Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie: 1.0, februari 2004
Auteurs: Jur van der Velde en Marc 't Hart
Status: definitief
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
VERSIEBEHEER
Versie Datum
Verstuurd aan
0.1
Groninger gemeenten, Pro- Eerste concept t.b.v. de werk-
Oktober 2003
Omschrijving
vincie Groningen en steden- ateliers met gemeenten en bouwkundige Bureaus 0.2
Oktober 2003
bureaus.
Aanpassingen en aanvullin- Tweede concept gen n.a.v. Werkatelier met Groninger gemeenten
0.3
Oktober 2003
Aanpassingen en aanvullin- Derde concept gen n.a.v. Werkatelier met Stedebouwkundige bureaus
0.4
November 2003 Aanpassingen en aanvullin- Vierde concept gen n.a.v. overleg met afdeling gemeentelijke plannen van de provincie
0.5
December 2003
Aanpassingen n.a.v. overleg Vijfde concept GEON /Vijn
0.6
Januari 2004
Aanpassingen n.a.v. overleg Zesde concept op 16 december 2003
1.0
Februari 2004
Laatste aanpassingen n.a.v. Definitieve versie 1.0 opmerkingen van gemeenten Veendam en Delfzijl en provincie Groningen.
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
2
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING .....................................................................................6
1.1 1.2
Aanleiding ............................................................................................................................ 6 Doel en reikwijdte ................................................................................................................. 7
1.3
Leeswijzer ............................................................................................................................ 7
1.4
Status Handboek ................................................................................................................... 8
2
BEHEER ..........................................................................................9
2.1
Beheer Handboek Bestemmingsplannen Groninger gemeenten..................................................... 9
3
HET BESTEMMINGSPLAN ..............................................................11
3.1
Algemeen............................................................................................................................11
3.2 3.3
De plankaart........................................................................................................................11 De voorschriften ..................................................................................................................14
3.3.1
Inleidende bepalingen ................................................................................................................ 14
3.3.2 3.3.3
Bestemmingsbepalingen ............................................................................................................. 15 Dubbelbestemmingen................................................................................................................. 19
3.3.4 3.4
Overige bepalingen.................................................................................................................... 20 De plantoelichting ................................................................................................................21
4
BESTEMMINGEN ...........................................................................24
4.1
“Enkele” bestemmingen ........................................................................................................24
4.2
Dubbelbestemmingen ...........................................................................................................26
5
AANDUIDINGEN ...........................................................................27
6
TOEPASSING VAN IMRO ...............................................................29
6.1
Inleiding .............................................................................................................................29
6.2
Toelichting IMRO attributen ...................................................................................................29
7
TECHNIEK ....................................................................................37
7.1 7.2
Inleiding .............................................................................................................................37 Gebruik hyperlinks................................................................................................................37
7.3 7.4
Laagindeling ondergrond .......................................................................................................38 Laagindeling bestemmingsplankaart ........................................................................................39
7.5
Opbouw/formaat toelichtingskaartjes ......................................................................................39
8
AFSPRAKEN UITWISSELING .........................................................40
9
GEMEENTELIJKE AANVULLING OP HET HANDBOEK .......................44
9.1
Inleiding .............................................................................................................................44
9.2
Opzet hoofdstukindeling gemeentelijk Handboek ......................................................................44
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
3
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
OVERZICHT BIJLAGEN BIJLAGE 1 PLANKAART...........................................................................46 BIJLAGE 2 KLEUREN BESTEMMINGEN EN LETTERAANDUIDINGEN ..........47 BIJLAGE 3 BESTEMMINGEN EN BESTEMMINGSOMSCHRIJVINGEN ..........48 BIJLAGE 4 VOORBEELDEN VAN SPECIFIEKE BESTEMMINGEN EN LETTERAANDUIDINGEN ................................................................50 BIJLAGE 5 ARCERINGEN DUBBELBESTEMMINGEN ..................................52 BIJLAGE 6 ARCERINGEN EN SYMBOLEN AANDUIDINGEN .......................53 BIJLAGE 7 VOORBEELD OVERZICHTSLIJST TVG-WAARDEN ....................54 BIJLAGE 8 DEELNEMERS WERKATELIERS ...............................................55
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
4
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
VOORWOORD Het digitaliseren en standaardiseren van bestemmingsplannen staat de laatste jaren volop in de belangstelling bij het Rijk, de provincie, de stedenbouwkundige bureaus maar vooral bij de hoofdverantwoordelijken voor het opstellen van deze plannen: de gemeenten. Het Rijk is in 2000 gestart met het stimuleringsprogramma Digitale Uitwisseling van Ruimtelijke Plannen (DURP). In navolging daarvan zijn door veel provincies initiatieven ontplooid op het gebied van digitalisering en uitwisseling van ruimtelijke plannen. Ook de provincie Groningen heeft al sinds het najaar van 2000 in nauwe samenwerking met gemeenten, waterschappen en stedenbouwkundige bureaus verschillende acties ondernomen om het digitaal opstellen en uitwisselen van bestemmingsplannen te stimuleren en te ondersteunen. Middels het project ‘Digitaal Bestemd’ zijn informatiedagen en cursussen georganiseerd. Daarnaast heeft de provincie het opstellen van plannen van aanpak voor de digitalisering voor de individuele gemeenten financieel en inhoudelijk ondersteund. Het nu voor u liggende “Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten” is ontwikkeld op initiatief van de gemeenten (tijdens de bijeenkomsten kwam dit idee naar voren) en is ook mede tot stand gekomen dankzij financiering door de provincie Groningen. De provincie hecht groot belang aan het maken van afspraken met de inliggende gemeenten over de wijze waarop digitale bestemmingsplannen zullen worden opgesteld en uitgewisseld. We zijn dan ook zeer content met de animo en het enthousiasme waarmee de gemeenten dit Handboek en het tot stand komen daarvan hebben begroet. Mede als gevolg van dit Handboek zal het voor de burgers op termijn eenvoudiger zijn om gemeentelijke bestemmingsplaninformatie te raadplegen. Een digitaal bestemmingsplan kan immers eenvoudig via de publieksbalie of via Internet beschikbaar worden gesteld. Wanneer alle gemeenten een zelfde systematiek hierbij hanteren zal het voor burgers belangengroeperingen maar ook de andere overheden een stuk makkelijker worden om bestemmingsplannen – onafhankelijk van de gemeente waarin zij zich bevinden – te interpreteren en begrijpen. Daarnaast kan dit Handboek en belangrijke rol spelen bij de optimalisering en wellicht zelfs de versnelling van het toetsingsproces. Ik hoop van harte dat dit document een goede stap is om te komen tot eenduidige, op elkaar afgestemde bestemmingsplannen in de provincie Groningen. Ik wens u veel succes bij het opstellen van uw digitale, uitwisselbare op elkaar afgestemde en bovendien eenduidig raadpleegbare bestemmingsplannen! Marc Calon Gedeputeerde Ruimtelijke Ordening, Volkshuisvesting en Financiën.
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
5
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
1
Versie:1.0, februari 2004
INLEIDING
1.1 A ANLEIDING De aanleiding voor het opstellen van het onderhavige Handboek Digitale Bestemmingsplannen Groningen (verder te noemen Handboek) is het feit dat er op dit moment in de provincie Groningen bestemmingsplannen worden gemaakt die elk hun eigen systematiek, indeling, opbouw en begrippen hebben. De raadpleegbaarheid, de gebruiksvriendelijkheid en de digitale uitwisselbaarheid van deze plannen worden hierdoor nadelig beïnvloed. De gemeenten in de provincie Groningen hebben aangegeven dat dit een ongewenste ontwikkeling is en dat het gewenst is binnen de provincie te werken aan een aantal vaste standaarden of modellen. Dit kan in de vorm van een Handboek. Een andere belangrijke aanleiding is gelegen in het feit dat alle gemeenten voor een aanzienlijke actualiseringsopgave staan. Deze actualisering is een goed aangrijpingspunt om de bestemmingsplannen direct digitaal en uitwisselbaar op te (laten) stellen. Het Handboek is hierbij een belangrijk instrument. Met het Handboek wordt ook ingespeeld op de wens van de Groninger gemeenten om vanaf heden alle nieuwe bestemmingsplannen digitaal te vervaardigen. Het Handboek bevat dan ook die elementen die er zorg voor dragen dat er een digitaal bestemmingsplan tot stand komt dat is gebaseerd op de meest actuele inzichten en voldoet aan de eisen die daaraan worden gesteld. Een op basis van het Handboek gemaakt digitaal bestemmingsplan kan op een intranet of het internet worden geplaatst, kan worden ingepast in een gemeentelijk vastgoedsysteem en kan met derden digitaal worden uitgewisseld. Bij het opstellen van het Handboek is, mede op verzoek van de Groninger gemeenten, aansluiting gezocht bij het landelijke model voor een Handboek zoals dat is vermeld in de DURP-Handreiking Digitale Bestemmingsplannen, alsmede bij het NIROV-rapport ‘Op de digitale leest’ en bij de Praktijkrichtlijn inzake de toepassing van het IMRO2003. Het Handboek bevat de keuzes van de gemeenten en faciliteert de gemeenten bij het maken van bestemmingsplannen Voor de goede orde wordt opgemerkt dat het Handboek geen beleid of inhoudelijke normen bevat. Het Handboek is een kapstok voor het maken van bestemmingsplannen. Elk bestemmingsplan kan op basis van het Handboek zijn eigen inhoud hebben. De wijze waarop dit bestemmingsplan is opgebouwd is echter gelijk. De indeling en de vorm van de plankaart, de planvoorschriften en de plantoelichting komen overeen. De gebruiker van het bestemmingsplan vindt de door hem of haar gewenste informatie altijd op dezelfde plaats en in dezelfde verschijningsvorm. Wat er staat, kan echter inhoudelijk verschillen. Het Handboek is mede opgesteld aan de hand van een drietal werkateliers met respectievelijk vertegenwoordigers van de gemeenten, de stedebouwkundige bureaus en de provincie. In bijlage 8 is aangegeven wie bij deze bijeenkomsten aanwezig waren. Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
6
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
1.2 D OEL EN REIKWIJDTE Dit Handboek heeft als doel om eenduidig voor te schrijven op welke wijze bij het maken van bestemmingsplannen moet worden omgegaan met: •
Het benoemen en onderscheiden van bestemmingen en aanduidingen;
•
De opzet van de voorschriften;
•
De opzet van de plankaart;
•
De opzet van de toelichting;
•
De toepassing van IMRO-coderingen;
•
De uitwisseling en de aanlevering van bestemmingsplannen in digitale vorm.
Het Handboek richt zich vooral op bestemmingsplannen voor het stedelijk gebied. Voor het bestemmingsplan Buitengebied is alleen de vereiste techniek, oftewel de wijze waarop het bestemmingsplan in digitale vorm moet worden opgezet en uitgewisseld, van toepassing. De regelingen voor het Buitengebied worden niet in beschouwing genomen vanwege de hierin
voorkomende
bijzondere
regelingen,
alsmede
het
feit
dat
een
dergelijk
bestemmingsplan vaak zijn eigen werkwijze en systematiek heeft. Het Handboek geeft zowel richtlijnen ten aanzien van een digitaal bestemmingsplan, als ten aanzien van een bestemmingsplan in analoge vorm. De redenen hiervoor zijn enerzijds dat de Wet op de Ruimtelijke Ordening en het Besluit op de ruimtelijke ordening momenteel het digitale bestemmingsplan nog niet kennen. Een analoog bestemmingsplan is derhalve formeel juridisch gezien nog steeds noodzakelijk. Anderzijds is de verwachting dat de komende jaren door de werkwijzen in de praktijk een analoge weergave van een bestemmingsplan gewenst zal blijven. Bovendien zal de Algemene wet bestuursrecht uitgaan van nevenschikking: naast elektronische vastlegging en verzending blijft op verzoek van een gebruiker analoge vastlegging en verzending bestaan.
1.3 L EESWIJZER De wijze waarop dit Handboek dient te worden beheerd, wordt beschreven in hoofdstuk 2. In hoofdstuk 3 wordt aandacht besteed aan de algemene bestemmingsplanaspecten, voor wat betreft de plankaart, de voorschriften en de plantoelichting. Tevens wordt in dit hoofdstuk ingegaan op het planvormingsproces en de organisatie daarvan. Hoofdstuk 4 bevat een overzicht van de in de Groninger gemeenten te hanteren bestemmingen. Tevens is aangegeven op welke wijze de bestemmingen op de plankaart worden aangegeven. In hoofdstuk 5 wordt beschreven welke aanduidingen in de gemeenten kunnen voorkomen, alsmede de wijze waarop deze op de plankaart worden aangegeven.
