Stadsenquête Leiden 2011
Hoofdstuk 24 Financiële situatie Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Zes op de tien Leidenaren zijn bekend met deze maatregelen. De bekendheid ligt duidelijk lager dan voorgaande jaren. De hoogte van het huishoudinkomen bepaalt of Leidenaren in aanmerking komen voor één of meer van deze maatregelen. Volgens één op de tien Leidenaren is dit voor hen het geval. Van de doelgroep is driekwart bekend met tenminste één van de regelingen. Evenals in voorgaande jaren is de mogelijkheid tot kwijtschelding van gemeentelijke belastingen het meest bekend. Iets meer dan vier van de tien Leidenaren uit de doelgroep maken gebruik van één of meer inkomensondersteunende regelingen. Dit aandeel ligt iets lager dan de twee voorgaande jaren. Volgens twee derde van de Leidenaren uit de doelgroep zou meer bekendheid moeten worden gegeven aan de inkomensondersteunende maatregelen van de gemeente. Bij de Stadsbank kunnen inwoners van Leiden terecht voor advies bij financiële problemen, schuldhulpverlening en budgetbeheer. Bijna de helft van de Leidenaren had voor deze enquête ooit iets gehoord of gelezen over de Stadsbank, 5% heeft er ooit gebruik van gemaakt. Lagere inkomensgroepen (9%) en 55-plussers (8%) hebben vaker een beroep gedaan op de Stadsbank. Leidenaren die door de schulden in de problemen zijn gekomen, hebben meer dan gemiddeld gebruik gemaakt van de Stadsbank (28%). Ruim de helft van alle Leidenaren vindt dat de financiële hulp door de gemeente beter bekend zou moeten worden.
Vragenlijst Nu volgt een aantal vragen over uw financiële situatie. Deze vragen worden elk jaar gesteld om te kijken of er verschuivingen optreden in de financiële situatie van de Leidenaren.
FS1. Is de financiële situatie van het huishouden waarin u woont in de afgelopen twaalf maanden verbeterd, gelijk gebleven of verslechterd? Verbeterd Gelijk gebleven Verslechterd
FS2.
Moet u door een tekort aan financiële middelen wel eens bezuinigen op eten, kleding en/of wachten met het betalen van de vaste lasten (zoals huur) en andere rekeningen? Ja
Nee
FS3. Heeft u schulden? (Hiermee bedoelen we geen hypotheek) Ja
Nee
1
Stadsenquête Leiden 2011
Uitkomsten In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de financiële situatie van de Leidse burgers. De financiële situatie, eventuele leningen en mogelijke betalingsachterstanden komen in dit hoofdstuk aan de orde.
24.1 Financiële situatie Zes op de tien Leidenaren (62%) geven aan dat ze gemakkelijk kunnen rondkomen met het huishoudinkomen, ruim een kwart (29%) komt net rond en 9% kan moeilijk rondkomen. Vergeleken met 2010 is het aandeel dat (zeer) moeilijk of net rond kan komen, toegenomen
Grafiek 24.1.a Rondkomen met het huishoudinkomen, 2003-2011*, in procenten 2003 2% 8% 2004 3% 7% 2005 2%
2007 2% 6% 2008
8%
2009 2% 5% 2010
5%
2011* 2% 7%
15%
47%
24%
2006 2% 8%
15%
53%
22%
11%
12%
54%
25%
15%
51%
25%
19%
54%
19%
16%
49%
28%
15%
47%
29% 25% Zeer moeilijk
15%
53%
24%
0%
14%
54%
23%
50% Moeilijk
Komt net rond
75% Gemakkelijk
100% Zeer gemakkelijk
* Tot en met 2009 zijn de gegevens telefonisch gevraagd, in 2010 via internet en telefonisch en in 2011 via internet en schriftelijk. Hierdoor is de vergelijking van de totaal cijfers van 2011 met voorgaande jaren (soms) niet goed mogelijk (zie ook bijlage A onderzoeksverantwoording).
Per saldo vinden iets meer Leidenaren dat hun financiële situatie in de afgelopen 12 maanden is verslechterd. De twee voorgaande jaren was dit ook het geval, terwijl in de periode 2007-2008 juist meer mensen hadden aangegeven dat hun financiële situatie er op vooruit was gegaan.
