Stadsenquête Leiden 2004
Hoofdstuk 10. Financiële situatie
Samenvatting Hfst 9. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële positie van de Leidenaar. De resultaten maken duidelijk dat een deel van de Leidenaren hun financiële situatie wat minder ervaart dan enkele jaren geleden. De laatste twee jaren hebben Leidenaren per saldo het idee dat hun financiële situatie verslechtert. Dit jaar vindt 17% van de respondenten de eigen inkomenspositie in het afgelopen jaar verbeterd, terwijl 30% aangeeft dat deze verslechterd is. Met name de lage en middeninkomens en de 35-plussers hebben hun financiële situatie zien verslechteren. Tabel S9: Verandering financiële situatie Leidenaar Indicator eigen financiële situatie (verbeterd-verslechterd)
2001 +29
2002 +11
2003 -8
2004 -13
Perc. moet wel eens bezuinigen op primaire levensbehoeften Perc. Heeft schulden
13% 10%
17% 11%
20% 10%
26% 12%
Hfst 10. Financiële situatie In hoofdstuk 9 is aan de hand van een aantal trendvragen kort ingegaan op de financiële situatie van de inwoners van Leiden. In dit hoofdstuk is uitgebreider ingegaan op dit onderwerp. Ofschoon in hoofdstuk 9 te zien was dat een deel van de mensen aangeeft dat hun financiële situatie is verminderd, wordt de vraag of men voldoende kan rondkomen vergelijkbaar beantwoord met vorig jaar. Ruim tweederde van de Leidenaren kan gemakkelijk rond te komen met het huishoudinkomen, circa twee op de tien komt net rond en één op de tien kan (zeer) moeilijk rondkomen. Allochtone huishoudens en huishoudens met lage inkomens geven vaker aan (zeer) moeilijk te kunnen rondkomen. Bijna vier op de tien Leidenaren, iets meer dan in 2003, heeft in de afgelopen 12 maanden geld geleend. 35-minners, lagere inkomensgroepen, alleenstaanden en allochtonen relatief wat vaker. De meest gebruikte vorm van geld lenen is rood staan bij de bank of giro, gevolgd door een persoonlijke lening of doorlopend krediet. Vergelijkbaar met vorig jaar heeft 6% van de Leidenaren in het afgelopen jaar een betalingsachterstand (gehad) op een lening of op hun vaste lasten. Voor wat betreft de vaste lasten hebben de achterstanden veelal betrekking op het energie- en waterbedrijf en de huur. Circa een kwart van de respondenten die in het afgelopen jaar te maken hebben gehad met betalingsachterstanden, geeft aan door hun schulden in de problemen te zijn gekomen en één op de tien heeft in verband met de betalingsachterstand hulp gezocht bij hulpverlenende instanties.
1
Stadsenquête Leiden 2004
Vragenlijst Hfst 9. Trendvragen financiële situatie Nu volgen drie vragen over uw financiële situatie. Deze vragen worden elk jaar gesteld om te kijken of er verschuivingen optreden in de financiële situatie van de Leidenaars. Dit is van belang voor het bijstandsbeleid van de gemeente. We willen nogmaals benadrukken dat deze enquête anoniem is. 1.
Is de financiële situatie van het huishouden waarin u woont in de afgelopen twaalf maanden verbeterd, gelijk gebleven of verslechterd? Verbeterd Gelijk gebleven Verslechterd
2.
Moet u door een tekort aan financiële middelen wel eens bezuinigen op eten, kleding of wachten met het betalen van de telefoonrekening of de rekening van het elektriciteitsbedrijf? Ja Nee Geen antwoord
3.
Heeft u schulden? (Hiermee bedoelen we geen hypotheek of korte termijn betalingsachterstanden) Ja Nee Geen antwoord
Hfst 10. Financiële situatie De volgende vragen gaan over de financiële positie van de burgers van Leiden. De resultaten hiervan zijn van belang voor de gemeente om de juiste beleidsbeslissingen te kunnen nemen en daarmee de burgers die dat nodig hebben financieel te kunnen ondersteunen. We wijzen u er nogmaals op dat de door u gegeven antwoorden anoniem zijn. 1.
We willen graag weten hoe moeilijk of gemakkelijk uw huishouden kan rondkomen met het totale huishoudinkomen? zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk
2.
