern straat) en zal om 21.15 uur gevolgd worden door een lezing van Fic Meijer over zijn boek Paulus. De ALV is voor alle leden van de vereniging. De lezing is ook toegankelijk voor nietleden. U bent van harte uitgenodigd. De formele uitnodiging volgt nog.
Het volgende nummer van Hoog landse Nieuwe komt uit op 2 juni met het thema:
Tevredenheid
Kopij uiterlijk op 19 mei aanleveren bij:
[email protected] Hebt u van dit nummer genoten? Of hebt u zich geërgerd? Of wilt u in gesprek met een auteur? Geef het op bij de redactie:
[email protected] Wij organiseren dan een korte bij eenkomst na de zondagse dienst van 14 april.
Gesprekgroepen rond 65jarigen
De participantengroep 'De witte vlek' is in 2004 opgericht op initiatief van Jac van der Hoeven, die toen zelf met pensioen was gegaan. De witte vlek wilde een te genwicht bieden voor LSE'ers die waren gestopt met werken en in het bekende zwarte gat dreigden te vallen. De groep telt nu dertien participanten. Vorig jaar is er gelegenheid geboden een tweede groep 'Rond 65' te beginnen. Daar was zoveel belangstelling voor dat er nu ruimte is voor een derde groep, gemaks halve te noemen 'Rond 66'. Ook deze groep is bedoeld voor participanten rond de 65 jaar binnen de LSE die met elkaar levenservaring, wijsheid misschien wel, willen delen. Geboeid worden door de levensverhalen van anderen en daarvan iets willen opsteken. Iedere maand op een donderdag van 10.30 12.00 uur op Rapenburg 100. Aanmelden bij gespreksleider:
[email protected]
Beheerscommissie Rapenburg 100
Nu de renovatie van Rapenburg 100 zijn einde nadert, is het moment aan gebroken om de huidige renovatiecom missie te bedanken en een nieuwe commissie in te stellen: de Beheers commissie Rapenburg 100. In deze nieuwe commissie hebben zit 18 | Hooglandse Nieuwe maart 2013
TEVREDEN in 300 woorden
ting: Arie Hoeflaak, Jan de Bruijne, Hans Feitsma (beheerder Rapenburg 100), Henk Schouten en Pieter Tavernier (huismeester Rapenburg 100). Deze commissie gaat over de inrichting van Rapenburg 100. Heeft u ideeën voor de inrichting, meld deze bij Marga Bakker.
Na vergankelijkheid en opstand wordt het tijd om in het volgende nummer eens stil te staan bij alle dingen waar we in ons eigen leven, in de maatschappij, in ons werk, ons gezin, in de LSE of waar en hoe dan ook tevreden over zijn. Daarom nodigt de redactie u uit om in maximaal 300 woorden aan te geven waarover u tevreden bent. Bent u met minder woorden tevreden, dan mag dat natuurlijk ook. Het gaat uitdrukkelijk alleen om de dingen waar u tevreden over bent. Mail uw tevredenheid naar het redactieadres:
[email protected]
hoogstpersoonlijk Geluk het is verloren staan met lege handen en overvloed van diep verzadigd zijn Gabriël Smit Evenbeeld
Cootje Wiersinga van der Burg Jakarta, 12 september 1928 Amsterdam, 19 februari 2013 Op 19 februari is Cootje Wiersinga van der Burg op 84jarige leeftijd overleden. Cootje was een bijzondere vrouw. Warm, kleurrijk, een tikje mysterieus, eigenzinnig, maar bovenal een vrij mens. Ze werd in 1928 in Batavia geboren, had een vrije, vrolijke, gelukkige jeugd in de tropen, waar abrupt een eind aan kwam toen het gezin Van der Burg in 1942 ze was toen 14 jaar in het Jappenkamp terecht kwam. Cootje was 17 jaar toen die vreselijke tijd voorbij was.
