VSO
SO
School Ondersteunings Profiel
(SOP)
Herman Broerenschool
SO
VSO
Adres locatie SO Delft Clara van Sparwoudestraat 6 2612 SP Delft tel. 015 - 214 10 66 Adres locatie SO Westland Verhagenplein 9 2671 HS Naaldwijk tel. 0174 - 64 81 64 SO Herman Broerenschool
[email protected] www.hermanbroerenschool.nu
Schoolondersteuningsprofiel Herman Broerenschool SO/VSO/AB (profiel SO) De Herman Broerenschool in Delft en Naaldwijk biedt Speciaal Onderwijs (SO) voor leerlingen van 4 – 13 jaar die zeer moeilijk leren (ZML). In samenwerking met Ipse de Bruggen zijn er twee onderwijs-zorggroepen bij het KDC in Delft en Wateringen. De Herman Broerenschool is onderdeel van de Herman Broerenstichting. Dit profiel betreft het SO, het VSO is in een apart profiel beschreven. De beschrijving van de onderwijs-zorggroepen is –als apart onderdeel- alleen in dit profiel opgenomen, omdat het leerlingen in de SO-leeftijd betreft. Het onderwijsconcept en de inhoud is in Delft en Naaldwijk hetzelfde. De leerlingen van het SO zijn verdeeld over twee locaties namelijk Delft en Naaldwijk. In Delft heeft het SO een eigen locatie. In Naaldwijk zit het SO en VSO in 1 gebouw, waarbij het SO op de begaande grond is gehuisvest en het VSO op de eerste verdieping. Alle leerlingen zijn van 8:45 – 15:15 uur op school. Op woensdag zijn alle leerlingen om 12:30 uur vrij. Vierjarige leerlingen zijn daarnaast ook op vrijdagmiddag vrij, vanaf 12:00 uur. Leerlingen hebben allemaal een individueel Plan van Aanpak. Doel van het onderwijs van de Herman Broerenschool is om de leerling zowel cognitief als sociaal-emotioneel optimaal voor te bereiden op de toekomst. Zo is de leerling in staat om middels een zorgvuldig gekozen uitstroomprofiel zo goed en zelfstandig mogelijk in de maatschappij te functioneren en participeren. Beschrijving van de doelgroep (instroom, toelating en uitstroom) De doelgroep van de Herman Broerenschool zijn leerlingen met een verstandelijke intelligentie tot een IQ van 65. Enkele leerlingen hebben een hoger IQ waarbij met name sprake is van problemen in de sociale-emotionele ontwikkeling en/of gedragsproblematiek. Daarnaast zijn er leerlingen met complexe stoornissen. In het algemeen spreken we over leerlingen met een verstandelijke beperking. Op de Herman Broerenschool kennen we onder anderen leerlingen met een ontwikkelingsachterstand, leerlingen die bekend zijn met verschillende syndromen (b.v. syndroom van Down, fragiele X-syndroom, Prader Willi syndroom, Williams Syndroom.), leerlingen met een stoornis binnen het autistisch spectrum, leerlingen met een aandachtstekortstoornis (ADHD) en leerlingen met een Ernstige Meervoudige Beperking (EMB, IQ<35) Leerlingen van de Herman Broerenschool kenmerken zich door een langzame ontwikkeling, ze leren in kleine stapjes. Bij de invulling van het dagprogramma wordt bewust gekozen voor afwisseling tussen in- en ontspanning. Sociaal emotionele ontwikkeling is voor deze leerlingen een belangrijk aandachtspunt, net als gedrag. De leerlingen leren door doen, zelf ervaren en toepassen. De meeste SO-leerlingen die onderwijs volgen op de Herman Broerenschool zijn ingestroomd vanuit een medisch kinderdagverblijf, een kinderdagcentrum, het regulier basisonderwijs of het speciaal basisonderwijs. Het voedingsgebied van de Herman Broerenschool is groot. Leerlingen van de Herman Broerenschool in Delft zijn voornamelijk afkomstig uit Delft, maar bijvoorbeeld ook uit Den Haag en Pijnacker-Nootdorp. Leerlingen van de vestiging in Naaldwijk zijn voornamelijk afkomstig uit het Westland, een enkeling komt uit Den Haag.
