Tillen & Dragen Winkelpraktijkopdracht 2013-2014
Naam + klas Datum Paraaf docent + naam Beoordeling
Team Detailhandel niveau 2 Contact persoon: Fion Friedrichs 2014
[email protected]
Bron: OVD Perspectief kerntaak 1
2
Wat kun je verwachten in dit boekje?
De opdracht:
Op school/ op pad:
Verwerken van de theorie en opdrachten m.b.t. houding en beweging. Weten wie je bent en wat je kunt Mate van zelfvertrouwen Samenwerken en overleggen Materialen en middelen inzetten Kwaliteit leveren Instructies en procedures opvolgen Map Perspectief Kerntaak 1 hoofdstuk Goederentransport Theorie & opgaven boekje Praktijk test Collage Theorie test BPV opdrachten Opdrachtenboekje Praktijk en theorie test Kratjes bier/frisdrank Stoel Tafel met computer Pen BPV adres Op school en op stage
Groepswerk/individueel:
Groepswerk &Individueel
De tijd:
9 x 45 minuten
Competenties
De theorie : De onderdelen:
Benodigdheden:
3
Beoordeling
Boekje
Te behalen punten
Video Opdracht 1 Opdracht 2 Opdracht 3 Praktijktest
10 Voldaan Voldaan Voldaan
Theorietest
20
Collage
10
BPV opdrachten
Voldaan
Totaal:
50
Verkregen punten
Commentaar docent
10
Cesuur: 28
4
“Hoezo heb ik een verkeerde werkhouding? Zo doe ik het altijd!”
Waarom krijgt de één wel lichamelijke problemen tijdens het werk, en een ander, die hetzelfde werk doet, niet? Het antwoord is simpel. Die ene die geen problemen krijgt heeft waarschijnlijk: Een goede werkhouding bij staan en zitten. Een goede tiltechniek. Weet hoe hij iets moet dragen. Weet hoe hij moet bukken of hurken.
In dit project kijken we naar: Juiste werkhoudingen en bewegingen De risico’s van verkeerde werkhoudingen Tips om blessures te voorkomen
5
Instructies voor het kijken naar de video “Optilt” Je gaat nu naar een video kijken waarin de werkhouding en bewegingen aan de orde zullen komen. De bedoeling is dat je tijdens het kijken de onderstaande vragen maakt. Lees de vragen eerst aandachtig door zodat je weet waarop je moet letten bij het bekijken van de video.
Video: Optilt 1) Welke twee overeenkomsten zijn er tussen de mens en een flipperkast? ……………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………….. 2)
3)
Noem 7 lichamelijke punten van lichamelijke belasting tijdens het werken, waardoor je risico kunt lopen. …………………………………………
…………………………………………
…………………………………………
…………………………………………
…………………………………………
…………………………………………
…………………………………………
…………………………………………
Hoeveel werknemers worden lichamelijk belast en lopen daardoor risico? ……………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………….
4) Hoeveel werknemers zijn arbeidsongeschikt? ……………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………. 5) Wat is nu het verraderlijke met betrekking tot de lichamelijke belasting? ……………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………….
6
6) Wat had de visser verkeerd gedaan? ……………………………………………………… ……………………………………………………… 7)
Wat had de kapper verkeerd gedaan? ……………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………….
8)
Welk hulpmiddel gebruikt de kapper nu? ……………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………….
9) Noem 4 nuttige aanpassingen om lichamelijke klachten te vermijden. ……………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………. 10) Werkgevers hebben verplichtingen ten aanzien van het bieden van een goede werkomgeving. Noem er twee. ……………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………….
7
Hoe sterk iemand is hangt van een aantal zaken af: De lichaamsbouw en persoonlijke kracht Getraindheid De motivatie De ervaring De leeftijd Het geslacht
De belasting van het lichaam is de last (de zwaarte) die het lichaam moet verwerken en verdragen. De zwaarte van het tillen hangt bijvoorbeeld af van: Hoe vaak je moet tillen? Doe je het een keer per uur of is het 10 keer per minuut. Hoe lang moet je tillen? Hoe zwaar is het voorwerp? Til je met gestrekte armen of houd je het gewicht tegen je aan? De grootte van het voorwerp.
