HEEMKUNDEKRING DE HEERLIJKHEID OOSTERHOUT
1995
nr3
HEEMKUNDEKRING "DE HEERLIJKHEID OOSTERHOUT" BESTUUR: voorzitter: Oosterhout A. de Visser Lange Voren 13 secretaris: Chr. Buiks Roerdompstraat 46 Oosterhout penningmeester: Den Hout J.L.A.vd.Gevel Achterstraat 2 bestuursleden: J.A.A.MOomen v.Borsselestraat 19 Oosterhout Zandheuvel 42 Oosterhout C.J.Huyben C.H.ter Kuile Brg.v.Beugenstr 14 Oosterhout Mezenlaan 24 Oosterhout S.Burggraaf
tel 26711 tel 53132 tel 55230 tel 53242 tel 54207 tel 33775 tel 22682
REDACTIE:
LEDEN-ADMINISTRA
Chr. Buiks S. Burggraaf J.A.A.M. Oomen
J.L.A. van de Gevel
TIE:
CONTRIBUTIE:
Contributie heemkundekring Oosterhout met abonnement op het Mededelingenblad Contributie heemkundekring Oosterhout met abonnement op Brabants Heem en met abonnement op het Mededelingenblad Donateurs
f 27,50 p.j.
f 45,-- p.j. f 25,-- p.j.
te storten op de volgende rekeningen, beide ten name van de heemkundekring "De heerlijkheid Oosterhout": A.B.N. Oosterhout rek.nr. 52.12.89.181 Postbank giro nr. 133.69.92. Beèindiging van het lidmaatschap schriftelijk vóór 1 januari aan de penningmeester van de heemkundekring.
.21(19
Mededelingenblad van de heemkundekring "DE HEERLIJKHEID OOSTERHOUT" 1gejaargang, nummer 3
1995
pag.: Tnhoudvan dit nummer
2419
P. Klaverdijk: Oosterhout uit het verleden, meer dan vijftig jaar geleden
2420
B. Willemen: Met de hondekar terug in de geschiedenis
2433
Niets uit deze uitgave van de heemkundekring mag worden vermenigvuldigd of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder de schriftelijke toestemming van de auteur.
r
GEHEENTE]
I~0 st 6f
Ji
.,~
o.m."".DONGfN
2."21
OOSTERHOUT
UIT HET VERLEDEN,
MEER DAN VIJFTIG JAAR GELEDEN
P. Klaverdijk.
Nu ik ga schrijven over de oude historie van Oosterhout valt het soms niet mee om de oude herinneringen weer voor de geest te halen. Toch zal ik trachten om datgene dat nog in mijn geheugen geprent zit, hier op papier te zetten. De bedoeling is om een indruk te schetsen van het Oosterhout van ruim 50 jaar geleden en dan vooral van de huizen en de toenmalige bewoners. Hoofdstuk 1 Het is bijzonder moeilijk om ergens een begin te maken met de wandeling door Oud Oosterhout. Normaal gesproken zou men in het centrum, dat is op de Markt moeten beginnen. Maar ik geef er de voorkeur aan om de Gasthuisstraat als uitgangspunt te nemen en zo richting Heuvel te lopen. Op de hoek van de Gasthuisstraat en de Rulstraat stond het huis van Kees van den Elshout, die daar met zijn moeder en zuster woonde. Ernaast woonde ondergetekende, met als buurman deurwaarder Harrie van Dorst, wiens zoon Jan achter dit huis een eigen bedrijfje bezat op elektrisch gebied. Na korte tijd vestigde hij zich op de Leysenhoek onder de naam Elektrisch Installatie Bureau. Dan belanden we bij Koos Evers, die daar indertijd met zijn zuster een boerenbedrijf had, maar er vrijwel niets meer aan deed. Een dochter van boer Evers uit de Bouwlingstraat (Gonneke) was daar in huis groot gebracht en die is daar tot het laatst in blijven wonen. Dan kwam het indrukwekkende huis van Sigebert Fick, iemand met een opvallend postuur. Hij bezat een aparte fiets met dubbele stang waarmee hij zich naar zijn bedrijf in de St. Jansstraat spoedde. Aangrenzend aan dit mooie huis stond een bijgebouw, waarin een zgn.
