STOP IN Hedendaagse dans uit Indonesië
3 za 4 okt 2 za 015 2
something in deSingel 1
STOP IN Hedendaagse dans uit Indonesië
Indonesië
za 3 okt 2015 17 23 uur streetfood stalls op plein deSingel 19 uur Fitri Setyaningsih | Absorbing and Squeezing & I’m almost plastic 20 uur Eko Supriyanto | Cry Jailolo 21.30 uur Garin Nugroho | Nocturno doorlopend installaties
We nemen u mee naar Java, het culturele hart van Indonesië, een mozaïek van kleine dorpen en hectische moderne steden, een eiland van contrasten. In de hoofdstedelijke regio Jakarta leven twintig miljoen inwoners tussen luxueuze winkelcentra maar evengoed te midden van een continu verkeersinfarct, vervuiling en sloppen wijken. ’s Avonds wedijveren gamelanklanken met de beats van cutting edge nachtclubs. De recente economische groei, één van de snelste ter wereld, bracht een steeds groter wordende middenklasse met zich mee, die elke nieuwe trend onmiddellijk assimileert. Onmogelijk om een volledig overzicht te presen teren van hedendaagse dans in een gigantisch land als Indonesië, hebben we voor u een selectie gemaakt van een aantal opmerkelijke kunstenaars die hun wortels hebben in Java. Ze hebben hun thuisbasis in Solo of Jogjakarta - door tempels, rijstvelden en vulkanen omringde steden (waar de meeste kunstenaars wonen). Hun creaties zijn tegelijk geworteld in een verfijnde, zeer sterk verankerde danstraditie én in het dagelijks leven dat razendsnel evolueert. In hun werk reflecteren ze over belangrijke thema’s en kwesties uit de hele Indonesische archipel. De ontmoeting tussen de traditie en het hedendaagse ziet u in de solo van Rianto en in het werk van Melati Suryodarmo, waarin de invloed van beeldend kunstenares Marina Abramovic verwoven is met sjamanistische praktijken. Garin Nugroho reflecteert over de positie van de vrouw in Indonesië. En in het werk van Eko Supriyanto en Fitri Setyaningsih komt hun bezorgdheid over het klimaat en de natuurvervuiling aan bod. Dit laatste thema wordt ook besproken door filosoof Etienne Turpin. Zijn boodschap is positief: de megacity Jakarta is volgens hem geen probleem dat opgelost dient te worden, maar een bron van inspiratie voor de toekomst. We hopen dat u ons vergezelt op deze verrassende reis naar Indonesië vandaag, vol inspirerende ontmoetingen en artistieke ontdekkingen.
zo 4 okt 2015 15 uur Eko Supriyanto | Cry Jailolo 16.30 uur Fitri Setyaningsih | Absorbing and Squeezing & I’m almost plastic 17.30 uur Garin Nugroho | Nocturno doorlopend installaties di 13 okt 2015 20 uur Ioannis Mandafounis & Agus Margiyanto doorlopend installaties vr 16 okt 2015 20 uur Melati Suryodarmo | Sisyphus doorlopend installaties za 17 okt 2015 19 uur Garin Nugroho | Nocturno 20 uur Melati Suryodarmo | Sisyphus 21.30 uur Garin Nugroho | Nocturno doorlopend installaties ma 19 okt 2015 20 uur Etienne Turpin doorlopend installaties vr 23 okt 2015 20 uur Choy Ka Fai | SoftMachine: Rianto doorlopend installaties za 24 okt 2015 20 uur Choy Ka Fai | SoftMachine: Rianto doorlopend installaties
Met dank aan Goethe Instituut Zuid-Oost Azië voor het mede mogelijk maken van dit programma.
3
za 3 okt 2015 Rode zaal 20 uur zo 4 okt 2015 Rode zaal 15 uur ±60 min € 22 (basis) € 12 (-25/65+) € 8 (-19 jaar)
Belgische première
ok k o is e t zo e be e gra anc t d r m ch lu rf o pe openFitri ih n n i va ings n tya p. 7 Se
vr 16, za 17 okt 2015 Theaterstudio 20 uur
Cry Jailolo In bijna elk gesprek over dans in Indonesië valt de naam van Eko Supriyanto. In Solo, waar hij vandaan komt, leerde hij als kind traditioneel Javaans dansen van zijn grootvader. Later specialiseerde hij zich in het vermengen van deze dans met Balinese en moderne dans. Hij werd wereldberoemd in eigen land toen Madonna hem uitkoos voor haar Drownedtour van 2001. De popster zou in het bijzonder onder de indruk geweest zijn van Supriyanto’s talent om gevechtskunst te combineren met dans. In zijn meest recente creatie, die we voor u naar deSingel halen, danst hij niet zelf, maar maakt hij een betoverende choreografie voor zeven jonge mannelijke dansers uit Jailolo. Deze baai maakt deel uit van de Molukken, de legendarische Indonesische specerij-eilanden met vooral ongerepte stranden en fantastische duiklocaties. Gedurende drie jaar reisde Supriyanto geregeld naar dit paradijselijke oord om er samen met lokale dansers aan ‘Cry Jailolo’ te werken. Het werd een hedendaagse interpretatie van traditionele dansen van lokale stammen. Een uiting van bewondering voor de gemeenschappen die er leven en van de hoop dat er een einde komt aan de vernieling van de koraalriffen door visserij. Een roep voor het terugkomen van de vissen naar de baai. Dansant, hedendaags, krachtig. ‘Cry Jailolo’ is het allemaal. dans V eyndi Dangsa, Greatsia Yobel Yunga, Fernandito Wangelaha, Gerry Gerardo Bella, Noveldi Bontenan, Budiawan Saputra Riring, Geri Krisdianto met de steun van Kantor Pemuda Olah Raga Kebudayaan Dan Pariwisata, Kabupaten, Halmahera Barat, Kompleks Sasadu Lamo, Acango Jailolo Halmahera Barat, Maluku Utara (Indonesia)
© Pandji Vascodagama
±70 min
