Eindverslag minor Docent als Coach
In dit verslag is zichtbaar hoe ik mij als student heb ontwikkeld als coach. A.M.G. Kops Studentnummer 50632052 9-5-2014
Inhoud 1.0 Voorwoord ............................................................................................................... 3 2.0 Wat is het verschil in je coachvaardigheden tussen september 2013 en nu?4 3.0 Welke inzichten of ervaringen waren in mijn coachtraject belangrijk en hoe werkte dat voor mij? ..................................................................................................... 5 3.1 Wat heeft de coachtraining mij gebracht?................................................................... 5 3.2 Wat heeft de TA mij gebracht? ...................................................................................... 5 3.3 Supervisie ........................................................................................................................ 6 3.4 Wat heeft het coach- zijn mij gebracht? ...................................................................... 6 3.5 Wat voor coach ben ik en hoe kijk ik daar tegen aan? .............................................. 7 3.6 Wat heeft de workshop mij gebracht? ......................................................................... 7 3.7 Als ik weerstand heb ervaren: hoe ben ik daarmee omgegaan? .............................. 8
4.0 Sterkte/ zwakte analyse coachcompetenties ..................................................... 8 5.0 Reflectie ................................................................................................................... 9
1.0 Voorwoord In september 2013 heb ik gekozen voor een minor waarvan ik dacht er direct op de werkvloer profijt van zou hebben. Ik heb gekozen voor de minor “Docent als coach” omdat ik dacht dat dit een bijdrage zou kunnen leveren aan mijn docentschap. Met het oog op de toekomst waarin ik in leerjaar 2014-2015 mentor wordt van een groep leek het mij verstandig om deze minor te volgen. Het was in het begin even wennen gezien het feit dat deze minor in de avonduren werd gehouden. In combinatie met mijn werk en mijn gezin viel deze minor mij zwaar, vooral omdat de stof pittig en in een hoog tempo werden gegeven voor het tijdstip van de dag. Wat ook direct opviel aan deze minor was dat de klas groot was en het echt aanvoelde als “schools leren”. Dit heb ik in de eerste drie jaar niet zo ervaren en was vooral erg wennen. Wat moest ik van deze minor verwachten? Terugkijkend op het geleerde, de lessen, de integratieopdracht, de workshop en de coachingsgesprekken, kan ik concluderen dat ik veel geleerd heb. Waar in het begin de hoeveelheid van de lesstof voor mijn ogen duizelden, kwam dit op het einde goed van pas bij onder andere de gesprekken die ik heb gevoerd met mijn coachees. Het werd op een interessante en verfrissende manier gepresenteerd waar ik ontzettend veel van heb geleerd. Wat vooral fijn was dat ik het geleerde direct kon toepassen op mijn werkplek en het heeft mij meerdere handvatten aangereikt in mijn eigen functioneren en ontwikkeling als mens in het algemeen. Al met al kijk ik heel positief terug op deze minor. Met dit schrijven zou ik ook graag mijn docenten (Floor Driessen en David Kooy) van deze minor willen bedanken voor het delen van hun kennis, hun enthousiasme, professionaliteit, geduld en humor.