2.1./2.2 huismeester woonde. Dat was de heer Werten, waarvan één van de kinderen getrouwd was met gemeenteontvanger Maas en een dochter met meester Mignon van Oosteind. Deze laatste was een groot musicus en kenner van de plaatselijke geschiedenis. Het missie-orkest onder leiding van Mignon oogstte indertijd veel succes in Oosterhout en wijde omgeving. Hier voorbij stond het zgn. armenhuisje dat bewoond werd door vrouw Loonen. Dan kwam het monumentale pand van de fam. Van de Pol, uit rode steen opgetrokken, een lust voor het oog. Later werd het bewoond door Or. Sluyters. Aansluitend kwam de sigarenwinkel van Tempelaars en daarboven woonde C.Jongmans-Caron, beter bekend als Cor den Bakker. Daaraanvolgend kwam de bakkerij van Vermeer, die als eerste een muntautomaat had, waar men na sluitingstijd voor een kwartje een gebakje, koekjes of andere versnaperingen kon halen. Als we dan de straat oversteken en beginnen op de hoek van de Braak krijgen we eerst het pand van Van Riel, die daar een grossierderij had in delicatessen, o.a. bonbons, drop en andere versnaperingen. Daar tegenaan stond de pastorie van pastoor Asselbergs en zijn beide kapelaans. Deze bedienden de H. Hartkerk, die in de volksmond de Paterskerk genoemd werd, waarvan nu alleen nog maar de toren en het achterfront overeind staan. Op de hoek van de Arendstraat woonde de heer Kramer, die beheerder was van de Amsterdamsche Bank. Hij speelde destijds een belangrijke rol in het culturele leven van Oosterhout. We gaan rechtsaf de Arendstraat in en komen dan bij de rijwielhandel van Harrie Groos met vlak daarnaast SeldersDe Glas die een winkel had voor huurkleding, zoals voor bruiloften, partijen, uitvaarten, etc. Er tegenaan stond de woning van de directeur van het postkantoor. Dan kwam het St.Vincentiusgebouw waarin de kraamzorg van het Wit-Gele Kruis was ondergebracht. Daar werkten Juffr. Witteveen die afkomstig was uit Breda en Juffr. Hagenaars. Beide hebben geholpen bij honderden bevallingen. Ook was in dat pand de bibliotheek gevestigd, waar men voor 5 cent in de week een boek kon lenen. Het gebouw werd beheerd door Betje van der Avoird, die met haar zuster Correke er voor zorgde dat het
2.Jv2.3
gebouw goed werd bijgehouden en schoon gemaakt. Nu zijn we bij het postkantoor waar de bekende ambtenaren Willems, Van Dongen en Tempelaars de mensen van achter het loket bedienden. Naar ik meen waren er ook enkele dames werkzaam. die om beurten dienst hadden. Dan kwam het bekende huis met de trapkes, dat bewoond werd door -naar ik meen- Fred Don. die daar een administratiekantoor had. Dan volgden de fam. Schenkels, Correke Pols met Toontje. en als kostganger Jan Wijninga. Vervolgens het magazijn van Van Beek en de slagerij van Jan Brocx en zijn broer. In datzelfde pand zat ook de familie Boerkamp en daarnaast was de kapsalon van de gezusters Beesems. Dan kwam de Kleine braak met aan de andere kant het woonhuis van P.Smits-Rubbens. één van de directeuren van Smits van Gils, die onder de naam Smitili zijn produkten aan de man bracht. Verder lopend hadden we het depot dienst van wijnhandel Frencken met daarnaast de winkel van de Velo. die huishoudelijke artikelen verhandelde en beheerd werd door de heer Melis. Menige Oosterhouter kocht hier zijn spullen. omdat je die hier op afbetaling kon aanschaffen. Aan de overkant van de weg gaan we nu terug. In de inham aan de overkant van de straat woonde als eerste Van Gils en daarnaast Willem Groos die een winkel dreef in manufacturen. Dan een blinde muur waarop een glazen kastje hing waarop de mededelingen vermeld werden die in het dorp plaats hadden. Het eerstvolgende huis was van meester Meulendijks en dan kreeg je de schoenwinkel van Jan Spapens. Betje Krijnen dreef daarnaast een boterwinkeltje, dat naar de pomp aldaar beter bekend was als de Fense pomp. Op de hoek van de Arendstraat en de Nieuwstraat komen we bij de winkel van André van Hilst. Die was oorspronkelijk afkomstig uit Waalwijk. Van Hilst verkocht allerlei levensmiddelen. Boven de winkel woonde Harrie Verpalen, die zijn voordeur had aan de Arendstraat. Waar nu het Kanton gevestigd is, woonde Bernardus de Vos en vervolgens Van Slobbe, Van de Groen en Koos van Bekhoven. Dan twee winkelpanden: het Raedthuys. een drankwinkel en daarnaast een hoedenwinkel van de fam. Siemons. Het volgende pand was van tandarts Boelaars en daar weer naast had dokter
*
~-------_._-----
Ooster hout
..
