GIJS JEULINK MEI 2006 1 STUDENTNUMMER 2037503 Begeleidend docent: Dhr. R. Bottemanne
Voorwoord
Allereerst is het noodzakelijk om deze cursus in zijn context te plaatsen. Hoe is het zo gekomen dat deze cursus door mij georganiseerd wordt? Dat zit zo. Ik werk, als chef-kok, bij de Internationale School voor Wijsbegeerte(verder genoemd als ISVW). Deze instelling verzorgd cursussen en trainingen voor bedrijven en particulieren. Als trainingsruimte maken zij gebruik van het conferentiehotel van de ISVW en in de keuken ben ik daar de eindverantwoordelijke. Ik de dagelijkse praktijk kom ik in aanraking met de filosofen die werkzaam zijn aan de school. Maanden lang heb ik nagedacht over mijn afstudeerproject, vele ideeën zijn gesneuveld maar ééntje heb ik uitgevoerd. Het ontwikkelen/organiseren van een cursus. Waarom heb ik dat gedaan? Ik wil aan mijn afstuderen graag een praktische invulling geven; het moet toepasbaar zijn en later ook nog te gebruiken. Ik heb geen zin een onderwerp uit te werken waar ik later niks meer mee ga doen. Zo is het idee ontstaan om mijn afstuderen met huidige werk te combineren. Door de huidige ontwikkelingen op het gebied van onze voeding is het de vraag of we nog wel gezond eten. Groente en fruit bijvoorbeeld kunnen bijna niet gekweekt worden zonder bestrijdingsmiddelen. Tegenwoordig probeert men echter biologisch afbreekbare middelen te gebruiken en zo min mogelijk te spuiten. Groenten en fruit worden in kassen gekweekt, zodat we bijna het hele jaar tomaten, sla, komkommer of paprika kunnen eten. De dioxines in kippenvlees, hormonen en de ziekte BSE bij koeien zorgen voor de nodige onrust over de betrouwbaarheid van ons voedsel. Steeds meer mensen kiezen er daarom voor wat minder vaak vlees op tafel te zetten. Vlees is immers een product dat we niet perse nodig hebben om aan onze eiwitten te komen: vis en peulvruchten zijn goede vervangers. Met betrekking tot het vlees is momenteel een nieuwe bio-technologische ontwikkeling gaande; kweekvlees. Onderzoekers zijn bezig met het kweken van vlees uit stamcellen. Er is nog veel onderzoek voor nodig maar als het kweken van vlees uiteindelijk zal lukken, kunnen veel problemen opgelost worden. Deze docenthandleiding hoort bij lesbrief binnen het thema Eten en Weten die over deze innovatieve manier van vlees kweken.
2
Inhoudsopgave INLEIDING _______________________________________________________________ 5 DOELGROEP _____________________________________________________________ 6 DOELSTELLINGEN _______________________________________________________ 6 TIJDSINDELING __________________________________________________________ 6 DE WEBSITE _____________________________________________________________ 7 DE OPDRACHTEN ________________________________________________________ 9 DE LEEROMGEVING ____________________________________________________ 10 ACTIEF LEREN ___________________________________________________________ 10 CONSTRUEREND LEREN ____________________________________________________ 10 WAAROM IS ER GEKOZEN VOOR EEN ELEKTRONISCHE LEEROMGEVING? _______________ 11 VERANTWOORDING VOOR HET LEERPROCES_____________________________________ 11 WELKE TAKEN HEB JE ALS DOCENT?____________________________________ 12 OVERBRENGEN VAN DE INHOUD VAN DE CURSUS _________________________________ 12 BEGELEIDEN VAN DE STUDENTEN _____________________________________________ 12 GEVEN VAN FEEDBACK ____________________________________________________ 13 BLOK 1; INLEIDING EN ORIËNTATIE _____________________________________ 15 IN HET KORT: ____________________________________________________________ 15 TIJDSSCHEMA VAN BLOK 1 __________________________________________________ 15 DE INLEIDING. ___________________________________________________________ 15 DE INHOUD VAN DE DIA’S. __________________________________________________ 16 OPDRACHT 1. ORIËNTATIE TEN OPZICHTE VAN KWEEKVLEES _______________________ 19 UITWERKING OPDRACHT 1; DE VRAGEN ________________________________________ 20 BLOK 2; HET MAKEN VAN EEN POWERPOINTPRESENTATIE ______________ 22 IN HET KORT: ____________________________________________________________ 22 TIJDSCHEMA BLOK 2_______________________________________________________ 22 VERLOOP VAN DE LES ______________________________________________________ 22 COMPILATETAAK _________________________________________________________ 22 OPDRACHT 2. HET MAKEN VAN EEN POWERPOINTPRESENTATIE OVER KWEEKVLEES ______ 23 CRITERIA POWERPOINT PRESENTATIE _________________________________________ 23 BEOORDELING OPDRACHT 2 ____________________________________________ 24 AANDACHTSPUNTEN POWERPOINTPRESENTATIE _________________________________ 24
3
BLOK 3; SCHRIJVEN VAN EEN BETOOG __________________________________ 25 DE LES IN HET KORT: ______________________________________________________ 25 VERLOOP VAN DE LES ______________________________________________________ 25 TIJDSCHEMA BLOK 3_______________________________________________________ 25 HET BETOOG_____________________________________________________________ 25 OPDRACHT 3. HET SCHRIJVEN VAN EEN BETOOG _________________________________ 26 STAPPENPLAN VOOR HET SCHRIJVEN VAN EEN BETOOG ____________________________ 26 INHOUDELIJKE EISEN ______________________________________________________ 26 BLOK 4; DE EVALUATIE/DISCUSSIE ______________________________________ 27 IN HET KORT: ____________________________________________________________ 27 TIJDSCHEMA BLOK 4_______________________________________________________ 27 VERLOOP VAN DE LES: _____________________________________________________ 27 TIPS VOOR HET LEIDEN VAN EEN DISCUSSIE _____________________________________ 27 ARGUMENTEREN _________________________________________________________ 30
