Rosanne Luitjes 110186 Marnix Academie begeleidend docent: Elizabeth Rigg cultuur & identiteit 18 mei 2015
“Ik kijk naar deze kinderen; ik vraag mezelf: wie ben jij, jij wonderlijk geheim? Wat breng je mee? Hoe kan ik je helpen? “.
- Janusz Korczak
KORCZAK BINNEN DE VUURVOGEL Praktijkonderzoek over op wat voor manier de visie van Janusz Korczak geïnterpreteerd en geïntegreerd is in het professioneel handelen van de leerkrachten van PCBO de Vuurvogel Amersfoort.
Samenvatting In dit praktijkonderzoek is er gekeken naar de invloed van Korczak binnen PCBO de Vuurvogel. Er is onderzocht of de visie van Korczak terugkomt in het daadwerkelijk handelen van de leerkrachten van de Vuurvogel. Dit is een afstudeeropdracht passend binnen het profiel cultuur & identiteit van de Marnix Academie. Het doel in dit onderzoek is een beeld krijgen hoe de verschillende leerkrachten op de Vuurvogel de drie kernwaarden benoemen van Korczak interpreteren en vertalen naar hun eigen professionele handelen. Het doel van het onderzoek is dat De Vuurvogel weet hoe de visie van Korczak (participatie, respect, rechtvaardigheid) daadwerkelijk gehanteerd wordt in de praktijk en dat zij aan de hand van de aanbevelingen verder kunnen groeien hier in. De doelgroep van dit onderzoek is het team van de Vuurvogel. Dit is een interpretatief onderzoek wat inhoudt dat er verbanden worden gelegd tussen gedrag en betekenisgeving. Met deze reden zijn de volgende onderzoeksinstrumenten gebruikt om antwoord te krijgen op de hoofd- en deelvragen: interview met de directrice, vragenlijst en dieptegesprekken. Door het houden van narratieve gesprekken werd de betekenisgeving duidelijk. De vragenlijst werd naar alle leerkrachten van de Vuurvogel gestuurd zodat iedereen de kans kreeg om zijn of haar interpretatie van de visie van Korczak te presenteren. De hoofdvraag van dit onderzoek is: - Hoe worden de kernwaarden van Korczak, respect, participatie en rechtvaardigheid, door de leerkrachten van de Vuurvogel geïnterpreteerd en hoe passen zij dit toe in hun professioneel handelen? Mijn verwachting van dit onderzoek was dat niet alle leerkrachten de visie van Korczak exact kenden. Dit bleek al eerder uit de verlegenheidssituatie. De conclusie van dit onderzoek is dat de leerkrachten van de vuurvogel respect interpreteren als respect voor het hoe het kind is, participatie als het samenwerken binnen een klas en rechtvaardigheid als regels die voor iedereen gelden. Dit wordt allemaal gerealiseerd door coöperatief werken, workshops, leerlingenraad, Vreedzame school en groepsdynamisch onderwijs. Niet voor iedereen was de visie van Korczak duidelijk dus een aanbeveling was om de visie van Korczak opnieuw te belichten.
1
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Inleiding ............................................................................................................................. 3 Hoofdstuk 2: Theoretisch kader .............................................................................................................. 5 2.1 definities .................................................................................................................................... 5 2.2 Korczak zijn visie ........................................................................................................................ 5 2.3 visie op onderwijs, invloed op scholen...................................................................................... 6 2.4 invloed op scholen, basisschool Matthijsje ............................................................................... 7 2.5 Hoe is Korczak zijn visie ingebed in de totale visie van De Vuurvogel? .................................... 7 2.6 Korczak internationaal............................................................................................................... 8 Hoofdstuk 3: Methode ............................................................................................................................ 9 3.1 Onderzoeksinstrumenten .......................................................................................................... 9 3.1.1 Interview................................................................................................................................. 9 3.1.2 Vragenlijst ............................................................................................................................... 9 3.1.3 Dieptegesprekken................................................................................................................. 10 3.2 Onderzoekspopulatie .............................................................................................................. 10 3.3 Uitvoering onderzoek .............................................................................................................. 10 Hoofdstuk 4: resultaten......................................................................................................................... 12 4.1 Resultaten vanuit interview .................................................................................................... 12 4.2 Resultaten vanuit de vragenlijst .............................................................................................. 12 4.3 Resultaten vanuit dieptegesprekken....................................................................................... 13 4.4 Conclusie onderzoeksinstrumenten ........................................................................................ 14 Hoofdstuk 5: Conclusie en discussie ..................................................................................................... 16 5.1.1 Conclusie deelvraag 1: .......................................................................................................... 16 5.1.2 Conclusie deelvraag 2: .......................................................................................................... 16 5.1.3 Conclusie deelvraag 3: .......................................................................................................... 17 5.1.4 Conclusie hoofdvraag ........................................................................................................... 17 5.2 Doel in/ Doel van ..................................................................................................................... 18 5.3.1 Aanbevelingen ...................................................................................................................... 18 5.3.2 Aanbevelingen voor vervolgonderzoek: ............................................................................... 19 5.4 Discussie .................................................................................................................................. 19 Literatuurlijst .................................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Bijlage 1, verlegenheidssituatie............................................................................................................. 21 Bijlage 2, biografie ................................................................................................................................. 22 Bijlage 3, vragenlijst voor leerkrachten van de Vuurvogel .................................................................... 23 Bijlage 4, uitgewerkt interview directrice ............................................................................................. 24 Bijlage 5, uitkomsten vragenlijst ........................................................................................................... 26 Bijlage 6, uitgewerkte dieptegesprekken .............................................................................................. 30
2
Hoofdstuk 1: Inleiding In dit interpretatieve praktijkonderzoek is onderzocht of de visie van Korczak terugkomt in het daadwerkelijk handelen van de leerkrachten van de Vuurvogel. Dit onderzoek past binnen het profiel cultuur & identiteit van de Marnix Academie. PCBO de Vuurvogel te Amersfoort, is een grote basisschool waar omennabij 50 leerkrachten werken. In de schoolgids en visie van de school wordt het gedachtengoed van Korczak benoemd als inspiratie voor het onderwijs. Korczak was een pedagoog met een visie die draaide om respect voor het kind. Zijn visie komt neer op: respect voor kinderen, kinderen zijn al burgers & ruimte en vertrouwen geven aan kinderen (De Vuurvogel, 2014, p. 6). In de literatuur wordt zijn visie ook wel samengevoegd in de begrippen: respect, participatie en rechtvaardigheid (Berding, 2010, p. 11). De directrice van de school, Lettie Kuijvenhoven, herkende in deze kernwaarden veel overeenkomsten met de vijf pijlers van de Vuurvogel. De vijf pijlers van de Vuurvogel zijn: leren leren, zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid; coöperatief leren; reflecteren; talentontwikkeling en workshops en inbreng van de leerlingen (De Vuurvogel, 2014, p. 7). In beide punten komen de gemeenschap naar voren maar ook de ruimte voor de leerlingen en het respect voor elkaar. De hoofdvraag van dit onderzoek is: - Hoe worden de kernwaarden van Korczak, respect, participatie en rechtvaardigheid, door de leerkrachten van de Vuurvogel geïnterpreteerd en hoe passen zij dit toe in hun professioneel handelen? Dit wordt beantwoord door antwoorden uit de volgende deelvragen: Deelvraag 1: Hoe is de visie van Korczak ingebed in de totale visie van de Vuurvogel? Deelvraag 2: Hoe interpreteren de leerkrachten van de Vuurvogel de visie van Korczak? Deelvraag 3: Op wat voor manier heeft de visie van Korczak invloed, naar eigen zeggen, op het professioneel handelen van de leerkrachten van de Vuurvogel vanuit pedagogisch, maatschappelijk, levensbeschouwelijk & onderwijskundig perspectief? Het doel in dit onderzoek was een beeld krijgen hoe de verschillende leerkrachten op de Vuurvogel de drie kernwaarden van Korczak interpreteren en vertalen naar hun eigen professionele handelen. Het doel van het onderzoek is dat De Vuurvogel weet hoe de visie van Korczak (participatie, respect, rechtvaardigheid) daadwerkelijk gehanteerd wordt in de praktijk en dat zij aan de hand van de aanbevelingen verder kunnen groeien hier in. Deze doelen zijn geformuleerd vanuit de verlegenheidssituatie: de directrice wilde graag weten hoe de leerkrachten van de Vuurvogel denken over de visie van Korczak en hoe ze zijn visie in de praktijk brengen. Zie bijlage 1 voor de complete verlegenheidssituatie. Doormiddel van dit onderzoek krijgt de directrice in beeld hoe de leerkrachten de drie kernwaarden interpreteren en vertalen naar eigen handelen. Aan de hand van de uitkomsten zijn er aanbevelingen gedaan zodat de Vuurvogel verder kan groeien. Vroeger kwam het voor dat de identiteit van een school als een vaststaand gegeven van bovenaf werd opgelegd. Inmiddels maakt deze deductieve benadering van identiteit steeds meer plaats voor een inductieve wijze. Dat wil zeggen dat de identiteit door een voortdurende dialoog binnen de schoolbevolking beleefd en ontwikkeld wordt (Rigg & Berg, 2008). Zoals Rigg & Berg benoemen wordt tegenwoordig door een voortdurende dialoog de identiteit niet alleen vanaf boven bepaald.
3
Door dit onderzoek heeft de Vuurvogel handvatten om de dialoog opnieuw aan te gaan om samen te bepalen wat zij met de aanbevelingen doen. Het belang van dit onderzoek is dat de Vuurvogel in beeld heeft hoe de visie van Korczak geïnterpreteerd en geïntegreerd is in het handelen van de leerkrachten. Aan de hand van de aanbevelingen naar aanleiding van de uitkomsten kunnen de leerkrachten verder op een inductieve manier met het ontwikkelen van hun identiteit. Het onderzoek heeft de volgende opbouw: Hoofdstuk 1: inleiding Hoofdstuk 2: theoretisch kader Hoofdstuk 3: methode Hoofdstuk 4: analyse Hoofdstuk 5: conclusie
4
Hoofdstuk 2: Theoretisch kader 2.1 definities Korczak Dit onderzoek gaat over Korczak binnen de Vuurvogel. Korczak staat voor Janusz Korczak, dit is de pseudoniem van Henryk Goldszmit (1878 – 1942). Korczak was Pools- Joodse arts, opvoeder, pedagoog, kinderboekenschrijver en weeshuisvader. Inmiddels is hij wereldbekend, vanwege zijn pedagogische oeuvre maar ook vanwege zijn tragische einde als bijzondere leider van het weeshuis ‘Dom Sierot’. Hij werd op 5 of 6 augustus 1942 met de 200 kinderen uit het weeshuis weggevoerd naar het vernietigingskamp Treblinka (Cappon, 2014). Zie bijlage 1 voor een biografie over zijn leven. Kernwaarden In dit onderzoek worden de kernwaarden van Korczak beschreven als respect, participatie en rechtvaardigheid. Berding meent dat deze begrippen het best representeren waar Korczak pedagogisch gesproken voor staat (Berding J. , 2012, p. 79).
2.2 Korczak zijn visie Korczak was in veel opzichten een bijzondere man. Maar zeker de manier hoe hij tegenover kinderen stond, die in zijn tijd doorgaans nog beschouwd werden als tweederangs burgers, was vernieuwend. In die tijd moesten kinderen voornamelijk gehoorzamen en volwassenen beslisten over hen zonder henzelf te horen. Dat was anders in het weeshuis Dom Sierot. Korczak zijn visie is, dat kinderen geen burgers hoeven te worden, maar dat ze dat al zijn. Met deze reden verdient een kind respect (Brouwers, 2010, p. 5). Korczak zette zich als één van de eersten in voor de rechten van het kind. Pas in 1989 zijn de Rechten van het Kind door de Verenigde Naties vastgesteld, Korczak schreef in 1919 al zijn ‘Grondwet voor de rechten van het kind’. Hij noemde naast het recht op respect drie grondrechten voor ieder kind: 1. Het recht op de dag van vandaag. 2. Het recht van het kind zo te zijn, als het is. 3. Het recht op een eigen leven. Hiermee bedoelde Korczak, dat wanneer een kind in het hier en nu tot zijn recht kan komen het ook goed voorbereid wordt op de toekomst. Verder moet elk kind geaccepteerd worden zoals het is, met al zijn talenten, gebreken en andere eigenschappen. Tenslotte zijn opvoeders vaak geneigd om alle risico’s voor kinderen weg te nemen en voor hen te beslissen. Korczak zei hier over: ‘Uit angst voor de dood ontnemen we hem vaak het leven’ (Bruin, 2012, p. 2). Korczak leefde in een andere tijd en een andere cultuur. De enorme maatschappelijke en economische druk waaronder hij met zijn kinderen moest leven, vooral in de jaren dertig, was anders dan hoe het nu is. De vraag is of zijn visie nog steeds toekomst heeft en relevant genoeg is om ook in de toekomst jongere generaties te inspireren. Zijn pedagogiek komt in sommige gebieden overeen met Freinet , Vygotski, Dewey en Montessori maar is geen uitgewerkt onderwijsconcept of methode. Zowel Korczak als Montessori zijn bijvoorbeeld van mening dat wij niet van de wetenschap, noch van derden, maar alleen van kinderen zelf kunnen leren hoe ze zijn (Görtzen, 2007, p. 203). Toch denkt Berding dat Korczak zijn denken nog steeds vernieuwend en relevant is: meer dan ooit is de vraag hoe we kinderen kunnen leren zo zelfstandig en zelfsturend mogelijk in het leven te staan. Tegelijk is er de dringende vraag naar wat we eigenlijk met dat simpele woordje 'zelf' in 'zelfstandig' en 'zelfsturend' bedoelen. Hebben we het dan over solistische, hyperautonome individuen? Of is dat 'zelf' toch meer een resultaat van interactie, van samenspelen, van samenwerken met anderen? Het 5
is een gezamenlijke onderneming die alleen kan slagen als de kinderen daarin vanaf dag één niet als 'objecten' maar als participanten en als partners worden gezien. Dat vraagt om geloof en vertrouwen in kinderen en een open oog, oor en hart voor wat hen bezighoudt (Berding J. , 2004, p. 268).