De Arendstraat en de Nieuwstraat in 1917. Het grote pand op de voorgrond was toen de kruidenierswinkel van Henri
van der Veldenen Co. Voor 1911stond hier Hotel De Zwaan. Op de achtergrond links het huis van H. van der Pol, dat
gebouwd is in 1913. Dit pand moest plaatsmaken voor het winkelcentrum Arendshof.
~ 1.t 2S
Sluyters zijn praktijk. Als ik me niet vergis, was daar ook het woonhuis van architect Temeldeli. De sigarenwinkel van Martens met de trapgevel stond er ook toen al in dezelfde stijl als heden ten dage. Het laatste en grootste gebouw in de Arendstraat was het patronaat: dit was voor de Oosterhouters hèt verenigingsgebouw. Hier werden veel toneelstukken opgevoerd. Op zaterdag en zondag kon men hier kaarten, biljarten etc. Het gebouw stond onder beheer van de broeders van Huybergen. Vooral bekend waren broeder Gummarus en broeder Pius, de eerste vooral door het toneelstuk 'De schout van Oosterhout'. Als we hier de hoek omslaan komen we weer in de Gasthuisstraat, die aan deze kant geheel werd ingenomen door de jongensschool. We gaan rechtsaf en komen in de Nieuwstraat. Hier woonde op de hoek de fam. Martens, waarvan een dochter gehuwd was met Toon Ligtvoet, de smid uit de Rulstraat. Iets verder kwam de garage van George Simons, die zelf op de Leysenhoek woonde bij Kees van Riel. Daarnaast woonde de directeur van de Tefab aan de Bredaseweg, Landman. Die moest na de oorlog zijn pand verlaten en toen werd het betrokken door de fam. Van Laarhoven. Hun wasserij aan de haven was namelijk in de oorlog door brand verwoest. En dan achteraan hadden we de sigarenzaak van Jan Donkers en Koosje Comelissen. Jan had zelf een klein sigarenfabriekje en bracht in de winkel zijn eigengemaakte rookartikelen aan de man. We gaan aan de overkant terug. Eerst de blauwe winkel van Bakker Marijnissen met daarnaast P. Mol en de smederij van Ligtvoet. Nadat we nog enkele woningen gepasseerd zijn komen we bij Kees Maas die met paard en wagen een dienst onderhield naar Breda. Als voerlui werkten daar Toon van Gils, Kees Donkers en Jan van den Elshout en nog ettelijke anderen. Dan hadden we Janus Kops met zijn zuster. Janus was kleermaker. Dan schoenmaker Van Gils en vervolgens Kees van den Elshout, die vertegenwoordiger was bij de Fick in de st. Jansstraat. Bij de timmerman ernaast kon men voor een stuiver of een dubbeltje een of meerdere maatjes brandewijn kopen. Wel moest je dan zelf een flesje meebrengen. We steken de Laan over en komen dan bij de snoepwinkel
2JJ2b van Nilles Rijen; hij bracht hier met zijn vrouw een rustige oude dag door. Vaak zat hij genietend op zijn stoel buiten en was dan altijd in voor een praatje. Daartegenover was het monumentale huis van Dr. Hohman. Ten westen daarvan komen we dan bij de protestantse kerk, die een eind van de weg af gebouwd was, met een plein en bomen ervoor. De ernaast wonende Gonneke Blom werd door de jeugd nogal eens geplaagd door bij haar belletje te trekken. Schoenmaker Schoormans woonde hier naast; zijn zoon was 'suisse' in de St. Jan. Hij liep met een band om zijn middel door de kerk om de kletsenden