Hooglandse Nieuwe informatieblad voor alle geïnteresseerden rondom de Hooglandse Vieringen van de Leidse Studenten Ekklesia
achtste jaargang, nr. 6 december 2012 € 2 (gratis voor leden)
J G OD ! E RE ZI
Hooglandse Nieuwe december 2012 |
1
8e jaargang, nummer 6, december 2012
Rapenburg 100 2311 GA Leiden 071 - 513 4558
[email protected] www.ekklesialeiden.nl www.rapenburg100.nl
Hooglandse Nieuwe is een blad voor alle geïnteresseerden rondom de Hooglandse Vieringen van de Leidse Studenten Ekklesia. Het verschijnt zes maal per jaar.
€ 2 (gratis voor leden van de LSE)
In dit nummer over
MIJN GOD
Redactie Bep van Houten, Tine van Iren, Job van Keulen, Wim Schouten, Edo Schraa, Jan Slotboom, Myranda Wilbrink Opmaak Jan Slotboom Kleurenversie downloaden www.ekklesialeiden.nl Abonnement € 20 per jaar Nieuwe abonnees opgeven bij het secretariaat
Ben Blonk over zijn God in de Kunst
4
Kopij voor het nummer van 17 februari 2013 met het thema 'Vergankelijkheid' uiterlijk op 3 februari 2013 aanleveren bij:
[email protected] of bij secretariaat LSE, Rapenburg 100, 2311 GA Leiden, t.n.v. Bep van Houten, o.v.v. kopij HN
Henk Schouten over Beelden van God
6
PASTORES Rob van Waarde, studentenpastor (PKN) 0641935997,
[email protected] Tobias Karsten (Hum. studentenraadsman), 06 53583081,
[email protected] Christiane van den BergSeiffert participantenpastor (PKN), 0715125137
[email protected] Henk Schouten, participantenpastor (PKN)
[email protected] 0715218723 Jac van der Hoeven, participantenpastor (RK),
[email protected] 0715224801 Christiane BerkvensStevelinck academiepredikant (Rem.), 0206714568
[email protected] www.moederoverste.nl VERENIGING LSE Opgeven als lid: www.ekklesialeiden.nl Dagelijks bestuur: Amos Kater,
[email protected] Marga Bakker, vicevz,
[email protected] Wim Schouten,
[email protected] Johan de Groot, penningmeester@ekklesia leiden.nl REKENINGNUMMERS Voor alle vrijwillige bijdragen en voor lidmaat schap Vereniging LSE: € 25 (studenten/junio ren € 12,50) per jaar: rekeningnr. 4819829 t.n.v. Vereniging LSE Leiden. Voor diaconale giften: rekeningnr. 331 3366 t.n.v. Stichting Diaconaal Fonds Hulpverlening LSE Leiden. Beide rechtspersonen zijn erkend door de fiscus. Uw giften zijn aftrekbaar.
2 | Hooglandse Nieuwe december 2012
Ronald Meester over het bestaan van God
8
Hans Feddema over vijf Godsbeelden
9
En ook: 10 11 11 12 12 13 14 15 15 16
Monique van der Gaag Erik Heijnis Jacques Perk Maria de Graaff Marit NieboerKlapwijk Simeon Karsten Bep van Houten Leo Vroman Jenneke van der Wal naamloos
Dit nummer is opgemaakt met het gratis programma Scribus
Albrecht Dürer Anna te drieën
En verder:
17 Overzicht Hooglandse Vieringen Cor van Bree Overzicht uitgangs collecten 18 Berichten van het verenigingsbestuur Verslag ALV Bericht van de penningmeester 19 De vesperviering van het cluster Binnenstad Christiane van den Berg 20 Verwondering Tobias Karsten Kerkbalans Wouter Nijkamp 21 Scholaweekend 2012 Leesgroep Verboden boeken Beheer Rapenburg 100 22 Actief en informatief Hoe gaat het met Victor Tata 23 Tentoonstelling Lidy van der Spek Vrienden van de Hoog landse kerk 24 Uit de Bakkerij 25 Jongerengroep 1216 jaar Waterdragers voor Afrika 26 De ziel ter ziele? 26 Hoogstpersoonlijk Allerzielen 27 Ik ben niet mijn lichaam, maar heb een lichaam Hans Feddema 28 Kinderpagina
redactioneel
Mijn God Wim Schouten Na een weekje zorgeloos door de natuur banjeren kom ik thuis. Achter de voor deur wacht het besef dat ik nog één dag heb voor het schrijven van dit redacti oneel. Als vanzelf kom ik dan tot het uit roepen van het thema waarover het moet gaan: “Mijn God!” Maar bovenop de berg vakantiepost ligt het kerstnummer van Filosofie Magazine. Op de voorpagi na staat een kerststal met een lege kribbe en de vraag: “Hebben we God nodig?” Is dat toeval of is dat Leiding? In het blad staat een interview met de Nijmeegse theoloog Erik Borgman. Die vertelt dat volgens Augustinus mensen beeld van God zijn in de zin dat ons zelf voor ons onkenbaar is, net als God voor ons on kenbaar is. Dat doet me denken aan Leo Vroman die dichtte “….en wie in U een man ontwaart verwart u met zijn eigen aard waarvan hij ook niets weet…” Wan neer we God ontwaren in het kenbare, zichtbare van onszelf, dan is er inderdaad sprake van verwarring. Juist in het ten principale niet kennen van onszelf en van anderen en het ervaren en aanvaarden daarvan herkennen we God. Herkennen zonder ooit te kennen. Al lezende in dit nummer van de HN doemt God op als niet te kennen, niet te beschrijven, niet uit te beelden maar toch ook niet uit te vlakken. God is, al noemt hij het niet zo, degene waar Leo Vroman zich diep door bereikt voelt. En mèt Leo Vroman de vele auteurs die ons over hun God schreven. Wat bij het doorlezen van al die bijdragen opvalt, is dat er zo’n duidelijke rode draad doorheen loopt. Die rode draad is dat je, zoals Ronald Meester schrijft, niet kunt vragen naar het bestaan van God. Maar wel naar ervaringen met God. Na lezing van deze HN wordt duidelijk dat die vraag van Fi losofie Magazine, of we God nodig hebben, net zo min te beantwoorden is. Je kunt niet besluiten het maar eens een weekje zonder te proberen. Je komt hem, zoals Simeon Karsten schrijft, tegen wanneer je hem niet zoekt. Hij is die on gezien Ben Blonk trekt. Hij is met alles in jou en jij in hem, zoals Hans Feddema ervaart. Hij is voor Marit Nieboer hoop, en daarmee een kracht die inzicht geeft. Hij staat bij Monique van der Gaag in eens voor de deur van haar huis en haar geweten als een dakloze zwerver in de winterkou. Hij is voor Henk Schouten
het luisterende oor wanneer je uitspreekt wat je hart raakt. Henk Schouten ver wacht geen antwoord van hem. Want dat zou Zijn essentie teniet doen. Dan voel je je, wanneer het erop aankomt, door Hem verlaten. Verwacht je dat niet, dan blijkt hij onverwacht en ongedacht aanwezig, soms in een plotseling opdoemend in zicht, soms in een naaste. Of in een Samaritaan. Dat deed me denken aan een fragment uit een boek van Saramago. Daarin merkt iemand op dat de duivel altijd alles hoort, maar God van nature doof is. Hieruit spreekt het ongeloof in een God als Sinterklaas, die je schoentje vult wanneer je maar braaf bent en mooi voor hem zingt. Dat is niet zoals God door de auteurs in dit blad beleefd wordt. Juist dat zwijgend luisterende oor kan kracht geven, niet alleen bij een uitge breid gebed, maar ook bij een bewust uitgeroepen “mijn God”. Jenneke van der Wal stelt voor dat meer te doen. En Ma ria de Graaff beschrijft haar ervaringen daarmee, met OMG als schietgebedje wanneer wat er gebeurt meer is dan we kunnen bevatten en verwerken. Hij vangt ons dan op, en laat ons vervolgens de juiste dingen doen. Gooit ons dus weer op, zoals die adelaar van Huub Ooster huis doet met zijn jong en de leraar Erik Heijnis met zijn leerlingen. Want we kunnen ons door Hem gedragen weten, maar niet onze verantwoordelijkheden voor onszelf, elkaar en de wereld aan Hem overdragen. Vertrouw op God, maar zet je fiets op slot.. En daarmee is in onze Hooglandse gemeenschap God als een onzichtbare bries die je draagt en onmerkbaar steun en vertrouwen geeft, die je tegenkomt waar je Hem niet zoekt, ook een God van mensen die in Godsnaam de wereld stukje bij beetje mooier, rechtvaardiger en leefbaarder willen maken. Zonder precies te (willen) weten hoe en waar naartoe. In het vertrouwen dat je met de meest uiteenlopende voertuigen op de goede weg kunt zijn zonder de bestem ming te weten. Dat is de ruime, tolerante basis voor onze veelkleurige gemeen schap die leeft, ook in dit blad. De redactie wenst u met het vele dat in dit nummer van de HN aanzet tot dromen, denken en doen, goede feestda gen en een gezegend nieuw jaar toe.
Hooglandse Nieuwe december 2012 |
3
'Kun jij iets schrijven over jouw God in relatie tot de kunst?' werd me gevraagd. Oei, dat geeft dubbel te denken. Past op God wel een bezittelijk voornaamwoord? En: kan de beeldende kunst iets begin nen met de Onzienlijke, Onbeeld bare? ‘Mijn God, ik weet niet wie Gij zijt. Ondenkbaar beeldloos Gij’.1 God onafbeeldbaar – en toch is dat op vele manieren geprobeerd in de loop van de kunst en kerkgeschie denis. Gods alziend oog. Zijn hand uit de wolken. De letters JHWH. De drie bezoekers bij Abraham. Een bebaarde man. Een lege troon, een kruis, een lichtval uit de hemel.2 Als het over de diepste werkelijk heid gaat, hebben wij mensen nou eenmaal een ‘tweede taal’ nodig, poёzie en muziek, beelden en gelij kenissen. Ja, ook ik. Een poging.
Ryan Gander, 'I Need Some Meaning I Can Memorise The invisible pull', 2012
'The Invisible Pull' Mijn God in de Kunst?
Ben Blonk
Kassel (MiddenDuitsland) zomer 2012
Kunst?
Vol verwachting ben ik er heen gereisd om de 13e dOCUMENTA (grootste, vijfjaarlijkse wereldtentoonstelling van hedendaagse beeldende kunst) te gaan bezien. Vol verwachting, want hier zal ik oog in oog staan met de absolute wereldkunsttop. Vol verwachting koop ik mijn Eintrittskarte, vol ver wachting betreed ik het hoofdgebouw, het majestueuze Fridericianum. Nu gaat het beginnen, het visuele feest. Maar in de eerste museumzaal – niets. Zie de foto hierboven. “Ze zijn verge ten kunst neer te zetten”, schrijft de re censent van dagblad Trouw, “en het waait er ook nog”. Inderdaad: ik betreed een vrijwel lege museumzaal, waar het ook nog tocht.
dit kunst heten? Mijn eerste reactie is onbegrip, teleurstelling. Ben ik hier voor naar Duitsland gereisd? Maar onbegrip verandert langzaam in ver bazing, stil worden, me open stellen. Eigenlijk wel een verademing, nu eens niet meteen overdonderd te worden door schreeuwerige kunstuitingen. Ik probeer te voelen wat ik ervaar. Een zachte bries strijkt over mijn haar, trekt aan mijn kleren. Verleidt me om mee te gaan met de luchtstroom, trekt me naar de volgende zaal, en uiteindelijk naar de beroemde halfronde Rotunda zaal, het hart van het museum, hart van de 13e dOCUMENTA.
Een wonderlijke ervaring. Wie gewend is om actuele kunstexposities te be zoeken is op veel voorbereid steeds extravaganter lijkt het er vaak aan toe te moeten gaan maar niet op dit.
Een onzichtbare luchtstroom als eerste kunstuiting op deze wereldtentoonstel ling van visuele kunst. Is dat flauwe kul? Nee. Hoe langer ik er over nadenk en dat doe ik tot op vandaag hoe kostbaarder ik deze eerste ervaring vind. Nu eens niet het ‘steeds meer, steeds grootser, steeds sneller’ van onze samenleving, maar stilte, leegte, ademruimte. Beeldloze visuele kunst. Net zoiets paradoxaals als de verbor gen aanwezigheid van God.
Een lege museumzaal. Waarin ik een luchtstroom voel. Wind, tocht. Moet
In het Begleitbuch lees ik erover. Het onzichtbaar maar duidelijk aanwezige
4 | Hooglandse Nieuwe december 2012
kunstwerk is gemaakt door Ryan Gan der (geboren in 1976 in Engeland) en draagt als titel: “I Need Some Meaning I Can Memorise – The Invisible Pull” (2012).3 Dat laatste klopt onzichtbaar trekt het aan me, en nog steeds. “Wat vond je het interessantste kunstwerk in Kassel?” vragen mensen me. Dit dus. Deze Invisible Pull. En nu me ge vraagd wordt om te schrijven over ‘Mijn God en de relatie tot de kunst’, weet ik dat het hierover zal gaan. Natuurlijk. Want al heeft Ryan Gander waarschijnlijk geen religieuze bedoe ling met zijn kunstwerk gehad, voor mij als gelovige roept zijn beeldloze kunst verrassende associaties op met wat ik onder ‘God’ versta.
God?