Het komt vaak voor dat mensen geld lenen voor bepaalde uitgaven. Ik noem hierna een aantal vormen van geld lenen. Wilt u aangeven of u daar in de afgelopen 12 maanden gebruik van heeft gemaakt? (meerdere antwoorden mogelijk) op afbetaling gekocht bij postorderbedrijf of winkels rood staan bij bank of giro persoonlijke lening of doorlopend krediet lening bij vrienden of familie lening in het kader van de studiefinanciering andere lening (geen hypotheek voor huis)
3.
Is bij de betaling van de aflossing van één of meer van deze schulden OF bij de betaling van uw vaste lasten in de laatste 12 maanden een achterstand ontstaan? ja nee ga verder bij vraag 8
2
Stadsenquête Leiden 2004
Zo ja: om welke schulden ging het (meerdere antwoorden mogelijk) op afbetaling gekocht bij postorderbedrijf of winkels rood staan bij bank of giro persoonlijke lening of doorlopend krediet lening bij vrienden of familie lening in het kader van de studiefinanciering andere lening (geen hypotheek voor huis) … of om welke vaste lasten ging het (meerdere antwoorden mogelijk) huur hypotheek energie en waterbedrijf belastingen verzekeringen andere betalingsachterstanden
4.
Wanneer heeft uw huishouden voor het eerst te maken gekregen met deze betalingsachterstanden? in de afgelopen 6 maanden hypotheek 6-12 maanden geleden 1-2 jaar geleden 2-5 jaar geleden >=5 jaar geleden
5.
Zijn uw schulden zodanig, dat u in de problemen bent gekomen of zult komen? ja nee
6.
Heeft uw huishouden in verband met een betalingsachterstand hulp gezocht bij hulpverlenende instanties? (bijvoorbeeld de Sociale Dienst, het Maatschappelijk Werk, of de Kredietbank Stadsbank) ja namelijk bij ______________________________(naam organisatie) Bent u daar geholpen met uw financiële problemen? ja, goed ja, matig/gaat wel, wat kon beter? ___________________________________ nee, waarom niet _____________________________________
7.
nee Denkt u dat wel te gaan doen? ja nee Waarom niet? omdat ik niet precies weet welke instantie mij kan helpen omdat ik zelf al een oplossing heb gevonden anders, nl ___________________________________
Heeft uw huishouden OP DIT MOMENT te maken met betalingsachterstanden? ja Denkt u dat uw huishouden zonder hulp van andere personen of instellingen deze betalingsachterstand(en) kan oplossen? ja, binnen 3 maanden ja, dat duurt 3 tot 6 maanden ja, dat duurt 6 tot 12 maanden ja, dat duurt meer dan een jaar nee, mijn huishouden kan dat niet zonder hulp oplossen weet niet nee
3
Stadsenquête Leiden 2004
Uitkomsten Hfst 9. Trendvragen financiële situatie Dit hoofdstuk gaat in op de financiële positie van de Leidse burgers in het algemeen. Behandeld worden de verandering van de financiële positie in het afgelopen jaar, de noodzaak tot bezuinigingen op primaire levensbehoeften en de schuldsituatie. In hoofdstuk 10 zal meer uitgebreid worden ingegaan op de financiële situatie.