te manen tot bidden, etc. De fam. Geerts daarnaast stond bekend om de kaneelstokken. Bakker Oomes-Caron en even verder nog een bakker (Toon de Jong) completeren de Rulstraat, totdat we de Prins Frederikstraat bereiken. Toon de Jong had een hondenkar, waarmee hij zijn puike brood aan huis bezorgde. We steken over en komen dan bij het grote complex van de nonnen met de kleuterschool, 'de bewaarschool'. Daarnaast was het garagebedrijf van Ligtvoet en dan het grote herenhuis van Heintje Martens. Vanaf de grote poort keek je in de werkplaats. Voorbij die poort was de winkel van Chr. Brouwers, die ook schilder was en op dit gebied een goede naam had. Nu gaan we verder met het Laantje. Ik noem maar een paar bewoners van die straat op. Van de Diaconiehuizen werd er één bewoond door de heer Maas, aan wie men zijn belastingcenten kwijt kon en een ander door de fam. Borstrok, die een elektriciteitszaak dreef. Dan waren er nog twee winkels, waarvan de Seeko vooral bekend was, omdat men daar op afbetaling huishoudelijke artikelen kon aanschaffen. Dit was de winkel van Adriaan Vermeulen -Smans en daarnaast stond de winkel van Josef van Herp, die als houtbewerker zijn produkten aan de man bracht. Op de hoek woonde Waltherus Hagenaars die getrouwd was met een zuster van Piet Schoenmakers uit café De Beurs. De andere kant van het Laantje is mij niet zo goed bekend. Naar ik meen woonde er een zekere Slagmolen en ene Jaspers. Die laatste had een timmerbedrijfje, dat later verplaatst werd naar het kanaal.
.2"27 Nu zullen we de St. Jansstraat ofwel het Kerkepadje even de revue laten passeren. Laten we maar vanaf de Markt beginnen. Als eerste hadden we links de slagerij van Nico van Herp met daarnaast de muziekwinkel van Van Baal en de winkel van Zagers, de zadelmakerij. Even daar voorbij stond een nieuwe woning. waar de fam. Fick- van der Aa sinds hun trouwen in woonde. Ook hadden we daar de bakkerij van Etienne Oomens en even verder de winkel van de Fick, waar later de Openbare Bibliotheek domicilie koos. lets verder was Evers met een sigarenzaak gevestigd en dan kregen we een van de populairste personen van OudOosterhout: Drik de Jong, de bloemist. Hij was heel bekend als muzikant en richtte de drumband St. Jan op. Als we dan het Laantje oversteken krijgen we de winkel van Van Wijngaarden, ook een sigarenzaak. Dan belanden we bij de Kaa Bee Bazar die eigendom was van Hein van Tilburg. Hier was zowat van alles te koop. Dan kregen we de drukkerij en voor zover ik me herinner dan Max de Hoogh en de gezusters de Hoogh en nog enkele andere gezinnen. We gaan naar de overkant en hebben dan op de hoek de snoepwinkel van Janus Vingerhoets. Dan, met nog een huis ertussen. het bondsgebouw, waar de R.K. werklieden hun vergaderingen en culturele avonden hadden. Het werd ook gebruikt door de aparte bonden. zoals de Houtbond, de Metaalbond, de Suiker, etc. en door instellingen als Herwonnen Levenskracht. Het Kanunnik van Schaik fonds en ook door de Centrale Volksbank. Vlak daarnaast stond de drukkerij van Herrie van den Hout en verderop de slagerij van .