4
Inleiding In de biotechnologie bezig met het ontwikkelen van het zogenaamde kweekvlees. Kort gezegd: in de toekomst kan er vlees geproduceerd worden zonder dat daar een dier aan te pas komt. Ik denk dat wanneer consumenten kennis nemen van deze ontwikkeling ze eens na gaan denken waar we mee bezig zijn. Is kweekvlees wel wat we willen? Nu er een steeds duidelijker beeld geschetst word wat betreft de toekomst van ons voedsel gaat de consument eindelijk een nadenken over de vraag: “wat eet ik eigenlijk?”. Het zou mij daarom niets verbazen dat we, onder invloed van een stuk bewustwording, weer teruggaan naar het biologisch geproduceerde voedsel. “In welke mate accepteert de consument nieuwe (bio)technologieën om de mensheid van voedsel te voorzien”, dat is de vraag die me bezighoud. Dit is dan ook de vraag die uiteindelijk centraal zal staan aan het eind van de cursus. Het laatste onderdeel van de cursus is een discussie met als thema: Heeft kweekvlees een toekomst? De studenten hebben vooraf aan deze discussie zelf hun mening gevormd hebben door het schrijven van een kort betoog. Om dit betoog te schrijven moeten de studenten weten wat kweekvlees inhoudt. De eerste opdrachten van de cursus zorgen voor verkenning op het gebeid van kweekvlees en verwerking van de theorie. De opdrachten zijn dus zo opgebouwd om uiteindelijk de vraag te beantwoorden. Tijdens het uitwerken van de opdrachten oriënteren de studenten zich uitgebreid aan de hand van verschillende informatiebronnen. Omdat deze cursus een vorm is van vrijblijvende educatie is het niet nodig om de opdrachten te beoordelen met cijfers. Wel zijn er bij de opdrachten uitwerkingen bijgevoegd om de opdrachten met de studenten te evalueren. Er wordt in deze handleiding veelvuldig gesproken over studenten. Hiermee worden alle deelnemers bedoelt die aan de cursus mee kunnen doen, ook al zijn ze op hoge leeftijd. Je bent immers nooit te oud om te leren! Voor de studenten is een speciale website ontwikkeld met daarop alle informatie die nodig is om de opdrachten uit te werken die eveneens op de website vermeld staan. Het adres van de website is: www.vanavondkookik.nl. Verderop in de handleiding vind je verdere gegevens m.b.t. het inloggen en de werking van de site. Bij deze docenthandleiding is ook een cd-rom beschikbaar waarop de site staat. Het is echter mogelijk dat bepaalde links niet werken omdat er geen contact is met het internet. De voorkeur gaat daarom ook uit naar het gebruik van de website Gijs Jeulink
5
Doelgroep Volwassenen met bijzondere interesse voor nieuwe biotechnische ontwikkelingen, in dit geval kweekvlees.
Doelstellingen Het voornaamste doel van deze cursus is het verstrekken van informatie over een biotechnologische ontwikkeling; kweekvlees en het stimuleren van het bewustwordingsproces. Verder kan de student na het volgen van deze cursus: - vertellen hoe kweekvlees gemaakt zou kunnen worden. - Nieuwe media gebruiken om informatie te verzamelen en te verwerken over nieuwe technologische ontwikkelingen. - zijn mening vormen en onderbouwen met argumenten - verklaren hoe de opbouw van spierweefsel is.
Tijdsindeling Deze cursus is onderverdeeld in 4 blokken met een totale duur van 7 uur. Het dagprogramma ziet er als volgt uit: 10.00 10.15 12.00 13.00 15.00 15.30 17.30 20.00 21.30
uur uur uur uur uur uur uur uur uur
ontvangst met koffie aanvang Blok 1; Inleiding en oriëntatie gezamenlijke lunch aanvang Blok 2; het maken van een powerpointpresentatie pauze aanvang Blok 3; het schrijven van een betoog Diner Eten en Weten aanvang Blok 4; evaluatie en discussie einde
6
De website Voor de studenten van deze cursus is een website ontwikkeld. Daarop staat alle informatie die nodig is voor de uitvoer van de opdrachten. Het adres van de website is vanavondkookik.nl Mochten studenten moeite hebben met het kleine lettertype dan is dat op te lossen door in te zoomen. Dit kan door op de rechtermuisknop te drukken en ‘zoom in’aan te vinken. (fig). De site zal dan het leesgedeelte uitvergroten. Ook is het mogelijk bij Links&Downloads de teksten te downloaden
Aan de hand van een illustratie zal de inhoud van de website toegelicht worden.
Inloggen: Studenten loggen in met
Login: Student Wachtwoord Student Docenten loggen in met Login: Docent Wachtwoord:Docent Mocht het inloggen niet lukken dan kan je altijd een e-mail sturen zoals aangeven staat op de website. Als je als docent inlogt zijn een aantal extra opties beschikbaar. Je kan bijvoorbeeld deze handleiding downloaden. Deze optie is niet voor de studenten beschikbaar.
7
Home De startpagina, zoals weergegeven. Cursus Hier staat het cursusprogramma met tijdsindeling Theorie Hier staat een deel van de theorie over kweekvlees. Een compleet verslag is te downloaden via Links&Downloads. Essay Hier staat de tekst van het essay: kweekvlees de toekomst. Studenten kunnen dit gebruiken als aanvullende informatie of ter inspiratie tijdens het schrijven van hun betoog. Opdrachten Hier zijn alle opdrachten verzameld. Een lesbrief voor de studenten is te downloaden bij Links&Downloads. Links&Downloads Hier zijn de gebruikte internetlinks en gebruikte literatuur vermeld. Informatie en gegevens afkomstig van deze site’s zijn verwerkt in de inhoud van de website. Ook zijn hier de lesbrief, de handleiding, het essay en de theorie te downloaden.
