Docent als Coach
Integratie opdracht
door A.M.G.Kops Studentnummer 50632052
Inhoud 1.0
Voorwoord................................................................................................................................... 3
2.0
Opdracht omschrijving integratie opdracht ............................................................................... 4
3.0
Safe attachment .......................................................................................................................... 6
4.0
Coachinstrumenten ..................................................................................................................... 9
5.0
Gemeenschappelijk theoretisch kader...................................................................................... 12
6.0
Analyse van eigen gedrag aan de hand van de TA .................................................................... 13
7.0
Samenvatting ............................................................................................................................ 15
8.0
Literatuur ................................................................................................................................... 15
Bijlage 1
Coachcontract.................................................................................................................... 16
Bijlage 2
Toelichting coachee voor Floor en de klas ........................................................................ 17
Bijlage 3
Gesprekken coachee ......................................................................................................... 18
Bijlage 4
Stappenplan en matrix coachees ...................................................................................... 19
2
1.0
Voorwoord
Sinds 2010 geef ik les op een praktijkschool. Waar ik begon als onderwijs assistent in Hoofddorp op praktijkschool Koningin Emma ben ik nu als docent techniek voor vier dagen in de week werkzaam op praktijkschool de Viaan in Alkmaar. In Hoofddorp was ik duo mentor van een klas en dit jaar ben ik schaduw mentor van klas 1B. Ik geef les aan alle eerste en tweede klassen die techniek en handvaardigheid krijgen. Het verschil in deze rol is aanzienlijk, waar ik voorheen in Hoofddorp veel meer coaching gesprekken voerde met leerlingen en een goed duo team was met de mentor waarin de taken goed verdeeld waren, beschouw ik mijn rol als schaduw mentor op de huidige manier als nihil. De mentor voert over het algemeen de gesprekken met de leerlingen. Ik vind dit persoonlijk vervelend omdat ik niet goed op de hoogte ben wat er precies speelt in de klas. De rol van de schaduwmentor is op dit moment het begeleiden van excursies en het visiteren van een aantal huisbezoeken. Hopelijk komt hier volgend jaar verandering in. Het management team heeft al aangegeven dat ook de praktijkdocenten meer invloed zouden moeten krijgen op het ontwikkelingsproces van de leerling. Dit jaar hoop ik mijn opleiding Mens en Technologie af te ronden en de minor Docent als Coach. Voor de coachtrajecten die ik in het kader van de minor doe, heb ik het management team en de mentoren ingelicht om de juiste coachees te vinden. Dit was niet eenvoudig omdat de meeste leerlingen dusdanige problematische bagage hebben waar ik mij als coach niet in wil mengen. Na goed overleg zijn hier twee leerlingen uitgerold, Pawel en Stella om het coachtraject mee te beginnen. Ik heb mij verdiept in hun verleden door middel van gebruik te maken van magister en gesprekken te voeren met de mentoren. Voor het gemak noem ik mijn leerlingen coachee en waar “zijn “ staat mag ook “haar” worden gelezen. Middels twee coachtrajecten en deze integratieopdracht met ondersteunende literatuur probeer ik mijn persoonlijke ontwikkeling te onderbouwen als docent als coach.
3
2.0
Opdracht omschrijving integratie opdracht
Middels deze opdracht laat je zien dat je kunt denken en handelen als een coach. De opdracht geeft je de gelegenheid om de volgende elementen tot hun recht te laten komen: Analyse van de problematiek / doel van de coaching Gehanteerde coach-instrumenten Elementen TA voor zelfreflectie
Beschrijf aan de hand van de coachtrajecten die je deed in het kader van de minor hoe jij werkte aan de hieronder genoemde onderdelen. Het gaat er om dat jij de verbinding legt tussen jouw praktijkervaringen en jouw inzichten die je ontleent aan literatuur die jij van betekenis vindt. Maak in de beantwoording van de vragen steeds gebruik van relevante vakliteratuur. Het ligt voor de hand dat je de literatuur vooral gebruikt voor de definitie van de begrippen zodat jij en je lezer weten waarover je het precies hebt. Je leest je in en maakt dan een koppeling tussen literatuur en dat wat je daadwerkelijk hebt gedaan. Kernbegrippen in dit werk zijn: echtheid en diepgang. Naast het boek Strategisch Coachen van Maarten van Kouwenhoven heb je minimaal twee andere bronnen geraadpleegd. 1. Safe attachment (binnen de context van coaching, je kunt ook zoeken op veilige relatie oid.). Je zoekt op wat ermee bedoeld wordt (Staat in Kouwenhoven, 2007. Het is ook terug te vinden in de uitgangspunten van de TA en andere literatuur). Vervolgens geef je aan hoe je hiervoor hebt gezorgd, hoe je merkte dat het er (niet) was, waar je tevreden over bent en wat er beter kan. a. Wat is Safe Attachment (Of wat is veiligheid in de coachrelatie) b. Hoe heb je ervoor gezorgd (Wat heb je gedaan?) c. Hoe merkte je dat het er (niet) was, waar was je tevreden over en wat kan er beter? 