Kees Donkers en dan de biljartwinkei van de fabriek van Roothart, met aansluitend Evers, een drankwinkel, waar ook veldwachter Evers woonde, een oud maar erg gewaardeerd persoon met een indrukwekkende krulsnor. Na een aantal huizen kwam de drukkerij van Janus Tielemans met daarnaast de winkel van de fam. Van Beek. Dan volgde de alom bekende winkel van Marinus Biemans de Wijs, de bekendste manufacturenwinkel van Oosterhout. Deze was heel goed gesorteerd op het gebied van lakens, ondergoed. handdoeken en dit alles tegen een redelijke prijs. Het pand daarnaast was indertijd de winkel van Gerard Oomen- Van de Zanden. die al na vrij korte tijd een zaak
I
~ I
.
De Arendstraat in 1915. Geheel rechts hel jongenspatronaal, gebouwd in 1906 met daarachter het Broederhuis, gebouwd in 1895. Het hoge huis op de achtergrond werd in 1913 gebouwd door H. van der Pol, met links daarvan de bakkerij van Vermeer, waar de Oosterhoutse tram wel eens is binnengereden. Links de winkelpui van Selders en hel grolere huis daarachter was vroeger in gebruik bij de Amrobank.
21i29 begon in de Arendstraat. Op de plaats waar hij woonde staat nu een café. Vervolgens kregen we een melkzaak die door Ko de Nijs gerund werd en later door zijn dochter, die getrouwd was met Piet van Etten, zoon van de drankenhandelaar op de Markt. Als we de Hoge Pad -nu de Kanonnierstraat- oversteken, komen we bij het alom bekende café van Ko de Nijs: de Kanonnier. Dit was voor jong en oud een trefpunt in de weekenden. Er stond een heel groot orgel 'de Rupel', één van de grootste draaiorgels van de verre omgeving. Ko had het gekocht in de omgeving van Antwerpen. Nu komen we bij de fabriek van de Fick: hier werkten heel wat Oosterhoutse sigarenmakers. Het bekendste produkt was de pruimtabak, die in puntbuilen verkocht werd. Na enkele kleine woningen komen we bij de viswinkel van Van Balkom, die zelf ook een verwoed visser was en altijd bij de Biesbosch of de Oude Haven en de Maas was te vinden. Hij was ook altijd bereid je de fijne kneepjes van de sport bij te brengen. Nu belanden we op de Markt, het centrum van Oosterhout. Elke zaterdagmorgen stonden hier de kramen opgesteld. Op de hoek rechts eerst de winkel van Jan Oomen-Smits, met in de gevel ingemetseld de naam 'Huis van Vertrouwen'. Even verderop hadden we de fotozaak van Jan de Jong-Adank, zowat de eerste fotozaak uit die tijd. Daar tegenaan kwam de galanterie-zaak van Snelders. Deze had een soort doorgang naar de Kerkstraat. Helrnus Snoeren was daar winkelbediende en aangezien Mevr. Selders slechthorend was, moest hij meestentijds de klanten te woord staan. Dan beginnen we in de Kerkstraat met de mooie winkel van Kees van Tilburg, die allerlei meubels, tapijten en serviezen verkocht. De kapperszaak van Steven Banken grensde hieraan. Steven was ook grimeur van de vele Oosterhoutse toneelverenigingen. De winkel van Piet de Gruyter was een prachtig blauw betegeld pand, waar koffie, thee etc. verkocht werd en waarboven de zgn. Sociêteit gevestigd was, waar de gegoede burgerij bij elkaar kwam. Er werd daar ook menigmaal een stevige borrel gedronken. Vlak achter dit gebouw was een pleintje met o.a. de woning van Gijs Kerkhof, die stoker was bij Smits van Gils en van Toontje Verhuist, die boodschappenjongen was van Oomen-Smits van de Markt.
