Growing Beyond De attractiveness surveys van Ernst & Young
Barometer Nederlands vestigingsklimaat 2013
Nederland op koers
Attractiveness
De attractiveness surveys van Ernst & Young De attractiveness surveys van Ernst & Young worden door onze cliënten, de media en belangrijke publieke stakeholders breed gewaardeerd als een van de belangrijkste bronnen van inzicht in directe buitenlandse investeringen. De surveys onderzoeken de aantrekkelijkheid van een bepaalde regio of land als bestemming voor investeringen. Als zodanig zijn zij erop gericht om ondernemingen te helpen bij het nemen van investeringsbeslissingen en om overheden bij te staan bij het slechten van de hindernissen die toekomstige groei in de weg kunnen staan. Met behulp van een methodologie die uit twee stappen bestaat, worden zowel de werkelijkheid als de beeldvorming aangaande directe buitenlandse investeringen in het betreffende land of de betreffende regio geanalyseerd. De bevindingen zijn gebaseerd op de opvattingen van representatieve panels bestaande uit internationale en lokale opinieleiders en beslissers.
Nederland op koers
Inhoudsopgave
www.ey.com/attractiveness
02 Voorwoord 05 Nederland biedt uniek speelveld voor duurzaam ondernemerschap Prof. dr. Jan Peter Balkenende, Partner Ernst & Young
06 Managementsamenvatting 09 Puntjes op de i van onze sterke stimulerings maatregelen Ben Kiekebeld, Tax Director Ernst & Young
10
Nederland in perspectief Snelgroeiende markten voeden de wereldeconomie
12 Realiteit
Buitenlandse investeringen in Nederland en Europa Investeringsprojecten en trends in Europa
15 Hollandse hightech speelt sleutelrol in mondiale groeistrategie Peter Snel, Chief R&D Apollo Tyres Ltd.
19 De smaak van innovatie in de Nederlandse ‘Food Valley’ Mark Atkins, Vicepresident R&D Europe bij Heinz
20
Perceptie Nederland in de ogen van buitenlandse investeerders Waarom kiezen buitenlandse investeerders voor Nederland, wat kan nog verbeterd worden, wie zijn onze concurrenten en welke steden zijn het belangrijkst.
25 MKB: de motor van de Nederlandse economie Hans Biesheuvel, MKB Nederland
26
Acties Hoe kan Nederland de volgende stap zetten? Waarin moet Nederland investeren, hoe blijven we mondiaal competitief en welke acties moeten onder nomen worden?
31 Nederland is ‘the gateway to Europe’ Simon Smits, ministerie van Buitenlandse Zaken
Nederland op koers
3
Voorwoord Nederland goed op koers, kansen voor R&D en duurzaamheid
Caroline Rodenburg Senior Manager Ernst & Young
Marcel van Loo Country Managing Partner Ernst & Young per 1 juli
2012 was een moeilijk jaar voor Europa. Bedrijven worstelden om hun resultaten te beschermen, wat bemoeilijkt werd door overheidsbezuinigingen, wereldwijde onzeker heid en een zwak consumentenvertrouwen. Aan de andere kant beschermden Europese beleidsmakers de identiteit van een continent dat overspoeld werd door recessie - worstelend met krimp, werkloosheid en toenemende overheidstekorten. Er werden zinvolle beleidsmaatregelen genomen, maar tot nu toe is de impact beperkt en moet er nog veel gedaan worden.
De laatste cijfers uit 2012 laten zien dat het percentage in 2010 1,85% bedroeg.
Toch hebben de zware tijden het vertrouwen van investeerders in Europa niet aangetast, blijkt uit Ernst & Young’s European Attractiveness Survey 2013. Het lijkt erop dat investeerders inmiddels gewend zijn geraakt aan de economische situatie in Europa, er mee hebben leren leven en de schaarse maar mooie kansen niet willen missen.
Toch zijn buitenlandse bedrijven met Nederlandse R&D-faciliteiten zeer tevreden over ons vestigingsklimaat en onze (fiscale) faciliteiten. De vraag is dan ook: schiet het gevoerde beleid tekort in het aantrekken van R&D naar Nederland? Of zijn buiten landse investeerders onbekend met de Nederlandse troeven op dit gebied? Van de ruim 200 geïnterviewde beslissers uit het internationale bedrijfsleven geeft 18% aan dat Nederland R&D moet stimuleren om op mondiaal niveau aantrekkelijk te blijven. Daarnaast pleit 14% voor het ondersteunen van hightechsectoren en innovatie. Ook verwacht 20% dat duurzame technologie de komende jaren voor groei van de Nederlandse economie zal zorgen.
Hetzelfde lijkt voor Nederland op te gaan. Uit de Ernst & Young Barometer Nederlands vestigingsklimaat 2013 blijkt dat het aantal buitenlandse investeringsprojecten (161 in 2012) slechts beperkt is teruggelopen (-5%). Dit ondanks de enorme stijging in 2011 (van 115 investeringsprojecten in 2010 naar 170 in 2011). Hoewel buitenlandse inves teerders bezorgd zijn over de economische situatie, geloven ze dat Nederland de moeilijke tijden goed zal doorstaan. Daarnaast erkent de overheid het belang van buitenlandse investeringsprojecten: ze creëren werk gelegenheid en stimuleren onze economie. Economische groei in Nederland moet vooral uit de groei van arbeidsproductiviteit komen. Dit kan de overheid stimuleren door bedrijven te motiveren om te investeren in Research & Development (R&D). De Nederlandse overheid heeft dan ook als ambitie om de Nederlandse R&D-inspanningen te laten stijgen naar 2,5% van het BBP in 2020. 4
Ernst & Young’s attractiveness survey Barometer Nederlands vestigingsklimaat 2013
Als we kijken naar het aantal buitenlandse investeringen in R&D-vestigingen als percen tage van het totale aantal investerings projecten, zien we een daling: van 3% in 2008 en 2009, 4% in 2010 en 2011 naar 1% in 2012. Het lijkt er daarmee op dat het overheidsbeleid van de afgelopen jaren nog geen positieve invloed heeft op het aantal R&D-faciliteiten dat in Nederland wordt opgezet.
In de Ernst & Young Barometer Nederlands vestigingsklimaat 2013 komen enkele buitenlandse investeerders aan het woord, die recent in R&D in Nederland hebben geïnvesteerd. Ook delen specialisten op het gebied van het Nederlandse vestigings klimaat, duurzaamheid en R&D hun visie. Met dit rapport willen we dan ook een bijdrage leveren aan de discussie over de aantrekkelijkheid van Nederland - in het algemeen en specifiek op het gebied van R&D en hopen dat de resultaten en visies nieuwe inspiratie voor effectief beleid op dit terrein bieden.
www.ey.com/attractiveness
Viewpoint door Ernst & Young Prof. dr. Jan Peter Balkenende
Partner bij Ernst & Young, voorzitter van de Dutch Sustainable Growth Coalition en hoogleraar aan de Erasmus Universi teit Rotterdam. Hij was van 22 juli 2002 tot 14 oktober 2010 ministerpresident van Nederland.
Nederland biedt uniek speelveld voor duurzaam ondernemerschap Nederland scoort hoog in internationale benchmarks op het gebied van duurzaam en verantwoord ondernemen. Vier van de negentien sectoren in de Dow Jones Sustainability Index hebben een Nederlandse aanvoerder. Alle vier zijn aangesloten bij de Dutch Sustainable Growth Coalition (DSGC), het CEO-initiatief waar ik vanuit Ernst & Young voorzitter van ben. Doel van deze coalitie is om kennisdeling over duurzame en inclusieve businessmodellen te bevorderen. Onze economie staat op de vijfde plek in de jaarlijkse World Economic Forum ‘Global Competitiveness Index’ en scoort nóg hoger in de ‘sustainability adjusted’-variant van deze toonaangevende index. Hoe kan een bedrijf, en in bredere zin ons land, concurrentievoordeel halen uit innovatief, duurzaam en verantwoord ondernemerschap? Wat mij betreft ligt de sleutel in de unieke samenwerking die Nederland kent: tussen het bedrijfsleven, de overheid, de academische wereld en niet-gouvernementele organisaties. In samenspel zijn zij steeds beter in staat om kennis te ontsluiten en ondernemerschap te ontketenen. Maatschappelijke uitdagingen op het gebied van bijvoorbeeld gezondheid,
grondstoffenschaarste, arbeidsomstandigheden en energie dienen daarbij steeds vaker als inspiratie. Dit besef leeft zowel op de werkvloer waar de jonge generatie bruist van de creativiteit - als in de bestuurskamers. Het is belangrijk dat de overheid kansrijke businessmodellen van duurzame pioniers stimuleert. Soms vraagt dat ook om het creëren van een gelijk speelveld. Want zolang achterover leunen lucratiever is dan inspanningen leveren op het gebied van duurzaam en verantwoord ondernemerschap, blijven pilots maar pilots en zijn successen moeilijker schaalbaar. Bovendien zegt 20% van de West-Europese respondenten in dit onderzoek: om Nederland mondiaal aantrekkelijk te houden, moet de overheid meer op duurzaamheid inzetten. Het draagvlak hiervoor zal stijgen naarmate de sociale en ecologische uitdagingen in de komende jaren het bedrijfsleven raken. In mijn visie zijn er slechts twee typen organisaties: zij die duurzaam en verantwoord ondernemen tot hun concurrentievoordeel maken, en zij die hierin – eventueel met een duwtje in de rug – volgen. Een alternatief voor duurzaam onder nemen is er niet.
Nederland op koers
5
Managementsamenvatting Buitenlandse investeringen in Nederland op koers 170
Meeste investeringen in Sales & Marketing
161
Industrie
123
116
Logistiek + Productie
115
108
14%
12%
Diensten Sales & marketing + Data center + Education & Training + Testing & servicing
50%
5%
2%
1%
Strategisch 2007
2008
2009
2010
2011
Hoofdkantoren + R&D
2012
13%
Bron: Ernst & Young’s European Investment Monitor 2013
1%
Bron: Ernst & Young’s European Investment Monitor 2013
Met een score van 161 buitenlandse investeringsprojecten in 2012, heeft Nederland het hoge aantal buitenlandse investeringsprojecten in 2011 (170) bijna vast kunnen houden. Hierbij gaat het om het opzetten van bepaalde faciliteiten, zoals een hoofdkantoor, een verkooporganisatie of een logistiek centrum. Met deze score staat Nederland op de zesde positie in de top 10 van Europese landen die de meeste buitenlandse investeringsprojecten aantrokken.