2. Strategie: hoe je werkte met een strategie binnen de coaching? Als je gaat uitleggen welke strategie je hebt gebruikt zorg je ervoor dat je onderbouwing vindt voor je strategie. Dat kan bijvoorbeeld met behulp van de TA, maar ook vanuit een andere theorie uit de psychologie. a. Wat was het (een) coachdoel? (Eventueel: wat was exact het probleem, waar of hoe ging het mis?) b. Welke strategie had je hiervoor bedacht? (verwijs naar literatuur) c. Hoe heb je daar aan gewerkt? (in hoeverre lukte het?) 3. Coachinstrumenten: hoe jij paste jij welke coachinstrumenten toe? a. beschrijf minimaal twee instrumenten die je hebt toegepast. b. Wat deed je en hoe pakte dat uit? c. Welke effecten had dat volgens jou voor je coachee, voor jou en voor de relatie? 4. Gemeenschappelijk theoretisch kader: hoe jij werkte aan een gemeenschappelijk theoretisch kader en waaruit je dat hebt geleend. Hieronder valt ook het ontstaan van begrippen die vooral binnen de coaching betekenis hebben. Je kunt bijvoorbeeld op een bepaald moment aan de coachee uitleggen dat hij of zij steeds in de Dramadriehoek terecht komt. Dit wordt dan onderdeel van jullie gezamenlijke taal. Je hoeft geen gebruik te maken van TA. a. Hoe deed je dat? Geef twee voorbeelden. Koppel dit aan relevante 4
literatuur. b. Hoe merkte je dat dit doorwerkte voor je coachee? c. Als je terugkijkt, wat is dan een aandachtspunt voor jezelf? 5. Analyse van eigen gedrag aan de hand van de TA: Neem twee modellen uit de TA en analyseer je eigen coachgedrag hiermee. Voorbeelden zijn: Egotoestanden Functioneel model, soorten Transacties, Strooks, Ego-toestanden Structureel model, Rubberbands, Tijdsstructurering / Spellen spelen, Script, Injuncties, contrainjuncties, Drivers, Scriptproces, permisses, allowers, Miskenningen, Impassen, Levensposities (ok-vierkant), Scriptmatrix, Miniscipt, Racketsysteem en Dramadriehoek. a. Benoem minstens twee modellen b. Analyseer je eigen coachgedrag aan de hand van beide modellen. c. Welke inzichten leverde dit op? 6. Samenvatting: Sluit je werk af met een samenvatting. Hierin benoem je dat je het verslag hebt geschreven en geef je aan wat de belangrijkste punten zijn die je leerde tijdens het schrijven van deze opdracht. Benoem minimaal 3 punten. 7. Zowel je literatuurlijst als je verwijzingen zijn volgens APA-regels. Vorm: ‐ Schutblad met de titel van de opdracht en je studentgegevens. Geen plaatjes. ‐ Eventueel een voorwoord ‐ Inhoudsopgave gemaakt met MSWord / Headings (Zie bijv. www.youtube.com voor instructievideo’s) ‐ Paginanummers ‐ Kopjes zoals je die kunt opmaken uit de opdracht. ‐ Maximale lengte: 15 pagina’s. Het werk wordt niet nagekeken als verwijzingen ontbreken of de vorm waarin je je werk presenteert afwijkt van de richtlijnen. Beoordeling vindt plaats op basis van de volgende richtlijnen: Verzorging: • Voorblad zonder plaatjes • Paginanummers • Inhoudsopgave in MS-Word • Taalfouten • APA stijl Inhoud: • Volledigheid (Alle punten behandeld) • Gebruik van literatuur • Je laat zien dat je verbindingen kunt leggen tussen eigen ervaringen, literatuur en inzichten voor de toekomst.
5
3.0
Safe attachment
Tijdens mijn coachtrajecten heb ik gebruik gemaakt van het handboek van Maarten Kouwenhoven (2007), Strategisch coachen. Bij strategisch coachen gaat men ervan uit dat een goed coachtraject moet voldoen aan een aantal voorwaarden. Een van de voorwaarden voor strategisch coachen is een safe attachment. Een attachment is een behoefte, een oerdrang, van mensen en dieren om zich aan elkaar te hechten. Als deze veilige hechting tot stand is gekomen spreekt men van een safe attachment. Deze veilige hechting ontstaat in fasen. Deze theorie komt ook terug in een coachtraject. Op het moment dat er tussen de coach en de coachee een veilig gevoel aanwezig is dan spreken we over een safe attachment. Dit veilige gevoel is belangrijk voor de coach en de coachee om de coachingsgesprekken te voeren. Als deze attachment er niet is, spreken we van non-attachment. Dit kan leiden naar verzuim tot zelfs geheel afhaken van de coachee of coach. (Kouwenhoven 2007). Hoe heb ik voor een safe attachment gezorgd? De manier waarop deze veiligheid gecreëerd kan worden is, door als coach consistent gedrag te vertonen, waardoor je voorspelbaar wordt voor je coachee. Ik heb dit gedaan om duidelijkheid en structuur te bieden aan mijn coachee. Dit geldt volgens mij in het algemeen voor leerlingen in het praktijkonderwijs. Ik heb daarom samen met mijn coachee een coachcontract geformuleerd. (bijlage 1) In dit contract staan alle spelregels duidelijk geformuleerd, de tijd, de dag en het aantal gesprekken. Ik heb er ook bewust voor gekozen om de locatie van de gesprekken niet in mijn technieklokaal te voeren maar in een gesprekskamer die speciaal is ingericht om vertrouwelijke gesprekken te voeren zonder dat we gestoord worden. In mijn gesprekken probeer ik ook een duidelijke structuur aan te bieden door aan het begin van elk gesprek (dezelfde) vragen te stellen 1. Wat heb je van het vorige gesprek toegepast en wat is het resultaat? 