Beleidsnota Beeldende Kunst en Vormgeving 2009-2012
INHOUD Inleiding Toekomstbeeld Hoofdstuk 1 Beleidsmatige context 1.1 Landelijk cultuurbeleid 1.2 Noordelijk en provinciaal cultuurbeleid 1.3 Gemeentelijk beleid Hoofdstuk 2 Huidige situatie 2.1 Beschrijving huidige situatie 2.2 Reflectie huidige situatie 2.3 Analyse huidige situatie Hoofdstuk 3 Inhoudelijk kader 3.1 Visie en ambitie 3.2 Acties 2009-2012 3.2.1 Presenteren 3.2.2 Positioneren 3.2.3 Participeren 3.2.4 Produceren Hoofdstuk 4 Financieel kader Hoofdstuk 5 Sturingskader 5.1 Rolverdeling en subsidierelatie 5.2. Organisatie en overleg Hoofdstuk 6 Conclusie Bijlagen Bijlage 1: Rapportage van Lilian Roosenboom Bijlage 2: Betrokken organisaties en personen bij de totstandkoming van de beleidsnota Bijlage3: Informatieve brief aan de raad van 19 oktober 2009
4 7 10 10 11 12 16 16 20 21 23 23 25 25 27 30 31 35 37 37 38 39 41 41 54 55
3
INLEIDING
Voor u ligt de beleidsnota beeldende kunst en vormgeving (BKV) van de gemeente Leeuwarden. De nota is door adviesbureau BMC, in nauwe samenwerking met de gemeente, opgesteld. De nota bouwt voort op het in 2005 vastgestelde gemeentelijke atelierbeleid en sluit aan op het bestedingsvoorstel voor de inzet van rijksmiddelen beeldende kunst en vormgeving in de periode 2005 - 2008. Voor het tot stand komen van de nota is zowel intern als extern gesproken met een aantal personen en organisaties. Tevens zijn er twee bijeenkomsten georganiseerd (zie bijlage 2). In de commissie welzijn is op 16 september 2009 gesproken over de beleidsnota. Naar aanleiding van de opmerkingen die in de commissievergadering werden gemaakt is een informatieve brief aan de raad opgesteld, die op 2 december 2009 besproken is in de commissie welzijn. Deze brief is toegevoegd als bijlage 3. Daarnaast hebben de waardevolle opmerkingen die in de commissie welzijn zijn gemaakt geleid tot een concretisering van met name kunst in de openbare ruimte. Dit heeft geleid tot een aangepast hoofdstuk 2.1. Beschrijving van de huidige situatie, waar graffiti en poëziestenen zijn toegevoegd aan het kopje kunst in de openbare ruimte. Verdere aanpassingen zijn te vinden in hoofdstuk 3.2.2. Positioneren. Hoofdstuk 3.2.4. Produceren, waarin onder meer ingegaan wordt op het meerjarenplan creatieve industrie, is eveneens aangepast. De nota heeft als doel om vanuit een duidelijke visie op beeldende kunst en vormgeving integrale beleidsdoelstellingen vast te leggen, in aansluiting op het gemeentelijke cultuurbeleid zoals vastgelegd in de kadernota Cultuurvuur. De doelstellingen die door het rijk verbonden zijn aan de middelen die aan grotere gemeenten beschikbaar worden gesteld voor beeldende kunst en vormgeving voor de periode 2009-20012 vormen eveneens een belangrijk kader. De beleidsnota beeldende kunst en vormgeving laat zien dat de gemeente Leeuwarden de maatschappelijke functie van dit deelterrein van groot belang acht, welke beleidsdoelstellingen hieruit volgen en welke prestaties de betrokken culturele instellingen kunnen inzetten om bij te dragen aan de beleidsdoelstellingen. Dat het onderwerp leeft, blijkt ook uit het initiatiefvoorstel Kunst in de openbare ruimte dat twee fracties uit de gemeenteraad van Leeuwarden in 2007 hebben
4
opgesteld.1 In de kadernota Cultuurvuur van de gemeente is de veronderstelling uitgesproken dat de kunst- en cultuurinstellingen in staat zouden zijn om met een gezamenlijk plan te komen voor kunst in de openbare ruimte. Uit drie expertmeetings die zijn gehouden met het culturele veld2, blijkt dat deze vraag niet realistisch was. Het veld verwacht juist van de gemeente een meerjarig kader dat richting geeft en houvast biedt. Vanuit dit perspectief geeft deze nota op basis van de inbreng uit het veld de gemeentelijke visie weer op de betekenis en de rol van beeldende kunst en vormgeving in de Leeuwarder samenleving. Er zijn hierbij ook inhoudelijke accenten gelegd om meer samenhang en lijn aan te brengen in het aanbod. Op basis hiervan kunnen gemeente en partijen uit het veld constructief en gezamenlijk met de concrete uitwerking en invulling aan de slag. Dan nog over de plaatsbepaling van dit stuk. De gemeenteraad heeft de hoofdlijnen van het cultuurbeleid vastgesteld in de nota Cultuurvuur. Deze vormt het kader voor het brede cultuurbeleid van de gemeente. Voor het deelgebied ‘beeldende kunst en vormgeving’ heeft het college nu in voorliggend beleidsdocument neergelegd welke initiatieven het culturele veld van de gemeente mag verwachten en op welke gebieden culturele initiatiefnemers een beroep kunnen doen op de in te zetten financiële middelen. De gemeenteraad heeft op de inhoud van dit stuk gereflecteerd en het is met meeneming van de gemaakte aanvullingen nu door het college vastgesteld. Voor ‘kunst in de openbare ruimte’ is in een afzonderlijke notitie neergelegd welke aanpak het college in de komende jaren voorstaat. Na raadpleging van de gemeenteraad (commissie welzijn) zal het college de notitie vaststellen en in overleg met het culturele veld gefaseerd tot uitvoering brengen. De geformuleerde doelstellingen en resultaten van zowel de BKV nota als de notitie ‘kunst in de openbare ruimte zullen in 2012 worden geëvalueerd. De opzet van deze nota is als volgt. Het toekomstbeeld ten aanzien van de beleidsnota beeldende kunst en vormgeving gaat vooraf aan hoofdstuk 1. In hoofdstuk 1 wordt de context geschetst door middel van het in beeld brengen van relevant beleid van rijk, provincie en gemeente en actuele ontwikkelingen op het gebied van de beeldende kunst. In hoofdstuk 2 wordt de huidige situatie in Leeuwarden beschreven, gereflecteerd en geanalyseerd. In hoofdstuk 3 worden de inhoudelijke kaders die wij willen meegeven aan de beeldende kunst en vormgeving in onze gemeente benoemd en uitgewerkt in verschillende acties. In hoofdstuk 4 wordt stil gestaan bij het financiële kader dat aan de uitvoering van het voorliggende beleid voor de periode 2009 - 2012 is gekoppeld. Het sturingskader, te weten de
1
Initiatiefvoorstel PvdA en VVD kunst en vormgeving in de openbare ruimte in Leeuwarden. Op 28 november 2007 een cultuurdebat in het kader van Cultuurvuur, op 24 juni 2008 een bijeenkomst kunst in openbare ruimte en een bijeenkomst op 26 februari 2009 ter bespreking van de eerste opzet van deze beleidsnota. 2
5
rolverdeling tussen de gemeente en het culturele veld, vormt het onderwerp van hoofdstuk 5. De nota sluit af met een conclusie, waarna de in de tekst genoemde bijlagen volgen.
6
TOEKOMSTBEELD 3
Klaar voor culturele hoofdstad 2018! Leeuwarden, december 2017 Met veel spektakel werd deze week het startsein gegeven voor het programma Fryslân Culturele Hoofdstad van Europa. Vanaf de Oldenhove deed Minister van Cultuur Anna Laura samen met haar Estlandse en Maltezer ambtsgenoten de officiële aftrap. De minister zei na afloop: ‘Het is een spannende stedenrace geweest in Nederland, maar Fryslân mag terecht deze titel dragen’. In de aanloop naar het programma voor 2018 heeft Leeuwarden een trekkersrol vervuld vanwege het evenementenprogramma, en vanwege de continue aandacht voor de kwaliteit van de openbare ruimte in relatie tot een positief woon-, werk- en leefklimaat. Het water in de stad en de aandacht voor duurzaamheid vormden hierbinnen de verbindende dragers. De inhoudelijke focus in het beeldende kunstbeleid op keramiek en mediakunst heeft daarbij positief uitgepakt. In de afgelopen jaren zijn hierdoor vele nieuwe samenwerkingsverbanden ontstaan en heeft Leeuwarden extra aantrekkingskracht op kunstenaars alsmede op nieuwe bewoners, ondernemers en toeristen uitgeoefend. In het programma ‘CultuurUur’ van Omrop Fryslân werd de aanwezigen gevraagd om een reactie. Zygmur Tadema, inwoner van het eerste uur van de wijk de Zuidlanden, geeft aan dat de combinatie van wonen en recreëren in een aantrekkelijke omgeving voor haar doorslaggevend was om naar Leeuwarden te komen. “Het concept van een kunstwerk op een sokkel dat na oplevering van de wijk werd onthuld, is achterhaald. Juist het traject tijdens de ontwikkeling van de nieuwe wijk moet benut worden. Met de geschiedenis van de plek als uitgangspunt kan kunst een nieuwe woonwijk direct een eigen nieuwe identiteit geven. De inbreng van de creativiteit van kunstenaars vormt hierbij een belangrijke meerwaarde.” Dit heeft heel positief uitgepakt in de Zuidlanden. Zo zijn de groen- en speelvoorzieningen in de wijk op een unieke wijze ingevuld, dit tot groot plezier van jonge én oude wijkbewoners. Door het project hebben de nieuwe bewoners ook direct 3
Dit toekomstbeeld is een fictieve schets waar Leeuwarden kan staan in 2018 indien uitvoering gegeven wordt aan de beleidsnota. Het beeld is slechts ter inspiratie, er kunnen geen rechten aan worden ontleend.
7
kennis met elkaar gemaakt. In Zuidlanden heeft dit geleid tot een meerjaren activiteitenprogramma. Ook bewoners van andere wijken zijn positief over de aanpak in Leeuwarden. Een goed voorbeeld hiervan is de wijk Heechterp-Schieringen. In deze herstructureringswijk is gekozen om kunst in te zetten als katalysator voor het versterken van de sociale contacten in de wijk. “Je merkt dat bewoners weer trots zijn op hun wijk”, beaamt Marjan Epker. Het resultaat van dit traject is een aantal verrassende ontmoetingsplekken waarin ook culturele ondernemers meedraaien. Zo is het cultuurterras ontstaan waar je naast een drankje kunt genieten van telkens wisselende kunstwerken. Er zijn zelfs plannen om een kunstwissel programma te ontwikkelen voor heel Leeuwarden. Het concept om kunst in te zetten voor het versterken van de kwaliteit van de openbare ruimte, heeft ook zijn plek gekregen in de randen van de stad. Op de vier uitvalsroutes is de verbinding stad en platteland in zogenoemde stadspoorten zichtbaar gemaakt. Het water speelt hier een verbindende rol. Het programma Fryslân Culturele Hoofdstad 2018 kent een verrassend multimediaspektakel dat vanaf het icoon van Leeuwarden, dat op het moment van dit schrijven nog niet bekend is, maar bijvoorbeeld de Oldehove zou kunnen zijn, een verbinding legt met de stadspoorten. Deelnemers in Leeuwarden gaan daarbij in gesprek met deelnemers op allerlei andere plekken in Europa. Kunstenaars hebben als creatieve motor een steeds belangrijker plek gekregen in de ontwikkeling van Leeuwarden. Teun Esscher, ondernemer van het eerste uur in de Blokhuispoort, geeft aan dat de combinatie van werken en ontmoeten in het voormalige gevangenispand voor haar doorslaggevend was om zich in Leeuwarden te vestigen. “Als jonge kunstenaar zag ik het als een unieke kans om naar Leeuwarden terug te komen na afronding van mijn kunstvakopleiding aan de Rietveld Academie. Het is goed dat de gemeente in de ontwikkeling van deze creatieve bedrijfsverzamelplek een voortrekkersrol heeft vervuld”. Esscher is een van de oprichters van het Cultureel Innovatie Platform Leeuwarden. Dit platform zorgt voor de verbinding tussen de sectoren Kunst, Wetenschap en Onderwijs. Zij doet dit via een specifiek uitwisselingsprogramma en culturele cafés. De cafés zijn belangrijk voor de ontmoeting tussen kunstenaars onderling en tussen kunstenaars en publiek. De cafés trekken ook steeds meer jonge makers. In het uitwisselingsprogramma nodigt het platform gericht kunstenaars uit zich te verdiepen in Leeuwarden en hier wat na te laten. Kunstenaars uit Leeuwarden zelf, uit de rest van Nederland en het buitenland worden hiervoor geselecteerd en gekoppeld aan een bedrijf of instelling en een kunstenaar uit de gemeente. Dit unieke artists-in-residence programma met een accent op keramiek en mediakunst, levert keer op keer spraakmakende projecten op. In de Rubriek Focus Leeuwarden die wekelijks verschijnt in de Leeuwarder Courant, berichten de deelnemende kunstenaars over hun ervaringen. Voor 2018 is een speciaal uitwisselingsprogramma ontwikkeld met specifieke aandacht voor de interactie tussen Nederland, Malta en de landen langs de Noordelijke Ontwikkeling As.
8
In het platform zijn ook de plannen voor het programma Fryslân Culturele Hoofdstad van Europa uitgebroed. Naast de Stichting Fryslân Culturele Hoofdstad 2018, nemen de Kring van ondernemers, Expeditie Leeuwarden, het onderwijs, het Fries Museum, Blokhuispoort en diverse andere vertegenwoordigers uit het beeldende kunst veld in Leeuwarden en Friesland, zoals bijvoorbeeld het Museum Belvédère te Heerenveen en het Jopie Huisman Museum in Workum deel aan het platform. Hierdoor komt een goede afstemming van het aanbod in heel Leeuwarden en Friesland tot stand. De uitvoering ligt bij de verschillende partijen zelf. De bekroning op het werk van alle betrokkenen is de innovatieprijs van het ministerie van Economische Zaken die eind vorig jaar aan het platform werd uitgereikt. Het verbinden van kunst aan de betekenis van het water voor de stad heeft ook zijn vruchten af geworpen in het recreatieve aanbod. In het programma 2018 is een speciale editie van de manifestatie Kunst aan Boord. Kunstenaars uit alle disciplines verleiden bezoekers een kijkje te komen nemen in hun kunstkabinet op de schepen die Leeuwarden aandoen tijdens de manifestatie Friesland Vaart. Hier nemen zowel schepen als kunstenaars uit diverse andere Europese landen aan deel. Als een culturele ontdekkingstocht ontrolt het programma zich op diverse plekken in de stad: buiten en binnen; in de straten; op het water; in beelden en in geluiden. Vertrekpunt en verbinding is telkens het water. Kunst aan Boord wordt voor de vijfde keer georganiseerd en trekt ieder jaar meer mensen. Leeuwarden zet zich, volgens de initiatiefnemers, met deze speciale editie van de manifestatie echt op de kaart. Een andere belangrijke trekker komend jaar is de internationale keramiekmanifestatie die gelijktijdig plaatsvindt in het Keramiekmuseum Princessehof, de binnenstad, de wijken Heechterp-Schieringen en Aldlân en in Park Groot Vijversburg. Naast de tentoonstelling en de masterclasses, biedt de manifestatie een interessant doe- en beleefprogramma voor een breed publiek. De relatie met de Koninklijke Tichelaar uit Makkum ontbreekt hierin uiteraard niet. Leeuwarden nodigt iedereen van harte uit om naar de activiteiten Fryslân Culturele Hoofdstad 2018 te komen. Wilt u weten wat er in Leeuwarden precies te beleven is, kijk dan op www.fierleeuwarden2018.com. Op deze site is informatie te vinden van gerealiseerde projecten en zijn virtuele voorproefjes aanwezig van alle komende activiteiten. Kies dus voor Leeuwarden in 2018. Er valt van alles te zien, te proeven en te beleven!