2.0 Wat is het verschil in je coachvaardigheden tussen september 2013 en nu? Sinds ik mijn opleiding Mens en Technologie volg sta ik voor de klas. Dat is nu circa vier jaar. Eigenlijk ben ik (net als elke ander docent in opleiding) in het diepe gegooid en kreeg ik alle taken en lasten van een volleerd docent. Niet alleen moest ik lesgeven, ik was duomentor van een klas, ik voerde coachings gesprekken met leerlingen en gesprekken met ouders over de individuele ontwikkeling van hun kind (IOP). Al doende leert men, toch had ik in de gaten dat ik in de moeilijkere gesprekken tekort kwam aan ervaring en gesprekstechnieken. Achteraf gezien heb ik veel geleerd maar er waren tal van situaties die ik anders aan had kunnen pakken. Vooral in de gesprekstechnieken ben ik erg gegroeid. Als er een probleem met een leerling was dan ging dat er vaak “even tussendoor”. Ik nam niet echt de tijd voor die specifieke leerling en tegen de tijd dat ik dacht; “Nu heb ik tijd”, was de leerling alweer de oorzaak van het probleem kwijt. Ik nam er te weinig tijd voor en was vooral problemen voor hem/haar aan het oplossen. Dit was niet de rol die je als coach in moet nemen, zo ben ik er tijdens deze minor achter gekomen. Ik had snel een mening en een oordeel klaar en betrok de leerling niet in zijn eigen leerproces en verantwoordelijkheid. Op deze manier dacht ik het probleem dan even uit de weg geholpen te hebben om er vervolgens achter te komen dat hetzelfde probleem zich een week later weer afspeelde. Brandjes blussen, daar was ik goed in. Het scheelde tijd in mijn beleving en diep in mijn hart wist ik dat dit niet de juiste manier was. Tijdens het volgen van deze minor heb ik een top 9 samengesteld welke vaardigheden ik als coach dacht nodig te hebben, deze zijn; 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Luisteren Samenvatten Doorvragen en de juiste vragen stellen (LSD) Feedback geven Weerstand herkennen en inzetten (confronteren) Gedrag in het hier en nu benoemen Motiveren Je stijl bewust afstemmen op de coachee Deurtjes gebruiken en gespreksfasen duidelijk doorlopen 1 situatie 2 probleem 3 doel 4 actie
Luisteren staat niet voor niets op nummer één, het is een vaardigheid die ik sterk ontwikkelt heb het afgelopen leerjaar en essentieel is om een goede coach te worden. Ik neem voor mijn leerlingen nu de tijd en laat hen het woord doen. Wat ik in het verleden ook niet deed was samenvatten, “dus als ik het goed begrijp” is een zin die zowat dagelijks uit mijn mond komt. Ik probeer door de juiste vraagstelling en door te vragen de leerling zelf een antwoord te laten vinden op zijn of haar eigen
probleem. Door leerlingen deelgenoot te maken van hun probleem en zelf een oplossing te vinden ontstaat er nu een betrokkenheid. Nu ik dit weet geeft mij dit meer rust en de leerling meer voldoening, omdat zij dit ervaren als niet afhankelijk en hulpeloos te zijn maar daadwerkelijk invloed kunnen uitoefenen bij de oplossing van hun problemen. Als de problemen te complex zijn weet ik dat ik mijn leerlingen kan doorverwijzen naar ons zorgteam zonder het gevoel te hebben dat ik ze daarmee tekort doe. Het vinden van geschikte coachees op Praktijkschool de Viaan was dan ook niet eenvoudig. Het klinkt cliché, maar voor mij was deze minor en het geleerde een eyeopener. Deze direct toepasbare technieken op de wekvloer zouden eigenlijk standaard in een leraren opleiding moeten zitten.
3.0 Welke inzichten of ervaringen waren in mijn coachtraject belangrijk en hoe werkte dat voor mij? 3.1 Wat heeft de coachtraining mij gebracht? Door het volgen van deze minor zijn mij een aantaldingen duidelijk geworden en ben ik erachter gekomen wat coaching nou echt is. Ik heb geleerd om eerst een goed contact te hebben met mijn coachee, gebaseerd op vertrouwen en gelijkwaardigheid. (safe attachment). Zonder dit contact is het onmogelijk om een contract op te stellen en is een coachtraject niet zinvol. Coaching is gebaseerd op het vergroten van de autonomie van de coachee. Een grote rol in het coachtraject is weggelegd om de coachee te laten ontdekken wat zijn eigen opties, keuzes en mogelijkheden zijn. Zoals ik al eerder beschreef is wel het grootste omslagpunt in mijn coachtraining geweest. Waar ik in het verleden naar oplossingen zocht, zet ik nu de coachee aan het werk. Dit doe ik door de juiste vragen te stellen en de coachee bewust te maken van de situatie. In het coachtraject, zo heb ik geleerd van Floor Driessen, leg je de bal voornamelijk neer bij de coachee en ben je als coach degene die achterover leunt. 