Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp
Eenheid/Cluster/Team BV/AS/GA
Leidraad invordering van belastingen van de gemeente deventer 1- Notagegevens Notanummer
2007-00724
b B&W c d e f g
Datum
18-1-2007
c Raad d e f g
2- Bestuursorgaan
Portefeuillehouder Weth. Hiemstra
g OR c d e f College van B & W - Burgemeester - Weth. Doornebos - Weth. Hiemstra
Besluitenlijst c Agenda d e f g
Routing
- Weth. Adema - Weth. Fleskes - Weth. Berkelder
d.d. b Akkoordstukken c d e f g
d.d.
30-1-2007
d.d.
J.F. ter Hedde R. Wielinga Wethouder G. Hiemstra
30-1-2007
c Vertrouwelijk d e f g
par. b adj.secr. c d e f g
b gem.secr. c d e f g
BIS n i openbaar n j k l m j besloten n k l m j Vertrouwelijk k l m (paraaf adjunct-secretaris)
Bijlagen Verzoekformulier kwijtschelding bestaande uit 5 bedrukte pagina's en een apart invulblad voor studenten.
B & W d.d.: 6-2-2007 Besloten wordt: 1
Vast te stellen het verzoekformulier kwijtschelding en het inlegvel studenten;
2
vast te stellen de wijzigingen van de Leidraad invordering van gemeentelijke belastingen;
3
dit besluit in werking te laten treden met ingang van de dag na die van de bekendmaking;
4
de Leidraad invordering van gemeentelijke belastingen bekend te maken in overeenstemming met de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht; dit besluit openbaar te maken.
5
Financiële aspecten: In te vullen door de initiërende dienst Financiële gevolgen voor de gemeente?
j Ja n k l m n i Nee j k l m
Voorstel openbaarmaking b De nota en het besluit openbaar te maken c d e f g c De nota en het besluit openbaar te maken vergezeld van bijgaand persbericht d e f g c De nota en het besluit openbaar te maken nadat d e f g
c De nota en het besluit openbaar te maken, behalve… d e f g
c Het besluit openbaar te maken, maar niet de nota, gelet op d e f g
c De nota en het besluit niet openbaar te maken, gelet op d e f g
Communicatie over vervolg j De communicatie verloopt als volgt (Hierover is overleg geweest met het team Communicatie) k l m n j Zie bijgaand(e) communicatieplan/ -paragraaf k l m n i Communicatie is niet van toepassing, omdat j k l m n
publicatie van het besluit door mij wordt verzorgd in het weekblad Deventer Nu. ADVIESRADEN: In te vullen door de initiërende dienst Moet een van de adviesraden gehoord worden of op de hoogte gesteld?
j Ja n k l m n i Nee j k l m
Toelichting en overwegingen Inleiding Wijzigingen van de Leidraad in verband met de aanpassingen in de Invorderingswet 1990 en wijzigingen op het gemeentelijk beleid alsmede het ontwikkelen van nieuw gemeentelijk beleid.
Beoogd resultaat Het komen tot een nieuwe Leidraad.
Kader Gemeentewet, Invorderingswet 1990.
Argumenten Het afstemmen van de wijzigingen en het nieuwe beleid op de Leidraad invordering van gemeentelijke belastingen.
Draagvlak n.v.t.
Financiële consequenties geen
Aanpak/uitvoering In onderdeel I staan de door de VNG voorgestelde wijzigingen van de Leidraad in verband met de aanpassingen in de Invorderingswet 1990. In onderdeel II staan de tekstuele wijzigingen van het gemeentelijk beleid betreffende de automatische incasso en staat het nieuwe gemeentelijk beleid verwoord betreffende uitstel van betaling bij bezwaar- en beroep en kwijtschelding van belastingen. Het verlenen van uitstel van betaling bij een ingediend bezwaar- of beroepschrift. De formele regeling voorziet niet in uitstel van betaling bij een ingediend bezwaar- of beroepschrift. Artikel 6:16 AWB geeft aan dat bezwaar en beroep de werking van het besluit waartegen het is gericht niet schorst, tenzij bij of krachtens wettelijk voorschrift anders is bepaald. De Leidraad invordering van gemeentelijke belastingen, zoals door de VNG is opgesteld, voorziet in de mogelijkheid om uitstel van betaling te verlenen bij een ingediend bezwaar- of beroepschrift. Uitstel van betaling wordt dan verleend voor het betwiste gedeelte van de aanslag. Het andere gedeelte van de aanslag moet tijdig (voor de vervaltermijn van de aanslag) of per omgaande (vervaltermijn is reeds verstreken) worden voldaan. Bij nota van 18 januari 2005, nummer 2005.415, heeft het college van burgemeester en wethouders besloten om uitstel van betaling te verlenen voor het betwiste deel van de aanslag. Het andere gedeelte van de aanslag zal tijdig of per omgaande moeten worden voldaan. Indien niet tijdig wordt voldaan wordt het niet betwiste gedeelte ingevorderd. Bij nota van 29 maart 2005, nummer 2005.05890, is besloten om onder opschortende voorwaarden uitstel te verlenen. Indien niet tijdig wordt voldaan zal de invordering voor de gehele aanslag worden ingezet. Hiermee wordt het beleid van de VNG gevolgd. Thans is er behoefte om het beleid betreffende het verlenen van uitstel enigszins te wijzigen. Onder het huidige beleid wordt het bezwaar- of beroepschrift tevens gezien als een verzoek om uitstel van