2
Stadsenquête Leiden 2011
Grafiek 24.1.b Verandering in de financiële situatie in de afgelopen 12 maanden, 2001-2011*, in procenten 2001
37%
2002 2003 2004 2005
26%
27%
54%
17%
53%
30%
51%
19%
30% 57%
22%
2007
21% 59%
26%
2008
15%
58%
19%
2006
8%
55%
22%
15%
62%
2009
16%
2010
16%
64%
2011*
17%
61%
17% 22%
62%
0%
25%
20% 22%
50%
Verbeterd
75%
Gelijk gebleven
100%
Verslechterd
* Tot en met 2009 zijn de gegevens telefonisch gevraagd, in 2010 via internet en telefonisch en in 2011 via internet en schriftelijk. Hierdoor is de vergelijking van de totaal cijfers van 2011 met voorgaande jaren (soms) niet goed mogelijk (zie bijlage A onderzoeksverantwoording).
De ontwikkeling van de financiële situatie is niet voor iedereen hetzelfde. Leidenaren in de lagere inkomensgroepen geven veel vaker aan dat de situatie is verslechterd dan verbeterd. Bij de hogere inkomens is de financiële situatie het afgelopen jaar juist vaker verbeterd dan verslechterd. Onder Leidenaren tot 35 jaar is vaker sprake van een verbetering dan van een verslechtering. Onder bewoners van 35 jaar en ouder is per saldo sprake van verslechtering. Tabel 24.1.c
Verandering van de financiële situatie van Leidenaar, 2001-2011**, naar inkomens- en leeftijdsgroep 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011**
+29
+11
-8
-13
-11
+1
+11
+5
-6
-3
-5
< € 1.750
+10
- 13
-20
-27
-35
-32
-5
-13
-30
-20
-23
€ 1.751 - € 3.200
+36
+ 15
-13
-18
-15
0
+5
+2
-7
-7
-3
> € 3.200
+55
+ 33
+13
+12
+8
+21
+24
+21
+8
+13
+9
25-34 jaar
+53
+ 29
+14
+7
+10
+15
+37
+29
+10
+15
+8
35-49 jaar
+30
+ 13
-15
-18
-19
+6
+14
+9
-3
-2
-11
50+
+4
-11
-23
-26
-29
-16
-6
-11
-15
-12
-16
Saldo (% verbeterd minus % verslechterd) Netto huishoudinkomen:
Leeftijd:
* Inkomensgroepen: 2001: <€1400, € 1400-€ 3000, >€ 3000; 2002 t/m 2007: <€ 1350, € 1351-€ 3000, >€ 3000; 2008-2010: <€ 1450, € 1451-€ 3200, >€ 3200 ** Tot en met 2009 zijn de gegevens telefonisch gevraagd, in 2010 via internet en telefonisch en in 2011 via internet en schriftelijk. Hierdoor is de vergelijking van de totaal cijfers van 2011 met voorgaande jaren (soms) niet goed mogelijk (zie ook Bijlage A onderzoeksverantwoording).
3
Stadsenquête Leiden 2011
24.2 Afsluiten van leningen en bezuinigingen Eén op de drie Leidenaren heeft in de afgelopen 12 maanden gebruik gemaakt van een lening voor bepaalde uitgaven (hypotheken buiten beschouwing gelaten). Leidenaren tot 35 jaar (46%) hebben vaker gebruik hiervan gemaakt, 55-plussers (20%) juist minder vaak. Ook lagere inkomens (47%) hebben vaker geld geleend voor bepaalde uitgaven dan hogere inkomens (27%). De meest gebruikte vorm van geld lenen is rood staan bij de bank (18%), gevolgd door een lening voor studiefinanciering (9%), een lening bij vrienden of familie (7%) of een persoonlijke lening of een doorlopend krediet (7%). Het aandeel mensen zonder lening is iets hoger dan vorig jaar, maar is vergelijkbaar met de jaren 2007-2009.