2.3 Korczak zijn visie op onderwijs Korczak zijn pedagogisch handelen is vandaag de dag nog steeds een inspiratie voor sommigen. Zijn ideeën en verbondenheid met kinderen zijn nog steeds een inspiratiebron voor instellingen zoals kinderdagverblijven, weeshuizen en scholen. Korczak benoemde zelf dat imiteren van zijn opvoedingsstijl niet aan de orde was: Wees jezelf, zoek je eigen weg. – leer jezelf kennen voordat je kinderen wilt leren kennen. Kijk eerst wat je zelf kunt, voordat je begint de rechten en plichten van kinderen af te bakenen. Je bent zelf het kind onder al die kinderen dat je vóór alles moet leren kennen, opvoeden en opleiden’ (Korczak, 1986, p. 26). Maar hoe kan het gedachtengoed van Korczak dan wel eigen gemaakt worden in de school? De Bruin en Brink hebben dit samengevat in zeven kernbegrippen: Kernbegrip 1: Respect Kernbegrip 2: Rechtvaardigheid Kernbegrip 3: Participatie Kernbegrip 4: Dialoog Kernbegrip 5: Vandaag Kernbegrip 6: Kijken en luisteren Kernbegrip 7: Zelfreflectie. Respect is het erkennen en herkennen van het kind zoals het is met alle goede en minder goede kanten die bij hem horen. In de school is dit aan de leraar door respect op te brengen voor verschillen tussen leerlingen, de uniciteit van ieder kind en de fouten die hij of zij maakt. Oftewel het kind heeft het recht om te zijn zoals het is. Rechtvaardigheid in de klas houdt niet in dat er regels zijn in de klas die voor iedereen gelden. Niet elk kind kan op dezelfde maatstaf toegepast worden, daarmee worden sommige kinderen juist onrecht aangedaan. Rechtvaardigheid is samen nagaan of de regels die gemaakt zijn een doel dienen en elkaar blijven corrigeren. Participatie gaat over het betrekken van kinderen bij zaken die voor hen van belang zijn. Door kinderen ruimte te geven leren zij zelf wat verantwoordelijkheid is. Burgerschapsvorming komt in dit kernbegrip sterk naar voren, participatie is niet voor niks een pijler van burgerschapsvorming, hoe wordt een groep een democratische samenleving. Dialogiseren is een gesprek op basis van wederzijds respect. Er wordt geluisterd naar elkaar en met elkaar gepraat in plaats van tegen elkaar. Door te dialogiseren staat men voor elkaar open durft van elkaar te leren. Vandaag gaat over dat de leerlingen moeten leren waar ze nu wat aan hebben. Ontwikkeling van het kind vindt niet later plaats, het gebeurt vandaag. Kijk en luisteren gaat over het belang van observeren. Objectief observeren kan een verwachtingspatroon van een leerkracht veranderen, maar ook is het van belang om te kijken vanuit de kennis die verworven is als professional. Door deze informatie te bundelen wordt het kind vanuit verschillende invalshoeken bekeken; objectief en subjectief.
6
Zelfreflectie is nodig als opvoeder. Kinderen kunnen niet begrepen worden als wij onszelf niet begrijpen. Het is van belang dat een leerkracht autonoom is en weet waarom hij of zij handelt op een bepaalde manier (Bruin, 2012, p. 7). In dit onderzoek worden deze 7 kernbegrippen samengevat in drie kernwaarden: respect, participatie en rechtvaardigheid. Dit is hoe Joop Berding de visie van Janusz Korczak samenvat. Hij zegt hier het volgende over: volgens Korczak gaat het in de opvoeding om het tot stand brengen van een democratische cultuur. Hij stelt vertrouwen in de toenemende mogelijkheden van kinderen en jongeren om hun eigen leven vorm te geven, om over hun waarden en normen te communiceren met anderen en over hun soms uiteenlopende belangen te onderhandelen (Brouwers, 2010, p. 11). Ook in andere beschrijvingen zijn deze kernwaarden terug te vinden: Korczak geeft heel duidelijk aan dat het samenleven van volwassenen en kinderen, waarbij kinderen ook verantwoordelijkheden voor het samen leven en leren hebben, heel goed mogelijk is en dat de volwassenen daarbij niet bang hoeven te zijn zelf buiten spel te worden gezet. Kinderen respecteren om wie ze zijn en wat ze kunnen en hen vertrouwen schenken is een eerste stap op weg naar rechtvaardige, menswaardige wereld voor groot en klein (Brink, 2006, p. 30). Binnen de begrippen respect, rechtvaardigheid en participatie komen de 7 eerder genoemd kernbegrippen nog steeds naar voren: een democratische samenleving creëren waarin iedereen mag participeren ondanks wie hij of zij is en met respect behandeld wordt om wie hij of zij is. De leerlingen leren burgers te zijn door er vandaag aan deel te nemen en niet alleen er over te praten voor morgen. Iedereen kan participeren in deze gemeenschap. Dit is alleen haalbaar wanneer de leerkracht een juiste basishouding heeft: handelend vanuit respect, geïnteresseerd in de dialoog met kinderen, observeert en ten slotte reflecteert op eigen handelen. Korczak meende dat kinderen door te oefenen zich rechtvaardige en democratische manieren van samenleven konden aanwennen en hij vond dat zij daarbij de volle steun van de volwassenen nodig hebben en ook verdienen. Maar heel realistisch zag Korczak ook in hoe broos dit allemaal is en hoe moeilijk het soms is om elkaar in het anders-‐zijn te verdragen (Berding, 2012). Met deze reden vond hij dat er wel een wet moest zijn, gebaseerd op respect. Kinderen hebben alsnog structuur nodig.
2.4 invloed op scholen, basisschool Matthijsje Matthijsje is een basisschool voor algemeen bijzonder-neutraal onderwijs, gelegen aan de Oosterstreek. De leerlingenpopulatie schommelt tussen 50 en 70 leerlingen. Deze school heeft zich ook laten inspireren door de ideeën van Janusz Korczak: een ontwikkeling waarin het cognitieve leren niet centraal staat, maar het leven met elkaar. Ze wilden een schoolgemeenschap stichten waarin het gaat om de totale ontplooiing van ieder kind. Parlement, arbeid, schoolkrantredactie en mentorschap zijn in deze school ontstaan vanuit het werk van Janusz Korczak. In al zijn werk vinden zij dat Korczak zelf, vanuit een verbintenis met zijn God leeft (Hartemink, 2011, p. 6).
2.5 Hoe is Korczak zijn visie ingebed in de totale visie van De Vuurvogel? De Vuurvogel heeft zelf vijf pijlers, dit zijn: leren leren, zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid; coöperatief leren; reflecteren; talentontwikkeling en workshops en inbreng van de leerlingen (De Vuurvogel, 2014, p. 7). Deze onderwijskundige uitganspunten vormen de dagelijkse invulling van het lescurriculum. De protestants-christelijke identiteit en de visie van Korczak zijn de basis van de identiteit van De Vuurvogel. De missie van de school is: neem de ruimte, laat je zien. In deze missie komt het recht van het kind 7
zo te zijn als het is, al sterk naar voren. Op de website van De Vuurvogel wordt het volgende gezegd: Korczak is voor ons een sterke inspiratiebron en we zijn van mening dat hij in veel opzichten zijn tijd ver vooruit was. Ook in deze 21e eeuw is zijn pedagogische kijk op kinderen en opvoeding in veel gevallen een regelrechte eyeopener (De Vuurvogel, 2010).Vanuit deze inspiratie hebben zij onderwijs vorm gegeven. De vijf pijlers sluiten hier bij aan want: op de Vuurvogel hebben de leerlingen wat te kiezen (leren leren), op de Vuurvogel werken leerlingen samen (coöperatief werken), leerlingen reflecteren dagelijks (reflecteren), op de Vuurvogel laten de leerlingen zichzelf zien (talentontwikkeling) en op de Vuurvogel hebben de leerlingen wat in te brengen (eigen inbreng) (De Vuurvogel, 2014-2015). De Vuurvogel wil onderwijs geven waarin iedereen de ruimte krijgt en iedereen tot zijn recht komt. Dit wordt geconcretiseerd door werken met weektaken zodat iedereen op zijn of haar eigen niveau en tempo kan werken, coöperatief leren zodat leerlingen samen leren werken, werken met een portfolio waarin ze leren beschrijven waar ze trots op zijn en/ of belangrijk vinden en de wekelijkse workshops waarin zowel leerkrachten als leerlingen de gelegenheid krijgen om hun talenten te etaleren. De methode de Vreedzame school wordt gebruikt om burgerschapsvorming en sociaal emotionele onderwerpen te bespreken in de klas. De Vreedzame School is een compleet programma voor basisscholen voor sociale competentie en democratisch burgerschap. Het beschouwt de klas en de school als een leefgemeenschap, waarin kinderen zich gehoord en gezien voelen, een stem krijgen, en waarin kinderen leren om samen beslissingen te nemen en conflicten op te lossen (de Vreedzame school, 2013). Ten slotte wordt er veel waarde gehecht aan ondernemend leren. Dit kenmerkt zich door: uitdaging, concreet en realistisch, goede ontwerpstructuur, talentonwikkeling, maximaal leereffect en meesterschap. Dit wordt gerealiseerd in deelprojecten waarin leerlingen zelf projecten organiseren en uitvoeren. Een voorbeeld is het deelproject markt: het zelf organiseren en uitvoeren van een markt in het winkelcentrum in de wijk, met als doel zoveel mogelijk opbrengst te behalen voor een goed doe. De leerlingen hebben de producten voor deze markt zelf bedacht en geproduceerd. Ook is er een groep leerlingen bezig geweest met de P.R. rondom deze markt. Budgetteren bleek geen probleem te zijn. In deze projecten wordt gericht op het ondernemen van iets van waarde, ze hebben een uitdaging en leren in het nu. Iedereen neemt zijn aandeel en zal zijn of haar talenten en kwaliteiten aanspreken en ontwikkelen (Brouwers, 2010, p. 154).
2.6 Korczak internationaal Ook al is het meer dan 60 jaar geleden dat Janusz Korczak is overleden, zijn ideeën en principes leven voort. Zeker in Europa en in Polen is hij bekend. Er zijn nog steeds veel scholen, kinderdagverblijven en weeshuizen die zijn naam dragen. Zijn boeken en teksten zijn vertaald in ongeveer 20 talen en worden daarom nog steeds verspreid. Verder worden er veel culturele representaties rondom zijn leven gehouden zoals evenementen, films, musicals en theatervoorstellingen (Kahn, 2005). Dit wordt onder andere bereikt omdat er in vele landen verenigingen en stichtingen samenwerken met het doel de ideeën van Janusz Korczak te verspreiden. In de International Korczak Association (IKA) werken zij samen. Onder andere de volgende landen zijn lid van de IKA: Polen, Engeland, Nederland, Zwitserland, Canada, Frankrijk, Zweden, Duitsland, België, Hongarije, USA, Brazilië, Israel en Japan. De Janusz Korczak stichting in Nederland is opgericht in 1982 en zet zich in voor verspreiding van het gedachtegoed, ook zetten zij zich in voor concretisering van Korczaks ideeën over opvoeding en de rechten van het kind in scholen, kinderopvang en jeugdzorg (Janusz Korczak Stichting, onbekend).
8
Hoofdstuk 3: Methode Dit onderzoek is een interpretatief onderzoek. De term interpretatief onderzoek staat voor een aantal onderzoeksmethoden die de menselijke zingeving centraal stellen. Het interpretatieve onderzoek gaat er vanuit dat het gedrag van mensen bepaald wordt door de betekenissen en regels die zij aan hun situatie geven. Er wordt een link gelegd tussen gedrag en betekenisgeving. (Harick, 2011, p. 60). De gehanteerde vorm is het narratieve onderzoek. Van narratief onderzoek kan sprake zijn als verhalen dienen als data, of als een narratieve wijze van interpreteren wordt gehanteerd (Sools, 2012, p. 27).
3.1 Onderzoeksinstrumenten In totaal zijn er drie verschillende onderzoeksinstrumenten gehanteerd om de onderzoeksvragen te beantwoorden; een interview, vragenlijst en dieptegesprekken. Uit de verlegenheidssituatie bleek dat de verwachting was dat de meeste leerkrachten de visie van Korczak wel globaal kenden. Om er achter te komen of de leerkrachten weten waar de visie van Korczak over gaat en hoe zij dit hanteren zijn de vragenlijst en dieptegesprekken afgenomen.
3.1.1 Interview De eerste deelvraag is: hoe is de visie van Korczak ingebed in de totale visie van De Vuurvogel? Om hier achter te komen is een interview met de directrice uitgevoerd. De vragen die gesteld zijn gingen over de visie van Korczak en hoe deze geïntegreerd is binnen de vuurvogel. De vragen zijn open gesteld zodat de directrice de ruimte kreeg om vrij te antwoorden. Kallenberg benoemt de volgende steekpunten over open vragen: explorerend, weinig voorkennis nodig, geïnterviewde kan vrij antwoorden, doet recht aan geïnterviewde, genuanceerde antwoorden, toeval speelt belangrijke rol, vraagt veel verwerkingstijd, interviewer belangrijk, zeer informatief, minder betrouwbaar (Kallenberg e.a., 2007). Haar antwoorden zijn vergeleken met schooldocumenten zoals de missie van de Vuurvogel en de schoolwebsite.