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
7
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
De toepassing van IMRO staat beschreven in hoofdstuk 6. De technische aspecten zijn voor een groot deel afhankelijk van de binnen de gemeente gebruikte software. Daarom moet een aantal technische aspecten opgenomen worden in het gemeentelijk handboek. Over een aantal technische aspecten (zoals de vaste locatie van documenten en de standaardwijze waarop gebruik moet worden gemaakt van kruisverwijzingen in de documenten) zijn echter wel gezamenlijk afspraken te maken. Deze aspecten worden besproken in hoofdstuk 7. In hoofdstuk 8 wordt tenslotte aangegeven op welke wijze digitale bestemmingsplannen worden uitgewisseld tussen de Groninger gemeenten en de provincie Groningen. Tenslotte kan het zo zijn dat een gemeente een aantal gemeentespecifiek zaken wil toevoegen aan het Handboek. Een opzet voor een gemeentelijke aanvulling op het Handboek wordt gegeven in hoofdstuk 9.
1.4 S TATUS HANDBOEK De gemeenten en de provincie Groningen hebben met elkaar afgesproken het Handboek te volgen bij het maken van bestemmingsplannen en daarvan niet onnodig af te wijken. Eventuele afwijkingen van het Handboek worden gemeld aan een daarvoor in het leven te roepen provinciale beheercommissie (zie Hoofdstuk 2). Deze zal vervolgens bezien in hoeverre de afwijkingen worden opgenomen in het Handboek. In elk nieuw te maken bestemmingsplan dient op het eerste blad aangegeven te worden op welke punten en waarom het plan afwijkt van het Handboek.
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
8
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
2
Versie:1.0, februari 2004
BEHEER
Het doel van dit hoofdstuk is aan te geven op welke wijze het beheer van dit Handboek is geregeld.
2.1
B EHEER HANDBOEK B ESTEMMINGSPLANNEN G RONINGER GEMEENTEN
Het is primair een taak van de gemeenten om ervoor zorg te dragen dat er niet onnodig wordt afgeweken van het Handboek. Zoals in § 1.4 is aangegeven, dienen de door gemeente toegepaste wijzigingen direct te worden doorgegeven aan een speciaal voor dit Handboek aangewezen provinciale beheercommissie. Deze commissie bestaat uit vertegenwoordigers van vier of vijf verschillende Groninger gemeenten, een provinciaal vertegenwoordiger en een extern coördinator. De bezetting van de beheercommissie wordt ieder jaar heroverwogen. Numeriek blijft de samenstelling gelijk, de vertegenwoordiging onder de Groninger gemeenten zal jaarlijks wisselen zodat alle gemeenten in gelijke mate in de commissie vertegenwoordigd zullen kunnen zijn. De beheercommissie kijkt of de wijzigingen dermate generiek van aard zijn dat deze in aanmerking komen voor opname in het Handboek. De beheercommissie heeft ook tot taak zelfstandig te bezien in hoeverre de gemeenten navolging en toepassing geven aan het Handboek. Hiertoe zal de commissie periodiek een aantal bestemmingsplannen bekijken. Tevens kunnen praktijkervaringen met digitale bestemmingsplannen leiden tot wijzigingen. Ditzelfde geldt voor landelijke regelingen, zoals bijvoorbeeld: nieuwe versies van IMRO, de Praktijkrichtlijn IMRO en straks wellicht het nieuwe Besluit ruimtelijke ordening. Deze wijzigingen dienen ook in de beheercommissie te worden besproken. Desgewenst pleegt de beheercommissie overleg met de in de provincie actieve stedenbouwkundige bureaus over voorgenomen wijzigingen. De daadwerkelijke wijzigingen in het Handboek worden doorgevoerd door de externe coördinator. Deze draagt er ook zorg voor dat alle betrokken gemeenten kunnen beschikken over de nieuwe tekst van het Handboek. Hierbij wordt optimaal gebruik gemaakt van de mogelijkheden die het digitaal werken met zich meebrengt. In de onderstaande figuur is het beheer van het Handboek schematisch weergegeven.
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
9
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
Wijziging IMRO, digtale leest,… Provinciaal Handboek
Gemeentelijk Handboek
Aanpassing Aanpassing
Provinciale Beheerscie Wijziging Gemeentelijke
Wijziging
Beheerscie
Bestemmingsplan
figuur 1.
Bestemmingsplan
Bestemmingsplan
Schema beheer Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
10
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
3
Versie:1.0, februari 2004
HET BESTEMMINGSPLAN
3.1 A LGEMEEN Het doel van dit hoofdstuk is het creëren van eenduidigheid in het opstellen van de plankaart, de voorschriften en de toelichting van een bestemmingsplan binnen de Groninger gemeenten. De lay-out van de plantoelichting en van de planvoorschriften is zodanig dat onderaan elke bladzijde is aangegeven om welk deel van het bestemmingsplan gaat: plankaart, voorschriften of toelichting. Tevens is de naam van de gemeente en de naam van het bestemmingsplan aangegeven, alsmede de fase waarin het bestemmingsplan zich bevindt en de datum waarop de betreffende versie is vrijgegeven. Dezelfde informatie wordt ook opgenomen in het transfer(stempel).
3.2 D E PLANKAART Algemeen
Voor de plankaart geldt in de eerste plaats dat deze helder en duidelijk moet zijn. Met name gezien het feit dat de gebruikersgroep van digitale bestemmingsplannen in potentie groter is dan het geval is bij analoge plannen en deze gebruikers niet een toelichting aan de balie krijgen, is dit gegeven van groot belang. De plankaart moet leesbaar zijn. De plankaart is vaak de eerste ontmoeting met en daardoor de toegang tot het bestemmingsplan. De plankaart bevat alleen die zaken die juridisch relevant zijn. Datgene dat op de plankaart staat vermeld, is derhalve ook terug te vinden in de voorschriften. Dit uitgangspunt wordt gehanteerd om de kaart zo rustig en leesbaar mogelijk te houden. Overige vermeldingen horen thuis in de plantoelichting. Dit kan door hierin toelichting- of bijlagenkaartjes op te nemen. Indien deze informatie digitaal beschikbaar is, kan deze via een Gisviewer worden getoond. Ondergrond
Als ondergrond voor de bestemmingsplankaart wordt gebruik gemaakt van de meest actuele Grootschalige Basiskaart van Nederland (GBKN/GBK) aangevuld met kadastrale gegevens. De GBKN geeft de topografische kenmerken van het plangebied weer (bebouwing, wegen, waterlopen etc.). Niet relevante informatie wordt niet getoond. Doel van de ondergrond is om de gebruiker snel en helder inzicht te geven in waar een straat, perceel, huis, gebouw of iets dergelijks zich bevindt. Indien nodig wordt de ondergrond in een aparte kaartlaag aangevuld met informatie uit de kadastrale kaart of uit luchtfoto’s. Plankaarten welke een bestemming bevatten welke een versnelde onteigening ex artikel 13, lid 2 WRO bevatten, dienen in ieder geval de kadastrale situatie en gegevens te bevatten. De ondergrond van het bestemmingsplan wordt in zwart uitgevoerd. Zolang de Wet en het Besluit op de Ruimtelijke Ordening nog uitgaan van analoge bestemmingsplannen en Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
11
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
er wettelijk nog niets geregeld is over de ondergrond, kan de ondergrond tot het moment van de ter visie legging van het ontwerpbestemmingsplan, voorafgaande aan de vaststelling door de gemeenteraad, wijzigen. Daarna is dit niet meer mogelijk en wordt de ondergrond gefixeerd door het vaststellingsbesluit. De dikte van de lijnen van de ondergrond bedraagt 0,11 mm. Grens plangebied
Op de plankaart (voor een voorbeeld in analoge vorm zie bijlage 1) wordt het plangebied weergegeven. De begrenzing van het plangebied wordt op de kaart aangegeven via een aparte lijnstijl, namelijk een lijn met gesloten bolletjes. De lijn is ongeveer 3x zo dik als de lijn van de ondergrond (0,35 mm). De lijn van een grens van een deelplankaart wordt aangegeven door een punt-streeplijn van 1 mm dikte. Deze grens maakt overigens geen deel uit van het bestemmingsplan. Bestemmingsgrens
Het totale plangebied is onderverdeeld in bestemmingsvlakken. De begrenzing van een bestemmingsvlak wordt aangegeven via een lijn (bestemmingsgrens) die ongeveer 3x zo dik is als de lijn van de ondergrond. Een bestemmingsvlak is een gebied met één of meer functies (in de voorschriften wordt geregeld wat deze functies zijn). De verschillende bestemmingen worden op de plankaart in verschillende kleuren weergegeven, aangevuld met één of meer letters. Voor een overzicht van de voor de bestemmingen te gebruiken kleuren en letters wordt verwezen naar hoofdstuk 4. Bouwgrens
In een bestemmingsvlak worden, daar waar nodig en gewenst, bouwvakken opgenomen. Een bouwvlak betreft het gebied waarbinnen (hoofd)gebouwen gebouwd mogen worden. De begrenzing van een bouwvak wordt aangegeven door middel van een lijn (bouwgrens) die 6x zo dik is als de lijnen van de ondergrond. Verhouding lijndiktes
De verhouding van de lijndiktes is 1:2:3:6 (ondergrond : aanduiding : bestemmingsgrens : bouwgrens). In bijlage 1 is, onder het kopje verklaring, te zien welke lijnen, lijnstijlen en lijndiktes worden gebruikt. Overigens dient bij het meten op de plankaart steeds het hart van een lijn te worden aangehouden. Aanduidingen
Binnen een bestemmingsvlak of bouwvlak kan een gebied aanvullende kenmerken hebben. Een dergelijk gedeelte wordt aangegeven door middel van een aanduiding op de plankaart. Dit gebeurt door middel van een symbool of arcering binnen het bestemmingsc.q. bouwvlak (zie hoofdstuk 5). In het renvooi worden deze symbolen en arcering bij de betreffende bestemming verklaard. Een aanduiding is altijd terug te vinden in de planvoorschriften. De lijndikte van een aanduidingsgrens is 0,22 mm.
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
12
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
Dubbelbestemmingen
In een bestemmingsplan kan er sprake zijn van een bestemming die één of meer bestemmingen overlapt. Deze zogeheten dubbelbestemmingen worden weergegeven middels een arcering (zie hoofdstuk 4). De schaal
Een plankaart wordt geplot op schaal 1:1000. In het gemeentelijk deel van het Handboek kan worden bepaald dat hiervan kan worden afgeweken indien de aard van het bestemmingsplan en de omvang van het plangebied een andere schaal vraagt. Een plankaart met daarop een bestemming welke een versnelde onteigening in zich heeft, dienen geplot te worden op een schaal van tenminste 1 op 2500. Bij digitale bestemmingsplannen is de schaal in principe niet van belang, anders dan dat het in combinatie met de lijndikte een indicatie geeft van de nauwkeurigheid van de opgenomen begrenzingen. Een bestemmingsplan wordt digitaal echter bij voorkeur niet op een kleinere schaal getoond dan 1:500. Gemeenten kunnen hiervan afwijken indien zij hieromtrent regels stellen in het gemeentelijk deel. Het renvooi (legenda)
In het renvooi (of legenda) van een analoge plankaart worden de in het plan voorkomende bestemmingen, bouwvlakken, dubbelbestemmingen en de verklaring van lijnen en arceringen en aanduidingen aangegeven. De volgorde van de bestemmingen in het renvooi komt overeen met de volgorde waarin de bestemmingen in de voorschriften zijn opgenomen. Deze volgorde wordt bepaald door de belangrijkheid van de bestemming. De verwijzing naar de artikelnummers staat steeds rechts van de bestemmingen. Bij elke bestemming worden de eventueel daarbij gebruikte aanduidingen aangegeven. Voor elke aanduiding wordt gebruik gemaakt van een andere arcering of een ander symbool. Onder het kopje verklaringen worden in ieder geval de ondergrond (met datering), de bestemmingsgrens, de bouwgrens, het bouwvlak en de plangrens aangegeven. Dwarsprofielen worden bij voorkeur op een afzonderlijke kaart worden weergegeven. Het renvooi wordt in de analoge versie bij voorkeur in de rechterbovenhoek op de plankaart weergegeven. Afwijking hiervan is mogelijk indien de leesbaarheid en toepasbaarheid van de plankaart hierdoor toeneemt. Voor een voorbeeld van de opbouw van het renvooi kan worden verwezen naar bijlage 2. Bij meerdere plankaarten kan worden volstaan met een afzonderlijk renvooi. Voor de goede orde wordt opgemerkt dat voor de presentatie van een plankaart op een beeldscherm deze in de regel geen renvooi hoeft te bevatten. De wijze waarop het renvooi digitaal wordt getoond is afhankelijk van de gebruikte software en van het bijbehorende bestandsformaat. Transfer (stempel)
In de rechter onderhoek van de plankaart wordt een transfer (of stempel) opgenomen. Hierin wordt de naam van het bestemmingsplan aangegeven, alsmede de datum van de tervisielegging, vaststelling en goedkeuring door gedeputeerde staten.