Toelating tot de Herman Broerenschool is mogelijk met een toelaatbaarheidsverklaring (TLV). Na de aanmelding bij de school start de aanvraag procedure voor een toelaatbaarheidsverklaring bij het samenwerkingsverband van de regio waar de leerling woont. De psychologisch assistent van de school begeleid de ouders / verzorgers bij deze procedure. Alle zeer moeilijk lerende leerlingen met een toelaatbaarheidsverklaring zijn plaatsbaar op de Herman Broerenschool. Na plaatsing start de interne procedure van de Commissie van Begeleiding(CvB) van de school. Deze commissie bestaat uit de bovenschools directeur, de psycholoog, de jeugdarts en de maatschappelijk werkster. De CvB verzamelt voldoende informatie om tot een goed ontwikkelingsprofiel en plan van aanpak te komen. Als in het voortraject blijkt dat het gedrag van de leerling mogelijk een gevaar kan gaan vormen voor de andere leerlingen, wordt vanaf het begin van de plaatsing een zorgbegeleider van Ipse de Bruggen aan de leerling gekoppeld. De leerling wordt één op één door de zorgbegeleider begeleid, dat kan ook in de groep. De zorgbegeleider brengt in kaart in welke situaties het eventuele problematische gedrag van de leerling zich voordoet en hoe het personeel hier het beste mee om kan gaan. Terugplaatsing naar het regulier onderwijs: Als tijdens een leerlingbespreking blijkt dat een leerling boven de ZML leerlijnen van de CED uitstijgt, worden Cito-toetsen gedaan. Wanneer de leerling op het niveau eind groep vier presteert op deze toetsen, worden vervolgstappen gezet. Vaak wordt dit ontdekt als een kind 10 of 11 jaar is, in overleg met het Praktijkonderwijs wordt dan gekeken wat een leerling nodig heeft voor de overstap naar het Praktijkonderwijs aan het einde van het SO. De leerling blijft dan meestal op het SO totdat hij 12 of 13 jaar is. Als een leerling het SO verlaat voordat hij 12 of 13 is, gaat hij meestal (met extra ondersteuning) naar het speciaal basisonderwijs. De meeste leerlingen verlaten het SO van de Herman Broerenschool tussen hun 12e en 13e levensjaar. Leerlingen van het SO stromen meestal uit naar het VSO, het Herman Broerencollege, of ze gaan naar het praktijkonderwijs. Onderwijs: aanbod en organisatie De Herman Broerenschool biedt speciale ondersteuning aan leerlingen, die door hun beperking niet in staat zijn om deel te nemen aan het reguliere onderwijs. Dit gebeurt aan de hand van individuele Plannen van Aanpak en groepsplannen. Ze werken met name met aangepaste of zelf ontwikkelde methodes. Er zijn vier profielen. Bovenstaande wordt hieronder nader uitgewerkt. Iedere leerling heeft een individueel Plan van Aanpak met daarin de doelen voor het onderwijs. Indien nodig wordt aan dit plan een bijdrage geleverd vanuit andere disciplines, zoals logopedie en fysiotherapie. Dit Plan van Aanpak wordt opgesteld door de leraar voor de periode van een schooljaar. Het Plan van Aanpak wordt altijd besproken en geëvalueerd met en ondertekend door de ouders. De leraar vult om de acht weken een leerlingvolgsysteem in en houdt daarmee bij welke doelen zijn behaald, en welke doelen in ontwikkeling zijn. Na een half jaar bespreekt de leraar met de ouders de voortgang van het plan. Ouders krijgen dan een overzicht met de behaalde doelen, doelen die nog in ontwikkeling zijn en eventueel nieuwe doelen die aan het plan worden toegevoegd. De intern begeleider en/of locatiedirecteur zijn ook betrokken bij het opstellen en evalueren van het plan. Aan het einde van het schooljaar wordt het plan besproken door de CvB, met de leraar en IB-er of locatiedirecteur. Dan wordt een nieuw plan vastgesteld.