Want dit kunstwerk weet talloze Bij belse noties bij me los te maken, en flarden Oosterhuisliederen. “Blies adem van leven in mijn neusgaten, werd ik een levende ziel, een mensje” (Gen. 2). “Abram, ga, jij!” (Gen. 12). ”Alsof de richting ons werd ingescha pen, gaan wij de onbegonnen lange weg” naar het kloppend hart, naar Be loofd Land (Exodus). ”Niet in aard schokken, niet in vuur was Hij – maar
ONGEZIEN Die mij getrokken uit de schoot mij mens genoemd hebt en geëigend mijn ogen wende aan het licht mijn voeten zette dat ik stond mij hebt doen weten dat ik gaan kon dat ik zou komen waar Gij zijt (…) die ongezien mij trekt tot U U zal ik ongezien vertrouwen laat mij niet over aan mijzelf.6 Ben Blonk, 'The (In)visible Pull artist impression', 2012, olieverf/doek in het suizen van een zacht briesje” (I Kon. 19). Of het Pinksterverhaal: ”Een hand van stormwind werd op ons gelegd, een ander leven werd ons aan gezegd” (Ex. 30, Hand. 2). “Zoals de wind, wie weet waarheen hij gaat, zo zult Gij uw beminden overkomen”.4 Ja, als ik me 'God' (die van Mozes en Jezus) probeer voor te stellen, dan mis schien inderdaad als Invisible Pull. Een bijna onvertaalbare uitdrukking (‘onzichtbare trek’ doet me teveel aan kip met appelmoes denken). Wat dan? Trekkracht? Lokroep? Inspiratie? Roepstem? Heilzame onrust? Verlan gen? Wenkende verte? God als Invisi ble Pull, die soms te ervaren is. In Bijbelse en andere grote verhalen, in de woorden of het gelaat van een ande re mens, in een lied van de Schola, een intuïtie, een confrontatie, een boek, een film, een kunstwerk. Vraag je me: “Hoe ziet jouw God er uit?”, dan zou ik zoiets antwoorden als: Hij of Zij ‘ziet’ er niet ‘uit’. On beeldbaar Gij. Maar als ik terugkijk op mijn leven weet ik dat daarin, soms sterker, soms alleen achteraf merkbaar, een Invisible Pull werkzaam was. Die mij, om maar wat te noemen, verlokte om niet als jonge tekenaar in het Museum van Oudheden te blijven hangen (ik zou zelf tot mummie zijn verschrompeld). Een Invisible Pull die steeds weer mijn traagheid probeert te doorbreken. Mij kritisch bestookt, mij in beweging probeert te houden. Is het geen tijd om te veranderen, oude ge
loofsvoorstellingen los te laten, geeste lijk verder te groeien? Invisible Pull die mij ‘deed gaan in tranen maar on gebroken‘ door een agressieve ziekte periode. Die mij vandaag oproept om prioriteiten te stellen, me bewuster te richten op waar het om gaat in het ge loof, in mijn leven. En datzelfde geldt voor een geloofs gemeenschap. Staan we nog in contact met die Invisible Pull, die ons los wil trekken uit ons vertrouwde reservaat? Want we zijn nooit doelinonszelf. Het wil ergens heen. Wenkend Visioen.
'Die ongezien mij trekt'
Een vrijwel lege museumzaal. Terwijl andere bezoekers schouderophalend verder lopen, weet ik mij aangeraakt door een vreemde richtinggevende windvlaag. Als de zaal volgestouwd was geweest met kunst (zoals bij eerdere dOCUMENTA’s), dan zou de zachte trek me waarschijnlijk zijn ont gaan. Gaat het zo ook niet met God? We leven in een wereld vol lawaai, waarin van alle kanten aan ons getrok ken wordt. Als je daarin niet regelma tig lege zalen betreedt, ontgaat je elke zachte fluistering. ”Onder de lawine van woorden die over ons worden uit gestort / zoeken wij het ene woord dat ons richt”, schrijft Maria de Groot in een gebed.5 Goddank, dat een Invisible Pull ons in onze stille ogenblikken, in vieringen, in momenten van aandacht, blijft ver lokken om richting te kiezen. Richtingwijzer (‘thora’ in Bijbeltaal) die ons uiteindelijk brengen zal bij het
hart van ons bestaan. Bij de ander. Bij de Ander. Bij een nieuwe rechtvaardige wereld. Het 'Goddelijke'? 'God'? Bestaat die? Wie of wat is dat dan, voor jou? Ja, voor mij is dat die Ene, die van Mozes en Jezus (en Pascal en Buber en Bon hoeffer en Levinas) ‘die ongezien mij trekt’. En is dàt niet meteen de meest adequate vertaling van The Invisible Pull? Wat een prachtig beeld! Adem van onbegonnen nieuw begin, heilige stormwind, laat niet af, door vuur ons. Spreek moed, volharding, wijsheid, vrede in.7 1 Huub Oosterhuis, Gezongen Liedboek, p. 541 2 Zie bv. Cees Brinkhuizen e.a. (red.), Mensen over God, 1997, bij de tentoonstel ling ‘De verbeelding van God’ in het (toen malig) Bijbels Openluchtmuseum bij Nijmegen 3 “Ik Heb Een Betekenis Nodig Die Ik Kan Onthouden – De Onzichtbare Trek” 4 Huub Oosterhuis, Gezongen Liedboek, resp. p. 424, 480, 518, 34 5 Maria de Groot, Klein Handvest, p. 40 6 Huub Oosterhuis, Gezongen Liedboek, p. 328 7 Idem, p. 518
Ben Blonk is theoloog en beeldend kunstenaar Hooglandse Nieuwe december 2012 |
5
Beelden van God Henk Schouten De redactie vroeg me iets te schrijven over beelden van God, waarbij ik ook moest ingaan op wat godsbeelden mensen kunnen aandoen, met alle ruimte om iets persoonlijks te zeggen. Wel of geen beelden Het is onmogelijk om iets te zeggen over wat we ‘God’ noemen zonder een beeld te gebruiken, temeer daar taal ook al een vorm van verbeelding is. Je probeert met woorden iets duidelijk te maken in de hoop dat de ander het be grijpt. De bijbel en de koran verbieden om een ‘gesneden beeld’ te maken, want wat we God noemen is altijd meer dan we ons kunnen voorstellen. In India lossen ze dit anders op. Daar zijn zoveel goden, dat het onmogelijk is om te zeggen ‘God is zus en zo’. Al le goden zijn dan manifestaties van het Ene Onvoorstelbare, de Bron van al wat bestaat. Afbeeldingen zijn dan 6 | Hooglandse Nieuwe december 2012
hulpmiddelen om met het Goddelijke in contact te komen. In jodendom, christendom en islam staat het ‘gehoor’ centraal. Het Woord moet je vooral ho ren, niet zomaar lezen. In het hindoeïs me staat het ‘zien’ centraal. Het is de genade van de godheid, dat Hij of Zij zich laat zien in het beeld. Zo kan je er mee in contact komen, in volle overgave. Verbeelding van God voor het gehoor of voor het gezicht is wat mij betreft geen probleem zolang je het ook kunt relativeren. Spreken over God is ook een taalspel. Het wezen van God is al tijd een raadsel: ‘mijn God, wat bent u toch een mysterie’, zou je kunnen bidden. Misbruik Godsdienst is helaas maar al te vaak misbruikt. Een fraai voorbeeld is de opmerking van een ouder tegen een kind: ‘God ziet alles, ook als je een koekje uit de trommel jat’. Heel vaak is God zo een verlengstuk van de eigen opvoeding geworden. Zo hebben ook
kerkleiders – ook in islam en jodendom – God gebruikt als een verlengstuk van de eigen moraalprediking. Bij oorlogen in ‘Gods naam’ gebeurt dat natuurlijk ook. Hoeveel mensen hebben trauma’s overgehouden aan een God als Big Brother die alles ziet, bij wie je dus je nooit veilig kan voelen. Als in allerlei Afrikaanse rituelen je telkens wordt opgeroepen om offertjes te brengen om (vertoornde) goden of geesten gunstig te stemmen, dan is dat ook een manier om mensen te on derwerpen aan de publieke moraal. Natuurlijk is het allemaal goed bedoeld. Het gaat om goed, eerlijk en rechtvaar dig leven. Maar moet je daarvoor God of geesten gebruiken? Dan wordt het goddelijke voor onze eigen vrome kar gespannen als een lastdier. Hetzelfde misverstand speelt eigenlijk ook als men van alles van God ver wacht. Eckhart (12601327) zei al, dat veel mensen van God houden als van een koe. Ze houden van de melk, de kaas, de boter, het vlees en het leer (van de huiden) die het beest oplevert. En als God niet geeft wat men van Hem ver wacht, dan worden ze boos, want dan heb je niks aan je geloof. God moet een Grote Goedzak zijn, die zich voor jouw karretje laat spannen. Zo niet, dan be staat Hij niet. Almachtig Vroeger stelde het goddelijke pas wat voor als het ook almachtig was. Macht riep nu eenmaal ontzag op. De natuur was machtig, omdat je als mens nau welijks grip had op de natuur. Maar met de tijd dat we als mensen zelf van alles kunnen regelen is macht meer en meer
God almachtig noemen is voor veel mensen een struikelblok geworden.
in een kwaad daglicht gekomen. God almachtig noemen is voor veel mensen een struikelblok geworden. Niet alleen is er geen enkel tastbaar bewijs voor Gods almacht, het roept ook de associ atie op van machtige opvoeders en dictatoriale leiders, met alle misbruik in Gods naam. Dat past niet in een demo cratie. Ik gebruik de term niet meer, maar vroeger legde ik weleens uit, dat God ‘almachtig’ noemen eigenlijk sub
versief, gezagsondermijnend taalgebruik is. Juist arme en machteloze mensen vonden troost bij het aanroepen van Gods’ macht. Want de machtigen van deze aarde zullen nooit in staat zijn om God naar hun hand te zetten, al doen ze wel alsof God aan hun kant staat. Denk aan het loflied van Maria. “Machtigen heeft Hij van de troon gestoten en een voudigen verhoogd”.God almachtig noemen betekent dan, dat er niets op aarde bestaat, dat die eer verdient. Dit is subversief, want inherent kritisch naar alle andere vormen van menselijke macht. In de gevangenis, voor de leeu wen gegooid, in diepe ellende zongen de christenen over Gods almacht. Dat gaf hoop en troost tegen de klippen op. De wachtende Vader Het mooiste beeld dat mij aanspreekt is God als ‘de wachtende Vader’ in de pa rabel van de twee zonen in Lukas 15:11 32. Nergens dwingt God de twee zonen in deze parabel. Hij veroordeelt ze ook niet. Maar wacht… totdat ze bij hem op nieuw geborgenheid weten te vinden. Aan zo’n godsbeeld kan ik me met hart en ziel overgeven. Toewijding De laatste jaren wijs ik er steeds vaker op, dat de kern van alle religiositeit de ‘toewijding’ is. Zo voel ik het zelf. Vra gen als ‘bestaat God, is het geloof waar’ zijn foute vragen. Het suggereert, dat er iets objectief aantoonbaar is. Of God echt bestaat weten we helemaal niet. Er valt niets te bewijzen. En of ik in zo’n God geloof (voor waar houdt) weet ik ook niet. Maar ik zie mijn leven wel in Gods’ Hand! Waarom? Omdat ik me toewijdt en me gedragen weet, ondanks
Bidden is een vorm van toewijding.
al mijn fouten. De essentie van geloven is toewijding. Het is typisch westers om te vragen ‘wat geloof je?’ Voor moslims is hun geloof zo vanzelf sprekend, dat ze die vraag nooit stellen. Het hele geloof draait bij hen om toewij ding of overgave (soms onderwerping), waarbij ze vooral vragen naar wat God vraagt in hun leven. Daarover gaat de sjari’a. Bij hindoes draait alles om de toewijding aan de goden. De vele offers, kaarsen en wierook branden, bloemenslingers om
EEN KLEINE PSALM Hij alleen zou met een grote sigaar in de mond op straat mogen lopen, met de duimen in zijn vest, want Hij is God. Maar Hij doet het niet, want Hij is God. J.B. Charles (19101983)
hangen bij de godenbeelden, etc. het is allemaal een vorm van toewijding. Dat geeft hen innerlijke steun. In de toewijding aan de goden begeef je je in het innerlijke krachtveld waar de godheid voor staat! Je hebt ook gevaarlijke toewijding als het gaat om het volgen van dictators, oorlogs goden, fanatici. Je moet dus wel kritisch blijven. In de Bhāgavadgīta zegt Krisjna, dat de hoogste vorm van toewijding aan hem de volmaakte liefde is. De liefde die niets terug verwacht. De liefde die in zichzelf haar vreugde vindt. Want echte liefde, echte toewijding tilt je op naar een hoger niveau van menszijn. In de mystiek van joden, christenen en moslims kom je dit ook tegen. Bidden is altijd een vorm van toewij ding geweest. Wie een antwoord ver wacht maakt er een ruilmiddel van. Dan is het gebed niet meer belange loos, maar een koopsom, een voor wat hoort wat. In een boeddhistisch ver haaltje wordt dit een lening genoemd. Iets goed doen of vroom zijn om er iets voor terug te krijgen. Geen won der, dat zoveel mensen teleurgesteld zijn in het nut van bidden. Terwijl het toch eigenlijk gaat om het uitspreken
van wat je hart raakt en bezig houdt: aan een Adres, dat jou nooit in de re de valt. Daarom kan God zo goed luisteren. Een luisterend oor helpt je in het reine te komen met alle ver wardheid van het bestaan. Die klaar heid is een waardevolle vorm van verhoring. Een fraai kyriëgebed, dat we helaas een tijd niet meer gezongen hebben is “wees een oor dat luistert”.