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
13
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
Het transfer van een bestemmingsplan in de Groninger gemeenten bevat tevens een tabel waarin de stadia van het plan, worden bijgehouden. Ook wordt in het transfer de schaal van het plan aangegeven en komt de gemeentelijke code van het plan hierin terug. De noordpijl staat rechts boven het transfer. Het transfer en de noordpijl hoeven niet te worden weergegeven op een plankaart op een beeldscherm. De wijze waarop dit eventueel wel wordt gedaan, is ook hierbij afhankelijk van de gebruikte software en het bijbehorende bestandsformaat. Lettertype
De woorden, letters en teksten op de plankaart worden in lettertype Arial gezet.
3.3 D E VOORSCHRIFTEN Algemeen
De voorschriften van een bestemmingsplan van de Groninger gemeenten bestaan uit de volgende onderdelen: •
Inleidende bepalingen;
•
Bestemmingsbepalingen;
•
Dubbelbestemmingen (eventueel);
•
Overige bepalingen.
Algemeen uitgangspunt voor de voorschriften is dat deze helder, inzichtelijk en leesbaar dienen te zijn. Lange zinnen moeten worden voorkomen. Een voorschrift dient één norm te bevatten. Lay-out
De bepalingen moeten zowel analoog als digitaal goed raadpleegbaar zijn. Er wordt gebruik gemaakt van het lettertype Arial met standaard-lettergrootte 11. Alle voorschriften in één bestemmingsbepaling
Vanwege de raadpleegbaarheid wordt ervoor gekozen alle voor een bestemming relevante informatie, zoveel mogelijk in één bestemmingsbepaling op te nemen. Dat betekent dat gebruiksvoorschriften, wijzigingsbevoegdheden, aanlegvergunningenstelsels en dergelijke, in de bestemmingsbepaling zelf worden opgenomen en niet in een afzonderlijke bepaling achterin de voorschriften. Een gebruiker van het bestemmingsplan dient in beginsel zonder door te klikken of zonder in de voorschriften te hoeven bladeren in één keer alle relevante informatie te krijgen. 3.3.1 Inleidende bepalingen De inleidende bepalingen van algemene aard bestaan in de Groninger gemeenten uit de volgende artikelen: Artikel 1: Begripsbepalingen; Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
14
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
Artikel 2: Wijze van meten; Artikel 3: Algemene Beschrijving in Hoofdlijnen (eventueel). Begripsbepalingen
In het eerste artikel van de voorschriften wordt een omschrijving gegeven van de in het bestemmingsplan gebruikte begrippen. Deze worden opgenomen om interpretatieverschillen te voorkomen. In het provinciale Handboek worden (nog) geen begripsbepalingen opgenomen. De gemeente kan deze eventueel zelf invullen in het gemeentelijk deel. Wijze van meten
In het artikel ten aanzien van de wijze van meten, waarin over het algemeen wordt aangegeven hoe moet worden gemeten ten aanzien van de lengte, breedte, hoogte en diepte en oppervlakte van een gebouw en bijvoorbeeld de afstand tot de (zijdelingse) perceelgrens, dient ook zoveel mogelijk aansluiting te worden gezocht bij het rapport ‘Op de digitale Leest’. Ten aanzien van de wijze van meten op de plankaart geldt steeds dat het hart van een lijn moet worden aangehouden. Beschrijving in Hoofdlijnen
De Beschrijving in Hoofdlijnen die op deze plaats wordt opgenomen is een algemene Beschrijving in Hoofdlijnen die betrekking heeft op meerdere bestemmingen. In de Beschrijving in Hoofdlijnen dient onderscheid te worden gemaakt tussen instructienormen en toetsingscriteria. De instructienormen hebben vooral als doel inzicht te bieden in het beleid van de gemeente ten aanzien van de realisering van het plan. Verder bevatten de instructienormen de afstemmingsnormen. Deze afstemmingsnormen kunnen verduidelijken welke rol relevante wetten en gemeentelijke of provinciale verordeningen kunnen spelen bij het realiseren van de plandoeleinden. De toetsingscriteria voor ontwikkeling en beheer worden gehanteerd bij de beoordeling van vrijstellingen en het toepassen van nadere eisen, uitwerkingsplichten en wijzigingsbevoegdheden, alsmede bij het verlenen van aanlegvergunningen. Opname van een Beschrijving in Hoofdlijnen in een bestemmingsplan dient een duidelijke toegevoegde waarde te hebben. Voorkomen moet worden dat er zaken in de Beschrijving worden opgenomen die eigenlijk in de plantoelichting thuishoren.
3.3.2 Bestemmingsbepalingen Elke bestemming wordt afzonderlijk in een bestemmingsbepaling opgenomen. De opbouw van een bestemmingsbepaling komt in deze paragraaf aan de orde, waarbij per bestemmingsonderdeel een korte toelichting wordt gegeven. Een bestemmingsbepaling wordt als volgt opgebouwd: a. Bestemmingsomschrijving; b. Beschrijving in hoofdlijnen (eventueel); c.
Bouwvoorschriften;
d. Nadere eisen; e. Vrijstelling van de bouwvoorschriften;
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
15
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
f.
Versie:1.0, februari 2004
Aanlegvergunning;
g. Gebruiksvoorschriften; h. Vrijstelling van de gebruiksvoorschriften; i.
Strafbepaling;
j.
Wijzigingsbevoegdheid;
k. Procedurebepaling. Bij een uit te werken bestemming is de bestemmingsbepaling als volgt opgebouwd: a. Bestemmingsomschrijving; b. Uitwerkingsregels; c.
Bijzondere bepaling;
d. Uitwerkingsprocedure; e. Gebruiksvoorschriften; f.
Vrijstelling van de gebruiksvoorschriften;
g. Strafbepaling. Toelichting op de bestemmingsbepalingen van een niet uit te werken bestemming: Ad. a: Bestemmingsomschrijving
In de bestemmingsomschrijving wordt een omschrijving gegeven van de aan de gronden toegekende functie(s). De hoofdfunctie(s) worden als eerste genoemd. Indien van toepassing, worden ook de aan de hoofdfunctie ondergeschikte functies mogelijk gemaakt. De ondergeschiktheid kan worden aangegeven door de woorden “met daaraan ondergeschikt”. De ondergeschikte functies staan ten dienste van de hoofdfunctie binnen de betreffende bestemming. De bestemmingsomschrijving is niet alleen functioneel maar bevat, met het oog op de raadpleegbaarheid, ook inrichtingsaspecten. Zo kan er worden bepaald dat de betreffende gronden zijn bestemd voor gebouwen ten behoeve van de toegestane functies. Daarnaast kan in de bestemmingsomschrijving worden aangegeven dat het behoud van bepaalde karakteristieken of waarden wordt nagestreefd. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan cultuurhistorische waarden. Dat wil zeggen dat de gronden, naast de woonfunctie, tevens zijn bestemd voor het behoud en het herstel van de in het gebied voorkomende cultuurhistorische waarden, die in de toelichting zijn omschreven. Ad b: Beschrijving in Hoofdlijnen
De Beschrijving in Hoofdlijnen die op deze plaats wordt opgenomen is een Beschrijving in Hoofdlijnen die alleen betrekking heeft op betreffende bestemming. In de Beschrijving in Hoofdlijnen dient onderscheid te worden gemaakt tussen instructienormen en toetsingscriteria. De instructienormen hebben vooral als doel inzicht te bieden in het beleid van de gemeente ten aanzien van de realisering van het plan. Verder bevatten de instructienormen de afstemmingsnormen. Deze afstemmingsnormen kunnen verduidelijken welke rol relevante wetten en gemeentelijke of provinciale verordeningen kunnen spelen bij het realiseren van de plandoeleinden.
