Fitheidsprofiel.
Naam: Nadie Wijfjes Klas: DG-LF12-162 Studentnummer: 500546875 Skilss Docent: Eva van Straaten. Inlever datum: 9-12-2012
1
Inhoudsopgave 1.
Inleiding ........................................................................................................................................... 3
2.
Invultabel antropometrie ................................................................................................................ 4
3.
Vragenlijst ...................................................................................................................................... 10
5.
Meetgegevens inspanningstesten ................................................................................................. 16
6.
Meetgegevens kracht, stabiliteit en coördinatie .......................................................................... 18
7.
Eet- en beweeggedrag................................................................................................................... 21
8.
Verwerkingsopdrachten ................................................................................................................ 22
9.
Analyse .......................................................................................................................................... 27
10. Bronnenlijst................................................................................................................................... 28
2
1. Inleiding In dit verslag vindt u het fitheidsprofiel van Cynthia Pauw. Cynthia Pauw is eigenlijk altijd sportief geweest. Ze heeft vanaf haar 6e tot haar 16e op wedstrijd niveau geturnd en daarnaast heeft ze ook turn training gegeven van haar 8e tot haar 17e. Doordat Cynthia meer hypermobiel is, kreeg ze steeds meer last van enkel en knie blessures. Door haar laatste blessure, een verrekte patella pees met complicaties, heeft ze 1,5 jaar met krukken gelopen. Hierdoor heeft ze niet alleen moeten stoppen met turnen, maar ook met haar opleiding. Inmiddels is Cynthia gerevalideerd en wordt ze niet meer gehinderd in het dagelijks leven. Alleen met snel traplopen en snelle draaien heeft ze nog last van haar knie. Momenteel is Cynthia lid van een sportschool en gaat hier een paar keer per maand heen. Ze wil wel vaker gaan, omdat ze weet dat, dat gezonder zou zijn, maar het komt er steeds niet van. Om Cynthia’s fysieke gezondheid te bepalen hebben we een aantal antropometrische en fysieke testen uitgevoerd. De resultaten van deze testen vind u verder in dit verslag. Ook hebben we het eeten beweeg patroon in kaart gebracht en heeft Cynthia een vragenlijst ingevuld. Tot slot analyseer ik de gegevens en kom ik tot een advies en stel ik doelen op voor Cynthia.
3
2. Invultabel antropometrie Ik heb gekozen om de tabel niet te gebruiken, omdat ik de vakjes te klein vond. Hierdoor werd het een onoverzichtelijk geheel. Hieronder zal ik alles beschrijven wat ik anders in de tabel had gezet. Lichaamslengte. Standaard uitvoering: De patiënt doet zijn schoenen uit en gaat met zijn hakken, billen, schouders en hoofd recht tegen de muur aan staan, op de plek waar het meetlint zich bevind. De fysiotherapeut meet de lengte door bij het hoogste puntje van de schedel de waarde af te lezen en te noteren. Toevallige fouten + Invloed: - De fysiotherapeut leest de waarde van het meetlint verkeerd af of niet bij het hoogste puntje van de schedel. Hierdoor zal de waarde enkele mm of zelfs cm verschillen met de echte waarde. - De patiënt houdt zijn schoenen aan. Hierdoor zal de patiënt enkele mm langer zijn. - De patiënt staat niet met zijn hakken, billen, schouders en hoofd tegen de muur, hierdoor zal de patiënt minder lang zijn dan in de werkelijkheid. - De patiënt staat in het frontale vlak niet “recht” maar meer naar links of naar rechts gebogen. Hierdoor zal de patiënt minder lang zijn dan in de werkelijkheid. Systematische fouten + Invloed: - Het meetlint is onjuist. Een cm op het meetlint is geen echte cm. Afhankelijk van de mate waarin het meetlint afwijkt zal de patiënt groter of kleiner lijken. - Het meetlint wordt niet goed met de 0cm kant op het 0 punt gehouden. Hierdoor is de uitkomst enkele mm of zelfs cm meer of minder dan de echte waarde. Intra- individuele betrouwbaarheid De individuele betrouwbaarheid vind ik hoog. Dit vind ik omdat ik op alle drie de momenten dezelfde lichaamslengte heb gemeten. Ik heb alle stappen opgevolgd voor het meten van de juiste lichaamslengte. Inter- individuele betrouwbaarheid: Wanneer iedereen erop let dat er tijdens het meten geen toevallige of systematische fouten optreden is de inter-individuele betrouwbaarheid hoog. Dit geld echter alleen wanneer de test persoon geen afwijkingen heeft. Wanneer een patiënt niet recht tegen de muur kan staan is de interindividuele betrouwbaarheid lager, doordat iedereen de test persoon op zijn eigen manier probeert te meten.
4
Lichaamsgewicht. Standaard uitvoering: Patiënt doet zijn schoenen uit en gaat enkele seconden stil en stabiel op de weegschaal staan. De fysiotherapeut kan nu rustig de waarden aflezen en juist noteren. Toevallige fouten + Invloed: - De fysiotherapeut leest de weegschaal verkeerd af, hierdoor zal de uitkomst van de meting enkele kg meer of minder zijn. - De patiënt heeft zwaardere of juist lichtere kleren / schoenen aan. Hierdoor zal de uitkomst enkele grammen verschillen. - De patiënt wordt op verschillende moment van de dag gewogen. Doordat iemand net wel of niet gegeten heeft kan de uitkomst enkele grammen verschillen. Systematische fouten + Invloed: - De weegschaal is niet goed afgesteld 1 kg is geen echte kg maar bijvoorbeeld 1,2 kg. - Afhankelijk van de mate waarin de weegschaal verkeerd is afgesteld zal de waarde anders zijn dan de echte waarde. - Er wordt gebruikt gemaakt van verschillende weegschalen. Wanneer de weegschalen anders zijn afgesteld zullen de waardes van elkaar verschillen terwijl het echte gewicht van de persoon niet veranderd is. Intra- individuele betrouwbaarheid: Bij de metingen die ik heb gedaan zie je dat de waarde enkele grammen van elkaar verschillen. Dit is te verklaren doordat Cynthia misschien meer gegeten heeft of net naar het toilet is geweest. Ik vind de intra individuele betrouwbaarheid hoog, omdat ik na 3 keer meter ongeveer hetzelfde gewicht heb gemeten. Inter- individuele betrouwbaarheid: Wanneer iedereen Cynthia zou wegen volgens de standaard manier, zal iedereen dezelfde waarde krijgen. Als er gelet wordt op het ontwijken van mogelijke toevallige of systematische fouten is de betrouwbaarheid hoog. BMI index: Standaard uitvoering: Je meet eerst het lichaamsgewicht en de lichaamslengte volgens de standaard manier. Vervolgens bereken je de Body Mass Index ( BMI) door de volgende formule toe te passen:
Toevallige fouten + Invloed: - De lichaamslengte en het lichaamsgewicht moeten juist zijn gemeten. - De juiste gegevens die je hebt gemeten worden ook gebruikt in de formule. Systematische fouten + Invloed: - De formule wordt foutief uitgerekend. - Er wordt gerekend met verkeerde waardes, bijvoorbeeld met cm i.p.v. met m.