3.2 Wat heeft de TA mij gebracht? Ik heb geleerd dat de Transactionele Analyse (TA) een communicatiemodel is waarin de ontwikkeling van de coachee centraal staat. Deze theorieën kunnen toegepast worden om de kennis en het inzicht te bevorderen om tot een oplossend denkvermogen te komen van de coachee. Natuurlijk is ieder mens anders maar de TA gaat ervan uit dat ieder mens o.k. is en een vermogen heeft om te denken om vervolgens hun lot te bepalen door middel van besluiten. Door positief aan te sluiten bij mijn coachee heb ik ondervonden dat er ontzettend veel los komt tijdens mijn gesprekken die ik heb gehouden met mijn coachees. De reactie van de coachee kan voortvloeien uit verschillende achtergronden (script) ik
heb tijdens deze minor geleerd om dit te herkennen. Alhoewel ik de TA nog steeds een lastig onderwerp vind, ben ik als coach ervan bewust dat een coachee zich in een bepaalde egopositie bevindt en ik weet nu als coach welke positie ik kan gaan innemen. Deze ego- toestanden kan ik inzetten om de coachee op een andere manier naar een situatie te laten kijken. Ik heb ook geleerd dat een coachee (of een collega!) steeds in een bepaalde situatie kan komen door scriptbesluiten waar hij of zij zich niet bewust van is. Voor het opsporen van dergelijke besluiten heb ik nu handvatten gekregen. Ik vind het nog wel lastig om een coachee hierin te begeleiden zodat hij of zei deze besluiten kan herzien. Al doende leert men! 3.3 Supervisie Een van de opdrachten van de minor was het coachen van twee personen op school. Dit mochten leerlingen maar ook collega’s zijn. Dit was op Praktijkschool de Viaan niet eenvoudig. Het heeft even geduurd voordat ik twee geschikte kandidaten vond. Eén van die leerlingen bleek in de week dat ik de gesprekken wilde beginnen op een vliegtuig te zijn gezet richting Marokko. Dit om aan te geven dat er ernstige problemen bij ons op school afspelen, leerlingen die in een het zorgteam behandeld werden vond ik niet geschikt. Op Praktijkschool de Viaan heb ik gekozen voor twee leerlingen die gecoacht konden worden met relatieve kleine problemen. Met hun heb ik ieder vijf coaching gesprekken gevoerd van ongeveer 30 minuten per gesprek. Het doel van de opdracht was om de overvolle toolbox van theoretische vaardigheden toe te passen in de praktijk. Alle gesprekken heb ik opgenomen met een videocamera om deze later met onze groep te analyseren bij docent Floor Driessen. Wat heb ik hier veel van geleerd! Niet alleen van mijn eigen filmpje maar zeker ook van die van min studiegenoten. Het toepassen van het geleerde, het luisteren en leren van elkaar maar ook de verscheidenheid van interpretatie van de studie waren interessant. Het is mooi om te zien hoe iedereen als docent op een verschillende, maar goede manier omgaat met zijn/haar leerlingen en ook hun eigen oplossingen hebben voor situaties. Ook de geweldige feedback die we elkaar hebben gegeven en kregen van Floor Driessen waren echt een leermoment. De tips en trucs nam ik dan weer mee naar de volgende les en waren direct toepasbaar ik mijn coaching gesprekken. Tijdens de supervisie kwam ik er al snel achter dat ik het niet zo slecht doe, het heeft mij als coach een juist een stuk zekerder gemaakt. In mijn reflectie staan meer over dit onderdeel. 3.4 Wat heeft het coach- zijn mij gebracht? Het coach- zijn heeft mij tot meerdere inzichten gebracht. Het heeft mij inzicht gegeven in de achterliggende processen die spelen bij de keuzes die een persoon maakt. Een persoon kan bijvoorbeeld ‘spellen’ spelen, reageren vanuit een scriptbesluit, een rol in de dramadriehoek innemen en vanuit een bepaalde egopositie reageren. Ik heb geleerd om dit te herkennen en hier alert op te zijn. Het is niet eenvoudig om te achterhalen waarom een coachee nu doet wat hij doet. Als coach is het de kunst om de juiste achtergronden te herkennen en de beste instrumenten te gebruiken in een coachtraject.