3.1.2 Vragenlijst Vervolgens is er een vragenlijst gemaild naar de leerkrachten van de vuurvogel. Dit was nodig om deelvraag 2 te beantwoorden: hoe interpreteren de leerkrachten van de Vuurvogel de visie van Korczak? De vragenlijst is zelf samengesteld. De vragenlijst bestaat uit vijf (voornamelijk) open vragen. De reden dat dit slechts vijf vragen waren is zodat het niet te veel tijd kostte om het in te vullen. Uit de verlegenheidssituatie bleek dat niet iedereen goed wist wie Korczak was, met deze reden is bovenaan de vragenlijst een stukje van de website van de Vuurvogel over Korczak neergezet zodat iedereen het wel in kon vullen. Zie bijlage 2 voor de vragenlijst. De volgende vragen zijn gesteld: 1. Kun je een lesmoment benoemen waarin de visie van Korczak duidelijk uitgedragen werd? Welke pijler van de visie van Korczak vind je hier in terug? 2. Zijn er andere momenten in je professioneel handelen wanneer de visie van Korczak waardevol is? 3. Welke begrippen van de visie van Korczak vind jij belangrijk en waarom? 4. Vind je de visie van Korczak merkbaar in de school? Zo ja hoe en tijdens welke momenten? 5. Zou je de visie van Korczak nog meer in je onderwijs naar voren willen brengen? Zo ja, hoe?
(Kallenberg e.a., 2007) benoemt dat het aantal vragen past bij je doelstelling. De vragenlijst bevatte weinig vragen zodat de leerkrachten hierdoor hopelijk uitgebreider reflecteerden op de bepaalde situatie. Verder benoemt hij dat je moet beginnen met een eenvoudige en aantrekkelijke vraag. De eerste vraag ging over hun eigen ervaringen, sommige leerkrachten ervaren dit als lastig, maar het is wel een vraag waar geen onjuist antwoord op kan zijn. Doordat de leerkrachten nadachten over een lesmomenten konden zij vanuit deze situatie verder reflecteren. Het was de bedoeling dat uit de 9
situatie de omgeving duidelijk werd (wat kom je tegen?). Vanuit daar werden waarden en overtuigingen gevraagd (welke pijler van Korczak?). Ten slotte ging het door over de identiteit van de school (vraag 4) en zingeving, vraag 5. De vragenlijst is ontworpen met het model van Bateson als leidraad: omgeving, gedrag, vaardigheden, waarden en overtuigingen, identiteit en ten slotte zingeving (Mitteldorff, 2014, p. 44).
3.1.3 Dieptegesprekken Het laatste onderzoeksinstrument was het semigestructureerd interview. Dit was nodig om deelvraag 3 en de hoofdvraag te beantwoorden: Deel vraag 3: op wat voor manier heeft de visie van Korczak invloed, naar eigen zeggen, op het professioneel handelen van de leerkrachten van de Vuurvogel vanuit pedagogisch, maatschappelijk, levensbeschouwelijk & onderwijskundig perspectief? Hoofdvraag: Hoe worden de kernwaarden van Korczak, respect, participatie en rechtvaardigheid, door de leerkrachten van de Vuurvogel geïnterpreteerd en hoe passen zij dit toe in hun professioneel handelen? Het semigestructureerde interview is een interview waarvan een deel van de vragen vooraf is vastgesteld. Voordeel is dat dan een zekere mate van vergelijkbaarheid van de gegevens uit de interviews aanwezig is. Voorts blijft er voldoende ruimte over om eigen ervaringen en meningen te vertellen (Kallenberg, 2007). Het doel van dit interview was informatie verzamelen hoe de leerkrachten de kernwaarden van Korczak (respect, participatie en rechtvaardigheid) interpreteren. Vanuit deze antwoorden kon er geanalyseerd worden welke perspectieven er naar voren kwamen. In totaal zijn er zes leerkrachten geïnterviewd.
3.2 Onderzoekspopulatie Het interview is gehouden met de directrice van de Vuurvogel, Lettie Kuijvenhoven. De vragenlijst is naar alle leerkrachten van de Vuurvogel gestuurd. Dit zijn 45 leerkrachten. Staf en leerkrachten in opleiding (LIO’ers) zijn niet meegerekend. Uit de ontvangen vragenlijsten zijn zes leerkrachten geselecteerd voor het dieptegesprek op basis van onderwijservaring en welke groep. De onderwijservaring varieerde van 3 tot 34 jaar. Leerkrachten uit groep 1/2, 3, 5, 6, en 7 hebben deelgenomen aan de gesprekken. Kortom uit elke bouw zijn er leerkrachten ondervraagd.
3.3 Uitvoering onderzoek Als eerst is de directrice geïnterviewd met een gestructureerd interview. In overleg met haar is bedacht hoe de vragenlijst verspreid moest worden. Alle leerkrachten hebben per mail de vragenlijst ontvangen, met de aangegeven deadline van twee weken later. Een week later hebben de leerkrachten een herinnering via mail gekregen om de vragenlijst alsnog in te leveren. Tenslotte zijn er ook nog leerkrachten persoonlijk aangesproken. De uitkomsten van het interview met de directrice zijn opgenomen en uitgewerkt in bijlage 3. Deze uitkomsten zijn vergeleken met de missie en visie van de school. Aan de hand van deze uitkomsten is deelvraag 1 beantwoord. De resultaten van de vragenlijst en het diepte interview zijn onder elkaar gezet en gemarkeerd per onderwerp. Kallenberg zegt hier over: bij de analyse van open en semi-gestructureerde interviews is het van belang de hoeveelheid materiaal te reduceren en er de grote lijnen en belangrijkste thema’s uit te halen. Om te beginnen kunnen daartoe al die uitspraken worden geïdentificeerd die beeldend, karakteristiek of kernachtig aangeven wat voor de vraagstelling relevant is. Vervolgens ga je op zoek naar kenmerkende (combinaties van) termen en thema’s in de gemarkeerde uitspraken (2007). Als 10
eerst zijn de kernen van de interviews gemarkeerd. Doordat het een semigestructureerd interview was kwamen in de gesprekken de onderwerpen respect, participatie en rechtvaardigheid aan bod. Deze uitkomsten zijn onder elkaar gezet. Vervolgens is er gemarkeerd welke perspectieven er allemaal naar voren kwamen in de gesprekken; onderwijskundig, pedagogisch, levensbeschouwelijk en maatschappelijk. Alle gecategoriseerde kernbegrippen en perspectieven zijn naast elkaar gelegd en aan de hand hiervan zijn er patronen en tegenstrijdigheden gezocht. Later heeft een medestudent dezelfde ruwe data bekeken, in verband met interbeoordelaarsbetrouwbaarheid. Deze uitkomsten zijn met elkaar vergeleken en uitgewerkt in hoofdstuk 4.
11
Hoofdstuk 4: resultaten 4.1 Resultaten vanuit interview Het interview met de directrice was relevant voor de vraag: hoe is de visie van Korczak ingebed in de totale visie van Korczak? Op de vraag hoe de directrice de visie van Korczak samen zou vatten antwoordde ze: ‘dat we respectvol met elkaar omgaan en dat we de ruimte geven aan elkaars talenten zodat iedereen binnen de Vuurvogel tot zijn recht komt’. In het interview kwamen de begrippen respect, ruimte geven en talenten meerdere malen terug (zie gele markering van bijlage 3). Ruimte geven en nemen zit ook in het motto van de school. ‘Met ons motto neem de ruimte, laat je zien bedoelen we dat iedereen een stukje eigendom neemt van de Vuurvogel en dat jouw talent daar een plaats heeft. Onder het motto zitten de vijf pijlers. Dat is dat je met coöperatieve werkvormen bezig bent met kinderen waardoor ze samen optimaler kunnen leren, dat je de kinderen leert om te reflecteren zodat ze zich verantwoordelijk gaan voelen hun eigen leerproces maar ook dat de leerkrachten en ook de directeur dit doen’. Er wordt ruimte gegeven door keuzemogelijkheden in de weektaak, workshopleren en ruimte voor het individu. Over vijf jaar hoopt de directrice dat de leerlingen nog meer ruimte ervaren. De directrice benoemde dat er ruimte voor de individuele talenten van kinderen moet zijn op de school. Ook benoemt ze over talenten: ‘Je bent op aarde gekomen, je hebt een talent meegekregen en daar moet je wat mee doen’.
4.2 Resultaten vanuit de vragenlijst In totaal hebben 12 van de 45 leerkrachten de vragenlijst ingevuld. Oftewel 27% van de leerkrachten hebben de vragenlijst ingevuld. Dit was met name relevant voor de vraag, hoe de leerkrachten van de Vuurvogel de visie van Korczak interpreteren. Zeker de vraag welke begrippen van de visie van Korczak vind jij belangrijk en waarom? maakte duidelijk wat deze leerkrachten er belangrijk aan vonden. De volgende begrippen werden genoemd: - respect - betrokkenheid - verantwoordelijkheid - serieus nemen - volwaardige burger - zelfsturend functioneren - zelfstandigheid - talentontwikkeling Respect werd 3 van de 12 keer genoemd. Betrokkenheid 2 van de 12 en verantwoordelijkheid ook 2 van de 12 keer. 2 van de 12 leerkrachten hebben deze vraag niet ingevuld omdat zij hier geen antwoord op wisten te geven. Eén van de antwoorden was: ‘Respect. Ik vind dat iedereen moet kunnen zijn wie hij is. Ongeacht geloof, huidskleur, gewoonten, kleding etc. Ik denk dat kinderen ons veel kunnen leren en vertellen. Ze komen vaak met creatieve oplossingen en vinden hele andere dingen belangrijk. Ze kunnen volwassenen de ogen openen’. Hoe Korczak uitgedragen wordt binnen de school wisten alle leerkrachten te beantwoorden. Dit wordt gedaan doormiddel van workshops, vreedzame school, groepsdynamische onderwijs, mentorsysteem, leerlingenraad en coöperatief werken. Hierbij werd wel als kanttekening door 25% dat zij dit meer bij de Vuurvogel vonden passen dan bij Korczak. ‘Ik denk niet dat de visie van de 12
leerkrachten veel verschilt met die van Korczak, maar zie niet dat, dat van hem komt’, is er bijvoorbeeld benoemd. Ook niet iedereen verwachtte dat Korczak bekend is bij iedereen. In gesprek vertelden een aantal leerkrachten dat ze de vragenlijst nog niet ingevuld hadden omdat ze het pittige vragen vonden. Ideeën om de visie van Korczak binnen het onderwijs nog meer naar voren te laten halen waren er wel degelijk. De ideeën die aangedragen werden waren: uitbreiding van de leerlingenraad, kinderen meer betrekken binnen de school, zelfsturing van kinderen uitbouwen (leren leren), de kinderen artikelen laten schrijven voor de website (bij wijze van weekkrant) en ten slotte Korczak meer ter sprake brengen.
