SO School Ondersteunings Profiel
(SOP)
Bernardusschool
VSO
VSO Bernardusschool Theo Mann Bouwmeesterlaan 63 2597 GV ’s Gravenhage tel. 070 - 720 09 28
[email protected] www.nldata.nl/Bernardusschool
Schoolondersteuningsprofiel Bernardusschool SO/VSO/AB (profiel VSO) De Bernardusschool in Den Haag biedt Speciaal Onderwijs (SO) voor leerlingen van 4 - 12 jaar en Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) voor leerlingen van 12 - 20 jaar die zeer moeilijk leren. De Bernardusschool is onderdeel van Lucas Onderwijs. De leerlingen krijgen les in twee gebouwen. In het ene gebouw wordt SO geboden, in het andere gebouw VSO. De gebouwen liggen op loopafstand van elkaar. Het gebouw voor VSO wordt gedeeld met het VSO van de Inspecteur de Vriesschool. Dit profiel betreft het VSO, het SO is in een apart profiel beschreven. De leerlingen zijn van 8:55 - 15:15 uur op school, op woensdag zijn de leerlingen om 12.30 uur vrij. Leerlingen hebben allemaal een individueel ontwikkelingsperspectief/handelingsplan. De Bernardusschool wil een omgeving bieden waarin leerlingen gestimuleerd worden op sociaal, emotioneel, leer- en ontwikkelingsgebied. Het onderwijs dat op school gegeven wordt, is gericht op het leren zo zelfstandig en zelfredzaam mogelijk deel uit te maken van de samenleving. Doel is dat alle leerlingen na het VSO uitstromen naar een beschermde arbeidsplek of betaalde arbeid. Beschrijving van de doelgroep (instroom, toelating en uitstroom) De doelgroep van de Bernardusschool zijn leerlingen die zeer moeilijk leren (IQ<70). De leerlingen hebben allemaal een ontwikkelingsachterstand. Een aantal leerlingen heeft een bijkomende stoornis of beperking, zoals een stoornis binnen het autistisch spectrum, een syndroom, adhd of epilepsie. Kenmerkend voor ZML-leerlingen is dat de vorderingen en vooruitgang per leerling sterk verschillen. De meeste leerlingen die onderwijs volgen op de VSO-afdeling van de Bernardusschool zijn ingestroomd vanuit het regulier (speciaal) basisonderwijs, ZML SO of het praktijkonderwijs. Het voedingsgebied van de Bernardusschool is regio Haaglanden. De meeste leerlingen wonen in Den Haag. Anderen wonen bijvoorbeeld in Leidschendam-Voorburg, PijnackerNootdorp, Rijswijk of Wassenaar. Toelating* tot de Bernardusschool is mogelijk met een cluster 3 ZML(/MG) indicatie*. Na de aanmelding bij de school start de interne procedure van de Commissie van Begeleiding (CvB) van de school. Deze commissie bestaat uit de psycholoog, de schoolarts, de schoolmaatschappelijk werker en een lid van de directie (voorzitter). In principe zijn alle leerlingen met een cluster 3 ZML(/MG) indicatie plaatsbaar op de Bernardusschool. De Bernardusschool heeft geen grenzen aan toelaatbaarheid. De enige reden om een leerling te weigeren, zou kunnen zijn dat de klassen vol zijn. Wanneer blijkt dat de Bernardusschool geen passend aanbod kan bieden aan de leerling, gaat het personeel in overleg met de ouders op zoek naar een andere plek voor de leerling. Terugplaatsing naar het regulier onderwijs komt eigenlijk nooit voor. Soms kan een leerling wel terug- of overgeplaatst worden naar het praktijkonderwijs. Criterium voor terugplaatsing is, dat de cognitieve ontwikkeling, weerbaarheid en zelfstandigheid van de leerling zodanig is dat een overstap mogelijk is.
