^
19de Jaargang No, 25 - 1 Juli 1939
HET WEEKBLAD
■
CIMEMAs THEATER
VERSCHIJNT WEKELIJKS - «IJS PEK KWARTAAL f. l.fS VOORINOIËENBUITENLANOF.t.30PEKJAAR-REO.ENAOM NOOROEINOÉ (. LEIDEN. TEL. TM. POSTREKENING 4iaap
I
.. fv&iij',
cl »fi
3cts
WEEKBLAD CINEMA & THEATER |^B
■
••■ ■'"fi
■
"n,
. .-.-■. . .^Ä-^ät^aSÄ^fc
/
.
.
*■■■.,
/ »L**
3-^10
;-*«♦•
. ■fftn
^
•sax • ' '■&^^ÊS^S*fmÉ^^k&^'^^
r
*
^^/Hfël^
!-
^%1
iM
■^ÊfÊ&w
üh
**
*»'
fe*^*^
ï » ■?7J
t>
>
1 II mm .
-;'-'
■•.-
■ !■'
mm N
/ /
JAMES C/ N DE W ER ; FII M
-
■
,
' IXÊÊÊÊGttSr-'-tSa l&vsm**. '
LEW AYRES EN LYNN CARVER IN DE M.G.M.-FILM „DE JONGE DOKTER . • KILDARE"
:. ' ' ■
■■
_
,
,
AFBEELDING IN KLEUR MULTICOLOUR PICTURE
rmm
fCffe
f treft men meer dlerenllemebbers aan dan waar ter wereld ook. En hoe kan het ook anders? De filmsterren, groote en kleine, hebben immers tijd, geld en gelegenheid genoeg om zich de betrekkelijk toch maar geringe luxe van een viervoetigen huisvriend te kunnen permitteeren. In de ruime villa's met hun uitgestrekte tuinen kunnen do dieren naar hartelust ravotten als de baas naar den studio is1 Vele filmstars bezitten ook rijpaarden, want het paardrijden komt in Hollywood meer en meer in de mode, en wordt zoowel uit liefhebberij als bij wijze van training ter handhaving van deslanke lijn beoefend, terwijl vooral de mannelijke stars vroeger of later wel eens een filmrol krijgen waarbij paard gereden moet worden. Onze fotograaf heeft een langdurige strooptocht door de filmkolonie gemaakt, en daarbij tal van stars met hun „levend speelgoed" op de plaat vastgelegd, van welke collectie wij U hierbij een bloemlezing aanbieden.
»«
■■*J&* ;
Een scène uit de Universal-lüm „Spirit of Culver". Geheel links Jackie CoopJ
FILMMIEUW^! Regisseur Robert Z. Leonard bespreekt met den modeontwerper Adrian de costuums die Jeannette MocDonald zal dragen In haar nieuwe film „Broadway Serenade".
WEREN __
Anna May Wong en haai zuster, Wong Ying, houden, de traditie van hun vaderland getrouw, het meest van vogels.
«^ PWi
m i^
^^MV^lii...
EN
§■■:■■''
i
• ■
.■^'^
«•
Bing Crosby is een groot paardenfokker en renstalbezitter. We zien hem hier met zijn lievelingsveulen.
.
•
Basil Rathbone ais Sherlock Holmes en Nigel Bruce als Dr. Watson in de 20th Century-Fox-Film „De hond van de Baskervilies". Regisseur Henry King en Spencer Tracy tijdens het verfilmen van de 20th Century-Fox-iilm „Stanley en Livingstone".
Bob Hope, de jonge Paramount-komlek, met zijn prachtigen Duitschen dog.
Ernst Waldow, Karl Stepanek, Rosita Serrano en Dieter Borsche In de Ufa-film „Schmidt und Schmidtcben". Heinrich George en Paul Wegener in de door Veit Harlan in scène gesette Tobis-iilm „Peter Henlein".
i
i
Gertrude Michael geniet de vriendschap van een allerliefste, trouwe aanhankelijke' tackel.
»
HfM' lliMmiil'Viii
Im
W
M Randolph Scott heeft een loegewijden vriend in zijn Scottie, die hem in het zonnebad gezelschap houdt.
Akim Tamiroü, die wij zonder grime haast niet herkennen, met zijn twee spaniels.
Ida Lupino op de stoep van haar Hollywoodsche woning, geiotograieerd met haar lievelings-spaniel.
John Barrymore en zijn Duitsche herder maken samen lange wandelingen in de bosschen van Beverley Hills.
Lloyd Nolan is de grootste hondenvriend van Hollywood. Hij bezit acht collies, waarvan men er hier één ziet.
[Joel McCrea en zijn vrouw, Frances Dee, > met een van hun viervoetige vrienden op hun ranch. <
^
.
■
Hfc-r-
^h
; ^' ^
4
*- >Ä
>•..■
■■'..*■
*s
'^-» .
•.-
^
te-*
»•* ä •«
Dorothy Lamour is een groot dierenliefhebster. Maar wie zou ook niet graag met zoo'n jongen krokodil spelen?
WW
i■ .,
Als een echte Hongaarsche is Fianciska Gaal natuurlijk een geweldig paardrijdster. [Barbara Reed, een jong sterretje, gaat een [ eindje draven met haar collie.
'■'^'.V '■ .
■.
1 1
h
i ■'■ •
^
-'■■■.
▼
9
Fuzy Knight is zoo'n groot hondenvriend, dat hij op zijn ranch immer In gezelschap van eenige. zijner vriendjes is.
"»f« ^p.,
*■•
^p-T: ^
»' <
. é
»#jf ■
* *^
^ ♦-'■■•«•%"
f'. 1
*»,
ÄÖ^
s-^
am
: •
■
.
IE» ~. *%,.
■it"'^«^.^., -^rSl
De kleine Virginia Weidler heeft natuurlijk ook maar een klein paardje noodigl
w^aahJS*-
rr''; '
WP*?'
Kant Taylor en Rochcll» Hudxon.
DE JQUa DOKTEtt Regie: Harold S. Bucquet Dr. James Kildare Lew Ayres Dr. Leon. Gillespie .; Lionel Béirrymore Alice Raymond .....".... Lynne Carver Wayman Nat Pendleton Barbaifa Chanler Jo Ann Sayers
Aangezien bekend is. dat Nick niets geeft om discipline, wordt fcij door den eskadronscommandant majoor Smith bij voorbaat met ontslag bedreigd, indien er ook maar het geringste voorvalt. De majoor is bovendien bijzonder ontstemd, omdat het district in het brandpunt staat van een serie diefstallen, die de politie niet in staat is op te lossen. Nick is verliefd op een zekere Barbara, die als kellnerih werkzaam is in het café van Jerry Petri, totdat zij een aanstelling krijgt als hostess. Deze Petri heeft de hand in de diefstallen, want hij maakt gramofoonplaten van de door de piloten gevoerde gesprekken, welke platen dan in handen komen van den bendeleider Dr. Pettingill, wiens specialiteit is het berooven van met waardevolle voorwerpen geladen vliegtuigen. Pettingill stelt zich voor als duivenlicfhebber en heereboer, maar Nick ontdekt, als hij een geheimzinnig vliegtuig dat op Pettingills land neerstrijkt achtervolgt, een busje, zooals gewoonlijk wordt gebruikt om postduiven berichten over te laten brengen. Hij brengt rapport uit aan zijn chef, maar wordt ontslagen, omdat de achtervolging zonder opdracht door hem was ingezet. Nick laat zich niet uit het veld slaan en zet het onderzoek op eigen houtje voort. Hij ontdekt meer dergelijke busjes en constateert, dat er vlak na een nieuwe berooving een vliegtuig op het land van Pettingill neerstrijkt. Hij overmeestert de inzittenden, levert hen uit aan de politie, wordt gerehabiliteerd en sluit Barbara in zijn armen....
Metro-Goldwyn-Mayer-film. Dr. Stove Kildare ... Samuel S. Hinds Martha Kildare Emma Dunn Dr. Carew W. Kingsford John Hamilton Tr. Bradley Dr. Lane Porteus ... Monty Woolley
Jame^Kildare heeft zoo juist de universiteit verlaten en zijn ouders verwachten met spanning zijn terugkomst. Thuis in Dartford, heeft men een kamer voor hem ingericht en men verwacht, dat hij zijn vaders praktijk zal overnemen. Z.ijn jeugdliefde Alice Raymond houdt intens van „Jimmy" en maakt daar geen geheim van. Jimmy houdt ook van haar. Maar als dokter heeft hij zich een grootere roeping van zijn leven voorgesteld dan een plattelandspraktijk. Hii bliift derhalve niet in Dartford, maar neemt een betrekking aan in een groot hospitaal in New York, waar hij den ouden Dr. Gillespie ontmoet, een vreemden geleerde, doch gemaal in het vaststellen der moeilijkste diagnosen. Deze stelt den jongen man op de proef en als de jonge Kildare hem als patiënt onderzoekt, ontdekt deze tot zijn diepe smart de kwaal van den ouden dokter: Gillespie heeft een vorm van kanker, waardoor hij op z'n best nog maar een jaar te leven heeft Uiiiespie jaagt hem uit zijn kantoor, maar hij weet dat de diagnose van Kildare juist IS.
Terwijl Dr. Kildare in het groote hospitaal zit te wachten op spoedgevallen wordt Wj geroepen bij een man in een kroeg, die een toeval heeft gekregen en even later naar een pension waar een jong meisje getracht heeft zich van het leven te berooven Mij geeft zijn onhandigen, maar goedhartigen assistent Wayman opdracht om in het oo't S ^"w ^ 1 di.ene,n *? h!m dan bij den *ei^to voor het pension op te wachten. Wayman, die denkt dat het eerste slachtoffer alleen maar dronken is geeft hem geen zuurstof en de man sterft. Kildare neemt echter de schuld op zich Wat het meisje betreft, hij slaagt er in haar van den dood te redden en hoewel men eers met weet wie zij is en men in het hospitaal andermaal bij een poging tot zelfmoord moet ingrijpen, begint Dr. Kildare zich voor dit meisje te intereJseeren Het blijkt deXhter van een invloedrijken millionnair te zijn. Barbara Chanler. en de psychiater van het hospitaal. Dr. Lane Porteus. gelooft evenals de chef van den medischen staf. dat het meisje aan een geestesziekte lijdt, te meer waar zij weigert om op alle vragen antwoord te geven. Het meisje heeft echter tegen den jongen Kildare gesproken en Kildare wil dat geheim zelfs aan zijn chefs niet prijsgeven. Wegens insubordinatie wordt hij geschorst. De oude dokter Gillespie heeft dit alles stilzwijgend gadegeslagen. Nu meent de jonge Kildare. dat het meer dan ooit zijn plicht is om dit geval te onderzoeken. Hij spreekt met Barbara's verloofde en komt er achter, dat Barbara op een avond in het geheim een afspraak gehad heeft met een lichtzinnigen sportheld, Bert Foster, waarbij zij het bewustzijn heeft verloren en zich Lionel Barrymore. Lew Ayres en Jo Ann Sayers, derhalve pijnigt met de vraag wat er met haar gebeurd is. Dr. Kildare slaagt er in om te bewijzen, dat het meisje geen angst behoeft te hebben. Daarna besluit hij, teleurgesteld, om toch naar de plattelandspraktijk van zijn vader terug te keeren, waar Alice hem wacht. Maar Dr. Gillespie, die bewondering voor het sterke idealisme van den jongen dokter gekregen heeft, maakt hem duidelijk, dat hij hem in het jaar dat hem rest nog wel het een en ander te vertellen heeft en biedt hem een plaats als zijn eersten assistent aan. Lionel Bairymore en Lew Ayres. Samuel S. Hinds, Emma Dunn, Lew Ayres en Lynne Carver.
Regie: Joe McDonough. Universal-film. Nick Conlan Barbara Dr. Pettingill Hai Weston Majoor Smith Kitty Bill Lambert Jerry Petri
Kent Taylor Rochelle Hudson Lucien Littlefield Ray Walker Stanley Andrews Marion Martin Regis Toomey Frank Puglia
Nick Conlan, een stoutmoedige transportvlieger, meldt zich bij de militaire luchtmacht, zulks tot groote verwondering van zyn vriend Hal Weston.
Roebelle Hudson, Kent Taylor en Frank Puglia.
iO\J£ PFfilß Productie en regie: Leo McCarey. RKO-RADIO-FILM. Terry Michel Grootmoeder Janou Kenneth Lois Courbet
Irena Dunne en Charles Boyer.
Irene Dunne Charles Boyer Maria Ouspenskaya Lee Bowman Astrid Allwyn Maurice Moscovich
M
ichel Marney, de Fransche schilder en bon-vivant, vertrekt uit Napels naar New York, waar hij in het huwelijk zal treden met de rijke Amerikaansche Lois Clark. Op de boot maakt Michel kennis met de beminnelijke en geestige Terry McKay, die terugkeert van een Europeesche zakenreis. Ook Terry is verloofd en wel met Raar chef, Kenneth Bradley. Gedurende de vier uur oponthoud in Madeira, stelt Michel Terry voor aan zijn grootmoeder, die groote sympathie opvat voor de aardige Amerikaansche. Zij vertelt Terry onder vier oogen, dat Michel een talentvol schilder is, doch iemand behoeft, die hem leiding geeft. Bij hun afscheid belooft grootmoeder „Janou", Terry een prachtige shawl als erfstuk. Een dag voor de aankomst in New York besluiten Michel' en Terry, die van elkaar zijn gaan houden, zich een half jaar tijd te gunnen om te zien, of die liefde zooveel beteekent, dat zij er hun leventje-van-pleizier en hun verloMichel en zl|n vriend, de kunsthandelaar Courbet.
Michel en Terry op Madeira.
vingen voor kunnen opgeven. Zij spreken af elkaar op i Juli, 's middags vijf uur, op de 102e etage van het Empire State Gebouw te New York te ontmoeten. Michel verbreekt zijn verloving en zet zich aan het schilderen. Door bemiddeling van zijn vriend, den kunsthandelaar Courbet, lukt het hem hierin een bestaan te vinden. Aanvankelijk heeft Michel weinig succes, doch naarmate de tijd van de ontmoeting nadert, legt hij meer ambitie aan den dag en begint allengs beter werk te leveren. Terry heeft inmiddels haar engagement met Kenneth Bradley verbroken en voorziet in haar levensonderhoud door als zangeres op te treden in een cabaret te Philadelphia. Als de eerste Juli, de dag van hun ontmoeting, is aangebroken, begeeft Terry zich naar het Empire State gebouw, waar Michel reeds ongeduldig staat te wachten. Bij het oversteken van den weg wordt Terry echter vlak voor de plaats, waar haar een nieuw leven wacht, overreden en overgebracht naar een kliniek. Zij is er ernstig aan toe, maar als men haar ten slotte in het leven weet te houden, blijkt het, dat zij kreupel zal blijven. Michel wacht tot middernacht en besluit, als Terry niet verschijnt, op reis te gaan. Zijn doel is Madeira. Als Michel daar aankomt om met zijn grootmoeder over zijn teleurstelling te praten, verneemt hij, dat „Janou" is overleden. Hij neemt een shawl in ontvangst, die voor Terry bestemd is. Terug in New York schildert hij Terry met de shawl en zijn grootmoeder, zooals hij ze in gedachten samen ziet. Als Courbet dit schilderij, dat de kunsthandelaar als Michels beste werk beschouwt, kan verkoopen, weigert Michel het te gelde te maken. Courbet mag het weggeven, als hij wil. Terry weigert intusschen alle door Kenneth 1 aangeboden financieele hulp en vindt, na verloop van tijd, een betrekking als zang-onder-
v^".:- ^::.ii*,*:-;.
Lee Bowman en Irene Dunne.
\v '
Op een avond ontmoet Michel Terry In gezelschap van den trouwen Kenneth... wijzeres in een weeshuis. Het grootste gedeelte van haar tijd brengt zij door in een rolstoel. Op een avond ontmoet Michel Terry in gezelschap van den trouwen Kenneth bij een concert. Ook Michel bevindt zich toevallig in gezelschap van zijn gewezen verloofde, Lois Clark. Beiden zijn er nu van overtuigd, dat ieder zijn vroegere leventje weer heeft opgevat. Michel heeft echter niet gezien, dat Terry bijna niet kan loopen. Op . Kerstdag komt Michel toevallig Terry's adres te weten. Hij besluit, daar hij voorgoed uit Amerika weggaat, afscheid van haar te gaan nemen. Zij wil hem niet laten merken, dat zij kreupel is. Michel overhandigt haar de shawl, die zijn grootmoeder eens aan Terry beloofde en hij vertelt, haar, dat hij Terry met deze shawl en Janou op een schilderij vereeuwigd heeft. Van Courbet echter vernam hij, dat deze het schilderij aan een ongelukkig meisje heeft weggegeven en terwijl Michel dit aan de bewogen Terry vertelt, krijgt hij een Terry Is zang-onderwijzeres in een weeshuls.
t
y^
-0^
Charles Boyer, Ouspenskaya.
Irene
Dunne
en
Maria
vermoeden en loopt de kamers van haar appartement door. In een er van ziet hij het bewuste schilderij hangen. Michel weet nu. dat Terry dit ongelukkige meisje is en sluit haar in zijn armen ...
NIEUWS UIT DE STUDIO'S Hans H. Zerlett ensceneert de Tobis-film „Die goldene Maske". De medespelenden zijn Hilde Weissner, Albert MaHerstock, Fita BenkhoH, Rudi Godden, Fritz Kampers en Edith Oss. De muziek is gecomponeerd dor Leo Leux.
Ilse Werner en Hans Stnewe vertolken de ■•■ ■*£
belangrijkste rollen in „Fogg bringt ein Mädchen mit". De *egie is in handen van Carl Boese.
**
Reinhold Bernt en Berthold Ebbecke zfjn als regie-assistenten voor de film „Zentrale Rio" aangesteld.
Heinz Hilpert ensceneert de film „Die unheimlichen Wünsche".
Lee Tracy, wiens nieuwste film den titel „Fixer Dugan" draagt, poseert voor de lens. Deze film is Lee Tracy's eerste na zijn optreden in het tooneelstuk „Idiot's Delight", dat langen tijd te Londen liep.
René Claiz zal te Parijs een film opnemen, waarin alle hoofdrollen door kinderen gespeeld zullen worden.
Albert Valentin zet een film voor de ACE in scène, waarvan de titel nog niet vaststaat. De belangrijkste rollen zijn in handen van Fernandel, Jules Berry en Elvire Popesco.
r
Wayne Morris en Pat O'Brien hebben de belangrijkste rollen in de film „The army and navy". Luit. Kapt. ter zee Charles Work en Kapt. George Mosley fungeeren als technisch adviseur.
/
)
Sue Clark (links), correspondente van een krant uit Texas, op bezoek te Hollywood, is er van overtuigd sensationeele informaties van het nniversiteitsleven op de film te krijgen van deze stndio-studenten, die naast Anne Shirley en James Ellison optreden in „Sorority House". Elaine Shepard, Sherrie Overton, Natalie Draper en Ethyl Haworth hooien toe, hoe Lorna Miller, die naast Sue Clark zit, de persconferentie leidt. Anne Shirley, de jeugdige filmster, zit hier aandachtig het scenario van de film „Sorority House" te bestndeeren, tijdens een opname-pauze, in haar kleedkamer. Deze film geeft een kijk op het Amerikaansche studentenleven. Naast Anne speelt James Ellison de hoofdrol in „Sorority House". Hier ziet U de G-Girl, die alle G-Men in de schaduw stelt — de kleine Virginia Weidler, in de rol van een meisje, dat haar neusje steekt in een crimineele aangelegenheid om Tim Holt (C ziet den zoon van den beroemden Jack Holt naast haar staan) en diens hond „Ace" te assisteeren bij het ontmaskeren van een bende misdadigers. Virginiamet-de-(ditmaal opgebonden) vlechtjes draagt er het hare toe bij om de RKO -film „The Rookie Cop" 'n spannende te doen zijn.
\
•4
ïuiter i denl
dool
^
VAN LEZER TOT LEZER Op deze pagina kunnen onze abonné'», onder de „Ruilrubriek", gratis een adver. tent ie plaatsen, waarin zij iets aanbieden in ruil voor iets anders. Deze plaatsing is geheel gratis, maximaal 10 regels per advertentie. Advertenties, waarin voorwerpen te koop worden aangeboden of gevraagd, woningen te huur worden gevraagd of te huur aangeboden, diensten worden aangeboden, enzoovoort, enzoovoort, worden onder de rubrieken „Te koop aangeboden", „Te koop gevraagd" en „Diversen" geplaatst en berekend tegen 5 cts. per regel, minimum vijf regels.
TE KOOP AANGEBODEN
Te koop : Tenthuisje m. toebehooren.Wijk a. Zee, te bevr. W. v. Eijk, Langestr. 10-11, A'dam
(O.
Aangeb. Belastingvrije motor. Toorenvliet, Willerristr. 110-11, A'dam.
Te koop : 2 pers. zeilkano met 2 paddies met zeil en tuig. w. Brouwer, Haagschestr. 32, Scheveningen.
Ijzerhout, Tafeltje met dikke koperen bladen en 1(5 koperen soldaatjes. Groene sprekende papegaai,ƒ15.—; 1 karnpeertent 2—IJ. Dekker, Palmdwarsstraat 12-1, A'dam.