Tijdens een gesprek met een coachee luister ik nu op een andere manier. Ik denk op de achtergrond aan de dramadriehoek, eventueel belemmerend scriptgedrag en egoposities. Omdat ik hier nu aan denk kan ik mijn eigen reactie in een gesprek veel beter afstemmen. Dit is voor mij pure winst. Dit is ook wat ik uit deze minor hoopte te halen. 3.5 Wat voor coach ben ik en hoe kijk ik daar tegen aan? Ik ben van nature erg positief ingesteld. Dit helpt tijdens coaching gesprekken, een coachee moet wel het gevoel krijgen dat hij welkom is en zich op zijn gemak voelen. Mijn valkuil is dat ik te snel een oplossing wil krijgen. Als techniek docent ben je toch geneigd om “problemen op te lossen” bij storingen van technische apparaten of machines. Ik heb geleerd tijdens deze minor dat ik niet oplossinggericht moet gaan denken maar doelgericht. Deze manier van handelen en denken was niet geheel nieuw voor mij maar ik kwam er opnieuw achter hoe effectief doelgericht denken is. Bij beide coaching trajecten was dit een eyeopener. Ik ben me in de loop van de bijeenkomsten bewust geworden van de invloed die je als coach kunt hebben, wanneer je het theoretische referentiekader op een juiste manier kunt toepassen. Vergeleken met september 2013, heb ik mij van een op intuïtie handelende docent ontwikkeld naar een docent die coacht vanuit een theoretisch referentiekader. Ik ben ook zeker kritischer naar mijzelf gaan kijken en heb hierdoor ,vergeleken met de start van de minor, een positiever beeld overgehouden van de inhoud van de minor. Ik ben tot op dit moment tevreden met het type coach dat ik uitstraal. Dit komt omdat het dicht bij mijn karakter blijft waardoor ik mezelf kan blijven. 3.6 Wat heeft de workshop mij gebracht? Het organiseren van een workshop binnen het team van praktijkschool de Viaan was best spannend voor mij. Ik werk in een team dat erg kritisch is en heb veel collegae die 50 plus zijn. In principe heb ik geen probleem met een les of een workshop voor te bereiden of te geven, maar om over theorieën te praten die ik net een klein beetje zelf onder de knie begin te krijgen was best lastig. Bovendien wordt ik nog gezien als de docent in opleiding die weer met wat nieuws komt. Dit heeft niet met mij te maken maar alle nieuwe veranderingen en implementaties die zich afspelen binnen de school. De docenten waren op het begin van de workshop erg kritisch pas toen er beweging in de groep kwam om dit in tweetallen te bespreken en vooral dingen te doen kwam de groep wel los en merkte ik dat ze er in het begin toch een andere voorstelling bij deze workshop hadden. Ik heb vooral de docenten aan het werk gezet. De oefeningen tijdens de workshop verliepen best aardig. Ik merkte wel dat sommige collega’s het moeilijk vonden om serieus een rollenspel te spelen. De gespreksstof van de oefening ging vaak al snel over in andere onderwerpen die niet zo veel met de oefening te maken hadden. Door bij de koppels te gaan staan en te vragen hoe de oefening verliep kreeg ik ze meestal weer op het goede spoor. Uit de feedback van mijn collega’s is wel te halen dat zij dit interessant vonden!
3.7 Als ik weerstand heb ervaren: hoe ben ik daarmee omgegaan? Tijdens dit studiejaar heeft zich een opeenstapeling van privé problemen afgespeeld. Vreemd genoeg heeft deze minor en mijn LIO eindverslag een goede afleiding gegeven. Ik heb weerstand ervaren in het vinden van geschikte coachees op Praktijkschool de Viaan. Uiteindelijk heb ik de hulp van de directie ingeschakeld om een oplossing voor mij te vinden. Ook hier heb ik vaak de bal teruggespeeld! Ik kom uiteindelijk niet van start gaan met mijn coaching gesprekken omdat één coachee zich niet meer in Nederland bevond maar ook daar is een oplossing voor gekomen. Het krijgen van feedback beschouw ik altijd als positief, ik sta ervoor open om dit te verbeteren in mijn volgende trajecten. De feedback die ik tot nu toe heb gekregen waren oprecht, verhelderend en handvatten waar ik in de toekomst weer wat mee kan gaan doen.
