VSO
SO
School Ondersteunings Profiel
(SOP)
Bernardusschool
SO
VSO
SO Bernardusschool Ruijchrocklaan 340 2597 EE ’s Gravenhage tel. 070 - 324 15 56
[email protected] www.nldata.nl/Bernardusschool
Schoolondersteuningsprofiel Bernardusschool SO/VSO/AB (profiel SO) De Bernardusschool in Den Haag biedt Speciaal Onderwijs (SO) voor leerlingen van 4 - 12 jaar en Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) voor leerlingen van 12 - 20 jaar die zeer moeilijk leren. De Bernardusschool is onderdeel van Lucas Onderwijs. De leerlingen krijgen les in twee gebouwen. In het ene gebouw wordt SO geboden, in het andere gebouw VSO. De gebouwen liggen op loopafstand van elkaar. Het gebouw voor VSO wordt gedeeld met het VSO van de Inspecteur de Vriesschool. Dit profiel betreft het SO, het VSO is in een apart profiel beschreven. De leerlingen van het SO zijn van 8.55-14:45 uur op school, behalve op woensdag. Dan zijn ze om 12:15 uur vrij. Leerlingen hebben allemaal een individueel ontwikkelingsperspectief-handelingsplan. De Bernardusschool wil een omgeving bieden waarin leerlingen gestimuleerd worden op sociaal, emotioneel, leer- en ontwikkelingsgebied. Het onderwijs dat op school gegeven wordt, is gericht op het leren zo zelfstandig en zelfredzaam mogelijk deel uit te maken van de samenleving. Beschrijving van de doelgroep (instroom, toelating en uitstroom) De doelgroep van de Bernardusschool zijn leerlingen die zeer moeilijk leren (IQ<70). De leerlingen hebben allemaal een ontwikkelingsachterstand. Een aantal leerlingen heeft een bijkomende stoornis of beperking, zoals een stoornis binnen het autistisch spectrum, een syndroom, adhd of epilepsie. Kenmerkend voor ZML-leerlingen is dat de vorderingen en vooruitgang per leerling sterk verschillen. De meeste leerlingen die onderwijs volgen op Bernardusschool zijn ingestroomd vanuit een kinderdagcentrum, een medisch kinderdagverblijf of het regulier (speciaal) basisonderwijs. Het voedingsgebied van de Bernardusschool is regio Haaglanden. De meeste leerlingen wonen in Den Haag. Anderen wonen bijvoorbeeld in Leidschendam-Voorburg, PijnackerNootdorp, Rijswijk of Wassenaar. Toelating* tot de Bernardusschool is mogelijk met een cluster 3 ZML(/MG) indicatie*. Na de aanmelding bij de school start de interne procedure van de Commissie van Begeleiding (CvB) van de school. Deze commissie bestaat uit de psycholoog, de schoolarts, de schoolmaatschappelijk werker en een lid van de directie (voorzitter). In principe zijn alle leerlingen met een cluster 3 ZML(/MG) indicatie plaatsbaar op de Bernardusschool. De Bernardusschool heeft geen grenzen aan toelaatbaarheid. De enige reden om een leerling te weigeren, zou kunnen zijn dat de klassen vol zijn. Wanneer blijkt dat de Bernardusschool geen passend aanbod kan bieden aan de leerling, gaat het personeel in overleg met de ouders op zoek naar een andere plek voor de leerling. Terugplaatsing naar het regulier onderwijs komt eigenlijk nooit voor. Soms kan een leerling wel terug- of overgeplaatst worden naar het speciaal basisonderwijs of het praktijkonderwijs. Criterium voor terugplaatsing is, dat de cognitieve ontwikkeling, weerbaarheid en zelfstandigheid van de leerling zodanig zijn dat een overstap mogelijk is.