8
Als we gaan kijken hoe lang iemand iets doet, dan onderscheiden we drie soorten belastingen: Piekbelasting Dynamische belasting Statische belasting Piekbelasting De piekbelasting is een maximale krachtsinspanning die enkele seconden is vol te houden.
Dynamische belasting Dit is de gezondste vorm van belasten. De spieren worden afwisselend aangespannen en ontspannen. Daardoor zijn de bewegingen bij dynamische belasting bijvoorbeeld 8 uren vol te houden.
9
Statische belasting Als je een werkhouding lang hetzelfde laat zijn, ontspan je de spieren te weinig. De spieren raken daardoor minder doorbloed. Je hebt behoefte het werk te onderbreken.
Opdracht 1 Geef uit je eigen omgeving Twee voorbeelden van piekbelasting, dynamische belasting en statische belasting. Denk aan situaties thuis, op het werk of op school. Piekbelasting a) ……………………………………………………………………………………………… b) ……………………………………………………………………………………………… Dynamische belasting a) ……………………………………………………………………………………………… b) ……………………………………………………………………………………………… Statische belasting a) ……………………………………………………………………………………………… b) ………………………………………………………………………………………………
10
Ergonomie Dit is een duur woord voor mensen die zich bezighouden met de lichaamshouding van mensen op het werk. Deze mensen bekijken hoe de werkplek aangepast kan worden om het werk zo licht mogelijk te maken. Zitten Als iemand klaagt over zittend werken vinden we dat raar. Zittend werk lijkt niet zwaar. Toch hoor je steeds meer mensen klagen over een muisarm of rugpijn. Nadelen van zittend werken: Bij zitten heb je 40% meer rugbelasting dan bij staan. Bij zitten is de stand van de ruggenwervels ongunstiger. Je werkt steeds in dezelfde houding. Je zit in elkaar gedoken, doordoor minder vrije ademhaling. Afknellen van de achterzijde van de benen, de zitting van de stoel drukt daar tegen aan.
Tips voor zittend werk Verdeel je lichaamsgewicht door je voeten stevig op de vloer te zetten. Zorg voor afwisseling tussen staand, zittend en lopend werk. Zorg voor een goede stoel die steun geeft. Armen, ellebogen en benen in een hoek van 90 graden.
11
Staand werken In allerlei werkhoudingen moet je je rug zo recht mogelijk houden! Waarom? Als je rechtop staat wordt de wervelkolom het minst belast.
Problemen bij: Staand werken aan een tafel De hoogte van de tafel bepaald of jij rugklachten kunt krijgen. De juiste hoogte is als er een handbreedte tussen de tafel en je gebogen elleboog past. Houd het werk zo dicht mogelijk bij je lichaam, dan hoef jij je rug niet te buigen. Verplaats je gewicht van je ene naar je andere voet.
12
Staand boven je hoofd werken Magazijnmedewerkers verrichten vaak veel werk boven hun hoofd. Daardoor hebben ze vaak vermoeide bovenarmen en schouders. Ook hebben ze vaak een holle rug.
Staand voorovergebogen werken Bij het opmaken van je bed leun je veel voorover. Dit is zwaar werk en een zware belasting voor je rug.
Lang staan Verkoopmedewerkers moeten vaak de hele dag staan in de winkel. Je moet er voor zorgen dat je veel blijft bewegen voor een goede doorbloeding in je benen. Als je stil blijft staan worden je beenspieren stijf en kun je spataderen krijgen.