RUILRUBRIEK Ruilen : 2500 Hagzegels, 200 Patria, 150 Artis Verkade, 100 Leverszeep. 450 Liga, lOOOWeegsch, 2000 Meco, tegen Wennex. Droste. D.R.. Haas en Brero, Klokzeep. Haust en andere. Postz. v. antw. insl. M. Koning. Heilbronstr. 48, Den Haag. Gevr. : bel. vrij motorrijw. in g. st. 98 cc, liefst Sparta, D.K:W. of ander bekend merk, voor 2 personen in ruil voor een vlucht tropische vogels, 15 st. en of prima jonge kanaries en of tropische Aquar. met visch en planten, zoo noodig met bijbet. G. Spijker, Nieuwveen.
Te koop : een gr. zeilkano, geh. compl. v. d. Zwaan, Sumatraplantsoen 74-111, A'dam (O.). Te koop, wegens ziekte, compl. schoenmakers inventaris, alles in pr. st. Zéér bill. Wiekemeyer, Korte Bleekerstr. 8-hs, A'dam. Te koop : 1 mantelcostuumpje, grijs heerenstof, smal model (m. 40), ü ƒ10.—. J. Nolet, Lepelstr. 7, lerseke. Te koop : Een marmeren Inktstel ƒ3.—, moderne beige kinderwagen, voor ƒ3.50, een gestreept opknooppakje voor jongen 2 ä 3 jr, ƒ0.50, een pr. witte linnen pumps voor ƒ0.40 (m.39), een wollen babyomslagdoek, ƒ 1.—. Ma'rkenschestr. 193, Scheveningen.
d.U.).
Te ruilen een in z. g. st. zijnde Engelsche kinderwagen, diepe bak, z.g. a. n. voor een in g. st. zijnde jongensfiets. G. N. van Elferen, Joubertstr. 90, Den Haag.
DIVERSEN Tooheelver. „Vermaak na Arbeid", aangesl. bij de K.A.T. A. Oevr. eenige nette dames- en heerenleden, gelieve zich op te geven aan het repetitielokaal des Woensdags 8.30 uur. Marco Polostr. 240, A'dam. Voor cabaret-zangers (ressen) nieuwe hollandsche liedjes. Toned, Luit. Koppenlaan, Soesterberg. Gratis kunt u gangbare bonnen die u niet spaart ruilen voor wat u wil spaart en tekort komt. Bij zending postzegel insluiten voor terugsturen. Wed. S. v. Zanten, .Daniël Willinkplein 41, A'dam. Höhner Carmen I, accordeon, m. koffer en zelfstudieb., een cadeau van ƒ54.—, nog nieuw, te ruilen voor een prima heerenfiets of iets anders. Cieremans, Gordelweg 92a, R'dam (N.). Wie ruilt mijn banjo voor een twee-pers. tent (Shelter-type). Parallelweg 305, Den Haag. Wie ruilt 5 st. (ieder 10 m. lang) z. g. a. n. vischschakels voor kampeertent! H. Buys. Hotel de Eendracht, Abcoude.
„Ik heb er heelemaal niet aan gedacht toen ik hem vroeg om mee te gaan, dat hij vroeger leeuwentemmer is geweest,"
DOODELUK ONGEVAL TE Wederom melding
moeten
maken
wijlen onzen
wij
tot ons leedwezen
van een döodelijk ongeval,
abonné den heer J, Post, Ru-
ROTTERDAM
met het bovengenoemde noodlottige gevolg, Ingevolge
de
bepalingen
ongevallen-verzekering
bensstraat no. 62 te Rotterdam, overkomen.
Nieuwe
Werkzaam op een schip, stortte hij in het ruim
weduwe
werd
Havbank te uitgekeerd
van
een
onze gratis
door
Schiedam
de aan
N.V. zijn
bedrag van
liSIHI© INI P 1 1^ O (G yiLDE ABONNE'S OP DIT BLAD, welke in onze registers zijn ingeschreven en in het bezit zijn van een door onze administratie afgegeven polis, zijn gratis verzekerd volgens polisvoorwaarden: f2000.- bij levenslange invaliditeit; f 600. — bij overlijden; f 400. — bij verlies van een hand, voet of oog; f75.— bij verlies van duim of wijsvinger; f 30. — bij,verlies van een anderen vinger, een en ander ten gevolge van een ongeval. Is het ongeval een gevolg van een aan een personentrein, tram of autobus enz, overkomen ongeval,
waarin verzekerde als gewoon betalend passagier reist, dan wordt de uitkeering bij levenslange invaliditeit gesteld op f 3000.— en de uitkeering bij overlijden op f 1000,—. De uitkeering dezer bedragen geschiedt door de NIEUWE HAVBANK N.V. te Schiedam. Denk er om bij een eventueel ongeval binnen 3x24 uur aan het kantoor der N.V. Nieuwe Havbank te Schiedam daarvan kennis te geven, ook al meent U, dat de directe gevolgen niet ernstig kunnen zijn. Anders vervalt het recht op uitbetaling.
WIE PLEEGDE DEN MOORD
Dit hier Is Jean Roos.
DETECTIVE MEIJER DENKT NA EN VINDT DE OPLOSSING En dit Is Charles Waterstone , . .
DEMTUOOKHEEl
'
~7 Met dezen dolk ' werd Snobby vermoord. Ik ben overtuigd, dat één van de drie vrienden het heeft gedaan. Maar welke? Ze beweren, met zijn drieën, dus tegelijk, te zijn vertrokken.
I
Terwijl inspecteur Meijer met een lichte hoofdwond te bed ligt, ontvangt hij bezoek van zijn collega Debois, die zijn raad komt inwinnen in verband met een moordaanslag, dien hij met tot klaarheid vermag te brengen. Debois laat hem de foto's zien, die ter plaatse zijn gemaakt en deelt hem de feiten mede.
• O
De bekende verzamelaar van edelsteenen John Snobby werd des ochtends vroeg in zijn werkkamer gevonden, getroffen door een dolksteek in zijn borst. De toegebrachte wonde was zeer ernstig, doch hij was niét direct gestorven. Mr. Snobby is vrijgezel en woont alleen. Zijn lijk werd gevonden door de werkvrouw, die lederen ochtend kwam om zijn kamers schoon te maken.
dit zijn de voorwerpen, die wij in zakken van Snobby hebben gevonzoo eindigde Debois zijn verslag. „Wat vind jij?"
•
O „Ik heb ontdekt," vervolgde De"-' bois, „dat Mr. Snobby gisterenavond drie vrienden bij zich op bezoek heeft gehad: den diamanthandelaar James Gordon, den verzekeringsagent Jean Roos en den schilder Charles Wateistone. Den dag tevoren had Snobby den diamant „Vlam der Liefde" aan zijn collectie weten toe te voegen. Dat weet ik uit een bericht in de couranten.De steen is natuurlijk verdwenen,
• A Ik heb den drie vrienden een " verhoor afgenomen. Ik heb hun foto's voor je meegebracht. Ze verklaarden een gezelligen avond bij Snobby te hebben doorgebracht. Hij zou hun de „Vlam der Liefde" hebben laten zien, en moet zeer trotsch op zijn nieuwe aanwinst zijn geweest. De steen is minstens een half millioen waard. — Kijk, dit is het portret van James Gordon...
antwoordde Meijer, „daar zou ik eens over moeten nadenken! Maar ik liefst in mijn eentje... Weetje laat de foto's hier, en zoodra ik denk het te weten, zal ik je opbellen..." - Aldus werd afgesproken en Debois vertrok .. . 't r\ Meijer dacht een uur lang na, ' ^ Verschillende keeren bekeek hij in dien tijd aandachtig de foto's, die Debois bij hem had achtergelaten. Toen greep hij de telefoon ... „Hallo, Debois, heb je geen potlood of vulpenhouder op Snobby gevonden?" vroeg hij. — „Neen," antwoordde Debois verbaasd. — „Goed, arresteer dan Jean Roos... Hij Is de dader..." Vraag: Waardoor wist Meijer, dat Jean Roos de dader was?
•
Antwoord: • ' ■ JEEUapJOOLU UflZ UCA UCB UJCEU
uap Uy JE3 luaojq »zap UCA lueeu uap )3|*| * * ' SOOJ 3jp fiif lueu LUOJCCQ 'uaAaS SUIZIIMUCV 3>lf!ia8ouj )ffi|3pjnp ooz uaa ipo) aj^jfod ap apijM ua 'pen pjoouuaA ujai| ajM '^(ijjnnjïu )SIM (IH ■uaAfuipt aj uio 3HDEJ>) ap jaaui ^aiu >|oo fiq pcij uajipssjui japnoquad|nA uaaS 'poopod uaa> pEq I;H l uecpaS >cp (114 }iaai| uiojce/^y ■p|cci|aS)!n SOOJ uaa ja ^äai| ua p|a>|ucMaS •cCAuauiao|q ap JEEU SOU ja^ipa t;i( si puoMal Si^iujg -ttaaMaS poop ^sajjp )»!" «j Xqqoug
^^ * I
i
Hl
/
m
.
TE PARIJS
6
JOU*
De illusie van menige vrouw: een invitatie voor een modeshow van Gaston.
in een eenvoudig kartonnen doosje worden de modescheppingen naar hun bestemming gebracht.
',. ' *1
Er is zeker geen taal ter wereld, waarin deze twee uitdrukkingen niet nauw met elkaar zijn verwant: „haute couture" en „Parijs". Wie het eene zegt, denkt aan het andere — en omgekeerd. De mode zonder Parijs en Parijs zonder de mode... dat zou niet wel denkbaar zijn. Toch maakt de buitenstaander, en vooral hij of zij, die uit het buiienland in Parijs komt, zich een totaal verkeerde voorstelling van
<,fe . *, , „ Parijsche „haute couture . Talloozen staan misschien bewonderend voor de etalages, zich vergapend aan de vermeende „echt Parijsche modellen". Maar... wat den argeloozen sterveling, hier in de Rue de la Paix, of misschien zelfs op de Champs Elysées geboden wordt, dat is heelemaal niet de „haute couture". Dat Is de doodgewone, goedkoope couture-zonder-meer, die de rasechte Parisienne in de meeste gevallen geen blik waardig keurt. De werkelijke „haute couture", ei, ei, dat is heel wat anders! In een klein zijstraatje van een der groote boulevards, dikwijls zelfs in een of ander oud huis, vindt ge beneden, tegen den muur, 'n eenvoudige
naamplaat. Misschien dat er in een enkel geval de aanduiding „couturier" op staat. Maar dat is maar zelden. Want die eene naèm zegt den ingewijde reeds genoeg. En hoe ouder het gebouw is, hoe hooger het aanzien van de firma, hoe roemrijker • de tradities, welke „het huis" aanklevenl Misschien beseft ge het niet zoo dadelijk, maar let wel: hier staat ge op gewijden grond. .. althans voor de model Op de eerste of tweede etage betreedt ge een reeks vertrekken, die de salons van den beroemden couturier vertegenwoordigen. Denkt U nu echter niet, dat het zoo makkelijk is om die vertrekken „te betredpn", zooals wij daar maar klakkeloos neerschrijven. Men kan in het huis van een couturier niet binnenwandelen als in den eersten den besten winkel. Men moet wel degelijk een bekende zijn, en anders moet men geïntroduceerd worden of een aanbevelingsbrief van een of ander gewichtig mode-persoon hebben I En dan is het nog lang niet zeker, dat men genegen is U voor Uw goede geld iets te verkoopen, om nog maar te zwijgen van het vertoonen der modellen. U ziet: niet èiles is voor geld en goede woorden te koopl Want... de „haute couture" van Parijs... dat is als het ware een staat in den staatl En zooals iedere staat, heeft ook deze 'n geduchten vijand, namelijk de spionnage uit het buitenland. De Parijsche japonnen en mantels en hoeden en blouses en lingeries zijn immers ook geen „kleeren" in den gebruikelijken zin van het woord, neen, het zijn „scheppingen", geesteskinderen van modekunstenaars. En helaas bestaat er lot op heden nog geen enkele beschermende bepaling voor hun „copyright". Hier, in deze verborgenheid, in deze* betrekkelijk kleine ruimte, nauwelijks bereikbaar voor den oningewijde, hier worden de groote toiletten, de eenvoudige morgenjurkjes, de geraffineerde middagjaponnen, de avondtoiletten ontworpen. Men zou eigenlijk een minder profaan woord willen gebruiken voor hel doen ontstaan van al die prachtigheden. Hier worden voor de clientèle toiletten „gedicht". En zooals het toilet
Het eerste, waarmee de mannequins haar dagtaak aanvangen, is: zich opmaken.
is gedacht, zóó moet het ook naderhand door de eigenares worden gedragen. Het is voor de Parisienne, die zich kan permitteeren door een der groote modehuizen gekleed te worden, een niet te onderschatten eer, om jaar in jaar uit haar kleeren van een speciaal modehuis te betrekken. En hoe hooger de dame in kwestie staat op de maatschappelijke ladder. . . hoe luisterrijker de naam van het modehuis, hoe hooger het aanzien van den couturier en . . . hoe hooger de rekening, die de robe vergezelt. Maar dat is natuurlijk een kwestie van ondergeschikt belang... Men moet ook niet gelooven, dat alles en iedereen de lust heeft om in deze industrie . . . pardon, om in deze kunst werkzaam te zijn, er werken kan en magl Men komt er maar niet zoo „in". Zelfs de allerkleinste midinette, het eenvoudigste naaimeisje of loopmeisje moet wel degelijk een speciale aanbeveling hebben om in het heiligdom der mode te kunnen doordringen. Want de „haute couture" is als 't ware één groot gezin, waarin men maar zelden en in het geheel niet gaarne een „vreemde" binnenlaat. Is men echter eenmaal in den familiekring opgenomen, dan blijft men er ook zijn geheele leven en stijgt langzaam maar zeker omhoog. En heel misschien brengt men het dan zelfs nog wel eens tot een eigen modesalonI Men werkt hier samen in de grootst mogelijk denkbare saamhoorigheid, van af den chef via de mannequin tot het kleinste leermeisje toe. Want het gaat er altijd om, den naam van het huis hoog te houden; het huis, waartoe men hoort en dat men mee moet helpen groot maken en verdedigen. Om even terug te komen op de mannequin: Zonder eenigen twijfel is zij het, die de voornaamste hulp is voor den modesalon en die het huis naar buiten vertegenwoordigt. Zij is het „model", waarop de eerste probeersels worden begonnen, de stoffen gekeurd en geplooid, de japonnen gepast, de modellen uitgewerkt. Uiteindelijk is zij het, die het model aan de cliënte „toont". Zij is het ook, die op de rennen, bij
•
De ingang van een der beroemde „ateliers de haute couture".
!
<S
ni
5«: 1 \
EP^HSP
■K*^ ■ \»y Op de mannequin wordt de stof gedrapeerd onder het toezicht van den ontwerper. theatervoorstellingen, modeshows enzoovoort, als het ware een levende reclame is voor het huis, dat zij representeert. Men moet zich het leven van een mannequin dan ook niet zoo eenvoudig en genoeglijk voorstellen als menigeen in onwetendheid doet... en zooals het er ook dikwijls naar buiten uitziet. Het Is natuurlijk heel prettig om altijd mooie kleeren te mogen dragen, maar
•
Monsieur Gaston, een van de bekendste couturiers van Parijs, die al zijn modellen zelf ontwerpt, geeft een teekenares aanwijzingen.
persoonlijk
Met critische blikken beschouwt de clientèle een nieuwe creatie.
om in de grootst mogelijke haast achter elkaar van het eene toilet in het andere te kruipen of . . . geheschen te worden, om uren lang op een kleine verhooging te moeten staan, terwijl de chef een model aan een critisch onderzoek onderwerpt, — dat zijn dingen, die niet zoo aangenaam zijn, die vermoeien, en veel van het geduld en het uithoudingsvermogen eischen. En toch moet de mannequin altijd een vriendelijk gezicht zetten en glimlachen. Want dat verlangt de chef, de clientèle,
het huis, dat verlangt „het model", dat Immers op een vrouw met een stug, wrevelig gezicht niet in al zijn charme tot uiting komt. Men zou boekdeelen kunnen vullen over de Parijsche „haute couture" en dat er een onderhoudende roman te schrijven zou zijn over het leven achter de coulissen van de mode . . . dat zal wel niemand betwijfelen! Deze korte uiteenzetting moge U echter een indruk geven van deze wonderlijke, geheel aparte en zoo belangrijke wereld!
Een kijkje in het atelier.