De meeste SO-leerlingen verlaten de Bernardusschool tussen hun 12e en 13e levensjaar. Meestal stromen ze uit naar de VSO afdeling van de Bernardusschool of het praktijkonderwijs. In het schooljaar 2010-2011 zijn in totaal 10 SO-leerlingen uitgestroomd. Daarvan stroomden 9 leerlingen uit naar VSO ZMLK en 1 naar het praktijkonderwijs. Huidige populatie Op 1 oktober 2011 volgden in totaal 110 leerlingen onderwijs op de Bernardusschool. Daarvan volgden 40 leerlingen onderwijs op het SO. De verdeling van de leerling-populatie van de SO-afdeling van de Bernardusschool was op dat moment als volgt: ZML MG 8%
ZML 92%
Onderwijs: aanbod en organisatie De Bernardusschool biedt speciale ondersteuning aan leerlingen, die door hun beperking niet in staat zijn om deel te nemen aan het reguliere onderwijs. Dit gebeurt aan de hand van individuele ontwikkelingsperspectief-handelingsplannen en groepsplannen, in vier uitstroomprofielen en met verschillende methodes. Bovenstaande wordt hieronder nader uitgewerkt. Iedere leerling heeft een individueel ontwikkelingsperspectief-handelingsplan. Dit plan wordt opgesteld door de groepsleerkracht en de intern begeleider voor de periode van een schooljaar. Het ontwikkelingsperspectief-handelingsplan wordt besproken en vastgesteld door de zorgcommissie en altijd besproken met en ondertekend door de ouders. Twee maal per schooljaar bespreken de intern begeleider en de psycholoog met de leerkracht en onderwijsassistent de voortgang van alle leerlingen in de groep. Naar aanleiding van de bespreking in mei/juni wordt het nieuwe ontwikkelingsperspectiefhandelingsplan opgesteld. Na iedere bespreking (dus twee keer per jaar) wordt de ontwikkeling van de leerling en de voortgang van het plan met de ouders besproken. Alle groepen hebben een groepsplan. De groepen zijn samengesteld op basis van leeftijd en ontwikkeling van de leerlingen. De groepsgrootte is gemiddeld 12 leerlingen. Streven is dat de aanvangsgroep uit niet meer dan 10 leerlingen bestaat. De SO-afdeling van de Bernardusschool onderscheidt vier uitstroomprofielen: - Uitstroomprofiel 1 is voor leerlingen die na het SO door kunnen stromen naar het Praktijkonderwijs. Hun IQ is hoger dan 55 en ze ontwikkelen zich op het gebied van werkhouding, sociale vaardigheden en schoolse vaardigheden. De leerlingen werken toe naar niveau 9/10/11 van de ZML leerlijnen.
-
-
Leerlingen in uitstroomprofiel 2 stromen na het SO door naar de Cognitieve stroom van het VSO ZMLK. Deze stroom is voor leerlingen die het ZML onderwijs zonder al teveel aanpassingen kunnen volgen. Deze leerlingen werken toe naar niveau 7/8 van de ZML leerlijnen. Leerlingen kunnen bijvoorbeeld hun eigen naam schrijven, eenvoudige zinnen lezen en sommen maken en ze kunnen meestal op de juiste manier verbaal contact maken. Uitstroomprofiel 3 De Cognitieve / Praktische stroom is voor die leerlingen die cognitief en /of sociaal emotioneel tussen de cognitieve en praktische stroom vallen. Uitstroomprofiel 4 is bedoeld voor leerlingen voor wie blijvende bescherming en/of begeleiding nodig blijft. Zij stromen na het SO door naar de Praktische stroom van het VSO ZMLK. Binnen deze stroom ligt de nadruk op het bereiken van een zo groot mogelijke sociale en praktische zelfredzaamheid.
De groepen binnen het SO zijn samengesteld op basis van leeftijd. Er zitten leerlingen met maximaal drie verschillende uitstroomprofielen in een groep. Voor de vakken lezen en rekenen wordt vaak groepsdoorbrekend, in niveaugroepen, gewerkt. Binnen het SO wordt veel thematisch gewerkt. De Bernardusschool gebruikt methodes voor regulier onderwijs, ZML onderwijs en veel zelf ontwikkeld materiaal. Er wordt gebruik gemaakt van pictogrammen en dagritmekaarten. Het niveau daarvan is wisselend en afhankelijk van het niveau van de leerlingen. Specifieke concepten/uitgangspunten die centraal staan in het onderwijs van de Bernardusschool: - Een warm en veilig pedagogisch klimaat kenmerkt de Bernardusschool. Er is veel aandacht voor sociale vaardigheden, weerbaarheid en zelfstandigheid. Belangrijke uitgangspunten om dit klimaat te bereiken zijn intentionaliteit en wederkerigheid; zingeving (bijvoorbeeld koppelen aan voorkennis); transfer (‘gereedschappen’ om het geleerde ook in andere situaties te gebruiken), bekwaamheidsgevoel (werken aan zelfvertrouwen) en gedragscontrole/regulatie (leerling aan het werk krijgen en houden, bijvoorbeeld door voor- en nadoen). - De hele school gaat ieder jaar op kamp, ook de jongste leerlingen (met uitzondering van een enkeling met een grote zorgbehoefte). Dit kamp is een belangrijk onderdeel van de weerbaarheids- en zelfstandigheidstraining die de school wil bieden. - Veiligheid staat centraal; het personeel is heel consequent op het naleven van de gedragsregels. - De leerlingen van de Bernardusschool leren vooral in concrete situaties; het personeel gaat daarom vaak met de leerlingen op excursie of naar buiten. De Bernardusschool is meer dan onderwijs; er worden ook veel naschoolse activiteiten aangeboden. Drie dagen per week zijn er sportlessen, voor verschillende niveaugroepen. Tegen betaling kunnen leerlingen ook muzieklessen volgen na schooltijd. Personeel en voorzieningen Alle leerlingen krijgen onderwijs van een leerkracht en een onderwijsassistent. In alle klassen is een aantal dagen een onderwijsassistent aanwezig. Het uitgangspunt van de Bernardusschool is: zoveel mogelijk handen in de klas. Naast leerkrachten en onderwijsassistenten is de volgende expertise aanwezig in het team van de Bernardusschool: ambulant begeleider, een logopedist, een psycholoog, een orthopedagoog, vakleerkrachten (muziek, gymnastiek). De schoolmaatschappelijk werker wordt via MEE ingekocht. De schoolarts (GGD) is lid van de Commissie van Begeleiding.