4.3 Resultaten vanuit dieptegesprekken In totaal zijn er zes leerkrachten geïnterviewd. Dit was een semigestructureerd interview waarbij vragen over de kernwaarden respect, participatie en rechtvaardigheid binnen hun handelen werden gesteld. Op de vraag hoe zij de visie van Korczak zien werden allemaal verschillende antwoorden gegeven maar er was wel een bepaalde overlap. Relevant vonden zij: individuele talenten, zijn wie je bent en daar respect voor hebben, kinderen zijn gelijk en mogen meedenken, kinderen mogen zelf beslissingen maken en kinderen zijn volwaardige wezens. Alle antwoorden gaan over het kind zelf, dat zij zijn wie ze mogen zijn en in staat zijn om zelf beslissingen te maken. Dat sommige leerkrachten het belangrijk vinden dat leerlingen mee mogen denken blijkt ook uit latere antwoorden in het interview (zie gele markeringen, bijlage 5). Bij de kleuters wordt er al ruimte gegeven door de leerlingen mee te laten denken wat het volgende thema wordt. ‘Ook het bepalen van thema’s komt uit hen, niet altijd, soms sturen wij het een beetje. Maar er zijn ook zat thema’s waar ze mogen kiezen wat ze leuk vinden. Het vorige thema, restaurant, kwam helemaal uit de kinderen en dat krijg je terug’. In de bovenbouw krijgen de leerlingen meer taken en verantwoordelijkheden, met de leerlingenraad hebben ze inspraak en met workshops mogen zij ook hun talent laten zien. Aan de andere kant wordt er wel benoemd door een leerkracht uit de middenbouw: ‘Dat vind ik een lastige, want het is heel erg leerkracht gestuurd. Wij zeggen heel veel van wat we gaan leren’. Respect werd in de vragenlijst vaak genoemd als relevant punt van Korczak. In de dieptegesprekken werd het volgende gezegd: ‘Respect begint al heel klein, door elkaar te laten zijn wie je bent’, benoemde een leerkracht. Mogen zijn wie je bent wordt in meerdere interviews genoemd. Maar hoe passen de leerkrachten het toe in de klas? De ene leerkracht benoemde over respect in de klas: ‘Ik weet niet of ik dat heel bewust aanbied of het gewoon doe. Ik maak er geen onderwerp van, het is iets waar we mee bezig zijn met elkaar’ terwijl de andere leerkracht het juist wel bewust aanbiedt: ‘Oefenen. Door een toneelstukje bespreken wij of dit respectvol gedrag is’. Een andere manier waar de leerlingen respectvol met elkaar om leren gaan is de sociokring. De sociokring hoort bij groepsdynamisch onderwijs. In de sociokring wordt een afspraak gemaakt waar de klas aan gaat werken de komende tijd, in deze kring wordt deze afspraak besproken met elkaar. ‘Door de sociokring merk ik ook meer respect. Dat is prachtig! Vandaag hebben we het voor de tweede keer gedaan en daarin merk je dat kinderen heel eerlijk durven zijn naar elkaar’, benoemt een leerkracht uit de bovenbouw. Participatie binnen de klas wordt gerealiseerd door samenwerken/ coöperatief werken en taken binnen de klas. Door taken in de klas participeren ze in de klas. ‘Ze hebben sowieso een eigen taak om hun eigen werk goed te doen en de taak om er voor te zorgen dat wij hier als gemeenschap goed kunnen samenwerken en zorgen voor de omgeving en andere kinderen’. Ook worden de vreedzame school en groepsdynamisch onderwijs opnieuw als hulpmiddelen voor participatie genoemd. ‘Dat 13
komt vooral naar voren tijdens Vreedzame school dat ze mee mogen denken met de afspraken en die samen maken. De taken verdelen we en iedereen neemt wat voor zijn rekening’. Bij de vraag op wat voor manier participatie binnen de Vuurvogel is noemen vier van de zes leerkrachten de leerlingenraad. Met de leerlingenraad hebben ze inspraak. Dat wordt eerst besproken in de klas en vervolgens meegenomen naar de leerlingenraad. De laatst kernwaarde is rechtvaardigheid. Een leerkracht uit de middenbouw zegt hier over: ‘Rechtvaardigheid is een gevoel. Dat is heel persoonlijk. Ik denk dat je dat vooral kunt bereiken door in gesprek met elkaat te zijn en naar elkaar te luisteren en je in te leven in de ander’. Rechtvaardigheid bereik je volgens deze leerkrachten door met elkaar in gesprek te gaan, duidelijke consequente regels te hanteren en door het driehoeksgesprek. Het driehoeksgesprek is een vorm uit groepsdynamisch onderwijs waarin de leerlingen zelf een conflict oplossen door elkaar vragen te stellen waarin iets is gebeurd. ‘Dat vind ik zo mooi aan het driehoeksgesprek, daarin heb ik een ondergeschikte rol en spreken de kinderen het samen uit’, zegt de leerkracht van groep 1/2. Op de vraag of er verbeterpunten binnen de Vuurvogel betreft dit onderwerp zijn werden er twee dingen genoemd. Dat de nieuwe leerkrachten meer meegenomen moet worden en dat er nog meer kan gebeuren met de leerlingenraad. De leerkracht van groep 1/2 vertelde dat nieuwe leerkrachten bijeenkomsten krijgen betreft coöperatief werken, het instructiemodel en dergelijke, maar betreft Korczak niet. Zij dacht dat door zo’n bijeenkomst het makkelijker maakt voor nieuwe leerkrachten om te begrijpen waar de Vuurvogel voor staat. Een ander idee was een studiemiddag waarbij de Korczak stichting wordt uitgenodigd waardoor alle neuzen dezelfde kant op staan. Verder was de mening dat de leerlingenraad nog uitgebreider zou mogen. ‘Het leeft niet meer zo als eerst heb ik het idee. Toen we er mee startte wilde iedereen mee denken en in het schriftje schrijven, nu is dat minder’. Een andere leerkracht beaamde hetzelfde. Tijdens de verkiezingstijd leeft de leerlingenraad, maar hoe kan dit het hele jaar leven? Opvallend is dat de antwoorden niet vanuit alle perspectieven (pedagogisch, maatschappelijk, levensbeschouwelijk en onderwijskundig) gegeven zijn. De leerkrachten zien zijn visie als dat kinderen al burgers zijn en dat zij de kans moeten krijgen om zelf te beslissen, een duidelijke pedagogische visie. Dit wordt gerealiseerd door groepsdynamisch onderwijs en Vreedzame school. Het onderwijskundige aspect is zeker benoemd. Bij participatie benoemden een aantal leerkrachten dat ze de leerlingen voorbereiden op maatschappelijke participatie. Er wordt gewerkt aan burgerschapsvorming. Maar het levensbeschouwelijke aspect is in geen van de gesprekken genoemd. Wel noemde één leerkracht een les als voorbeeld waarin de visie van Korczak uitgedragen wordt een Bijbelverhaal als aanleiding (zie rode markering, bijlage 5). Maar verder was er geen koppeling naar de protestants-christelijke identiteit.
4.4 Conclusie onderzoeksinstrumenten Bij elk onderzoeksinstrument is gevraagd wat zij belangrijk vinden aan de visie van Korczak. De directrice antwoordde op deze vraag: ‘dat we respectvol met elkaar omgaan en dat we de ruimte geven aan elkaars talenten zodat iedereen binnen de Vuurvogel tot zijn recht komt’. In de tabel zijn alle genoemde waarden naast elkaar gezet. Hierin wordt duidelijk dat respect en talenten van groot belang zijn. Tijdens elk instrument zijn deze begrippen genoemd.
14
Interview directrice Respectvol Ruimte voor talenten Tot zijn recht komen
Vragenlijst Respect Talentontwikkeling Betrokkenheid Serieus nemen Volwaardige burger Verantwoordelijkheid Zelfsturend functioneren
Dieptegesprekken Respect Individuele talenten Mogen meedenken Volwaardige wezens
De manier waarop Korczak terug te vinden is in de Vuurvogel werd door allen beantwoord met coöperatieve werkvormen, vreedzame school en workshops. Groepsdynamisch onderwijs werd bij twee van de drie onderzoeksinstrumenten meerdere malen genoemd. Bij de vragenlijst en de dieptegesprekken werd groepsdynamisch onderwijs ook aangedragen als een manier hoe Korczak duidelijk is in het onderwijs van de Vuurvogel. De sociokring en de driehoeksgesprekken zijn meerder malen genoemd. Verbeterpunten vond de directrice dat de leerlingen meer ruimte moet krijgen en de weektaak die aangepast moet worden. De leerkrachten benoemden in de vragenlijst waren er als verbeterpunten: de leerlingenraad, zelfsturing en Korczak meer ter sprake brengen. In de dieptegesprekken werd ook benoemd dat Korczak nog meer ter sprake gebracht kan worden, zeker bij de nieuwe leerkrachten en dat de leerlingenraad nog verder uitgebreid kan worden.
15
Hoofdstuk 5: Conclusie en discussie 5.1.1 Conclusie deelvraag 1: Hoe is de visie van Korczak ingebed in de totale visie van de Vuurvogel? De protestants-christelijke identiteit en de visie van Korczak zijn de basis van de identiteit van de Vuurvogel. De missie van de school is: neem de ruimte, laat je zien. In deze missie komt het recht van het kind zo te zijn als het is, al sterk naar voren. In het interview legt de directrice uit dat er met dit motto bedoeld wordt, dat iedereen een stukje eigendom neemt van de Vuurvogel en dat het talent van kind, leerkracht of directie daar een plaats heeft. De vijf pijlers sluiten aan bij de visie van Korczak want: op de Vuurvogel hebben de leerlingen wat te kiezen (leren leren), op de Vuurvogel werken leerlingen samen (coöperatief werken), leerlingen reflecteren dagelijks (reflecteren), op de Vuurvogel laten de leerlingen zichzelf zien (talentontwikkeling) en op de Vuurvogel hebben de leerlingen wat in te brengen (eigen inbreng) (De Vuurvogel, 2014-2015). Dit wordt onder andere geconcretiseerd door workshops, leerlingenraad, coöperatieve werkvormen en deeltijdprojecten. In deze vijf pijlers zijn van de eerder genoemde kernbegrippen meerdere te herkennen. Kernbegrip 1: Respect Kernbegrip 2: Rechtvaardigheid Kernbegrip 3: Participatie Kernbegrip 4: Dialoog Kernbegrip 5: Vandaag Kernbegrip 6: Kijken en luisteren Kernbegrip 7: Zelfreflectie. Kernbegrip 3, 5 en 7 komen naar voren in de pijlers van de Vuurvogel. De leerlingen werken samen wat past bij participatie. De leerlingen ontwikkelen talenten waar zij vandaag de dag wat aan hebben en kernbegrip 7 is reflecteren wat overeenkomt met de pijler. Uit de dieptegesprekken bleek dat de leerkrachten in gesprek gaan met kinderen en respect ook van belang vonden, kernbegrip 1 en 4. Kortom de Vuurvogel werkt met de vijf pijlers waar de visie van Korczak ingebed is. In het interview met de directrice bevestigt zij dat in de pijlers van de Vuurvogel veel overeenkomsten met Korczak zitten.
5.1.2 Conclusie deelvraag 2: Hoe interpreteren de leerkrachten van de Vuurvogel de visie van Korczak? Elke leerkracht interpreteert de visie van Korczak anders. Dat is het mooie aan een ideologie, iedereen haalt er zijn eigen waarheid uit. Maar iedereen van de Vuurvogel was het er mee eens dat een kind respect verdient, dat er ruimte moet zijn voor de individuele talenten van een kind en dat die ontwikkelt moeten worden. Dit bleek zowel uit de vragenlijst, waarbij meerdere malen deze begrippen genoemd werden tijdens de narratieve gesprekken. De leerkrachten van de Vuurvogel zien een kind als een volwaardig burger, die serieus genomen dient te worden. Dit kan door ze mee te laten denken en verantwoordelijkheid te geven. Leerlingen moeten leren omgaan met zelfstandigheid maar moeten ook leren participeren en samenwerken. De waarden wisten de leerkrachten te benoemen, maar niet iedereen kende dit toe aan Korczak. Dit kwam volgens sommigen omdat dit ook bij de Vuurvogel hoort.
16
5.1.3 Conclusie deelvraag 3: Op wat voor manier heeft de visie van Korczak invloed, naar eigen zeggen, op het professioneel handelen van de leerkrachten van de Vuurvogel vanuit pedagogisch, maatschappelijk, levensbeschouwelijk & onderwijskundig perspectief? De leerkrachten zien Korczak zijn visie als dat kinderen al burgers zijn, dat zij de kans moeten krijgen om zelf te beslissen en respect verdienen. Een duidelijke pedagogische visie. Deze basis is nodig voor het onderwijskundige perspectief. Dit wordt gerealiseerd door groepsdynamisch onderwijs en Vreedzame school. Verder hanteren de leerkrachten de visie van Korczak in het onderwijs door de leerlingen ruimte te geven om te kiezen, op de juiste momenten in gesprek te gaan en ze te laten zijn wie ze zijn binnen de groep. Een aantal leerkrachten vertelden in de dieptegesprekken dat ze de leerlingen voorbereiden op maatschappelijke participatie. Er wordt gewerkt aan burgerschapsvorming. In de klas wordt hier aan gewerkt door taken te geven, in gesprek te gaan tijdens bijvoorbeeld de sociokring en samen conflicten op te lossen. Het levensbeschouwelijke perspectief is in geen van de gesprekken genoemd. Wel noemde één leerkracht een les als voorbeeld waarin de visie van Korczak uitgedragen wordt een Bijbelverhaal als aanleiding (zie rode markering, bijlage 5). Maar verder was er geen koppeling naar de protestantschristelijke identiteit. Dit terwijl de directrice juist wel de koppeling Korczak en geloof maakte. De directrice benoemde dat er ruimte voor de individuele talenten van kinderen moet zijn op de school. Hier zegt ze over: ‘Je bent op aarde gekomen, je hebt een talent meegekregen en daar moet je wat mee doen. Ga met respect met elkaar en samen in verbinding.’ Ook is dit anders dan basisschool Matthijsje, die juist het christelijke aspect in Korczak zijn gedachtengoed terugvindt: in al zijn werk vinden wij dat Korczak zelf, vanuit een verbintenis met zijn God leeft (Hartemink, 2011, p. 6).
5.1.4 Conclusie hoofdvraag Hoe worden de kernwaarden van Korczak, respect, participatie en rechtvaardigheid, door de leerkrachten van de Vuurvogel geïnterpreteerd en hoe passen zij dit toe in hun professioneel handelen? Uit individuele gesprekken bleek dat respect door de leerkrachten van de Vuurvogel wordt geïnterpreteerd als mogen zijn wie je bent. Korczak noemde naast het recht op respect drie grondrechten voor ieder kind: 1. Het recht op de dag van vandaag. 2. Het recht van het kind zo te zijn, als het is. 3. Het recht op een eigen leven (Bruin, 2012, p. 2). De leerkrachten vinden dus voornamelijk het tweede punt van belang. In de vragenlijst werd dit ook meerdere malen beantwoord, 25% van de participanten benoemde respect als de belangrijkste waarde van Korczak. Een antwoord was bijvoorbeeld: ‘Het respect gedeelte. Ik vind dat iedereen moet kunnen zijn wie hij is’. Het recht op de dag van vandaag werd volgens de leerkrachten toegepast omdat ze naar de behoeften van de leerlingen proberen te luisteren. Het recht op eigen leven is in de gesprekken niet teruggekomen. Elke leerkracht past respect anders toe in zijn eigen onderwijs, maar vaste momenten wanneer er aan respect gewerkt wordt zijn de sociokring en tijdens de Vreedzame school. Volgens Korczak gaat het in de opvoeding om het tot stand brengen van een democratische cultuur. Hij stelt vertrouwen in de toenemende mogelijkheden van kinderen en jongeren om hun eigen leven vorm te geven, om over hun waarden en normen te communiceren met anderen en over hun soms uiteenlopende belangen te onderhandelen (Brouwers, 2010, p. 11). Om een democratische cultuur te realiseren moeten leerlingen kunnen participeren. Participatie binnen de klas wordt gerealiseerd door samenwerken/ coöperatief werken en taken binnen de klas. Opnieuw wordt de Vreedzame 17
school als handvat genoemd. Participatie binnen de Vuurvogel wordt gehanteerd door workshops en de leerlingenraad. Rechtvaardigheid in de klas houdt niet in dat er regels zijn in de klas die voor iedereen gelden. Niet elk kind kan op dezelfde maatstaf toegepast worden, daarmee worden sommige kinderen juist onrecht aangedaan. Rechtvaardigheid is samen nagaan of de regels die gemaakt zijn een doel dienen en elkaar blijven corrigeren (Bruin, 2012, p. 6). In gesprek vertelden meerdere leerkrachten dat zij juist wel gelijke regels hebben. Regels die voor iedereen gelden, waarbij geen uitzonderingen gemaakt worden. Wel geven meerdere leerkrachten vervolgens aan dat zij bij leerlingen die meer hulp nodig hebben dat ook geven. Rechtvaardigheid bereik je volgens deze leerkrachten door met elkaar in gesprek te gaan, duidelijke consequente regels te hanteren en door het driehoeksgesprek (een vorm uit groepsdynamisch onderwijs, waarbij leerlingen zelf conflicten op moeten lossen).