Tabel 24.2.a
Gebruik van vormen van geld lenen (meer vormen mogelijk) 2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011*
Rood staan bij bank
26%
28%
31%
29%
25%
23%
22%
25%
18%
Lening studiefinanciering
8%
8%
7%
11%
8%
9%
8%
10%
9%
6%
6%
4%
8%
7%
5%
6%
9%
7%
12%
13%
13%
10%
9%
9%
9%
8%
7%
4%
5%
5%
5%
3%
3%
2%
2%
2%
2%
3%
2%
3%
1%
2%
2%
3%
1%
65%
62%
60%
57%
65%
68%
67%
62%
66%
Lening bij vrienden en familie Persoonlijke lening / doorlopend krediet Afbetaling bij postorderbedrijf of winkel Andere lening (geen hypotheek) Geen lening
* Tot en met 2009 zijn de gegevens telefonisch gevraagd, in 2010 via internet en telefonisch en in 2011 via internet en schriftelijk. Hierdoor is de vergelijking van de totaal cijfers van 2011 met voorgaande jaren (soms) niet goed mogelijk (zie ook Bijlage A onderzoeksverantwoording).
Een kwart van de Leidenaren heeft het afgelopen jaar wel eens bezuinigd op de eerste levensbehoeften of gewacht met het betalen van de vaste lasten of andere rekeningen. Dit aandeel is hoger dan voorgaande jaren. Vergeleken met voorgaande jaren geldt dit vaker voor midden en hogere inkomensgroepen.
4
Stadsenquête Leiden 2011
Grafiek 24.2.b Noodzaak tot bezuinigen, naar inkomensgroep, 2001-2011**, in procenten 13%
Totaal
20% 24% 19% 20% 19% 26% 31%
43% 45% 43% 47% 43% 44%
< € 1.750
2001 2003
9%
21%
2005
27% 23% 23% 21% 26%
€ 1.750 - € 3.200
2007 2009
4%
2010 2011
8% 10% 9% 8% 6% 12%
> € 3.200
0%
25%
50%
75%
100%
* Inkomensgroepen: 2001: <€1400, € 1400-€ 3000, >€ 3000; 2002 t/m 2007: <€ 1350, € 1351-€ 3000, >€ 3000; 2008-2010: <€ 1450, € 1451-€ 3200, >€ 3200 ** Tot en met 2009 zijn de gegevens telefonisch gevraagd, in 2010 via internet en telefonisch en in 2011 via internet en schriftelijk. Hierdoor is de vergelijking van de totaal cijfers van 2011 met voorgaande jaren (soms) niet goed mogelijk (zie ook Bijlage A onderzoeksverantwoording).
Van de bewoners tot 50 jaar heeft bijna een derde het afgelopen jaar bezuinigd op de eerste levensbehoeften of gewacht met het betalen van de vaste lasten. Vergeleken met de jaren ervoor is dit aandeel het meest gestegen onder bewoners van 35 tot 50 jaar, maar ook bewoners van 25 tot 35 jaar hebben vaker hiermee te maken gehad. Grafiek 24.2.c Noodzaak tot bezuinigen, 2001-2011*, naar leeftijd 13% 20%
Totaal
19% 20% 19%
24%
26%
13% 18%
25-34 jaar
15%
13%
23%
24% 21%
2003 2005
19% 22% 20% 17%
35-49 jaar
2001
31%
28%
2007 2009
32%
2010
8% 19% 22% 18% 17% 17% 15%
50+
0%
2011* *
25%
50%
75%
100%
* Tot en met 2009 zijn de gegevens telefonisch gevraagd, in 2010 via internet en telefonisch en in 2011 via internet en schriftelijk. Hierdoor is de vergelijking van de totaal cijfers van 2011 met voorgaande jaren (soms) niet goed mogelijk (zie ook Bijlage A onderzoeksverantwoording).