Algemene tips om goed te staan: Kijk recht vooruit Houd de rug rechtop Houd de bekken rechtop Zet beide voeten plat op de grond Plaats de voeten recht naar voren Neem een lichte spreid stand aan Probeer het werk zo dicht mogelijk bij je te houden Zorg voor afwisseling in je werkhouding Neem regelmatig korte pauzes 13
Opdracht 2 1. Wat is ergonomie? ……………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………… 2. Noem minimaal drie punten waarop je moet letten als je werkt: Op kantoor ……………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………… In een winkel ……………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………… 3. Wat vind jij het zwaarste als je staat: Werken aan een tafel, boven je hoofd of voorovergebogen werk? Leg je keuze uit. ……………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………… 4. Welke klachten kunnen optreden bij: Boven je hoofd werken ……………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………… Lang staan ……………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………… Zittend werken ……………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………
14
Tillen Tillen is één van de belangrijkste veroorzakers van rugklachten.
Tien til tips:
Uitleg
1.
Til rustig
Snelle bewegingen kunnen blessures veroorzaken.
2.
Til vanuit de knieën en kijk recht vooruit
Als je met een gebogen rug gaat tillen, dan moet je ook de romp tillen. Hou je rug recht en til vanuit de beenspieren.
3.
Til niet boven schouder hoogte
Dan werk je boven je hoofd en kan arm en schouderblessures opleveren.
Til het voorwerp zo dicht mogelijk bij je
Hoe dichter bij je lichaam, hoe kleiner de kracht die je moet leveren om een voorwerp op te tillen.
5.
Adem goed
Goed inademen heeft tot gevolg dat je de buikspieren goed spant. De buikspieren kunnen wel 30% van de tilkracht overnemen van de been en rugspieren.
6.
Til met twee handen
Je verdeelt het gewicht over twee handen. Ook blijft je wervelkolom dan recht.
7.
Til zware lasten met zijn tweeën
Wanneer het voorwerp zwaarder is dan 25 kilo kun je het beste met z’n tweeën tillen.
8.
Schat eerst het gewicht
Acute rugklachten ontstaan vaak als je iets tilt dat zwaarder is dan je verwacht.
Nooit tegelijk tillen en draaien
Als je wilt draaien stap dan mee met de beweging. Je voorkomt dat je wervelkolom draait. Draaien met je bovenlichaam is slecht voor je lende gedeelte in je rug.
4.
9.
10. Wees niet eigenwijs
Je lijf kan lang mee als je de tips opvolgt.
15
Duwen en trekken Duwen en trekken kost ongeveer net zo veel energie. Het in beweging brengen van een voorwerp kost de meeste energie. De voorkeur gaat uit naar duwen, omdat je dan beter de rug recht kunt houden.
Bukken goed Romp in de heupen naar voren buigen Knieën meebuigen Rug lang houden Gewicht tegen de voorvoet houden Hoofd in het verlengde van de rug houden
Bukken verkeerd Romp is niet in de heupen naar voren gebogen Knieën gestrekt Rug is te veel gebogen Gewicht is in de hielen
16
Hurken & Knielen
Romp in de heupen naar voren buigen Knieën meebuigen tot in de hurken Rug lang houden Eventueel met opgetrokken hielen Bukken tot in de Hurken
Maak de juiste stap naar voren of zet een been naar achteren Gewicht op het voorste been Romp in de heupen naar voren buigen Knieën meebuigen Rug lang houden Hoofd in het verlengde van de rug houden
Bukken tot op de Knieën
Bij hurken ga je door de knieën naar de grond. Bij bukken buig je de romp voorover en blijven de knieën gestrekt. Hurken is beter dan bukken. Hurken kost wel meer energie! De been, buik en rugspieren moeten meer doen. Maar als je bewust gaat hurken hoef je niet meer naar een fitnesscentrum om je spieren te oefenen.