5
Intra- en inter- individuele betrouwbaarheid: Doordat de intra- en inter- individuele betrouwbaarheid van het meten van de lichaamslengte en het lichaamsgewicht hoog is. Is de intra- en inter- individuele betrouwbaarheid van het berekenen van de BMI ook hoog. Het enige is dat iedereen moet weten hoe je formule toepast en de juiste gegevens ingevuld moeten worden. Huidplooimeting Standaard uitvoering Je meet de huidplooi op 4 plekken. - Het midden van de m. biceps brachii. - Het midden van de m. triceps brachii. - Subscapulair (onder de angulus inferior van de scapula) - Supra Iliacaal (plooi van de heuphuid direct lateraal boven de crista iliaca) 1 Op die plekken pak je de huid op tussen de duim en wijsvinger. Bij de biceps en triceps vraag je de testpersoon de spier even aan te spannen, zodat je zeker weet dat je geen spier tussen je duim en wijsvinger hebt. Vervolgens zet je de huidplooimeter op het stuk huid dat je vasthoudt, waarna je de huid los laat. Let erop dat de cijfers die op de huidplooi meter naar boven wijzen, zodat je hem makkelijker af kun lezen. Je leest af bij welk getal de pijl staat en dit schrijf je op. Toevallige fouten + Invloed - Wanneer je bij het meten van de biceps en de triceps wel spierweefsel mee pakt zal het aantal mm hoger liggen dan in werkelijkheid. - Wanneer de huidplooi meter niet op de juiste plekken gehouden wordt zal het aantal mm verschillen van de werkelijkheid. - De meter wordt verkeerd afgelezen. Systematische fouten + Invloed - De getallen en de afstand tussen de getallen op de huidplooi meter klopt niet. - De knijpkracht van de meter is normaal afgestemd. Wanneer de meter harder knijpt zal het vet samen geknepen worden, waardoor er een lager vetpercentage uit komt. Intra- en inter- individuele betrouwbaarheid: Aan de hand van de metingen die ik en mijn mede studenten hebben gedaan op Cynthia zie je dat de waarden soms enkele mm van elkaar verschillen. Hierdoor verschilt het vetpercentage nog geen 1% met elkaar. Ik vind dus dat je kunt zeggen dat de intra- en inter- individuele betrouwbaarheid hoog is, mits de standaard uitvoering toegepast wordt. De kleine verschillen die je in de tabellen ziet kun je verklaren, doordat iemand met iets meer huid beet heeft gepakt dan de ander.
1
e
De Morree JJ e.a. Inspanningsfysiologie, oefentherapie en training, 2 druk: Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2011 6
Heup-taille ratio. Standaard uitvoering: Je hebt een meetlint nodig dat betrouwbaar is. Je meet de taille omtrek en de heupomtrek op de blote huid terwijl iemand ontspannen staat. Taille omtrek: het dunste gedeelte, onder de ribben en boven de crista iliaca. Heupomtrek: het breedste gedeelte, rond de heupen. Let erop dat je het meetlint horizontaal houdt. Vervolgens deel je het taille omtrek door de heup omtrek ( beide in cm) Het getal wat je eruit krijgt is de heup-taille ratio. Toevallige fouten + Invloed - Er wordt niet bij de 0 kant begonnen. - Het aantal cm wordt niet nauwkeurig afgelezen. - De formule wordt niet juist toegepast - Het meetlint wordt niet horizontaal gehouden. - Iemand houd zijn adem in om dunner te lijken. - Er wordt niet op de juiste plekke gemeten. Bij de fouten komt er een ander aantal cm uit, met gevolg dat de heup-taille ratio anders is dan in de werkelijkheid Systematische fouten + Invloed - Het meetlint is onbetrouwbaar. één cm is niet daadwerkelijk een cm. - Het meetlint begint niet bij 0. Door allebei de fouten komt uit de meting een andere waarde, waardoor de heup- taille ratio anders is dan in de werkelijkheid. Intra- en inter- individuele betrouwbaarheid. Ik twijfel aan de betrouwbaarheid van deze test. Je kunt de test heel makkelijk manipuleren door expres je taille smaller te maken, door je adem in te houden. Als testleider moet je er dus op letten dat de testpersoon door blijft ademen. Ook kan het zijn dat je de ene keer meet als iemand net inademt en de andere keer meet als iemand net uitademt. Dit geldt voor zowel intra- als inter individueel. Uit mijn onderzoek zie je kleine verschillen en is het gelukkig gelukt om redelijk op dezelfde momenten te meten.
7
Normaal gewicht: Standaard uitvoering: Je werkt met een goed afgestelde skeletmeter. Je meet zowel de linker als de rechter knie, terwijl de testpersoon met afhangende benen zit. Je meet de afstand tussen beide epicondylen van het bovenbeen. Je telt knie links en knie rechts in mm bij elkaar op en zoekt de juiste waarde in kg, met behulp van een tabel . Toevallige fouten + Invloed - Je meet op de verkeerde plek. - Je leest de waarde verkeerd af. - Je telt het verkeerd bij elkaar op of niet in mm. - Je kijkt verkeerd in de tabel. - Bij iemand boven de 25 jaar is de tabel minder betrouwbaar.2 Hierdoor krijg je een normaal gewicht dat hoger of lager is dan het zou moeten zijn. Systematische fouten + Invloed De schuifmaat is niet gestandaardiseerd in mm. Hierdoor krijg je een normaal gewicht dat hoger of lager is dan het zou moeten zijn. Intra- en inter- individuele betrouwbaarheid Zoals je in mijn onderzoek kunt zien, zie je dat Cynthia’s normaalgewicht lager is dan haar huidige gewicht. Maar als Cynthia haar normaalgewicht zou hebben, zou ze ondergewicht hebben. Ik maak hieruit op dat de botten in haar knieën dunner zijn dan dat normaal is voor iemand met Cynthia’s lengte en gewicht. Los van de intra- en inter- individuele betrouwbaarheid vind ik dat het onderzoek niet betrouwbaar genoeg is, omdat er geen rekening wordt gehouden met andere lichaamsverhoudingen. Kijkend naar de intra- en inter- individuele betrouwbaarheid vind ik hem ook niet heel betrouwbaar. Ik vond het lastig om de schuifmaat goed op de epicondylen te krijgen, waardoor de waarden uit mijn onderzoek iedere keer iets verschillen. Ik denk dat andere hier ook moeite mee hebben en dus ook andere waarden zouden krijgen dan dat ik heb. Bloeddruk: Standaard uitvoering: Hieronder beschrijf ik een stappenplan van hoe je de bloeddruk meet. Het is belangrijk dat je met betrouwbaar en werkende apparatuur werkt. Het helpt om in een rustige ruimte te meten zodat je alles goed kunt horen. - Je ontbloot de linker boven arm ( tenzij links niet prettig is voor iemand) - Je bevestigd de manchet juist op de bovenarm, net boven de elleboog. - De testpersoon is ontspannen en laat zijn arm ook ontspannen hangen. - Je pompt het manchet op, tot je geen pols ( meestal rond de 140) - Je plaatst de stethoscoop in de buurt van de slagader onder het manchet. - Je laat langzaam en gelijkmatig lucht uit het manchet lopen. - Wanneer je 2 duidelijke slagen hoort heb je de bovendruk gemeten. - Wanneer je de laatste slag hoort heb je de onderdruk gemeten. - Tot slot laat je het manchet helemaal leeglopen.