9
HOOFDSTUK 1 BELEIDSMATIGE CONTEXT Dit hoofdstuk gaat in op de context waarbinnen het beeldende kunstbeleid van de gemeente Leeuwarden vorm krijgt. Het gemeentelijke cultuurbeleid is autonoom maar staat niet op zichzelf. Hieronder worden eerst de landelijke kaders en daarna de meer specifieke provinciale en gemeentelijke kaders geschetst, die relevant zijn voor het nieuwe beleid. 1.1. Landelijk cultuurbeleid Creatieve stad Cultuur en creativiteit zijn van groot belang voor de moderne kenniseconomie. De groei van de werkgelegenheid in de creatieve sector in Nederland is bovengemiddeld. Een behoorlijk cultureel voorzieningenniveau heeft ook indirecte economische effecten: het draagt bij aan de aantrekkelijkheid van steden voor toeristen en voor de (toekomstige) creatieve klasse van de stad. Op die manier draagt cultuur bij aan lokale economische groei en werkgelegenheid. Het rijk heeft diverse programma’s om het creatieve vermogen van Nederland een impuls te geven en tegelijkertijd zorg te dragen voor een groter cultureel bewustzijn in de economische sector. Mooier Nederland De inrichting van Nederland ziet het ministerie van VROM als culturele opgave. Voor het architectuurbeleid betekent dit inzetten op kwaliteit en het creëren van maatschappelijke betrokkenheid. Ook is het belangrijk om rekening te blijven houden met de ruimtelijke en historische context. De samenhang tussen ruimtelijke ordening enerzijds en cultuurhistorie, architectuur en beeldende kunst en vormgeving anderzijds zorgt voor meer ruimtelijke kwaliteit. Duurzaamheid en herbestemming staan centraal. Sterke cultuursector De cultuursector moet beter verankerd zijn in de maatschappij en steviger op eigen benen staan. Het leggen van verbindingen tussen de cultuursector en andere maatschappelijke sectoren is uitgangspunt. Daarnaast moet ook gekeken worden naar mogelijkheden van zakelijke verbeteringen bij cultuurproducerende instellingen, zodat zij meer eigen inkomsten genereren4. Het profijtbeginsel heeft hiermee ook zijn intrede gedaan in de cultuursector. Nederland heeft inmiddels vooral op het gebied van design en architectuur een sterke positie ingenomen, ook internationaal.
4
De code Cultural Governance en het rapport Meer draagvlak voor cultuur van de Commissie Cultuurprofijt zijn hiervan voorbeelden.
10
Geldstroom beeldende kunst en vormgeving Met ingang van 2009 concentreert het ministerie van OCW de rijksmiddelen voor beeldende kunst en vormgeving in de grotere steden5. Het rijk veronderstelt dat deze steden over de daarvoor benodigde infrastructuur beschikken, dat wil zeggen ateliers, broedplaatsen, ondersteunende instellingen, kunstuitlenen en kunstmusea. De 36 centrumgemeenten ontvangen de middelen om: ruimte te bieden aan talent, de relatie tussen productie en presentatie en tussen aanbod en publiek te verbeteren en de kracht van de sector te versterken. Het Rijk gaat ervan uit dat sprake is van een gedeelde verantwoordelijkheid. Zelf is het Rijk verantwoordelijk voor het kunstvakonderwijs, ondersteuning van kunstaanbod en -afname (door het Fonds Beeldende Kunst,Vormgeving en Bouwkunst en de Mondriaanstichting), een deel van de ontwikkelingsfunctie (postacademische opleidingen en presentatie-instellingen) en de Wet Werk en Inkomen Kunstenaars (WWIK) plus flankerend beleid. Van de gemeente verwacht het Rijk verantwoordelijkheid voor een deel van de ontwikkelingsfunctie (ateliers, broedplaatsen, kunstenaarsinitiatieven), ondersteunende instellingen (centra voor beeldende kunst), kunstmusea en uitvoering van de WWIK. In Friesland ontvangt Leeuwarden de middelen voortaan rechtstreeks van het rijk. De bijdrage is € 150.000,— per jaar (voorheen € 65.000,—) op voorwaarde dat de gemeente eenzelfde bedrag inzet. 1.2. Noordelijk en provinciaal cultuurbeleid NOC De samenhang tussen het cultuurbeleid van het Rijk en de andere overheden komt voor een aanzienlijk deel tot stand via samenwerking in de zogenaamde landsdelen. Het landsdeel Noord bestaat uit de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen en de gemeenten Groningen en Leeuwarden en werkt samen onder de naam Noordelijk Overleg Cultuur (NOC). In de noordelijke cultuurvisie ‘Grenzen overschrijden’ geeft het NOC haar visie op cultuur voor de periode 2009 - 2012. De kracht van de noordelijke infrastructuur is dat deze werkt als een keten: partijen werken samen, waardoor ze elkaar versterken. In de komende periode zet het Noorden in op het verder ontwikkelen van de dynamiek, dat wil zeggen aandacht voor experiment, talentontwikkeling en samenwerking. Daarnaast wil het Noorden investeren in initiatieven die spelen op het snijvlak van dynamiek, cultuur en economie en internationalisering. Dit laatste sluit aan bij het Noordelijke beleid om de internationale handelsbetrekkingen aan te halen. Aandachtsgebieden zijn de landen aan de Noordelijke Ontwikkeling As waaronder Scandinavië, Duitsland en de Baltische Staten. Ten slotte wil het NOC de cultuurhistorische potenties in het gebied benutten en verbinden met moderne architectuur, beeldende kunst en vormgeving.
5
In de voorgaande periode werd het geld verdeeld over de vier grote steden en de provincies.
11
Provincie Fryslân In de nieuwe Cultuurnota 2009 - 2012 ‘Finsters Iepen’ zet de provincie twee hoofddoelen centraal: een toename van het aantal inwoners van Fryslân dat kunsten cultuuruitingen maakt, presenteert en ondergaat en een culturele dynamiek die zich in aard en kwaliteit merkbaar en positief onderscheidt ten opzichte van de rest van Nederland. De doelstellingen worden gerealiseerd via vier inhoudelijke programmalijnen. Binnen het programma culturele ontwikkeling moet de actieve en passieve cultuurparticipatie van de Friese bevolking toenemen. Het programma Brûsplakken richt zich op ontmoetingen waarin door uitwisseling van verschillende sectoren (bedrijfsleven, wetenschap, kunst) nieuwe experimenten en producten tot stand komen. Versterking van het culturele bewustzijn van inwoners van Fryslân met behulp van het materiële en immateriële Friese erfgoed is het doel van het programma Verhaal van Fryslân. Het programma Fryslân over de grenzen legt de focus op het ontwikkelen van een sterk cultureel profiel van Fryslân waardoor cultuur een wezenlijke bijdrage levert aan woon-, verblijf- en werkklimaat in de provincie. Het streven is om samen met Leeuwarden in 2018 de titel culturele hoofdstad van Europa binnen te halen. In het beleid wordt uitgegaan van de provincie als een samenhangende culturele regio. Een hoger cultureel voorzieningenniveau met professionele kunsten wordt geboden in de vier kernen met meer dan 30.000 inwoners: Sneek, Heerenveen, Drachten en Leeuwarden. De kernen hebben elk een eigen profiel en stemmen hun aanbod op elkaar af, zodat er op provinciaal niveau een breed en kwalitatief hoog aanbod is. Leeuwarden wordt gezien als de culturele hoofdstad van Fryslân, met topvoorzieningen voor de kunsten en het culturele erfgoed. Zoals aangegeven ontvangt de provincie met ingang van 2009 geen rijksmiddelen meer voor de beeldende kunst en vormgeving. De provincie heeft desondanks besloten een deel van de beeldende kunstsubsidies uit eigen middelen voort te zetten. Naast de subsidie voor de afdeling beeldende kunst en vormgeving van Keunstwurk en twee prijzen (de Vredeman de Vries prijs voor architectuur en vormgeving en de Gerrit Benner prijs voor beeldende kunst), gaat het hierbij concreet om de aankoopsubsidies hedendaagse kunst van het Fries Museum, Kunsthuis Syb in Beetsterzwaag en een deel van de subsidie voor kunstenaarsinitiatief Voorheen de Gemeente. 1.3. Gemeentelijk beleid Stadsvisie Leeuwarden De stadsvisie 2008 - 2020 heeft als titel ‘Leeuwarden, fier verder. Op weg naar een duurzame stad’. Het fundament van deze visie is opgebouwd op vijf pijlers, die met elkaar verbonden zijn door de rode draad van duurzaamheid. De vijf pijlers zijn Tijd voor schoonheid, Cure & Care, Kennisstad, Werken & Ondernemen en Water.
12
De stadsvisie biedt vele aanknopingspunten voor de beleidsnota beeldende kunst en vormgeving omdat de aandacht voor leefbaarheid en de kwaliteit van de openbare ruimte, via cultuurhistorie én nieuwe ontwikkelingen op het gebied van kunst, cultuur en architectuur, centraal staat. Een koppeling met de betekenis van het water in de stad wordt daarbij als een interessante en onderscheidende invalshoek gezien. Meer dynamiek en het versterken van de creativiteit in de stad is een ander belangrijk doel, onder meer door het faciliteren van bedrijfsverzamelplekken in de creatieve sector. Expeditie Leeuwarden Met de boodschap: ‘Kijk, dat is 't mooie van Leeuwarden’ wordt Leeuwarden gepromoot als de moderne, dynamische en cultuurhistorische hoofdstad van Fryslân. Om meer samenhang te brengen in het promoten van de sterke punten van Leeuwarden is Expeditie Leeuwarden in het leven geroepen. Binnen dit campagneconcept werken ondernemers, onderwijsinstellingen, culturele organisaties, gemeente, provincie en verschillende organisaties samen. Acties richten zich op de vier domeinen (product marktcombinaties): Vrije Tijd, Wonen, Kennis en Werken. Beeldende Kunstbeleid 2005 - 2008 In 2005 is het gemeentelijke atelierbeleid vastgesteld. Doel van het gemeentelijke beleid ten aanzien van ateliers is tweeledig. De gemeente wil enerzijds een gunstig productie- en vestigingsklimaat creëren voor (startende) beeldende kunstenaars en vormgevers. Anderzijds wil de gemeente het kunstklimaat versterken door het stimuleren van samenwerking, uitwisseling van kennis, experiment en nieuwe initiatieven. In de praktijk blijkt dat de nood om atelierruimte meevalt. Er is een behoorlijk aanbod aan werkruimtes, maar aandacht voor betaalbaarheid voor startende kunstenaars blijft van belang. Als onderdeel van het Actieprogramma Cultuurbereik ontving de gemeente van het rijk een jaarlijkse bijdrage van € 65.000,— uit de geldstroom beeldende kunst en vormgeving. De middelen werden op grond van een bestedingsvoorstel ingezet voor een Open Atelierroute, het Media Art Festival en activiteiten van kunstenaarsinitiatief Voorheen de Gemeente. Daarnaast bestond de mogelijkheid incidenteel subsidie aan te vragen bij de gemeente voor collectieve activiteiten beeldende kunst en vormgeving6. Naast de geldstroom beeldende kunst en vormgeving kent de gemeente een zogenoemde percentageregeling. Deze regeling houdt in dat bij bouwprojecten die in opdracht van de gemeente worden gebouwd of verbouwd, een deel van het budget wordt aangewend voor kunst7. De regeling is sinds 2007 niet langer
6
Jaarlijks was € 8.000,— beschikbaar en de maximale subsidie voor een activiteit bedroeg € 3.500,—. 7 Het gaat hierbij om gebouwen maar ook om weg- en waterbouwprojecten, herinrichting van de openbare ruimte en recreatieprojecten. Het percentage varieert van 2% bij een bouwsom tot € 45.000,—, 1,5% bij een bouwsom tot € 455.000,— en 1% bij een bouwsom van meer dan € 455.000,—.
13
locatiegebonden met als voordeel dat budgetten vanuit verschillende bouwactiviteiten samengevoegd kunnen worden en dat ingespeeld kan worden op actuele situaties. Daarnaast is het ook mogelijk om vanuit de regeling tijdelijke kunstprojecten te realiseren. Leeuwarden heeft geen eigen beeldende kunst en vormgeving commissie. Wel is er een adviescommissie cultuur aanwezig en kan een begeleidingscommissie worden ingesteld voor individuele kunstopdrachten. Ten slotte is de gemeente verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet Werk en Inkomen Kunstenaars (WWIK). Met deze regeling krijgen kunstenaars de mogelijkheid om met behoud van 70% van de bijstandsuitkering een beroepspraktijk op te bouwen. In Leeuwarden en omgeving maken 25 kunstenaars, onder wie beeldende kunstenaars, gebruik van deze regeling. Cultuurnota Cultuurvuur In 2008 hebben wij een nieuwe cultuurnota vastgesteld onder de naam Cultuurvuur. In Cultuurvuur benoemt de gemeente de volgende hoofdlijnen voor het cultuurbeleid: • Versterken van de bestaande culturele infrastructuur (basis op orde). • Meer reuring in de stad (spraakmakende activiteiten, evenementen, festivals). • Realiseren productiefuncties (produceren en innoveren). Een belangrijk streefdoel is de erkenning van Friesland als culturele hoofdstad van Europa in 2018. Ten aanzien van de beeldende kunst en vormgeving is de stelling in Cultuurvuur dat beeldende kunst samen met ruimtelijke ordening en architectuur een bijdrage levert aan de visuele kwaliteit van de stad en een kwalitatief hoogstaand beheer van de openbare ruimte. Bovendien dragen beeldende kunstprojecten bij aan de levendigheid van de stad en stimuleren dat publiek en kunstenaar tot elkaar komen. De specifieke aandachtspunten voor de komende jaren zijn: • Meer aandacht voor kunst in de wijken. • Verbeteren onderhoud en beheer kunst in de openbare ruimte. • Meer integratie tussen planologie, stedenbouw, groen en cultuur. • Meer participatie van de bevolking. Een andere relevante wens in Cultuurvuur is het versterken van de promotie van de stad door middel van een ‘icoon’ voor de stad. Het icoon moet Leeuwarden op de kaart zetten en verrassen. De ideeën hiervoor lopen uiteen van de architectuur van een gebouw, een op zichzelf staand kunstwerk, een evenement of het versterken van een bestaand element als De Oldehove. Ruimtelijke ontwikkelingen in de stad Niet voor niets is de verbinding tussen planologie, stedenbouw, groen en cultuur een belangrijk thema in Cultuurvuur. De gemeente Leeuwarden is de komende jaren volop in ontwikkeling. Met het project Nieuw Zaailand krijgt de binnenstad van Leeuwarden een nieuw stadsplein waaraan het nieuwe Fries Museum komt te liggen.