2. Wat wil je het komende uur aan de orde stellen? Door deze vragen aan mijn coachee te stellen geef ik een start aan ons coachingsgesprek en beschouw ik dit als een goede manier om het daadwerkelijke coachingsgesprek te beginnen. Om mijn coachee op zijn gemak te stellen heb ik het namelijk eerst over de koetjes en de kalfjes en laat ik altijd duidelijk horen dat ik het fijn vind dat hij er weer is. Door in het gesprek positieve strooks te geven “Wat fijn dat je er bent” “Wat goed dat je een oplossing hebt verzonnen” groeit het vertrouwen maar ook de erkenning van mijn coachee. Ik heb het gevoel gekregen dat mijn gesprekken met mijn coachee als vertrouwd en veilig voelen, er heerst een ontspannen sfeer en er is tijd voor een praatje. Wat ook helpt is om de coachee iets te drinken aan te bieden, hierdoor heeft de coachee even de tijd om tot rust te komen en zichzelf op zijn gemak te voelen. Ik ben tevreden over de veiligheid waarmee we de gesprekken hebben gevoerd. De coachee is zich daar ook van bewust en gaf al aan tijdens ons vierde gesprek dat hij het jammer vond dat we nog maar één gesprek te voeren hadden. Dit geeft mij een goed gevoel, ik ben me er ook van bewust dat deze situatie uitzonderlijk is voor onze leerlingen omdat ik echt de tijd voor hem neem, ook al duren de gesprekken twintig minuten. De klik die ik met mijn coachee heb opgebouwd is goed, hij krijgt eindelijk positieve strooks van een volwassen persoon. Ieder mens heeft daar behoefte aan. Volgens Maslow (Rigter, 1996) heeft de mens behoefte aan waardering en respect. Ieder mens wil bewonderd worden en erkenning krijgen voor wat hij doet of om wat hij is. In het geval van Pawel waarin zijn thuissituatie niet rooskleurig is, vind ik dit juist die waardering heel belangrijk. Ook heb ik in elk gesprek aangegeven dat deze gesprekken vertrouwelijk waren. 6
Zijn mentor heeft mij gevraagd om deze gesprekken op magister te zetten maar ik heb haar uitgelegd hier niet voor te kiezen. Ik wil dit graag tussen mij en de coachee houden. Een van de kenmerken van een goede vertrouwensrelatie is dat je vertrouwen hebt in elkaar: voldoende onderlinge veiligheid en geloofwaardigheid. Ik bouw vooral in de eerste gesprekken een relatie met hem eerder op door aandacht te geven en te luisteren naar hem en zijn vragen, dan de nadruk te leggen op de aanpak. (Konig, 1995) Ik heb gemerkt dat hij die aandacht en dat luisterende oor van een volwassen persoon waardeert en niet gewend is. Gezien zijn omstandigheden waarin heel veel negatieve ervaring wordt opgedaan probeer ik hem aan te spreken en complimenten te geven op de oplossingen die hij zelf heeft bedacht. Toch wil ik mezelf daar nog meer in trainen om een meerdere complimenten te geven in de vaak kleine succeservaringen die de coachees hebben. Als ik de videobeelden terugkijk is er bij beide coachees een safe attachment aanwezig. Strategie Volgens Kouwenhoven (2007) is een strategie een stappenplan om van A naar B te komen. Deze strategie is gebaseerd op een visie. Een visie is een opvatting wat we in ons leven nastrevenswaardig vinden. Daarbij zijn de volgende vragen van belang; - Waar sta ik? - Waar wil ik naartoe? - Hoe ga ik dat doen? Wat is het coachdoel? Vreemd genoeg hadden beide coachees een probleem met hun huiswerk. Pawel vergat zijn huiswerk van huis mee te nemen naar school. Hij wilde een manier vinden om zijn huiswerk op school te krijgen. In het verleden is hier veel mee en aan gewerkt, zo stond het beschreven in zijn logboek. Een korte beschrijving over zijn thuis situatie staat beschreven in bijlage 2, deze heb ik gebruikt om mijn video toe te lichten die ik tijdens de sessie van Floor heb laten zien. Pawel heeft vaak moeite met organiseren van activiteiten en taken. Hij vermijdt zeer vaak taken die een langere inspanning vergen. Volgens zijn mentor maakt hij zijn huiswerk wel maar vergeet hij het huiswerk steeds maar mee te nemen. Vorig jaar was dit ook al een probleem. Pawel is zich bewust van zijn probleem maar komt niet in beweging tot actie of eigen oplossing. Stella stelde andere prioriteiten voorop om vooral maar niet haar huiswerk te maken of op het laatste moment. Zij wilde handvatten vinden om haar huiswerk beter te kunnen plannen en op tijd te maken. Kort samengevat, de doelen waren; - in het bezit zijn van zijn huiswerk op school - huiswerk thuis op een dusdanige en duidelijke manier inplannen. Welke strategie had ik hiervoor bedacht en hoe heb ik daar aan gewerkt? Om de autonomie van de coachee te bevorderen heb ik in beide gevallen gecoacht op individueel niveau. Dit heb ik gedaan om hun eigen talenten en vaardigheden te ontwikkelen die nodig zijn voor het uitoefenen van taken en verantwoordelijkheid. Doelgericht denken vergroot de autonomie. Dit wil zeggen dat je in staat bent zelfstandig te functioneren.
7
Bij “doelgericht’ ligt het accent vooral op waar je heen wilt, bij ‘probleemgericht’ ben je vooral gericht op waar je vanaf wilt. Doelgericht denken is effectiever dan probleemgericht denken. Het doel van coachen is autonomie. Dit kun je bereiken op twee manieren: 1. Ontwikkeling op de mens-as (contact) Gericht op welzijn en communicatieve vaardigheden. 2. Ontwikkeling op de taak-as (contract) Gericht op taakgerichte vaardigheden. (Kouwenhoven 2007)
Hoewel de doelen niet precies hetzelfde waren heb ik bij de coachees wel dezelfde strategie toegepast. Dit heb ik gedaan door gebruik te maken van de coachmatrix.