4.0 Sterkte/ zwakte analyse coachcompetenties Hieronder beschrijf ik mijn sterke en zwakke punten aan de hand van de volgende coachcompetenties. Een OEN zijn: Een sterk punt is dat ik voor iedereen opensta, positief en eerlijk ben. Ik ben voor iedereen benaderbaar en zal mijn mening altijd eerlijk geven. Soms ben ik te eerlijk en komt dit over als hard. Ik ben erg direct en verwacht dit ook van mijn medemensen. In bepaalde situaties kan ik meer rekening houden met de gevoelens van anderen. Een ander zwak punt in de coaching trajecten is dat ik niet (vaak) genoeg complimenteer. Ik ben snel geneigd om naar een oplossing te zoeken zonder de coachee het gevoel te geven dat hij deze oplossing heeft gevonden. Nu ik me hiervan bewust ben, kan ik daar aan werken. De 4 deurtjes en de coachmatrix: Ik weet goed gebruik te maken van de vier deuren in de matrix. Ik probeer nu ook echt de verschillende communicatiedeuren te openen en te herkennen. In mijn coachgesprek heb ik de coachee zelf de coachmatrix in laten vullen, dit helpt enorm. Ik heb in mijn coachtrajecten wel gemerkt dat ik niet te snel moet overschakelen naar een volgende deur. Ik moet toetsen of de gecoachte klaar is om de volgende stap te kunnen maken. Coachende vragen en doorvragen: Ik heb geleerd om zoveel mogelijk open vragen te stellen. Deze coachvragen gaan vaak over het gevoel. Ik mag hier best langer bij stilstaan. Mijn sterke punt is het herkennen en mijn bewustwording hiervan. Ik moet dit in de praktijk wel blijven uitwerken. Het doorvragen gaat wel goed. Ik zoek nu veel minder snel naar een oplossing maar ga op zoek naar het probleem. Dit was in het verleden anders zoals ik hierboven al heb beschreven. Vragen, luisteren, samenvatten en doorvragen (LSD) is een competentie waar ik behoorlijk goed in ben geworden
Gedrag in het hier en nu benoemen: Ik kan goed onderscheid maken tussen de inhoud, het proces, het gedrag van de coachee en het herkennen van de parallelle processen. Tijdens het gesprek werd er gedrag vertoond die overeenkwam met het probleem. Dit benoem ik dan ook. Ik heb gemerkt dat dit best confronterend kan zijn voor de gecoachte. Mijn zwakke kant is dat ik dan in het gesprek snel afdwaal van het daadwerkelijke doel. Een coachproces over meerdere zittingen kunnen overzien: Het overzien van het proces gaat me goed af. Ik stem dit ook met de coachee af. Na het maken van het contract gaan we op zoek naar de feiten waar decoachee echt last van heeft. Hierbij geef ik soms huiswerk mee om tijdens de volgende sessie te bespreken. Iedere sessie blik ik even terug naar de vorige, zodat we weer een eenduidige kijk hebben op de richting van het gesprek. Van hieruit vervolg ik de sessie weer. Aan het eind van het proces kijken we in hoeverre de coachvraag is verdwenen en of er vervolgsessies moeten worden gepland. Wat ik nog wel wil verbeteren is het vervolg van de gesprekken. Dit houdt voor mijn gevoel niet op bij vijf gesprekken. Na het afronden van de gesprekken is het wenselijk om deze coachee nog 1x in de maand terug zien om opnieuw te kijken of er vooruitgang is geboekt. In de hectiek van de schoolactiviteiten is het moeilijk om zo’n afspraak te maken, ik moet daar echt tijd voor plannen. Dit is nog een verbeterpunt. 