Buitenlandse investeringsprojecten in Nederland vinden in alle onderdelen van de waardeketen plaats. Het betreft zowel industriële, diensten- als strategische projecten. De meeste investeringen zien we in de dienstensector (58%), gevolgd door de industriële sector (26%) en strategische projecten (14%). • Voor meer informatie over type investeringen zie P 16
• Voor meer informatie over buitenlandse investeringen zie P 13
Verenigde Staten grootste investeerder Bedrijven uit de Verenigde Staten zijn en blijven de grootste buiten landse investeerders in Nederland. Ondanks de daling in het aantal buitenlandse investeringsprojecten, is het aantal investeringen uit de Verenigde Staten dit jaar nog verder gegroeid. Voor alle andere landen uit de top 7 van grootste investeerders is het aantal investeringsprojecten gedaald of gelijk gebleven. 62
67
2010
2011
2012
46
21 10
Verenigde Staten
22 23 21
15
Verenigd Koninkrijk
6
13
12 12
Duitsland
4 Japan
7
4 5 5 China
4
8
5
Frankrijk
4 5 5
4 3 5
4 2 4
India
Ierland
Zweden
Bron: Ernst & Young’s European Investment Monitor 2013
• Voor meer informatie over buitenlandse investeringen naar herkomstland zie P 17
6
Ernst & Young’s attractiveness survey Barometer Nederlands vestigingsklimaat 2013
4
1 3
België
4 5 3
4 3 3
4 2 3
4 4 3
Canada
Denemarken
Spanje
Zwitserland
Overig
www.ey.com/attractiveness
Duitsland grootste concurrent
Duitsland
42% 49%
België
13% 2%
Verenigd Koninkrijk
5% 4%
Italië
4% 1%
China
3% 0%
2011
2012
Bron: Ernst & Young’s European Attractiveness Survey 2013
Sinds jaar en dag zien beslissers van buitenlandse bedrijven Duitsland als de grootste concurrent van Nederland. België staat dit jaar, na een flinke stijging van 2% naar 13%, op de tweede plaats. • Voor meer informatie over de concurrenten voor Nederland zie P 23
Verwachte groei door duurzame technologie Duurzame technologie
20%
Logistiek en distributiekanalen
16%
BtoB services (excl. financiële instellingen)
15%
Energie and nutsbedrijven
15%
ICT
13%
Transport en automotive
12%
Consumptiegoederen
10%
Farmacie en biotechologie
9%
Bank- en verzekeringswezen
9%
Vastgoed en bouw
7%
Bron: Ernst & Young’s European Attractiveness Survey 2013
Beslissers van buitenlandse bedrijven zien vooral kansen voor duurzame technologie, logistiek en distributie, business-to-businessservices (excl. financiële dienstverlening) en energie- en nuts faciliteiten. De komende jaren zorgen deze sectoren voor groei in Nederland, verwachten ze. Hierbij sluiten Logistiek en Energie goed aan op het Nederlandse topsectorenbeleid. • Voor meer informatie over bijdrage sectoren aan groei in Nederland zie P 28
Nederland op koers
7
Kwaliteit van leven en infrastructuur meest gewaardeerd
Zeer aantrekkelijk
Verbeteren onderwijs nood zakelijk voor leidersrol in innovatie Redelijk aantrekkelijk
Totaal percentage
Kwaliteit van leven
40% 46%
Verbeteren onderwijs en training in nieuwe technologieën
23% 17%
Telecommunicatie infrastructuur
32% 49%
Ontwikkelen van een cultuur van innovatie en creativiteit
22% 11%
Duidelijke en stabiele politieke, wet 24% gevende en administratieve omgeving 55%
Verhogen van belasting incentives voor innovatieve bedrijven
21% 13%
Transport & logistieke infrastructuur 31% 44%
Ontwikkelen van een gezamenlijk onder 19% zoeksprogramma op Europees niveau 9%
Ondernemerscultuur en ondernemerschap
22% 49%
Bron: Ernst & Young’s European Attractiveness Survey 2013
Nederland heeft diverse sterke locatiefactoren, die over de jaren weinig verschillen. Denk bijvoorbeeld aan de kwaliteit van het leef klimaat, de telecommunicatie-, transport- en logistieke infrastructuur, de duidelijke en stabiele politieke, wetgevende en administratieve omgeving en onze ondernemerscultuur. • Voor meer informatie over sterke punten van Nederland zie P 21
8
Ontwikkelen ondernemerschap
15% 9%
Ontwikkelen durfkapitaal en andere financiële middelen
12% 7%
Weet niet
34% 34%
Eerste keus
Bron: Ernst & Young’s European Attractiveness Survey 2013
• V oor meer informatie over de leidersrol in innovatie zie P 28
Nederland moet het onderwijs en de training in nieuwe technologieën verbeteren, maar ook de cultuur van innovatie en creativiteit verder ontwikkelen. Volgens buitenlandse investeerders is dit nodig om Nederland tot een leider in innovatie uit te laten groeien. Ook zien ze waarde in het verhogen van belastingincentives voor innovatieve bedrijven. Opvallend is dat vooral de bedrijven die buiten Nederland zijn geïnterviewd hieraan het meeste belang hechten.
Ernst & Young’s attractiveness survey Barometer Nederlands vestigingsklimaat 2013
www.ey.com/attractiveness
Viewpoint door Ernst & Young Ben Kiekebeld
Puntjes op de i van onze sterke stimuleringsmaatregelen
Tax director en voorzitter van de Innovation Group Met onze fiscale innovatievoordelen loopt bij Ernst & Young Nederland al jaren voorop. Zo introduceerden Belastingadviseurs LLP. we als eerste EU-land de voorganger van de innovatiebox. Inmiddels hebben landen als Engeland, België en Luxemburg vergelijkbare regelingen ontwikkeld. In totaal beloont Nederland innovatieve ondernemers met drie aantrekkelijke R&D-incentives. Samen vormen ze een sluitend pakket, met zowel kosten(WBSO en RDA) als opbrengstenvoordelen (innovatiebox). Maar, ik zie nog wel verbeter punten.
Om recht op de innovatiebox te hebben, moet je niet alleen over een S&O-verklaring of patent beschikken, maar ook eigenaar van de uitvinding zijn. Soms pakt dit onredelijk uit. Kijk bijvoorbeeld naar de hightechsector, waar opdrachtgevers en leveranciers intensief samenwerken. Omdat leveranciers vaak geen eigenaar zijn, profiteren ze niet van de innovatiebox. Dit terwijl ze wél veel R&D-werk verrichten. Gelukkig bieden ontwikkelingen in het productieproces vaak wel aanknopingspunten. Bij ‘contract-R&D’samenwerkingsverbanden gaat het nog verder:
meestal is de initiatiefnemer alléén eigenaar, terwijl leveranciers alléén een S&O-verklaring of patent hebben. Resultaat: geen van beide partijen plukken de voordelen van de innovatie box. Een weeffout in de belastingwet, die om verbetering vraagt. Zeker omdat de overheid de R&D-activiteiten in Nederland juist wil stimuleren. Ander aandachtspunt is dat onze R&D-incentives niet onder dezelfde uitvoerder vallen. De Belastingdienst gaat over de innovatiebox, terwijl de WBSO en RDA bij het Agentschap NL horen. Dit kan voor ondernemers lastig zijn. Zo kunnen buitenlandse investeerders met onze Belastingdienst in vooroverleg. Hierin maak je voor langere tijd afspraken, rulings genoemd. Ook over de berekening van de innovatiebox. Kortom, als ondernemer weet je voorlopig waar je aan toe bent. Maar met het Agentschap NL zijn geen rulings mogelijk. Het zou mooi zijn als de Belastingdienst en het Agentschap NL hun werkwijze meer op één lijn brachten. Zo maken we Nederland nog aantrekkelijker voor buiten landse investeerders.