2
e
De Morree JJ e.a. Inspanningsfysiologie, oefentherapie en training, 2 druk: Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2011 8
Toevallige fouten + Invloed Bij het meten van de bloeddruk kan de testpersoon veel fout doen, waardoor de waarden niet kloppen die gemeten zijn, zoals: - Manchet zit niet strak genoeg. - Stethoscoop wordt niet op de goede plek gehouden. - Manchet wordt niet vergenoeg opgepompt. - Manchet wordt te snel leeg gelopen, waardoor de testleider niet goed kan luisteren. - Er wordt verkeerd geluisterd. Verder heeft het moment van meten veel invloed op de bloeddruk, wanneer iemand net gerookt heeft verandert de bloeddruk waarde al en stress heeft ook veel invloed op de bloeddruk. Systematische fouten + Invloed - Het manchet blaast niet op, hierdoor kun je de slagader niet afknellen waardoor je niets kunt meten. - De wijzer van de meter geeft verkeerde waarden aan, hierdoor klopt de gemeten boven en onderdruk niet met de werkelijkheid. - De stethoscoop doet het niet, waardoor je niets of nauwelijks iets hoort. Hierdoor krijg je geen of niet kloppende gegevens. Intra- en inter- individuele betrouwbaarheid. De waarde van de bloeddruk is redelijk constant bij alle drie de metingen. Het is alleen moeilijk te bepalen of dit nu betekend dat het intra- individueel betrouwbaar is, want het kan ook zijn dat de bloeddruk van Cynthia juist erg schommelt en dat ik verkeerd gemeten heb. Ik vind het ook lastig om de inter- individuele betrouwbaarheid in te schatten. Misschien wordt Cynthia wel heel zenuwachtig als iemand anders haar bloeddruk meet, waardoor hij ineens veel hoger is dan die ik daarvoor had gemeten. Ook heeft iedereen weer een ander gehoor en hoort iemand de eerste twee slagen eerder dan dat ik doe. Goniometrie ( in zijn geheel): Standaard uitvoering: Het is belangrijk dat je een goed afgestelde, betrouwbare goniometer gebruikt. Vervolgens bepaal je de bewegingsas. Je zet het centrum op deze bewegingsas. Vervolgens laat je 1 kant op de 0 stand staan. Vervolgens bepaal je de ROM van een lichaamsdeel en zet je de andere kant van de goniometer gelijk aan tot waar het lichaamsdeel kwam. Vervolgens lees je de hoek tussen de 2 delen van de goniometer af. Toevallige fouten + Invloed Het kan zijn dat de volgende dingen toevallig fout gaan: - Het centrum van de goniometer wordt niet juist op de bewegingsas gezet. - De ene kant wordt niet juist op het 0 punt gehouden of juist niet daar waar het lichaamsdeel kwam. - Er word verkeerd afgelezen. Systematische fouten + Invloed - De goniometer is niet goed afgesteld, 1 graad is geen echte graad. - Het centrum van de goniometer is een beweegbaar rondje en wordt niet op zijn plek gehouden. Het 0streepje verschuift hierdoor naar een andere plek.
9
Inter- en intra- individuele betrouwbaarheid Nu je met een goniometer de ROM bepaald werk je een stuk preciezer dan dat je het met het blote oog schat. Ik vind het dan wel lastig om de ROM te bepalen, nu moet je nog beter kijken naar wanneer iemand gaat compenseren. Wanneer iemand op de juiste wijzen de ROM bepaald en de goniometer op de juiste wijze gebruikt verwacht ik dat iemand zowel inter- als intra- rond dezelfde waarde zal blijven. Dit verwacht ik, omdat dit ook uit mijn onderzoek bleek.
3. Vragenlijst 1. Aan welke beweeg- of sportieve activiteiten doet u?
a. Hardlopen, roeien of wielrennen op wedstrijdniveau (extra zware belasting) b. balsporten op wedstrijdniveau (zware belasting) c. recreatief fietsen, recreatiesporten, sportief wandelen (matig intensieve belasting) d. rustig wandelen, rustig fietsen (lichte belasting) 2. Hoe lang doet u deze beweeg- of sportieve activiteiten achter elkaar? e. meer dan 30 minuten f. 20-30 minuten g. 10-20 minuten h. minder dan 10 minuten 3. Hoe vaak doet u aan beweeg of sportieve activiteiten? a. dagelijks b. 3-5 x per week c. 1-2 x per week d. 1-2 x per maand of minder 4. Weet u wat de Nederlandse Norm Gezond Bewegen is? a. ja b. nee 4. Hoeveel lichaamsbeweging is volgens u nodig om de gezondheid te bevorderen? a. 1 x per week 10 minuten matig intensief actief zijn, zoals flink doorwandelen of fietsen 15 km/uur b. 3 x per week 10 minuten matig intensief actief zijn, c. 5 x per week, maar bij voorkeur dagelijks, 30 minuten matig intensief actief zijn, zoals flink doorwandelen of fietsen 15 km/uur d. 3x per week ten minste 20-30 minuten intensieve activiteiten, zoals hardlopen. 6. Is er ooit door een arts geconstateerd dat u last van hart- en vaatziekten heeft? a. ja b. nee 7. Heeft u regelmatig pijn op de borst? c. ja d. nee
10
8. Heeft u regelmatig last van kortademigheid of duizeligheid e. ja f. nee 9. Is er ooit door een arts geconstateerd dat uw bloeddruk te hoog is? g. ja h. nee 10. Is er ooit door een arts geconstateerd dat u bot- en gewrichtsaandoening heeft die verergert door inspanning? (zoals artrose, artritis of reuma) i. ja j. nee 11. Is er een goede reden die nog niet genoemd is waardoor u niet mee zou kunnen doen aan een activiteitenprogramma? k. ja (Knieblessure) l. nee 12. Voor deelnemers ouder dan 65 jaar: bent u gewend aan zware lichamelijk inspanning? m. ja n. nee
11
4. Meetgegevens Antropometrie Gegevens patiënt Naam: Cynthia Pauw Geboortedatum: 22-08-1993 De normen die ik gebruik in de antropometrie tabel heb ik gehaald uit de tabellen van de volgende bron: Dr. Van Mechelen W. Fit, Fitter, fit-test! Almere, 1993 (tenzij anders staat aangegeven) De normen die ik gebruik in de goneometrie tabellen die, zijn het gemiddelde van de normen uit verschillende bronnen. Het gemiddelde van deze normen is weergegeven in de PowerPoint van FLP105. De verschillende bronnen die gebruikt zijn voor het gemiddelde zijn: - Joint motion, british orthopaedic association 1966. - Lohman A.H.M., Zuidgeest A. Vorm en beweging 12e druk Houten: Bohn stafleu van Loghum: 2011 - Norkin C.C., White D. J. ,Measurement of Joint Motion, 4e druk Davis Company: 2009
Lijst 1 Antropometrie
Score student 1
Score student 1
Datum: Tijd:
15-11-2012 15:30
21-11-2012 13:00
Score student 1 22-11 15:30
Lichaamslengte: Lichaamsgewicht: Quetelet/BMI index:
1,75 m 69 kg 19,7
1,75 m 68kg 19,3
1,75 m 68,5kg 19,6
Huidplooimeting Biceps Triceps Subscapulair Supra-iliacaal Som huidplooien Vet percentage (%)
6mm 15mm 10mm 12mm 43mm 24.7%
5mm 14mm 10mm 12mm 41mm 23,4%
6mm 13mm 11mm 12mm 42mm 24%
Norm
Vergelijking Norm
Normaal gewicht 18,7 – 23,8
Cynthia heeft dus een normaal gewicht voor haar lengte.