foto Jacqueline Takken
Na de oorlog werd Cootje naar Neder land gestuurd om haar verloren school opleiding in te halen. Nederland was zo anders. Koud; men ging er anders met elkaar om. Over Indië mocht niet gesproken worden; over het kamp kon ze niet spreken. Maar daar ontmoette ze Herman en trouwde met hem. Ze kregen vijf kinderen. Herman Wiersinga was van 1978 tot 1989 aan de LSE verbonden als studentenpastor. Cootje nam deel aan diverse gespreksgroepen en bleef werken in Amsterdam als docente so
ciale vaardigheden aan de opleiding voor bejaardenverzorgsters. De laatste jaren van Cootjes leven wa ren moeilijk. Ze raakte steeds meer de grip op alles kwijt: Alzheimer. Toen Herman met Pasen 2011 onge lukkig viel en zijn heup brak, werd Cootje opgenomen in een verpleeg huis, waar ze, gezien de ernst van haar ziekte, op de gesloten afdeling terecht kwam. Zaterdag 23 februari werd Cootje om ringd door vele, vele mensen in Amsterdam begraven. Ria Vermaas
Hooglandse Nieuwe maart 2013 |
19
hoogstpersoonlijk
In memoriam
Anneke Lopes Cardozo
H
René Fraters
et was begin 1986, ik woon de net in de Franciscaanse leefgroep Verbum Dei, en daar werd elke twee weken een cursus gegeven, die Joods Leerhuis heette, onder de bezielende leiding van Dodo van Uden. Een van de deelnemers was Anneke, ze viel al meteen op door haar directe manier van spreken. En door het feit dat haar demente man Sidney ook meekwam. Ze kon op deze uren geen opvang voor hem krijgen en had gevraagd of Sidney mee mocht komen. Hij zat altijd heel rustig, dus dat was geen enkel probleem. Opvallend was dat hij geen woord sprak. Op zekere dag was Dodo zeer geïnspireerd, ze vertelde iets wat voor haar zeer be langrijk was. Dodo eindigde ‘on a high note’ met de woorden: "God is liefde." Opeens kwam het hoofd van Sidney met een ruk omhoog. "Ja", zei hij met grote nadruk, en hij keek ons allemaal fel aan. Daarna zakte zijn hoofd weer ietwat naar beneden. We waren al lemaal met stomheid geslagen. Ontroe ring. Niemand zei iets. Minutenlang. Jaren later, ik ben in Rap 100, het centrum van de Studenten Ekklesia. Er is een avondsessie, waarover, dat weet ik niet meer. De voorganger, Herman Wiersinga, vraagt op gegeven moment of ik het verder wil leiden. Ik wil wel. Op gegeven moment vertel ik een ver haal van Corrie ten Boom, een diepge lovige vrouw die met haar zus naar het concentratiekamp Ravensbruck werd gestuurd. Ze hadden joden in hun huis verborgen en waren verraden. Als je in zo'n kamp aankwam dan werd je ge dwongen om al je bezittingen af te geven. Op iets achterhouden stond zware mishandeling of zelfs de dood straf. Corrie en haar zus Betsie hielden een heel klein bruin flesje met vitami ne druppels achter. Telkens als een van hen medegevangenen dreigde te
20 | Hooglandse Nieuwe maart 2013