Alle groepen hebben een groepsplan. De groepen zijn samengesteld op basis van leeftijd, niveau van ontwikkeling, gedrag en onderwijshulpvraag van de leerling. De groepsgrootte is gemiddeld 12 leerlingen. Het streven is dat de jongste groepen van het SO kleiner zijn (tien leerlingen), dit lukt echter niet altijd. Het kan zijn dat een groep kleiner is in verband met een specifieke hulpvraag van meerdere leerlingen op het gebied van gedrag. Zowel in Delft als in Naaldwijk is er een zorggroep binnen het SO. In deze groepen zitten ongeveer zeven leerlingen met een ZML/EMB indicatie of een specifieke hulpvraag. Deze leerlingen hebben vaak communicatiebeperkingen, problemen in de prikkelverwerking en ze kunnen bijvoorbeeld minder of niet praten. Zij hebben baat bij onderwijs in kleine groepen. Voor deze specifieke doelgroep is een ander onderwijsbeleid (aanbod) samengesteld dan voor de reguliere zml-leerlingen. De Herman Broerenschool werkt met vier profielen: - Profiel is voor leerlingen met een IQ lager dan 35; leerlingen met een diep verstandelijke beperking en bijkomende problematiek (EMB). Individuele begeleiding wordt bij deze leerlingen afgewisseld met groepsmomenten. Speerpunten in het onderwijs aanbod voor deze leerlingen betreffen (sociale) zelfredzaamheid, communicatie, senso-motorische ontwikkeling, spel- en sociale emotionele ontwikkeling. Praktijkgericht en betekenisvol leren en herhaling is voor deze leerlingen belangrijk. Aan het einde van het SO stromen deze leerlingen meestal uit naar het VSO. - Profiel 2 is voor leerlingen met een IQ tussen de 35 en 50; leerlingen met een matig verstandelijke beperking en mogelijk bijkomende problematiek. Het onderwijs wordt in de groep aangeboden, met waar nodig individueel gerichte contacten en instructies. Speerpunten in het onderwijsaanbod voor deze leerlingen betreffen functioneel en toegepast lezen en rekenen, sociale zelfredzaamheid en het aanleren van een werkhouding middels praktijkgericht en functioneel leren. Herhaling is voor deze leerlingen belangrijk. Na het SO stromen deze leerlingen door naar het VSO. - Profiel 3 is voor leerlingen met een IQ tussen de 50 en 65; leerlingen met een verstandelijke beperking en mogelijk bijkomende problematiek. Het onderwijs wordt in de groep aangeboden, met waar nodig individueel gerichte contacten en instructies. Speerpunten in het onderwijsaanbod voor deze leerlingen betreffen in het SO met name didactische vakken en daarnaast staat sociaal-emotionele ontwikkeling centraal, voornamelijk de sociale zelfredzaamheid en het leren reguleren van gedrag en handelen. Vanuit het SO stromen deze leerlingen door naar het VSO - Profiel 4 is voor leerlingen met een IQ hoger dan 65; een leerling met een lichte verstandelijke beperking tot gemiddelde mogelijkheden. De bijkomende problematiek (bijvoorbeeld ASS of ADHD) is bij deze leerlingen veelal de reden dat ze in het speciaal onderwijs zitten. Het onderwijs wordt in de groep aangeboden, met waar nodig individueel gerichte contacten en instructies. Speerpunten in het onderwijsaanbod voor deze leerlingen betreffen de didactische ontwikkeling en met name de sociaal-emotionele ontwikkeling. Na het SO stromen deze leerlingen door naar het VSO of Praktijkonderwijs en wanneer een leerling tussentijds doorstroomt naar het SBO. Binnen het SO wordt zoveel mogelijk gewerkt aan de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling, er wordt groepsdoorbrekend gewerkt. De Herman Broerenschool werkt niet uit bestaande methodes. Methodes voor het regulier