8
De Opdrachten Hieronder staan , in het kort, de opdrachten die verwerkt zijn in de elektronisch lesbrief. De uitwerking, eventueel bijbehorende theorie, beoordeling en evaluatie van deze opdrachten staat verderop in de handleiding. Opdracht 1. Oriëntatie ten opzichte van kweekvlees Waarschijnlijk hebben veel studenten nog nooit van het onderwerp gehoord. Dus is het belangrijk dat ze zich eerst gaan oriënteren zodat ze wat meer achtergrondinformatie over het onderwerp krijgen. Met behulp van het internet, een ideaal medium voor het volgen van nieuwe technologieën, gaan de studenten op onderzoek uit. Dit gebeurd aan de hand van een aantal gegeven links waarop ze informatie kunnen vinden. Om de oriëntatie te stimuleren zijn er een aantal vragen opgesteld die beantwoord moeten worden tijdens het bezoek bij de verschillende site’s. Opdracht 2. Het maken van een Powerpointpresentatie over kweekvlees. De studenten gaan de theorie die vermeld staat op de website van Eten en Weten verwerken tot een Powerpointpresentatie van max. 10 dia’s. Opdracht 3. Het schrijven van een betoog Leerlingen zijn nu een tijdje aan het werk geweest met onderzoek naar de ontwikkeling van kweekvlees. Ze zijn erachter gekomen dat er nogal veel verschillende meningen zijn over deze innovatie. De bedoeling van deze opdracht is deze meningen te verzamelen en door het schrijven van een betoog hun eigen mening te formuleren en te beargumenteren
9
De leeromgeving Een krachtige leeromgeving moet verschillende vormen van leren met elkaar combineren. Omdat kennis voortdurend veranderd en andere bronnen van kennis steeds belangrijker worden, komt er steeds meer nadruk te liggen op het managen van kennis. Informeel leren als communiceren met experts en collega-studenten, zoeken op internet, worden even belangrijk als het formeel leren. Ook de verantwoordelijkheid van het leerproces komt bij de student te liggen. Daarom is het plannen, het weten hoe te leren en het oplossen van problemen even belangrijk als het leerproces zelf. De vormen van leren die van toepassing zijn in de leeromgeving worden in de volgende paragrafen besproken. Naast een omschrijving van dit leerproces wordt uitgelegd hoe we dit is toegepast in de leeromgeving. Actief leren Bij het actief leren ligt de nadruk op de actieve rol en de verantwoordelijkheid van de student voor het bepalen, sturen en controleren van het eigen leerproces. De student moeten worden aangespoord worden om actief met lesstof om te gaan. Dit proces vraagt van de leerling de juiste inzet van cognitieve, metacognitieve en affectieve vaardigheden. Cognitieve vaardigheden zijn nodig om de juiste leerstrategie te bepalen. Metacognitieve vaardigheden zijn belangrijk om te bepalen waarom je met een bepaalde strategie je leerdoel kan halen. Affectieve vaardigheden zijn nodig om vooraf, tijdens en na afloop van het leren de eigen gevoelens positief aan te wenden. Er moet voldoende aandacht worden besteed aan het vasthouden en integreren van informatie. Alle informatie die ze opdoen bij de uitvoering van de opdrachten kunnen ze weer gebruiken bij de volgende opdracht. Construerend leren In het constructivisme gaat men ervan uit dat leren voor iedereen een uniek proces is. Het leren wordt beïnvloed door de ervaringen, leerstijlen en kennis van de student. De student construeert zelf de kennis die voor hem relevant is. Voorkennis, leerstijlen en leerstrategie spelen bij het constructivisme een grote rol. De student is verantwoordelijk voor zijn eigen leerproces. Deze theorie is gebaseerd op een aantal uitgangspunten: 1. Mensen zijn intrinsiek gemotiveerd om informatie te zoeken. Studenten worden beschouwd als actief organiserende wenzens. 2. Begrijpen is meer dan informatie opnemen. Studenten brengen structuur aan tussen de opgenomen informatie en de al bestaande informatie. 3. Mentale representaties veranderen in de loop der tijd door nieuwe ervaringen en ontwikkelingen. 4. Begrijpen is nooit definitief. Iets staat nooit vast. Constructivisten realiseren door innerlijke reorganisaties en reflecties een steeds fijner begrip 5. De ontwikkeling legt beperkingen op aan het leren dat mogelijk is.
10
Waarom is er gekozen voor een elektronische leeromgeving? • •
Omdat studenten een actieve rol spelen tijdens de cursus door ze zelf te laten bepalen welke leerstof relevant is. Studenten kunnen op deze manier actief met de leermaterialen om gaan.
Verantwoording voor het leerproces In het traditionele onderwijs is de docent vooral de bron die alle kennis bezet. Deze kennis wordt dan overgedragen door instructieve werkvormen. De docent is in dit geval zeer actief en vooral bezig met het motiveren van studenten. Maar eigenlijk moet een docent niet verantwoordelijk zijn voor de motivatie van de studenten. Motivatie moet uit de student zelf komen en is daar zelf verantwoordelijk voor. Je kunt je als docent beter bezig houden de studenten te stimuleren naar het zoeken van een eigen motivatie. Elke student zal zijn eigen motivatie hebben om iets te leren. Door verantwoording te nemen voor zijn eigen motivatie, en daarbij het totale leerproces, zal er bij de student een vorm van leren sprake zijn.
11
Welke taken heb je als docent? 1. 2. 3. 4.
Overbrengen van de inhoud van de cursus. Begeleiden van de studenten Geven van feedback Begeleiden van leerprocessen
Overbrengen van de inhoud van de cursus Dit houdt onder meer in: • • •
presentatie het onderwerp inleiden en begeleiden van oefeningen evalueren/ bespreken van de opdrachten
Hoe breng je de inhoud over? Als docent heb je de keuze tussen aanbiedende didactische werkvormen en vormen die gebaseerd zijn op ontdekkingsgericht leren. In het eerste geval ligt de nadruk op de trainer. Híj neemt het initiatief, organiseert en presenteert. De deelnemers hebben een passieve rol. Bij ontdekkingsgericht leren is de rolverdeling anders: deelnemers gaan zélf aan de slag, de trainer ondersteunt en begeleidt. Beide werkvormen komen aan bod tijdens deze cursus. Een uitwerking van de gebruikte werkvormen en de aandachtpunten die daarbij van toepassing zijn worden uitgewerkt in het volgende hoofdstuk. Begeleiden van de studenten Dit houdt onder meer in: • • •
scheppen, bewaken en positief beïnvloeden van het leerklimaat flexibel inspelen op gebeurtenissen en ontwikkelen in de groep begeleiding bij de opdrachten
De cursus wordt gegeven aan een groep mensen. Dat houdt in dat jij als docent niet alléén het voortouw hebt in het leerproces. Leden uit de groep reageren op elkaar en léren van elkaar. Zicht op groepsprocessen is belangrijk. In het begin van een training hebben mensen behoefte aan structuur en houvast. De docent heeft hier een belangrijke rol. Naarmate de training langer duurt, raken deelnemers vertrouwder met elkaar.
12
Geven van feedback Feedback betekent letterlijk terugkoppeling. Het geven van feedback is een belangrijke vaardigheid voor de docent. Door middel van feedback wisselen docent en student informatie uit over elkaars houding en gedrag. Daardoor is de studentin staat zijn handelen kritisch onder de loep te nemen en zonodig aan te passen. Let op: Feedback wordt nogal eens verward met kritiek. Mensen voelen zich aangevallen of ervaren de feedback als een teken van falen. Dat is jammer. Want wie feedback ziet als een kans om te leren, bevindt zich dagelijks in een boeiende leeromgeving. Reacties op ons gedrag krijgen we immers voortdurend, verbaal en non-verbaal. De kunst is om er voor open te staan, de signalen op te pikken en te bepalen welke feedback nuttig is om te vertalen naar acties. Feedback bevordert: • • • •
Werkresultaten Werkrelaties en werksfeer Zelfkennis Kennis van anderen
Is iemand wat onzeker, dan zul je eerst zijn zelfvertrouwen moeten opvijzelen om hem te stimuleren tot leren. Je geeft hem in dat geval bijvoorbeeld een compliment voor iets wat hij goed doet en wat hij van zichzelf (nog) niet weet.