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
16
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
De toetsingscriteria voor ontwikkeling en beheer worden gehanteerd bij de beoordeling van vrijstellingen en het toepassen van nadere eisen, uitwerkingsplichten en wijzigingsbevoegdheden, alsmede bij het verlenen van aanlegvergunningen. Opname van een Beschrijving in Hoofdlijnen dient een duidelijke toegevoegde waarde te hebben. Voorkomen moet worden dat er zaken in de Beschrijving worden opgenomen die eigenlijk in de plantoelichting thuishoren. Ad. c: Bouwvoorschriften
In de bouwvoorschriften worden voor alle bouwwerken de van toepassing zijnde bebouwingsbepalingen weergegeven. Hierbij wordt in ieder geval een onderscheid gemaakt tussen de regeling van (hoofd)gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde en daar waar van toepassing ook tussen hoofdgebouwen en aan-, uit- en bijgebouwen. Ad. d: Nadere eisen
Nadere eisen kunnen worden gesteld ten behoeve van bepaalde doorgaans kwalitatief omschreven criteria, zoals een goede woonsituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. De nadere eisenregeling biedt de mogelijkheid om in concrete situaties in het kader van het verlenen van een bouwvergunning sturend op te treden door het opnemen van een nadere eisen in de bouwvergunning. Nadere eisen kunnen alleen worden gesteld als er in de voorschriften ook een eis wordt gesteld. De nadere eisen moeten verband houden met deze eisen. Indien een Beschrijving in Hoofdlijnen in het bestemmingsplan wordt opgenomen, zijn de criteriavoor het toepassen van de nadere eis daarin opgenomen. In de nadere eisenbepaling kan dan worden volstaan met een verwijzing naar het gestelde in de Beschrijving in Hoofdlijnen. Indien geen Beschrijving in Hoofdlijnen is opgenomen, dan dienen de criteria in de bepaling van de nadere eisen zelf te worden opgenomen. De criteria dienen in de plantoelichting onderbouwd te worden. De nadere eisen dienen zo objectief mogelijk te worden geformuleerd. De nadere eisenregeling hoeft niet in alle bestemmingen te worden geregeld. Alleen daar waar het wenselijk is om bij de vergunningverlening sturend te kunnen optreden, heeft een nadere eisenregeling toegevoegde waarde. Bij de nadere eisenregeling dient tenslotte kritisch omgegaan te worden bij het stellen van nadere eisen ten behoeve van het straat- en bebouwingsbeeld. Eisen ten aanzien van dit soort aspecten kunnen ook in de welstandsnota worden geregeld. Als het straat- en bebouwingsbeeld als criterium wordt gehanteerd, dan is het gewenst om in de plantoelichting aan te geven wat hiermee wordt bedoeld en wat het onderscheid met welstand is. Ad. e: Vrijstelling van de bouwvoorschriften
In deze bepaling wordt een opsomming gegeven van de bouwvoorschriften waarvan burgemeester en wethouders vrijstelling kunnen verlenen. Een vrijstelling van de bouwvoorschriften wordt alleen opgenomen indien dit noodzakelijk wordt geacht in verband met het gewenste beleid. Dat wil zeggen dat vrijstellingsbevoegdheden alleen in het bestemmingsplan worden geregeld als de gemeente vanuit beleidsmatige overwegingen een zekere flexibiliteit in het plan wil houden. De vrijstellingen dienen objectief begrensd te zijn en duidelijke criteria te bevatten. Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
17
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
De criteria die bij toepassing van de vrijstellingsbevoegdheid in acht moeten worden genomen, worden in de Beschrijving in Hoofdlijnen opgenomen als het plan deze beschrijving bevat. In de vrijstellingsbepaling kan dan worden volstaan met een verwijzing naar het gestelde in de Beschrijving in Hoofdlijnen. Indien geen Beschrijving in Hoofdlijnen in het plan is opgenomen, dienen de criteria in de bepaling van de betreffende vrijstelling zelf te worden opgenomen. De criteria dienen in de plantoelichting nader verduidelijkt worden. Deze verduidelijking dient in verband met de raadpleegbaarheid van het bestemmingsplan zo concreet mogelijk te zijn. Ad. f: Aanlegvergunning
Door het opnemen van een aanlegvergunningenstelsel op grond van artikel 14 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening kunnen specifieke inrichtingsactiviteiten aan een aanlegvergunning worden verbonden. Onder deze inrichtingsactiviteiten valt niet het bouwen en het gebruiken. Een aanlegvergunningenstelsel wordt opgenomen om extra bescherming aan een specifieke waarde van de bestemming te bieden, zoals landschappelijke of natuurlijke waarden, ecologische waarden of de groen- en/of waterstructuur. Een aanlegvergunningenstelsel kan in specifieke en bijzondere situaties worden opgenomen in verband met onder andere het slopen van karakteristieke bebouwing of het verwijderen van waardevolle boombeplanting. De criteria die bij toepassing van het aanlegvergunningenstelsel in acht moeten worden genomen, worden in de Beschrijving in Hoofdlijnen opgenomen. In deze bepaling kan dan worden volstaan met een verwijzing naar het gestelde in de Beschrijving in Hoofdlijnen. Indien geen Beschrijving in Hoofdlijnen is opgenomen, dan dienen de criteria in de bepaling van de aanlegvergunning zelf te worden opgenomen. De criteria van het aanlegvergunningenstelsel dienen in de plantoelichting nader te worden toegelicht en onderbouwd. Ad. g: Gebruiksvoorschriften
In deze bepaling wordt aangegeven dat het verboden is de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de gegeven bestemming. Desgewenst kunnen specifieke vormen van gebruik worden uitgesloten. Dit zijn gebruiksvormen, waarvan het op voorhand gewenst is aan te geven dat deze in ieder geval niet zijn toegestaan. In deze bepaling dient tevens de toverformule te worden opgenomen. Dat houdt in dat burgemeester en wethouders vrijstelling verlenen van de gebruiksvoorschriften, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Ad. h: Vrijstelling van de gebruiksvoorschriften
Door middel van een vrijstelling van de gebruiksvoorschriften kan van de gebruiksvoorschriften in het plan worden afgeweken ten behoeve van een concrete vorm van grondgebruik. Dit mag echter niet leiden tot een feitelijke wijziging van de bestemming. Dat wil zeggen dat wel vrijstelling kan worden verleend ten behoeve van functies die inherent zijn aan de in de bestemmingsomschrijving opgenomen functies, maar dat via vrijstelling Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
18
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
geen “nieuwe” functies kunnen worden toegestaan. De vrijstelling dient te zien op kleinere, planologisch minder ingrijpende, onderwerpen. Functiewijzigingen en grotere, ruimtelijke, ingrepen dienen geregeld te worden via een wijzigingsbevoegdheid (mits deze is opgenomen in het bestemmingsplan). Ad.i: Strafbepaling
In deze bepaling wordt overtreding van de gebruiksvoorschriften en het niet hebben van een aanlegvergunning (indien nodig) als strafbaar feit aangemerkt in de zin van artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Ad.j: Wijzigingsbevoegdheid
Het gaat hier om een wijzigingsbevoegdheid ex artikel 11 WRO. In de wijzigingsbevoegdheid wordt aan burgemeester en wethouders of aan de gemeenteraad de bevoegdheid gegeven om de betreffende bestemming op de aangegeven punten te wijzigen. Indien de bestemming waarnaar gewijzigd kan worden in het plan voorkomt, dan wordt hiernaar verwezen. Indien wordt gewijzigd naar een bestemming die niet in het plan voorkomt, wordt verwezen naar een bijlage bij de voorschriften, waarin de “nieuwe” bestemming is opgenomen. Een derde optie is de wijzigingsbevoegdheid objectief te begrenzen en wijzigingsregels op te nemen in de wijzigingsbepaling. De procedure van de wijzigingsbevoegdheid wordt in de bestemmingsbepaling opgenomen. Een wijzigingsbevoegdheid wordt op de plankaart aangegeven door een arcering. Ad k: Procedurebepaling In deze bepaling wordt aangegeven welke procedures doorlopen moeten worden bij in de bestemmingsbepaling opgenomen wijzigings-, uitwerkings- of vrijstellingsbepalingen.
3.3.3 Dubbelbestemmingen Een dubbelbestemming wordt opgenomen wanneer er sprake is van twee functies die onafhankelijk van elkaar op dezelfde plaats voorkomen. Het opnemen van een dubbelbestemming zorgt met het oog op een specifiek belang voor bescherming van het betreffende gebied. Gedacht kan worden aan geluidzones, leidingen (zoals hoofdgastransport- en waterleidingen) hoogspanningsleidingen, of een archeologisch waardevol gebied. Deze bestemmingen liggen over de reguliere bestemmingen heen en overlappen dan ook vaak meerdere bestemmingen tegelijkertijd. De bestemmingsomschrijving van de dubbelbestemming geeft aan dat de gronden, naast de andere aan die gronden gegeven bestemming (basisbestemming), tevens voor deze dubbelbestemming zijn bestemd. De opbouw van een dubbelbestemmingsbepaling is in principe dezelfde als die van een reguliere bestemmingsbepaling. De bouw- c.q. gebruiksvoorschriften in de dubbelbestemming bepalen de verhouding van de basisbestemming ten opzichte van de dubbelbestemming. In Hoofdstuk 4 en Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. zijn de meest voorkomende dubbelbestemmingen opgenomen met de daarbijbehorende arceringen.
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
19
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
3.3.4 Overige bepalingen In dit laatste onderdeel van de voorschriften komen o.a. de flexibiliteitbepalingen en de overgangs- en slotbepalingen aan de orde. De bepalingen worden in onderstaande volgorde opgenomen: a. Anti-dubbeltelbepaling; b. Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening; c.
Algemene vrijstellingsbevoegdheid;
d. Overgangsbepalingen; e. Slotbepaling. Toelichting op de overige bepalingen: Ad a: Anti-dubbeltelbepaling
Een anti-dubbeltelbepaling wordt opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld. Ad b. Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening In deze bepaling wordt aangegeven welke stedebouwkundige bepalingen van de bouwverordening van toepassing blijven naast het bestemmingsplan. Ad c: Algemene vrijstellingsbevoegdheid
In deze bepaling wordt aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid gegeven om vrijstelling te verlenen van bepaalde, in het bestemmingsplan geregelde, onderwerpen. Hierbij gaat het om vrijstellingsbepalingen die gelden voor alle bestemmingen in het plan. In de toelichting op de voorschriften dient een uitleg te worden gegeven van de reikwijdte van deze vrijstellingen. Ook dit weer in verband met de helderheid en raadpleegbaarheid van het bestemmingsplan. Ad d: Overgangsbepalingen
In deze bepalingen wordt vorm en inhoud gegeven aan het overgangsrecht. Ad e: Slotbepaling
Als laatste wordt de slotbepaling opgenomen. Deze bepaling bevat zowel de titel van het plan als de datum van vaststelling, met daarbij ruimte voor ondertekening van het bestemmingsplan door de voorzitter en de griffier.
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
20
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
3.4 D E PLANTOELICHTING De toelichting dient een duidelijk beeld van het bestemmingsplan en van de daaraan ten grondslag liggende onderzoeken en gedachten te geven. Ook de resultaten van het overleg en de inspraak dienen vermeld te worden. Vooral een goede afstemming tussen de toelichting en de beide juridische onderdelen van het bestemmingsplan (voorschriften en plankaart) is van groot belang. De plantoelichting geeft een toelichting op het bestemmingsplan, maar maakt op zich geen deel uit van het bestemmingsplan. De plantoelichting bevat achtereenvolgens de volgende hoofdstukken: a. Inleiding; b. Beschrijving bestaande situatie; c.
Beleidskader (incl. relevante wet/regelgeving);
d. Randvoorwaarden; e. Planbeschrijving; f.
Juridische aspecten;
g. Economische uitvoerbaarheid; h. Overleg en inspraak.
Ad a: Inleiding
In de Inleiding wordt de aanleiding voor de bestemmingsplanherziening aangegeven. Tevens wordt de ligging van het plangebied ten opzichte van zijn omgeving geïllustreerd door middel van het opnemen van een kaartfragment. Ad b. Bestaande situatie
In dit hoofdstuk komt aan de orde wat de huidige situatie is met betrekking tot de ruimtelijke en de functionele structuur van het plangebied. Verder wordt een opsomming van de vigerende bestemmingsplannen gegeven die met het nieuwe bestemmingsplan worden herzien. Ook dit wordt op een kaartje weergegeven. Wat betreft de ruimtelijke inrichting wordt onder andere aandacht besteed aan de bebouwingsstructuur, de wegenstructuur en het groen. Verder komen in dit hoofdstuk de volgende elementen aan bod: wonen, verkeer, bedrijven en voorzieningen, en overige, kwantitatieve en kwalitatieve, aspecten. In verband met de overzichtelijkheid is het opnemen van toelichtende kaarten/figuren hierbij steeds wenselijk. Ad c. Beleidskader
In dit hoofdstuk wordt het relevante europees, rijks-, provinciaal, regionaal en gemeentelijk beleid ten aanzien van de ruimtelijke en de functionele structuur beknopt opgenomen. Het opnemen van een overzicht van beleid moet wel een meerwaarde hebben. Indien het beleid van andere overheden niet relevant is, dan kan worden volstaan met een (gemotiveerde) vermelding van deze situatie. Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
21
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
Met betrekking tot het europees beleid zijn met name de Vogel- en Habitatrichtlijn, het Verdrag van Malta (archeologie) en de Kaderrichtlijn Water relevant. Op het gebied van het Rijksbeleid kan o.a worden gedacht aan de Vijfde Nota Ruimtelijk Ordening, het Nationaal Milieubeleidsplan. Op provinciaal niveau kan o.a. worden gedacht aan het geldende Provinciaal Omgevingsplan. Bij het opstellen van een nieuw bestemmingsplan dienen de verschillende beleidsnotities te worden bezien. Relevante onderdelen dienen te worden aangehaald waarbij wordt aangegeven hoe het nieuw te maken bestemmingsplan zich verhoudt tot deze notities. Ad d. Randvoorwaarden
Dit hoofdstuk bevat een inventarisatie van de verschillende omgevingsaspecten. Daarbij komen de volgende aspecten aan de orde: wegverkeerlawaai, industrielawaai, spoorweglawaai, bedrijvigheid, geurhinder, bodem en (grond)water, duurzaam bouwen, archeologie, landschap en ecologie en de externe veiligheid. Ad e. Planbeschrijving
In dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe het beleid en de planuitgangspunten zijn vertaald naar de inhoud van het plan. Aangegeven wordt wat in het bestemmingsplan geregeld wordt. verwoord in de planvoorschriften. Ad f. Juridische aspecten In dit hoofdstuk wordt aangegeven welke bestemmingen in het plan zijn opgenomen en hoe deze de inhoud van het plan regelen. Zo wordt een toelichting gegeven op het juridische systeem, de Beschrijving in Hoofdlijnen (indien opgenomen) en op alle afzonderlijke bestemmingen. De in de voorschriften opgenomen regelingen en/of beperkingen dienen beleidsmatig te worden onderbouwd. Ook wordt in dit hoofdstuk de verhouding met wet- en regelgeving naast het bestemmingsplan aangegeven. Tenslotte wordt aangetoond dat het bestemmingsplan handhaafbaar is. Ad g. Economische uitvoerbaarheid van het plan
In dit hoofdstuk wordt economische uitvoerbaarheid beschreven. Ad h. Overleg en inspraak
De maatschappelijke uitvoerbaarheid heeft als doel om aan te tonen dat het bestemmingsplan maatschappelijk draagvlak heeft. Over het voorontwerp van een bestemmingsplan wordt dan ook, overeenkomstig de gemeentelijke Inspraakverordening, gelegenheid tot Inspraak ex artikel 6a WRO geboden. Ook vindt in deze fase het Overleg ex artikel 10 Bro met diensten van Rijk en Provincie en met betrokken maatschappelijke organisaties plaats. De resultaten van zowel het Overleg als de Inspraak zullen in het laatste hoofdstuk van de plantoelichting worden verwerkt. Ontwikkelingsgericht of beheersgericht bestemmingsplan
De opbouw van de plantoelichting kan afhankelijk zijn van de aard en de omvang van het bestemmingsplan. Indien de leesbaarheid van een bestemmingsplan toeneemt door een Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
22
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
andere indeling van de plantoelichting dan kan dat. De plantoelichting dient net als de plankaart en de voorschriften helder en inzichtelijk te zijn. Voorkomen moet worden dat de gebruiker van het bestemmingsplan onnodig op meerdere plaatsen dezelfde informatie krijgt.
