Hooglandse Nieuwe informatieblad voor alle geïnteresseerden rondom de Hooglandse Vieringen van de Leidse Studenten Ekklesia
tiende jaargang, nr. 1 februari 2014 € 2 (gratis voor leden)
creatie Hooglandse Nieuwe februari 201 4 |
1
10e jaargang, nummer 1, februari 201 4
Rapenburg 100 2311 GA Leiden 071 - 513 4558
€ 2 (gratis voor leden van de LSE)
[email protected] www.ekklesialeiden.nl www.rapenburg100.nl
Vitruviusman van Leonardo da Vinci, ca. 1490, Gallerie dell' Accademia, Venetië
Hooglandse Nieuwe is een blad voor alle
geïnteresseerden rondom de Hooglandse Vieringen van de Leidse Studenten Ekklesia. Het verschijnt zes maal per jaar.
Redactie René Fraters, Bep van Houten, Tine van
Iren, Job van Keulen, Wim Schouten, Edo Schraa, Jan Slotboom, Myranda Wilbrink Opmaak Myranda Wilbrink
Kleurenversie downloaden www.ekklesialeiden.nl
Abonnement € 20 per jaar
Nieuwe abonnees opgeven bij het secretariaat
Vitruvius beschreef in het Latijn in zijn geschrift " De architectura" de verhoudingen van het menselijk lichaam en gaf voorschriften voor tempelbouw. Hij legde uit dat het lichaam precies in een omgeschreven cirkel of vierkant met de navel als middelpunt past, respectievelijk Homo ad circulum (mens in cirkel) en Homo ad quadratum (mens in vierkant). Vitruvius ging niet in op verschillen tussen man en vrouw, maar beschreef een algemeen menselijk lichaam. De bekendste Vitruviusman is een tekening van Leonardo da Vinci van omstreeks 1490, die onder meer op de Italiaanse versie van de 1 euromunt staat. De Vitruviusman wordt gezien als een symbool van het humanisme, met de mens als het middelpunt van het heelal.
Kopij voor het nummer van 1 3 april 201 4 met het thema ACTIEF uiterlijk op 30 maart 201 4 aanleveren bij:
[email protected]
PASTORES
Rob van Waarde, studentenpastor (PKN)
06-41 935997,
[email protected]
Tobias Karsten (Hum. studentenraadsman),
06- 53583081 ,
[email protected]
Christiane van den Berg-Seiffert
participantenpastor (PKN), 071 -51 251 37
[email protected] Henk Schouten, participantenpastor (PKN)
[email protected] 071 -521 8723 Jac van der Hoeven, participantenpastor (RK)
[email protected] 071 -5224801
En verder:
Christiane Berkvens-Stevelinck
academiepredikant (Rem.), 01 0-2298774
[email protected] www.moederoverste.nl Theodor Wubbels, studentenpastor (RK)
[email protected]
20 21
VERENIGING LSE
Opgeven als lid: www.ekklesialeiden.nl Dagelijks bestuur: - Amos Kater,
[email protected] - Marga Bakker, vice-vz,
[email protected] - Wim Schouten,
[email protected] - Johan de Groot,
[email protected]
REKENINGNUMMERS
22 23
- Voor alle vrijwillige bijdragen en voor lidmaatschap Vereniging LSE: € 25 (studenten/junioren € 1 2,50) per jaar: rekeningnr. 481 9829 t.n.v. Vereniging LSE Leiden. - Voor diaconale giften: rekeningnr. 331 3366 t.n.v. Stichting Diaconaal Fonds Hulpverlening LSE Leiden. Beide rechtspersonen zijn erkend door de fiscus. Uw giften zijn aftrekbaar.
2 |
Hooglandse Nieuwe februari 201 4
23 24
25
Diaconale informatie - vanuit De Bakkerij - uitgangscollecten - dankbrief Exodus Hooglandse Vieringen - Cor van Bree - sobere maaltijd en vesper Aswoensdag Bestuur e.d. - Debatavond op 2 april - project van Vocalgroep Choral - Rap 100 produceert stroom Hoogstpersoonlijk - Tineke Woelders In gesprek met..., nieuwe maandagavondserie Actief en informatief - de voedselbank, een boodschappenlijstje - Pasoraat in de gevangenis, bedankbrief - VSH banden af te halen - oproep copij thema actief Kinderpagina - Bette Westera
Dit nummer is opgemaakt met het gratis programma Scribus
redactioneel In dit nummer over Creatie
Creatie Wim Schouten
I
ets scheppen, hoe doe je dat eigenlijk? In veel religieuze culturen, van de God-pottenbakker Ptah in Egypte tot en met het JoodsChristelijke Genesisverhaal doe je dat praktisch gesproken met klei en adem. Je boetseert iets, en blaast het vervolgens leven in. Daar gaat echter nog iets aan vooraf. Je bedenkt het. En er komt nog iets achteraan. Je kent er betekenis aan toe en ziet dat het goed tot zeer goed is. Of het nu verhalen zijn over de schepping aan het begin van de wereld of over een creatie in het hier en nu: er spelen altijd dezelfde drie ingrediënten een rol: Het idee, de uitwerking en de betekenistoekenning. Ofwel: inspiratie, materialisatie en attributie. Die elementen vormen als het ware de drie-eenheid van elke schepping. Doordat het idee, de inspiratie, zo nauw verbonden is met het wezen van de bedenker, is een schepping iets heel persoonlijks. Doordat de betekenistoekenning, de attributie, herkenbaar moet zijn voor anderen is een schepping ook een heel sociaal gebeuren. En de noodzakelijke materialisatie maakt elke schepping tot iets heel Aards. Voor een schepping heb je dus een individu, een gemeenschap en een stoffelijke omgeving nodig.De drie elementen van elke schepping, inspiratie, materialisatie en attributie, zie je wisselend qua nadruk op het een of op het ander, in elk van de thematische bijdragen aan deze HN terug. Zo beschrijft René Fraters pogingen om de schepping van het leven na te doen. Dit wordt gezien als proberen het scheppingsverhaal onderuit te halen. Maar zou succes van dit soort pogingen niet juist laten zien dat een schepper mogelijk is? Edo en Marianke Schraa- van Schie schrijven over de moeizame materialisatie van hun kinderwens, maar ook over de diepe betekenis die de realisatie van die wens voor hen, gedeeld met onze Ekklesiagemeenschap, heeft. Wil Heesakkers heeft het over creatief met koken, waarbij het vooral gaat om het
idee en de materialisatie. Bij Tadaa! Jenneke van der Wal ligt de nadruk heel sterk op de betekenistoekenning. Daarmee kon zelfs een zwartgeblakerd stukje gemalen kadaver de status van creatie krijgen. Creativiteit, volgens Rob van den Boom de sleutel tot vooruitgang, vooronderstelt vrijheid. Een individu moet de vrijheid hebben een idee uit te werken. En de gemeenschap of een deel daarvan moet de ruimte hebben daar al dan niet betekenis aan toe te kennen. Alleen dan kunnen bijvoorbeeld Desireé van Keulen’s verhalenvertellers paradijzen tot stand brengen, monsters verslaan en schatten laten glanzen. Verhalenvertellers waren er volop in de klassieke oudheid. En Minke Hazewindus laat ons zien dat die nog altijd kunnen inspireren. Creativiteit begint met inspiratie, met ideeën. Die ideeën hebben ruimte nodig. Ze kunnen echter, zoals Nina Kortekaas vertelt, ook ruimte scheppen. Creativiteit vergt ook materialisatie van die ideeën. Dat kan volgens Ben Blonk bijvoorbeeld in hout, maar ook in woorden. Een creatie staat of valt vervolgens met de attributie. Wat leg je erin? Welke betekenis krijgt het? De Michelangelo van René Fraters is daar wel erg van vervuld. Maar die schiep dan ook, aan wat Ross King “de hemel van de paus” noemde, een beeld van God en mens dat zowel Marga Bakker als Roosmarijn Goldbach inspireerde. Dat je, om te inspireren tot creativiteit geen Michelangelo hoeft te zijn leert ons tot slot Lidy van der Spek. De bakermat van haar prachtige doeken blijkt een sullig schortje. En haar boeiende muziekrecensies danken we aan de Harmonievereniging Harpe Davids. Dan zijn onze kinderen beter af met Bette Westera die hun versierkunst een slinger geeft. De redactie wenst u veel leesplezier met alle creativiteit die in deze Hooglandse Nieuwe is terug te vinden.
3 Redactioneel - Wim Schouten 4 Evolutie is (ook) creatie - René Fraters 5 Arrogant of on-wijs? - Herman van Bemmel 6 Die omgewaaide plataan ... wat is dat nou? - Ben Blonk 8 De beeldhouwer, de kunstenares en de creatiespiraal - Monique van der Gaag 9 De schepping van Adam - Roosmarijn Goldbach 10 Creativiteit bezit ieder mens - Lidy van der Spek 11 Creatie - Marga Bakker 12 Creatief met de klassieken - Minke Hazewindus 13 Creativiteit is de sleutel tot vooruitgang - Rob van den Boom 14 Creatief vertellen... - Desirée van Keulen 15 Creatie als goddelijk scheppingsproces - Michelangelo 16 Creatie - Nina Kortekaas 17 Creatief met voedsel bij "Zinvol Koken" - Wil Heesakkers 18 De creatie van .... onvoorwaardelijke liefde - Edo en Marjanke Schraa - van Schie 18 Tadaa! - Jenneke van Wal
Leonardo da Vinci detail foetus in baarmoeder pentekening ca 1510 Windsor Castle, Engeland
Hooglandse Nieuwe februari 201 4 |
3
creatie
Evolutie is (ook) creatie
E
René Fraters en paar jaar geleden werd bij een laboratorium een doos met oude dichtgeplakte reageerbuisjes afgeleverd. Eerst werd er weinig aandacht geschonken aan deze testresultaten uit de 50er jaren van de vorige eeuw. Wie zit daar nu nog op te wachten? Maar toen de naam van de net overleden Stanley Miller in de papieren opdook, sloeg de stemming om. Wie was deze Stanley en waarom raakte men opeens erg opgewonden? Om het belang van deze wetenschapper en zijn experimenten te ontdekken moeten we eerst flink terug in de tijd. In het begin van de negentiende eeuw kwam voor het eerst wetenschappelijk bewijs dat het oude scheppingsverhaal niet een feitelijke beschrijving van het ontstaan van het heelal en leven op aarde kan zijn. Sommige christenen hadden uitgerekend dat de aarde geschapen zou zijn in het jaar (lach niet) 4004 voor Christus. Maar toen geologen konden aantonen dat aardlagen minstens miljoenen jaren oud moesten zijn, gingen bij veel traditioneel denkende gelovigen de alarmbellen rinkelen. Maar dat was nog niets vergeleken met de schok van de publicatie van het boek On the Origen of Species (1859) van ene Charles Darwin. The shit hits the fan, dat kon je wel zeggen... Vanaf dat moment waren de aanhangers (van de letterlijke uitleg) van het bijbelse scheppingsverhaal definitief in het defensief gedrongen. Maar, nu komt het, is de zaak van de wetenschappers wel zo sterk als het op afstand lijkt? Ik zal hierbij inzoomen op één probleem dat de geleerden al een eeuw verontrust. Deze kwestie is namelijk het ontstaan van leven. De meeste processen van het ontstaan en ontwikkeling van de aarde zijn nu
4 |
Hooglandse Nieuwe februari 201 4
redelijk duidelijk. Maar het ontstaan van leven is nog altijd een groot raadsel. Dat heeft met diverse zaken te maken. De allereerste cellen zonder harde inwendige of uitwendige structuren (zoals een schelp of een skelet), en dus is de kans dat je ze als fossiel terug vindt, heel klein. Ook zijn de aardlagen in de afgelopen miljarden jaren zo vaak verschoven of vernietigd, dat de mogelijke fossielen uit deze periode moeilijk terug te vinden zijn. En het nabootsten van processen in een laboratorium die in werkelijkheid honderden miljoenen jaren gekost heeft, is gecompliceerd, en dan druk ik me nog voorzichtig uit... En zo komen we nu bij Stanley Miller. In 1952/1953 deed deze geniale chemicus voor zijn promotie onderzoek een aantal proeven die onverwacht voor een grote doorbraak zouden zorgen. In een grote glazen kolf deed hij een aantal gassen waarvan men vermoedde dat die in de atmosfeer van de vroege aarde in ruime mate aanwezig waren. De oersoep zoals ze dat noemen. Hij combineerde methaan, ammoniak, waterdamp en diwaterstof en joeg daar elektrische ontladingen doorheen, die de bliksem op de vroege aarde moesten simuleren. Na een week continue gedraaid te hebben, ontdekte hij koolstofverbindingen zoals aminozuren, 13 maar liefst, van de 22 die tegenwoordig door levende cellen worden gebruikt. Hij was de eerste geleerde die er in slaagde om complexe bouwstenen van levende cellen te maken. Je snapt het al, hij is er wereldberoemd door geworden en hij is een aantal keren (tevergeefs) voorgedragen voor de Nobelprijs. Hoewel we nu weten dat de samenstelling van de vroege aardse atmosfeer waarschijnlijk anders was, heeft zijn experiment nog steeds een grote betekenis. Overal zijn nu weten-
schappers bezig om dit soort experimenten uit te voeren. En men doet onderzoek aan de rand van vulkanen en op de bodem van oceanen (bij onderwatervulkanen) hoe leven in extreme omstandigheden kan bestaan. Ook hebben onderzoeken in het heelal tussen de sterren ook complexe koolstofmoleculen aangetoond die daar vrijelijk rondzweven. Ons heelal is werkelijk barstensvol met bouwstenen voor leven. Vandaar dat sommige biologen het ook voor mogelijk houden dat het leven niet per se op aarde is ontstaan maar eerder via inslaande kometen kan zijn gearriveerd. Maar het verhaal is nog niet af. Want de belangrijkste vraag is natuurlijk: hoe ontstaat er vanuit deze bouwstenen een levende cel? Is het ooit gelukt om dat fundamentele proces in een laboratorium na te bootsen? Het antwoord hierop is een keihard nee. Een simpele cel, een kleine bacterie bijvoorbeeld, is een uitermate complex organisme. Het heeft alle onderdelen nodig, anders kan het niet voortleven. Een levende cel heeft een celwand, een complete inhoud en een voortplantingssysteem nodig. Nu kan je natuurlijk allerlei aminozuren bij elkaar doen in een kolf en flink schudden maar dat zal nooit spontaan een levende cel opleveren. Het proces van het ontstaan van leven op aarde, van een levende cel is waanzinnig gecompliceerd en het is de vraag of wij er ooit in zullen slagen dat proces te dupliceren. En zolang wij geen sluitende theorie of geslaagd experiment hebben, zal dit een groot gat zijn in de evolutietheorie. Terug naar het debat tussen de creationisten en de Darwinisten. Je zou kunnen zeggen dat de creationisten een prachtig sluitend verhaal hebben maar de feiten kloppen niet. En de Darwinisten hebben bewijsbare feiten maar hun verhaal is niet af, het is (nog) niet sluitend te krijgen. Er zal nog heel wat door zwetende geleerden gecreëerd moeten worden voordat het verhaal van de creatie rond is. Hoe grappig....