Nederland op koers
9
Nederland in perspectief Snelgroeiende markten Na de economische teruggang in 2011 zien we in 2012 voorzichtig herstel. Maar in 2013 wordt serieus herstel van de wereldeconomie verwacht. De verwachting is dat de mondiale groei langzaam aantrekt van 3,2% in 2012 naar 3,3% in 2013, en 4% in 2014.1 De snelgroeiende markten voeden in eerste instantie de voorspelde groei in de wereld economie. Met name de snelgroeiende markten in Azië en Latijns-Amerika zijn momenteel redelijk stabiel. Dit als gevolg van de toenemende handel tussen deze landen en versoepeld monetair en fiscaal 1. World Economic Outlook, IMF, April 2013
10
beleid. De groei in de Aziatische markten neemt naar verwachting toe van 6,4% in 2012 naar 7,4% in 2014, terwijl de LatijnsAmerikaanse markten van 2,6% in 2012 naar 4,5% in 2014 groeien. Daarentegen blijven de snelgroeiende Europese markten naar verwachting achter bij hun Aziatische en Latijns-Amerikaanse tegenhangers. We verwachten dat landen als Polen en Tsjechië met respectievelijk 2,8% en 1,9% in 2014 groeien.2
Gevestigde economieën In tegenstelling tot de snelgroeiende markten hebben de belangrijkste gevestigde econo mieën in 2012 teleurstellend gepresteerd. 2. Ernst & Young’s Rapid-Growth Markets Forecast, April 2013
Ernst & Young’s attractiveness survey Barometer Nederlands vestigingsklimaat 2013
Dit komt vooral door de recessie in de Eurozone en Japan. Ook in 2013 blijft hun herstel zwak. Maar, verbetering in de financiële situatie van banken en de koopkracht van consumenten hebben de Verenigde Staten weer de goede kant op geholpen. Over het algemeen zullen de gevestigde economieën een beperkte rol spelen in het mondiale herstel, met een groei van 1,2% in 2013 en 2,2% in 2014. Hoewel de groei in de gevestigde econo mieën veel lager is dan in de snelgroeiende markten, zijn ze nog altijd verantwoordelijk voor 50,1% van het wereldwijde BBP in termen van koopkrachtpariteit.3
3. World Economic Outlook, IMF, April 2013
www.ey.com/attractiveness
Factsheet Nederland
De positie van Nederland
Hoofdstad
Amsterdam
Nederland ligt op een strategische locatie en wordt mede hierdoor gezien als de ‘toegangspoort’ naar Europa. Ondanks een goede uitgangspositie en sterke groei in de jaren ’90, presteert Nederland nu minder goed dan omringende landen. Volgens de Europese Commissie4 krimpt de Neder landse economie in 2013 nog met 0,8%. Nederland houdt namelijk last van negatieve wisselwerkingen tussen de woningmarkt, het bankwezen en het pensioenstelsel.5
Indeling (januari 2013)
Nederland bestaat uit 12 provincies en 408 gemeenten
Buurlanden
Duitsland en België
Inwoneraantal (2012)
16,73 miljoen
Leefstijdsopbouw (2012)
Jonger dan 20 jaar 23,3%; 20-65 jaar 60,5% en 65+ 16,2%
Talen
Nederlands, Fries
Premier
Mark Rutte
Nominaal GDP (2012)
€ 600,638 miljard
GDP groei (2012, reeël, jaarlijkse verandering)
-1%
GDP per capita (reeël)
€ 32.800
Distributie van inkomen (Gini Index)
25,80%
Staatsschuld (april 2013)
€ 423,253 miljard
Beroepsbevolking (2012)
7.387.000
Werkloosheid (2012)
6,40%
CPI inflatie (% per jaar; maart 2013)
2,90%
Beurs
NYSE Euronext
Centrale Bank
De Nederlandse Bank (DNB)
Rente (3-maands Euribor, 2012)
0,57%
Vennootschapsbelasting
Tot en met € 200.000 20%; Vanaf € 200.000 25%
Inkomensbelasting
37% - 52%
BTW (2013)
Algemene tarief 21%; verlaagd tarief 0% en 6%
Nationale luchthaven
Schiphol Amsterdam
Nationale zeehaven
Rotterdam
Grote steden
Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht
Tijdszone
GMT + 1 of UTC +1
Munt
Euro (EUR)
Voor 2013 wordt verwacht dat de werk loosheid in Nederland verder oploopt en de economie verder krimpt door dalende bestedingen. Een samenhangende aanpak van de woningmarkt, het bankwezen en de pensioensector moet de Nederlandse economie in stabieler vaarwater brengen.6 Toch blijkt uit verschillende internationale vergelijkingen, zoals de Global Competitiveness Index van het World Economic Forum7 (waarop Nederland een vijfde positie inneemt na Zwitserland, Singapore, Finland en Zweden) dat Nederland nog altijd meedoet in de top van de Europese en mondiale competitie. 4. Europese Commissie (2013), Spring forecast The Netherlands 5. Sociaal Economische Raad (2013) Nederlandse economie in stabieler vaarwater: Een macro-economische verkenning 6. Sociaal Economische Raad (2013) Nederlandse economie in stabieler vaarwater: Een macro-economische verkenning 7. World Economic Forum (2012), Global Competitiveness Index
Bron: CBS, Eurostat, Belastingdienst, Rijksoverheid, www.staatsschuldmeter.nl., www.nyx.com
Nederland op koers
11
Realiteit
12
Ernst & Young’s attractiveness survey Barometer Nederlands vestigingsklimaat 2013
www.ey.com/attractiveness
Buitenlandse investeringen in Nederland en Europa Stabiel aantal buitenlandse investeringen in Nederland Europese investeringen
Belangrijkste bevindingen
In 2012 heeft Europa 3,797 buitenlandse investeringsprojecten aangetrokken: een daling van 2,8% ten opzichte van 2011. Daarmee heeft Europa de stijgende lijn, die sinds 2009 weer was ingezet, niet vast kunnen houden. Het recordaantal van 3906 buitenlandse investeringsprojecten van 2011 blijft dus staan.
Totaal aantal buitenlandse investeringsprojecten in Europa 3906 3757
+4%
3797 -3%
+14%
Europa
3%
daling in aantal buitenlandse investeringsprojecten
Het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Frankrijk zijn de belangrijkste Europese bestemmingen voor buitenlandse investeringsprojecten
Nederland
3303
161
2009
2010
2011
Bron: Ernst & Young’s European Investment Monitor 2013
2012
buitenlandse investeringsprojecten in 2012; een daling van 5,3% ten opzichte van 2011
Nederland staat op plaats 6 in
de top 10 van landen met de meeste buitenlandse investeringsprojecten
sales- & marketingfaciliteiten
Meeste investeringen in
Verenigde Staten is belangrijkste investeerder in Nederland
Nederland op koers
13
Realiteit
In 2012 vond het grootste aantal buitenlandse investerings projecten in en tussen EU-landen plaats (54%). Ook de Verenigde Staten blijft met 28% een belangrijke investeerder in Europa. Van de geregistreerde buitenlandse investeringsprojecten in Europa komt bijna 7% uit de BRIC-landen. Met de daling van het aantal buitenlandse investeringsprojecten veranderde ook het onderlinge speelveld tussen de Europese landen. Op de top 4 met de meeste investeringsprojecten na, zijn veel landen in de ranglijst van positie veranderd. Zo zijn België en Nederland van plaats gewisseld, evenals Polen en Rusland. Daarnaast zijn Servië, Finland, Tsjechië en Denemarken drie plaatsen of meer gestegen. Grote dalers dit jaar zijn Zwitserland, Zweden en Roemenië.
Aandeel Duitsland en Verenigd Koninkrijk in totaal aantal investeringen
Aantal buitenlandse investeringsprojecten in Europa Ranglijst Ranglijst Land 2012 2011
Het Verenigd Koninkrijk blijft het succesvolste land in het aantrekken van buitenlandse investeringsprojecten. Maar het aandeel van Duitsland (in het totaal voor Europa) blijft stijgen en bereikte dit jaar 16,4% - dicht achter de 18,4% van het Verenigd Koninkrijk. In 2011 had Duitsland het Verenigd Koninkrijk al ingehaald met investeringsprojecten op het gebied van machines en gereed schappen, elektronica, wetenschappelijke instrumenten, chemie en elektro. Maar met een groeiend aantal buitenlandse investerings projecten in dienstensectoren maakt Duitsland nu opnieuw een inhaalslag.
UK
Aantal projecten Aantal projecten Verschil in 2012 in 2011 11-12
1
1
Verenigd Koninkrijk
697
679
3%
2
2
Duitsland
624
597
5%
3
3
Frankrijk
471
540
-13%
4
4
Spanje
274
273
0%
5
6
België
169
153
10%
6
5
Nederland
161
170
-5,3%
7
8
Polen
148
121
22%
8
7
Rusland
128
128
0% 16%
9
9
Ierland
123
106
10
11
Turkije
95
97
-2%
11
15
Servië
78
67
16%
12
18
Finland
75
62
21%
13
17
Tsjechië
64
66
-3%
14
10
Zwitserland
61
99
-38% -25%
15
13
Italië
60
80
16
19
Denemarken
57
52
10%
17
12
Zweden
54
81
-33%
18
16
Hongarije
51
66
-23%
19
14
Roemenië
50
71
-30%
20
27
Portugal
-
-
46
24
92%
Overig
311
375
-17%
Totaal
3797
3907
-2,8%
19,2% 16,4% Germany 8,2% 2007
2008
2009
2010
Bron: Ernst & Young’s European Investment Monitor 2013
Bron: Ernst & Young’s European Investment Monitor 2013
14
18,4%
Ernst & Young’s attractiveness survey Barometer Nederlands vestigingsklimaat 2013
2011
2012
www.ey.com/attractiveness
Interview Hollandse hightech speelt sleutelrol in mondiale groeistrategie
Peter Snel Chief R&D bij Apollo Tyres Ltd.
Veel bedrijven verplaatsen activiteiten naar lagelonenlanden als India. Maar wij hebben juist het tegenovergestelde gedaan. Na twee jaar voorbereiding openden we 1 januari 2013 ons nieuwe Global R&D Centre in Enschede. Hier werken zo’n honderd medewerkers aan de ontwikkeling van personenwagenbanden voor onze drie merken: Apollo, Vredestein en Dunlop. Het nieuwe centrum speelt een centrale rol in de groeistrategie van het wereldwijde Apollo Tyres Ltd, met de ambitie om in 2016 een omzet van zes miljard dollar te halen. Tot voor kort hadden we voor personen wagens twee R&D-locaties: één in India en al één in Enschede, als onderdeel van Vredestein. Maar voor de beste resultaten moet je onder één dak samenwerken, constateerden we. Daarnaast zijn onze automotiveklanten, met wie we nauw samenwerken, sterk in Europa geconcen treerd. Eén centraal gelegen Europese locatie is voor onze klanten een pre, en versterkt Apollo’s imago als wereldspeler. Uiteindelijk ging de keuze tussen Nederland en Duitsland. Toegegeven, op papier lag Duitsland voor de hand. Gezien de automotivemarkt, het hoge engineeringniveau en de sterke samenwerkingsverbanden tussen weten schap en bedrijfsleven. Maar, dan moesten tachtig Enschedese R&D-collega’s met hun
gezin verhuizen. Niet iedereen wil dit, wat verlies van onmisbaar, hightechpersoneel zou betekenen. Dat wilden we voorkomen. Los daarvan liggen de lonen in Duitsland hoger, terwijl het niveau van de Engelse taal lager dan in Nederland ligt. Bovendien hebben we in Enschede de Universiteit Twente ‘om de hoek’. Inmiddels werken we samen met diverse hoogleraren op het gebied van rubber en band- en wegcontact. We hebben een zeer internationaal team, met mensen uit onder andere Italië, Duitsland, Finland, Oekraïne en Amerika. Maar ook twintig Indiase engineers, die de overstap van het voormalige Apollo R&D Centre naar hier hebben gewaagd. Uiteraard met hun gezin, voor wie we goed zorgen. Dankzij uitstekende medewerking van het ministerie van Economische Zaken, de ambassades in Den Haag en Delhi, en de IND konden we de expatvergunningen voor de Indiërs als groep aanvragen. Dit scheelde tijd en bureaucratie, wat remmend op internationale mobiliteit werkt. Daar naast ondersteunt de lokale overheid ons goed bij huisvesting en de plaatsing van kinderen op internationale scholen.
