hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen
5 juni 2010 NVAO Toets Nieuwe Opleiding
Paneladvies
Inhoud Inhoud 2
pagina 2
1
Samenvattend advies
3
2
Inleiding en verantwoording 2.1 Werkwijze panel 2.2 Opbouw paneladvies
5 5 5
3
Beschrijving van de opleiding 3.1 Algemeen 3.2 Profiel instelling 3.3 Profiel opleiding
6 6 6 6
4
Beoordeling per onderwerp 4.1 Doelstellingen opleiding 4.2 Programma 4.3 Inzet personeel 4.4 Voorzieningen 4.5 Interne kwaliteitszorg 4.6 Continuïteit
10 10 14 21 24 26 28
5
Overzicht advies
30
Bijlage 1: Samenstelling panel
31
Bijlage 2: Programma site visit
32
Bijlage 3: Overzicht van bestudeerde documenten
34
Bijlage 4: Lijst met afkortingen
36
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
1 Samenvattend advies De hbo-masteropleiding Rehabilitation Counselor (MRC) van de Hanzehogeschool Groningen (HG) is een 2-jarige Masteropleiding in deeltijd voor werkers in het veld van Zorg & Welzijn met minimaal een afgeronde relevante bacheloropleiding en minimaal twee jaar relevante werkervaring. De opleiding is ontwikkeld in opdracht van de Academie voor Sociale Studies in samenwerking met de Stichting Rehabilitatie ’92. Laatstgenoemde is een landelijk opererend bij- en nascholingsinstituut dat zich bezighoudt met het verzorgen van trainingen en consultatie op het gebied van Rehabilitatie. Zij is sinds 1 juni 2009 gevestigd in Utrecht. De Rehabilitation Counselor is de aanduiding van een specialistische en onderzoekend ingestelde professional op masterniveau die hieraan tegemoet komt. Centraal in zijn functioneren, staat het verantwoord toepassen, implementeren en doorontwikkelen van de methodiek: Individuele Rehabilitatie Benadering (IRB), ontwikkeld door het Center for Psychiatric Rehabilitation van de Boston University in USA. De IRB is een zorgvuldig uitgewerkte, ontwikkelingsgerichte methode die hulpverleners in staat stelt cliënten met beperkingen te begeleiden en te ondersteunen bij het nastreven van zelf gekozen doelen in zelf gekozen omgevingen. De Rehabilitation Counselor beschikt over competenties op het gebied van ondersteuning van participatie en burgerschap van mensen met langdurige en ernstige beperkingen. Deze master waarvoor de Hanzehogeschool Groningen (HG) een toets nieuwe opleiding aanvraagt bij de NVAO, voorziet naar de stellige overtuiging van het werkveld in een maatschappelijke behoefte. Voor de post-hbo opleiding Rehabilitation Counselor, de voorganger van de aangevraagde master, bestaat al vanaf 2006 meer dan voldoende belangstelling om aan te kunnen geven dat de master kwantitatief een succes zal zijn. Het panel komt op grond van de bestudering van de aanvraag, maar meer nog op grond van de gesprekken tijdens het locatiebezoek, tot de conclusie dat de opleiding hbo-master Rehabilitation Counselor ook kwalitatief aan de maat is. Vooral door het gesprek met de vertegenwoordigers van het werkveld is het panel daarvan overtuigd geraakt. De opleiding MRC verkrijgt op alle facetten en op alle onderwerpen een voldoende. De doelstellingen, competenties, rollen en kwalificaties zijn helder omschreven. Alleen de rol van innovator (het innoveren) verdient meer aandacht naar de mening van het panel. De verschillen tussen de post-hbo afgestudeerde en de nieuwe master betreffen vooral de onderzoekscomponent en de communicatieve vaardigheden. Het werkveld heeft behoefte aan professionals die op grond van deskundigheid en onderzoekskwaliteiten volwaardig kunnen communiceren met veelal medici en psychologen in de instellingen en met vooral ambtelijk ingestelde overlegpartners erbuiten. Daarin voorziet de opleiding. Het personeel is sterk op het werkveld georiënteerd, kwantitatief voldoende beschikbaar en kwalitatief op alle aspecten van het programma deskundig. Het kwaliteitszorgsysteem van de HG is voldoende beproefd en de praktische uitwerking van het systeem voor de MRC is aanwezig. Het panel wil benadrukken dat de kwaliteit van de opleiding de verantwoordelijkheid is en blijft van de HG en niet uitbesteed kan worden aan een samenwerkingspartner. Daarnaast pleit het panel voor handhaving van de indringende bijdrage die het werkveld tot nu toe leverde. Bij de voorzieningen plaatst het panel de opmerking dat de bibliotheek van de HG wel ver verwijderd is van Utrecht, de locatie waar de master wordt uitgevoerd, om boeken fysiek te kunnen raadplegen. De begeleiding van studenten acht het panel uitstekend geregeld.
pagina 3
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
De continuïteit van de nieuwe master roept geen enkele vraag op bij het panel. Het panel adviseert de NVAO om positief te besluiten ten aanzien van de kwaliteit van de nieuwe opleiding hbo-ma Rehabilitation Counselor van de Hanzehogeschool Groningen.
Den Haag, 6 juli 2010 Namens het panel ter beoordeling van de toets nieuwe opleiding hbo-ma Rehabilitation Counselor van de Hanzehogeschool Groningen.
dr J. Vedder (voorzitter)
pagina 4
drs C. van de Meent (secretaris)
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
2 Inleiding en verantwoording Informatie over procedure toetsing door de NVAO 2.1
Werkwijze panel Op 2 maart 2010 heeft de Hanzehogeschool Groningen een aanvraag toets nieuwe opleiding (TNO) voor een hbo-master Rehabilitation Counselor bij de NVAO ingediend. De NVAO heeft op 13 april 2010 een panel van deskundigen benoemd met de vraag een advies uit te brengen over deze master. Het ingediende aanvraagdossier bevatte een hoofddocument onder de titel Aanvraag Accreditatie Master Rehabilitation Counselor dat vergezeld ging van 24 bijlagen. Het panel heeft het dossier digitaal en op papier ontvangen. Na bestudering van de stukken vond een eerste bijeenkomst van het panel plaats op 29 april 2010 in het kantoor van de NVAO in Den Haag. Tijdens die bijeenkomst heeft het panel de gang van zaken besproken en eerste indrukken uitgewisseld over de opleiding op grond van zijn bevindingen. Tevens zijn vragen geformuleerd die de opleiding voor het locatiebezoek diende te beantwoorden. Op 7 mei 2010 heeft de NVAO de antwoorden op de vragen ontvangen. Een agenda en tijdsindeling voor het locatiebezoek werden met een enkele wijziging op grond van een voorstel van de opleiding uitgevoerd. Aan het eind van het bezoek op 21 mei 2010 heeft het panel alle onderwerpen en facetten besproken en beoordeeld. Op grond van de eerste verkenningen, de beantwoorde vragen en de bevindingen tijdens het locatiebezoek heeft de secretaris een conceptadvies opgesteld en dat de panelleden voorgelegd voor commentaar. De opmerkingen van de panelleden zijn verwerkt in een tweede versie van het advies. Dat tweede conceptadvies is uitsluitend afgestemd met de voorzitter, met goedvinden van de panelleden, aangezien de gemaakte opmerkingen niet van wezenlijk belang waren voor de formulering van een definitieve versie. Het definitieve advies is op 5 juni 2010 naar de NVAO verstuurd.
2.2
Opbouw paneladvies Het advies begint met een samenvatting. De verantwoording en de werkwijze worden in het tweede hoofdstuk verwoord. Het ontstaan van de opleiding en de plaats die de hbo-master inneemt, landelijk en internationaal, komen aan de orde in een beschrijving van de instelling en de opleiding. Met een beoordeling per facet en per onderwerp is het panel gekomen tot completering van het voorliggende advies. Informatie over de samenstelling van het panel, een overzicht van bestudeerde documenten en een lijst met afkortingen worden in de bijlagen gegeven.
pagina 5
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
3 Beschrijving van de opleiding 3.1
Algemeen Land Instelling Opleiding Niveau Oriëntatie Graad Locatie Variant Sector
3.2
Nederland Hanzehogeschool Groningen Rehabilitation Counselor master hbo Master Rehabilitation Counselor Utrecht deeltijd gedrag en maatschappij
Profiel instelling De Hanzehogeschool ziet studenten en medewerkers als partners in een kennisgemeenschap die elk hun eigen bijdrage leveren aan het gezamenlijke doel: professionals leveren aan de maatschappij. De student en diens individuele ontwikkeling tot competente beroepsbeoefenaar staat in het middelpunt. Centraal staan de kernwaarden: individuele ontplooiing, respect en actieve tolerantie, ondernemingszin en verantwoordelijkheid. De Hanzehogeschool Groningen is een multisectorale hogeschool die al meer dan 200 jaar bestaat. Met vestigingen in Groningen, Assen, Leeuwarden en Amsterdam telt de hogeschool ruim 24.700 studenten en 2.600 personeelsleden. De Hanzehogeschool Groningen ontwikkelt zich, met ruim 30 lectoraten en 6 kenniscentra (waaronder Care, Rehabilitation, Education & Sports) tot een kennisinstelling voor toegepast onderzoek. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven en non-profit instellingen. Het onderwijsaanbod van de Hanzehogeschool Groningen omvat: 70 bacheloropleidingen, 4 programma's voor Associate degrees en13 masteropleidingen. Daarnaast verzorgt de hogeschool contractonderwijs. (Bron: website en aanvraagdossier)
3.3
Profiel opleiding Het lectoraat Rehabilitatie van de Hanzehogeschool Groningen is de eenheid die de master Rehabilitation Counselor zal verzorgen. Dit lectoraat is verbonden aan de Academie voor Sociale Studies en de Academie voor Verpleegkunde. De focus van het lectoraat Rehabilitatie ligt op vier thema’s: - Rehabilitatie op het gebied van arbeid en onderwijs; - Rehabilitatie op het gebied van sociale contacten, met speciale aandacht voor de familierol en de rol van de familie; - Herstel, empowerment en ervaringsdeskundigheid; - Wellness. De thema’s omvatten alle leeftijdscategorieën (jeugd, volwassenen en ouderen). Rehabilitatie richt zich op mensen met functiebeperkingen die samenhangen met een ziekte of aandoening of een ongeluk en die vanwege de ernst van deze beperkingen langdurig belemmerd worden in het uitvoeren van taken en acties en in hun vermogen bepaalde
pagina 6
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
maatschappelijke/sociale rollen te vervullen. Binnen deze groep van mensen zijn er subgroepen te onderscheiden, zoals dak- en thuislozen, mensen met psychiatrische beperkingen, fysieke beperkingen, verstandelijke beperkingen, verslavingsproblematiek, niet-aangeboren hersenletsel, (getraumatiseerde) vluchtelingen en ter beschikking gestelden (TBS). De masteropleiding Rehabilitation Counselor (MRC) van de Hanzehogeschool Groningen (HG) is een 2-jarige opleiding in deeltijd voor werkers in het veld van Zorg & Welzijn met minimaal een afgeronde relevante bacheloropleiding en minimaal twee jaar relevante werkervaring. De opleiding is ontwikkeld in opdracht van de Academie voor Sociale Studies in samenwerking met de Stichting Rehabilitatie ’92. Laatstgenoemde is een landelijk opererend bij- en nascholingsinstituut dat zich bezighoudt met het verzorgen van trainingen en consultatie op het gebied van rehabilitatie. Zij is sinds 1 juni 2009 gevestigd in Utrecht. De MRC komt voort uit een tweejarige post-hbo opleiding.