14
Verder gaan er de komende jaren diverse projecten lopen op het gebied van infrastructuur, woningbouw, herstructurering en de leefbaarheid in buurt en wijk. Bij al deze grote projecten wordt via de percentageregeling een deel van de bouwkosten besteed aan autonome en toegepaste beeldende kunst. Bij grote nieuwbouwprojecten, zoals de Zuidlanden, zijn de kansen voor een vroegtijdige rol van kunst in de planvorming feitelijk heel groot en worden zij voor het eerst actief opgepakt. Afgelopen jaren is vanuit de gemeente wel al ingezet om via kunst jongeren in de wijk te betrekken. Een voorbeeld hiervan is het graffiti project in de wijk Camminghaburen. Onderhoud en beheer De gemeente heeft een omvangrijke en waardevolle kunstcollectie, die vergelijkbaar is met die van een middelgroot museum. In totaal bevat de gemeentelijke kunstverzameling ruim 65.000 nummers (zowel binnen als buiten). Een groot deel hiervan is als bruikleen opgenomen in de collectie van het Fries Museum, Keramiekmuseum Princessehof en bij het Historisch Centrum Leeuwarden. Ook bevinden zich deelcollecties in het Pier Pander museum en in de gemeentelijke gebouwen waaronder het stadhuis, stadhouderlijk hof en stadskantoor. Daarnaast bevinden zich in de gemeentelijke collectie ook kunstvoorwerpen die door anderen, waaronder musea en particulieren, in bruikleen zijn gegeven aan de gemeente. Op basis van het gemeentelijke rapport ‘Licht onder de Korenmaat’ is in 2005 een start gemaakt met een beter beheer van het gemeentelijk kunstbezit. Het taakbeheer werd structureel ondergebracht bij het Historisch Centrum Leeuwarden, een kunstdepot werd ingericht in de nieuwe archiefbewaarplaats en er werd een tijdelijke conservator aangesteld voor een inhaalslag in de registratie en verbetering van het beheer. Met het verdwijnen van de tijdelijke conservator beheert het Historisch Centrum Leeuwarden de gemeentelijke kunstcollectie weer op een passieve wijze. In deze nota wordt voorgesteld jaarlijks € 10.000,= te reserveren ten behoeve van de gemeentelijke collectie binnenshuis. De gemeente realiseert zich dat dit bij lange na niet voldoende is om de gemeentelijke collectie werkelijk op orde te brengen en te houden, alsmede zichtbaar te maken. Ook het beheer en onderhoud van de collectie beeldende kunst in de openbare ruimte heeft tot op heden onvoldoende structurele en inhoudelijke invulling gekregen. Voor het op niveau houden van het kunstbestand, is een gemeentelijk onderhoudsbudget beschikbaar. Dit budget wordt aangewend voor zowel klein onderhoud, schoonmaak en eenvoudig herstel als voor restauratiewerkzaamheden. Het onderhoudsbudget bedroeg € 45.000,— en is met ingang van 2009 verhoogd naar € 65.000,—.
15
HOOFDSTUK 2 HUIDIGE SITUATIE In dit hoofdstuk beschrijven wij de huidige situatie op het gebied van beeldende kunst en vormgeving in Leeuwarden. Het hoofdstuk sluit af met een analyse van de huidige situatie. 2.1. Beschrijving huidige situatie De infrastructuur in Leeuwarden op het gebied van beeldende kunst en vormgeving bestaat uit kunstenaars, beeldende kunst instellingen en stichtingen, musea, ondersteunende instellingen en opleidingen. Deze worden in het onderstaande beschreven. Beeldende kunstenaars en vormgevers In totaal wonen en werken circa 120 professionele beeldende kunstenaars en vormgevers in Leeuwarden. De kunstenaars werken individueel of maken onderdeel uit van een van de drie ateliergroepen in Leeuwarden, te weten Haniahof, Ateliers 9A en Creative Community Cornelis Troost (CCCT) momenteel gevestigd in de oude school Piter Jelles Nijlân. De panden zijn van de gemeente en de ateliers hebben een lage huurprijs, waardoor kunstenaars hier goedkoop kunnen wonen en werken. De Stichting Grafisch Atelier Friesland stelt zich ten doel de grafische beeldende kunst te stimuleren en te verspreiden. Professionele kunstenaars kunnen daartoe gebruik maken van een goed ingericht atelier. Nieuw in de stad is de ontwikkeling van de voormalige gevangenis De Blokhuispoort tot bedrijfsverzamelgebouw voor creatieve beroepen. Betrokken kunstenaars reageren enthousiast en de beschikbare ruimte is grotendeels verhuurd. Stichting Voorheen De Gemeente Stichting Voorheen De Gemeente (VHDG) zet zich als collectief in voor een dynamisch kunstklimaat. Met een programma gericht op kunst in de openbare ruimte en het stimuleren van kunstenaars. Komende jaren wil VHDG ook inzetten op kunstenaars die zoeken naar reflectie en bezinning in hun loopbaan (mid-career). Stichting Media Art Friesland De Stichting Media Art Friesland is actief op het gebied van de mediakunsten en media. De organisatie brengt nieuwe mediakunst naar een groot publiek door middel van tentoonstellingen, festivals, evenementen en educatieve projecten. Zij kiest hierbij voor artistieke kwaliteit en originaliteit, waar samen ontdekken, doen en beleven centraal staan. De stichting richt zich op productie, talentontwikkeling, ontmoeting en samenwerking met bedrijfsleven en onderwijs. Komende jaren wil de stichting zich actief inzetten om een Brûsplak te creëren en wil beter zichtbaar zijn gedurende het hele jaar. Media Art en VHDG organiseren zowel activiteiten in Leeuwarden als daarbuiten en opereren beiden in een (inter)nationaal netwerk.
16
Stichting Kunstpromotie Stichting Kunstpromotie organiseert jaarlijks de open atelierroute met vijftig deelnemende kunstenaars. Ieder jaar staat een thema centraal waarom heen activiteiten worden georganiseerd. De komende jaren wil de stichting zich meer richten op (internationale) uitwisseling en een open atelier starten in de Blokhuispoort. Fotografie - Noorderlicht Noorderlicht werkt internationaal met fotografen die op persoonlijke wijze de fotografie gebruiken om de wereld te verkennen en te verbeelden. De Noorderlicht fotomanifestatie is het jaarlijks terugkerende internationale fotografie-evenement in Nederland. De manifestatie vindt afwisselend plaats in Groningen en Leeuwarden. De manifestatie staat internationaal hoog aangeschreven vanwege de uitdagende maatschappelijke thema’s, de kwaliteit van de deelnemende fotografen en de wijze waarop hun werk tot een verhalend geheel wordt gebracht. De noordelijke partners dragen gezamenlijk bij aan de manifestatie. Kunstuitleen Friesland De Kunstuitleen Friesland is in Leeuwarden gehuisvest. De provinciale uitleen biedt ook ruimte voor de kunstenaars en voor de kunstleners binnen Leeuwarden. De kunstuitleen is zelfvoorzienend. Voor podiumactiviteiten ontving de kunstuitleen tot en met 2008 een subsidie van de provincie uit de rijksgelden. Kunstmanifestatie bos van Ypeij Om de twee jaar wordt in opdracht van de Stichting Op Toutenburg een moderne kunstmanifestatie rondom een speciaal thema georganiseerd, waarbij verspreid in het park beelden en installaties worden geplaatst. Keramiekmuseum Princessehof Het Keramiekmuseum Princessehof is het enige in keramiek gespecialiseerde museum van Nederland. Het museum heeft als rijksmuseum nationaal erkenning en heeft een internationale uitstraling. Het museum bezit een omvangrijke collectie aardewerk en porselein uit Azië. De collectie Europa toont de historische ontwikkeling van het Europees aardewerk, steengoed en porselein. Zwaartepunten in deze collectie zijn het Fries aardewerk en het complete overzicht van Nederlandse art-nouveau keramiek. Naast de rijkssubsidie ontvangt het museum een structurele subsidie van de gemeente. Het Fries Museum In de programmering van het Fries Museum speelt de hedendaagse en moderne kunst een grote rol. Het museum fungeert daarmee als inspiratiebron en referentiepunt voor veel beeldende kunstenaars en publiek. Daarnaast vervult het museum een educatieve taak voor scholen in Leeuwarden en omgeving. Het project Kunstland, waarbij kinderen zelf een hedendaagse kunsttentoonstelling samenstellen, krijgt nationaal waardering. Het Fries Museum wordt grotendeels door de provincie gefinancierd en ontving daarnaast tot en met 2008 een bijdrage uit de rijksgelden.
17
Buro Leeuwarden is een expositieruimte voor hedendaagse kunst in NoordNederland en is onderdeel van het Fries Museum. Hier worden de ontwikkelingen in de hedendaagse beeldende kunst gepresenteerd en aan de orde gesteld. Buro Leeuwarden nodigt veelbelovende kunstenaars (uit binnen- en buitenland) uit hun meest recente werk te laten zien of nieuw werk voor de ruimte te maken. Met name voor jonge kunstenaars is Buro Leeuwarden een belangrijke plek om zich te presenteren. Het voornemen is om op de nieuwe museumlocatie Buro Leeuwarden niet meer apart te profileren maar integraal onderdeel te laten zijn van het Fries Museum. Historisch Centrum Leeuwarden (HCL) Het Historisch Centrum Leeuwarden (HCL) is het informatie- en activiteitencentrum voor de geschiedenis van Leeuwarden en omgeving. Duizenden strekkende meters aan historische documenten, vanaf de Middeleeuwen tot heden, worden hier bewaard en toegankelijk gemaakt. Het takenpakket is in 2005 uitgebreid met het beheer van de gemeentelijke kunstcollectie en in 2007 met het beheer van het Pier Pander Museum en de Pier Pander Tempel, beide in de Prinsentuin gelegen. De gehele kunstcollectie is voor het HCL een inspiratiebron voor educatieve activiteiten en stadswandelingen. Kunst in de openbare ruimte In de openbare ruimte van Leeuwarden staan, verdeeld over de wijken, circa 100 gemeentelijke beelden8. De beelden dateren, op één na, allen van na de Tweede Wereldoorlog. Bij beelden in de openbare ruimte gaat het niet alleen om vrijstaande kunstwerken, maar ook om toegepaste kunst, die onderdeel uitmaakt van de aanpalende bebouwing of de bestrating. Naast de gemeentelijke beelden kent de stad ook een niet nader vastgesteld aantal kunstwerken, zichtbaar in de openbare ruimte maar in bezit van bedrijven of organisaties. Poëziestenen Geen enkele stad heeft zoiets: lopen over gedichten. In Leeuwarden liggen inmiddels bijna 40 stuks in en direct rondom de binnenstad. De eerste serie van 10 gedichten werd opgeleverd in september 1993 bij het afscheid van burgemeester te Loo. Daarna zijn er elk jaar weer enkele toegevoegd aan het openbare plaveisel van de binnenstad. De Stichting Poëziestenen is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de stenen en voor het toevoegen van nieuwe stenen. In het najaar van 2008 en het voorjaar van 2009 zijn de stenen mede dankzij gemeentelijke subsidie opgeknapt. De komende periode (2010 – 2012) heeft de Stichting voldoende middelen om poëziestenen toe te voegen en te onderhouden. Graffitikunst Leeuwarden kent een uniek en onorthodox graffitibeleid. We gebruiken graffitikunst om graffitioverlast te bestrijden. Deze aanpak is uniek voor Nederland.
8
Bron: inventarisatie Keunstwurk uit 2005.
18
Inmiddels is dankzij dit graffitibeleid de graffitikunst in de openbare ruimte op vele locaties in de stad zichtbaar. Belangrijk hierbij is het Graffiti Platform Leeuwarden. Deze organisatie van verenigde graffitikunstenaars gebruiken hun nationale en internationale contacten om evenementen te organiseren. Het internationale graffitievenement “Just Writing My Name” op het voormalige Philipsgebouw aan de Slauerhofweg haalde de landelijke pers. Meer dan 150 spuiters uit binnen en buitenland hebben hier in een weekend in augustus 2008 de muren met kunst bespoten. Hieronder staat de foto van de langste graffitimuur van Nederland :180 meter lang bij 3 meter hoog, die zich op de Wijnhorsterstraat bij het NS station in Leeuwarden bevindt. De gemeente subsidieert het Graffiti Platform voor hun activiteiten in de jaren 2010, 2011 en 2012. Op 11 november 2009 heeft de Raad ingestemd met het amendement verlenging graffitiproject van PAL/Groen Links, dat voor de jaren 2011 en 2012 per jaar € 20.000,- beschikbaar stelt, met als dekkingsbron impuls sociale investering. Bij het organiseren van grote evenementen wordt incidenteel beroep gedaan op aanvullende gemeentelijke middelen.
Architectuur en ruimtelijke ordening Ark Fryslân is het mobiele centrum voor architectuur en ruimtelijke kwaliteit in Friesland. Ark Fryslân wil het maatschappelijke debat stimuleren en organiseert diverse publieksactiviteiten, waaronder, in samenwerking met de Bond van Nederlandse Architecten, de Nacht van de Architectuur. Sinds 2008 is ook het Atelier Fryslân in Leeuwarden gevestigd. Atelier Fryslân is onafhankelijk en ingesteld door de provincie om bestuurders gevraagd en ongevraagd te adviseren over de ruimtelijke kwaliteit in Fryslân.
19
Keunstwurk In Leeuwarden is de provinciale instelling Keunstwurk gevestigd, waarbinnen een sector beeldende kunst en vormgeving actief is. Keunstwurk beheert de provinciale documentatie van kunstenaars, vormgevers en kunstwerken in de openbare ruimte en ondersteunt professionele beeldende kunstenaars en vormgevers in Friesland in het opzetten en uitoefenen van hun beroepspraktijk. Daarnaast heeft de afdeling beeldende kunst en vormgeving tot taak om door middel van initiatieven, voorbeeldprojecten of bijzondere presentaties en publicaties de beeldende kunst en vormgeving in Friesland te stimuleren en onder de aandacht te brengen bij een breed publiek. Opleidingen De Noordelijke Hogeschool (NHL) biedt een aantal opleidingen op het gebied van kunst. Dit zijn: opleiding tot docent beeldende kunst en vormgeving en docent drama. Daarnaast biedt de NHL de kunstgerelateerde opleiding Communicatie & Multimedia Design (Communication & Multimedia Design) en de master kunsteducatie. Het Friesland College Leeuwarden biedt op MBO niveau een groot aantal kunstopleidingen, te weten: modedesign, industrieel design, interieur design, styling design, theatertechniek, beeld-producties, artiest muziek, artiest sounddesign, artiest dans, artiest drama, evenementenorganisatie en popmanagement, mediavormgever (ICT lyceum). Ook biedt het Friesland College de mogelijkheid om vanaf het 3e jaar de vooropleiding FC Rietveld, het voorbereidingstraject op de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam te volgen. Als laatste moet hier de Academie voor Popcultuur, waar naast de popmuziek ook vormgeving een belangrijke rol speelt, genoemd worden. Ten slotte Ook buiten het gesubsidieerde circuit dragen veel partijen bij aan de infrastructuur voor en het aanbod van beeldende kunst. Zo zijn er in Leeuwarden circa dertien galeries en zijn er naast de collectie van gemeente en provincie veel particulieren en ondernemingen met interessante collecties. Uit de Cultuuratlas Nederlandse gemeenten blijkt dat Leeuwarden hiermee boven het gemiddelde scoort. Het is zaak de mogelijkheden tot samenwerking met dit circuit actief te benutten. 2.2. Reflectie huidige situatie beeldende kunst en vormgeving in de openbare ruimte In 2007 hebben de PvdA en VVD in Leeuwarden een initiatiefvoorstel uitgebracht. In het voorstel vragen beide partijen het thema beeldende kunst en vormgeving in de openbare ruimte actief op te pakken, onder meer door het opstellen van een visie en plan van aanpak kunst en vormgeving openbare ruimte, inclusief het regelen van de organisatie rond beleid, beheer en behoud. Naar aanleiding van dit initiatiefvoorstel heeft kunstenaar Lilian Roosenboom op uitnodiging van de gemeente in februari 2009 enkele dagen doorgebracht in Leeuwarden. In deze dagen heeft zij gekeken naar het publieke domein als belevingsruimte van de stad en de wijze waarop de beeldende kunst hierbinnen een rol speelt.