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
23
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
4
Versie:1.0, februari 2004
BESTEMMINGEN
4.1 “E NKELE ” BESTEMMINGEN Iedere bestemming moet op de plankaart worden weergeven in een andere kleur. Het gebruik van de verschillende kleuren dient zoveel mogelijk gestandaardiseerd te worden. Voor het toekennen van een kleur aan een bestemming is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij het rapport “Op de digitale leest”. In onderstaand schema is aangegeven welke letteraanduiding aan elke bestemming wordt gegeven. Bestemmingen
Lettercode
Woondoeleinden Woondoeleinden (uit te werken)
W WU
Wooncentrum
WC
Woonwagenlocatie Woongebouw
WW WGB
Woongebied Maatschappelijke doeleinden
WG M
Bedrijfsdoeleinden
B
Bedrijventerrein Detailhandelsdoeleinden
BT DH
Centrumdoeleinden Gemengde doeleinden
C GD
Dienstverlening Kantoordoeleinden
DV K
Horecadoeleinden
H
Nutsdoeleinden Agrarische doeleinden
ND A
(Agrarische) cultuurgrond Agrarische doeleinden met landschappelijke waarden
AC AL
Agrarische doeleinden met natuurlijke waarden
AN
Agrarische doeleinden met landschappelijke en natuurlijke waarden Agrarisch verzorgend bedrijf
ALN AVB
Tuinbouwgebied Recreatieve doeleinden
TG R
Dagrecreatieve doeleinden
RD
Verblijfsrecreatieve doeleinden Manege
RV MA
Paardenhouderij Sportdoeleinden
PH S
Speelterrein Tuin
SP T
Park
PA
Groenvoorzieningen Volkstuinen
G VO
Begraafplaats Bos
BG BO
Natuurgebied
N
Verkooppunt van motorbrandstoffen Verkeersdoeleinden
VM V
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
24
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
Bestemmingen
Lettercode
Verkeersdoeleinden luchtverkeer
VL
Verkeersdoeleinden railverkeer Verkeers- en Verblijfsdoeleinden
VR VV
Garageboxen Parkeerdoeleinden
GB PD
Parkeergarage
PG
Vaarwegen Water
VW WA
Tabel 1. Overzicht bestemmingen en lettercodes
In bijlage 2 is ter verduidelijking een overzicht opgenomen van alle bestemmingen en de daarbijbehorende kleuren. Hierdoor wordt inzichtelijk welke kleuren bij welke bestemmingen behoren, alsmede de hierbij behorende lettercodes.
Uit te werken bestemming
In het schema is voor de bestemming woondoeleinden één uit te werken bestemming opgenomen. Ook bij andere bestemmingen kan een uit te werken bestemming gewenst zijn. In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat, in geval van een uit te werken bestemming, een “U” achter de letteraanduiding van de betreffende bestemming wordt geplaatst. De uit te werken bestemming wordt in een iets lichtere teint weer gegeven.
Bestemmingsomschrijving
Naast het hanteren van dezelfde namen voor de bestemmingen, is het gewenst voor enkele veel voorkomende bestemmingen aan te geven welke functies daarbij behoren. Hiermee wordt voorkomen dat de bestemmingen teveel uiteen gaan lopen en alleen qua naam gelijk. In bijlage 3 is een overzicht opgenomen van enkele veel voorkomende bestemmingen met bijbehorende functies.
Splitsen bestemmingen
Zoals uit de bestemmingsomschrijvingen mag blijken, zijn de bestemmingen soms ruim geformuleerd en zijn verschillende functies binnen een bestemming mogelijk. Indien dit uit ruimtelijke of functionele redenen niet wenselijk wordt geacht en een beperking in functies noodzakelijk is, kan de bestemming gesplitst worden in specifieke bestemmingen. Voorbeelden hiervan zijn opgenomen in bijlage 4. De kleur van de specifieke bestemming is gelijk aan die van de algemene bestemming. De specifieke bestemming wordt aangeduid door de lettercode van de algemene bestemming in combinatie met een kleine letter. Indien binnen een gemeente een situatie hiermee nog niet passend genoeg geregeld kan worden, kan worden gewerkt met aanduidingen. Het is gewenst deze aanduidingen op te nemen in het gemeentelijk Handboek.
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
25
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
4.2 D UBBELBESTEMMINGEN Naast de enkele bestemmingen komen er ook dubbelbestemmingen voor. Hiervan is reeds melding gemaakt in het vorige hoofdstuk. De over het algemeen meest voorkomende dubbelbestemmingen in de Groninger gemeenten zijn: Dubbelbestemmingen Leidingzone Hoogspanningsleiding Straalpad Geluidszone Beschermd stads- of dorpsgezicht Waterstaatsdoeleinden Archeologisch/cultuurhistorisch waardevol gebied Primaire waterkering Molenbiotoop Aanvliegroute vliegverkeer Veiligheidszones Aandachtszones Vrijwaringzones Tabel 2. Overzicht dubbelbestemmingen
In Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. is aangegeven hoe deze dubbelbestemmingen op de plankaart worden aangegeven.
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
26
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
5
Versie:1.0, februari 2004
AANDUIDINGEN
In een bestemmingsbepaling kan gebruik worden gemaakt van een aanduiding. Door middel van een aanduiding kan iets specifieks aan de bestemmingsomschrijving worden toegevoegd dat niet rechtstreeks uit de bestemming voortvloeit. Verder kan een aanduiding worden gebruikt om duidelijk te maken waar een bepaalde functie, waarde of een bepaald gebouw zich bevindt, of waar deze/dit uitsluitend mag plaatsvinden. Op de plankaart worden de aanduidingen aangegeven door gebruik te maken van symbolen en arceringen. Bij het toekennen van een arcering aan een vlak dient gebruik te worden gemaakt van een lijn-, kruis- of symboolraster. De aanduiding dient bij de bestemming waarin deze voorkomt op het renvooi van de plankaart te worden vermeld. Dit geeft het meest heldere en overzichtelijke beeld. Indien de aanduiding een klein oppervlak heeft, kan ook gebruik worden gemaakt van symbolen. Hierbij kan worden gedacht aan een letter. Een aanduiding dient echter altijd wel begrensd te zijn. Het kan voorkomen dat twee aanduidingen, of een aanduiding en een dubbelbestemming, op hetzelfde gebied voorkomen. Bij de keuze van arceringen dient rekening te worden gehouden met deze eventuele overlap van aanduidingen en/of dubbelbestemmingen. In eerste instantie dienen de perceelsgerichte aanduidingen leesbaar te blijven naast de grovere dubbelbestemmingen en aanduidingen. In veel gevallen zal dit geen problemen opleveren. Blijkt dit wel het geval te zijn, dan kan voor twee aanduidingen één nieuwe aanduiding gebruikt worden. De volgende aanduidingen komen over het algemeen regelmatig voor in de Groninger gemeenten. De aanduidingen zijn in categorieën onderverdeeld. Achter enkele aanduidingen staat een aantal concrete gevallen genoemd. Vaak is het namelijk wenselijk alleen een specifieke vorm van bijvoorbeeld een bedrijf toe te staan. Aanduidingen
Categorieën
Bedrijf
autobedrijf autoverhuurbedrijf bedrijven categorie overslagbedrijf vuurwerkbedrijf kantoor
Woonschip Dienstwoning
bedrijfswoning dienstwoning
Maatschappelijke functies
school kerk begraafplaats buurthuis sociaal-culturele voorziening medische voorziening
Detailhandel
perifere detailhandel productiegebonden detailhandel
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
27
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Aanduidingen
Categorieën
Gemengde functies
dienstverlening detailhandel
Versie:1.0, februari 2004
wonen kantoor Horeca
café bar hotel restaurant discotheek
Parkeergarage
kelder
Onderdoorgang Windmolen Brug Duiker Dam LPG-zone LPG-vulpunt Speelvoorzieningen Water Geluidswal Zendmast Rijksmonument Gemeentelijk monument Beeldbepalend pand Karakteristiek Wijzigingsbevoegdheid Milieuzones bedrijventerrein
Tabel 3. Overzicht aanduidingen
In bijlage 5 is een overzicht opgenomen van de meest voorkomende aanduidingen en de daarbij gebruikte arceringen en symbolen. Dubbelbestemmingen kunnen ook als aanduiding worden weergegeven!
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
28
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
6
Versie:1.0, februari 2004
TOEPASSING VAN IMRO
6.1 INLEIDING Voor wat betreft de toepassing van het Informatie Model Ruimtelijke Ordening (IMRO) geldt dat er voor bestemmingsplannen onderscheid wordt gemaakt in de volgende varianten van het objecttype Planologisch Gebied: 1. plangebied; 2. bestemmingsvlak (enkel-/dubbelbestemming); 3. bouwvlak; Uitgaande van voorstellen van de NIROV-publicatie ‘Op de digitale leest’ en de ‘Praktijkrichtlijn inzake de toepassing van het IMRO’ wordt de volgende aanvulling op IMRO ook als object onderscheiden: 4. aanduidingen. Voor deze objecten dienen attributen te worden opgenomen uit de volgende lijst. attribuutnaam
afkorting
identificatiecode
idn
locatiecode
loc
type virtueel gebied
tvg
bestemmingsfunctiecode
bsc
gegevensmanagmentcode
gmc
planstatuscode
psc
omvang/waarde code
owc
code voor de relatie met een andere entiteit of document
cre
Tabel 4. Overzicht attribuutnamen en bijbehorende afkortingen
6.2 TOELICHTING IMRO ATTRIBUTEN In het onderstaande wordt ieder toe te passen IMRO attribuut nader toegelicht. Hierbij wordt aangegeven bij welke objecten ze worden gebruikt, welke varianten hierop kunnen worden toegepast en wat mogelijk de behorende waarden zijn.
idn
Het attribuut 'identificatie' wordt gebruikt voor iedere variant van het objecttype 'Planologisch gebied' (verder aangeduid als 'object'). Dus voor het plangebied, maar ook voor bestemmingsvlakken, bouwvlakken, aanduidingen et cetera. Alleen aan de identificatie van het plangebied wordt als eis gesteld dat dit wordt opgebouwd uit de cbs-code van de gemeente (zie Tabel 5), facultatief aangevuld met het CBS-
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
29
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
nummer voor buurt en wijk of anders aangevuld met 4 nullen. Het daarop volgende plannummer heeft een maximale lengte van 23 posities en het laatste teken is altijd een koppelstreepje ‘-‘. Een overzicht van de CBS-codes van de gemeenten in de provincie Groningen staat in de onderstaande Tabel 5. Aan alle andere identificaties wordt de eis gesteld dat er binnen het plangebied een unieke identificatie wordt gekozen. Mogelijk is ook dat tussen de verschillende objecten via verwijzingen naar de identificaties relaties kunnen worden gelegd. Zo zal ieder object bestemmingsvlak ook een verwijzing hebben naar het plangebied. Deze verwijzingen vinden plaats via het attribuut 'cre'. Naam Gemeente
CBS-code gemeente
Appingedam
0003
Bedum
0005
Bellingwedde
0007
Ten Boer
0009
Delfzijl
0010
Eemsmond
1651
Groningen
0014
Grootegast
0015
Haren
0017
Hoogezand-Sappemeer
0018
Leek
0022
Loppersum
0024
De Marne
1663
Marum
0025
Menterwolde
1987
Pekela
0765
Reiderland
1661
Scheemda
0039
Slochteren
0040
Stadskanaal
0037
Veendam
0047
Vlagtwedde
0048
Winschoten
0052
Winsum
0053
Zuidhorn
0056
Tabel 5. Overzicht CBS-codes gemeenten Groningen
loc
Het attribuut 'locatiecode' wordt alleen gebruikt bij het object plangebied. Daarvoor worden vier codes gebruikt, waarvan gemeentenaam en provincienaam verplicht en locatienaam, respectievelijk plaatsnaam voor zover noodzakelijk. Verder wordt in het waardeveld van de code, behorende bij gemeentenaam en provincienaam, het CBS-nummer ingevuld.