“Eén centraal gelegen Europese locatie is voor onze klanten een pre, en versterkt Apollo’s imago als wereldspeler.” mogen deze regelingen een stuk eenvoudiger en transparanter. Verder ontvangen we geen speciale innovatie subsidies. Of we dat vervelend vinden? Nee, want Apollo is niet het type bedrijf dat hiervan afhankelijk wil zijn. We gaan van onze eigen kracht uit. Sterker, we hebben al een optie op de bovenste twee verdiepingen van ons nieuwe pand, want we willen naar 150 medewerkers groeien.
Ook met dit nieuwe R&D Centre profiteren we van fiscale voordelen, zoals de WBSO en de innovatiebox. Maar eerlijk gezegd: als we Nederland aantrekkelijker willen maken voor buitenlandse investeerders,
Nederland op koers
15
Realiteit
Investeringstrends in Nederland Europees speelveld
Met een score van 161 buitenlandse investeringsprojecten in 2012 heeft Nederland het hoge aantal buitenlandse investeringsprojecten in 2011 (170) bijna vast weten te houden. Hierbij gaat het om het opzetten van bepaalde faciliteiten, zoals een hoofdkantoor, een verkooporganisatie of een logistiek centrum. De stijging van 2011 met 58% is met deze recente score omgezet in een daling van 5%. Daarmee staat Nederland op de zesde plaats in de top 10 van Europese landen die de meeste buitenlandse investeringsprojecten aantrokken. De vijfde plek, waar Nederland vorig jaar op stond, is nu voor België. De investeringsaantallen in Nederland en België liggen al jaren erg dicht bij elkaar. De afstand tot Duitsland is aanzienlijk groter, waarbij Duitsland als eerste en België als tweede grootste concurrent van Nederland wordt gezien.
In de stijgende trend van het aantal investeringen in R&D-faciliteiten zien we dit jaar een kentering. Met het huidige aantal van 2 investe ringen in Nederland doen landen als het Verenigd Koninkrijk (54), Duitsland (31), Frankrijk (26) en Spanje (24) het in absolute aantallen beter. Maar kijken we naar R&D-investeringen als percentage van het totaal aantal buitenlandse investeringsprojecten in een land, dan doen Slovenië (40%), Ierland (19%), Denemarken (12%) en Roemenië (10%) het juist erg goed. Over geheel Europa bedraagt dit R&D-investeringspercentage 6%. Met een aandeel van slechts 1% R&D-investeringen scoort Nederland dus onder het Europees gemiddelde. De ambitie van Nederland om kennisintensieve activiteiten aan te trekken, lijkt zich nog niet in absolute en relatieve cijfers te vertalen. Met het lage aantal buitenlandse investeringsprojecten blijft Nederland sterk achter bij de concurrentie. Toch heeft ons land juist op dit terrein veel potentie. Daar is het afgelopen jaar, onder meer door middel van het topsectorenbeleid, nader invulling aan gegeven. Maar dit heeft nog niet geleid tot een substantiële toename van het aantal buitenlandse investeringen in R&Dfaciliteiten.
Buitenlandse investeringen in Nederland versus België en Duitsland 624
305
Duitsland
175
België
169
123
Nederland
2007
2008
161
2009
2010
2011
Maar de stijgende trend in het aantal investeringen in internet datacenters lijkt wel door te zetten: Nederland trok maar liefst 8 van de 37 (=22%) Europese investeringsprojecten in data centers aan. Alleen het Verenigd Koninkrijk (10) bond, net als het afgelopen jaar, meer investeringen in datacenters aan zich dan Nederland. Terwijl Duitsland vorig jaar ook meer investeringen in datacenters had, wist het land nu - net als Frankrijk - maar drie investeringen in datacenters aan te trekken.
2012
Bron: Ernst & Young’s European Investment Monitor 2013
De daling in het aantal buitenlandse investeringsprojecten zien we ook terug in de verschillende typen faciliteiten waarin geïnvesteerd is. Zo is het aantal investeringen in sales- & marketing-, logistieke, productie-, R&D- en testing- & servicingfaciliteiten gedaald. Alleen het aantal buitenlandse investeringen in hoofdkantoren en internetdatacenters nam toe.
Buitenlandse investeringen in Nederland naar type faciliteit 84
81
2010
2011
2012
55
29
23
12
Sales & Marketing
Logistiek
20
15
21
Hoofdkantoren
23 13
20
Productie
6
5
8
1
4
Internet Data Center Educatie & Training
Bron: Ernst & Young’s European Investment Monitor 2013
16
1
Ernst & Young’s attractiveness survey Barometer Nederlands vestigingsklimaat 2013
5
6
2
Research & Development
2
5
2
Testing & Servicing
1
2
0
Contact Center
www.ey.com/attractiveness
Herkomst van investeringen Bedrijven uit de Verenigde Staten zijn en blijven de grootste buiten landse investeerders in Nederland. Ondanks de daling in het aantal buitenlandse investeringsprojecten is het aantal investeringen uit de Verenigde Staten dit jaar nog verder gegroeid naar 67; bijna 42% van het totaal aantal buitenlandse investeringsprojecten in Nederland. Voor alle andere landen uit de top 7 van grootste investeerders is het aantal investeringsprojecten gedaald of gelijk gebleven. Dit betekent dat landen als het Verenigd Koninkrijk, Japan en Frankrijk de sterke groeicijfers van vorig jaar niet wisten vast te houden. Het aantal investeringsprojecten uit de BRIC-landen neemt toe. Ook het relatieve aandeel is sinds dit jaar weer stijgende: van 8,3% in 2009, 7,8% in 2010 en 6,5% in 2011, naar 7,5% in 2012. Nederland scoort daarmee net boven het Europese gemiddelde.
Steden en provincies Amsterdam is verreweg de populairste bestemming voor buiten landse investeringsprojecten: 37% van de buitenlandse bedrijven die in 2012 naar Nederland kwam, koos voor Amsterdam. Rotterdam staat ook nu weer op de tweede plaats, maar deelt deze positie wel met Den Haag. Terwijl Rotterdam in 2011 nog 18 buitenlandse investeringsprojecten wist aan te trekken, zijn dat er in 2012 slechts 8. De 8 projecten die Den Haag aantrok, betekent een daling van 1 project ten opzichte van 2011.
Op provincieniveau heeft vooral Noord-Holland veel buitenlandse investeringsprojecten aan zich gebonden (68): zo’n 42% van het totaal aantal buitenlandse investeringsprojecten in Nederland (29% in 2011). Deze toename gaat voornamelijk ten koste van Noord-Brabant en Zuid-Holland, die zowel absoluut als relatief minder buitenlandse investeringsprojecten aantrokken (NoordBrabant 2011: 40 projecten en 24%, en 2012: 31 projecten en 19%; Zuid-Holland 2011: 38 projecten en 22%, en 2012: 22 projecten en 14%). Desondanks staan Noord-Brabant en ZuidHolland nog wel op de tweede en derde plaats - zowel in absolute als relatieve aantallen.
‘Greenfield operations’ per sector Buitenlandse ondernemingen investeren in Nederland vooral in ‘greenfield operations’ (80% in 2012). Deze tendens zien we al enkele jaren. Hierbij gaat het om het opzetten van nieuwe faciliteiten. De ‘greenfield’ buitenlandse investeringsprojecten vinden vooral plaats in de zakelijke dienstverlening en de software ontwikkeling. Ten opzichte van landen als België, Duitsland en Frankrijk is het aantal uitbreidingsprojecten van al in Nederland gevestigde buitenlandse investeerders relatief laag (gemiddeld 17,5% over de afgelopen drie jaar tegen gemiddeld 34%, 21% en 38% in België, Duitsland en Frankrijk).
Buitenlandse investeringen in Nederland naar herkomstland 62
67
2010
2011
2012
46
21 10
Verenigde Staten
22 23 21
15
Verenigd Koninkrijk
6
13
12 12
Duitsland
4 Japan
7
4 5 5 China
4
8
5
Frankrijk
4 5 5
4 3 5
4 2 4
India
Ierland
Zweden
4
1 3
België
4 5 3
4 3 3
4 2 3
4 4 3
Canada
Denemarken
Spanje
Zwitserland
Overig
Bron: Ernst & Young’s European Investment Monitor 2013
Nederland op koers
17
Realiteit
Investeringen in greenfield operations per sector in Nederland Sector
Aantal 2011/ 2012
% van buitenlandse investeringen Aantal 2009/ 2010 % van buitenlandse investeringen Verschil in aandeel in Europa (2011/2012) in Europa (2009/2010)
Zakelijke dienstverlening
64
5,4%
31
3,6%
1,8%
Software
31
4,4%
31
5,1%
-0,7%
Transportdiensten
29
9,4%
12
4,8%
4,7%
Machines en gereedschappen
13
3,4%
14
4,2%
-0,8%
Financiële bemiddeling
13
5,2%
11
3,7%
1,5%
Voedingsmiddelen
11
7,9%
5
3,0%
4,8%
Wetenschappelijke instrumenten
10
7,2%
5
4,4%
2,8%
Electronica
10
4,2%
9
4,1%
0,1% 2,9%
Chemie
7
4,9%
3
2,0%
Auto-assemblage
5
9,3%
2
3,6%
5,6%
Computers
5
9,4%
7
10,0%
-0,6%
Electro
5
2,7%
5
2,4%
0,3%
Verzekeringen & pensioenen
5
7,5%
2
3,2%
4,2%
Transportbenodigdheden
5
8,2%
2
3,8%
4,4%
Vastgoed
5
8,5%
0
0,0%
8,5%
4
5,5%
2
3,0%
2,4%
Overig
Retail
41
-
50
-
-
Totaal
263
Bron: Ernst & Young’s European Investment Monitor 2013
Vooruitzichten De vooruitzichten voor nieuwe investeringsprojecten zien er minder rooskleurig uit dan vorig jaar, blijkt uit antwoorden van de beslissers van buitenlandse bedrijven. Vorig jaar gaf nog 27% van de topbestuurders aan komend jaar (mogelijk) in Nederland te investeren, terwijl nu slechts 21% dit zegt. Het betreft dan voornamelijk investeringen in sales- & marketingkantoren en productiefaciliteiten. Daarnaast is het aantal beslissers dat zegt niet in Nederland te investeren toegenomen: van 57% naar 62%. Opvallend is dat met name al in Nederland gevestigde bedrijven aangeven mogelijk in Nederland te investeren. Andersom geldt hetzelfde: bedrijven die juist niet in Nederland gevestigd zijn, willen ook niet in Nederland investeren. Van de ondervraagde en al in Nederland gevestigde beslissers geeft 14% aan plannen te hebben om de Nederlandse faciliteit naar het buitenland te verplaatsen. 71% geeft aan dit niet te zullen doen.