20
De algemene indruk die Leeuwarden op haar heeft, is dat de stad een menselijke maat heeft, met verschillende gedaantes (goed tegenover slecht verzorgd) en een verschillende dynamiek in de wijken. Ook binnen het centrum zijn grote sfeerverschillen. De maatvoering van de straten is ruim van opzet, wat voor- en nadelen oplevert. De nieuwe architectuur in het centrumgebied vormt een aanwinst voor de oude binnenstad. Oude en nieuwe architectuur zijn naast elkaar te ervaren via de verschillende zichtassen. Met andere woorden, Leeuwarden is een moderne stad in ontwikkeling met behoud van oude bijzondere waarden. Voor de beeldende kunsttoepassingen in de openbare ruimte heeft Lilian Roosenboom gekeken naar het aantal kunstwerken per wijk en de verdeling over de stad. Vervolgens heeft ze in een viertal wijken (Centrumgebied, Bilgaard, Camminghaburen en Zuiderburen) gekeken naar de relatie tussen de gekozen locatie in de wijk en het betreffende kunstwerk, de ontstaanstijd van het kunstwerk en de staat van onderhoud. Lilian Roosenboom komt tot de conclusie dat met uitzondering van het centrumgebied de kunstwerken tot stand zijn gekomen en geplaatst tijdens en vlak na de ontstaanstijd van de wijk. Hierdoor is sprake van een tijdsgebonden en statische kunstcollectie. Het is raadzaam om ook na de ontwikkeling van de wijk beeldende kunst toe te passen in de verschillende woonwijken. Hierdoor kan een grotere verscheidenheid in kunstvormen ontstaan en blijft een ‘oude wijk’ niet verstoken van kunsttoepassingen uit hedendaagse tijd. Ook bij het herplaatsen van beelden, het reorganiseren van het openbaar kunstbezit kan er gericht gezocht worden naar locaties in de verschillende wijken. Bij het toezien op het onderhoud hoort het zo nodig herplaatsen van beelden als actuele ontwikkelingen in stedenbouwkundig of sociaal opzicht (zoals herhaaldelijk vandalisme) daartoe aanleiding geven. De rapportage van Lilian Roosenboom is te vinden in bijlage 1. 2.3. Analyse huidige situatie Kijken wij vanuit de brede context, zoals beschreven in de voorliggende hoofdstukken naar de beeldende kunst en vormgeving in de gemeente Leeuwarden, dan komt het volgende beeld naar voren. N.B. de sterke en zwakke punten, alsook de kansen en bedreigingen staan op zichzelf, en moeten niet in directe relatie tot elkaar (bijvoorbeeld sterk: levendig cultureel aanbod versus zwak: beperkt publiek voor professioneel aanbod beeldende kunst) gelezen worden.
21
Sterk
Zwak
Levendig cultureel aanbod. Actief beeldend kunstveld. Professionele beeldende kunstenaars. Goede ateliervoorzieningen. Initiatieven multimedia brengen energie die jonge creatieve kunstenaars aantrekken. • Kunstmuseum met internationale uitstraling (keramiek). • Kwalitatief goede kunstopleidingen in het hoger en middelbaar beroepsonderwijs • In het Fries Museum speelt hedendaagse en moderne kunst een grote rol • Presentatiemogelijkheden voor veelbelovende, vaak jonge kunstenaars. • Mooie historische binnenstad waarin cultuurhistorische waarden goed geborgd zijn. • Beeldbepalende hedendaagse architectuur. Kansen • Er is behoefte aan een lange termijn visie om incidentenbeleid te voorkomen. • Er is belangstelling om kunst in te zetten voor het verhogen van ruimtelijke kwaliteit. • Er is draagvlak om kunst in te zetten als aanjager van ontwikkelingen in de stad. • De Blokhuispoort kan een belangrijke culturele broedplaats worden. • De nieuwe wijk de Zuidlanden biedt concrete kansen voor beeldende kunst toepassingen. • Er zijn verbindingen mogelijk met de historische aspecten van de stad. • Er is een toegenomen behoefte aan een duidelijk icoon. • Provinciale instellingen kunnen als bruggenbouwer fungeren. • Nieuwe rijksmiddelen (geldstroom beeldende kunst en vormgeving) kunnen aanjager zijn voor inzet gemeentelijke gelden. • Er zijn mogelijkheden om sociale middelen (werkgelegenheidsprojecten, reintegratieprojecten) in te zetten voor versterking van het onderhoud.
Beperkt publiek voor professioneel aanbod beeldende kunst. • Podia voor (solo)tentoonstellingen voor (Friese) kunstenaars zijn beperkt. • Ontbreken academie voor beeldende kunst. • Ontbreken van een eenduidige visie op kunst in de openbare ruimte. • Ontbreken van een onderhoud- en beheersplan kunst in de openbare ruimte. • Veel lelijkheid en saaiheid in de buitenrand/de buitenwijken. • Het borgen van de vulling reserve kunst in de openbare ruimte (percentageregeling) is nog niet optimaal. • Veel van de aanwezige kunstinstellingen werken vanuit een provinciale scope. • Inventarisatie van het gemeentelijk kunstbezit is niet volledig. Bedreigingen • Afwezigheid van de instroom van jong artistiek potentieel. • Aanwezige instellingen zijn te weinig gericht op de inwoners van de stad. • Kloof tussen wensen gemeente en ambities culturele veld. • Te veel focus op de sociale betekenis van kunst en te weinig op de artistiek inhoudelijke ontwikkeling. • Kunstenaars voelen zich onvoldoende betrokken bij de uitvoering van het gemeentelijk beeldende kunstbeleid. • Bij tegenvallende inkomsten méér moeite reserves cultuur (percentagefonds) te vullen. • Hoge onderhoudslasten van kunst in de openbare ruimte.
• • • • •
•
22
HOOFDSTUK 3 INHOUDELIJK KADER Het inhoudelijke kader dat in dit hoofdstuk wordt neergelegd, volgt uit de analyse van de huidige situatie (hoofdstuk 2.3.). De sterke punten die er op het gebied van beeldende kunst en vormgeving zijn, moeten gekoesterd, en, waar mogelijk, versterkt worden. Belangrijk hierbij is om het kunstklimaat te versterken. Mediakunst, dat grote aantrekkingskracht heeft op jonge creatieve mensen, speelt hierbij een belangrijke rol. Het is daarnaast van belang om inwoners van Leeuwarden en daarbuiten te laten beleven dat beeldende kunst en vormgeving leeft. Beleven betekent actief en passief meedoen, kunst ervaren, zowel in musea, als de atelierroute en exposities, maar ook in de openbare ruimte. De gemeente Leeuwarden wil zich met kunst in de openbare ruimte in de toekomst onderscheiden, en een van de mogelijkheden hierbij is om keramiekkunstenaars hiervoor werk te laten maken. Hieronder worden de gemeentelijke visie en ambities voor de komende jaren uitgebreider beschreven en vertaald in een viertal programmalijnen en bijbehorende acties. 3.1. Visie en ambitie Beeldende kunst en vormgeving zijn van belang voor de visuele kwaliteit van de stad en de aantrekkingskracht van Leeuwarden als plek waar het prettig wonen, werken en recreëren is. Een rijke omgeving waarin cultuurhistorie, moderne architectuur en beeldende kunst en vormgeving goed samengaan, zorgt voor meer waardering bij de inwoners en trekt meer bezoekers. Beeldende kunst en vormgeving zijn de creatieve motor voor culturele levendigheid, participatie, sociale cohesie en economische ontwikkeling. Onze twee hoofddoelen de komende jaren zijn om de publieksbinding van bestaande en nieuwe activiteiten te vergroten door inwoners van Leeuwarden en daarbuiten de gelegenheid te bieden om kennis te nemen van en betrokken te raken bij beeldende kunst en vormgeving. Daarnaast wordt ingezet op de professionalisering van de sector zelf en het creëren van een aantrekkelijk kunstklimaat voor met name jong artistiek potentieel. Vanuit dit perspectief verwachten wij van kunstenaars en kunstinstellingen dat zij actief en betrokken in de samenleving staan. Resultaat van de gemeentelijke inzet is dat beeldende kunst en vormgeving zowel binnen de sector als in de samenleving betekenis heeft en zich op een positieve wijze ontwikkelt. Kortom, over beeldende kunst in Leeuwarden wordt gesproken en geschreven! Mediakunst, Keramiek en Water Accent in alle vier de programma’s is de verdere versterking van twee reeds veelbelovende onderdelen in de Leeuwarder beeldende kunst: keramiek en mediakunst. De programmalijn positioneren, die onder meer kunst in de openbare
23
ruimte betreft, heeft als accent ook water (zie hoofdstuk 3.2.2.), De community art projecten, die vallen onder de programmalijn participeren (zie hoofdstuk 3.2.3.) kunnen, voor zover ze leiden tot kunst in de openbare ruimte, ook water als accent hebben. De openbare ruimte is bij uitstek geschikt om gebruik van het element water in te brengen. Mediakunst richt zich op het brede spectrum van fotografie, film en nieuwe media en sluit aan op bestaande initiatieven op dit terrein, waaronder festivals, zoals Noorderlicht, Noordelijk Filmfestival en het Media-Art festival, en creatieve opleidingen van de Noordelijke Hogeschool, het Friesland College en de Hanzehogeschool (zie 2.1.) en bedrijvigheid op het gebied van multimediale toepassingen (zoals de gaming industrie). Mediakunst is bij uitstek in staat om een breed publiek, zowel jongeren als ouderen te boeien. Mediakunst daagt uit, vernieuwt zich constant, is modern maar kan ook een sterk lange termijn en historisch karakter hebben, zoals de collectie van het Fries filmarchief aantoont. Leeuwarden heeft op het gebied van mediakunst al veel ‘sterke merken’ in huis. Door een focus op deze kunstvorm is de verwachting dat Leeuwarden in de toekomst zal gaan uitblinken in de mediakunst. Door de aanwezigheid van het (inter)nationaal vermaarde Keramiekmuseum Princessehof heeft Leeuwarden een unieke positie in Nederland. De link tussen het museum en de inwoners en kunstenaars van de stad kan hechter. Op het gebied van keramiek zullen over de volle breedte de kansen verkend worden om keramiek een meer prominente positie in de stad te geven. De samenwerking tussen Keramiekmuseum Princessehof en de in de provincie aanwezige Koninklijke Tichelaar te Makkum –een van de belangrijkste producenten van hedendaags keramiek-, zal hierbij belangrijk zijn. Er liggen kansen voor Leeuwarden om zicht op het gebied van keramiek te versterken door een samenwerking met Den Bosch Keramiek Stad (DBKS) en Delft. De mogelijkheden die keramiek biedt kunnen zowel bij publieksactiviteiten, in de wijken alsook bij kunst in de openbare ruimte benut worden. Leeuwarden en keramiek moeten in de toekomst een logische verbinding vormen. De vier programmalijnen In lijn met de stadsvisie, de gemeentelijke cultuurdoelstellingen (basis op orde, reuring en produceren) en de doelstellingen van het rijk op het gebied van beeldende kunst (ruimte voor talent, verbinden productie en presentatie, versterken kracht van de sector) is ervoor gekozen om de komende jaren te werken aan de realisatie van onze ambities via vier programmalijnen: presenteren, positioneren, participeren en produceren. Programmalijn presenteren De programmalijn presenteren zet in op een gevarieerd en samenhangend expositieprogramma beeldende kunst en vormgeving. De exposities vinden plaats op de kunstpodia en voor publiek toegankelijke plekken in de stad. Het programma streeft naar een evenwicht in presentaties van beginnende kunstenaars en gevestigde kunstenaars, van kunstenaars uit Leeuwarden en daarbuiten.