V/10 Nu zijn we gekomen bij Jack van Bommel die een kapperszaak dreef, maar meer bekend was als bespeler van het kerkorgel in de St. Janskerk en tevens dirigent was van diverse muziekgezelschappen. Bij de winkel van Mertens, met de naam 'Knap Vrouwke' kon je als je op zaterdag van de Heuvel naar de Markt slenterde of omgekeerd allerlei versnaperingen kopen. Later is die winkel het eerste filiaal geworden van Jamin, met als vaste kassajuffrouwen de gezusters Oomen. Aansluitend kregen we de drukkerij van Van Hemert, maar het voorste gedeelte van deze zaak werd ingenomen door de Volendammer viswinkel van Jantje de Koning, Als we nu oversteken hebben we op de hoek van de Keiweg het prachtige huis van Peerke Zeegers. Gelukkig is dit pand, met het Maria-beeldje op de gevel, behouden gebleven. In de oorlog gingen veel mensen hier bidden. Daarnaast was een meubelzaak van één van de zonen van Hein van Tilburg. Zijn vrouw, Mientje De Bont is hier bevallen van een drieling, een feit dat niet zo vaak te vermelden valt in de historie van een plaats. Dan kwam de winkel van Betsie Biemans, die daar een zaak in baby-artikelen dreef. Even verderop het woonhuis van de fam. de Hoogh, een van de firmanten van de koekfabriek. De daarnaast gebouwde winkel van Toon Magielsen, beter bekend als het Spijkerbaasje, zal elke oude Oosterhouter zich nog wel herinneren. De winkel staat er trouwens nog steeds. Toon werkte bij de firma Van de Pol-Van Hassel op de Rul. Ook de Bon Marché was een erg goed bekende winkel, waar men van alles op het gebied van huishoudelijke artikelen kon krijgen. Door de doorlopende gangen was het voor het Oosterhout van voor de oorlog een luxe zaak. Dan kwam het herenhuis van de fam. De Hoogh. De zaak van deze familie in de Torenstraat heette Jabtaw: dat waren de voorletters van de zes kinderen van dit gezin. Zo kwam de nougatfabriek in de Torenstraat aan die vreemde naam. Charter daarnaast had een winkel in stoffen en wol, terwijl het volgende pand bewoond werd door de heer Oomen, een horlogemaker, die als bijnaam had den Burt. Hij hield ook het uurwerk van de St. Jan bij. Jonkergouw had een kapperszaak en een winkel: toen de zonen onder dienst gingen, moest Jonkergouw zelf de verkoop ter hand nemen.
:2l.t3J Hier aan palend bevond zich de winkel van Albert Heyn en dan het Brabants Koffiehuis, dat beheerd werd door de fam. Van de Zanden. Na een gangetje in te zijn gelopen, ontdekken we de boekbinderij en drukkerij van Flip de Both. Hier kon men ook voor een luttel bedrag boeken huren. Het voorste stuk van het pand was van koperslager Dorus Broeders. En wie kent niet meer de sigarenwinkel van Papen de Vries? Deze bezat elders in Oosterhout een sigarenfabriekje. Dan het huis van wijnhandelaar Van Etten en op de hoek van de Klappeystraat de chocolateriewinkel van Noud Smits, beter bekend onder de naam Lisette. Hier kon je op het gebied van bonbons een uitgebreid assortiment aantreffen. We laten de Klappeystraat even rusten en steken over Op de hoek hadden we dan eerst de sigarenwinkel van Victor Neomagus en dan de winkel van Peeters, die ook in sigaren deed, maar eigenlijk in 'functie was bij de Zuider Stoomtramweg Maatschappij.(die later overging in de B.BA). Een heel bekende winkel was die van Raming (voorheen Bloemen). Deze winkel werd beheerd door de heer Langenberg. Hier kon men van alles krijgen op het gebied van meubels, gordijnen, etc. Dan Apotheek Van Loon, destijds de enige die Oosterhout rijk was, later voortgezet door de heer Meulenmeester. Nu nog zien we de gaper, het symbool van de apotheken, boven de deur prijken. De volgende winkel werd gedreven door de vrouw van schilder Biesen. Vervolgens een groot huis bewoond door het kroostrijke gezin Smits. Smits was firmant van de al eerder genoemde suikerwerkfabriek. Dan het grote pand van dokter Leijgraaf, een van de weinige huisartsen van het vooroorlogse Oosterhout. Toon Bruyns, de bezitter van de volgende zaak, had in het begin alleen maar rijtuigen; later werden dat auto's en bussen. Aan zijn zaak was een sigarenwinkel en een café verbonden. Schuin ertegenover was ook nog een winkel, maar wat ze daar verkochten weet ik niet goed meer. Vervolgens de bakkerswinkel van Speekenbrink en dan het monumentale huis van tandarts Snieders. Dan kregen we het stoffenwinkeitje van Juffr. Jansen en vervolgens de slager Klaas van Riel, een winkel waar nu de derde generatie al het vak uitoefent.