Door de feiten eerst te inventariseren en vervolgens de bijhorende gevoelens te achterhalen heeft Pawel een positief doel weten te formuleren. Als laatste komt het opzetten van een actieplan aan bod. Hier gaan we een aantal dingen uitproberen om het doel te kunnen bereiken. Dit is een vicieuze cirkel die ik steeds laat terugkomen in het coachgesprek . Hierdoor werd ik als coach voorspelbaar. Bij Stella heb ik langer op haar gevoel (de mensas) gecoacht. Door gebruik te maken van de vier deurtjes kwam ik er uiteindelijk achter dat ze er een ontzettend schuldgevoel van kreeg dat ze haar huiswerk uitstelde. Op het moment dat ze haar “leuke dingen” aan het doen was, dacht ze aan haar huiswerk en had ze daar echt een rotgevoel over zodat ook de “leuke dingen” minder leuk en prettig voor haar waren. Bij haar heb ik langer op de mens-as en op emotioneel niveau gecoacht.
De mens-as gaat immers voor de taak-as. De strategie van coachen is erop gericht om blokkades op beide assen op te heffen, de valkuilen te vermijden en de taken te leren om de ontwikkeling te bevorderen.(Kouwenhoven 2007) Bij aanvang van de coachtrajecten was er dan ook duidelijk een verschil, Stella was onbewust onbekwaam - op de mens as; zij weet niet wat zij wil, voelt zich onveilig, denkt negatief en wacht af
8
- op de taak as; zij is zich niet bewust van feiten en problemen, stelt zich geen doelen en onderneemt geen actie. Pawel was daarentegen, zoals ik al eerder schreef, zich bewust van zijn probleem, dit speelde al jaren. Kouwenhoven (2007) omschrijft deze coachee als bewust bekwaam Op de taak-as ; hij is zich bewust van de feiten, realiseert zich welke problemen hij wel en niet kan oplossen, kiest zijn doelen en bedenkt bijpassende acties. Pawel heb ik vooral gecoacht op de bijpassende acties. Om de gelijkwaardigheid van zowel mij en de coachee zo goed mogelijk te waarborgen heb ik dan ook een coachcontract gemaakt. Hierin staat (voor hem) begrijpelijke taal wat er verwacht wordt. Er zijn verschillende stappen die we doorlopen in ons gesprek In welke situatie zit je en hoe komt dat? Wat is jou probleem? Welke doelen (oplossingen) heb je gesteld? Welke actie ga jij uitvoeren om je huiswerk niet meer te vergeten. Ik moet eerlijkheidshalve zeggen dat deze strategie en de structuur die ik trachtte te bieden in de coachingsgeprekken ook voor mij een eye- opener waren. Als techniek docent ben je toch geneigd om “problemen op te lossen” bij storingen van technische apparaten of machines. Deze manier van handelen en denken was niet geheel nieuw voor mij maar ik kwam er opnieuw achter hoe effectief doelgericht denken is. Beide coachees kwamen zelf met een oplossing. (bijlage 4) Stella had voor zichzelf een stappenplan gemaakt als geheugensteun hoe ze haar huiswerk het beste aan kon pakken. Pawel heeft op zijn kamer een bord hangen waar hij met grote huiswerk op heeft geschreven “Huiswerk meenemen”. Bij beide coachees was er zowel een ontwikkeling te zien op de taak-as als de mens-as.
4.0
Coachinstrumenten
Zoals ik hierboven al heb beschreven heb ik de coachmatrix toegepast. Afgezien dat ik de hierboven vicieuze cirkel al heb omschreven, vond ik vooral belangrijk om met de coachee feedforward gericht te denken. Kouwenhoven (2007) omschrijft dit als volgt; Denken in de coachmatrix In de coachmatrix hebben we vier vormen van denken: Denken op de bovenstroom Denken op de onderstroom Feedbackgericht denken Feedforwardgericht denken Denken op de boven en onderstroom De bovenstroom is vergelijkbaar met het puntje van een ijsberg. De bovenkant zijn we het eerst maar onder het water speelt er zich nog veel meer af. Mensen met weinig tijd zijn geneigd om van 1 naar 4 te gaan. De coach kan van nut zijn om 2 en 3 bij een gecoachte in beeld te krijgen en onderliggende problemen op te lossen. Feedbackgericht denken: stap 1 en 2 Bij feedbackgericht denken stel je de vraag: wat kan er fout gaan en hoe kan ik dit voorkomen? Je gedrag is gericht op veiligheid en continuïteit, controle en onverwachte
9
wendingen uitsluiten. (angst gedreven) Deze mensen gebruiken voornamelijk de logische hemisfeer en hebben vaak een controlerende functie. Keerzijde hiervan is dat je geen ruimte maakt om te ontdekken en niet leert van je fouten. Bij een feedback gerichte coachee kan je de autonomie bevorderen door vragen te stellen die feedforward gericht zijn; naar doelen en acties Feedforwardgericht denken: stap 3 en 4 Bij feedforward gericht denken wordt er niet zozeer gekeken naar goed of fout, maar op basis van hoe het doel kan worden bereikt. Ze willen ergens naartoe, iets bereiken en nieuwe ervaringen opdoen. Bij dit type denken wint nieuwsgierigheid het van angst. Feedforward gerichte mensen vinden feedbackgerichte mensen vaak een remmende factor. Zij denken