Hooglandse Nieuwe december 2012 |
7
Het bestaan van God
L
Ronald Meester aten we om te beginnen eerst eens stilstaan bij het begrip 'be staan'. Het begrip 'bestaan' lijkt namelijk wel duidelijk, maar is dat bij nader inzien helemaal niet. Om dat in te zien kunnen we onderzoeken wat het betekent om te zeggen dat een varken bestaat, en wat het betekent om te zeg gen dat liefde bestaat. Varkens bestaan op een andere manier dan dat liefde bestaat: het bestaan van varkens ener zijds en van liefde anderzijds wordt ons op heel verschillende manieren duidelijk in het leven. Je kunt natuur lijk pas zinvol spreken over de vraag of iets bestaat, als je weet wat 'bestaan' in de context van de vraag betekent. Ik denk te weten dat varkens bestaan om dat ik ze gezien en aangeraakt heb (in mijn jongere jaren heb ik ze zelfs ge geten); ik denk te weten dat liefde be staat omdat ik het ervaren heb. De uitspraak dat varkens bestaan betekent werkelijk iets heel anders dan de uit spraak dat liefde bestaat, zo veel is wel duidelijk. Zo bestaan er zeker hijskra nen, loodgieters en moleculen. Of echter al die elementaire deeltjes uit de moderne theoretische natuurkunde ook echt bestaan, is weer een heel ander verhaal, en in welke zin elektronen be staan is weer iets anders. Natuurkun digen geven helemaal geen definitie van een elektron, en dat is buitenge woon verstandig want niemand weet hoe zo'n definitie zou moeten luiden. Dat geeft toch te denken. Van sommige dingen weet ik dat ze
8 | Hooglandse Nieuwe december 2012
bestaan op grond van zintuiglijke waarnemingen, van andere dingen zoals liefde weet ik het bestaan op andere gronden. Kortom, de betekenis van het begrip 'bestaan' hangt af van de context waarbinnen je het gebruikt. Hoe zou je nu een buitenaards wezen moeten uitleggen waarom en hoe liefde bestaat? Wat zou je in hemelsnaam zeggen? Ik zou het werkelijk niet we ten, en toch, liefde is alom aanwezig in deze wereld, en de meeste mensen zul len dat beamen. Maar wat is liefde? Als je wilt gaan uitleggen dat liefde bestaat, of hoe liefde bestaat, dan zit er maar een ding op: uitleggen hoe jij die liefde hebt ervaren. De Engelsen zeg gen hierover kernachtig: 'The proof of the pudding is in the eating', ofwel, om er achter te komen wat pudding is, kun je de ze alleen maar eten; uitleggen aan iemand anders gaat eenvoudigweg niet. Je kunt vervolgens natuurlijk na het eten vertellen hoe je het eten ervaren hebt. De kern van wat ik over liefde wil zeggen is dus dit: uitleggen wat liefde is, en uitleggen waarom je denkt dat liefde bestaat, kun je maar op een manier doen: zeggen hoe je het hebt ervaren. Het is nu misschien wel duidelijk waar ik naar toe wil. Wat voor liefde geldt, geldt denk ik ook voor God. God heeft hoe dan ook een unieke status, en transcendeert alles wat wij ons kunnen voorstellen. Daarom hangt de betekenis van de uitspraak 'God bestaat' volkomen in de lucht, want wat moet 'bestaan' betekenen in deze unieke context? Zeggen wat het be tekent dat God bestaat, of uitleggen wat God is, komt dan net zoals bij liefde neer op zeggen hoe je God ervaren hebt. Daarmee is de vraag naar het al dan niet bestaan van God voor mij niet langer een onafhankelijk zin volle vraag. Je kunt dus niet vragen naar het bestaan van God want wat moet je daarop zeggen? maar je kunt wel vragen naar de ervaring met God. Deze analyse maakt het ook begrijpe lijk waarom het vaak zo is dat er in een discussie tussen een gelovige en een
atheïst zo langs elkaar heen wordt ge praat. De gelovige vertelt over God en dus over zijn of haar ervaring van God terwijl de atheïst, meestal gevangen in een rationeel denkpatroon, weigert te praten over een ervaring met iemand wanneer je niet eens weet of die iemand wel bestaat. Dit leidt tot een patstelling waar niet of nauwelijks uit te komen is. Het is namelijk niet zo dat de een gelijk heeft en de ander niet, maar dat er op verschillende niveaus met elkaar wordt gepraat, in verschil lende talen eigenlijk. In een dergelijk gesprek kan het ongeveer zo gaan: 'Ik heb een ontmoeting met God ge had.' 'Hoe bedoel je? Als je dat beweert dan moet je er toch eerst zeker van zijn dat Hij bestaat? Ik denk dat je denkt dat je met iemand een ontmoeting hebt gehad, maar je hebt gewoon met jezelf gepraat en je noemt dat God.' 'Nee, het was God, mijn God laat zich op die manier aan mij kennen.' 'Ik begrijp niet waar je het over hebt. De bewijslast ligt bij jou: ik zou niet weten hoe je mij kunt overtuigen van jouw idee dat dit God was, en dat Hij dus echt bestaat.' Een gesprek zonder hoop. De ervaring van een Godontmoeting wordt niet serieus genomen, maar daarmee wordt ontkend dat deze ervaring zo zie ik het althans God is. Je kunt niet over het bestaan van God spreken als onaf hankelijk gespreksonderwerp, dat is mijn conclusie. Het is niet zo dat God wel of niet bestaat, als twee mogelijk heden die elkaar logischerwijs uitslui ten en waarvan er ook één waar moet zijn. Het is dus niet zo dat in een discussie tussen een gelovige en een atheïst er maar een gelijk kan hebben; er is helemaal geen gelijk te halen. Dit artikel is overgenomen uit het boek van Ronald Meester De man die God kende Christelijke spiritualiteit voor niet ongelovigen, 2007, Ten Have, Kampen
Vijf Godsbeelden in het 'Christelijke' westen
R
Hans Feddema eligie (letterlijk: herverbin ding) is een poging het onnoembare mysterie te be noemen, maar neemt vaak ook de vorm aan van een regiem. Zo’n regiem is nuttig als ethiekbrenger, maar wordt als beheersinstituut al gauw deel van het probleem. In de verzuilde samen leving werd het kerkelijk instituut met zijn sociale controle, moralisering en hiërarchisch gezag anders dan in deze tijd van individualisering als vanzelf sprekend geaccepteerd. Mensen hadden toen nog weinig ikbewustzijn. Een Brabantse vrouw vertelde me eens dat ze tot haar achttiende nooit ik had gezegd, steeds wij. Het wijst op een sterk ingroupgevoel, waarbij de eigen groep op een voetstuk staat en de out group (de ‘ander’) niet zelden een stigma kreeg. Die overtuigingen zijn niet zo maar weg, reden dat er nogal eens wordt gestigmatiseerd. De ineenstorting van de zuilen was onvermijdelijk. Ze blokkeerden per soonlijke bewustwording, die samen hangt met de overwinning van de angst voor vrijheid (Fromm) en met het proces van individualisering. Om echt vrij te zijn, moeten we ons van bin nenuit kunnen ontwikkelen en ontdek ken dat we in essentie niet het ego maar het Zelf (ziel) of bewustzijn zijn. Hiertoe wees Jezus ons de weg. Het sterke groepsdenken van het zuilen stelsel bemoeilijkte dat. Vandaag zien we een ander denken opkomen, nieuw
spiritueel bewustzijn, minder nadruk op dogma’s, een ander Godsbeeld en tevens een overgang van kerkelijkheid naar authentieke religie, van ‘klein ge houden worden’ naar genegenheid, van mentaal geloven naar vertrouwen en van dualiteitsbewustzijn (alles in te gendelen willen blijven zien) naar een heidsbewustzijn. Een bewustzijn, waardoor mensen bij het kwaad minder pijlen schieten naar de ander en ook meer kiezen pro het goede dan voor strijden tegen. Moralisme Het is gezien deze verschuiving tijd dat de kerken zich bezinnen op hun roots. Vooral op hun Godsbeeld en op hun er mee samenhangende (vroegere) mo ralisme, een ‘zedenmeesterij’, waaraan Jezus zich juist niet schuldig maakte. Voorts op hun visie op het kwaad in het algemeen, zeker als ‘God goed en kwaad tegelijk is’, zoals Carl Jung stel de. Diens inzichten kunnen daarbij een goede gids zijn. Deze zoon van een Zwitserse predikant met acht ooms die ook predikant waren, hield zich in zijn zoektocht naar archetypen, het onbe wuste en de verbinding van ‘tegende len’ ook hervormend bezig met theologie. Hij wees de (lichamelijke) ‘zondigheid’ van de mens af dat deed de mens zich klein en schuldig voelen, wat fataal is voor geloven als ‘zijn’ of geloven vanuit het hart , maar legde nadruk op het erkennen van de eigen schaduwen. Die erkennen zou al he lend zijn en de mens milder maken voor de ander.
‘Zo boven, zo beneden’ en/of ‘zo binnen, zo buiten’? De huidige situatie in de kerken (met name de PKN) kenmerkt zich door veel (dualistische) ideologie, door een divers wereldbeeld, en door relative ring van veel leerstellingen , zonder die te willen bijstellen. In zo’n situatie gaat haar ziel teloor. Het christelijke Westen kent grosso modo vijf gods of we reldbeelden: 1) het antieke 2) het manicheïsche 3) het materialistische 4) het theologische 5) het integrale modernspirituele gods of wereldbeeld. Het eerste vinden we ook deels terug in de Bijbel, (zij het minder bij Jezus, die de eenheid van Hem en let wel: ook ons met de Vader benadrukte). Hier zijn het hemelse en het aardse apart, maar de gebeurtenissen weerspiegelen elkaar in de zin van: zo boven, zo beneden. Als de goden op de Olympus ruzie maken, is er op aarde oorlog. Bij het tweede is de goddelijke vonk of ziel te veel de gevangene van de materie, het lichaam en zijn begeerten. Alleen de geest zou goed zijn en de aarde veeleer een tranendal. Dit denken leidde van kerkelijke zijde mede tot de ‘strijd’ tegen het eigen lichaam, tot de leer van de onbevlekte ontvangenis en tot het celibaat. In het derde wereldbeeld is er geen God, geen ziel en geen geestelijke we reld, laat staan dat die met ons bezig is of subtiel leidt, zoals in het vijfde. Al
Hooglandse Nieuwe december 2012 |
9
leen wat we met onze vijf zintuigen kunnen zien, bestaat. Het draait in dit enkele eeuwen terug opgekomen denken om de materie. Het lichaam is louter een machine. In het theologische wereldbeeld (vooral afkomstig van Albertus Mag nus en Thomas van Aquino) zijn hemel en aarde gescheiden. Het hemelse is iets bovennatuurlijks, waar de wetenschap niet over kan oordelen, alleen de theologen. Een gespleten kijk op de werkelijkheid is het gevolg, zoals we vroeger wel de zondag apart hielden voor een ‘bo vennatuurlijke’ sfeer en door de week participeerden in het ‘aardse’. God troont boven Zijn wereld, oordeelt en bestemt van buitenaf. Hij is ‘Heer op afstand’. In het vijfde tenslotte, dus het gods of wereldbeeld dat thans doorbreekt, is de splitsing of kloof tussen God en de wereld opgeheven, zij het dat alles een innerlijke en een uiterlijke dimensie heeft. Het hemelse is dus de innerlijke kant van de werkelijkheid. De engelen, demonen en zielen van gestorven geesten zwerven niet meer ergens hoog in de lucht, maar zijn onderdeel van de geest die het hele universum doordringt. Het heelal is met het goddelijke overgoten. Het is ‘God within and God outside’. God is dus tevens in ieder mens, zij het dat velen zich daarvan niet bewust zijn, ook niet dat God ons draagt, zoals de zee de golf draagt, een beeld, dat duidelijk maakt dat de mens verbon den is met God zoals de golf met de zee. Alles is in God en God is in al les. Hij vormt het hart van het uiter lijke en leidt ons veel meer dan we denken. Mensen kunnen Hem mys tiek ervaren of voelen via hun inner lijke leiding (ingevingen, intuïtie, innerlijke stem, innerlijk weten, syn chroniciteit cq ontmoetingen en reddingen, die toevallig lijken maar het niet zijn). Paulus schreef vanuit mystieke intuïtie: ‘Niet mijn ik, maar Christus leeft in mij’ (Gal. 2,20). Achterhaald? Alle vijf wereldbeelden hebben van daag de dag in mindere of meerdere mate invloed. Maar het ‘zo boven, zo beneden’ spreekt de mens van nu veel minder aan dan het ‘zo binnen, zo buiten’ van het integrale spirituele wereldbeeld. Ook wetenschappers als
de kwantumfysici kunnen hier veel meer mee uit de voeten. Zij menen zelfs dat geest de stoot gaf en geeft tot materie en ook dat alles energie of bewustzijn is. Kerkmensen laten zich door aspecten uit alle vijf wereldbeelden leiden, soms door elkaar. De top van de kerk houdt zich vooral vast aan één Gods beeld, zonder zich af te vragen of deze niet achterhaald en/of te intel lectualistisch is. Dat doet de ver vreemding over haar aanbod steeds meer toenemen. Ook omdat met dat verouderde godsbeeld veel andere omstreden visies samenhangen. Le vend in een tijd van toenemend be wustzijn en een grote omslag in het denken, staat de kerk met andere woorden voor de uitdaging van diepe introspectie. Zelf ben ik behalve van de Studen tenekklesia ook lid van de PKN, ook al kerk ik ook wel eens bij de Soefi beweging in Katwijk of Den Haag. Maar mijn hart ligt bij het vijfde we reldbeeld. Daarin is er voor mij geen kloof tussen God en de wereld, tus sen God en ons mensen, noch tussen materie en geest, het bewuste en onbewuste. God is en manifesteert zich in het leven van alle dag, Hij is de eenheid van zijn en nietzijn. God geeft kracht. Het heilige is kortom in de wereld, we worden er door bezield. God is voor mij de Eeuwige in wat ons ego ervaart als ‘tijdelijke’ tijd. God is Liefde. Deze Kracht tot bezield leven vat je niet samen in verboden en dogma’s, maar is inspi ratie, hoop, verbondenheid, warmte en compassie. Ik ben blij met de Studentenekklesia, maar bezorgd over de kerk. Als zij niet haar toe vlucht neemt tot spiritualiteit en tot de God van ‘Mijn Vader en ik zijn één’, lijkt haar toekomst grauw.
Dr. Hans Feddema is antropoloog, historicus, publicist en actief in de Linker Wang. Hij adviseerde de kerk voorheen over racisme en apartheid, onder meer als voorzitter van de synodale werkgroep ZuidAfrika.
10 | Hooglandse Nieuwe december 2012
Oh mijn God!
