Hooglandse Nieuwe
informatieblad voor alle geïnteresseerden rondom de Hooglandse Vieringen van de Leidse Studenten Ekklesia
negende jaargang, nr. 4 september 2013 € 2 (gratis voor leden)
MENS Hooglandse Nieuwe september 2013 |
1
9e jaargang, nummer 4, september 2013
Rapenburg 100 2311 GA Leiden 071 - 513 4558
€ 2 (gratis voor leden van de LSE)
[email protected] www.ekklesialeiden.nl www.rapenburg100.nl
Hooglandse Nieuwe is het blad voor alle geïnteresseerden rondom de Hooglandse Vieringen van de Leidse Studenten Ekklesia. Het verschijnt zes maal per jaar. Redactie Bep van Houten, Tine van Iren, Job van Keulen, Wim Schouten, Edo Schraa, Jan Slotboom, Myranda Wilbrink Opmaak Jan Slotboom Kleurenversie downloaden www.ekklesialeiden.nl Abonnement € 20 per jaar Nieuwe abonnees opgeven bij het secretariaat Kopij voor het nummer van 3 novemver (Allerzielen) met het thema 'ZIEL' uiterlijk op 20 oktober 2013 aanleveren bij:
[email protected] of bij secretariaat LSE, Rapenburg 100, 2311 GA Leiden, t.n.v. Bep van Houten, o.v.v. kopij HN PASTORES Rob van Waarde, studentenpastor (PKN) 0641935997,
[email protected] Tobias Karsten (Hum. studentenraadsman), 0653583081,
[email protected] Theodorus Wübbels, studentenpastor (RK)
[email protected] Christiane van den BergSeiffert participantenpastor (PKN), 0715125137
[email protected] Henk Schouten, participantenpastor (PKN)
[email protected] 0715218723 Jac van der Hoeven, participantenpastor (RK),
[email protected] 0715224801 Christiane BerkvensStevelinck, academie predikant (Rem.),
[email protected] 0102298774, www.moederoverste.nl VERENIGING LSE Opgeven als lid: www.ekklesialeiden.nl Dagelijks bestuur: Amos Kater,
[email protected] Marga Bakker, vicevz,
[email protected] Wim Schouten,
[email protected] Johan de Groot, penningmeester@ekklesia leiden.nl
Nederigheid kleibeeld van Deodaat Visser Hilversum, www.kleibeelden.nl
En verder: 20 Overzicht Hooglandse Vieringen 21 Mededelingen van het bestuur Afscheid Elise Woertman Studentenpastor Theodor Wübbels stelt zich voor 22 Maandagavondlezingen: Religie buiten de kerk LSEborrel Open huis Rap 100 23 El Cid kleurt je wereld 24 Renovatie Rapenburg 100 25 Hoogstpersoonlijk Kees de Groot (19472013) Lenie Koolhaas (19502013) Gedoopt: Tirza Boer 26 Tijd van oorlog, tijd van vrede ...? Desirée van Keulen 27 Actief en informatief Hospice Issoria Wij helpen daar 28 WeekendKlas Exodus 29 Vrolijkheid Waterdragers voor Afrika 30 Kinderpagina's
REKENINGNUMMERS 481 9829 Vereniging LSE Leiden voor alle vrijwillige bijdragen voor lidmaatschap: € 25 (studenten € 12,50) per jaar 331 3366 Stichting Diaconaal Fonds Hulpver lening LSE Leiden voor alle diaconale giften. Beide rechtspersonen zijn erkend door de fiscus. Uw giften zijn aftrekbaar.
2 | Hooglandse Nieuwe september 2013
Dit nummer is opgemaakt met het gratis programma Scribus
Mens
redactioneel
Wim Schouten
I In dit nummer over
Mens
3 Redactioneel Wim Schouten 4 Icoon van God Jan Delhaas 6 Medemens Ton Snepvangers 8 Heel de mens Jan de Bruijne 9 Mens en dier in de Bijbel Huib Godding 10 'Niemand wordt het moe om hulp te geven' Rob van den Boom 12 Over dierentuinen, godsdienst en een dode kever Bette Westera 13 Mens Lia van der Laan 14 De relatie menshuisdier anno 2013 AnneMarie Lindner 15 Spreekuur Lineke van der Weij 16 Klein drama in de Scheveningse bosjes Lineke van der Weij 17 Gaudete! Teilhard de Chardin SJ 18 De mens als kroon op de schepping? René Fraters 19 Ook maar een mens Jenneke van der Wal
n dit nummer van de Hooglandse Nieuwe staat de mens centraal. Wat maakt een mens tot mens? Wat onderscheidt mensen van dieren? Wat betekent het om mens te zijn? Het eerste boek van de bijbel gaat over hoe het menszijn ooit begon. Daarin boei en mij vooral twee dingen: de bomen en de visie dat de mens niet is gescha pen om alleen te zijn. Laat ik beginnen met de bomen. De bekendste is die van de kennis van goed en kwaad. Het is denk ik essenti eel voor ons mens zijn dat we van die boom gegeten hebben. Volgens Frans de Waal heeft overigens ook de bonobo dat gedaan. In de bespreking van Frans de Waal’s boek over de bonobo en de 10 geboden vertelt Rob van den Boom ons daarover. Dat bonobo’s moreel ge drag vertonen wil evenwel nog niet zeggen dat ze ook van de boom gege ten hebben. De kennis van goed en kwaad impliceert dat je betekenis legt in je handelingen, gevoelens enz.. Dat is anders dan een instinctief moreel handelen. Meer hierover valt te lezen bij Lia van der Laan. Zij legt de nadruk op de unieke gave van de mens om een identiteit te ontwikkelen, keuzes te ma ken en de vraag te stellen naar de die pere zin van alles. Helaas is de kennis van goed en kwaad niet altijd zichtbaar in het handelen van mensen. Zie bij voorbeeld de gifgasslachtofferbeelden uit Syrië in het journaal. Die riepen bij mij de vraag op, wanneer je ophoudt mens te zijn, of beter gezegd je als mens te gedragen. Dat is voor mij het moment waarop je de vruchten van die beruchte boom uit het oog verliest in je handelen. Dat lijkt op Hannah Arendt's banaliteit van het kwaad. Wreed en slecht gedrag is (helaas) niet on menselijk. Maar als het vanzelf sprekend wordt, zonder je bewust te zijn van de betekenis ervan, dan wordt het onmenselijk. In Genesis wordt nog een andere bijzondere boom genoemd. Dat is de levensboom, die van het eeuwige leven. Door de kennis van goed en kwaad is de mens bijna aan God gelijk geworden. Bijna, want God zorgde er wel voor dat de mens van de levensboom afbleef. Daarmee zijn we weliswaar het evenbeeld van God ge worden, maar dan op aarde met alle aardse tijdelijkheid en onvolmaaktheid van dien. Jan Delhaas legt in zijn bij drage de nadruk op dit aardse van de mens. De mens hoort om te zien naar de aarde, en niet te proberen op te zien
naar wat er hem boven het hoofd hangt, de hemel. En daarbij dient de beperkte menselijke maat in het oog gehouden te worden. Megalomane dromen horen bij goden, niet bij mensen. Misschien ver klaren die megalomane dromen wel het banale, ontmenselijkende kwaad. Waar mensen zich goden wanen, verdwijnt de menselijkheid. Daarom moesten we in het paradijs van die levensboom af blijven. Daarmee blijven we onvol maakt en hebben we behoefte aan heelmeesters als Jan de Bruijne. We horen bij de aarde en bij de natuur waar we onlosmakelijk mee verbonden zijn zoals René Fraters schrijft. Daarin spe len naast bomen ook dieren een be langrijke rol. In de bijbel is dat vaak een symbolische. Daarover, en over wat de bijbel ons leert over de omgang met domme bontjes en het bestieren van dieren schrijft Huib Godding. Over onze omgang met dieren, in dierentui nen, schrijft Bette Westera. Zij prikt daarbij de mythe door van het dier dat in de vrije natuur zo goed af zou zijn. Lineke van der Weij sluit daarop aan met haar observaties in de wachtkamer van de dierenarts. Dan ten slotte de visie dat de mens niet geschapen is om alleen te zijn. Daarom hebben we medemensen, naasten. Daarover schrijft Ton Snepvangers. In navolging van Jezus moeten we ons volgens hem niet afvragen wie onze naasten zijn, maar wiens naaste wij kunnen zijn. Dat is een heel andere in valshoek dan in onze netwerksamen leving gebruikelijk lijkt te worden. Je naasten niet kiezen op grond van het nut dat ze voor je kunnen hebben, maar omgekeerd. Dus niet vooraan staan bij de mooien, mietersen en machtigen, maar klaarstaan voor de verschoppe lingen van de aarde. Zodat bij voorbeeld niet, zoals Annemarie Lindner schrijft, de honden worden uitgelaten terwijl de bejaarden binnen hunkeren naar een wandeling. Wanneer we die keuze maken, dan gaan we goed om met wat we opgedaan hebben bij de boom van de kennis van goed en kwaad. Niet geschapen om alleen te zijn, en dankzij de boom van de kennis van goed en kwaad voorzien van het ver mogen om de juiste manier van om gang met de Godgegeven naasten te kiezen, zijn we mensen op aarde. Niet meer, wel soms minder in al onze aardse onvolmaaktheid. Dat is het thema van dit zeer menselijke nummer van de Hooglandse Nieuwe.
Hooglandse Nieuwe september 2013 |
3
mens
ICOON van God Bijbelstheologische notities over Adam, mens
Lied van nacht en dag Leegte, schaduw, damp. Niets is alles, kaf, moeite, maar vergeefs. Zwoeger in de zon, daar, dat stukje land zal je grafkuil zijn. Lichaam, koud van zweet, vrouw die kind´ren baart voor een leven pijn man die zaait en bouwt, zanger van het lied, zoetste minnares: liefdes spel verdoft liefde vlucht voor dood. Niets beklijft, geen woord. Maar bedrog schrijdt voort als een god in goud. Leugen duurt het langst. Wijsheid schuifelt heen. Gekte paradeert. En de patser praalt met zijn groot gelijk van geweld en geld,
Jan Delhaas 'De' mens bestaat niet. Mensen be staan in soorten en maten. Ieder op een eigen manier. Vrouwen en man nen met een eigen verhaal. Overal. Wereldwijd. Gebonden aan tijd en ruimte. Verhalen van een geslaagd leven staan naast diep tragische ver halen. Verhalen ook waarin mensen elkaar het leven, maar ook de dood aan doen. Individueel, maar ook in sociale en politieke structuren.
met zijn laatste woord. Mensen, zwak van wil, harten woest en leeg, vallen hem te voet. Recht wordt weggehoond. Onrecht maakt het. O god, er is geen god. Waar is dit, zo waar dat elk mens het weet, of je wil of niet. Maar soms minder waar. Want nog is er licht, alle dagen weer licht dat ziende maakt, dat ons doet bestaan dichter bij elkaar dat het hart verwarmt en de schamperheid van de mond verzacht. Ken je dat verhaal van de eerste mens, van die eerste twee? Toen de avond viel
W
at is dat eigenlijk: menselijk leven? De bijbel heeft daar een visie op. Direct al aan het begin van deze verzameling Joodse geschriften: Genesis. Naar de eerste hoofdstukken daarvan kijk ik vooral. We zijn ge waarschuwd. ´In den beginne´ focust niet op een ver verleden, ooit, toen het begon, alsof er camera´s bij waren. Het gaat om ´waar het om begonnen is´, waar het in principe, in beginsel om draait als de Bijbel het in dat eerste hoofdstuk van Genesis over ons men sen heeft. Dat is een tegengeluid in een
4 | Hooglandse Nieuwe september 2013
van hun eerste dag stonden vrouw en man rechtop, hand in hand, midden in de tuin en daar ging hun licht en de nacht alom als de dood zo stil had het rijk alleen. Toen de tweede dag hen ontwaken deed, water helder licht toen de middag kwam toen het donker werd voor de tweede maal vreesden zij niet meer. Laat ons doen als zij: leven nacht en dag tot het morgen is.
Huub Oosterhuis Verzameld Liedboek nr. 938
bestaande wa(a)norde. Oosterhuis be schrijft dat mooi in bovenstaand lied. In een cynische realiteit komt een ge schiedenis van licht op gang, leven dat de nacht weerstaat. In zes dagen wordt alles gereed ge maakt opdat Adam, mens, tevoorschijn kan komen. Ook al zegt Psalm 8 dat God de mens op een haar na als een god heeft gemaakt, duidelijk wordt ge maakt dat mensen geen goden zijn, wat ze ook pretenderen. Net zoals het hele meubilair zon, maan en sterren, flora en fauna en zelfs de gedrochten in de zee, de onvoorspelbare krachten
mens
waarmee de woonplek, die aarde wordt genoemd, wordt ingericht voor de men sen zijn ook de mensen gewoon schep sel. Dat wordt ingepeperd met op die plaats driemaal het woord ‘scheppen’. Zo op zijn en haar plaats gezet als schepsel kan het uit Gods mond klinken dat het werk van die zesde dag met de mens als slotstuk zeer goed was/is. God is schepper, de mens schepsel. Een duidelijk verschil. Dat moet zo blijven. De aarde is dan ook de plek voor de mensen. Niet de hemel. Die hemel be hoort tot de voor de mensen onzichtba re dingen. God maakt een gewelf, spant een zeil, zodat er niet gevreesd hoeft te worden voor wat er allemaal boven ons hoofd hangt en er voor ons niets te zien is. Het is niet onze roeping omhoog te staren zoals de discipelen bij het ver trek van Jezus wel tevergeefs doen (Hand 1,11) , maar om ons heen te kij ken op de plek die voor mensen is be stemd: de aarde (psalm 115, 16). Mensen behoren zich geen zorgen te maken over de hemel, maar over de aarde. Die moet worden als de hemel. Dat is een morele uitspraak. Die past bij de mens als icoon van God. Dat is pre cies het onderscheid van de mens als schepsel met de andere schepsels. Die laatste zijn geschapen naar hun aard, mensen zijn geschapen naar Gods beeld. Ons wordt opgedragen zo goed (tof) als God te zijn en te handelen. In het centrum van de Thora klinkt dat zo: ‘wees heilig, want ik ben heilig’ (Lev. 11, 44.45 en 19,2). Daar doet het ver haal van Adam en Eva (Chawa/leven) dat als verhaal van de zondeval de we reld is ingegaan (Gen. 3) niets aan af. In het Tweede Testament, met Paulus voorop, wordt er een levend plaatje bij dat beeld gemaakt: Messias Jezus en
worden mensen genodigd de weg van deze beelddrager van God te volgen. Er wordt in het beeldvanGodzijn geen onderscheid gemaakt tussen men sen. Als evenbeeld van God wordt Adam, mens, vrouwelijk en mannelijk gemaakt. Daaruit spreekt dat alle men sen gelijk zijn voor God en even waardevol. Als er onderscheid gemaakt wordt is dat niet door God als schepper bedacht en gewild. Mensen zijn van meet af aan bedoeld als samenleving. Als in Genesis wordt verteld over de wording van Israël dan gaat het daar over een model van een humane samenleving waarin mensen als broers en zussen samen leven (Psalm 133).