Sisyphus Melati Suryodarmo leeft in Solo en is beeldend kunstenares. Ze studeerde aan universiteiten in Indonesië en Duitsland, was leerlinge en later ook assistente van Marina Abramovic en haalde een postgraduaat in performancekunst. Onder invloed van haar grote Servische leermeesteres maakte Suryodarmo vooral soloperfor mances, waarin ze tijd nam om spanning op te bouwen en om de perceptie van de ruimte te vervormen. Met deze performances werd ze geregeld uitgenodigd door internationale festivals en musea hedendaagse kunst. Haar oeuvre spreekt over de relatie van het menselijk lichaam, de cultuur waartoe het behoort en de constel latie waarin het leeft. Suryodarmo zoekt de grenzen op van het lichamelijke kunnen en boort zodoende bij haar toeschouwers diepere emotionele lagen aan. ‘Sisyphus’, genoemd naar de Griekse mythologische figuur die tot het einde der tijden een rotsblok een berg op moet duwen, is haar eerste performance waarin ze met dansers werkt. Samen met hen exploreert ze sjamanistische praktijken, vandaag nog steeds gebruikelijk in Indonesië. De voorstelling was op het ogenblik van dit schrijven nog in ontwikkeling, maar een tussentijds toonmoment reveleerde een vormelijk verbluffend werk, met livemuziek en met dansers van topniveau. dans A gus Mbendhol Margiyanto, Cahwati Sugiarto, Retno Sulistyorini, Hendra Setiawan, Agung Wening Titis muziek Wukir Suryadi, Iqbal Ethnictro Lybus coproductie deSingel internationale kunstcampus, Mousonturm (Frankfurt), Institute of Asian Cultural Development South Korea, Studio Plesungan (Solo) © Idea Seni
4
5
€ 16 (basis) € 12 (-25/65+) € 8 (-19 jaar)
Belgische première
Ioannis Mandafounis & Agus Margiyanto p. 8
Enkele bedenkingen over hedendaagse dans in Indonesië p. 23
vr 23, za 24 okt 2015 Theaterstudio 20 uur ±40 min € 14 (basis) € 12 (-25/65+) € 8 (-19 jaar)
Belgische première
Installatie Choy Ka Fai SoftMachine p. 10
SoftMachine: Rianto In zijn ambitieuze project ‘SoftMachine’ onderzoekt Choy Ka Fai, afkomstig uit Singapore, de evolutie van hedendaagse dans in Azië. In twee jaar tijd trok hij naar dertien verschillende Aziatische landen. Vervolgens koos hij drie choreografen uit waarmee hij een performance wilde maken. Daaronder Rianto, een bijzonder getalenteerde danser afkomstig van Java en gespecialiseerd in de traditionele, erotische dans ‘lengger’. Rianto beheerste het repertoire van deze genderover– schrijdende danstraditie al op heel jonge leeftijd en blijft ook vandaag het publiek betoveren met zijn verleidelijke vrouwelijke bewegingen. Sinds hij in 2003 naar Tokio verhuisde, ontwikkelt hij choreografieën die steeds vertrekken vanuit zijn traditionele Javaanse achtergrond. De samenwerking tussen danser Rianto en choreograaf Choy Ka Fai resulteert in een voorstelling die de spanning en het effect van tegengestelde krachten op het menselijk lichaam onderzoekt. In hoeverre kunnen het mannelijke en het vrouwelijke, het traditionele en het hedendaagse, het stedelijke en het rurale samengaan in één enkel, dansend lichaam? Rianto brengt onder de kundige regie van Choy Ka Fai een hoogst persoonlijk autobiografisch portret. Hij vertelt over zijn Javaanse roots én over zijn leven vandaag, tussen Java en Tokio. En bovenal brengt hij voor u de mooiste dansen op scène, traditioneel én hedendaags. concept, regie, multimedia Choy Ka Fai choreografie, dansRianto dramaturgie Tang Fu Kuen eluidsontwerp Zulkifle Mahmod lichtontwerp Andy Lim Stage LIVEproductie, technische leiding g Yap Seok Hui met de steun van National Arts Council Singapore, TheatreWorks Singapore, danceBox Kobe, Kyoto Experiment, Attakkalari Centre for Movement Arts Bangalore, Living Dance Studio Peking coproductie SoftMachine digitaal archief deSingel
© Choy Ka Fai
za 3 okt 2015 Ballard Garden 19 uur zo 4 okt 2015 Ballard Garden 16.30 uur
Absorbing and Squeezing & I’m almost plastic Fitri Setyaningsih uit Yogyakarta wordt aanzien als één van de meeste opmerkelijke en beloftevolle jonge choreografen uit Indonesië. Haar prille oeuvre is doordrongen van traditie én vernieuwing. Ze leerde van jongs af klassiek Javaans dansen, gaandeweg ontwikkelde ze interesse in hedendaagse dans, die ze als vrijer ervaart, en die volgens haar meer aansluit bij de wereld rondom haar. In haar choreografisch werk creëert ze uitzonderlijke beelden die op het netvlies blijven kleven, vaak gevoed door kostuums die ze zelf maakt. Regelmatig werkt ze ook samen met hedendaagse beeldend kunstenaars. De invloed van de traditionele dans blijft echter zeer zichtbaar in haar werk doorheen het veelal ceremoniële, meditatieve en repetitieve karakter. In deSingel zal Setyaningsih na een residentie van twee weken een site specific performance in open lucht creëren ter hoogte van het kunstwerk ‘Ballard Garden’. Hierin zal ze twee van haar bestaande performances ‘Absorbing and Squeezing’ en ‘I’m almost plastic’ verwerken tot één hedendaagse ceremonie in openlucht. We ontdekken het resultaat graag samen met u en verwachten ons alvast aan een uniek momentum. © Fitri Setyaningsih
6
7
±40 min gratis
Europese première
made in deSingel
Foto’s p. 26-27
u p e r ka n d com form eze de biner ance voo en van rstell met S u p E ko i n g riya p. 4 nto
di 13 okt 2015 Theaterstudio 20 uur
z a 3 okt 2015 Muziekstudio 21.30 uur
±60 min
zo 4 okt 2015 uziekstudio M 17.30 uur
€5
Nocturno (film)
Belgische première
Melati Suryodarmo Sisyphus p. 5
toonmoment Tijdens dit toonmoment kan u het resultaat zien van een ontmoeting tussen Ioannis Mandafounis, u welbekend als voormalig danser bij The Forsythe Company, en Agus Margiyanto, een bijzonder getalenteerd Indonesisch danser die u ook aan het werk kan zien in ‘Sisyphus’ van Melati Suryodarmo (zie p. 5). In december 2014 ontmoetten ze elkaar voor het eerst en doken ze samen een week de Dansstudio van deSingel in. In maart 2015 trok Ioannis Mandafounis drie weken lang naar Jakarta, om daar kennis te maken met de Indonesische danscontext. Tijdens dit toonmoment willen deze twee danstalenten de vruchten van hun ontmoeting graag met u delen. Een blik achter de schermen van een interculturele ontmoeting.