;tli3t Aan de overzijde van Leeuwendwarsstraat hadden we dan kapper de Moor, met de winkel van Huyben, die in lampen en sanitaire benodigdheden handelde. In het straatje daarachter was de smederij van Guus Franken, die later naar elders is verhuisd. Dan kregen we de winkel, tevens grossierderij van Oomen- de Kanter. Keeske Hessels bezorgde de verschillende artikelen van deze winkel aan huis. Peet de Hoogh in het huis ernaast was verzekeringsagent. Na een open ruimte kwam de bioscoop van Koppelpaarden, de enige in Oosterhout. Evert van den Hout was hier kaartverkoper en Noudje Elands zorgde voor de projectie van de films op het witte doek. Hotel Koppelpaarden werd gerund door de heer Peeters. Het had een prachtige tuin, waarin nogal eens concerten gegeven werden. Daar vlakbij was de tramremise met de opstapplaatsen. Later kwamen hier de bussen van de BBA. Aan de andere kant van het station stond de woning van Blom met een leerlooierij. Aan de andere kant van de St. Jozefstraat doemt dan het prachtige huis van de heer Slootemaekers op. Eén van zijn zoons werd pastoor in Geertruidenberg. De kolenzaak van Piet Brocx voorzag een groot deel van Oosterhout van kolen. Hij reed met paard en kar langs de huizen om de kolen te af te geven. Zoon Gerrit bracht het later nog ver in de landelijke politiek. We gaan nu terug langs de andere kant van de Leysenhoek en krijgen dan eerst de sigarenfabriek Lombok die eigendom was van de heer Hoekstra. Later werd dit een schoenfabriek. Vervolgens de winkel van het schildersbedrijf van Snelders en dan na enkele woningen een landbouwersbedrijf. In een hoek van het erf stond had Jan Mercx vele jaren zijn friteswagen staan. Het St. Jozefziekenhuis was indertijd ziekenhuis maar ook bejaardentehuis. De zusters en verpleegsters maakten er de dienst uit. Iedereen sprak over het Gasthuis. De bejaarden verbleven in houten barakken achter in de tuin.
:J.1{33
"Met de hondekar terug in de geschiedenis" door Bert Willemen.
Als amateuronderzoeker speur je graag naar allerlei bijzondere zaken uit het verleden, vooral als dit ook nog raakvlakken heeft met jezelf. Door een stamboomonderzoek naar de familie Willemen kwam ik erachter dat mijn overgrootvader, dit was Adriaan Willemen, in Gilze rondging met de oliekar. Deze ontdekking was het begin van mijn hobby, namelijk het opsporen en verzamelen van allerlei gegevens over het transportmiddel "de hondekar". Bij het onderzoek van mijn familie kwam ik erachter dat mijn overgrootvader met een hondekar petroleum ventte en hij stond ook als vergunninghouder geregistreerd. De kennis die bij het onderzoek is opgedaan, kan men ook overbrengen op andere geïnteresseerden. Allereerst is het verstandig dat de opgedane kennis met het opgespoorde materiaal over het onderwerp zoveel mogelijk op papier vastgelegd wordt. Hierin kan men dan ook foto's en diverse afbeeldingen en de interviews met de diverse personen over dit onderwerp opnemen. Ook mag men in dit geheel niet een verantwoorde bronverantwoordinQ overslaan. Zo ontstond mijn rapport: "De hond en de hondekar". Dit is aan de redactie van "De Mulder", het heemkundige tijdschrift van de heemkring "Molenheide" uit de gemeente Gilze en Rijen. aangeboden. Men heeft de relevante gegevens uit hun gemeente gepubliceerd. In de beginjaren negentig kwam het contact met de hoofdredacteur van het tijdschrift "Onze Hond" tot stand. Dit blad had interesse in het rapport "de hond en de hondekar" en zo werd het in maandelijkse afleveringen gepresenteerd aan de hondenliefhebbers. Op het gepubliceerde rapport over de hond en de hondekar in het genoemde tijdschrift kwamen allerlei interessante reacties van lezers van dit blad binnen. Ook hadden enkele projectleiders van een tweetal tentoonstellingen interesse in dit onderwerp. Zo werd de medewerking gevraagd voor enkele tentoonstellin-