Mensen behoren zich geen zorgen te maken over de hemel, maar over de aarde. Dat is dan ook na het refrein in Genesis 1, dat het (zeer) goed is, opvallend: het is níet goed dat een mens op zichzelf staat, los verkrijgbaar is, een eenling. Mensen worden geschapen, gezegend en van een opdracht voorzien in meer voud (Gen. 1, 27.28). Hoe aardig huis dieren ook zijn, of hoe handig moderne apparatuur ook is, hoe zeer ze ook bij ons leven kunnen passen, ze worden geen ‘hulpen als tegenover´ ons, geen partners in het inrichten van een menselijke samenleving. De partner voor de mens wordt door God uit de mens zelf genomen. Het gaat om samen. Jezus leert in die lijn zijn leer lingen onze Vader te bidden, en niet voor míjn brood, maar voor dat van ons. Aldus biddend worden we
gemeenschap, samenleving, een fraternité van zussen en broers, een communie. Bij beeld van God zijn hoort dan ook dat mensen in staat zijn te communice ren. God spreekt met zichzelf, maar als de mens tevoorschijn is geschapen dan richt God zich tot de mens, mannelijk en vrouwelijk (Gen. 1, 28) en spreekt. Zo kunnen mensen met God spreken en met elkaar. Ze kijken elkaar aan. Waar mensen de communicatie met elkaar verwaarlozen (Gen 4,7 Kaïn kan zijn broer Abel niet meer recht in de ogen kijken ), daar kan dan ook de com municatie met God niet meer door de beugel (Gen. 4 en Mat. 6,1415). Zoals mensen aan de aarde zijn gebon den als plaats van vrede en recht onder Gods hemel, zo zijn we gebonden aan de dag als tijdseenheid. In dagen wordt Gods scheppend werk verricht. De ze vende dag wordt als sjabbat bestemd, een dag om onze dagen te ´tellen´, te reflecteren over de afgelopen week en zo wijsheid op te doen om onze op dracht te vervullen (Psalm 90, 12). God is van eeuwigheid. Wij zijn tijdelijk, eindig, sterfelijk. De dag is de menselijke maat. Daarin wordt ons op gedragen te bidden voor ons dagelijks brood, brood voor een dag, voor allen op aarde. Zoals ook het manna in de woestijn verzameld mocht worden als genoeg voor één dag. Wie meer ver zamelde trof de volgende dag wormen in het eten aan (Ex 16,19.20). Het gaat om de aanvaarding van de menselijke maat. Megalomane dromen horen thuis bij goden, niet bij mensen als iconen van God.
Hooglandse Nieuwe september 2013 |
5
mens
Medemens Ton Snepvangers Coördinator Diaconaal Centrum De Bakkerij in Leiden
De Omgeving van de Mens is de Medemens Jules Deelder
I
n hartje Rotterdam is deze dicht regel van de Rotterdamse dichter, performer en nachtburgemeester Jules Deelder in 2011 in blauwe neon letters aangebracht op een muur aan de nieuwe Binnenweg boven restaurant “Veel Soeps” en door hemzelf op ge paste wijze onthuld. Het is dichtbij zijn huis en in het aardedonker van de nacht op z’n mooist! In zijn ongekunstelde di rectheid weet Deelder mij vaak te ver rassen. Medemens, zuster, broeder, naaste Toen mij gevraagd werd een artikel rond het thema Medemens te schrijven, betrapte ik mezelf erop dat ik het woord zelf eigenlijk nooit gebruik. Een korte verkenningstocht op het internet leerde me dat het woord vaak gebruikt wordt in enigszins eufemistische samenstel lingen zoals: de kwetsbare medemens, de gehandicapte, dikke, eenzame, ho mofiele, allochtone, getinte of gekleur de medemens. Begrippen als broeder, zuster en naaste, zijn voor mij toch wat veelzeggender, gelijkwaardiger en relationeler van in houd. Ter illustratie begin ik dit artikel dan ook met een oud joods chassidisch verhaaltje: Wanneer eindigt de nacht? "Eens vroeg een rabbi zijn studenten: 'Wanneer weten we dat de nacht ten einde is en de dag is begonnen ?' 'Het moment waarop je het verschil kunt zien tussen een schaap en een hond ?',
waagde er een. 'Neen', zei de rabbi. 'Wanneer', probeerde een ander , 'je het verschil kunt zien tussen een vij genboom en een olijfboom ?' 'Ook niet', zei de rabbi. 'Wanneer dan wel ?', vroegen de studen ten. En de rabbi antwoordde: ' Wanneer je naar het gelaat kunt kijken dat je nooit eerder hebt gezien en je de vreemdeling herkent als een broeder of zuster. Tot dat ogenblik blijft de nacht, hoe helder het daglicht ook is." Waar is je broeder? Wie is mijn naas te? In de ogen van de joodschristelijke ge loofstraditie zijn mensen niet alleen soortgenoten, maar zijn we aan elkaar verwant: wij zijn elkaars broeder, elkaars zuster. De vraag naar de betekenis en consequentie van die relatie is een vraag van alle tijden. Hij klinkt al in het begin van de Bijbel in het boek Genesis waar God aan Kaïn vraagt: Waar is Abel, je broer? Mens, waar is je naaste? En in het evangelie van Lukas wordt die vraag nog eens hernomen rond de parabel van de Barmhartige Samaritaan, waarin een schriftgeleerde aan Jezus vraagt: Wie is mijn naaste? Vraag dat niet, zegt Jezus, maar vraag liever voor wie jij een naaste kunt zijn? Ben ik dan mijn broeders hoeder? Het verhaal van Kaïn en Abel over de mens met zijn broeder tekent een beeld van de mens waarin deze steeds weer voor de verantwoordelijkheid voor zijn naaste wegloopt, deze weigert, ontkent, van zich afschuift of zelfs uit de weg ruimt. Waarom gaat het zo vaak mis tussen mensen, zoals in dit verhaal? Waarom vallen er nog te vaak slachtoffers en staan mensen elkaar soms letterlijk naar het leven? De nacht begint volgens dit
6 | Hooglandse Nieuwe september 2013
verhaal daar, waar mensen de ver antwoordelijkheid voor elkaar weige ren. Waar gezichten vallen, zoals er letterlijk in het Hebreeuws te lezen valt, en donker zijn, in plaats van gezichten die zich verheffen, zich verheugen in de ander. Waar gezichten wegdraaien, zich af wenden, ontbreekt de relatie en ligt de nacht op de loer. Waar gezichten elkaar ontmoeten, in openheid en kwetsbaar heid, van aangezicht tot aangezicht, daar daagt licht en leven. Te confronterend? De confrontatie tussen de landbouwer Kaïn en de nomade Abel, wiens naam damp of ademtocht betekent, is vaak gezien als een metafoor voor het eeu wenlange conflict tussen gesettelde en nomadische volkeren in onze geschie denis. Maar misschien staan Kaïn en Abel ten diepste wel symbool voor twee facetten van ons eigen menszijn. Aan de ene kant de sterke Kaïn die geen weet wil hebben van de ijle kwetsbaarheid van zijn eigen bestaan en er alles voor geeft om greep te houden op zijn wereld. Hij wil zijn leven kost wat kost in alles beschermen en be heersen. Aan de andere kant vinden we Abel in het besef dat ons leven vluchtig is, een ademtocht in de eeuwigheid. Leven is voor hem geen kwestie van beheersen, maar beheren. Ten diepste weten dat het leven ons geschonken is, en in dank baarheid aanvaarden. Hoe vaak zijn wij niet geneigd om Abel weg te drukken uit ons bewustzijn? Om zoveel mogelijk garanties in te bouwen in ons leven van alledag en ons te ver schuilen achter schijnzekerheden? De schaduwkanten van onze wereld houden we liever buiten de deur en mensen in de problemen hebben dat toch vaak aan zichzelf te danken?
mens De ander is mijn roeping Maar volgens het verhaal van de Barm hartige Samaritaan kan ik de ander niet zomaar straffeloos negeren en voltrekt de relatie tussen de mens en zijn naaste zich dagelijks als een onontkoombare roeping: ik word geroepen. Zaterdagmiddag tegen een uur of vijf en de weekendboodschappen nog niet in huis. Het was weer één van die da gen... Je loopt met je autosleutels in de hand naar je auto op weg naar de super markt. In je hoofd loop je nog even de dingen na die je per se niet vergeten mag. Op dat moment verschijnt in het deurgat van de buren de buurvrouw, die je de laatste week weinig hebt gezien. Je zwaait en roept vriendelijk: “Dag buur vrouw, hoe gaat het ?” in de veronder stelling dat je na het vertrouwde “Oh, goed hoor”, je je weg weer kunt ver volgen. Maar dat antwoord komt niet. De buurman is al dagen niet in orde en afgelopen nacht is hij onverwacht naar het ziekenhuis gebracht. De tranen staan plotseling in haar ogen... De door jou goedbedoelde vriendelijke formaliteit krijgt een totaal andere wen ding. Zo eenvoudig kom je er niet van af... De ander doet een appèl op mij om hem of haar niet aan zijn lot over te laten. Het appèl dat van de ander op mij af komt, is in de meest letterlijke zin iets wat mij overkomt, zonder dat ik het vaak op voorhand heb kunnen plannen of voorzien. In al haar kwetsbare open heid breekt de ander in in mijn leefom geving en roept mij. Verantwoordelijk gesteld In dat opzicht kun je met een uitdruk king van de joodse denker Emmanuel Levinas zeggen, dat de naastenliefde zich voordoet als een verantwoordelijk gesteld worden dat aan mijn persoonlij ke vrijheid voorafgaat (une responsabi lité antérieure à la liberté). Ik wórd door de ander verantwoordelijk gesteld. Of het nu dagelijkse ontmoetingen zijn met mensen in mijn eigen woonomgeving, beelden vanuit Syrië of Egypte op de televisie of een dakloze die mij op straat benadert en wat kleingeld vraagt. Met zijn vragen en noden, met zijn weerbarstige vreemdheid in al zijn el lende, met zijn tegelijk opdringerige en schuwe blik bezet en obsedeert de an der mij door zijn smekende en tegelijk eisende aanwezigheid. Door zijn ver
wondingen, geestelijk of lichamelijk, dringt de ander onder mijn huid tot ik niet anders kan dan mij zijn lot aan te trekken. Geroepen worden heeft, volgens Levinas, iets weg van gegijzeld worden door de ander in zijn ver schijning van noodlijdende, waaraan ik niet voorbij kan gaan zonder de blik af te wenden (te deserteren). Welke relatie? De leefomgeving van de mens is inder daad de medemens. In een steeds meer geïndividualiseerde wereld, waarin het persoonlijk geluk een steeds belangrij kere rol is gaan spelen in het gevoel van welbehagen, mag dat al een eye opener zijn. Maar die constatering is nog maar een eerste stap. De belang rijkste vraag is immers in welke relatie wij staan. Gedoog ik de ander zolang ik er geen last van heb? Accepteer ik de ander voor zover hij mijn persoonlijk geluk versterkt? Of zie ik hem vooral als concurrent die de ruimte en aan dacht opeist die ik zo keurig gere serveerd had voor mijn eigen ontplooiing?
nezingsproces: helende grond, heilige grond. Dit verhaal uit het boek Exodus leert dat ons geluk onlosmakelijk is verbon den met het welzijn van anderen. Deserteren, het leed van anderen ont kennen, maakt ons tot vervreemden. Het tast ten diepste ons eigen menszijn aan. Want mens zijn is je geroepen we ten, je verbonden voelen en ver antwoordelijkheid aanvaarden. Dat besef, dat inzicht vormt het hart van onze aandacht en zorg voor de naaste in onze diaconie. De inspiratie en motiva tie van talloze vrijwilligers die zich be langeloos inzetten voor hun broeders en zusters in en rond ons kerkelijk hulpverleningscentrum.
Diaconie: de roeping van de mens is zijn medemens Sterker dan de dichtregel van Jules Deelder die ons wijst op de realiteit dat wij mensen leven te midden van me demensen, wijst de christelijke diaconie ons op de betekenis en consequenties van die gegevenheid. Vluchtelingen, daklozen, mensen in financiële problemen of psychische Heilige grond nood zijn niet zomaar een onderdeel Mozes had het keurig voor elkaar daar van onze leefomgeving. Nee, zij vor in het land van Midjan. Een dak boven men, hoe confronterend soms ook, de zijn hoofd, ruim voldoende middelen toetssteen van onze eigen menswaar van bestaan, een lieve vrouw en een ge digheid. zonde zoon. Maar toch… Hij noemde Wij zijn onze broeders hoeder, geroe zijn zoon wel Gersom, vreemdeling, pen om naaste te zijn al komt dat niet want hij voelde zich niet echt op zijn altijd gelegen en zijn we ook niet altijd plek. bij machte om hen voor alle onheil te Een Godsontmoeting bij een brandende behoeden. Want uiteindelijk is niet de doornstruik herinnerde hem op een dag omgeving, maar de roeping van de aan de ellende van zijn volk. Die con mens zijn medemens: mijn zuster, mijn frontatie was het begin van een ge broeder, mijn naaste. Hooglandse Nieuwe september 2013 |
7
mens
Heel de mens Jan de Bruijne
M
ij werd gevraagd een artikel te schrijven met als on derwerp: “Heel de mens “. Als oudhuisarts vatte ik in eerste in stantie deze titel op als een soort op dracht: Heel de mens! Bij nader inzien zijn deze woorden ook op te vatten om iets over de gehele mens, de mens in zijn totaliteit te zeggen. Na lang naden ken, heb ik toch maar, als een schoen maker die bij zijn leest blijft, gekozen om iets te schrijven over het helen van zieke mensen, waar bij ik het – ik zou niet anders willen – over de gehele mens, met lichaam en ziel, temidden van andere mensen zal hebben. Als dokter probeer je de zieke mens te genezen, te helen. Dat helen meer is dan genezen ervoer ik bij het contact met de eerste patiënt van mijn huisart senbestaan: in de nacht na mijn af studeren bezocht ik, als waarnemer voor mijn broer, die huisarts was, met spoed een alleenwonende patiënte, met hevige buikpijn. Ze had een galsteen aanval. Ik gaf haar een injectie met een sterk ontspannende en pijnstillende werking en ziedaar het wonder ge schiedde: de pijn verdween direct.Na haar toegedekt te hebben, reed ik met heroïsche gevoelens naar huis, “wat een vak, dat doktersvak!” Toen mijn broer de volgende dag bij haar navraag deed, antwoordde de patiënte, dat ze het wel maakte, dat ze tevreden was over mijn medisch op treden, maar vooral blij was om het feit, dat ik haar zo zorgzaam had toege dekt. Zo zit dat dus met dat doktersvak ; naast genezen ook zorgen. “Toedekken met de mantel der liefde”, ging het door me heen. Drie dagen later, werd ik, alweer 's nachts, geconfronteerd met het feit dat je als arts heel gemakkelijk een soort machtspositie kunt innemen. Als waar
nemer voor een collega die met vakan tie was, werd ik gebeld door een van zijn patiënten: de echtgenote van de toenmalige rector magnificus. Zij ver zocht mij direct naar haar man te komen, die erge buikpijn had. Ik overwoog even het jacquet aan te trek ken, dat nog buiten de klerenkast hing, (destijds nam je de artsenbul in dit feestkostuum in ontvangst), maar schoot toch maar snel in mijn gewone kleren. Binnen tien minuten stond ik met bonzend hart aan het bed van mijn hooggeleerde “bovenmeester“, die mij rollend van de pijn, in totale ont reddering en afhankelijkheid aankeek. Hij had een niersteenaanval, die ook weer wonderwel en snel op mijn injec tie reageerde. Het was voor mij schok kend te ervaren hoe de normale rolverdeling was veranderd: ik, als jong doktertje, had de macht in handen! De artspatiënt relatie is vaak een one up, onedown situatie: de arts staat, de patiënt ligt. “Daar moet je als arts voorzichtig mee zijn”, dacht ik. Deze eerste twee nachtelijke spoedvi sites zijn mij mijn hele leven bijge bleven. Ziek zijn brengt een aantal negatieve, onaangename, belastende factoren met zich mee: je voelt je niet goed, je hebt pijn, je bent uit je normale balans. Af hankelijkheid, onzekerheid en angst nemen toe: je wordt geconfronteerd met de broosheid en de eindigheid van je bestaan. Je kunt de regie over jezelf en het vertrouwen over je eigen li chaam en/of geest verliezen. De arts dient daarmee als goede heelmeester om te kunnen gaan. In de Nederlandse artseneed, de eed van Hippocrates, die je bij het afstude ren aflegt, zweer je, of beloof je, dat je zult zorgen voor zieken, de gezondheid bevorderen en lijden verlichten. De ziekenzorg veranderde.