5.2 Doel in/ Doel van Het doel in dit onderzoek was een beeld krijgen hoe de verschillende leerkrachten op de Vuurvogel de drie kernwaarden van Korczak interpreteren en vertalen naar hun eigen professionele handelen. Dit is uitgevoerd door een vragenlijst en gesprekken met meerdere leerkrachten. Zij hebben openlijk verteld hoe zij denken over zijn kernwaarden en hoe zij dat wel of niet toepassen. Mijn persoonlijke doel in dit onderzoek was leren hoe ik een interpretatief onderzoek uitvoer en uit narratieve gesprekken waarden en handelingen kan herkennen. Het doel van het onderzoek is dat De Vuurvogel weet hoe de visie van Korczak (participatie, respect, rechtvaardigheid). daadwerkelijk gehanteerd wordt in de praktijk en dat zij aan de hand van de aanbevelingen verder kunnen groeien hier in wanneer nodig. Verder heb ik aanbevelingen gedaan voor vervolgonderzoeken die aansluiten bij de verbeterpunten van de leerkrachten.
5.3.1 Aanbevelingen Over het algemeen weten de leerkrachten wie Korczak is en wat zijn visie is. De meeste leerkrachten die de vragenlijst ingevuld hebben weten namelijk zijn visie te verwoorden en kunnen een voorbeeld geven hoe zij dit zelf toepassen. Maar niet voor iedereen is de kern duidelijk, veel kernwaarden van Korczak worden eerder als Vuurvogel dan als Korczak gezien. Korczak is een belangrijk deel van de pedagogische visie van de Vuurvogel, dit moet transparant zijn voor alle leerkrachten.De pedagogische visie heeft namelijk volgens van Oenen en Studulski minstens vijf functies: 1) hij is nodig om elkaar te kunnen ‘verstaan’ 2) hij is nodig voor reflectie op eigen (en elkaars werk) 3) hij is nodig voor de legitimering van de handelingen binnen een organisatie 4) hij is nodig voor de continuïteit van de organisatie 5) hij is nodig voor de externe legitimering (van Oenen, 2005, p. 4) Wanneer niet alle leerkrachten de visie van Korczak kennen, heeft dit invloed op de eerst vier functies. Aanbevolen wordt om zijn gedachtengoed over te brengen, dan kan elke leerkracht het zelf eigen maken. Een studiemiddag of bijeenkomst waarbij zijn gedachtengoed nogmaals uitgelegd wordt kan helpen. Met de Korczak stichting er bij bijvoorbeeld, waardoor duidelijk wordt vanuit welke kern de leerkrachten handelen. Verder zal het zeker helpen als nieuwe leerkrachten informatie of begeleiding krijgen over wie Korczak is en waarom dit bij deze school past. Dit kan door een bijeenkomst, hand-out of andere verwerkingsvorm. Leerkrachten van de Vuurvogel vinden het belangrijk dat de leerlingen ruimte krijgen. Ruimte in wie ze zijn en in wat ze kunnen. Door op de weektaak meer keuzemogelijkheden te geven krijgen ze die ruimte. Ten slotte wordt de jeugdraad als iets positiefs gezien. Leerlingen kunnen hier door participeren in de Vuurvogel en krijgen de kans 18
om te laten horen wat zij vinden. Maar uit de praktijk blijkt dat de jeugdraad voornamelijk leeft tijdens de verkiezingstijd en de bijeenkomsten. Dit is maar 2 tot 3 keer per jaar. Door vaker een jeugdraadbijeenkomst te houden of door het per bouw te organiseren kan dit verbeterd worden.
5.3.2 Aanbevelingen voor vervolgonderzoek: - Hoe kan de jeugdraad uitgebreid worden zodat het gedurende het jaar nog steeds leeft binnen de klassen? - Hoe kan er meer keuzevrijheid gerealiseerd worden op de weektaak? - Hoe kunnen de nieuwe leerkrachten van de Vuurvogel geïntegreerd worden in de visie van Korczak?
5.4 Discussie In dit onderzoek is de visie van Korczak ingeperkt tot drie kernwaarden. Uit het theoretisch kader bleek dat zijn visie uit veel meer dan deze begrippen alleen bestond. Berding zegt over deze begrippen het volgende: Korczak was geen theoreticus die zijn (denk)werk structureerde rondom kernbegrippen. Hij was in de eerste en misschien wel enige plaats iemand die het moest hebben van de actuele ‘levende’ ervaring van de omgang met kinderen. Voor zijn gedachten (en -‐spinsels) vormen deze ervaringen dan ook de vruchtbare bodem. Het is riskant om daar vervolgens allerlei concepten ‘uit te halen’ die Korczak zelf er -‐ in elk geval niet in theoretische, systematische of methodische zin -‐ niet heeft ingestopt. Toch meen ik dat een drietal begrippen het best representeert waar Korczak pedagogisch gesproken voor staat, namelijk respect, rechtvaardigheid en participatie (Berding J. , 2012, p. 78). Slechts 12 uit 45 leerkrachten hebben de vragenlijst ingevuld, dit is 27%. Zoals in alle empirisch onderzoek, is een aselecte steekproef van voldoende omvang noodzakelijk om op zinvolle wijze uitspraken te kunnen doen over een populatie als geheel (Polefeyt & Bouwens, 2009, p. 45). Dit geeft een vertekend beeld omdat hoogstwaarschijnlijk de leerkrachten die de vragen lastig vonden om te beantwoorden deze vragenlijst niet hebben ingevuld. Uit persoonlijke gesprekken bleek dat sommige leerkrachten het ‘pittige vragen’ vonden. Verder zijn er met zes leerkrachten dieptegesprekken gehouden. Deze gesprekken zijn gebruikt om te inventariseren hoe de leerkrachten handelen. Dit is dus mogelijk gestigmatiseerd omdat er andere uitkomsten zouden zijn wanneer er andere leerkrachten zijn ondervraagd. Wel is dit vergeleken met de vragenlijst zodat de uitkomsten enigszins betrouwbaar zijn. Betreft de aanbevelingen zijn er slechts aandachtspunten gegeven omdat er geen sprake is van goed en fout betreft het uitvoeren van de visie van Korczak. Het belangrijkste doel is zijn gedachtengoed overbrengen, pas wanneer dat duidelijk is, kan er vanuit zijn visie gewerkt worden. Zoals Berding al benoemde, Korczak was geen theoreticus die zijn denkwerk structureerde. Zijn visie bevat geen handvatten maar dient eigen gemaakt te worden.
19
Literatuurlijst Berding, J. (2004). Janusz Korczak en de participatie van kinderen. De wereld van het jonge kind, 268 271. Opgehaald van HJK online. Berding, J. (2012). Opvoeding, participatie en burgerschap. Het Kind, 75- 83. Brink, A. (2006). Janusz Korczak en onderwijs voor het leven. In J. K. Stichting, Scholen voor het leven (pp. 23-31). Amsterdam: Janusz Korczak Stichting. Brouwers, H. C. (2010). Kinderen zijn al burgers. Amsterdam: Janusz Korczak Stichting. Bruin, A. B. (2012). Janusz Korczak: inspirator voor mensen in het primair onderwijs. Amsterdam: Janusz Korczak Stichting. Cappon, T. (2014, 10). Biografie Janusz Korczak. Opgehaald van http://www.korczak.nl: http://korczak.nl/stichting/wp-content/uploads/2014/10/Janusz-Korczak-biografie-pdf.pdf de Vreedzame school. (2013). Wat is de vreedzame school? Opgehaald van vreedzameschool.net. De Vuurvogel. (2010). Onze school Janusz Korczak. Opgehaald van Vuurvogel.pcboamersfoort.nl: http://www.vuurvogel.pcboamersfoort.nl/onze-school/janusz-korczak De Vuurvogel. (2014-2015). Schoolgids de Vuurvogel. Amersfoort. Görtzen, R. (2007). Het recht van het kind. Amsterdam: SWP. Harick, F. (2011). Basisprincipes praktijkonderzoek. Apeldoorn: Garant. Hartemink, H. (2011). Schoolgids 2011- 2015 . Opgehaald van http://schoolmatthijsje.nl. Janusz Korczak Association of Canada. (onbekend). biography Janusz Korczak. Opgehaald van http://www.januszkorczak.ca/: http://www.januszkorczak.ca/biography.html Janusz Korczak Stichting. (onbekend). Doel en visie. Opgehaald van korczak.nl: http://korczak.nl/stichting/category/januszkorczakstichting/doelenvisie/ Kahn, G. (2005). Does Korczak have a future? . Opgehaald van korczak.info: http://korczak.info/texts/en/articles/korczak-future_iframe.html Kallenberg, T. K. (2007). Ontwikkeling door onderzoek.Een handreiking voor leraren. . Utrecht/Zutphen: ThiemeMeulenhoff. Korczak Stichting. (2014). Korczak van jaar tot jaar. Opgehaald van http://korczak.nl/: http://korczak.nl/stichting/wp-content/uploads/2014/10/Korczak-van-jaar-tot-jaar.pdf Kulaweei, E. (1992). When I Am Little Again. Maryland: University Press of America. Mitteldorff, K. (2014). Het onzekere voor het zekere. Apeldoorn: Garant. Sools, A. (2012). Narratief onderzoek. Kwalon, 27- 35. van Oenen, S. &. (2005). De pedagogische dialoog. NIZM & Sardes.
20
Bijlage 1, verlegenheidssituatie In de school wordt de visie van Janusz Korczak gehanteerd. Zijn visie komt neer op: respect voor kinderen, kinderen zijn al burgers & ruimte en vertrouwen geven aan kinderen (De Vuurvogel, 2014, p. 6). In literatuur wordt dit wel eens samengevoegd in de begrippen: respect, rechtvaardigheid en participatie. Kinderen zijn al burgers en moeten zo behandeld worden. Het is belangrijk dat ze gezien worden als het individu die ze zijn. (Berding, 2010, p. 11). In een artikel over De Vuurvogel wordt het volgende gezegd: Basisschool De Vuurvogel probeert een leer- en leefgemeenschap te zijn, waarin iedereen tot zijn recht komt. Natuurlijk zijn er veel manieren om bovengenoemde uitgangspunten te concretiseren. Ik kan hier alleen aangeven hoe wij op De Vuurvogel vormgeven aan onderwijs, waarin iedereen ruimte krijgt. Ik noem een aantal concrete uitwerkingen: werken met weektaken, coöperatief leren, werken met portfolio & de wekelijkse workshops (Kuijvenhoven, 2010, p. 147).
De visie van Korczak komt voor een groot deel overeen met de vijf pijlers van De Vuurvogel. Deze pijlers zijn: leren leren, zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid; coöperatief leren; reflecteren; talentontwikkeling en workshops en inbreng van de leerlingen (De Vuurvogel, 2014, p. 7). In beide punten komt de participatie naar voren maar ook de ruimte voor de leerlingen en het respect voor elkaar.
De Vuurvogel is een grote school met veel verschillende leerkrachten met allemaal een eigen achtergrond. Er wordt verwacht dat alle leerkrachten de visie van Korczak kennen en hanteren. De meeste leerkrachten weten globaal wie hij is en wat zijn gedachtengoed is. Ook bij de leerkrachten leeft het wel iets, Korczak is regelmatig behandeld. Lettie (de directrice) vertelt er vaker over. Het gedachtengoed van Korczak is in de visie van de school gekomen doormiddel van de directrice zelf. Zij heeft contact met de Korczak Stichting Nederland gekregen en zag dat elementen van Korczak de 5 pijlers van De Vuurvogel ondersteunen.
De directrice van de school is benieuwd of deze visie ook daadwerkelijk terug komt in het handelen van de leerkrachten en de routines van de dag.
Zelf ben ik benieuwd naar hoe de leerkrachten deze kernwaarden dit vertalen naar hun handelen. De Vuurvogel is gericht op talentontwikkeling en het kind als individu, vanuit deze basis komen de waarden van Korczak al weer naar voren. Dit spreekt mijzelf erg aan betreft deze school. De leerlingen worden serieus genomen en krijgen ruimte om zichzelf te ontwikkelen.
Er zijn bepaalde onderwerpen van belang bij dit vraagstuk: burgerschapsvorming, democratie, participatie, en visieontwikkeling en de vijf pijlers van de vuurvogel (leren leren, zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid; coöperatief leren; reflecteren; talentontwikkeling en workshops en inbreng van de leerlingen).