13
Verschillende werkvormen De opdrachten uit de cursus bevatten verschillende werkvormen. De cursus zelf is gebaseerd op de constructivistische theorie. Deze benadering benadrukt dat leren een actief, constructief proces is. Dit is zelfs in zo sterke mate het geval dat leren eigenlijk alleen maar goed mogelijk is wanneer leerlingen zelf actief construerend bezig zijn met leerstof. De lerende moet nieuwe informatie koppelen aan bestaande voorkennis. Dit actieve koppelingsproces bestaat eruit dat een student alle mogelijke soorten van voorkennis betrekt bij het construeren van een nieuwe representatie van informatie. De opdrachten in de cursus zijn dan ook zo dat er actief mee gewerkt gaat worden. Het voordeel hiervan is ook dat je minder rekening hoeft te houden met de voorkennis van de studenten. Iedereen zal de opdrachten op zijn niveau uitvoeren. De verschillende opdrachten zijn zo gekozen met onderstaande rijtje in het achterhoofd. We onthouden: • • • • • • •
10% 20% 30% 50% 70% 80% 90%
van van van van van van van
wat wat wat wat wat wat wat
we we we we we we we
lezen horen zien horen en zien met anderen bespreken evalueren en nabespreken anderen uitleggen
Alleen luisteren is niet voldoende; het is effectiever mensen ook te laten ervaren wat ze wél en niet kunnen. Bovendien maken verschillende werkvormen de cursus aantrekkelijker, leuker en interessanter.
14
Blok 1; Inleiding en oriëntatie Duur van dit blok: 1,5 uur. Benodigde materialen: - beamer/laptop - beschikking over computer met internet voor de studenten - Powerpointpresentatie (als bijlage toegevoegd) In het kort: De les wordt begonnen met een korte inleiding over het onderwerp; kweekvlees. Dit gebeurd aan de hand van een Powerpointpresentatie. Deze is, op CD, achter bij deze handleiding gevoegd. Een hand-out van de dia’s is als bijlage, de bijhorende teksten die op de dia’s van toepassing zijn staan verderop uitgewerkt. Na de inleiding gaan de studenten beginnen met opdracht 1 die vermeld staat op de website. Tijdsschema van blok 1 10.15 – 10.35 10.35 - 11.45 11.45 – 12.00
Presentatie door begeleidend docent Werken aan opdracht 1 Bespreken van opdracht 1
De inleiding. Zoals eerder vermeld gaat de inleiding met behulp van een Powerpointpresentatie. De dia’s zullen hieronder besproken worden maar eerst een paar tips voor het geven van een goede inleiding:
Weet wat je gaat zeggen! Je doet er goed aan om tenminste het begin en het einde van je verhaal op papier te zetten. Houd tijdens het spreken een spiekbriefje bij de hand met de kernwoorden van je verhaal. Verspil je tijd niet met wat studenten al weten, geef ze iets nieuws, verrassends en laat hun fantasie werken. Maak contact met de studenten! Het gaat er niet alleen om wat je zegt, maar ook hoe je het zegt. Regel één is contact te maken met de studenten: stel vragen, houd oogcontact, en loop rond. Houdt ruimte voor een onverwachte discussie tussen de leerlingen.
15
De inhoud van de dia’s. Dia 0: Openingsdia Dia 1: Doelen en Doelgroep Dia 2: Het cursusprogramma Loop met de cursisten het cursusprogramma door zodat ze een beeld krijgen van de daagindeling. De opbouw van de opdrachten worden in de volgende dia uitgelegd. Dia 3: De opbouw van de opdrachten De opdrachten zijn opgebouwd in een bepaalde volgorde: Orientatieopdracht opdracht 1: orientatie t.o.v. kweekvlees Ververvingsopdracht opdracht 2: maken van een powerpointpresentatie Verwerkingsopdracht opdracht 3: schrijven van een kort betoog Dia 4: Kweekvlees Bij deze dia wordt kort uitgelegd wat kweekvlees is. Er wordt niet diep ingegaan op de theorie. De theorie zal uitvoerig ter sprake komen tijdens de uitwerking van de opdrachten. Wat is kweekvlees? De universiteiten van Eindhoven, Utrecht en Amsterdam zijn bezig met het kweken van spierweefsel uit stamcellen; kweekvlees. Kweekvlees is vlees dat niet afkomstig is van de slacht van dieren maar gekweekt wordt in celculturen. Daarvoor zoeken celbiologen naar geschikte stamcellen en methoden om deze te laten uitgroeien tot spiercellen. Momenteel kan men al een spiertje maken van zo'n twee centimeter. Later hoopt men bindweefsel en vetcellen toe te voegen, om zo tot kunstmatige vleeslapjes te komen. Dia 5: Voordelen van kweekvlees. Ik neem als voorbeeld de bio-industrie. Met betrekking tot deze industrie zijn er al een aantal bezwaren; 1. Vrijheid; een grondrecht voor mens èn dier. Dit grondrecht wordt geschaad door de dieren extreem in hun vrijheid te beperken. 2. Volksgezondheid; Door het overmatige gebruik van antibiotica in het bioindustrievoer loopt de mensheid gevaar dat er resistente bacteriën ontstaan waartegen geen medicijnen bestand zijn. Ook kunnen er resten van diergeneesmiddelen in vlees achter blijven en worden er nog steeds groeihormonen gebruikt in de vleesindustrie. 3. Voedselproductie; Landbouwgronden in de derde wereld worden gebruikt voor voedselproductie voor dieren uit onze bio-industrie in plaats van voor de lokale bevolking. Mensen uit de derde wereld produceren dus veevoer voor onze bio-industrie terwijl ze niet in hun eigen voedsel kunnen voorzien.