8 | Hooglandse Nieuwe september 2013
De medische kennis maakte in de 20e eeuw een enorme ontwikkeling door: een toenemend aantal ziektes kon worden bestreden en de levensduur van de mens verdubbelde. De artspatiënt relatie werd minder pa ternalistisch door de toenemende mon digheid van de patiënt . Het begrip “patiëntenrecht“ werd gemeengoed: de dokter daalde uit zijn medische ivoren toren: het gesprek 'over' werd een ge sprek 'met'. Aan de kwaliteit van leven, door de patiënt zelf bepaald, werd gelukkig steeds meer waarde gehecht. Helen is vaak een relatief begrip, als je ziek bent hoop je 'beter' te worden, dat woord beter is een goede uitdrukking. Ik ben in mijn loopbaan als huisarts met vele patiënten een eindje meegelopen en heb ze verderop, zo mogelijk, wat 'beter' afgezet. 'Heel de mens' was mijn opdracht: Dokterzijn, naar beste weten de ge neeskunst bedrijven, onvoorwaardelijk aanspreekbaar zijn, ook bij moeilijke onderwerpen als abortus en euthanasie, geruststellen op basis van vertrouwen. Het helen van de mens, tijdens de laat ste levensfase bestaat niet meer uit ge nezen, maar uit het verzachten van lijden, luisteren, respecteren, meegaan in hoop en wanhoop, in verdriet, in verbittering of berusting. Dan is helen 'er zijn'. Pratend over het levenseinde zowel met 'gelovigen' als met 'nietgelovigen', vonden wij soms troost in de gedachte, die liefdevol is weergegeven in de volgende dichtregels: : Those we loved, don,t go away They walk beside us every day Unseen, unheard, but always near, Still loved, still missed, still very dear
mens
Mens en dier in de Bijbel Huib Godding
en erop volgend staat dat deze mens geschapen is naar Gods beeld. Zo moet ie heeft er nu geen hart de mens omgaan met de dieren, zoals voor dieren? Bij huisdieren God. soms tot vertroeteling toe. Vanaf de aloude Staten Vertaling heeft Ook hoor je nog wel eens de treurige dat 'heersen' ons parten gespeeld. Ik en hopelijk niet kloppende verzuchting meen dat Huub Oosterhuis en Alex van dat iemand meer liefde krijgt van zijn Heusden heel raak vertalen met: Laat poes of hond dan van mensen. Maar ons mensen maken naar ons beeld, die kijk je naar ons taalgebied dan zou je op ons gelijken, om te bestieren ….alle toch een andere indruk krijgen. Dan dieren. (Het eerste boek, Het boek Ge hebben we het over 'hondenweer, 'honds nesis opnieuw gelezen en uitgelegd, gedrag', 'poeslief' en 'kattig'. En Van Gennip Amsterdam 1998). Nico menselijk geweld 'beestachtig' noemen Bouhuijs, die overigens ook vertaalt is ronduit een affront voor deze met heersen, schrijft – denkend aan schepselen Gods. Over dierentuin en woorden uit het Onze Vader – “Van de circus kunnen meningen verschillen. mens wordt verwacht, dat hij op Maar over fokkerijen ten behoeve van eenzelfde wijze verantwoordelijk zal ons stukje vlees zijn we het hopelijk zijn voor de aarde, zoals God dat is toch eens? Wat daar dieren wordt aan voor de hemel”. (K.Bouhuijs / K.A. gedaan is misdadig. En dan zijn er nog Deurloo, Dichter bij Genesis, Ten Ha die “domme bontjes”. Blijkbaar zijn ve, 1967) Wij, mensen, worden geroe onze houding en waardering ten opzich pen om verantwoordelijkheid te dragen te van het dier gecompliceerd en voor de dieren, en uiteraard voor heel tweeslachtig. Weet u nog: die onfortuin de schepping. Verantwoordelijk zijn als lijke bultrug voor de kust, december vo beheerders, als beeld van God. rig jaar ? Johanna ! Publiek geschreeuw om redding van die stervensmoede wal Verspreid over heel de Bijbel spelen vis. Volgens biologen is het arme dier dieren een grote rol. Op verschillende door een hel gegaan. manieren. Uiteraard, gezien de periode in de geschiedenis en de levensomstan De eerste tekst in de Bijbel over 'mens digheden van het volk en de volkeren en dier' vinden we in Genesis 1:2627a: rondom, zijn daar huisdieren, trekdie God sprak: “Nu gaan Wij de mens ma ren, lastdieren, strijddieren, vee en die ken als beeld van Ons, op Ons gelij ren als voedsel. “Als voedsel” wordt kend; hij zal heersen over de vissen van niet in de scheppingsverhalen van Ge de zee, over de vogels van de lucht, nesis vermeld. Daar dienen nog alleen over de tamme dieren, over alle wilde de gewassen tot voedsel (Gen. 1:29). beesten en over al het gedierte dat over Pas nadat Noach met zijn hele familie de grond kruipt. En God schiep de mens en levende have na de zondvloed weer als zijn beeld; als het beeld van God op het droge gekomen is, is vegetaris schiep hij hem. (Willibrord Vertaling, me niet langer verplicht. Dan lezen we 1986) dat God zegt: Alles wat leeft en beweegt Op zich niet terecht maar wel in feite: zal u tot voedsel dienen; dat alles 'heersen' kán de gevoelswaarde wakker schenk ik u naast het groene gewas. Al roepen van willekeur, hardvochtig en leen vlees met de ziel – vlees met het respectloos bejegenen van onderdanen bloed er nog in – moogt gij niet eten. of erger nog: onderworpenen. Maar (Gen. 9: 34) vergeten wordt dat onmiddellijk vooraf In de cultus zijn dieren belangrijk als
W
offer aan God, in het hele Oosten van die dagen. Zowel bij voeding als cultus gaan dan voor Joden de begrippen 'rein en onrein' dwingende betekenis krijgen. Een uitvoerige uiteenzetting hiervan is een ander chapiter. Hier mag worden volstaan met te zeggen dat het kleine Israël zich o.a. hiermee moest on derscheiden van de omringende volke ren. Wat die aten en vooral offerden was daarmee voor het uitverkoren volk taboe. In tekst en context aandacht hebben voor elk met name genoemd dier is een niet te versmaden toegevoegde waarde bij het lezen/bestuderen van de Bijbel. In een van de vorige seizoenen hebben we in de bijbelkring die in De Bakkerij samenkomt daar uitvoerig bij stilge staan. We hadden er wel een jaar mee kunnen vullen. Variëteit en ver scheidenheid van betekenis zijn enorm. Daarom is het ondoenlijk er hier uit voerig op in te gaan. Tot slot slechts één klein hoofdstukje. In het bovenstaande werd het cultus en nuttigheidsaspect van dieren genoemd. Maar voor het verstaan van de Bijbel zijn uiteraard de beeldspraak en de symboliek van veel meer gewicht. Dat kan positief of negatief uitpakken. Ik ben niet zeker naar welke kant de weegschaal uitslaat. Van gazellen en duiven geen kwaad woord! Mijn lief als een gazel en je borsten als tweeling van gazellen; zijn ogen als duiven aan stromende beken (Hooglied 2:9; 7:4; 5:12). Lam en schaap zijn ook in de Schrift symbool van weerloosheid en kwetsbaarheid. De meeste vogels doen het ook nog goed: Zoals vogels heen en weer vliegen boven hun jongen zo zal de Eeuwige van de machten Jerusalem beschermen (Jes.31:5). De adelaar gaat twee kanten uit, positief en negatief: De Eeuwige bewaakt en verzorgt zijn men sen zoals een arend zijn jongen. Hij spreidt zijn vleugels voor hen uit en
Hooglandse Nieuwe september 2013 |
9
mens draagt hen op zijn wieken (Deut.32:11); maar ook: mijn dagen ijlen voorbij als met de snelheid van een adelaar weg schietend naar zijn prooi (Job 9 :26). Daar komt bij dat het Hebreeuwse nésjér zowel adelaar als gier kan be tekenen. En van die lijkenpikker (Matt. 24:28) wordt ook de Bijbel nergens vrolijk. Dat steekvliegen en muggen (Ps. 105:31) niet welkom zijn, begrij pen ook wij. Maar de hond? Ook toen bekend als huisdier: Beiden (Rafaël en Tobit) begeven zich op weg, De hond van Tobit gaat met hen mee (Tob. 5:17).
Maar overigens slechts negatieve be tekenis van honden. Bij het gekissebis tussen Saul en David zegt David tegen Saul: Achter wie zit u Eigenlijk aan? Het gaat toch maar om een dode hond, om een vlo! (I Sam. 24:15b). En: De wachters van mijn volk...zijn hon den..,.vraatzuchtige honden...dat zijn mijn herders (Jes. 56:1011). De monsterachtige 'vissen' in de zee zijn symbolen van het kwaad, van antigod delijke machten. Ze hebben namen: Leviatan, Rahab, Behomot. Ze zijn uit erst boosaardig. Maar hun betekenis is,
dat zelfs Rahab met zijn trawanten moet buigen voor God (Job 9:13). En de mens moet zich niet door het kwaad in de luren laten leggen: Leviatan? Je kunt ermee spelen (Ps. 104:26). Een moed gevende gedachte om mee te sluiten!
“Niemand wordt het moe om hulp te geven” Rob van den Boom
E
en uitspraak van de Romeinse denker Marcus Aurelius, geci teerd door Frans de Waal in zijn recent verschenen boek “De bonobo en de tien geboden. Moraal is ouder dan de mens.” Een boek dat duidelijk ge schreven is voor het grote publiek, goed leesbaar en onderhoudend, ook door de vele interessante verhalen over zijn on derzoek naar het gedrag van primaten. Het heeft dan ook al vaak de pers ge haald. Het is fascinerend om te lezen welke vorderingen het gedragson derzoek van mensapen heeft gemaakt en wat voor nieuwe inzichten dat heeft ge geven over de mens zelf. En dat is duidelijk de bedoeling van dit boek: ons aansporen om verder na te denken over wat die inzichten kunnen betekenen, voor ons mensbeeld, onze religie, onze moraal. De mens neigt naar het goede… De kernboodschap in De Waals boek is dat de mens tot het goede geneigd is (maar uiteraard ook in staat is het kwa
de te doen...). Hij constateert dat pri maten, maar ook andere dieren, in hun gedrag altruïsme laten zien, empathie, compassie en gevoel voor rechtvaardig heid. Primaten tonen vormen van con flictvermijding en conflictoplossing, van wederzijdse hulp, en kennen zelfs vriendschappen en familiebanden. Klaarblijkelijk is dit gedrag dus ‘van nature’, is het deel van de biologie, en evolutionair ontwikkeld. Feitelijk rakelt De Waal hier het aloude debat over 'nature' en 'nurture' op: in zijn visie moet er meer toegeschreven worden aan ‘nature’. Steeds meer aspecten waarvan wij dachten dat zij 'typisch menselijk' zijn reflexiviteit, taal, cul tuur, oorlog, gebruik van werktuigen en empathie' blijken ook bij primaten en andere dieren voor te komen. ...Met een aangeboren besef van goed en kwaad…
kijken. Moraal is ‘bottomup’ ontstaan in de dagelijkse sociale interactie van onze voorouders. Wij zijn in wezen so ciale dieren. Maar morele beslissingen komen vaak niet op rationele wijze tot stand. De Waal verwijst naar de 18e eeuwse filosoof David Hume en zijn concept van “morele emoties”. Het mo reel subjectivisme van Hume stelt dat “...morele overtuigingen eerder op ge voel of emotie gebaseerd zijn dan op rede.” De moraal komt van binnenuit. De Waal ontkent dus een goddelijke oorsprong, een moraal die van bovenaf is opgelegd. Overigens wordt ‘moraal’ door De Waal niet preciezer gedefini eerd dan een globaal besef van ‘goed en kwaad’. ..En religie is vervolgens aangeboren…
Weer een verrassende theorie: religie is niet de oorsprong van moraal, maar an dersom, de moraal is aan religie voor De Waal concludeert dat moraal en afgegaan, religie is een uitbreiding en ethiek niet voorbehouden zijn aan de culturele invulling van de moraal. mens, en niet door de mens is uitgevon Daarmee is ook religie dus deel van de den. We kunnen over de oorsprong le menselijke natuur. Als je dat op je laat ren door naar onze ‘medeprimaten’ te inwerken realiseer je je dat dit heel ver
10 | Hooglandse Nieuwe september 2013
mens Een mens te zijn op aarde
Huub Oosterhuis
Een mens te zijn op aarde is eens voorgoed geboren zijn is levenslang geboortepijn. een mens te zijn op aarde is leven van de wind.
De vossen hebben holen de mensen weten heg noch steg zijn altijd naar hun huis op weg. de vossen hebben holen maar wie is onze weg?
Een mens te zijn op aarde is pijnlijk begenadigd zijn en zoeken, nooit verzadigd zijn, is rusten in de aarde als alles is volbracht.
De bomen hebben wortels de bomen mogen stevig staan maar mensen moeten verder gaan. de bomen hebben wortels maar mensen gaan voorbij.
De mensen hebben zorgen, het brood is duur, het lichaam zwaar, en wij verslijten aan elkaar. wie kent de dag van morgen? De dood komt lang verwacht.
Hoe zullen wij volbrengen wat door de eeuwen duren moet: een mens te zijn die sterven moet? Wij branden van verlangen tot alles is voltooid.
strekkende uitspraken zijn; dat feitelijk ons mensbeeld daarmee gekanteld wordt. Het zou zeer de moeite waard zijn hier verder over door te denken. De Waal is agnost, is dus niet zeker van het bestaan van God, maar ziet des ondanks de waarde van religie. In zijn visie is religie duidelijk door de mens gemaakt. Mensen geloven opdat zij dat willen. Het voorziet in een emotionele behoefte. Waarden en verlangens zijn de motor achter religie.
mooi, maar trekt De Waal met zijn betoog over moraal en religie niet een ‘te grote filosofische broek’ aan? Dat was een commentaar dat ook Swaab kreeg naar aanleiding van zijn boek “Wij zijn ons brein”. Oftewel, schoen maker, blijf bij je leest! Opvallend is dat De Waal naar geen enkele filosoof of theoloog verwijst, en daarmee in dit boek geen relatie legt met de moraalfi losofische of theologische literatuur of met het lopende debat over…binnen die disciplines. Zijn wij inderdaad allemaal ‘medepri maten’, en is het verschil tussen mens en dier slechts relatief en gradueel? Of is er nog altijd een principiële kloof tussen beide categorieën? Volgens de filosoof Van Tongeren wel, en dat zit hem vooral in een fundamenteel ver schil in betekenis. Wij mensen leggen betekenis in al onze handelingen, erva ringen, gevoelens, relaties etc. en dat maakt het leven kwetsbaar en problematisch; dieren handelen vooral op basis van instinct.
…maar blijft De Waal nog wel als schoenmaker bij zijn leest?... Wij delen 98% van ons DNA materiaal met de primaten; dat we dan ook in onze gedragingen veel overeenkomsten vertonen hoeft dan ook niet te verbazen. Toch vraag je je af, of De Waal met zijn filosofische en theologische extrapola ties niet wat doorschiet. Hoe dienen wetenschap (zoekend naar algemeen geldige kennis op basis van experimen ten met primaten) en religie en filosofie (interpretatie van sociale betekenissen) zich tot elkaar te verhouden? Gedrag biologisch onderzoek bij primaten is
derwerpen kwam al in eerdere boeken van De Waal aan de orde. Niettemin is het wel een uitdagende stelling, dat wij 'van nature' tot het goede geneigd zouden zijn! Kunnen we de dominee en de Tien geboden dus nu afschrijven? Nou neen, we hebben misschien dan wel een aanleg voor het goede, maar dat goede komt er door tal van factoren niet altijd uit, integendeel. Aanleg voor em pathie is wellicht een noodzakelijke maar niet voldoende voorwaarde om het ‘goede’ te doen. Kortom, er is nog wel werk aan de winkel...