(Foto's Studio Stein, Pari/s)
I i>5-
iïl
h *w,
V'
?—i «lal
VJ
7^\
/
■<
vvrTPf 'i
Pi
In 't geheimzinnige gebied der Xingu De
Xingu is een rivier in 'Zuid-Amerika, die in het gebied van den Matto Grosso uit verscheidene bronrivieren ontstaat. Met vele stroomversnellingen en watervallen baant zij zich een weg door het Braziliaansche tafelland heen, en mondt na een loop van tweeduizend kilometer met een breedte van vijftien kilometer uit in de Amazone. Het bevaren van de Xingu, een uiterst geheimzinnigen waterweg, brengt talrijke ongekende gevaren met zich mee. In Brazilië beweert men dan ook: ,,Van de Xingu keert nooit iemand terug. . .", en waarschijnlijk zullen onze lezers zich herinneren, dat het ook in het stroomgebied dezer rivier was, dat de Engelsche ontdekkingsreiziger kolonel Fawcett met zijn metgezellen indertijd spoorloos is verdwenen. Nooit heeft men meer iets van hen vernomen; het is alsof zij opeens van den aardbodem waren weggevaagd. Een paar jaar geleden besloot Stuart Martin, eveneens een bekend Engelsch wereldreiziger, een expeditie naar de Xingu te ondernemen. Het plan daartoe kwam eigenlijk geheel onverwachts op. Hij vertoefde met een vriend in Brazilië, toen deze op een dag tegen hem zei: „Waarom zouden wij niet eens een kijkje gaan nemen bij de Xingu? Als wij eens probeerden het mysterie op te lossen van kolonel Fawcett?" Stuart Martin had daar wel ooren naar — het avontuur zat hem nu eenmaal in het bloed — en dus besloten zij den tocht te ondernemen . . . Toen zij Para hadden bereikt en daar vertelden van hun plan om de verdwenen expeditie te gaan zoeken, werd hun van alle kanten hel onheilspellende gezegde toegevoegd: „Van de Xingu keert nooit iemand terug . . ." De beide mannen lieten zich echter niet van hun voornemen afbrengen en probeerden eenige Asuni-lndianen te overreden, als hun gidsen op te treden en hun uitrusting en kano's over de watervallen te brengen. Na veel loven en bieden bleken eindelijk eenige jonge mannen hiertoe bereid, doch alleen onder strikte bepaling, dat zij niet verder behoefden te gaan dan het gebied, waarin zij woonden. Ze waren van een diepe vrees en haat vervuld voor alle andere stammen en zoo is het overal langs de geheele Xingu gesteld! Men kan er hulp en medewerking verkrijgen, doch alleen voor een korten afstand. Voor zoover het iemands hoofddoel betreft, dient hij zijn eigen weg te vinden en zijn eigen moeilijkheden op te lossen. Indien men besluit de rivier te verlaten en zijn weg te zoeken door het oerwoud, nemen de moeilijkheden slechte toe. Men kan eenvoudig niet opschieten met een groot gezelschap, omdat het onmogelijk is, genoeg levensmiddelen voor veel menschen mee te nemen, en er valt slechts weinig wild te schieten. Indien men besluit met weinig bagage en menschen te gaan, dan loopt men de kans van honger en dorst te moeten omkomen, gezwegen nog van alle gevaren, die men eenvoudig niet overwinnen kan wanheer men niet met een behoorliik aantal personen is! Op de rivier doen rotsen, draaikolken en watervallen hun uiterste best iedere vordering te belemmeren; in het oerwoud houden insecten, slangen en tallooze andere vijanden u in letterlijken zin tegen! Op sommige plaatsen is de Xingu bijna tweeduizend voet breed; dan, zonder eenige waarschuwing, vernauwt zij zich tot minder dan vijfhonderd voet, zoodat haar golven zich met geweld 'n doortocht moeten banen tusschen nauwe, rotsachtige oevers, die torenhoog boven iemand uitsteken. Bij een van deze stroomversnellingen verloor de expeditie van Martin, tijdens 'n poging om tegen de kolossale golven op te tornen, haar fototoestel en een groot deel van den proviand. „Volgens de nauwkeurigste berekeningen," zei Martin, terwijl hij nat en rillend op den oever stond, „stort de Xingu per. seconde honderdveertig kubieken voet water In de Amazone. Ik geloof, dat zij wel een voorraad van een uur in mij gestort heeft . . ." Niemand gaf er antwoord — niemand, dat wil zeggen: niemand behalve de brui-apen, die op eenigcn
OP LEVEN EN DOOD EEN REEKS SPANNENDE AVONTUREN, NAAR WAARHEID VERTELD afstand in de boomen begonnen te schreeuwen. Die zonderlinge dieren begonnen allemaal op hetzelfde moment te gillen. Een Asuni-lndiaan trachtte toen, natuurlijk hoofdzakelijk door gebaren, uit te leggen, dat dit een soort zangwedstrijd was tusschen de mannetjes, die probeerden wie van hen het hardst kon schreeuwen. Men kan zich moeilijk een helscher lawaai voorstellen! Het is gewoonweg niet uit te houden en men denkt krankzinnig te zuilen worden! Na de ramp in de stroomversnelling zette het oerwoud er alles op om den tocht onmogelijk te maken door myriaden insecten op de expeditie los te laten. Mieren van iedere soort loerden tusschen de planten, steeds gereed om de voorraden aan te vallen en te vernielen. Blad-mieren marcheerden in enorme troepen op, terwijl iedere mier een stuk van een blad boven den kop hield als een kolossale paraplu. Wanneer men hen gadeslaat als zij OD die manier naar een ander oord verhuizen, is het net alsof er een rivier van bladeren langs den grond voortstroomt. Vliegende mieren vallen op ieder open blikje aan, dat voedsel bevat. Bijen, zonder angels, komen In zwermen aanvliegen. Ze kunnen wel is waar niet steken, maar wel honderden andere dingen, die minstens even onaangenaam zijn. Ze hechten zich vast aan gezicht, armen en beenen, en komen net zoo vlug weer terug als men hen wegiaagt. Geen oogenblik laten zij iemand met rust. De zwarte spinnen, sommige wel tien centimeter lang, zijn afschuwelijke dieren. Zelfs de haren op hun lichaam zijn vergiftig; hun beet veroorzaakt een zweer, die bijna niet geneest. Zoodra de exoeditie begon ,het lange gras weg te kapoen om kamp te kunnen maken, stoorde zij millioenen vergiftige insecten, die onmiddellijk wraak begonnen te nemen voor den inval op hun gebied. Een vuur hielp om de muskieten 'n tijdje weg te houden, maar het is natuurlijk onmogelijk om voor* te trekken en tegelijkertijd vuren brandende te houden. Geen oaard. geen ezel en zelf? geen os is er neboren die het onder de aanvallen der in waarheid tallooze insecten kan uithouden; zelfs de Indianen lijden er oo verschrikkelijke wijze onder. De grootste vijand van al wat leeft, heeft zijn verblijf echter in de rivier zelf - de piranha. In bijna iedere rivier van Zuid-Amerika leven er piranha's, maar voor den blanke smaakt 't vleesch afschuwelijk! Indien er een gewond paard of een ander dier in de rivier valt. beteekent dit zeker zijn dood; maar ook voor den mensch is het even gevaarlijk zich tusschen een school piranha's te bevinden, vooral wanneer hij een of andere schram of wond op zijn lichaam heeft. Piranha's ruiken hun prooi reeds op grooten afstand, en ze worden als krankzinnig wanneer zij bloed proeven. Het is een afschuwelijk schouwspel om te zien, hoe deze dieren hun buit aanvallen. Het water om de prooi wordt een draaikolk gelijk, een maalstroom des doods, schuimend en kokend door de vaart, waarmee de op bloed beluste piranha's op het festijn afsnellen. Ze scheuren 't vleesch van het lichaam hunner slachtoffers tot zij het been bereikt hebben en binnen ongeloofelijk korten tijd blijft er niets meer van over dan alleen het skelet. De piranha heeft een verschrikkelijken, angstaanjagenden muil. Wanneer de Indianen er een gevangen hebben, snijden zij het dier onmiddellijk den kop af. Maar zelfs dèn nog gaat deze geruimen tijd door met bijten. Deze duivels zijn gewoonlijk ongeveer vijftig centimeter groot. De Indianen, die langs de rivier wonen, zijn bijna net zoo verschrikkelijk als de insecten. De Bakaris, die een zonderling Portugeesch spreken,
- 8 —
zijn misschien het minst gevaarlijk, maar met de rest heeft men de grootste moeilijkheden. Als zij niet positief gevaarlijk zijn en iemand van uit 'n hinderlaag overvallen, dan zijn zij zóó opdringerig, dat men eigenlijk niet weet, wat men liever moet wenschen . . . Bovendien weet men nooit, of men niet tegen een of andere ongeschreven wet zondigt, hetgeen natuurlijk de fataalste gevolgen kan hebben. Wanneer men bij voorbeeld door het gebied van de Juruna-lndianen trekt, of door het territoir van een nóg vijandiger stam, dan is er één ding, waar men beslist op dient te letten. Indien men op de oevers van een kreek of op een zandbank in de hoofdrivier een pijl ziet, die in den grond is gestoken, dan is dit een aanduiding, dat men er geen vreemdeling duldt. De pijl wijst een stuk grond aan, dat het privé eigendom is van een of andere Indianen-gemeenschap, en er ge^n acht op te slaan, beteekent: om moeilijkheden vragen ... De expeditie van Stuart Martin is — evenals zoovele voor en na haar - een mislukking geworden. Wal er zich op de oevers aan weerskanten van de Xingu bevindt, is nog steeds een mysterie en zal dit nog wel langen tijd blijven. De legenden, die er over het stroomgebied van deze rivier worden verteld, gaan zelfs de stoutste fantasie te boveh. Men hoort van „verdwenen" steden; van enorme schatten aan goud; van afschuwelijke stammen, wier namen men slechts behoeft te noemen om andere inheemschen van angst te doen rillen .. . Een van deze stammen moei tusschen de staten Para en Maranhao wonen — echte schurken, die Indiaansche dorpen overvallen, het weinige vee rooven, de vrouwen wegvoeren en de mannen, die weerstand durven bieden, kruisigen. Deze woeste Indianen behooren lot een stam, die geen naam heeft, maar die, naar men beweert, wordt aangevoerd door een blanke, die uitstekend Portugeesch spreekt, een langen baard draagt en steeds al zijn best doet om zijn gezicht verborgen te houden. Indien men in een beschaafde streek dergelijke verhalen leest, klinken zij misschien als het product van een toomelooze fantasie, maar in dit enorme onontgonnen gebied, dat bekend is als de Matto Grosso, waar de Xingu ontspringt en later talrijke kleine zijrivieren in zich opneemt, is alles mogelijk; het is inderdaad een land vol mysteries. In de toekomst zal dit gebied waarschijnlijk in kaart gebracht kunnen worden met behulp van vliegmachines; maar nu zou iedere vliegmachine, die er in moest landen, onmogelijk meer kunnen opstijgen. Niet alleen vanwege de moeilijkheden, die hel terrein biedt, maar evenzeer door de stammen, die er wonen. Men verlelt bijvoorbeeld ook van een stam van kannibalen, die nabij de rivier Kuluene woont en die op geregelde tijden een raid naar de Xingu ondernemen, iedereen doodend, die zij op hun weg ontmoeten. Zelfs de Suyas, die overigens doorgaan voor zeer geschikt, gaan soms plotseling tot een dergelijken strooptocht over. Zij besluipen dan een zittenden man, grijpen hem bij de schouders, zetten een knie tegen zijn rug, en snijden door een scherpen haal van hun mes zijn ruggegraat door. Soms ook passen zij een andere methode toe. Ze naderen ook hierbij altijd van achteren, maar trekken hun slachtoffer ruggelings op den grond, hetgeen zij zóó hard doen, dat zijn schedel wordt verpletterd. De andere stammen, die in de nabijheid wonen, wrijven altijd hun achterhoofd, wanneer zij het over de Suyas
hebbenl Ontelbaar zijn de slachtoffers, die de Xingu heeft geëischt, en al 'mocht Stuart Martin het doel van zijn tocht dan niet bereiken en evenmin een spoor ontdekken van kolonel Fawcett en de zijnen - hij is in ieder geval. teruggekomen van de Xingu en... het zijn er niet véél, die hem dèt kunnen nazeggen!
«r^ p^E
BB
i2m
**
■
-
**
\
W-^g
" .idjlÄSv*-
DE INTERNATIONALE CONCESSIES IN CHINA
?,nJ3S £t^L E V S J ÜT'ïl? '"«»••'*'«•>*• Geh"l recht, de Aiahi-itraat. die de Japan.che concestie van de Chmeesche ttad icheidt. Hier begonnen de eerste vijandelijkheden tusschen de Chineezen en de Japanner». De stad i.. met uitzondering der internationale concessief, thans geheet in handen van de Japanners. De Japansche concessie ziet men geheel op den voorgrond, in het midden er van het Yamato-park, dat er het centrum van vormt. De gebeurtenissen In Tientsin, waar cfe Japanners de Engelsche en Fransche concessies hebben geblokkeerd en met onder electrischen stroom staand prikkeldraad van de overige stad hebben afgesloten, terwijl zij vooral de Engelschen allerlei vernederingen doen ondergaan, vestigen weer eens de aandacht op de uitzonderlijke posities, die de onderdanen van verschillende Westersche landen zoo langen tijd betrekkelijk ongestoord in China hebben kunnen innemen. Tevens schijnen zij echter ook de werkelijke doel-
einden aan het licht te brengen, die Japan in China ten opzichte van de voorrechten der buitenlanders blijkt na te streven. Het Hemelsche Rijk is eigenlijk, sinds het voor den Westerschen invloed werd ontsloten en in het jaar 1900 de Bokseropstand werd bedwongen, nooit geheel baas in eigen huis geweest. In bepaalde gebieden van het — overigens schier onmetelijke - land waren het de buitenlanders, die er de lakens uitdeelden en er het bewind voerden. De bekendste van deze gebieden zijn de
zoogenaamde concessies. Deze zijn op verschillende tijdstippen door de Chineesche regeeringen aan de buitenlanders afgestaan om er te wonen en er hun zaken te drijven. Oorspronkelijk waren deze strecken grond niet veel bijzonders, zoodat China er geen direct nadeel van ondervond. Gewoonlijk waren ze langs de kust of aan de groote rivieren gelegen, en de bodemgesteldheid was er zóó slecht — In sommige gevallen zou men zeer juist van modderbanken hebben kunnen spreken — dal de Chineezen zélf er niet konden of wilden wonen. Dank zij hun noesten vlijt en ondernemingsgeest, en niet te vergeten ook de enorme bedragen, die de blanken er aan ten koste hebben gelegd, zijn zij er desondanks toch in geslaagd om de concessies in den loop der jaren tot zeer belangrijke handelscentra te maken. Dergelijke concessies vindt men thans onder anderen nog te Tientsin, Hankau, Shanghai en op het eiland Sjamien bij Canton. De blanken, die er wonen, leiden er een geheel autonoom bestaan. China kan in de concessies geen enkel recht doen gelden; ze vormen exterritoriaal gebied. De bewoners kiezen hun eigen gemeenteraad, zorgen zelf voor de handhaving der orde, en zijn slechts onderworpen aan de wetten van het land, waartoe de concessie behoort. In den loop der jaren Is het aantal concessies in China sterk afgenomen. Toen de wereldoorlog uitbrak, telde men er bijna dertig. In 1918 waren er nog slechts veertien over, daar de Chineesche regeering tot „onteigening" der andere was overgegaan. Degene, die toen nog over waren, bleken evenwel ook tot geleidelijke verdwijning gedoemd. Sinds de nationalistische revolutie onder Tsjang Kal Sjek een feit was geworden, zette de nieuwe Chineesche regeering de overname der concessies geleidelijk voort. Strijd Is daarover nooit gevoerd; diplomatieke middelen bleken steeds voldoende. Thans zijn er nog negen concessies In China overgebleven. Daarvan bezit Frankrijk er vier, Engeland twee, Japan twee en
Italië één. De vraag schijnt thans echter gewettigd, naar aanleiding van 't jongste optreden van Japan, hoe lang deze nog gehandhaafd zullen kunnen blijven. Sinds eenige jaren reeds voert Japan in China oorlog, zonder den oorlog officieel te hebben verklaard. De leuze, waaronder Japan in China optreedt, luidt: „Azië voor de Aziaten!" Wat dit beteekent, is duidelijk: Japan heeft met een slagzin, die ten slotte ook den — nationalistischen —
i'iö!ln;.^T^rJnüan'C,Ie marin.5»ol1date.n OP ^ Bund te Shanghai. Rechts: Chineesche koelies bij het verladen van goederen op de rivier in Tientsin. De Invoer van ijs, groenten en andere levensmiddelen in de Engelsche concessie Is door de Japanners niet officieel verboden, maar de moeilijkheden, die er aan verbonden zijn. maken wél, dat het resultaat op hetzelfde neerkomt.
japansche troepen landen op de Chineesche kust. Bij de nadering der Japansche troepen vluchten de Chineezen gewoonlijk de internationale • concessies binnen, waar militairen van het land, waartoe deze behooren, een strenge contrdle Chineezen niet onaangenaam in de ooren kan uitoefenen. Wie er niet kunnen of mogen worden toegelaten, trekken verder. Heel China is klinken, heel duidelijk te kennen willen geven, op het oogenblik één land van vluchtelingen, dat de Westerlingen uit Azië, dus ook uit China, dienen te verdwijnen. .. Wat er thans in Tientsin gebeurt, wordt door sommigen dan ook beschouwd als een eerste forsche aanloop om de hierboven bedoelde leuze in de practijk door te voeren. Tot nu toe hebben de buitenlanders natuurlijk door den oorlog, dien Japan in China voert, geleden; vooral de Engelschen — maar ook de Amerikanen — hebben hun belangen vaak ernstig bedreigd gezien. Soms ook werden zelfs hun oorlogsschepen beschoten of gebombardeerd. Dit jaar, en vooral de laatste maanden, zijn dergelijke incidenten echter telkens veelvuldiger geworden, eischte Japan ook steeds dringender begrip voor de „nieuwe orde", welke het in China bezig is te stichten. Hetgeen er thans In Tientsin gebeurt, doet vermoeden, dal deze nieuwe orde óók inhoudt, dal Japan het werk van China heeft overgenomen en de buitenlandsche concessies wil liquideeren. Dat het hierbij andere methoden toepast dan die welke Tsjang Kal Sjek gebruikte, kan den concessiehouders natuurlijk nooit aangenaam zijn — nog maar gezwegen van het prestlge-vraagstuk, dat er mede gemoeid Isl Bovendien komt er nog bij, dat de buitenlanders hun bevoorrechte posities niet zouden moeten prijsgeven ten behoeve van China, doch ten voordeele van Japan. Dus de facto ten voordeele van een concurrent.. . Merkwaardig is zeker, dat de leuze „Azië voor de Aziaten" bij den strijd om de concessies — want zoo mogen wij hetgeen er in Tientsin gebeurt wel noemen — nog niet werd aangeheven. Integendeel: Japan beschuldigt van zijn kant de buitenlanders er van, dat zij de concessies gebruiken om de Chineesche regeering, die zij bestrijdt, te steunen. Door het bezetten van de havens in Noord-Chlna, tracht Japan het Tsjang Kal Sjek onmogelijk te maken zijn economische en flnancieele verbindingen met het buitenland, die hel In staal stellen zijn verzet tegen Japan vol te houden, te handhaven. De aanklacht van Japan is nu, dal deze verbinding vla de concessies tóch gehandhaafd blijft. .. Dit zijn zoo ongeveer de „feiten", ontdaan van alle bijkomstigheden, welke zich naar aanleiding van den gespannen toestand in Tientsin naar voren dringen. Tot welke consequenties zij zullen leiden, valt niet te zeggen. Dat het wederom Engeland Is, dal in dit geval de spits zal moeten afbijten of . .. het eerste zal dienen toe te geven, — voor Japan schijnt er geen „terug" meer goed mogelijk — vermeerdert op niet geringe wijze de internationaal-politieke zorgen, welke dit land er reeds zoovele heeft. En het komt de rust In de wereld — voor zoover daar nog van gesproken kan worden — zeker niet ten goede . . .
. . . EEN MEISJE MET DONKERBLAUWE OOGEN EN EEN WEELDE VAN GOUDBLOND HAAK, DAT EEN OVAAL GEZICHTJE OMLIJSTTE . . .
„DE GIER; 0 GEAUTORISEERDE Op een avond tuolt er in New York een autobotsing plaats. De toegesnelde agenten z.en naast den wagen een doode liggen. De conclusie lijkt duidelijk: de man moet na de botsing uit den auto geslingerd zijn. Een der omstanders herkent den doode en wijst de agenten er op, dat het hier geen ongeval, doch een moord betreft. Wanneer men hem nadere bijzonderheden wil vragen, blijkt hij echter ongemerkt verdwenen. In den auto vindt men nu een kaartje, waarop de kop van een g.er geteekend staat. Een der agenten heeft in den verdwenen man Pudge Kogers h"kcnd en men vereenzelvigt hem nu met „De Gier", een massa-moordenaar. Pudge Rogers begeeft zich naar de woning van Ayres, maar het blijkt dat men hem is vóór geweest. De safe is opengebrokenl Als de politie verschijnt, neemt hij de vlucht en ontkomt in een taxi. De lezer maakt nu kennis met majoor Uamion Havik, een - in de oogen der politie — sinister figuur. De helft van zijn hms heelt hij verhuurd aan professor Watts, een ouden, in zichzelf gekeerden man. Maviks secretaris Amos Small is volkomen op de hoogte der gedragingen van zijn meester. Pudge Rogers is via de woning van professor Watts het huis van Havik binnengegaan en het blijkt nu. dat hij niemand anders dan Havik is. De politie heeft zijn spoor echter blijkbaar gevonden en zij verschijnt weldra in de personen van inspecteur Booker en diens assistent. Havik heeft echter een alibi, zoodat Booker onverrichterzake naar huis gaat nadat hij Havik ai zijn verdenkingen in het gezicht heelt geslingerd. Deze antwoordt, dat hij het slachtoffer is van een zeer intelligenten misdadiger, die door allerlei handige manipulaties den schijnt wekt, dat Havik degeen is die al de opzienbarende moorden van den laatsten tijd op zijn geweten heeft. Den volgenden morgen vindt Havik in een japansche vaas op zijn schoorsteen een pakje schuldbekentenissen en cheques en een kleine gifslang. Hij slaagt er in de slang te dooden: het pakje papieren is de buit uit de opengebroken brandkast van Ayres! Even later komt inspecteur Booker op bezoek, die door een anoniem schrijven weet, dat het bewuste pakje bij Havik moet zijn.