bezwijken, kwam het flesje te voor schijn en kreeg de zieke een paar van de kostbare druppels. Na een paar maanden, kregen de zussen strijd over het flesje, Corrie dacht dat het al een wonder was dat het flesje nog steeds niet leeg was, en dat ze nu aan hun ei gen overleving moesten denken. Uit eindelijk besloten ze de rest voor zich zelf te houden. De volgende dag bleek het flesje leeg te zijn. Iets wat een die pe indruk maakte op de zussen. Ik wil de met dit verhaal iets proberen over te brengen over wat er gebeurt als je deelt in plaats van alleen maar krampachtig aan dingen probeert vast te houden. Opeens begon Anneke te praten, ze was razend. Ze zei dat ze zelf in een jappenkamp had gezeten. "En als je maar weet", beet ze me toe, "dat alles wat je aan voedsel kon vinden, je hield voor je kinderen en jezelf. Anders zou je het niet overleven." Ik probeerde nog uit te leggen dat ik dat niet bedoeld had te zeggen, maar Anneke bleef woedend. En ik raakte in verwar ring, wist niet meer wat te doen. "Zal ik het maar weer overnemen", zei Her man. Ik knikte, dat leek me een goed idee. Later, veel later, vertelde Anneke me dat ze een van haar kinderen in het kamp aan ziekte verloren had. Toen opeens begreep ik het. Waarom mijn keuze voor dit verhaal voor haar (terecht) onverdraaglijk was. Ze heeft het me overigens nooit verweten. Ze ging weer met me om. Haar onge noegen was geuit, en dat was dat. Een paar maanden geleden vroeg ik haar of ze de Japanners haatte. "Nee", zei ze,"want ze hebben mijn leven gered, na de oorlog, toen radicale Indonesiërs ons wilden vermoorden." Schitterend. In de zomer van 2011 nodigde ze me uit voor de Van Heuven Goedhart lezing van de Stichting Vluchteling in de Ridderzaal van het Binnenhof. De spreker was Ad Melkert. Omdat An neke toen al moeilijk ter been was en
met haar wagentje overal heen ging, waren we ruim op tijd op het Binnen hof. Maar er was een probleem, de speciale ingang voor mensen met een beperking, was niet groot genoeg voor haar wagentje. De twee vrouwen die de leiding hadden over de verhuur van de Ridderzaal, namen kloek een be slissing. "Ga maar naar de hoofd ingang", zeiden ze. "Wij gaan het regelen." Daarop zwaaiden de zware houten deuren open, en Anneke werd door twee enorme beveiligers naar binnen gedragen. Een van de vrouwen zei: "Weet wel dat deze deuren eigen lijk alleen open gaan voor de majesteit op Prinsjesdag." Anneke en ik grijns den naar elkaar, dat hadden we toch maar mooi voor elkaar gekregen. Ik zag meteen de symboliek, Anneke als mens uit een stuk, als koninklijke vrouw, mag door de vorstelijke hoofd ingang naar binnen. En zo hoort het ook. Naderhand werd Anneke door de twee vrouwen vertroeteld. Er werden lekkere hapjes voor ons aangerukt. Drankjes, we kregen cadeautjes. Het kon niet op. En weer zwaaiden de gro te deuren open, en vanaf het bordes namen de dames afscheid van Anneke, "Tot volgend jaar", zeiden ze. Dat is niet meer gelukt, maar wat een prachtige herinnering. Binnengedragen worden als een vorstin. Gedragen worden door zoveel liefde. Het zal voor altijd op mijn netvlies staan ge schreven. "Hoe blij was ik toen ze zeiden: We gaan op naar het huis van de Heer. Nu staan onze voeten in uw poorten, o, Jerushalaim."
Ingestuurd naar aanleiding van het overlijden van Anneke Lopes Cordozo op 22 januari 2013 (zie het vorige nummer van Hooglandse Nieuwe).