onderwijs worden door het personeel aangepast op ZML-niveau. Het personeel ontwikkelt zelf ook veel materiaal of haalt materiaal van internet. Er wordt veel met thema’s gewerkt, waarbij ook veel tastbaar en beeldmateriaal wordt gebruikt. Leerlingen gaan veel naar buiten, de praktijk in. Voor het dagritme worden pictogrammen gebruikt. Voor leerlingen die dat nodig hebben wordt een individueel dagritme en/of een communicatieprofiel gemaakt, hierin staat wat de leerling kan (begrijpen) en bij welke vorm(en) van communicatie de leerling baat heeft. Specifieke concepten/uitgangspunten die centraal staan in het onderwijs van de Herman Broerenschool: - Een goed pedagogisch klimaat, basisveiligheid en structuur, een goede sfeer en ‘leren’ door middel van doen. - TEACCH methode. Dit is een interventieprogramma dat tot doel heeft de individuele vaardigheden door middel van een zeer gestructureerde educatieve omgeving te stimuleren. Visualisering en voorspelbaarheid staan centraal in het programma. - Totale Communicatie: communicatie wordt ondersteund en bevorderd met diverse (visuele) middelen. - Eigen initiatief: leerlingen leren door te doen, zelf te ervaren en actief deel te nemen. Personeel en voorzieningen Alle leerlingen krijgen onderwijs van een leraar en een onderwijsassistent. In een groep werken maximaal drie personen (dus een full-time leerkracht en twee parttime assistenten, of twee part-time leerkrachten en een full-time assistent). In het SO beschikken alle groepen 5 dagen over een onderwijsassistent. Deze kan wel flexibel worden ingezet als de samenstelling van de groep dat toelaat. Naast leraren en onderwijsassistenten is de volgende expertise aanwezig in het team van de Herman Broerenschool: logopedisten (waarvan één met specifieke expertise NT2), Ambulante ondersteuners, zorgbegeleiders (SPH, vanuit IPSE), intern begeleiders, psycholoog, psychologisch assistent, maatschappelijk werkende en ambulante zorgmedewerkers op basis van AWBZ. Alle leraren hebben een aanvullende opleiding voor het speciaal onderwijs gedaan (bijvoorbeeld master SEN). Nieuw personeel wordt het eerste jaar begeleid door de intern begeleider en de locatiedirecteur. De leraren, assistentes en zorgbegeleiders die veel met onze EMB leerlingen werken volgen tevens de EMB- opleiding. Personeel van de Herman Broerenschool heeft affiniteit met de doelgroep en veel geduld. Leraren vinden het een uitdaging om iedere leerling apart te zien, elk met een eigen plan, en tegelijkertijd de leerlingen als groep te benaderen. Het personeel kan creatief omgaan met de middelen die ze hebben, kan zelf leermiddelen opzoeken en die aanpassen aan de doelgroep. Indien een hulpvraag niet beantwoord kan worden door het personeel van de Herman Broerenschool, wordt dit voorgelegd aan de CvB. De commissie besluit of en welke externe ondersteuning wordt ingezet. Dit kan bijvoorbeeld gaan om: - Arts van de JGZ; - Kinderfysiotherapie Delft; - MEE; - CCE; - Sensis; - Ipse de Bruggen; - Centrum Autisme; - Sophia revalidatie.
-
Banjaard
De school heeft een aantal speciale en extra voorzieningen (in de buurt). Beide locaties beschikken over een uitgebreid documentatiecentrum en een gymzaal. Het gebouw in Naaldwijk ligt in het centrum, waardoor leerlingen gemakkelijk gebruik kunnen maken van bibliotheek, postkantoor en allerlei winkels. Het gebouw in Delft ligt vlakbij recreatiegebied Delftse Hout. Leerlingen kunnen daar dieren verzorgen op de kinderboerderij en bezig zijn met natuurobservatie en het winkelcentrum is op loopafstand. Betrokkenheid van ouders De Herman Broerenschool wil een school zijn waar ouders worden gezien als partner. De basis voor deze samenwerking is respect. Alle ouders worden door middel van de schoolgids, de website en een 6-8 wekelijkse nieuwsbrief geïnformeerd over wat speelt in en op de school. Twee keer per jaar worden ouders uitgenodigd voor een evaluatie-avond, dan wordt het Plan van Aanpak besproken. Jaarlijks worden ouders uitgenodigd voor een informatie-avond en een inloopavond/middag en organiseert de school algemene ouderavonden met verschillende thema’s die op dat moment van belang zijn denkend aan social media, seksuele vorming.. Leerlingen van het SO krijgen twee keer per jaar een leerlingenrapport (picto-rapport) mee naar huis. Leraren schrijven regelmatig in de agenda of het schrift van de