Garin Nugroho, geboren in Yogyakarta in 1961, is een toonaangevend Indonesisch kunstenaar. Als een ware duizendpoot creëert hij speelfilms, documentaires, theater, opera, dans, installaties, schilderkunst en non-fictie. Hij wordt eveneens aanzien als een pionier van de avant-gardefilm na 1990. Zijn films ‘Opera Jawa’ en ‘Daundi Atlas Bantal’ kregen erkenning op verschillende grote filmfestivals waaronder dat van Cannes, Venetië en Berlijn. Zijn werk snijdt veelal Indonesische socio-politieke thema’s aan en wordt gekenmerkt door magisch realisme. Zo ook ‘Nocturno’. Dit fascinerend kortfilmpareltje combineert dansfilm, documentair werk en installatiewerk, en put uit diverse culturen van de Indonesische archipel, van Java en Sumba tot Aceh en Papoea. Zoals in veel van zijn werk, domineert ook hier het thema vrouw en moederschap, getekend door lijden en opoffering. Een unieke kans om kennis te maken met één van Indonesië’s meest veelzijdige en radicale kunstenaars.
coproductie choreographers’ LAB / Indonesia LAB een project van K ünstlerhaus Mousonturm en Goethe-Instituut Indonesië gesteund door Kulturstiftung des Bundes met de steun van Studio Plesungan (Surakarta), Komunitas Salihara (Jakarta), Indonesian National Committee Guest of Honour Program, Frankfurt Book Fair 2015, Duits Ministerie Onderwijs en Cultuur © Eline Ros
© Timur Angin
8
Bezoe k dez zo e voors 4 okt aan film op za 3 en sluite t e ll in en Fit ri Set gen van E nd op de k y a o n Supriy voor o ingsih anto f na . En Melat de voorste op za 17 o kt lling v i Sury odarm an o.
9
z a 17 okt 2015 Muziekstudio 19 uur z a 17 okt 2015 Muziekstudio 21.30 uur ±35 min € 5 | gratis op vertoon van uw ticket voor Eko Supriyanto en Melati Suryodarmo
Europese première
film
De kunst van migratie p. 28
Etienne Turpin
doorlopend van za 3 okt tem. za 24 okt | gratis
Choy Ka Fai
ma 19 okt 2015 | Muziekstudio | 20 uur | gratis
documentair project SoftMachine Wandelgang Muziekstudio & Expo |
p. 6
Wat vertellen steden ons over de verlangens van hun inwoners?
Wat is Azië? Choy Ka Fai uit Singapore stelt vast dat het antwoord op die vraag veelal bestaat uit veralge meningen en stereotiepen, terwijl Azië in werkelijk heid een continent is met achtenveertig verschillende landen. In een poging de clichés en exotismen te doorbreken, trok hij er vier jaar geleden op uit. Zijn missie: zichtbaarheid geven aan de veelheid van Aziatische culturen. In Japan, China, Indië, Singapore en Indonesië interviewde hij telkens twintig dansartiesten. In elk land maakte hij een performance en één of meerdere videoportretten. Het videogedeelte van zijn onderzoek kan u bekijken in deze installatie.
Volgens de geowetenschap leven we momenteel in het ‘antropoceen’, een nieuw geologisch tijdperk dat meer door menselijke activiteit gevormd wordt dan door natuurkrachten. Etienne Turpin zal het in deze lezing over het antropoceen hebben, uitgaande van zijn onderzoek in Jakarta. Deze stad heeft de tweede grootste stedelijke voetafdruk van de wereld en is de snelst groeiende stad. Jakarta barst uit haar voegen en probeert een steeds groeiend aantal inwoners onder te brengen. Sloppenwijken, chaotisch verkeer en regelmatige overstromingen trekken de aandacht van onderzoekers, NGO’s en hulporganisaties uit de hele wereld. In deze lezing zal Etienne Turpin betogen dat - in tegenstelling tot al diegenen die deze stad aanzien als een probleem dat opgelost moet worden - Jakarta gezien kan worden als een toekomstbeeld dat vroegtijdig in het heden is aangekomen. Om Jakarta te begrijpen, en daarmee gepaard gaand de gevolgen van het antropoceen, moeten we onze assumpties over leefbaarheid, over verlangen en over de stad bijstellen. Aldus Etienne Turpin.