Havik trok in goed geveinsde verbazing zyn wenkbrauwen op. „Dus de wind komt uit diè richting?" antwoordde hü, half ' in zichzelf. „Ik begin een groot licht te zien! Het moet je volkomen duidelijk zijn, dat ik ergens een zeer goeden vriend heb, die zijn uiterste best doet my in een kwaden reuk bij de politie te brengen." Hooker liep een keer het vertrek op en neer, een peinzende uitdrukking op zijn gezicht. „Wel verdraaid," riep hy uit, „óf je hebt geluk, óf jij, jijzelf, probeert den gek met me te steken!" Havik haalde zyn schouders op. „Hoezeer ik je gezelschap ook op pnüs stel, Booker," zei hij, „zou ik er toch met aan denken je den heelen nacht uit je bed te houden om een grap met je uit te halen of je te noodzaken my een bezoek te brengen. Maar als je van meening bent, dat de kerel, die je dien brief heeft geschreven, wèèt wat hy deed, waarom doorzoek je dan mijn huis niet?" „Je weet, dat ik dat niet kan doen zonder een bevel tot huiszoeking, ' antwoordde Booker. „En tegen den tyd, dat ik er een zou hebben gekregen, zou jij den buit hebben verstopt." „Loop naar de maan met je bevel tot huiszoeking! Ik geef je toestemming. Ga je gang." Booker keek hem verbaasd aan. Terwyl Havik naar de tafel ging, eegdc hy daarop den inhoud van zyn zakken. Op zyn verzoek liet Booker zijn handen langs zyn kleeren gaan, terwyl de andere detective een haastig onderzoek in de kamer instelde. Toen Booker met Havik klaar was, begon hy zyn assistent te helpen. Gedurende tien minuten zochten zy in alle hoeken en gaten, tot zy er eindelyk, toen de bibliotheek letterlyk onderstboven was gehaald, mee ODv hielden. „De rest van het huis is eveneens tot uw beschikking," vertelde Havik hem hoffelyk. „Ik wil zelfs myn safe voor u openmaken." Booker schudde zyn hoofd. „Loop naar den duivel," grauwde hij. „Wat voor zin zou dat hebben? Als er hier een of ander bewijs was te vinden, zou je er ons niet zoo naar laten zoeken. Je bent ons te sluw. Majoor!" Havik hief een protesteerenden vinger op. Toen ging hy naar den haard en raapte de tang op. Booker keek hem onderzoekend na Havik zocht met de tang tusschen de smeulende kolen tot hy het half verteerde lichaam van de slang had gevonden. „Degeen, die je dien tip heeft gegeven, had gedeeltelyk gelyk, inspecteur," zei hij eenvoudig. „Toen ik vanmorgen deze kamer betrad, voelde ik, dat er iets niet in orde was. Ik kreeg een vaag gevoel, dat er gevaar dreigde.... Waardoor ja, dat weet ik niet! leder mensch zal wel eens een dergelyk gevoel in zyn leven hebben gehad zonder te kunnen zeggen waardoor het was ontstaan. Maar hoe dan ook, ik merkte eindelyk, dat die vaas daar niet precies op haar gewone plaats stond. In de vaas zelf vond ik toen dit kleine slangetje. Het is de Fer-de-lance, de gevaarlijkste van alle West-Indische reptielen. Haar beet beteekent een onmiddellijke dood. Booker keek ernstig. „Ik ik wel verdraaid! Ik zou er het slachtoffer van zijn geworden! Havik knikte. „Juist. En misschien begryp je nu, wat er achter zat. Iemand,
VER
majoor Havik, is niemand minder dan Sir Henry Manners, de Britsche gezant." Havik knikte. „Dat is een heel goede vriend van mij," zei hij. „En van my eveneens," ging Dinwiddie verder. „Toevallig hadden Sir Henry en ik het eenigen tyd geleden over een bepaald onderwerp — ik mag wel zeggen, dat ik het volste vertrouwen van Sir Henry bezit — en we kregen het toen terloops ook over de documenten, die van een lid der Engelsche koninklijke familie gestolen zijn, terwyl deze zich op reis in Amerika bevond. U zult het mij niet kwalijk nemen, dat ik geen namen noem. Trouwens: hij noemde evenmin namen. Tijdens ons gesprek prees hij de buitengewone capaciteiten van den man die het betreffende onderzoek zoo grondig heeft geleid. Vanmorgen, toen Miss Dwan mij een bezoek bracht en my haar geschiedenis vertelde, kwam opeens de gedachte bij mij op, dat de man, die door Sir Henry zoo was geroemd, ook in haar geval de aangewezen persoon was. Ik belde Sir Henry op. Zijn bediende riep hem aan de telefoon, en na even geaarzeld te hebben, noemde hij mij den naam. En dat, mijnheer, is zoo beknopt mogelijk samengevat de oorzaak dat wij u durfden lastig vallen." Mijoor Havik fronste even zijn wenkbrauwen. „Sir Henry overschat mijn geringe capaciteiten," zei hij langzaam. „In de eerste plaats ben ik geen detective. Als!... eh.... belangstellende in de misdaad en ik mag wel zeggen als man van de wereld, heb ik echter een zeker flair om iets.... eh.... uit te zoeken. In het geval dat u zoojuist bedoelt, kwam het alleen door louter geluk dat ik er in slaagde de gestolen documenten terug te vinden. Hetgeen u hebt gezegd, doet my echter veronderstellen dat u eer de hulp van een beroepsdetective dan van een amateur noodig hebt. Daarom geloof ik, dat u zich beter tot een detective van erkende bekwaamheid zult kunnen wenden." Havik had de bedoeling zich met deze woorden van de zaak af te maken, maar Dinwiddie hief protesteerend zijn hand op. „Zoudt u in ieder geval eerst niet even naar onze geschiedenis willen luisteren?" vroeg hy. „Het zou alleen maar tijdverspilling beteekenen, indien u ze my vertelde. Ik ben geen detective, zooals ik u reeds heb gezegd!" Het meisje boog zich wat voorover en zei nu voor den eersten keer iets. „Majoor Havik," sprak ze, met een diepe, welluidende stem, die zij blijkbaar geheel in haar macht had, „heeft u ooit gehoord van den man, die zich „De Gier" noemt?" Havik slaagde er uitstekend in zyn gezicht in bedwang te houden, zoodat zijn bezoekers niets bemerkten van de verbazing, die zich van hem meester maakte. „Dat heb ik inderdaad," zei hij, het meisje aandachtig aankijkend. Hij wist, dat de gevoelens van een man onbetrouwbaar zijn waar het een vrouw betreft. Toch was er geen spoor van coquetterie merkbaar, toen zij lichtelijk onder zijn doordringenden blik bloosde. Zij maakte het taschje open dat zy in haar hand hield, haalde er een portefeuille uit en overhandigde hem daarna een getypt velletje papier, dat gekreukt en in kleine stukjes gescheurd, zorgvuldig op een ander blad aan elkaar geplakt was. „Leest u dit eens," beval zij bijna. Havik stond op en ging naar het raam om beter te kunnen zien. „Geachte heer," aldus luidde de brief, „u hebt mij niet geantwoord op mijn laatste schrijven. Ik wensch daarom andermaal uw aandacht te vestigen op het feit, dal de dood van Williard Ayres u een voordeel zal bezorgen van minstens een kwart millioen dollar! Ik ben er mij uitstekend van bewust, dat u geld kunt gebruiken — vooral sinds de laatste krach op de beurs. Ik kan u helpen, indien u slechts het verlangen daartoe te kennen geeft. Voor tien percent, te betalen wanneer men u officieel erkend heeft als de erfgenaam van Ayres' nalatenschap, zal ik dezen heer op pijnlooze en handige manier op reis naar de eeuwigheid zenden. Myn methode zal van dien aard zijn, dat zijn dood volkomen natuurlijk lykt. Ik neem alle verantwoordelijkheid op mij, en vertrouw op uw eerewoord dat u mij nóg tien percent betalen zult een jaar nadat u het geld zult hebben ontvangen. Kan het eerlijker? U hebt slechts de volgende advertentie te plaatsen in de „Daily News" van morgen: „V. Voorwaarden aangenomen. — W." (Geteekend) „De Gier". P.S. Beschouw dezen brief als vertrouwelijk. Vernietig hem." (Wordt vervolgd)
TALING
die my haat en die te oordeelen naar de aanwijzingen, jou ook niet hif1.113^,66l6 S,ang ' u ^e vaas gestopt. Degeen, die dat gedaan heeft, heeft jou toen een briefje geschreven, zoogenaamd om je te waarschuwen, maar in werkelykheid hopend, dat je zou doen wat je inderdaad ook gedaan hebt — dat je hierheen zou komen snellen en je hand in die vaas zou steken om „bewyzen" tegen mij te verzamelen, zooals jullie dat noemen. Het gevolg zou echter jouw dood zyn geweest — jouw dood in myn huis! Het heele geval was een handig bedachte valstrik voor ons beiden — een plan, het brein van een Machiavelh waardig. Hoef ik nog meer te zeggen?" De inspecteur veegde met zyn zakdoek langs zijn voorhoofd waarop kleine zweetdroppeltjes parelden. hoi'".61 .P8-^, alleiïlaal.,te snel," zei hy eindelyk. „Maar ik zal het toch uitzoeken. Havik. Let op myn woorden — ik kóm er achter wat dit allemaal te beteekenen heeft! En ik blijf nog steeds gelooven — enfin, het komt er geen zier op aan wat ik geloof!" lerwyl hy zich omkeerde, wenkte hy zyn metgezel. Samen verlieten zy het huis. Zonder zich van zyn plaats te bewegen, waar hy stond, keek Havik hen met een byna spottenden blik na. Het was niet, voordat zij in hun wachtenden auto waren gestapt, dat hy naar de tafel ging en den inhoud weer in zyn zakken stak. Toen hy hiermede klaar was nam hy eenige tydschriften op, die verspreid over de tafel lagen Onder een klein stapeltje lag een pakje, dat met een elastiekje bij elkaar gehouden werd. Het was het pakje, dat hy uit de vaas had gehaald. Terwyl er een afwezige blik in zyn oogen verscheen, begaf hü zich langzaam naar boven. In de keuken was Benson, onkundig van de tragedie die zijn meester byna had getroffen, nog steeds bezig tusschen zyn potten en pannen Hy toonde geen enkele verbazing over het vroege bezoek van de politie. Hy was aan zulke dingen gewoon. HOOFDSTUK VI. EVELYN DWAN. Damion Havik stak zyn morgensigaartje aan, schoof zijn stoel een eindje by de tafel vandaan en begon het ochtendblad te lezen. De dood van Wilhard Ayres werd met vette letters aangekondigd, „hen ongeval had de verslaggever het genoemd. Er werd echter met geen woord gerept over het vinden van het visitekaartje van „ue Uier in den auto, en evenmin werd er gesproken over de inbraak in de woning van Ayres. Evenals in het geval van Kahler en UKyan nam de politie klaarblykelyk een afwachtende houding aan. De tyd was nog niet ryp om de pers of het publiek in vertrouwen te nemen. Terwyl hij zyn courant wat liet zakken, keek Havik er overheen en het zyn blikken even op Benson rusten, die bezig was de ontbyttafel af te nemen. „Wist je, dat iemand vannacht een der ramen van de bibliotheek heeft geforceerd?" vroeg hy plotseling. Benson keek nerveus op. „Eh.. . neen, mijnheer," antwoordde hy. „Het alarm-systeem „Het contact stond af. Het was niet aangezet " De bediende keek zyn meester vragend aan. „Toch ben ik er zeker van, mynheer, dat ik het gisterenavond even voordat ik naar bed ging, nog heb gecontroleerd. Dat doe ik trouwens altyd...." Havik knikte en beduidde hem met een hoofdbeweging dat hy gaan kon. Zoodra Benson was vertrokken, legde hy zyn courant weg, leunde achterover in zyn stoel en begon over het vreemde voorval na te denken waarvan hy klaarblykelyk het middelpunt vormde. Naar het zich aan liet zien, kwam het gevaar voor hem van twee verschillende kanten. Om te beginnen zat de politie hem dicht op de hielen. Het bezoek van Booker onmiddellyk nadat hy. Havik, de woning van Ayres had verlaten, demonstreerde dit even duidelyk als de vroege ochtendvisite van Booker. Booker alleen was niet byzonder gevaarlyk, zelfs niet ofschoon hy de geheele politie- en recherchemacht achter zich had. Het grootste gevaar kwam van den onbekende — de vreemde, ongrypbare figuur, die zichzelf „De Gier" noemde, hy bewoog hemel en aarde om bewyzen tegen hem bij elkaar te brengen. Havik kende de reden er van — hy wist dat de onverzoenlyke haat van „De Gier" veroorzaakt werd doordat hy zich in diens zaken had gemengd. Daar kon hy echter niets meer aan veranderen. Hy moest voortgaan op den eenmaal ingeslagen weg — en blyven probeeren de identiteit te onthullen van den man, waarvan de politie veronderstelde dat hy het zelf was. En terwyl hy in het offensief was, diende hy aan
den anderen kant naar alle zijden op zyn hoede te z^ geen kwartier gegeven worden.... Het plotselinge binnenkomen van Benson stoorde hem in zyn overpeinzingen. „Neemt u me niet kwalijk, mijnheer," zei de bediende. „Er is een jongedame in de bibliotheek. Ze is in gezelschap van een heer van middelbaren leeftijd. Ze willen u beslist spreken. Ik heb hun gezegd, dat u aan uw ontbyt zat, mynheer, maar ze zeiden, dat ze wel wachten zouden. Daarom heb ik hun gevraagd plaats te nemen." Havik keek verrast op. „Hoe heeten ze?" „Ze weigerden hun naam te noemen, mynheer! Zeiden, dat u hen geen van beiden kende." Havik glimlachte. Jongedames waren «eldzame bezoeksters in zijn woning. Degenen, die er kwamen, waren gewoonlijk agentessen van levensverzekeringen, of colportrices voor boeken of tijdschriften. Toch was Bensons oordeel over het algemeen wel juist, waar het er op aankwam bezoekers te taxeeren. Hy vergiste zich zelden en stond zoo goed als nooit een vertegenwoordigster van een der drie hiervoor genoemde categorieën toe vasten voet te krijgen. En bovendien was Haviks nieuwsgierigheid opgewekt door het feit, dat zy weigerden hun namen te noemen. Benson met een kort knikje van zyn hoofd bedankend, stond hij op en begaf zich naar de bibliotheek. Een tenger, slank figuurtje stond op toen hy binnentrad — een meisje met donkerblauwe oogen en een weelde van goudblond haar, dat een ovaal gezichtje omlijstte — een gezichtje dat niet alleen mooi was te noemen, maar dat bovendien ook veel intelligentie verried. Naast haar stond een korte man van iets over den middelbaren leeftijd — een heer van het hoofd tot de voeten. Ja, zei Havik tegen zichzelf toen hy op hen toetrad om hen te begroeten, Benson had gelyk! De bezoekers waren in ieder opzicht een échte heer en dame. „Majoor Damion Havik?" vroeg de man. „Inderdaad," zei Havik knikkend. „Mijn naam is Jarvis Dinwiddie, mynheer, het oudste lid van de advocatenfirma Dinwiddie en Dinwiddie. Misschien heeft u wel eens van my gehoord?" „Wie zou er niét van u gehoord hebben?" antwoordde Havik hoffelyk. „De naam van den man, die rechtzaken behandelt van de helft der rykste lieden uit de stad, kan moeilyk lang onbekend blyven." Dinwiddie antwoordde op dit compliment met een lichte buiging. „Mag ik ü Miss Evelyn Dwan voorstellen, mijnheer?" „Die de hoofdrol vertolkt in „De Bekentenis van de Bruid"," vulde Havik aan. Het meisje glimlachte vriendelijk. Havik verzocht hen daarop weer plaats te nemen en nadat hij zelf ook een stoel had genomen en tegenover hen was gaan zitten, vervolgde Dinjwiddie: „Ik hoop, dat u het oils niet kwalijk zult nemen, dat wij geweigerd hebben onzen naam aan uw bediende mede te deelen. Maar om u eerlijk de waarheid te zeggen, heeft men ons aangeraden alleen legenover U te zeggen wie wy zijn." Hij boog zich iets voorover en liet zyn stem wat dalen. „Degeen, die ons naar u toegestuurd heeft,
12 TX
NOOR ELKE S/E KEN DE PRIJSWINNAARS
OPLOSSINGEN ZOEK EN VIND 21 JUNI
KRUISWOORD-CIRKELRAADSEL 2
1
OPLOSSING KRUISWOORDRAADSEL
3
8
i
1 P b >
10
q
__
i 1 1
i
12
'S
_^
1
|
^
1*» OPLOSSING
OPLOSSING WOORDVIERKANT
OMZETRAADSEL
L
"J
D
A
1
17
A
20
noorden gember
D
€
M
€
M
T
1
D
Q
0
0
G
T
€
energiek leerboek
D
R
u
1
P
€
M
antiek
f
At
M
1
L
1
€
6
B
A
M
A
A
T
K
A
B
1
N
€
T
nummer '
deerlijk ENGELAND
OPLOSSING VERANDERRAADSEL
Ki i«
M
Elkander
Ï5
^6
1 1i J-
6
■
7
ÏT
Ï
P
IS
1
12 13 15 16 18
19 1. 2. 3, 4, 5. 6.
?9
7. 8.
9. 10. 11.
^ |
12. Horizontaal: 1. die op het land werkt 4. orgaan 8. achting
9, groente 10. onder het noodige voorbehoud (Lat. afk.) 11. oudste 14. bijwoord
16. 17. 19. 20. 21.
lidwoord telwoord traag jongenanaam groente
13. 14. 15. 16.
Vcrticmal: verhevenheid boven de aarde ijzerhondende grond bijwoord muzieknoot vergelijkend voegwoord behoort bij de uitrusting van Zwarten Piet onbepaald hoofdtelwoord watermerk hert duet windstreek (afkorting) Lager Onderwijs Cirkels los neerhangend groente slim smalle strook de stand der edelen graanproduct dierenverblijf licht verschoten drank metselspecie kieuw van een visch buikpootig weekdier kanton van Zwitserland pit jongensnaam ontkenning
V
S
&
A
B
B
V
6
V
P
€
P
P
M
E
e
E
€
€
0
R
A
A
T
D
K
B
D
M
M
E
A
T
P 0 T
R
&
•B E L
€
€
S
E
B
1
C
€
N
N
L
€
N
0
T
H
A
M
&
Ü
0
L
tl
3
€
A
L
U
S
T
€
A
€
C
M
€
€
N
T
R
€
€
N
M
H
H
3
D
€
M
D
€
s
h
n
0
È
YVONNE PKINTEMPS
E
wM
h
LJ
o
D
M P
i
n H^BB
A
N
M
O
E
Bovenstaande stukken zóó aan elkaar passen, dat er een opgeloste kruiswoordpuzzle ontstaat.
Mel behulp van onderstaande letters woorden te vormen van de volgende beteekenis, terwijl er dan van 9 onderaan naar 1 boven en van 1 naar beneden tot en met de laatste letter van 13 een bekend gezegde ontstaat. 1. 2. 3. 4.
medeklinker groente invorderen tijd van den kerkdienst
5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
voortreffelijkheid trekken den voet zetten op smaakvol stotteren gissen gekend wordende zinnebeeld dat met een bijbehoorende spreuk een devies vormt 13. bezitting
a, a. a, a, a, a - b. b - d, d, d, d, d - », ., «,' e, •, *, < , e. •, •, •, «, a, •. •,•,•,«,•- g, fl . h, h - I, I, I, I K, k, k, k, k • I, 1, I, t, I . m, m, m. m ■ n, n, n, n, n, n, n, n, n, n, n, n - o - r, r„ r - s - t. I, », t - v . ij.
mevrouw H. v. d. Linden, Rotterdam; mejuffrouw S. G. Koolster, Beverwijk; mejuffrouw B. Vermeer, Arnhem; mejuffrouw M. Huygens, Rotterdam; mejuffrouw M. J. Putters, Utrecht; den heer A. Teeuwen, Rumpen; den heer L. Bergström, Amsterdam; den heer A. Streefland, Woerden; den heer A. J. Palmboom, 's-Gravenhage; den heer W. G. Weers, Rotterdam; den heer J. v. Vugt, Rotterdam; den heer A. Willems, Utrecht; den heer A. Nugteren, Rotterdam; den heer A. A. G. Dam, 's-Gravenhage; den heer C. W. Stern, Goor; den heer J. W. A. Steenkamp, Leeuwarden; den heer H. Bloemhof, Glanerbrug; den heer W. Helder, Loosduinen; den heer M. v. 't Hof, Bolnes; den heer Hoogendoorn, Rotterdam. De hoofdprijs van de „Filmpuzzle" verwierf: de heer J. M. Emmen, 's-Gravenhage. De troostprijzen vielen ten deel aan:
met de rasp fijn maken haasten dooreenmengen voorover buigen
5. 6. 7. 8.
doen liggen veler met een overnaadschen naad naaien vleeschhouwcr
9. 10. 11. 12.
behooren bij het kegelspel doen liggen nadeel rekenen
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
aantoonende wijs insect (meervoud) dichterbijkomen oneer aandoen dwarrelwind vermaardheid luchtdienst voor het vervoer van post verefïenen vermeerdering preek
Wij stellen een hoofdprijs van ƒ 2,50 en tien filmfoto's beschikbaar om te verdeelen onder de goede oplossers. Antwoorden in te zenden vóór 12 Juli aan Dr. Puzzelaar, Noordeinde 8, Leiden. Op enveloppe of briefkaart a.u.b. duidelijk vermelden: Filmpuzzlc 12 Juli. Deze puzzle kan tegelijk met de andere ingezonden worden, doch liefst op een apart velletje papier.
mevrouw A. Fanoy-Wilkens, 's-Gravenhage; mevrouw C. v. d. Horst, 's-Grravenhage; mejuffrouw A. Koerselman, Deventer; den heer G. v. Battum, Utrecht; den heer E. H. J. de Weerd, Maastricht; den heer H. Raspe, Groningen; den heer B. Nieuwburg, Moordrecht; den heer L. J. Peters, Nijmegen; den heer P. v. d. Grind, Rotterdam; den heer J. F. Pennings, Boxtel.
ONZE PRIJZEN. Voor goede oplossingen van iedere puzzle, rebus, probleem, enzoovoort, stellen wij een prijs van ƒ 2.50 benevens vier troostprijzen beschikbaar. In totaal dus deze week 5 prijzen van ƒ2.50 elk en , 20 troostprijzen.
t
Beteekenis der woorden;
A
1
V
E
Bij juiste invulling van woorden van onderstaande beteekenis, ontstaat er m de hokjes van links boven naar rechts onder de naam van een filmster,
L
N
HONINGRAATRAADSEL
i
ONZE FILMPUZZLE - INVULRAADSEL
E
A
De troostprijzen werden verworven door:
1, 21, 15, 25, 7, 11 = uitheemsch 4, 3, 18, 17, 20, 6, 21 = ijzeren traliewerk 23, 2, 21, 22,13, 8, 8, 4 = aar van een korenhalm 10, 12, 26, 24, 6, 14 = 't beschouwen der zielebeelden 19, 16, 5, 9 = afval van metselwerk
1. 2. 3. 4.
OPLOSSING ONZE FILMPUZZLE- INVULRAADSEL
&
mevrouw M. Holenbroek, Leiden; mejuffrouw L. Veendijk, Amsterdam; den heer M. Bosma, Maastricht; den heer G. Lokken, Hoogezand; den heer H. Koster, Almelo.
Het geheel bestaat uit 26 letters en van deze letters is een bekend gezegde te formuleeren.
PYRAMIDEPUZZLE
OPLOSSING WOORDRANGSCHIKKINGSRAADSEL bewaren kaarten harken toevoeren leven mandril «loven loeien teeder uitmonden aanvang loven rede WAAK 'T HART VOL VAN IS, VLOEIT DE MOND VAN OVER
3e
De hoofdprijzen konden deze week worden toegekend aan:
LETTERRAADSEL
3 U
i
DE OPLOSSINGEN op de in dit nummer voorkomende puzzles, enzoovoort, gelieve men vóór 12 Juli in te zenden aan Dr. Puzzelaar, Noordcinde 8, Leiden. Op enveloppe of briefkaart vermelde men duidelijk: Oplossingen Zoek en Vind 12 Juli.
6 1 a i 10
•
en vraagt raad aan den alwetenden butler Binns, wiens advies van een diep psychologisch inzicht getuigt. Hij stelt namelijk voor een ander knap jongmensch huize Craig binnen te loodsen, om Kay te doen vergeten, dat zij van Richard houdt. Penny, die het conservatorium bezoekt, acht haar collega Harry Loren, een ambitieuzen dirigent-in-wordi'ng, voor deze rol uitermate geschikt. Harry laat zich overhalen en verschijnt derhalve in huize Craig, maar . . . wordt verliefd op de reeds met Richard verloofde Joan. Nu is Penny schier wanhopigl Zij versaagt echter niet en slaagt er zoowaar in, zij het langs velerlei kronkelpaden en met behulp van tallooze listen, het kluwen te ontwarren en de respectievelijke verliefden
Penny zingt op het conservatorium.