17-29 jaar = 25%
Cynthia heeft dus een lager vetpercentage
12
Taille omtrek Heup omtrek Heup-taille ratio
64cm 80cm 0,8
63cm 61cm
Kniebreedte Li Kniebreedte Re Kniebreedte Li + Re Polsbreedte Elleboogbreedte Normaal gewicht
8,8cm 8,7cm 17,5 cm 5,5cm 7,5cm 62,4kg
8,8 cm 8,6cm 17,4cm 5,5cm 7,5 cm 62,4 kg
9cm 8,7 17,7cm 5,5 cm 7,6cm 62,4kg
Bloeddruk systole/diastole
125/80mm/Hg
130/85 mm/Hg
125/85 mm/Hg
Score Student 2 Wesley Pauw
Score Student 3 Azeglio Bartolucci
6mm 15mm 10mm 13mm 44mm 24,7%
5mm 16mm 9mm 12mm 42mm 24%
Lijst 2 Antropometrie Huidplooimeting Score Student 1 Datum: 15-11-2012 Nadie wijfjes Tijd: 15:30 Huidplooimeting Biceps Triceps Subscapulair Supra-iliacaal Som huidplooien Vet percentage (%)
6mm 15mm 10mm 12mm 43mm 24,7%
64cm 80cm 0,8
Cynthia heeft dus precies een normale Taille- en heup omtrek.
Cynthia weegt:68,5kg
Cynthia is 6,1 kg “zwaarder” dan haar “normaal gewicht”
Systole: 100/135 mm/Hg Diastole: 60/ 85 mm/ Hg
De bloeddruk van Cynthia valt precies binnen de norm.
Norm
Vergelijking Norm
25%
Cynthia heeft dus een lager vetpercentage.
13
Lijst 1 Goniometrie Score student 1 15-11-2012 15:30
Score student 1 21-11-2012 13:00
Score student 1 22-11-2012 15:30
Norm
Li
Re
Li
Re
Li
Re
Li
Re
Art. coxae
BewegingsRichting Flex/ext
130/25
132/25
130/27
135/25
132/25
135/25
120/02
120/20
Art. coxae
Abd /add
55/32
60/33
54/33
58/30
56/35
57/32
50/30
50/30
Art. coxae
Abd (knie in 30° flex) Exo/endo (vanuit 0° flex) Exo/endo vanuit 90° flex)
56
62
56
60
58
60
45-60
45-60
52/35
53/35
55/35
55/34
52/37
53/35
50/35
50/35
Cynthia is meer mobiel dan de norm, zowel flexie als extensie en links en rechts. Cynthia is iets mobieler dan de norm. Rechts is mobieler dan links. Abductie valt op 1 meting na binnen de norm. Rechts is mobieler dan links. Cynthia is iets meer mobiel dan de norm.
50/45
51/46
52/46
52/47
53/46
52/45
45/45
45/45
Exorotatie is boven de norm.
Art. Genu Art. Genu
Flex/Ext Exo/Endo
153/12
152/10
152/11
153/11
151/12
152/13
145/10
145/10
47/18
45/16
48/17
47/16
48/18
46/17
45/15
45/15
Flexie iets onder de norm. Cynthia is iets mobieler dan de norm.
B.S.G
Dorsfl/plantfl
25/56
24/54
26/55
23/55
24/54
25/54
20/50
20/50
Cynthia is mobieler dan de norm.
M.T.P. 1 M.T.P. 1
Dorsfl/plantfl Abd/add
35/59 20/11
36/58 21/10
36/58 21/10
35/59 20/11
35/58 21/10
36/58 20/10
40/60 20/10
40/60 20/10
Dorsaal flexie is iets onder de norm. Bijna gelijk aan de norm.
I.P. 1
Flex/ext
58/0
59/0
59/0
60/0
60/0
59/0
60/0
60/0
Bijna gelijk aan de norm.
Datum: Tijd: Gewricht
Art. coxae Art. coxae
Vergelijking Norm
14
Lijst 2 Goniometrie Datum: 15-11-2012 Tijd: 15:30
Score student 1 Nadie Wijfjes
Score student 2 Wesley Pauw
Score student 3 Azeglio Bartolucci
Norm
Vergelijking Norm
Gewricht
BewegingsRichting
Li
Re
Li
Re
Li
Re
Li
Re
Art. coxae
Flex/ext
130/25
132/25
128/23
129/26
129/26
132/26
120/20
120/20
Art. coxae
Abd /add
55/32
60/33
54/31
57/32
56/33
59/32
50/30
50/30
Art. coxae
Abd (knie in 30° flex) Exo/endo (vanuit 0° flex) Exo/endo vanuit 90° flex)
56
62
55
61
55
64
45-60
45-60
52/35
53/35
51/37
53/36
53/36
54/37
50/35
50/35
Cynthia is meer mobiel dan de norm, zowel flexie als extensie en links en rechts. Cynthia is iets mobieler dan de norm. Rechts is mobieler dan links. Abductie valt op 1 meting na binnen de norm. Rechts is mobieler dan links. Cynthia is iets meer mobiel dan de norm.
50/45
51/46
49/43
49/44
50/46
51/46
45/45
45/45
Exorotatie is boven de norm.
Art. coxae Art. coxae
15
5. Meetgegevens inspanningstesten De normen die ik in de volgende tabellen gebruik komen uit: Dr. Van Mechelen W. Fit, Fitter, fit-test! Almere, 1993 (Tenzij anders staat aangegeven)
Åstrand fiets test Naam Geboortedatum Geslacht Gewicht
Cynthia Pauw 22-08-1993 Vrouw 68,5 kg
HF max HF rust Gekozen wattage
240 bpm 54 bpm 125 watt
Berekening 1 m.b.v. Tabel Fit-Fitter-Fitst e
e
HF 5 + 6 / 2 (bpm)
VO2Max (L/min)
135 + 140 /2 = 137,5
3,5 L/min
VO2Max Lft.correctie (L/min) 3,5 * 1 = 3,5 L/min
VO2Max (ml/kg/min)
Norm Leeftijdspecifiek
Norm Sportspecifiek
3500/ 68.5 / 1 = 51,4 ml/kg/min
>49 = zeer hoog
Duursport dames senioren: 54,7 Teamsport dames senioren: 48,9 Explosieve sport dames senioren: 50,1
Vergelijking met de norm: De VO2max van Cynthia lijkt het meest op iemand die een explosieve sport doet.