18
Ernst & Young’s attractiveness survey Barometer Nederlands vestigingsklimaat 2013
191
www.ey.com/attractiveness
Interview De smaak van innovatie in de Nederlandse ‘Food Valley’
Mark Atkins Vicepresident R&D Europe bij Heinz.
Op 18 april 2013 opende Koning WillemAlexander, toen nog Prins van Oranje, het nieuwe Heinz Innovatie Centrum in Nijmegen. Al eerder noemde minister Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie ons onderzoeks centrum ‘een stevige stimulans voor de kenniseconomie van Nederland.’ Het is dan ook Heinz’ grootste R&D-faciliteit buiten de Verenigde Staten. Met een state-of-the-art researchomgeving, microbiologisch lab en sensorisch centrum voor consumentenpanels. Op dit moment is Europa goed voor een derde van onze wereldomzet. Daarom speelt het nieuwe R&D-centrum een centrale rol in Heinz’ Europese groei strategie. Samen met consumenten, klanten en leveranciers onderzoeken onze experts de nieuwste food- en verpakkingsmogelijkheden. Het is een zeer internationaal team, met collega’s van zeventien nationaliteiten. Er lopen nu zo’n 150 medewerkers rond, maar we willen snel doorgroeien. Dit soort faciliteiten werkt als een magneet en creëert zo nieuwe werkgelegenheid. Eerst hebben we een uitgebreide locatie studie uitgevoerd, waar ook het Verenigd Koninkrijk onderdeel van was. Daaruit kwam Nijmegen als aantrekkelijkste optie naar voren. De stad biedt onder andere
goede ‘green field’-faciliteiten: ruime en scherp geprijsde locaties voor nieuwbouw. Bovendien heeft onze organisatie behoefte aan hooggekwalificeerd, kosmopolitisch en Engelstalig personeel. Het was een pre dat we dit soort medewerkers goed kunnen werven. Ook mensen van buiten de EU, die hier kunnen studeren en vervolgens de arbeidsmarkt betreden. Daar hebben we volledig vertrouwen in. Tenslotte zitten we in het hart van de Nederlandse ‘Food Valley’, met daarin onder meer de Wageningen University. Je voelt hier de entrepreneurial spirit, een gevoel van vernieuwing en initiatief. Dat past uitstekend bij Heinz. Nu al lopen er stage- en afstudeerprogramma’s voor food(technology)-studenten. Wat mij betreft een effectieve manier om met potentiële medewerkers kennis te maken.
“Nijmegen biedt goede ‘green field’-faciliteiten, met de Wageningen University dicht in de buurt.” partners en het opzetten van de faciliteit op een nieuwe locatie. Ook de oprechte belangstelling van de Koning en de minister maakte veel indruk. Een enorme eer, wat aangeeft wat ons innovatiecentrum voor Nederland betekent.
Mijn ervaring is dat dit soort R&D-centra snel groeit, en daarbij vormt Nederland een uitstekende basis. Nu moet de rest van de wereld dit nog weten. Een investering baseer je tenslotte niet alleen op harde, maar ook op zachte factoren. Misschien kan Nederland nog aan het culturele imago werken, want Nederlanders staan niet overal als warm en verwelkomend bekend. Overigens heb ik daar zelf weinig van gemerkt. Zo kregen we prima onder steuning van de overheid. Bijvoorbeeld bij het vinden van nieuwe samenwerkings
Nederland op koers
19
Perceptie
20
Ernst & Young’s attractiveness survey Barometer Nederlands vestigingsklimaat 2013
www.ey.com/attractiveness
Nederland in de ogen van buitenlandse investeerders Nederlandse kwaliteit van leven aantrekkelijk Waarom kiezen bedrijven voor Nederland?
Belangrijkste bevindingen
Het is belangrijk om te weten waarom bedrijven voor Nederland kiezen. Onder de huidige economische omstandigheden misschien nog wel meer dan anders. Welke locatiefactoren zijn voor buitenlandse bedrijven aantrekkelijk? En welke locatiefactoren spreken juist minder aan? In de ogen van buitenlandse investeerders beschikt Nederland over een aantal sterke punten. Deze factoren verschillen weinig over de jaren. Dit betekent dat Nederland in ieder geval op deze punten haar aantrekkelijkheid vast weet te houden. Het betreft onder andere de kwaliteit van het leefklimaat, de telecommunicatie-, transport- en logistieke infrastructuur, de duidelijke en stabiele politieke, wetgevende en administratieve omgeving en de onder nemerscultuur. Wel zien we een duidelijke tendens: in het algemeen kijken al in Nederland gevestigde bedrijven positiever tegen de verschillende locatiefactoren aan dan bedrijven die (nog) niet in Nederland gevestigd zijn. Ook zijn bijvoorbeeld Aziatische bedrijven een stuk minder positief over de beschikbaarheid en kwaliteit van R&D dan bedrijven uit WestEuropa en Noord-Amerika.
Kwaliteit van leven
is al jaren de aantrekkelijkste factor van het Nederlandse vestigingsklimaat.
Arbeidskosten
zijn nog altijd hoog in de perceptie van buitenlandse investeerders.
Duitsland is de grootste concurrent van Nederland.
Amsterdam
is de aantrekkelijkste Nederlandse stad.
Sterke punten ten aanzien van het Nederlandse vestigingsklimaat
Kwaliteit van leven
40% 46%
Telecommunicatie infrastructuur
32% 49%
Zeer aantrekkelijk
Redelijk aantrekkelijk
Duidelijke en stabiele politieke, wetgevende 24% en administratieve omgeving 55% Transport & logistieke infrastructuur
31% 44%
Ondernemerscultuur en ondernemerschap
22% 49%
Bron: Ernst & Young’s European Attractiveness Survey 2013
Nederland op koers
21
Perceptie
Minder aantrekkelijke locatiefactoren in Nederland zijn vooral gerelateerd aan kosten (zoals arbeidskosten, vennootschaps belasting, subsidies en incentives) en regelgeving (zoals flexibiliteit van arbeidswetgeving). Maar we zien wel een verschil tussen de meningen van bedrijven die wel en niet in Nederland gevestigd zijn. Zo zijn al in Nederland gevestigde bedrijven een stuk positiever over bijvoorbeeld belastingvoordelen, subsidies en incentives. Het lijkt erop dat deze mogelijkheden bij buitenlandse bedrijven minder bekend zijn en pas naar voren komen als men zich in Nederland wil vestigen.
Verbeterpunten ten aanzien van het Nederlandse vestigingsklimaat
Vennootschapsbelasting
15% 2%
Opvallend is wel dat minder geïnterviewde beslissers bepaalde locatiefactoren als onaantrekkelijk beoordelen. Vorig jaar gaf nog 45% van de beslissers aan arbeidskosten minder aantrekkelijk te vinden, maar dit jaar zegt slechts 27% dit. Voor flexibiliteit van arbeidswetgeving liggen de percentages op respectievelijk 33% en 20%. In vergelijking met andere jaren zijn bedrijven dus minder uitgesproken over de minder aantrekkelijke kanten van Nederland.
Belastingvoordelen, subsidies, incentives
11% 4%
Opleidingsniveau van lokale werknemers
12% 2%
22
Arbeidskosten
Weinig aantrekkelijk
24% 3%
Flexibiliteit van arbeidswetgeving omtrent 17% aanname, ontslag en arbeidsduur 3%
Bron: Ernst & Young’s European Attractiveness Survey 2013
Ernst & Young’s attractiveness survey Barometer Nederlands vestigingsklimaat 2013
Geheel niet aantrekkelijk
www.ey.com/attractiveness
Concurrentie De aantrekkelijkheid van Nederland is mede afhankelijk van het vestigingsklimaat van andere landen. Wanneer andere (Europese) landen hun vestigingsklimaat op onderdelen verbeteren, kan dat voor Nederland gevolgen hebben. Ons land trekt bijvoorbeeld minder buitenlandse investeringsprojecten aan, of buitenlandse bedrijven vertrekken zelfs. Sinds jaar en dag wordt Duitsland gezien als de grootste concurrent van Nederland – juist door bedrijven die al in Nederland gevestigd zijn (48%). België staat dit jaar op de tweede plaats. Dit ligt in lijn met het feit dat België Nederland ingehaald heeft bij het aantal buitenlandse investeringsprojecten.