coproductie deSingel
Katia Engel
documentaire project Gusmiati Suid Wandelgang Muziekstudio & Expo Katia Engel is een Duitse choreografe die woont en werkt in Yogyakarta. Samen met coregisseur Faozan Rizal en dramaturge Helly Minarti werkt ze aan een documentair project over Gusmiati Suid (1942-2001). Deze choreografe was afkomstig uit West-Sumatra, waar de matriarchale Minangkabau-cultuur heerst. Ze was één van Indonesië’s meest invloedrijke choreografen en ontwikkelde een eigen bewegingstaal gebaseerd op de gevechtskunst Pencak Silat. Ondanks het feit dat ze wereldwijd erkenning genoot en een Bessie Award ontving in 1991, is er weinig overzichtsmateriaal beschikbaar van haar werk. In deze video-installatie kan u materiaal bekijken dat in een film verwerkt zal worden, die in 2016 in première gaat.
Etienne Turpin is filosoof. Zijn onderzoeksdomein omvat complexe stedelijke systemen, politieke economieën van data en infrastructuur, beeldende cultuur, esthetica en ZuidoostAziatische koloniale wetenschapsgeschiedenis. Hij is oprichter en directeur van anexact-office, een designonderzoekspraktijk in Jakarta.
producer Yessy Aprianti
Sara Nuytemans Observatory of the Self Inkomhal Sara Nuytemans groeide op in Antwerpen maar leeft en werkt momenteel in Yogyakarta. Terwijl velen de cultuurverschillen benadrukken, geraakte zij gefascineerd door de gelijkenissen tussen Indonesië en een land als België. Waarom zijn we hier? Wat is onze rol als mens? Deze fundamentele vragen zijn overal ter wereld aan de orde. ‘Observatory of the Self’ kadert in een reeks installaties die reflecteren over het universum, over meditatie en zingeving.
10
12
13
14
15
16
17
18
19
Cultural Center of the Philippines zie artikel p. 17 18
20
21
Enkele bedenkingen over hedendaagse dans in Indonesië
door Melati Suryodarmo
Ik was vijf jaar toen ik in onze tuin in Solo (Surakarta) Sardono W Kusumo de choreografie voor ‘Dongeng dari Dirah’ zag repeteren. Het was een onvergetelijk moment, één van mijn dierbaarste herinneringen aan zijn werk. Geboren in 1945 is hij één van de meest avant-gardistische pioniers onder de Indonesische choreografen. Hij is afkomstig uit Solo, maar werkt in Jakarta. Opgeleid in de traditionele dans studeerde hij in de late jaren ‘60 aan de Martha Graham School in New York en geraakte er vertrouwd met nieuwe choreografische vormen. Zijn werk is zeer geraf fineerd, vooral de stukken die gebaseerd zijn op bronnen uit Bali, Java, Kalimantan en Papoea. Sardono Kusumo’s veelal grootse producties buigen meestal terug op traditionele verhalen, breed uitgewerkt, met gebruik van traditionele elementen in de choreografie en sterk visuele toneelbeelden. Ik groeide op in de periode waarin mijn moeder één van de eerste studenten was aan de dans-afdeling van de academie en mijn vader - Suprapto Suryodarmo, net als Sardono Kusomo geboren in 1945 en afkomstig uit dezelfde kampong - in de leiding van het kunstencentrum zat waar hij zijn eigen danspraktijk ontwikkelde. Het milieu van dansers en muzikanten was mij dus vertrouwd. Ik ging vaak mee naar klassen en repetities, mocht ook backstage mee en beluisterde dikwijls de discussies tijdens hun collectief werkproces, zowel in traditionele als experimentele dansstukken.
Misschien is één van de belangrijkste elementen in de geschiedenis van de Indonesische dans de invloed geweest van de vroegste leraars in de kunstacademies. Eén van hen was Humardani, stichter en eerste directeur van de Akademi Seni Karawitan Indonesia (ASKI), die vanaf de jaren ‘70 sterk bepalend was. De opleiding van Humardani focuste op de formalisering van de dans, meer begaan met de techniek en het vastleggen van de traditionele dans dan met de rituele en spirituele aspecten ervan. Door zijn studenten werd hij beschouwd als het anker van de voorvaderlijke aanwezigheid binnen de moderne context. Tijdens zijn leraarschap werden dansers getraind in westerse discipline en in fysieke beheersing. Hun fysieke training begon met wat bekend staat als “injeksi” (injectie), om 5 uur ‘s ochtends, gevolgd door een gezond ontbijt waarna de lessen aanvingen. De meeste dansers hadden een haast perfect lichaam voor hedendaagse dans, al waren de meeste choreografieën die ze uitvoerden klassiek of op de traditie gebaseerde nieuwe creaties. Naast de kunstscholen waren er dansmeesters met een eigen stijl die een ‘sanggar tari’ (een onafhankelijke dansschool) openden. Net als in andere grote steden bestonden er in Solo veel dergelijke privéscholen.
Ik vond een heel knap essay over de verschillende danspraktijken van Sardono W Kusumo en van mijn vader Suprato Suryodarmo - twee lichtende voorbeelden die ik sinds mijn jeugd volg en observeer - van de hand van Paul Stange, een Australisch historicus die vanaf de jaren ‘70 publiceerde over Javaanse spiritualiteit en cultuur. Volgens Stange was Sardono W Kusumo’s werk eerder georiën teerd op de Javaanse spiritualiteit dan op de traditionele dans. En hoewel Suprapto Suryodarmo’s werk door de Indonesische danswereld niet beschouwd wordt als ‘dans’, bezit het toch een heel subtiele methode van lichamelijkheid die een grote invloed heeft op tal van jonge dansadepten. Beide danspraktijken overleven, Kosumo’s als mainstream, Suryodarmo’s in de marge. Dat is, zo denk ik, een teken van een gezond kunstenlandschap.