Berekening 2 m.b.v. Nomogram van Åstrand e
e
HF 5 + 6 / 2 (bpm)
VO2-max (L/min)
135 + 140 /2 = 137,5
3,6 L/min
3
VO2-max Lft.correctie (L/min)
VO2-max (ml/kg/min)
Norm Leeftijdspecifiek
Norm Sportspecifiek
1 * 3,6 = 3,6 L/min
3600 / 68.5 / 1 = 52,6 ml/kg/min
>49 = zeer hoog
Duursport dames senioren: 54,7 Teamsport dames senioren: 48,9 Explosieve sport dames senioren: 50,1
Vergelijking met de norm: De VO2Max van Cynthia lijkt het meest op iemand die een explosieve sport doet.
3
http://kennisbank.hva.nl/document/219039 ( geraadpleegd 2-12-2012) 16
Steep Ramp Test Naam Geboortedatum Geslacht Gewicht
Cynthia Pauw 22-08-1993 Vrouw 68,5 kg
HF max HF rust Borgscore Dyspneu Borgscore Zwaarte
165 bpm 54bpm 10 14
Maximale Wattage
VO2Max (ml/kg/min)
375 watt
(6,7 *375 ) + 356,7139 = 2869,2 ml / 86.4 = 33,2 ml / kg / min
HF bij beëindigen test 165 bpm
Reden eindigen van test
Cynthia kreeg een raar gevoel in haar knie.
Shuttle Run Cynthia heeft niet deelgenomen aan de Shuttle Run, omdat zij haar knie niet wilde provoceren. Met name de draai beweging die je maakt tijdens de Shuttle Run zou er voor kunnen zorgen dat zij opnieuw last krijgt van haar knie.
17
6. Meetgegevens kracht, stabiliteit en coördinatie De normen die ik in de onderstaande tabellen gebruik komen uit: Dr. Van Mechelen W. Fit, Fitter, fit-test! Almere, 1993 (Tenzij anders staat aangegeven)
Kracht Naam Geboortedatum Geslacht Gewicht
Handknijpkrachtmeter Meting Uitgangshouding 1 Zittend, elleboog steunend op bovenbeen 2 Zittend, elleboog steunend op bovenbeen 3 Zittend, elleboog steunend op bovenbeen
Cynthia Pauw 22-08-1993 Vrouw 68.5 kg
Links 31
Rechts 38
31
39
Norm Som van links + rechts gemiddeld = 72
31
40
71 + = hoog
Rechts 107
Norm 410,9
212
410,9
216
410,9
Hand Held Dynamometer Elleboog-flexie Meting Links 1 Elleboog in 90° flexie 124
Rechts 185
Norm 226,9
2
Elleboog in 90° flexie
143
111
226,9
3
Elleboog in 90° flexie
141
122
226,9
Hand held Dynamometer Knie-extensie Meting Uitgangshouding Links 1 Zittend met been 227 afhangend in 90° 2 Zittend met been 204 afhangend in 90° 3 Zittend met been 163 afhangend in 90°
Vergelijking norm Cynthia scoort dus hoog op met haar knijpkracht.
VAS 0/100 0/100 0/100
Vergelijking norm 227 + 107 = 334 = Onder de norm 204 + 212 = 416 = boven de norm 163 + 216 = 397 = Onder de norm
VAS 0/100
Vergelijking norm 124 + 185 = 308 = Boven de norm 143 + 111= 254 = Boven de norm 141 + 122 = 263 = Boven de norm
VAS 0/100
0/100 0/100
0/100 0/100
Push-up test Aantal
Norm
Vergelijking Norm
20
19 – 26 = Goed
Cynthia’s kracht tijdens de push-up test is goed.
Buikspieren Aantal
Norm
Vergelijking Norm
29
28 – 35 = Goed
Cynthia’s kracht tijdens de buikspier test is goed.
18
Functionele spierkracht Naam Geboortedatum Geslacht Casus/Aandoening
Cynthia Pauw ( turnster) 22-08-1993 Vrouw Boven beenspier versterking. Wat bij turnen helpt bij het springen en landen.
Naam Test
“Stoeltje”
Benodigdheden Voorwaarden Contra-indicaties Uitvoering
Een stevige muur. Je moet in staat zijn om in de uitgangshouding te kunnen blijven staan. Als de oefening pijnlijk wordt gevonden mag hij niet uitgevoerd worden. Je gaat met de gehele rug en billen tegen de muur aan staan. Je zakt door je knieën en doet net alsof je op een stoel zit. Je knieën maken een hoek van 90 Je armen ontspan je..
Score
Hoe langer je dit vol houdt, hoe meer spierkracht je in je bovenbenen hebt. Na een aantal seconde of minuten zul je merken dat het je meer energie kost om de houding aan te houden. Het is de bedoeling dat dit 1x zolang mogelijk gedaan wordt. Het beste zou zijn om dit 3 keer per dag 1x te doen. Doordat het de spieren vermoeid is het beter om het niet 2x achter e elkaar te doen, omdat dan het resultaat van de 2 keer minder wordt.
Standaardisatie
Een vloer die niet glad is en vlak. Blote voeten (Meeste grip) Armen echt ontspannen houden en niet gebruiken ter compensatie.
Stabiliteit: Naam Geboortedatum Geslacht Sport
Cynthia Pauw 22-08-1993 Vrouw Turnen
Naam Stabiliteitstest Sportspecifiek
Zweefstand. Ja Welke: Turnen
Benodigdheden Voorwaarden Contra-indicaties Uitvoering
Persoon moet stabiel op 1 been kunnen staan. Pijn, ziek, zwak, misselijk. Met gaat op het linker been staan en heft het rechterbeen boven horizontaal waarbij het lichaam iets naar voren gebogen mag zijn. Het is de bedoeling dat deze houding zo lang als mogelijk vol gehouden wordt. Deze oefening kan uiteraard ook op het rechterbeen gedaan worden.
19
Score
Hoe langer deze houding op een stabiele manier vol gehouden wordt, des te stabieler is de enkel. Na een aantal seconde of minuten zullen de spieren vermoeit raken en wordt het moeilijker om de houding aan te houden. Het is de bedoeling dat dit 1x zolang mogelijk gedaan wordt. Het beste zou zijn om dit 3 keer per dag 1x te doen. Doordat het de spieren vermoeid is het beter om het niet 2x achter e elkaar te doen, omdat dan het resultaat van de 2 keer minder wordt.
Standaardisatie
Een vlakke vloer die niet glad is en geen schoenen.