Ten slotte... het is niet allemaal nieuw wat we hier lezen. Een aantal on Hooglandse Nieuwe september 2013 |
11
mens
Over dierentuinen, godsdienst en een dode kever Bette Westera
aan angst, maar arm aan voedsel, waar ze hun territorium constant moeten ver Begin dit jaar verscheen de 3Dfilm dedigen en hun parasieten constant moe Het leven van Pi, naar het gelijknami ten verdragen. Wat betekent vrijheid in ge boek van Yann Martel. Een mooie die context? (…) Als je naar een huis film op basis van een bijzonder boek, gaat, de voordeur intrapt, de mensen die over de jonge, Indiase Pi die met zijn er wonen de straat op schopt en tegen ze ouders én de dieren van hun opge zegt: ‘Ga maar. Jullie zijn vrij! Zo vrij doekte dierentuin in Pondicherry per als een vogeltje! Ga maar!’ – staan ze schip op weg is naar Canada, waar de dan te juichen en te dansen van blijd familie een nieuw bestaan wil gaan schap? Nee. Vogels zijn niet vrij. De opbouwen. Hun dieren hebben ze ver mensen die je hun huis uit gooit moppe kocht aan rijke Amerikanen. ren: ‘Wie geeft jou het recht om ons op Aan het begin van het boek vergelijkt straat te zetten? Dit is ons huis. Wij wo de volwassen Pi dierentuinen met nen hier al jaren. Schurk dat je bent, we godsdienst. Die boeiende bespiegeling bellen de politie.’ (…) In de dierentuin over mensen, dieren en misverstanden doen we voor dieren wat we in onze hui rond het begrip ‘vrijheid’ wil ik hier zen voor onszelf doen: we brengen op graag met jullie delen. een klein oppervlak bijeen wat in het Al even passend bij het onderwerp van wild heel verspreid ligt. (…) Een huis is deze Hooglandse Nieuwe vind ik het een gecomprimeerd territorium waar we gedicht Van boven gezien van de Pool veilig en dichtbij onze basisbehoeften se dichteres Wisława Szymborska kunnen bevredigen. Een goed dierenver (vertaling Gerard Rasch), waarin een blijf is het equivalent daarvan voor een dode kever wordt beschreven. ‘Verder dier. (…) Een bestaan binnen een om denken dan hetgeen je ziet is hier niet heining is in subjectieve zin beter noch nodig: het is alsof hem niets belang slechter voor een dier dan een leven in rijks overkomen is. Belangrijk – zeg het wild; zolang het territorium voldoet gen we – dat hoort bij ons.’ aan de behoeften van het dier ís het er gewoon, waardevrij, of het nu natuurlijk Het leven van Pi of kunstmatig is, het is een gegeven, net zoals de vlekken van een luipaard. (…) Over dierentuinen heb ik bijna net zoveel Een goede dierentuin is een kwestie van onzin gehoord als over God en gods zorgvuldig gearrangeerd toeval: uit dienst. Goedbedoelende maar slecht gerekend daar waar het dier met zijn uri geïnformeerde mensen menen dat dieren ne of andere afscheiding tegen ons zegt: in het wild ‘gelukkig’ zijn omdat ze ‘vrij’ ‘Je komt er niet in!’, zeggen wij met zijn. Daarbij denken ze dan doorgaans onze afrastering: ‘Je mag er niet uit!’ aan een groot, mooi roofdier, zoals een Onder die diplomatieke vredesvoor leeuw of een jachtluipaard (het leven waarden zijn alle dieren tevreden en van een gnoe of een aardvarken wordt kunnen we elkaar ontspannen bekijken. zelden geromantiseerd). (…) Dan wordt (…) het dier door slechte mensen gevangen Maar ik zal er niet verder op doorgaan. en in een benauwd hok gesmeten. Dan is Het is niet mijn bedoeling het verschijn het gedaan met zijn ‘geluk’. (…) Maar sel dierentuin te verdedigen. Sluit ze zo is het niet. In het wild leiden dieren voor mijn part allemaal (en laten we ho een door dwang en noodzaak bepaald pen dat de wilde dieren die er nog zijn, leven binnen een genadeloze sociale weten te overleven in de natuur die nog hiërarchie, in een omgeving die rijk is over is). Ik weet dat dierentuinen uit de 12 | Hooglandse Nieuwe september 2013
gratie zijn. Hetzelfde geldt voor de godsdienst. Beide zijn het slachtoffer van bepaalde misvattingen over vrijheid. Uit: Het leven van Pi, Yann Martel, Prometheus 2013
Van boven gezien Op de veldweg ligt een dode kever. Zijn drie paar pootjes heeft hij keurig op de buik gevouwen. In plaats van de chaos van de dood – properheid en orde. Deze aanblik is in beperkte mate angst aanjagend, het bereik blijft zuiver plaatselijk, van kweek tot munt. Geen droefenis die overslaat. De lucht is helderblauw. Met hun schijnbaar minder diepe dood sterven dieren niet, voor onze rust houden ze slechts op met ademen, waarbij ze minder gevoel en wereld ver liezen, van een toneel afgaan dat ons minder tragisch lijkt. Hun gedweeë zieltjes komen ’s nachts niet bij ons spoken, ze nemen afstand in acht, ze kennen hun plaats. En nu ligt hier op de weg een dode kever en glinstert onerbarmelijk het zonnetje tegemoet. Verder denken dan hetgeen je ziet is hier niet nodig: het is alsof hem niets belangrijks over komen is. Belangrijk – zeggen we – dat hoort bij ons, hoort bij ons leven, onze dood alleen, een dood die ons zijn voorrang afdwingt. Uit: Einde en begin – gedichten 19571997, Wisła wa Szymborska (vertaling: Gerard Rasch), Meulenhoff 1999
mens
Mens Lia van der Laan
O
ver de mens kan men blijven nadenken. We zijn de laatste creatie van de schepping, maar geschapen met de meeste mogelijkhe den vergeleken bij de rest van de zoog dieren. Zo zijn wij niet aan een plaats gebonden om geboren te worden of te paren. Je ziet dat vele dieren maanden moeten trekken om te zorgen dat er nakomelin gen komen. We zijn ook niet gebonden aan een bepaald klimaat. De mens kan zich aan allerlei weersomstandigheden aanpassen, d.m.v. kleding en verwar ming. We zijn ook niet aan een plaats gebonden omdat we alleen twee benen hebben. We kunnen varen, vliegen, rijden en via raketten of ander vervoer middel alle delen van de wereld berei ken. We hebben talen. We zijn niet gebonden aan een taal, maar kunnen an dere bevolkingsgroepen in de vreemdste uithoeken van de wereld verstaan, om dat we vreemde talen kunnen leren.
Maar nu het laatste en belangrijkste. We hebben bewustzijn. We zijn ons bewust van ons zelf. We zijn ons bewust van de ander. We hebben zelfreflectie als enige van de zoogdieren. Ieder mens ontwik kelt een identiteit over hoe hij of zij is of wil zijn. We kunnen een keuze ma ken in plaats van ons te laten leiden door onze driften. We hebben een ge weten en zijn in staat morele maat staven aan te leggen om met elkaar in vrede te leven. We hebben vrijheid van denken. We kunnen alle dingen on derzoeken en een keuze maken wat bij ons zelf of cultuur goed voelt, waar we inspiratie ervaren om het leven te leven.
We kunnen door ons verstand een manier van leven kiezen, door een be roep te kiezen dat past bij onze talenten en mogelijkheden. Dat leidt weer tot zelfontplooiing en bevrediging van onze behoefte. Het geeft een vorm van eigenwaarde al hoeft dit niet altijd syn chroon te lopen. Er zijn mensen die aan de top staan en toch een laag zelfbeeld hebben. Door Dan heb je het verstand. Het lijkt of de opvoeding kan de mens vervreemd vorige generaties met hun genen deze raken van het zelf. Dingen doen die het overbrengen naar de volgende genera niet gedaan zou hebben indien die mens tie. We worden steeds inventiever. Zijn in een andere omgeving zou zijn groot de enige ter wereld die dingen kunnen gebracht. uitvinden. En dat lijkt steeds sneller te Door veranderende tijd is de westerse gaan. We hoeven ons niet meer te ver cultuur de mens steeds meer op zichzelf plaatsen om anderen te spreken, maar terug geworpen. De mens moet nu vaak kunnen dat met steeds meer hulpmidde als eenling door het leven. Dat vraagt len over ondenkbare afstanden. Via te weer andere vaardigheden om niet te lefoon, mobieltjes, Skype, sms, mailtjes vereenzamen. Zo heeft elke cultuur zijn en ander sociale media. De mens is ook voor en nadelen. In culturen waar men niet aan tijd gebonden. We hoeven niet sen leven in grote familie verbanden zie meer met de kippen op stok, maar kun je een grote controle van uit de nen naar bed en opstaan naar wens, gemeenschap en weinig mogelijkheden door de uitvinding van licht. We zijn om een eigen weg te gaan. voor onze voeding niet meer af hankelijk van de natuur, maar kunnen De mens is uniek. Is als enige een re door vele vormen van landbouw in ons ligieus wezen. Welke culturen je ook voedsel voorzien. Het is ook niet meer bezoekt, er is een vorm van religie. De nodig om te jagen. We kunnen de dieren mens vraagt zich af wat de zin van alles nu fokken. is. Of er een schepper is die alles be
stuurt. Of dat er goden zijn die ons kwaad kunnen doen of juist goed. Is er een hiernamaals of komen we terug om het vorige leven te vervolmaken. Of is de dood gewoon de dood en daarna niets. Geen ander zoogdier zal naden ken over de dood. Jammer dat we met zoveel mogelijkhe den ook vele negatieve eigenschappen kunnen ontwikkelen. Jaloezie op ande ren, het willen hebben van macht, het de ander beletten vrij te denken, zijn ei gen identiteit te ontwikkelen. Ook lijkt het soms dat in de westerse cultuur niets meer heilig is. Alle intimi teit van het leven wordt openbaar ge maakt. We willen het leven beëindigen als we er genoeg van hebben. Als bij een ongeboren kind een hazenlip is ontdekt, willen we het dan nog wel ge boren laten worden? In het openbaar willen we bevallen, euthanasie on dergaan, seks bedrijven en elkaar na het leven staan. Alles wordt gezet op de so ciale media, en iedereen kan het meemaken. Al onze positieve eigen schappen kunnen gebruikt worden tot een ander zijn nadeel. Daar moeten wij mee om zien te gaan. Ik eindig, maar zal wel een boek kunnen vullen met heel veel denkwerk, maar voor nu laat ik het hierbij.
[email protected]
Hooglandse Nieuwe september 2013 |
13
mens
De relatie menshuisdier anno 2013 AnneMarie Lindner
E
en aantal jaren geleden stelde ik in een kattebelletje aan het pastoresteam voor, om de rela tie van mens en huisdier eens centraal te stellen in een dienst van de LSE. Men voelde daar niet voor. Mijn idee was ingegeven door mijn verbazing en soms verbijstering over de hoge mate van “dierenliefde” van de mens anno nu. Een deel van de volwas sen LSEbezoekers behoort zeker ook tot die categorie. Tegelijk ervoer ik een, in mijn ogen afnemende belangstelling of aandacht, voor de medemens; velen hebben het druk met eigen zaken. Daar was ik niet blij mee. “Het kan niet overal Klein Brabant zijn” zou je me kunnen zeggen en ” Je bent zelf de af wijkende van de meerderheid.” Ik kan het afwijken niet laten. Met het stijgen der welvaart zag ik in Nederland de afgelopen pakweg veertig jaren een enorme toename van huisdie ren in de huishoudens komen. Laat ik niet over vissen en cavia’s praten, maar over honden en katten. Van de functi onele waakhond en de muizen vangen de kat naar het gezelschapsdier. Het dier dat altijd aanwezig is, aaibaar en dat op je reageert. Dieren zijn belang rijke huisgenoten geworden en er wordt behalve veel tijd, vaak ook veel geld in geïnvesteerd voor voedsel, medicatie en andere be(nodig?)dheden. Wie een minimum inkomen heeft, kan in princi pe niet aan een hond beginnen. Wat beweegt een mens om een dier in huis te halen; wat “levert de investering op?” Dat is voor ieder verschillend. Een kameraad, een praatpaal, gezelschap tot in bed toe, levendigheid, reden hebben om de deur uit te gaan, middel tegen
eenzaamheid, leren voor iets levends te zorgen en de verantwoordelijkheid er voor te dragen, enzovoorts. Alles le gitiem en ik wil niet oordelen. In overlijdensadvertenties wordt wel een pootafdruk of naam van een huisdier toegevoegd bij de naam van de achtergeblevenen. Daarnaast constateer ik soms het heel grote verdriet bij het ziek zijn (collega’s nemen vrij want moeten iets met/voor het zieke dier) of doodgaan van het huisdier. Ik neem waar en sta er buiten. In mijn werkzaamheden met vluchte lingen introduceerde ik hen in een goedkope supermarkt dichtbij hun nieuwe woonomgeving. Bij het lopen langs de lange schappen honden en kattenvoer, schaamde ik me voor deze overdaad versus menselijke schaarste. Eens haalde ik iemand van straat in huis omdat zij zichtbaar op haar laatste benen liep. Wij belden een ambulance en voor vertrek naar het ziekenhuis be loofden wij op haar uitdrukkelijke ver zoek om goed voor haar katten te (laten) zorgen. Haar boodschappentas was helemaal gevuld met tig blikjes kattenvoer. Die nacht is zij overleden. Zij had meer zorg voor haar katten dan voor zichzelf. Vandaag belde ik een hoogbejaarde buurtgenote op, voor wie ik bood schappen doe, met de vraag of zij nog wensen had. Zij stak meteen van wal over haar eveneens hoogbejaarde en zieke hondje, dat ze ten slotte toch maar een spuitje heeft laten geven. “En dat valt niet mee, want nu heb ik nie mand” Ik hoor en herken het ver menselijken van het contact en dat is voor haar een droevige situatie. Dat ik ook tot de categorie “niemand” behoor, is een feit. Aan het boodschappen doen,
14 | Hooglandse Nieuwe september 2013
koppel ik wel een praatje en een ad ministratieve klus of een kop thee, maar daar blijft het bij en daar kies ik ook voor. Legio voorbeelden van ervaringen kan ik noemen. Hier is er nog een. Ik was zeer ongelukkig en met pijn van mijn fiets gevallen en kon even helemaal niets doen. Totdat vele andere fietsers met een boog om mij heen reden om hun weg te vervolgen en ik sterk werd van boosheid en verontwaardiging dat niemand naar mij omzag. Zoiets zie ik anderen ook overkomen totdat ... Vult u maar in. Een bemoeial, een belang stellende, empathisch proberen te zijn, een juiste vraag stellen zoals: "Kan ik iets voor u doen?" Is dat zoveel ge vraagd of is het opdringerig? SIRE heeft eens de ideële reclame boodschap gemaakt. Die luidde on geveer: Fikkie wordt twee keer per dag uitgelaten; mijnheer Jansen hoopt ie dere week een keer mee naar buiten gevraagd te worden. Dat was mij uit het hart gegrepen. Geef mijn portie maar niet aan Fikkie!