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
30
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
tvg
Het attribuut 'type virtueel gebied' geeft aan welk object wordt bedoeld: het plangebied, bestemmingsvlak, bouwvlak, et cetera. Opgemerkt wordt hierbij dat coderingen worden voorgeschreven die nog niet formeel zijn opgenomen in het Informatie Model Ruimtelijke Ordening, maar al wel zijn voorgesteld.
bsc
Het attribuut 'bestemmingsfunctie' geeft aan welke functies van toepassing zijn bij een bestemmingsvlak en eventueel bij een aanduiding.
gmc
Het attribuut 'gegevensmanagementcode' wordt alleen gebruikt voor het totale object plangebied. Het geeft aan wie de beheerder is en indien van toepassing welk bureau het bestemmingsplan heeft opgesteld, met vermelding van een gangbaar kenmerk (zoals bijvoorbeeld een projectnummer). Ook wordt dit attribuut gebruikt om aan te geven welke norm is gebruikt bijvoorbeeld IMRO2003 of PRBP2003 (praktijkrichtlijn bestemmingsplannen 2003).
psc
Het attribuut 'planstatuscode' wordt alleen gebruikt voor het totale object plangebied. Het geeft via een code aan welke formele status het bestemmingsplan heeft. Dit kan dus variëren van concept tot goedgekeurd of vigerend.
owc
Het attribuut omvang/waarde code heeft een aantal varianten, die voor het object bestemmingsvlak of bouwvlak kunnen worden gebruikt. Hierbij gaat het om een maximum of minimum waarde van bebouwingspercentage terrein, bouwhoogte, goothoogte of dakhelling. Dit attribuut wordt alleen gebruikt wanneer een van deze waardes op de plankaart worden weergegeven.
cre
Het attribuut 'code relatie entiteit' geeft aan welke relatie kan worden gelegd met een ander object of met een bepaald document of een gedeelte daarvan. Ingeval de relatie verwijst naar een ander object wordt de bijbehorende identificatie opgenomen. Ingeval er een relatie wordt gelegd naar een document of een gedeelte daarvan, wordt een zogenaamde hyperlink toegepast. Hierop wordt in het hoofdstuk Techniek nader ingegaan. Tot slot kan er bij dit attribuut ook sprake zijn van vermelding van het artikelnummer en de verwijzing naar de gebruikte ondergrond. In dit hoofdstuk zal per soort object worden aangegeven welke IMRO attributen moeten worden opgenomen en welke coderingen en waarden daarbij van belang zijn. Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
31
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
Voor het object plangebied zijn de volgende keuzes van belang: Plangebied Attribuut
Code
Idn
Waarde
1
2
Opmerking
"xxxxxxxx_xxxx-"
X
X
1 e 8 posities = cbs code gemeente facultatief aangevuld met het CBSnummer voor buurt en wijk of anders aangevuld met 4 nullen. Het daarop volgende plannummer heeft een maximale lengte van 23 posities en het laatste teken is altijd een koppelstreepje ‘-‘. De verschillende onderdelen gescheiden door underscores (_). (CBS-code zie tabel op pagina 29)
Tvg
32010101
naam best.plan
32010102 32010103
naam uitwerk.plan naam wijz. plan
X
X
X
X
CBS-code gemeente 4 cijfers
320104
naam art.19-“plan”
Loc
01
xxxx
Loc
02
plaatsnaam
X
betreffende dorpsnaam
Loc
06
locatie of wijk(en)
X
Facultatief
Loc
09
3011
X
X
CBS-code provincie 4 cijfers
Psc
IMRO tabel 25
datum
X
X
Cre
01
(hyper)link naar toelichting
Cre
05
naam bestand ondergrond
Cre
0101
artikelnummer
Gmc
0103
naam bureau / projectnr.
Gmc
03
IMRO2003
X
X
Verwijzing naar norm
Gmc
03
PRBP2003
X
X
Verwijzing naar norm
jjjjmmdd Facultatief
1). X = verplicht 2). X = ten hoogste één keer
Tabel 6. IMRO-coderingen van belang voor het object plangebied
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
32
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
Voor het object bestemmingsvlak zijn de volgende keuzes van belang: Bestemmingsvlak Attribuut
Code
Idn Tvg
310101
Waarde
1
2
Opmerking
xxx
X
X
uniek binnen plan
naam bestemming
X
X
enkele bestemming
310102
dubbelbestemming
Bsc*
IMRO tabel 07
X
Owc**
IMRO tabel 27
bijbehorende waarde
Owc**
100705xx
Hoogteligging bestemmingsvlak
Owc
400201 en
Einddatum = begindatum
conform gebruiksbepaling schriften
X
400202
voor-
Ingeval sprake is van een voorlopige bestemming; daarbij is altijd sprake van vlakken
Cre
01
(hyper)link naar artikel
Cre
02
categoriecode
Cre
03
Idn van plangebied
X
X
Cre
0101
artikelnummer
X
X
twee
bestemmings-
facultatief
1). X = verplicht 2). X = ten hoogste één keer
Tabel 7. IMRO-coderingen van belang voor het object bestemmingsvlak
*
Er dient minimaal één bestemmingsfunctie te worden toegekend
**
Alleen indien op de plankaart moet worden afgebeeld en behorend bij het bestem-
mingsvlak.
Bouwvlak Attribuut
Code
Idn
Waarde
1
2
Opmerking
xxx
X
X
uniek binnen plan
X
X
Tvg
3102
naam volgens renvooi
Cre*
02
categoriecode
Cre
03
idn van plangebied
X
X
Cre
04
idn van
X
X
bestemmingsvlak Owc*
IMRO tabel 27
bijbehorende waarde
Owc**
100705xx
hoogteligging bestemmingsvlak
1). X = verplicht 2). X = ten hoogste één keer
Tabel 8. IMRO-coderingen van belang voor het object bouwvlak
*
Alleen indien op de plankaart moet worden afgebeeld en behorend bij het bouwvlak.
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
33
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
Aanduidingen Attribuut Code
Waarde
1
2
Opmerking
Idn
xxx
X
X
uniek binnen plan
omschrijving aanduiding
X
X
Tvg
3103
Bsc*
IMRO tabel 07
Cre
01
(hyper)link naar artikel
Cre
03
idn van plangebied
Cre
04
idn van bestemmingsvlak
Cre
0101
artikelnummer
facultatief facultatief X
X X
X
1). X = verplicht 2). X = ten hoogste één keer
Tabel 9. IMRO-coderingen van belang voor aanduidingen
Niet juridisch aan de plankaart gekoppelde owc-waarden Attribuut Code
Waarde
1
2
Opmerking
Idn
xxx
X
X
uniek binnen plan
X
X
Tvg
3199
‘vrije tekst’
Cre
04
idn van best.vlak
Cre
03
idn van plangebied
Cre
0101
artikelnummer
facultatief
Owc
tabel 27
Bijbehorende waarden
Zo vaak als nodig
X X
X
1). X = verplicht 2). X = ten hoogste één keer
Tabel 10.
IMRO-coderingen van niet aan plan gekoppelde owc-waarden
IMRO vertaling van de bestemmingen (bsc)
Bestemming
IMRO
co- IMRO naam
des Woondoeleinden
01
Wonen
Woondoeleinden (uit te werken)
01
Wonen
0104
Erf/tuin bij wonen
0210
Gemengd verkeer
0310
Groenvoorzieningen
0340
Water (groen en natuur)
080104
Speeltuin-/terrein
Wooncentrum
010301
Gemeenschappelijk wonen
Woonwagenlocatie
010303
Woonwagenstandplaats
Woongebouw
0102
Wonen: gestapeld
Woongebied
01
Wonen
0104
Erf/tuin bij wonen
0210
Gemengd verkeer
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
0310
Groenvoorzieningen
080104
Speeltuin/-terrein
0702
Maatschappelijke voorzieningen
34
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Bestemming
Versie:1.0, februari 2004
IMRO
co- IMRO naam
des 0709
Nutsvoorzieningen
0701
Medische voorzieningen
070203
Levensbeschouwelijke voorzieningen
0703
Onderwijsvoorzieningen
0707
Culturele voorzieningen
Bedrijfsdoeleinden
04
Werken
Bedrijventerrein
04
Werken
040101
Kantoorfunctie
0210
Gemengd verkeer
021403
Wegverkeer: parkeren openlucht
0705
Detailhandel
0401
Dienstverlening
0702
Maatschappelijke voorzieningen
0401
Dienstverlening
04
Werken
0705
Detailhandel
0706
Horeca
01
Wonen
0702
Maatschappelijke voorzieningen
0401
Dienstverlening
04
Werken
0705
Detailhandel
0706
Horeca
01
Wonen
Dienstverlening
0401
Dienstverlening
Kantoordoeleinden
040101
Kantoorfunctie
Horecadoeleinden
0706
Horeca
Nutsdoeleinden
0709
Nutsvoorzieningen
Agrarische doeleinden
040201
Agrarische bedrijvigheid
(Agrarische) cultuurgrond
040201
Agrarische bedrijvigheid
Agrarische doeleinden met land- 040201
Agrarische bedrijvigheid
schappelijk waarden
Landschappelijke waarden
Maatschappelijke doeleinden
Detailhandelsdoeleinden Centrumdoeleinden
Gemengde doeleinden
032002
Agrarische doeleinden met natuur- 040201
Agrarische bedrijvigheid
lijke waarden
Natuurlijke waarden
032001
Agrarische doeleinden met natuur- 040201
Agrarische bedrijvigheid
lijke en landschappelijk waarden
032001
Natuurlijke waarden
032002
Landschappelijke waarden
Agrarisch verzorgend bedrijf
0402010203 Agrarische
bedrijvigheid,
overige
niet
grondgebonden Agrarische cultuurgrond
04020101
Agrarische bedrijvigheid
Tuinbouwgebied
04020101
Agrarische bedrijvigheid, grondgebonden
Recreatieve doeleinden
08
Recreatie
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
35
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Bestemming
Versie:1.0, februari 2004
IMRO
co- IMRO naam
des Dagrecreatie
0801
Dagrecreatie
Verblijfsrecreatie
0802
Verblijfsrecreatie
Manege
08
Recreatie
Paardenhouderij
04
Werken
0402010203 Agrarische
bedrijvigheid,
overige
grondgebonden Sportdoeleinden
0708
Sport voorzieningen
Speelterrein
080104
Speeltuin/-terrein
Tuin
0104
Erf/tuin bij wonen
Park
031002
Structureel groen (park/plantsoen)
Groenvoorzieningen
0310
Groenvoorzieningen
0340
Water (groen en natuur)
080104
Speeltuin/-terrein
Volkstuinen
080105
Volkstuinen
Begraafplaats
070204
Begraaf- en crematievoorzieningen
Bos
0310
Groenvoorzieningen
Natuurgebied
0320
Natuur en landschap
Verkooppunt van motorbrandstof- 04
Werken
fen Verkeersdoeleinden luchtverkeer
0270
Luchtverkeer
Verkeersdoeleinden railverkeer
0220
Treinverkeer
Verkeersdoeleinden
0210
Gemengd verkeer
Verkeers- en verblijfsdoeleinden
0210
Gemengd verkeer
0310
Groenvoorzieningen
Garageboxen
021402
Wegverkeer: stallen overdekt
Parkeerdoeleinden
021403
Wegverkeer: stallen openlucht
Parkeergarage
021402
Wegverkeer: stallen overdekt
Vaarwegen
0260
Waterverkeer
Water
0340
Water (groen en natuur)
Tabel 11.