5.0 Reflectie 1ste semester Een van de redenen om deze minor te gaan volgen is dat ik dit jaar en volgend jaar meerdere gesprekken ga voeren met leerlingen omdat ik mentor word van een groep. Op Praktijkschool de Viaan voeren wij coaching gesprekken en alhoewel ik deze natuurlijk wel eerder heb gevoerd met leerlingen probeer ik mezelf hierin te verbeteren. Ik vind mij persoonlijk verbaal niet erg sterk, ook al hoor ik andere positieve geluiden van mijn collega´s. Wat wilde ik? Een van de grote valkuilen in een gesprek met (praktijkschool) leerlingen is dat je al heel snel het woord overneemt en een oplossing voor hen bedenkt. Volgens mij kan dit anders. Met bepaalde strategieën die ik nog niet ken, probeer ik mezelf hierin te verbeteren. Ik verwacht dan ook van mijn minor dat ik leer hoe ik iemand vanuit zichzelf met een oplossing voor en door een knelpunt kan laten komen Hoe doe ik dit? Het lijkt me logisch om hiervoor kennis en de vaardigheden in huis te hebben. Dit hoop ik te leren uit het boek “Strategisch coachen” maar zeker ook uit praktijkervaringen en gesprekken die ik voer met in het algemeen “mensen”en niet zozeer alleen leerlingen. Ik verwacht dus diverse gesprekstechnieken en handvatten mee te krijgen met mijn minor om een persoon zelf met oplossingen en eureka momenten te laten komen. Hierdoor hoop ik, als ik klaar ben met mijn minor, mijn docentrol aan te vullen met een extra bagage waarin ik beter in staat ben om niet alleen iemand te helpen maar ook met eigen oplossingen te komen.
Waar ben ik nu? Wat me het meest is opgevallen aan dit eerste semester is dat zowel Floor als David ontzettend veel gereedschappen aanreiken die mij kunnen helpen om betere gesprekken te voeren. Ik heb wel het idee dat mijn gereedschapskist behoorlijk vol raakt en wil dit nu weleens in de praktijk uitvoeren. Het valt me wel op dat ik me bewuster wordt van verschillende theorieën, (bijv. ego posities) in gesprekken die niet ik alleen voer maar ook anderen om me heen. Het herkennen van deze theorieën vind ik al een groot voordeel. Coachen is vooral luisteren ben ik al snel achter gekomen tijdens dit eerste semester. Hoe ik deze theorieën en het geleerde ga toepassen is dus nog een uitdaging! Reflectie supervisie Wat wilde ik? De leerdoelen die ik voor mijzelf had gemaakt waren de volgende; Stel ik niet te veel vragen waardoor ik hem overrompel Deurtjes gebruiken Komt hij zelf tot een eigen oplossing Komt hij tot actie
Wat deed ik? Ik heb feedback gekregen van mijn medestudenten en tijdens het terugkijken van mijn film viel het volgende op; Top: Begint met hoe was je vakantie en zegt dat het gesprek privé is en dat het met niemand wordt besproken. (safe attachment) Mooie rustige omgeving (goede locatie) Zit erg ontspannen, lekker achterover. (goede coachhouding) Herhaald wat er de vorige keer is gezegd, je komt terug op het vorige gesprek Werk het? Na het herhalen van het vorige gesprek Knikt, (strooks) Geeft complimenten (helemaal top, helemaal goed, goed dat je hier weer bent) Je geeft ruimte aan de leerling om antwoord te geven. Vraagt of doordat hij het op het bord heeft geschreven zijn huiswerk niet heeft vergeten Vat samen (als ik het goed begrijp) Vraagt hoe hij zich voelde toen hij zijn huiswerk was vergeten Confronteert (Zegt dat het niet begrijpt, kan je het nogmaals uitleggen?) Laat hem het verhelderen (Zegt dat het niet begrijpt, kan je het nogmaals uitleggen?) Probeert hem ook andere oplossingen te laten vinden, dan alleen het opschrijven op het bord