17
Opdracht 3 1) Noem vijf hulpmiddelen die het werk lichter maken bij het vervoeren van de goederen in en om het bedrijf waar je stage loopt. Noem bij elk een artikel dat je erop kunt vervoeren. Zie OVD Perspectief map hoofdstuk Goederentransport. a) ………………………………………………………………………………………… b) ………………………………………………………………………………………… c) ………………………………………………………………………………………… d) ………………………………………………………………………………………… e) ………………………………………………………………………………………… 2) Als je met een gebogen rug een voorwerp van twintig kilo optilt, hoeveel kilo til je dan werkelijk. (Voor het antwoord op deze vraag zul je zelf logisch moeten nadenken) ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… 3) Voor welke delen in de rug is tillen en gelijk draaien slecht? ………………………………………………………………… 4) Waarom moet je goed inademen als je iets gaat optillen? ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… 5) Geef twee voorbeelden van zwaar tillen op je stagebedrijf. ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 6) Hoe kan dit zware tillen op je stagebedrijf worden verlicht? Twee voorbeelden noemen. ………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………
18
7) Een rugzak is beter voor je rug om mee te nemen dan een koffer. Noem twee voordelen van het dragen van een rugzak. ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 8) Wat kost bij duwen en trekken de meeste energie? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 9) Bukken is een gewoontebeweging. Het gaat lekker snel a) Hurken is beter. Leg uit waarom. ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… b) Noem drie dingen waarop je moet letten bij het hurken? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………
19
Collage transportmiddelen Zoek op internet informatie over transportmiddelen die bij de verplaatsing en opslag van goederen worden gebruikt. Maak een collage met minstens zes verschillende transportmiddelen erop vermeld. Geef per transportmiddelen aan wanneer en waarvoor je deze middelen gebruikt. Deze vermelding type je en voegt het netjes toe. Voordat je de plaatjes gaat opplakken overleg je met je docent. Wanneer je de afbeeldingen opplakt zonder overleg, loop je het risico dat de collage wordt afgekeurd omdat het onjuist is. Totaal 10 punten
20
BPV opdrachten: Lossen en transport Werkproces 1.1 Ontvangst goederen
Opdracht 1 Lossen Tijdens mijn stage dagen heb ik de volgende ervaringen opgedaan ten aan zien van goederen lossen: ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. De regels over het tillen van dozen zijn op de zaak met mij besproken: Ja/Nee omdat, ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. Ik ben verstandig met het tillen van dozen en kratten. Wanneer een doos te zwaar is, dan: ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………….
21
Opdracht 2 Hulpmiddelen bij het lossen Noem de hulpmiddelen voor het lossen die op het bedrijf aanwezig zijn: ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. Opdracht 3 Transportmiddelen Maak eerst de collage opdracht op school! De volgende transportmiddelen zijn handig om in winkels mee te werken: ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. Aan de hand van de op school gemaakte collage van transportmiddelen, heb ik deze doorgesproken op het bedrijf. Ja/Nee omdat, ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. De functies van de onder a genoemde transportmiddelen zijn: (zet achter de transportmiddelen de functies) ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………….
22
Opdracht 4 Lossen in de praktijk Ik heb gelost in de praktijk. Ik houd daarbij rekening met: Je kunt afvinken waarvan je zeker weet dat het in je werkroutine zit.
□ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □
Instructies opvolgen Hulpmiddelen gebruiken Je lichaam niet schadelijk belasten Voorkom schade aan de goederen Hinder anderen niet Ontzie de klant Goederen daar plaatsen waar aangewezen Doorgang vrijlaten Nooduitgang vrijlaten Hulpmiddelen opruimen Gemaakte rommel opruimen Werken met schone handen Hygiënisch werken Bedrijfsregels opvolgen
Opdracht 5 Inleveren van de praktijkopdracht In het hokje zet je een cijfer, 1 = onbelangrijk, 9 = heel belangrijk Nu je ervaring hebt geef je jezelf een beoordeling over het lossen. Geef van 1 tot 9 aan hoe belangrijk het is:
Ik los volgens de instructies. Ik kan ook goed lossen. Ik kan het juiste hulpmiddel kiezen. Ik kan de juiste hulpmiddelen gebruiken. Ik werk samen met anderen.