De in West-Sumatra geboren Erik Prasetya staat bekend als één van de meest invloedrijke figuren uit Indonesië’s documentaire fotografie. Hij beschrijft zijn aanpak als ‘Estetika Banal’ of ‘Banale Esthetiek’. De beelden op devoorgaande pagina’s zijn van zijn hand, alle genomen in Jakarta.
22
Het is een feit dat de programma’s in de staats kunstinstellingen en in de scholen niet altijd relevant zijn en volstaan in verhouding tot de snelle aangroei van jonge hedendaagse dansers en choreografen. Er is een gebrek aan bekwame leraars en zodoende ook te weinig ondersteuning voor ontwikkeling. Daarnaast heerst er een diepe kloof tussen de scholen voor podiumkunsten, waaronder die van Denpasar, Padang Panjang, Bandung, Jakarta, Yogyakarta, Solo en andere.
Ondanks repressieve en strenge controle en censuur kreeg dans meer ontwikkelingskansen dan theater en literatuur. Hoewel Java meer ontwikkelde en georganiseerde dansgroepen en scholen heeft, ga ik toch graag dieper in op de Indonesische dans buiten Java. Naast de traditionele Minangkabau-dans vonden in West-Sumatra uitvoeringen plaats gebaseerd op de traditionele krijgskunsten, pencak silat of silek. In de vroege jaren ’60 was dansmeester Huriah Adam (1936-1970) één van de vooraanstaande vrouwelijke choreografen van Padang Panjang. Haar voorstellingen stonden veelal in Bandung en Jakarta. Zij durfde het aan om haar danseressen in broek te kleden, wat in die tijd indruiste tegen de zeden. De invloed van Adam strekte zich in de vroege jaren ’70 uit tot de opleiding van het Jakarta Arts Institute. Gebruikmakend van de traditionele bewegingen, muziek en kostumering
23
Maar gelukkig worden dansstudenten vaak betrokken bij de activiteiten van hun scholen en bij professionele projecten. Neem bijvoorbeeld Solo: studenten van het Indonesisch Instituut voor Kunsten Surakarta (ISI) die zich willen voorbereiden op een professionele carrière stellen zich kandidaat om mee te werken aan producties van gerenom meerde choreografen. Jonge Indonesische dansgeneraties zoeken zelfs naar kansen via internet. Ze trachten niet alleen hun competenties als danser te ontwikkelen, maar willen tegelijk leren hoe producties te leiden en netwerken uit te bouwen, ook in het commerciële circuit. Projectgeörien teerde attitudes worden zo sterker gestimuleerd dan individuele ontwikkeling.
van Minangkabau choreografeerden de in Jakarta opgeleide studenten naar westers theaterconcept. Nog een invloedrijke choreografe in West-Sumatra die in de jaren ’70 een solide gezelschap uitbouwde, was Gusmiati Suid (1942-2001). Zij stichtte het dansensemble Gumarang Sakti. Na haar dood nam haar zoon Boy Sakti de leiding over. De jongste acht jaar is Boy Sakti gestopt met choreograferen. Net als Huriah Adam nam Gusmiati Suid de silek op in haar stukken maar combineerde ze de traditie en de islam met de moderniteit in een vocabularium van vallen, uithalen, ademen en oogbewegingen. Buiten al deze namen waren er tal van sterke choreografen en dansensembles die werkzaam waren tijdens president Soeharto’s Nieuwe Orde. In Yogyakarta vermeld ik graag twee voortreffelijke choreografen met grote invloed: Bagong Kussudihardja (1928-2004) en Ben Suharto (1944-1997). Om de Indonesische hedendaagse dans te begrijpen, moeten we kijken naar de politieke geschiedenis. Tijdens het regime van de Nieuwe Orde maakte cultuur deel uit van de politieke agenda die de traditie wilde bewaren en een natie ontwikkelen. De staat promootte de dans als opvoeding, om burgers te vormen en ook om hen te controleren. Zo moesten we bijvoorbeeld traditionele Javaanse dans en gamelanmuziek aanleren vanaf de lagere school. In zekere zin is dans ook vandaag nog uitermate belangrijk in Indonesië omdat het een vorm is van discipline. De controle van de Nieuwe Orde op lichamen, arbeid en spreken was de basis van de socio politieke ordening. Ze transponeerde de waarden die betekenis gaven aan de hofdans als kracht voor socialisering naar een cultureel model dat gericht was op het creëren van illusies over de nieuwe maatschappij, het nieuwe nationaal bewustzijn.
Er zijn niet zoveel initiatieven van regeringswege, tenzij enkele grote publieke projecten en kunsten festivals gerund door professionele organisatoren. Daardoor is de afhankelijkheid van financiële steun voor het maken van producties een pijnpunt geworden. Waar commerciële en professionele projecten samenlopen, worden jonge dansers geconfronteerd met bikkelharde competitie. Het werkmilieu en -mechanisme lijken bijna ‘industrieel’, waardoor de ruimte voor individuele creativiteit heel beperkt wordt. De moderne industriële productiewijze verdraagt geen individuele groei, want die heeft minder structuur en slechts een individuele houdbaarheidsdatum …
Dans is een product geworden van een materiële wereld, niet meer van intellectuele of spirituele ideeën,zoals in de traditionele dans.
We mogen niet vergeten dat de jonge Indonesische dansgeneraties snel kansen zoeken via internet.