In het begin zeg je: ‘’waar gaan we het over hebben?’’ (heel erg goed) anders dan waar kan ik je mee helpen, waarmee je hem misschien in de dramadriehoek zet. Je geeft je mening ( schakelbak) Tips Je zegt ‘’Als dat een manier is’’ ( misschien iets te direct) Misschien kan je het fysiek maken (Laat hem zichzelf neerzetten. Eerst tegen de muur 0 en daarna lopen en dan het verschil benoemen) Pictogrammen gebruiken (van het vullen van zijn tas) Dan kan hij thuis afvinken wat er allemaal in zijn tas moet. Als iets lukt, doorvragen: waar komt dat door? Zo laat je hem daar meer over nadenken. Er waren een aantal momenten waar je hem kon belonen. Voorbeeld: tas pakken voor het wassen. Doorvragen en hem dan uitvergroot belonen. Heb ik mijn leerdoelen bereikt? Uit de video blijkt dat ik hem korte vragen en veel doorvraag. Ik kreeg een compliment van Floor voor mijn geduld en van overrompelen was geen sprake. Mijn medestudenten vonden het goed dat ik 20 minuten gepraat heb met mijn coachee, voor iemand die zijn Nederlandse taal pas drie jaar beheerst. Ik heb de deurtjes gebruikt, de voel- deur en de doe- deur worden veelvuldig gebruikt. Waar wil ik nog aan gaan werken? Alhoewel ik hem tijdens het gesprek genoeg beloon, geef ik op het laatst (als hij weet wat er in zijn tas zit) geen compliment. Dit is een verbeterpunt, ik kan iets meer complimenteren, ik doe dit naar mijn inzicht te weinig. Ik moet alerter zijn in de kleine vooruitgangetjes en de oplossingen waar hij mee komt direct complimenteren. 2de semester en eindreflectie. Door het schrijven van dit verslag merk ik hoeveel ik ben gegroeid in mijn rol als docent en mentor. Deze minor heeft eigenlijk veel meer gebracht dan waar ik bij aanvang aan dacht. Ik heb me enorm verdiept in het wel en wee van het coachen. Ik weet wat voor een coach ik ben en waar ik het geleerde kan toepassen. Ook heb ik geleerd waar de grenzen van het coachen liggen. Ik heb een scala van technieken ontdekt die ik tijdens gesprekken zou kunnen gebruiken om een coachee tot eigen inzicht te laten komen. Ik wilde graag handvatten om de autonomie en het verantwoordelijkheidsgevoel van een coachee te vergroten. Dit zodat hij vanuit zichzelf met een oplossing voor een knelpunt zou kunnen komen. Ik heb veel meer gekregen dan dat. Ik heb de gesprekstechnieken als zeer nuttig ervaren. Ik begrijp nu beter waarom iemand bepaald gedrag kan vertonen en kan ik hier veel gemakkelijker op inspelen. Hierdoor kan ik irritaties die tijdens een gesprek kunnen opkomen ook veel beter opzij zetten of benoemen. Ik ben nu ‘professioneel’ genoeg om uit een eventuele dramadriehoek te stappen, andere egoposities aan te spreken of scriptbesluiten te herkennen. Vooral de coachmatrix is voor mij een handig instrument die mij helpt om de rode draad in het gesprek aan te houden.
Ik heb het gevoel dat ik alle facetten van het coachen nu begrijp en weet hoe ik het moet inzetten. Echter het daadwerkelijke inzetten in de praktijk is een heel ander verhaal. Dit heb ik in mijn coachtrajecten wel gemerkt. Ik wil de geleerde technieken laten inslijpen door het regelmatig te oefenen. Hiervoor zal ik voornamelijk mijn mentorklas kunnen gebruiken. Leerlingen komen niet snel zelf met een coachvraag. Ik kan voornamelijk in mijn mentorgroep leerlingen met bepaalde belemmeringen herkennen. Ik hoop dat ik met dit verslag mijn coach talenten duidelijk heb kunnen beschrijven voor de lezer. Dat ik deze optimaal kan gaan inzetten moet in de toekomst nog blijken. Een leven lang leren, ook voor mij! Vriendelijke groet, Annet Kops
Alkmaar, 9 mei, 2014