Naam Geboortedatum Geslacht Sport
Cynthia Pauw 22-08-1993 Vrouw Turnen
Naam Coördinatietest Sportspecifiek
Pirouette op de evenwichtsbalk. Ja Welke: Turnen
Benodigdheden
Een evenwichtsbalk van op 1,20m hoog en 10cm breed. Valmatjes onder de balk. Je moet instaat zijn een pirouette op de grond op een lijn te kunnen. Je moet in staat zijn om langer dan 20 sec. je evenwicht te houden op 1 been. Als je niet aan de eisen voldoet. Als je een blessure hebt aan de onderste extremiteit. Je gaat op één been staan op je voorvoet, met het andere been zet je af. Je houdt het afzet been 90 en door je afzet draai je een rondje om je as. Vervolgend zet je het afzet been voor je stand been. Let erop dat je lichaam rechtop blijft, anders verlies je, je evenwicht.
Voorwaarden Contra-indicaties Uitvoering
Score
In het begin zal je, je evenwicht verliezen. De oefening is juist uitgevoerd wanneer je: Geen wankeling van evenwichtsverlies laat zien Je 360 om je eigen as draait. Je afzetbeen aan het einde voor je standbeen plaatst. Je kunt deze oefening blijven doen, totdat je last in een lichaamsdeel krijgt. Als je vermoeid raakt, is het moeilijk om goed gecoördineerd te blijven en je evenwicht niet te verliezen.
Standaardisatie
Een evenwichtsbalk gebruiken die goed gekeurd is voor wedstrijden, waarvan de beschermingshoes dus niet versleten is. Blote voeten (draait het makkelijkst)
20
7. Eet- en beweeggedrag Vrijdag 24 november 2012 ‘ongezonde’ dag Eten & drinken Kopje Koffie 1kcal 0,5L ijsthee 190 kcal Chocosmulrollen 2141 kcal Havel zak karamelpepernoten 585 kcal Large zoute popcorn (225 gram) 882 kcal 1 zak maltesers: 11295 kcal 1zak skittels: 810kcal 0,5 L cola 210 kcal 2 glazen zoete witte wijn: 330 kcal 1portie bittergarnituur 300 kcal
Zaterdag 25 november 2012 ‘gezonde’ dag Eten & drinken 1 snee bruin brood met belegen kaas 68 kcal 0,25L cola 105kcal Witte pistolet gezond 330 kcal 0,5L cola 210 kcal Salade 346kcal 0,5 L ijsthee 190 kcal
Opgeteld: 6744 kcal
Opgeteld: 1250 kcal
Bewegen 10 min. Wandelen 72 kcal
Bewegen: 10 min. fietsen 120kcal 10 min. Wandelen 72kcal Opgeteld: 192kcal
Cynthia zou voor haar leeftijd, gewicht en leefstijl zo’n 2100kcal per dag mogen innemen. 4 Zoals je kunt zien heeft Cynthia op haar ongezonde dag veel meer kcal ingenomen en bijna geen extra energie verbrand. Op haar ongezonde dag heeft ze veel gesnoept en geen echte gevarieerde maaltijden gegeten. Op haar gezonde dag heeft ze minder dan de aanbevolen 2100 kcal ingenomen en heeft ze wel 192 kcal verbrand door extra activiteiten. Op deze dag eet ze gevarieerder en neemt ze minder suikerproducten tot zich.
4
http://www.voedingscentrum.nl/nl/mijn-gewicht/gezond-gewicht/behoud-een-gezond-gewicht.aspx (geraadpleegd op 2-12-2012) 21
8. Verwerkingsopdrachten Vraag 1: a) Doe een uitspraak over de betrouwbaarheid( intra- en inter individueel) van de Ästrandfietstest, Steep Ramp Test en de Shuttle Run test. Ik vind de intra- en inter individuele betrouwbaarheid van deze testen hoog. Dit vind ik, omdat er een testprotocol is. Als iedere testleider zich aan het testprotocol houdt, alle apparatuur werkt en goed ingesteld zijn zullen de uitslagen bij iedere testleider gelijk zijn. Het enige wat een verschil zou kunnen maken, is dat de ene testleider de patiënt meer zou kunnen aanmoedigen dan de ander. Maar ik vind niet dat dit de test minder betrouwbaar maakt.
b) Doe een uitspraak over de validiteit en standaardisatie van deze 3 testen. “Validiteit is de mate waarin het meet instrument meet wat het beoogd te meten5” Met alle drie de testen wil je uiteindelijk de VO2Max bepalen. En alle drie de testen gegevens waarmee je de VO2Max kunt berekenen. De Steep Ramp test en de Shuttle Run test zijn allebei maximaal testen en de Ästrandfietstest is een sub-maximaal test. Bij de Ästrandfietstest wordt er een schatting gemaakt van de VO2Max op basis van de gegevens terwijl er bij de andere testen gerekend word met de huidige testen. In mijn onderzoek verschilt de VO2Max bij de Ästrandfietstest niet veel van de VO2Max bij de Steep Ramp test maar uit verschillende onderzoeken blijkt dat er vaak wel degelijk verschil. De VO2Max die uit de gegevens van de Ästrandfietstest komt zijn namelijk lager. Vermoedelijk komt dit, doordat de maximale hartslag foutief wordt geschat.6 Conclusie: Ik vind de Steep Ramp en de Shuttle Run meer valide dan de Ästrand fietstest. Standaardisatie: een bepaalde norm of standaard7, oftewel een test protocol. Alle drie de testen hebben een test protocol waardoor iedereen de test op dezelfde manier zou moeten kunnen uitvoeren. Hierdoor vind ik dat alle drie de testen goed zijn gestandaardiseerd. Ik vind echter dat er in de testprotocollen geen rekening genoeg gehouden wordt met invloeden van buitenaf, met name spreek ik over het test protocol van de Shuttle Run. Deze test kan binnen en buiten uitgevoerd worden, er wordt niet gesproken over wat voor weer het moet zijn en op wat voor ondergrond er gelopen moet worden. Toch hebben deze punten erg veel invloed op het resultaat. Conclusie: Ik vind dat de Shuttle Run minder goed gestandaardiseerd dan de Steep Ramp test en de Ästrand fietstest.
5
Beurskens S e.a. meten in de praktijk: Houten: Bohn Stafleu van Loghum: 2008 http://natschool.hro.nl/CMS/__OAI/HR%20Kennisbank/Scripties/Instituut_IVG/Fysiotherapie/2006/IP%20Anit a%20van%20Heteren%200555035,%20Mirelle%20Olfers%200759730_fysiotherapie/IP%20Anita%20van%20He teren%200555035,%20Mirelle%20Olfers%200759730_fysiotherapie.pdf (geraadpleegd 4-12-2012) 7 http://www.encyclo.nl/begrip/standaardisatie (geraadpleegd: 4-12-2012) 6
22
c)Hoe evidence based zijn deze testen? Alle drie de testen zijn al zo’n 20 jaar oud en worden over de hele wereld gebruikt door fysiotherapeuten. Er is inmiddels heel veel onderzoek gedaan naar de testen. Ondanks dat er aan sommige testen min punten kleven worden ze wel bestempelt als evidence based. Uit onderzoek blijkt dus dat de Ästrandfietstest minder betrouwbaar is om precies de VO2Max te berekenen, maar de Ästrandfietstest is wel makkelijk uitvoerbaar en beter bruikbaar voor de patiënten die niet zoveel meer kunnen. 8 Voor de Shuttle Run test heb je al een betere conditie nodig en bij deze test wordt er weinig tot geen rekening gehouden met invloeden van buiten af. De Steep Ramp test blijkt uit onderzoek wel erg valide te zijn9, maar wanneer je bijvoorbeeld nooit fietst of last van je knieën hebt heb je minder fiets vermogen in je benen zitten terwijl je wel een goede conditie kunt hebben.