creatie
Arrogant of on-wijs? Over wetenschap en de creatie van ons bewustzijn
O
Herman van Bemmel nze eigen Ronald Meester heeft een boek geschreven waarover hij zélf beweert dat het eigenlijk overbodig zou moeten zijn. De titel van het boek is “Arrogant – waarom wetenschappers vaak minder weten dan ze denken.” Het boek zou overbodig zijn als wetenschappers bescheidener zouden zijn. Als zij zichzelf en andere mensen dus niet meer wijs proberen te maken dat zij meer wetenschappelijke kennis hebben dan in feite het geval is. Ik ben geen wetenschapper in de zin zoals de schrijver dat bedoelt: een fysicus, bioloog of chemicus. De wereld van deze beta-wetenschappers verschilt naar mijn gevoel wezenlijk van die van mijn vakgenoten, juristen en theologen/filosofen. Ik heb dus moeite moeten doen om mij goed in te leven in die ‘beta-wereld’. Er zijn in die wereld blijkbaar wetenschappers die beweren dat de wetenschap, althans in principe, alles kan verklaren. Echt álles: niet alleen de creatie van ons bewustzijn, maar ook van liefde, geluk, het ervaren van zin, van het goede, het ware, het schone, het heilige. De schrijver betwijfelt dat sterk, en voert daarvoor talrijke en
overtuigende argumenten aan. Zó overtuigend dat ik me heb afgevraagd of mensen die claimen dat de wetenschap voor alles een sluitende ‘darwinistische’ verklaring heeft niet zozeer arrogant zijn als wel on-wijs. Zij hechten zo’n sterk geloof aan het verklarend vermogen van de wetenschap, dat zij blind zijn voor de inherente beperkingen van welke wetenschappelijke activiteit dan ook. De schrijver verzet zich niet alleen tegen de veel te grote pretenties van vele wetenschappers, zijn boek kan ook worden gelezen als een krachtig pleidooi om deugdzaam te zijn. Niet arrogant maar bescheiden, niet on-wijs (zeg maar dom) maar wijs. Het boek bevat vele inspirerende wijsgerige beschouwingen die getuigen van een groot verlangen naar wijsheid, zoals bekend een van de vier kardinale deugden. Twee andere kardinale deugden komen, zeker impliciet ook ter sprake: moed en matigheid. Er is moed voor nodig om de deugd der wijsheid te beoefenen. En wellicht is nog meer moed nodig om de juiste maat te houden als wordt betoogd dat de wetenschappelijke waarheid is gevonden. Ik heb mij natuurlijk afge-
vraagd wat er nodig is om mensen zover te krijgen dat zij zich oefenen in deugdzaamheid, in het bijzonder in wijsheid, matigheid en moed. Sinds Aristoteles, de pleitbezorger van de deugdethiek, weten we hoe vreselijk moeilijk het is om deugdzaam te zijn, in ons doen en in ons laten. Ronald wijst met het oog hierop op de heilzame invloed van spiritualiteit, althans in de zin zoals hij die bedoelt. Je zou zelfs kunnen zeggen dat dit het hoofdthema van zijn boek is: “Onze cultuur en maatschappij lijken hun levensbeschouwelijke en filosofische dimensie te verliezen. (…) Mensen kunnen ziek worden als ze hun emoties en spirituele dimensie ontkennen. Ik denk dat dit, metaforisch gesproken, ook voor de samenleving als geheel geldt.” (p. 20) Ronald denkt dat een overmatig beroep op rede en wetenschap, zonder de bijbehorende wijsheid in acht te nemen, leidt tot zingevingsproblemen. In het hele boek wordt, zoals het hoort, toegewerkt naar een inspirerende slotbeschouwing over de relatie tussen wetenschap en spiritualiteit.
Drie van de vier kardinale deugden (moed, wijsheid en matigheid). Fresco door Rafaël Santi in de Stanza della Segnatura in het oude Apostolisch paleis in Vaticaanstad (de rechtvaardigheid is apart afgebeeld op het plafond)
Hooglandse Nieuwe februari 201 4 |
5
creatie
“Die omgewaaide plataan – wat is dat nou?” Creatie in hout en taal Ben Blonk
O
ver twee vormen van creatie wil ik schrijven. Creatie in hout, en creatie in taal. Omdat wij daar in de LSE direct mee te maken (zullen) hebben. Eerst over creatie in hout. Een vooraankondiging. “Toegewijde kunst” In de komende zomer staat in de Hooglandse kerk een achttal “Moderne Altaarstukken” opgesteld. Deze meer dan menshoge kunstwerken zijn gemaakt door de Amsterdamse beeldhouwster Hanneke de Munck in samenwerking met andere kunstenaars. Onder de titel “Toegewijde kunst – wat is er nog heilig?”, willen deze indrukwekkende creaties-in-hout ons, kijkers, aan het denken zetten. Ja, wat is er in deze tijd nog heilig? De
Hanneke de Munck en Hélène Min, ‘De Zondvloed’, drieluik, 2005. Div. houtsoorten, vissenhuid. Hoogte 255 cm
6 |
Hooglandse Nieuwe februari 201 4
altaarstukken dragen namen als ‘De Verwondering’, ‘Het Voedsel’, ‘Schreeuw in het heelal’, ‘De Leegte’, ‘Adam en Eva’… De expositie duurt van 17 mei tot en met 6 juli. De LSE organiseert rond deze expositie een ‘Leidse Lieddag” op zaterdag 17 mei; en voorts 4 themavieringen op de zondagen 18 en 25 mei en 1 en 8 juni. Bovendien een kinderdienst als afsluiting op 6 juli. U hoort hier later meer over – rond de expositie wordt een uitgebreid nevenprogramma aangeboden.[i] Creatie in hout Eén van de houten drieluiken, getiteld “De Zondvloed” (zie afbeelding), is gewijd aan de relatie van de mens met de natuur. Daarop is een oceaan van blauwe vissenhuiden te zien. En middenin twee houten dolfijnen. Door de kunstenares gehouwen uit een bij storm omgewaaide plataan uit het Vondelpark. En meteen komt dan dat bekende lied van Huub Oosterhuis in mijn gedachten. “Uit staat en stand”, over de omgewaaide, ontwortelde plataan. Laat dit nu precies het lied zijn dat Harry van der Horst citeert in de vorige Hooglandse Nieuwe[ii], als voorbeeld van een gekunsteld lied (‘vaagtaaltekst’) waarmee hij volstrekt geen raad weet. Hetzelfde geldt voor hem van het ‘Lied van weg en omweg’, ofwel ‘Die mij getrokken uit de schoot’[iii]. Omdat deze twee liederen nou net behoren tot de mooiste die ik ken, wil ik graag even reageren. Want ook hier gaat ’t om creatie. Creatie in taal.
Creatie in taal Lied van de omgewaaide plataan, is dat onbegrijpelijke poëzie? Wat heeft een boom met je geloof te maken? Laat ik maar meteen citeren uit de (ingekorte) toelichting die Huub Oosterhuis zelf ooit bij dit lied heeft gegeven.[iv]
“Die omgewaaide, ontwortelde plataan, - wat is dat nou? Welnu, dat is een poging tot vertaling van een oerbijbels beeld. In de bijbel gebeurt er van alles met bomen. Denk aan de parabel van Jotham (Richteren) waarin de bomen een koning kiezen. Ofaan de omgehakte boom in de liederen van Jesaja, die toch nog een twijgje weet voort te brengen. Ofde uitspraak van Jezus over de boom die uitloopt als de zomer nabij is - metafoor voor het koninkrijk van God. Al die beelden, en met name dat Jesajabeeld, heb ik gebruikt in de 1e strofe van het lied van de plataan. Plataan –een majestueuze boom, boom als een mens in de kracht van zijn leven. Maar we horen in het lied van ontworteling. Crisis die wij mensen, in onszelfofin anderen, kunnen meemaken. Vervolgens speelt het lied met de hoop op een uitkomst uit die crisis. Het beeld van licht onder zijn schors, vlaag van knoppen die op springen staan. - In de 2e strofe hetzelfde gegeven in een andere beeldspraak. Die is ontleend aan het dagelijkse omgaan van mensen met elkaar. Jij en jou, veel woorden, ook nietszeggende ofafgesleten woorden. Proberen aan dat sleetse te ontkomen, daaruit wegvluchten. Je heil zoeken hoog de bergen op. Waar het zo stil is dat je je eigen hartslag hoort, en daar op adem
creatie
UIT STAAT EN STAND Uit staat en stand en wijsheid losgewoeld. Omgewaaid. Ontwortelde plataan. Toen heeft hij licht onder zijn schors gevoeld, een vlaag van knoppen die op springen staan. Uit jij en jou en woorden weggevlucht. Ergens heen gejaagd. Boomgrens voorbij. Op adem komen in de dunne lucht, je eigen hartslag horen, vogelvrij. Uit eigen aard en huid naar iemand toe, Onontkoombaar. En niet wonen meer tot ik Hem, Hij mij vinden zal, en hoe een zee van dromen gaat in mij tekeer.