pagina 7
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
De inhoud en het programma van de MRC is gebaseerd op het opleidingsmateriaal van het Center for Psychiatric Rehabilitation van de Boston University. Sinds 1992 zijn er duizenden mbo-, hbo- en wo-geschoolde hulpverleners getraind in de rehabilitatie. Beroepsrol Rol 1 De rehabilitation counselor als expert
Rol 2 De rehabilitation counselor als coach
Rol 3 De rehabilitation counselor als consulent
Rol 4 De rehabilitation counselor als onderzoeker Rol 5 De rehabilitation counselor als innovator
Eindkwalificaties De master zet specifieke en specialistische expertise in op het gebied van rehabilitatie in nieuwe en onbekende omstandigheden, in samenwerking met de cliënt en relevante andere disciplines. Hij past zijn specialistische kennis van methodiek en methodiekontwikkeling toe in complexe situaties. Waar nodig past hij praktijkgericht onderzoek toe om nieuwe vraagstukken op te lossen. Hij toont een gefundeerd oordeel over de kwaliteit van handelen met en naar individuele cliënten en relevante andere disciplines. De master realiseert deskundigheidsbevordering en scholing in zijn instelling of organisatie met als doel het realiseren van kwaliteitsvergroting, kwaliteitsborging, accountability, resultaatgerichtheid, doelmatigheid en effectiviteit van interventies. Hij brengt kennis, motieven, overwegingen en conclusies duidelijk en ondubbelzinnig over op collega’s en multidisciplinair samengestelde teams. De master voert binnen een instelling of organisatie, in opdracht, innovatietrajecten uit op het gebied van rehabilitatiemethodiek. Hij doet dit in de rol van consulent/inhoudelijk expert of als projectleider. Hij zet zijn innovatiekracht in om nieuwe producten en programma’s voor doelgroepen te ontwikkelen, te introduceren en te implementeren. Hij is consulent voor instellingen en organisaties, directies en management ten aanzien van inrichting, invoering, effecten en consequenties van nieuwe programma’s en mogelijkheden. Hij adviseert vanuit zijn kennis over internationale en nationale ontwikkelingen binnen het vakgebied en het werkveld. Hij weet zijn adviezen te onderbouwen vanuit historisch perspectief, het perspectief van de professional en vanuit onderzoeksresultaten over de effectiviteit van kwaliteitsverbetering en optimalisering van zorg. De master beheerst verschillende methoden en technieken van onderzoek en weet deze op de juiste wijze in te (laten) zetten. Hij onderbouwt zijn aanbevelingen of (beleids-)voorstellen vanuit een gewogen oordeel naar aanleiding van cijfermatige evaluaties en/of onderzoeksresultaten. De master geeft sturing en richting aan het ontwikkelen van de eigen professionaliteit, weet verworvenheden adequaat te integreren in de organisatie en stuurt ten aanzien van zijn eigen employability, zowel in de organisatie als in het expertisedomein.
De werkterreinen van de rehabilitation counselor zijn onder andere de Geestelijke Gezondheidszorg, Justitiële inrichtingen, Ouderenzorg, Gehandicaptenzorg, Jeugdzorg, Thuiszorg, Gemeenten, Sociale Diensten, Woningbouwcorporaties en Reïntegratiebedrijven.
pagina 8
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
Het professioneel handelen van de master in de verschillende rollen levert acht kerncompetenties op: Kerncompetentie 1. Diagnosticeren 2. Interveniëren
3. Adviseren
4. Innoveren
5. Implementeren
6. Praktijkgerichte onderzoeken
7. Interdisciplinair samenwerken 8. Reflectief vermogen
Startkwalificatie Het op micro-, meso- en macroniveau vaststellen van behoeften en problemen die van invloed zijn op de uitvoeringspraktijk. Het plannen, uitvoeren en evalueren van een vastgestelde behoefte / probleem / ontwikkeling en op basis van de gestelde kwaliteitseisen aanpassen c.q. bijstellen van de praktijk. Op basis van onderzoek en/of diagnose een overtuigend en onderbouwd advies geven. Het creëren van draagvlak en betrokkenheid bij de uitvoering van advies- en begeleidingstrajecten van individuen en teams, rekening houdend met behoeften / problemen en ontwikkelingen. Zelf het initiatief nemen en voorstellen doen ten aanzien van de oplossingen. Zelfstandig, op basis van een adequate analyse van gegevens en (wetenschappelijk (inter-)nationaal theoretisch) materiaal, realistische en originele oplossingen kiezen voor rehabilitatievraagstukken die zich voordoen in een nieuwe, onbekende omgeving. Het doelgericht en doelmatig uitvoeren van verbeterings- of verdiepingstrajecten met betrekking tot rehabilitatie in een organisatie. Het beoogde resultaat faciliteren, invoeren en borgen. Zelfstandig op methodologisch verantwoorde wijze opzetten en uitvoeren van praktijkgericht onderzoek rondom complexe praktijkvraagstukken die gerelateerd zijn aan de kennis- en innovatiebehoefte van de instelling. In en buiten de eigen arbeidsorganisatie samenwerken in een multidisciplinaire, multiculturele en internationale context. Door spiegeling en zelfontwikkeling: - de effectiviteit en efficiency van de eigen beroepshandelingen en beroepsrollen verbeteren; - op integere, betrokken en respectvolle wijze omgaan met cliënten, rekening houdend met de heersende ethiek; - zichzelf weten te stimuleren.
Nieuwe opleiding voor de instelling De hbo-master Rehabilitation Counselor is nieuw voor de instelling. Studieomvang De studie omvat 60 studiepunten verdeeld over twee jaar.
pagina 9
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
4 Beoordeling per onderwerp In dit hoofdstuk toetst het panel de aanvraag aan de hand van de zes onderwerpen en negentien facetten uit het toetsingskader. Per facet is telkens de letterlijke omschrijving ervan uit het toetsingskader overgenomen. Daarna volgen eveneens per facet een summiere samenvatting van de informatie verstrekt door de instelling, en de overwegingen en het oordeel van het panel. Tot slot geeft het panel per onderwerp een samenvattend oordeel. 4.1
Doelstellingen opleiding Voor de beschrijving van de doelstellingen, beroepsrollen en competenties wordt verwezen naar het voorgaande hoofdstuk 3.
4.1.1
Domeinspecifieke eisen (facet 1.1) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Bevindingen De Boston University heeft een methode ontwikkeld voor individuele rehabilitatie counseling, inclusief een beschrijving van de competenties van de counselor. De beschrijving is begin jaren 90 door de Stichting Rehabilitatie ’92 in samenwerking met het lokale werkveld vertaald en aangepast aan de Nederlandse situatie tot de Individuele Rehabilitatiebenadering (IRB). De IRB is een Evidence Based Rehabilitation Practice, die in meer dan 40 (geestelijke) gezondheidszorginstellingen (GGz) in Nederland wordt toegepast, waaronder provinciale en grootstedelijke zorginstellingen. Een dertigtal freelancers, verbonden aan de Stichting Rehabilitatie ’92 heeft vervolgens de competentiebeschrijvingen van de IRB verwerkt in competenties voor het hoger onderwijs. In bijeenkomsten op expertniveau zijn de competenties afgestemd met vertegenwoordigers van GGz- instellingen die met de IRB werken. Internationaal zijn de Principals van een Rehabilitation Counselor, zoals ontwikkeld door de United States Psychiatric Rehabilitation Association, de beroepsvereniging op dit gebied, bij het samenstellen van het programma betrokken. Daarnaast zijn conceptformuleringen vergeleken met de formuleringen van het Council on Rehabilitation Education, het accreditatie ondersteuningsinstituut in de USA op het gebied van rehabilitatie. Eind 2009 zijn de competenties voorgelegd aan bestuurders uit het werkveld en aan functionarissen die verantwoordelijk zijn voor de aanstelling van nieuwe medewerkers. Dit heeft geleid tot daadwerkelijke inbreng in het programma van belangrijke GGz-instellingen. Overwegingen Het panel stelt vast dat de masteropleiding Rehabilitation Counselor aansluit op de beroepspraktijk. De vertegenwoordigers van het werkveld lieten daarover in het gesprek dat het panel met hen voerde geen enkele twijfel bestaan. De opleiding is een welkome aanvulling op wat het werkveld zelf organiseert aan incompany activiteiten op het gebied van trainingen en onderwijs. Het panel merkt op dat deze opleiding een grensgebied van geestelijke gezondheidszorg en welzijnswerk betreft. Met de master wordt een gedeelte van de breedte van het social work afgedicht.
pagina 10
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
Hiermee ontstaat een spanning tussen de specialistische masteropleiding Rehabilitation Counselor en een algemene master Social Work. Bij meer van dergelijke opleidingen op specialistische deelgebieden van het social work wordt de breedte van de discipline daardoor uitgehold. Het panel heeft niet de verantwoordelijkheid daarover uitspraken te doen in positieve dan wel negatieve zin. Maar niets daarover opmerken vindt het panel een nalatigheid. Door de contacten met de Boston University krijgt de master een internationale dimensie. Het is het panel niet duidelijk geworden in hoeverre dit contact heeft geleid tot tweerichtingsverkeer tussen de Hanzehogeschool en de Boston University. Het panel kreeg de indruk in het gesprek met de docenten dat in Boston de ontwikkelingen in Groningen in ieder geval intensief worden gevolgd. De inzet van een gastlector vanuit Boston is daarbij een goede zet om aantoonbare kennisuitwisseling tot stand te brengen. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 1.1 ‘Domeinspecifieke eisen’ als voldoende.