actief en informatief
Happietaria
Van 827 april 2013 zal er in Leiden een Happietaria geopend zijn! Locatie: Bernhardkade 40. Happietaria is een project waarbij studenten een tijdelijk restaurant op zetten, om geld op te halen voor projecten in de Derde Wereld en om bewustwording van de derdewereld problematiek te creëren onder zowel studenten, medewerkers als klanten
Stilte Actie
Weet u hoe moeilijk het is om duizend mensen bij elkaar te krijgen om een euro per jaar te doneren. En dat in een land van zestien miljoen inwoners. Vijfhonderd mensen voor twee euro per jaar is nog lastiger en honderd mensen voor tien euro per jaar onmo gelijk. U denkt dat het een grap is? Nee, we zijn bloedserieus. Wie zijn die wij en waarvoor vragen we donateurs? In juni 2006 zijn wij, Madeline Andringa, Henk Baars en Norga Simons begonnen met een Stilte Actie. Een ingehouden woede tegen sociale uitsluiting, verarming en verrijking in Nederland. Er is genoeg geschreven, genoeg gezegd over armoede. Vaak over ons en niet met
van het restaurant. Happietaria wordt georganiseerd door studenten vanuit de vier christelijke verenigingen in Leiden (NSL, Ichthus, Panoplia en de VGSL). Happietaria Leiden 2013 heeft als projectdoel een Wateren Sanitatie project van ZOA. In het district Deh Sabz, ten oosten van Kabul in Af ghanistan, is een schrijnend tekort aan gezond drinkwater en goede sanitaire voorzieningen. De kennis over hygië ne is er minimaal. Door de ideële or ganisatie ZOA wordt hier gewerkt aan de verbetering van waterputten, latri nes en aan een betere hygiëne in het algemeen. Daarvoor zuiveren zij water en slaan ze waterputten, (her)bouwen latrines en leiden zogenaamde Local
ons. Praten helpt niet, dus vandaar deze Stilte Actie tegen verrijking en verarming. Elke derde dinsdag van de maand staan wij nu al bijna zeven jaar in alle stilte bij de ingang van de Tweede Kamer op het Plein. Om 13.00 uur verzamelen wij ons bij het beeld van Willem de Zwijger. Iedereen is welkom en voor mensen, die het niet kunnen betalen is er een
Hygiëne Promotors op. Door dit werk blijft de bevolking gezonder, sterven er minder kinderen aan diarree en komt er nieuwe werkgelegenheid. En dat is in een arm gebied als Deh Sabz pure noodzaak! Meer informatie over Happietaria kunt u vinden op www.happietarialeiden.nl. Met vriendelijke groet namens de PR/Bewustwordingscommissie, Johanna Verloop Commissielid PR/Bewustwordings commissie Happietaria Leiden 2013 Email: prenbewust
[email protected]
reiskostenvergoeding indien een eventuele achterban hier geen geld voor heeft. Met de andere onkosten zoals flyers, kantoorkosten enz. hebben wij ongeveer € 1.000 tot € 1.500 per jaar nodig. Natuurlijk schrijven wij ook regelmatig fondsen aan, maar omdat we een actie zijn, ook al is die nog zo vredelievend, dan toch willen fondsen ons niet steunen. Inmiddels is onze pot bijna leeg. Wij doen een dringend beroep op mensen, die het kunnen missen om donateur te worden voor één euro per jaar. Meer mag natuurlijk altijd. Graag uw gift op rekening 9516845 t.n.v. STEK, stichting voor Stad en Kerk in Den Haag o.v.v. Stilteactie.
Vriendendiner vrijdag 14 juni
Na het succes van vorig jaar organiseert de Stichting Vrienden van de Hoog landse kerk nu een fantastisch walking dinner met vijf gangen. Bij een walking dinner komt u op een gezellige manier in contact met verschillende mensen, omdat u niet de hele avond op dezelfde plek aan tafel hoeft te zitten. Gerenom meerde leveranciers uit Leiden en om geving zullen alles verzorgen. Tussen de gangen wordt er gemusiceerd. Maarten 't Hart zal de opening verrich ten. U betaalt 100 euro per couvert, alle dranken inbegrepen! Met de netto opbrengst van het diner steunt u de aanleg van de verwarming voor de hele kerk. Nadere informatie volgt. Hooglandse Nieuwe maart 2013 |
21
actief en informatief
LeendertJan Doornbos: Deze zomer ga ik op de fiets naar Istanbul voor het goede doel, namelijk een kleuterschooltje in Kenia. Ik wil je graag meer uit leg geven over mijn drijfveren achter deze reis.
Fietsen naar Istanbul voor een kleuterschool in Kenia Stichting JIJ OOK!! is een kleinschali ge goede doelenstichting en draagt on der andere bij aan het verbeteren van het onderwijs en de leeromstandighe den van kinderen op twee kleuterscho len in Naivasha, Kenia. Dit zijn de Mama Oege school en de Mama Daniela school. Mijn broer Oege is de voorzitter van Stichting JIJ OOK!! en zag onlangs tijdens een controlebezoek dat één van de schoolgebouwen hoog nodig vervangen moest worden. Dit wil de stichting op korte termijn gaan re aliseren. En dat kan de stichting niet alleen, maar heeft daarbij veel hulp no dig!