t. Huub Oosterhuis m. Antoine Oomen ‘met dank aan Bach’
komen. Dan ben je wel zo vrij als een vogel, maar tegelijk vogelvrij. Dat betekent dat mensen je zullen oordelen en er het hunne van zullen vinden, van die levensgang uit een crisis die je probeert te gaan. - De 3e strofe begint opnieuw met het woord ‘uit’. Het is dus een uittochtlied, het zijn beelden van ‘gaan naar’. Deze strofe gaat vooral over onontkoombaar verlangen. Even onmogelijk als een omgewaaide boom waaraan nog leven zou ontspruiten, ofeen tocht de bergen in naar de kern van je eigen wezen, even onmogelijk lijkt het om uit je eigen aard en huid weg te komen naar een A/ander toe. En toch probeert iedereen dat in z’n leven. ‘Naar iemand toe, - tot ik Hem, Hij mij vinden zal’ – wat is er eerst? Dat ik Hem vind, ofHij mij? Het is tegelijk, het is wederkerig. De Bijbelse beelden geven aan dat Hij ons vindt, en dat wij ons gevonden weten als Hij ons gevonden heeft. Daarover gaat ’t in dit lied. Over uittocht, over opstanding, over Verlangen - een vlaag van knoppen - je eigen hartslag - een zee van dromen… ”
Aldus Huub Oosterhuis’ antwoord op een vraag over het lied van de plataan. Inderdaad een van mijn lievelingsliederen (en ik weet: van velen met mij). Vanwege de sprankelende pianomelodie (‘met dank aan Bach’, schrijft Oomen). En vanwege de Bijbelse en poëtische zeggingskracht die mij diep weet te raken. Lied over existentiële ervaringen (crisis, uittocht, opstanding) die alleen in de zgn ‘tweede taal’ van metafoor en beeld zijn aan te duiden. Als ziekenhuispredikant heb ik vaak naast mensen gezeten die zich zo voelden. Ontworteld. Omgewaaid. Nu kan ik me voorstellen dat niet iedereen zo’n tekst meteen kan plaatsen. Soms is uitleg wenselijk. Soms moet je groeien (als je dat wilt) in een bepaald taaleigen. Zoals je een vreemde taal pas langzaamaan onder de knie krijgt. Een moeizame tocht soms, langs niet eerder gegane hoogten. Boomgrens voorbij. Maar als je volhoudt: onvergetelijk uitzicht.
liefhebbers. Als mens, als gelovige, als theoloog ‘woon’ ik in deze liederen. Wat mij betreft behoren ze terecht tot het huismerk van onze ekklesia. Niet omdat ze van Oosterhuis zijn, maar omdat ze het Bijbels visioen verwoorden met een poëtische kracht die mij (en anderen) al vele jaren draagt. Toch lijkt de indeling liefhebbers / nietliefhebbers me te zwart-wit. En zelfs gevaarlijk. Het risico bestaat namelijk dat we elkaar, ook in de LSE, in partijen zouden gaan indelen. De fans tegenover de haters. In de psychologie wordt dat verschijnsel “splitsen” genoemd: hoe meer de één iets (een lied, een persoon, een overtuiging) gaat ophemelen, hoe meer de ander zich ertegen gaat afzetten. Nee, dat moeten we niet hebben. Niets is helemaal zwart-wit. Ook ik vind niet alles van Oosterhuis even sterk. En ook de niet-liefhebbers zullen soms worden geraakt door zijn teksten, neem ik aan. ’t Was dus een goede gedachte van de redactie om over de liederen die wij in de LSE zingen [v] verschillende mensen aan het woord te laten. En hun inzichten naast elkaar te laten bestaan. Want dat is ‘ekklesia’- een beweging van mensen die wegen zoeken naar leefbare wereld. En gaandeweg het gesprek met elkaar aangaan. In veelsoortige, (hopelijk) verstaanbare talen taal van poëzie en stilte en muziek, van
Niet splitsen Harry van der Horst schrijft dat er liefhebbers en niet-liefhebbers zijn van de Oosterhuis-liederen. Dat is waar, en ik beken: ikzelf behoor al 40 jaar tot de Hooglandse Nieuwe februari 201 4 |
7
creatie beeld en gebaar en actie. En zo ruimte scheppen om in contact te komen met wat in onze tijd nog heilig is. Leidse Lieddag Tenslotte. Mede met het oog op de expositie “Toegewijde kunst – wat is nog heilig?” organiseert de LSE, in samenwerking met Haagse geestverwante gemeenschappen, de “Leidse Lieddag”. Dag van lied en muziek en beeldende kunst. Op zaterdag 17 mei, 10.00 – 16.15 uur in de Hooglandse Kerk. Voor velerlei koren/koorleden en losse zangers, kortom voor iedereen die van zingen houdt. We zingen oude en nieuwe liederen van Huub Oosterhuis die rijmen op de ‘Moderne altaarstukken’. Dus misschien ook wel – wie weet, onder het toeziend oog van de dolfijnen – het lied van de plataan. Ben Blonk is lid van de Schola en van de Leidse werkgroep ‘Toegewijde kunst’
[i] Een Leidse werkgroep bereidt, in samenwerking met de kunstenaars, deze activiteiten voor. Vanuit de LSE doen hierin mee: Bette Westera, Ineke Arnoldi en Ben Blonk; samen met mensen uit de Leidse Binnenstadsgemeente, de Bakkerij en de Leidse museumwereld. De opening van de expositie is gepland op zaterdag 17 mei om 17.30 uur, na de Lieddag. Naast de Hooglandse Kerk worden er altaarstukken opgesteld in o.a. de Bakkerij en de Openbare Bibliotheek. Het nevenprogramma omvat o.a. Studium Generale-lezingen, rondleidingen, schoolprojecten en een straatmaaltijd. [ii] Hooglandse Nieuwe van december 2013, p 14-15, ‘Een ander geluid over de teksten van Huub Oosterhuis’ [iii] Zie mijn artikel ‘The invisible pull’, in de Hooglandse Nieuwe van december 2012, p 4-5 [iv] Huub Oosterhuis improviseerde deze uitleg desgevraagd tijdens zijn lezing, getiteld ‘Taal waarin wij God verstaan’, op 25 november 1998 in de Thomaskerk te Zeist. Van 1994 tot 2000 was ik daar predikant. [v] Onze Schola-liedbundel omvat intussen zo’n 400 Oosterhuis- (en aanverwante) liederen
8 |
Hooglandse Nieuwe februari 201 4
De beeldhouwer de kunstschilderes en de creatiespiraal Monique van der Gaag De beeldhouwer “Kijk omhoog: zie, Hij heeft alles gemaakt. Dat staat in Jesaja, vers 40.” Ik klapperde met mijn oren. Ik ben altijd diep onder de indruk als mensen toepasselijke wijsheden uit de Bijbel kunnen citeren. “Je moet goed bedenken, dat er een wezenlijk verschil is tussen 'maken' en 'scheppen'.” Ik hing aan zijn lippen, vroeg mijzelf af of hierin een verhaal zat. Een verhaal over creatie, dat mij zomaar in de schoot werd geworpen op deze zondagmiddag? “Want wat ik in vijf minuten bedenk in mijn hoofd, kost mij maanden om te maken”, zei de beeldhouwer, waarna hij zweeg. De kunstschilderes “Creatie bestaat niet in deze dimensie. Pas wanneer je je hart opent, kom je in die zone”. Het leek alsof ze een toverspreuk uitsprak. “Vergelijk het met dansen. Als je beschaamd bent, dans dan vrij in het bos. Don't wait for the perfect moment. Make the moment perfect! Vandaag is de dag! Het creatieve proces begint met focussen, je aandacht op één punt richten. Op dat moment voel je je creatief: het is een geschenk, dat je geeft aan jezelf. Zo ervaren dichters, muzikanten en kunstenaars het. En schrijvers natuurlijk ook. De auteur van Zorba, de Griek zei het zo: 'He just sit down and the words came out.' Creativiteit is voor ons allemaal weggelegd”, sprak de kunstschilderes. De creatiespiraal “De natuurlijke weg van wens naar werkelijkheid! Dat is de creatiespi-
raal”, zegt Marius Knoope. Het visualiseren van een wens werkt bij mij heel goed. Ik zag het beeld heel helder voor ogen, voelde me blij en energiek. Geen berg te hoog, geen zee te diep. Ik paste de creatiespiraal met succes toe. Van positief geformuleerde wens in twaalf stappen op weg via verbeelden, geloven, uiten, onderzoeken, plannen, beslissen, handelen, volharden, ontvangen, waarderen en ontspannen. Als Artemis-mens ga ik graag vol kracht op mijn doel af. Maar wel
via 'smarti': het plan van aanpak maak ik specifiek, meetbaar, aanvaardbaar, realistisch en tijdgebonden. Een deadline geeft mij richting en vuurt mij aan. Focussen helpt. Vertrouwen op mijn keuzes ook. De i tenslotte staat voor inspiratie, waarbij ik graag om me heen kijk naar degenen die al verder zijn op het pad of die een stukje met mij meelopen om mij te helpen mijn creatie te verwezelijken. Soms komen wensen uit. Wees daarom voorzichtig met wat je wenst!
creatie
De schepping van Adam Roosmarijn Goldbach
W
anneer je midden in de Sixtijnse kapel staat en recht omhoog kijkt, zie je de Schepping van Adam van Michelangelo Buonarroti. Mijns inziens een van de mooiste fresco’s van deze briljante kunstenaar. Het is niet eens het fresco zelf waar het mij om gaat, maar vooral het welbekende detail waarin God en mens de hand naar elkaar uitsteken. Dit detail laat een beetje zien wie God voor mij is. Wanneer je alleen naar de reikende handen kijkt, zijn God en mens niet van elkaar te onderscheiden. Je weet niet wie wie is. Het toont dat God ons heeft geschapen naar hem toe. En dat hij daarom te herkennen is in de mensen om ons heen, in vrienden en familie maar ook in vreemden.
De reikende handen geven ook uitdrukking aan een wederzijds verlangen. Aan de ene kant de hunkering van de mens naar iets dat hem overstijgt, iets dat groter is dan hemzelf. Aan de andere kant het verlangen van God naar de mens, zijn behoefte om bij ons te zijn. De handen drukken voor mij uit dat God en mens niet zonder elkaar kunnen. Er is altijd verlangen, dat duurt “tot ik Hem, Hij mij vinden zal – en hoe”. Bovendien ontroert het mij dat de vingers van God en Adam zo dichtbij elkaar zijn zonder elkaar fysiek aan te raken. Enerzijds laat het zien dat God oneindig dicht bij ons is, anderzijds dat wij – hoe vol van verlangen ook – nooit helemaal één met hem kunnen worden. Wij kunnen hem niet aanraken en dus ook niet vasthouden. God is heel dichtbij, en tegelijkertijd
overstijgt hij ons. Tot slot is in de afbeelding de onzichtbare band tussen God en mens haast zichtbaar. Je voelt waar hij moet lopen. Die band betekent voor mij dat God ons nooit loslaat. Hij is altijd aanwezig, ook al merken wij daar vaak niets van. Soms ervaren wij deze verbinding wel, en leven wij op een net wat andere manier verder. In die zin schept God ons steeds opnieuw. De betreffende afbeelding fungeert momenteel als achtergrond op mijn laptop. Meestal ben ik druk aan het werk en besteed ik er nauwelijks aandacht aan. Maar soms neem ik bewust de tijd om de afbeelding een minuutje op me te laten inwerken, en voel ik me voor even geborgen.
Michelangelo, Sixtijnse kapel te Rome, plafondschildering: Schepping van de mens Hooglandse Nieuwe februari 201 4 |
9
creatie
Creativiteit bezit ieder mens Het liefst wil ik haar oproepen in kleine verhalen Lidy van der Spek
E
r was eens, héél lang geleden, een klein meisje dat op een dag de mazelen kreeg; dat gebeurde vroeger ook buiten de bijbelbelt. Ze kwam uit een groot gezin; haar moeder had wel wat anders te doen dan een ziek kindje voorlezen. Om klein kinderleed wat te veraangenamen kocht die moeder een katoenen schortje, waarop een patroon van bloemen en bladen in grote kruissteken was voorgedrukt. Het mazelmeisje
kreeg daarbij een naald, een botte schaar, verkleurend roze, blauwe en groene borduurzij uit de levensgrote naaimand. Nou daar ging die dan, grote kruissteken, grote sprongen voorwaarts. Maar o jé, het groen ging halverwege op; wat nu? De moeder had helemáál geen zin om nieuwe borduurzij te kopen, zonde van het geld! Ze spitte de mand om en jawel, daar kwamen nog enkele restjes groen tevoorschijn. Maar, wát voor groen? Totaal niet het groen waarmee mazeltje was begonnen, bovendien was het gedraaide koordzij. Probleem! Koortsige kwaaiigheid, dikke tranen, nog meer rode vlekken omdat het schortje nu héél STOM zou worden; dat moest de moeder toch snappen!