16
Dia 6: Nadelen van kweekvlees. Er kleven ook een groot aantal nadelen aan het produceren van kweekvlees. Ik zal hier de grootste bezwaren benoemen en toelichten. 1. Dieren worden nog steeds gebruikt Alhoewel dieren er niet voor gedood hoeven worden zijn het nog steeds de stamcellen die van een dier gebruikt moeten worden. En deze celculturen worden momenteel nog gevoed met serum wat afkomstig is uit de dieren. Dit omdat men nog niet in staat is voedingsbodems met de juiste groeifactoren te produceren van plantaardige producten. 2. Het vlees is kunstmatig Kweekvlees wordt op een kunstmatige manier geproduceerd en heeft uiteindelijk weinig meer te maken met ons huidige, conventionele, vlees. Consumenten waarvan de voorkeur uitgaat naar natuurlijk bereid voedsel zullen om esthetische of culturele redenen geen kweekvlees consumeren. Ook zijn er al genoeg vleesvervangers op de markt die bereid zijn uit plantaardige ingrediënten en de consument ook kan voorzien in de benodigde eiwitten. 3. Kwaliteit. Kweekvlees is verschillend in aanzicht, structuur en het ruikt anders dan ons huidige vlees. Kweekvlees zal, volgens de producenten, uiteindelijk nooit de kwaliteit halen van conventioneel vlees. 4. Economische impact Deze technologie heeft natuurlijk grote gevolgen voor de wereldwijde economie. Denk hierbij alleen al aan de vleesproducerende bedrijvende en de levanciers van veevoer. Voor veel van deze producenten zal het betekenen dat zij wat anders moeten gaan doen of, in het ergste geval, geen werk meer hebben. Dia 7; De productietechnieken Scaffold-based methode Men neme een kleine hoeveelheid spiercellen, voege hieraan een kleine hoeveelheid collageen toe, plaatse dit in een bioreactor met een kweekmedium en wat zuurstof bij een temperatuur van 37o C. Resultaat: een structuurloze massa spierweefsel waarmee worstjes en hamburgers te maken zijn. Dit is in het kort de Mironov kweekmethode. De theorie is er, maar in de praktijk zitten er nog wat haken en ogen aan. Die haken en ogen zorgen ervoor dat er tot nu toe nog nooit een echt stukje vlees in het laboratorium is gekweekt. De methode wordt op de volgende pagina uitgelegd aan de hand van een illustratie Self-organising methode Een scaffold-based methode kan worden aangewend om vlees te produceren voor hamburgers of worstjes. Het is niet geschikt om vlees te kweken waar een structuur inzit, zoiets als biefstuk. Om dit te produceren moet men werken met een andere techniek; de self-organising techniek. Momenteel zijn de onderzoekers al in staat om spiertjes van 2 cm te maken. Dit is gelukt door de spiercellen te kweken op een matrix van collageen. Om de vleesmassa stevigheid te geven, moeten de gekweekte spiertjes in training. (fig b.) Door ze kunstmatig te rekken en te strekken ontstaan er meer van de spiereiwitten actine en myosine. Het eiwit collageen zit ook van nature in bindweefsel tussen de spierbundels, dus in vlees. De truc is dan om de collageengel in één richting te laten krimpen, zodat de spiercellen achter elkaar komen te liggen. En door 17
ze wat minder voedingsstoffen te geven fuseren de cellen vanzelf tot spiervezel. Door het rekken en strekken ontstaan, het eerder genoemde, actomyiosine. Actomyiosine zorgt ook voor de ‘taaiheid’van het vlees; hoe meer actomyiose hoe taaier het vlees zal worden. Door middel van deze techniek van stimuleren kunnen ze de taaiheid van het vlees bepalen. Vlees moet wel gestimuleerd worden voor de structuur maar door het in de hand hebben van deze beweging zal de perfectie structuur kunnen ontstaan. Dia 8; Uitleg Scaffold-based methode 1. 2. 3. 4. 5. 6.
De gekweekte stamcellen een petrisschaal, collageenbolletjes cellen en collageenbolletjes worden samengevoegd. Deze gaan onder bepaalde omstandigheden in een bioreactor. Uiteindelijk komt uit deze bioreactor een massa structuurloos spierweefsel. Spierweefsel kan verwerkt worden tot worstjes, gehakt.
Dia 9: De website Eten & Weten De studenten hebben de allemaal beschikking over een computer met aansluiting op het internet en voorzien van de software die nodig is om de opdrachten uit te voeren. Studenten dienen te gaan naar de website van eten & weten. Adres van de website: www.vanavondkookik.nl . Hier staan alle opdrachten op vermeld en de informatie die nodig is om de opdrachten uit te voeren. Mocht het zo zijn dat het lettertype van de website als “te klein” wordt ervaren dan is het mogelijk om “in te zoomen”. Gebruik hiervoor de rechtermuisknop en klip op ‘zoom in’. De complete lesbrief voor de studenten voor de leerlingen is ook te downloaden.
18
Opdracht 1. Oriëntatie ten opzichte van kweekvlees
Doel van deze opdracht is om meer informatie te krijgen over, en inzicht te krijgen in, de biotechnologische wetenschap; in dit geval gericht op het kweken van vlees. Het is van belang om eerst meer over het onderwerp te weten te komen. Met behulp van het internet, een ideaal medium voor het volgen van nieuwe technologieën, gaat u op onderzoek uit. Om niet te verdwalen in de wirwar van informatie staan er onder links een aantal websites die informatie verstrekt over het onderwerp kweekvlees. Veel van deze informatie is ook verzameld op deze site en staat onder het kopje theorie. Om de oriëntatie te stimuleren zijn er een aantal vragen opgesteld die beantwoord kunnen worden tijdens het bezoek bij de verschillende site’s. De vragen staan op de site onderaan opdracht 1 in een bestand wat u kunt downloaden en uitprinten
19
Uitwerking opdracht 1; de vragen De uitwerkingen van de vragen zijn cursief weergegeven. Vraag 1 Marianne Hesselmans heeft vorige jaar in het NRC (http://www.nrc.nl/dossiers/genetische_revolutie/genvoedsel/article100585.ece) een stuk geschreven over kweekvlees. Als we dit stukje lezen dan zien we dat er bijna 100 jaar geleden al gesproken werd over kweekvlees. Er wordt in het artikel verwezen naar een essay van een oud-president van Amerika. Wat betoogde deze, toenmalig, journalist?
Deze vraag is erin gezet om te laten zien dat er bijna 100 jaar geleden al nagedacht werd over het kweken van vlees. Al in een essay uit 1932 betoogde Winston Churchill, destijds journalist, dat het veel efficiënter is boutjes en vleugels te kweken dan hele kippen te houden. Wellicht was Churchill op zijn beurt weer geïnspireerd door een proefje van Nobelprijswinnaar en chirurg Alexis Carrel. Die sneed in 1912 een stukje hartspier uit een kippenembryo en deed dat in een bakje met voedingsstoffen. Het spiertje bleef hij goed te eten geven en, zo ging destijds het verhaal, toen hij 32 jaar later dood ging klopte het nog steeds. Als je een kippenspiertje in een schaaltje met voedingsstoffen levend kunt houden, waarom zou je dan niet ook stukjes kip in een schaaltje kunnen laten groeien? Vraag 2 Deze tekst (http://www.new-harvest.org/img/files/Edelman.pdf) heeft de titel: In vitro meat production meegekregen. Wat is de letterlijke vertaling van deze titel.