De meeste VSO-leerlingen verlaten de Bernardusschool tussen hun 18e en 20e levensjaar. Meestal stromen ze uit naar een beschermde arbeidsplaats, een sociale werkvoorziening of het vrije bedrijf. In het schooljaar 2010-2011 zijn in totaal 14 VSO-leerlingen uitgestroomd. Van deze leerlingen gingen er 4 naar een beschermde arbeidsplaats, 2 naar vervolgonderwijs (ROC Mondriaan) en 8 naar begeleid werken. Huidige populatie Op 1 oktober 2011 volgden in totaal 110 leerlingen onderwijs op de Bernardusschool. Daarvan volgden 70 leerlingen onderwijs op het VSO. De verdeling van de leerling-populatie van de VSO-afdeling van de Bernardusschool was op dat moment als volgt:
ZML MG 23% ZML 77%
Onderwijs: aanbod en organisatie De Bernardusschool biedt speciale ondersteuning aan leerlingen, die door hun beperking niet in staat zijn om deel te nemen aan het reguliere onderwijs. Dit gebeurt aan de hand van individuele ontwikkelingsperspectief-handelingsplannen en groepsplannen, in vier uitstroomprofielen en met verschillende methodes. Bovenstaande wordt hieronder nader uitgewerkt. Iedere leerling heeft een individueel ontwikkelingsperspectief-handelingsplan. Dit plan wordt opgesteld door de groepsleerkracht en de intern begeleider voor de periode van een schooljaar. Het ontwikkelingsperspectief-handelingsplan wordt besproken en vastgesteld door de zorgcommissie en altijd besproken met en ondertekend door de ouders. Twee maal per schooljaar bespreken de intern begeleider en de psycholoog met de leerkracht en onderwijsassistent de voortgang van alle leerlingen in de groep. Naar aanleiding van de bespreking in mei/juni wordt het nieuwe ontwikkelingsperspectiefhandelingsplan opgesteld. Na iedere bespreking (dus twee keer per jaar) wordt de ontwikkeling van de leerling en de voortgang van het ontwikkelingsperspectiefhandelingsplan met de ouders besproken. Alle groepen hebben een groepsplan. De groepen zijn samengesteld op basis van leeftijd en ontwikkeling van de leerlingen. De groepsgrootte is 12-14 leerlingen. De zorggroep is kleiner; deze groep bestaat uit maximaal 12 leerlingen.
De VSO-afdeling van de Bernardusschool onderscheidt vier uitstroomprofielen: - In uitstroomprofiel Vervolgonderwijs zitten leerlingen die tussentijds uit kunnen stromen naar het praktijkonderwijs of aan het einde van het VSO naar ROC Mondriaan (AKA, niveau 1 en 2). De leerlingen bereiken het toelatingsniveau voor de betreffende opleiding en ontwikkelen zich op de gebieden werkhouding, sociale vaardigheden en schoolse vaardigheden. - In uitstroomprofiel Arbeid (leerroute 1) zitten leerlingen die uitstromen naar het vrije bedrijf of sociale werkplaats. Zij bereiken niveau 10 of hoger van de ZML leerlijnen. Een leerling onderscheidt zich op een aantal onderdelen van een leerling in uitstroomprofiel Arbeidsmatige dagbesteding. Een leerling in uitstroomprofiel Arbeid kan bijvoorbeeld situaties vermijden die frustraties kunnen oproepen, heeft een goede werkhouding, kan langere tijd achtereen werken en begrijpt een langere tekst. - In uitstroomprofiel Arbeidsmatige dagbesteding (leerroute 2) zitten leerlingen die na het VSO uitstromen naar een beschermde arbeidsplaats. - Uitstroomprofiel Taak- of activiteitengerichte dagbesteding (leerroute 3) is voor leerlingen die uitstromen naar een activiteitencentrum Binnen het VSO zijn de leeftijdsverschillen binnen de groepen groter dan binnen het SO (12-16 en 16-20 jaar), waardoor de groepen zoveel mogelijk op uitstroomprofiel ingedeeld kunnen worden. Dit in tegenstelling tot het SO- daar zitten leerlingen met maximaal drie verschillende profielen bij elkaar in de groep. Arbeidstoeleiding staat centraal binnen het VSO; de praktijkvakken zijn dus belangrijk. Leerlingen volgen deze vakken in kleinere groepjes. De praktijkvakken die de leerlingen kunnen volgen zijn: koken, schoonmaak, verzorging, elektrotechniek, groen, houtbewerking, arbeidsvaardigheden (ZEDEMO) en administratief werk. De Bernardusschool gebruikt methodes voor het regulier basisonderwijs en het praktijkonderwijs. Het personeel ontwikkelt zelf ook veel materiaal. Er wordt gebruik gemaakt van pictogrammen en dagritmekaarten. Het niveau daarvan is wisselend en afhankelijk van het niveau van de leerlingen. Leerlingen van de Bernardusschool lopen stage vanaf hun 16e levensjaar. Dat doen ze op verschillende manieren: - Interne stage. - ’LOL’, dat zijn lessen op locatie. De leerlingen gaan in groepen, onder begeleiding van een leerkracht, vier keer naar een bedrijf toe. - Er zijn stageplaatsen bij bedrijven en instellingen, bij activiteitencentra en in een sociale werkvoorziening. Als leerlingen 17 jaar zijn, vindt er een eindonderzoek plaats. Op basis van dit onderzoek krijgen leerling en ouders een advies over de meest geschikte vorm van werk of activiteiten in de toekomst. Specifieke concepten/uitgangspunten die centraal staan in het onderwijs van de Bernardusschool: - Een warm en veilig pedagogisch klimaat kenmerkt de Bernardusschool. Er is veel aandacht voor sociale vaardigheden, weerbaarheid en zelfstandigheid. Belangrijke uitgangspunten om dit klimaat te bereiken zijn intentionaliteit en wederkerigheid; zingeving (bijvoorbeeld koppelen aan voorkennis); transfer (‘gereedschappen’ om het geleerde ook in andere situaties te gebruiken), bekwaamheidsgevoel (werken aan zelfvertrouwen) en gedragscontrole/regulatie (leerling aan het werk krijgen en houden, bijvoorbeeld door voor- en nadoen). - De hele school gaat ieder jaar op kamp. Dit kamp is een belangrijk onderdeel van de weerbaarheids- en zelfstandigheidstraining die de school wil bieden. - Veiligheid staat centraal; het personeel is heel consequent op het naleven van de gedragsregels.
-
De Bernardusschool heeft een intensieve samenwerking met het bedrijfsleven voor de invulling van de praktijkvakken. Zo wordt bijvoorbeeld een kweker (die ook stageplaatsen voor leerlingen heeft) betrokken bij de inrichting van de groenvoorziening op het plein. Leerlingen gaan daar hun eigen ingrediënten voor de kooklessen verbouwen.
De Bernardusschool is meer dan onderwijs; er worden ook veel naschoolse activiteiten aangeboden. Drie dagen per week zijn er sportlessen, voor verschillende niveaugroepen. Tegen betaling kunnen leerlingen ook muzieklessen volgen na schooltijd. Personeel en voorzieningen Alle leerlingen krijgen onderwijs van een leerkracht en een onderwijsassistent. In alle klassen is een aantal dagen een onderwijsassistent aanwezig. Het uitgangspunt van de Bernardusschool is: zoveel mogelijk handen in de klas. Naast leerkrachten en onderwijsassistenten is de volgende expertise aanwezig in het team van de Bernardusschool: ambulant begeleider, een logopedist, een psycholoog, een orthopedagoog en vakleerkrachten (muziek, gymnastiek, koken, schoonmaak en groen) Daarnaast zijn er verschillende leerkrachten met specifieke expertise, bijvoorbeeld: coördinator interne en externe stages, nazorg bieden aan leerlingen twee jaar nadat ze de school hebben verlaten en het bewaken van doorlopende leerlijnen bij rekenen, taal en de praktijkvakken. De schoolmaatschappelijk werker wordt via MEE ingekocht. De Schoolarts (GGD) is lid van de Commissie Van Begeleiding. Het personeel van de Bernardusschool biedt leerlingen een warme en veilige omgeving. De kleinschaligheid maakt de Bernardusschool speciaal; het personeel kent alle leerlingen en andersom. Het personeel is zeer betrokken bij de doelgroep. Ze kunnen accepteren dat leerlingen anders zijn dan anders. Ze zijn zeer geduldig en creatief en ze kunnen denken in mogelijkheden. Het personeel is nieuwsgierig; ze staan altijd stil bij de vraag waarom de leerling handelt zoals hij handelt. En tot slot: het personeel is gericht op ontwikkeling, zowel voor de leerlingen als voor zichzelf.