^y
;
A.j5i
titiijf! mm OP Regie:
,^v
Henry Koster
Universale
Rolverdeeling: Deanna Durbin Harry Loren Charles Winninger Richard Watkins Nan Grey Binn s Helen Parrish Mrs. Craig
Penny Craig Judson Craig Joan Craig Ka y Crai9
Robert Cummin William Lundig. Ernest Coss, Nella Walk
Judson Craig en zijn vrouw verheugen zich in het bezit van drie „schattige" dochUi Penny, Joan en Kay. Joan, de oudste, maakt haar verloving bekend met Richard W; kms, hetgeen een slag is voor haar zusje Kay, omdat deze namelijk zélf verliefd op den jongeman. Penny, de jongste van het trio, merkt dadelijk waf er aan de hand
r/>
Penny tracht haar vaders raad in te winnen, maar deze heeft het veel te druk met zijn zaken om aandacht te kunnen besteden aan de „zorgen" van zijn dochter.
Door Penny's toedoen zijn Richard en Kay tot de conclusie gekomen, dat zij van elkaar houden.
•
tot elkaar te brengen. Waarbij zij blijk geeft, over nog meer psychologisch inzicht te beschikken dan Binns. Een aardige film, die wèl laat zien hoeveel gecompliceerde voorvallen er plaats grijpen, terwijl de drie werkelijk aardige zusjes „opgroeien"!
• Harry
Loren moet Kay doen vergeten, dat zij van Richard houdt...
De muziekleeraar — een rol, die Fel Bressart vertolkt — tracht Penny < beginselen der zangtechniek bij te bn; gen, maar veel aandacht heeft zij da: niet voor.
'.,"
■ tl
3MBr
^4^ ORIGINEtLIS MOEILIJK TE LEZEN ■
'
ORIGINAL IS DIFFICULT TO READ
<£&Wf*£0Zg/z£ VLEESCH VAN EEN EEUW OUD Sommige menschen vragen zich, In verband met de voedselvoorziening in tijden van nood, wel eens af, hoe lang men eigenlijk In blik gecondenseerde levensmiddelen kan bewaren. Gelukkig behoeft deze gedachte ons geen zorgen te veroorzaken. De ervaring heeft geleerd, dat levensmiddelen, die op de juiste wijze zijn ingemaakt, geen jaren, doch wel eeuwen goed kunnen blijven. ■ Eenigen tijd geleden hebben de deelnemers aan een luncn in Londen gesmuld van groenten en vleesch ;,uit het blik", die reeds honderd jaar geleden waren ingemaakt! Deze levensmiddelen waren geconserveerd voor de expeditie van Sir Edward Parry, die in 1824 naar de Noordpool vertrok. Daar werden zij in de sneeuw begraven. Acht jaar later werden zij teruggevonden en naar Engeland overgebracht. Hier bewaarde men de blikjes bijna vijf en negentig jaar alvorens men ze opende om den inhoud te nuttigen. Zooals gezegd, smaakte alles nog uitstekend. Ook de Zuidpool-expeditie van Scott nam levensmiddelen in blik mede en ook hiervan bestaan nog verschillende blikjes. Een er van heeft men onlangs geopend en de Inhoud was nog voortreffelijk. Maar die was dan ook „slechts" vijf en twintig jaar oudl We dienen naar den Krim-oorlog terug te gaan om werkelijk overtuigende bewijzen te verkrijgen wat de houdbaarheid van ingeblikte levensmiddelen betreft. Een gedeelte van den voorraad, die voor dezen oorlog werd gemaakt, bestaat nog en regelmatig genomen proeven toonen aan, dat de Inhoud der bussen nog niets geleden heeft! Het was Napoleon, die voor den eersten keer het groote belang begreep van ingemaakte levensmiddelen voor zijn soldaten. De ondervinding had hem geleerd, dat levensmiddelen de beste wapens waren. TANDEN IN DEN NEUS
D
jit is geen bakersprookje — zoomin als iets anders wat men op deze pagina leest! Een Engelsche dokter heeft bij een patiënt, die voortdurend over verkoudheid klaagde, een tand getrokken ,,uit den neus". De tand was geheel door slijmvlies bedekt. Dit geval staat niet op zichzelf. De medische literatuur kent honderden gevallen, waarbij een „verdwaalde" tand uit den neus verwijderd moest worden. De eerste, die schriftelijk heeft vastgelegd, dat er in den neus soms tanden groeiden, was Goethe. Vaak groeien er zelfs meer tanden In den neus. Neus-tanden treft men gewoonlijk aan bij menschen, die reeds meer dan genoeg tanden hebben. Zij beschikken over een te groot aantal „tand-kiemen" en deze willen allemaal doen, waartoe ze geroepen zijn: ze willen groeien. Omdat er soms naar onderen 'toe geeh paats voor hen is, zoeken zij hun weg naar boven en komen dan vaak in den neus terecht. Neustanden zijn dus eigenlijk niets anders dan misvormingen van het gebit.
te voorkomen, dat er bij het resultaat „suggestie" in het spel zou kunnen zijn. De uitslag was van dien aard, dat men de conclusie mocht trekken, dat Vitamine C In de meeste gevallen de sportprestaties verhoogde en dat zoowel een gezonde slaap als een gezonde eetlust er door bevorderd werd. WONDEREN
VAN
HET '
MICROVIVARIUM
Een wetenschappelijk circus", waarin men het optreden kan zien van dieren, die in werkelijkheid slechts één duizendste centimeter groot zijn, maar die vergroot worden tot zij de afmetingen hebben van een prairiehaas, kan men aantreffen op de Wereldtentoonstelling te New York. De optredende dieren zijn microscopische organismen, wier wereld een droppel water Is. Directeur van het circus is Dr. George Roemmert, en hij noemt zijn eigenaardig wildebeestenspel het Microvivarium. Het circus bestaat in werkelijkheid uit een aantal schermen, waarop micro-projectors de beeltenissen weerkaatsen In de natuurlijke kleuren van de levende bewoners van een waterdroppel. Terwijl zij er zich niet van bewust zijn, dat zij door duizenden menschen worden gadegeslagen tijdens de avonturen van hun microscopisch leven, onthullen deze uiterst kleine diertjes al de geheimen van hun bestaan. Zij vechten, dooden, eten vijanden op, die grooter zijn dan zijzelf, en vertoonen op sommige momenten verbazingwekkende teekenen van intelligentie. Het Microvivarium is een wereld op zichzelf, die onder normale omstandigheden onzichtbaar is, en waarin sommige vroolijke burgers hun tijd doorbrengen met om hun eigen neus te draaien! Anderen zetten zich uit en krimpen dan weer in volgens een bepaald rhythme. Weer anderen doen niets anders dan trillen en beven, om dan plotseling naar voren te schieten en daar hun zonderlinge tril-bezigheid weer opnieuw voort te zetten. Bezoekers kunnen het kloppende hart zien der doorschijnende watervliegen, maar het meest interessante schouwspel wordt wel geboden door de protozonen, die zichzelf in tweeën deelen, waarna iedere helft verder leeft alsof er niets gebeurd was ...
De beste klok, die nooit voor- of achterloopt, Is de steeds gelijkmatig om haar as draaiende aarde, en door de sterren waar te nemen, kunnen de astronomen dan ook met volkomen nauwkeurigheid zeggen hoe laat het Is. Maar de sterren zijn vaak door een bewolkten hemel voor het oog verborgen, en daarom is een nauwkeurig loopende klok noodig om op leder gewenscht oogenblik den juisten tijd te kunnen weten. ' Thans worden er electrische klokken gebruikt, die gecontroleerd worden door slingers, maar alle slinger-uurwerken hebben de neiging om op onverklaarbare wijze óf iets te snel, óf iets te langzaam te loopen. De nieuwe klok loopt ook electrisch, maar zal zichzelf regelen door middel van een stukje bergkristal, dat honderdduizend keer per seconde vibreert.
< ü
Wees niet langer te dik Wilde ook wel graag in badpak, maar....
De klok zal het geheele jaar op precies dezelfde temperatuur worden gehouden. Men neemt aan, dat zij een geheel jaar zal kunnen loopen zonder ook maar een derde van een seconde verschil aan te toonen met den absoluten sterrentijdl
haar figuur Iaat het niet toe. Die overtollige dikte wekt de lach lust op van de omstanders en ... zij schaadt Uw §ezondheid. Een der duizenden geruikers schrijft ons:
WATER, EN TOCH ...
„Door BonKora te gebruiken werd i/e in 6 weken il pond lichter. Ik nam juist dddr af waar het noodig was: over de buste lä'/z cm., in de taille 15 cm. en om de heupen iO cm. Ik had er een hekel aan een badcostuum te dragen, terwijl het mij nu juist flatteert. Bovendien hielp BonKora mij van mijn indigestie af en ook van mijn opgeblazenheid, constipatie en nervositeit.
Uien behooren misschien tot ons waardevolste voedsel. Ze bevatten veel suiker en phosphor, zoodat ze dus uitstekend zijn voor ons lichaam, ons beenderenstelsel en onze hersens. Bovendien bevatten zij zwavel, dat hun dien eigenaardigen 'reuk geeft, maar bovendien zoo goed is voor ons bloed. Men beweert zelfs, dat een rauwe ui, waarmede men het hoofd inwrijft, een probaat middel voor den haargroei is. Ondanks al deze deugden bestaat een ui toch voor meer dan negentig percent uit.. . waterl
Op een diner, dat plaats vond ter gelegenheid van een jaarvergadering der Vereeniglng van Hotelhouders in Illinois, werd er onder andere ook vleesch van. . . kaaimannen opgediend. - De aanzittenden verklaarden unaniem, dat het „overheerlijk" smaakte.
Het leven in een waterdroppel, zooals men dit op de Wereldtentoonstelling te New York, twee duizend maal vergroot, kan zien. DE BESTE KLOK VAN DE WERELD ^ij denken aan den Greenwich-tijd als absoluut accuraat, maar het is een fe feit, dat de sterrenkundigen dikwijls groote moeilijkheden ondervinden, omdat de klok Ä
Zetpillen tegen Aambeien werken pijniliilend M geoezra in korten lijd de ontstoken ilijmTliezeD. De
VROUW UW WEEKBLAD, MEVROUW,
maakt .het inbrengen zeer gemakkelijk. Verkrijgbaar bij alle Apotheker» en Drag, i f 1.50 per doosje van 12 «tuk«
geeft U meer dan het U
IRIUM voor PAREIWITTE TANDEN /r/l/m itï Pepsodeni Tandpasta geeft eiken morgen
10cT
MET BIJOU
ZONDER KRIJT. ZEEP of KALK ...en bijzonder VERFRISSCHEND Tuben ä 25, 50 en 80 cent.
De groote tube is voordeeliger. ■■-
■■
'
.
-
Lola Lane, filmster van Warner Bros TOOTH »ASTt
in „Vier Dochters". __
PEPSODENT TANDPASTA...BEMTIRIUM
kost
WEKELIJKS
opnieuw aan millioenen de sensatie van nieuwe schittering der tanden! Nooit tevoren verkreeg men zoo'n prachtigen glans met een tandpasta, die zoo volkomen veilig is .. . Inderdaad, Pepsodent met IRIUM is absoluut onschadelijk... geen kans dat het teere tandglazuur er door wordt aangetast.
CHAMELEON-MEISJES Indien ?ij het wenscht, kan ieder meisje thans aan 't ontbijt blon'd, aan de koffietafel een brunette en aan het diner roodharig zijn, alles op één en denzelfden dag. Dr. Sverre Quisling uit Madison, Wisconsin, heeft een patent genomen op een uitvinding, waarmede deze snelle verandering van de haarkleur mogelijk is geworden. Het gaat hier om een combinatie van was en cellulose, die vermengd wordt met een droge verfstof en dan met behulp van een kam op het haar wordt aangebracht. De „kleur" kan binnen een paar minuten worden verwijderd met heet water en zeep, of met koud water en een chemische oplossing.
Dr. H. NANNINO's
Neem lederen dag een weinig BonKora om vetaanzettingen en vocht uit Uw weefsels te verdrijven. Lijdt geen honger. Neem BonKora en ge kunt flink eten van smakelijk voedsel zooals in de brochure bij elke flesch BonKora wordt aangeraden. Wanneer U Uw normale, gezonde gewicht terug hebt, neem dan niet verder af en behoudt Uw nieuwe slanke figuur. BonKora bevat geen gevaarlijke bestanddeelen; het bouwt gezondheid, terwijl het overtollig vet verwijdert. Begin direct met BonKora, de snelle en veilige vermageringskuur in vloeibaren vorm. Let op de verbazingwekkende resultaten. Verkrijgbaar bij alle apothekers en erkende drogisten a f. 2.26 per flacon.
Een getrouwde vrouw diende bij de rechtbank van Houston, Texas, een eisch tot schadevergoeding In van tweehonderd pond sterling, omdat een taxi-chauffeur had geprobeerd haar te kussen. De jury willigde den eisch in en . . . de chauffeur verklaarde, dat hij nog nooit zóó zwaar had moeten boeten voor een kus, dien hij niet eens gegeven had. Hij had alleen maar geprobeerd er een te geven I
Bij vier en veertig meisjes, die allen dezelfde sportoplelding kregen, heeft men de uitwerking onderzocht van Vitamine C.
\de algemeene film voor week-end en vacantie 1
Een veilig vermageringsmiddel in vloeibaren vorm.
HET IS EEN ZONDERLINGE WERELD...
Toen een vloolentemmer in Johannesburg zijn theater van dertig vlooien wilde verzekeren, werd hem medegedeeld, dat de premie twintig pond per dag zou bedragen voor ledere duizend pond, waarvoor hij zijn dieren wilde verzekeren. — De maatschappij had niemand, die haar kon vertellen hoe lang een vloo gemiddeld leeft.
VITAMINE C EN DE SPORT
Ze leefden allemaal in dezelfde omgeving, hadden dezelfde dagindeellng en aten hetzelfde voedsel. Toen men met de proef begon, waren zij reeds allen drie maanden lang getraind. Daar het niet goed mogelijk was, Vitamine C toen te dienen in het voedsel, dat hun werd verstrekt, gaf men hun de benoodlgde dosis in tabletten - doch slechts aan de helft der „proefkonijntjes". De andere helft kreeg „blinde" tabletten - hetgeen zeggen wil, dat zij slechts dächten ook Vitamine C te krijgen. In werkelijkheid kregen zij het echter niet. Men deed dit om
van Greenwich één tiende seconde achter- of voorloopt. Daarom wordt er op het oogenblik een nieuwe klok gemaakt, die hoogstens een honderdste seconde zal schelen.
Nu-Blond geeft un donker geworden blond haar zijn „lichten" gouden glan^ terug. Licht getint ol goudblond haar kan niet donker worden, wanneer bet «regeld met Nu-Blond wordt geshamponeerd Geen j verfstof,Geenhleckmiddel.Geen |_ extra spoelingen. Zijn wonder' baarlijk ViteF (haarvitamine) ^ sterkt den haargroei, maakt haar zacht en is goed voor de hoofdhuid.
mmm mi m w EEN COMPLEET VERHAAL DOOR
Het was Kana, de visscher, terwyl hij dien grooten haai met een lijn op de kust trok, om hem daarna met- het grootste gemak met een spies te dooden, die Jolson aan het denken maakte. Tenminste: dat gelóóf ik. Hy bleef althans staan om naar den strijd te kyken, indien men het tenminste een strijd mocht noemen, want de haai had, hoe kolossaal en woedend hij ook was, geen enkele kans tegen Kana. Na eenige oogenblikken zette Jolson zijn wandeling langs het strand weer voort, maar er was nu een zonderlinge blik in zyn oogen. „Je zou haast medelijden met dien haai krijgen," zei hy, als tegen zichzelf. Ik wierp een blik op hem. Ik zou niet hebben kunnen zeggen waarom, maar ik mocht Jolson, hoe zonderling hij ook was. „Gisteren," zoo bracht ik hem in herinnering, „was het een heel andere geschiedenis." Hy knikte, en wederom zag ik die eigenaardige uitdrukking in zyn oogen komen. „Ja," zei hij, „daar dacht ik ook juist aan." Het was een treurige dag geweest voor de kleine handels-haven Jibwuwa. Mopomo, onze beste duiker, was aangevallen door een grooten, menschen-etenden haai. Het gebeurde in diep water, en Mopomo had zich dapper verdedigd, maar tegen het enorme dier had hy niets kunnen uitrichten. Op een gegeven oogenblik was hy verdwenen Alleen een groote, roode vlek bleef er op de golven achter.... En daarom was Kana er, tegen dat de ochtend daagde, in zyn boot op uitgetrokken om den mensch-eter te pakken te krygen. Grimmig had hy met zijn scherpe oogen over de golven getuurd, en^ na eenige uren had hij den haai levend aan wal gebracht, om hem daar met één snellen, behendigen steek van zijn spies byna verachtelijk ter dood te brengen. Het gemak, waarmede hy dit deed, gaf my bijna een gevoel van onbehagen. Slechts één snelle, forsche steek.... „Heb je nog iets van Guthelberg gehoord vandaag?" vroeg ik na een poosje, terwyl wy onze wandeling langs het strand samen voortzetten. „Laten we het niet over Guthelberg hebben," zei hy. Toen bleef hy staan en staarde naar de zee, waarop de hemel gouden, groene en gele strepen terugkaatste. „Het is een mooie ochtend," zei hij toen, als om het gesprek op een ander onderwerp te brengen. Ik wierp my op het strand, terwyl hy zyn kleeren begon uit te trekken. Hij glimlachte, toen hy in het water gleed en plotseling kwam er een gewaarwording over mij, die ik niet heelemaal begreep. „Ik weet niet hoe het komt, Charlie," riep Jolson tegen mij, ,maar ik wou, dat ik óók eens een haai tegenkwam...." Hy sloeg op het mes aan zyn gordel, dien hij had omgedaan alvorens te gaan zwemmen. Er was niets pocherigs aan het gebaar. Zoo was Jolson niet! Wy lieten alle grootspraak aan Guthelberg over. Diè was er in bedreven; uitstekend zelfs! Zoo uitstekend zelfs, dat ik hem, als ik maar groot en sterk genoeg geweest was, met het grootste plezier een,pak slaag gegeven zou hebben, dat hem zyn heele leven lang zou heugen.... Ik keek naar Jolson. Het was een klein
kereltje. Vel over been, om zoo te zeggen. Je kon zijn ribben onder zyn gespannen, natte huid tellen. Hij leverde geen erg heldhaftig schouwspel op. Misschien, dat u wel een glimlach zoudt moeten hebben bedwingen, als u hem dien ochtend had gadegeslagen; maar u zoudt niet lang geglimlacht hebben. Jolson dook. Hij zwom onder water, stond op zyn hoofd en schopte met zijn kleine beenen in de lucht. Hy sprong uit het water op, alsof hy een visch was.' Viel dan weer terug, verdween om een vyftig meter verder weer boven te komen, een breede fontein van schuim de lucht in werpend. Ik werd het nooit moede om naar Jolsons acrobatische toeren in het water te kyken. Het leek mij altyd alsof hy, meer dan op het land, in het water in zyn element was. Alsof dat zyn natuurlijke omgeving was. Indien hy de kans had gehad, zoü hij er misschien wel den heelen verderen dag zijn gebleven ... Toen hy eindelijk uit het water kwam, was het hem aan te zien, dat hy het slechts met weerzin deed. Hy keek om naar de zee met een paar oogen, waaruit een groot heimwee scheen te spreken. II. „Guthelberg is dronken en zoekt moeilijkheden," vertelde Tommy M'Clelland my dien avond. Wel, dat was niets nieuws! Guthelberg was dikwyls dronken. En wat dat zoeken van moeilijkheden betreft — dat was zoo zyn tweede natuur! „Ik zou vanavond maar niet naar Leon gaan, als ik jou was," zei ik tegen Jolson. „Guthelberg is er, en hy zoekt ruzie." Jolson draaide de olielamp een beetje hooger. Hy liep naar den anderen kant van de hut en wierp een langen blik op zichzelf in den spiegel. Hy had den laatsten tyd heel wat aandacht aan zichzelf besteed.... Ik probeerde niet te lachen. Maar het was verschrikkelijk grappig. Ik bedoel, dat Jolson zich zooveel moeite gaf voor dat meisje, Amarita. Amarita was een Spaansche. Gitzwarte haren, byna gitzwarte oogen. Een lief, aardig kind. Sprankelend van levenslust. „Ik begin te gelooven, dat die kerel een echte schurk is," zei Jolson, terwyl hy zyn das beter strikte voor den spiegel. Wy hadden dit reeds lang geweten — lang voordat Jolson naar Jibwuwa was gekomen. En Guthelberg had de laatste jaren een oogje op Amarita gehad, hoewel zy hem in geen enkel opzicht had aangemoedigd. Maar Guthelberg had niet veel aanmoediging noodig. In geen enkel opzicht.... Een groote kerel, die Guthelberg. Een kerel als een boom, zooals men wel eens zegt. Èn verschrikkelijk sterk. Ik geloof, dat er op de heele wereld geen sterker kerel te vinden was. Er gebeurde heel veel in Jibwuwa, wat afschuwelijk was. Ontzettende stormen en onweders. By een typhoon was heel Jibwuwa als het ware weggeblazen als een kaartenhuis. Er waren oneerlijke handelaars. Veel café's langs de kust. Bedwelmende dranken en vrouwen, over wie men beter niet spreken
kan. Èn aan den anderen kant van de rivier was er een afschuwelijk oerwoud, dat iederen man, blank, zwart of bruin, een heilige vrees inboezemde. In die dagen was Jibwuwa één groot broeinest van ongerechtigheid. Maar ik durf zeggen, dat ondanks dit alles Guthelberg Vijand Nummer Eén was. Het was een schurk, zooals Jolson zooeven had gezegd, ofschoon die kwalificatie eigenlijk nog flatteerend voor hem was. Hy had byna heel Jibwuwa onder den duim. De menschen waren bang voor Guthelberg. Doodsbang. Om eerlyk te zyn, moet ik erkennen, dat ik zelf ook bang voor hem was. Misschien kwam dit door zyn geweldige kracht. Op een keer, bij een vechtpartij op straat, zag ik eens hoe hy vier forsche mannen vaii een vrachtvaarder een pak slaag gaf. Toen hy met hen klaar was, waren zy nog net in staat om naar hun schip terug te kruipen! Een gevaarlijk individu om het mee aan den stok te krijgen, en om de een of andere reden scheen hy het reeds, sinds hy hem voor den eersten keer gezien had, op Jolson gemunt te hebben. Ik vond dat wel een beetje zonderling. Toen kwam die geschiedenis met de Samsumira. Dat was een boot, die copra vervoerde. Guthelberg was aan boord gegaan om te zien of hy een koop kon sluiten. Hy had zyn hand op een zware ketting gelegd, toen de ketting plotseling begon te bewegen. Zyn vingers werden byna allemaal gebroken. Jolson kon er werkelijk niets aan doen. Hy had den motor aangezet op een teeken van M'Clelland. Maar er verscheen in Guthelbergs oogen een verschrikkelijke, angstaanjagende blik.... „Zonderling," zei ik tegen M'Clelland, „waarom Guthelberg van het eerste oogenblik af zoo'n hekel aan Jolson moest hebben!" „Van Guthelberg verbaast my niets," antwoordde M'Clelland, de schouders ophalend. III. Een keer had Jolson aan Guthelberg gevraagd of hij mee ging zwemmen, maar nadat Guthelberg een poosje naar de in het zonlicht schitterende zee had gestaard, had hij zich plotseling als afwezig omgekeerd en was het oerwoud ingegaan. En andermaal had ik in Jolsons oogen dien zonderlingen blik gezien, terwijl hy Guthelberg nakeek. „Ik durf wel wedden," zei hy kalm, „dat zijn moeder, toen hy nog klein was, met geen mogelijkheid kans heeft gezien om hem achter zyn ooren te wasschen." En hy keek naar het dichte oerwoud, waarin Guthelberg verdwenen was. Jolson was een soort filosoof. Althans op zyn manier. Dat wil. zeggen, dat in oude tijdschriften, die hem gestuurd werden, allerlei populair geschreven artikelen stonden over alle mogelijke wetenschappelijke onderwerpen. Dat hy ze allemaal begreep, zou ik niet durven zeggen, maar het maakte in ieder geval wèl, dat hy er in onze oogen heel bizarre theorieën op nahield. „Je weet wel," zei hy lachend, „er zijn menschen, die beweren, dat de mensch eigen-
lijk van de visschen afstamt, en dat, hy daarna via de apen geworden is, waar hy zich nu zoo op verhoovaardigt: een mensch! Als je het my vraagt, vind ik deze heele theorie onzin, maar als je zoo naar Guthelberg kykt, terwyl hy in de jungle verdwijnt, dan treft je tóch wel het gemak, waarmee hij zich in zoo'n bosch beweegt. Van een afstand zou je hem gemakkelijk voor een soort hoogere aap kunnen houden!" M'Clelland staarde het kleine mannetje met groote oogen aan. IJc eerlyk gezegd ook. Waar hy het over had, was Grieksch voor ons. Hy begon te lachen. „Begrijpen jullie het niet?" vroeg hij. „Nu, er is ook niet veel aan te begrijpen, want ik geloof, dat die heele theorie de grootste wetenschappelijke onzin is, die er ooit werd uitgekraamd. Maar ze heeft één voordeel — kan ze althans hebben: juist of niet juist, als je haar accepteert, dan kan ze je een heeleboel leeren, omtrent je eigen capaciteiten. Want die theorie zegt óók, dat sommige menschen in wezen visschen, anderen in wezen apen gebleven zijn. En als je een visch bent gebleven," voegde hy er veelbeteekenend aan toe, „dan moet je nóóit probeeren op het land een krachtproef aan te gaan met iemand, die in wezen een aap is gebleven. Ieder moet in zijn element blijven !" Er was een typische uitdrukking in zyn oogen, die ik toen nog niet begreep, maar waarvan ik later de beteekenis ben gaan inzien... . „Bedoel je werkelijk...." begon ik, maar hij viel my in de rede. „Wel neen, natuurlijk niet," zei hij lachend. „Ik geef nicls om die heele theorie. Ze is, wat my betreft, vierkante onzin! Maar toch moet je nooit met een gorilla in een oerwoud gaan vechten; in het water kun je het echter gerust doen, als je zwemmen kunt, want dan ben jij in je element en hy niet! En je bent hel sterkste als je in je element bent...." IV. Jolson verkoos dien avond niet weg te blijven by Leon, maar zoodra wy een voet in de zaal hadden gezet, wist ik reeds, dat er onaangenaamheden zouden komen. En geen klein beetje ook! Guthelberg was erg dronken; gevaarlijk dronken, en er was een blik in zyn oogen, die my het ergste deed vreezen. Hy stond met zijn rug naar de deur voor de toonbank toen w^ij binnenkwi|men, maar ik wist, dat hy ons al gezien had in den grooten spiegel. Tommy M'Clelland was er reeds. Hij fronste zijn voorhoofd toen hij me zag en keek me aan alsof hij zeggen wilde: „Hoe heb je het in je hoofd gehaald om Jolson vanavond hier te brengen?" Amarita kwam direct naar ons toe. Ze schoof een stoel bij voor Jolson. Ik zag hoe hy tegen haar glimlachte. En ik vond het een beetje zonderling, dat Amarita niet half zoo angstig bleek te zyn als ikzelf. Misschien zag zij iets in dat kleine mannetje waar M'Cleland en ik geen idee van hadden. Vrouwen zien dergelijke dingen, geloof ik. Vrouwen, die van iemand houden. „Wyn, senore?" vroeg zy glimlachend. We knikten — Jolson met een bijna vereerenden blik. Ze was weggegaan toen ik plotseling opkeek en Guthelberg zag staan. Zijn waterige oogen waren op Jolson gevestigd — maar deze nam niet de minste notitie van hem. Zijn gedachten schenen mijlen-ver weg. „Dat is myn stoel," zei Guthelberg, naar het kleine mannetje starend.