21
Bijlage 2, biografie Janusz Korczak (1878 – 1942) was Pools- Joodse arts, opvoeder, pedagoog, kinderboekenschrijver en weeshuisvader. Inmiddels is hij wereldbekend, vanwege zijn pedagogische oeuvre maar ook vanwege zijn tragische einde als bijzondere leider van het weeshuis ‘Dom Sierot’. Hij werd op 5 of 6 augustus 1942 met de 200 kinderen uit het weeshuis weggevoerd naar het vernietigingskamp Treblinka (Cappon, 2014) Janusz Korczak (schrijversnaam voor Henryk Goldszmit) is in 1878 in Warschau geboren. Hij groeit op in een welgesteld en zeer beschermd milieu. Zijn vader is advocaat en de joodse familie is sterk in de Poolse cultuur geassimileerd (Cappon, 2014). Op 18 jarige leeftijd , in 1896, overlijdt de vader van Korczak. Hij wordt de kostwinnaar voor zijn moeder, zus en oma. Dit doet hij door bijles te geven. In 1898 doet Korczak mee aan een schrijfwedstrijd onder de pseudoniem Janusz Korczak. Van 18981904 volgt hij de studie geneeskunde aan de universiteit van Warschau. Verder schrijft hij in die tijd verschillende artikelen voor Poolse kranten en schrijft hij in 1901 zijn eerste boek Straatkinderen. Nadat hij geslaagd is, gaat hij werken in een kinderziekenhuis in Warschau. Dit is van korte duur want door de Russische- Japanse oorlog wordt hij uitgezonden als militaire arts van 1905 tot 1906. Wanneer hij terug is gaat hij verder in de praktijk in Warschau (Kulaweei, 1992). Vervolgens studeert hij in 1907- 1908 in Berlijn. In 1909 komt hij in een weeshuis te werken en dankzij zijn literaire en geneeskundige capaciteiten wordt hij in 1912 door een joodse liefdadigheidsinstelling benoemd tot directeur van Dom Sierrot in Warschau. Dom Sierot wordt al gauw De Republiek der Kinderen genoemd, omdat de kinderen een eigen parlement, gerechtshof en krant hebben. In 1919 ontstaat het tweede kindertehuis Nash Dom (= ons huis). In 1926 start Korczak namelijk een eigen krant, Mały Przegląd. Dit is een wekelijkse bijlage van het Pools-joode dagblad Nasz Przegląd. Bijzonder is dat deze bijlage geschreven wordt door kinderen, voor kinderen (Janusz Korczak Association of Canada, onbekend). Ook ontvangt hij rond deze tijd wat literaire erkenning voor zijn kinderboek Koning Matthijsje (1923) en het pedagogische boek Hoe houd je van een kind (1919). In 1934 Korczak bezoekt Palestina. Hij peinst er vaak over naar Palestina te emigreren. Korczak voelde en dacht meer Pools dan Joods, maar door de opkomende Jodenhaat wordt hij steeds meer geconfronteerd met zijn Joodse identiteit. In 1939 vallen de Nazi’s Polen binnen. Vanaf dan wordt het alleen maar slechter. In november wordt de Joodse wijk ommuurd en wordt dit meer en meer een ghetto. Dom Sierot wordt naar deze wijk verplaatst. In 1941 houdt Korczak een dagboek bij dat later wordt uitgegeven als Ghetto Dagboek, hierin vertelt hij over de erbarmelijke omstandigheden. Op 5 of 6 augustus worden ruim 200 kleine en alle grote bewoners van Dom Sierot via de Umschlagplatz naar Treblinka gedeporteerd. Korczak gaat vrijwillig mee. Niemand is teruggekeerd (Korczak Stichting, 2014).
22
Bijlage 3, vragenlijst voor leerkrachten van de Vuurvogel Naam: Groep: Aantal jaren onderwijsonderwijs ervaring: Beste leerkracht van de Vuurvogel, Als afstudeeronderzoek ga ik onderzoeken op wat voor manier de visie van Korczak geïnterpreteerd en geïntegreerd is in het professioneel handelen van de leerkrachten. Daarom de vraag om onderstaande vragenlijst in te vullen. Korte informatie over Korczak (uit de missie van de school) Janusz Korczak is vooral bekend geworden als de bijzondere leider van het weeshuis ‘Dom Sierot’ in Warschau. Zijn vaste overtuiging dat kinderen en volwassenen volstrekt gelijkwaardig zijn en dat kinderen recht hebben op respect en in staat zijn zelf een grote verantwoordelijkheid te dragen, vertaalde zich in concrete initiatieven zoals het kinderparlement, een wekelijkse kinderkrant, een mentorsysteem waarin een ouder kind gedurende enige maanden de zorg op zich nam van een net gearriveerd kind, het uitgebreide takensysteem en niet te vergeten de kinderrechtbank waar kinderen elkaar maar ook volwassenen ter verantwoording konden roepen. Pas veel later is, althans in West-Europa, doorgedrongen dat Janusz Korczak ook een belangrijk denker was over kind en opvoeding, misschien wel de meest radicale en baanbrekende van de twintigste eeuw. Vooral sinds het Verdrag over de Rechten van het Kind (1924 en naderhand in 1989) is Korczak ontdekt als een vroege en radicale pionier voor die rechten.
Vragen Kun je een lesmoment benoemen waarin de visie van Korczak duidelijk uitgedragen werd? Welke waarde(n) van de visie van Korczak vind je hier in terug?
Zijn er andere momenten in je professioneel handelen wanneer de visie van Korczak waardevol is? Wanneer?
Welke begrippen van de visie van Korczak vind jij belangrijk en waarom?
Vind je de visie van Korczak merkbaar in de school? Zo ja hoe en tijdens welke momenten?
Zou je de visie van Korczak nog meer in je onderwijs naar voren willen brengen? Zo ja, hoe?
Ontzettend bedankt! Met vriendelijke groet, Rosanne Luitjes (LIO groep 1/2f)
23
Bijlage 4, uitgewerkt interview directrice Hoe zou jij de visie van Korczak zelf samenvatten? Dat we respectvol met elkaar omgaan en dat we ruimte geven aan elkaars talenten zodat iedereen binnen de Vuurvogel tot zijn recht komt, kind, leerkracht, directie, wat dan ook. Zodat iedereen in wat voor rol tot zijn recht komt, om te doen waarvoor hij bedoeld is. Wat maakt deze visie zo geschikt voor het onderwijs? Omdat het motto van de Vuurvogel is; neem de ruimte, laat je zien. En daarmee bedoelen wij dat voor allemaal, voor kind, leerkracht en directie, dat je een stukje eigenaarschap neemt. Een stukje eigendom neemt van de Vuurvogel, dat jouw talent daar een plaatsje heeft. Dat je, je gewaardeerd voelt. Dat is ons motto neem de ruimte laat je zien en daar zitten vijf pijlers onder. Dat is dat je coöperatieve werkvormen bezig bent met kinderen waardoor ze samen optimaler kunnen leren, dat je de kinderen leert om te reflecteren zodat ze zich verantwoordelijk gaan voelen voor hun eigen leerproces maar ook de leerkrachten en ook de directeur en ook de directeur. Wat wil ik leren en hoe ga ik me verder ontwikkelen, want dat geeft stroming. En dat je bijvoorbeeld met een weektaak je autonoom voelt als leerkracht en kind om eigen beslissingen te nemen. Dat je, je vrijvoelt maar je kunt je alleen vrijvoelen als je weet waar je mee bezig bent. Als je een weektaak inricht maar je kent de leerlijnen niet dan kun je ook geen weektaak inrichten. Je neemt ruimte maar je moet het ook verdienen om ruimte te nemen. Je moet wel verstand van zaken hebben. Hoe verwacht je dat de leerkrachten identiteit geven aan de visie van Korczak? Dat ze ruimte geven aan kinderen, een weektaak met keuzemogelijkheden. Dat er gerespecteerd wordt dat een kind met basisstof langer bezig is en dat een ander kind plusstof krijgt. Dat daar ruimte voor is. Dat er ruimte is voor de individuele talenten van kinderen, voor workshopleren. De intelligenties die een kind heeft (van Gardner de acht intelligenties) moeten sterker gemaakt worden en leren gedeeld worden. Sommige kinderen kunnen dat heel snel en delen van nature. En een leerkracht die het leuk vindt om met hoogbegaafdheid om te gaan krijgt daar de ruimte voor, om dat talent uit te breiden. Doen ze dat nu ook? Ja vind ik wel. Ik vind dat het team behoorlijk eigenaar is van de Vuurvogel op grond van eigen talenten. Het is een open transparante sfeer. De voorwaarde hiervoor moet veiligheid en een open communicatie zijn. Iedereen mag zijn wie die is. Hoe ervaren de kinderen de visie van Korczak? Misschien onbewust of juist niet? Niet zo bewust maar ik denk dat ze het wel merken. We hebben gemeten of de kinderen met plezier naar school gaan. Van de 150 die geënquêteerd zijn (we hebben 700 kinderen op school) waren er 149 gelukkig. Dat vind ik een hele hoge score. Ik denk dat ze wel ruimte voelen, om te ondernemen, voor een goed doel of tijdens de workshops. Maar op de weektaak valt er wel wat te verbeteren, dat leerlingen nog meer eigen keuzes mogen maken. Daar zijn we nu mee bezig, om dat opnieuw te bespreken. Waar liggen die keuzes en hoe kunnen we dat uitvoeren. Ik denk dat daar nog wel wat te winnen valt voor eigen ruimte nemen van kinderen. En op wat voor manier worden leerlingen als een democratische burger beschouwd? Er is een leerlingenraad. Daar brengen ze dingen in die ze niet vinden gaan of juist wel goed vinden gaan. En daar wordt naar geluisterd. En als er bijvoorbeeld een verkeerssituatie is die niet goed gaat dan zetten we de kinderen daar ook voor in. Hoe kunnen we dat verbeteren? Of we willen 24
zonnepanelen op het dak, dan vragen we dat ook aan kinderen. Hoe denken jullie daar over? En hoeveel zonnepanelen hebben we nodig? Dus ja, we doen ons best maar het kan altijd beter. En heeft de visie van Korczak invloed op de levensbeschouwelijke visie van de Vuurvogel? Ja, dat heeft prachtige relatie met de protestants-christelijke identiteit. Het geloof voor mij is heel simpel, je bent op aarde, je hebt een talent meegekregen en daar moet je wat mee doen. Je bent niet zomaar op aarde gekomen, daar moet je wat mee doen. Je bent er maar even, doe dan de goede dingen. Ga met respect met elkaar en samen in verbinding. Dat deed Korczak ook. Respect en ruimte geven aan, een kind is al een wereldburger. Geef het kind het idee dat het kind wat aan de wereld kan veranderen, niet dat het allemaal al bepaald is, nee je kunt dingen veranderen. Je hoeft niet in een koker te denken, probeer het te verbeteren. Het is aan de leerkracht om te laten zien dat ze de mogelijkheid hebben om dingen te verbeteren. En in hoeverre zijn ouders bewust van de visie van Korczak? Ik denk dat ze het voelen. Dat er onder de Vuurvogel wel wat zien, maar niet dat ze het heel goed door hebben en geïnformeerd zijn. Vind je dat belangrijk dat ze dat weten of vind je dat het meer om het gevoel gaat dat het oproept? Ik zou het wel een keer nadrukkelijker willen doen. Maar door de drukte lukt dat niet altijd. In het vertrekpunt zit het, maar je hebt het over bewustwording. Het zit in de visie, het zit in de missie, maar of ze het zo expliciet in theorie kunnen begrijpen en weten, nee. Maar ze herkennen het wel. En hoe zie je zijn visie nog verder uitgedragen worden? Ik zou me kunnen voorstellen, dat in het schoolplan het een markantere plek krijgt en dat je een ouderavond organiseert waarbij je het gedachtegoed van Korczak koppelt aan de visie en aan het schoolplan. Dat je daar een keer een avond voor organiseert. En over vijf jaar? Dan hoop ik dat de kinderen meer ruimte ervaren. Ja. En dat we ook met elkaar weten waarom we die ruimte gecreëerd hebben. Dus ook een stukje bewustwording van de leerkrachten.
25
Bijlage 5, uitkomsten vragenlijst Vragen Kun je een lesmoment benoemen waarin de visie van Korczak duidelijk uitgedragen werd? Welke waarde(n) van de visie van Korczak vind je hier in terug? - Tijdens het eerste hoofdstuk van De Vreedzame school moeten de kinderen afspraken met elkaar maken. Ze maken deze afspraken met elkaar en proberen elkaar hier ook aan te houden. - In groep 3 doen we elke week sociokring. Daarin bespreken we het verbeterpunt dat de voorgaande week de aandacht heeft gehad. Dat verbeterpunt komt vanuit de kinderen. De kinderen praten daarover, geven hun mening en kiezen zelf ook weer een ander verbeterpunt. Bij meerdere punten wordt er democratisch gekozen. In groep 3 zijn dat punten zoals: “We gaan letten op onze fluisterstem”. Of “We letten er weer op om het wc kaartje om te draaien als er iemand naar de wc gaat.” - Bij de sociokring. Hierin bespreken kinderen met elkaar wat goed gaat en wat verbeterpunten zijn. Het hanteren van taken in de klas, het gezamenlijk dragen van de verantwoordelijkheid. Kinderen uit groep 8 die een vuurvogelkrant maken Zijn er andere momenten in je professioneel handelen wanneer de visie van Korczak waardevol is? Wanneer? - Tijdens het bedenken van nieuwe thema’s. De kinderen mogen zelf inbrengen wat ze willen. - Respectvol behandelen van de kinderen en hen in de waarde laten. Bij nieuwe leerlingen worden kinderen begeleid door een maatje Bij de workshop begeleiden oudere kinderen de jongere kinderen. - Bij ons op school heb ik met een maatje gewerkt als er een nieuwe leerling in de klas kwam. We hebben de leerlingenraad. Kinderen op de Vuurvogel zijn mondig maar hun mening wordt ook serieus genomen. Kinderen uit mijn klas zijn naar Lettie gestapt met ideeën ( bijv. een goed doel) en daar werd altijd iets mee gedaan. Dit zijn meer schooldingen. In de lessen zie je dat wel terug maar ik denk niet dat dat komt door J. Korczak. Kinderen krijgen in de groep eigen verantwoordelijkheid wat betreft hun werk, helpen van elkaar. En er wordt iets met hun ideeën gedaan. Bijv. ze willen graag zelf een kahootkwis voor de klas maken dan kan dat. - Verzinnen van een nieuw thema, of activiteiten binnen dat thema; eigenaarschap, verantwoordelijkheid Mentorsysteem, maatje voor nieuwe leerlingen; verantwoordelijkheid, zorg dragen Kinderparlement/rechtbank; sociokring (gdo) - Tijdens de sociokring - Tijdens de workshops krijgen de kinderen ruimte om te kiezen wat ze willen.