betaling voor het betwiste gedeelte van de aanslag. In de praktijk blijkt nu dat in zeer veel gevallen uitstel wordt verleend terwijl het gaat om bezwaren tegen relatief kleine bedragen. Het ambtelijk werk rondom deze verzoeken en het onderhoud wat hierbij komt kijken vergt zeer veel werk en zorgt voor een latere opbrengst. Daarnaast zorgt het uitstel ervoor dat in veel gevallen de automatische incasso (tijdelijk) wordt stopgezet. Dit heeft voor de burgers een nadelig effect. Veel burgers beseffen niet dat de automatische incasso wordt stopgezet en worden in later instantie geconfronteerd met hogere maandelijkse afschrijvingen van hun betaalrekening. Deze onduidelijke situatie zorgt ervoor dat de burger over dit onderwerp gaat telefoneren hetgeen zeer belastend is voor het ambtenarenapparaat. Om slagvaardiger te kunnen werken wordt voorgesteld om niet meer automatisch uitstel van betaling te verlenen. Indien een bezwaar- of beroepschrift wordt ingediend moet de burger door middel van een apart schrijven om uitstel van betaling verzoeken. Verwacht wordt dat de burger dan een stuk bewuster wordt omtrent uitstel van betaling en expliciet een keus zal maken. Kwijtschelding: aflossing op schulden. Artikel 17 van de Uitvoeringsregeling bepaalt dat alleen in zeer bijzondere omstandigheden kwijtschelding wordt verleend in de situatie dat meer dan € 136,00 per maand wordt afgelost op andere schulden dan de fiscale schulden. De achterliggende gedachte hierbij is dat de fiscus niet hoeft te accepteren dat particuliere bedrijven wel door een belastingschuldige worden betaald en de (gemeentelijke) belastingdienst niet. In de praktijk heeft deze bepaling regelmatig een ongewenst effect. Belastingschuldigen die er alles aan proberen te doen om hun schulden zo snel mogelijk af te lossen, krijgen geen kwijtschelding, omdat meer dan € 136,00 wordt afgelost. Met ingang van 1 januari 2007 is artikel 17 vervallen en wordt in deze situatie teruggevallen op de hoofdregel van artikel 8, eerste lid, onderdeel a van de Uitvoeringsregeling. Hierin is opgenomen dat er geen kwijtschelding wordt verleend voor zover het feit dat een belastingaanslag niet kan worden voldaan aan de belastingschuldige is toe te rekenen. De VNG wijst thans op de mogelijkheid zoals die per 1 januari 2007 bij de Rijksbelastingdienst wordt uitgevoerd. De Rijksbelastingdienst zal in deze gevallen aan de burger vragen om nader toe te lichten en uiteen te zetten dat de hoogte van de aflossing niet onevenredig is in verhouding met het inkomen. Ook deze oplossing brengt een ongewenste effect teweeg. De ambtenaar zal in al deze gevallen de burger moeten aanschrijven. Dit legt een groot beslag op de aanwezige capaciteit. Daarnaast betreft het grotendeels een groep van burgers die analfabeet of niet geletterd zijn. Voor hen is dit een ondoenlijke opgave. De situatie waarbij burgers meer aflossen dan € 136,00 per maand komt grotendeels voor bij burgers die aangewezen zijn op een minimum inkomen. Volgens het standpunt van de VNG kan de gemeente op dit onderwerp eigen beleid ontwikkelen. Om slagvaardiger te werk te kunnen gaan wordt dan ook voorgesteld om het bedrag van € 136,00 te verhogen naar € 250,00. Rentebeschikking Artikel 7 voorziet erin dat bij elke betaling waarbij invorderingsrente wordt verschuldigd een beschikking over de in rekening gebrachte rente wordt verzonden. Het huidige invorderingssysteem Civision Innen voorziet in een andere mogelijkheid. Verschuldigde rente wordt bij de aanmaning en/of dwangbevel in rekening gebracht. Voorgesteld wordt dan ook om artikel 7, lid 11 niet van toepassing te verklaren. Verzoekformulier kwijtschelding Het verzoekformulier bestaat uit 6 pagina's waarvan 5 bedrukt. Het formulier bestaat uit één geheel. Daarnaast is een inlegvel uitsluitend bestemd voor studenten. De bijgaande formulieren zijn in drukproef uitgevoerd. De naar binnen toe gevouwen blanco bladzijde wordt door de afdeling gemeenteadministratie als aantekenblad gebruikt. Er is gekozen voor een toelichting die aan het verzoekformulier kwijtschelding vastzit omdat de afdeling Gemeenteadministratie vaak werd geconfronteerd met de opmerking dat geen toelichting was bijgevoegd. Verzocht wordt de bijgaande formulieren vast te stellen als zijnde de formulieren die voor de aanvraag van kwijtschelding van belastingen door de burger moet worden gebruikt.