Buiten lichaam vleesproductie. Als men spreek over ontwikkelingen binnenin het lichaam hebben we het over ‘in vivo’ Vraag 3 In de behandeling van de theorie over stamcellen komen veel vaktermen naar voren. Het is noodzakelijk om te weten wat deze termen inhouden om te kunnen begrijpen hoe het kweekvlees gemaakt zal gaan worden. Geef daarom een definitie van de volgende begrippen: Multipotente stamcellen;
stamcellen die al een klein beetje gespecialiseerd zijn en niet meer tot élk celtype kunnen uitgroeien maar alleen tot bepaalde soorten. Dit zijn multipotente stamcellen. Proliferatie;
20
Celdeling; vermeerderen van cellen Pluripotent;
in staat uit te groeien tot uiteenlopende celtypes Somatische stamcellen;
Somatische stamcellen zijn te verkrijgen uit: • organen en weefsels • navelstrengbloed Differentiatie; overgaan tot het differentiëren van deze stamcellen naar cellen, weefsels of organen met de gewenste histologie (specialisatie). Dit gebeurt tijdens de celdeling in de uitgangsfase. Vraag 4 In de theorie wordt gesproken over 2 methodes van ‘in vitro vleesproductie” Hoe heten deze methodes? Geef daarnaast een korte omschrijving van deze methodes. Scaffold-based methode; structuurloze spierweefsel Self-organising methode; spierweefsel met strucuur Uitgebreide omschrijving bij dia 7 van de inleidende powerpoint presentatie Vraag 5 Internet, een grote bron van informatie. En al helmaal bij een onderwerp waar nog weinig over geschreven is. Informatie over de meest recente ontwikkelingen vindt u al vaak op het internet. Daarom de volgende vragen om te kijken of er nog nieuwe ontwikkelingen zijn op het gebied van kweekvlees. Gebruik zoekmachine Google (www.google.nl) en type “kweekvlees” in. Kijk tussen de resultaten of er internetsites bijstaan die van belang kunnen zijn voor u of uw medecursisten.
Deze vraag staat erbij om ervoor te zorgen dat de studenten op de hoogte zijn van de laatste ontwikkelingen. Er is hier geen sprake van een goed of fout antwoord Vraag 6 Er zijn nu ook al andere definities van de term kweekvlees de revue gepasseerd. Bedenkt welke andere zoektermen u zou kunnen gebruiken om informatie te vinden over het onderwerp “kweekvlees”.
In vitro meat (production) Gekweekt vlees Vlees uit een reageerbuis En vele anderen
21
Blok 2; Het maken van een powerpointpresentatie Benodigde materialen: - Beschikking over computers met internetverbinding en software van het programma Powerpoint. In het kort: Na een korte inleiding over de werking van powerpoint kunt zullen de studenten in tweetallen aan de slag gaan met opdracht 2. In blok 4 zullen aan een aantal personen gevraagd worden hun presentatie daadwerkelijk te presenteren. Tijdschema blok 2 13.00 – 13.15 13.15 - 15.00
Korte uitleg over de opdracht en het werken met powerpoint Uitvoeren van opdracht 2 in tweetallen
Verloop van de les Laat de studenten eerst de opdracht lezen en vraag of er nog onduidelijkheden zijn over de opdracht. Eventuele onduidelijkheden kan je nog toelichten. De studenten mogen in 2-tallen werken aan deze opdracht. Sommige studenten zullen geen ervaring hebben met het werken met powerpoint. Probeer hier de 2-tallen op samen te stellen. Eén duo bestaat dan uit in ieder geval 1 persoon die verstand heeft van powerpoint. Een handleiding powerpoint is toegevoegd als bijlage en voor studenten te downloaden van de website.
Compilatetaak Het maken van een powerpointpresentatie is een vorm van een compilatietaak. Bij een compilatietaak moeten de studenten informatie uit verschillende bronnen samenvatten en transformeren tot een samenhangend product, in dit geval een presentatie. Hierbij raken de studenten vertrouwd met die informatie en oefenen ze met informatie- en communicatievaardigheden. De volgende (denk) vaardigheden zijn bij een compilatietaak aan de orde: • Informatiebronnen in verschillende ‘formats’ raadplegen en die omzetten in een ander ‘format’. • Het bedenken van een ander ‘format’ dat voldoet aan de daarvoor aangegeven eisen (waarbinnen nog genoeg ruimte is voor eigen invulling). • Het ontwikkelen van selectiecriteria en het expliciteren ervan. Een compilatietaak wordt voor studenten interessanter als het product afwijkt van de gangbare verslagen en posters en vooral als de taak een authentiek product heeft.
22
Opdracht 2. Het maken van een Powerpointpresentatie over kweekvlees
Doel van deze opdracht is een deel van de informatie te verwerken die u bij opdracht 1 heeft opgedaan. Zoals u tijdens de oriëntatie van dit onderwerp wel gemerkt heeft is het voorlopig nog lang niet zover dat wij kweekvlees in de winkel kunnen kopen. Om de procedure van het kweken van vlees te kunnen begrijpen moet u zich verdiepen in de samenstelling van conventioneel (ons huidige) vlees. De stamcel doorloopt een heel ingewikkeld proces voordat het uiteindelijk uitgroeit tot spierweefsel.
Opdracht: Met behulp van een powerpointpresentatie gaat u het proces wat de stamcel moet doorlopen in schema zetten. De informatie die u nodig hebt voor het maken van deze presentatie is op de website te vinden bij de inhoudsopgave onder het kopje theorie.
Criteria PowerPoint presentatie De powerpointpresentatie moet voldoen aan de volgende criteria:
Opbouw -
De presentatie heeft een heldere structuur: is opgebouwd uit een inleidend gedeelte, een kern en een afsluitend gedeelte. In de inleiding geef u aan wat de doelstelling is van de presentatie en geeft u een overzicht van de punten die u gaat behandelen. De verschillende onderdelen van uw presentatie staan in een logische volgorde. In de afsluiting geeft u een samenvatting van hetgeen er in de presentatie is behandeld.
Vormgeving -
Tekst is goed leesbaar: voldoende grote letters, goed leesbaar lettertype, kleur letters en achtergrond. Beeldmateriaal (zoals illustraties en grafieken) is goed zichtbaar. De informatie per dia is overzichtelijk: niet te veel informatie op een dia. De hoeveelheid dia’s is beperkt tot maximaal 10.