Monique van der Gaag Er zit een gat in mijn linker sok, waar niet alleen mijn grote teen doorheen steekt, maar ook drie kleine teentjes! Hoe is dit nu weer mogelijk? Eind november vroeg ik Paul Brommet, die Straatpastor bij het Straatpastoraat in Leiden is of hij weleens 'oh mijn God' uitriep. Het antwoord dat hij gaf, bevestigde mijn ver moeden, maar zijn oplossing verraste mij. Paul Brommet: “Natuurlijk roep ik weleens 'oh mijn God' uit, bijvoorbeeld bij confron tatie met iemand, die hopeloos vastzit. En als de noodopvang niet lukt op vrijdagmiddag na zes uur, wan neer alle officiële instanties geslo ten zijn. Dan kan ik me knap machteloos voe len. Alleen wie geregistreerd is en een identi teitskaart heeft, kan gebruik ma ken van de Leidse voorzieningen. Hoe lezers kunnen helpen? Door te zeggen: 'Oké, ik stel nú een kamer in mijn huis beschikbaar voor deze mens.' Want mijn priesterwijdingstekst, die ik in 2010 uitsprak, geldt nog steeds: 'Aan vaard elkaar als leden van deze gemeen schap zoals Christus u aanvaard heeft tot glorie van God'. Dat staat in de Groot Nieuwsbijbel bij Romeinen 15 vers 7.” Ik schrik, lees de tekst en maak in mijn ge dachten een levendige voorstelling van de suggestie. Ik zwijg peinzend: 'Oh mijn God!' Meer infotie: http://www.straatpastoraat leiden.nl/ rekeningnummer 390490814
Mijn God Erik Heijnis ‘Mijn’ God is ‘die mij droeg op adelaarsvleugels, die mij heeft ge worpen in de ruimte en als ik krijsend viel, mij ondervangen en weer opge gooid, totdat ik vliegen kon op eigen kracht’. Zoals Huub Oosterhuis het zo beeldend heeft verwoord. Het is gegroeid tot leidraad. Een rela tiviteit van eigen kunnen, maar tegelij kertijd ‘de kracht van positief denken’ zoals ik dat van mijn vader had ge leerd. Mijn leerlingen op het Visser ’t Hooft Lyceum voelden zich wel eens in de steek gelaten, omdat ik niet iedereen hielp zoals hij of zij dat graag wilde. Als je ‘krijsend valt’ heb je geen be hoefte aan de boodschap dat je weer zult kunnen vliegen op eigen kracht. Dat wist ik uit eigen ervaring. Je wilt hulp. Je wilt ‘gezien’ worden. Ik bleef er wél bij. Daarmee bleek ik achteraf bezien toch te hebben geholpen, zo krijg ik nu soms nog terug. Ben jij dan voor god aan het spelen ? Nee, God is mijn inspiratiebron. Er is een vangnet, maar je wordt weer opge gooid en moet het ook zelf doen. Opgegroeid in de jaren zestig, wende
ik aan verandering. Je steeds opnieuw oriënteren. In beweging blijven. Vallen en opstaan in je maatschappelijke keuzes. Ik voelde me steeds weer ‘op gegooid’. Tijdens mijn geschiedenisstudie kwam ik in aanraking met de theorieën van Michiel Foucault en Thomas Kuhn over veranderende denkwerelden. Daardoor ontwikkelde ik een zekere alertheid voor nieuwe geluiden en in zichten. Was er een nieuw episteme of paradigma op komst? Ik ging anders aankijken tegen ‘onzinkunst’, actie groepen en ‘zonderlingen’, de Occupy beweging en andere ‘tegengeluiden’. Welke signalen gaven zij af ? Komt er een nieuwe lente? Iets nieuws begin nen? En zo komt ‘Mijn’ God opnieuw in beeld. Op de grafsteen van mijn ouders hebben we laten graveren: ”Ik, zegt Hij, ga iets nieuws beginnen. Het is al begonnen. Merk je het niet.” Daar hebben we als kinderen wel over ge discussieerd. Is er dan toch die hemel voor hen? Of zegt het meer over onze inspiratie? Al eerder stond deze tekst ook op het geboortekaartje van onze jongste zoon Jan.
Aanvankelijk had ik, als historicus, nog aarzelingen bij de eerste zinnen van dit vers van Oosterhuis:“Blijf niet staren op wat vroeger was. Sta niet stil in het verleden”. Maar het conservatisme is mij vreemd geworden. Als leraar en teamleider is het mij zo doende gegeven tot na mijn 65ste met plezier en voldoening , in beweging blijvend, leerlingen te begeleiden op hun weg naar de toekomst. ‘Mijn’ God is afgedaald naar het aard se. Ja, misschien, maar het ‘je gezien en gedragen weten’, met steeds weer een nieuwe kans op kunnen vliegen op eigen kracht, is een inspirerend per spectief, in elk geval voor mij. (
[email protected])
Duif en sperwer "Mijn God" zoo sprak de duif "is innig zacht, Heeft donzen wieken, en bemint ons allen; Almachtig, heerst hij over duizendtallen En houdt op ieglijk duifje trouwe wacht."
De sperwer sprak: "Mijn God heeft vlucht en kracht, En kan op eens uit hoger luchten vallen, En die Volmaakte laat een juichkreet schallen, Wanneer zijn schone neb een doffer slacht."
Zo keven zij; de een riep: "Gij lastert God" En de ander: "Gij zijt dom" "Gij wilt mij krenken" "Godloochenaar! Gij drijft met God de spot!" Een uil, vol wijsheid, zag ik stilte wenken; Die sprak: "Verdraagt elkaar, en weest niet zot, Daar wij ons, allen, God met vleugels denken." Jacques Perk (18591881)
Hooglandse Nieuwe december 2012 |
11
Oh God... Oh God…
D
Maria de Graaff e laatste twee keer dat ik dit in mezelf riep was in beide gevallen toen er iets helemaal mis dreigde te gaan. Een andere uitroep die je doorgaans ook snel in gedachten hebt of zelfs uit roept en gaat meer in de negatieve zin over iets wat je liever niet zag dat het je overkwam (en waartegen de bond tegen het vloeken in het ge weer komt), behelst toch een heel
ander soort situatie, vaak meer in betrekking op jezelf en heeft dan ook vaak met het ego van doen. Het 'oh God oh God' roep je eerder als er iets ernstigs dreigt te gebeu ren waarbij het leed van de ander voorop staat. Zo was dit tenminste het geval bij de beide voorvallen dat ik deze uitdrukking sterk in gedach ten had. Het heeft op mij de uitwer king om de schok te dempen en een kracht aan te boren waarvan we de reikwijdte niet kennen. In het voorliggende geval zagen wij een auto een kleine honderd meter voor ons op de snelweg in een slip
My God
Marit NieboerKlapwijk terechtkomen waarop de auto naar de middenberm schoot, daar vandaan in een schuine beweging dwars over de weg naar de vlucht strook denderde, terwijl al het an dere verkeer doorreed en deze auto wonder boven wonder niet raakte, daar aangekomen de auto kantelde en nog vele meters doorschoof op zijn kop. Twee passagiers hingen voorin ondersteboven en de auto ook vol met bagage achterin kwam zo tot stilstand. Het was de eerste en enige keer dat ik een ongeluk van zo dichtbij als een film voor me heb gezien. De schok was enorm. Dan roep je God aan en hoopt dat het goed komt. Er was voldoende hulp aanwezig en we zijn doorgereden. Een tweede moment was tijdens de vakantie in Zwitserland waar een deel van de schola en enkele ekkle siagangers in oktober jl. waren. Aan het eind van de wandeling op de eerste dag werd Hans Furnée onwel, hij wilde even rusten, zeeg neer op een boomstronk en tegelijk zagen we dat het mis was. Intens bleek zakte hij weg en was niet meer bereikbaar. De plek waar dit ge beurde was nu niet bepaald ideaal, op een beboste helling vlak voordat we ons eindpunt bereikt hadden. Op dat moment heb ik in mezelf ook uitgeroepen: God oh God, daar gaat Hans… Op dat moment wordt alles heel helder en weet je bij ingeving te handelen. Ik weet bijna zeker dat er engelen klaarstonden om ons in te fluisteren wat we te doen hadden. Met elkaar deden we het goede en is hij met alle beschikbare hulp in de ambulance en in het ziekenhuis terechtgekomen. We hadden het gered en de verbondenheid met elkaar was er daardoor des te meer.
12 | Hooglandse Nieuwe december 2012
Wie is God? Wat is God? Waar is God? My God, wat een vragen. Vragen waar je een leven lang mee bezig bent, die steeds weer te rug komen en waar je waarschijnlijk nooit een écht antwoord op zult krijgen. Toen ik als klein meisje rondhuppelde tussen de Westlandse kassen dacht ik ook na over deze vragen. Liggend op onze trampoline kon ik urenlang naar de lucht staren om te kijken of daar iets te zien was. Misschien een man met een lange witte baard of een vrouw met engelenhaar. De wolken vertelde mij hele ver halen, maar die ene God, die zag ik nooit. Inmiddels is de trampoline uit mijn leven ver dwenen en ook het beeld van ‘een man met een lange witte baard’ vind ik meer bij andere heiligmannen passen. Ik heb wel even moeten nadenken over hoe ik God nu eigenlijk zie. Het beeld van ‘My God’ is eigenlijk steeds vager geworden naar mate ik groter en ouder werd. God ben ik steeds meer als een kracht gaan zien. Een kracht die overal opduikt en mij bijzondere, verhelderende inzichten geeft. Een stevige, liefdevolle basis waar ik altijd op terug kan vallen. Na lang brainstormen en allerlei gedachten op een rijtje te hebben gezet kom ik eigenlijk op een alles omvattend woord uit. My God is hoop. Plots stuitte ik op een gedicht geschreven door Ds. P. Schelling wat ik al lang geleden ergens bewaard had. Wat is jouw hoop? Vraagt iemand. Zachtmoe dig en met respect naar hem of haar vertel ik: Achter klagen klinkt een loflied, voorbij de mist komt helderheid, achter haat verschijnt de eerbied, voorbij geweld groeit tederheid. Achter stormen ligt er stilte, voorbij de snik hoor je de lach; achter strengheid broedt het milde, voorbij de hardheid is het zacht. Achter nu komt eens het later, voorbij de wol ken schijnt de zon; achter droogte is er water, voorbij de dorst is er de bron. En in stilte bid ik of mijn hoop tot spreken komt in de ander. My God, dus!
Mijn Godsbeeld
I
Simeon Karsten k kom uit een gezin waarin de sfeer het best te omschrijven is als 'vrije opvoeding'. We gingen niet naar de kerk, maar lazen wel de Bij belverhalen. Er was geen sprake van een centrale rol voor het religieuze. Wel was er openheid. Pas later, zo rond mijn 19e, ben ik zelf een godsbeeld gaan vormen in India. Daar ben ik in contact gekomen met Sai Baba, een goeroe met honderdduizenden volge lingen. Daar overkwam mij een mys tiek gevoel van bestemming. Ik had daar moeten zijn. Ik heb Sai Baba een brief geschreven. Ik vroeg hem mij (de juiste mate van) zelfvertrouwen te geven zodat ik op de juiste momenten weet, dat wat ik doe, goed is. Een dag later overkwam mij het eerste 'wonder'. Samen met mijn beste vriend Tim, discussieerden wij over onze mogelijk heden om een andere goeroe nog te ontmoeten, Amma. We hadden ook over haar gehoord, maar omdat zij he lemaal in het zuiden van India woonde, vonden wij dit niet reëel. Die zelfde avond ontmoetten wij een Belg die ons uitnodigde om de volgende dag met hem mee te gaan naar Amma, omdat zij in de buurt zou zijn. Hij had plek in de taxi voor ons. Toen wist ik dat ik gesteund werd door Baba. In diezelfde reis heb ik het goddelijke ervaren in een rijke verscheidenheid aan bronnen. Amma, Reiki, Natuur, Baba, bijzonde re ontmoetingen, Boeddhisme, mezelf. Ik heb Baba bedankt voor deze spiritu ele begeleiding, omdat hij hiermee
heeft laten zien dat het goddelijke via verschillende vormen te bereiken is, en hij heeft mij steeds begeleid bij deze zoektocht. Mijn godsbeeld is hierdoor erg beïn vloed. Ik geloof dat wij op aarde onze plek moeten vinden. Een plek waarin je zo veel mogelijk jezelf bent en die spirituele bron moet vinden die dat bij jou naar boven haalt. Precies in die ba lans tussen het jezelf zijn en de juiste plek vinden waar jij floreert, zal je het goddelijke vinden. Daar stroom je, daar stroomt de wereld met je mee. Het is precies dat stromen, 'een flow' dat aangeeft dat je goed bezig bent. Dat is een gelukservaring die voelt als een
bestemming. Dat kan een ontmoeting zijn, een moment van toeval, een kerk dienst, een wandeling, een inzicht. "Je hebt het!". Dat is de goddelijke steun die aan jou laat voelen dat jij op het juiste moment op de juiste plek bent. Je hebt naar je hart geluisterd.
beweegt. Als je naar je hart luistert. Zodra je gaat proberen God te vinden, wat ik heb geprobeerd toen ik laatst drie weken in een Benedictijns kloos ter zat, vind je hem niet. Ik probeerde met al mijn kracht en inlevingsver mogen God te vinden maar hoe meer ik het probeerde hoe verder hij van mijn gevoel af kwam te staan. Dit is ook niet vreemd, want als je iets pro beert te vinden, ga je ook een beeld vormen van wat je zoekt. En precies in deze verhouding tot iets anders, treedt objectivering op. We gaan God zien als een object of als iets dat je zoekt, een voorwerp, een beeld, een begrijpbaar fenomeen. We conceptualiseren God tot iets begrijpelijks en degraderen hem hiermee juist tot iets afstandelijks. Je hebt een object dat je wilt begrijpen altijd tegenover je. God zit volgens mij in je, in je leven, in je levenshouding. Het stroomt in je en praat tegen je via mystieke manieren. De ontmoeting, het geluk. In het klooster ervoer ik God pas toen ik er juist even niet mee bezig was. Ik was al tien dagen zes keer per dag naar de kerk aan het gaan, aan het lezen, studeren en schrijven. Maar toen ik de blaadjes aan het harken was van het binnenplein overviel mij opeens een gelukzalig gevoel. Ik was waar ik moest zijn. Ik deed wat ik moest doen. Ik stroomde.