Wijzigingen Leidraad Invordering gemeentelijke
belastingen Onderdeel I A
In Tekst van de lijst met gebruikte afkortingen worden de volgende wijzigingen aangebracht. a In de opsomming vervalt ‘CSV = Coördinatiewet Sociale Verzekering’. b In de opsomming wordt na ‘Sv = Wetboek van Strafvordering’ en voor ‘WSF = Wet studiefinanciering 2000’ ingevoegd: Wfsv = Wet financiering sociale verzekering.
B
Hoofdstuk I, artikel 7, § 1, wordt gewijzigd als volgt.
B.1
Het eerste lid wordt vervangen door:
Tijdstip van betaling 1
Als tijdstip van betaling geldt de datum van bijschrijving op de rekening van de gemeente ontvanger. Bij betaling door middel van storting van contant geld, pin- of creditcardtransactie, alsmede transacties via telebankieren, geldt het uur en de dag van bijschrijving op de rekening van de ontvanger (valutadatum) als tijdstip van betaling.
C
Hoofdstuk II, artikel 19, § 1, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt. a De vierde volzin wordt vervangen door: Een vordering kan slechts worden gedaan voor de door de ontvanger in te vorderen bedragen waarvoor artikel 19 van toepassing is. b De vijfde volzin vervalt.
D
Hoofdstuk IV, artikel 25, wordt gewijzigd als volgt.
D.1
Paragraaf 11, vijfde lid, eerste volzin, wordt vervangen door: Wanneer aan een belastingschuldige, al dan niet in het kader van een prolongatieregeling als bedoeld in artikel 14, § 1, lid 11a, van deze leidraad uitstel van betaling is verleend onder de voorwaarde dat periodiek uiterlijk op een bepaalde dag een bepaald bedrag is betaald, wordt de belastingschuldige slechts geacht hieraan te hebben voldaan als genoemd bedrag op genoemde dag op de rekening van de gemeente ontvanger is bijgeschreven. Voor wat betreft het in aanmerking te nemen tijdstip van betaling door middel van storting op het postkantoor wordt verwezen naar artikel 7, § 1, eerste lid, van deze leidraad.
D.2
In § 13, vierde lid, vierde volzin, wordt ‘§ 13, vijfde lid’ vervangen door: § 13, lid 3a.
E
Hoofdstuk IV, artikel 26, wordt gewijzigd als volgt.
E.1
In § 2, zevende lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht. a In de tweede volzin wordt ‘Huursubsidiewet’ telkens vervangen door: Wet op de huurtoeslag. Voorts wordt ‘de niet door de werkgever ingehouden premies voor een ziektekostenverzekering en de nominale premies op grond van de Ziekenfondswet en de Algemene wet bijzondere ziektekosten’ vervangen door: de niet door de werkgever ingehouden premies ziektekostenverzekering, de premie voor een zorgverzekering als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Zorgverzekeringswet en de premie, bedoeld in artikel 17 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, verminderd met de zorgtoeslag ingevolge de Wet op de zorgtoeslag. b In de derde volzin wordt ‘de premies voor de ziektekostenverzekering of de nominale premies op grond van de Ziekenfondswet en de Algemene wet bijzondere ziektekosten’ vervangen door: de niet door de werkgever ingehouden premies ziektekostenverzekering, de premie voor een zorgverzekering als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Zorgverzekeringswet en de premie, bedoeld in artikel 17 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.
E.2
In § 2, lid 13, wordt ‘ en premies ziektekostenverzekering’ vervangen door:, de inkomensafhankelijke bijdrage als bedoeld in artikel 41 van de Zorgverzekeringswet en de premies ziektekostenverzekering.
E.3
In § 2, lid 16, worden de volgende wijzigingen aangebracht. a In de vijfde volzin vervalt de zinsnede ‘vermeerderd met het in kolom C betreffende bedrag voor een ziektekostenverzekering’. b In de zesde volzin vervalt de zinsnede ‘vermeerderd met het in kolom C vermelde bedrag’. c In de zevende volzin wordt ‘kolom E’ vervangen door: kolom D. Voorts vervalt de zinsnede ‘en vermeerderd met het in kolom C betreffende bedrag voor een ziektekostenverzekering’. d In de laatste volzin wordt ‘kolom E’ vervangen door: kolom D.
E.4
In § 2, lid 17b, tweede volzin, worden de volgende wijzigingen aangebracht. a In de tekst achter het eerste gedachtestreepje wordt ‘€ 1976’ vervangen door: € 2.054. b In de tekst achter het tweede gedachtestreepje wordt ‘€ 21 per week’ vervangen door: € 95 per maand. Voorts wordt ‘€ 735’ vervangen door: € 764. c na de punt-komma aan het eind van de tekst achter het tweede gedachtestreepje en voor het derde gedachtestreepje wordt ingevoegd: – een kostenvergoeding in het kader van een voorziening gericht op arbeidsinschakeling van ten hoogste € 150 per maand met een maximum van € 1500 per jaar;. d In de tekst achter het derde gedachtestreepje wordt ‘€ 165’ vervangen door: € 172.