à € 18.000, ophalen. Op vrijdag 5 april vertrek ik op eigen kosten voor mijn twee maanden durende fietstocht. Duwtje in de rug Omdat alle hulp hierbij belangrijk is, kan je al voor € 5, één kilometer sponsoren. Want 3500 maal € 5, is € 18.000,. Hiermee geef je mij een spreekwoordelijk duwtje in de rug en
BeneFiets JIJ OOK!! Ik wil helpen. Ik ga namelijk onder het motto: ‘BeneFiets JIJ OOK!!’ voor dit schooltje van Delft/Leiden naar Istan bul fietsen. Hiermee wil ik in 3500 km de kosten van een nieuw schoolgebouw
Voorjaarsconferentie
Het Bruist
Utrecht, donderdag 18 april
22 | Hooglandse Nieuwe maart 2013
Nico van der Perk deed tussen 2008 en 2012 onderzoek naar de inzet van creatieve nietkerkelijke mensen om de samenleving te veranderen en hulp te bieden aan mensen in nood. Door zijn plotselinge dood in 2012 moest het boek dat hij erover schreef, door anderen worden afge maakt. De vereniging Beraad Grote Steden in de Protestantse Kerk in Nederland organiseert op 18 april 2013 een conferentie. Op deze conferentie zal het voltooide boek ‘ Creatief Diaco naat’, voorbeelden uit de praktijk, aangeboden worden aan de familie van Nico. Lees de uitnodiging op: ekklesialeiden.nl/publicaties/Overig/
help je letterlijk mee met de nieuw bouw van de Mama Daniela kleuter school. De volledige opbrengst hier bij gaat naar de nieuwbouw van de Mama Daniela School in Naivasha. Wil JIJ OOK helpen? Ga naar www.benefiets.eu of www.stichtingjijook.nl en vul dan het donatieformulier in. Ook vind je hier op dit moment meer informatie over de reeds behaalde resultaten van Stichting JIJ OOK! en zal je hier ge durende mijn reisverslagen en foto’s vinden. Ook kan je hier meer in formatie vinden over de extra hulp die je kan geven als je Super Sup porter bent. Twee maanden fietsen voor het goe de doel zal pittig zijn maar toch ga ik ervoor. Om het vervolgens ook al het benodigde geld bij elkaar te krijgen is nog een extra uitdaging. Natuurlijk is alle hulp die ik hierbij krijg van harte welkom. Het zou dan ook fantastisch zijn als jij ook mee wil helpen om dit initiatief tot een succes te maken. Heel veel dank daarvoor, mede namens de kinderen van de Mama Daniela school. LeendertJan Doornbos Initiatiefnemer BeneFiets JIJOOK!! i.s.m.: Stichting Jij ook!!
Hebt u onze diensten al eens beluisterd op kerkomroep.nl? Op de site intypen: plaatsnaam: Leiden, daarna: Hooglandse kerk, dienst 11.45 uur. Luidsprekers aanzetten.
Verloren! Verloren na de kerstdienst een rode herentrui maat XL. Een dierbaar kledingstuk. Gevonden? Bel P.J. Wiersema (071) 5280828
kinderpagina
Opstand Straks vieren we Pasen. De winkels willen graag dat we gaan brunchen. Met gekookte eitjes, een lekker vruchtensapje, kopje thee erbij en Paasbrood met spijs, niet te vergeten. Veel te veel eten, dat we niet op kunnen. Wel 30 tot 50% van het gekochte voedsel verdwijnt in de vuilnisbak. Kom in opstand tegen deze verspilling! Eet genoeg, gooi niets weg. Breng dichte pakjes, potten en zakjes met eten naar de Voedselbank. Mensen die het minder hebben, zijn je dankbaar. Monique van der Gaag maakte deze opstandige Kinderpagina Hooglandse Nieuwe maart 2013 |
23