voornamelijk met de beeldende hemisfeer. Bij feedforward gerichte mensen kan de maturity worden bevorderd door feedbackgerichte vragen te stellen. We proberen een balans te vinden tussen feedback en feedforward. Deze stap is voor feedbackgerichte mensen vaak moeilijk zeker wanneer zij zich onveilig voelen. Wat deed je en hoe pakte dat uit? Vooral bij Pawel heb ik hier heel erg mee gewerkt, oplossingsgericht coachen en feedforward gericht zijn i.p.v. deze coachee weer te wijzen op zijn problemen die hij elke dag hoort en moet meemaken. Helaas kon Pawel op sommige van mijn gestelde vragen geen antwoord geven of hij begreep de vraag überhaupt niet. Bijvoorbeeld op de tovervraag “Pawel, als je kon toveren wat zou voor jou een ideale situatie zijn?” Hierop antwoordde hij; “Dan zou ik prof voetballer willen worden” Moeilijk om dan min lachen in te houden hoor! Dat was natuurlijk met zijn lage IQ en zijn taalachterstand soms best lastig. Wat wel heel erg goed bij hem werkte was de matrix visueel te maken en hem in te laten vullen. Dit moest ik uiteraard wel toelichten. De locatie van de coach gesprekken heb ik bewust niet in mijn eigen lokaal gevoerd. Wij hebben een spreekkamer die hiervoor perfect is ingericht, er staan stoelen die zo zijn gepositioneerd dat ik mijn coachee naast mij heb zitten i.p.v. tegenover mij. Alle gesprekken die ik met hem heb gevoerd zijn opgenomen met een video. Ik vond deze instrumenten prettig om een goed coach gesprek te laten verlopen maar ook om de gesprekken daarna weer terug te zien en er een goede reflectie te geven die ik mee kon nemen naar het volgende gesprek. Vooral de actiedeur moest bij Pawel open gezet worden en ik heb mij daar heel erg op gefocust. Een ander coach instrument wat ik heb toegepast is om hem zelf in te schalen. Hij gaf aan dat hij op het begin van de gesprekken op het cijfer 6 stond en op het eind op cijfer 8. Welke effecten had dat volgens jou voor je coachee, voor jou en voor de relatie? Het is van belang om vooral het positieve eruit te halen en daarmee verder te gaan. Voor Pawel was dit een verademing, hij krijgt van huis uit niet veel positieve input en wordt eigenlijk alleen op zijn fouten gewezen. Zijn vader heeft hem zelfs beloofd om eerst 20 kilo af te vallen, alvorens hij op een voetbalclub mocht gaan. Pawel heeft mij tijdens de gesprekken maar ook ervoor en erna hele persoonlijke nare dingen verteld waarvan zijn mentor niet op de hoogte is. Het scribt waar hij eigenlijk nog steeds inzit zou ik niet graag mee willen maken. Bovendien heeft hij een hele slechte relatie met zijn moeder; “Ik haat deze vrouw” zijn wel grote uitspraken waarin ik me als vrouw ook voel aangesproken hoe dit nou komt en zit. Op het moment dat we niet meer over het doel spraken heb ik ook de echte Pawel leren kennen waarin hij in een ontzettende dramadriehoek in zijn thuis situatie verzeild is geraakt. Ik ben daar niet teveel op ingegaan. Wel had ik door dat onze egoposities op dat moment veranderde. Hij kwam al heel snel in de slachtofferrol terwijl ik me niet als redder wilde opstellen maar hem als een volwassene bleef
10
aanpreken en gebruik wilde maken van de schakelbak. Samen met de aanklagersrol vormen deze drie rollen samen de dramadriehoek. Om uit deze dramadriehoek te komen kun je gebruik maken van de schakelbak. Volgens Kouwenhoven (2007) bestaat de schakelbak uit 4 versnellingen; 1. Positief aansluiten (contact sleutel) Contact-as (mens) 2. Vragen stellen 3. Samenvatten 4. Eigen mening geven Contract-as (Taak) Effectieve kruistransactie: Een transactie is een uitwisseling in communicatie en is gerelateerd aan ego posities vanuit de TA. Wanneer ik vanuit mijn de ouder posities een vraag stel gericht op de kind positie van de ander en ik krijg een respons die ook vanuit het kind komt, dan is er sprake van een complementaire transactie. Wanneer ik niet meer vanuit de ouder maar vanuit de volwassene een vraag stel gericht op de volwassene positie van de ander en er wordt vervolgens vanuit de volwassene gereageerd, dan is er sprake van en kruistransactie. (Stewart & Joines, 2012). Kruistransactie Positieve aansluiting kan weergegeven worden met twee parallelle lijnen tussen Ouder en Kind. Daarna kan de coach overgaan tot een zogenoemde kruistransactie; De coach spreekt de coachee aan als volwassene door vragen te stellen (2de versnelling) De coachee moet gaan kiezen of meegaan, of in het oude patroon terug vallen. Als de coachee antwoord als volwassene is de kruistransactie geslaagd. De coach kan nu gaan samenvatten (3de versnelling) om de volwassene te vergrendelen, pas hiermee op, want de kans is groot dat hij doorschiet naar het kind als je dit gevoelsmatig samenvat. Als de coachee als VOLWASSENE is vergrendeld kan worden over gegaan naar de 4de versnelling.