d) Hoe zou je dit eventueel nog kunnen verbeteren? De Ästrandfietstest blijft qua validiteit minder betrouwbaar doordat het een submaximale test is. Misschien dat er nog meer onderzoek gedaan kan worden, zodat de VO2Max preciezer geschat kan worden. De Shuttle Run test kan betrouwbaarder worden, wanneer er in het testprotocol wordt beschreven wordt in welke omgeving de test gedaan moet worden. Ik zou binnen aanraden, omdat je dan geen last hebt van weersinvloeden.
e) Welke bronnen heb je gebruikt? In de tekst heb ik met een verwijzing aangegeven welke bron ik heb gebruikt. Ik zal de bronnen hier nogmaals opnoemen: Boek: - Beurskens S e.a. meten in de praktijk: Houten: Bohn Stafleu van Loghum: 2008 Artikel: - Bongers BC, de Vries SI, Helders PJ, Takken T. The Steep Ramp Test in Healthy Children and Adolescents: Reliability and Validity. 16 august 2012 Internet bron: - http://natschool.hro.nl/CMS/__OAI/HR%20Kennisbank/Scripties/Instituut_IVG/Fysiotherapie /2006/IP%20Anita%20van%20Heteren%200555035,%20Mirelle%20Olfers%200759730_fysio therapie/IP%20Anita%20van%20Heteren%200555035,%20Mirelle%20Olfers%200759730_fys iotherapie.pdf (geraadpleegd 4-12-2012) - http://www.encyclo.nl/begrip/standaardisatie (geraadpleegd: 4-12-2012) - http://www.eijzenga.nl/pdf/wisin/testen_en_meten.pdf (geraadpleegd: 4-12-2012)
8
http://www.eijzenga.nl/pdf/wisin/testen_en_meten.pdf (geraadpleegd: 4-12-2012)
9
Bongers BC, de Vries SI, Helders PJ, Takken T. The Steep Ramp Test in Healthy Children and Adolescents: Reliability and Validity. 16 august 2012 23
Vraag 2: Geef bij elk van de inspanningstesten een opsomming van mogelijke toevallige en systematische fouten en geef aan op welke manier deze de uitkomst zouden kunnen beïnvloeden. Astrandfietstest Toevallige fouten: - De hartslag wordt verkeerd afgelezen er worden hogere of lagere waardes opgeschreven. - De weerstand wordt verkeerd ingevoerd, hierdoor trapt de patiënt te zwaar of te licht waardoor de hartslag hoger of lager wordt en de verhoudingen niet meer kloppen. Systematische fouten: - Kapot materiaal, de test is niet mogelijk. - Zadel is te hoog of te laag ingesteld, hierdoor zal iemand meer moeite moeten doen om te trappen. Hierdoor zal de hartfrequentie omhoog gaan. Steepramptest Toevallige fouten: - Het uiteindelijke vermogen wordt verkeerd afgelezen, hierdoor zal de VO2Max hoger of lager zijn dan werkelijk is. - Als er harder wordt gefietst van 70/80 rpm is de test niet meer valide. De hartslag zal meer omhoog gaan en de VO2Max zal lager uitvallen. Systematische fouten: - Kapot materiaal, de test is niet mogelijk. - Zadel is te hoog of te laag ingesteld, hierdoor zal iemand meer moeite moeten doen om te trappen. Hierdoor zal de hartfrequentie omhoog gaan. Shuttle Run Toevallige fouten: - Omgevingsinvloeden. De ondergrond, het luchtklimaat, het weer heeft allemaal invloed op de hoeveelheid gevraagde energie. Deze factoren hebben een negatieve invloed op het prestatie vermogen van de testpersoon. - Kleding. Door kleding kun je het te warm of te koud hebben of kleding kan hinderlijk zitten tijdens het hardlopen. Deze factoren kunnen de testpersoon ook negatief beïnvloeden. Systematische fouten: - De afstand is geen 20 meter. Hierdoor moet je verder of minder ver lopen tussen de piepjes door waardoor het lijkt dat je beter of slechter presteert. - De hartslag meter werkt niet, hierdoor klopt je rusthartslag en je eindhartslag niet. - De muziek. Wanneer de muziek te snel of te langzaam afgespeeld word klopt de tijd tussen de piepjes niet meer waardoor iemand sneller of langzamer loopt dan dat de bedoeling is.
24
Vraag 3: Wat is het verschil tussen een submaximaal test en een maximaal test? Met een maximaal test wordt het maximale vermogen gemeten. Vanuit het maximale vermogen wordt de VO2Max berekend met een formule. Om deze formule te kunnen gebruiken zijn er ook nog andere gegevens nodig. Enkele voorbeelden van gegevens die nodig kunnen zijn, zijn: hartslag, leeftijd, gewicht, geslacht en wattage op de fiets. Een submaximaal test gaat niet uit vanuit het maximale vermogen, hierdoor wordt ook de maximale zuurstofopname niet direct gemeten. Bij een submaximale vermogen wordt de hartfrequentie geregistreerd en een lineair verband berekend, waarbij een schatting wordt gemaakt van de maximale zuurstof opname. Bij een submaximaal test wordt er dus geprobeerd om de VO2Max zo exact mogelijk te schatten, terwijl de VO2Max bij een maximaal test wordt berekend uit gegevens 10
Vraag 4: Wat is Steady State en waarom is dit tijdens de Astrand test belangrijk? Met Steady State wordt de hartfrequentie bedoelt tijdens minuut 5 en 6. Deze twee waardes mogen niet meer dan 5 slagen van elkaar verschillen. In minuut 5 en minuut 6 is de hartfrequentie dus redelijk stabiel. Dit betekend dat het hart in deze tijd niet harder hoeft te pompen om extra zuurstof rond te brengen. Je kunt dus zeggen dat de gevraagde zuurstof in evenwicht is met de gegeven zuurstof. Het doel van de test is, dat er een schatting wordt gemaakt van de maximale zuurstof opname. Dit wordt gedaan door de relatie tussen het submaximale vermogen en de gemiddelde hardfrequentie van minuut 5 en 6. Wanneer de hartfrequentie tijdens minuut 5 en 6 meer dan 5 seconde van elkaar verschillen zal het gemiddelde niet betrouwbaar meer zijn. Dit betekend echter ook dat de gevraagde zuurstof nog niet in evenwicht is met de gegeven zuurstof. De schatting van de maximale zuurstof opname zal dan niet meer betrouwbaar zijn. 11
10
Govers RTE e.a. Analyse van de submaximale inspanningstesten 2003 e Hulzebos E., van der Loo H. Training van het cardiorespiratoir uithoudingsvermogen, 1 druk: Houten: Bohnstafleu van Loghum: 2002 11
25
Vraag 5: a)Noem de volgende drie waardes:
VO2Max uit de fietstest berekend met de tabel: 51,4 ml/kg/min VO2Max uit de fietstest berekend met het Nomogram van Ästrand: 52,6 ml/kg/min VO2Max van de Steep Ramp Test 33,2 ml/kg/min VO2Max van de shuttle-run. Geen gegevens
b)Vind je de verschillen erg groot? Welke van de waarde lijkt jou het meest betrouwbaar en motiveer waarom. Het verschil tussen de Steep Ramp Test en de Astrand fietstest vind ik erg groot. Dit verschil is te verklaren, doordat Cynthia bij de Steep Ramp Test stopte doordat ze last kreeg van haar knie. Als Borg score gaf zij dan ook een 14 voor “zwaarheid” Voor dyspneu gaf Cynthia maar een 10, dit betekend dat ze nog meer Watt aan had gekund, als ze geen last kreeg van haar knie. Dus dat haar VO2Max meer is dan 33,2 ml/kg/min. De waardes uit de fietstest berekend op twee verschillende manieren verschillen maar 1,2ml/kg/min van elkaar. Doordat dit erg weinig is, vind ik dat ik kan zeggen dat beide manieren even betrouwbaar zijn. Doordat Cynthia de Shuttle Run test niet heeft kunnen doen kan ik de fietstest helaas niet vergelijken. Hierdoor weet ik dus niet 100% zeker dat de fietstest betrouwbaar is.