10 |
Hooglandse Nieuwe februari 201 4
Die werd plotseling zeer creatief; wat bracht zij te berde? ‘Maar Liedepiet (ja, ik was het dus), in de natuur zijn toch ook heel veel kleuren groen!’ Wat er toen binnen in mij gebeurde was waarlijk groots en meeslepend. Mijn schortje zou even mooi worden als de natuur zelve…... Ik stroomde over van blijdschap. Niet alleen mijn moeder was even (praktisch) creatief, maar dit inzicht is voor mij de aanzet geweest voor een weids perspectief van schoonheid; een creativiteitsexplosie! Ik ging wilder tekenen en kleuren, stopte in potjes water al roerend bessen, blaadjes, torretjes, mooie steentjes, lavendel en kikkerdril, zo mooi, zo mooi….. Ook op muziekgebied kwam die creativiteit triviaal om de hoek kijken. Als kind was ik dol op turnen, maar de gymnastiekvereniging in ons dorp ‘Pro Patria’ was aangesloten bij de KNGV en niet bij de CNVG. Dús mocht ik er niet naar toe, en mijn ‘openbare’ buurmeisje wel. Wederom groot verdriet! Niet alleen lange mat, ringen, bruggen, op muziek zwaaien met knotsen was heerlijk, ook de lange optocht die elke zomer werd georganiseerd samen met de plaatselijke harmonievereniging ‘Harpe Davids’. Malle Kees liep voorop, apentrots als tambour-maître, dan de hele fanfare waarachter alle leden van Pro Patria, uit volle borst zingend: “Turnen staalt spieren, voor sport staan wij altijd klaar. Pro patria, paraat, paraat, Pro patria, paraat!” Een zielige Liedepiet zat op het groene hek voor het huis verlangend te wachten op dat wondermooie gebeuren. Zacht gonzend hoorde je het ‘geluid der bazuinen’ aankomen, steeds voller, steeds klankrijker: tuba’s, trombones,
baritons, dwarsfluiten, bugels, trompetten en bekkens. En dan Pro Patria; de jongens in witte lange broeken, de meisjes in betoverende, witte klokrokjes, die op het ritme van de muziek meeklokten, zó mooi, zó mooi! Je kan het geloven of niet (daar weten wij nog steeds van mee te praten), het ontroerde mij tot in het putje van mijn ziel, met een zelfde overweldiging en weemoed die ik jaren later voelde, en ieder jaar weer voel, bij het beluisteren van Bachs Matthäus Passion. Ook deze optochten op warme zomeravonden hebben mijn ‘creativiteit’ en fantasie een zet gegeven (Licht dat mij aanstootte, zelfs in de avond). Zo kan je die trilling, die plotseling geopende vensters op allerlei manieren beleven. We hadden nog geen piano, die kwam pas in Huize Van der Spek toen ik tien jaar werd. Maar ik leerde mezelf orgelspelen met de Vox Humana en wat fluitregisters opengetrokken ‘Winter Adé, scheiden macht Weh’. Op de schommel in de kelder leed ik diep mee als ik in lange halen ‘Mijn verlosser hangt aan het kruis’ zong; waarachtig meelijden ging het beste op de schommel. En later op de piano hield ik de e-dis-e-dis-e wel een halve minuut aan, want daar werd Für Elise een stuk geheimzinniger van. Het had allemaal met Pro Patria en de fanfare te maken! Nog één gek verhaaltje. Richting Arnhem rijdend worden Hans en ik onweerstaanbaar naar ‘Het Planken Wambuis’ getrokken, een restaurant waar de kok weergaloze appeltaart bakt. Alleen het gezicht al van zo’n glanzende, geurende taartpunt met
creatie subtiel verborgen heerlijkheden verraadt creativiteit én Vakmanschap met een grote V. ‘Vakmanschap ontstaat alleen als een kunstenaar, een mens voortbouwt op het bestaande, op dat wat was en is. Een rijke traditie is de beste voedingsbodem voor creativiteit’. Dit is ongeveer de strekking van de lezing die Sir Ernst Gombrich in oktober 1982 hield voor een select gezelschap waaronder Koningin Beatrix en Prinses Juliana in het Paleis op de Dam. Traditie, je kan niet zonder. Ook die appeltaart heeft een referentiekader,
een rijk verleden. Op elk gebied kun je smullen van eigen (of andermans) schepping; en de ander, dat hoop je dan, eveneens! Je werkt je meestal wél een slag in ‘t rond om dat ’bijzondere’ te bewerkstelligen; en niet iedereen zal het waarderen. Toch geloof ik in kunst die boven de dingen uitstijgt. In het oeroude verhaal staat niet voor niets na elke scheppingsdag ‘en zie Hij zag dat het goed wás’. Er had ook kunnen staan ‘en zie Hij vónd het goed’. Dat werkwoord ‘zijn’ vind ik een stuk prettiger in dit verband dan ‘vinden’. Heb ik in de loop van mijn leventje wel eens gouden eieren gelegd? Een doodenkele keer, meestal niet, hoogstens dun verguld, ook leuk. Laat ik er een paar goeie uit pikken. In mijn medisch analistentijd in de Haagse Zuidwal genoot ik van alles, de sfeer, het onderzoek, van spannende co-assistenten en bovenal van haematologie. Achter de microscoop zijn mijn eerste ‘werken’ geboren. Je
weet niet half hoe mooi bloedbeelden zijn, jammer genoeg ook de hele foute. In mijn MO-opleiding Nederlands heb ik gedichten van o.a. Vasalis, Anna Bijns, Kopland leren slurpen, in de Ekklesia Huub; daardoor woorden in textiele werken verstopt. Mijn doctoraalstudie Cultuurwetenschappen met hoofdvakken Visuele Kunst en Muziekwetenschap was (bijna) helemaal één groot inspirerend feest. Johan Vetter heeft mij het geheim van pianospelen leren inzien (niets anders dan de juiste noot op de juiste plek op de juiste tijd indrukken, ja, ja!) In bijna dertig jaar recenseren heb ik de diepte en hoogte en omvang van muziek gezocht, en vaak doorvoeld. En ik kan behoorlijk goed appeltaart bakken! Maar wijs en creatief opvoeden vind ik een stúk moeilijker en dat is eigenlijk veel belangrijker….. Kort door de bocht: Of het nu gaat om een adembenemend oratorium of een droompaleis, een kruidige pruimen/notentaart of een bezwerende Djembé-happening, een intrigerend schilderij of Steve Jobs’ grootse design, een spannende scriptie of een verruimende liturgie, ze ontstaan bij de gratie van (geest)driftige scheppingsdrang. Dat de ene schepping hoger boven het maaiveld uitstijgt dan de ander maakt de grafiek op zich al een kunstwerk; zet hem maar in kleuren uit! En wat zijn we zonder maaiveld; geen poot om op te staan. Wie weet…., zet de Creator óns aan tot scheppen. Als je de overweging van Co Kooman van enkele weken geleden tegen het Licht houdt dan heb je wel een kansje dat ‘Ik zal er zijn’ meekijkt, erbij zal zijn. Nou ja, dat hoop ik! Als je goed kijkt is er in mijn werk altijd iets dat omhoog wil, wel behoorlijk gehavend, maar toch. Ik wil best een beetje uit de klei getrokken worden door een lieve boetseerder, eentje die het beter overziet dan een mensje.
Creatie Marga Bakker
B
egin januari heb ik elf dagen in Rome rondgewandeld. Veel moois en ook veel minder moois gezien. Of misschien was het voor een ander wel mooi, maar voor mij te overdadig met goud en zilver behangen. Een bijzondere ervaring was de rust in de Sixtijnse Kapel, waar ik ruim een uur kon zitten rondkijken. Wat een prachtige creatie! Elke centimeter is ingevuld met symboliek in prachtige kleuren. Extra imponerend als je bedenkt dat er zeven jaar is gewerkt om vanuit een diepe overtuiging dit kunstwerk vorm te geven. Wat me ineens opviel was het verschil tussen de beelden van Adam en God. Adam is een mooie, maar wat lusteloze man die in de symboliek van Michelangelo nog aangeraakt moet worden door ‘de geest van God’. Hij staat er (nog) alleen voor. God is veel dynamischer en wordt mede gedragen door de figuren om hem heen. Zij zijn meebepalend voor de energie die God kan uitstralen naar Adam. Hij heeft hen kennelijk graag om zich heen en heeft ze, volgens Michelangelo, ook nodig. Of is dit teveel ‘inlegkunde’ vanuit de geest van deze tijd? (de afbeelding die hier wordt beschreven, is te zien op pagina 9)
Hooglandse Nieuwe februari 201 4 |
11
creatie
Creatief met de Klassieken Minke Hazewindus
W
anneer ik vroeger vertelde dat ik classica was, werd ik meestal met een mengeling van ongeloof, verbazing en medelijden bekeken. Zei ik daarentegen dat ik kleuterjuf was of gymnastieklerares, dan werd dat klakkeloos geloofd. Het feit dat talen een eigen, vaak intrigerende schoonheid kunnen hebben, ook Oude, dode, en dat ze gesproken werden door mensen en dat je dus via de taal die mensen kunt leren kennen, lijkt nog steeds niet voor iedereen vanzelfsprekend. Een voorbeeld Toen ik eens Herodotus las met een klas, viel me op dat er in zijn Historien, het oudste ons bekende Griekse geschiedwerk, nogal wat 'losse' verhalen staan. Dit zijn verhalen die hij vertelt n.a.v een bepaalde opmerking, bijvoorbeeld dat de Perzische koning Darius het plan had opgevat het wilde land van de Skythen binnen te gaan. Hij schetst dan de vreemde gewoonten van barbaarse stammen daar in de
amazones op arardenwerk
12 |
Hooglandse Nieuwe februari 201 4
buurt, met als laatste die van de Sauromaten. Hij dekt zich in door te beginnen met 'men zegt over hen het volgende'. Dan vertelt hij een afgerond verhaal, compleet met dialogen en een plot. Het verhaal van de Sauromaten gaat over de Amazonen, wel bekend bij de Grieken als zeer strijdlustige en tegelijkertijd sexueel bijzonder aantrekkelijke dames. Als er toevallig een aantal van hen in het land van de Skythen is geland, krijgen jonge Skythen de opdracht niet met hen te vechten, maar hen in alles te volgen, want de Skythen willen graag martiale kinderen van hen. Aangezien dit geen aktie is die de integriteit van de Amazonen aantast, nemen dezen wel onverwachts het initiatief over, maar er volgt geen bloedige afrekening. De jonge Skythen trekken, anders dan hun vaders bedoelden, op verzoek van de Amazonen met hen weg en vormen met hen een nieuwe stam, de Sauromaten, van wie de vrouwen paardrijden en vechten net als hun moeders. De meisjes mogen pas trouwen als ze een vijand gedood hebben. Sommigen blijven dus levenslang ongehuwd. Als het verhaal is afgelopen, keert Herodotus terug naar zijn geschiedenis, in dit geval dus naar koning Darius en zijn plan het land van de Skythen binnen te trekken. Ik werd nieuwsgierig naar zulke verhalen en ontdekte dat er een aantal is met een bepaalde opbouw. Het gaat dan om de actie van een man of een groep mannen waar een of meer vrouwen bij zijn betrokken. Als de actie de
integriteit van de vrouw of de groep vrouwen aantast, laat ze eerst niets merken, maar na enige tijd reageert ze en neemt het initiatief geheel over, met vaak bloedige gevolgen voor de man/groep mannen. Herodotus lijkt ons hierbij bewust op het verkeerde been te zetten door de vrouw(en) eerst af te schilderen als volkomen passief, als willoos, soms heel mooi 'dom blondje', om haar ongeveer halverwege het verhaal onverwachts zeer actief en zelfbewust de leiding te geven.