Belangrijkste concurrenten voor Nederland (%)
5%
49%
42%
Verenigd Koninkrijk
13% 2% België
4%
Duitsland 4%
1%
Italië
3%
0%
China
2011
2012
Bron: Ernst & Young’s European Attractiveness Survey 2013
Nederland op koers
23
Perceptie
Nederlandse steden De meeste buitenlandse bedrijven beginnen hun zoektocht naar een nieuwe locatie met een landenvergelijking. Een stedenvergelijking is vaak een logische vervolgstap. Steden spelen daarop in: ze promoten zichzelf om zo eerder op het netvlies van zoekende bedrijven te komen. In Nederland wordt Amsterdam als aantrekkelijkste stad gezien, gevolgd door Rotterdam. De onderlinge afstand tussen deze steden nam dit jaar toe van 19 procentpunt naar 33 procentpunt. Maar het verschil tussen beide steden is nog groter als we kijken naar eerstgenoemde steden. Scoorden Amsterdam en Rotterdam vorig jaar nog respectievelijk 52% en 22%, dit jaar is dat 73% en 9%. Daarmee heeft Amsterdam haar voorsprong ten opzichte van Rotterdam sterk vergroot. De binnenlandse markt (29%), de transport- en logistieke infra structuur (17%) en de kwaliteit van leven (15%) noemen bedrijven als belangrijkste redenen voor hun keuze voor Amsterdam. Voor Rotterdam spelen de transport- en logistieke infrastructuur (28%), de binnenlandse markt (23%) en de kwaliteit van leven (15%) de grootste rol.
De meest aantrekkelijke steden in Nederland (%)
80% 73%
Amsterdam 6% 1%
13% 4% Utrecht
Den Haag 10%
47% 9%
2% Eindhoven
Rotterdam
Totaal Bron: Ernst & Young’s European Attractiveness Survey 2013
24
Ernst & Young’s attractiveness survey Barometer Nederlands vestigingsklimaat 2013
Eerste keuze
www.ey.com/attractiveness
Interview Midden- en kleinbedrijf: de motor van de Nederlandse economie
Hans Biesheuvel Voorzitter van MKB-Nederland.
We zijn in Nederland “verluxed”. Tientallen jaren leek alles vanzelf te gaan. Maar de crisis heeft ons op scherp gezet. Van ondernemers tot politiek Den Haag, iedereen weet: er moet iets veranderen, want de economie is onvoorspelbaar geworden. Markten kunnen binnen drie maanden veranderen, traditionele modellen werken niet altijd meer. Deze nieuwe realiteit is een constante factor en er is maar één manier om onze economische positie verder te versterken: via onder nemerschap. Met kleinere, wendbare bedrijven. Ja, in 2012 is een recordaantal van 11.235 ondernemingen failliet gegaan, maar tegelijk zijn er ook 121.400 nieuwe bedrijven opgericht. En dat is interessant. Het mkb-aandeel hierin is aanzienlijk. Op dit moment heeft 99 procent van de Nederlandse bedrijven een mkb-status en werkt 73 procent van onze beroeps bevolking in het mkb. Bovendien vormen kleine en middelgrote ondernemingen onze exportmotor: 60 procent van de Nederlandse export komt voor rekening van mkb-bedrijven. Nu is het zaak dat Nederland nog meer ruimte biedt aan écht entrepreneurship. Dat doen we niet op de traditionele “corporate” manier, die vooral op grote bedrijven gebaseerd is: met meer regels en meer toezichthouders. Het beleid moet zich juist richten op het stimuleren van ondernemerschap.
Neem R&D als voorbeeld. De overheid zet zich terecht in om van Nederland een sterker innovatieland te maken. Maar begrijpen we voldoende hoe een ondernemer werkt? Zo denkt hij niet: “Vandaag ga ik eens innoveren. Wat heb ik nodig?” Het gaat niet om megastappen, wat ik als ondernemer van mijn vader en grootvader heb geleerd. De kunst van het ondernemen zit in finetunen. Elke dag weer. Dat ambacht moeten we meer koesteren. In dit kader vind ik de WBSO, waarvan 97 procent naar het mkb gaat, nog altijd een krachtige stimulerings maatregel. Hij is laagdrempelig, eenduidig en levert direct liquiditeitsvoordeel op. Ook het Borgstellingskrediet MKB (BMKB) juich ik toe. Hierbij staat de overheid garant voor een deel van risicovollere bankleningen, wat de kredietmogelijkheden voor innovatieve ondernemers enorm vergroot. Afgelopen jaar is maar liefst 1 miljard euro bij het BMKB ondergebracht.
“Er is maar één manier om onze economische positie verder te versterken: via ondernemerschap.” werkgever. Dat werkt. Inmiddels hebben we al honderden Green Deals afgesloten, waaronder voor de Port of Rotterdam. Voor partijen als MKB-Nederland is het nog belangrijker dat we kennis ontsluiten en als matchmaker optreden. Zo is onze samenwerking met ministeries en het Agentschap NL nog nooit zo intensief geweest. Samen optrekken, met ondernemers in de lead. Dat is de weg voorwaarts.
Ondernemerschap en innovatie moet je dus niet reguleren, maar faciliteren. Zoals bij de Green Deals, die MKBNederland met onder andere Natuur & Milieu, brancheorganisaties, lokale overheden en ondernemers afsluit. Samen pak je duurzame uitdagingen aan, zoals energievoorziening. Ondernemers besparen 20 tot 25 procent en versterken hun imago als duurzame partner en
Nederland op koers
25
Acties
26
Ernst & Young’s attractiveness survey Barometer Nederlands vestigingsklimaat 2013
www.ey.com/attractiveness
Hoe kan Nederland de volgende stap zetten? Investeren in duurzaamheid, onderwijs en innovatie Motoren achter de Nederlandse economie
Belangrijkste bevindingen
Buitenlandse bedrijven hebben vertrouwen in het Nederlandse vestigingsklimaat. Ze verwachten dat het de komende drie jaar verbetert (50%) of stabiel blijft (41%). Slechts 6% verwacht een verslechtering. Dit is een stuk positiever dan hun verwachting voor Europa: 39% verwacht een verbetering, 38% denkt dat de situatie stabiel blijft en maar liefst 23% gaat van een verslechtering uit.
verwacht dat het Nederlandse vestigingsklimaat in de komende drie jaar verbetert.
Perceptie ten aanzien van het Nederlandse vestigingsklimaat voor de komende drie jaren
ziet duurzame technologie als de motor achter de groei van de Nederlandse economie voor de komende jaren.
Sterk verslechterd
1%
Licht verslechterd
Sterk verbeterd 5% 6%
Moeilijk te zeggen
3%
Niet verbeterd of verslechterd
41%
44%
Licht verbeterd
50% 20% 17%
ziet het verbeteren van onderwijs en training in nieuwe technologieën als noodzaak om Nederland innovatiever te maken.
30%
ziet het verlagen van de belastingdruk als aandachtspunt om op mondiaal niveau competitief te blijven.
Bron: Ernst & Young’s European Attractiveness Survey 2013
Nederland op koers
27
Acties
De Nederlandse overheid voert al enkele jaren beleid om de top sectoren, waarin Nederland wereldwijd uitblinkt, nog sterker te maken. Om dat te bereiken werken overheid, bedrijfsleven, universiteiten en onderzoekscentra samen aan kennis en innovatie. Deze topsectoren zijn: Agri & Food, Creatieve industrie, Energie, Tuinbouw en uitgangsmaterialen, Life Sciences & Health, Water, Hightech, Logistiek, Chemie en Hoofdkantoren. We hebben de beslissers van buitenlandse bedrijven gevraagd welke Nederlandse sectoren voor groei kunnen zorgen. Ze zien vooral kansen voor duurzame technologie, logistiek en distributie, businessto-business-services (excl. financiële dienstverlening) en energieen nutsbedrijven. Dit sluit voor Logistiek en Energie goed aan op het topsectorenbeleid. Maar voor de overige sectoren is de overeen komst minder evident. Ook blijkt dat buitenlandse bedrijven vooral voor de ICT-sector een minder grote groeibijdrage verwachten dan vorig jaar (13% versus 20%).
Welke bedrijfssectoren zullen zorgen voor groei in Nederland de komende jaren? Duurzame technologie
20%
Logistiek en distributiekanalen
16%
BtoB services (excl. financiële instellingen)
15%
Energie and nutsbedrijven
15%
ICT
13%
Transport en automotive
12%
Consumptiegoederen
10%
Pharmacie en biotechologie
9%
Bank- en verzekeringswezen
9%
Vastgoed en bouw
7%
Bron: Ernst & Young’s European Attractiveness Survey 2013
Nederland als leider in innovatie Het is goed om te weten wat volgens buitenlandse bedrijven nodig is om Nederland tot een leider in innovatie te maken. Zeker omdat de Nederlandse overheid veel belang aan innovatie hecht. Kijk alleen al naar haar ambitie om de Nederlandse R&D-inspanningen te laten stijgen naar 2,5% van het BBP in 2020. Als belangrijkste speerpunt zien bedrijven het verbeteren van onderwijs en training in nieuwe technologieën, naast het ontwikkelen van een cultuur van innovatie en creativiteit. Ook zien ze waarde in het verhogen van belastingincentives voor innovatieve bedrijven. Opvallend is dat bedrijven die buiten Nederland zijn geïnterviewd, vooral in de Verenigde Staten, hier het meeste belang aan hechten. Dit kan betekenen dat de aantrekkelijke Nederlandse R&D-incentives buiten Nederland minder bekend zijn. Denk aan de ‘Innovatiebox’, de ‘RDA’ (Research & Development Aftrek) en de ‘WBSO’ (Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk).
Wat zijn de belangrijkste veranderingen die nodig zijn om Nederland een leider in innovatie te maken? Totaal percentage Eerste keus Verbeteren onderwijs en training in nieuwe technologieën
23% 17%
Ontwikkelen van een cultuur van innovatie en creativiteit
22% 11%
Verhogen van belasting incentives voor innovatieve bedrijven
21% 13%
Ontwikkelen van een gezamenlijk onder 19% zoeksprogramma op Europees niveau 9% Ontwikkelen ondernemerschap
15% 9%
Ontwikkelen durfkapitaal en andere financiële middelen
12% 7%
Weet niet
34% 34%
Bron: Ernst & Young’s European Attractiveness Survey 2013
28
Ernst & Young’s attractiveness survey Barometer Nederlands vestigingsklimaat 2013
www.ey.com/attractiveness
Volgens de beslissers van buitenlandse bedrijven moet Nederland zich vooral concentreren op het verlagen van de belastingdruk en de arbeidskosten, het stimuleren van R&D, het ontwikkelen van onderwijs en vaardigheden en het ondersteunen van hightech sectoren en innovatie. Zo blijft Nederland meespelen in het mondiale, competitieve speelveld van landen en steden. Ook bij deze onderwerpen zien we een tendens naar R&D en duurzame technologie. Hier ziet men voor Nederland de komende jaren kansen, maar er zijn ook nog wel enkele verbeterslagen nodig.