De hedendaagse Indonesische dans zit blijkbaar in een overgangsfase. Dans is een product geworden van een materiële wereld, niet meer van intellectuele of spirituele ideeën zoals in de traditionele dans. Het lichaam wordt een nominale ruilwaarde met materiële ervaring, niet meer van capaciteiten in groei. Onmiddellijk resultaat is de regel, thema’s worden gericht op de markt liever dan op persoon lijke interesse en research.
Ondanks repressieve en strenge controle en zelfs censuur kreeg dans meer kansen om zich te ontwikkelen dan theater en literatuur. Vandaag, zeventien jaar na de ineenstorting van het Nieuwe Orderegime en en aantal wisselingen van de leidende politieke partijen, is het onderwijsen cultuurbeleid veranderd. De vraag naar hogere academische graden aan de kunsthogescholen verplicht docenten tot het behalen van een postgraduaat en doctoraat. Die academische setting mag dan wel de intellectuele mogelijkheden binnen de scholen verhoogd hebben, de focus op praktijk en creatie is ondertussen sterk verminderd.
Jonge dansers die de traditionele dans beoefenen maken zich zorgen dat ze minder geapprecieerd worden in de wedren van de hedendaagse dans. Maar studenten die zich oriënteren op de heden daagse dans maken zich eveneens zorgen en missen het vertrouwen om hun praktijk verder te zetten door de nijpende situatie in de opleidingen. Er moeten factoren zijn die de ontwikkeling van de dans in de weg staan. Ligt het aan een fout dansbeleid? Of aan de eisen van de internationale markt die uit is op een westers standaardmodel? Of aan het ontbreken van danscritici, publicaties en professionele danscuratoren?
24
Het is ook hoopgevend om internationale samenwerkingen, workshops, ontwikkelings- en laboratoriumprogramma’s te zien groeien op diverse manieren en plaatsen.
We mogen niet vergeten dat cultuur niet tot stand komt dankzij een handtekening op een officieel papier, maar door collectief of individueel initiatief. Kijken naar Indonesische hedendaagse dans vanuit westerse ogen en waarden getuitgt van een beperkte visie. We moeten onszelf de ruimte geven om de sociopolitieke geschiedenis en culturele achtergrond ervan te begrijpen. Anderzijds zullen Indonesische dansers de waarde van hun heden daagse dans niet begrijpen als ze geen oog hebben voor hun eigen lokale culturele en historische rijkdom en hun individuele kracht.
Ik ga niet klagen over het opleidingssysteem noch over de capaciteit en kwaliteit van de dansers. Wetend hoe moeilijk het is voor de meesten om te overleven, verwondert het mij hoe ze zich weten te handhaven in die tweespalt tussen studeren en het deelnemen aan projecten. Velen onder hen zijn harde werkers, vol ambitie om hun professionele praktijk te ontwikkelen. Zowel hedendaagse choreografen en dansers als zij die zich bekwamen in de traditionele dans geven het niet op om het belang van een danscollectief of -gemeenschap hoog te houden, om een nieuwe productie op stapel te zetten met onderlinge hulp. Om wat optimistischer te klinken, stel ik hoop op festivals met steun van gemeenschapsgeld of op commercieel gesponsorde manifestaties, naast onafhankelijke festivals en officiële evenementen. Zo is er bijvoorbeeld het Indonesisch Dans Festival, bij danspubliek en artiesten het meest favoriete en prestigieuze festival voor hedendaagse dans. Het Solo International Performing Arts Festival (SIPA) en het Yogyakarta International Performing Arts Festival zijn ingericht door lokale besturen en commerciële sponsors.
We mogen niet vergeten dat cultuur niet tot stand komt dankzij een handtekening op een officieel papier, maar door collectief of individueel initiatief. Onder de gevestigde en reeds ervaren choreografen ben ik verheugd nieuwe namen te kunnen opnoemen die uit Solo komen, uit Yogyakarta, Jakarta, Bandung en Padang. Ongetwijfeld zullen we in de nabije toekomst werk van hen zien. Het is ook hoopgevend om internationale samenwerkingen, workshops, ontwikkelings- en laboratoriumprogramma’s te zien groeien op diverse manieren en plaatsen.
U kan werk van Melati Suryodarmo zien op vr 16 en za 17 okt in onze Theaterstudio. Daar toont ze ‘Sisyphus’, een dansperformance die ze samen met haar dansers ontwikkelde aan de hand van sjamanistische praktijken. p. 5 | Melati Suryodarmo | Sisyphus
25
Beelden van ‘I’m almost plastic’ van Fitri Setyaningsih. Ze bracht deze performance in 2007 in Jakarta. Het was een reflectie op de functie van rivieren in de stad. Vroeger werden de rivieren gebruikt voor transport, ze waren de levensaders van de stad. Nu liggen ze er levenloos bij, vervuild, vol afval. p. 7
26
27
De kunst van migratie door Garin Nugroho
In het begin van de twintigste eeuw grepen overal in de wereld omwentelingen plaats. Die stimuleerden de migratie van verschillende volkeren, onder meer naar Indonesië. Met als gevolg kruisbestuivingen tussen nieuw geïntroduceerde kunstvormen en traditionele Indonesische kunstenaars. In een traditioneel Javaans huis konden allerhande activiteiten plaatsvinden, gaande van het vervaar digen van batikstoffen, het samenkomen en bidden tijdens de vastenmaand, tot het beoefenen van dans. Mijn eigen huis is gebouwd in 1900, in een periode waarin de industrialisering, ontwikkelingen in de communicatie- en scheepstechnologie, en politieke verschuivingen een wereldwijde migratie veroorzaakten. Het was een migratie van mensen die op zoek waren naar grondstoffen - specerijen, rubber, suiker, koffie, olie, … -, strategische havens en markten uitbouwden, en nieuwe ontdekkingen deden op gebied van wetenschap en kunst.