24
Programmalijn positioneren De programmalijn positioneren brengt Leeuwarden als gemeente beter in beeld en zet Leeuwarden letterlijk op de kaart. In de verbinding Cultuur en Ruimte wordt ingezet op het benutten van beeldende kunst en vormgeving als katalysator voor de beeldkwaliteit van de stad. Dit doet de gemeente bij nieuwbouw, renovaties, herinrichtingen en infrastructurele werken, maar ook bij recreatieve- en speelvoorzieningen. In het verlengde hiervan is het van belang om in te zetten op het versterken van de oriëntatie op en de promotie van de stad. Programmalijn participeren De programmalijn participeren betrekt door middel van beeldende kunstactiviteiten in de wijken bewoners actief bij nieuwe ontwikkelingen en het opbouwen van samenhang in de wijk. Daarnaast zet de gemeente in op het versterken van de interactie tussen de beeldende kunst en het publiek. Overigens gaat het hierbij niet altijd om nieuwe activiteiten, maar ook om het beter zichtbaar maken van wat er is. Programmalijn produceren Om tot resultaten te komen op de kunstpodia, in de wijken en in de openbare ruimte is het van groot belang ook de sector zelf te ondersteunen en ruimte te bieden voor productie, innovatie en talentontwikkeling. Binnen de programmalijn produceren staat de verbinding tussen produceren en presenteren, tussen disciplines en tussen de kunstsector en andere sectoren centraal. In de uitvoering wordt samengewerkt met betrokken organisaties uit het culturele veld. Daarnaast gaat de gemeente allianties aan met partners uit het private circuit. Het streven is met bestaande middelen meer te bereiken. Hieronder zijn de programmalijnen in concrete acties uitgewerkt en zijn partijen die in de uitvoering een rol spelen benoemd. Overigens zijn de programmalijnen niet overal scherp te scheiden en is er in sommige gevallen sprake van een verbinding tussen de benoemde acties. De programmalijnen hebben ook raakvlakken met het gemeentelijke beleid op het gebied van amateurkunst en cultuureducatie. De uitwerking hiervan zal in het kader van het programma cultuurparticipatie een plek krijgen, via afspraken met Parnas en door het subsidiëren van initiatieven. 3.2. Acties 2009 – 2012 Om uitvoering te geven aan onze ambities zet de gemeente de komende jaren in op de hieronder genoemde acties. Per programmalijn worden de kosten van de acties in beeld gebracht voor de jaren 2010, 2011 en 2012; het jaar 2009 wordt beschouwd als opstartjaar. 3.2.1. Presenteren Doelstelling: professionalisering, culturele levendigheid, zichtbaarheid
25
Met als concrete resultaten in 2012: • Gevarieerd en samenhangend expositieprogramma voor kunstenaars, inwoners en bezoekers. • Betere promotie van en bekendheid met beeldende kunst en vormgeving. Inhoud De gemeente stimuleert bijzondere tentoonstellingen en exposities hedendaagse beeldende kunst en vormgeving op de kunstpodia en toegankelijke plekken in de stad. In een gevarieerd en samenhangend programma wordt gestreefd naar evenwicht in presentaties van beginnende kunstenaars en gevestigde kunstenaars, van kunstenaars uit Leeuwarden en daarbuiten. De aanwezige collecties in Leeuwarden van overheden, bedrijven en particulieren, zullen hierbij actief benut worden. De gemeente richt zich op zowel inhoudelijke als financiële samenwerking. Zo ondersteunt de gemeente op het gebied van de beeldende kunst en vormgeving bijzondere exposities van presentatie-instellingen en kunstmusea en maakt zij concrete afspraken over de te realiseren doelstellingen en het publieksbereik. Bij het ondersteunen van activiteiten is het uitgangspunt dat deze een aanvulling op het reguliere programma vormen, en inspirerende publieksactiviteiten zijn. Net als voorgaande jaren acht de gemeente de jaarlijkse atelierroute van betekenis voor zowel kunstenaars als publiek. De manifestatie Noorderlicht wordt gezien als een belangrijke ontmoetingsplek voor makers en publiek op het terrein van de fotografie, die wordt ondersteund vanuit het gemeentelijke festivalbeleid. Incidenteel ondersteunt de gemeente ook bijzondere bovenlokale exposities, waarbij mediakunst en keramiek onze speciale aandacht heeft. Organisatie De gemeente stelt jaarlijks een bedrag beschikbaar ten behoeve van de presentatiefunctie. Instellingen en individuele kunstenaars kunnen zich hierop inschrijven. De regeling beeldende kunst en vormgeving: presenteren biedt hiervoor criteria. Ten behoeve van de uitvoering van de regeling zal een Adviesgroep Beeldende Kunst en Vormgeving worden ingesteld. Voordat een besluit wordt genomen over een subsidieaanvraag wordt advies gevraagd aan deze groep. Financiële inzet per jaar in de periode 2010 - 2012: • Presentatieactiviteiten • Incidentele subsidies Subtotaal presenteren
€ 75.000,— € 10.000,— € 85.000,—
Implementatie Met het Fries Museum/Buro Leeuwarden, Kunstuitleen Friesland, Museum Princessehof, Stichting Kunstpromotie, VHDG en mogelijk andere partners worden jaarlijks afspraken gemaakt over het presentatieprogramma. Deze instellingen wordt gevraagd nadrukkelijk aan te geven wat het doel en bereik is van de activiteiten en in welke mate sprake is van binding met de stad.
26
3.2.2. Positioneren Doelstelling: kwaliteit openbare ruimte, aantrekkelijk woon- en werkklimaat, zichtbaarheid Met als concrete resultaten in 2012: • In 2010 is de beleidsnota beeldende kunst in de openbare ruimte vastgesteld en wordt gestart met de daarin benoemde acties. • Eenduidiger collectie en meer specifieke ontwerpen voor Leeuwarden. • Collectie kunst in de openbare ruimte is zichtbaar in centrum en wijken. • Bewoners waarderen de kwaliteit van de openbare ruimte in Leeuwarden met een 7. • Beheer en onderhoud van de gemeentelijke kunstcollectie is op orde. • Ontmoeting en debat vindt structureel plaats. Inhoud In de stadsvisie ‘Leeuwarden, fier verder! Op weg naar een duurzame stad’ gaat veel aandacht uit naar de kwaliteit van de openbare ruimte. Naast de aandacht voor de cultuurhistorische potentie, vindt de gemeente het van belang dat architectuur, beeldende kunst en vormgeving een belangrijke impuls geven aan het verhogen van de kwaliteit van de stad. De focus ligt hierbij niet alleen op de binnenstad, maar ook op de kwaliteit van de leefomgeving in wijken en op de verbinding tussen stad en platteland. Hiermee raakt het beeldende kunst- en vormgevingsbeleid alle dimensies van de stad en is het bepalend voor het leef- en vestigingsklimaat van Leeuwarden nu en in de toekomst. De komende jaren richt de gemeente zich op het opbouwen van een samenhangende en specifieke kunstcollectie, die niet alleen in het centrum maar ook in de wijken zichtbaar aanwezig is. De collectie wordt gevoed vanuit opdrachten en uit aankopen via tentoonstellingen, manifestaties en projecten. Het collectiebeleid richt zich specifiek op de driehoek water, keramiek en mediakunst (beeld, licht en geluid). Dit betekent dat bij nieuwe opdrachten c.q. aankopen de voorkeur uitgaat naar werk waarbij deze drie elementen gezamenlijk of individueel een rol spelen. Dit zelfde geldt voor het aannemen van aangeboden werk en het afstoten van bestaande werken. Beeldende kunst en vormgeving wordt in een vroeg stadium en integraal ingebracht bij de ontwikkeling van (nieuwe) woonwijken, herinrichtingtrajecten, infrastructurele werken en groenprojecten die de komende tien jaar gepland staan. Daarnaast zal vanuit het beeldende kunst- en vormgevingsbeleid meegedacht worden in het ontwikkelen c.q. versterken van een beeldbepalend icoon voor Leeuwarden, in het accentueren van de ‘poorten’ van de stad en in het optimaliseren van (loop-, fiets- of rij-)routes in de stad.
27
In de realisatie gaat het niet alleen om autonome kunstwerken maar ook om toegepaste kunst ten behoeve van straatmeubilair, speelvoorzieningen, recreatieve voorzieningen en informatievoorziening (bewegwijzering). In de opdrachten is het van belang om de meerwaarde van creatieve ondernemers zowel in de procesfase als in de resultaatfase optimaal te benutten. De gemeente mobiliseert creatieve geesten, maar legt afspraken ook vast en voert deze uit. Een verantwoord beheer en onderhoud van de gemeentelijke kunstcollectie maakt deel uit van het nieuwe beleid. Ten slotte zullen behaalde resultaten gepromoot worden via publicaties, ontmoeting en debat. Organisatie Om uitvoering te geven aan de gemeentelijke ambities wordt een aanjaagteam kunst in de openbare ruimte ingesteld. Dit aanjaagteam bestaat uit de beleidsmedewerker beeldende kunst en vormgeving, een medewerker ruimtelijke ontwikkeling en een medewerker beheer en heeft de volgende opdracht: • • • • • •
Monitoren uitvoering meerjarenplan onderhoud en beheer kunstcollectie. Monitoren uitvoering beleidsnota beeldende kunst in de openbare ruimte. Opstellen jaarplannen. Formuleren projectplannen individuele opdrachten. Toezien op de voortgang en de promotie van het programma. Opstellen jaarlijkse rapportage (in woord en beeld).
Kunstwacht is gevraagd een meerjarenplan onderhoud en beheer op te stellen. Met deze professionele inspectie is een volledig en tijdig beeld van de onderhoudstoestand van de kunst in de openbare ruimte verkregen, op grond waarvan een effectieve onderhoudsplanning en inzet van middelen kan plaatsvinden. Zo kan in het meerjaren collectiebeheersplan een prioritering voor het onderhoud worden opgenomen en inzicht gegeven worden in de minimale en optimale onderhoudsvariant. De nota beeldende kunst in de openbare ruimte wordt in 2010 vastgesteld en er wordt gestart met de uitvoering van de concrete acties die daarin benoemd worden. Keramiek, mediakunst en water zijn accenten die, waar mogelijk, voor toekomstige kunstwerken in de openbare ruimte gelegd zullen worden.9 Ook de toegangspoorten tot de stad en aandacht voor kunst in de openbare ruimte in de binnenstad, zoals in het initiatiefvoorstel kunst in de openbare ruimte naar voren zijn gebracht, zullen opgenomen worden in de beleidsnotitie beeldende kunst in de openbare ruimte. De onderhoudswerkzaamheden zelf worden uitbesteed aan derden. Om de kosten zo laag mogelijk te houden zullen voor eenvoudig onderhoud de mogelijkheden van
9
De Vrijheidswijk in Leeuwarden wordt in 2010 verrijkt met een waterkunstwerk van Hans van Huurlingen. Het idee is om een zichtbare waterstroom, beginnend bij de rotonde, via de Leo Twijstrastraat en de Krijn van de Helmstraat uit te laten monden in de gracht bij de Konvooistraat.
28
werkgelegenheidstrajecten en re-integratieprojecten bij de uitvoering van het onderhoud worden benut. Een goede projectleiding is hierbij van belang. Op basis van de inspectie wordt bekeken of het onderhoudsbudget kunst in de openbare ruimte ook op de lange termijn voldoende is voor een verantwoord beheer. Verder zullen bij nieuwe opdrachten en aankopen middelen voor het onderhoud worden gereserveerd. In het meerjaren uitvoeringsprogramma beeldende kunst in de openbare ruimte wordt dit geborgd. Het aanjaagteam laat zich, behalve door het meerjarenplan visie, onderhoud en beheer kunstcollectie openbare ruimte, voeden door een jaarlijkse expertisebijeenkomst kunst in de openbare ruimte. Voor deze bijeenkomst worden organisaties, die zich bezig houden met kunst in de openbare ruimte, alsook beeldend kunstenaars, vormgevers en architecten en de stedenbouwkundig supervisor van de gemeente uitgenodigd. Qua procedure wordt, ter realisering van kunst in de openbare ruimte, net als voorheen gewerkt met een begeleidingscommissie. De gemeente vraagt Keunstwurk een rol te vervullen in de organisatie van ontmoeting en debat. Via publicaties van gerealiseerde projecten zullen behaalde resultaten aan een breed publiek getoond worden. Gemeentelijk kunstbezit (binnen) Voor het beheer en de ontsluiting van het gemeentelijke kunstbezit (binnen) geldt dat de afdeling cultuur, samen met het Historisch Centrum Leeuwarden, een plan opstelt. De beschikbare middelen van € 10.000,- per jaar zullen worden ingezet ten behoeve van registratie van kunstwerken, het dagelijks beheer/depot, de circulatie van kunstwerken en verzekeringen. De plannen voor het realiseren van een interne kunstuitleen binnen de gemeente Leeuwarden en de mogelijkheden de collectie meer onder de aandacht van het publiek te brengen door middel van bijvoorbeeld exposities zijn ambities voor de toekomst. Financiële inzet per jaar in de periode 2010 - 2012: • Opdrachten kunst in de openbare ruimte • Onderhoud en beheer kunst in de openbare ruimte (buiten) • Beheer en ontsluiting gemeentelijk kunstbezit (binnen) • Interne capaciteit aanjaagteam • Promotie, ontmoeting en debat Subtotaal positioneren
€ 77.300,— € 65.000,— € 10.000,— € 4.200, — € 2.500,— € 159.000,—
Implementatie In 2010 wordt de notitie beeldende kunst in de openbare ruimte vastgesteld, waarin concrete acties zijn benoemd met betrekking tot kunst in de openbare ruimte in de periode 2010-2012. In 2010 wordt gestart met uitvoeren van een meerjarenplan onderhoud en beheer kunstcollectie openbare ruimte. Het aanjaagteam wordt zo snel mogelijk geïnstalleerd en start in 2010 met het ontwikkelen van het meerjarenuitvoeringsprogramma.
29
De plannen voor ontmoeting en debat worden door Keunstwurk in 2010 opgepakt. 3.2.3. Participeren Doelstelling: participatie, sociale cohesie, zichtbaarheid Met als concrete resultaten in 2012: • Twee inspirerende projecten in de wijk per jaar. • Groei in het aantal deelnemers/bezoekers gerelateerd aan aard activiteit. • Informatie over beeldende kunst is toegankelijk en wordt gebruikt door inwoners en bezoekers. Inhoud Beeldende kunst zal op een inspirerende wijze ingezet worden voor wijkontwikkeling via zogenoemde community art projecten.10 Dit zijn projecten die op locatie worden ontwikkeld en gepresenteerd, startend vanuit de bijzondere kwaliteiten van de mensen en de plek. De projecten hebben het vermogen om mensen opnieuw te laten kijken naar het bijzondere in het alledaagse, in het delen van energie en schoonheid. Community art heeft de kracht mensen mee te nemen in ontwikkelingen en ondersteunt het gevoel dat zij mede-eigenaar zijn van de wijk en de openbare ruimte. De projecten zijn uitstekend geschikt om in te zetten in aandachtswijken en herstructureringswijken. Het vergroot het gevoel van trots van bewoners voor hun wijk, betrekt bewoners bij de ontwikkelingen en veranderingen en het creëren of bevorderen van een ‘wijkidentiteit’. Om community art te kunnen realiseren nodigt de gemeente kunstenaars uit die zowel artistieke kwaliteit brengen als vaardigheden hebben in het aansturen van creatieve processen en participatie van bewoners. Hierbij wordt ook gedacht aan gerichte projecten voor jongeren, in lijn met eerdere projecten zoals het graffitiproject in Camminghaburen. De gemeente ziet kunst niet als oplossing voor problemen in een wijk, wel kan kunst een meerwaarde hebben in het bevorderen van de leefbaarheid. Kunst is immers een gift aan een wijk, die iets teweeg brengt en dwingt tot nadenken11. Een andere belangrijke doelstelling is het versterken van de interactie tussen de beeldende kunst en het publiek. De gemeente wil actiever de resultaten laten zien van interessante projecten op het gebied van beeldende kunst en vormgeving en laten zien wat er in Leeuwarden op dit gebied te beleven en ervaren is. Hiertoe worden de verschillende beeldende kunstactiviteiten die in Leeuwarden plaatsvinden actief onder de aandacht van een breed publiek gebracht via inspirerende promotie en digitale ontsluiting. Een beeldengids kan de herkenbaarheid van kunst in de openbare ruimte vergroten. Deze is zowel virtueel via internet als fysiek via een brochure te raadplegen. Hierbij zal een verbinding
10 11
Keramiek, mediakunst en water kunnen deel uitmaken van de community art projecten. Citaat Lilian Roosenboom.
30
worden gelegd met de promotie van de stad via (historische) stadswandelingen en routes. In de uitvoering sluit de gemeente aan bij Expeditie Leeuwarden en de ambities in het kader van Fryslân Culturele Hoofdstad 2018. Om te kunnen participeren is het van groot belang dat de toeschouwer of deelnemer ontvankelijk is voor kunst en weet hoe naar kunst te kijken. Om dit te realiseren zet de gemeente in op wijkprojecten, manifestaties en tentoonstellingen, en tevens op amateurkunst en kunsteducatie via scholen en in de vrije tijd. De uitvoering verloopt grotendeels via gerichte activiteiten beeldende kunst als onderdeel van cultuurparticipatie en cultuureducatie, die buiten het bereik van dit beleidskader vallen. Organisatie De gemeente neemt verantwoordelijkheid voor de regie van de wijkprojecten, dat wil zeggen de selectie van de wijken, de borging van de kwaliteit en het bewaken van de organisatie. De afdeling Cultuur zal in samenspraak met de afdelingen Wijkontwikkeling en Wijkmanagement een uitvoeringsformat opstellen. Uitgangspunt is twee te realiseren wijkprojecten per jaar. De activiteiten zelf hoeven niet persé permanente kunstwerken op te leveren, maar kunnen juist ook een tijdelijk karakter hebben of tot activiteiten leiden. Zo mogelijk wordt aansluiting gevonden bij activiteiten in het kader van de brede schoolontwikkeling. De gemeente plaatst een oproep om een geschikte organisatie te vinden die expertise inzet om de projecten kunst in de wijken aan te jagen en te begeleiden. De meest geschikte partij(en) zal vooralsnog opdracht verleend worden voor een periode van twee jaar. Op basis van een positieve evaluatie kan de opdracht indien gewenst worden voortgezet.