IMRO-vertaling van bestemmingen
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
36
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
niet
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
7
Versie:1.0, februari 2004
TECHNIEK
7.1 INLEIDING De meeste zaken die betrekking hebben op de techniek rondom digitale bestemmingsplannen zijn per gemeente verschillend. Ieder gemeente gebruikt immers haar eigen hard- en software en baseert haar plannen op een eigen ondergrond. Een aantal aspecten zal echter in alle gemeenten hetzelfde zijn en kan daarom worden opgenomen in het Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten. Dit betreft de aspecten: •
Gebruik van hyperlinks;
•
Laagindeling van de gebruikte ondergrond;
•
Laagindeling van de bestemmingsplankaart;
•
Opbouw en het formaat van de toelichtingskaartjes.
7.2 G EBRUIK HYPERLINKS De digitale plankaart wordt gekoppeld aan de digitale plantekst. Hierbij wordt gebruik gemaakt van zogenaamde hyperlinks. Bij de gebruikte applicaties kan het gebruik van hyperlinks naar posities binnen een Worddocument worden ondersteund door zogenaamde bladwijzers. Uitgangspunt is dat de hyperlinks met relatieve padverwijzing en inclusief bladwijzers worden toegevoegd. De bladwijzers zullen in ieder geval verwijzen naar de volgende delen in de Word-documenten: •
Inhoudsopgave voorschriften;
•
Begripsbepalingen;
•
Wijze van meten;
•
Beschrijving in hoofdlijnen (facultatief);
•
Iedere bestemmingsbepaling apart;
•
Overige bepalingen;
•
Plantoelichting.
Ieder deeldocument heeft bovenaan de volgende hyperlink: •
Inhoudsopgave.
Iedere bestemmingsbepaling heeft bovenaan de volgende hyperlinks: •
Inhoudsopgave;
•
Begripsbepalingen;
•
Wijze van meten;
•
Beschrijving in hoofdlijnen;
•
Link naar de toelichting.
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
37
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
De Plantoelichting begint met een aantal hyperlinks naar de volgende onderdelen binnen het document: •
Inleiding;
•
Huidige situatie;
•
Beleidskader;
•
Randvoorwaarden;
•
Planuitgangspunten;
•
Planbeschrijving;
•
Uitvoerbaarheid;
•
Inspraak en overleg.
Per onderdeel kan weer naar het beginpunt van het document worden gesprongen.
7.3 L AAGINDELING ONDERGROND De bestemmingsplankaart moet op een duidelijke ondergrond zijn getekend. De voorkeur gaat uit naar een ondergrond op basis van de GBKN/GBK. Elke gewenste kaartschaal kan worden verkregen. Essentiële informatie voor de interpretatie van de kaart bestaat uit de volgende lagen: •
Bebouwingscontouren;
•
Straatnamen;
•
Huisnummers;
•
Verhardingslijnen;
•
Begrenzingen van waterlopen;
•
Functieaanduidingen.
Zo zijn de gebruiksgrenzen goed te herleiden. Luchtfoto’s en aanvullende kadastrale informatie kunnen behulpzaam zijn bij het bepalen van bestemmingsgrenzen.
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
38
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
7.4 L AAGINDELING BESTEMMINGSPLANKAART De bestemmingsplankaart waar het NEN1878-bestand uit is afgeleid dient te worden meegeleverd in het juiste formaat en wel met de bestemmingen, dubbelbestemmingen en bouwvlakken gescheiden per laag. Daarnaast geldt dat ook de begrenzingen zoals weergegeven in Tabel 12 gescheiden worden per laag. Kaartlagen Plangebiedgrens Bestemmingsvlakgrens Bouwvlakgrens Aanduidingsgrens Aanduiding, punt- of lijnvorming Aanvullende bestemmingsgrens Overige objecten
Tabel 12.
Overzicht op te nemen extra kaartlagen
7.5 O PBOUW / FORMAAT TOELICHTINGSKAARTJES Specifieke toelichtingskaartjes, zoals bijvoorbeeld kaartjes van dwarsprofielen, worden vooralsnog als onderdeel van een Worddocument opgenomen. De originelen zullen ook als JPEG worden opgeslagen.
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
39
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
8
Versie:1.0, februari 2004
AFSPRAKEN UITWISSELING
In dit hoofdstuk wordt aangegeven op welke wijze digitale bestemmingsplannen worden uitgewisseld tussen de Groninger gemeenten en de provincie Groningen.
Algemeen
1. Er wordt gebruik gemaakt van IMRO 2003 of hoger. 2. De documenten "Op de digitale leest" en "De Praktijkrichtlijn Bestemmingsplannen 2003" worden als uitgangspunt gebruikt. 3.
De BSC-codes en de waardevelden van de TVG-codes uit het IMRO moeten verplicht worden ingevuld.
4. Verbijzonderingen en differentiaties binnen een bestemming worden als vlak aangegeven.
Wat moet de gemeente aanleveren bij de Provincie Groningen?
1. De digitale plankaart. 2. De digitale voorschriften. 3. De digitale toelichting. 4. Een digitale ‘bevroren’ ondergrond van het plangebied. 5. Een digitale tekening van de originele plankaart. 6. Een volledig ingevulde digitale vrachtbrief.
Hoe moet de gemeente dat aanleveren?
1. Alle bestanden worden op Cd-rom aangeleverd. 2. Alle bestanden worden in mappen gezet. Deze mappenstructuur ziet er als volgt uit:
figuur 2.
Mappenstructuur
De hoofdmap krijgt de ID van het plan als naam. CBS-code, aanvullende nullen en volgnummer gemeente worden elk gescheiden door 'underscores' (zie illustratie).
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
40
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
3. De digitale plankaart wordt aangeleverd als NEN1878-bestand met als indeling ('dialect') "IMRO". 4. De digitale voorschriften worden bij voorkeur aangeleverd als één html-bestand (met interne bladwijzers). 5. De verwijzing naar voorschriften dient op basis van relatieve in plaats van absolute hyperlinks aangeleverd te worden. 6. De digitale toelichting wordt bij voorkeur aangeleverd als html-bestand. 7. Alle soorten ondergronden worden geaccepteerd. Als bestandsformaat van de ondergrond wordt in elk geval geaccepteerd: DWG-bestand DXF-bestand DGN-bestand SHP-bestand Andere formaten eventueel na vooraf overleg met de Provincie. 8. De digitale tekening (plotfile, bestemmingsplan als 'plaatje') wordt aangeleverd als .pdf-, .jpg- of als .tiff-bestand. Andere formaten eventueel na vooraf overleg met de Provincie. 9. De digitale vrachtbrief wordt aangeleverd als MS Word-document (.doc) of als html-document (.htm). De template hiervoor wordt op verzoek (digitaal) geleverd door de Provincie Groningen.
Wat hoort er op de vrachtbrief van gemeente naar Provincie te staan?
1.
Afzender (en contactpersoon) en geadresseerde.
2.
Datum van verzending.
3.
Naam van het plan.
4.
Opsteller van het plan.
5.
Alle bestandsnamen die op de Cd-rom staan.
6.
Gebruikte software, inclusief exacte versievermelding.
7.
Gebruikte IMRO-versie.
8.
De schaal waarop het plan is vastgesteld.
9.
De planstatus.Lijst van gebruikte bestemmingen en TVG-waarden, met daarbij vermeld het aantal keren dat deze voorkomen (zie bijlage 5).
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
41
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
Hoe moet de naamgeving van de bestanden eruit zien?
Omschrijving
Naamgeving
Identificatiecode v.h. plan (ID Plan):
1 e 8 posities = cbs code gemeente facultatief aangevuld met het CBS-nummer voor buurt en wijk of anders aangevuld met 4 nullen. Het daarop volgende plannummer heeft een maximale lengte van 23 posities en het laatste teken is altijd een koppelstreepje ‘-‘. De verschillende onderdelen gescheiden door underscores (_). (CBScode zie tabel op pagina 29)
NEN1878-bestand:
[ID plan].nen
Voorschriften:
[ID plan].htm
Toelichting:
[ID plan].htm
Ondergrond:
[ID plan].dwg of .dxf of .nen of .shp
Plotfile:
[ID plan].pdf, .jpg of .tiff
Vrachtbrief gem. ? Prov:
[ID plan].doc of .htm/html
Tabel 13.
Naamgeving door gemeente te leveren bestanden
Wat moet de Provincie Groningen terugleveren aan de gemeente?
1. Het NEN1878-bestand met eventuele onthoudingen in een extra laag. 2. Voorschriften digitaal met eventuele onthoudingen. 3. Digitaal goedkeuringsbesluit. 4. Digitale vrachtbrief. 5. Digitale toelichting. 6. Digitale ondergrond. 7. Digitale tekening van de originele plankaart.
Hoe moet de Provincie Groningen dat aanleveren?
1.
Alle bestanden worden op Cd-rom teruggeleverd. Daarbij wordt eenzelfde mappenstructuur aangehouden als die waarin de gemeente aan moet leveren.
2.
NEN1878: planstatus toegevoegd, goedkeuring onthouden in extra laag.
3.
Voorschriften in HTML-formaat.
4.
Goedkeuringsbesluit in het formaat waarin de gemeente de vrachtbrief heeft aangeleverd.
5.
Vrachtbrief in het formaat waarin de gemeente deze heeft aangeleverd.
Wat hoort er op de vrachtbrief van Provincie naar gemeente te staan?
1. Afzender (en contactpersoon) en geadresseerde. 2. Datum van verzending. 3. Naam van het plan.
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
42
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
4. Alle bestandsnamen die op de Cd-rom staan. 5. Gebruikte software, inclusief exacte versievermelding.
Hoe moet de naamgeving van de bestanden eruit zien?
Omschrijving
Naamgeving
Identificatiecode v.h. plan:
GS[ID plan]
NEN1878-bestand:
GS[ID plan].nen
Voorschriften:
GS[ID plan].htm
Vrachtbrief Prov. ? gem:
GS[ID plan].doc of .htm
Goedkeuringsbesluit:
GS[ID plan].doc of .htm
Tabel 14.
Naamgeving van de door de provincie te leveren bestanden
Voor alle overige zaken dient de systematiek uit "Praktijkrichtlijn bestemmingsplannen – De IMRO-gecodeerde bestemmingsplankaart" (PRBP2003) te worden gevolgd. De nieuwste versie dient aangehouden te worden bij het gebruik van het IMRO.
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
43
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
9
Versie:1.0, februari 2004
GEMEENTELIJKE AANVULLING OP HET HANDBOEK
9.1 INLEIDING Het Handboek bestemmingsplannen Groninger Gemeenten geeft de bestemmingen aan welke in principe binnen de provincie gebruikt worden, alsmede de wijze waarop deze bestemmingen op de plankaart worden weergegeven. Tevens wordt de opzet van de voorschriften en de IMRO-codering aangegeven. Het gemeentelijk Handboek moet worden gezien als een aanvulling op het Handboek. Het Handboek en het Gemeentelijk handboek kunnen tezamen worden gezien als de wijze waarop bestemmingsplannen in de gemeente moeten worden vormgegeven. Gelet op het bovenstaande, bestaat de inhoud van dit gemeentelijk Handboek alleen uit die zaken die vanwege het gemeentelijk karakter niet in het Handboek bestemmingsplannen Groninger Gemeenten zijn opgenomen of uit aanvullingen daarop. Hierbij kan een gemeente denken aan de volgende de volgende onderwerpen: •
Beheer van Handboek;
•
Bestemmingen;
•
Nadere keuzes met betrekking tot het splitsen van de woonbestemmingen;
•
Nadere keuzes voor wat betreft de kleur van de bouwvlakken en de bestemmingsvlakken;
•
Aanduidingen;
•
Opzet van de regeling van de erfbebouwing;
•
Wijze waarop de beroepen en bedrijven aan huis worden geregeld;
•
Wijze van regelen van het hobbymatig en het bedrijfsmatig houden van paarden;
•
Relatie met de welstandsnota;
•
Wijze waarop bestemmingsplannen binnen de gemeente tot stand komen;
•
Gebruik van hyperlinks, de bestandsformaten en de kaartlagen;
•
Et cetera.