23
Beoordeling opdracht 2 Een aantal van de studenten zal de opdracht ook daadwerkelijk presenteren in blok 4 tijdens de cursus. Om een zo’n duidelijk mogelijk overzicht te krijgen over de inhoud van de presentaties staat hier een lijst met daarin de hoofdlijnen van de theorie over het onderwerp. Door besproken onderdelen aan te vinken krijg je overzicht in de onderwerpen die eventueel nog besproken zouden kunnen worden. Aandachtspunten Powerpointpresentatie Stamcel Wat is een stamcel Herkomst van stamcellen Profileratie Proces van celdeling Differentiatie Stamceltherapie Welke problemen geeft stamceltherapie Opbouw van spierweefsel Aminozuren Eiwitten Eiwitsynthese
24
Blok 3; Schrijven van een betoog Duur van dit blok: 2 uur. Benodigde materialen: - beschikking over computer met internet voor de studenten De les in het kort: Tijdens de vorige opdrachten hebben de studenten onder andere kennis genomen van de voor- en nadelen van kweekvlees. De volgende opdracht heeft als doel om deze meningen te verzamelen en door het schrijven van een betoog is het de bedoeling dat u uw eigen mening formuleert en beargumenteerd. Dit persoonlijk betoog zal als uitgangspunt dienen tijdens blok 4; discussie/evaluatie Verloop van de les Bespreek aan het begin van de les de opdracht met studenten. Bespreek hierin het stukje theorie over het betoog en benadruk de eisen en het stappenplan. Deze uitleg mag maximaal 10 minuten duren daarna gaan de studenten aan het werk met opdracht 3. Tijdschema blok 3 15.30 – 15.40 Uitleg over de opdracht door begeleidend docent. 15.40 – 17.30 Werken aan opdracht 3 Het betoog Omdat een betoog dus tot doel heeft de lezer te overtuigen van een mening, bestaat de kern ervan voornamelijk uit redeneringen met argumenten. Argumenten bevatten analyses, feiten, voorbeelden, bewijzen enz. Argumenten die rechtstreeks pleiten voor een bepaalde opvatting noemt men argumenten-pro. Een schrijver moet in zijn betoog ook mogelijke contra-argumenten tegen zijn opvatting aanvoeren en zomogelijk weerleggen. Zo weerlegt hij bij voorbaat mogelijke bezwaren , hetgeen de overtuigingskracht ten goede komt. Sterker nog, een betoogschrijver die niet ingaat op mogelijke bezwaren tegen de verdedigde stelling, roept de schijn over zich af van eenzijdigheid, oppervlakkigheid en ongenuanceerdheid, waardoor niemand hem meer gelooft.
25
Opdracht 3. Het schrijven van een betoog U bent nu een tijdje aan het werk geweest met onderzoek naar de ontwikkeling van kweekvlees. Ongetwijfeld vent u erachter gekomen dat er verschillende meningen zijn over deze innovatie. De bedoeling van deze opdracht is deze meningen te verzamelen en door het schrijven van een kort betoog uw eigen mening te formuleren en te beargumenteren. Stappenplan voor het schrijven van een betoog 1. Ga brainstormen. Op een kladblaadje in kreetvorm noteren wat u weet en denkt over kweekvlees.. 2. Formuleer uw standpunt. (In feite: de conclusie) 3. Argumenten voor noteren. 4. Tegen argumenten noteren. 5. Formuleer de laatste alinea. (De conclusie) 6. Schrijf de kern van het verhaal 7. Verzin een titel. Inhoudelijke eisen Het betoog moet voldoen aan de volgende inhoudelijke eisen: -
Zorg voor een passende titel. De titel moet de lading dekken. Er zijn minimaal 3 voor- en 3 nadelen met betrekking tot kweekvlees in het betoog verwerkt. een inleidende passage met formulering van aandachtspunt en probleemstelling een middendeel waar de voor en nadelen uitééngezet worden. een conclusie waarin uw eigen mening geformuleerd wordt met bijbehorende argumenten. Het betoog mag een grootte hebben van maximaal 2 a4-tjes
Voor informatie en inspiratie: -
http://en.wikipedia.org/wiki/In_vitro_meat Klik op de button Essay
26
Blok 4; De evaluatie/discussie Duur van dit blok: 1,5 uur. Benodigde materialen: In het kort: In dit blok gaan we twee van de presentaties bekijken die zijn gemaakt tijdens de uitvoering van opdracht 2. Daarna volgt een discussie met als centraal thema: heeft kweekvlees een toekomst? Het geschreven betoog wat opgesteld is in blok 3 zal dienen als uitgangspunt voor deze discussie. De dag zal besloten worden met een korte evaluatie van de dag. Tijdschema blok 4 20.00 – 20.30 Presentatie van opdracht 2 20.30 – 21.15 Discussie; heeft kweekvlees een toekomst? 21.15 – 21.30 Evaluatie en afsluiting
Verloop van de les: Wijs twee duo’s aan om hun presentatie uit te voeren die ze gemaakt hebben bijopdracht 2. Door ze beoordelen aan de hand van de checklist die staat bij de beoordeling van opdracht krijg je inzicht of alle theorie aan bod is gekomen. Na de presentaties en de eventuele aanvulling van de begeleidend docent zal de dag beindigd worden met de discussie. Een korte handleiding en wat tips zijn hierna uitgewerkt. Tips voor het leiden van een discussie Zorg dat de studenten op de hoogte zijn van de inhoud. De studenten moeten van te voren op de hoogte zijn van de inhoud van de discussie. Zo kunnen de studenten zich beter voorbereiden. In deze cursus zijn de studenten voorbereid door middel het uitvoeren van opdracht 3; het schrijven van een betoog Licht de structuur van de discussie toe en bewaak deze Vertel welke punten er behandeld worden en in welke volgorde. Zorg ervoor dat de studenten niet meteen aan het discussiëren raken over de eerste de beste opmerking die bij iemand opkomt.
27
Zie er op toe dat de deelnemers goed meewerken aan de structuur van de discussie Houd de structuur van de discussie goed in de gaten. Als deelnemers zich niet aan de structuur houden, kan het zijn dat de discussie achteraf totaal nutteloos blijkt te zijn geweest. Efficiënt werken is niet alleen de verantwoordelijkheid van de discussieleider, maar ook van de studenten. Het heeft weinig zin om oplossingen voor te stellen als het probleem niet helder is. Ook is het niet handig om alternatieven voor een ontwerp te bedenken voordat de specificatie-eisen van het product zijn vastgesteld. Hieronder volgen een paar tips die kunnen helpen bij het vasthouden van de structuur: o
o
o
Als je merkt dat iemand erg afdwaalt, kun je als discussieleider het betoog selectief samenvatten. Je haalt de ter zake doende delen eruit en het overbodige laat je weg. Je kunt ook tegen het groepslid zeggen dat hij of zij afdwaalt. Een andere manier om afdwalingen te pareren is de spreker negeren en iemand anders het woord geven. Soms heb je groepsleden die erg lang van stof zijn. Houdt zo iemand lange, wollige verhalen, probeer het gehele dan kort samen te vatten en te verhelderen. Afkappen doe je als het echt niet anders meer kan. In situaties waarin iemand voorbarige opmerkingen maakt en op de structuur van de discussie vooruitloopt, dank je de spreker voor de opmerking. Hierbij geef je ook aan dat je er op terug zult komen.