E.5
In § 2, lid 20, wordt na de vijfde volzin een volzin ingevoegd, luidende: Onder betaling op belastingschulden wordt ook begrepen een betaling ter zake van premie voor de volksverzekeringen en ter zake van de inkomensafhankelijke bijdrage, bedoeld in artikel 41 van de Zorgverzekeringswet.
E.6
In § 2, lid 21, worden de volgende wijzigingen aangebracht. a ‘Huursubsidiewet’ en ‘huursubsidie’ worden telkens vervangen door onderscheidenlijk: Wet op de huurtoeslag en huurtoeslag, b In de tweede volzin wordt ‘Voor het tijdvak 1 juli 2005–31 december 2005’ vervangen door: Thans. c In de vierde volzin wordt ‘ tot maximaal het bedrag van de hoogst subsidiabele huur (€ 604,72 per maand voor het tijdvak 1 juli 2005–31 december 2005)’ vervangen door: tot het bedrag van de maximum huurgrens (€ 604,72 per maand).
E.7
Paragraaf 2, lid 21a, opschrift, wordt vervangen door: Huurtoeslagnormen en ouderenhuishoudens.
E.8
In § 2, lid 22, worden de volgende wijzigingen aangebracht. a Het opschrift wordt vervangen door: Uitgaven voor premies ziektekosten en zorgverzekering. b De eerste volzin wordt vervangen door: De niet door de werkgever ingehouden premies ziektekostenverzekering, de premie voor een zorgverzekering als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Zorgverzekeringswet en de premie, bedoeld in artikel 17 van de Algemene wet bijzondere ziektekosten, verminderd met de zorgtoeslag ingevolge de Wet op de zorgtoeslag, mogen bij de berekening van het netto-besteedbare inkomen in mindering worden gebracht. c In de derde volzin wordt ‘AAW, AWBZ of ZFW’ vervangen door: AWBZ.
E.9
In § 2, lid 24A, wordt in de voorlaatste volzin ‘€ 240’ vervangen door: € 243.
E.10
In § 2, lid 26, worden de volgende wijzigingen aangebracht. a In de achttiende volzin wordt ‘met ingang van 1 mei 2005’ vervangen door: thans. b In de achttiende volzin, achter het eerste gedachtestreepje, wordt ‘€ 831’ en ‘€ 1039’ vervangen door: € 865 onderscheidenlijk € 1082. Voorts wordt
c d e
f g
‘€ 1099’ telkens vervangen door: € 1136. In de achttiende volzin, achter het tweede gedachtestreepje, wordt ‘€ 727’, ‘€ 935’ en ‘€ 986’ vervangen door onderscheidenlijk: € 757, € 973 en € 1020. In de achttiende volzin, achter het derde gedachtestreepje, wordt ‘€ 520’, ‘€ 727’ en ‘€ 783’ vervangen door onderscheidenlijk: € 541, € 757 en € 822. In voorbeeld 1 wordt in de tweede en vierde volzin ‘€ 830’ vervangen door: € 865. In de derde volzin wordt ‘€ 750’ vervangen door: € 775. In de vierde volzin wordt ‘€ 747’ vervangen door: € 779. In de vijfde en zesde volzin wordt ‘€ 727’ vervangen door: € 757. Vervolgens wordt in de zevende volzin ‘€ 750 minus € 727 = € 23 x 80% = ‘€ 18’ vervangen door: € 775 minus € 757 = € 18 x 80% = € 14. In voorbeeld 2 wordt in de vijfde volzin ‘€ 935’ en ‘€ 727’ vervangen door onderscheidenlijk: € 973 en € 757. In voorbeeld 3 wordt ‘€ 831’ telkens vervangen door: € 865.
E.11
In § 2, lid 26a, eerste volzin, worden de volgende wijzigingen aangebracht. a In de tekst achter het eerste gedachtestreepje wordt ‘€ 172’ vervangen door: € 179 verhoogd met een vergoeding Zorgverzekeringswet van € 51. b In de tekst achter het tweede gedachtestreepje wordt ‘€ 267’ vervangen door: € 278 verhoogd met een vergoeding Zorgverzekeringswet van € 73.
F
In hoofdstuk V, artikel 28, § 1, wordt gewijzigd als volgt.
F.1
Het vierde lid, eerste en tweede volzin, wordt vervangen door: Voor de berekening van de verschuldigde invorderingsrente geldt als dag van betaling bij een girale betaling de dag van bijschrijving op de bankrekening van de gemeente ontvanger. Bij betaling op het postkantoor door middel van storting op de bankrekening van de gemeente ontvanger geldt als dag van betaling de eerste werkdag volgend op de dag van storting.