Vraag 6: Helaas kan ik geen uitspraak doen over de volgende gegeven uit de Shuttle Run test: Hartfrequentie op het moment van stoppen De borgscore voor dyspneu De borgscore voor zwaarte. Ik kan dus ook geen uitspraak doen over de conditie van een aantal orgaansystemen. Toch zal ik proberen vraag a te beantwoorden.
a)Noem de drie bedoelde orgaansystemen -
De Longen Het hart- vaat stelsel. Spieren
b)Welke orgaansystemen heeft bij jouw partner ervoor gezorgd dat hij de shuttle run moest staken en probeer dit te beargumenteren. Cynthia heeft de Shuttle Run test dus niet gelopen. Maar als ze hem zou hebben gelopen dan zou ze vermoedelijk gestopt zijn doordat ze last zou krijgen van haar knie.
26
9. Analyse Ondanks dat Cynthia inmiddels weinig sport, is ze fysiek nog erg gezond. Dit concludeer ik uit de bovenstaande uitslagen. Alle uitslagen liggen namelijk rondom de norm. Wel raad ik Cynthia aan om meer te bewegen en een stabieler voedsel patroon aan te wennen. Hierdoor zal haar fysieke gezondheid in de toekomst niet achteruit gaan.
Doelen die ik voor Cynthia gemaakt heb zijn: Binnen 1 week wil ik dat Cynthia 5 dagen per week: - 3 hoofdmaaltijden eet op een dag waarbij ze gebruik maakt van de schijf van vijf. Per dag 4 tussendoortjes eet, waardoor ze met de hoofdmaaltijden in totaal ca. 2100kcal binnen krijgt. - Beweegt volgens de norm van gezond bewegen.12
Trainingsprogramma dat ik voor Cynthia gemaakt heb: Momenteel is Cynthia’s fysieke gezondheid nog goed, maar als ze weinig blijft bewegen zal dit in de toekomst achteruit gaan. Het trainingsprogramma zorgt ervoor dat Cynthia 5 dagen per week 30 minuten intensief beweegt, zodat het hart en de longen geprikkeld worden en in conditie blijven. Ook moet Cynthia 3 keer per week 30 minuten intensieve lichaamsbeweging krijgen, zodat ze haar duuruithoudingsvermogen traint. Het is de bedoeling dat Cynthia op 50%– 85% van haar VO2Max traint. 13 Hieronder beschrijf ik welke activiteiten Cynthia zou kunnen doen. Dag 1: 15 min. Fietsen 10 tot 12 km/h 15 min. Wandelen 5 km/h 20 minuten jogging 8km/h Dag 2: 15 min. Fietsen 10 tot 12 km/h 15 min. wandelen 5 km/h Dag 3: 15 min. Fietsen 10 tot 12 km/h 15 min. Wandelen 5 km/h 20 min. Skeeleren 15 km/h Dag 4: 15 min. Fietsen 10 tot 12 km/h 15 min. Wandelen 5 km/h Dag 5: 15 min. Fietsen 10 tot 12 km/h 15 min. Wandelen 5 km/h 20 minuten dansen ( snel, swing) of 20 minuten zwemmen 2km/h
12
http://cbs.nisb.nl/30minuten/page/381/Beweegnorm (geraadpleegd 7-12-2012) e De Morree JJ e.a. Inspanningsfysiologie, oefentherapie en training, 2 druk: Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2011 13
27
10.
Bronnenlijst
Boeken: - Beurskens S e.a. meten in de praktijk: Houten: Bohn Stafleu van Loghum: 2008 - Govers RTE e.a. Analyse van de submaximale inspanningstesten 2003 - Hulzebos E., van der Loo H. Training van het cardiorespiratoir uithoudingsvermogen, 1e druk: Houten: Bohnstafleu van Loghum: 2002 - Lohman A.H.M., Zuidgeest A. Vorm en beweging 12e druk Houten: Bohn stafleu van Loghum: 2011 - De Morree JJ e.a. Inspanningsfysiologie, oefentherapie en training, 2e druk: Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2011 - Norkin C.C., White D. J. ,Measurement of Joint Motion, 4e druk Davis Company: 2009 Artikelen: - Bongers BC, de Vries SI, Helders PJ, Takken T. The Steep Ramp Test in Healthy Children and Adolescents: Reliability and Validity. 16 august 2012 - Dr. Van Mechelen W. Fit, Fitter, fit-test! Almere, 1993 - Joint motion, british orthopaedic association 1966. Internet bronnen: - http://www.voedingscentrum.nl/nl/mijn-gewicht/gezond-gewicht/behoud-een-gezondgewicht.aspx (geraadpleegd op 2-12-2012) - http://kennisbank.hva.nl/document/219039 ( geraadpleegd 2-12-2012) - http://natschool.hro.nl/CMS/__OAI/HR%20Kennisbank/Scripties/Instituut_IVG/Fysiotherapie /2006/IP%20Anita%20van%20Heteren%200555035,%20Mirelle%20Olfers%200759730_fysio therapie/IP%20Anita%20van%20Heteren%200555035,%20Mirelle%20Olfers%200759730_fys iotherapie.pdf (geraadpleegd 4-12-2012) - http://www.encyclo.nl/begrip/standaardisatie (geraadpleegd: 4-12-2012) - http://www.eijzenga.nl/pdf/wisin/testen_en_meten.pdf (geraadpleegd: 4-12-2012) - http://cbs.nisb.nl/30minuten/page/381/Beweegnorm (geraadpleegd 7-12-2012)
28