In lijn met deze opvatting over het goddelijke ben ik ook van mening dat je God ook niet moet gaan willen be grijpen, rationeel. God is een stroom, God overkomt jou als je open staat en Hooglandse Nieuwe december 2012 |
13
Oh my God!
De LSE en ik
S
Bep van Houten
inds 1973 ben ik betrokken bij het wel en wee van onze hooggeachte Ekklesia. Afgekomen op een belijdenisca techese groep van Nico Bouhuys, was ik meteen ver kocht. Dit was het soort oecumenische actieve kerkgemeenschap waar ik deel van wilde uitmaken. En zo ge schiedde. Begonnen als deelnemer van die gespreksgroep, werd ik al snel barkeepster, kookster, scholalid. En er gebeur de van alles. Vooral aan de bar, tot de kleine uurtjes was er discussie, wijn en goed gezelschap. Ik heb nog wel eens om 5 uur ’s morgens eieren staan bakken voor de laatste gasten. Mooie tijden. Hans Langenbach organiseerde in die tijd nog zeilkampen in Friesland. Mijn eerste zeilervaring was het omslaan van een 16 m2 boot op de brede Intimasloot pal voor de kampeerboerderij. Een dergelijk schip is lastig om te krijgen – maar als met windkracht zes de fokkeval (touw boven aan de fok) in de klauw terechtkomt en de hele (vrouwelijke) be manning op de verkeerde kant van de boot gaat zitten – dan lukt het best. Oh, my God! Ik leerde theorie en praktijk al doende – en sloeg bij een klapgijp de bril van mijn instructeur het Tjeukemeer in. Met gijpen (het grootzeil snel van de ene kant naar de andere laten gaan met wind van achteren) ben ik sindsdien akelig voorzichtig. De beroemde Taizéreis, vaak georganiseerd door Henk van Breukelen en Jan Eekhof. In 1975 ging ik mee. De groeps samenstelling was zodanig dat het of héél goed – of zwaar fout kon gaan. Maar ondanks de bus die het onderweg begaf, werd het een inspirerende reis, die nog een mooi huwelijk tussen Paulien van Yperen en Chris Gerritsen heeft opgeleverd. In 1979 was de winter zo streng dat het af en toe ook in het westen flink ijzelde. Er kon gezellig geschaatst worden op de Vliet voor Rap 100, op muziek uit één van de studentenhui zen. Naar huis lopen (fietsen ging al helemaal niet meer) leer de mij dat middeleeuws plaveisel rond de Pieterskerk ook 14 | Hooglandse Nieuwe december 2012
middeleeuwse ongelukken oplevert. Een stevig geblesseer de knie. Oh my God! Ook latere winters hadden bijeffecten. Een nieuwjaarsdienst met Heleen Zorgdrager leverde voor het eerst bijna alleen studenten op, omdat het voor alle an deren te glad was om te komen. Aangezien ik de liturgie zou meenemen, ben ik met Hans voetje voor voetje met rubber ondertapijt onder de schoenen naar Rap 100 gelopen en vervolgens naar de Hooglandse kerk toe. Vooral de bruggetjes waren een soort bergexpeditie. Oh my God! Heleen maakte meteen gebruik van de lage opkomst door de dienst van brood en wijn in een staande cirkel te organi seren. Ooit waren we lid van de Basisbeweging van Kritische groepen en gemeenten in Nederland. En een van de gast kerken voor een Europees congres van basisbewegingen, grofweg in 1980. De Italiaanse groepen werden in Leiden opgevangen, met logies en een mooi programma Er zat ook een duinexcursie in, met gidsen. Alleen wel met windkracht 9. Oh my God! En eigenlijk waren onze gasten véél meer geïnteresseerd in een dagje Amsterdam dan in ons hele mooie programma. Dan was er in 1995 onze trouwdag. Iedereen zwak, ziek of misselijk: mijn moeder, Hans’ vader, de predikante (Christiane Berkvens) en uiteindelijk belandde ik vroeg in de morgen zelf in het ziekenhuis met een op hol geslagen hart (nee, niet figuurlijk). Oh, my God! Na een infuusje daalde het tempo, maar de kapper heb ik niet meer bereikt. Het werd een fantastische dag. Bij de inzegeningsdienst, geleid door Henk Schouten als ‘stem van Christiane’ in de Hooglandse kerk was koster Vroomans druk doende met zijn – toen nog net bestaande – mobiel. Het tafelgebed werd voorgelezen: ‘Gezegend de Levende, de roepkracht in ons midden’. Tuut, tuut zei het mobieltje. En al voorlezend dacht ik: ‘Daar is God aan de lijn. Kan niet missen’ De slappe lach heb ik net kunnen voorkomen. Ondertussen had Dirk Bakker me kunnen strikken voor li turgieopmaak op het secretariaat. Toen nog ouderwets knippen en plakken en liefst op één foliovel tweezijdig be drukt. Jawel. Ook daar ging in die zestien jaar die ik er heb doorgebracht wel het een en ander mis. Hoe hard er op het secretariaat ook naar efficiëntie werd gestreefd – het bleef een werkbare chaos. Onderlinge werkoverdracht, etiketjes printen, ledenbestand up to date houden: het leverde de no dige frustratie op. En de beeltenis van Sint Isidoor (die van pc’s) heeft een paar jaar op het beeldscherm gestaan voor schietgebedjes. Maar vooral als stencil en kopieerapparaat weer eens op hun laatste benen liepen, was het feest. Zowel Dirk Bakker, mezelve en vervolgens Dick Ernste hebben eindeloos zwarte vingers opgedaan aan vastgelopen A4'tjes vol toner of inkt. Waarbij ook wel iets anders werd gezegd dan Oh my God! De grootste ramp geschiedde toen na één bladzij (1600x) van een kerstnachtliturgie het stencilappa raat de geest gaf. De universiteitsdrukkerij sprong gelukkig bij. Toen ik de gepeperde rekening onder ogen kreeg wist ik weer wat vrijwilligers ook financieel waard zijn. De staat van Rap 102 was nooit best. Het bisdom stuurde ons ooit na een inspectie een hele lange lijst van verbeter punten. Daar wordt hopelijk nu door de nieuwe eigenaar
aan gewerkt… Maar we hebben nog een mooie foto van Hans, die wor stelend op het dak met een vuilnis zak in een herfststorm de lekkage van een raam probeerde in te dam men. Tot grote vreugde van de bo venwonende studentes. Oh my God! Hilarisch was een preekbeurt van Henk Schouten. Zijn printer had het opgegeven en hij probeerde zijn meditatie via de printer van het se cretariaat af te drukken. Hij belde om advies rond 11.15 uur. Ik kwam net uit de douche en probeerde het printproces te begeleiden en me on dertussen af te drogen en aan te kleden. Hans gooide steeds een kledingstuk mijn kant op, terwijl ik de hoorn probeerde vast te houden en Henk in Rap 100 tussen de tele foon en de pc op en neer sprong. Slapstick! Het leverde geen afge drukte preek op, wel een goed ge communiceerd verhaal uit het hoofd. En ik heb de kerk nog net gehaald. Oh my God! En dan was er nog de excursie in polderpark Cronesteyn. Bij het Slot akkoord in 2005 werd een veilig van goede diensten gehouden en een groep mensen had op mijn excursie
aanbod ingeschreven. Bij de tweede excursie in de zomer staken we de polders door via trekpontjes. De eerste vier man waren veilig over. Het tweede team: Hans, Karin van den Broeke, Hanneke Nijendijk in nendijk en Arie Hoeflaak stonden bijna op de pont, toen Arie terug sprong op de kant en de rest de sloot in lanceerde, inclusief mijn tas met natuurboeken. Oh my God! Het was mooi weer, niemand wilde terug naar huis. Iedereen kreeg een boek of twee om droog te wapperen, en droogde zelf ondertussen ook op… hoewel een douche na afloop? Geen overbodige luxe. Zo kan ik nog wel even doorgaan. Meestal merkt niemand wat van zo’n rampje, behalve de direct betrokkenen. Heeft iemand gemerkt dat bij de intrededienst van Christi ane van den Berg de vloer van de doopkamer is gereinigd met een he le doos rode wijn? Nee toch? De LSE blijft mijns inziens een vrolij ke, licht chaotische goedwillende club van vrijwilligers met genoeg creatief vermogen en gevoel voor humor om rampjes niet tot grote ca lamiteiten te laten verworden. En zulks moet vooral zo blijven.
PSALM 1
Systeem! Gij spitst geen oog of baard en draagt geen slepend kleed; hij die in U een man ontwaart misvormt U naar zijn eigen aard waar hij ook niets van weet. Systeem, ik noem U dus geen God, geen Heer of ander Woord waarvan men gave en gebod en wraak wacht en tot wiens genot men volkeren vermoordt. Systeem! Lijf dat op niets gelijkt, Aard van ons hier en nu, ik voel mij diep door U bereikt en als daardoor mijn tijd verstrijkt ben ik nog meer van U. Leo Vroman (geb. 1915)
OMG
Jenneke steekt van Wal
Ooit, lang geleden, toen God het wel een keertje zat was met al die keren dat hij zijn naam hoorde in contexten waar hij niet mee geassocieerd bliefde te worden, stelde hij een regel op met iets over ‘ijdel gebruiken’. “Pot jandosie!” zeiden de mensen, “Grutjes, wat moeten we nou zeggen als we weer schrikken of iets stoms uitgehaald hebben?” Waslijsten met creatieve alternatieven werden er bedacht, en soms ontsnapte er in barre tijden per ongeluk een roep om de Almachtige. Maar ach, dat was één seconde misschien en dan was het geluid alweer verstomd. Ernstiger is het, als je iets wilt schrijven. Want hoe weet je nou of je Gods naam ijdel gebruikt in het stukje dat je gaat beitelen/ schrijven/typen, of dat nu een brief aan de Korinthiërs is of een stukje in de Hooglandse Nieuwe? Zou die dat goed vinden of niet? Daar hadden de Israëlieten iets handigs op gevonden: we gebruiken de naam gewoon helemaal niet meer! In plaats daarvan doen we een afkorting, da’s altijd goed: JHWH. Op internetfora kom je ook zo’n soort af korting tegen: OMG, uitgeschreven als ‘oh, mijn god!’ (of in het ontwijkende Engels ook wel ‘oh my gawd/gosh!’). Meestal in de con text van iets diep schokkends, zoals wanneer een vriend vertelt dat hij een dag niet op facebook kan: “OMG!! Wat errug!!!” Ik kan me niet voorstellen dat God daarop zit te wachten… Misschien is het daarom wel dat we z’n naam afkorten: dan heeft God niet door dat ‘t over hem gaat. “Tja,” zeggen de OMGgebruikers, “het gáát ook helemaal niet over God! Het is alleen een uitdrukking om verbazing weer te geven.” En wat nou, dacht ik laatst, als we dat eens zouden veranderen? Als we bij elke schrik of verwondering wél God erbij halen? Dan zouden we die situatie meer intens ervaren, misschien, of beter kunnen verwerken. En als ‘mijn God’ dus niet alleen loze oproepen krijgt, maar bij meer diverse aspecten van leven wordt aan of ingeroepen, wordt ‘t voor hem ook wat interessanter, zou ik denken. Of was dat ervaren van het menselijk leven niet ook wat we met kerst vieren? Jenneke van der Wal Hooglandse Nieuwe december 2012 |
15
"Mijn God waarom hebt gij mij verlaten" Op de redactie ontvingen wij de onderstaande brief die wij met respect hier afdrukken. “Mijn God waarom hebt gij mij verlaten” De bekende wanhoopswoorden van Jezus aan het kruis die zo velen in hun leven ook weleens in zich op voelen komen. In ieders leven, zoals ook in mijn leven, zijn er dus van die momenten. Zo kwam er door een plotselinge heftige onveiligheidservaring in mijn toen zo prettige en veilige leven, plots heel explosief een kindertrauma naar boven, één van seksueel misbruik… De gevolgen van het wegstoppen van iets wat te beangstigend en gewelddadig is om als kind te overleven, waren niet te filmen. Een volkomen ander wezen maakte zich van mij meester. Omdat zich in mijn volwassen lichaam een onderbewuste kindergeest naar buiten werkte, die ik er altijd onder had weten te houden en die me een doorlopend volkomen angstig bijna psychotisch gevoel gaf, liep ik soms a.h.w. dwangmatig met m’n hand op een zeer ongewone plek bij de therapeute naar binnen (beschermend zoals dat als kind nodig was geweest). Iets waar ik me nu en in de tijd voor de traumaverwerking enorm voor zou schamen. Ik kon vanwege deze bovenkomende dingen niet meer werken, niet meer de moeder zijn die ik altijd was, niet meer de echtgenote, niet meer de ondernemer. Ik was niet meer degene die ik al die jaren geweest was. Nu langzaam na het leren behappen van de bovenkomende pijnen en emoties, word ik dat angstige kind weer de baas. Al blijven de herinneringen pijnlijk, maar wel in een proces van verwerking, bovenkomen. Ik leer er door therapie beter mee om te gaan. Maar mijn God, wat voelde ik me verlaten want niemand, inclusief je dierbaren, kan begrijpen wat je van binnen beleeft aan pijn en heftige oncontroleerbare emoties. Je komt over als een dwaas… Iedereen, inclusief man en kinderen en naaste familie, schrikte ik af met mijn wanhoop en verlatingsangst, woede, enz. Toch zijn ze me altijd blijven steunen ondanks dat ook ik hen op die manier onbedoeld, maar wel degelijk in de steek had gelaten. Mijn God in die zin bent u altijd bij me gebleven, wát een onvoorwaardelijke liefde. Juist als je je verlaten voelt, ga je op zoek en hoe vaak is God niet vanzelfsprekend als ’t je voor de wind gaat. Naamloos 16 | Hooglandse Nieuwe december 2012
Hooglandse Vieringen Iedere zondagochtend om 11.45 uur Hooglandse Kerk Leiden De diensten zijn te beluisteren via www.kerkomroep.nl OVERZICHT VIERINGEN Kerstperiode 24 december (22.30 uur) 25.december 30 december 6 januari
Henk Schouten Christiane van den Berg Henk Schouten Jan Delhaas
Kerstnachtdienst (deur open 21.45 uur) Kerstochtenddienst Driekoningen
Het evangelie naar Marcus 13 januari Karin van den Broeke Het eerste hoofdstuk 20 januari (doopdienst) Christiane van den Berg Jezus ontvangt de kinderen (Mc.10:1316) 27 januari (Roze Zondag) Rob van Waarde Bartimeüs (Mc.10:4652) 3 februari Henk Schouten De apocalyps (Mc.13) 10 februari Cor van Bree Het verhaal van de twee dochters (Mc.5:2143) 13 februari (Aswoensdag) met Binnenstadsgemeente maaltijd 18.00 uur, viering 19.30 uur Veertigdagentijd: pijnpunten 17 februari Christiane Berkvens 24 februari Japke van Malde
V
Cor van Bree
olgens traditie wijden we diensten in het begin van het nieuwe jaar aan een van de evangeliën. Dit keer is het Marcusevangelie aan de beurt. In de eerste dienst is het begin van het evangelie aan de orde: het optreden van Johannes de Doper en de beproevingen (verzoekingen) in de woestijn. De tweede dienst gaat over ‘laat de kinderen tot mij komen’: bij Jezus – en dat is revolutionair in die tijd – zijn ook de kinderen in tel. Daarna staat, in de derde dienst (het is dan onze eigen Roze Zondag), een genezingsverhaal op het programma, het verhaal van Bartimeüs. Hij blijft tot Jezus roepen en laat zich niet door de omstanders intimideren die vinden dat hij zijn mond moet houden. In de eerste dienst in februari staat de rede over de laatste dingen centraal: de komst van de Mensenzoon. Hoe
Vuile handen Eenzaamheid
past dat nog in ons eigen, moderne toekomstperspectief? De Marcusserie wordt afgesloten met het bekende dubbelverhaal over het dochtertje van Jaïrus en de vrouw die aan bloedvloeiingen leed. Omdat Jezus haar ‘dochter’ noemt, kunnen we ’t het verhaal van de twee dochters noemen. Voor de veertigdagentijd hebben we een serie over ‘pijnpunten’, moeilijke aspecten van het leven: wat als je “vuile handen” moet maken, hoe doorsta ik mijn eenzaamheid, hoe mijn onmacht, hoe kies ik, hoe ga ik met mijn beperkingen om? Aan het begin van de veertigdagentijd is er een Aswoensdagviering samen met de Binnenstadsgemeente en de Marekerk. Er is eerst, om 18 uur, een sobere maaltijd in het Hooglandse Huis, daarna, om 19.30, een viering in het koor van de kerk. Het is ook mogelijk om alleen de viering bij te wonen.