~1.(3" gen zoals: "Dieren als werknemer. Beestachtig." gehouden in het Natuur-Historisch Museum te Tilburg, maar ook voor: "Aanslaan Is betalen" in het Belasting-museum uit Rotterdam. Als reactie op een krantenrecensie van "Brabants Dagblad" over deze laatste tentoonstelling kwam het contact tussen de uitgeverij van de bekende serie van oude ansichten, te weten de Europese Bibliotheek te Zaltbommel, en mij tot stand. Men had interesse om over het onderwerp de hond en de hondekar een boekje in hun bekende serie uit te gaan geven. Zo werd dit idee rond de carnavalsdagen van 1993 geboren. Het was de opdracht aan de auteur om geschikt fotomateriaal te selecteren en bij de verschillende onderdelen van dit onderwerp teksten te schrijven. Volgens afspraak werd voor de "deadline" het manuscript met het bijbehorende fotomateriaal bij de uitgever aangeleverd. Enkele maanden later, intussen was het einde van 1993 genaderd, rolde het boekje met als titel: "De hond en de hondekar In oude ansichten" van de pers. Intussen was de opdracht aan de auteur om een reclame-campagne te houden rond de uitgave van dit boek. Door mij werden, als auteur, boeken-folders verspreid en interviews met de lokale pers over het uitgekomen boek gehouden. Hoogtepunten van de reclamecampagne waren ondermeer: een radio interview bij de lokale omroep ORTS in een live-uitzending vanuit café "De Kloek" aan de Leijsenhoek te Oosterhout, en het houden van een radio-gesprek voor een tijdsduur van één uur tussen de presentator van de "Lokale Omroep Dongemond" in Raamsdonk en mij als auteur van het verschenen boekwerk. Maar een ander hoogtepunt was eigenlijk wel de overhandiging van het "eerste exemplaar" van het boek "De hond en de hondekar in oude ansichten" aan de "Raad van Beheer op Kynologisch gebied in Nederland". Dit alles gebeurde op de internationale hondententoonstelling, "De Winner" op 4 dec. 1993, in de RAL te Amsterdam. Voorafgaande aan dit alles werd samen met de hond "Wammes", zijn begeleider en A. Pijpers [als petroleumventer uit de jaren twintig], allen uit Gilze, en mij een demonstratie met de hond en de hondekar verzorgd.
:J."3& Hiermeewerdweer even de nostalgievan de petroleumman met hondekaruit het verledenaan de toeschouwersgetoond.
,<
Hier zien we de hond "Wammes" samen met A. Pijpers
uitGilze [te zien als petroleumventeruit dejaren twintig] een demonstratie verzorgen op de internationale hondententoonstelling "De Winner" in de R.A.I. te Amsterdam op 4 december 1993. Men laat hier de toeschouwers zien hoe men vroeger met de hondekar werkte om zo zijn beroep met dit vervoermiddel uit te kunnen oefenen. Collectie B. Wllfemen uit GIlze.
/I,"'~"
"De hondekar [algemeen]". Tot in de twintigerjaren van onze eeuw kwam de hondekar nog vrij algemeen voor. De trekkracht van de hond bleek de mens goed van dienst te kunnen zijn. Ingespannen voor, onder of achter de kar liet de mens de hond voor hem werken. Allerlei lasten en vrachten werden zo per hondekar vervoerd. Hondekarren waren vooral populair bij bakkers, groenteboeren, kruideniers, melkventers, slagers, looiers, petroleum-venters en boeren. Vanaf de jaren dertig verdwijnt de hondekar meer en meer uit het straatbeeld. Dit blijkt uit een vragenlijst uit 1993 over de keuring van trekhonden uit Oosterhouts gemeente-archief. 1] Er waren andere vervoersmiddelen in zwang gekomen. Bovendien was de regelgeving rond de inzet van trekhonden in de loop der jaren een stuk scherper geworden. 15
~
~
2
3
I"
13
s
G
7 8
10
11
12