Om hem als volwassene te versterken ben ik al snel geneigd om te zeggen wat hij moet doen, deze situatie heb ik constant in het oog gehouden om dit vooral niet te doen. Door onder andere deze instrumenten te gebruiken heb ik wel het gevoel dat onze relatie veel beter is geworden tijdens de coach gesprekken. In de laatste video is dit ook duidelijk te horen. Hij vraagt /smeekt om nog een gesprek die ik in overleg met hem over 3 weken plaats zal laten vinden.
11
5.0
Gemeenschappelijk theoretisch kader
Ik heb hierboven beschreven met welk gemeenschappelijk theoretisch kader ik gebruik heb gemaakt en hoe ik dit toepaste op mijn coachee. Mijn theoretische kader komt voornamelijk uit het handboek strategisch coachen van Kouwenhoven (2007). Tevens heb ik het leerboek transactionele analyse van Thunnissen & de Graaf (2013) en het boek Transactionele analyse het handboek van Stewart & Joines (2012) geraadpleegd. Hoe merkte je dat dit doorwerkte voor je coachee? Door duidelijke afspraken en spelregels van te voren op te stellen werd ik voor mijn coachee voorspelbaar. Dit gaf rust en veiligheid in de gesprekken die we met elkaar voerden. Alhoewel onze leerlingen coachingsgesprekken krijgen was de rol die ik bekleefde anders dan zijn mentor. De mentor voert normaal gesproken ook de coachinggesprekken en dit is eigenlijk een beetje scheef. Dit heeft hij mij ook verteld en hij ervaart deze verhouding als veel prettiger. Hij vond het jammer dat ons laatste gesprek ten einde was en vroeg wanneer we elkaar dan nog zouden spreken? Ik heb met hem afgesproken om na 3 weken weer een gesprek te voeren. Hij verwoorde het heel mooi door tijdens onze gesptrekken te zeggen “U laat mij wel heel veel nadenken over mijn problemen” dat is nu natuurlijk een heerlijke manier om als coach te ondervinden dat de boodschap is aangekomen en dat ik door een theoretisch kader te scheppen een bepaalde tactiek ontwikkel waarin ook nog resultaat wordt geboekt. Als je terugkijkt, wat is dan een aandachtspunt voor jezelf? Ik neem deze strategieën en tactieken zeker mee in alle volgende gesprekken die ik ga voeren. Maar ook in mijn thuissituatie merk ik dat ik sneller dingen samenvat, doorvraag en goed probeer te luisteren naar mijn kinderen. Als er iets is wat ik veel heb geoefend is het wel `luisteren`en `stiltes laten vallen` Een aandachtpunt voor mezelf is deze instrumenten systematisch op een rijtje wil zetten. Ik wil de matrix vooral op het digiboard gaan gebruiken voor de volgende sessies zodat leerlingen dit duidelijk zien en handmatig kunnen aanvullen. Nu was ik het die wel de vraag vroeg en toelichtte maar door het vaak onduidelijke handschrift van de coachee zelf opschreef. Alle tips en trucs die ik tijdens de lessen van Floor heb gezien en gehoord wil ik vasthouden en toepassen en net als mijn voorbereidend werk die ik toepas in mijn “normale technieklessen” gebaseerd op het boek van Ebbens en Ettekoven (2009) Hierin heb ik elke les een vast patroon voordat de les begint. Het heeft te maken met de vijf dimensies maar ook met een instructiemodel (ADIM) wat schoolbreed nu toegepast wordt. Het zou mooi zijn als alle docenten zo’n format gaan gebruiken en deze wil ik nog netjes gaan uitwerken voor mijn coach gesprekken. Ik hoop dat dit ook naar voren komt uit de workshop die ik deze week ga houden met mijn collega’s dat over coachen gaat. Wat ik ook in de evaluatie en afsluiting van de gesprekken mis is een reflectie van de coachee. Alhoewel de coachee de evaluatie wel mondeling kan toelichten is het denk ik wenselijk om dit ook schriftelijk door de coachee vast te laten leggen. Op deze manier maak je het voor de coachee ook duidelijk dat de sessie is afgesloten en er eventueel een tweede sessie mogelijk is. Op deze manier kan ik als coach duidelijk zien of de boodschap is overgekomen.
.
12
6.0
Analyse van eigen gedrag aan de hand van de TA
Noem twee modellen uit de TA In het begin van de minor “Docent als Coach”, begreep ik niet zo goed hoe ik de theorie van de TA moest toepassen op mezelf of anderen. Nu ik een half jaar verder ben kom ik erachter dat er door observatie en luisteren toch meerdere modellen aan bod zijn gekomen. Hierboven beschrijf ik al een aantal modellen maar ik zal hieronder twee modellen toelichten en hoe ik er als coach mee ben omgegaan. De transactionele analyse Volgens Kouwenhoven (2007) gaat de Transactionele Analyse (TA) over een persoonlijkheidstheorie en een communicatiemodel met heldere, overdraagbare begrippen waarin de ontwikkeling, zorg en respect voor mensen centraal staat. TA gaat dus over - persoonlijkheid (Ouder, Volwassen, Kind) - communicatie - ontwikkeling Uitgangspunten van TA - ieder mens is o.k - iedereen heeft het vermogen om te denken - bepalen hun lot d.m.v. besluiten Volgens Eric Berne (grondlegger van de TA) trekt ieder mens al vroeg in zijn leven conclusies over zichzelf, anderen en de wereld om hen heen. Deze conclusies kunnen leiden tot besluiten naar aanleiding van een sleutelbelevenis waarin de conclusies worden bevestigd. Hij maakt onderscheidt tussen drie persoonlijkheden waaruit mensen voelen, denken en handelen; 1. de ouder; hierbij reageren we zoals we onze opvoeders/ouders hebben zien doen 2. de volwassene; waarbij we logisch en realistisch reageren 3. het kind; waarbij we denken, voelen en doen zoals we vroeger deden als kind Berne gebruikt deze theorie om de coachee zich bewust te maken van hun keuzemogelijkheden, in iedere situatie kan de coachee reageren op deze drie manieren. Vanuit het kind, volwassene of ouder. Ieder mens bevindt zich elk moment van de dag in een deze drie egoposities. Geen van deze zijn goed of slecht. Het gaat erom dat er een balans is tussen de drie posities en dat je een keuze kunt maken die binnen de situatie het meest adequaat is.