mens
Spreekuur
Lineke van der Weij
E
r waren al acht wachtenden vóór mij in de wachtkamer van de dierenarts, toen ik op het aanvangstijdstip van het spreekuur aan kwam. Ik geef een korte beschrijving van de patiënten: Een zwartwitte Cocker Spaniel met stamboom, over wie verteld werd dat hij uitsluitend met zijn eigen soort speelde op één uitzondering na: een vrouwelijk straathondje. Begon zij echter op een ordinaire manier te keffen, dan liet de spaniel één ooglid zakken en verwijderde hij zich met de dain. Een heer van stand dus. Een wit poesje van drie maanden met de roodomrande oogjes gelukzalig dicht en een permanente smile op haar gezicht. Ze was adorabel, geknipt voor de kat tenkalender en ze wist het ook. Een gigantische, vijf jaar oude kater in een tas. Volgens zijn eigenares een druk bezet en sportief type, omdat hij per dag minstens vijf verschillende stoelen moest beklimmen en bezet houden. Een tweeling rieten mand met een poes én een kater er in, naast elkaar. Dat wil zeggen: de kater nam zevenachtste van de mand in beslag en de poes een achtste. Als de poes echt niet meer kon ademhalen blies ze alarm en verplaatste de eigenaar de kater een beetje. Een zwart poedeltje, dat onafgebroken zat te zingen. Daarnaast een laag bruin ge drochtje met een platgeslagen neus en een tong die hij niet binnen kon houden. En het Persje. De jongen was eerst zon der Persje de wachtkamer binnen komen lopen voor wat informatie. Maar toen hij er zeker van was dat de kust veilig was, haalde hij zijn (ook) drie maanden oude poesje van zijn huis om de hoek op en zagen wij Natasja onder zijn jas tevoorschijn komen. Een bruin wit Persje, dat “nog heel wat gekost had”, zei de jongen. Maar “dat haal ik
er volgend jaar wel weer uit, want het is een vrouwtje.” Ik gaf persoonlijk de voorkeur aan het witte lachebekje, maar toegegeven: Natasja was een schoon heid. En Natasja wilde van de schoot af en op de grond lopen. “Dat kan niet, Tas!” sprak de jongen vriendelijk. Tas miauwde: “Wel, dat kan wel!” “Het kan echt niet, Tas, je moet even op schoot blijven zitten.” Ik hoopte vurig dat hij de klagelijk miauwende Tas na een half uur nog steeds lief zou vinden en ook in zijn verdere leven genoeg incas seringsvermogen zou hebben om dieren en kinderen – met hun eigen aard – lief te blijven hebben. Maar met een “Nu even niet, Tas”, plukte hij het poesje met engelengeduld ook de twaalfde keer weer van de bank naast hem, zodat ik er wel vertrouwen in kreeg, en uit eindelijk gaf Natasja het op en viel in slaap op zijn schoot. Sommige wijsheden worden nooit ver velend om te horen en wij, diereneige naars, maakten ze allemaal. Van “Ze zijn zo leuk als ze klein zijn hè?” “Ja, maar volwassen dieren ga je natuurlijk niet wegdoen.” “Ja, maar het is net als met kinderen hè, die zijn als ze klein zijn ook zo lief, dan zijn ze nog he lemaal van jou.” Tot “honden zijn toch éffe aanhankelijker dan katten.” “Nee hoor, katten komen je ook tegemoet als je thuiskomt en komen ook bij je op schoot.” “We zitten hier nu al anderhalf uur, we lijken wel gek.” “Ja, maar je krijgt toch ook veel liefde terug van zo’n beest.” En ik bedacht dat een van de redenen waarom poezen en honden zich zelden depressief voelen is dat ze zo nuttig zijn. Deze dieren hadden allemaal een fulltime baan zonder al te veel stress, en konden in hun leefomgeving maar node gemist worden. Hun relaties groeiden vrijwel nooit scheef. De machtsver houdingen waren duidelijk. Als ze ‘nee’
GUUS Guus, de twee maanden oude kater uit het asiel Heeft zijn tweede dag bij ons Met belangstelling toegekeken Hoe ik afwas _ Ik vond het zelf ook wel weer Interessant. Meneer Guus Stoere bink Spetter Lang lenig lijf Levensgenieter Brutaal gezicht Bescheiden van aard _ Grappenmaker met Onvoorwaardelijk vertrouwen In mensen en soortgenoten Stoeien Met de kleine rooie Glimlachende knuffel Kostbare territoriumgenoot zeiden voelden ze zich niet schuldig, men accepteerde hun persoonlijkheid zoals die was, er werd onvoor waardelijk van ze gehouden en ze kwamen nooit in een identiteitscrisis. In een volgend leven? Ik weet het nog zo net niet!
Hooglandse Nieuwe september 2013 |
15
mens
Klein drama in de Scheveningse bosjes Lineke van der Weij
H
et was op een zondagmiddag dat wij zomaar wat liepen, langs het strand en een eind Den Haag in, R. en ik. We belandden bij de Scheveningse bosjes. Die naam riep herinneringen op aan de vakanties die ik met mijn ouders doorbracht in Den Haag. Een roller skate baan, Madurodam, eekhoorntjes en de Haagse tram en al de daarbij behorende kleuren en gevoelens waren er opeens allemaal te gelijk. Dat was het binnenwerk. Maar, kom op, zei ik tegen mezelf, leef nú! Kijk uit je ogen, het buitengebeuren is waar schijnlijk minstens zo interessant. En zo was het. Misschien honderd meter verder zagen we en kruispunt van boswegge tjes. Van links kwam een joggende jongen van een jaar of twintig, met naast hem een grote beige flaporige, goeiig uit ziende hond, beiden in hetzelfde tempo hardlopend en de kruising overstekend. Een eindje voorbij de kruising hield de hond plotseling stil. Hij keerde op zijn schreden terug terwijl de jongen in hetzelfde tempo doorholde met iets van: dat beest haalt mij wel weer in, ik ga daar een beetje wachten... totdat hij uit het zicht verdwenen was. De hond had precies op het kruispunt iets heerlijks waargenomen met zijn neus. Daar moest ie even voor stoppen. En wij zagen hem met de kop ongeveer ín de grond enige tijd snuiven. Toen hief hij zijn kop op. “Waar ben ik?” Met alle vier de poten stokstijf op de grond. Hij keek in het rond. En ik, die speciaal was blijven wachten op de afloop van dit hier en nu, hief onwillekeurig mijn arm op en, aangezien ik het kruispunt was overgestoken, wees ik naar links, de richting uit waarin ik de jongen had zien verdwijnen. “Daarheen”, sprak ik lollig tot de hond, “Hij is die kant uit.” R., voor wie ik mij van mijn geestigste kant liet zien, fronste de wenkbrauwen. Hij heeft slechte erva ringen met beige, goeiig uitziende flaporen (nee, niet die van mij) en vindt het bovendien vreselijk als ik mij verbaal tot dieren wend, hetgeen ik te vaak doe, ik geef het toe. De hond keek mij aan en nam een besluit. Hij sprintte weg. Naar rechts. De tegenovergestelde kant dus van mijn in de lucht gestoken arm. Ik kwam niet meer bij. Een komischer afloop had ik niet kunnen bedenken. Maar toen we tien minuten later, een paar bosschages verder, het beest met de tong uit de bek aan zagen komen… niet meer op volle snelheid, maar met aarzelende tred, en een vertwijfelde uitdrukking op zijn hondesnoet, vond ik het niet meer zo grappig. Eén zwak moment – en een hondenbestaan wankelde op haar fundamenten. En ik? Ik had spijt als haren op mijn hoofd dat ik wellicht zijn hondenintuïtie in de war had gebracht. Trouwens, dacht ik een beetje rancuneus, zò onbetrouwbaar zie ik er toch ook weer niet uit? Mijn enige hoop: de Scheveningse bosjes zijn niet erg uitge strekt en die jongen zal toch nóg wel eens joggen?
16 | Hooglandse Nieuwe september 2013
Vogels Vogels zijn niet te vertrouwen, Vindt de kater. Ze houden zich niet aan de afspraak: Om één uur op het dak. En, hoewel ik het niet met hem Eens ben, blijft ónze relatie Uitstekend.
Fobanthroop/Anthrofoob In ’t geheel niet bang voor spinnen En een vleermuis doet mij niets. ‘k Rij de Kwantumhallen binnen achterstevoren op een fiets. Hoogtevrees, laat me niet lachen, ‘k Beklim de Tower met gemak. Verorber moeiteloos wat slakken Balancerend op het dak. Plankenkoorts, pleinvrees en faalangst, ‘k Zou niet weten hoe het voelt. En schroom voor het donk’re …, diepe …, Ik weet niét wat je bedoelt. Vraag je mij een dezer dagen: Ben jíj dan nooit bang geweest? Haat je soep met kippemagen, Schuw je rupsen dan het meest? Dan zeg ik: nee, maar onder mensen Breekt mij uit het klamme zweet. Fobisch en totaal allergisch Voor wat de kroon der schepping heet.
Luxe, calme et volupté Twee zwanen in Leiden, de Oude Rijn Dat een echtpaar zó mooi kan zijn Een brede, grijze, lege rivier En dan zij: “Vandaag Katwijk, Pa, Of blijven we hier? Weids en meeslepend wil ik zwemmen, In een eeuwige cadans.” En ik kijk maar en zie slechts Schoonheid en eenheid en Nog net geen stralenkrans.
Lineke van der Weij
mens
Gaudete!
Teilhard de Chardin SJ Ik zal mij even aan jullie voorstellen. Ik ben Teilhard de Chardin, een Franse Jezuïet, (1881 1955) met vele gaven, ik ben theoloog, filosoof en paleon toloog. Dit laatste is iemand die fossiele resten bestudeert om aan de hand daar van de aard en evolutie van het leven op aarde in het geologisch verleden te reconstrueren. Als geleerde en gelovige zoek ik altijd naar mogelijkheden om de wetenschap (in dit geval de bestudering van de evo lutie) en het geloof met elkaar te ver zoenen. Dit alles kwam voort uit een aantal mystieke ervaringen die ik had tijdens de afschuwelijke jaren in de loopgraven, gedurende de eerste we reldoorlog. Ik heb toen iets mogen ervaren van de (onbeschrijfelijke) een heid die aan alles ten grondslag ligt. Ik heb mijn hele leven gestudeerd en ge reflecteerd op de evolutie. Ik zal probe ren uit te leggen wat mijn visie daarop is.
uitgestegen boven het dierlijke niveau. En nu komt dat deel van mijn visie aan bod waarin mijn theologische inzichten doorwerken. Door de komst van Christus zijn we nu een nieuwe unieke fase binnengegaan: de christogenese. En op dit moment begeven wij ons in de richting van het punt Omega, dat is het moment waarop de gehele mensheid door Christus ver lost zal zijn. En dit is volgens mij pas mogelijk als God de schepper zichzelf aan het evolutieproces onderwerpt. (De soefi's gebruiken daarvoor een mooie uitdrukking: de god gaat in zijn schep ping verborgen). Je snapt misschien nu wel dat mijn visie op de wereld, op de materie zelfs, een positieve is. En dat men in Rome mij met de grootste mogelijke argwaan be kijkt. Al die monsignori en kardinalen waarvan het denken in de late middel eeuwen is blijven steken, die zien in mij de baarlijke duivel (met letterlijk Darwiaanse trekjes...).Mijn boeken en ruime visie daarin jagen hen zoveel angst aan dat ze mij in ballingschap stuurden naar China, om daar fossielen op te graven. In de hoop dat ik zo in de vergetelheid zou verdwijnen. Maar onze lieve Heer had een leuke verras sing voor hen in petto. Tijdens één van mijn expedities vond ik de resten van de Peking mens, een vroege voorouder van de mens. Op slag werd ik wereld beroemd. Wat een grap.
Ik zie in de hele natuur een energie die in alle vormen verborgen zit. (Hiervoor gebruik ik de term verinnerlijking). En deze energie is de stuwende kracht achter de evolutie. Deze energie heeft tot drie geboorten geleid. Allereerst is er het punt Alpha ofwel de kosmogenese (het ontstaan van het heelal), de biogenese (de over gang van de levenloze naar de levende stof) en de noögenese (het ontstaan van zelfbewustzijn via de soort Homo Sap Dus: eerst is er enkel materie, maar wel iens). materie met een "geheime binnenkant", We zijn door de kracht van deze energie een vorm van bewustzijn die in de stof
zit opgeslagen. En de hele evolutie heeft maar één doel en dat is dat deze bewustwording steeds meer aan het licht komt. Met de mens is er voor het eerst op aarde (tot zo ver wij weten) een vorm van zelfbewustzijn en nu zal door de komst van de Christus dit proces een unieke verheviging on dergaan. Waaraan alle vormen in de kosmos deel hebben. Alles en iedereen trekt op naar Omega, in een prachtige kosmische dans. Ooit heb ik dit tot aan mijn knieën weggezogen in de modder en te midden van granaatexplosies mogen ervaren. Wat een wonder. En nu heb ik aan deze ervaring als geleerde en zoeker woorden en beelden kunnen geven. Als inspiratie voor alle mensen, voor alle wezens van goede wil. De schepping is goed, de schepping is gewild, en de schepping heeft bovenal een doel. Wij zijn hier niet zo maar. We zijn niet verdwaald in een koud en onherbergzaam heelal. Wij zijn gewenst, meer dan we kunnen bevroeden.. Daarom: verheugt u. Gaudete!
Hooglandse Nieuwe september 2013 |
17
mens
De mens als kroon op de schepping? René Fraters
2. Leven Laten we nu onze aandacht verleg gen naar de levende materie. Dit alles is Vaak wordt de mens nogal apart gezet opgebouwd uit koolstofatomen. Tot op ten opzichte van de dieren, of zelfs de heden hebben we op aarde nog nergens hele natuur. Ik wil in dit verhaal een leven gevonden dat niet uit koolstof be schets maken van hoe verbonden wij mensen eigenlijk zijn met alles om ons staat. Vanaf de tijd dat de eerste cellen heen. Waarom: simpel, om ontroerd te ontstonden (ongeveer 3,5 miljard jaar geleden), een proces waar we overigens worden door dit inzicht. Door deze eenheid, die zo vanzelfsprekend is dat nog steeds schokkend weinig van weten of begrijpen, is dit de stabiele basis van wij er vaak overheen kijken. al het leven, op aarde. Alle organische 1. Materie verbindingen bevatten koolstof. En er Volgens laatste metingen is het helaal zijn aanwijzingen dat dit voor de rest ongeveer 13,8 miljard jaar geleden ont van de levende wezens (als ze zijn, en staan. Vanuit de oerexplosie werden waarom zouden ze er niet zijn...) binnen enorme hoeveelheden waterstof het uit ons universum ook mogelijk is. dijende helaal ingeslingerd. Uiteindelijk Al het leven heeft dus deze koolstof als begonnen deze stofwolken te klonteren basis. Ook dat hebben wij dus gemeen en er ontstonden de eerste zonnen. In met alle planten en dieren om ons heen. hun vurige binnenste werd door de enorme krachten die daar heersten de 3. Voortplanting eerste elementen gebakken, alles tot aan Kijken we nu hoe het leven wordt door het element ijzer. Dat betekent dus dat gegeven. In alle levende wezens (behal in er het primitieve heelal alleen de eer ve RNA virussen) wordt het erfelijke ste 26 elementen voorkwamen. Uit materiaal via DNA doorgegeven. Zelfs eindelijk zijn de meeste reuzenzonnen bij de meeste virussen. Of we ons nu door gigantische explosies vernietigd, voortplanten via klonen of sex, het de zogeheten supernova's. In dit geweld maakt niet uit, DNA is het enige werden de hogere elementen gevormd. medium dat daarvoor gebruikt wordt. De wereld zoals wij die kennen, en wij Dus in elke levende cel (van een een zelf zouden er niet geweest zijn als dit cellige tot alle cellen van een blauwe niet miljarden jaren geleden niet ge vinvis, het grootste dier dat ooit geleefd beurd was. heeft op aarde) zit een code opgeslagen Deze onderliggende eenheid ligt dus ten die, hoewel verschillend van informa grondslag aan de hele natuur, de zon tie, identiek is in haar structuur (de be nen, de planeten en alles wat daar op roemde dubbele helix). Welke cel we op leeft. aarde dus open maken, in de celkern zal Wij zijn dus gemaakt van stof dat is ge je altijd DNA aantreffen. Iedere keer bakken in de hitte van de oerzonnen en weer. Kennelijk is deze formule zo ef hun vernietiging. Wij en alles, ja echt fectief dat de natuur tot op heden geen alles om ons heen. reden heeft gevonden om dit te wijzi gen. Never change a winning team, 18 | Hooglandse Nieuwe september 2013
zeggen ze dan. Laatst was er even grote opwinding omdat NASA beweerde een bacterie (GFAJ1) gevonden te hebben die als enig levend wezen giftig arseen in zijn DNA had, maar dit bleek vooralsnog niet te bewijzen. Dus: nog steeds is het 10 voor het klassieke DNA zoals wij dat kennen en hebben. Ook deze fundamentele eenheid is ongebroken. En dan nog een feitje dat ons nederig kan maken: 36% van ons genetisch materiaal is hetzelfde als dat van rond wormen. En bij chimpansees stijgt dit getal tot maar liefst 95%! 4. Bewustzijn Laten we nu eens ons brein bestuderen. Het brein waarvan in de structuur di verse evolutionaire stadia liggen opge slagen. Binnenin ligt de hersenstam, dit is het oudste hersendeel. Dit deel van de hersenen is ontstaan tijdens de evo lutie van ongewervelden (via de vissen) naar reptielen en is verantwoordelijk voor zeer belangrijke basisfuncties die dienen om te overleven. Zoals ademha len, spijsvertering, lichaamstempera tuur, enz. Ook wel het reptielenbrein geheten. Dit brein hebben we dus gemeenschappelijk met alle diervormen die vanaf de reptielen door de evolutie zijn ontstaan. Dan hebben we ook het limbische sys teem (een onderdeel van de grote hersenen), ook wel het primitieve zoogdierenbrein genoemd. Dit hebben we gemeen met alle zoogdieren. Het regelt een groot deel van onze emoties. Deze emoties hebben we dus gemeen met onze biologische naasten, de zoog dieren. Daarom rouwen bijv. olifanten wijfjes over een jong dat is gestorven.
mens Jenneke steekt van Wal
Ook maar een mens En vechten moeder walvissen als bezetenen om hun kwets bare jong te redden van Orca's. Terwijl een reptiel eieren legt en als die eenmaal zijn uitgekomen dan heeft zij geen emo tionele band meer met haar nageslacht. Ten slotte is er de neo cortex, het hogere zoogdierenbrein. Het is betrokken bij de hogere functies, zoals zintuigelijke waar neming, en (bij mensen) redeneren, abstract denken en taal. Dit stuk hebben we dus deels gemeen met zoogdieren en deels (voor het abstract denken, enz.) met alle mensachtigen. Zelfs de studie van ons lichaam (en in het bijzonder het brein) leidt dus al tot de ontdekking van de onderlinge verwantschap van de mens met sowieso alle dieren vanaf de reptielen. Samengevat: er is een fundamentele eenheid op atomair vlak, op moleculair vlak, op erfelijk vlak, en op vormen van be wustzijn. Er zijn veel meer overeenkomsten dan dat er ver schillen zijn. Ons brein is door het dualistische denken (wit zwart, goed fout, enz.) heel goed in de wetenschappelijke benaderingen door zich te concentreren op de onderliggende verschillen. En daarvanuit te komen tot nieuwe modellen en inzichten. Dit is zeer waardevol in ons dagelijks leven maar heeft ook een risico: namelijk dat wij ons meer richten op wat ons scheidt dan wat ons verbindt. Daarom heb ik dit stuk met zoveel plezier geschreven: laten we ons verbazen over al wat we gemeenschappelijk hebben. Met het heelal, met moeder aarde, met alles wat leeft, ja. zelfs met de virussen! Met de dieren, met de reptielen, de vogels en de zoogdieren. Met al die mensachtigen, met alle mensen van verleden, heden en toekomst. Laten we deze eenheid vieren, iedere dag van ons leven.