leerlingen. Minstens één keer per jaar gaat de leraar op huisbezoek. Ieder schooljaar wordt een activiteit georganiseerd om de hulpouders en vrijwilligers te bedanken voor hun inzet. Er is een ouderraad, deze ouders denken en helpen mee bij het organiseren van allerlei activiteiten in en om de school. Er zitten ouders in de MR van de school. Ambulante ondersteuning De ambulante ondersteuners van de Herman Broerenschool zullen komend schooljaar vanuit de Herman Broerenschool op aanvraag van de school, in opdracht van het samenwerkingsverband, de leerling en/of de school ondersteunen. De ambulante ondersteuning is erop gericht het onderwijsaanbod en de leeromgeving zo optimaal mogelijk te maken, zodat de leerling zich goed kan ontwikkelen. De werkzaamheden van de ambulante ondersteuner zullen gericht zijn op de hulpvraag die een school heeft en bestaan o.a. uit: - De school ondersteuning bieden bij het opstellen en evalueren van het ontwikkelingsperspectief en/of de hulpvraag en/of handelingsplan voor het aanvragen van een arrangement. - Handelingsadviezen geven naar aanleiding van een observatie van een leerling. - Adviseren bij de keuze van materialen ten behoeve van het werken met een leerling op school. - Directe contacten over de te begeleiden leerling met de leraar, intern begeleid(st)er, remedial teacher, ouders/verzorgers en therapeuten. De ambulante ondersteuners van de Herman Broerenschool hebben zich verdeeld over het samenwerkingsverband PO-Delft of het samenwerkingsverband PO-Westland. Op aanvraag verrichten zij tevens werkzaamheden voor samenwerkingsverbanden uit de regio.
Onderwijs-zorggroepen Kinderen met een matige tot ernstige verstandelijke handicap gaan meestal niet naar school. Ze brengen vaak hun hele jeugd door op een kinderdagcentrum (KDC) en stromen op hun 18e door naar de volwassenen-opvang. Alleen kinderen met relatief weinig bijkomende problematiek stromen soms door naar het speciaal onderwijs, die overstap is echter groot. Sinds 2009 werken Ipse de Bruggen en de Herman Boerenschool in Delft en Wateringen samen in een uniek zorgonderwijsproject. Dit project wordt gefinancierd vanuit AWBZ middelen. Doel van de onderwijs-zorggroepen is om de overstap van een kinderdagcentrum naar het speciaal onderwijs minder groot te maken. In deze groepen wordt een combinatie van zorg en onderwijs geboden; de leerlingen volgen ongeveer de helft van de tijd onderwijs, in groepen van zes á zeven leerlingen. Het team van deze groepen bestaat uit een gespecialiseerde medewerker van het KDC en een leraar van de Herman Broerenschool. Ook zijn diverse behandelaars, zoals een gedragswetenschapper, orthopedagoog, GZ Psycholoog en zorgbegeleiders betrokken bij deze groepen. De groepen zijn bedoeld voor leerlingen tussen de 4 en 12 jaar en een ontwikkelingsniveau tussen de 0 en 30 maanden. Ze hebben meervoudige problematiek en kunnen niet spreken. Streven is dat de leerlingen na 2 of 3 jaren door kunnen stromen naar de Herman Broerenschool. Sinds de start van het project zijn er al zeven leerlingen doorgestroomd. Op dit moment zijn er twee groepen: één in Delft en één in Wateringen. Toekomst
Het Herman Broerencollege in Delft gaat verbouwen. Hierdoor zal de professionele keuken uit het SO-gebouw verplaatst worden naar het college en zal het SO uitgebreid worden met een snoezelruimte, een fysiotherapieruimte en een kantoor. In samenwerking met Ipse de Bruggen worden de mogelijkheden en de expertise op het gebied van de ZML/EMB leerlingen verkend en uitgebreid. Deskundigheid van het personeel van de Herman Broerenschool vergroten d.m.v. o.a. scholing, intervisie en dergelijke. Gericht op de toenemende populatie met moeilijk verstaanbaar gedrag en de toename van leerlingen met een ZML/EMB indicatie. Uitbreiding van de deskundigheid en handelen m.b.t. de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en de beleving van seksualiteit van onze doelgroep m.b.t. het vlaggensysteem.