13
Waar het in de gesprekken vooral om draaide is het herkennen van diverse egoposities en de daarbij geleerde coach interventies. TA is zoals ik al eerder heb beschreven, geen makkelijk onderwerp. Door deze posities te oefenen en door ze te herkennen in de coachgesprekken maar ook zeker in mijn privé situaties kwam ik erachter hoe interessant deze eigenlijk zijn, dit heb ik als erg leerzaam ervaren. Ik heb er veel aan gehad en kan nu veel beter de ego posities herkennen waarin iemand zit en er ook naar handelen. Egoposities zijn te herkennen aan: - woorden en zinnen - intonatie - houding, mimiek, gebaren - de soort relaties die de persoon met anderen aangaat Zowel op school als thuis zijn er hierdoor veel situaties duidelijker geworden. Dagelijks maak ik er gebruik van, zowel met mijn leerlingen als met mijn eigen kinderen. Transacties Omdat ik, zoals hierboven omschreven heb, bewust bezig ben geweest met de ego-posities, lijkt het me vanzelfsprekend dat ik ook met transacties in de weer ben geweest. Ik heb voornamelijk geprobeerd om in situaties waar de coachee en ik vast liepen bewust te worden van welke transacties we zaren. Dit deed ik zodat ik de coachee, door het gebruik te maken van deze transacties bewust kon maken van een eventueel onderontwikkelde ego-positie. Om de coachee zelf tot een logische conclusie te laten komen spreek ik hem aan als volwassene. Ook in thuissituaties moet ik hiervoor waken niet al te snel mijn mening direct te geven. Bij mijn oudste kind probeer ik eerst begrip te tonen door een complimentaire ouder – kind transactie te hanteren en vervolgens een kruistransactie proberen te creëren door mijn vraagstelling te richten op de volwassene. Mede door het volgen van deze minor ben ik me er veel meer van bewust hoe ik deze communicatiemodellen kan gebruiken en die transacties tot stand kan brengen. Ik kies zelf uit welke egopositie ik wil reageren en kan mijn gedrag dusdanig aanpassen om een respons uit een van de egoposities van de ander uit te lokken. Ik vind het mooi om hiermee nu dagelijks mee te mogen spelen en te oefenen.
14
7.0
Samenvatting
Wat me het meest is opgevallen aan deze minor is dat zowel Floor als David in het eerste semester ontzettend veel gereedschappen aanreikten die mij kunnen helpen om betere gesprekken te voeren. Ik had wel het idee dat mijn gereedschapskist behoorlijk vol was geraakt en wist nog niet zo goed hoe ik in de praktijk kon uitvoeren. Het valt me nu op, ook wanneer ik deze samenvatting weer schrijf dat ik me bewuster wordt van verschillende theorieën. Dit is heeft niet zozeer te maken met de gesprekken die ik voer, maar ook gesprekken die ik hoor in vergaderingen en van medemensen. Het herkennen van deze theorieën vind ik al een groot voordeel. Coachen is vooral luisteren en observeren ben ik al snel achter gekomen tijdens het volgen van deze minor. Het toepassen van de vijf gespreksfasen wil ik zeker meenemen voor alle volgende gesprekken. Wat ik vooral heel erg belangrijk vond in de gesprekken was de safe attachment. Uit de feedback van mijn mede leerlingen die mijn videogesprek hebben gezien vind ik dat ik nog meer positieve strooks kan uitdelen om de coachee op zijn gemak te stellen. Dit is nog een verbeterpunt om de kleine stapjes die de coachee al gezet heeft sneller te horen en te observeren. Gelukkig heb ik het persoonlijk nog niet meegemaakt om een coachee te coachen waarin een safe attachment niet aanwezig was. Nu er een einde is gekomen aan mijn twee coach gesprekken kom ik er ook achter dat ik als coach nog veel te leren heb. Ik ben erg kritisch en de feedback die ik gekregen heb probeer ik ook toe te passen in mijn volgende gesprekken. Ik hoop een heleboel ervaringen op te doen volgend jaar als ik mentor wordt van een klas en deze tools nog steeds kan gebruiken. Een leven lang leren, ook voor mij!
8.0
Literatuur
Konig, A. (1995) In gesprek met de leerling Kouwenhoven, M. (2007) Het handboek strategisch coachen. Maslow, A. (1974) Motivatie en persoonlijkheid. Stewart, I. en Joines, V.(2012) Transactionele Analyse, het handboek. Thunnissen, M. & de Graaf, A. (red.) (2013) Leerboek Transactionele Analyse. Ebbens, S., & Ettekoven, S. (2009) Effectief Leren.