26
Zijn er andere momenten in je professioneel handelen wanneer de visie van Korczak waardevol is? Wanneer? - Tijdens het oplossen van conflicten. De leerkracht heeft zelf de neiging om het op te lossen voor de kinderen. De kinderen kunnen dit ook heel goed zelf. - Tijdens de rekenles gebruiken we per tweetal 1 rekenboek. De opdrachten die geoefend worden doen zij via een coöperatieve werkvorm. Zo leren ze met en van elkaar. Kinderen helpen elkaar als ze iets niet weten, ze mogen aan elkaar dingen uitleggen. Ik vertrouw erop dat ze het dan begrijpen en komen ze er niet uit dan komen ze naar mij toe voor extra uitleg. - Bijv. bij pesten kun je kinderen inschakelen met oplossingen en maatjes zodat het gepeste kind weer terug komt in de groep met positieve ervaringen. Op die manier helpen kinderen elkaar en worden ze net zo belangrijk geacht als volwassenen. - Coöperatieve werkvormen hanteren, waardoor kinderen samenwerken. Welke begrippen van de visie van Korczak vind jij belangrijk en waarom? - betrokkenheid. Ik denk dat het belangrijk is dat leerlingen leren waar ze zelf geïnteresseerd in zijn. - Ik vind het belangrijk dat de kinderen mee mogen denken bij het maken van beslissingen. Zo voelen ze zich ook betrokken en houden ze zich ook sneller aan de afspraken. - Ik vind het belangrijk kinderen serieus te nemen. Kinderen weten heel goed van zichzelf wat ze willen en of ze iets kunnen. Ik vind het belangrijk kinderen te stimuleren hun eigen mogelijkheden te ontdekken en ze te motiveren om dan nog net iets meer te proberen, een stapje verder te durven gaan. Op eigen kracht maar in de wetenschap dat ik achter ze sta en ze kan helpen als ze dat nodig hebben. - Talentontwikkeling. - Verantwoordelijkheid. Kinderen kunnen heel veel zelf. - Gelijkwaardigheid. Dat vind ik de meest belangrijke basis in de omgang met anderen. Dus ook de basis in de omgang met de kinderen in je klas - Het respect gedeelte. Ik vind dat iedereen moet kunnen zijn wie hij is. Ongeacht geloof, huidskleur, gewoonten, kleding etc. Ik denk dat kinderen ons veel kunnen leren en vertellen. Ze komen vaak met creatieve oplossingen en vinden hele andere dingen belangrijk. Ze kunnen volwassenen de ogen openen. - Dat kinderen al volwaardige burgers zijn. Ik vind dat kinderen als volwaardige wezens behandeld moeten worden. - Met name de verantwoordelijkheid die kinderen veel zelf kunnen dragen. - Rechten en plichten voor en van kinderen, zelfstandigheid en zelfsturend functioneren zijn een paar begrippen van Korczak die mij te binnen schieten. - Ik vind het belangrijk dat kinderen in de gemeenschap van de school mee kunnen denken, zelfstandigheid mogen beleven en initiatieven mogen nemen. Dit verhoogt hun betrokkenheid. - Respect, omdat de kinderen zich dan serieus genomen voelen.
27
Vind je de visie van Korczak merkbaar in de school? Zo ja hoe en tijdens welke momenten? - Vooral tijdens de lessen van de Vreedzame school en nu tijdens het GDO traject. - In de verschillende workshops op de vrijdag krijgen kinderen in de Vuurvogel de kans om te ontdekken weke talenten zij nog meer hebben. Ze komen met heel verschillende activiteiten in aanraking. Tijdens de weeksluitingen kunnekinderen ook laten zien wat ze kunnen. Al heel vroeg (vanaf dat ze net 4 jaar zijn) leren ze op een podium te staan en voor een grote groep toeschouwers iets te laten zien of horen van zichzelf. Binnen de Vuurvogel wordt dat als “heel normaal” beschouwd. Ik vind dat erg mooi. - Ik denk niet dat iedereen goed weet wat de visie van Korczak is. Zeker nieuwe leerkrachten niet. - Ja maar ik denk dat we ons er niet zo bewust van zijn - Vooral tijdens GDO en vreedzame school. - Ik vind het niet. Ik denk niet dat de visie van de leerkrachten niet veel verschilt met die van Korczak maar zie niet dat dat van hem komt. Ook denk ik dat we op de VV soms te ver gegaan zijn waardoor leerlingen niet weten waar de grens ligt met het respect naar volwassenen. Hierdoor hebben we bepaald gedrag zelf in de hand gewerkt. ( niet zo positief). Ook heb ik gemerkt met werken dat leerlingen niet altijd die verantwoordelijkheid aan kunnen. En nog niet voldoende zelfreflectie hebben. Daar kunnen we aan werken. Hoe leren we ze zo gemotiveerd te zijn dat ze meer verantwoordelijkheid kunnen dragen. Zijn we daar dan kunnen we verder met Korczak. Nu is het nog vaak zo dat kinderen maar wat inleveren aan werk, niet netjes, niet af en moet je als leerkracht gaan controleren. Dat is geen Korczak. - Ja. Tijdens workshops - Het komt voor mij niet over alsof het per se vanuit het gedachtengoed van Korczak komt, maar ik herken zeker een aantal dingen. - De schoolraad en het initiatief nemen om een workshop te organiseren zijn afgeleide zaken.
Zou je de visie van Korczak nog meer in je onderwijs naar voren willen brengen? Zo ja, hoe? - We zouden de kinderen nog meer kunnen betrekken bij beslissingen in en om de school. Dit kan bijvoorbeeld met de leerlingenraad meer inzetten. - vind ik een lastige vraag - De weekkrant zou natuurlijk prima kunnen op een school, misschien een idee om kinderen artikelen te laten schrijven voor op de website - Ja Korczak komt niet vaak ter sprake meer, en dat is jammer. Een voorbeeld: Zelfsturing van kinderen zou meer uitgebouwd kunnen worden, het is een onderwerp dat bij leren leren aan de orde komt en een pijler van de Vuurvogel is. - De leerlingenraad bijvoorbeeld. - We zouden de kinderen nog meer kunnen betrekken bij beslissingen in en om de school.
28
29
Bijlage 6, uitgewerkte dieptegesprekken Groep 1/2 Hoe zie je de visie van Korczak? Wat ik er van weet is dat er veel uit het kind komt en dat je individuele talenten van kinderen stimuleert. Dat is eigenlijk de basis van Korczak. En respect? Denk bijvoorbeeld aan respect voor de dag van vandaag? Hoe zie je dat terug? We halen altijd eerst kennis op. Wat weten jullie al? En ook het coöperatieve werken vind ik daar heel erg bij horen. Echt vanuit het kind. Ook het bepalen van thema’s komt uit hen, niet altijd, soms sturen wij het een beetje. Maar er zijn ook zat thema’s waar ze mogen kiezen wat ze leuk vinden. Het vorige thema, restaurant, kwam helemaal uit de kinderen en dat krijg je terug. En respect? Zie je kinderen als gelijken of hoe werkt dat? Ik zie een kind niet als mijn gelijke, ik ben niet een vriendje of vriendinnetje maar wel de juf. In die zin zie ik ze niet als mijn gelijke, maar ze hebben wel inbreng binnen het aanbod dat ze hebben. Ik zie ze wel als individu. Ik kijk wat heb jij nodig, en dat is per kind heel verschillend. Tegen B. zeg ik bijvoorbeeld dat hij het mooiste plekje in de klas heeft in het midden en tegelijkertijd kan hij zo kinderen niet pijn doen. Maar ook X. heeft veel hulp nodig, hoe kan ik jou stimuleren om je jas te pakken zonder dat er de nadruk op ligt. Of een kind dat heel onzeker is, respect voor het individu. Dat past bij van Herpen, wie ben jij. Participatie komt hier naar voren, hoe nog meer? Ze moeten elkaar helpen. Bijvoorbeeld met het stilteteken. Daar oefenen we nu mee, dat kunnen ze nu nog niet. Help elkaar en word een groep. Bereid je de kinderen nu al voor dat ze later ook kunnen participeren? Binnen de groep. Iedereen hoort er bij en dat moeten ze later ook weten. En rechtvaardigheid? Iemand pijn doen is time-out. Altijd. Als ik iemand 2x gewaarschuwd heb, gebeurt het een derde keer niet. Als iemand zijn schoenen uittrekt dan vertik ik ze aan te doen, dat is zijn keuze. Daar ben ik heel consequent in. Dat is een stukje eerlijkheid, dat geldt voor iedereen. Kinderen die meer behoefte hebben help ik meer maar het zijn precies dezelfde regels. En Korczak binnen de school? Ja we doen aan workshops en thematisch werken. Ook het coöperatieve wat door de hele school uitgevoerd wordt, vrijwel dagelijks. Korczak zit binnen het systeem verweven dus je doet het automatisch. Je wordt er in meegenomen. Nieuwe leerkrachten krijgen via Kim allerlei instructies over coöperatief, instructiemodel en worden hier in bijgespijkerd. Dat zou eventueel ook over Korczak kunnen. Dat is mij ook nooit verteld. Als je er in geïnteresseerd bent moet je het zelf opzoeken.
Groep 1/2 Hoe zie je de visie van Korczak? 30
Ik vind wel dat kinderen als volwaardige wezens behandeld moeten worden. Dat jij ergens boven staat en het kind zich heel klein voelt. Dan zie ik zo’n plaatje voor me, als een hele strenge juf met een knotje en een bang jongetje. In deze klas is dat niet aan de orde, wat ik wel vind is dat de kinderen respect voor je moeten hebben. Respect moet je geven voordat je respect kan krijgen. Hoe zorg je er dan voor dat kinderen respect voor je krijgen? Oefenen. Soms een toneelstukje, van is dit respectvol. Een beetje een dramalesje er van maken of vreedzame school. Dan doe ik het voor en dan zien ze hoe het wel of niet moet. Het is een groot woord voor kinderen, maar door dit soort kleine dingetjes kunnen ze het wel leren. Dan wordt het ook terug gegeven. Je begint in het klein. In eerste instantie moet het natuurlijk thuis beginnen want anders kunnen wij het als leerkracht niet goedmaken. We kunnen er aan werken maar de kern is thuis gelegd. Je ziet het wel aan de kinderen, ze hebben geen van allen geduld om te wachten om te wachten voordat ze wat kunnen zeggen. Het zijn allemaal mondige rakkertjes. Je hebt een voorbeeldfunctie en daarmee kan je respect afdwingen. En hoe merk je participatie in de klas? Ja dat hele GDO. Ik zit sinds vorige week in dat GDO en ik moet zeggen dat hadden wij veel eerder moeten doen. Veel meer samenwerken en veel meer rust. Je zit minder in de kring en het is veel kalmer. En je ziet ook dat kinderen die elkaar nooit spreken nu met elkaar omgaan. En de vaste plek in de kring werkt ook. En dat heeft echt te maken met een betere groepsdynamiek. Ja het werkt als een trein. En participatie binnen de Vuurvogel? Voor kleuters is dat anders. Maar met workshops doen ze dat wel. Ze hebben niet echt inbreng in een proces, maar dat gebeurt meer als ze ouder zijn. Je hebt bijvoorbeeld de jeugdraad, dat is een zuiver voorbeeld dat kinderen mee mogen denken. Hoe breng je rechtvaardigheid in de klas? Ik vind dat heel moeilijk. Ik wil wel dat alles uitgesproken wordt in de klas. Met die driehoeksgesprekken van GDO laat je ze wel in hun waarde. Want soms zie ik het absoluut verkeerd maar anders hadden ze ten onrechte straf gekregen. Sommige kinderen hebben een heel erg sterk rechtvaardigheidsgevoel, dat ze het nooit gedaan hebben. Dus dat is lastig. Dat moet nog ontwikkelt worden. En Korczak binnen de Vuurvogel? Ik weet dat Lettie fan is, dat het regelmatig naar voren gehaald wordt. Maar ik heb me er niet heel goed in verdiept. De Vuurvogel heeft zoveel principes, niet alleen Korczak. Het zou leuk zijn om er een keer een studiemiddag aan te wijden. Dat iemand van die Korczak stichting een keer komt om wat te vertellen. Dat zou best zinvol zijn, dan is iedereen er bij. Dan kan niemand zeggen, we weten er niet zoveel van. De hele vragenlijst vond ik lastig om in te vullen omdat ik de hele achtergrond niet zo goed weet. Groep 3 Hoe zie je de visie van Korczak? Ik weet dat hij zich hard heeft gemaakt om kinderen zelf beslissingen te laten maken, dat ze eigen rechten in hand nemen. Dat hij bijvoorbeeld groepen hadden die rechtspraak over elkaar uitspraken
31