‘Niets menselijks is mij vreemd,’ zeggen we als ver ontschuldiging voor onze misstappen en onhebbelijkhe den.1 Vergeten om brood te halen, vreselijk boos geworden op de kat van de buren die weer eens ons gazon als ideale kattenbak gebruikte (nee, het gras wordt er bij ons niet groener op!), veel te laat een artikel ingeleverd… Sorry. Ik ben ook maar een mens. Een mens zoals iedereen, met fouten en gebreken. Dat klinkt net zo negatief als in het verhaal dat al decennia bij een bekende thuis verteld wordt. Het hele gezin zat aan tafel, maar Kees wilde niet en zat scheef op zijn stoel. ‘Ga toch eens rechtzitten!’ zei moeder. ‘Ach mens!’ snauwde Kees als antwoord. Dat kwam hem op een reprimande te staan van zijn vader, die tussenbeide kwam en riep ‘Je moeder is geen mens!’ Hoe Kees toen reageerde vertelt het verhaal niet (mis schien met ‘wat is ze dan wel?’ of misschien moest het hele gezin wel heel hard lachen), maar de ontkenning sloeg natuurlijk specifiek op de negatieve bijklank van het woord ‘mens’. Van ons mensen kan slechts slechts komen, niets goeds; immers, al het goede komt van bo ven. Maar de mens als expert in zondigen gaat er bij mij niet in, zeker niet als God ons op de wereld gezet heeft als haar evenbeeld – dan moet er toch iets goeds inzit ten, zou je zeggen! Ik ben dus niet “maar” een mens – ik ben een heel mens, met alles wat daarbij hoort: te lui zijn om te gaan hardlopen en onzekerheid over schrijfopdrachten, maar óók lieve kaartjes naar mijn ouders, feedback geven aan een collega en een voorbijganger complimenteren met haar mooie jurk. Dan hoeven we dus niet zeggen dat de mens de mens een wolf is,2 maar ook niet dat iemand ‘een engel’ is…. Mijn voorstel is om vaker tegen elkaar te zeggen ‘je bent een mens!’. En dan niet met de grote verbazing van nieuwbakken ouders die voor het eerst hun pasgeboren kind zien, maar meer met de liefheb bende verwondering die de Schepper gevoeld moet hebben:‘mensenkinderen!’ Jenneke van der Wal 1 Dit is een uitspraak van een van de personages in Te rentius’ De Zelfkweller, in het Latijn Homo sum, humani a me alienum puto. 2 Nog zo’n mooie Latijnse spreuk: homo homini lupus est, in Plautus’ Asinaria. Hooglandse Nieuwe september 2013 |
19
vieringen
Hooglandse Vieringen Iedere zondagochtend om 11.45 uur Hooglandse Kerk Leiden De diensten zijn (ook achteraf) te beluisteren op: www.kerkomroep.nl
OVERZICHT 1 september
Saul 8 september
Prof. dr. Heleen Murre (zie foto)
Opening Academisch Jaar
Elise Woertman
Saul tot koning gezalfd (liturg: Rob van Waarde) tevens feestelijk afscheid van Elise (rond 13.00 uur)
15 september 22 september 29 september
Christiane Berkvens Rob van Waarde Henk Schouten
Mystiek 6 oktober 13 oktober 20 oktober
Rob van Waarde Karin van den Broeke Jan Delhaas
mystiek en handelen vertrouwelijke omgang met God christelijke mystiek
27 oktober 3 november
Preek van de Leek? Jac van der Hoeven
Allerzielen/Allerheiligen
Cor van Bree Onze gast op zondag 1 september (ope ning academisch jaar) is prof. dr. Heleen Murrevan den Berg, hoogleraar 'World Christianity' aan de Universiteit Leiden, vicedecaan van de faculteit der geestes wetenschappen. De vier volgende diensten in september zijn aan de oudtestamentische verhalen van koning Saul gewijd (zie Samuel 1). Als het volk een koning wil, houdt de pro feet Samuel het voor dat het er niet op vooruit zal gaan: zo’n koning is veelei send en er zal niet veel vrijheid over blijven. Maar als het volk aanhoudt, gaat Samuel overstag en zalft hij Saul tot koning. Een mooi en veelbelovend begin. Maar net als in het tegenwoordige Iran, blijft de geestelijkheid het hoogste gezag uitoefenen: Saul moet zich voegen naar de ideeën van de profeet. Als hij dat niet doet en bijvoorbeeld niet alle Amelekieten in één keer laat uitroeien, valt hij, ook bij God, in ongenade. Geen wonder dat hij depressief raakt; de muziektherapie van David moet hem eroverheen helpen. Als de Filistijnen dan weer een keer in aan tocht zijn, raadpleegt hij via de dodenbezweerster van Endor de geest van 20 | Hooglandse Nieuwe september 2013
Saul depressief Saul verworpen om Amalek (scholaweekend) Saul te Endor
(de intussen overleden) Samuel. Opnieuw een overtreding: Samuel had gees tenbezwering en waarzeggerij ten streng ste verboden. Het loopt conform de voorspelling slecht met hem af. Als hij in de slag door Filistijnen wordt belaagd, pleegt hij zelfmoord. Het tragisch einde van een tragische figuur. Voor oktober zijn drie diensten over het thema ‘mystiek’ gepland. Op 13 oktober is het onderwerp ‘de vertrouwelijke omgang met God’. We verkennen dan of het boek Overvloed en Overgave van Arjan Plaisier ons bij die omgang behulpzaam kan zijn. Voor 27 oktober wordt er aan gedacht om net als in Amsterdam “preken van leken” te organiseren. Het verschil met Amster dam zal zijn dat ze in Leiden in de reguliere diensten zullen worden geïnte greerd. Op dit moment is nog geen verde re informatie beschikbaar. Op 3 november zal onze Allerzielendienst plaats vinden, of als U dat liever wilt: onze Allerheiligendienst. Zoals aangegeven in het overzicht zal in de dienst van 8 september Elise afscheid van ons nemen. Haar collega Rob van Waarde zal daarbij als liturg optreden.
UITGANGSCOLLECTEN
1 september: Wij helpen daar Stichting ‘Wij Helpen Daar’ is een door studenten opgerichte organisatie, die zich inzet voor minderbedeelden in voormalig Joegoslavië.
13 oktober: Hospice Issoria Issoria gaat verhuizen van de Plantage naar Burggravenlaan 11. Xenia, hospice voor jongeren en jongvolwassenen Xenia gaat volgend jaar van start. Zie voor verder informatie bij: Actief en informatief. Giften graag op rekeningnum mer 331 3366 t.n.v. Stichting Diaconaal Fonds Hulpverlening LSE, onder vermelding van de instelling die u wilt ondersteu nen. Uw giften zijn fiscaal aftrek baar.
bestuur
Mededelingen van het bestuur Studentenpastor Theodor Wübbels stelt zich voor
O
nlangs werd ik door de redactie van Rondom de Kerk gevraagd iets over mezelf te schrijven, over wat me inspireert en waar ik een vermoeden van God ervaar. Op verzoek verschijnt de bijdrage nu ook in de Hoog landse Nieuwe.
Afscheid Elise Woertman Studentenpastor Elise Woertman heeft na haar zwangerschaps en ouder schapsverlof en na lang wikken en wegen besloten om te stoppen met haar werk als studentenpastor. De belangrijkste reden is dat het haar te zwaar lijkt om het onregelmatige werk dat studentenpastoraat nu een maal inhoudt, met veel aanwezig zijn in Leiden rond etenstijd en de avon den, (wat het werk juist op zich ook zo leuk maakt) moeilijk is te combi neren met de zorg voor haar zoon Florian, zeker nu hij nog zo jong is. Elise neemt de beslissing met pijn in het hart, omdat ze de afgelopen zes jaar met heel veel plezier heeft ge werkt binnen de Ekklesia en bisdom Rotterdam. Er bestaat een reële kans dat Elize promotieonderzoek kan gaan doen naar de praktijk van het studenten pastoraat aan de faculteit van de katholieke theologie. Zo zou ze nog verbonden kunnen blijven met het werk van het studentenpastoraat, maar wel op een andere manier. Elise gaat er vanuit dat we elkaar hoe dan ook nog tegen zullen blijven komen, zeker op haar afscheidsdienst op zondag 8 september.
Het inspireert me deel te zijn van Gods bonte mensheid. Het geheel is belangrijker dan het deel. Als relationeel individuutje stel ik weinig voor, maar toch is er zelf besef. Ik heet Theodor (of Dorus) en kom uit de GroningsDrentse veenkoloniën. Tijdens mijn pastoraaltheologische studie in Heerlen heb ik me aangesloten bij de Mill Hill Missionarissen. Ik heb geleefd in Congo, Brazilië, Nederland en Kenia. Momenteel werk ik de even weken als basispastor in de St. Jan de Doper Parochie (Gouda en omstreken) en de oneven weken in het studentenpastoraat met nadruk op Leiden. Hoewel ik gewoon naar mijn opa genoemd ben, betekent mijn naam 'Godsge schenk'. Ik zie mijn leven als een mooie maar niet eenvoudige opdracht om een geschenk van God te zijn voor anderen. Uiteraard heeft ieder mens deze mooie roeping. Ik doe dit door me oprecht in mensen uit allerlei culturen te intersseren die op mijn pad komen. Ik hou van diversiteit. Leve de mens die weerbarstig durft te zijn en uit eigen voegen te barsten. Lang leve de mens die origineel durft te zijn als Jezus van Nazareth. Over lang leven gesproken ik ben bijna twee meter. Ik ervaar God ook in mijn lichamelijke gegevenheid. Wat bijzonder om een lijf te zijn dat zowel onwille keurig (hartslag, longen, klieren) als willekeurig (bewust) leeft. Wat bijzonder om zoveel cellen te zijn met alle hun eigen intelligentie. Heel bijzonder om ’s morgens de ogen te openen en te kunnen zeggen: “Hallo God, hier ben ik weer. Bedankt dat ik er zomaar zijn mag. Wat mag ik vandaag voor u betekenen?” Onvoorstelbaar is het lijntjes te hebben met zoveel medemensen, een stipje in het explosieve universum te zijn en in eeuwige tijdeloosheid te dansen met God. God, u bonst in al mijn vezels en ik roep u uit. Het leven is zo wonderbaarlijk door de weeromstuit. U krioelt in al het leven tussen nooit en ooit. U ontpopt zich in de kosmos die zich speels ontplooit. Ik ben maar een simpel mensje in uw dieptestroom. U leeft graag in al mijn vezels en u blijft mijn droom. Pastor Wübbels mhm Deze column is eerder geplaats in Rondom de Kerk, RKparochiemagazine van Leiden en omgeving. Hooglandse Nieuwe september 2013 |
21
participanten In de reeks maandagavondlezingen organiseert de LSE dit keer drie avonden waarin wordt stilgestaan bij het zoeken van de moderne mens naar diepgang en zingeving. Waarom toch die aandacht voor het onbenoembare, terwijl de kerken steeds leger worden. Door de ontwikkelingen van de wetenschap hebben veel beelden van god en geloof afgedaan. Tegelijkertijd zoeken mensen naar nieuwe vormen van spiritualiteit.
Religie buiten de kerk zoektocht naar diepgang Zoektocht naar spiritualiteit
Evenveel geluk als wijsheid
Inspiratie op de A'damse Zuidas
maandag 30 september 2013
maandag 14 oktober 2013
maandag 28 oktober 2013
Henk Jongerius Dominicaan, schrijver en dichter In zijn lezing zal Henk Jongerius spreken over zijn zoektocht naar spiritualiteit vanuit zijn boek Wo nen onder de wolk. Daarin heeft hij zich laten inspireren door het ge dachtengoed van Abraham Heschel over spiritualiteit. Hij vindt in zijn zoektocht inspiratie in het joodse denken, hij bidt enkele psalmen en hij leest gedichten van Martinus Nijhoff.
Nieuwbouw Marecollege Sumatrastraat 120, hoek Surinamestraat, Leiden
Miriam van Reijen filosoof
Ruben van Zwieten predikant
De filosofie van Benedictus de Spinoza (16321677) werd verboden, verketterd en veraf schuwd, maar hij werd ook een 'deugdzame atheïst' (Pierre Bayle) genoemd, een 'der Gott betrunkene Mensch' (Novalis) en een 'christen zonder kerk' (Kolakowski). Zo zien we hoe de hoogste vorm van kennen, het intuïtieve weten, leidt tot de in tellectuele liefde tot god, die volgens Spinoza het hoogste goed is en een duurzaam geluk tot gevolg heeft.
In onze wereld lijkt het vooral te gaan om beter, sneller, mooier en efficiënter. Men verliest uit het oog wat werkelijk belangrijk is in het leven. Instituten zijn afgeweken van hun kernactiviteit en lij ken meer te gaan voor ‘wat aanslaat’ bij de mensen. Maar de mensen hebben dat door en tonen oprechte interesse in kunst, literatuur, bijbel en andere instru menten die functioneren als kritische spiegels. Zo worden zij zich weer be wust van het werkelijke menszijn.
20.00 uur 20.15 uur
vrij entree parkeren bij zwembad De Zijl
22.00 uur
ontvangst lezing met discussie einde
Eerste LSE borrel – open huis Donderdag 26 september, vanaf 21 uur Eerste LSE borrel op Rapenburg 100. Iedereen die betrokken is bij de LSE, is welkom! Ontmoet andere LSE’ers. De borrel zal tevens Open Huis zijn van Rapenburg 100 na de verbouwing van de laatste maanden. 22 | Hooglandse Nieuwe september 2013
Zie voor verdere informatie de flyer op de infotafel
Meer weten over de LSE of actief worden? Op zondag 15 september, na de viering, wordt iedereen die graag wat meer willen weten over de LSE uitgenodigd voor in formatie. Dus, nieuwkomers of mensen die meer tijd hebben gekregen en graag ergens actief willen zijn, grijpt uw kans!
studenten
EL CID 2013: de LSE kleurt je wereld? “EL CID kleurt je wereld”
H
et motto waarmee de eerste jaars studenten vanaf maandagmorgen 12 augustus op ontdekkingstocht door Leiden werden gestuurd. Temidden van een volle week introductie in Leiden voor de nieuwe studenten, neemt de Ekklesia een bescheiden plek temidden van de grote verenigingen die elkaar aftroeven met bekende artiesten optreden en inge huurde acts. Zo rijden op maandagmor gen twee quads rond met studenten erop in spandexpakken. Overdonderend en spetterend. Daar sta je dan: met je tas met kleren voor een week en een pro grammaboekje op zoek naar twee mentoren en de andere twaalf eerste jaars met wie je samen de komende week een EL CIDgroepje vormt.
kwamen afleveren op Rap100, werd er nog volop geklust door een groep van zes participanten. Met dank aan deze groep konden wij de hele week in een fris Rapenburg 100 deelnemers ontvan gen. Zo hebben we op drie avonden in de week vijftig deelnemers en hun mentoren ontvangen in de barruimte voor de (bij studentenactiviteiten ge bruikelijke) vegetarische warme maal tijd. Met workshops en een kunstavond is ons programma compleet, en de ge hele week was het daarnaast mogelijk om langs te komen voor een gebakje onder het motto ‘Neem stelling met ge bak!’. Op de gebakjes, gemaakt door Louk de Vries, zat een stelling waar over dan een gesprek ontstond, bij voorbeeld ‘de mens is slaaf van zijn lusten’ – eens of oneens?