G
Hoofdstuk XII wordt als volgt gewijzigd.
G.1
Onverschuldigdheid
In § 3, derde lid, wordt de volledige tekst vervangen door: Naast de gevallen waarin ten aanzien van de kostenberekening rekenfouten zijn gemaakt dan wel een onjuist tarief is gehanteerd zijn kosten niet verschuldigd in de volgende gevallen: – Als de betaling op de rekening van de gemeente ontvanger is bijgeschreven, vóór het tijdstip en dag waarop de kosten verschuldigd zijn geworden. – Voorzover na het in rekening brengen van de kosten een afname van de schuld, anders dan door betaling, kwijtschelding of verrekening, tot stand is gekomen. Deze situatie zal zich voordoen bij vermindering van belastingaanslagen, alsmede bij afboeking van definitieve negatieve aanslagen op voorlopige positieve aanslagen van hetzelfde jaar. – Wanneer er, achteraf bezien, al voor het in rekening brengen van de kosten om beleidsmatige redenen aanleiding is geweest om de invordering op te schorten. Hierbij valt te denken aan: – een schriftelijk ingediend verzoek om uitstel; – een ingediend aanvraagformulier voor kwijtschelding, mits volledig ingevuld; – een ingediend verzoekschrift bij het college van burgemeester en wethouders; Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat zich omstandigheden kunnen voordoen waarin het noodzakelijk is de invordering wel voort te zetten. In dat geval komen de hieraan verbonden kosten vanzelfsprekend niet voor een tegemoetkoming in aanmerking. Bepalend is de ontvangst van bovengenoemde stukken door de ontvanger zelf, dan wel degene, met wie de ontvanger in dit kader redelijkerwijs vereenzelvigd kan worden (bijvoorbeeld: het college van burgemeester en wethouders). Kosten worden in afwijking van het vorenstaande altijd in rekening gebracht als sprake is van trainering van de invordering. – Wanneer na het in rekening brengen van de kosten aan de belastingaanslag
– –
–
een nieuwe dagtekening is toegekend. Wanneer een derdenbeslag nooit blijkt te hebben gelegen als bedoeld in artikel 14, § 4, eerste lid, van deze leidraad. Wanneer zaken – die in een onroerende zaak aanwezig zijn – zowel in een beslag op roerende als in een beslag op onroerende zaken zijn begrepen omdat twijfel bestaat over de vraag of deze zaken roerend dan wel onroerend zijn en duidelijkheid is verkregen door middel van welk beslag die zaken moeten worden uitgewonnen zijn de kosten die verband houden met het niet voortgezette beslag niet verschuldigd (zie artikel 14, § 3, zevende lid, van deze leidraad). Wanneer zaken – die op of in een schip van de belastingschuldige aanwezig zijn – zowel in een beslag op het schip als in een beslag op roerende zaken zijn begrepen omdat twijfel bestaat over de vraag of deze zaken een bestanddeel vormen van het schip dan wel zelfstandige roerende zaken zijn en duidelijkheid is verkregen door middel van welk beslag die zaken moeten worden uitgewonnen zijn de kosten die verband houden met het niet voortgezette beslag niet verschuldigd (zie artikel 14, § 5, zesde lid, van deze leidraad). De beslissing om de kosten terug te brengen tot het juiste bedrag dan wel de kosten terug te betalen, geschiedt ambtshalve dan wel na een daartoe ingediend
verzoekschrift. G.2
In § 3, vijfde lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht. a Het opschrift wordt vervangen door: Versnelde invordering. b De zesde en zevende volzin vervallen.
H
Hoofdstuk XV wordt gewijzigd als volgt.
H.1
In § 1, eerste lid, laatste volzin, wordt ‘belasting- en/of premieschuld.’ vervangen door: belastingschuld.
H.2
Paragraaf 3, eerste lid, eerste volzin, wordt vervangen door: In de signalering kunnen worden begrepen alle belastingen verschuldigd aan het rijk, provincie en gemeente.
I
De bijlagen worden gewijzigd als volgt. a Bijlage 1a wordt vervangen door een nieuwe bijlage 1a, die als bijlage A bij dit besluit is gevoegd. b Bijlage 1b wordt vervangen door een nieuwe bijlage 1b, die als bijlage B bij dit besluit is gevoegd. c In bijlage 1c worden de volgende wijzigingen aangebracht. 1 ‘Huursubsidiewet’ wordt telkens vervangen door: Wet op de huurtoeslag. 2 ‘Overzicht normen huursubsidie’ wordt vervangen door: Overzicht normen huurtoeslag. 3 In de tabel wordt ‘per 1 juli 2005’ vervangen door: tot 1 juli 2006. 4 In de tabel vervalt telkens de zinsnede ‘op peildatum’. 5 In bijlage A wordt ‘huursubsidie’ telkens vervangen door: huurtoeslag. Voorts wordt ‘Bezuinigingsmaatregel € 12’ vervangen door: Basishuur = normhuur + € 14,28. d In bijlage VA wordt aan het slot de punt vervangen door een punt-komma en wordt aan de opsomming toegevoegd: voor het vierde kwartaal 2005: 5,00; voor het eerste kwartaal 2006: 3,50
Bijlage A Bijlage 1a Beslagvrije voet per 1 januari 2006 Gehuwden partner 1: >21 jr. en <65 jr. partner 2: >21 jr. en <65 jr. beslagvrije voet: € 1.081,08 partner 1: < 21 jr. partner 2: < 21 jr.