23
BPV-opdrachten: Werkhouding Werkproces 1.1 Ontvangst goederen
Opdracht 1 Tien gouden regels voor verstandig tillen Mijn leidinggevende vindt de tien gouden regels ook belangrijk want: ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. De goederen in mijn BPV-bedrijf - waarbij ik moet opletten dat ik verstandig til zijn onder andere: ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. De arbeidsinspectie geeft informatie over de gevaren bij het tillen. De grootste gevaren in het BPV-bedrijf zijn: ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. Opdracht 2: Duwen, niet voorttrekken In het vervolg ga ik de volgende voertuigen zoveel mogelijk duwen: …………………………………………………………… …………………………………………………………… …………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………….
24
Opdracht 3: Zuinig op je lijf Om zuinig op mijn lijf te zijn, let ik tijdens mijn werk op: ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. Opdracht 4: Hulpmiddelen Til hulpen welke in mijn BPV-bedrijf nuttig gebruikt (kunnen) worden, zijn: ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. Opdracht 5: Je werkhouding, meer dan alleen tillen… Werkhouding, niet-fysiek: Maak werkafspraken met collega’s. Kom gemaakte werkafspraken na. Stel gerichte vragen aan collega’s om alle relevante informatie boven water te krijgen. Luister naar collega’s en houdt rekening met gevoelens van collega’s. Houdt rekening met verschillen tussen mensen en hun manier van werken. Vraag en geef op gepaste wijze feedback aan collega’s. Wijzig je werkwijze indien dat nodig blijkt te zijn. Bijvoorbeeld naar aanleiding van gekregen feedback. Vraag collega’s om hulp als je er zelf niet uitkomt. Help collega’s, ook ongevraagd. Zoek, als je eigen taken afgerond zijn, naar een andere klus of vraag hiernaar bij zijn collega’s of leidinggevende. Leg uit waarom de punten in het bovenstaande lijstje te maken hebben met je werkhouding. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. 25
Mijn werkhouding, niet-fysiek in het BPV-bedrijf (aanvinken):
Ik maak werkafspraken met collega’s Ik kom gemaakte werkafspraken na. Ik stel gerichte vragen aan collega’s om alle relevante informatie boven water te krijgen. Ik luister naar collega’s en houd rekening met gevoelens van collega’s. Ik houd rekening met verschillen tussen mensen en hun manier van werken. Ik vraag en geef op gepaste wijze feedback aan collega’s. Ik wijzig mijn werkwijze indien dat nodig blijkt te zijn. Bijvoorbeeld naar aanleiding van gekregen feedback. Ik vraag collega’s om hulp als ik er zelf niet uitkomt. Ik help collega’s, ook ongevraagd. Ik zoek, als mijn eigen taken afgerond zijn, naar een andere klus of vraag hiernaar bij mijn collega’s of leidinggevende.
Van mijn lichaamstaal vindt men dit in mijn BPV-bedrijf: ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. Op basis van het lijstje van de houdingtest besprak ik de effecten van lichaamstaal. Hieronder heb ik de reacties gezet op mijn samenwerking met collega’s en de leidinggevende.
Geaffecteerd Boos Nieuwsgierig Vastberaden Opgewonden
26
Onverschillig
In verwarring
Afwijzend
Zoekend
Zelfvoldaan
Verlegen
Sluipend
Waarnemend Verwelkomend
Opmerkingen praktijkopleider: ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. 27
Afronding BPV- Lossen en transport & Werkhouding Naam deelnemer: Naam bedrijf:
Naam praktijkopleider:
Handtekening praktijkopleider:
Datum:
28
Checklist: Heb je alles gedaan? Vink het gedane werk af, zodat je zeker bent dat je alles gedaan hebt. Zo voorkom je onnodig punten verlies. Boekje B
Gemaakt/gedaan
Video bekeken Opdracht 1 Opdracht 2 Opdracht 3 Praktijktest gemaakt Theorietest gemaakt Collage gemaakt BPV opdrachten
29