4.1.2
Master (facet 1.2) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een master. Bevindingen De opleiding ziet de Dublin descriptoren niet als losstaande onderdelen waarbij één opleidingscompetentie gekoppeld wordt aan één Dublin descriptor, maar ziet deze als een integraal geheel. Het niveau van de master Rehabilitation Counselor wordt gedefinieerd en dus zichtbaar in de beschrijvingen van de vijf beroepsrollen en de acht kerncompetenties. De opleiding heeft op uitgebreide wijze bijbehorende prestatie indicatoren geformuleerd in een bijlage van de aanvraag. De relatie van de Dublin descriptoren met de opleidingscompetenties: Kennis en inzicht De student maakt gebruik van vakliteratuur en relevante websites, die toonaangevend, internationaal georiënteerd en – waar mogelijk – actueel zijn. Per onderdeel wordt aangegeven welke literatuur imperatief dan wel aanbevolen wordt. Hierbij gaat het ook om wetenschappelijke en Engelstalige literatuur. Kennis die de student daarmee verwerft, bouwt hij verder uit door middel van onderzoek en gebruikt hij om problemen en vragen in zijn beroepspraktijk te analyseren en te komen tot verbeteringen en vernieuwingen. Dit sluit aan bij de competenties 1 tot en met 6. Toepassen van kennis en inzicht Voor de toepassing van kennis en ervaring op basis van gedegen analyse, ook in nieuwe en complexe situaties, is de afgestudeerde opgeleid. Deze descriptor sluit aan bij de competenties 1, 4, 6 en 7. Oordeelsvorming De master is in staat om oordelen te formuleren op grond van onvolledige of beperkte informatie en daarbij rekening te houden met sociaal-maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden, die zijn verbonden aan het toepassen van de eigen kennis en oordelen.
pagina 11
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
Van de afgestudeerde wordt verwacht dat hij verantwoordelijkheid neemt in het (aan-)sturen van processen vanuit gewogen oordelen. Gedurende de opleiding komen genoemde elementen bij voortduring aan de orde. Oordeelsvorming komt met name tot uitdrukking in de competenties 1 tot en met 4. Communicatie De master is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten of niet-specialisten. Communicatie, ingezet als effectief middel om doelstellingen te realiseren, maakt deel uit van het gehele opleidingstraject tijdens tussenen eindpresentaties, tussen- en eindevaluaties, (peer-)assessments en studievoortgangbesprekingen. Aspecten van communicatie maken deel uit van alle competenties. Leervaardigheden De master bezit de leervaardigheden die hem of haar in staat stellen een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelfgestuurd of autonoom karakter. Aansturing van de eigen leervragen en zelfsturend vermogen worden van alle studenten in de masteropleiding verwacht. Ondersteunend daarbij is de programmalijn innovator waarbij de student gevraagd wordt eigen leerdoelen te formuleren en te realiseren. In een Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP) dat onderdeel van het portfolio van de student is, beschrijft de student zijn vorderingen. In het portfolio worden daarnaast per competentie bewijsstukken opgenomen waarmee de student zijn competentieontwikkeling kan onderbouwen en aantonen. De opleiding hecht grote waarde aan dit vermogen en heeft dit expliciet ondergebracht in competentie 8. Overwegingen Het panel is van mening dat over het geheel genomen de eindkwalificaties aansluiten bij de Dublin descriptoren. Het panel heeft gelet op de beroepsrol van innovator wel bedenkingen over het kennisniveau en de vaardigheden die daarbij gewenst zijn. Het implementeren van vernieuwingen krijgt te weinig aandacht naar de mening van het panel. Dit geldt zowel de theorie als de praktijk van de implementatie. Naar de mening van het panel onderschat de opleiding de problemen die daarbij spelen. Het panel heeft kennis genomen van het gegeven dat alle rollen, dus ook die van innovator, zowel integraal als specifiek in de opleiding aan de orde komen. Het panel vindt de rol van innovator mede zo belangrijk omdat het werkveld veel verwacht van de vernieuwende invloed van de afgestudeerde master op de werkers in het veld. De rol van onderzoeker heeft de opleiding naar de mening van het panel goed uitgewerkt. Een lector met kenniskring voert ‘eigen’ onderzoek uit en ondersteunt en faciliteert daarnaast het onderzoek dat de studenten uitvoeren. In de gesprekken werd de opzet van dit facet op bevredigende wijze verduidelijkt aan het panel. Een betere verwoording van dit aspect in de handleiding(en) wordt door het panel aanbevolen. Het werkveld stelt hoge eisen aan de opleiding. De opleiding heeft plannen om het werkveld een belangrijke stem te geven in de verdere vormgeving en ontwikkeling van de MRC. Het panel vindt de invloed van het werkveld op de opleiding voor nu en in de toekomst van groot belang. In het gesprek met het werkveld werden veel onduidelijkheden die in de aanvraag na lezing aanwezig bleven, opgelost.
pagina 12
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
Conclusie Het panel beoordeelt het facet 1.2 ‘Master’ als voldoende.
4.1.3
Oriëntatie hbo (facet 1.3) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de volgende beschrijvingen van een master in hbo: – De beoogde eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepencompetenties. – Een hbo-master heeft de kwalificaties voor het niveau van een zelfstandig en/of leidinggevend beroepsbeoefenaar in een beroep of spectrum van beroepen, dan wel het niveau van het functioneren in een multidisciplinaire omgeving waarvoor een hbo opleiding vereist is of dienstig is. Bevindingen De eindkwalificaties zijn in samenspraak met het nationale werkveld opgesteld en afgestemd met de eindkwalificaties zoals die internationaal zijn gedefinieerd. Innovatie, evidence based werken, onderzoek doen en uitkomsten van onderzoek implementeren zijn belangrijke elementen die in de rol- en competentiebeschrijvingen tot uiting komen. In het curriculum wordt dit geborgd door de uitvoering van veel praktijkopdrachten. Het lectoraat rehabilitatie heeft het ontwerp van de master aangestuurd. De twee betrokken lectoren hebben sterke relaties met de beroepsgroepen in het werkveld. Overwegingen De competenties, de rollen en de prestatie indicatoren zijn in samenspraak met het werkveld opgesteld. Het werkveld verwacht dat de afgestudeerde in staat is met gekwalificeerde collega’s uit andere disciplines op het gewenste niveau over cliënten te communiceren. Het werkveld en de coaches vinden genoemd aspect van de volwaardige acceptatie van de counselor één van de belangrijkste meerwaarden van deze te starten masteropleiding. Het panel tekent hierbij aan dat de master veelal werkzaam zal zijn in een enigszins therapeutische setting waarin merendeels medisch opgeleide krachten werkzaam zijn. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 1.3 ‘Oriëntatie hbo’ als voldoende.
4.1.4
pagina 13
Samenvattend oordeel onderwerp 1 Doelstellingen opleiding Het panel acht het onderwerp 1 Doelstellingen opleiding voldoende op grond van de voldoendes voor de onderliggende facetten.
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
4.2
Programma Voor de beschrijving van het programma wordt verwezen naar het voorgaande hoofdstuk 3.
4.2.1
Eisen hbo (facet 2.1) Het beoogde programma sluit aan bij de volgende criteria voor het programma van een hboopleiding – Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en of (toegepast) onderzoek. – Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. – Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Bevindingen Actuele vakliteratuur in relatie met andere kennisbronnen vormt de basis voor kennisoverdracht aan de studenten en is de basis voor de vaststelling van een literatuurlijst. Uitgangspunt bij het vaststellen van de literatuurlijst is dat de daarin opgenomen werken niet ouder zijn dan vijf jaar, behoudens bepaalde toonaangevende nationale of internationale standaardwerken. Ieder onderdeel kent verplichte en aanbevolen literatuur. Daarnaast zoeken studenten zelfstandig recente vakliteratuur om te bestuderen en te betrekken in de onderzoeksopdracht. Studenten kunnen gebruik maken van de mediavoorzieningen van de HG en van de Stichting Rehabilitatie ’92. Het gegeven dat de studenten werkend leren en lerend werken, levert praktijkervaringen en casuïstiek op die tijdens de lesdagen worden besproken. In de praktijkopdrachten moeten de studenten aan het beroep gerelateerd materiaal gebruiken. Tevens krijgen de studenten opdrachten mee om vanuit hun praktijkervaringen kennis te zoeken om beroepsproblemen op te lossen, daarbij gestimuleerd door de docenten. Van studenten wordt gevraagd casuïstiek te bespreken met de docent en in de intervisiegroepen. Specialisten worden uitgenodigd om specifieke thema’s in te leiden en te bespreken. De studenten zijn werkzaam in de verschillende velden van gezondheidszorg en (maatschappelijke) dienstverlening. Hierdoor brengen zij werkervaringen in vanuit verschillende organisaties en bovendien leveren ze daarmee informatie aan over ontwikkelingen en trends binnen de eigen organisatie. Daarnaast dragen de docenten informatie aan over nieuwe trends en ontwikkelingen in de sector. De studenten maken gebruik van persoonlijke actieplannen om de verworven kennis en beroepsvaardigheden toe te passen en te oefenen in de praktijk. Het lectoraat ontwikkelt met behulp van haar onderzoeksprogramma nieuwe kennis die direct in het programma kan worden opgenomen. Het onderzoek vanuit het lectoraat, vindt plaats in nauwe samenwerking met het Trimbos-instituut, het Rob Giel Onderzoekscentrum en het landelijk Kenniscentrum Rehabilitatie. Diverse onderzoekers uit het lectoraat (gaan) promoveren en zijn, naast de beide lectoren, als docent betrokken bij de uitvoering van het programma. Op deze wijze levert de opleiding een wezenlijke bijdrage aan de kennisontwikkeling en kenniscirculatie rond rehabilitatie.