partner 1: <21 jr. partner 2: >21 jr. beslagvrije voet: € 373,59
partner 1: >21 jr. en 65 jr. partner 2: < 21 jr. beslagvrije voet: € 727,34
partner 1: > 21 jr. en > 65 jr partner 2: < 21 jr.
+ ten laste komende kind(eren) beslagvrije voet: € 589,81
+ ten laste komend(e) kind(eren) beslagvrije voet: € 943,55
partner 1: < 65 jr. partner 2: > 65 jr. beslagvrije voet: € 1.135,55
partner 1: > 65 jr. partner 2: < 65 jr. beslagvrije voet: € 1.135,55
Alleenstaande Ouder >21 jr. en < 65 jr. beslagvrije voet: 90% van het feitelijk inkomen (+ vakantieaanspraak) met een minimum van € 756,76 en een maximum van € 972,97
< 21 jr. beslagvrije voet: € 403,01 (1)
1 Let op: de belastingdienst hanteert voor personen met een ander inkomen dan een bijstandsuitkering in afwijking hiervan: 90% van het feitelijk inkomen ( + vakantieaanspraak) met een minimum van € 756,76 en een maximum van € 972,97. > 65 jr. beslagvrije voet: 1.019,78 Alleenstaande > 21 jr. en > 65 jr. beslagvrije voet:
< 21 jr. beslagvrije voet: € 186,80 (2)
> 65 jr. beslagvrije voet: € 821,86 2 Let op: De belastingdienst hanteert voor personen met een ander inkomen dan een bijstandsuitkering in afwijking hiervan: 90% van het feitelijk inkomen (+ vakantieaanspraak) met een minimum van € 540,54 en een maximum van € 756,76. Bij een verblijf in een inrichting in de zin van artikel 1 van de ABW bedraagt de beslagvrije voet per maand de eventuele eigen bijdrage voor verzorging dan wel verpleging vermeerderd met: - voor een alleenstaande of een alleenstaande ouder: € 178,31 + € 51 (vergoeding Zorgverzekeringswet); - voor gehuwden: € 277,36 + € 51 (vergoeding Zorgverzekeringswet). Indien één van de gehuwden in een inrichting verblijft, bedraagt de beslagvrije voet de som van 90% van de bijstandsnorm die voor ieder van hen als alleenstaande of alleenstaande ouder zouden gelden. > = 21/65 jaar of ouder > = jonger dan 21.65 jaar Bijlage Bijlage 1b Overzicht normen studiefinanciering overzicht opbouw normbudget per 1-1-2006 tot 10802006 (1-9-2006 voor HO) A B C D E F G H OpWoon- Levens- Boeken Col. en maand- Max. Basis- Max. Max. leiding situatie onder- en lesgeld budget rentedr. beurs aanv. studiehoud leermid. lening beurs lening HO
uitw.
563,29
52,42
124,67 740,38
266,02
248,48 225,88 491,90
HO
thuisw.
385,45
52,42
124,67 562,54
266,02
89,24
MBO
uitw.
563,29
45,85
79,08
688,22
147,43
229,60 311,19 458,62
MBO
thuisw.
385,45
45,85
79,08
510,38
147,43
70,37 292,58 440,01
Partnertoeslag per maand € 520,14
207,28 473,30
Eénoudertoeslag per maand € 416,22 Onderdeel II A
Hoofdstuk IV, art 25, wordt gewijzigd als volgt.
A.1 Paragraaf 2, lid 1, derde volzin, wordt het woord ontvanger vervangen door inspecteur. A.2 Paragraaf 2, lid 1a, wordt vervangen door: Het verzoek om uitstel 1a.