Uitgangscollecten
Kerstvieringen 24 en 25 december de opbrengst zal gelijkelijk verdeeld worden over: St. Tosangana: multifunctioneel centrum voor vrouwen en achterstands jongeren in Kinshasa (Congo) Tienermoeders en hun jonge kinderen in Leiden 20 januari C.O.M.E.: Jaarlijks ontmoetingsplat form voor Palestijnse en Israelische jongeren te houden op Cyprus. 17 februari WeekendKlas is bedoeld voor am bitieuze, leergierige kinderen uit soci aaleconomisch zwakke gezinnen en buurten. Voor kinderen met een beperkt toekomstperspectief en een beperkt so ciaal netwerk. Zij volgen gedurende drie jaar, vanaf groep 7 (10 jaar) t/m de brugklas (13 jaar), aanvullend on derwijs om hun persoonlijke ontwik keling te stimuleren Hooglandse Nieuwe december 2012 |
17
Bericht van de secretaris Kort verslag van de Algemene le denvergadering van de Vereniging LSE op 13 november 2012 Op de agenda stonden onder andere een gecombineerd jaarverslag/ jaarplan, enkele wijzigingen in de samenstelling van het bestuur, en de begroting. Het jaarplan is te vinden op www.ekklesialeiden.nl onder pu blicaties/ALV. Het bevat een groot aantal verbeterpunten waaraan het bestuur samen met alle groepen bin nen de vereniging het komende jaar wil gaan werken. Naar aanleiding van het plan ontstaat een discussie over de verantwoordelijkheden van het liturgisch team en de stuurgroep vieringen. Het wekelijkse werk wordt door de stuurgroep gedaan. Het liturgisch team, bestaande uit de vaste kern van voorgangers, komt ongeveer driemaal per jaar bijeen om de diensten thematisch en in houdelijk te plannen. Tussen beide gremia is goede samenwerking en contact. Wie specifieke vragen of wensen heeft ten aanzien van vie ringen en voorgangers, kan zich tot de stuurgroep wenden. Antwoordt die niet adequaat, dan is het bestuur als eindverantwoordelijke aan spreekbaar. Vervolgens wordt er een presentatie gegeven door een aantal groepen binnen de LSE. Verschillende daar van, zoals het secretariaat, de redac tie van de Hooglandse Nieuwe, de literatuurgroep, de stuurgroep dia conie en enkele participantengroe pen, kunnen goed nieuwe leden gebruiken. Bijzonder zijn de ontwik kelingen rond de Werkgroep pas toraat, die omgedoopt tot Werkgroep contact, met nieuwe leden een nieu we start wil maken. Veel waardering is er voor de nieuwe activiteiten op
Bericht van de penningmeester het gebied van lezingen. Vervolgens komt de begroting aan de orde. Die wordt goedgekeurd met een wijziging in de vorm van een verhoging van de verwachte giften zodat er geen tekort staat. Een belangrijk volgend punt is de samenstelling van het bestuur. Op de vorige ALV werd opgemerkt dat er tien bestuursleden waren, terwijl de statuten er negen toelaten. Nu geven een tweetal bestuursleden, Arie Hoeflaak en Ben Blonk, aan dat zij af willen treden. Zij worden gede chargeerd. In hun plaats wordt, met unanieme goedkeuring door de ver
In de ledenvergadering van 13 november jl. is al medegedeeld dat tot dusver een res pectabel bedrag aan giften is binnenge komen, en dat de begroting waarschijnlijk gehaald zal gaan worden. Hierbij is de ver onderstelling dat in de laatste twee maan den, net als in vorige jaren, nog een flink bedrag zal binnenkomen. Op de ALV is besloten het voorgestelde bedrag aan vrijwillige bijdragen voor 2013 te verhogen! Desondanks moet spaargeld uit het verleden worden aangesproken om de begroting sluitend te krijgen. Vandaar het grote belang van uw bijdragen.
gadering, Maurice Veldhoven be noemd. Hij zal vooral de commu nicatieportefeuille gaan beheren. Aan het slot van de vergadering wordt een negental LSE'ers die zich bijzonder verdienstelijk hebben ge maakt voor de LSE in het zonnetje gezet met een dik verdiende bloemenhulde.
De Ekklesia is een ANBI (Algemeen nut beogende instelling). Daarom zijn uw giften aftrekbaar voor de belasting. Door middel van een notariële akte kan dit nog gunstiger uitvallen. Neemt u daartoe con tact op met de penningmeester. Een laatste mogelijkheid voor een bijdrage aan de Ek klesia is een legaat. Wilt u ook daarover eens nadenken?
Wim Schouten, secretaris
[email protected]
18 | Hooglandse Nieuwe december 2012
Velen van u dragen maandelijks bij of hebben al een jaarlijkse gift overgemaakt, maar er zijn er ook die hiermee wachten tot in december. Wilt u dit alstublieft niet over het hoofd zien? Maak uw gift over naar rekening 4819829 t.n.v. Vereniging Leidse Studenten Ekklesia te Leiden.
Ten slotte wil ik u wijzen op de jaarlijkse actie Kerkbalans, waarin de geldwerving voor de in de LSE participerende kerken centraal staat. Deze kerken zijn voor een groot deel verantwoordelijk voor de sala riëring van de studentenpastores. Het LSE bestuur en het pastoresteam bevelen deze actie dan ook altijd warm bij u aan. In ja nuari ontvangt u bericht daarover. De Ver eniging LSE zelf ontvangt géén geld uit deze actie. Johan de Groot, penningmeester
[email protected]
De vesperviering van het cluster Binnenstad
'We bevaren dezelfde zee, maar zitten niet in elkaars vaarwater' 1
De voorgangers Ton Jacobs, Christiane van den Berg en Ad Alblas Christiane van den Berg In 2004 wordt het Cluster Binnenstad geboren. Uit nood. De Leidse Studen ten Ekklesia, de Leidse Binnenstads gemeente en de Hervormde Marewijk gemeente vinden elkaar met de vraag hoe zij eraan bij kunnen dragen hun twee monumentale kerkgebouwen, de Hooglandse kerk en de Marekerk (beide eigendom van de Protestantse gemeente Leiden), in de toekomst op verantwoorde wijze te beheren. Tijdens de gesprekken blijkt al snel dat de geloofsgemeenschappen niet alleen de zorg voor de gebouwen delen, maar dat er méér herkenningspunten zijn. Zo zijn bijvoorbeeld alle drie vitale gemeenschappen met een sterke iden titeit. Voor beide kerken wordt een vriendenstichting opgericht. Een ge zamenlijke folder ziet het licht. En dan ontstaat het idee voor een gezamenlij ke vesperviering. In 2006 is er een eerste vesperdienst waaraan drie voorgangers en de drie koren hun medewerking verlenen. Deze vesperdienst wordt een jaarlijks terugkerend gebeuren. Dit jaar was het thema van de dienst
‘Kerk in de stad’. De viering is opge bouwd rondom de muziek, psalm 122 staat centraal. De verschillen tussen de drie geloofsgemeenschappen blijken al vóór aanvang van de dienst uit de kle ding van de voorgangers, de ouderlin gen / bestuursleden en de koren. Wanneer de viering begint, worden ook de verschillen in geloofstaal zicht baar. Met name het verschil tussen Ek klesia en Marekerk is natuurlijk groot. Psalm 122, die in tal van versies klinkt, verbindt het geheel met elkaar. De voorgangers en de musici zijn na afloop tevreden over de evenwichtig heid van de dienst. De verscheiden heid kreeg de ruimte, alle geloofstalen konden klinken in muziek en in woord, niemand had het gevoel zich in allerlei bochten te moeten wringen. Ikzelf heb de voorbereiding en de dienst als inspirerend ervaren omdat ik merkte hoe wij elkaar ondanks alle verschillen konden vinden en ontmoe ten rondom deze pelgrimspsalm. De verschillen blijven er. Natuurlijk. Ik denk dat het juist deze verschillen zijn, en de verrassende mogelijkheid van ontmoeting over de verschillen heen, die de vesperdiensten tot een
waardevolle ervaring kunnen maken. Natuurlijk zou het leuk zijn als de samenwerking nog breder zou zijn. Nu werd bijvoorbeeld de katholieke kant van de Ekklesia hooguit door een kleine verwijzing naar Sint Maarten vertegenwoordigd. Dat is wel een beetje mager. Ik denk dat zo’n jaarlijkse vespervie ring een goede manier is om het samenwerkingsverband te ‘bezielen’. Dat het voor vele Ekklesiagangers een beetje een randgebeuren zal blijven en iets wat niet iedereen aanspreekt, is in mijn ogen geen probleem. Belangrijk is dat wij in de samenwerking onszelf kunnen zijn en blijven. Maar dat is denk ik ook ieders intentie. PS: Reacties zijn welkom bij mij:
[email protected] Uit: Ad Alblas, Omdat er méér is… 25 jaar kerkelijk leven in de Leidse Binnenstad (2012). Het begin van dit stukje is een sterk ingekorte versie van het hoofdstuk over het Cluster Binnenstad in dit boek. 1
Hooglandse Nieuwe december 2012 |
19
Verwondering Tobias Karsten Hum. studentenraadsman ‘Als je naar de hemel gaat, dan ga je naar de hemel. En als je nou niet naar de hemel gaat, dan ga je niet naar de hemel!’ Dit hoor ik mezelf zeggen op een cassettebandje dat mijn broer ooit heeft opgenomen. Ik was toen vier jaar. Aan de ene kant is dit een uit spraak die helemaal waar is. Tegelij kertijd zegt het eigenlijk ook niet zo veel, ik laat de mogelijkheden open. Maar blijkbaar was ik wel met de vraag bezig of er een hemel bestaat, en of wij mensen daar naar toe gaan als we overlijden. Kinderen kunnen vragen stellen die volwassenen al lang niet meer stellen. Voor een kind is alles nieuw. Het kind verwondert zich over de fascinerende wereld en doet dit met openheid en onbevangenheid. Ik denk dat veel vol wassenen zo nu en dan terug verlangen naar hun kind zijn. En dan met name dit aspect van het jeugdige: de ver
De stichting R.K. Vrienden van het Leidse Studenten Pastoraat organiseert jaarlijks de actie kerkbalans voor de financiering van de studentenpastor Elise Woertman. Naast de jaarlijkse bijdrage van de Hogeschool Leiden en de Universiteit Leiden vragen wij met de actie kerkbalans een bijdrage van de participanten van de LSE. Dankzij deze bijdragen zijn er afgelo pen studiejaar door de studentenpastor Elise Woertman voor de studenten van de Hogeschool Leiden en die van de Universiteit Leiden een tiental goed bezochte projecten georganiseerd voor training, ondersteuning, ontplooiing en verdieping. Van al deze activiteiten hebben ruim 1000 studenten van beide instellingen gebruik gemaakt. Daar naast zijn er ruim honderd individuele gesprekken geweest op aanvraag van
wondering. Het ongegeneerd kunnen spelen, en opgaan in de verbeelding. Ik denk ook dat we allemaal die kwalitei ten nog bezitten, alleen moeten we er ons voor open stellen. En dat is niet al tijd gemakkelijk. Tijdens mijn stage, van februari tot en met juni, heb ik gemerkt dat de LSE een plek is, waar de voorwaarden worden gecreëerd om de verwondering in jezelf en over de wereld te beleven. Tijdens de avonden van ‘expose’ bij voorbeeld; hoe kunnen wij de wereld met zijn allen nu zo inrichten, dat Ira kese asielzoekers geen onderkomen hebben en het stempel ‘illegaal’ krij gen? Wat maakt een mens nu ‘illegaal’? Of een groepsdialoog van (niet) Geloven voor Dummies; heel fascinerend hoe een groep, bestaande uit individuen met allemaal een eigen kijk op het leven en de werkelijkheid, zo tot elkaar kunnen komen door het delen van hun inzichten en gedachten. Ik ben dan ook heel blij dat ik vanaf deze maand werkzaam zal zijn bij de
de studenten zelf. Ten slotte gaat Elise met regelmaat voor in de zondagse diensten De stichting R.K. Vrienden van het Leidse Studenten Pastoraat ondersteunt de organisatie van al deze activiteiten door een deel van de verantwoordelijk heid voor de salariëring van de studen tenpastor op zich te nemen. De actie kerkbalans wordt door de participanten van de LSE al jarenlang ondersteund met een gezamenlijke gift van door gaans ongeveer 10.000 euro. Deze bij drage is cruciaal om het werk van de studentenpastor mogelijk te maken. Deze opbrengst uit de actie kerkbalans wordt uitsluitend gebruik voor de financiering van de studentenpastor. Wij benadrukken dat wij al deze par ticipanten voor hun gift zeer erkentelijk zijn.