Financiële inzet per jaar in de periode 2010 - 2012: • Realisatie kunst in de wijk (2 x € 25.000,—) • Begeleiding en ondersteuning kunst in de wijken Subtotaal participeren
€ 50.000,— € 15.000,— € 65.000,—
Implementatie Voor het selecteren van een partij die kunst in de wijken in 2010 kan aanjagen en begeleiden, zal een oproep geplaatst worden. Betrokken partijen zullen een gerichte opdracht krijgen en starten met de uitvoering in 2010. Voor community art projecten in 2011 en 2012 wordt eveneens een oproep geplaatst. 3.2.4. Produceren Doelstelling: verbinding, artistieke dynamiek, innovatie, talentontwikkeling Met als concrete resultaten in 2012: • Goede en toegankelijke ateliervoorzieningen. • Vastgesteld meerjarenplan creatieve industrie met meetbare resultaten. • Productieklimaat is in Leeuwarden versterkt door minimaal twee interdisciplinaire projecten per jaar.
31
• • •
Samenwerking tussen cultuur, wetenschap en bedrijfsleven leidt tot minimaal twee innovatieve projecten per jaar. Leeuwarden is aantrekkelijk voor (jonge en gerenommeerde) kunstenaars. Kennisuitwisseling vindt structureel (tweemaal per jaar) plaats.
Inhoud Het versterken van de kracht van de sector, van de relatie tussen produceren en presenteren en de verbinding tussen de disciplines en tussen cultuur, opleiding/ wetenschap en bedrijfsleven is het centrale uitgangspunt. De programmalijn haakt aan bij de bredere gemeentelijke ambities ten aanzien van produceren en innoveren alsmede het provinciale beleid voor het ontwikkelen van Brûsplakken. Inhoudelijk wil de gemeente ook hier de kansen voor multimedia en keramiek verkennen. De komende jaren zet de gemeente in op het op orde houden van de basis, ofwel het creëren van een gunstig productie- en vestigingsklimaat voor beeldende kunstenaars en vormgevers. Dit wordt gerealiseerd door het bieden van goede ateliervoorzieningen, het stimuleren van samenwerking, experimenten en nieuwe initiatieven en de uitvoering van de Wet Werk en Inkomen Kunstenaars. Van de producenten wordt verwacht dat zij open staan voor interactie met het publiek c.q. de inwoners van Leeuwarden en ook regelmatig resultaten tonen. De gemeente wil jonge kunstenaars binden aan Leeuwarden via opleidingen, projecten en activiteiten. Binden betekent overigens niet altijd dat kunstenaars zich ook blijvend vestigen in Leeuwarden. De ondersteuning van talentvolle jonge kunstenaars vindt plaats door hen in de schijnwerpers te zetten via tentoonstellingen, projecten, prijzen en media. Zo vindt de gemeente het interessant om met de provincie de mogelijkheden van de Vredeman de Vriesprijs te verkennen voor het stimuleren van jonge vormgevers, bijvoorbeeld in de vorm van een eervolle vermelding voor jong talent. Daarnaast denkt de gemeente aan het ondersteunen van projecten waarbij professionele en ervaren kunstenaars aan (amateur)talenten worden gekoppeld en aan het verstrekken van opdrachten aan jong talent. Op dit vlak zal samenwerking plaatsvinden met kunstvakopleidingen als Academie Minerva. Om inspiratie van buiten te halen en te verbinden met het kunstklimaat en de specifieke mogelijkheden in Leeuwarden, zet de gemeente in op gerichte en aan de stad gekoppelde artists-in-residence projecten. Enerzijds is het van belang om een podium/werkplek te bieden aan kunstenaars uit Leeuwarden om zich te ontwikkelen en het podium als springplank te benutten naar buiten; anderzijds wil de gemeente inspiratie van buiten halen door een podium/ werkplek te bieden aan kunstenaars van buiten. Daarnaast moet het programma interessant zijn voor het publiek. Bij kunstenaars uit het buitenland ligt de aandacht primair bij de landen aan de Noordelijke Ontwikkeling As (Duitsland, Scandinavië en de Baltische Staten) en gebieden met regionale minderheidstalen. Waar mogelijk maken wij hier gebruik van de reeds in de stad aanwezige locaties voor artists-in-residence. De gemeente heeft gekozen om in plaats van een stadsdichter op zoek te gaan naar een stadsperformer. De keuze is gevallen op de kunstenaar Marten Winters, die zijn documentaire en artistieke sporen zal achterlaten in de stad. Zijn mogelijkheden
32
zullen worden benut in de uitvoering van de beleidsnota beeldende kunst en vormgeving. Ten slotte investeert de gemeente, zoals eerder aangegeven, in het bevorderen van overleg en kennisuitwisseling, zowel binnen het veld als tussen het veld en de gemeente. Centraal onderwerp is het versterken van het culturele ondernemerschap. Organisatie Er wordt onderzocht waar de ontwikkeling van de creatieve industrie in Leeuwarden kan worden versterkt met inzet van de sector Cultuur, Ruimte en Economie en in samenspraak met het bedrijfsleven, het onderwijs en provincie. Dit onderzoek moet een duidelijke inhoudelijke visie opleveren op de betekenis van de creatieve industrie en de realisatie van ‘Brûsplakken’ voor Leeuwarden. Het geeft inzicht in welke inhoudelijke meerwaarde wordt nagestreefd, welke functies en organisaties hiertoe het beste kunnen worden gecombineerd, in hoeverre de huisvesting in leegstaande panden zoals het culturele bedrijvencentrum de Blokhuispoort en andere locaties daarvoor geschikt zijn of geschikt te maken zijn, welke beheersstructuur erop moet worden gezet en wat de kosten zijn. Daarnaast ondersteunt de gemeente (artists-in-residence) projecten en manifestaties waarin de verbinding tussen culturele disciplines (beeldende kunst, vormgeving en multimedia), bedrijfsleven en wetenschap alsmede de verbinding tussen jonge talenten en ervaren kunstenaars centraal staat. Voor de uitvoering van projecten ziet de gemeente vooral een rol weggelegd voor Stichting Media Art, het Fries Museum/Buro Leeuwarden en Stichting Voorheen de Gemeente. Daarnaast zal de gemeente de Stichting Kunstpromotie incidenteel ondersteunen bij de realisatie van een nieuw open atelier in de Blokhuispoort. De ondersteuning van de ateliergroepen en de Grafische Werkplaats wordt voortgezet op voorwaarde dat zij regelmatig publieksactiviteiten organiseren. Samen met de provincie onderneemt de gemeente actie richting het rijk, voor een goed aanbod van kunstvakopleidingen voor Leeuwarden. Als gemeente willen wij partijen bijeen brengen en toezien op een goede monitoring van lopende trajecten. Zoals opgenomen in de programmalijn Positioneren geeft de gemeente Keunstwurk graag een rol in de organisatie van het overleg tussen gemeente en het culturele veld. Voor de planvorming creatieve industrie/broedplaatsen wordt in 2009 eenmalig budget beschikbaar gesteld. De aanzet voor de planvorming wordt in 2009 gegeven, uitwerking vindt plaats in 2010. Besluitvorming over mogelijke inzet van de middelen op lange termijn vindt plaats op basis van de uitkomsten van het onderzoek. De gemeente stelt jaarlijks een bedrag beschikbaar ten behoeve van de productiefunctie. Instellingen en individuele kunstenaars kunnen zich hierop inschrijven. De regeling beeldende kunst en vormgeving: produceren biedt hiervoor criteria. Ten behoeve van de uitvoering van de regeling zal een Adviesgroep Beeldende Kunst en Vormgeving worden ingesteld. Voordat een besluit wordt genomen over een subsidieaanvraag wordt advies gevraagd aan deze groep.
33
Financiële inzet per jaar in de periode 2010 - 2012: • Projecten verbinding, jong talent en artists-in-residence • Faciliteiten ten behoeve van in Leeuwarden beroepsmatig werkzame kunstenaars • Atelierbeleid Subtotaal produceren
€ 50.000,— € 4.500,— huisvesting € 54.500,—
Implementatie Afhankelijk van de uitkomsten van het onderzoek in 2010 naar het versterken van de creatieve industrie wordt een plan voor de langere termijn opgesteld, waarin een kader wordt gegeven voor het beleid op het gebied van creatieve industrie en concrete projecten en activiteiten worden aangedragen om de rol en betekenis van de creatieve sector te versterken. Met ingang van 2010 worden met de betrokken instellingen zoals het Fries Museum, Stichting Media Art Friesland, Stichting Voorheen de Gemeente, Stichting Kunstpromotie Leeuwarden, Stichting Grafisch Atelier Friesland, Ateliergroepen, en mogelijk andere partijen jaarlijks afspraken gemaakt over het projectenprogramma en de atelieractiviteiten. De gemeente vraagt deze instellingen nadrukkelijk aan te geven wat de resultaten zijn van hun activiteiten voor kunstenaars en publiek. Want in samenwerking met deze partijen wil de gemeente komen tot uitvoering van het beeldende kunst en vormgeving beleid, dat de stad nog meer doet leven. Zichtbaarheid van het voorgenomen beleid Voor de vier programmalijnen is het van belang om de resultaten ervan zichtbaar te maken voor de buitenwereld. Hiertoe zal aan Keunstwurk en het Historisch Centrum Leeuwarden gevraagd worden de informatie over de beeldende kunst en vormgeving in Leeuwarden digitaal ontsluiten en hiermee toegankelijk te maken voor inwoners en bezoekers van de stad. De uitvoering wordt afgestemd met Expeditie Leeuwarden. Daarnaast kan de gemeentelijke Margaretha de Heer-prijs voor beeldende kunst en architectonische vormgeving beter benut en zichtbaar gemaakt worden. Een koppeling met keramiek en mediakunst is, gezien de inhoudelijke accenten keramiek en mediakunst die in de vier programma’s worden gelegd, wellicht interessant.12
12
De Margaretha de Heer-prijs is één van de vier culturele prijzen die de gemeente uitreikt. De overige drie zijn de Piter Jelles-prijs voor literatuur, de Wopke Eekhoff-prijs voor (lokaal) historisch erfgoed en de Jan Janszoon Startersprijs voor podiumkunsten.
34
HOOFDSTUK 4 FINANCIEEL KADER Voor de realisatie van onze doelstellingen is in totaal € 365.000,— beschikbaar oftewel € 150.000,— rijksgelden, € 150.000,— matching via percentageregeling en € 65.000,— voor onderhoud en beheer. Hiernaast verleent de gemeente een structurele subsidie van circa € 250.000,— per jaar aan Keramiekmuseum Princessehof. In het voorgaande hoofdstuk zijn de geplande acties voor de komende jaren uiteengezet. Het jaar 2009 beschouwen wij als een opstartjaar waarin wij de voorbereidingen treffen van de acties in volgende jaren. Voor de jaren 2009 tot en met 2012 gaan wij uit van een indicatieve inzet van middelen op grond waarvan het college van burgemeester en wethouders (B&W) besluiten neemt om tot uitvoering te komen.
Presenteren Presentatieactiviteiten Incidentele subsidies Subtotaal presenteren Positioneren Opdrachten kunst in de openbare ruimte Beheer en onderhoud kunst in openbare ruimte (buiten) Beheer en onderhoud kunstcollectie (binnen) Interne capaciteit aanjaagteam Promotie, ontmoeting en debat Realisatiekosten collectiebeheersplan, inclusief inspectie Subtotaal positioneren Participeren Realisatie kunst in de wijk Ondersteuning kunst in de wijk Subtotaal participeren
2009
2010
2011
2012
€ 75.000,— € 10.000,— € 85.000,—
€ 75.000,— € 10.000,— € 85.000,—
€ 75.000,— € 10.000,— € 85.000,—
€ 75.000,— € 10.000,— € 85.000,—
€ 77.300,—
€ 77.300,—
€ 77.300,—
€ 77.300,—
€ 65.000,—
€ 65.000,—
€ 65.000,—
€ 65.000,—
€ 10.000,—
€ 10.000,—
€ 10.000,—
€ 10.000,—
€ 4.200,— € 2.500,— € 37.500,—
€ €
€ €
€ €
€ 196.500,—
€ 159.000,—
€ 159.000,—
€ 159.000,—
€ €
€ 50.000,— € 15.000,— € 65.000,—
€ 50.000,— € 15.000,— € 65.000,—
€ 50.000,— € 15.000,— € 65.000,—
7.500,— 7.500,—
4.200,— 2.500,—
4.200,— 2.500,—
4.200,2.500,—
35
Produceren Projecten Faciliteiten ten behoeve van in Leeuwarden beroepsmatig werkzame kunstenaars Atelierbeleid Ontwikkelkosten programma broedplaatsen Subtotaal produceren Commissie beeldende kunst en vormgeving Presentiegelden Adviesgroep Beeldende Kunst en Vormgeving Subtotaal commissie Realisatie ambities Zuidlanden Totaal
€ 50.000,— € 4.500,—
€ 50.000,— € 4.500,—
€ 50.000,— € 4.500,—
€ 50.000,— € 4.500,—
Huisvesting € 20.000,-
Huisvesting
Huisvesting
Huisvesting
€ 74.500,—
€ 54.500,—
€ 54.500,—
€ 54.500,—
€
€
€
€
1.500,-
€ 1.500,PM € 365.000,—
1.500,-
€ 1.500,PM € 365.000,—
1.500,-
€ 1.500,PM € 365.000,—
1.500,-
€ 1.500,PM € 365.000,—
De cijfers vanaf 2012 zijn onder voorbehoud. Het rijk verplicht de gemeente om de rijksbijdrage van € 150.000,- te matchen met een even groot bedrag. De gemeente haalt haar matchingbijdrage uit de reserve beeldende kunst in de openbare ruimte. Deze reserve wordt gevoed door een percentageregeling. Het is niet met zekerheid te zeggen tot welk niveau de reserve in 2012 gevoed wordt. Mocht de matching van de gemeente onvoldoende zijn, dan neemt de rijksbijdrage met een zelfde bedrag af. Indien dit het geval is zal een nieuw bestedingsplan worden opgesteld. De realisatie van de ambities Zuidlanden is als pm opgenomen in de begroting. Bekostiging van de Zuidlanden wordt uit de reserve beeldende kunst in de openbare ruimte gehaald, na aftrek van € 150.000,- die benodigd is om de ambities die in voorliggende nota zijn neergelegd te realiseren. Mochten de middelen die in de reserve zitten niet of onvoldoende toereikend zijn om de Zuidlanden te kunnen bekostigen, dan worden de Zuidlanden bekostigd vanuit de begroting van de beleidsnota beeldende kunst en vormgeving. Naast de beschikbare middelen voor beeldende kunst en vormgeving zijn er mogelijkheden voor het ondersteunen van interdisciplinaire projecten binnen het brede cultuurbeleid zoals opgenomen in Cultuurvuur. Ook zal met name op het gebied van presenteren en positioneren de komende jaren actief worden gezocht naar publiekprivate samenwerkingsmogelijkheden c.q. financieringsmogelijkheden. Overigens geven de partners in het veld aan dat het niet altijd om geld gaat, ook de waardering van de gemeente voor de inzet van alle betrokken partijen is van groot belang.