Jolson scheen hem nu pas voor den eersten keer op te merken. „Jouw stoel? Vergis je je niet? Er zat niemand aan dit tafeltje toen wy binnenkwamen." „Dat is zoo," zei ik snel, „maar...." „Er zyn nog genoeg andere tafeltjes," viel Jolson my in de rede; hy zei het heel kalm en ik hield mijn adem in toen ik Guthelbergs gezicht zag. Terwyl hij zich nauwelijks staande kon houden, kwam de enorme kerel naar ons toe. Toen bukte hij zich. Zyn naar sterken drank riekende adem sloeg in mijn gezicht, zoodat ik een gevoel van walging nauwelijks kon verbergen. In zijn met bloed doorloopen oogen was een gemeene, dreigende uitdrukking „Sta op van dien stoel," gromde hy, „anders...." Jolson keek hem kalm aan. „Wat anders?" vroeg hij. Een oogenblik staarde Guthelberg hem, byna ongeloovig, aan. Toen kwamen zyn aapachtige armen en handen naar voren. Hy trok Jolson van den stoel alsof het een klein kind was. Jolson deed niets terug; hij deed er absoluut geen enkele poging toe. Ik geloof beslist, dat hij wel inzag hoe hopeloos het zou zyn. Guthelberg liep regelrecht de trapjes af van het café. Donker en vol vuiligheid stroomde daar de rivier. Guthelberg bleef even staan. Nooit meer heb ik op een menschelyk gezicht zóó'n gemeene uitdrukking gezien. „Je houdt van het water," zei hij, „hier is dus iets van je gading!" Amarita slaakte een gilletje. Plotseling ontdekte ik M'Clelland naast mij. Hij was razend van woede. „Kom, Charlie! Zooiets mogen wij niet dulden!" We gingen samen naar Guthelberg toe. Maar hy moet ons hebben zien aankomen. Er klonk een plons, een beestachtig-ruwe lach; toen draaide Guthelberg zich als een reusachtige, bloeddorstige gorilla om en staarde ons aan. „Willen jullie vechten?"» smaalde hy. „Goed! Wie van jullie wil het eerst geslacht worden?" M'Clelland sprong op hem af, om zoo'n hevigen slag tusschen zijn oogen te krygen, dat hy zyn bewustzijn verloor en eveneens in de smerige rivier rolde. Ik vatte Guthelberg om zijn knieën en probeerde zyn kolossale lichaam in den modder te trekken, maar ik had even goed kunnen probeeren een berg om te gooien! Hy pakte me beet en zwaaide me rond zoodat ik dacht, dat myn ruggegraat zou breken; toen liet hy me verachtelijk los, waardoor ik met een smak op den grond viel. Brullend van het lachen verdween hij in den donkeren avond....
Jolson scheen nog kalmer, nog bedachtzamer dan vroeger na dit voorval. „Het zou me niet zoo veel hebben kunnen schelen," zei hy ernstig, „als hy me niet zoo vernederd had tegenover Amarita. Ik zal iets moeten doen om dat ongedaan te maken, Charlie; om my te wreken!" Hy vroeg me, of hy myn geweer mocht leenen. Natuurlijk gaf ik het hem. Eenigen tyd later zag ik hem. Hy had een soort schyf opgesteld en richtte er op. Nooit in mijn heele leven had ik zóó'n slecht schutter gezien. „Ik zou geen kans zien om een berg te - 21 -
raken," zei hy, maar desondanks ging hy toch voort met schieten. Dien avond zat hy te lezen, toen ik binnenkwam. Hij sprak bijna geen woord, den ganschen tyd niet. Doch den volgenden ochtend kwam hij naar my en M'Clelland toe. „Ik ga naar Guthelberg," zei hy kalm. „Gaan jullie mee?" „Wat ben je van plan?" vroeg M'Clelland, weinig op zyn gemak. „Ik ben een van nature vreedzaam mensch," zei Jolson. „Ik houd niet van geweld. By my gaat de rede boven brute kracht. Maar aan alles zyn grenzen!" We gingen met hem mee, omdat we wel begrepen, dat hij niet van zyn voornemen — wat hij dan ook van plan mocht zijn — was af te brengen. We troffen Guthelberg in het groote warenhuis, waar hy gewoonlijk omstreeks dien tijd van den dag was. „Daar is hy," zei Jolson op die kalme, bijna kinderlijke manier, die hem eigen was, en toen riep hy Guthelberg bij den naam. Met een kwade uitdrukking op zijn gezicht kwam hij naar ons toe. Weer vielen zijn aapachtige houding en gang my op. Sinds Jolson er my op had gewezen, toen Guthelberg in het oerwoud verdween, had ik hem onwillekeurig telkens met een aap moeten vergelijken. „De kwestie is deze," zei Jolson rustig. „Ik heb genoeg van je streken, Guthelberg! Er moet een eind aan komen." „Wil je vechten?" vroeg Guthelberg verachtelijk. „Zooals je wilt — kleine rat! Ik zou je met één hand achter myn rug in stukken kunnen breken!" Jolson glimlachte. „Morgenochtend, direct na zonsopgang," zei hy, „zal ik met een kano de rivier opvaren tot aan Pedro's Portage. Dan zal ik omkeeren en stroomopwaarts komen paddelen. Jij komt dan stroomopwaarts in een andere kano. We zullen elkaar ergens in de tweede bocht van de rivier tegenkomen. Daar kunnen we het uitvechten, man tegen man, zonder pardon, Guthelberg. Vind je dat goed?" Guthelberg lachte wree'd.
„Ik zal er zyn, held!" zei hy onheilspellend. „Maar als je my voor niets laat komen, breek ik je, den eersten den besten keer, dat ik je zie, allebei je beenen!" „Je komt niet voor niets, Guthelberg," zei Jolson rustig. VI. M'Clelland en ik dachten, dat Jolson gek was geworden, maar hij was vastbesloten en wät we ook zeiden, niets kon hem er van terughouden om zyn plan door te zetten. We brachten hem onder het oog, dat Guthelberg de beste kano-vaarder mijlenver in den omtrek en óók de beste scherpschutter op het vasteland was. „Je hebt geen schyn van een kans tegen hem," zei M'Clelland, byna smeekend. „Herroep het, man, voordat het te laat is." Jolson haalde de schouders op. „Er moet een eind aan komen," zei hy alleen maar. Ik legde een geweer op den bodem van zyn kano. „Dank je wel, Charlie," zei hy, maar hy keek er nauwelyks naar. Het was werkelyk een verschrikkelyk oogenblik, toen wy hem in de ochtend-schemering zagen wegvaren. Het was net alsof we iemand nakeken, die zelfmoord ging plegen. „We moeten er iets tegen zien te doen," zei M'Clelland hopeloos. We wisten echter niet wat. We stonden daar hulpeloos op den oever. De schemering was doorgebroken. Vogels begonnen te zingen. Myn gezicht was klam. Plotseling wendde M'Clelland zich tot mij. „Waf was dat?" vroeg hy. „Het leek wel een geweerschot," zei ik. Toen hoorden wy er wèèr een, en dit keer kon er geen misverstand bestaan. M'Clelland stak een sigaret op. Zijn hand beefde. Evenals ik, mocht hy Jolson graag. We luisterden aandachtig, maar we hoorden geen schoten meer. Er scheen boven de rivier een vreemde, fatale stilte te hangen. M'Clelland keerde terug naar de hutten. Hy zag er vreeselyk terneergeslagen uit. Drie uur later kwam ér een inheemsche met nieuws. Hy had wat wrakhout zien dryven by den waterval. We gingen er heen om te zien wat het beteekende. Het was de kano van Jolson, die geheel versplinterd was. Ik staarde M'Clelland aan. Hy zei geen
woord; maar hy zag zoo wit als een doek. Plotseling herinnerde ik my wat Jolson eenige weken tevoren tegen ons had gezegd. „ Maar toch moet je nooit in een oerwoud met een gorilla gaan vechten; in het water kun je het echter gerust doen, als je zwemmen kunt, want dan ben je in je element en hy niet. En je bent het sterkste, als je in je element bent " Ik greep M'Clelland by den arm. „Kom mee," zei ik, zonderling opgewonden. „Laten we gaan kijken wat er eigenlijk is gebeurd!" We volgden het pad door het oerwoud, ons met moeite een weg banend. Plotseling bleven we verrast staan. „Verdraaid," zei ik. „Kyk eens!" We zagen een kleine, bespottelijke gedaante, die naar ons toekwam. Het was Jolson. „Bonjour, mannen," zei hy. „Komen jullie naar Guthelberg kyken? Dien kun je vinden, een myl stroomopwaarts! Hy ligt op den oever. Maar wees een beetje aardig tegen hem. Hy is niet zoo erg in orde." We vonden Guthelberg. Direct toen hy ons zag, begon hy als een krankzinnige te razen, terwyl zijn oogen vonken schenen te schieten van woede. Maar hy werd al gauw kalmer Hy is nooit meer de oude geworden. Toen we hem drie avonden later weer by Leon troffen, had er zich een verandering aan hem voltrokken, zooals ik nog nooit by iemand heb kunnen waarnemen! Hy zat aan een der tafeltjes. Hy keek op,
staarde even naar Jolson, maar sloeg toen direct byna schuw zyn oogen neer. Hy leek een geslagen man. Beetje by beetje kregen wy de geschiedenis van Jolson te hooren. Hy sprak er echter niet graag over. Hy was niet het soort man, dat iemand nog vernederen wil, wanneer die al verslagen is. Maar met een weinig fantasie kunt u zich het geval toch wel voorstellen. Ik kan het althans heel goed. In myn gedachten zie ik Guthelberg stroomopwaarts paddelen, het geweer op den bodem van zijn boot, zyn waterige oogen gevuld met venijn — en onuitsprekelijke verachting. Vlak voor hem, juist als hy de tweede bocht van de rivier heeft bereikt, waar zich in het midden een kleine, rotsachtige verhooging van den bodem bevindt, ziet hy een boomstam drijven. Wanneer hy vlak by den boomstam is gekomen, schiet er iets boven de gladde wateroppervlakte uit. Guthelberg draait zich om en ziet het kleine hoofd en de glanzende witte schouders van Jolson „Hallo, Guthelberg," zegt Jolson grijnzend. „Wil je nog vechten?" Met een vloek grypt Guthelberg zyn geweer en schiet naar het kleine, grynzende gezicht in het water. Maar Jolson verdwynt snel als een lichtflits onder water en komt aan den anderen kant weer boven. Guthelberg keert zich om en schiet andermaal, en terwyl hy knielt in zyn kano, sta-
rend naar het water, komt Jolson weer aan den anderen kant boven. Een kleine, beenige hand schiet boven het water uit. De kano slaat om. Guthelberg valt met een plons in de rivier. In het volgend half uur zou men haast medelyden met Guthelberg hebben kunnen krijgen. Hij kan niet goed zwemmen. Hij heeft nooit erg van het water gehouden. Misschien zou hy zelfs heelemaal niet hebben kunnen zwemmen als hy er. nu niet toe gedwongen was. Hy is uit zyn element.... Hij is niet in het oerwoud, niet op het vasteland. Hy heeft altyd een soort bygeloovige vrees voon het water gehad. Daarom probeert hy wanhopig naar den oever te zwemmen. Plotseling komt er een kleine, beenige hand boven het water uit, die met kleine, sterke vingers zyn enkel grypt. Guthelberg verdwynt onder water. Slykerig, draderig groen slaat tegen zyn gezicht. Zyn oogen staren angstig voor zich uit. Zyn longen voelen alsof zij zullen springen. Hy kan niets zien; maar in het volgende oogenblik komt uit het donkere, groene, smerige water van de rivier het gezicht van den kleinen Jolson — verbazingwekkend klein en vreemd. Het lykt wel alsof er een groenige glans over ligt. Guthelberg opent zyn mond en slikt vuil water in, terwyl hy als een krankzinnige om zich heen slaat en trapt. Jolson laat hem los. Guthelberg schiet naar boven. Hy ziet de zon aan den hemel — het
groene, ondoordringbare oerwoud op den oever. Verlangend kykt hy naar den oever, naar dat bosch; dan grypt Jolsons kleine, beenige hand hem weer by den enkel en hy wordt wèèr in die afschuwelijke, verstikkende diepte getrokken Dan raken Guthelbergs zenuwen totaal overstuur. Onder water wil hy zijn byna bygeloovigen angst uitschreeuwen. Maar hij dreigt te stikken. Jolson is overal om hem heen, als een flits verblindend licht, nauwelijks te volgen, nauwelijks te zien. Eerst aan dezen, dan aan den anderen kant. Onder hem, boven hem.... s Hy lykt wel een visch in menschengedaante. Zonder eenige inspanning haalt hij adem, kalm en behoedzaam. Hy kan zwemmen, zooals men nog nooit iemand anders heeft zien zwemmen. Guthelberg worstelt wanhopig, krankzinnig, maar Jolson grijnst hem slechts met zyn groene gezicht aan, hem belettend om den oever te bereiken.... „Om 's hemels wil," probeert Guthelberg te schreeuwen, „houd op met die marteling — of laat my in vrede ondergaan...." Hy slaagt er in — hoe weet hy zelf niet — om de rotsachtige verhooging van den bodem te bereiken, maar hy heeft niet meer de kracht er zich óp te trekken buiten het bereik van zyn kwelduivel. Jolson zwemt om de rots heen, een spottende blik in zyn oogen. „Zeg me maar, wanneer je genoeg hebt, Guthelberg," zegt hy. „Van nature ben ik
VERWACHT f
ELEANOR POWELL in haar wonderbaarlijkste dans-creatie
„HONOLULU" met ROBERT YOUNG GEORGE BURNS - GRACIE ALLEN Metro-Gcldwyn-Mayers Wonder-Show
Na RKO Radio's „Sncauwwitja" en ,,Gunga Din" komen nu
Astaire - Rogers in
„The story of Vernon and Irene Castle" •n Irene Dunne en Charles Boyer In
„Love affair"
Natuurlijk is er ook met deze loto, die wij hierbij afbeelden, weer iets niet in orde... Kunt u ons echter zeggen wat?
DE
OPLOSSING
VAN HET GEHEIMSCHRIFTPROBLEEM.
De oplossing luidt: Er is weer een prijs van f. 2.50 benevens twee troostprijzen beschikbaar om te verdeelen onder hen, die ons een goed antwoord zenden. De verdeeling der prijzen geschiedt, zooals steeds op 'n manier, waarbij alle inzenders van goede oplossingen gelijke kansen hebben op het verkrijgen van een der prijzen. U gelieve uw antwoord in te zenden vóór 12 Juli aan Mr. Detective, Noordeinde 8, Leiden. Op de briefkaart of enveloppe alstublieft duidelijk vermelden: AmateurDetective 12 Juli. De oplossing mag bij die van de rubriek „Zoek en Vftid" worden ingesloten, mits ze op een afzonderlijk velletje papier wordt geschreven.
De kluis zal niet op de gewone manier geopend kunnen worden. Stuur andere gereedschappen. De sleutel is: A tot en met M is gelijk aan N tot en met Z. N tot en met Z is gelijk aan A lot en met M. De prijs van f. 2.50 kon deze week worden toegekend aan: den heer A. Bellm, Gorkum. De troostprijzen vielen ten deel aan: den heer A. Teule, Roosendaal; den heer J. Koordes, Amsterdam.