‘Komedia stambul’ (komische soapopera) is het resultaat van een dergelijke kruisbestuiving. Het genre ontwikkelde zich in de jaren 1890-1930 via migratie vanuit Turkije en Malakka en werd verspreid door een koninklijk theater dat Java veroverde via reisvoorstellingen - dankzij het spoorwegnet aangelegd door de Nederlanders en dat heel het eiland Java omsloot. ‘Komedia stambul’ bracht de verhalen van ‘1001 Nacht’ vermengd met elementen uit het Midden-Oosten, Javaanse ‘keroncong’ en westerse muziek. De kunstvorm ontwikkelde zich verder in Surabaya, begeleid door ‘keroncong’-muziek die beïnvloed was door Chinese, Portugese en lokale muziekvormen. De ontwikkeling van de ‘komedia stambul’ beïnvloedde ook de ‘wayang orang’ en andere traditionele Indonesische kunstvormen door de introductie van heuse podia, decor en belichting. In dezelfde periode ging het werk van Raden Saleh, de eerste Indische kunst schilder die een Europese stijl hanteerde, deel uitmaken van de Indonesische cultuur. Kortom, het was een mikmak van stijlen en culturen.
In een traditioneel Uit ‘komedia Javaans huis konden stambul’ ontstond een allerhande activiteiten koninklijk theatergezelschap plaatsvinden, gaande dat Java veroverde via van het vervaardigen reisvoorstellingen,dankzij van batikstoffen,het samen- het spoorwegnet aangelegd komen en bidden tijdens door de Nederlanders de vastenmaand,tot dat heel het eiland het beoefenen van dans. Java omsloot. Het huis waarin ik woon, was destijds een plek om dans te beoefenen, om voorstellingen te geven van ‘wayang kulit’ (schaduwpoppen), ‘keroncong’-muziek te spelen en Javaanse verhalen te publiceren. Tot vandaag is dit huis een plaats van creatie gebleven en een ruimte om mijn werk te beoefenen. Door de migratie groeiden kleine Indonesische stadjes uit tot grootsteden waar de vraag naar allerlei vermaak toenam. De Hollandse kolonisatie en de daarmee gepaard gaande industrialisering controleerde hele sectoren van de economie. Javaanse koninkrijken werden zwak en arm. Kunst die initieel slechts te zien was binnen de grenzen van een koninkrijk werd door Chinese handelaars buiten de kraton (paleis) verkocht als publiek spektakel. Dat gold onder meer voor de ‘wayang orang’-theatervoorstellingen. De migratie bracht kunstvormen van over de hele wereld naar Indonesië. Die gingen kruisbestuivingen aan met de kunsten van de verschillende etnische groepen, van ‘ketoprak’-toneelvoorstellingen over ‘wayang’-poppenspel tot ‘ludruk’-sketches.
Het begin van de twintigste eeuw introduceerde ook een nieuwe kunstvorm, de film, binnengebracht door de Hollanders en door Chinese handelaars ontwikkeld tot een medium om verhalen te vertellen. Aanvankelijk kwamen de meeste filmacteurs en -medewerkers uit de theatergezelschappen van de ‘komedia stambul’. Verschillende kunststijlen werden ontdekt: ‘wayang-poppenspel’, ‘komedia stambul’, ‘ludruk’ en ‘keroncong’, circusvoorstellingen, Amerikaanse en Europese muziek, ... Javaanse huizen kregen verwijzingen naar nieuwe leefstijlen: de muren werden gedecoreerd met schilderijen in de stijl van Raden Saleh, met taferelen van water buffels in gevecht met tijgers, of met lokale landschappen in de ‘Mooi Indië’-stijl. In mijn joglo-huis (Javaanse stijl) kwam ik als kind in aanraking met diverse kunstvormen: van ‘wayang beber’ (een soort boek waaruit voorgelezen werd in familiale kring) tot publicaties uitgegeven door de drukkerij van mijn vader, zoals de populaire roman ‘Bende Mataram’ of romans in het Javaans zoals het
28
werk van Ani Asmoro. Thuis werden vaak Javaanse mythes verteld, vooral tijdens de Javaanse Suro maand (de vasten). We maakten kennis met mythologisch volksschilderwerk dat in sjofele kartonnen dozen verkocht werd vanop steekkarretjes, en genoten van naïeve afbeeldingen in een absurdisti sche wereld op glasschilderwerk. De confrontaties met onder meer Raden Saleh, met ‘wayang’ en met de mythische volksschilderijtjes brachten mij er later toe de geschiedenis te onderzoeken gaande van de Indonesische schilders tot de opkomst en ontwikkeling van film en televisie.
Door de introductie van openbare televisie kwam de ruimte voor expressie en traditionele uitvoering in aanraking met tal van soorten amusement zoals film, radio en televisie. Dat resulteerde in een synthese en nieuwe expressievormen. Mijn huis werd een ontmoetingsplaats voor jonge kunstenaars uit de Taman Siswaschool, artiesten die covers tekenden voor strips en romans, dichters die me in contact brachten met werk uit Europa en Amerika. Met de introductie van de openbare televisie in 1970 kwam een nieuwe migratiegolf op gang. Film en televisieseries uit Japan, Hollywood, India, Hong Kong én Indonesië deden hun intrede. Deze migratie ging gepaard met een versnelling in de communicatie via telefoon en satelliet. Democratisering en informatieversprei ding werden gestimuleerd. Geschiedenis is nu eenmaal een cyclus die zichzelf continu vernieuwt, gedreven door de nood aan amusement, comfort en individuele expressie in een publieke ruimte die voortdurend groter wordt.