36
HOOFDSTUK 5 STURINGSKADER 5.1. Rolverdeling en subsidierelatie De gemeente heeft een heldere rolverdeling voor ogen. De gemeente is regisserend, faciliterend en voorwaardenscheppend. De regierol houdt in dat de gemeente op hoofdlijnen richting geeft aan het cultuurbeleid. De voorwaardenscheppende rol krijgt vorm in de zorg voor een fysiek culturele infrastructuur (accommodaties) en een organisatorisch culturele infrastructuur (subsidie en regie). De culturele organisaties hebben een heel andere rol. Het is aan hen om een zo breed mogelijk publiek te verleiden om van cultuur te genieten. Zij zijn met concrete projecten en activiteiten de makelaars tussen cultuuraanbod en publiek. De culturele organisaties hebben daarin een verantwoordelijkheid die reikt over de grenzen van de eigen instelling. De gemeente vraagt van de organisaties een gezonde dosis cultureel en maatschappelijk ondernemerschap. De gemeente kan in de basis ondersteunen, maar het is aan de organisaties om creatief en ondernemend op te treden. Van de instellingen wordt verwacht dat zij enthousiasmeren, een actieve houding aannemen in het bereiken van (nieuwe) publieksgroepen en open staan voor samenwerking. Gemeente en instellingen verhouden zich als opdrachtgever en opdrachtnemer van het beeldende kunst en vormgevingsbeleid. De subsidierelatie met de instellingen zal worden vormgegeven op basis van budgetsubsidiëring en incidentele subsidies. De inspanningen die in het kader van het nieuwe cultuurbeleid van de instellingen gevraagd worden vastgelegd in de subsidieovereenkomsten. Waar dat van toepassing is worden meerjarenovereenkomsten (2010 - 2012) afgesloten, die het kader vormen voor jaarlijks te maken prestatieafspraken, gekoppeld aan een formele subsidiebeschikking. De prestatieafspraken wil de gemeente kernachtig geformuleerd krijgen en betrekken op het te behalen publieksbereik en de aard en omvang van de activiteiten. Met deze nota is het beleid voor beeldende kunst en vormgeving in Leeuwarden voor de komende jaren gegeven. Naast de gewenste acties op het gebied van kunst in de openbare ruimte en de wijkprojecten waarin de gemeente zelf de regie neemt, is het nu aan de instellingen met een instellingsplan te komen waarin aangegeven wordt hoe men denkt uitvoering te kunnen geven aan het beleid. Sommige instellingen hebben hiervoor al een plan ingeleverd, andere nog niet. In sommige gevallen zal het ingeleverde plan bijgesteld moeten worden op basis van de gemeentelijke nota. Bij het maken van prestatieafspraken verwacht de gemeente dat de instellingen een monitoring bijhouden, om te kunnen bepalen in hoeverre de doelstellingen daadwerkelijk worden gehaald. De monitoring moet zowel kwantitatief als kwalitatief inzicht geven en beginnen met een nulmeting. De gemeente stimuleert maatschappelijk ondernemerschap en vraagt instellingen om afnemers te betrekken bij de verantwoording over het gevoerde beleid. Met de betrokken instellingen
37
worden concrete afspraken over de mogelijkheden van klanttevredenheidonderzoek en/of visitatie voor de verantwoording gemaakt. Samenvattend zijn in het beleidsproces de volgende stappen te onderscheiden: • Gemeente de beleidsnota 2009 - 2012 vast. • Instelling komt met instellingsplan of met projectplan ter uitvoering van de voorgenomen initiatieven. • Gemeente en instellingen maken een overeenkomst, deze kan een eenmalig of meerjarig zijn. • In geval van een meerjarenovereenkomst wordt jaarlijks een subsidiebeschikking afgegeven, voorzien van een uitvoeringsovereenkomst met prestatieafspraken. • Er vindt monitoring en beleidsevaluatie plaats. 5.2. Organisatie en overleg In het vorige hoofdstuk zijn de vier programmalijnen benoemd en toegelicht. Om de programmalijnen voortvarend en effectief op te pakken en uit te voeren, is een goede organisatie nodig. Samenwerking tussen culturele organisaties en de gemeente is daarbij onontbeerlijk, ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid. De centrale coördinatie van de programmalijnen en de verantwoordelijkheid voor het opdrachtenbeleid ligt bij de gemeente. Bij kunst in de openbare ruimte werkt de gemeente met een aanjaagteam in combinatie met externe adviseurs die input leveren of als projectleider gericht op opdrachten worden gezet. Ook bij wijkprojecten pakt de gemeente de regie op, om van hieruit partij(en) te zoeken die de projecten kunnen aanjagen of uitvoeren. Voor de andere onderdelen ligt de uitvoeringsverantwoordelijkheid bij de betrokken instellingen zelf. Afhankelijk van de ingediende plannen zal de gemeente beslissen tot het verlenen van de subsidies in de periode 2010-1012. Om de doelstellingen van het beleid beeldende kunst en vormgeving daadwerkelijk te kunnen realiseren is afstemming, kennisuitwisseling en inspiratie van groot belang. Daarvoor zullen bijeenkomsten worden georganiseerd tussen gemeente en het culturele veld. Deze bijeenkomsten staan ook open voor publiek en lenen zich voor debat. De gemeente en Keunstwurk bepalen samen de agenda voor de overleggen. Doel van de overleggen is om beeldende kunst en vormgeving in Leeuwarden op de kaart te zetten.
38
CONCLUSIE Beeldende kunst en vormgeving zijn van belang voor de visuele kwaliteit van de stad en de aantrekkingskracht van Leeuwarden als plek waar het prettig wonen, werken en recreëren is. Een rijke omgeving waarin cultuurhistoristische aspecten, moderne architectuur en beeldende kunst goed samengaan, zorgt voor meer waardering bij inwoners en trekt meer bezoekers. Beeldende kunst en vormgeving vormen ook een creatieve motor voor participatie en sociale cohesie, levendigheid en economische ontwikkeling. De gemeente wil enerzijds mensen de gelegenheid bieden om kennis te nemen van en betrokken te raken bij beeldende kunst en vormgeving. Anderzijds richt de gemeente zich op de professionalisering van de sector zelf en het creëren van een aantrekkelijk kunstklimaat voor met name jong artistiek potentieel. Vanuit de ambitie van provincie en gemeente om in 2018 culturele hoofdstad van Europa te worden, worden de mogelijkheden benut om ons internationale profiel te versterken. In lijn met de stadsvisie, de gemeentelijke cultuurdoelstellingen en de rijksdoelstellingen op het gebied van de beeldende kunst en vormgeving geeft de gemeente uitvoering aan haar ambities via vier programmalijnen: presenteren, positioneren, participeren en produceren. Accent in de programma’s is de verdere versterking van twee reeds veelbelovende onderdelen in de Leeuwarder beeldende kunst: keramiek en mediakunst (beeld, licht en geluid). Binnen de programmalijn presenteren wordt ingezet op een gevarieerd en samenhangend expositieprogramma beeldende kunst en vormgeving. De exposities vinden plaats op de professionele kunstpodia en op toegankelijke plekken in de stad. In het programma wordt gestreefd naar een evenwicht in presentaties van beginnende kunstenaars en kunstenaars van naam, van kunstenaars uit Leeuwarden en daarbuiten. Binnen de programmalijn positioneren brengt de gemeente Leeuwarden beter in beeld en zet Leeuwarden letterlijk op de kaart. In de verbinding Cultuur en Ruimte zet de gemeente in op het benutten van beeldende kunst en vormgeving als katalysator voor de beeldkwaliteit van de stad. Dit doet de gemeente bij wijkontwikkelingen, herinrichtingen en infrastructurele werken en tevens bij recreatieve en groene voorzieningen. Daarnaast zet de gemeente in op het versterken van de oriëntatie op en de promotie van de stad. Binnen de programmalijn participeren wil de gemeente met beeldende kunstactiviteiten in de wijken bewoners actief betrekken bij nieuwe ontwikkelingen en het opbouwen van samenhang in de wijk. Daarnaast wordt ingezet op het versterken van de interactie tussen de beeldende kunst en het publiek. Overigens gaat het hierbij niet altijd om nieuwe activiteiten, maar ook om het beter zichtbaar maken van wat er is.
Om tot resultaten te komen op de kunstpodia, in de wijken en in de openbare ruimte is het van groot belang ook de sector zelf te ondersteunen en ruimte te bieden voor productie, innovatie en talentontwikkeling. Binnen de programmalijn produceren staat de verbinding tussen produceren en presenteren, tussen de verschillende beeldende kunst disciplines en tussen de kunstsector en andere sectoren centraal. In deze beleidsnota zijn de doelen per programmalijn in acties uitgezet voor de periode 2009 - 2012, gekoppeld aan een uitvoerende partij en zijn de benodigde middelen in beeld gebracht.
40
BIJLAGEN
Bijlage 1: Rapportage van Lilian Roosenboom Notitie Leeuwarden De vraag Op uitnodiging van de gemeente verbleef ik de afgelopen week enkele dagen in Leeuwarden om als buitenstaander uit het westen, een eerste indruk te krijgen van de stad en deze indrukken vervolgens ook kort te beschrijven. Er is mij gevraagd specifiek te kijken naar het publieke domein als belevingsruimte van de stad. En op welke wijze de aanwezigheid van beeldende kunst een rol speelt binnen deze openbare ruimte, dit publieke domein. Wat in deze korte impressie van mijn verblijf in Leeuwarden ontbreekt zijn de mensen die in de stad wonen en werken, de software. Mensen geven de stad haar betekenis, maar een verblijf van drie dagen is te kort om voldoende ontmoetingen te organiseren en een beeld te krijgen van de Leeuwardense burgers. Eerste indrukken, - Wat viel mij op bij de hardware van de stad; bij de gebouwen en straten. Leeuwarden heeft een menselijke maat. Op de plattegrond lijkt de stad groot, maar de werkelijkheid is anders, overzichtelijk. - Het centrumgebied, de binnenstad is lopend goed te doorkruisen en dankzij een heldere infrastructuur is het makkelijk om met de auto en/of fiets snel de verschillende wijken te bereiken. - De stad heeft verschillende gedaantes, soms goed verzorgd soms veel achterstallig onderhoud. Uiteenlopende sferen, woon- , werk- en verblijfsbuurten, bestaan soms abrupt naast elkaar. - Het binnenstedelijke centrumgebied heeft een andere dynamiek dan de overige woon- en werkgebieden. Het is een sociale dynamische ruimte waarin de meeste mensen elkaar niet kennen. Binnen het centrumgebied is er ook sprake van grote verschillen in sfeer; • •
Aan de noordzijde van de Nieuwestad ligt het zeventiende-eeuwse erfgoed er prachtig onderhouden bij. Het straatbeeld is netjes en rustig. Aan de zuidzijde van Nieuwestad achter de gebouwen van de HEMA en V&D op het Zaailand is er dan ineens de achterkant van de stad in de
41
overdrachtelijke zin van het woord. De steegjes tussen het Zaailand en de Nieuwestad zien er rommelig en verloederd uit en doen daardoor denken aan de achterstegen van de Amsterdamse binnenstad. Voor mij als buitenstaander was het een wonderlijke ervaring deze plotselinge omkering van sfeer op een relatief korte afstand van elkaar. - De maatvoering van de straten, de stedenbouw is in het noorden van ons land beduidend ruimer van opzet dan in het westen het geval is. Laat ik dit nader toelichten, met een voorbeeld. De afstand tussen de gevels van de Nieuwestad noord- en zuidzijde is ruim bemeten, de menselijke maat lijkt hier juist niet het uitgangspunt te zijn geweest. Dat heeft natuurlijk een voordeel, er is veel licht en ruimte te ervaren. Maar het heeft mijns inziens ook een nadeel. De openbare ruimte, de straat maakt een lege, grijzige wat steriele indruk. Ondanks het feit dat de straat met zorg en met duurzame materialen is ingericht en ondanks het feit dat de aanwezigheid van veel mensen blijft er een gevoel van teveel, en daardoor anonieme ruimte bij mij bestaan. - De nieuwe architectuur in het centrumgebied en dan met name de koepel van de Frieslandbank vormt wat mij betreft ook in stedenbouwkundig opzicht een aanwinst voor de oude binnenstad. Fietsend door de stad was vanuit verschillende zichtassen de moderne architectuur naast de oude architectuur te zien. Voor mij gaf mij de impressie van een moderne stad in ontwikkeling met behoud van oude bijzondere waarden.
42
De beeldende kunsttoepassingen in de openbare ruimte Tijdens mijn korte verblijf in de stad heb ik zoveel mogelijk locaties te bezocht om een indruk te krijgen van de samenstelling van het arsenaal aan beelden in de openbare ruimte. Aandachtspunten daarbij waren: 1. Kwantiteit, d.w.z. het aantal kunstwerken per wijk en de verdeling over de stad. Vervolgens ga ik bij een aantal wijken nader in op onderstaande aspecten. a. Relatie tussen gekozen locatie in de wijk en het betreffende kunstwerk b. Ontstaanstijd van het kunstwerk c. Staat van onderhoud In het kort ga ik puntsgewijs in op deze verschillende aandachtspunten, ik beperk mij daarbij tot het bespreken van een viertal wijken. In de beeldbijlage vindt u vervolgens de illustraties waarnaar in de tekst verwezen wordt. De spreiding van de beeldende kunsttoepassingen, de kunstwerken in de openbare ruimte van Leeuwarden laat een divers beeld zien. Zoals te verwachten was, zijn in het centrumgebied, het kerngebied van een gemeente waar veel geld en aandacht naar uit gaat, het hoogste aantal kunstwerken geplaatst. In de overige wijken vormt de aan- en afwezigheid van kunstwerken soms een duidelijke indicatie van de stedenbouwkundige status-quo van de betreffende wijk. Het centrumgebied Wat opvalt bij een eerste beschouwing van de kunstwerken in dit gebied is het ogenschijnlijk ontbreken van een overkoepelende visie. In de binnenstad staan veel bronzen beelden. Soms mooi geplaatst zoals bijvoorbeeld in de Noorderplantage en de Prinsentuin. De beelden hebben hier een rustige ruime omgeving en komen daardoor goed tot hun recht. Maar vaak ook lijken de beelden toevalligerwijs geplaatst op locaties die daarvoor wel in fysieke zin de ruimte bieden, maar die geen meerwaarde krijgen door de aanwezigheid van het kunstwerk. Of omgekeerd de kwaliteit van het kunstwerk lijkt door de plaatsing op de betreffende locatie te devalueren. Voorbeelden zijn: - Het Kunstwerk Anne Vondeling, op de splitsing Nieuwestad/Kleine Kerkstraat. De opstelling van het beeld met flankerende banken zou meer tot zijn recht komen op een “ruimer” locatie. - Ook op de locatie Oldehoofsterkerkhof is het naar mijn mening niet helemaal goed gegaan bij de plaatsing. Het beeld van Piter Jelles Troelstra staat als een fremdkörper wat schaal betreft tussen dunne boompjes en bank en een afvalbak tegen een rommelige achtergrond. Bij plaatsing van het beeld op de locatie Oldehoofsterkerkhof in een ruimere setting zou het beeld beter tot zijn recht komen.