De man wordt gereduceerd tot letterlijk en figuurlijk lijdend voorwerp. Het vinden van zulke patronen en het ontdekken van zulke verhalen van ca 2500 jaar oud die blijkbaar gewaardeerd werden, want overgeleverd, geeft plezier en zet aan het denken. Ook vroeger lagen patronen niet vast en schreef een man, Herodotus in dit geval, over vrouwen die de moed hadden om zelf na te denken en te handelen. Hieruit moge blijken dat het bestuderen van oude, 'dode' talen wel degelijk heel plezierig en verhelderend kan zijn en ons leert dat ook heel lang geleden al vrouwen wel degelijk de gang van de geschiedenis beslissend konden beinvloeden.
creatie
Creativiteit is sleutel tot vooruitgang Rob van den Boom
H
et woord 'creatie' ken ik eigenlijk enkel uit de mode. Tijdens een modeshow zul je snel horen: "Model X toont nu deze prachtige creatie van couturier Y…." Maar misschien moeten we het woord wat breder interpreteren, door kort stil te staan bij het begrip 'creativiteit'. Chomsky over creativiteit In het net verschenen februari nummer van het blad 'Filosofie' trof ik een interview aan met de bekende Amerikaanse denker Noam Chomsky, wat onder andere over creativiteit ging. Hierin wordt creativiteit op een mooie manier gedefinieerd als 'het oneindig gebruik van eindige middelen'. Geen verenging tot kunst of zo, maar het gebruik van denkkracht, ideeën en middelen om problemen op te lossen of om in behoeften te voorzien. Chomsky verwijst naar uitspraken van Descartes, Von Humboldt en Rousseau. Deze beschouwden creativiteit als een kerneigenschap van de mens. Mensen verlangen er naar om de wereld te onderzoeken en om te creëren. Juist de vrijheid tot denken maakt creativiteit mogelijk, in taal, in ideeën, in handelen. Kern van Chomky's betoog is dat sociale arrangementen, of instituties, de randvoorwaarden moeten scheppen voor die creativiteit. Lange tijd is mensen die creativiteit ontzegd, door hen onderwijs te onthouden, door sociale controle of door regelrechte onderdrukking door de staat. Chomsky is inmiddels 85 jaar, en hij is nooit te beroerd om een stevige duit in het zakje te doen. En passant doet hij
in het interview nog even een vernietigende aanval op de bezuinigingsbeleid in de EU en Nederland, en op de privatisering van het onderwijs in het Verenigd Koninkrijk, waardoor in zijn visie de welvaartsstaat wordt vernietigd en daarmee het sociale contract, domein van rechten en vrijheid, wordt aangetast.
ker dan veel vormen van ontwikkelingshulp. En daarmee zeg ik niets nieuws: de bekende Indiase econoom en Nobelprijswinnaar Amartya Sen schreef dat al in 1999 in zijn boek " Vrijheid is vooruitgang". Voor Sen is de essentie van vooruitgang en ontwikkeling, het verruimen van de vrijheid van mensen, zowel als doel en als middel. Hij introduceerde naast het belang van economische vooruitgang, het concept van 'menselijke ontwikkeling' en menselijke waarden, wat binnen de internationale ontwikkelingssamenwerking een centrale plaats gekregen heeft.
Creativiteit vergt vrijheid Terug naar creativiteit. Juist in arme landen zijn de problemen veelal zo groot dat alle zeilen bijgezet moeten worden om verbeteringen te realiseren. En daarom is juist die individuele en collectieve creativiteit zo cruciaal. Met andere woorden, het bewerkstelligen van grotere vrijheid van individuen en gemeenschappen, opdat die creativiteit kan opbloeien, is misschien belangrij-
Haarlemmerstraat Als ik op zaterdagmiddag door de Haarlemmerstraat loop ben ik altijd onder de indruk van het aantal en de diversiteit van mensen. Ik probeer me dan voor te stellen hoe elk individu een bepaalde potentie, capaciteit en creativiteit vertegenwoordigt. Welnu, op onze planeet zijn we inmiddels met zes miljard mensen, en mogen we er van uit gaan dat de meesten met die capaciteit, denkkracht en creativiteit haar/zijn leefsituatie zal willen verbeteren. Het is dus zaak dat enorme potentieel te ontketenen, te stimuleren en te ondersteunen, zowel op individueel als op collectief niveau, opdat honger en armoede definitief geëlimineerd worden. Dat is inderdaad een zaak van grotere vrijheid, van het elimineren van onderdrukking en oorlog. Of ben ik nu te idealistisch?
Leonardo da Vinci vliegende schroefen 'dragende' vleugel Hooglandse Nieuwe februari 201 4 |
13
creatie
Creatief vertellen…
O
Desirée van Keulen
nlangs koos vertellend Nederland de verteller en de jonge verteller van het jaar. Het was dat God niet mee deed… Anders had Hij natuurlijk meer dan glansrijk gewonnen, getuige het eerste scheppingsverhaal uit Genesis: “Toen zei God: ‘Er moet licht zijn’ En er was licht. En God zag dat het goed was. ”
God creëert volgens de schrijver een goede wereld door te spreken! Even verderop in het tweede scheppingsverhaal brengt Hij de mens tot leven door ons zijn adem in te blazen… En ook Jezus is een verhalenverteller pur sang: hij vertelt de ene na de andere gelijkenis… Verhalenvertellers bevinden zich dus in zeer goed Gezelschap. Een gezelschap dat noodt tot grote bescheidenheid en tot diep respect voor andere vertellers en verhalen. Anderzijds: de discipelen wordt opgedragen te ev-angeliseren: de goede boodschap verder te vertellen. Vertellers hoeven dus ook niet zo bescheiden te zijn dat ze uit ontzag hun mond houden… Vertellers (her)scheppen met hun woorden werelden. Met hun gebaren, stem en verbeelding. Ze blazen de personages uit het verhaal leven in. Dat is per definitie een creatieve daad, zelfs als het verhaal door een ander bedacht is. Het is de adem van de verteller, zijn lichaam, zijn stem, die het verhaal verklankt. Volgens sommige vertellers moet een verteller eerst de emoties van het verhaal verwerken. Dan pas kan hij het vertellen. Zo voorkomt hij dat zijn eigen emoties de luisteraars in de weg staan. Ik zelf ervaar het anders: de verteller is een klankkast voor het verhaal. Wie luistert er naar een verhaal zonder een spoor van emotie? Een verteller
14 |
Hooglandse Nieuwe februari 201 4
nodigt luisteraars uit om samen met hem de wereld van het vertelde verhaal binnen te stappen. De gevoelens van de verteller mogen het verhaal niet overheersen. Anders gaat de aandacht naar zijn emoties in plaats van naar het verhaal. Als geen ander kan een schrijver/verteller van perspectief wisselen. Roodkapje heeft iets anders te vertellen dan de boze wolf. De Rijke heeft een ander verhaal dan de arme Lazarus. Abraham is keihard als de rijke hem om hulp smeekt. Hij is het enige personage in
het verhaal waarvan wij te weten komen wat hij vindt. Maar vaak ook vertelt een verhalenverteller vanuit de rol van de alwetende… Hij weet wat alle personages (inclusief dieren en bomen…) denken en voelen. Ook in die zin is de verteller een schepper: hij kan personages tot leven brengen door van perspectief te wisselen en zo onze blik verrijken. In de literatuurwetenschap wordt wel gewerkt met de tekstdriehoek: auteurtekst-lezer. Een vergelijkbare driehoek kun je trekken tussen verteller, verhaal en luisteraar. Maar met een groot ver-
schil. Een schrijver werkt met 'afstandsbediening'. De verteller met nabijheid: de driehoek is een drie-eenheid: het verhaal slaat een brug tussen verteller en luisteraar. Als het gaat om een bestaand verhaal, dan heeft zelfs het verhaal een eigen identiteit, een eigen bestaansrecht. Ik heb wel eens in een verhaal het verhaal aan het woord gelaten: ‘Ik moet verteld worden’! De verhalenverteller moet met respect naar een verhaal luisteren voordat het zijn mond verlaat. Wat wil het verhaal vertellen? Wat is de (goede) boodschap van dit verhaal? De moraal? Mijn eerste vertel-juf leerde mij dat de moraal van het verhaal de reden is waarom je het verhaal vertelt. Het heeft een paar jaar geduurd voordat ik begreep wat zij daarmee bedoelde. Kauw er maar eens op. Ook als het gaat om een ander soort teksten dan verhalen, zoals de Psalmen of brieven uit de Bijbel, kan het waardevol zijn om er als een verteller/voorlezer mee om te gaan. Wat wil de schrijver mij met deze tekst vertellen? Welke emotie voel ik als ik de tekst proef? Hoe klinken de woorden van dit personage? Volgens de schrijver? Volgens mij? Boos, verdrietig, verbaasd? Hoe klinkt “Prediker”? Kan ik de klankkast zijn van deze tekst? Wil ik deze tekst wel verklanken? Of staat de tekst / de boodschap mij zo tegen dat ik de eer aan een ander laat? Als ik niet achter de tekst sta, komen de woorden toch niet tot hun recht. Of laat ik mijn ‘weerzin’ mee-klinken? Vertellers in Nederland, in West-Europa, zijn de kunst van het vertellen als
creatie het ware opnieuw aan het uitvinden. Verhalen als amusement, verhalen als educatie of een combinatie van die twee. Welke wereld schep ik met mijn verhaal? Hoe vertel ik integer als een bank mijn opdrachtgever is? Is vertellen in te zetten voor een rechtvaardiger wereld? Laat sommige verhalenvertellers het maar niet horen: ze zijn soms eigenlijk ook een soort evangelisten… Een ontwerpster die met slechtziende kunstenaars probeert verhalen met geuren te illustreren? Hoe verrijkt dat ons? Engelse vertelsters die afreizen naar Zuid-Afrika om daar mensen uit townships te ondersteunen bij het vertellen van hun verhalen over recht en onrecht, hoop en wanhoop. Een verteller uit Nederland die naar Zuid-Afrika gaat om met zijn methode ‘De dans van de held’ townshippers te steunen bij maatschappelijke problemen. Met de helden uit deze vertelmethode worden perspectieven verlegd en grenzen overschreden. En deze verhalenvertelster mag graag bruggen slaan naar de werelden waarin ouderen met dementie rond dwalen. U weet toch dat helden in verhalen draken verslaan en schatten vinden? Zo toveren verhalenvertellers werelden om tot ‘paradijzen’, verslaan ‘monsters en laten ‘schatten’ glanzen. Noem dat maar eens niet crea-tief! Blinde kunstenaars illustreren van verhalen met geuren: www.weergaaf.nl , Carlijn Stevens Vertellen in Zuid-Afrikaanse townships: www.schoolofstorytelling.com/southafrica-bursary-appeal.html De dans van de Held, Marcel van der Pol: http://www.keridwen.nl/info_dedansvandeheld.php
Creatie als goddelijk scheppingsproces
I
Michelangelo di Lodovico Buonarroti Simoni