pagina 14
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
Het programma staat op verschillende manieren in directe verbinding met de beroepspraktijk, door: - de eindkwalificaties die ontleend zijn aan de eisen van de beroepspraktijk; - het leerplan, de leerdoelen en de leeractiviteiten die gebaseerd zijn op te verwerven competenties; - de docenten die voor het overgrote deel zelf werkzaam zijn in de beroepspraktijk en regelmatig seminars en andere congressen bezoeken; - het lectoraat dat 2-jaarlijks een landelijk congres verzorgt met en voor de relevante sectoren en dat vele internationale contacten en samenwerkingsverbanden kent. Overwegingen Het panel acht dit facet voldoende, maar maakt daarbij wel een aantekening. In 4.1.1 werd al gerefereerd aan het specifieke karakter van de MRC. Het panel vindt, vooral door de uitleg van het werkveld, de opleiding wel voldoende breed van opzet. Het werkveld en de coaches gaven in de gesprekken aan dat de opleiding universeler en diepgaander van karakter is dan het panel uit de aanvraag afleidde. Het panel had het idee op grond van de aanvraag dat de opleiding MRC zo specifiek en specialistisch van opzet was dat nauwelijks gesproken kon worden van een benaderingswijze op het terrein van social work, maar overwegend de uitwerking betrof van een ‘kale’ methodiek die nauwelijks stoelde op een bredere social workvisie. De methode diende ook nog systematisch gevolgd te worden om haar uitwerking niet te missen. Het panel liet zich overtuigen van zijn ongelijk. Het werkveld omschreef met argumenten het werken met het rehabilitatieconcept als een ‘universeel systemische benaderingswijze’. En dat is ook naar de mening van het panel meer dan een methode. Wat verder voor het panel overtuigde waren drie aspecten: - De beroepsbeoefenaren bewerkstelligen door hun werk als coach en consulent wijzigingen in de organisatie en de werkwijze in de instelling waardoor ook andere werkers dan counselors de ideeën en werkwijze gaan aanvullen. De verbreding tot meer dan een methode krijgt ook daardoor vorm. - De resultaten die door het werken als rehabilitatie counselor worden bereikt, zijn ‘verbluffend’, zo werd benadrukt, maar de methode is zeker niet voor iedere cliënt heilzaam. In de gesprekken werd benadrukt dat de werkwijze niet gezien moet worden als ‘haarlemmerolie’, maar naast en in combinatie met andere methoden bijzonder goede resultaten oplevert. - De methode is na de tweede wereldoorlog in de VS ontwikkeld. Teruggekeerde militairen uit Europa hadden dringend behoefte aan hulp om hun pijn, fysiek en geestelijk, te doen verminderen. De methode van werken heeft zich verbreed naar meer zorg- en sociaal werk gebieden. De werkwijze wordt nu ook, onder meer, toegepast in de verslavingszorg, de jeugdzorg en in het werken met ouderen. Het panel verwacht dat de verbreding in werkveld zal doorzetten naar meer op het welzijnswerk georiënteerde terreinen. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.1 ‘Eisen hbo’ als voldoende.
pagina 15
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
4.2.2
Relatie tussen doelstelling en programma (facet 2.2) Het beoogde programma, het didactisch concept, de werkvormen en de wijze van toetsing weerspiegelen de te bereiken eindkwalificaties van de opleiding. De te bereiken eindkwalificaties zijn aantoonbaar vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het beoogde programma. Bevindingen De master is de aanduiding van een specialistische en onderzoekend ingestelde professional op masterniveau. Centraal in zijn functioneren, staat het verantwoord toepassen, implementeren en doorontwikkelen van rehabilitatie en de Individuele Rehabilitatiebenadering (IRB). De inhoud van het programma is in overleg met het werkveld vastgesteld. Om de twee jaar zullen werkconferenties worden georganiseerd waarin de competenties van de opleiding worden voorgelegd aan de beroepspraktijk. Per setting (intramuraal en extramuraal) worden de competenties beoordeeld op relevantie en zo nodig aangevuld. De bijgestelde competenties worden gebruikt om het onderwijs aan te passen. In een aparte matrix die in de aanvraag wordt vermeld zijn de competenties geconcretiseerd en gecontextualiseerd naar de vijf verschillende rollen. Zo wordt aangegeven dat de samenhang tussen de eindkwalificaties en de kenmerken van de beroepspraktijk is gewaarborgd. Voorbeeld uitwerking: rol expert rol
inhoud
compe-
integrale opdracht:
concepten
tenties expert
Ontwikkelingsgericht coachen van de cliënten, uitgaande van diens wensen, sterke kanten en groeimogelijkheden
1, 2, 3, 7, 8
(20 studiepunten) Schrijven van Doelvaardigheidsprofiel Rehabilitatiedoelformulering Functionele diagnostiekkaart Vaardigheidslesplan Hulpbronnendiagnostiekkaart en rehabilitatie-plan op basis van de uitkomsten van de begeleiding van de cliënt
(3 studiepunten) Rehabilitatie Herstel Trends en ontwikkelingen in het werkveld en maatschappelijke Ontwikkelingen IRB methodiek
vaardig-
periode
heden (2 studiepunten) IRB
Jaar 1
De eindkwalificaties zijn vertaald in leerdoelen per onderdeel in twee stappen: - elk programmaonderdeel is gekoppeld aan een rol en de daarbij horende kerncompetenties; - aan de hand van deze koppeling zijn de leerdoelen per programmaonderdeel geformuleerd. Ieder onderdeel wordt door de studenten, docenten, coaches en studieloopbaanbegeleider in samenwerking met de coördinator geëvalueerd volgens een vastgestelde systematiek. De opleiding is competentiegericht. Competentiegericht onderwijs neemt realistische, complexe beroepstaken en beroepsopdrachten als uitgangspunt. Het leren binnen de opleiding is zowel individueel als interactief. Dit betekent dat studenten in de opleiding multidisciplinair samenwerken, kennis en inzicht krijgen in andere werksoorten en over de grenzen van de eigen beroepspraktijk heenkijken.
pagina 16
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
De eigen beroepspraktijk maakt deel uit van de leeromgeving van de student. Kenmerkend voor deze opleiding is dat het leren voor een groot deel in de praktijk gebeurt. Dit betekent dat vanuit de lessen opdrachten in de leerwerksituatie worden uitgewerkt en toegepast. Op basis van haar visie op onderwijs heeft de opleiding gekozen voor een model waarin vier leerlijnen worden onderscheiden: - de conceptuele leerlijn waarin kennisverwerving centraal staat gerelateerd aan een thema; - de vaardighedenleerlijn bestaat uit trainingen; de onderwerpen van de trainingen zijn direct gerelateerd aan de beroepssituatie; - de integrale leerlijn waarin het uitvoeren van beroepsopdrachten centraal staat; - de studieloopbaanbegeleiding met reflectie als centraal gegeven. De verschillende typen beoordelingen in de opleiding toetsen niet alleen het afsluiten van studieonderdelen en dienen niet alleen het bijschrijven van studiepunten, maar zijn ook gericht op het vergroten van het inzicht van de studenten in eigen sterke en zwakke kanten en het stellen van nieuwe leerdoelen. Beoordelingen krijgen hiermee ook een ontwikkelingsgerichte functie. Het toetsplan bevat een overzicht van alle toetsen en de criteria die van toepassing zijn. Voor formatieve toetsing verzamelt men met korte tussenperiodes informatie om het leerproces van de student beter te kunnen begeleiden en bij te sturen. Bij de start van een module wordt alle relevante informatie over de toetsing aan de studenten bekend gemaakt. Alle opdrachten worden individueel uitgevoerd met uitzondering van het praktijkonderzoek. Overwegingen Het panel vindt de relatie tussen doelstellingen en programma evident terug in het curriculum. Het accent op het praktijkgericht onderzoek dat in het programma wordt uitgewerkt kan wat de resultaten daarvan betreft nog een betere uitwerking krijgen in de innoverende rol van de afgestudeerde. Het panel vindt, als exempels, een onderzoek naar mogelijkheden om rehabilitatie ook meer toepasbaar te maken voor het werken met verstandelijk gehandicapten overtuigend, evenals het onderzoek dat uitgevoerd wordt naar de mogelijkheid om ouders te ondersteunen in het leren opvoeden. Over het implementeren van de resultaten van een dergelijk onderzoek in het werkveld heeft het panel op grond van de aanvraag en de gesprekken enige twijfels. Het uitgevoerde onderzoek wordt maatschappelijk gewaardeerd gezien de bekostiging door instellingen en overheid. De ervaringen van de vertegenwoordigers van het werkveld met afgestudeerden van de al jaren bestaande post-hbo opleiding hebben opgeleverd dat dringend behoefte bestaat aan praktijkonderzoek en aan verbetering van de communicatie tussen counselors en collega’s psychologen, psychiaters, artsen en ambtenaren. In het programma is die doelstelling helder terug te vinden. Het panel heeft waardering voor de wijze van toetsen als het gaat om het kiezen van de juiste toetsvorm bij de specifieke inhoud van een onderwijseenheid. De uitwerking van het tweede jaar voor wat betreft de eindopdracht dient nog verder uitgewerkt te worden. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.2 ‘Relatie tussen doelstelling en programma’ als voldoende.
pagina 17
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
4.2.3
Samenhang programma (facet 2.3) Het beoogde programma is inhoudelijk samenhangend. Bevindingen Horizontale samenhang De opleiding maakt gebruik van vier zogenaamde leerlijnen. Elke leerlijn kent haar eigen dynamiek. De vier leerlijnen zijn de integrale leerlijn, de conceptuele leerlijn, de vaardighedenleerlijn en de ervaringsreflectie leerlijn. De horizontale samenhang wordt bevorderd doordat het programma niet bestaat uit losse vakken met losse eindtermen, maar uit onderwijseenheden die door middel van een aan de beroepspraktijk ontleende rol, in hun samenhang expliciet zijn gekoppeld aan de competenties / eindkwalificaties. De samenhang en de integratie worden extra bevorderd door de integrale beroepsopdracht. Verticale samenhang Om de verticale samenhang te borgen, is het programma ontwikkeld aan de hand van drie criteria: - toenemende complexiteit van taken/context en kennisontwikkeling; - toenemende zelfsturing en verantwoordelijkheid; - toenemende reflectie en transfer. Samenhang tussen binnen- en buitenschools De opdrachten worden vanaf de eerste periode gerealiseerd in de beroepspraktijk. Deze opdrachten zijn gerelateerd aan vier rollen die toenemend complex zijn. Overwegingen De samenhang in het programma is in de gesprekken nauwelijks teruggekomen. Het panel kreeg op grond van de aanvraag voldoende inzicht in de samenhang. De horizontale en verticale samenhang zijn goed uitgewerkt. De verbinding tussen de binnen- en buitenschoolse component van de opleiding is uitstekend geregeld door de inzet van getrainde coaches die incidenteel ook op andere wijze, bijvoorbeeld als docent, met de opleiding zijn verbonden. De samenhang leidt naar de mening van de docenten niet tot overlap van de inhouden van studieonderdelen omdat zij regelmatig met elkaar overleg voeren over de studieonderdelen. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.3 ‘Samenhang programma’ als voldoende.