9.1 Verandering financiële situatie in afgelopen jaar De inwoners van Leiden is gevraagd of zij vinden dat de eigen financiële situatie het afgelopen jaar is verbeterd of verslechterd. Ruim de helft ziet geen wijziging, 17% vindt deze verbeterd en drie op de tien vindt dat de inkomenspositie is verslechterd. Vergeleken met voorgaande jaren vinden de Leidenaren per saldo vaker dat hun financiële situatie is verslechterd. Grafiek 9.1a: Verandering financiële situatie
2001
37%
2002
55%
26%
2003
58%
19%
0%
15%
54%
17%
2004
8%
27%
53% 25%
Verbeterd
30% 50%
75%
Gelijk gebleven
100%
Verslechterd
In onderstaande tabel wordt, via een indicatorwaarde (=% verbeterd-% verslechterd), nog eens duidelijk dat in 2001 en 2002 de Leidenaar per saldo dacht dat zijn/haar inkomenssituatie verbeterde, in de afgelopen twee jaar vindt de Leidenaar per saldo dat zijn haar financiële situatie vermindert. De afgelopen jaren is duidelijk geworden dat er grote verschillen zijn naar inkomen en leeftijd. Met name de lagere inkomensgroepen en 35-plussers geven per saldo vaker aan dat hun inkomenspositie is verslechterd. Tabel 9.1b: Verandering financiële situatie Leidenaar naar inkomens- en leeftijdsgroep Indicator = % verbeterd – % verslechterd
Netto huishoudinkomen 1 Leeftijd
2001
2002
2003
2004
Totaal
+29
+11
-8
-13
≤ 1.350
+10
- 13
-20
-27
1.351 – 3.000
+36
+ 15
-13
-18
> 3.000
+55
+ 33
+13
+12
18-24 jaar
+16
+ 14
+4
-5
25-34 jaar
+53
+ 29
+14
+7
35-49 jaar
+30
+ 13
-15
-18
50+
+4
-11
-23
-26
1
De verdeling naar netto huishoudinkomens wijkt licht af van 2001. Toen was de verdeling als volgt: ≤ 1.400 Euro, 1.401-3000 Euro > 3000 Euro.
4
Stadsenquête Leiden 2004
9.2 Noodzaak van bezuinigingen op primaire levensbehoeften Van alle Leidenaren heeft een kwart in het afgelopen jaar door een tekort aan financiële middelen wel eens moeten bezuinigen op primaire levensbehoeften, zoals eten en kleding of door wachten met het betalen van de telefoon- of energierekening. Dit geldt met name voor jongeren en mensen met een lager inkomen. Vergeleken met voorgaande jaren is ook dit jaar het aantal mensen dat heeft moeten bezuinigen op primaire levensbehoeften weer gestegen. Grafiek 9.2: Noodzaak tot bezuinigen per inkomens- en leeftijdsgroep 13% Totaal
17%
25% 20%
18-24 jaar
31% 33%
=< 1.350 9% 1.351 - 3.000 4% > 3.000
7% 8%
11%
43%
25-34 jaar
13% 14%
35-49 jaar
13% 15%
13%
14%
50-64 jaar 24%
18%
46% 6%
21%
30%
26%
2001 2002 2003 2004
16% 14% 12%
65+
19%
20%
33%
39%
23%
25%
26%
19%
2001 2002 2003 2004
9.3 Schuldsituatie Van alle inwoners van Leiden zegt 12% schulden te hebben (exclusief hypotheek en studieschuld). Dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren. Met name Leidenaren tot 35 jaar en de lagere inkomens- groepen geven vaker aan schulden te hebben. Ten opzichte van de vorige meting valt op dat de hoogste en laagste inkomensgroepen iets vaker aangeven schulden te hebben. Ditzelfde geldt voor Leidenaren tot 35 jaar. De groep 35-plussers geeft door de jaren heen nauwelijks verschuivingen te zien in het percentage schulden. Grafiek 9.3: Percentage mensen met schulden per inkomens- en leeftijdsgroep 10% 11% 10% 12%
Totaal
15% 15% 16%
18-24 jaar 12% 25-34 jaar 19% 16% 18% 21%
=< 1.350 10% 10% 10% 12%
1.351 - 3.000 5% > 3.000
7%
9% 11%
7% 7% 6% 6%
50-64 jaar
5
65+
17% 16% 18%
9% 8% 8% 9%
35-49 jaar
2001 2002 2003 2004
20%
1% 1% 1% 0%
2001 2002 2003 2004
Stadsenquête Leiden 2004
Hfst 10. Financiële situatie Aan de hand van een drietal trendvragen is in hoofdstuk 9 kort ingegaan op de financiële situatie van de Leidenaar. Dit hoofdstuk gaat verder in op de financiële positie van de inwoners van Leiden. Achtereenvolgens komen aan bod: de mate waarin men kan rondkomen, het afsluiten van leningen en betalingsachterstanden.