Dit kan een onverwachte zelftransformatie teweeg brengen. Vroeger was in het Javaanse huis alles één (werk, conversatie, creatie), vooraleer de uitdrukking ‘naar kantoor gaan’ de mensen kantoren deed bouwen. Met de ontwikkeling van de digitale technologie heeft men het over één tablet die voor alles gebruikt kan worden. Alles is eengemaakt. Alles is één en één is alles. De digitale wereld is zoals mijn huis in Yogyakarta. Hij brengt me in een wereld van transformatie, van onbeperkte expres sie en communicatie. De digitale wereld is een joglo-huis met een spiritualiteit waarover in orale tradities in de pendopo (een paviljoen) gesproken werd, maar die nu kan gezien, gelezen en gehoord worden op onze gsm en laptop. Zonder feitelijke fysieke migratie wordt de digitale wereld niettemin reëel, transformeert hij zichzelf permanent, elke dag. Dit is een nieuwe spiritualiteit.
Kunt u zich voorstellen dat het aantal mobiele telefoons hier groter is dan de hele bevolking van Indonesië samen, meer dan 250 miljoen? Kunt u zich voorstellen dat het aantal mobiele telefoons hier groter is dan de hele bevolking van Indonesië samen, meer dan 250 miljoen? Nog verbazingwekkender is dat Indonesië in ranglijsten altijd op de tweede tot vijfde plaats staat als het gaat over internetgebruik en allerlei soorten van digitale technologie. Televisie bereikt 99 procent van de Indonesische bevolking. Die leert het leven kennen via televisie, niet uit boeken of via ‘wayang beber’. De hand die een digitale tablet omknelt, houdt een bonte ruimte voor amusement vast: filmdoek, toneel, galerie, discussieruimte, ... De repetitiestudio en het scheppingsproces liggen in onze handen met de snelheid van een vingerklik. Wanneer de digitale tablet een filmscherm wordt, een toneel, een galerie, een televisie en een auditorium, dan wordt het een publieke ruimte met ongelimiteerde functies in interactie met creatie. Gedeelde ruimtes worden gemengd met gedeelde levens. Een simpel voorbeeld hiervan is de verschuiving van galerieruimtes en creatieve studio’s naar de sfeer van digitale consumptie. In dit opzicht heeft Azië de snelst groeiende ruimte, ook al werd tot op vandaag de fysieke publieke infrastructuur zoals galeries en musea gedomi neerd door Amerika en Europa - kijk maar naar de administratieve rompslomp voor het verzenden van werken, een uiterst moeilijke zaak, maar die nu via dataverkeer gebeurt met een eenvoudige muisklik.
Met de huidige ontwikkeling van de digitale technologie heeft men het over één tablet die voor alles gebruikt kan worden. Alles is eengemaakt. Alles is één en één is alles, net als in het traditionele joglo-huis.
De digitale wereld fungeert als bedding van een grootschalige migratie van galeries, studio’s en creatieve processen vanuit diverse centra. Belangrijker is dat grenzen niet meer getrokken worden tussen individuele burgers en kunstenaars, net zoals vroeger de scheppend kunstenaars ook
29
Sa te
landbouwer of beeldhouwer waren. De digitale wereld dwingt tot verandering omdat hij, net als de menselijke geest, nooit ophoudt met het uitbreiden van zijn mogelijkheden, zijn levensprocessen en zijn inspanningen om nieuwe ontdekkingen te doen en nieuwe reizen te ondernemen. Daarom is de digitale wereld constant in dialoog met de culturen van het volk waar hij leeft en beleefd wordt.
Nu, door middel van een eenvoudige klik, verschijnen deze demonen op de digitale tablet in mijn handen.
E I MKSO BA
In Indonesië betekent dit dat de digitale wereld niets méér is dan mijn joglo-huis in Yogyakarta - ook al is die virtuele wereld doordrongen van de spiritualiteit van nieuwe technologie. Het is nog steeds een ruimte om verhalen te vertellen, kent geen scheiding tussen werk en vrije tijd, stelt geen grenzen tussen private en publieke sfeer, maakt overal communicatie mogelijk, zit boordevol aanpassing, houdt de cultuur van converseren en mededeelzaamheid in eer, zit bomvol actie en reactie, levert melodramatische en mythische verhalen over, grappen en scherts. Alles in de audio- en visuele traditie ligt in onze handen.
NASI GORE NG
KR
Welkom in een nieuwe wereld van kunst en expressie, die niet anders is dan het resultaat van de migratie van de ‘wayang’, ‘komedia stambul’, Raden Saleh, mythische volksschilderkunst en wereldkunst uit Japan, India, China en Amerika. De digitale wereld van de kunst is iets als de nasi campur (gemengde rijst) die we aten in het joglo-huis in Yogyakarta. De verandering binnen treden is zo simpel als een klop op de deur, net als mijn vrees en verlangen als kind om in het jog lo-huis de verhalen te horen over gentayangan-de monen. Nu, door middel van een eenvoudige klik, verschijnen deze demonen op de digitale tablet in mijn handen. Deze digitale wereld zit vol suspense en verrassing, machteloosheid en actie, verwarring en open dialoog, raffinement en banaliteit, het fysieke en het mystieke, het private en het publieke, transacties en dialoog, waarheid en manipulatie, erfgoed en metamorfose, vulgariteit en spiritualiteit, individuen en versplinterde gemeenschappen, functionele leefstijlen en expressie.
UK
A U K H
MI
E
UP
o ddo a Gga
U kan een film van Garin Nugroho bekijken op za 3, zo 4 en za 17 okt in onze Muziekstudio p. 9 | Garin Nugroho | Nocturno
30
Streetfood uit de hele wereld za 12 oktober 2015 | deSingelplein 17 23 uur 31
See you next time, somewhere in the world
T +32 (0)3 248 28 28 | www.desingel.be | Desguinlei 25 | B-2018 Antwerpen deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet van de steun van: graphic design: Laura Bergans
mediasponsors