4.2.4
Studielast (facet 2.4) Het beoogde programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Bevindingen De studielast wordt uitgedrukt in studiepunten waarbij een punt gelijk is aan 28 uren studie. Het studiejaar van 40 studieweken is onderverdeeld in twee semesters. De toetsing is gespreid en vindt volgens een rooster plaats op verschillende momenten in het jaar. Cijfers worden binnen vijftien werkdagen bekend gemaakt. In de uitwerking van de studiebelasting is een onderscheid gemaakt tussen opleidingsuren en zelfstudie, waaronder de praktijkopdrachten vallen. Doordat er vaste lesdagen zijn, is het programma per jaar en week beschreven.
pagina 18
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
De studielast staat verder toegelicht in de studiehandleidingen. Hierin is ook informatie opgenomen over de toetsing en de mogelijkheden voor herkansing. Begeleiding en monitoring vinden plaats in een aparte leerlijn, namelijk de studieloopbaanbegeleiding. Studievertraging of -uitval wordt zoveel mogelijk voorkomen door iedere student te koppelen aan een studieloopbaanbegeleider vanuit de opleiding. De persoonlijke coach van de student kan contact opnemen met de opleiding en interveniëren. Om de studievoortgang te bewaken hanteert de opleiding verschillende instrumenten: het POP, het portfolio, de toetsing en het studievoortgangsysteem. Om de studeerbaarheid te bevorderen zijn evaluaties en feedback gebruikelijk. Twee keer per jaar wordt het programma uitgebreid schriftelijk en zo nodig ook mondeling geëvalueerd. Eventuele structurele belemmeringen, ontwikkelingen van externe eisen en de afstemming met het afnemend beroepenveld maken deel uit van deze structurele toetsingen. Studenten die gezien hun vooropleiding in aanmerking menen te komen voor erkenning van eerder en elders verworven competenties kunnen gebruik maken van een EVC-procedure. Overwegingen Het panel acht het programma studeerbaar. Zeker ook door de goede begeleiding die rond de studenten is georganiseerd. Het panel vindt de eisen die aan de studenten worden gesteld wel hoog door de combinatie van studie en werk. De opleiding her- en erkent dit en heeft daarom de jaarplanning ruim van te voren tot in detail uitgewerkt. De afgestudeerden van de post-hbo opleiding kunnen de MRC in één jaar halen. Het panel vindt dat juist, maar heeft geen inzicht gekregen in de opbouw van dat programma terwijl in de gesprekken met enkele afgestudeerde post-hbo-‘ers bleek dat de belangstelling van die groep voor de MRC juist omvangrijk is. Het panel heeft wel het vertrouwen dat de belangstelling van die categorie studenten zal resulteren in een studeerbaar programma. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.4 ‘Studielast’ als voldoende.
4.2.5
Instroom (facet 2.5) Het beoogde programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: hbo-master: bachelor en eventueel (inhoudelijke) selectie. Bevindingen De master is een deeltijdopleiding voor werkende professionals die in staat zijn werken en leren te combineren. Studenten werken in het veld van rehabilitatie op hbo+ niveau. Op hun werk worden studenten in staat gesteld opdrachten uit te voeren en gericht vorm te geven aan hun competentieontwikkeling. Zij worden tevens in hun arbeidsomgeving in de gelegenheid gesteld een praktijkgericht onderzoek op te zetten, uit te voeren en op grond van de verkregen resultaten veranderingen te ontwerpen en indien van toepassing te implementeren. Dit wordt expliciet vastgelegd in een onderwijsarbeidsovereenkomst. De masteropleiding is bedoeld voor maatschappelijk werkers, sociaal pedagogische hulpverleners, verpleegkundigen en andere werkers in het veld van zorg en welzijn. De instroomeisen zijn: - afgeronde hbo-opleiding of equivalent daarvan; - minimaal twee jaar relevante praktijkervaring; - een dienstverband van tenminste 0,5 fte; - beheersing van de Nederlandse (NT2-II) en Engelse taal.
pagina 19
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
De student zorgt zelf voor de invulling en ondertekening van de eerder genoemde onderwijsarbeidsovereenkomst. De instelling krijgt € 2.000 korting als er een interne gekwalificeerde coach aanwezig is in de organisatie die de individuele supervisie/coaching van de student in werktijd verzorgt. Jaarlijks wordt er contact opgenomen met het potentiële werkveld door het verstrekken van informatiemateriaal. Dit is een samenwerking tussen de Stichting Rehabilitatie ’92, de Academie voor Sociale Studies en het lectoraat Rehabilitatie. Op basis van de ervaringen met de post-hbo opleiding Rehabilitation Counselor mag verwacht worden dat een voldoende instroom van studenten zal plaatsvinden. Overwegingen Het panel acht de criteria voor instromende studenten juist en goed doordacht. Op grond van vooropleidingseisen en ervaring zijn die studenten toelaatbaar die een juist beginniveau hebben. Het panel wil wel opmerken dat de verplichte werkervaring van twee jaar wat aan de magere kant is. In het gesprek met de docenten kwam naar voren dat ook de opleiding de twee jaar ervaring het absolute minimum vindt. De opleiding ziet liever instromers die een rijkere werkervaring hebben. Het panel geeft de opleiding in overweging de werkervaringseis uit te breiden naar drie jaar. Een werkveldovereenkomst is ontwikkeld en is ‘getest’ in de post-hbo opleiding. Het panel heeft de overeenkomst bekeken en acht daarin alles aanwezig wat voor een goede studievoortgang noodzakelijk is. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.5 ‘Instroom’ als voldoende.
4.2.6
Duur (facet 2.6) De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. de omvang van het curriculum: hbo-master met minimaal 60 studiepunten. Bevindingen De MRC is een nieuwe hbo-masteropleiding. De studieduur beslaat twee jaar en omvat in totaal 60 studiepunten (1680 studiebelastinguren). De student heeft gedurende de studie een gemiddelde studiebelasting van 21 uren per week met een doorlooptijd van 40 weken per studiejaar. Het onderwijsprogramma is gericht op een vaste dag per 2 weken en 6 tweedaagsen. Overwegingen Het panel stelt vast dat de opleiding voldoet aan de formele eisen en dat de organisatie van de opleiding in balans is. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.6 ‘Duur’ als voldoende.
4.2.7
pagina 20
Samenvattend oordeel onderwerp 2 Programma Het panel acht het onderwerp 2 Programma voldoende op grond van de voldoendes voor de onderliggende facetten.
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
4.3 4.3.1
Inzet personeel Eisen hbo (facet 3.1) De opleiding sluit aan bij de volgende criteria voor de inzet van personeel van een hboopleiding: Het onderwijs zal voor een belangrijk deel worden verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Bevindingen Het verbinden van theorie met praktijk en van praktijk met theorie is een wezenlijke taak van de docent. Daarom worden aan het onderwijzend personeel de eisen gesteld: - werkzaam als rehabilitation counselor, dan wel uitgebreide praktische ervaring als zodanig; - gekwalificeerd docent Rehabilitation Counselor met een IRB onderwijsbevoegdheid, erkend door de Stichting Rehabilitatie ’92; - opgeleid en werkzaam zijn in het veld van zorg en welzijn en beschikken over een specialisatie in het onderdeel waarin wordt lesgegeven; - minimaal twee jaar actuele werkervaring, niet langer dan vijf jaar geleden opgedaan; - een academische opleiding, wo- of hbo-master. De helft van de docenten is verbonden aan de HG en heeft een didactische aantekening. De andere helft werkt in de praktijk, beschikt over een 1e graads onderwijsbevoegdheid en heeft voldaan aan het docententraject van de Stichting Rehabilitatie ‘92. Nieuwe docenten en coaches worden geworven uit de alumni van de MRC en zullen een docentenopleiding volgen bij de Stichting Rehabilitatie ’92 tenzij ze al als docent werkzaam zijn binnen de HG. Aan rehabilitatiecoaches worden de volgende eisen gesteld: - hij is een expert in rehabilitation counseling; - hij beschikt over minstens twee jaar werkervaring met direct cliëntencontact na diplomering; - hij heeft affiniteit met het begeleiden van studenten; - hij staat positief tegenover ontwikkelingen van de professie van rehabilitatie counseling; - hij toont professionele kwaliteiten. Overwegingen Het panel heeft de cv-’s van de docenten bestudeerd. De docenten voldoen voor het grootste gedeelte aan het geschetste profiel. De verbinding tussen theorie en praktijk die de docenten leggen, waardeert het panel positief. De lijn Boston, HG en docent met ervaring als rehabilitation counselor acht het panel wel een gevaar inhouden omdat zodoende een ‘tunnelvisie’ kan ontstaan. Het panel heeft echter de indruk dat het werkveld in staat is die tunnelvisie tegen te gaan. De hoge eisen die aan de coaches worden gesteld, vindt het panel een goede zaak omdat daardoor de kwaliteit van de opleiding wordt versterkt. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 3.1 ‘Eisen hbo’ als voldoende.