Twee aankomend bestuursleden van een studentenvereniging, hebben moeite mee met de stilte tijdens de meditatie: ‘Ik werd er vooral onrustig van’. ‘We moesten ook eerder weggaan, omdat we nog andere taken hadden.’
Natuurlijk horen momenten van teleur stelling er ook bij: we ontdekten dat een activiteit niet in het drukwerk stond, of dat sommige activiteiten niet aanslaan. Maar over het algemeen zijn de ver wachtingen overtroffen en kijken we terug op een mooie week. Vierendertig nieuwe aanmeldingen voor de nieuws brief is veel meer dan vorig jaar, een mooi resultaat. Nog mooier is het ent housiasme bij sommige eerstejaars. Opmerkingen als “Jullie zijn anders,” en “eindelijk een vereniging die niet zegt: ‘bier, bier, bier, kom bij ons, kom Ook buiten Rap100 waren we goed aan bij ons,’ maar het gaat over dingen die Het spreekt voor zich dat zo’n EL CID wezig. Op beide informatiemarkten wa net iets dieper gaan.” Een eerstejaars voorbereiden voor de studentenorgani ren we present, maar we hebben er die vol enthousiasme besluit om spon satie van de LSE een stevige klus is: we vooral voor gekozen om veel work taan de hele woensdagavond bij onze moeten opboksen tegen al dat geweld shops te geven, vanuit het idee dat dat Action Paintingborrel te zijn. en toch onszelf blijven. Daarom is er gene waarom het gaat, het best sinds deze winter gewerkt aan de pre overkomt door het te doen. Dat bleek te “EL CID kleurt je wereld” en daar heeft sentatie, onder andere met een geheel kloppen: de sfeer van nieuwsgierigheid de LSE haar bijdrage aan weten te vernieuwde website. In onze gesprek en betrokkenheid en de ruimte voor leveren. We kijken terug op een mooie ken over promotie kwam steeds één humor trokken 13 deelnemers naar ge week met veel enthousiasme bij de vraag terug: hoe vertel je over alles wat barentaal, 100 naar yoga en 50 naar vrijwilligers die zich met hart en ziel de Ekklesia doet in de gemiddeld 30 se meditatie. Voor velen is het een open voor de LSE hebben ingezet, en dat en conden die je krijgt om nieuwsgierig deur om eens kennis te maken met iets thousiasme hebben overgedragen op heid te wekken? ‘dat je wel eens wilt proberen, maar een aantal medestudenten waar we trots waar je niet zo snel toe komt.’ Ook de op mogen zijn. Toen twee StuKleden (waaronder ik ouderejaars mentoren (of misschien zelf) donderdagavond na een borrel bij juist) voelden zich aangesproken door het Universiteitsfonds de student onze activiteiten, zo bleek tijdens de Martijn van Nijnanten (voorzitter lidmaatschapskaarten voor de week eetavonden. StudentenKern) en Rob van Waarde Hooglandse Nieuwe september 2013 |
23
Rap 100
Renovatie Rapenburg 100 nadert voltooiing Na fase 1 van de renovatie (vernieuwing van het dak en het aanbrengen van een nieuwe verflaag op voor en achtergevel) en fase 2 (omvorming van de 2e etage tot volwaardige keuken, vergader kamer en archiefruimte, en het terugbrengen van de stoep in oorspronkelijke staat – zie foto’s oude en nieuwe situatie) kan begonnen worden met de laatste: het overkappen van het bin nenplaatsje.
E
en overkapping is om meer dan een reden wenselijk. De ca. 8 m2 grote binnenplaats fungeert tot dusver als vochtige en rommelige plek waar alleen de vuilniszakken worden opgeborgen. Ook nemen daar de rokers hun toe vlucht. Omdat we elke ruimte zo efficiënt mogelijk willen benut ten, maakt overkapping het mogelijk daar lege kratten, flessen e.d. weg te zetten, die eerder op de gang (terecht tegen de zin van de brand weer), later in de kelder (is nogal een gesjouw) een plek vonden. Bo vendien is de geluids overlast van pratende rokers voor de buren een stuk minder en hebben weer en wind er geen vrij spel meer.
24 | Hooglandse Nieuwe september 2013
Nu is zo’n ‘aantasting’ van een monumentaal pand niet zomaar toegestaan: de gemeentelijke wel standscommissie toetst streng en keurde het eerste ontwerp (het voordeligste…) af. Voordat dan een aangepast ontwerp weer de ambtelijke molens passeert, gaan er maanden voorbij, maar de reno vatie, later beheerscommissie heeft geleerd ge duld te betrachten. Offertes zijn uitgebracht; het zal wel najaar worden voordat een aannemer aan de slag kan. Intussen hebben bekwame ekklesiagangers veel werk verzet om het pand van binnen piekfijn bij te stuken en te schilderen, meubilair en bar grondig te schuren en van nieuwe verf te voorzien. Grote dank aan Jan de Bruijne, Mu Bruning, Hans Feits ma, Henk Schouten, Adri Staats, Simon Stolwijk en Jan de Wit, die in deze zomerse hitte ervoor zorgden dat het pand piekfijn en prachtig op tijd kon worden opengesteld voor de talloze deel nemers aan de ElCidweek. Wanneer dit project is afgesloten, is de beheers commissie van zins om dat feestelijk te vieren; nader bericht daarover volgt via de gebruikelijke kanalen: nieuwsbrief, website, liturgie, kansel en natuurlijk dit blad. Een voorschot daarop biedt het Bestuur van de Vereniging LSE een Open Huis borrel aan op 26 september a.s., vanaf 21 uur. Arie Hoeflaak
hoogstpersoonlijk “In zorgzame mensenhanden is God ons nabij”
Kees de Groot DriebergenRijsenburg, 5 juli 1947 Leiden, 31 mei 2013
Kees en zijn vrouw Jenny waren in een niet te ver verleden trouwe bezoekers van de LSE. Hun kinderen Jan en Heleen zijn hier gedoopt. Later kozen ze voor de Vredeskerk in hun eigen buurt, vooral om voor de kinderen een vertrouwde omgeving te scheppen dichtbij huis. Kees ontpopte zich als vrijwilliger in het materieel en financieel beheer. Hij werd en bleef tot zijn dood penning
Lenie Koolhaas 5 oktober 1950 11 juli 2013
Gedoopt: Tirza Boer
meester van de Protestantse Gemeente te Leiden. Kees was een vriendelijk en belangrijk aanspreekpunt bij de totstandkoming van de Vereniging LSE. Ook hielp het dat Kees bestuurslid was van de stichting Hervormd Studenten en Academiewerk. Die stichting beheert een kapitaal waaruit onze LSE jaarlijks subsidie verkrijgt.
Zo is Kees altijd een vriend van de LSE gebleven. Die vriendschap is wederzijds, met de vele mensen die Kees en Jenny bleven zien. Sommigen van ons kenden Kees ook goed als de spil in een leeskring. We gedenken een heel betrouwbaar, betrokken, inventief en beminnelijk mens en een goede vriend. Hans Furnée
Op 11 juli 2013 is overleden Lenie Koolhaas op de leeftijd van 62 jaar. Samen met haar partner Ada van Mil was Lenie een trouwe bezoekster van onze zondagse diensten. Zij was actief in de 'koffiegroep'. Lenie is op 17 juli 2013 begraven op de begraafplaats bij de Zijlpoort na een af scheidsdienst in de Hooglandse Kerk.
Op zondag 30 juni heeft in een feestelijke dienst Henk Schouten zijn kleindochter Tirza Anna Boer mogen dopen, de dochter van Marije Schouten en Rogier Boer. Hooglandse Nieuwe september 2013 |
25
hoogstpersoonlijk
Tijd van oorlog, tijd van vrede…? Desirée van Keulen
W
eken geleden bedacht ik dat ik een stukje wilde schrijven rond de Tweede Wereldoorlog in NederlandsIndië. Een chaos van gedachten, beelden, gevoelens waaronder boosheid en weerzin , ik zie geen kans om het te ordenen. Bovendien, wil ik die gevoelens weer laten komen? Dus begin ik er maar niet aan. Maar als op 18 augustus – gelukkig de WO II in het Kyrië wordt genoemd omdat het einde van die oorlog in WestAzië op 15 augustus wordt herdacht, keert het idee terug. Mijn vader wil dolgraag dat zijn oorlogsverhaal doorverteld wordt… Een verhaal dat hij ons niet kan vertellen. Een ‘mission impossible’ die hij, aanvankelijk onuitgesproken, opgedragen heeft aan zijn nog kleine kinderen. En mijn verhaal moet ik soms ook nog vertellen. ‘Jij hebt de oorlog niet meegemaakt’. Een waarheid als een koe, waar ik niet van terug heb. De boodschap is: ‘Jij weet niet wat het is om honger te hebben’. ‘Jij hebt niet in een Jappenkamp gezeten’. ‘Jij hoeft niet te fantaseren over een nieuwe jurk, als je niet kunt slapen’. Maar erger nog, de onuitgesproken boodschappen: ‘Alles wat jij meemaakt aan pijntjes en verdrietjes, stelt niets voor. Het valt in het niet bij wat wij meemaakten.’ En misschien wel het allerpijnlijkste: ‘Jij hoort er niet bij; jij hoort niet bij ons’. Het duurt jaren voordat ik tegen mezelf durf te zeggen: ‘Maar er is iets anders wat ik wél heb meegemaakt en wél weet: ik weet wat het is om het kind te zijn van twee ouders die de oorlog meemaakten. Het kleinkind van grootouders die…, van ooms en tantes die…, het nichtje van die oom uit Indië die ik nooit heb leren kennen omdat hij vlak na de oorlog nog werd doodgeschoten…
Ik heb een vaderland en een moederland. Mijn vaderland is het land van mijn vader: NederlandsIndië. Nederland is mijn moederland, mijn moeders’ land, het land waar ik werd geboren en opgroeide. Als de oorlog weer eens langs komt, denk ik uiteindelijk: ‘Hoezo “de oorlog niet meegemaakt”? Ik ben de rijke erfgenaam van twee oorlogen: de oorlog met de Duitsers in Nederland en de oorlog met de Japanners in Nederlands Indië. Een oorlog waarover gesproken kon worden én een oorlog waar niet over gesproken kon worden: de oorlog in NederlandsIndië. Hoewel, gravend in mijn geheugen, als ik last begin te krijgen van die oorlog ‘die ik niet meemaakte’, duiken er toch zinnetjes op waarvan ik de lading onbewust aanvoelde, maar nog lang niet begreep. Daarom een verhaal: ‘Close forever’ Ik koop een klok voor in de keuken. Als ik er de batterij in stop, begint hij, onverwacht, hoorbaar te tikken. En opeens sta ik weer in de winkel van ‘Oom Tiktak’. We zijn er op de brommer heen gegaan. Mijn vader en ik. Binnen in mij is het één groot feest. Bij oom Tiktak glimt, glanst en spiegelt alles. Zilveren kettinkjes, gouden ringen, de glanzende gewichten van klokken. Rondom is het één en al getik. Het slaat twee uur. ‘Ting, ting.’ ‘Bim, bam’. ‘Koekoek, koekoek!’ Mis! Net niet gezien. Oom Tiktak is één en al belangstelling en hij heeft alle tijd. Altijd. Ook als we komen voor de reparatie van een twaalf jaar oude wekker van mijn oma. Maar vandaag mag ik een armbandje uitkiezen voor mijn verjaardag! In alle rust haalt Oom Tiktak een armband onder het glas vandaan. Hij legt het op de toonbank. ‘Deze zijn erg in de mode’, zegt hij. ‘Het is een slavenarmband.’ Ik kijk nieuwsgierig naar de armband. Hij is zilverkleurig,
26 | Hooglandse Nieuwe september 2013
ovaal, uit een stuk. ‘Mijn dochter is geen slavinnetje’, zegt mijn vader. Oom Tiktak legt de armband terug. Oom Tiktak heeft het gehoord. Ik ook. Deze armband wordt het in elk geval niet. Oom Tiktak tovert een armbandje te voorschijn van kleine, rode kraaltjes. ‘Bloedkoraal’, zegt hij. ‘Fijntjes hoor, voor om de pols van de jongedame’. De kleur vind ik mooi. Maar ik vind het jammer dat het niet zo glanst. ‘Of deze?’ Uit weer een ander doosje, komt een armband tevoorschijn van bruine kraaltjes met goudgele spikkeltjes. Ze glimmen en glinsteren geheimzinnig. ‘Doe hem maar eens om.’ De steentjes voelen koel en glad aan. ‘Dat heet barnsteen.’ Toch kan ik mijn ogen niet afhouden van al dat zilver. Uiteindelijk kies ik een zilveren schakelarmbandje. Ik mag er ook nog een bedeltje aan waarin mijn naam wordt gegraveerd. Helemaal warm van binnen, stap ik weer achterop de brommer. Het armbandje met bedeltje kunnen we pas over een week ophalen vanwege het graveren. Wel jammer. Maar ik kan er een hele week over fantaseren. Alleen, ergens in mijn achterhoofd zit ik nog over iets te piekeren. Het armbandje heet ‘Closed forever’: Mijn Engels is nog niet zo goed. ‘Voor eeuwig opgesloten?’ Waarom mag ik dát armbandje wel van mijn vader maar een slavenarmband niet? Toen ik enige jaren terug op internet keek, bleek het armbandje nog steeds te bestaan. Het heet ‘Close forever’: ‘Voor altijd nabij’… Soms is die oorlog, die ik niet meemaakte, opeens weer heel nabij: ‘Close forever…’
actief en informatief Hospice Issoria gaat verhuizen
Een huis met liefde voor het leven Hospice Issoria ontving in mei 2003 aan de Plantage 4 in Leiden de allereerste gast. Huub Oosterhuis sprak bij de opening van ‘een huis van mensen met toewijding en aandacht om dingen goed te doen, met een liefde die het aanschijn van de aarde verandert. Ruim tien jaar heeft het pand aan de Plantage in Leiden met de hulp van heel veel vrijwilligers ruimte en gastvrijheid geboden aan vele gasten en hun naasten.