Het personeel van de Bernardusschool biedt leerlingen een warme en veilige omgeving. De kleinschaligheid maakt de Bernardusschool speciaal; het personeel kent alle leerlingen en andersom. Het personeel is zeer betrokken bij de doelgroep: ‘je hebt het, of je hebt het niet’. Ze kunnen accepteren dat leerlingen anders zijn dan anders. Ze zijn zeer geduldig en creatief en ze kunnen denken in mogelijkheden. Het personeel is nieuwsgierig; ze staan altijd stil bij de vraag waarom de leerling handelt zoals hij handelt. En tot slot: het personeel is gericht op ontwikkeling, zowel voor de leerlingen als voor zichzelf. Indien een hulpvraag niet beantwoord kan worden door het personeel van de Bernardusschool, wordt dit voorgelegd aan CvB. De commissie besluit of en welke externe ondersteuning wordt ingezet. De school heeft veel samenwerkingsrelaties. Bijvoorbeeld: - Met een verwijzing van de huisarts en ten laste van eigen verzekering kan een kinderfysiotherapeut op school fysiotherapie geven. - MEE; - Compaan; - Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE); - Centrum Autisme; - Leerplicht. - Auti-actieclub; eens in de maand komen autistische kinderen uit de hele regio in het SO-gebouw voor een activiteit. De school heeft een aantal speciale en extra voorzieningen (in de buurt), gericht op de doelgroep. De school staat in een groene en bosrijke omgeving en er is een klein winkelcentrum vlakbij de school. In het gebouw is een watergewenningsbad, een aankleedruimte, een muzieklokaal, een speel/snoezelruimte, een handvaardigheidlokaal en een kooklokaal. Er zijn extra werkruimtes en iedere klas heeft een eigen extra werkruimte. Betrokkenheid van ouders De Bernardusschool vindt goed contact met de ouders belangrijk. Het personeel hoopt dat een wisselwerking ontstaat tussen ouders en school wat betreft opvoeding en begeleiding van de leerling. De betrokkenheid van ouders bij de school is groot. De Bernardusschool vindt het belangrijk dat ouders regelmatig de school bezoeken. Het personeel gaat ook op huisbezoek als ze nieuwe leerlingen in de klas krijgen. Dat is niet ieder jaar; soms zit een leerling drie jaren bij dezelfde leerkracht in de klas. Twee maal per schooljaar worden ouders uitgenodigd voor een tafeltjesavond, om de vorderingen van de leerling met de leerkracht en onderwijsassistent te bespreken. Daarnaast worden ouders uitgenodigd voor ouderavonden, informatie-avonden, schoolfeestjes en besprekingen. Ouders van SO-leerlingen worden ook uitgenodigd voor alle thema-afsluitingen (ongeveer acht keer per jaar). Binnen het SO hebben in principe alle leerlingen een contactschrift. In dit schrift schrijven leerkracht/onderwijsassistent en ouders dagelijks hoe het is gegaan met de leerling. De school heeft geen ouderraad, maar wel een zeer actieve MR. De MR neemt bijvoorbeeld ook initiatieven op het gebied van vervoer, naschoolse opvang en sponsoring.
Ambulante dienst (AB-dienst)* Vanuit de Bernardusschool biedt één ambulant begeleider begeleiding aan leerlingen die zeer moeilijk leren en onderwijs volgen met een rugzakje in het reguliere of speciaal basisonderwijs of het praktijkonderwijs in de regio Den Haag. Op 1 oktober 2011 werden in totaal 18 leerlingen begeleid, daarvan volgden 14 leerlingen onderwijs in het basisonderwijs en 4 in het voortgezet onderwijs. Toekomst* De hoofddoelgroep van de Bernardusschool blijft ook in de toekomst de zeer moeilijk lerende leerlingen met eventuele bijkomende beperkingen en/of stoornissen. De expertise van het team van de Bernardusschool is groot, maar kan altijd groter. De komende jaren wil het personeel zich bijvoorbeeld gaan professionaliseren op het gebied van onderwijs aan de ZML/MG leerlingen. Dat gaat om leerlingen met een IQ onder de 35. Tegelijkertijd wil de school de mogelijkheden voor het onderwijs aan de ‘hoog functionerende’ leerlingen vergroten De directie besteedt veel tijd aan het zoeken van sponsors en het aanvragen van subsidies. Met die extra gelden zijn bijvoorbeeld de lokalen en de aula opgefrist en aangepast aan de eisen en mogelijkheden van deze tijd. Ook worden met deze gelden de nieuwste methodes aangeschaft. Door in te zetten op scholing van het personeel, waardoor de expertise en de inzetbaarheid op verschillende gebieden van alle teamleden wordt vergroot, hoopt de Bernardusschool ook in de toekomst kwalitatief goed onderwijs te kunnen bieden. “Kwaliteit zit in de mensen; niet in het aantal personeelsleden.”