Waar zou Nederland de focus op moeten leggen om aantrekkelijk en competitief te blijven op mondiaal niveau? Verlagen belastingdruk
30%
Verlagen arbeidskosten
26%
Stimuleren R&D
18%
Ontwikkelen onderwijs & vaardigheden
15%
Ondersteunen high-tech sectoren en innovatie 14% Faciliteren toegang tot financiering
12%
Stimuleren milieubeleid en duurzaamheid
11%
Flexibiliteit arbeidswetgeving
11%
Ondersteuning MKB
11%
Weet niet
23%
Bron: Ernst & Young’s European Attractiveness Survey 2013
Nederland op koers
29
Acties
Te nemen stappen Ook dit jaar bewijst Nederland een goede basis en positie te hebben voor het aantrekken van buitenlandse investeringsprojecten. Een zesde plaats op de ranglijst van alle Europese landen is een mooie prestatie. Maar, we moeten dit resultaat niet als vanzelf sprekend zien. Ondanks het feit dat de zware tijden het vertrouwen van investeerders in Nederland niet aangetast lijken te hebben, hebben we tenslotte ook te maken met andere landen die meer buitenlandse investeringsprojecten willen aantrekken. Daarnaast zijn de bedrijven zelf een niet te onderschatten factor voor onze Europese positie: ze zijn nog altijd mobiel en voelen zich steeds minder gebonden aan een land of locatie. Vooral een open economie als die van Nederland heeft als risico dat bedrijven relatief makkelijk vertrekken.
Nederland moet het onderwijs en de training in nieuwe techno logieën verbeteren, maar ook de cultuur van innovatie en creativiteit verder ontwikkelen. Volgens buitenlandse investeerders is dit nodig om Nederland tot een leider in innovatie uit te laten groeien. Of de voorgestelde verhoging van de belastingincentives voor innovatieve bedrijven daadwerkelijk een oplossing is, blijft nog maar de vraag. Het lijkt er tenslotte op dat de bestaande Nederlandse R&D-incentives niet altijd bekend zijn over de landsgrenzen. Om mondiaal competitief te blijven, kan Nederland zich waarschijnlijk beter concentreren op het ontwikkelen van onderwijs, het ondersteunen van hightechsectoren en innovatie en het stimuleren van milieubeleid en duurzaamheid.
Gelukkig geeft 71% van de geïnterviewde bedrijven in Nederland aan geen plannen te hebben om ons land te verlaten. Maar, 62% van de geïnterviewde bedrijven laat weten géén plannen te hebben om komend jaar in Nederland te investeren. Kortom, veel interna tionale beslissers kunnen nog van de kwaliteiten van het Nederlandse vestigingsklimaat overtuigd worden. Om dit te bereiken, moeten Nederlandse overheden, bedrijven en kennisinstellingen nauw samenwerken. Op deze manier kunnen ze internationaal een eenduidig beeld van de kwaliteiten van het Nederlandse vestigingsklimaat neerzetten. Hierbij moeten ze ook duidelijk maken dat Nederlandse politieke en andere besluit vormers hard werken om eventuele knelpunten in het vestigings klimaat op te lossen. Topbestuurders erkennen nog altijd de sterke naam die Nederland op het gebied van distributie en logistiek heeft opgebouwd. Maar door de opkomst van duurzame technologie signaleren we dit jaar een wijziging in die trend. Investeerders zien in deze sector goede groeikansen voor de Nederlandse economie. Maar die kansen ontwikkelen zich niet vanzelf. Om dit te bereiken is niet alleen beleidsondersteuning, maar ook een goed vormgegeven samen werking tussen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen (de ‘Triple Helix’) nodig. Samen moeten zij een duidelijke propositie voor Nederland ontwikkelen, onderbouwd met sterke voorbeelden van bijvoorbeeld kennisparken en samenwerkingsverbanden. Om verder te groeien op het gebied van R&D en duurzame technologie, heeft Nederland vooral innovatieve bedrijven nodig. Het is dan ook jammer dat Nederland er niet in slaagt om een constante stroom R&D-investeringen aan te trekken. Landen als het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Frankrijk en Spanje doen het in absolute termen veel beter. In relatieve termen moeten we ook in omvang vergelijkbare landen als Portugal (2,2%), België (4,1%), Tsjechië (7,8%) en Roemenië (10%) voor laten gaan (Nederland=1,2%).
30
Ernst & Young’s attractiveness survey Barometer Nederlands vestigingsklimaat 2013
www.ey.com/attractiveness
Interview Nederland is ‘the gateway to Europe’
Simon Smits Directeur-generaal Buitenlandse Economische Betrekkingen bij het ministerie van Buitenlandse Zaken.
In mijn werk is het vestigingsklimaat van Nederland dagelijks onderwerp van gesprek. Ik hoor vaak positieve, maar soms ook kritische geluiden. De punten waarop ons land van oudsher excelleert, gaan in ieder geval nog altijd op. Nederland is the gateway to Europe. Dankzij de gunstige ligging is ons land aantrekkelijk voor Europese distributiecentra en hoofd kantoren. Onze uitstekende infrastructuur helpt hierbij. Niet alleen luchthavens, wegen en spoor, maar ook breedband- en glasvezelverbindingen, waarin Nederland in Europa voorop loopt. Verder staan Nederlanders bekend als hoogopgeleid, meertalig en internationaal georiënteerd. Daarom voelen expats zich snel thuis, wat versterkt wordt door onze prettige leefomgeving. Ook heeft Nederland een gunstig innovatie klimaat. Innovatie is zelfs een van de speer punten van de Nederlandse regering. Toch zien we dit nog niet terug in het aantal R&D-investeringen. De oorzaak ligt deels in de structuur van onze economie. Nederland is sterk gericht op diensten, waar de R&D-intensiteit meestal lager ligt. Daarom zouden onderzoeken ook proces innovatie moeten meenemen. Juist deze ontwikkelingen spelen in een diensten economie een grote rol. Overigens moeten we niet denken dat de Nederlandse economie alleen maar op diensten drijft. Nederland heeft ook een belangrijke maakindustrie.
Bedrijven kijken naar het totale plaatje van ons vestigingsklimaat. R&D-incentives, zoals de innovatiebox, horen hier zeker bij. Maar een investeringsbeslissing draait niet alleen om geld. Als we Nederland aantrekkelijker willen maken, moeten we met een integrale blik naar onze economie kijken. Ook human resources vallen hieronder. Niet voor niets heeft de overheid arbeidsmarkthervorming en hoogwaardig onderwijs als belangrijke aandachtspunten. Zo kampt Nederland al jaren met een tekort aan technisch geschoold personeel. Het Techniekpact moet hier verandering in brengen. Hierin hebben onderwijs, overheid en bedrijfs leven concrete afspraken gemaakt over een betere aansluiting van het (technisch) onderwijs op de arbeidsmarkt, en dus op de vraag vanuit bedrijven.
“Als we Nederland aantrekkelijker willen maken, moeten we met een integrale blik naar onze economie kijken.” duurzaamheid en Corporate Social Responsibility gelegd. Daar doen we nu ons voordeel mee. Maar er liggen nog veel meer kansen voor Nederland. Niet alleen op eigen bodem, maar overal ter wereld.
Ik geloof in de innovatiekracht van Nederland. Over tien jaar zie ik een hoogwaardige kenniseconomie, die nog beter met de buitenlandse markten is verbonden en krachtiger naast onze grootste concurrenten staat: Duitsland, België en het Verenigd Koninkrijk. Met het topsectorenbeleid versterken we onze belangrijkste R&D-sectoren al, zoals Life Sciences & Health, Agri & Food, Tuinbouw en uitgangsmaterialen en Hightech. Op dit moment zijn we al leidend in water en energie-efficiëntie, duurzame landbouw en voedselvoorziening. Ook heeft Nederland, eerder dan andere landen, de focus op
Nederland op koers
31
Acties
Methodologie De ‘Barometer Nederlands vestigingsklimaat 2013’ is gebaseerd op twee belangrijke bronnen:
1. De werkelijke aantrekkelijkheid van Nederland voor buitenlandse investeerders Actuele investeringsprojecten binnen Europa volgens de ‘Ernst & Young European Investment Monitor (EIM)’. De EIM is in 1997 opgezet door Ernst & Young en registreert permanent daadwerkelijke grensoverschrijdende investeringen en expansies van internationale bedrijven in Europa. Door portfolio-investeringen, fusies en overnames uit te sluiten geeft de EIM een reële situatie van investeringen in productie- en servicefaciliteiten door buitenlandse bedrijven weer. De database wordt bijgehouden door Oxford Intelligence en registreert aankondigingen van inves teringen en - wanneer beschikbaar - het aantal gecreëerde banen en de hiermee samenhangende kapitaalinvestering. Projecten worden geïdentificeerd door het dagelijks monitoren en analyseren van meer dan 10.000 nieuwsbronnen. Het onderzoeks team heeft zich tot doel gesteld om met 70% van de investerende bedrijven direct contact op te nemen. Dit verificatieproces zorgt ervoor dat de data correct worden weergegeven. De EIM sluit de volgende activiteiten uit: • Fusies en overnames of joint ventures. • Licentieovereenkomsten. • Retail- en leisure-activiteiten, hotels en vastgoedinvesteringen. • Investeringen in nutsvoorzieningen, waaronder telecommunicatienetwerken, vliegvelden en havens. • Extractie-activiteiten (mineralen, ertsen en brandstoffen). •► Portfolio-investeringen. • Vervangingsinvesteringen van productiefaciliteiten. • Non-profitorganisaties.