k stond voor het beeld. Een woeste emotie beving mij. Mijn hand greep een ijzeren staaf, (ik weet nog dat ik dacht: Waarom doe ik dat…?) en beukte ermee op de knie van de profeet Mozes. En in wanhoop schreeuwde ik: “Maar spreek dan tegen me, verdomme… Spreek!” Mijn assistenten keken verbijsterd toe. Wat doet Michelangelo nu, gaat hij zijn meesterwerk vernietigen?? Gelukkig kwam ik weer snel bij zinnen. Er zat maar een klein krasje op het kniegewricht van het beeld. Het is vreemd met mij gesteld. Dag en nacht tuimelen half duistere beelden door mijn hoofd. Voor mij zijn dat geen bedenksels, maar levende wezens die in mij leven en rondwoelen. En die moeten op de één of andere manier eruit. Duizenden schetsen heb ik gemaakt. En al die lastige bezoekers, die mij in mijn werkruimte komen bezoeken, smeken mij om een tekening, om een memento van mij, die de bijnaam heeft: il divino. Maar voor mij is het duidelijk, dat als er iets goddelijks aan mij is, dan heeft de Allerhoogste dat in mij gelegd. Ik ben slechts zijn Werktuig. Dus al die bewondering stoort mij. Ik sluit me op in mijn huis en atelier. En geef mij over aan het scheppen van datgene wat in mij geboren wil worden. Dag in, dag uit. Als ik uitgeput ga slapen, dan neem ik zelfs niet de moeite om me om te kleden. En als ik ontwaak, dan eet ik snel een korst brood om daarna weer met de beitel in de hand aan het werk te gaan. Als een bezetene, wat u zegt, maar ik kan niet anders. Al die creaturen branden letter-
lijk in mij, zij willen in de stoffelijke wereld vorm krijgen. Dit is mijn missie, mijn passie. Het mooiste voorbeeld hiervan is wat er gebeurt als ik een stuk marmer in bezit krijg. Mijn eeltige handen strelen dan het ruwe marmer, en het klinkt bizar, maar ik voel dan letterlijk de vorm in het steen zitten. Ik “zie” een mens die nog enkel maar bevrijd hoeft te worden uit het omliggende gesteente. Andere kunstenaars moeten eerst moeizaam voorwerk verrichten voordat zij aan het echte werk beginnen. Maar ik kan meteen aan de slag. Als een waanzinnige hak ik eerst de grove stukken weg. En dan langzaam maar zeker komt de figuur tevoorschijn. Een immense ontroering bevangt mij dan: eerst was je er niet, en nu verschijn je dan aan mij. Het is als een geboorte. Met mij als vroedvrouw. Op het laatst is het alleen maar nog schuren en bijwerken. Dan komt een andere (zelden geziene) kant van mij naar boven. Met een oneindig geduld schaaf en vijl ik. Ik streel het beeld, veeg het laatste steenstof van je schouders. Voor mij leef je. Eerst in mijn hoofd, daar door de grootste Schepper van allen, neergelegd. En nu in vaste vorm, in mijn handen. Una grande gioia. En soms is deze ervaring zo sterk dat ik tegen mijn beelden praat. Ik kan het bijna niet verdragen dat zij stom zijn, zij die zo dwingend spraakzaam waren in mijn geest.. Vandaar mijn geschreeuwde smeekbede: “Spreek, verdomme, spreek dan tegen mij… ”
Hooglandse Nieuwe februari 201 4 |
15
creatie
Creatie
het lef om nieuwe ideeën uit te proberen Nina Kortekaas
V
ijf jaar geleden kwam ik de Leidse studenten Ekklesia binnenwandelen voor een yoga workshop. Net terug uit Afrika zocht ik als kersverse studente kunstzinnige therapie mijn weg in de Leidse studentenstad. Sinds die tijd ben ik blijven hangen bij de Leidse studenten Ekklesia als programmacommissielid en heb ik diverse activiteiten georganiseerd. Nu, vijf jaar later kan ik mezelf Kunstzinnig therapeut noemen en ben ik opnieuw student. Dit maal op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Toen mij werd gevraagd een stukje te schrijven over creatie dacht ik, dat kan toch niet moeilijk zijn? Zijn we niet allemaal de hele dag door aan het creëren? Kunstenaars van ons eigen leven? Ieder op zijn of haar eigen manier? Toen ik er wat langer over nadacht dwaalden mijn gedachten af naar afgelopen zomer. Ik was in Oeganda en hing samen met een Oegandese vriendin boven drie teilen gevuld met water en zeep en een gigantische berg kleding om te wassen. Alle kindertjes die mij elke ochtend kwamen wekken renden om ons heen. Opeens had ik een idee. Ik doopte mijn vingers in het water en begon te tekenen op een rand van steen, dat bedekt was met dikke laag rode stof. De kinderen volgden met glinsterende oogjes mijn bewegingen en voor ik het wist was er een levendig Afrikaans dorp ontstaan, gemaakt door de verschillende kinderhandjes. Compleet verrast door de creatie ren ik naar binnen om mijn fototoestel te halen. Maar als ik terug kom is het dorp compleet verwoest. Ook dat is creëren, het vergankelijke.. zoals een bloem beginnend in een knop, uitgroeiend tot een stralende bloem en vervolgens te vergaan om ruimte te maken voor iets nieuws.
16 |
Hooglandse Nieuwe februari 201 4
In diezelfde zomer, een paar maanden voor ik naar Oeganda ging bracht ik veel tijd door in het Leidse Hout. Ik was druk aan het solliciteren en ik voelde mij bijna schuldig er zoveel tijd door te brengen. Maar het wandelen en schrijven tussen de bomen inspireerde mij. Heeft u weleens ervaren hoe elke boom een totaal eigen gevoel kan oproepen? De treurwilg aan het water die stilstaat en met zijn takken
Het leven is wat je er zelfvan maakt! hangend naar de aarde reflecteert op het leven? Of de zomereik die zich met zijn zwierige bladeren en kroon nieuwsgierigheid naar alle kanten uitrekt? De stilte en het karakteristieke van de bomen deed mij bewust worden van een enorme drang iets vanuit mijn ervaringen en passie te creëren. Durf ik van de geijkte paden af te wijken? Al wandelend in het zonnetje werd mijn nieuwste idee geboren “een project voor Afrika.” Kent u dat gevoel, wanneer passie en het idee elkaar raken? Dat je er zoveel energie van krijgt dat je dag en nacht kunt doorgaan? De vraag die daarop volgde was er één
vanuit het rationele. Ja maar hoe dan en wat dan precies? Het eerst zo gecreëerde beeld leek opeens veel minder aantrekkelijk en van een heel ander karakter te zijn dan het vluchtige ontstaan van een idee. Toch heb ik doorgezet. Samen met mijn moeder ontwerp ik een creatieve training om jonge vrouwen in Zimbabwe voorlichting te geven over HIV en Aids door middel van theater en kunst. Heerlijk dat ik allemaal creatieve oefeningen mag bedenken. Zo terugkijkend op dit proces stel ik mezelf de vragen: “Waar komt een idee vandaan?” en “welke voorwaarden heb je nodig om iets te kunnen creëren?” Vanuit mijn persoonlijke ervaring kan ik kort en bondig antwoorden. Een idee ontstaat in een flits vanuit inspiratie en ervaring zomaar op de fiets of onder douche. Voor mij betekent creatie het lef om nieuwe ideeën uit te proberen. Je laten verleiden door je gevoel en deze op één lijn brengen met je verstand. Creatie betekent beweging, soms zonder duidelijke richting, niet wetend waartoe het leidt. Maar ook iets geheel of gedeeltelijk laten vallen, vertrouwend op de wetenschap dat er iets nieuws zal ontstaan. Ik sluit af met een gezegde die ik veel in Afrika hoorde ‘Het leven is wat je er zelf van maakt!
creatie
Creatief met voedsel bij “Zinvol Koken” hoe je met weinig middelen een verantwoorde maaltijd op tafel tovert
T
Wil Heesakkers
ijdens het diaconaal weekend van 13 november vorig jaar heeft Françoise Weber (foto), predikant van de Waalse kerk, het startschot gegeven voor het project: Zinvol koken.
Het houdt in een 3-delige kookworkshop waarin de deelnemers aan het werk gaan met de vraag: hoe kun je met weinig geld toch gezonde maaltijden op tafel zetten, wat zijn gezonde maaltijden en wat inspireert je in het leven; waar ga je van glimlachen. Het wil mensen al doende leren minder afhankelijk te zijn van hulpverlening zodat ze weer de regie over hun eigen leven krijgen. Een kook-atelier start zodra er een sponsor gevonden is (voor de ingrediënten) en een passende locatie waar voldoende ruimte en faciliteiten zijn om te koken en gezamenlijk te eten.
In de opstartfase van het project hebben bijv. de Waalse Kerk, de Oud Katholieke Kerk en de Stichting Community Service Rotary Leiden al een atelier financieel ondersteund. Omdat ik wilde weten hoe de deelnemers zelf deze kookworkshop vonden, heb ik mij - met toestemming begeven naar een kookatelier in volle actie in Leiden Zuid-West. Ik trof er negen enthousiaste vrouwen bezig met het bereiden van een maaltijd met behulp van een 4-pitsgasstel en een elektrische oven. Het waren vrouwen die elkaar voordien niet of nauwelijks kenden. Ik hoorde er Nederlands, Frans en Marokkaans spreken. Er werden grapjes gemaakt. De kinderen waren in de crèche. Er was één coördinator, en twee assistenten. Voor elke deelnemer was een pakketje ingrediënten klaargezet om het geleerde thuis te oefenen. Het gezamenlijk bereide menu bevatte drie gerechten, en de recepten daarvan staan aanschouwelijk voorgesteld in een handige receptenmap. Per keer leert een groepje van twee één onderdeel (viskoekjes, Griekse groenteschotel, koekjes en toetje), zodat je na drie keer het hele menu beheerst. Er wordt ook uitleg bij gegeven waarom een eiwitrijk menu op basis van bonen (en melkproduct) en vis beter is dan een menu met veel koolhydraten. Na de kookworkshop moet de eigen creativiteit op gaan bloeien, om recepten van thuis, of dat nu Afrika of
Nederland is, te gaan aanpassen aan de formule van Zinvol koken: eiwitrijk en niet duur, wat neerkomt op vegetarisch of met vis, met vaak als basis wortelen of knollen van de voedselbank. Het was een enthousiast stel mensen, dat deelnam. Ik heb me alles, ook de
recepten, goed laten uitleggen en als visvegetariër met een diaconaal hart vond ik het een prima initiatief. Ze vroegen meteen of ik bleef mee-eten, maar omdat ik familieverplichtingen had, moest ik de uitnodiging met spijt afslaan. In de loop van het jaar zult u zeker meer vernemen over het Zinvol kokenproject.
goedkoop en gezond eten!
Hooglandse Nieuwe februari 201 4 |
17
creatie De creatie van .... onvoorwaardelijke liefde
Jenneke steekt van Wal
Edo en Marianke Schraa-van Schie Eerder konden jullie al lezen wie wij zijn en hoe onze kinderwens uiteindelijk werd vervuld met de geboorte van onze eerste zoon, Jurre. Zonder een reden werd onze kinderwens niet vervuld. Na een medisch traject werden wij zwanger en waren wij gezegend met de geboorte van een gezonde zoon. Altijd hebben wij een kinderwens van twee kinderen gehad en hoopten dat het geluk ons nogmaals gegund werd. Dit maal wisten we iets beter wat ons te wachten zou staan in het medische traject. Makkelijk was het zeker niet, maar de wens was zo groot. Tussen werk, vrienden en huishouden door hebben wij zeven pogingen gedaan en het leek ons toch weer gegund. Onbeschrijflijk en zo eng. De zwangerschap en bevalling liepen voorspoediger dan we ooit hadden durven dromen. Dat je als ouders onvoorwaardelijke liefde hebt voor je kind, direct vanaf de geboorte hadden wij al mogen ondervinden. Heel bijzonder was het om na de geboorte van onze tweede zoon, Hidde, te zien dat zijn grote broer hetzelfde onvoorwaardelijke gevoel had en na vijf maanden nog steeds heeft. Op 8 december 2013 is Hidde gedoopt door Christiane. Heel bijzonder voor ons aangezien we eerder samen met Christiane en haar gezin samen doopouders waren. Tijdens de voorbereidingen vroeg Christiane aan de doopouders wat je je kind mee wilde geven tijdens de doop. Voor ons was dat heel duidelijk. Wij willen onze kinderen het warme bad en de onvoorwaardelijke liefde meegeven die wij binnen de Ekklesia ook ervaren. Wij hopen nog vele jaren met u allen in de Ekklesia van vele bijzondere momenten te mogen genieten!