Stilteruimte We zullen er beschikken over zeven gastenkamers met eigen sanitair en een lichte huiskamer. Daarnaast is er op de Burggravenlaan gelegenheid om een stilteruimte in te richten in een klein bij gebouwtje op enkele meters afstand van de Hospice zelf; verbonden, maar ook vrij. Een plek waar gasten, naasten en ook medewerkers zich even terug kun nen trekken. Een plek die uitnodigt tot verstilling en bezinning, tot het delen van het leven en het naderende afscheid. Hospice Issoria gaat verhuizen Juist in een huis dat vol is van emoties, In de tussentijd is Issoria gegroeid, let van intens leven en loslaten, is zo’n plek terlijk en figuurlijk. De eerder goed pas gewenst. sende jas, want zo voelde het huis aan Om de ruimte geschikt te maken zal een de Plantage, begon te knellen. Op de kleine verbouwing nodig zijn. De in Burggravenlaan 11 hebben we een nieu richting zelf zal sober gehouden we stek gevonden. Nog steeds een worden. We willen een geborgen sfeer woonhuis met een huiselijke sfeer maar creëren die tevens ruimte biedt, een met daarnaast meer ruimte en comfort. sfeer waarin ook duidelijk herkenbare Eind september zal Hospice Issoria er religieuze symbolen (zoals bijv. een zijn deuren openen. Boeddha en Mariabeeld, kruis of ko
ran) of juist universele symbolen (laby rint, kaarsen, zorgenboom) en de elementen (zand, ronde bol waarover water stroomt, (edel)stenen) te vinden zijn. Op dit moment is er nog onvoldoende budget beschikbaar voor het opknappen en inrichten van de stilteruimte. We zijn dan ook zeer verheugd dat de Leidse Studenten Ekklesia na afloop van de dienst op 13 oktober voor ons wil collecteren! U kunt natuurlijk ook donateur worden. Het rekeningnummer van de Vrienden van Issoria is 892838426. U ontvangt dan ook ons magazine. Voor meer in formatie: www.issoria.nl Jacinta van Harteveld
Wij helpen daar studenten helpen in voormalig Joegoslavië Stichting ‘Wij Helpen Daar’ is een door studenten opgerichte organisatie, die zich inzet voor minderbedeelden in voormalig Joegoslavië. Hoewel het gewapend conflict in dit gebied al enige tijd voorbij is, is de situatie nog verre van ideaal. Vooral op het terrein van het maatschappelijk welzijn moet er nog veel werk worden verricht. Door middel van het organiseren van vier projecten in de Balkan, proberen wij bij te dragen aan het welzijn van degenen die minder (kansen) hebben. Wij bieden humanitaire en materiële steun aan bejaarden in een tehuis in Trogir (Kroatië), aan verstandelijk gehandicapte kinderen in Stamnica
(Servië), aan Romakinderen in Veliko Gradiste (Servië) en aan een kindertehuis in Nis (Servië). Daarnaast zijn we druk bezig met het opzetten van een nieuw project in de buurt van Sarajevo (Bosnië), wat vanaf 2014 hopelijk van start kan gaan. Bij deze projecten staan persoonlijke aandacht voor ouderen, kinderen en gehandicapten centraal. Dit ontbreekt vaak wegens het gebrek aan personeel en financiële middelen. Overigens geloven wij dat van persoonlijk contact iedereen beter wordt, niet enkel de hulpbehoevenden. Naast humanitaire steun proberen we ook kleinschalige structurele hulp te
bieden. In het kindertehuis in Nis hebben wij bijvoorbeeld samen met de kinderen alle bedden geschuurd en gelakt. Voor de gemeenschappelijke woonkamers hebben wij nieuw meubilair aangeschaft, aangezien het oude sinds de oprichting van het tehuis in 1984 nooit was vervangen. In Stamnica is voor de verstandelijk gehandicapten een muziekkamer gerealiseerd, waarbij de muren zijn versierd met schilderingen en waarbij muziekinstrumenten zijn aangeschaft. Daarnaast werden in 2008 voor alle verstandelijk gehandicapte kinderen in het tehuis in Stamnica nieuwe schoenen gekocht.
Hooglandse Nieuwe september 2013 |
27
actief en informatief
Hooglandse Nieuwe Beste leden van de Leidse Studenten Ekklesia, Weekendklas is jullie zeer dankbaar voor het collectegeld dat jullie voor ons hebben opgehaald! Team Weekendklas
Help de Voedselbank de zomer door Rond Kerstmis is er altijd volop aan voer van voedsel en andere producten voor de ruim 700 cliënten van de Voedselbank Leiden en omstreken. In de zomermaanden is dat stukken minder, dus de nood is erg hoog. Er is vooral behoefte aan houdbare levensmiddelen zoals conserven in
potten of blik, rijst en pasta, bijbeho rende saus, houdbaar broodbeleg, kof fie en thee en soep. Ingezamelde spullen kunnen op werk dagen naar De Bakkerij gebracht worden (vrijdagmiddag gesloten) Op afspraak kunnen grotere hoeveel heden ook direct door de Voedselbank afgehaald worden. In dat geval graag contact opnemen via tel. nr. 06 18348481 om een afspraak te maken.
Hebt u van dit nummer genoten? Of hebt u zich geërgerd? Of wilt u in gesprek met een auteur? Geef het op bij de redactie:
[email protected] Bij voldoende belangstelling or ganiseren wij dan een korte bij eenkomst na een zondagse dienst. Het volgende nummer van Hooglandse Nieuwe komt uit op 3 november (Allerzielen) met het thema:
Ziel
Kopij uiterlijk op 20 oktober aanleveren bij:
[email protected]
Jacqueline Schoonwater, diaconaal werker DPgL Diaconaal Centrum De Bakkerij Oude Rijn 44 b/c 2312 HG Leiden Tel. 071 – 5144965
[email protected] www.debakkerijleiden.nl
Op zoek naar de Ziel in 300 woorden Exodus Tot ons grote genoegen zagen wij afgelopen week van uw Diaconie een bijdrage onder de omschrijving 'collecte' van maar liefst € 446,32 op onze bankrekening bijgeschreven. Wij danken u niet alleen voor deze bijdrage, maar ook voor het vertrouwen, dat in Exodus Leiden wordt gesteld. Mede door dit soort giften weten wij ons zeer in ons werk gesteund. Uw bijdrage zullen wij
graag ten goede laten komen aan onze bewonersactiviteiten. Het stelt ons zo in staat iets extra's te doen bij feestdagen, themaavonden en zingevingsbijeenkomsten e.d. U nogmaals dankend voor uw donatie, verblijf ik mede namens het bestuur van Eodus Leiden Mr. W.Th.C. (Pim) van Doorn, manager
Hebt u onze diensten al eens beluisterd op kerkomroep.nl? Op de site intypen: plaatsnaam: Leiden, daarna: Hooglandse kerk, dienst 11.45 uur. Luidsprekers aanzetten. 28 | Hooglandse Nieuwe september 2013
Na Tevredenheid en Mens wordt het tijd om in het volgende nummer op een andere manier stil te staan bij onszelf, als tenminste het begrip ziel daarop betrekking heeft. Daarom nodigt de redactie u uit om in maximaal 300 woorden aan te geven wat u vindt van de ziel, uw eigen ziel of die van een ander. Bent u met minder woorden tevreden, dan mag dat natuurlijk ook. Wij zullen niet zielig doen: uw bijdrage wordt zo enigszins mogelijk geplaatst. Inspiratie kunt u wellicht vinden in de drie maandagavondlezingen over de ziel in het najaar van 2012 met Gerard Visser (diens boek: Niets cadeau), Matthias Smalbrugge en Huib Godding. Maar wellicht vindt u ook uw ziel en zaligheid in de soulmusic of in de ziel van de fles. Mail uw bijdrage naar het redactie adres:
[email protected]
actief en informatief
Stichting de Vrolijkheid: Ervaringen verwerk je met kunst Elke dag vluchten kinderen voor ge weld en onderdrukking. Sommigen belanden in Nederlandse asielzoekers centra. Daar wachten ze, met of zon der ouders, soms jarenlang op de beslissing of ze mogen blijven. Deze kinderen zijn gevlucht uit landen waar geweld en onderdrukking tot het da gelijks leven horen: oorlogsgebieden als Irak, Afghanistan, Soedan, Iran, Somalië. Het zijn vergeten kinderen die vaak al veel hebben moeten meemaken. Maar het zijn ook gewone kinderen, creatieve kinderen, lastige
kinderen, geweldige sporters, muzika le talenten. Stichting de Vrolijkheid helpt ze hun ervaringen te verwerken door te dansen, muziek te maken, te schilderen. De Vrolijkheid: extra aandacht en activiteiten De Vrolijkheid is een netwerk van kunstenaars, theatermakers en musici die investeren in kinderen in asielzoe kerscentra in Nederland. Duizenden kinderen in 40 centra. We willen graag dat er in alle asielzoekerscentra altijd extra aandacht en activiteiten voor kinderen en jongeren zijn.
Kunst en creativiteit bieden ruimte. Voor deelnemers en voor publiek. Kunst daagt uit, maar dwingt niet. Voor kinderen en jongeren is het van grote waarde om te kunnen laten zien wie ze zijn en wie ze kunnen zijn. Dat kan in muziek, met beeldende kunst, in films. Kunstenaars en kinderen hebben gemeenschappelijk dat ze het vermogen hebben om samenlevingen te inspireren. Grote veranderingen kunnen niet ontstaan zonder dromen en inspiratie. Meer weten? Kijk op www.vrolijk heid.nl
Waterdragers voor Afrika
Waterdrager Erik Alblas arriveert bij het Marecollege op de Sumatrastraat (Foto: pr/ NieuwsVanHier.nl) Vlak voor de zomer meldde ik hier al dat voor de overgebleven Waterdrager Erik Alblas Istanbul in zicht was en inmiddels is de tocht dan ook voltooid. Op 24 juni passeerde hij na zijn laatste etappe de finish bij de ingang van het schoolplein van het Marecollege aan de Sumatrastraat in Leiden. In eerste instantie samen met Annemieke Plat fietsten de Waterdragers van Kaapstad, ZuidAfrika, terug naar Leiden, een tocht van zo’n 20.000 kilometer, om daarmee aandacht te vragen voor het tekort aan schoon drinkwater in de wereld en in Afrika in het bijzonder, het belang van goed sanitair ter
voorkoming van gezondheidsproblemen en het creëren van bewustzijn over de manier waarop we in Nederland met water omgaan. Bij zijn aankomst werd Erik onder anderen opgewacht door vele leerlingen van het Marecollege Daarbij kreeg hij een symbolische cheque overhandigd van bijna € 1.700, door de leerlingen met acties bij elkaar verdiend, waarmee het streefbedrag voor het project bij de Itumbu Primary School in Kenia bereikt werd en dit kon worden doorgegeven aan een aanwezige vertegenwoordiger van Simavi, de
organisatie die het project uitvoert. Met het geld zal een opvangsysteem voor regenwater worden gebouwd zodat er daarna altijd vers water beschikbaar is en de kinderen niet meer beurtelings water hoeven te halen, water dat vaak ook nog vervuild is. Meer informatie over dit specifieke project is te vinden op http://www.akvo.org/rsr/project/592/. Voor meer informatie over het gehele project, uitgebreidere verslagen en foto’s, zie de website www.waterdragersvoorafrika.nl.
Hooglandse Nieuwe september 2013 |
29
Kinderen vertelden in de dienst van 7 juli 2013 wie of wat ze niet kunnen missen.
Joost: “Ik was mijn muis kwijt. Dat ge beurde al vaker. Gelukkig vond ik mijn muis elke keer weer!” Lucas: “Ik kan mijn papa niet missen, want hij zorgt voor mij! Opsporingsbericht: Jisse zoekt zijn Beyblade. Signalement: zwart met blauw. Als iemand meer informatie heeft over de verblijfplaats van zijn Beyblade, graag na de dienst even contact met Jisse opnemen... Tamar: “Ik kan niet zonder deze lapjes: ze zijn zo zacht dat ik steeds met ze wil knuffelen.” Roemer: “Ik was mijn knuffelcavia kwijt, maar gelukkig heb ik hem weer terug. En ik heb nu ook een levende!” Nathan: “Ik kan mijn mama niet mis sen, want zij zorgt voor mij!” Tanguy vindt het echt niet leuk als hij zijn beker en gouden medaille waarmee hij clubkampioen turnen werd, kwijt raakt.
30 | Hooglandse Nieuwe september 2013
Nolwenn kan zonder haar Lapinoe echt niet slapen. Gelukkig heeft ze – anders dan haar zusje Morgane nog drie reserve Lapinoe’s. Waarom kan God eigenlijk niemand van al die miljarden mensen missen? Nathan: “Omdat God van iedereen houdt.” Jop: “Ik kan mijn opa niet missen, om dat het zo leuk is als hij oppast en we met elkaar spelletjes doen.” Vita: “Mama is altijd haar sleutels kwijt net voordat we ergens naartoe gaan. Soms helpen we mee met zoeken. Ze is altijd heel blij als de sleutels weer gevonden zijn en dan kunnen we eindelijk weg.”
Kinderpagina
Als apen elkaar zien gapen, gaan ze het nadoen. Zo gaat dat bij de chimpansee. Zo gaat dat bij de mens. Goed voorbeeld doet volgen. In de Kinderdienst van 7 juli jl. laten kinderen zien, dat ze dit ook kunnen. Hieronder een impressie. Door Monique van der Gaag, redacteur Kinderpagina Een verhaal van Nathan Houkes over De Lieve Zoon
een ver land. Ver van huis leeft hij er vrolijk op los. Hij maakt al zijn geld op. Geluk Ik vond in het verhaal van de kig wordt hij dan net 65 jaar. verloren zoon sommige stukjes Hij gaat met pensioen. Hij niet zo leuk. Dat komt omdat er gaat er niet meer vrolijk op dingen gebeuren die erg zijn los leven. Hij heeft nog ge voor de zoon. Daarom heb ik dit noeg geld om eten te kopen verhaal gemaakt, waarin alles en een rustig leventje te wel goed afloopt. leiden. Hij gaat terug. En wie staat er op hem te wachten? Jezus vertelt nog een ver Zijn vader! Als zijn vader hem haal. Een vader heeft twee ziet komen, krijgt hij tranen in zoons. Allebei werken ze bij hem op het land. Op een dag zijn ogen. Hij holt naar zijn zoon toe, slaat zijn armen om zegt de jongste zoon tegen zijn vader: “Vader, als u later hem heen en kust hem. “Hal lo vader, wilt u vandaag iets doodgaat, krijg ik een deel lekkers?” En hij haalt een van alles wat u bezit. Kan ik grote bananentaart uit zijn dat nu alvast krijgen?” “Dat tas. “Hmmm, lekker! Wist je kan”, zegt zijn vader. En hij verdeelt zijn bezit tussen zijn nog dat dat mijn lieve lingstaart was?!”, zegt zijn twee zoons. vader blij. De jongste zoon Kort daarna verkoopt de jongste zoon alles. Dan gaat zegt: Ik wil graag mijn pensi oen met u delen. En dan hij met het geld op reis naar
gaan ze een feestje vieren. Even later komt de oudste zoon thuis van zijn werk. Hij hoort muziek en vraagt wat er aan de hand is. “Uw broer is thuisgekomen”, zegt één van de knechten. Dan gaat de oudste broer onmiddellijk mee feestvieren. Als de jong ste broer zijn oudste broer ziet geeft hij hem meteen een knuffel. En zegt: “Ik heb een leuk cadeautje voor je meegebracht.” De oudste broer kijkt blij en pakt het snel uit. Het is een boek! In het boek staan allemaal reis verhalen van verre landen. “Wat een mooi boek”, roept de oudste broer, “dat wou ik altijd al hebben!” En ze leefden nog lang en gelukkig.
Hooglandse Nieuwe september 2013 |
31
Mens Mens is een zachte machine, een buigbaar zuiltje met gaatjes, propvol tengere draadjes en slangetjes die dienen voor niets dan tederheid en om warmer te zijn dan lucht. Och, hij heeft ademzucht en hartarbeid. Heeft hij een welvig lijfje, hier en daar wat vetjes, dan vindt hij iets niet netjes en noemt zichzelf een wijfje; bovenin zijn haarkleedje draait hij dan vaak springveren. Daar kan hij niet mee leren; ze dansen alleen een beetje. Het leren gebeurt in een kastje; je mag dat niet openmaken, wel teder, teder aanraken, maar de rest van het zotte bastje blijft ingepakt en bewaard, want als het zich bepoedert, ontwatert of ontvoedert, ontroert, ontstemt, onthaart, dan kruipt het een hokje in. Een deurtje gaat op slot, en het loopt niet naar buiten tot het kleertjes heeft, kalmte, en zin. Maar soms voelt het zich zoet; het bekje prevelt: "trouwen", het gladde buikje moet een klein machientje bouwen. God behoede de mens en geve hem een zoen: er is verder niets met hem te doen. Streel zijn zoete pens, want mens is een zachte machine, een ingewikkeld liefje. Verzilver zijn statiefje, leid hem in een vitrine, doe bij hem een lichtje aan. Loop zachtjes om hem heen en ga elders om hem wenen, maar laat hem staan. Leo Vroman (1915) uit: Uit slaapwandelen (1957) Em. Querido, Amsterdam 32 | Hooglandse Nieuwe september 2013