Als de belastingschuldige een bezwaarschrift tegen een belastingaanslag indient, moet bij een apart verzoek voor die aanslag om uitstel van betaling worden verzocht. Een expliciet verzoek
om uitstel van betaling is ook nodig in het geval van een uitspraak van de inspecteur op het bezwaarschrift en een door de belastingschuldige ingesteld beroep tegen een rechterlijke uitspraak over de juistheid van een dergelijke uitspraak. De inspecteur bevestigt deze regeling schriftelijk. Gedurende de behandeling van het verzoek om uitstel van betaling handelt de inspecteur overeenkomstig het beleid dat wordt gevoerd als ware het verzoek toegewezen. Het verzoek om uitstel van betaling inzake een bezwaar- of beroepsprocedure of tegen een ingesteld beroep tegen een rechterlijke uitspraak moet bij de inspecteur worden ingediend en bevat de vermelding van het bestreden bedrag van de waardebeschikking en/of de belastingaanslag. A.3 Paragraaf 2, lid 2, wordt vervangen door: De beslissing op het verzoek om uitstel 2 In het algemeen wordt, ongeacht de hoogte van het bestreden bedrag en onder door de inspecteur te stellen voorwaarden, gunstig beslist op een verzoek om uitstel van betaling in verband met een tijdig ingediend bezwaarschrift. De toewijzende beslissing strekt zich niet verder uit dan tot het bestreden bedrag. In het verzoek om uitstel dient daarom het bestreden bedrag van de belastingaanslag te worden vermeld. Van de belastingschuldige kunnen nadere gegevens worden verlangd ter bepaling van de hoogte van het bestreden bedrag. Als het bestreden bedrag of de berekening daarvan niet in het verzoek om uitstel zijn vermeld, wordt de belastingschuldige in de gelegenheid gesteld de ontbrekende gegevens alsnog schriftelijk mede te delen. Daartoe geeft de inspecteur de belastingschuldige een termijn van ter hoogte vier weken vanaf de dagtekening van zijn verzoek om nadere gegevens. Een langere termijn (of verlenging van de eerder gegeven termijn) is mogelijk, als de inspecteur van oordeel is dat dit redelijk is. Als de belastingschuldige de verleende termijn ongebruikt voorbij laat gaan, wordt het verzoek om uitstel afgewezen. Het verschil tussen het bedrag van de belastingaanslag en het bestreden bedrag dient tijdig te worden voldaan. A.4 Paragraaf 2, lid 3, wordt vervangen door: Zekerheid 3
Als voorwaarde voor het verlenen van uitstel van betaling kan de inspecteur zekerheid verlangen voor de betwiste belastingschuld. In beginsel wordt alleen zekerheid gevraagd als de aard en omvang van de belastingschuld in relatie tot de bekende verhaalsmogelijkheden daartoe aanleiding geven. Het in het verleden getoonde betalingsgedrag wordt mede bij de beslissing van de inspecteur betrokken. Voor het in het verleden getoonde betalingsgedrag wendt de inspecteur zich tot de ontvanger. Voor het geval voor de betwiste belastingschuld geen uitstel van betaling wordt verleend omdat de
verlangde zekerheid niet wordt verstrekt, zij verwezen naar het bepaalde in § 2, lid 3a. A.5
Paragraaf 2, lid 4, wordt vervangen door: De beslissing op een verzoek om uitstel in verband met een niet-tijdig ingediend bezwaarschrift 4
Als het bezwaarschrift te laat is ingediend, verleent de inspecteur eveneens in het algemeen desgevraagd uitstel van betaling tot op het bezwaarschrift door de inspecteur ambtshalve uitspraak is gedaan, tenzij het bezwaarschrift volstrekt ongegrond is of slechts tot doel heeft het invorderingsproces te traineren dan wel betalingsfaciliteiten te verkrijgen. Voordat een beslissing wordt genomen, pleegt de inspecteur in de daartoe aanleiding gevende gevallen overleg met de ontvanger.
A.6 In paragraaf 2, lid 5, wordt de volgende wijziging aangebracht. In de eerste volzin wordt ontvanger vervangen door: inspecteur A.7 In paragraaf 2. lid 7, wordt de volgende wijziging aangebracht. In de eerste volzin wordt de ontvanger vervangen door: inspecteur A.8 In paragraaf 2, na lid 7, wordt een nieuw lid ingevoegd luidende: Toetsing door het college van burgemeester en wethouders 8
Als de inspecteur een schriftelijk ingediend verzoek om uitstel afwijst of een verleend uitstel beëindigt kan de belastingschuldige daartegen schriftelijk opkomen bij het college van burgemeester en wethouders. Het gemotiveerde beroepschrift dient te worden gericht tot het college van burgemeester en wethouders. Het beroepschrift wordt ingediend bij de inspecteur die de beschikking heeft genomen. Als ambtelijke beroepsinstantie toetst het college van burgemeester en wethouders de beschikking van de inspecteur aan het beleid, waarbij het
college van burgemeester en wethouders zal bezien in hoeverre de inspecteur in de concrete situatie in redelijkheid tot zijn beschikking heeft kunnen komen. Zodra de inspecteur blijkt van een zodanig beroepschrift aan het college van burgemeester en wethouders neemt hij een overeenkomstige houding aan als tijdens de behandeling van een verzoek om uitstel. A.9 In paragraaf 2, na lid 8, wordt een nieuw lid ingevoegd luidende: Niet tijdig nemen van een beslissing 9
Tegen het niet tijdig nemen van een beslissing door de inspecteur op een verzoek om uitstel kan beroep worden ingesteld. Het indienen van een beroepschrift is in deze situatie niet aan een
termijn gebonden. Blijkt tijdens de beroepsprocedure dat uitstel had moeten worden verleend, dan behoeft het college van burgemeester en wethouders niet te volstaan met de uitspraak dat de inspecteur niet tijdig heeft beslist, maar kan het college van burgemeester en wethouders op het beroepschrift van belastingschuldige inhoudelijk beslissen. A.10 In paragraaf 2, na lid 9, wordt een nieuw lid ingevoegd luidende: "Beroep" of herhaald verzoek bij de ontvanger 10 Zoals hiervoor is aangegeven, kan de belastingschuldige tegen bepaalde uitstelbeschikkingen beroep instellen bij het college van burgemeester en wethouders. Mocht de belastingschuldige echter bij de inspecteur zelf (schriftelijk) bezwaar maken dan behandelt de inspecteur het geschrift als een beroepschrift. Als de inspecteur op dat moment aanleiding ziet tot een (voor de belastingschuldige) gunstigere beslissing, geeft hij echter een nieuwe beschikking. Wanneer de belastingschuldige het ook met de nieuwe beschikking niet eens is, kan hij daartegen binnen tien dagen in beroep gaan bij het college.