Tadaa! Bij het woord ‘creatie’ zie ik meteen een Franse chefkok voor me, die een mooi gerecht op tafel zwiert. Zo één met een hoge witte koksmuts en een kunstzinnig snorretje, die in de keuken van zijn Parijse restaurant met kruiden goochelt, uit de ene pan wat proeft en het met wat gesis bij een ander potje voegt; kortom, die vol inspiratie nieuwe gerechten creëert. Of anders een flamboyante schilder die experimenteert met kleuren en vormen, soms een moeilijk gezicht trekt en daarna een dramatisch eindpunt op het doek zet. ‘Et voilà!’ hoor ik haar al zeggen, ‘mijn beste creatie!’ Zelf voel ik me zelden zo. Niet dat ik nooit inspiratie heb –ik probeer heus soms iets uit een kookboek, en ik teken tijdens saaie vergaderingen prachtige mandala’s- maar om nou iets echt een ‘creatie’ te noemen… Daarvoor moet het toch Groots En Meeslepend zijn! Wat er uit mijn handen en hoofd komt is toch niet het predicaat ‘creatie’ waardig? Maar ja, je raakt zó gauw gewend aan je eigen gedachten en talenten dat ze nauwelijks interessant meer lijken. Een van de promovendi in ons project had daar last van toen hij zijn onderzoek presenteerde. Hij combineerde heel creatief twee ideeën uit de literatuur met elkaar en vond het eigenlijk niets bijzonders: dat wist toch iedereen al? Om je eigen kwaliteiten te zien heb je vaak iemand anders nodig die je erop wijst dat niet iedereen dat zomaar kan. En daarna moet je ook zelf nog ervan overtuigd zijn: hee, dit gaat mij goed af! Maar dan nog gaat het er misschien wel om dat je ‘t met toewijding doet en met overtuiging presenteert. Een kennis met een passie voor kokerellen zette een heerlijk ruikende lasagna op tafel en verontschuldigde zich meteen dat het niet geheel volgens het recept was en waarschijnlijk niet zo lekker zou smaken. Wat een contrast met haar echtgenoot die zomer: “Alstublieft! Een meesterwerk van de lekkerste steak en heerlijkste hamburgers!” Vol trots presenteerde hij het halfzwartgeblakerd resultaat van een tijd knoeien bij de barbecue. Maar hij had zijn best gedaan, en dan mag het toch –of het nu een essay, appeltaart of tekening is- best een creatie heten. Maak dus van je kopje koffie of die ene e-mail morgen eens een toegewijde creatie! Hooglandse Nieuwe februari 201 4 |
18
vieringen
Hooglandse Vieringen Iedere zondagochtend om 11.45 uur Hooglandse Kerk Leiden
De diensten zijn (ook achteraf) te beluisteren op: www. kerkomroep. nl
OVERZICHT Beelden van God 16 februari Karin van den Broeke 23 februari Christiane van den Berg 2 maart Rob van Waarden met Roosmarijn Goldbach De paarse gedachte 9 maart Christiane Berkvens 16 maart Christiane van den Berg 23 maart Prof. Jon Schilder (Christiane van den Berg liturg) 30 maart Pieter Dronkers (Henk Schouten liturg) 6 april Cor van Bree 13 april Christiane van den Berg
creativiteit in beelden vrouwelijke beelden beeldloosheid inkeer vergeving Preek van de Leek waarheidsvinding passie Palmzondag
Goede week 17 april Christiane van den Berg 18 april Henk Schouten (Mattheüspassion van Schütz) 19 april Christiane van den Berg
Witte donderdag Goede vrijdag Paaswake
Paastijd 20 april 27 april 4 mei 11 mei
Pasen Beloken Pasen
Henk Schouten Karin van den Broeke Jan Delhaas Ruben van Zwieten (liturg Jac van der Hoeven)
Cor van Bree Als dit nummer verschijnt, start de serie ‘Beelden van God’. Voor informatie hierover wordt de lezer naar het vorige nummer van dit blad verwezen. 9 maart is de eerste zondag van de Veertigdagentijd. In deze bijzondere periode van het kerkelijk jaar wijden we ons ditmaal aan de “paarse gedachte”. Dit roept associaties op met een politiek gebeuren (dat weer helemaal actueel is): een samenwerking van liberaal en socialistisch zonder dat de christen-democratie eraan te pas komt. Proberen ook wij met onze diensten tegenstellingen te overbruggen? Je zou het bijna willen zeggen: vergeving en waarheidsvinding, inkeer en passie. Maar het zijn misschien schijnbare tegenstellingen: is er vergeving mogelijk zonder dat de waarheid aan het licht
gekomen is? en wisselen inkeer en passie elkaar niet af? Zowel op 23 als op 30 maart hebben we een gastspreker in ons midden. Op de 23e wordt de overweging door Prof. Jon Schilder gehouden, hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Het is dan tevens de eerste Preek van de Leek. Op de 30e spreekt Pieter Dronkers, manager van het Centre for Learning and Dialogue in Nes Ammin (Israël). Zoals aan de meeste lezers wel bekend, is Nes Ammin een leefgemeenschap die zich inzet voor een dialoog tussen joden en christenen en tussen joden en arabische israëli’s. Het precieze thema is nog niet bekend. 13 april vieren we Palmzondag; daarna volgt de Goede Week met het bekende drietal diensten (het triduüm). Op Witte Donderdag schuiven we aan bij de
Binnenstadsgemeente, die bij de Paaswake dan weer onze gast is. Sobere maaltijd en Vesper op Aswoensdag 5 maart 2013 Traditiegetrouw zal er weer een sobere maaltijd plaatsvinden in het Hooglandse Huys op Aswoensdag. Aanvang 18.30, en aansluitend is er een Vesper in het Hoogkoor van 19.30 - 20.00 uur. Het thema van de maaltijd is: "Zoek de stilte; wat beweegt je". De kosten zijn 4 euro met eventueel wat extra voor een goed doel (nu nog niet bekend). Opgaven vóór 28 februari bij Wil Heesakkers,
[email protected].
Hooglandse Nieuwe februari 201 4 |
19
bestuur Diac.info vanuit Diaconaal Centrum De Bakkerij Anonieme gevers: bedankt! De diaconieën in De Bakkerij ontvingen aan het eind van 2013 giften, waarvan de afzenders niet te achterhalen zijn, zodat het moeilijk is hen een bedankje te sturen. Daarom via deze weg: hartelijk bedankt, anonieme gevers! 65 jaar Mensenrechten Op 10 december 2013 was het precies 65 jaar geleden dat de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens werd aangenomen in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. De Bakkerij besteedde daar op 10 december, in samenwerking met de werkgroepen Missie, Ontwikkeling en Vrede (MOV) en Zending, Werelddia-
conaat en Ontwikkelingssamenwerking (ZWO) en Amnesty International Leiden aandacht aan via een mailingen posteractie. De poster werd toegezonden aan kerken, scholen, winkels en openbare gebouwen, met de vraag hem zichtbaar op te hangen. In de Universele Verklaring worden de grondrechten van de mens omschreven. De Verklaring is nog altijd van grote betekenis en wordt vaak gebruikt als bron voor een nieuw internationaal verdrag of een nationale grondwet én als basis van het werk van mensenrechtenactivisten en -organisaties. De Universele Verklaring begint met: Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Deze tekst heeft begin jaren negentig op de zijmuur van het politiebureau aan de Langegracht gestaan, maar is inmiddels niet meer zichtbaar door bebouwing. Op 10 december 2013 werd
een ingelijste poster met de tekst aangeboden aan burgemeester Henri Lenferink en wethouder Roos van Gelderen, met het verzoek om een nieuwe permanente plek of muur te vinden in Leiden voor deze tekst, het zo belangrijke begin van de Universele Verklaring. Schending van mensenrechten komt helaas nog in veel landen voor, voorbeelden zijn daarvan te over: vandaar deze actie van Amnesty International Leiden, Diaconaal Centrum De Bakkerij en MOV/ZWO Leiden. Burgemeester Lenferink heeft toegezegd er voor te zullen zorgen dat er weer een goed zichtbare plaats in de stad wordt gevonden om door middel van deze tekst iedereen te herinneren aan de noodzaak en de actualiteit om mensenrechten blijvend te waarborgen.
Uitgangscollecten 23 februari Stichting Putri Kerahiman (ST. Diaconaal Hulpfonds LSE NL42INGB0003313366 o.v.v. Kinderhuizen Nico Dister) de volgende collectedoelen hebben een ANBI-status:
30 maart St. C.O.M.E. ( Driebergen-Rijsenburg): NL04INGB0003733187 en Nes Ammim Nederland: NL51INGB0000055556; De opbrengst van deze uitgangscollecte wordt verdubbeld en 50/50 verdeeld. 20 april St. Straatpastoraat Leiden nr NL21TRIO0390490814 18 mei Exodus NL27ABNA054.31.04.044 Exodus Leiden Leiden, 3 december 2014 Geachte Dames en Heren, Tot ons grote genoegen zagen wij afgelopen week uw vorstelijke bijdrage onder de omschrijving “extra gift” van maar liefst € 1000,00 op onze bankrekening bijgeschreven. Wij danken u én de gemeenteleden hartelijk voor deze zo spontane bijddrage, die voor ons “zomaar uit de lucht kwam vallen”. Wij danken u niet alleen voor deze bijdrage maar oook voor het vertrouwen, dat in Exodus Leiden wordt gesteld. Mede door dit soort giften weten wij ons zeer in ons werk gesteund. Uw bijdrage zullen wij graag ten goede laten komen aan onze bewonersactiviteiten. Op dit moment leggen onze bewoners en de Christelijke studentenvereniging Panoplia de laatste hand om onze huiskamer in 2014 een nieuw en fris aanzien te geven. Uw bijdrage stelt ons in staat nu iets extra’s te doen. Hierbij bieden wij u ook graag een kleinigheid aan, namelijk de toekomstkalender voor 2014. Exodusbewoners (waaronder twee uit ons huis) staan te trappelen om het verleden definitief aft e sluiten en zo weer te integreren in de samenleving. Hopelijk weet u voor deze kalender een passende plaats te vinden. Wij wensen u een inspirerende feestmaand toe1 U nogmaals dankend voor uw donatie, verblijf ik, mede namens het bestuur van Exodus Leiden, w.g. W.Th.C. van Doorn Exodus Leiden. De kalender zal verloot worden onder de leden van de Stuurgroep Diaconie, WH
20 |
Hooglandse Nieuwe februari 201 4
Debatavond op 2 april Op woensdag 2 april biedt de LSE in samenwerking met de Universiteit Leiden een Debatavond aan over het nieuwe boek 'Arrogant' van Ronald Meester Academiegebouw, Rapenburg 73, Klein Auditorium, aanvang 20.00 uur Joep Stassen leidt het gesprek tussen Ronald Meester (hoogleraar wiskunde), Gijsbert van den Brink (hoogleraar theologie) en Maarten Keulemans (wetenschapsredacteur Volkskrant).
bestuur Opening door Carel Stolker (rector magnificus).
' Waarom wetenschappers vaak minder weten dan ze denken' Ronald Meester onderzoekt in zijn boek de reikwijdte van de wetenschap, door een wijsgerige studie van concrete voorbeelden uit de biologie en de natuurkunde. Hij concludeert dat de aanname dat we in een wetenschappelijk beschrijfbare wereld leven tot grote problemen leidt, en pleit voor een realistischer beeld van wat wetenschap vermag. Dit gaat gepaard met een kijk op de wereld waarin de levensbeschou-
Op vrijdag 20 juni biedt het cluster van de Binnenstadsgemeente, de Marekerkgemeente en de LSE een optreden aan van Vocalgroup Choral.
welijke kant alle aandacht krijgt die ze toekomt. Het populaire beeld waarin wetenschappers uitgaan van wat objectief waar is, en waarin gelovigen alleen maar iets geloven, is een verkeerde voorstelling van zaken. Het is in zijn ogen tamelijk arrogant om te denken dat je weet hoe de wereld in elkaar zit.
Zij voeren het project
'Chagall, de schilder en de liefde' uit.
Aanvang: 20.00 uur Locatie: Marekerk
Rap100 produceert stroom! Hans Feitsma en Arie Hoeflaak Een mooi gezicht: sinds 29 januari draait in ons pand Rapenburg 100 de stroommeter (soms) niet rechts- maar linksom. Dat betekent dat onze zonnecollectoren stroom leveren als de zon schijnt, ook ’s winters. De beheerscommissie heeft zich uitgebreid georiënteerd op de mogelijkheden en uiteindelijk gekozen voor het aanbod van Solar-systemen in Noordwijk. De prijsverschillen tussen de drie mogelijke leveranciers waren niet echt groot, maar een paar factoren gaven de doorslag. Om te beginnen: de kwaliteit van het product. Hoewel Chinese collectoren niet door ieder als de beste worden beschouwd, hebben we ons laten overtuigen door de gunstige garantiebepalingen op levensduur en geleverd vermogen (zie afbeelding hieronder).
Wat ook hielp was het aanbod van Solar-systemen om door de Sinterklaasstorm van begin december vorig jaar weggeblazen dakpannen gratis te vervangen. Ook het verbinden per wifi met internet om de prestaties van onze zonnecollectoren te kunnen registreren – toch nog wel een gedoe – was bij de prijs inbegrepen. We gaven deze plek om zonlicht om te zetten in stroom de naam ‘Zonnegloren’. Er liggen nu 12 collectoren op het dak, onzichtbaar vanaf de straat, een eis van de gemeente voor ons historische pand (zie foto).