20 | Hooglandse Nieuwe december 2012
LSE. Elise is in blijde verwachting van een nieuw leven. Een prachtig schep seltje dat zich hopelijk straks ook zal verwonderen over deze nieuwe wereld waar het zal worden ontvangen. Ik zal, waar mogelijk en zolang zij met verlof is, haar taken overnemen. Daarnaast hoop ik met studenten samen nieuwe initiatieven op te zetten, door aan te sluiten bij waar zij zich over verwon deren. Ik kijk uit naar al die leerzame en in spirerende ontmoetingen die zullen komen. Tot snel, op Rapenburg 100, of op een van de vele activiteiten die in de planning staan.
[email protected] Rapenburg 100, di, wo, do
Om de activiteiten van Elise Woertman ook voor komend jaar weer mogelijk te maken, willen wij u vragen uw bij drage over te maken op gironummer 615228 ten name van de stichting R.K. Vrienden van het Leidse Studenten Pastoraat. Mocht u nog behoefte hebben aan na dere informatie, aarzelt u dan niet dat te laten weten. Wouter Nijkamp Penningmeester Stichting R.K. Vrienden van het Leid se Studenten Pastoraat Nieuwe Waardstraat 16 2312 SM Leiden
[email protected] www.discoveryourmission.nl
hoogstpersoonlijk In de dienst van 4 november (Allerzielen) zijn kaarsen ontstoken ter herinnering aan: Coos Karssen Lenie HeinsiusCohen Freek Ottens Marion Akbar Loes de RooijSchuiling Nico van der Perk Nel UijlDrop Gerard Schutte Hugo Grimmelius en anderen
Scholaweekend 2012
Er miste iets in de Hooglandse viering van 23 september. Inderdaad: de zang van de Schola ontbrak. Dat weekend vierden zij – samen zo’n vijftig(!) stemmen – het jaarlijkse Scholaweek end in conferentiecentrum Mennorode in Elspeet. Een prettige locatie voor de twee volle dagen van zangrepetities. Nieuwe Oosterhuisliederen, stukken Kerstoratorium, kerkslavische zangen,
herhalen van bekend repertoire. In spannend en ontspannend tegelijk, en dat alles in uitstekende sfeer. En natuurlijk onder de deskundige lei ding van Wim de Ru. Precies 35 jaar dirigeert hij ons koor nu, en daarom werd hij op zaterdagavond in een feestelijk zonnetje gezet. En o.a. toe gezongen in een soms hilarische med ley – over zijn geduldig leiderschap,
over de weerbarstigheid van het koor (“… hoeveel paar valse noten? Twee, drieduizend...”). Kortom, een in alle opzichten geslaagd weekend. We mogen als LSE trots zijn op een zo betrokken, wekelijks pre sente groep ekklesiazangers! Ben Blonk
Hooglandse Nieuwe december 2012 |
21
actief en informatief
Hoe gaat het nu met Victor Tata?
V
ictor had per 20 september een verblijfsvergunning ge kregen voor één jaar (tot 20 september 2013) op grond van de discretionaire bevoegdheid van de Minister van Justitie. Daarmee spoedde hij zich naar het Haagse gemeentehuis om zichzelf en zijn vijfjarig dochtertje Corinne in te laten schrijven in het bevolkings register. Helaas tevergeefs, de Haagse gemeente weigerde hem in te schrijven en verwees hem naar de IND. Victor overlegde de brief van de IND en zijn gloednieuwe verblijfsvergunning, en zei dat die allebei afkomstig waren van de IND om hem de mogelijkheid te bieden zich in te laten schrijven, maar de gemeente Den Haag liet zich niet vermurwen. Victor belde zijn advocate en samen gingen ze de volgende dag wederom naar de balie van het Haagse bevolkingsregister. Maar ook dat mocht niet baten. Victors advocate heeft daarop contact opgenomen met de IND, die hen op de afsprakenlijst zette voor 21 december! Eerder was volgens hen onmogelijk. Dat betekent dat er op z’n vroegst pas na de kerstvakantie een reactie van de IND te verwachten is. Daarnaast heeft Victors advocate begin vorige week eindelijk ook de Nationale Ombudsman ingeschakeld. Die zou de gemeente Den Haag erop aanspreken om uiterlijk 7 december Victor in de gelegenheid te stellen zich in het Haagse bevolkingsregister te laten in schrijven. Het is heel onduidelijk hoe het daar nu mee staat. Victor heeft via Internet geprobeerd zich in te schrij ven, maar het blijft afwachten of dit wordt bevestigd en hoe lang dat nog op zich zal laten wachten.
Victors advocate heeft telefonisch ge sproken met het hoofd van de vreem delingenpolitie Den Haag, waar Victor 30 juli 2007 werd gedetineerd en hem zijn portefeuille werd afgenomen met al zijn officiële papieren (zijn – nog steeds geldige Franse paspoort, zijn identiteitsbewijs als E.U.onderdaan, zijn Nederlandse verblijfsvergunning, zijn Nederlandse rijbewijs, zijn sofi nummer). Zij verzocht hem om Victors tot 5 maart 2013 geldige Franse pas poort aan Victor terug te geven, zodat hij dat zou kunnen overleggen op het Franse Consulaat te Amsterdam voor verlenging daarvan. Mocht e.e.a. in het ongerede zijn geraakt, om dan als IND een verklaring hieromtrent aan Victor Tata af te geven, waarmee het Franse Consulaat zich bereid verklaard had om Victors paspoort te verlengen ook zonder vertoon van zijn huidige pas poort. Deze verzoeken waren ook al schriftelijk door Victor met daarbij ge voegd een ondersteunend schriftelijk verzoek van het Franse Consulaat via Victors advocate, half september jl. bij de vreemdelingenpolitie/IND inge diend. Hierop kwam geen enkele reac tie, vandaar de telefonische benadering door Victors advocate. Het hoofd Vreemdelingenpolitie Den Haag reageerde afhoudend; een paar jaar terug was er een nieuw computer systeem geïmplementeerd. De ge beurtenissen rondom de inbeslagname van Victors papieren hadden vòòr die tijd plaatsgevonden en om het oude computersysteem te mogen inzien moest eerst toestemming gevraagd worden aan de Minister van Justitie. N.a.v. dit telefoongesprek vond er 11 december een gesprek plaats van Vic tor en zijn advocate bij het hoofd vreemdelingenpolitie Den Haag.
22 | Hooglandse Nieuwe december 2012
Ondertussen zijn Victors gezondheid en zijn financiële situatie nog vele malen slechter geworden, dan deze al waren. Kerk in Actie die hem het afge lopen jaar heeft ondersteund met 770 euro per maand is daarmee per 1 okto ber jl. gestopt, omdat hij toen een ver blijfsvergunning had gekregen. Het is inmiddels bijna drie maanden verder, maar een uitkering heeft hij nog steeds niet en kinderbijslag evenmin, wel een nieuw sofinummer. En de hernieuwde inschrijving in de verplichte zorg verzekering – deze was enkele maan den geleden door de Zorgverzekeraar stopgezet is gebeurd en wacht op bevestiging. Enkele mensen uit de LSE en uit Baar leNassau steunen hem nog steeds en de LSE diaconie doet vaak wat ze kan, maar dat is te weinig om zijn vaste lasten mee te kunnen betalen en schulden te voorkomen. Inmiddels hebben enkele LSEmensen zich ingespannen om langs allerlei wegen aandacht te vragen voor het on recht dat Victor Tata van overheidswe ge nu al vijf jaar lang wordt aangedaan. Nota bene, het Franse consulaat te Amsterdam in de persoon van de ad junctconsul Olivier Bidet heeft in een persoonlijk gesprek met Victor vastge steld dat Victor in hun paspoortad ministratie nog steeds staat geregistreerd met een geldig Frans paspoort dat verlengd kan worden per 5 maart 2013. Voor de Franse autori teiten is Victor Tata een legaal Frans staatsburger met een geldig paspoort. Met welk recht meent de Nederlandse IND het beter te weten en te weigeren het beslag op Victors legale nog geldi ge Franse paspoort op te heffen? Loes Hoeflaak
Tentoonstelling Lidy van der Spek op Rapenburg 100
In de benedenzaal van Rapenburg 100 exposeert Lidy van der Spek enkele van haar textiele werkvormen. Bij de meeste daarvan heeft zij zich laten in
'Hoe verder onze ogen reiken'
spireren door de liederen van Huub Oosterhuis, zoals die in de zondagse diensten van de LSE worden ge zongen. De tentoonstelling is tot in fe
De Hooglandse kerk telt nu al meer dan 200 vrienden
I
n oktober kon de heer Van den Berg als 200ste vriend van de stichting Vrienden van de Hooglandse kerk worden verwelkomd. “Een be langrijke mijlpaal”, aldus voorzitter Cent van Vliet. “We gaan nu op weg naar onze 250ste vriend of vriendin. Onze stichting heeft een bedrag van 100.000 euro toegezegd aan de finan ciering van de uitbreiding van de ver warming in de gehele kerk, waardoor deze ook in de winter goed verhuurd
bruari iedere werkdag van 1012 uur te bewonderen.
Bent u al vriend?