5
Stadsenquête Leiden 2011
24.3 Schulden en betalingsachterstanden Van alle inwoners van Leiden zegt 18% schulden te hebben (exclusief hypotheek). Dit aandeel is sterk gestegen vergeleken met voorgaande jaren toen 10% tot 12% schulden had. Het aandeel Leidenaren met schulden is het hoogst onder de lagere inkomens (29%). Vergeleken met voorgaande jaren is bij deze doelgroep de stijging het sterkst, maar ook de hoogste inkomensgroep heeft vaker schulden dan in eerdere jaren. Grafiek 24.3.a Percentage van de Leidenaren met schulden, 2001-2011**, naar inkomensgroep 10% 10% 12% 11% 11% 12%
Totaal
18% 19% 18% 16% 20% 23% 19%
< € 1.750
10% 10%
€ 1.750 - € 3.200
5% 7% 8% 6% 5% 9%
> € 3.200
2001
29%
2003 14% 14% 15% 15% 15%
2005 2007 2009 2010 2011**
14%
0%
25%
50%
75%
100%
* Inkomensgroepen: 2001: <€1400, € 1400-€ 3000, >€ 3000; 2002 t/m 2007: <€ 1350, € 1351-€ 3000, >€ 3000; 2008-2010: <€ 1450, € 1451-€ 3200, >€ 3200 ** Tot en met 2009 zijn de gegevens telefonisch gevraagd, in 2010 via internet en telefonisch en in 2011 via internet en schriftelijk. Hierdoor is de vergelijking van de totaal cijfers van 2011 met voorgaande jaren (soms) niet goed mogelijk (zie ook Bijlage A onderzoeksverantwoording).
Grafiek 24.3.b Percentage mensen met schulden, 2001-2011*, naar leeftijd 10% 10% 12% 11% 11% 12%
Totaal
12%
25-34 jaar
9% 8% 10% 9% 11% 12%
35-49 jaar
18% 16% 20% 23% 22% 20%
2001
30%
2003 2005 2007 2009
24%
6% 5% 5% 6% 5% 8% 7%
50+
0%
2010 2011**
25%
50%
75%
100%
* Tot en met 2009 zijn de gegevens telefonisch gevraagd, in 2010 via internet en telefonisch en in 2011 via internet en schriftelijk. Hierdoor is de vergelijking van de totaal cijfers van 2011 met voorgaande jaren (soms) niet goed mogelijk (zie ook Bijlage A onderzoeksverantwoording).
6
Stadsenquête Leiden 2011
Bewoners tot 50 jaar hebben vaker een schuld. Dit geldt nog in iets sterkere mate voor bewoners van 25 tot 35 (30%) dan voor bewoners van 35 tot 50 jaar (24%). 50-Plussers hebben hier veel minder mee te maken (7%). Vergeleken met voorgaande jaren is het aandeel bewoners met een schuld vooral gestegen onder de 35 tot 50-jarigen. Bij 50-plussers is nauwelijks iets veranderd.
In de afgelopen 12 maanden heeft 5% van de Leidenaren te maken gehad met een betalingsachterstand op hun vaste lasten en/of schuld. Bij bijna de helft is deze betalingsachterstand de afgelopen 12 maanden ontstaan; bij een derde is hiervan al twee jaar of langer sprake. Vier op de tien Leidenaren met een betalingsachterstand verwachten in de problemen te komen door hun schulden. Dit is circa twee procent van alle Leidenaren, wat een verdubbeling is vergeleken met vorig jaar. Het percentage Leidenaren met een betalingsachterstand (5%) fluctueert enigszins de afgelopen jaren. De verschillen in het aandeel Leidenaren met een lening of schuld varieert iets meer. Dit jaar ligt dit aandeel lager dan vorig jaar maar is weer vergelijkbaar met de twee jaren daarvoor.
Tabel 24.3.c
Betalingsachterstand op schulden/vaste lasten, 2003-2011*, in procenten 2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011*
In dit jaar betalingsachterstand
5%
6%
5%
7%
4%
4%
6%
5%
5%
Wel leningen, geen betalingsachterstand
30%
32%
36%
37%
32%
28%
27%
33%
29%
Geen leningen
65%
62%
60%
56%
65%
68%
67%
62%
66%
Totaal
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
* Tot en met 2009 zijn de gegevens telefonisch gevraagd, in 2010 via internet en telefonisch en in 2011 via internet en schriftelijk. Hierdoor is de vergelijking van de totaal cijfers van 2011 met voorgaande jaren (soms) niet goed mogelijk (zie ook Bijlage A onderzoeksverantwoording).
De betalingsachterstanden bij de vaste lasten en bij de leningen hebben vooral betrekking op de premie voor de ziektekostenverzekering, huur of hypotheek, rood staan bij de bank of een lening bij vrienden of familie.
7