pagina 21
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
4.3.2
Kwantiteit personeel (facet 3.2) Er wordt voldoende capaciteit vrijgemaakt om de nieuwe opleiding te kunnen starten. Er wordt voldoende capaciteit vrijgemaakt om de nieuwe opleiding te kunnen continueren. Bevindingen Voor uitvoering, evaluatie, verbetering en ondersteuning van het onderwijs aan 15 studenten wordt aanvankelijk uitgegaan van een bezetting van 3 fte, waaronder 1 fte voor het opleidingssecretariaat. Jaarlijks worden de taken van de docenten en medewerkers en de bijbehorende uren vastgelegd. De eerste keer op basis van de definitieve instroomcijfers. De opleiding geeft afgestudeerde MRC-studenten de mogelijkheid zich aan te melden als docent. Er wordt aan de hand van een gesprek tussen de coördinator, een docent en de oud-student een plan gemaakt voor scholing. De alumni kunnen ervaring opdoen middels activiteiten van de Stichting Rehabilitatie ’92. Op deze wijze wil de opleiding zorgen voor een grotere capaciteit aan docenten en coaches om zo mogelijk ziekte en vergrijzing in de toekomst te kunnen ondervangen. Overwegingen Het panel constateert dat voldoende kwalitatief geschoold personeel wordt ingezet om deze master te bemensen. Met de twee fte’s die aanvankelijk beschikbaar zijn voor onderwijs en ontwikkeling staat niets een goede uitvoering en verdere vormgeving van het onderwijsprogramma in de weg. Het panel verwacht dat voor de verdere ontwikkeling van de master ook in de toekomst een ruime inzet van personeel noodzakelijk zal zijn. Dit alleen al om de breedteontwikkeling van de master in de sociale sector verder uit te werken. Het panel acht een snelle terugkeer na de opleiding als docent niet pleiten voor de kwaliteit van de opleiding. Het voedt de gedachte van een circulair mechanisme. Eerst zouden afgestudeerden substantiële andere ervaring moeten opdoen.
Conclusie Het panel beoordeelt het facet 3.2 ‘Kwantiteit personeel’ als voldoende.
4.3.3
Kwaliteit personeel (facet 3.3) Het in te zetten personeel is gekwalificeerd voor een inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Bevindingen De docenten zijn nagenoeg allen werkzaam in de praktijk en hebben daardoor contact met cliënten. Zij zijn gekwalificeerd rehabilitatiedocent en beschikken over een post-hbo of academische opleiding. Enkelen zijn daarnaast actief als onderzoeker. Voor de dagelijkse aansturing en uitvoering van het curriculum wordt een coördinator benoemd. Naast de coördinator worden docenten en coaches aangesteld. De lector is de hoofdopleider. Voor de inhoudelijke, didactische en organisatorische afstemming tussen de opleidingsonderdelen en de verschillende docenten is een kernteam ingesteld, onder leiding van de lector.
pagina 22
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
De coördinator heeft eens per jaar een functionering- /evaluatiegesprek met de docenten en coaches, waarin ook werkdruk en werkbeleving worden besproken. Gemaakte afspraken worden schriftelijk vastgelegd en gevolgd. De kern van het docententeam bestaat uit generalisten. Ze zijn breed inzetbaar. Onder meer als studieloopbaanbegeleider, als coach en als beoordelaar, maar ook als expert op een van de terreinen van de MRC. Specialisten worden op grond van specifieke en/of actuele deskundigheid ingezet op een deeltaak. Hierbij kan gedacht worden aan specialisten in een toepassingsgebied, in een wetenschapsgebied of in een specifieke functie. Voor specifiekere thema’s worden gastsprekers uitgenodigd. Voor de docenten en coaches wordt twee keer per jaar een docentendag georganiseerd en één keer per jaar komt men een weekend bij elkaar. Daarnaast worden studiedagen en symposia aangeboden. Eens per 2 jaar wordt door het lectoraat in samenwerking met de Stichting Rehabilitatie ’92 een groot landelijk congres georganiseerd, waarin aspecten van toetsing, deskundigheidsbevordering en teambuilding centraal staan. Actualisering van de werkveldervaring (of praktijkervaring) is mogelijk door: - een speciaal daarvoor ingerichte leerwerkplaats; - docenten kunnen actief deelnemen aan de kenniskring van het lectoraat; - contractactiviteiten. Overwegingen Bij deze master worden drie gepromoveerde docenten ingezet. Daarnaast zijn nog promovendi actief bij de opleiding betrokken. Het panel acht dit voldoende om de opleiding kwalitatief op niveau te kunnen uitvoeren. Daarnaast zijn actueel opgeleide vakmensen betrokken bij de master. Het volgen van de opleiding door een aantal coaches kan ook een bijdrage leveren aan de kwaliteit van het totaal. Een lector met kenniskring is nauw betrokken bij de master en meerdere lectoraten verenigd in het kenniscentrum CaRES zijn in te schakelen om onderzoeksprogramma’s en lijnen verder uit te werken. Het panel vindt de kwalitatieve inzet voorbeeldig en juicht de manier van werken toe. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 3.3 ‘Kwaliteit personeel’ als voldoende. 4.3.4
pagina 23
Samenvattend oordeel onderwerp 3 Inzet personeel Het panel acht het onderwerp 3 Inzet personeel voldoende op grond van de voldoendes voor de onderliggende facetten.
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
4.4 4.4.1
Voorzieningen Materiële voorzieningen (facet 4.1) De beoogde huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Bevindingen De opleiding MRC wordt gegeven in Utrecht op de locatie waar de Stichting Rehabilitatie ’92 is gevestigd. Voor het onderwijs zijn ruimten beschikbaar, waaronder theorie- en oefenlokalen. Ondersteunende middelen, zoals tv en video/dvd, beamer, laptop, overheadprojector, whiteboard, flap-over, internetverbinding en kopieerfaciliteiten zijn beschikbaar. Voor coachings-, voortgangsgesprekken en examenbijeenkomsten kan gebruik worden gemaakt van de voorzieningen van de HG. De Hanze mediatheek is via de online publiekscatalogus toegankelijk. De Hanze elektronische leeromgeving biedt allerhande voorzieningen als e-mail, planningen en toetsresultaten. Voor iedere module zijn vooraf beschikbaar, onder meer: een studiehandleiding, een snelkoppeling naar de competenties, planning, literatuur en toetsings(criteria). Overwegingen Het panel heeft geen kennis genomen van de locatie in Utrecht aangezien het bezoek plaats vond in Groningen. Wel heeft het panel een aantal foto’s bekeken van de locatie te Utrecht die ter inzage lagen. Het panel acht de onderwijsruimten in voldoende mate beschikbaar en van voldoende faciliteiten voorzien. Het panel heeft wel enige bedenkingen bij de beschikbaarheid van de bibliotheekvoorzieningen. In Utrecht is een (universiteits)bibliotheek aanwezig en de bibliotheek van de HG is altijd te raadplegen via de e-learning voorzieningen, maar toch heeft het panel het misschien wat ‘ouderwetse’ idee dat het raadplegen van fysiek aanwezige boeken op de locatie van de opleiding bij het maken van werkstukken en scripties alle elektronische voorzieningen in de schaduw stelt. Daarom vindt het panel dat een bibliotheekvoorziening, op de plaats waar de studenten studeren, aan te bevelen is. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 4.1 ‘Materiële voorzieningen’ als voldoende.
4.4.2
Studiebegeleiding (facet 4.2) Er is voorzien in personele capaciteit voor studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten die adequaat zijn met het oog op de studievoortgang. Bevindingen Studieloopbaanbegeleiding vindt plaats door een aan de student toegewezen studieloopbaanbegeleider. De studieloopbaanbegeleiding binnen is gericht op de volgende aspecten: - studievoortgangbewaking: signaleren van studievertraging; - informatievoorziening: goede communicatie tussen opleiding en de student; - persoonlijk contact: de begeleider is het eerste aanspreekpunt voor een student.
pagina 24
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
Bij de start van de opleiding en daarna één keer per half jaar heeft de begeleider een individueel overleg met zijn studenten. In de tussentijd is hij op afroep beschikbaar. Bij de halfjaarlijkse contacten komen de studievoortgang en het persoonlijk ontwikkelingsplan ter sprake door het overdenken van behaalde (deel)competenties en de realisatie van nog te behalen competenties. Andere ‘begeleiders’ in de opleiding zijn de docent en de coach. De coördinator is eindverantwoordelijk voor het contact met (potentiële) studenten en met docenten. De student heeft de mogelijkheid om tussentijds een gesprek met de coördinator te hebben bij studievoortgangproblemen, extra leerondersteuning of persoonlijke problemen. Indien een student besluit de opleiding te verlaten, vindt er een eindgesprek plaats met de coördinator. Indien er bij studenten sprake is van deficiënties en/of studie- en studeerproblemen dan wordt gezocht naar maatwerkoplossingen. Nieuwe studenten ontvangen het informatieboekje ‘Master Rehabilitation Counselor’ waarin alle gangbare informatie over de opleiding staat vermeld. Vragen van studenten worden altijd binnen 2 werkdagen afgehandeld. De examencommissie zorgt voor jaarlijkse publicatie van de behaalde studieresultaten via het opleidingssecretariaat. Overwegingen Het panel acht de studiebegeleiding en informatievoorziening aan de studenten van een goed niveau. De begeleiding heeft zich ontwikkeld gedurende de tijd dat de post-hbo opleiding is gegeven en heeft zich op juiste wijze uitgekristalliseerd bij deze master. De coach wordt vanuit de werkorganisatie beschikbaar gesteld. Het commitment tussen de werkorganisatie en de opleiding is vastgelegd in een overeenkomst. Het panel acht dit een goede zaak.
Conclusie Het panel beoordeelt het facet 4.2 ‘Studiebegeleiding’ als voldoende.
4.4.3
pagina 25
Samenvattend oordeel onderwerp 4 Voorzieningen Het panel acht het onderwerp 4 Voorzieningen voldoende op grond van de twee voldoendes voor de onderliggende facetten.