15
Bijlage 1
Coachcontract
Coachcontract Pawel
Vijf gesprekken van ongeveer 20 minuten Het gesprek vindt plaats op maandag, 1 x per week Coachvraag - Pawel vergeet zijn huiswerk mee naar school te nemen
Wat en hoe gaan we dit doen? De coach (mevrouw Kops) gaat tijdens deze gesprekken vragen stellen die de coachee (Pawel) tot nadenken zet om zo zelf tot een oplossing te komen.
Er zijn verschillende stappen die we doorlopen in ons gesprek In welke situatie zit je en hoe komt dat? Wat is jou probleem? Welke doelen (oplossingen) heb je gesteld? Welke actie ga jij uitvoeren om je huiswerk niet meer te vergeten.
Jou oplossingen en acties worden in deze gesprekken steeds geoefend om ze helemaal eigen te maken. Het oefenen wordt in het volgende gesprek nabesproken door middel van feedback. Evaluatie; hoe zorg je ervoor om het geleerde en de oplossing die je bedacht hebt te behouden.
Voor akkoord,
_________________________ handtekening Pawel
16
_____________________ handtekening Mevrouw Kops
Bijlage 2
Toelichting coachee voor Floor en de klas
Pawel Matia ,14 jaar , 2de klas praktijkschool de Viaan Thuis situatie Pawel Pawel is de jongste in een gezin met 4 kinderen. Pawel’s zussen wonen in Dortmund, zijn broer woont in Zwitserland. Pawel woont met zijn ouders in Alkmaar. Zijn vader werkte en woonde al langer in Nederland. Pawel en zijn moeder zijn later gevolgd. Vader werkt bij een sloopbedrijf, moeder in Bergen aan Zee in een hotel. Vader is werkloos geworden na een ongeluk in de bouw. Pawel is afkomstig uit Polen en volgt onderwijs in Nederland sinds januari 2011. Pawel is bekend met een taalachterstand. Uitkomsten van dit onderzoek wijzen op een jongen met beperkte intellectuele mogelijkheden. IQ 64. Op school bemerkt men een sociaal angstige jongen die geneigd is sociale situaties te vermijden waarin hij denkt risico te lopen te worden bekritiseerd door anderen. Hij is mogelijk ook bang zich in de ogen van anderen niet adequaat te gedragen. Daarnaast heeft hij in eniger mate last van angstig-depressief gedrag. Pawel heeft zeer vaak moeite met organiseren van activiteiten en taken. Hij vermijdt zeer vaak taken die een langere inspanning vergen. Omdat moeder werkt en vader nog in zijn bed ligt, zijn beide ouders vaak niet aanwezig in de ochtend als Pawel naar school gaat. Pawel heeft mij in vertrouwen een aantal dingen verteld die hij niet aan zijn mentor heeft verteld.
Beginsituatie Pawel Volgens zijn mentor maakt hij zijn huiswerk wel maar vergeet hij het huiswerk steeds maar mee te nemen. Vorig jaar was dit ook al een probleem, volgens zijn mentor is hij zich bewust van zijn probleem maar komt niet in beweging tot actie of eigen oplossing. Coachvraag Pawel heeft moeite om zijn huiswerk die hij 2 x per week moet maken mee te brengen van huis naar school. Leerdoelen - Stel ik niet teveel vragen waardoor ik hem overrompel - Deurtjes gebruiken. Doe ik dit? - komt hij zelf tot een eigen oplossing? - komt hij tot actie? Dit filmpje is het tweede gesprek, hij heeft zelf eerder een oplossing gevonden om zijn huiswerk op zijn bord in zijn slaapkamer te schrijven. Toch heb ik gehoord van zijn mentor (mevr. Beelen) gehoord dat hij toch nog zijn huiswerk is vergeten. Hier wil ik hem op aanspreken en samen met hem het probleem uitdiepen en een manier vinden hoe hij het beste zijn tas kan inpakken. Ik hoop dat hij zelf met deze oplossing komt want ik ben me ervan bewust dat ik hem enigszins wel moet sturen.
17
Bijlage 3
Gesprekken coachee
3. Gesprek Pawel Datum 10.03.2014 Opening Wat goed dat je er bent, hoe gaat het met je? Waar gaan we het dit gesprek over hebben? Orientatie FEITEN (VAN DENK NAAR VOEL DEUR)
Wat heb je van het vorige gesprek toegepast? Vorige keer heb jij een aantal dingen als actiepunt meegekregen. Hoe is dit gegaan?
Waar wil je het in dit gesprek over hebben? Wat heb jij gedaan om jou situatie te verbeteren?
Jij hebt een papier gemaakt op je kamer om het voor jou overzichtelijk te maken, kan je deze nu samen met mij invullen? Je hebt ook vorige keer aangegeven om je tas een dag eerder in te pakken
SAMENVATTING VAN DE DOCENT - het feit waar de LL last van heeft komt naar voren en in de samenvatting voelt de LL zich begrepen. De LL voelt nu dat hij een probleem heeft. Uitdieping DOEL (OPENEN WILLEN DEUR) je vertelt dit en dat, klopt het dat je dit zo graag wilt? de uitdieping gaat over de toekomst van de leerling, welke situatie zou de LL willen creëren?
Als je een cijfer moest geven aan jezelf in het begin en nu wat voor een cijfer sta je dan? Wat is het resultaat? Wat zou voor jou een goede situatie zijn? - wat kun jij eraan doen? - hoe zou het zijn om....? OOK HIERNA SAMENVATTING Conclusie ACTIE (DOE DOER)
18
wat heeft vandaag/dit gesprek je opgeleverd? welke actiepunten ga je meenemen voor volgende week?
Bijlage 4
19
Stappenplan en matrix coachees