32
2. De perceptie van buitenlandse investeerders over de aantrekke lijkheid van Nederland en haar concurrenten De percepties en verwachtingen van internationale beslissers over Nederland als potentieel investeringsland. Deze informatie is verkregen door interviews met 216 beslissers van internationale ondernemingen. De interviews vonden plaats in februari 2013 en zijn uitgevoerd door het CSAinstituut. Ongeveer 50% van de geïnter viewde personen is gevestigd in Nederland en de andere 50% is buiten Nederland gevestigd. Van deze laatste groep bevindt 30% zich buiten Europa (Noord Amerika: 21%, Azië: 8%, Oceanië: 1%). In totaal zijn 808 internationale beslissers gevraagd naar hun mening over de aantrekkelijkheid van Europa.
Informatie over de steekproef Bij de ondervraagde ondernemingen is gelet op representativiteit voor de bedrijven die ook daadwerkelijk in Nederland investeren. Dit is gewaarborgd door te kijken naar de nationaliteit van de moederonderneming, de grootte van het bedrijf en hun verwant schap met sectoren. In de volgende figuren geven we de verschillende aandelen weer.
Ernst & Young’s attractiveness survey Barometer Nederlands vestigingsklimaat 2013
Nationaliteit van de ondervraagden Om zeker te stellen dat de geografische afstand tussen de ondervraagden en hun vestiging in acht werd genomen, zijn de bedrijven per nationaliteit verdeeld in twee groepen: • E én helft van de beslissers is werk zaam bij dochterondernemingen in Nederland en is in Nederland geïnterviewd. • D e andere helft van de beslissers is geïnterviewd in het land van herkomst.
Functie van de ondervraagden De interviews zijn gehouden met beslissers met ervaring in of met Nederland. Financial directors vormen het grootste deel van de geïnterviewden.
Omvang ondernemingen en sectoren Om de representativiteit van diversiteit en internationale strategieën verder te waarborgen, zijn in het onderzoek ook de meningen van de volgende doel groepen meegenomen: kb (midden- en kleinbedrijven). •M ultinationals. •M • Industriële bedrijven. • D ienstverlenende bedrijven.
Bedrijfssectoren De vijf geselecteerde en ondervraagde bedrijfssectoren zijn representatief voor de buitenlandse bedrijven die in Nederland gevestigd zijn (gebaseerd op de Ernst & Young European Investment Monitor).
www.ey.com/attractiveness
Ondervraagde bedrijven naar nationaliteit Centraal- en Oost-Europa
3%
Noord-Europa
8%
Omzet van de ondervraagde bedrijven Meer dan 1,5 miljard euro
Oceanië
25%
2%
Minder dan 150 miljoen euro
35% Noord-Amerika
41%
Azië
19%
40%
150 miljoen tot 1,5 miljard euro
27%
West-Europa
Functie van de ondervraagde personen
Chemische en farmaceutische sector Overig
Overig
20%
Telecom en High-tech sector Financial Director
Director of Development
Sectorindeling van de ondervraagde bedrijven
11%
4% 2%
51%
5%
6%
Industrie, automotive en energie sector
34%
15%
Managing Director / Senior Vice President / COO
Consumentengoederen sector
18%
Marketing and Commercial Director
34%
Dienstverlenende sector
Nederland op koers
33
Acties
Ernst & Young International Location Advisory Services (ILAS) Ernst & Young International Location Advisory Services is onderdeel van Real Estate Advisory Services en ondersteunt bedrijven wereldwijd bij hun strategische besluit vorming over internationale investeringen en (re)locatiekeuzes. Daarnaast helpt ILAS overheidsdiensten gericht op het ontwikkelen en aantrekken van nieuwe economische bedrijvigheid bij het formuleren van beleid, gericht op het maximaliseren van zowel het volume als de kwaliteit van investeringen. Daartoe is het bepalen van een doelgroep-, acquisitie- en nazorgstrategie van belang. Bedrijven overwegen in toenemende mate nieuwe locaties en ontwikkelen grensoverschrijdende investeringsstrategieën. Daarnaast proberen steeds meer landen buitenlandse investeerders aan zich te binden. Deze nieuwe mogelijkheden vereisen een verscherpte focus op de balans tussen de risico’s en de voordelen van economieën en sectoren wereldwijd. Bedrijven kijken meer dan ooit naar kosten, kwaliteit en risicofactoren voordat ze een besluit nemen over nieuwe strategische vestigingslocaties. De vraag “Waar gaan we een vestiging opzetten?” krijgt een steeds belangrijkere rol in de algehele bedrijfsstrategie. Ernst & Young ILAS helpt u het hoe, waar en wanneer van dergelijke beslissingen te bepalen. Ernst & Young ILAS biedt oplossingen voor klanten met vragen over hun locatiestrategie, over de locatie van hun faciliteiten en over het investeren in en afstoten van vastgoed. Na een analyse van de specifieke kenmerken van het investeringsproject bepaalt ons team samen met het management van de klant wat de beste opties zijn voor de lange termijn, met aandacht voor aspecten als kostenbesparing, de beschikbaarheid van personeel en een betrouwbare infrastructuur.
34
Ernst & Young’s attractiveness survey Barometer Nederlands vestigingsklimaat 2013
www.ey.com/attractiveness
Publicaties Looking beyond the obvious: Globalization and new opportunities for growth
Ernst & Young Eurozone Forecast
‘Citizen Today’, het kwartaalblad van Ernst & Young voor de overheids- en publieke sector, bevat een groot aantal interviews met toonaangevende overheids functionarissen en beleidsvormers, zowel in Nederland als daarbuiten. Deze speciale uitgave gaat over hervorming, in alle vormen en maten. Dat onderwerp vormt een terug kerend thema in alle vraaggesprekken, en is een gevolg van de gedeelde missie van overheden in hun zoektocht naar nieuwe en betere manieren om de burgers te voorzien van vitale diensten, daarbij kostenbesparingen niet uit het oog verliezend. Op www.ey.com/citizentoday kunt u de app downloaden of verkrijgen.
Dit economisch kwartaalrapport biedt een gefundeerde prognose van de economische en financiële ontwikkelingen in de 17 landen van de Eurozone. Ernst & Young werkt hierin samen met topeconomen van het toonaan gevende Oxford Economics. Het rapport is gebaseerd op het economische model van de Europese Centrale Bank. De Ernst & Young Eurozone Forecast wordt tegelijk gepubliceerd in elk van de 17 landen van de Eurozone. Naast een algemeen gedeelte dat de hele Eurozone omvat en de belangrijkste parameters aanreikt voor alle landen afzonderlijk, is er ook een specifieke prognose voor de nationale economie. Alle landenrapporten en de voorgaande rapporten vindt u op www.ey.com/eef.
Capital Confidence Barometer
European Attractiveness Survey
De Capital confidence barometer van Ernst & Young is een onderzoek onder meer dan 1600 topbestuurders van grote onder nemingen in tal van sectoren overal ter wereld. Het doel van de Barometer is het vertrouwen van het bedrijfsleven in de economie te inventariseren, inzicht te verkrijgen in de prioriteiten in de bestuurs kamer voor de eerstkomende twaalf maanden en opkomende praktijken op kapitaalgebied te signaleren waarmee die ondernemingen zich onderscheiden die bij een zich voort durend ontwikkelende wereldeconomie een concurrentievoorsprong opbouwen. Dit is de achtste halfjaarlijkse Barometer in een serie die in november 2009 van start is gegaan. U kunt de publicatie downloaden op www.ey.nl.
Dit rapport biedt inzicht in de buitenlandse investeringen in Europa en de aantrekke lijkheid van Europa als vestigingslocatie. Welke landen binnen Europa trekken de meeste buitenlandse investeringen aan en welke sectoren bieden de groei voor de toekomst? Naast een analyse biedt het rapport ook inzichten en visies van meer dan 800 internationale beslissers over de ontwikkelingen van de buitenlandse investeringen in de toekomst. Dit rapport en alle overige landenrapporten zijn te downloaden via www.ey.com/attractiveness.
Nederland op koers
35
Ernst & Young Assurance | Tax | Transactions | Advisory Over Ernst & Young Ernst & Young is wereldwijd toonaangevend op het gebied van assurance, tax, transactions en advisory. Juridische en notariële dienstverlening wordt in een strategische alliantie met Ernst & Young Belastingadviseurs LLP verzorgd door Holland Van Gijzen Advocaten en Notarissen LLP. Onze 167.000 mensen delen wereldwijd dezelfde waarden en staan voor kwaliteit. Wij maken het verschil door onze mensen, onze cliënten en de samenleving te helpen hun mogelijkheden optimaal te benutten.
Contactpersonen:
Waar sprake is van Ernst & Young wordt de wereldwijde organisatie van lidfirma’s van Ernst & Young Global Limited bedoeld, die elk een aparte rechtspersoon zijn. Ernst & Young Global Limited is een UK company limited by guarantee en verleent zelf geen diensten aan cliënten. Voor meer informatie over onze organisatie, kijk op www.ey.com.
Caroline Rodenburg Senior Manager / International Location Advisory Services Tel.: +31 88 4070809 E-mail:
[email protected]
© 2013 Ernst & Young Accountants LLP. Alle rechten voorbehouden. 130027
Deze publicatie bevat informatie in samengevatte vorm en is daarom enkel bedoeld als algemene leidraad. Ze is niet bedoeld om te dienen als een substituut voor gedetailleerd onderzoek of voor het aanwenden van een professioneel oordeel. Noch EYGM Limited noch enig ander lid van de wereldwijde Ernst & Young organisatie kan aansprakelijk worden gesteld voor het verlies van iemand die handelde of die ervan afzag te handelen ten gevolge van enige informatie in deze publicatie. Bij elke specifieke aangelegenheid, dient steeds een geschikte adviseur geraadpleegd te worden.
www.ey.com/nl ED None
Tristan Dhondt Partner / Real Estate Advisory Services Tel.: +31 88 4071006 E-mail:
[email protected]