B
Hoofdstuk IV, artikel 26, wordt gewijzigd als volgt
B.1 In paragraaf 1, lid 16 wordt de volgende wijziging aangebracht. In de tekst achter het zevende gedachtestreepje wordt € 136 vervangen door: € 250. B.2 In Paragraaf 2, lid 6, worden de volgende wijzigingen aangebracht. a De tekst achter het eerste gedachtestreepje vervalt. b De tekst achter het tweede gedachtestreepje vervalt. B.3 In paragraaf 2, lid 25, worden de volgende wijzigingen aangebracht. a In de tekst achter het eerste gedachtestreepje wordt € 136 vervangen door: € 250. b In de tekst achter het tweede gedachtestreepje in de eerste volzin wordt € 136 vervangen door: € 250. c In de tekst achter het derde gedachtestreepje wordt € 136 vervangen door: € 250. d In de tekst achter het vierde gedachtestreepje wordt € 136 vervangen door: € 250.
C
Hoofdstuk VI, art. 49, wordt gewijzigd als volgt.
C.1 Paragraaf 2, lid 3, wordt vervangen door: In gebreke zijn en uitstel van betaling 3
Als de belastingschuldige een bezwaarschrift heeft ingediend tegen de belastingaanslag dient voor uitstel van betaling door de belastingschuldige een expliciet verzoek te worden gedaan. Verwezen wordt hiervoor naar art. 25, § 2. Zolang de inspecteur niet op het verzoek om uitstel heeft beslist is de belastingschuldige in beginsel niet "in gebreke" met de betaling van zijn belastingschuld. Het "in gebreke" zijn treedt in
dit geval pas in als de inspecteur besluit geen uitstel te verlenen in verband met het ingediende bezwaarschrift, dan wel het eerder in verband met een ingediend bezwaarschrift verleende uitstel intrekt. C.2 Paragraaf 3, lid 5, wordt de eerste en enige volzin gewijzigd in: Een bezwaarschrift tegen de beschikking aansprakelijkstelling kan niet worden aangemerkt als een verzoek om uitstel van betaling.
D Hoofdstuk II, art. 9, onderdeel "Betalingstermijnen van de gecombineerde aanslag inzake automatische incasso" wordt gewijzigd als volgt. D.1 In § 2, lid 3, wordt de volgende wijziging aangebracht. In de eerste volzin na de woorden maandelijkse termijnen wordt het woord tenminste ingevoegd. D.2 In § 2, lid 5, wordt de volgende wijziging aangebracht. In de tekst aan het einde van de volzin onder a wordt het woord jaar gewijzigd in aanslag. D.3 In § 2, lid 6, wordt de volgende wijziging aangebracht. In de tekst van de eerste volzin worden de woorden sectie Betalingsverkeer gewijzigd in onderdeel vorderingen. D.4 In § 2, lid 7, worden de volgende wijzigingen aangebracht. In de tekst van de eerste volzin onder a wordt de datum 1 februari gewijzigd in 10 maart. In de tekst van de tweede volzin onder b wordt de datum 1 februari gewijzigd in 10 maart. D.5 In § 2, lid 11, worden de volgende wijzigingen aangebracht. In de tekst van de eerste volzin onder d wordt tussen het woord de en het woord termijn ingevoegd het woord volgende. In de tekst van de eerste volzin onder d vervallen de woorden van december.
D.6 In § 2, lid 13, worden de volgende wijzigingen aangebracht. In de tekst van de eerste volzin worden de woorden sectie betalingsverkeer gewijzigd in onderdeel vorderingen. D.7 In § 2, lid 14, wordt de volgende wijziging aangebracht. In de tekst van de eerste volzin onder b worden de woorden sectie betalingsverkeer gewijzigd in onderdeel Vorderingen. D.8 In § 2, lid 16, worden de volgende wijzigingen aangebracht. In de tekst van de eerste volzin worden de woorden sectie betalingsverkeer gewijzigd in onderdeel Vorderingen.
E
Hoofdstuk I, artikel 7, lid 11 niet van toepassing verklaren.