SC CpR TlRJeAÄ zriAvftE Ti?bcß.B(p K-MAARA j&toRft. . Fq^HE THAQ)RER Tß.EKRq)FPucc*ft.
22
Met de werkzaamheden van den in aanbouw zijnden Maastunnel te Rotterdam maakt men uitstekende vorderingen. Voortdurend komt er meer teekening in dit groote werk. — De uitgang van een der tunnels aan den rechter Maasoever,
Wie is dat meisje met die leelijke huid?
Denkt U eens in, dat dat morgen over U werd gezegd! En dat kan zoo gemakkelijk gebeuren, ook al hebt U nu een fleurige, jeugdig uitziende huid. Een kleinigheid kan Uw teint bederven. Stof of gebrek aan buitenlucht, poeder of rouge kunnen de poriën van Uw huid verstoppen — zy kan niet meer vry ademhalen en gaat kwijnen als een bloem in een bedompt vertrek. Die verstoppingen geven aanleiding tot puistjes, vlekken en andere ontsieringen, die Uw uiterlijk voor langen tyd bederven. Laat het nooit zoover komen! Baadt Uw huid in zuivere zuurstof! Bet Uw wangen eiken dag met een weinig warm water, waarin Radox is opgelost. De zuurstof, die Radox in het water vrymaakt, gaat in millioenen belletjes in het water zweven, dringt door in de Eoriën en drijft alle onzuiverheden naar uiten. Door de geopende poriën kan Uw huid weer vry ademhalen en U zult haar zienderoogen zien opfleuren. Waar eenmaal Radox heeft gewerkt groeien geen puistjes meer! Radox is verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten a ƒ 0.9Ü per pak en ƒ 0.15 per klein pakje.
een vreedzaam mensch. Ik heb er altijd een. hekel aan gehad als iemand probeerde door brute kracht zijn zin te krijgen. Maar je kunt er iemand wel eens toe dwingen, zie je." Guthelbergs handen glijden weg van de rots, hoe wanhopig hy ook poogt er zich aan vast te klemmen. Hij valt weer terug in de rivier. Zwak, banger dan hij ooit in zijn leven is geweest, tracht hij naar den oever te zwemmen. Maar Jolson pakt hem weer bij zijn enkel. De zon verdwijnt. Guthelberg vecht en schopt — probeert dien beenigen, groenachtigen geest van een man bij de keel te pakken. Maar Jolson lykt wel een schichtige, verraderlijke gladde aal. En weer hangt Guthelberg, dit keer totaal öp, aan de gladde rots, midden in de rivier. De kleine grijnzende man schiet weer boven het water uit. ... „Ik heb je al gezegd, Guthelberg, dat ik niet van brute kracht houd," zegt hy. „Bovendien zie je, dat je er niets meer bereiken kunt als de ander over wat meer verstand beschikt. En ik hèb meer verstand dan jij, anders had je je niet hierheen laten lokken. Je kunt allèèn maar vechten, Guthelberg; hersens heb je niet! Wat wil je, Guthelberg, zullen we zeggen dat de rekening tusschen ons vereffend is? Ik vind het goed...." En Guthelberg, die de verschrikkingen van het water had leeren kennen, dat niet zyn element was, en die zich geheel in de macht van een ander had geweten, den dood nabij, knikte, hygend en afgetobd.... En daarop liet Jolson hem waar hy was, om zelf-naar huis terug te keeren Hy had zich gewroken voor de vernedering, hem in tegenwoordigheid van Amarita aangedaan.
w Ti t^r "n irn in €~i
IJUZERS SOLDATEN VAN STROO. | ang, heel lang geleden moest een ^ Chineesch admiraal, Ming-Yoe geheeten, hetgeen Tüger-Admiraal beteekent, een zeeslag leveren tegen Admiraal Tsjang-Soe, of Draken-Admiraal. Daar MingYoe de meeste schepen bezat, leek het zeer waarschijnlijk dat hij zou winnen, maar plotseling deelde een van zyn officieren hem mede, dat zijn manschappen nog slechts over zes pijlen beschikten. Hij wist, dat zijn vijand er juist zeer veel had, zoodat hij het zeker zou moeten verliezen, als hij niet een of anderen list wist te verzinnen. „Ah, ik heb hel," riep hij, na een poosje Ie hebben nagedacht uit, en hy liet Wei, zijn eersten kapitein, by zich komen. „Wei," zoo beval hy, „keer met twee schepen terug naar de haven en koop daar al de bundels stroo en oude kleeren op, die ge kunt vinden. Kom dan zou gauw mogelijk weer terug!" Hoewel ten zeerste verbaasd, deed Wei wat hem bevolen was, en na korten tijd keerde hij met zijn schepen volgeladen weer terug. •„Goed," zei de admiraal. „Laat men nu deze bundels stroo zóó maken, dat ze, van int de verte gezien, op een menschelijk lichaam lijken. Dan moet men ze die oude kleeren aantrekken en ze op dat deel van onze vier grootste schepen zetten, waar ze het duidelijkst gezien kunnen worden. Ge moet er echter vooral voor zorgen, kapitein
Wei, dat ze zóó worden geplaatst, dat het lijkt alsof zy een pyl naar den vyand afschieten. Wanneer dat allemaal is gebeurd, moet ge vyf man op ieder schip meenemen, benevens vier man om op de gongs te slaan, en met die vier schepen moet ge dan zes keer om de vyaridelijke vloot varen." Kapitein Wei was nu nóg verbaasder dan eerst, maar hy deed ook nu weer wat hem gezegd werd. Zoodra ze de vyandelyke vloot in het gezicht kregen, begonnen de mannen die daartoe waren aangewezen, luid op de gongs te slaan. „Ha," riep Admiraal Tsjang-Soe, „de vijand slaat op zyn oorlogsgongs en wil ons dus blykbaar slag leveren! Laat al onze beste boogschutters aantreden en een voortdurenden regen van pijlen op hem afschieten." Toen begreep kapitein Wei opeen« de bedoeling van admiraal Ming-Yoe, want de strooien mannen zaten spoedig zóó vol met pijlen, dat zij wel reusachtige speldekussens leken. Toen de pijlenregen had opgehouden, zeilden de vier schepen terug naar hun eigen vloot die nu over genoeg pylen beschikte, terwijl admiraal Tsjang-Soe er te kort kwam....
DE LEEGE PAN. P en uiterst wolf liep door een , waarin een kudde graasde. Hy ging naar een van hen toe en zei: „Ik heb een heerlijken konynen-bout thuis gereed staan om gebraden te worden. Wil je met my meegaan om er ook een stukje van te proeven?" ' „Graag," zei het schaap, en samen begaven zy zich op Toen zij bij de van den wolf gekomen waren, maakte het schaap echter opeens rechtsomkeert en rende terug, terwyl het riep: „Ho, ho, mynheer de wolf! Je sprak van een konynenbout, maar die potten en pannen zyn beslist bestemd voor een veel grooter dier. Voor een dier, dat zoowat zoo groot is als ik!" En zoo was het schaap den wolf te glad af en beroofde hem van zyn Heb je kans gezien, het verhaaltje dat hierboven staat, te lezen? Neen? Welnu, dat
komt natuurlijk omdat er verschillende woorden aan ontbreken. Ge vindt die woorden echter hieronder, en ge zult het wel niet moeilyk vinden om ze op de juiste plaats in te vullen. Probeer het maar eens en lees het verhaaltje dan nog eens. Het zal dan zeker wel beter gaan! Hier volgen de woorden die ge noodig hebt: Ze staan echter niet in de goede volgorde! Die moet ge zelf zoeken! •pfijicuui —u.xfßqos — Suiuo^ — ajoojS — oiuiuop — qosoq — 8OA\.
WEES NIET BANG
:
Zyt ge al eens ooit midden in den nacht wakker geworden doordat ge allerlei krakende geluiden hoorde? En was je er toen zeker van, dat de meubelen waren gaan leven en in je slaapkamertje rondkropen? En dat op een gegeven oogenblik een stoel een rondedans zou gaan doen? Het is een naar idee, maar den eerstvolgenden keer dat het weer gebeurt, kruip dan niét onder de dekens om daar rillend van angst te blijven liggen tot ge eindelyk weer inslaapt, omdat ge niets meer hoort! Meubelen kunnen niet levend worden en stoelen kunnen niet dansen! Er is dus niets om bang van te zyn! Wèès daarom ook niet bang, maar zeg tegen jezelf, als ge die krakende geluiden weer eens hoort: „Ik weet dat de meubelen niet bewegen en dat de krakende geluiden alleen maar worden veroorzaakt door het hout! Door de hitte van den dag is het hout uitgezet en nu het koeler is geworden, krimpt het natuurlyk weer in. Er is dus niets om bang voor te zyn, want het is allemaal zeer begrypelyk en gewoon. Dag.... Welterusten!" En dan gaat ge lekker slapen om den volgenden ochtend verfrischt op te staan!
RAADSELS Vraag: Wat kunt ge aan iemand geven en toch houden? jpjooAV M.Q :pjooai}UY
DE VIEREN. Hieronder ziet ge, hoe ge vier vieren telkens zoo kunt combineeren, dat de uitkomst achtereenvolgens bedraagt 1, 2, 3 en 4. (4 : 4) + 4 — 4 =1. (4X4) : (4 + 4) = 2. (4 + 4 + 4) : 4 =3. (4 — 4) X 4 + 4 = 4.
p?//"'
WEEKMENU. Maandag: Rollade, aardappelen en spinazie; hangop met beschuit. Dinsdag: Posteleinsoep; koud vleesch, aardappelen en peulen. Woensdag: Tuinboonen met spek en aardappelen; maizenapudding met kersencompóte. Donderdag: Aardappelen en tomaten gevuld met gehakt; Deensche rijst. Vrydag: Gestoofde visch met tomatensaus, aardappelen en komkommersla; citroenvla. Zaterdag: Vischcroquetjes; aardappelen en kropsla met hard gekookte eieren en mayonnaise. Zondag: Bierbroodjes; gevulde kalfsborst, aardappelen en doper wt en; caramelvla.
RECEPTEN UIT HET WEEKMENU Hoeveelheden voor 4 personen. Vischcroquetjes. Benoodigd: 200 gram vischvleesch (van resten), 23^ d.L. melk (of vischbouillon), 35 gram boter, 40 gram bloem, ui, wortel, peterselie, tijm, foelie, peperkorrels, peper, zout, nootmuskaat, citroen, eiwit, paneermeel, frituurvet. Bereiding: De melk eenigen tyd met de kruiden zachtjes laten trekken. De vischresten van graten ontdoen. De boter smelten, bloem toevoegen en de massa glad roeren. Bij kleine scheutjes tegelyk de melk toevoegen, terwijl men de massa steeds glad roert en even door laat koken. De saus zeven, op smaak afmaken met peper, zout, noot en citroensap. Het aan kleine stukjes gesneden vischvleesch toevoegen en de massa op een bord uitstrijken om haar te laten afkoelen. Dan van deze massa met twee lepels croquetten vormen, deze door eiwit en paneermeel rollen en in het frituurvet bruin bakken. Eierbroodjes. Benoodigd: 4 geraspte broodjes, 100 gram boter, 4 hard gekookte eieren, 3 d.L. melk, 25 gram boter, 30 gram bloem, ui, wortel, peterselie, tijm, foelie, peperkorrels, peper, nootmuskaat, peterselie. Bereiding: De eieren fyn snyden. De melk trekken met de kruiden en ér dan met boter en bloem op de gewone wyze een ragoütsaus van maken, die op smaak wordt afgemaakt met peper, nootmuskaat en zout. De gesneden eieren erdoor mengen. Van de broodjes een dekseltje afsnijden en de broodjes uithollen. Ze dan van binnen en van buiten met boter insmeren en in den oven croquant bakken. De broodjes vullen met de eierragoüt en opdoen op een schotel met een vingerdoekje belegd en gegarneerd met een toefje peterselie.
I J
4M! JTK:
Vi>>
W'ifr%
4711 Eau de Cologne Iedere vrouw, die houdt van "4711" Eau de Cologne, zal de nieuwe toiletzeepen van "4711" heerlijk vinden, wetende dat zij alleen zéér goede zeep voor haar gezicht mag gebruiken. Zij zal deze bijzonder milde "4711" zeep boven alle andere verkiezen, als de beste voor baar teint. Voor den prijs van 25 et. is deze nieuwe zeep zeer voordeelig, want • door de voortreffelijke kwaliteit - doet U er verrassend lang mee!
Voor Zon en Zomer 1517. Eenvoudig japonnetje van licht linnen, met geborduurde motieven op het lijfje en garneering van ajour. De halsuitsnijding wordt ingevuld met een kleurige sjaal. Benoodigd: 2.50 M. van 1.20 M. breed. 1518. Alleraardigst model van bedrukte zijde met geplisseerde banen in den rok en geplisseerde strookjes op het lijfje. Benoodigd; 3.25 M. van 0.90 M. breed. 1525. Deze vlotte japon laat een combinatie van effen en bedrukte crêpe zien. De schouders en het middengedeelte van de mouwen zijn aanééngeknipt, Benoodigd; effen: 1.50 M. van 0.90 M. breed: bedrukt: 185 M. van 0.90 M. breed. Van deze modellen zijn bij de admini stratie van dit bla d geknipte patronen vcrkrijgbaai tegen den p rijs van ƒ0.60 per stuk.
-24-
V
Kwaliteits Zeepen Chypre Eau de Cologne Lavendel ƒ0.25
FOTO-N I EUWS UIT DE WERELD VAN DE SPORT
1. De nieuwe verkeersbrug over de Oude Maas te Dordrecht, die verleden week Zaterdag officieel voor het verkeer is geopend. 2. Het twaalfde regiment motor-artillerie heeft zijn intocht binnen Ede gehouden. — Het défilé voor de autoriteiten, die rich voor het raadhuis hadden opgesteld. 3. Minister Colijn op xijn zeventigsien verjaardag. — De minister en zijn echtgenoote bij den prachtigen bloemenmand, door H. M, de Koningin gezonden. 4. Te Amersfoort zijn in 't huwelijk getreden de heer Dr. Ir. C. L. M. Kerkhoven, reserve eerste luitenant der Grenadiers, en mejuffrouw A. H. W. van den Bent, dochter van den generaal-majoor A. R. van den Bent, commandant van de IVe divisie. — Het bruidspaar verlaat het stadhuis.
1_4. Ajax kampioen van Nederland. - Door Eindhoven met 3-0 te verslaan, heeft Ajax het kampioenschap van Nederland verworven. 1. De kampioenen. 2. De keeper van Eindhoven In actie. 3. Een aanval op het doel van Eindhoven. 4. De keeper van Ajax weet een aanval te onderscheppen.
*m
A^
'
WILDE
ZWIJNENJACHT N AMEPIKA
\h
Is
J&ft f'
Een kwart eeuw geleden ongeveer hebben eenige Engelsche jagers, die in de Vereenigde Staten woonachtig waren, in Europa een aantal wilde zwijnen gekocht en deze naar Amerika laten brengen om ze los te laten in de uitgestrekte bosschen van het bergachtige gebied op de .»ïv^«« * grens van Tennessee en North Carolina. Wat deze beeren precies hiermee voor hadden, is men nooit te weten gekomen, doch in ieder geval werden de geïmporteerde wilde zwijnen in den loop der jaren totaal vergeten. Maar nu is men sinds eenigen tijd tot de ontdekking gekomen, dat deze dieren zich onder de hand zoozeer vermenigvuldigd hebben en dat zij zóó woest zijn geworden, dat zij een regelrechte bedreiging vormen voor de veiligheid van mensch en dier in het gebied, 1/ *"* waarin zij leven. Het nemen van maatregelen was noodzakelijk geworden en zoo ontstonden er uitgebreide jachtpartijen, zooals deze tot dan toe vrijwel onbekend waren geweest in de Vereenigde Staten. Terwijl het wilde zwijn bekend staat als een der gevaarlijkste en moedigste dieren, wordt de jacht Drie uur lang hadden de honden dit wilde zwijn nagezeten door de bijna ondoordringbare botschep, hoogte op en op hen in het hierboven bedoelde hoogte af. Eindelijk werd het 't slachtoffer der achter, olte machtig en begon het den strijd, een strijd die gebied nog ten zeerste bemoeilijkt, ging in waarheid verschrikkelijk wat, en pas eindigde toen de Jagers ter plaatse kwamen en het zwijn neerlegden. door het ruwe en zwaar beboschte terrein, waarin zij huizen. Het behoort dan ook niet tot de uitzonderingen, dat de jagers, ondanks al hun behoedzaamheid, geheel onvoorbereid tegenover een of meer van deze dieren komen te staan. Een speciaal soort honden, bekend onder den naam Plott, die behalve over een grooten moed ook over een zeer scherp reukorgaan beschikken, trekken er met de jagers op uit. De unieke serie foto's, die wij hier op deze pagina's reproduceeren, zullen den lezer zeker een indruk geven van de gevaren, die er aan deze jachtpartijen zijn verbonden. •
£.
•v-
V'Ä '
De buit wordt naar huis getransporteerd.
ITrr
1
w
''M-/'
««r^
Twee jagers met een wild zwijn, dat zij na een achtervolging van een dag hebben weten neer te leggen.
•yfl
%^s
• Honden, die voor de wilde-zwijnenjacht zijn afgericht, met hun verzorger.
Geheel boven: De jagers worden verzameld.
•
3E&
é^
Hierboven: Dit wilde zwijn, dat ongeveer zes jaar oud zal zijn, heeft een paar verschrikkelijke tanden, die een onafgebroken bedreiging vormen voor mensch en dier, die te dicht in zijn nabijheid durven komen. De foto werd met groote koelbloedigheid door een der jagers van ongeveer twee meter afstand genomen I
•
Wrw*^: *£.S$ >
1'
^^^-^
B'
»•••»
< 1
*
Hiernaast, links: Jagers en honden hebben een wild zwijn neergelegd en de eersten maken zich gereed den buit naar huis. te brengen.
•
Hiernaast, rechts: Tijdens een gevecht met een wild zwijn is een der honden ernstig gewond. Hoewel het hevige pijnen lijdt, laat het dier, dat zijn meesters J<ent, xlch toch rustig verbinden.
■
k g-^v
peZW/tREN src$
e roor (L>
DE VLIEGAVONTUREN VAN PETER EN DOT VeTvolg^? C/^
1. Pet«r en Dot keken belangstellend toe, hoe de vreemde vliegmachine langzaam over de sneeuw
2. De kinderen waren «m „«,(>.= J d g Ls he^raadsel oZl^ n ' u"!
al
.c^T2
3. De vorst had een der pijpen vernield en Peter het den piloot het beschadigde stuk zien. De man onderzocht het nauwkeurig en zei, dat het in de stad, waar hij vandaan kwam, wel gemaakt zou kunnen worden. En hij bood onmiddellijk aan hen mee te nemen.
*??
T. v. d. B. te A. — Er zijn mij geen nauwkeurige prijzen bekend, maar ik weet wél, dat er op bepaalde tijden goedkoope booten van Ostende naar Dover varen. Ik zou U daarom aanraden eens inlichtingen in te winnen bij de Belgische Spoorwegen, die kunnen U daaromtrent meer mededeelen. Indien er in Uw gemeente een reisbureau is, kunt U ook daar wel eens vragen. U moet voor die speciale goedkoope diensten van te voren een plaats bespreken, want 't Is meestal erg druk. Rederij Van der Schuit organiseert ook goedkoope overtochten, maar voor deze moet U eveneens van te voren bespreken.
U DOET TOCH OOK MEE AAN DE
JLsUx Joilet oL^eep PRIJSVRAAG? Gratis elke week 30 fraaie Zwitserse dames- of ' herenhorloges I Lux Toilet Zeep, de ongeëvenaarde Zeep tegen vermoeide huid, speciaal voor het gelaat bereid, biedt U thans de kans op een prachtig horloge.
H. D. R. te G. - Ik zou U aanraden U eens tot Uw huisarts te wenden. Wellicht weet deze er meer van. Ik weet alleen, dat de zeelucht vaak goed is voor een dergelijken patiënt. Een vereeniging, als door U bedoeld, is mij niet bekend.
Al wat U te doen heeft is het volgende: Beschrijf in hoogstens 30 woorden Uw ervaring over Lux Toilet Zeep voor de verzorging van het gelaat. Frankeer Uw inzending als'brief en vermeld duidelijk Uw naam en adres. Adresseer aan LuxToilet Zeep prijsvraag, postbus no. 7,Rotterdam en voeg bij Uw inzending drie buitenomslagen van Lux Toilet Zeep. U kan zo vaak inzendeti als U wil, indien U bij elke inzending 3 omslagen voegt. Op de uitslag is geen beroep mogelijk en briefwisseling hierover kan niet worden gevoerd. Alle inzendingen worden ons eigendom en kunnen door ons naar goeddunken worden gebruikt.
Mej. N. B. te V. - Tot mijn spijt moet ik U mededeelen, dat Uw vraag me niet heelemaal duidelijk is. Bedoelt U Zuid-Afrikaansche liedjes, of Bondsiiedjes van verschillende vereenigingen, of in het algemeen aardige wijsjes, die veel gezongen worden op dergelijke bijeenkomsten? Ik wil U gaarne helpen, als U mij dit nog even terugschrijft. Ik vind het leuk, dat hij daar belang in steltl J. K. te A. — Voor zoover mij bekend is, Is het geen verplichting om te kunnen zwemmen. Wat Uw andere vragen betreft, kunt U zich 't beste wenden tot de Koninklijke Militaire Academie, te Breda, want het is voor lederen leerling anders. Het zal ook van Uw welstand afhangen.