Indien een hulpvraag niet beantwoord kan worden door het personeel van de Bernardusschool, wordt dit voorgelegd aan CvB. De commissie besluit of en welke externe ondersteuning wordt ingezet. De school heeft veel samenwerkingsrelaties. Bijvoorbeeld: - Met een verwijzing van de huisarts en ten laste van eigen verzekering kan een kinderfysiotherapeut op school fysiotherapie geven. - MEE; - Compaan; - Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE); - Centrum Autisme; - Leerplicht. - Er is veel samenwerking met de winkeliers in de buurt. De leerlingen maken bijvoorbeeld bakken schoon voor de bloemist, vouwen doosjes voor de slijterij en er zijn stageplekken voor de leerlingen in de winkels. De school heeft speciale en extra voorzieningen, gericht op de doelgroep. De school staat in een groene en bosrijke omgeving en er is een winkelcentrum in de buurt. In het gebouw zijn verschillende praktijklokalen (techniek, houtbewerking, kleine en grote
keuken, arbeidstoeleiding, groothuishouding), een fitness/dans/judozaal, een gymzaal, een time-outruimte en extra werkruimtes. Betrokkenheid van ouders De Bernardusschool vindt goed contact met de ouders belangrijk. Het personeel hoopt dat een wisselwerking ontstaat tussen ouders en school wat betreft opvoeding en begeleiding van de leerling. De betrokkenheid van ouders bij de school is groot. De Bernardusschool vindt het belangrijk dat ouders regelmatig de school bezoeken. Het personeel gaat ook op huisbezoek als ze nieuwe leerlingen in de klas krijgen. Dat is niet ieder jaar; soms zit een leerling drie jaren bij dezelfde leerkracht in de klas. Twee maal per schooljaar worden ouders uitgenodigd voor een tafeltjesavond, om de vorderingen van de leerling met de leerkracht en onderwijsassistent te bespreken. Daarnaast worden ouders uitgenodigd voor ouderavonden, informatieavonden, schoolfeestjes en besprekingen. Indien nodig hebben de leerlingen een contactschrift. De school heeft geen ouderraad, maar wel een zeer actieve MR. De MR neemt bijvoorbeeld ook initiatieven op het gebied van vervoer, naschoolse opvang en sponsoring. Ambulante dienst (AB-dienst)* Vanuit de Bernardusschool biedt één ambulant begeleider begeleiding aan leerlingen die zeer moeilijk leren en onderwijs volgen met een rugzakje in het reguliere of speciaal basisonderwijs of het praktijkonderwijs in de regio Den Haag. Op 1 oktober 2011 werden in totaal 18 leerlingen begeleid, daarvan volgden 14 leerlingen onderwijs in het basisonderwijs en 4 in het voortgezet onderwijs. Toekomst* De hoofddoelgroep van de Bernardusschool blijft ook in de toekomst de zeer moeilijk lerende leerlingen met eventuele bijkomende beperkingen en/of stoornissen. De expertise van het team van de Bernardusschool is groot, maar kan altijd groter. De komende jaren wil het personeel zich bijvoorbeeld gaan professionaliseren op het gebied van onderwijs aan de ZML/MG leerlingen. Dat gaat om leerlingen met een IQ onder de 35. Tegelijkertijd wil de school de mogelijkheden voor het onderwijs aan de ‘hoog functionerenden’ vergroten, bijvoorbeeld door de samenwerking met ROC’s uit te breiden en leerlingen de mogelijkheid te bieden om branchegerichte certificaten te halen. De samenwerking met het bedrijfsleven wordt nog meer geïntensiveerd. De directie besteedt veel tijd aan het zoeken van sponsors en het aanvragen van subsidies. Met die extra gelden zijn bijvoorbeeld de praktijklokalen en de fitnesszaal ingericht en worden methodes aangeschaft voor de praktijklessen. Door in te zetten op scholing van het personeel, waardoor de expertise en de inzetbaarheid op verschillende gebieden van alle teamleden wordt vergroot, hoopt de Bernardusschool ook in de toekomst kwalitatief goed onderwijs te kunnen blijven bieden. “Kwaliteit zit in de mensen; niet in het aantal personeelsleden.”