en zei dat kinderen zelf een oordeel kunnen hebben en hun eigen weg kunnen bepalen. Dat hij zeker zijn tijd voor uit liep, en kinderen niet kleiner liet maken maar juist groter door respect te hebben. Hoe zie je in de klas respect in de brede zin van het woord? Dat begint al heel klein door elkaar te laten zijn wie je bent. Als voorbeeld dat als iemand iets zegt dat je daar niet om gaat lachen, hoe je er uit ziet zo mag je zijn en als je er wat langer over na denkt is dat ook geen probleem. Dat vinden wij gewoon en zo is het goed. Als individu ben je geen geïsoleerd deel van de groep maar ben je een deel van het hele geheel. En respect op de dag van vandaag hoe zie je dat naar voren komen? Ik weet niet of ik dat heel bewust aanbied of het gewoon doe. Ik maak er geen onderwerp van, het is iets waar we mee bezig zijn met elkaar, de cognitieve dingen zijn niet alleen voor in de klas. Ik maak er geen lesje van, het wordt uit de klas gehaald. En participatie? Ze hebben sowieso een eigen taak om hun eigen werk goed te doen (voor zichzelf) en de taak om er voor te zorgen dat wij hier als gemeenschap goed samenwerken en zorgen voor de omgeving (spullen, lokaal) en andere kinderen. Hoe kunnen wij zorgen dat we het met elkaar doen. Je denkt niet dat loopt allemaal en om twee uur ben ik naar huis. We zeggen altijd dit is de familie groep 3, we hebben geheimen en delen die met elkaar, maar als iemand er bij komt is die van harte welkom. We participeren ook in elkaars welzijn. Bereid je ze daar ook mee voor op maatschappelijke participatie? Dat hoop ik ja, dat ze dat leren zien. Dat is misschien een idealistisch doel. We hebben het ook met elkaar over de behoeftepiramide van Maslow. Het zijn natuurlijk jonge kinderen. Het ging over het bijbelverhaal Noömi in het vreemde land. Ze zijn weggegaan omdat ze honger hadden en waar heb je dan behoefte aan? Dat was de aanleiding. Als je honger heb je niks, kun je niks, kun je ook geen sommen maken. Maar als je een laagje er boven gaat wat wil je dan heel graag? Dan denken ze aan medicijnen, alles uit de onderste laag. Dan komen ze op een huis en later liefde. Dat betekent dat wij als groep 3 dat we kunnen bereiken. En zo bereik je ten slotte zelfontplooiing Precies! En rechtvaardigheid, wanneer is iets rechtvaardig? De regels zijn er voor iedereen, dat is sowieso. Je bent je eigen beoordelaar. De regels zijn er voor iedereen dus ook voor mij. Je zou kunnen denken dat sommige kinderen niet in staat zijn om iets te doen, maar de regels zijn voor iedereen. Maar als iemand niet in staat is om iets niet te doen, is die regel er dan nog steeds? Dan is die regel op dat moment niet van toepassing. Dan trek ik het ook open door er over te praten, dan vraag je begrip. Ik heb altijd een beetje moeite dat slimmere kinderen sneller klaar zijn en dan leuke dingen mogen doen. Dat vind ik onrechtvaardig. Want zij mogen dan altijd de leuke dingen, een kind dat er harder aan moet trekken lukt dat zo niet. Dan zeg ik zelf; we gaan met zijn allen een kwartier keihard werken dus ik zie iedereen is hard aan het werk, doet goed zijn best en is geconcentreerd bezig. Dan heeft iedereen zichzelf maximaal ingezet en kun je zeggen na een kwartier, iedereen heeft zijn best gedaan en dan gaan we met zijn allen wat leuks doen. 32
Kunnen er dingen verbetert worden betreft Korczak? Denk je dat het leeft binnen de school? Niet per se één op een, maar wel waar hij voor staat als we het er zo over hebben besef ik wel dat het dingen zijn die je doet en waar hij voor staat. Hij was waarschijnlijk voor zijn tijd bijzonder en nu denken wij misschien wat meer zo. Groep 5 Hoe zou jij zelf de visie van Korczak beschrijven? Als ik aan hem denk, dan denk ik gelijk aan dat kinderen gelijk zijn en mee mogen denken. Dat is ook wat ik via Lettie weet, die had het er regelmatig over in het begin. Hoe merk je in de klas respect voor en van kinderen? Dat vind ik een lastige, want het is heel erg leerkrachtgestuurd. Wij zeggen heel veel van wat we gaan leren. Zeker vanuit zaakvakken zoals rekenen en taal zeggen wij dit moet je leren. En dan hebben we wel van die kleine dingetjes zoals een ideeënbakje en vragenbakje waar ze vragen in mogen doen wanneer ze nog iets willen weten of leren, ook betreft rekenen en taal. Maar je past dit vooral toe op gebied van gedrag. Dat ze daar in kunnen leren, dat ze aangeven een spel lukt niet, wil je daar in helpen. Op het gedrag probeer ik kinderen aan te spreken maar laat ze ook nadenken. Zoals vandaag had ik nog zo’n voorbeeld: P. begint om 1 minuut voor twee geluiden te maken. Toen zei ik, P. misschien heb jij tijd om 2uur om nog even te wachten, maar denk eens na over de kinderen die wel direct naar huis moeten. Vind je dit voor de rest van de klas aardig? Zo maak ik ze bewust en ga ik als een gelijke met ze om. Ik probeer uit te leggen waarom, ik houd er niet van om te zeggen nee mag niet. Soms mag het niet, maar vaak leg ik het uit? En participatie, hoe komt dat naar voren? Dat komt vooral naar voren tijdens vreedzame school dat ze mee mogen denken met de afspraken, en die samen maken. De taken verdelen we en iedereen neemt wat voor zijn rekening. En binnen de vv? Nou we hebben een leerlingenraad, maar dat zou nog wel uitgebreider mogen. Dan hebben ze zo’n twee drie keer per jaar inspraak. Maar het leeft niet meer zo als eerst heb ik het idee. Toen we er meer startten wilde iedereen mee denken en in het schriftje schrijven. En nu gebeurt het af en toe nog. Hoe breng je rechtvaardigheid in de klas? Wat is rechtvaardig, wie bepaalt dat. Ik vind het wel heel goed met groepsdynamisch onderwijs dat conflict oplossen. Want daar trap je zelf ook wel in want tijdens zo’n klassieke welles-niettes ruzie kies je partij. Ik heb bijvoorbeeld iemand met ADHD in de klas, en tijdens zo’n ruzie stuur je al gauw een gesprek zijn kant op, omdat hij het vaker doet dus dan zal hij het vaker doen. In zo’n driegesprek komen er hele andere dingen uit. Dat is voor mij ook een hele eyeopener. En vind jij dezelfde regels voor iedereen rechtvaardig? Ja opzich ben ik daar wel van… Eigenlijk wel, dat vind ik wel rechtvaardig. Zoals J. hoeft er ook niet doorheen te praten ook al heeft hij ADHD. Dat gebeurt nogal gauw; omdat hij ADHD heeft krijgt hij ruimte, en nu mag het niet dus doet hij het ook niet. Soms laat je hem een extra rondje lopen, je moet wel extra differentieren. De een heeft pluswerk, de ander mag soms op de computer. Maar dat zijn niet echt regels, dat is meer differentiatie. Als iemand weinig zegt in een groepje, tijdens 33
coöperatieve werkvormen, dan probeer je hem ook meer naar voren te halen. Sommige kinderen hebben zo’n uitzonderingspositie gekregen, omdat ze dit en dat mogen. GDO is daar niet van, en nu is ook niet zo. En een les waar Korczak naar voren komt? Dat komt denk ik vooral uit GDO of Vreedzame school. Hoofdstuk 1 vind ik belangrijk van vreedzame school; we maken met zijn allen afspraken. Dat wanneer iemand wat geks zegt, de rest hem ook wel corrigeert. Dat je niet te veel zelf stuurt en het wel uit de kinderen komt. En verbeterpunten binnen de vuurvogel? Ik denk dat het door het groepsdynamisch onderwijs het wel weer meer op de agenda komt, zo in eens. Met de leerlingenraad kun je meer. Dat het echt wordt uitgebouwd, per bouw of zoiets. Daar kun je wel denk ik meer mee. Groep 6 Waar denk je zelf aan bij de visie van Korczak? Ik denk dat er al heel veel van Korczak in ons onderwijsconcept zit zonder dat wij er van weten. Dus voor mij is het heel moeilijk om er onderscheid tussen te maken, wat is Korczak en wat is Vuurvogel, omdat het zo verweven zit in onze visie. Hoe wij met de kinderen bezig zijn en welke waarden en normen wij aan hen mee willen geven, de workshops, de leerlingenraad, de interactie met de kinderen en tussen de kinderen, zijn wie je bent en daar respect voor hebben. Nu noem je al een hele hoop, dat kinderen mogen zijn wie ze zijn en daar de ruimte voor krijgen Ja zeker. Een van de kernwaarden is recht op respect, hoe denk jij dat kinderen respect voelen? Ik denk vooral dat we heel veel samenwerken en coöperatief werken zodat dat wederzijds respect vanzelf een beetje groeit. Maar ook hopen wij dat de leerlingen zich gezien en gehoord voelen, en dat zij dit merken en weer terug geven aan ons. Hoe komt participatie naar voren, hoe worden zij geparticipeerd in dit onderwijs? Met vreedzame school en GDO. Met de kringgesprekken en hoe het functioneert in de klas met elkaar, en vooral aandachtspunten voor de week of maand kiezen en daar samen aan werken. Het is absoluut belangrijk dat, dat uit hunzelf komt. Dat we de belangrijkste punten kiezen en samen besluiten om daar over te gaan werken. De leerlingenraad vind ik zeker belangrijk. Ik vind het alleen jammer dat het zo’n kleine setting is. Er is maar een verantwoordelijke van de hele groep die er heen gaat en dan is het best moeilijk om dat voor de andere kinderen levend te houden. Als er verkiezingen zijn dan leeft het heel erg en dan is degene die daar heen gaat daar heel druk mee bezig en gaande het jaar wordt dat minder. En dat zou ik wel heel graag anders willen zien omdat dat wel hele nuttige informatie voor ons leerkrachten oplevert.
Hoe breng je rechtvaardigheid in de klas? Rechtvaardigheid is ook een gevoel. Dat is heel persoonlijk, wat de ene rechtvaardig vindt en de ander niet. Ik denk dat je dat vooral kunt bereiken door in gesprek met elkaar te zijn, en naar 34
elkaar te luisteren en je in te leven in de ander. Ik denk dat, dat een heel persoonlijk begrip is. Wat zou binnen de Vv verbetert kunnen worden betreft korczak? Ik denk dat wij al heel ver zijn in de visie die hij uitdraagt die wij hier hebben. Maar ik vind vooral dat net als bij de leerlingenraad wij het levend moeten houden. Zowel voor de nieuwe collega’s als voor kinderen. Dat wij ze daar in meenemen en zorgen dat het een stukje van ons allemaal wordt en niet alleen visie waar ze in komen en maar mee moeten werken. Het moet een stukje van henzelf worden en begrijpen waarom. Ik hoop dat de kinderen zich gehoord en op hun plekje voelen in de school en daarmee zijn visie ook merken. Groep 7 Hoe denk je over Korczak? Ik vind het lastig om dat te beantwoorden. Hoe merk je respect in de klas? Steeds meer, ook door GDO zie ik dat daar in terug. En ik denk dat je het ook wel een beetje moet afdwingen. Door met kinderen te praten en in gesprek te gaan. En niet door te brullen en te schreeuwen, maar interactief. En uit te leggen waarom. Maar wel duidelijke regels stellen. En merk je respect onder elkaar? Wisselend. Dat ligt er aan op welk moment. Op het schoolplein zijn ze in het spel en gaan ze nog wel eens los. Maar in de klas kan je ze er op aanspreken en dan beseffen ze wel hè ik kan dat best anders zeggen of me anders gedragen. Door de sociokring merk ik ook meer respect. Dat is prachtig! Vandaag hebben we het voor de tweede keer gedaan en daarin merk je dat kinderen heel eerlijk durven zijn naar elkaar. Eén meisje zei; ik vind de sociokring heel leuk want dan durven we elkaar echt kennen en weet je echt wat een ander denkt. Dus ik dacht wat mooi dat ze dat zo ervaart. En de kinderen moeten allemaal wat zeggen, dus als je niet aan de beurt ben geweest moet je wat positiefs benoemen over een ander. Dat is hartstikke moeilijk maar ze doen het wel allemaal. Dus je merkt dat er ook meer participatie in de groep komt, hoe merk je dat nog meer? Dat ze echt deelnemen in een groep? Veel coöperatief natuurlijk. En ik zet tegenwoordig ook wel kinderen bij elkaar die niet met elkaar over kunnen. En je ziet dat, dat goed gaat. Dat ze daar blij van worden. Laatst zei een meisje, juf mag ik even wat zeggen? Ik heb voor het eerst in mijn leven samengewerkt met die zonder dat er ruzie was. En voelen de kinderen zich een deel van de Vuurvogel? Jawel ik denk het wel. Ze voelen zich echt wel verbonden met de Vuurvogel. Zoals S. die heeft de taak dat hij de muziek mag doen beneden. Zeker in de bovenbouw krijgen ze meer taken en verantwoordelijkheden. Met de leerlingenraad hebben ze inspraak. Dat wordt eerst besproken in de klas en dat wordt meegenomen naar de leerlingenraad. Ze hebben wel degelijk inspraak. Ik weet toevallig dat een paar meiden wilden gaan haken als workshop, ze hebben een plannetje gemaakt en dat aan Lettie gepresenteerd en dat is goedgekeurd.
35
Rechtvaardigheid hoe merk je dat in de klas? Ik vind dat als leerkracht je het goede voorbeeld mag geven. Je mag bijvoorbeeld geen lievelingetjes hebben. Je hebt wel kinderen die graag naar je toe komen en graag met je praten en anderen vinden dat misschien niet rechtvaardig. Dat vind ik zo mooi aan het driehoeksgesprek daarin heb ik een totaal ondergeschikte rol en spreken de kinderen het samen uit. Kinderen voelen zich niet altijd rechtvaardig behandeld maar dat is ook wel kind eigen denk ik. Zijn er verbeterpunten betreft Korczak binnen de Vuurvogel? Nou, kinderen hebben gelijke rechten volgens Korczak maar daar moet je een goede balans in zien te vinden. Ik merk wel hoe meer je in gesprek gaat en hoe meer je inleeft in de kinderen hoe beter je ze kunt zien. Maar ook daar moet je een balans in vinden. Kinderen moeten wel weten dit is mijn plek en aan deze regels moet ik mij houden.
36