9.2 O PZET HOOFDSTUKINDELING GEMEENTELIJK HANDBOEK Hieronder vindt u een mogelijke hoofdstuk- en paragraafindeling voor een gemeentelijk Handboek. Deze opsomming is niet uitputtend maar dient als leidraad voor een eventueel zelf op te (laten) stellen gemeentelijk Handboek. Hoofdstuk 1. Inleiding 1.1 Inleiding 1.2 Afstemming op Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten 1.3 Inhoud/Leeswijzer 1.4 Status 1.5 ….. Hoofdstuk 2. Beheer
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
44
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
2.1 Beheer 2.2 ...... Hoofdstuk 3. Bestemmingen 3.1 Algemeen 3.2 Aanvullende bestemmingen 3.3 Splitsen/indelen van bestemmingen 3.4 Kleuren 3.5 Aanduidingen en arceringen 3.6 ...... Hoofdstuk 4. Bestemmingsregelingen 4.1 Algemeen 4.2 Erfbebouwingsregeling 4.3 Regeling beroep- en bedrijf aan huis 4.4 Regeling voor het houden van paarden 4.5 Afstemming op welstand 4.6 ....... Hoofdstuk 5. Proces bestemmingsplan 5.1 Algemeen 5.2 Werkwijze 5.3 Onderzoek 5.4 Communicatie 5.5 ......... Hoofdstuk 6.Techniek 6.1 Algemeen 6.2 IMRO-codering aanvullende bestemmingen 6.3 Gemeentelijk plannummer 6.4 Gebruik hyperlinks 6.5 Laagindeling ondergrond 6.6 Laagindeling bestemmingsplankaart 6.7 Toelichtingskaartjes 6.8 .......... Hoofdstuk 7. Slot Tabel 15.
Overzicht mogelijke hoofdstuk en paragraafindeling gemeentelijk Handboek
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
45
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
BIJLAGE 3 BESTEMMINGEN EN BESTEMMINGSOMSCHRIJVINGEN In deze bijlage worden de meest voorkomende bestemmingen omschreven. De tabel komt daarom niet een op een overeen met bijlage 2 en Tabel 1 op pagina 24 en 25. Bestemming
Lettercode
Belangrijke elementen bestemmingsomschrijving
Woondoeleinden
W
•
Wonen
•
Woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan huis verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsactiviteit
Wooncentrum
WC
•
Gestapeld wonen in combinatie met maatschappelijke voorzieningen (sociaal-medisch/sociaalcultureel) en/of ondergeschikte detailhandel
•
Bejaardentehuis
•
Woon-/zorgcomplex
•
Bijzondere woonvormen
Woongebouw
WGB
•
Gestapeld wonen, wonen met een gemeenschappe-
Woonwagenlocatie
WW
•
Wonen in woonwagens
Woongebied
WG
•
Wonen
•
Woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte
lijke toegang
voor een aan huis verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsactiviteit •
Wegen en straten
•
Groenvoorzieningen
•
Speelvoorzieningen
•
Water
T
•
Voor/zijtuinen bij woonhuizen
Maatschappelijke doel- M
•
Maatschappelijke voorzieningen, zoals kerken,
Tuin einden
scholen, sociaal/culturele/maatschappelijke voorzieningen
Bedrijfsdoeleinden Bedrijventerrein
B BT
•
Bedrijven
•
Bedrijfs-/dienstwoningen
•
Bedrijventerrein
•
Bedrijfs-/dienstwoningen
•
Wegen, parkeervoorzieningen
•
Groenvoorzieningen
•
Water
Detailhandelsdoeleinden D
•
Winkels
Centrumdoeleinden
C
•
Diverse functies, zie Gemengde Doeleinden
Gemengde doeleinden
GD
•
Gecombineerde en uit te wisselen functies, zoals:
•
Maatschappelijke voorzieningen
•
Dienstverlenende voorzieningen
•
Bedrijvigheid
•
Detailhandel
•
Horecavoorzieningen
•
Wonen
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
48
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Bestemming
Lettercode
Versie:1.0, februari 2004
Belangrijke elementen bestemmingsomschrijving
Dienstverlening
DV
•
Dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen
Kantoordoeleinden
K
•
Zelfstandige kantoren
Horecadoeleinden
H
•
Horecabedrijven
Nutsdoeleinden
ND
•
Nutsgebouwtjes (gas, water, elektrisch, riool)
Recreatieve doeleinden
R
•
Recreatieve voorzieningen, zoals kampeerterreinen, huisjesterreinen, attractieparken, speeltuinen etc.
Sportdoeleinden
S
•
Verkeersdoeleinden
V
•
Voorzieningen met betrekking tot sport, zoals sportvelden, zwembaden, sporthallen etc. Wegen met een doorgaande functie, eventueel met bijbehorende bermen en taluds.
Verkeers- en verblijfs- VV
•
doeleinden
Wegen met een verblijfsfunctie, woonstraten en paden, eventueel met bijbehorende bermen en taluds, groen-, parkeer-, en speelvoorzieningen.
Begraafplaats
BG
•
Zelfstandige begraafplaatsen
Volkstuinen
VO
•
Volkstuinen
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
49
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
BIJLAGE 4 VOORBEELDEN VAN SPECIFIEKE BESTEMMINGEN EN LETTERAANDUIDINGEN Algemene
bestem- Specifieke bestemming Letter-
ming
Bedrijfsdoeleinden
Bestemmingsomschrijving
aanduiding
Bedrijfsdoeleinden
- B(I)
Bedrijven milieucategorie 1
– B(II)
Bedrijven milieucategorie 1 en
categorie I Bedrijfsdoeleinden categorie II
2
Enz.
Enz.
Enz.
Maatschappelijke
Maatschappelijke
M(k)
Kerken (en andere religieu-
doeleinden
doeleinden - kerk
ze/levensbeschouwelijke doeleinden)
Maatschappelijke doel- M(b)
Begraafplaatsen bij kerken
einden – begraafplaats Maatschappelijke
M(s)
doeleinden - school
Scholen (en aanverwante onderwijsdoeleinden)
Maatschappelijke
M(c)
Cultureel en sociale voorzie-
doeleinden –
ningen,
cultuur
buurthuizen
Maatschappelijke
M(m)
zoals
verenigingen,
Ziekenhuizen,
doeleinden –
(tand)artsenpraktijken en an-
medisch
dere medische voorzieningen (m.u.v. apotheken)
Maatschappelijke doel- M(o)
Gemeentehuizen, gerechtsge-
einden –
bouwen en dergelijke
overheidsvoorzieningen Dagrecreatieve
Dagrecreatieve doelein- RD(s)
doeleinden
den - strand Dagrecreatieve doelein- RD(a)
Recreatieplas / strand Attractiepark
den – attractiepark Dagrecreatieve doelein- RD(k)
Kinderboerderij
den – kinderboerderij Dagrecreatieve doelein- RD(sp)
Speeltuin
den – speeltuin
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
50
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Algemene
Versie:1.0, februari 2004
bestem- Specifieke bestemming Letter-
ming
Bestemmingsomschrijving
aanduiding
Verblijfsrecreatieve
Verblijfsrecreatieve
doeleinden
doeleinden –
RV(k)
Kampeerterrein
RV(kb)
Kampeerboerderij
RV(h)
Huisjesterrein
RV(g)
Groepsverblijf
RV(j)
Jachthaven
kampeerterrein Verblijfsrecreatieve doeleinden – kampeerboerderij Verblijfsrecreatieve doeleinden – huisjesterrein Verblijfsrecreatieve doeleinden – groepsverblijf Verblijfsrecreatieve doeleinden – jachthaven Detailhandel
Detailhandel - perifeer
D(p)
Perifere detailhandel
Horecadoeleinden
Horecadoeleinden –
H(I)
Horecabedrijven categorie I,
categorie I
zijnde aanloopgerichte horecabedrijven
Horecadoeleinden –
H(II)
categorie II
Horecabedrijven categorie II, zijnde restaurants, cafés en restaurants
Horecadoeleinden –
H(III)
categorie III
Horecabedrijven categorie III, zijnde cafetaria’s en snackbars
Horecadoeleinden –
H(IV)
categorie IV
Horecabedrijven categorie IV, zijnde cafés en bars
Horecadoeleinden –
H(V)
categorie V
Horecabedrijven zijnde
categorie
bar-/dancings,
V,
disco-
theken en nachtclubs Horecadoeleinden –
H(VI)
categorie VI
Horecabedrijven categorie VI, zijnde
logiesverstrekkende
bedrijven (hotels, pensions en appartementen)
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
51
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
BIJLAGE 7 VOORBEELD OVERZICHTSLIJST TVG-WAARDEN TVG-codes
waarde
aantal
tvg310101
Bedrijfsdoeleinden
7
tvg310101
Bedrijventerrein
2
tvg310101
Detailhandelsdoeleinden
1
tvg310101
Gemengde doeleinden
2
tvg310101
Kantoordoeleinden
2
tvg310101
Maatschappelijke doeleinden
21
tvg310101
Nutsdoeleinden
2
tvg310101
Recreatieve doeleinden
3
tvg310101
Tuin
462
tvg310101
Verkeers- en Verblijfsdoeleinden
3
tvg310101
Verkeersdoeleinden
1
tvg310101
Water
24
tvg310101
Wooncentrum
1
tvg310101
Woondoeleinden (uit te werken)
12
tvg310101
Woondoeleinden 1
145
tvg310101
Woondoeleinden 2
19
tvg310101
Woondoeleinden 3
205
tvg310101
Woongebouw
15
tvg310101
Groenvoorzieningen
125
tvg310101
Woongebied (uit te werken)
2
tvg310102
Archeologisch waardevol gebied
1
tvg310102
Geluidszone
1
tvg310102
Leidingen
8
tvg3102
Detailhandelsdoeleinden
1
tvg3102
Gemengde doeleinden
1
tvg3102
Kantoordoeleinden
2
tvg3102
Maatschappelijke doeleinden
23
tvg3102
Nutsdoeleinden
2
tvg3102
Wooncentrum
1
tvg3102
Woondoeleinden 1
238
tvg3102
Woondoeleinden 2
22
tvg3102
Woondoeleinden 3
404
tvg3102
Woongebouw
15
tvg3102
Bedrijfsdoeleinden
9
tvg3103
Garageboxen toegestaan
26
tvg3103
Ecologisch waardevol gebied
17
tvg3103
Verkooppunt van motorbrandstoffen
3
tvg31031
Volkstuinen toegestaan
1
tvg32010101
Bestemmingsplan – Schepenwijk
1
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
54
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten
Versie:1.0, februari 2004
BIJLAGE 8 DEELNEMERS WERKATELIERS
Gemeentelijk werkatelier Deelnemers:
Organisatie:
Ben Chiffrun Rudolf Hazekamp
gemeente Haren gemeente Menterwolde
Jan Steunebrink Hette van der Zee
gemeente Reiderland gemeente Zuidhorn:
Frans van Raay
gemeente Stadskanaal
Frans Kabel Otto Koetje
gemeente Stadskanaal gemeente Veendam
Hans Goslinga Henk Paap
gemeente Veendam gemeente Bedum
Siska Huistra Albert Kuijer
gemeente Leek gemeente Hoogezand-Sappemeer
Martin Coerts
gemeente Hoogezand-Sappemeer
Gerko Arkema Koos Jullens
gemeente Hoogezand-Sappemeer gemeente Slochteren
Gerrie Nienhuis Koos Jansen
gemeente Scheemda gemeente Vlagtwedde
Klaas Grinshuis
gemeente Vlagtwedde
Kees van Essen Ernst van Dam
gemeente Appingedam gemeente De Marne
Jaap Urban Pieter Dikhoff
gemeente Grootegast gemeente Winschoten
Werkatelier stedenbouwkundige bureaus Deelnemers:
Organisatie:
Mw. R.J. Bollen J.G. Lindeman
OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap BV HKB Stedenbouw
J.G. van der Meij J. Wittenberg
Oranjewoud Royal Haskoning
W. de Jong
Grontmij
P. Schollema P. Bugel
Bugel Hajema adviseurs Bugel Hajema adviseurs
Presentatie Provincie Groningen, afdeling Ruimtelijke plannen, cluster gemeentelijke plannen Deelnemers: Joke Schilperoord Johan Koopmans Carolien Bouwense Hanneke Westendorp Peter Bijl Fred Habraken Elbert-Jan v.d.Kooi Gijs Folmer Klaas Moedt Wilna de Bruin Bij alle ateliers aanwezig Deelnemers:
Organisatie:
Klaas Moedt
Provincie Groningen
Wilna de Bruin
Provincie Groningen
Marc 't Hart Jur van der Velde
GEON Buro Vijn
Status: definitief Versie: 1.0, februari 2004
55
Handboek Bestemmingsplannen Groninger Gemeenten