43
- Het herdenkingsmonument voor Manuel Fetter op de Nieuwestad vlakbij het bronzen beeld De Karnster en de houten zitbanken zijn voorbeeld waarbij de kwaliteit van de openbare ruimte en de kunstwerken niet toeneemt door de werken zo dicht bij elkaar te plaatsen. - De kunstwerken in de binnenstad zijn over het algemeen goed onderhouden. Aandachtspunt is wel het kunstwerk Tijdkijkers uit 2001, dit beeld is door vandalisme erg beschadigd. Hierdoor is de functioneren van het werk niet meer mogelijk.
44
45
De wijk Bilgaard In deze wijk waren helaas niet alle kunstwerken meer te traceren. Een wijk in ontwikkeling, woningbouw uit de zestiger en zeventiger jaren soms behoorlijk verloederd naast nieuw ontwikkelde woningbouw aan de rand van de wijk. De kunst dateert voor het merendeel uit de ontwikkelingsperiode van de wijk. De staat van onderhoud van de kunstwerken is over het algemeen niet goed. Ook de keuze voor de locaties is niet altijd geslaagd. Uitzondering hierop vormt het beeld Blauwe Golf, de maatvoering van het beeld en de plaatsing op de locatie voor de hoogbouwflat zichtbaar vanaf de rondweg is goed gekozen. De plaatsing en onderhoud van het beeld Zonder Titel op de hoek van de Fam.van der Weijstraat is slecht. Het beeld staat in een woekerend struikgewas in de schaduw, met aan de achterzijde een woonblok. Daardoor komt de kwaliteit van het beeld niet tot zijn recht. Dit beeld heeft licht en doorzicht nodig waardoor het figuratieve lijnenspel in het plaatstaal zichtbaar wordt. Ook het bronzen beeld Paard met acrobate staat vreemd geplaatst, ver van de openbare weg in een grasveld bij een sporthal. Het gaat hier om een relatief kleine bronzen sculptuur dat van dichtbij bekeken moet kunnen worden.
46
47
De wijk Camminghaburen Ook in de wijk Cammingaburen is het kunstbezit in de openbare ruimte ontstaan tijdens de ontstaansperiode van de wijk. De kunstwerken geven een goed beeld van de actualiteit in de beeldende kunst eind jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw. Over het algemeen zijn de kunstwerken goed onderhouden. Een uitzondering vormt het kunstwerk Het Huisje van Jan van den Pavert, dat staat er verloederd bij onder de graffiti. Toch zou ook dit werk na reiniging en mogelijk met een extra licht accent een mooi beeld kunnen zijn voor de wijk. De locaties voor de kunstwerken zijn goed gekozen ze geven de indruk dat hier de stedenbouwkundige ontwikkelingen en het uitschrijven van de kunstopdrachten in onderlinge samenhang zijn uitgevoerd. Een goed voorbeeld hiervan is het Vrijheidsmonument Bicornis, het vormt een eenheid met de locatie. Toch ontbreekt daardoor ook wel het element van verrassing, modernistische beelden, zoals Zonder titel van Han Janselijn goed passend bij de architectuur van de wijk maar daardoor ook wel enigszins saai.
48
49
De wijk Zuiderburen Een van de jongste wijken van Leeuwarden. In stedenbouwkundig opzicht een heldere wijk. De wijk maakte op mij de indruk voltooid te zijn. Mij vielen niet direct locaties op waar het plaatsen van een kunstwerk als beeldelement in de wijk gewenst zou zijn. Wel viel me de zorgvuldige en eigenzinnige vormgeving van de trafohuisjes op. Trafohuisjes geplaatst op een aantal locaties in de wijk en daarmee mede beeldbepalend. Kunsttoepassingen in deze wijk kunnen mogelijk ook van tijdelijke aard zijn daarbij refereer ik naar ontwikkelingen in de hedendaagse kunsttoepassingen, de (retro) community art.
50
51
Samenvattend Opvallend is dat met uitzondering van het centrumgebied de kunstwerken in de wijken voornamelijk geplaatst en tot stand gekomen zijn tijdens en vlak na de ontstaanstijd van de betreffende wijk. Verklaarbaar als een logisch gevolg van de beschikbare budgetten die bij bouwactiviteiten konden worden vrijgemaakt voor kunsttoepassingen. Maar hierdoor is er in de wijken sprake van een statisch beeldend kunstbeleid; weinig ontwikkelingen voor de toekomst zijn nog te verwachten. Daar ligt mijns inziens een belangrijk aandachtspunt voor toekomstig beleid op het gebied van beeldende kunst in de openbare ruimte. Ook na stedenbouwkundige ontwikkelingen in een wijk moet er de mogelijkheid zijn om beeldende kunst in welke vorm dan ook toe te passen in de verschillende woonwijken. Hierdoor kan er desgewenst een grotere verscheidenheid in kunstvormen ontstaan en blijft een “een jaren tachtig wijk” niet verstoken van kunsttoepassingen uit hedendaagse of andere tijdsmomenten. Ook bij herplaatsing van beelden, het reorganiseren van het openbaar kunstbezit kan er gericht gezocht worden naar locaties in verschillende wijken. De beeldende kwaliteit in relatie tot de aanwezige stedenbouwkundige kwaliteit moet daarbij de richtlijn vormen. Bij het toezien op het onderhoud van kunstwerken hoort ook het zo nodig herplaatsen van beelden als actuele ontwikkelingen in stedenbouwkundig of sociaal opzicht (herhaaldelijk vandalisme daartoe aanleiding geven. Toekomst Wat betreft de ambities van Leeuwarden culturele hoofdstad te worden. Een beleid voor kunst in de openbare ruimte kan zeker een bijdrage leveren aan het realiseren van die ambitie. Een stad die trots is op zichzelf en naar voren durft te treden met wat ze bezit doet dit vaak door een duidelijk kunstbeleid te voeren- en fungeert daarmee ook als opdrachtgever voor de kunsten. Kwalitatief goede kunst op een goed gekozen locatie kan bewoners het gevoel geven op een bijzondere plek te wonen. Een inhoudelijke beleidsvisie moet ten grondslag liggen aan het maken van keuzes, wat, waar en met welke reden. Ontwikkelingen als culturele planologie en community art en de ambitie om een artist-in-residence programma op te starten kunnen deel uitmaken van deze visie. Kunst moet daarbij niet als een oplossing voor problemen gezien worden, ze kan niet de leefbaarheid in een wijk vergroten. Maar zij kan daar wel een positieve bijdrage aan leveren. Een kunstwerk is een gift aan een wijk, het brengt iets teweeg, dwingt tot nadenken.
52
Kunst in de stad moet iets toevoegen wat er nog niet is. “Kunst net zo prikkelend, verwonderingwekkend en weerbarstig als het stadse leven zelf”.
Vrij naar Werkgroep KOS, 1996
Lilian Roosenboom Gouda 18 februari 2009/ versie def.
53
Bijlage 2: Betrokken organisaties en personen bij de tot standkoming van de nota
Gemeente Leeuwarden - wethouder Diks - Eline van Rossem, beleidsmedewerker beeldende kunst en vormgeving - Stella van Gent, senior beleidsmedewerker cultuur Extern - Keunstwurk, Paolo Martina - Kunstpromotie Leeuwarden, Douwe Idema - VHDG, Gerlof Hamersma en Margot Slomp - Media Art, Nadine Bors Met bovenstaande personen is gesproken in het kader van de tot standkoming van de beleidsnota. Daarnaast zijn er twee bijeenkomsten georganiseerd. De eerste intern, de tweede extern.
54
Bijlage 3: Informatieve brief aan de raad van 19 oktober 2009
Geachte leden van de gemeenteraad
Beleidskader Beeldende Kunst en Vormgeving 2009-2012 Commissievergadering van 16 september 2009 19159 Welzijn Cultuur (058) 7505468 Lisa van Hijum 19 oktober 2009, verzonden:
Geachte leden van de gemeenteraad,
Naar aanleiding van de waardevolle opmerkingen, gemaakt in de vergadering van de commissie welzijn op 16 september 2009 ten aanzien van het Beleidskader Beeldende Kunst en Vormgeving 2009-2012, dat het College van B&W u ter informatie heeft aangeboden, willen wij u middels deze brief aangeven hoe wij uw opmerkingen hebben verwerkt. Allereerst zijn wij verheugd dat u zich kunt vinden in de inhoudelijke lijnen en speerpunten die in de nota uiteen worden gezet. Uw punten van aandacht betreffen: 1) de link van de sterkte-zwakte analyse met de uitvoering 2) resultaten concreter formuleren 3) zo nu en dan zijn de resultaten vaag en niet meetbaar, met name bij presenteren en produceren 4) promotie kan meer vernieuwend zijn 5) keramiek en mediakunst zitten in alle vier programma’s; water soms 6) meerjarenplan onderhoud en beheer kunst in de openbare ruimte 7) in de nota Cultuurvuur was sprake van het verkopen van een deel van de kunstcollectie 8) rol van de raad bij het plan creatieve industrie/atelierbeleid 9) voeding van het beeldende kunst beleid van de reserve beeldende kunst
55
10) verordening percentageregeling beeldende kunst opdrachten, die betrekking heeft op de uitvoering van de percentageregeling 11) link naar het onderwijs is summier 12) rol van Parnas wordt gemist 13) geen aandacht voor graffity 14) literaire component wordt gemist 15) waarderingscijfer 7, waarom geen 8 16) college moet aangesproken kunnen worden op de acties van het plan In het volgende treft u de reactie aan op uw aandachtspunten. Ad 1 en 2, 6 en 8. U geeft aan dat u de link van de sterkte-zwakte analyse met de uitvoering mist; wij zijn van mening dat de punten die genoemd zijn in de sterktezwakte analyse duidelijk terugkomen in de programmalijnen, die in de nota zijn uitgewerkt en waarin, zo mogelijk, concrete resultaten zijn benoemd. In een tweetal programmalijnen, positioneren en produceren zijn resultaten niet altijd even duidelijk te benoemen, omdat er plannen voor worden ontwikkeld, die in 2010 zullen leiden tot concrete resultaten. Dit betreft het meerjarenplan onderhoud en beheer kunst in de openbare ruimte en het meerjarenplan creatieve industrie. In het meerjarenplan creatieve industrie, waar atelierbeleid deel van zal uitmaken, zal de link met het onderwijs duidelijk gelegd worden. Dit meerjarenplan zal aan u worden voorgelegd. Ad 3. De meetbaarheid van de programmalijnen presenteren en produceren ligt in de regelingen presenteren en produceren, die gekoppeld zijn aan de programmalijnen. De toekomstige commissie BKV beoordeelt subsidieaanvragen volgens een wegingsysteem met vaststaande criteria. Ad 4. Wij zijn het met u eens dat de promotiekant goed opgepakt moet worden. In de nota is aangegeven dat de promotie van beeldende kunst en vormgeving, en de resultaten die de verschillende inhoudelijke programmalijnen geboekt worden, in overleg met het Historisch Centrum Leeuwarden en Keunstwurk en in afstemming met Expeditie Leeuwarden tot stand zal komen. We zullen gezamenlijk bekijken welke middelen het beste ingezet kunnen worden om de resultaten van het beeldende kunst en vormgevingsbeleid zo goed mogelijk voor het voetlicht te laten komen. Ad 5. U geeft aan dat keramiek en mediakunst in alle vier de programma’s zit, en water soms. Er is bewust voor gekozen om water alleen in programmalijn positioneren als accent naar voren te laten komen. Positioneren betreft onder meer kunst in de openbare ruimte; de openbare
56
ruimte is bij uitstek geschikt om gebruik van het element water in te brengen. Voor de andere programmalijnen ligt dat minder voor de hand. Ad 7. U geeft aan dat in de nota Cultuurvuur sprake was van het verkopen van een deel van de kunstcollectie. In de nota wordt hier niet expliciet op ingegaan, maar dat wil niet zeggen dat dit idee niet meegenomen wordt. We willen voor het gemeentelijk kunstbezit, dat zich binnen bevindt, een plan opstellen, waarin duidelijk wordt welke stappen nodig zijn om te komen tot een beredeneerde collectie. Vanwege het ontbreken van voldoende middelen (er is € 10.000,- per jaar beschikbaar) is het mogelijk dat het genoemde idee ingebracht wordt als mogelijkheid om het ontsluiten en het toegankelijk maken van het gemeentelijke kunstbezit te kunnen bekostigen. Ad 9. U spreekt uw zorg uit over de toekomstige voeding van het beeldende kunstbeleid vanuit de reserve beeldende kunst. Wij delen uw zorg, en hebben dit ook beschreven in de nota. Wij zijn ons ervan bewust dat, mocht de reserve ontoereikend zijn om volledig uitvoering te kunnen geven aan het programma, dit tot bijstelling van het programma zal leiden. Mocht hier sprake van zijn, zullen de keuzes die dan gemaakt moeten worden aan u worden voorgelegd. Ad 10. Ten aanzien van de verordening percentageregeling beeldende kunstopdrachten heeft u aangegeven dat u er niet van overtuigd bent dat deze altijd correct wordt toegepast. Het college is dit met u eens en zal bekijken of de verordening aanpassing behoeft ten aanzien van tijdelijke kunstwerken. Ad 11. De verbinding die beeldende kunst heeft met het onderwijs komt met name naar voren in de programmalijn produceren. , De verbinding van beeldende kunst met het onderwijs, maar ook met het bedrijfsleven, vormen in het meerjarenplan creatieve industrie uitgangspunt voor inhoudelijke invulling van deze programmalijn. Ad 12 en 13. U geeft aan dat u graffitikunst mist in de nota, alsook de rol van Parnas. Zowel graffitikunst, ondersteund door het Graffiti Platform Leeuwarden, als Parnas kunnen een plek krijgen in de inhoudelijke programmalijn participeren, te weten kunst in de wijken.
Ad 14. U heeft aangegeven dat u de literaire component mist. Voor zover mogelijk wordt deze meegenomen; in de nota wordt beschreven dat de
57
poëziestenen opgenomen zullen worden in het meerjarenplan onderhoud en beheer kunstwerken in de openbare ruimte. Ad 15. Als waarderingscijfer wordt het cijfer 7 genoemd bij de programma’s positioneren en produceren. U merkt op waarom dat geen 8 kan zijn. Het College is van mening dat, gezien het feit dat de benoemde zaken niet eerder gemeten zijn, een 7 een mooi startpunt is. Ad 16. Wij delen uw mening dat het College aangesproken moet kunnen worden op de acties van het plan en de uitvoering daarvan. Wij zeggen u daarom toe dat u halverwege de uitvoering van het programma, dat wil zeggen begin 2011, een tussenrapportage kunt verwachten, waarin wij aangeven wat er gerealiseerd is, wat er nog moet gebeuren en hoe we verder vervolg geven aan het realiseren van onze ambities.
Hoogachtend,
Namens het College van B&W,
I. Diks, wethouder cultuur
58