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
4.5 4.5.1
Interne kwaliteitszorg Systematische aanpak (facet 5.1) Er is voorzien in een systeem van interne kwaliteitszorg, waarbij mede aan de hand van toetsbare streefdoelen en periodieke evaluaties verbetermaatregelen worden getroffen. Bevindingen Voor de hele hogeschool geldt een beleid- en besturingcyclus voor een periode van telkens 4 jaar. Voor het meten en monitoren van resultaten worden prestatie-indicatoren benoemd en normen vastgesteld. De hogeschool beschikt over een managementdashboard. Het HG- kwaliteitszorgsysteem bestaat uit drie delen: - het (externe) accreditatiesysteem; - een systeem voor interne kwaliteitsbewaking; - een systeem voor kwaliteitsmeting. Het hogeschoolsysteem voor kwaliteitbewaking hanteert interne audits op basis van het EFQM-model om de werking van de interne kwaliteit- en verbetercyclus integraal te toetsen. Het hogeschoolsysteem voor kwaliteitsmeting omvat een aantal hogeschoolbrede evaluatieinstrumenten waarmee waarderingsgegevens van verschillende stakeholders worden verzameld en bewerkt. De hogeschool hanteert een breed scala aan evaluatie instrumenten. Afgelopen jaar heeft een evaluatie plaatsgevonden van de mate van geschiktheid van de instrumenten voor de masteropleidingen. Op basis van de resultaten daarvan zijn inmiddels concrete maatregelen genomen om enkele instrumenten aan te passen. Gegeven de aard van de MRC zal gebruik worden gemaakt van: - student tevredenheidonderzoek, één maal per jaar; - blokevaluaties (eventueel panelevaluatie) na iedere module; - functionerings- en beoordelingscyclus voor de coördinator en de lector; - werkgeversonderzoek, één maal per twee jaar; - werkveldcommissie, drie keer per jaar; - alumni-onderzoek, één maal per drie jaar; - hbo-monitor (extern). Overwegingen De meeste leden van het panel kennen het kwaliteitszorgsysteem van de HG van vorige visitaties. Het systeem roept daarom nauwelijks vragen en opmerkingen op. Het panel acht het systeem goed qua opzet en verwacht een juiste verdere uitwerking daarvan voor de MRC. Uit de gesprekken bleek dat het systeem voor de post-hbo opleiding goed werkt. De opleiding heeft daarmee een goed vertrekpunt om tot een functionerend systeem van interne kwaliteitszorg voor de masteropleidign te komen. Het panel wil benadrukken dat de verantwoordelijkheid voor deze opleiding voor rekening van de HG is en blijft en dat die niet overdraagbaar is aan de Stichting Rehabilitatie ’92. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 5.1 ‘Systematische aanpak’ als voldoende.
pagina 26
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
4.5.2
Betrokkenheid (facet 5.2) Bij de interne kwaliteitszorg zullen medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief worden betrokken. Bevindingen De opleiding beschouwt medewerkers, studenten, alumni en het afnemende beroepenveld als haar stakeholders in het ontwerpen, ontwikkelen en aanbieden van goed onderwijs. Al deze partijen zijn dan ook op gezette tijden bij de kwaliteitszorg van de opleiding betrokken. In 4.5.1 is aangegeven wanneer de opleiding deze stakeholders in haar kwaliteitszorg betrekt. Inhoudelijke terugkoppelingen vinden als volgt beschreven plaats. Resultaten van studentenevaluaties worden aan alle medewerkers van de opleiding gestuurd. Deze resultaten komen ook aan de orde tijdens functioneringsgesprekken en bij het vaststellen van taken en voorkeursrollen van docenten. Resultaten en verbeteracties zijn een vast agendapunt tijdens het teamoverleg van de opleiding. De evaluatieresultaten worden eveneens direct naar alle groepen studenten teruggekoppeld, waarna indien gewenst een gesprek kan plaatsvinden. Een opleidingscommissie wordt ingesteld. Naast de wettelijke taken van deze commissie, bespreekt zij ook de studentevaluaties. De werkveldcommissie en de diverse instellingen waar studenten werken, nemen een bijzondere plaats in voor de kwaliteit van het leren op de werkplek, het signaleren van trends en ontwikkelingen en de actualisering van het curriculum. De opleiding betrekt de alumni bij de opleiding door hen uit te nodigen voor refereerbijeenkomsten, congressen en symposia. Daarnaast kunnen alumni als coach werkzaam zijn. Overwegingen De inhoud van de aanvraag en de gesprekken met de geledingen van de opleiding geven het panel het vertrouwen dat de betrokkenheid van deze geledingen voldoende wordt uitgewerkt in de verdere ontwikkeling van de opleiding. Uit de gesprekken bleek een groot enthousiasme voor deze master. Vooral het werkveld, maar ook de overige geledingen, hebben hun inbreng bij de inhoud en vorm van de master voldoende gerealiseerd gezien in het programma. Zij verwachten dat in de toekomst hun inbreng gevraagd en gewaardeerd zal worden waardoor deze opleiding blijft aansluiten op wat het werkveld en de studenten er van verwachten. Docenten hebben inbreng in het programma en kunnen voorstellen doen ter verbetering. Aangegeven werd dat door deze inbreng docenten zich extra betrokken voelen. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 5.2 ‘Betrokkenheid’ als voldoende.
4.5.3
pagina 27
Samenvattend oordeel onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg Het panel acht het onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg voldoende op grond van de twee voldoendes voor de onderliggende facetten.
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
4.6 4.6.1
Continuïteit Afstudeergarantie (facet 6.1) De instelling geeft aan studenten de garantie dat het programma volledig kan worden doorlopen. Bevindingen De Hanzehogeschool Groningen geeft de garantie af dat het volledige hbo-master traject in ieder geval gevolgd kan worden gedurende de 2 jaar die nodig zijn om te komen tot een volledige afronding van de opleiding. De samenwerking met de Stichting Rehabilitatie ’92 en de Universiteit van Boston draagt bij aan de verdere ontwikkeling en borging van de body of knowledge. Daarnaast wordt een breed (internationaal) netwerk onderhouden en worden de mogelijkheden onderzocht om soortgelijke opleidingen in het buitenland op te zetten. Overwegingen De HG heeft geen enkele twijfel als het gaat om de levensvatbaarheid van de MRC. De ervaringen met de post-hbo opleiding en de toezeggingen van het werkveld zijn toereikend om zonder aarzeling de garantie af te geven dat de student die de opleiding start, die ook kan afronden. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 6.1 ‘Afstudeergarantie’ als voldoende.
4.6.2
Investeringen (facet 6.2) De voorziene investeringen zijn toereikend om de opleiding (inclusief voorzieningen) tot stand te brengen. Bevindingen De ontwikkeling van de masteropleiding, in het verlengde van de post-hbo opleiding Rehabilitation Counselor, is bekostigd vanuit de strategische beleidsruimte van de hogeschool. Uit een bijgevoegde calculatie blijkt dat de directe en indirecte kosten bij een studentenaantal van 15 studenten verzekerd zijn wanneer de student casu quo de instelling een bijdrage levert van € 14.000 voor de opleiding van twee jaar. Met de te verwachten studentenaantallen en geïndexeerde cursusprijzen is het goed mogelijk voldoende baten te genereren om bijstellingen van het leerplan en innovatieve ontwikkelingen te bekostigen. Overwegingen De opleiding wordt al gedeeltelijk uitgevoerd, zij het met een andere inhoud, als post-hbo opleiding, dus van hoge ontwikkelkosten is geen sprake meer. Het panel heeft kennis genomen van de berekeningen die de opleiding heeft verstrekt en acht de calculaties voldoende helder om te kunnen starten. De cursusgelden voor de studenten leken het panel aan de hoge kant, maar uit de gesprekken bleek dat de hoogte daarvan geen belemmering oplevert voor werkgevers en studenten. Dus kan de opleiding zonder financiële belemmeringen ook in de toekomst worden uitgevoerd.
pagina 28
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
Conclusie Het panel beoordeelt het facet 6.2 ‘Investeringen’ als voldoende.
4.6.3
Financiële voorzieningen (facet 6.3) De financiële voorzieningen voor de gecalculeerde negatieve resultaten zijn voldoende voor dekking van de aanloopverliezen. Bevindingen De ontwikkeling van de master wordt voor bijna 50% bekostigd door het lectoraat rehabilitatie van de hogeschool. De aanloopverliezen worden de eerste drie jaren genomen door de Academie voor Sociale Studies, vanwege het strategisch belang van de master. Overwegingen Zie hiervoor de overwegingen bij punt 4.6.1 en 4.6.2. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 6.3 ‘Financiële voorzieningen’ als voldoende.
4.6.4
pagina 29
Samenvattend oordeel onderwerp 6 Continuïteit Het panel acht het onderwerp 6 Continuïteit voldoende op grond van de voldoendes voor de onderliggende facetten.
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
5 Overzicht advies De onderstaande tabel geeft per onderwerp en per facet het oordeel van het panel uit hoofdstuk 4 weer.