kan worden. Daarmee dragen wij bij aan de instandhouding van dit be langrijke monument. We hebben al 30.000 euro in kas, maar met meer vrienden kunnen wij deze doelstelling eerder bereiken en kunnen wij ons daarna op weer andere investeringen in de kerk gaan richten”. Namens de stichting bood penning
meester Jan Slotboom de heer Van den Berg een fraaie litho van de kerk aan. “Ik ben al actief betrokken bij de Raad van Toezicht van de Pieterskerk”, liet de heer Van den Berg weten, ” maar ook de Hooglandse kerk verdient on dersteuning”. Nog geen Vriend van de Hooglandse kerk? Geef u op bij Michel de Geus of Jan Slotboom, bestuursleden van de stichting namens de LSE, of via: www.vriendenhooglandsekerk.nl
Hooglandse Nieuwe december 2012 |
23
UIT DE BAKKERIJ De warme snertkraam In navolging van de succesvolle actie van vorig jaar gaan de jongeren van M25 Leiden ook dit jaar weer samen met cliënten van de maatschappelijke opvang warme erwtensoep uitdelen aan het winkelend publiek bij de Hartebrugkerk aan de Haarlemmer straat. Even de rollen omgekeerd. Geen dak en thuislozen die vragen om een bij drage voor onderdak of eten, maar cliënten van de maatschappelijke opvang die voorbijgangers een hart verwarmende kop erwtensoep aanbie den met de beste wensen voor de komende feestdagen in december. Op zaterdag 15 december stond de Warme Snertkraam weer van 12 15 uur in de Haarlemmerstraat in Leiden bij de Hartebrugkerk. Nieuwjaarsbijeenkomst in De Bakkerij Zoals elk jaar nodigen de Diaconie Protestantse gemeente Leiden en de RK Diaconie van Leiden u ook in 2013 weer uit voor de Nieuwjaarsbijeen komst in De Bakkerij. U bent van harte welkom op vrijdag 18 januari van 16.30 – 18.00 uur. Ds. Ton Jacobs, predikant van de Hervormde Mare wijkgemeente in Leiden zal de Nieuw jaarstoespraak houden. Armoede en diaconale hulp De gevolgen van de kredietcrisis zijn inmiddels zichtbaar in onze Neder landse samenleving. De werkloosheid stijgt. Het aantal schulden neemt toe. Er zijn nieuwe maatregelen aangekon digd of al van kracht geworden waardoor de zorgkosten stijgen. Al deze ontwikkelingen raken een brede groep mensen in onze samenleving, in het bijzonder die in een kwetsbare
financiële positie leven. Al in 2011 kwamen signalen bij de landelijke kerkelijke organisaties binnen dat er sprake is van een toename van finan ciële hulpvragen bij plaatselijke kerken en noodfondsen. Ook bij de voedsel banken is een stijging van het aantal wekelijkse pakketten te zien. Het Landelijk Katholiek Diaconaal Beraad, Kerk in Actie, de Arme Kant van Nederland/EVA en de Raad van Kerken Nederland hebben inmiddels het initiatief genomen om in 2013 op nieuw het oecumenisch Armoedeon derzoek te organiseren. Doel is om de diaconale hulp vanwege armoede in kaart te brengen en aanbevelingen te doen voor het overheidsbeleid. De uit komsten van een nieuw Armoedeon derzoek, gebaseerd op cijfers van 2012, worden in het najaar van 2013 gepresenteerd. Inmiddels is het Ar moedesignaal 2012 verschenen, dat alvast een indicatie geeft van de ef fecten van de kredietcrisis en hoe de diaconale organisaties daarop inspelen. Het Armoedesignaal 2012 is te down loaden via www.kerkinactie.nl Sinterklaasactie Er is niets leuker dan met Sinterklaas cadeautjes te krijgen. Helaas kunnen niet alle ouders hun kinderen met Sin terklaas verwennen. De cliënten van de Diaconie Franstalige Afrikanen (DFA) bijvoorbeeld. Daarom organiseerde M25 Leiden op zaterdag 1 december een Schoenendoosactie in De Bakkerij voor hun kinderen. Vrijdag 23 novem ber werden de cadeautjes alvast inge pakt in een kleurrijke schoenendoos. Meer weten over de activiteiten van M25? Kijk op de vernieuwde website met de nieuwe folder: www.m25leiden.nl Franstalige Afrikanen Tot voor kort hadden we in Diaconaal Centrum De Bakkerij nauwelijks zicht op de woon en leefomstandigheden van Franstalige Afrikanen in Leiden e.o. Het is, naar eigen zeggen, een groep die moeilijk aansluiting vindt bij de Nederlandse samenleving en nau welijks de weg weet te vinden naar de hulpverlening. Begin 2011 is daar, dankzij verken nend onderzoek van een stagiair in De Bakkerij, verandering in gekomen. We weten nu dat er zo'n 400 Franstalig
24 | Hooglandse Nieuwe december 2012
Afrikanen in de regio verblijven waarvan één derde geen verblijfsver gunning heeft. Veel Nederlandse hulpverleners kun nen aardig uit de voeten met Engels en Duits. Frans is al een stuk lastiger. Voor veel Franstalige Afrikanen, af komstig uit Centraal en West Afrika is het Frans een tweede taal. Hun eerste taal is het Lingala, Kiswahili, Luganda, Kikongo, of een van de andere Ban toetalen. Veel van deze mensen zijn bovendien niet gewend aan schriftelij ke informatie: zij komen uit een mondelinge cultuur en raken daardoor al gauw het spoor bijster in onze maat schappij met zijn formulieren en in structies op papier. Met ingang van 1 maart jl. zijn twee parttime medewerkers aangesteld voor de diaconale hulp aan Franstalige Afrikanen en de voorbereiding van een eigen Diaconie voor en door Franstali ge Afrikanen in de nabije toekomst. Deze twee medewerkers worden on dersteund door ds. Francoise Weber van de Waalse Kerk in Leiden en enkele vrijwilligers vanuit de Afrikaanse gemeenschap die diverse Bantoetalen beheersen. Vijf ochtenden in de week bemant het team het spreekuur. Tijdens de kennismakings gesprekken kunnen cliënten vertellen over hun situatie, zorgen en problemen. Samen met hen wordt ge keken aan welke hulp behoefte is. In dringende situaties, wordt geprobeerd direct de noodzakelijke hulp te bieden. Waar nodig wordt contact gezocht met andere instanties (advocaat, arts, vluchtelingenwerk, e.d.) en soms wordt een vervolgafspraak gemaakt. In andere gevallen kiest de cliënt zelf het moment om weer contact op te nemen. De Diaconie Franstalige Afrikanen wil helpen waar geen helper is of waar be staande hulp tekort schiet. Humanitair verantwoord maar ook op een manier die praktisch haalbaar is. Er wordt dan ook in grote mate samengewerkt met lokaal aanwezige partnerorganisaties en instellingen. Op zondag 11 november jl. is na af loop van de dienst een uitgangs collecte gehouden voor de Diaconie Franstalige Afrikanen. De opbrengst bedroeg € 457,58. Wij danken u harte lijk voor al uw bijdragen en daarmee uw blijk van steun en betrokkenheid!
de groep
Jongerengroep 1216 jaar Op 15 november bracht de groep jongeren van 1216 jaar een bezoek
aan de nieuwe moskee aan de Willem de Zwijgerlaan. Dat was in het kader van de ontdekkingstocht naar overeen komsten en verschillen tussen de we
reldgodsdiensten. "We hadden geluk… De Iman kwam vertellen dat ze hem wel mochten vragen om met hem op de foto te gaan".
Waterdragers voor Afrika Ook deze keer weer een kort verslag van de Waterdragers voor Afrika. Erik Alblas en Annemieke Plat fietsen van Kaapstad terug naar Leiden, een tocht van zo’n 20.000 kilometer, om daar mee aandacht te vragen voor het tekort aan schoon drinkwater in de wereld en in Afrika in het bijzonder, het belang van goed sanitair ter voorkoming van gezondheidsproblemen en het creëren van bewustzijn over de manier waarop we in Nederland met water omgaan. Met zo’n 4000 kilometer in de benen fietsen de Waterdragers inmiddels in Malawi. Hoewel de fietstocht langs het
meer met dezelfde naam en de groene bergen erachter schitterend is, is dit he laas één van de armste landen van Afrika (en daarmee ook van de we reld). Dat laatste geldt ook voor Mozambique, het vorige land waar de Waterdragers doorheen fietsten, waar de gemiddelde levensverwachting on geveer 40 jaar lager ligt dan in Neder land. En hoewel de afgelopen jaren sinds het einde van de burgeroorlog de economie groeit als kool en er ook best wel wat verbeteringen plaatsvinden zijn deze voor het grootste deel van de bevolking onbereikbaar. Corruptie on der politieagenten en andere autoritei
ten tiert welig, zoals de Waterdragers ook zelf ondervonden en sanitaire om standigheden zijn vaak van een al lerbelabberdst niveau. Die slechte sanitaire omstandigheden lijden tot ge zondheidsproblemen die in behoorlijke mate bijdragen aan de beperkte levens verwachting in het land. Voor meer informatie over het gehele project en uitgebreidere verslagen en ook positievere impressies en foto’s, zie de website www.waterdragersvoor afrika.nl, daar staat ook de link naar de Facebookpagina en de laatste Twit terberichten.
Hooglandse Nieuwe december 2012 |
25
DE ZIEL TER ZIELE ?
I
n de goedbezochte serie maan dagavondlezingen traden drie sprekers op. De filosoof Gerard Visser besprak de ziel in de filosofie en verwees naar Wisława Szymborska die in haar gedicht 'Niets cadeau' ons het niets ten geschenke lijkt te geven. Matthias Smalbrugge sprak over de
ziel in de literatuur en de verhouding tot lichaam en geest. Onze eigen Huib Godding (zie foto) ontvouwde zijn gedachten over de ziel in de Bijbel en de theologie. Is de ziel onsterfelijk volgens de Bijbel en wat denken de theologen daarvan? De conclusie was dat de ziel geenszins
ter ziele is, maar dat de kernvraag 'Wie ben ik eigenlijk?' ons nog steeds kan inspireren. Dat blijkt ook uit het inge zonden artikel hiernaast van één van de deelnemers van die avonden: Hans Feddema.
Beheer
Rapenburg 100 Leesgroep Verboden boeken
Onlangs gaf de Volkskrant een serie boeken uit die alle om uiteenlopende redenen ooit werden verboden of in elk geval sterk afgeraden. Dat prikkelt de nieuwsgierigheid. Echt iets voor LSEparticipanten! In januari start een leesgroep, die van deze boeken, één voor één, wil gaan smullen en om de zoveel tijd be spreken. Hoe verboden? Waarom ver boden? Welkom. Zeven deelnemers is het minimum, vijftien het maximum. Opgave bij Jac van der Hoeven (jac
[email protected])
Hans Feitsma
Bij het aftreden van Arie Hoeflaak als bestuurslid van de Vereniging LSE werd de functie van beheerder van Ra penburg 100 vacant. Het beheer is nu losgekoppeld van van het bestuurslid maatschap van de vereniging. Hans Feitsma is bereid gevonden om het beheer over te nemen. We kennen Hans al als contactpersoon van de kof fiezetgroep en als vakbekwaam stuka door, ook deze klus zal bij hem in
26 | Hooglandse Nieuwe december 2012
Jan de Bruijne
goede handen zijn. Jan de Bruijne zal hem bijstaan. Voor de goede orde: Pieter de Tavernier blijft als huismeester in functie en zal dus blijven toezien op ordentelijk gebruik van het pand, Arie zal nog wel de renovatie blijven begeleiden, die naar schatting medio 2013 zal zijn voltooid, mede afhan kelijk van het tempo waarmee de gemeente Leiden de nodige vergun ningen zal verstrekken.
ingezonden
Ik ben niet mijn lichaam, maar heb een lichaam Hans Feddema Mede naar aanleiding van het boek Wij zijn ons brein van Dick Schwaab komt de aloude vraag naar de ziel weer om de hoek kijken. In meerdere plaatsen is hierover nu discussie ook in het ka der van de Leidse studentenekklesia. Van Bert Keizer is er er het boek Waar blijft de ziel? waarin hij overigens af sluit met dat we ‘nog steeds niet weten te zeggen, wie of wat wij zijn’. Lange tijd was de ziel, zeker in grote delen van de Derde Wereld, maar ook in Eu ropa vanaf de Grieken iets goddelijks. Na de Renaissance verdween die no tie, maar vergeten wordt dat ze de laatste tijd weer terug is. Als Obama wel ‘een man met ziel’ wordt genoemd en Gandhi grote ziel (mahatma), ook dan blijft de vraag wat onder ziel te verstaan. Is het karakter, essentie (kern), identiteit, hogere Zelf (Carl Gustav Jung) of sturend bewustzijn?
Het laatste spreekt mij het meest aan, ook denkend aan het beeld van de Russische mysticus Gurdjieff van een heer (ziel) in een koets, waarbij deze nogal eens wordt overruled door de koetsier (het ego), die de teugels van de paarden (passies) in handen heeft. De ziel stuurt ons subtiel als bewust zijn, heeft met liefde en vergeving te maken en geeft als het goed is bezie ling. Ziet de PKN dat ook? Zij wil nu voor een bedrag van 100.000 euro per
jaar met een ‘onlinekerk een nieuwe doelgroep bereiken’. Lijkt weggegooid geld, zolang het de kerken aan bezie ling schort, of liever zolang zij ver ouderde leerstellingen niet bijstellen, waarbij ik ook denk aan het nog niet helemaal verdwenen beeld van een straffende dan wel belonende God op afstand, een beeld waartoe veel archaï sche percepties, bijvoorbeeld ook over de hel, zijn te herleiden. Dat de Gene rale Synode van de PKN in Lunteren in grote verlegenheid was over het gravamen van kerklid Daaf Bokhout tegen ‘het geloof in de hel’ gezien de angst die dat eeuwen veroorzaakte en nog veroorzaakt, maar niettemin dat geloofsartikel niet durfde te schrappen, spreekt boekdelen. Mensen zijn op zoek naar hun Bron, maar lopen weg als ze het vermoeden hebben, dat er religieuze ervaring bestaat, die het rationele denken van de kerk over God overstijgt. En zeker ook als in het midden blijft wat ons ware wezen is, waar we vandaan komen en hoe God ons subtiel leidt, al of niet via de ziel, via synchroniciteit of via onze innerlij ke stem. Mystici stelden wel de inner lijke ervaring centraal, maar verder werd het geloof vanaf de Middeleeu wen te verstandelijk en te veel iets wat ons werd opgelegd. Het leeft niet. Lo gisch dat zo al gauw, ook bij kerkmen sen, het beeld ontstond dat we samenvallen met het lichaam. Maar we ontstonden niet bij onze geboorte. De ziel is daaraan voorafgaand er al heel lang. Zij leeft in de kairos (eeuwige tijd) en incarneert in een lichaam om zo aardse ervaringen op te doen en te groeien in bewustzijn. Een jong kind weet vaak nog van de Bron waaruit het vandaan komt, maar helaas vergeten we dat maar al te snel, opgeslokt als
we worden door het aardse leven. Gerichtheid op materie en het uiterlij ke is daardoor veelal het gevolg. En tevens een gebrek aan bezieling, mede omdat we gaan ontkennen, dat alles tevens een geestelijke dimensie heeft. Maar een leven zonder ziel of zonder bewustzijn, zeker als zelfs de kerken dat te weinig laten zien, is de dood in de pot. Bij een Einstein was dit niet het geval. Hij noemde ‘het hele leven een (goddelijk) wonder’. De op hem voortbouwende kwantumfysica stelde vast, dat harde materie niets anders dan energie is en ook dat dit of be wustzijn het begin van alles is. Met deze doorbraak in het denken komt niet alleen het materialistische paradigma van de wetenschap op de tocht te staan, maar ook enkele of vele ongerijmdheden van de kerkelijke dogmatiek. We zijn niet ons lichaam, we hebben een lichaam. De ziel is be wustzijn of goddelijke energie. Het li chaam is daarbij niet onbelangrijk, net als het brein, maar niettemin tijdelijk, terwijl de ziel de essentie is en blijft. Een ‘onlinekerk’ in het leven roepen? Stukken beter lijkt, dat de PKN haar dogma’s bijstelt en inziet dat het haar hoofdtaak is mensen een antwoord te helpen geven op de diepe vraag naar de zin van het menselijk bestaan. Ver standsgeloof? Dat werkt in deze tijd niet meer. Mensen willen nu zelf erva ren. Ook dat God niet een (machtige) heer op afstand is, maar samenvloeit met de schepping en (indien gewenst) ons bezielt en kracht geeft.
(Dr. Hans Feddema is antropoloog, ouddocent aan de VU, publicist en lid van de PKN)
Hooglandse Nieuwe december 2012 |
27
Oh mijn God!
Is er iets wat je aan God wilt vertellen, dan kun je Hem een brief schrijven. God kent je door en door. Roep je uit: “Oh mijn God”, Hij heeft je al gehoord!
Wie gaat de brief naar God brengen?
Monique van der Gaag riep “Oh mijn God” uit en bedacht daarna deze bijdrage. 28 | Hooglandse Nieuwe december 2012