Wat het rendement op lange termijn zal zijn is nog niet te voorspellen. Op het
moment van schrijven van dit stukje (30 januari) is de prille stand van zaken:
We lezen daar ook op af hoeveel bomen er worden geplant door onze energiebesparing en hoeveel CO2 –uitstoot we voorkomen. De commissie heeft zich niet alleen laten leiden door argumenten van financiële aard, maar streeft er ook naar om het pand duurzamer te maken. Zo willen we niet alleen werken aan winning, maar ook aan besparing van energie. Als we de vervanging van de verouderde, want energievretende, koeling in de barruimte hebben gerealiseerd denken we voorlopig de grenzen van verduurzaming van een historisch pand te hebben bereikt. Hooglandse Nieuwe februari 201 4 |
21
hoogstpersoonlijk Op zaterdag 18 januari is op 80 jarige leeftijd in de Lorentzhof overleden TINEKE WOELDERS
In de jaren 70, 80 en 90 van de vorige eeuw heeft Tineke zich verdienstelijk gemaakt voor de Leidse Studenten Ekklesia op het secretariaat en ook in de werkgroep Diensten. Op donderdag 23 januari is er een herdenkingsbijeenkomst gehouden, waarna ze is gecremeerd. We gedenken haar met eerbied en genegenheid. Het LSE-bestuur
Nieuwe maandagavondserie 'In gesprek met …' Iedereen heeft wel een beeld van andere landen en culturen in de wereld. Door studie, vakantie, boeken, documentaires en reisverhalen op tv… Maar hoe is het om langere tijd ergens te wonen en te werken? En wat was de reden om die stap te zetten? Mensen uit de LSE-kring hebben we gevraagd daarover met ons in gesprek te gaan. Na de succesvolle serie vorig jaar kunt u opnieuw In gesprek met. Op drie maandagavonden kunt u op Rapenburg 100 in gesprek met mensen die jarenlang in het buitenland hebben vertoefd. Aanvang 20.00 uur. 10 maart: Theodor Wübbels (1960) over zijn omzwervingen op aarde als missionaris Dr. Th. Wübbels werkt via het bisdom Rotterdam en in samenwerking met de Leidse Studenten Ekklesia als studentenpastor. Ook is hij beschikbaar als pastor voor de Hogeschool Leiden. Als missionaris van Mill Hill heeft hij gewerkt in Congo, Brazilië, Kenia en in Nederland (bisdom Groningen-Leeuwarden en bisdom Rotterdam). In 1990 werd hij tot priester gewijd. 24 maart: Maaike Hoffer en Pieter Dronkers over hun leven op Nes Ammim en de Stichting COME Dr. Pieter Dronkers is predikant en werkt in Nes Ammim als manager van het Centre of Study and Dialogue. Hij is verantwoordelijk voor een subsidieprogramma ter ondersteuning van de dialoog. Hij is gepromoveerd op een analyse van het publieke debat over de veronderstelde spanning tussen burgertrouw en religieuze verbondenheid. Maaike Hoffer is in Nes Ammim geboren en woonde daar tot haar achtste. Zij studeerde Hebreeuws en Arabisch in Groningen. Zij woonde enige tijd in Egypte, Syrië en Palestina. Zij werkt nu voor Stichting COME, die ontmoetingsseminars voor Israëli’s en Palestijnen organiseert. Door haar vriend Pieter is zij nu weer betrokken bij Nes Ammim. 7 april: Herman en Wies Obdeijn over hun leven in Marokko Dr. H.L.M. Obdeijn was ontwikkelingswerker en diplomaat in Tunesië en Marokko. Daarna was hij universitair hoofddocent Noord-Afrikaanse geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Hij heeft diverse boeken geschreven over de geschiedenis van Marokko. Hij was de initiatiefnemer voor de herdenking van 400 jaar Marokkaans-Nederlandse betrekkingen in 2005. Vanwege zijn verdiensten voor Marokko is hij geridderd door de koning van Marokko, een unicum voor een Nederlander. Zijn echtgenote Wies heeft in Tunesië en Marokko gewerkt als arts in 'moeder-en-kind-zorg'klinieken.
22 |
Hooglandse Nieuwe februari 201 4
Boodschappenlijstje voor de Voedselbank Ook in 2014 heeft de Voedselbank behoefte aan eiwitrijke producten voor de voedselpakketten voor haar cliënten. Daarom hier weer
Pastoraat in de gevangenis De helft van de deurcollecte met kerstmis was bestemd voor het pastoraal fonds van de stichting Solide. Deze stichting ondersteunt de pastor en de dominee van de gevangenis Zoetermeer bij hun werk. Dat doet zij in natura, door vrijwilligers te werven en te begeleiden die binnen de muren assisteren bij de kerkdiensten, de gespreksgroepen en speciale projecten ten behoeve van de gedetineerden. Maar ook springt zij financieel bij. Zij subsidieert het kledingmagazijn dat door de pastorale dienst is opgezet voor mannen die worden ingesloten met de kleding die ze aan hebben en niet over een netwerk beschikken dat hen van een ‘verschoning’ kan voorzien. Er wordt daarvoor in Zoetermeerse kerken regelmatig kleding ingezameld, maar met name ondergoed en sokken kunnen dankzij Solide nieuw worden gekocht. Daarnaast voorziet Solide in de benodigde gelden als er voor het pastoraat belangrijke zaken moeten worden aangeschaft waarin het ministerie niet voorziet. Zo kon er een beroep op haar worden gedaan toen er een camera en inbrandapparatuur moest worden aangeschaft voor het DVD-voorleesproject. Daardoor werd en is het mogelijk dat gevangenen met kinderen onder de tien jaar maandelijks een kinderverhaaltje kunnen voorlezen. Dit wordt gefilmd, ingebrand op een DVD en door de Geestelijk Verzorger opgestuurd naar de kinderen van de gedetineerden. Daardoor kunnen zij thuis weer regelmatig kijken naar de papa zoals ze hem kennen. Een groot succes, voor alle betrokkenen!
23 |
actiefen informatief
even het boodschappenlijstje: vis en vlees in blik, peulvruchten (gedroogd of in blik), noten, houdbare melk, gedroogde vruchten, volkoren granen, zilvervliesrijst, zonnebloem- of olijfolie en kruiden. Inleveren kan in De Bakkerij en in verschillende kerken.
VSH banden
Een pand beheren is ook zo nu en dan een pand een beetje opruimen. In het archief van de LSE werd gevonden een stevig diplomatenkoffertje met tientallen VHSbanden . Die stammen nog uit de jaren
80/90 (naar schatting) van de vorige eeuw.
Binnenkort starten een aantal workshops waarin gedetineerden o.l.v. een kunstenares maskers kunnen schilderen: wat ziet de buitenwereld van jou en hoe zou je willen zijn? Zowel de kosten voor het materiaal als de begeleiding worden gedragen door Solide. Ook (anderstalige) bijbels en andere geestelijke literatuur die relevant zijn voor het pastoraat worden door haar betaald.
In die tijd organiseerden Jac en Karin filmavonden, met discussie na. Voor zover er nog films worden vertoond op Rap100 staan die op dvd, en een VHS-recorder (gestolen) + tv-toestel hebben we allang niet meer. Toch zou het zonde zijn om de videocassettes weg te gooien, er zit bij voorbeeld de prachtige serie Dekalog van Kieslowski bij. Ze zijn dus te geef, voor wie nog een VHS-recorder heeft. Of de kwaliteit na al die jaren nog optimaal is is natuurlijk de vraag.
Naast de middelen voor het pastoraat voor groepen gedetineerden kan er ook in situaties van individuele nood worden voorzien door Solide. Het komt regelmatig voor dat gedetineerden vrij komen en niets meer hebben. Zelfs geen IDkaart hebben die nodig is om je bij allerhande instanties aan te melden en in te schrijven. Door Solide kunnen we dan het geld ‘lenen’ om minstens een ID-kaart aan te schaffen. Soms verstrekken we telefoonkaarten aan mensen zonder middelen, dragen bij aan opleidingen die zij willen gaan volgen, of helpen een gezin aan een openbaar vervoer kaartje om hun vader een keer in de gevangenis op te kunnen zoeken.
Wie belangstelling heeft kan contact opnemen met Arie Hoeflaak, tel. 5766977, e-mail
[email protected].
Kortom, de beperkte middelen waarover het fonds beschikt, worden op uiterst efficiënte wijze benut. We zijn afhankelijk van particuliere giften, dus als u ook ná kerstmis zou willen bijdragen dan is uw gift zeer welkom op rekeningnummer NL26 RABO 0160 1645 32 t.n.v. de stichting Solide, Zoetermeer. Namens het bestuur van de stichting Solide én de gedetineerden dank ik u allen zeer hartelijk voor uw royale gebaar met kerstmis. Maria Draaijers R.K. gevangenispastor
Hooglandse Nieuwe februari 201 4
Het volgend nummer van
Hooglandse Nieuwe komt uit op 13 april met het thema
actief Kopij uiterlijk op 31 maart aanleveren bij:
[email protected] Hebt u van dit nummer genoten? Of hebt u zich geërgerd? Of wilt u in gesprek met een auteur"Geef het op bij de redactie:
[email protected] actief in 600 woorden Wat zet u in beweging? Waarin bent u actief in de samenleving? Vanuit welke motivatie doet u het? Heeft u er zelf ook wat aan? Wat is uw ervaring? Zomaar wat vragen ter overweging. Graag lezen we over u binnen die organisatie, club of dat fonds, groot of klein, waar u actief in, bij en/of voor bent.
kinderpagina
Creatief met slingers Bette Westera
In Ghana, waar nog wouden zijn met metershoge bomen, zo hoog dat je het eind niet ziet, alleen maar het begin, zó hoog dat het haast niemand lukt om in de top te komen, daar woont de slingeraap, met zijn vriendin. Het levensdoel van deze aap is alles te versieren met slingers wilde wingerd en lianen en klimop. Het leven, vindt hij, is een feest. En feesten moet je vieren vanaf de grond tot in de hoogste top. Hij maakte alle bomen mooi, nauwkeurig en zorgvuldig, met slingers en met vaantjes van bananenbomenblad. Het duurde wel een jaar, maar hij was vreselijk geduldig. En toen had hij de laatste boom gehad. Ziezo, zei hij, dat is gebeurd. Wat kan ik nu versieren? Hij keek nadenkend om zich heen: er was genoeg te doen. De bergen? Nee. De beken? Nee. Misschien de vrouwtjesdieren? Natuurlijk. Kijk, daar loopt het parelhoen. Dag hoen, zei hij beleefd. Wat zit u prachtig in de veren. Mijn naam is aap. Staat u mij toe dat ik u wat versier? O nee, zei juffrouw parelhoen. Dat zou ik niet proberen. Ik ben verloofd, dus doe mij een plezier ... Dan niet, besloot de aap en hij begaf zich naar de arend, die ergens in de bergen zat te broeden op haar ei. Wát wilt u? Mij versieren? Nou, u bent wel érg voortvarend. Nee slingeraap, u lijkt me niks voor mij. De aap was diep teleurgesteld. Wie moest hij nu proberen? De emoe? Of misschien de leguaan, die was zo knap. Toen zag hij in de verte twee charmante vrouwtjesberen. Aha, dacht hij. Twee vliegen in één klap.
Hij vleide vlug zijn allermooiste slinger om hun schouders. Heel teder en beslist niet ongevaarlijk, achteraf. Want beide beren bromden: Foei! Wij roepen onze ouders. Ga weg, blijf met je slingers van ons af! Geschrokken ging de aap naar huis, waar zijn geliefde wachtte. Ze vlooide hem en vroeg verliefd: Vandaag nog iets versierd? De aap vertelde van de beren. Zijn geliefde lachte. Hij zei: ik heb het helemaal verstierd. Welnee, zei zijn geliefde teder. Blijf de boel versieren: de bomen en de bladeren, de bergen, alles kan. Versier wat je versieren wilt, behalve vrouwtjesdieren. Daar komt alleen maar ongenoegen van. 24 |
Hooglandse Nieuwe februari 201 4