Inventariseer de meningen van de deelnemers zorgvuldig Een discussieleider heeft de lastige taak alle genoemde ideeën en meningen te inventariseren en te ordenen. De volgende tips kunnen hierbij helpen: o
o o
o
Stel discussie uit (dit geldt alleen bij het inventariseren van de meningen.) Discussie rond of kritiek op het idee van een groepslid kan hem ervan weerhouden zijn zegje te doen. Zorg ervoor dat iedereen aan het woord komt. Dit kan door mensen aan te wijzen en het woord te geven. Noteer de ideeën die naar boven komen of zorg dat iemand van de aanwezigen notulen maakt. Het is overzichtelijk als bij de discussie een white-board of een flipover gebruikt wordt om alle meningen te inventariseren Probeer de ideeën te ordenen door dingen die bij elkaar horen bij elkaar te zetten
28
Ga goed om met meningsverschillen Als de verschillende ideeën, voorstellen, ontwerpen of oplossingen zijn geïnventariseerd en het tijd is voor discussie, kunnen er grote meningsverschillen ontstaan. Dit is niet vreemd, want vaak hebben de deelnemers hun eigen belangen, opvattingen en wensen. Hoe ga je met deze meningsverschillen om? o
Zorg dat alle partijen evenveel kans krijgen om hun standpunten en argumenten naar voren te brengen
Bewaak de sfeer en zie er op toe dat de studenten dit ook doen De sfeer van een discussie kan om verschillende redenen vervelend worden. Voorbeelden hiervan zijn: de discussie stokt, mensen durven of kunnen niet verder praten en er ontstaan stiltes. Dit kan je oplossen door vragen te stellen, positieve opmerkingen te maken of iets te doen in de sfeer van een leuke anekdote vertellen, voorstellen om even koffie te halen of een eenvoudige glimlach. Als de deelnemers niet serieus meedoen aan een discussie kan dit de sfeer verpesten. In zo'n situatie kun je even pauzeren. Als men te lang door is gegaan en de groepsleden echt melig zijn geworden of een beetje geirriteerd zijn geraakt, kun je hen motiveren door te wijzen op het belang van een serieuze aanpak. Je kunt ook als discussieleider je gevoelens uiten en vertellen hoe vervelend je het vindt dat niemand serieus meedoet. Als de sfeer verslechtert door het traag verlopen van de discussie, kun je gesloten vragen stellen en samenvattingen geven met daaraan gekoppeld een conclusie. Zorg dat de deelnemers aan de discussie elkaar genoeg ruimte geven om volop mee te doen Zorg dat de deelnemers naar elkaar luisteren en aandacht hebben voor elkaars standpunten, ideeën en gevoelens. Maak tegen het einde een goede samenvatting van de discussie Bespreek met de deelnemers het doel van de discussie. In hoeverre is dat bereikt? Wat is nog onduidelijk? Waar zijn we nu uitgekomen? Welke conclusie kan er worden getrokken?
29
Argumenteren In discussies is het belangrijk dat jij je mening of idee goed onderbouwt. Je kunt in principe iedereen van jouw standpunt overtuigen als je daar goede argumenten voor hebt. Maar soms is het moeilijk om die argumenten voor jezelf duidelijk te krijgen. Nog moeilijker is het om de argumenten van iemand anders goed te kunnen beoordelen. Argumenteertrucs Pas op voor: 1. Analogie redeneringen Als A eigenschap X heeft en B lijkt op A, dan heeft B ook eigenschap X. Bijvoorbeeld: "Het is maar goed ze niet met die vent getrouwd is. Hij lijkt op mijn leraar Nederlands en daar heeft ook geen vrouw het langer dan twee weken bij uitgehouden."
Waarin lijkt die vent op desbetreffende leraar Nederlands? En zijn het de eigenschappen die zij gemeen hebben die ervoor zorgen dat ze zich onuitstaanbaar gedragen t.o.v. vrouwen? 2. Retorische redeneringen Dit kan op vele manieren: Je dwingt de ander met argumenten te komen, terwijl je ze zelf ontwijkt, bijv. -
Leg mij maar eens uit wat er tegen is op... Het spreekt vanzelf dat...
Ironisch argumenteren of understatements doen, bijv. -
We moeten wel met deze innovatie verder: de dingen die die wetenschappers bedenken zijn zo ingenieus. Dat is geen onaardig idee!
30
Het "wij"- of "jij"-gebruik, bijv. “Internet is een vreemd medium. Je doet er vier jaar over om het een beetje te begrijpen.” Wie is 'je'? Bedoel jij 'jezelf' of is het echt waar dat 'men' er gemiddeld vier jaar over doet? Evident beargumenteren (vooral veel dingen die in het voordeel van het eigen standpunt zijn aanhalen en dingen die in het voordeel zijn van het standpunt van de ander weglaten), bijv. -
Kunst is veel boeiender dan wetenschap. Kunst schept, creëert; zij voegt iets toe aan wat al is. Kunst dringt door tot het wezen van mensen en de maatschappij. Kunt voelt. Je kunt er niet aan voorbij gaan. Wetenschap ontdoet de werkelijkheid van haar mysterie. Neem nou Karel Appel...
Ga bij argumenten altijd na of ze geldig (dus van toepassing op de kwestie) en juist (waar en volledig) zijn!!
31
Bronvermelding Gebruikte internetlinks http://www.thumpershollow.com/encyclopedia/K/Kweekvlees/ http://www.nrc.nl/dossiers/genetische_revolutie/genvoedsel/article100585.ece http://v3.espacenet.com/textdes?IDX=WO9931222&QPN=WO9931222 http://www.hedweb.com/animimag/invitro-culturedmeat.pdf http://www.studietips.leidenuniv.nl/schrijf1.html http://www.new-harvest.org/img/files/Edelman.pdf http://www.new-harvest.org/img/files/Invitro.pdf http://iwp.cs.utwente.nl/Vaardigheden/7-Discussie_leiden/Uitleg/uitleg.html http://www.rickscholtes.nl/Teksten/Vegatopische%20toekomstindustrie.htm http://igitur-archive.library.uu.nl/vet/2005-0907-200214/Sultan-1-2001.pdf http://en.wikipedia.org/wiki/In_vitro_meat Gebruikte literatuur Coachen en leerprocessen Willem Verhoeven en Huib Verhage ISBN: 90-75353-20-0 Het onderwijsleerproces in de educatie en beroepsonders Uitgave Fontys Hogeschool Leren in de BVE Eindredactie: Kitty den Boogert en Joke Wagenaar CINOP ‘s-Hertogenbosch, mei 99
32