4. Onmiddellijk klommen Peter en Dot in de cabine van het andere toestel en al heel spoedig stegen ze op. „De smid zal die pijp gauw genoeg voor jullie gemaakt hebben," zei de piloot. De kinderan lachten dankbaar. Ze hoopten maar, dat ze spoedig weer zouden kunnen vertrekken.
5. Want dagenlang waren ze nu al in de bergen opgehouden, zonder verder te kunnen vliegen. En ze wilden toch zoo graag weer weg om hun vader te gaan zoeken. Toen ze in de stad gedaald Waren, was de piloot zoo vriendelijk hen dadelijk naar den smid te brengen die hen moest helpen.
6. De smid was een norsch uitziende man, en nadat hij een blik had geworpen op dé gebroken pijp, bromde hij, dat het heel wat zou kosten, om haar te repareeren. „Dat geeft niet, wij zulle', het wel betalen," antwoordde Peter, geen acht slaand op de booze blikken van den man.
C. H. te W. - Ik kan U ^ot mijn genoegen een paar adressen opgeven, n.l.: Mij. voor Goedkoope en Goede Lectuur, „De Wereldbibliotheek", Admiraal de Ruyterweg, Amsterdam; „Arbo"-serie van de Arbeiderspers, Hekelveld 15, Amsterdam; „Nobelreeks", Firma Callenbach, Nijkerk. C. de M. te L. — Op een brief naar de door U bedoelde landen Is een porto van 12V2 c*' vereischt. Voor Uw andere vraag kunt U zich het beste wenden tot de betrokken afdeellng van het leger; men zal U daar zeker Inlichtingen kunnen verschaffen.
7 Ze besloten wat in het stadje te gaan rondwandelen, terwijl de smid de reparatie zou uitvoeren Terwijl ze langs een getralied venster liepen van de smidse, werd er een hand naar buiten gestoken. „Hier," zei een zachte stem. „Pak vlug aan."
8. Er viel een rolletje papier op den grond en Peter bukte snel om hetjpp te rapen. Dot wilde, dat hIJ het direct open zou maken, maar Peter keek eerst even rond en zag toen, dat de smid hen met zijn norsch gezicht aandachtig stond na te kijken.
9. Hij duwde Dol de straat uit en toen ze uit het gezicht waren verdwenen, opende Peter 't briefje. Terwijl hij het las, slaakte hij een verbaasden uitroep Het was geschreven door een klein meisje, die beweerde, dat ze de gevangene van den snlid Wl,s Wordt vervolgd.
GEWONE ADVERTENTIES; KOLOMHOOGTE 120 REGELS - KOLOMBREEDTF R
KORTINGEN
VOLGENS
TARIEF
M
7I77Z
^^^^^
B. M. A. te G. — Een wollen tricot jurk kunt U gewoon in een lauw sopje wasschen. U moet haar niet wringen, maar In badhanddoeken rollen, en daarna aan een haakje ie drogen hangen. Een fluweelen jurk kunt U, mits het goed fluweel Is, ook op een dergelijke manier wasschen, maar hangt U haar vooral nat op, omdat bij iedere behandeling het fluweel gaat pletten. Oude inktvlekken kunt U heel moeilijk verwijderen. U kunt het echter nog eens probeeren door de plaats te wrijven met een stukje kurk. Indien dat ook niet helpt, kunt U nog eens probeeren de plaats met een mesje voorzichtig schoon te krabben en daarna weer flink in te smeren met was. Dit is echter een manier, die U alleen moet toepassen als U niets anders meer we'et. Wat Uw andere vraag betreft, kan ik U niet anders raden, dan de gewone bereiding toe te passen. De Secretaresse van de VOOR U-CLUB, Noordeinde 8, Leiden.
/*W\.j
LUX TOILET ZEEP
.
Vet
a
,.e^n
TEGEN VERMOEIDE HUID \-JZ. i/ft-f 1*.
flMJK VROUW DE VRAAGBAAK VOOR ALLES WAT DE VROUW WIL EN MOET WETEN WEKELIJKS
I 0 CT.
M E T B IJ O U
HEEREN
Wilt Udah
^ Uw vtouw er ^ AARDIG uiïiietj
Vele vrouwen denken alleen mur *an gelutsver zorging. Het komt niet bij op om ook eens wat voor de verfraaiing Tin het haar te doen Neem ontitlaug eens voor Uw vrouw de opzien barende nieuwe shampoo mee. Nu-Bruin. Z eens hoe het haar tn zi|deachtigcn glans haar gelaat omstraalt. Want Nu-Bruin bevat de wetenschappelijke vinding. Vitamine F, welke met alleen het haar shamponeert. maar het ook de aantrekkelijkheid geeft die alleen van „levend" haar kan uitgaan. Wan neer U vandaag Nu-Bruin koopt, zult U morgen Uw eigen vrouw nietlcrugk<
NUBRUIN
- 30 — 31 -
H
U
M
GESPREKKEN MET MIJN VRIEND PIETERSEN eb je wel eens gehoord, Piètersen, dat een film twee jaar achtereen in denzelfden bioscoop werd vertoond?" „Weet je wel zeker, dat het twee jaren achtereen dezelfde film was? Dat klinkt ongeloofelijk. Dan was het zeker in New York of in Londen, of in een andere millioenen-stad!" ,,Je vergist je deerlijk, waarde vriend, het was in een stadje met nauwelijks tweeduizend inwoners." ,,Waar dan?" „In Marokko ligt het stadje Metlui. In hef begin van het jaar 1937 kwam een bioscoop-' directeur, die een vacantie-uitstapje maakte^ in dit stedeke en maakte er kennis met den „eenige zaalhouder ter stede". Hij vroeg of men te Metlui al eens een film vertoond had en het antwoord luidde ontkennend. De bioscoopdirecteur arrangeerde toen te Metlui de eerste bioscoop-vertooning en „The Plainsman" verscheen op het kersversche Metluische wittedoek!" „En was de bevolking enthousiast?" „En of. De zaal was stampvol, niet alleen op den eersten avond, maar de toeloop bleef. De „directeur-met-vacantie" vroeg zich af, waar toch avond aan avond al die menschen vandaan kwamen en toen bleek, dat de bevolking van Metlui steeds wisselde. Steed^ arriveeren er nieuwe karavanen in dit stadje; een deel van de menschen trekt dan met de kameelen weer verderop, de anderen blijven er eenige wek^p. Zoodoende heeft hij steeds nieuw publiek, dat „The plainsman" wil aanschouwen. Maar bovendien bleken er ingezetenen te zijn, die de film al twintigmaal aanschouwd hadden. En daarom is hij thans van plan het programma te veranderen en voor de komende twee jaar een andere film te vertoonen." „De goede man zal ook niet te klagen hebben, dat er te weinig films aan de markt zijn. Een ideale toestand daar, ik wilde dat ik er directeur was."
ttH
h 0 he > 5en l.^ t JUJ.liezegl l .! len l gekocht,
in je tr0uwen
ook
ee
"
h
°oP PalK K "
„Maar sergeant, denkt u nou werkelijk, dat ik net zoon hoed wil dragen zooals alle andere meisjes?"
/
.
iii [,,
■■
„Je kunt de zee zien, vrouw, maar llZlVAr
Ver
Uit
het
—
■;°nlke" "" -- ."•*'■ ^t je naar. „De Roode Leeuw" bent geweest - .k z.e predes aan het grasveld, waar je gehikt hebt."
w
X=7Z- // ILI^r
"^^^^^
„Het is werkelijk jammer, mijnheer, maar ik geloof beslist, dat de coupeuse uw kostuum geknipt heeft."
EEN AARDIGE FOTO VAN EEN AARDIG PAAR. Robert Taylor en zijn echigenoote, Barbara Stanwyck, zijn van de huwelijksreis te Hollywood teruggekeerd. — Het gelukkige paar liet zich direct door den studio-fotograaf vereeuwigen. Ziehier het resultaat.
ONZE WEKELIJKSCHE FILM-ENTHOUSIASTEN C. L. te Utrecht. U bedoelt de filmPRIJSVRAAG actrice Pauline Welch. Zij filmt nog. Zeker Vraag vijfhonderd drie en veertig Welke is Frankrijk?
de
grootste
schouwburg
in
Wij stellen een hoofdprijs van ƒ 2.50 en vijf troostprijzen beschikbaar om te verdeelen onder hen die vóór 17 Juli (abonné's uit óverzeesche gewesten vóór 17 Augustus) goede oplossingen zenden aan ons Redactie-adres: iNoordeinde 8, Leiden. Op de enveloppe of briefkaart gelieve men duidelijk te vermelden: Vraag 543.
DE OPLOSSING Vraag vijfhonderd negen en dertig De middellijn van de grootste sterrenkijker is 5 Meter. De hoofdprijs werd ditmaal verworven door den heer J. Weyerman te Den Haag; de troostprijzen vielen ten deel aan den heer C. v. d. Steen te Den Haag, den heer A. Bos te Zeist, en aan den heer G. Balkema te 's-Gravenhage.
zijn er filmsterren, die naar de kerk gaan. Katherine Hepburn is getrouwd. Twee van de gevraagde foto's zijn u gezonden. H. E. V. te Utrecht. Wij hebben u de gevraagde foto's gezonden. S. D. F. G. te Scheveningen. Anneliese Uhlig is met Kurt Waitzmann getrouwd. Het adres van Cary Grant is 5451 Marathon Street, Hollywood. Voor foto drie antwoordcoupons insluiten. M. d. W. te Vlissingen. De foto van Deanaa Durbin heeft u zeker wel bereikt? Tegen betaling zijn bij ons geen foto's verkrijgbaar. Wendt u tot de Universal Booking Office, Nw. Doelenstraat 8, Amsterdam. Het adres van Tino Rossi is rued'Enghien 18, Parijs; van Deanne Durbin Univers.-Studio's, Universal-City, Califomië. B. v. d. Z. te Arnhem. Wallace Beery kunt u schrijven p/a Metro-GoldwynMayer-Studio, Culver City, Galifornië, U. S. A. U kunt hem in het Engelsch schrijven. Voor foto twee antwoordcoupons insluiten. Het zal wel eenigen tijd duren voor u antwoord krijgt.
J. v. d. J. te Nijmegen. Bobby Breen is den 4den November te Canada geboren. Bing Crosby aanschouwde den 2den Mei het levenslicht. Nelson Eddy is getrouwd met Ann Franklin. TU. d. H. te Haarlem. Werner Krauss is 22 Juni geboren. Zijn adres is Im schwarzen Grund 17, Berlijn. Van genoemde film was Norman Forster de regisseur. J. V. te Utrecht. Brieven die niet met volledigen naam onderteekend zijn, worden door onsnici beantwoord. Wij verzoeken u dezen alsnog op te geven. E. O. v. F. te Rotterdam. Eenige bekende regisseurs zijn: W. S. van Dyke; Lewis Seiler, Norman Z.Leod., Paul Czinner, Walter Steinbeck, Ernst Lubitsch, Adolf Zukor. P. D. K. L. te Amsterdam. Hierbij de gevraagde adressen: Ursula Deinert: Kurfürstenallee 12, Berlijn; W. S. van Dyke: Metro-Goldwyn-Mayer-Studio's, Culver City, Califomië; Asia Nielsen: Fasanenstr. 69, Berlijn; Cesar Romero: 20th Century Fox-Studio, Box.900, Beverly Hills, Californië, U.S.A. Voortaan niet meer dan drie vragen per week s.v.p.
HET GEHEIMvJITEflflHT RUNEBERG deze omstandigheden onmogelijk officier kan blijven. Op den avond, dat dr. Erko den jongen Brigitte Home Runeberg voor het kiezen of deelen zal stellen, Willy Birg wordt dr. Erko neergeschoten. Heeft Werkonen rLuitenant .f Vn ü Hanneiore Schrei zich van zijn lastigen tegenstander ontdaan? Een Runeberg Ernst von Kli te officier van het vaandeïregiment is in elk geval Luitenant Kaiminen Rolf Wei in den nacht van den moord gezien in de woning Walt p u .""Jü « Franc van den vermoorde. De verdenking valt op RuneRuneberg, landheer p aul Bil( SIjn 7°"^ Lotte Spira-Andrese berg, die toegeeft in de woning te zijn geweest, Overs e Wantua doch ontkent den moord te hebben begaan. Op het Werner pled; Overste Perkaulen Albert Flor, oogenblik van den moord was hij samen met een Mimsterpresident Löhnrot paui Qtt vrouw, wier naam hij niet noemen wil . . . Het Maris landheer .'.'.■.■.'.■.■.■.■.■.■.■;.■.■.■.■.■.'' Ingolf Kunt: gerecht staat er echter op den naam te weten . . . A0m Ly^ Karlheinz Pe Generaal Borgas Schröder-Schrol Werkonen vermoedt, dat zijn huwelijk verwoest zal zijn, wanneer die vrouw voor het gerecht Dr. Erkos bediende R^ Meixn( Manas kok Nicolei Kol verschijnt. Gaat het om zijn huwelijk? Gaat het niet om meer? Gaat het om de eer van het vaan«npter onderdrukking van binnenlandsche onlusten hee delregiment? Het is niet gemakkelijk zichzelf en het eigen geII generaal Werkonen den staat van beleg afgekondig« -^ waartegen een groep van de bevolking, onder leidin luk op te offeren voor een hooger ideaal, maar van dr. Erko zich heftig verzet. Een van de officieren va op het moment, dat de teerling wordt geworpen het vaandelregiment, luitenant Runeberg, onderscheidt zie komt de grillige wending van het lot den sluier, op zekeren dag door een aanslag op zijn commandant te vei die rond dit mysterie hangt, wegvagen .. . ijdelen, maar nog in dezelfde week wordt luitenant Runebcr gesignaleerd in de woning van dr. Erko. Speelt Runeberq ee dubbele rol? " *a | Regie; Viktor Tourjanski. Maria , ,;;",■ Generaal Werkonen
Brigitte Homey als Maria en Hannelore Schroth als haar zusje Ebba.
;
J
'.«"»W
Ufafil
Het net van geheimzinnigheid trekt zich nog meer same als Werkonen op zekeren dag ontdekt, dat zijn vroa Maria, in alle stilte een samenkomst heeft met luitenant Ri neberg, den man, waarmede zij vóór haar huwelijk met We konen verloofd was. De Runebergs waren namelijk eigenaa van het grondgebied, dat vlak aan dat van Maria's oude. grensde, tot het moment, dat de oude Runeberg het landgoe aan dr. Erko verkocht. Erko tracht den jongen Runeberg i zijn netten te verstrikken, door hem te vertellen, dat Run( bergs vader een wissel vervalscht heeft. Runeberg komt daa door in- een zeer pijnlijke situatie, daar hij natuurlijk ond
■m
■>>" E^. ^ f' \ 3
| Brigitte Horney en Willy Birgel.j
Er is eeji aanslag op generaal Werkonen gepleegd.
r inwwfti '-
Generaal Werkonen vraagt, in aanwezigheid van zijn echtgenoote. Luitenant Runeberg wie de dame was die hem tijdens de moord op Dr. Erko heeit bezocht.
Generaal Werkonen bestudeerd een bewijsstuk dat in de woning van Dr. Erko in beslag is genomen.
*^W^ "VA
V-v
•
Hr ^S
' im
^ Tijdens een feest bezoekt de staats-president den generaal.
^3
^
II (De dader ▼an den] |aanslag ▼lucht.,
I Luitenant Runebergl ■ (Ernst von Klipstein) | 1 bezoekt Dr. Erko) [(Walter Pranck).
>
^
Een soiree ten huize van Maris.
\W? ORIGINEtL IS MOEILIJK TE LEZEN
tC»^
ORIGINAL IS DIFFICULT TO READ
(vtkhsh^ ^
HL&INJ20
Lana lurner in een strandjurk van zware zijde die van voren met twee knoopen wordt ge sloten.
jj"^.^ vierjarige krullebol Dotmie Dunagan is een bijzonder kind. Nog geen zeven maanden was hij, of hij liep reeds als. een haas door-t huis. En spreken dat-ie kon hij was als baby van elf maanden de Will Rogers onder zijn wieggenooten. Toen hij anderhalf jaar was debuteerde Donnie tot groote verwondering van duizenden verbaasde luisteraars te Memphis voor de radio met het liedje „The Merry Go Round Broke Down". Nadat hij het loopen goed onder de khie had, vond.hij den tijd gekomen
■»•■■
H
^onderwe/
Het groote imitatie-talent van het kind veroorzaakte in het begin zelfs TS06 PoatS v.an l?andeIing van „Mother Carey's Chickens" wa en m.n Sfr ^eS Texas-accent P^e daar niet bij. Toen ontdekte 1 0nnie iS Vier jaar verdie fi1m.ed^Jni.tenf.da9e, , ? ' nt hij zelf zijn brood bij de namel1 Dun^r% Jn r0i 0P zei'.zooaIs ,hiJ «geleerd had van zijn moeder, v K ^u ! ^ een contract op langen termijn met RKO Radio Ja, ■ Mrs' Mrs Dunagan die met een uitgesproken Zuidelijk accent spreekt. Dus hij had het contract al, voordat hij ooit een filmstudio gezien had. 6 r0 Shirle wt r6 M l V1n JAn.ne uitgesproken. y en alle woorden eerden daarna keurig op zijn New Englandsch „,?0nnw % 'S 16 Au?UStuS 9eboren te San Antonio, Texas, waar zijn vader, W F. Dunagan, beroeps-golfspeler was. Toen Donnie drie jaar werd, on^nX ^febuUt wajLZ00 succesvol, dat, de bazen van RKO hem Ä \ "u6 Duna5a,n naar Hollywood. Donnie ging naar n bewaar-* onmiddellijk opslag gaven En toen zijn eerste regisseur. Mr. Lee, voor een andere maatschappij een füm ging maken, verzocht hij RKO Donnie met school, waar hij korten tijd later, door het hoofd van RKÖs engagementsbureau. Bob Palmer ontdekt werd. Een paar dagen later ving, Donnés r? I^Ü lJaten 9aan- En de Pientere krullebol bewees meteen zijn veelfilmcarrière aan als het jongste broertje van Anne Shirley, Ruby Keeler en zijdigheid. Want zijn rol als de kleinzoon van Frankenstein, in de fivcml Jackie Moran in „Mother Carey's Chickens". vÏÏ zi^fiSuT FrankenStein" VOrnit een groote tegenstelling met die lwR0W,!fnd V' Lee' 2Jjn eerSte re9isseur, paste een nieuwe methode toe bij Daarna kwam Donnie weer ongedeerd bij RKO terug, na in het lugubere he regisseeren van deze miniatuur-ster. Hij maakte eei> spelletje van het acteeren Eerst zat Donnie in den stoel van den regisseur. Zoodra hij action'" hebSn P ^ '^ ^& ^^ ™ Basil ^athbone verkeeS te 7Z'r. n re9issfur.JLee Precies wat Donnie in zijn volgende ■ scène moest Zoo kan men gerust zeggen, dat Donnie Dunagan zich in zijn vierjarig doen. Dan verwisselden zij van plaats. Mr. Lee riep „action!" en Donnie deed wat hij juist den regisseur had zien doen. Het was zoo eenvoudig «n K« TA ^ ^Sitie verw1°rven h«ft. Hij woont met zijn ouders in h Z^fw *> ^ b,eStUUrt Zelf Zijn wa9en - een vliegende Hollander model 1937 met stroomlijn — en leidt een rustig leven. J Ie9de Donnie Zich rTden ^ nog T!? ^ 0P kaatsen rijden. Th™ Thans is het steeds ^ een van zijn meest geliefde ontspanningen.
- im- iTin-iiriJM«ri ui
NPTF
Zeer eenvoudig is dit strandjurkje van Laraind Day, dat echter de draagster bijzonder charmant staat. De groote hoed Is geheel overtrokken met een „vischnet", dat als 'n sluierije achter Laraine aanlladdert.
Bij haar effen shorts draagt Ann Rutherford dit gestreepte, sportieve blousje van waschzijde.
Als Virginia Grey aan het zonnige strand van Californlë vertoeft, draagt zij dit satijnen b^dpakje, met daarover een met heldergekleurde motieven bedrukte strandjes.
~
HET WEEKBLAD
-»•.
CIMEMAs THEATER
VERSCHIJNT WEKELIJKS - PRIJS PER KWARTAAL f. I.W »OO« INOIË EN RUITENLANO f :f.M PER JAAR-RED EMADM NOOROEINOk t. LEIOEN. TEL. 7M. POSTREMNINC 4ilW
19de Jaargang No. 26 - 8 Juli 1939
MET WEEKBLAD CINEMA s. 15 THEATER
i I
ets
is:
- ..-«-. ^
|
^
||
i
j
>
^
^ ■
[FRANCISKA GAALI |lNDEM.G.M..FILM| „SLOOFJE"
•
«*^ '•
..y-'
-;: •
-
I
-^•.
i
\
A55
•/..*
Ji
V in
! f''4-.
^| -;%
,'
l' *■ ^j^,
3
si'
l
.v;<
u*.. "■-
-
HILDE SESSAK (N UFA-FILM „SCHUf IM RAMPENLICHl
MfVUvO
AFBEELDING IN KLEUR MULTICOLOUR PICTURE