Onderwerp 1 Doelstellingen
2 Programma
3 Inzet personeel
4 Voorzieningen
5 Interne kwaliteitszorg
6 Continuïteit
Oordeel V
V
V
V
V
V
Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen
V
1.2 Master
V
1.3 Oriëntatie hbo
V
2.1 Eisen hbo
V
2.2 Relatie doelstellingen - programma
V
2.3 Samenhang programma
V
2.4 Studielast
V
2.5 Instroom
V
2.6 Duur
V
3.1 Eisen hbo
V
3.2 Kwantiteit
V
3.3 Kwaliteit
V
4.1 Materiële voorzieningen
V
4.2 Studiebegeleiding
V
5.1 Systematische aanpak
V
5.2 Betrokkenheid
V
6.1 Afstudeergarantie
V
6.2 Investeringen
V
6.3 Financiële voorzieningen
V
V = voldoende O = onvoldoende
pagina 30
Oordeel
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
Bijlage 1: Samenstelling panel Voorzitter Dr. Jaap Vedder was universitair hoofddocent Opleidings- en nascholingsdidactiek aan de Universiteit Utrecht, coördinerend inspecteur Hoger Onderwijs bij de Inspectie van het Onderwijs en plaatsvervangend voorzitter van het College van Bestuur bij de Hogeschool Drenthe. Momenteel is hij zelfstandig adviseur Onderwijsvernieuwing & Onderwijskwaliteit, voorzitter van de Nederlandse Vereniging tot Ontwikkeling van het Reken/Wiskunde Onderwijs (NVORWO), voorzitter van de Stichting Ambulancezorg Nederland, voorzitter van de Stichting Op Kop voor Openbaar Primair Onderwijs Steenwijkerland en Zwartewaterland en voorzitter van de Stichting Onderwijsfonds COCMA. Hij heeft ervaring als voorzitter van visitatiecommissies voor bachelor- en masteropleidingen. Panellid Prof. dr. Maria De Bie is verbonden aan de Universiteit Gent, Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, Vakgroep Sociale Agogiek. Zij heeft een lesopdracht in de opleiding pedagogische wetenschappen (Universiteit Gent) en in de masteropleiding sociaal werk, ingericht door de Associatie Universiteit Gent. Aandachtspunten in het onderzoek van Maria De Bie zijn de studie van sociaal werkpraktijken in de jeugdzorg en in het jeugdwerk, de samenlevingsopbouw en de algemene maatschappelijke dienstverlening, met bijzondere aandacht voor empirisch onderzoek naar de relatie tussen sociaal werk en recht. Panellid Tossy Pollmann (1949) studeerde aan de Sociale Academie en volgde postacademisch onderwijs aan de Voortgezette Opleiding Amsterdam. Sinds begin jaren ’80 bekleedde zij managementposities in het hoger onderwijs - van 1981 tot 1986 als adjunct directeur van Hogeschool De Horst in Driebergen -, gemeentelijke organisaties (Amsterdam, Rotterdam, Tilburg), de hulpverlening en de arbeidsvoorziening. Zij heeft meer dan tien jaar ervaring met kwaliteitszorg, in de kinderopvang (projectleider ontwikkeling landelijk kwaliteitsstelsel) en in het hoger onderwijs, als vicevoorzitter van de visitatiecommissie van de hboopleidingen Culturele en Maatschappelijke Vorming en als auditor en werkvelddeskundige voor NQA, de Raad voor Accreditatie en de NVAO. Panellid Lisa Westerveld volgt de master Sociale en Politieke Filosofie aan de Radboud Universiteit Nijmegen (RU). Lisa was in de collegejaren 2007-2009 voorzitter van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Daarvoor was zij onder meer voorzitter van de Universitaire Studentenraad aan de RU, bestuurslid van de Nijmeegse studentenvakbond AKKU, lid van het college van Beroep voor de Examens (Cbe) en twee jaar lid van de opleidingscommissie. Alle panelleden hebben een onafhankelijkheidsverklaring ingevuld en ondertekend.
Secretaris en procescoördinator drs. H. Ponds, beleidsmedewerker NVAO, procescoördinator drs. C. van de Meent, extern secretaris
pagina 31
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
Bijlage 2: Programma site visit Het panel heeft een bezoek gebracht aan de locatie op 21 mei 2010 voor de toetsing van de nieuwe opleiding hbo-master Rehabilitation Counselor van de Hanzehogeschool Groningen. Locatie: Hanzehogeschool, Groningen Programma Lokaal Tijd Gesprekspartners J1.01 09.00 -09.30 Panel NVAO Dhr. dr. Jaap Vedder, voorzitter en vakdeskundige Mw. prof. dr. Maria de Bie, vakdeskundige Mw. Tossy Pollmann – de Man, werkvelddeskundige Mw. Lisa Westerveld , student J1.01
09.30- 10.15 Managementteam Mw. drs. M. van Os, vicevoorzitter College van Bestuur dr. J.H. de Ruiter, dean Academie voor Sociale Studies
J1.01
10.15-11.30
Kernteam en opleidingsmanagement Mw. drs. E. Luijten, psycholoog GGz Drenthe & docent St. Rehabilitatie’92 Mw. J. Kroes, rehabilitatiewerker, docent Academie voor Sociale Studies & ontwikkelaar en beoogd opleidingscoördinator master Rehabilitatie Counselor dr. T. van Wel, psycholoog Altrecht GGz & docent St. Rehabilitatie ‘92 dr. E.L. Korevaar, lector Rehabilitatie
J1.01
11.45-12.30
Coaches/supervisoren Mw. F. Hiddink, rehabilitatiewerker & docent/coach St. Rehabilitatie ‘92 Mw. I. Dekker, rehabilitatiewerker, hoofd Meergroep training en ontwikkeling & docent/coach St. Rehabilitatie ‘92 Dhr. J. W. Stolk, rehabilitatiewerker RMPI &docent/coach St. Rehabilitatie ‘92 Dhr. H. Peters, casemanager/rehabilitatie werker GGz Noord-Holland Noord, Hoorn & docent/coach St. Rehabilitatie ‘92 Dhr. R. Hidskes, psycholoog/rehabilitatiewerker, Lentis GGz, Groningen & docent St. Rehabilitatie ’92 (thans zelfstandig gevestigd)
A 0.08
pagina 32
12.30-13.30
Overleg panel tijdens lunch (besloten)
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
Lokaal Tijd Gesprekspartners J1.01 13.30- 14.30 Vertegenwoordigers werkveld Dhr. R. Koning, decaan Parnassia Bavo Academie, Den Haag Dhr. G. Koorman, MBA MHCM, directeur FPC de Mesdag, Groningen Dhr. W. Wubs, Hoofd Social Verslavingszorg, Verslavingszorg Noord Nederland Dhr. F. Marquenie, manager Altrecht GGz Dhr. F. van der Kar, opleidingsfunctionaris kenniscentrum Phrenos J1.01
14.30- 15.15 Studenten post hbo rehabilitation counselor Mw. A. Schoonhoven Dhr. V. Nieuwenhuizen Dhr. B. Koning
J1.01
15.30-16.00
Vertegenwoordigers opleidingsmanagement Dr. E.L. Korevaar Mw. J. Kroes Dr. T. van Wel
J1.01
16.00- 17.00 Overleg panel (besloten)
pagina 33
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
Bijlage 3: Overzicht van bestudeerde documenten Informatiedossier opleiding/instelling -
Aanvraagdossier met bijlagen Antwoorden op vragen van het panel
Documenten beschikbaar gesteld tijdens locatiebezoek -
-
Zes getekende competentieverklaringen door het werkveldveld Aanvraag Accreditatie Master Rehabilitation Counselor Aanvraag Accreditatie Master Rehabilitation Counselor, Bijlagen CV’s coaches Fotoboek leslocatie te Utrecht The Evidence-Based Practice, C.E. Stout, R.A. Hayes Implementeren, L. Pater, S. Roest, S. Dubbeldam, M. Verweijen Handboek ontwikkelingsgericht coachen, R. Vandamme Handboek Rehabilitatie, L. Korevaar, J. Droes Methodische praktijk begeleiding & team begeleiding Studiehandleidingen; ‐ De Rehabilitation Counselor als Coach ‐ De Rehabilitation Counselor als Expert ‐ De Rehabilitation Counselor als Innovator ‐ De Rehabilitation Counselor als Onderzoeker ‐ De Rehabilitation Counselor als Consulent Modules; ‐ Handleiding hulpbron-interventies ‐ Oefenboek, hulpbron-interventies ‐ Training vaardigheidsles, handboek trainer ‐ Trainershandleiding het stellen van een rehabilitatiedoel ‐ Handleiding het stellen van een rehabilitatiedoel ‐ Oefenboek het stellen van een rehabilitatiedoel ‐ Werkbladen het stellen van een rehabilitatiedoel ‐ Handboek werkbegeleiding ‐ Kijk op IRB Kwaliteit ‐ Implementatie van individuele rehabilitatie in teams en afdelingen ‐ Arbeidsrehabilitatie, dag 1 Post Hbo
Overige documenten -
pagina 34
Produkten afkomstig uit onderzoeks- en innovatieprojecten van het Lectoraat Rehabilitatie Cursusboek Van ervaring naar ervaringsdeskundig (basiscursus) Cursusboek Ervaringsdeskundigheid in voorlichting Cursusboek Verdieping ervaringsdeskundigheid & herstelondersteuning Studeren met steun reeks van het Lectoraat Rehabilitatie Studeren met Autisme aan de Hanzehogeschool Groningen, W. de Jonge, T. Verbeek Hoop doet leven, S. Vos Studeren met succes, C. de Wolff, L. Korevaar, A. Zijlstra, B. Alferink, E. Hofman
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
-
pagina 35
Raakt het u? H. Timmer Gewoon doen, J. Boomsma Baanbrekend, H. van Asdonck, L. Korevaar Steun voor ouders met psychiatrische beperkingen, P.C. vd Ende, M. Venderink Implementatie Rehabilitatie, K.C. Landman-Peeters, P.C. vd Ende., L. Korevaar Rehabilitatie; Mens in Beeld, L. Korevaar Methodiektraining ‘Ouderschap met succes en tevredenheid” Methodebeschrijving Individuele Rehabilitatiebenadering Achtergrondinformatie masterclass Mary O’Hagan, 25 mei 2010 Rehabilitatie door educatie, Lies Korevaar Tijdschrift voor Rehabilitatie, april 2009, dec 2006, dec 2007, okt 2008, april 2007 Maandblad Geestelijke volksgezondheid, jan-febr. 2010
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
Bijlage 4: Lijst met afkortingen BA Bachelor CvB College van Bestuur DD Dublin Descriptoren EVC Eerder / elders verworven competentie FEZ Financiële & Economische Zaken HBO Hoger beroepsonderwijs HELO Hanze elektronische leeromgeving HG Hanzehogeschool Groningen HMR Hogeschool medezeggenschapsraad HRM Human Resources Management IRB Individuele Rehabilitatie Benadering MA Master MBO Middelbaar beroepsonderwijs MRC Master Rehabilitation Counselor M&C Marketing & Communicatie NVAO Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie OC Opleidingscommissie O&O Onderwijs & Onderzoek POP Persoonlijk ontwikkelingplan P&O Personeel & Organisatie SLB Studieloopbaanbegeleiding, c.q. studieloopbaanbegeleider SMR School medezeggenschapsraad WAC Werkveldadviescommissie WO Wetenschappelijk onderwijs
pagina 36
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |
Het paneladvies is tot stand gekomen in opdracht van de NVAO met het oog op toetsing van de nieuwe opleiding hbo-master Rehabilitation Counselor van de Hanzehogeschool Groningen. Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) Parkstraat 28 Postbus 85498 | 2508 CD DEN HAAG T 31 70 312 23 30 F 31 70 312 23 01 E
[email protected] W www.nvao.net
Aanvraagnummer
pagina 37
#4285
NVAO | Hbo-ma Rehabilitation Counselor Hanzehogeschool Groningen | 5 juni 2010 |