10.1 Rondkomen met het huishoudinkomen Ruim tweederde van de Leidenaren geeft aan gemakkelijk rond te komen met het totale huishoudinkomen, 22% komt net rond en één op de tien kan (zeer) moeilijk rondkomen. Dit is vergelijkbaar met vorig jaar. Grafiek 10.1a: Rondkomen met huishoudinkomen 12%
Zeer gemakkelijk
15% 54%
Gemakkelijk
53% 25%
Komt net rond
22% 8%
Moeilijk
Zeer moeilijk
7%
2003
2%
2004
3%
Rondkomen van huishoudinkomen naar doelgroep Daar waar het totaalbeeld slechts minimale verschuivingen laat zien, valt op dat allochtone huishoudens en huishoudens met lagere inkomens nu vaker aangeven moeilijk rond te kunnen komen met het huishoudinkomen. Verder is ook dit jaar te zien dat alleenstaanden vaker moeilijk kunnen rondkomen dan meerpersoonshuishoudens.
Tabel 10.1b: Percentage komt (zeer) moeilijk rond met huishoudinkomen 2003 2004 Totaal 10% 10% Etniciteit Autochtoon Allochtoon Huishoudsamenstelling Alleenstaand, < 40 jaar 14% 16% Twee personen, < 40 jaar 5% 7% Netto huishoudinkomen Gezin met kinderen 10% 11% ≤ 1350 Twee personen, > 40 jaar 7% 5% 1351-2000 Alleenstaand, > 40 jaar 15% 15% 2001-3000 >3000
6
2003
2004
8% 14%
8% 20%
28% 12% 3% 2%
35% 11% 5% 2%
Stadsenquête Leiden 2004
10.2 Het afsluiten van leningen Bijna vier op de tien Leidenaren, iets meer dan vorig jaar, heeft in de afgelopen 12 maanden geld geleend (hypotheken buiten beschouwing gelaten). 35-minners, de lagere inkomensgroepen, alleenstaanden en allochtonen hebben relatief (wat) vaker geld geleend, 50-plussers minder vaak. De meest gebruikte vorm van geld lenen is rood staan bij de bank of giro, gevolgd door een persoonlijke lening of doorlopend krediet. Tabel 10.2: Gebruik vormen van geld lenen (meerdere antwoorden mogelijk) 2003 2004 Rood staan bij bank of giro 26% 28% Persoonlijke lening of doorlopend krediet 12% 13% Lening studiefinanciering 8% 8% Lening bij vrienden en familie 6% 6% Op afbetaling bij postorderbedrijf, winkel 4% 5% Andere lening (geen hypotheek) 2% 3% Geen lening
65%
62%
10.3 Betalingsachterstand In de afgelopen 12 maanden heeft 6% van de Leidenaren te maken gekregen met een betalingsachterstand op hun vaste lasten (5%) of op een lening (1%). Voor allochtonen, lager opgeleiden en mensen uit de laagste inkomensklasse geldt dit relatief wat vaker. Tabel 10.3a: Betalingsachterstand op schulden/vaste lasten 2003 Op dit moment betalingsachterstand 2% In dit jaar betalingsachterstand gehad 3% Wel leningen, geen betalingsachterstand 30% Geen leningen 65% Totaal 100%
2004 3% 3% 32% 62% 100%
De betalingsachterstanden bij de vaste lasten hebben vooral betrekking op de energie- en waterrekening (44%), de huur (37%) en de hypotheek (19%). De achterstanden bij leningen betreffen met name het rood staan (33%), leningen bij vrienden of familie (27%) en afbetalingen bij postorderbedrijven of winkels (14%). Wanneer betalingsachterstand ontstaan Voor driekwart van de respondenten die in de afgelopen 12 maanden te maken hebben gehad met een betalingsachterstand, geldt dat deze ook in deze periode is begonnen. Bij een kwart is de achterstand al eerder ontstaan. Tabel 10.3b: Wanneer betalingsachterstand begonnen (in % afgelopen jaar betalingsachterstand) 2003 2004 In de afgelopen 6 maanden 29% 39% 6-12 maanden geleden 32% 36% 1-2 jaar geleden 23% 17% 2-5 jaar geleden 13% 8% Meer dan 5 jaar geleden 3% 1% Totaal 100% 100%
Circa een kwart van de Leidenaren die in het afgelopen jaar te maken hebben gehad met een betalingsachterstand geeft aan door hun schulden in de problemen te zijn gekomen en 9% heeft in verband met de betalingsachterstand hulp gezocht bij een hulpverlenende instantie, met name de Sociale Dienst.
7