Besluit Kenmerk: 28133/2013005884 Betreft: Aanwijzing van de Stichting Regionale Televisie Noord als regionale publieke mediainstelling voor de provincie Groningen en afwijzing van de aanwijzingsaanvraag van de Stichting Internet Radio Televisie Groningen. Het Commissariaat voor de Media, gezien de aanvraag tot aanwijzing van de Stichting Regionale Televisie Noord als regionale publieke media-instelling voor de provincie Groningen bij brief van 15 oktober 2012; gezien de aanvraag tot aanwijzing van de Stichting Internet Radio Televisie Groningen als regionale publieke media-instelling voor de provincie Groningen bij brief van 28 november 2012; gelet op de artikelen 2.61 tot en met 2.69 van de Mediawet 2008; gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht; gezien het advies van Provinciale Staten van Groningen van 24 april 2013; overweegt als volgt: ___________________________________________________________________________
A. Gevolgde procedure 1.
Bij brieven van 15 oktober 2012 (ontvangen op 17 oktober 2012) en 28 november 2012 (ontvangen op 30 november 2012) hebben respectievelijk de Stichting Regionale Televisie Noord en de Stichting Internet Radio Televisie Groningen een aanvraag tot aanwijzing als regionale publieke media-instelling ingediend voor de provincie Groningen.
2.
Op grond van het bepaalde in artikel 2.62, eerste lid, van de Mediawet 2008 heeft het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) de aanwijzingsaanvragen van de Stichting Regionale Televisie Noord en de Stichting Internet Radio Televisie Groningen bij brieven van 30 november 2012 en 7 januari 2013 toegezonden aan Gedeputeerde Staten van Groningen met het verzoek Provinciale Staten een advies uit te doen brengen over de vraag of de instellingen voldoen aan de eisen die de Mediawet 2008 stelt.
3.
Nadere gegevens met betrekking tot de aanvraag van de Stichting Internet Radio Televisie Groningen heeft het Commissariaat ontvangen bij e-mailbericht van 25 januari 2013. Deze aanvullende gegevens zijn bij brief van 6 februari 2013 doorgestuurd aan Gedeputeerde Staten van Groningen.
4.
De Gedeputeerde Staten van Groningen hebben het Commissariaat bij brief van 26 april 2013 het besluit van 24 april 2013 van Provinciale Staten doen toekomen. Provinciale 1
Staten besluit het Commissariaat te adviseren overeenkomstig het voorstel van 12 maart 2013. 5.
Op grond van artikel 4:7 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) heeft het Commissariaat de Stichting Regionale Televisie Noord, de Stichting Internet Radio Televisie Groningen en de provincie Groningen op 2 mei 2013 gehoord. Het verslag van de hoorzitting is bijgesloten.
B. Advies provincie Groningen 6. -
-
-
-
-
In het voorstel van Gedeputeerde Staten van 12 maart 2013 wordt geconstateerd dat: de samenstelling van het programmabeleidbepalende orgaan (hierna: pbo) van de Stichting Regionale Televisie Noord representatief is voor de provincie Groningen; de samenstelling van het pbo van de Stichting Internet Radio Televisie Groningen representatief is voor de provincie Groningen; het pbo van de Stichting Internet Radio Televisie Groningen met de opname van een vertegenwoordiger voor de stroming jongeren/studenten een bredere vertegenwoordiging kent dan het pbo van de Stichting Regionale Televisie Noord waarin een dergelijke stroming ontbreekt; het pbo van de Stichting Regionale Televisie Noord al een langdurige vacature op het terrein van etnische en culturele minderheden kent; het pbo van de Stichting Regionale Televisie Noord, omdat de leden woonachtig dienen te zijn in de provincie Groningen, een betere verankering in de provincie Groningen heeft; het pbo van de Stichting Regionale Televisie Noord bij minimale samenstelling uit 9 representatieve leden bestaat en daarmee representatiever is dan het pbo van de Stichting Internet Radio Televisie Groningen welke een minimale samenstelling kent van drie representatieve leden en twee leden die zitting hebben op persoonlijke titel; gelet op het extern uitgevoerde onderzoek door BDO Consultants BV de financiële begroting van de Stichting Internet Radio Televisie Groningen geen reëel beeld geeft van de werkelijkheid; Gedeputeerde Staten van Groningen ruime ervaring heeft met de Stichting Regionale Televisie Noord op zowel financieel als organisatorisch gebied; het plan van de Stichting Internet Radio Televisie Groningen voor wat betreft het waarborgen van de continuïteit van de regionale omroep in de provincie Groningen, onvoldoende vertrouwen geeft; Provinciale Staten zich bereid dient te verklaren voor de bekostiging van de Stichting Regionale Televisie Noord voor de periode 2013 - 2018, ingevolge artikel 2.62, tweede lid van de Mediawet 2008.
2
7. -
Provinciale Staten van Groningen heeft in zijn vergadering van 24 april 2013 besloten het Commissariaat, op voorstel van Gedeputeerde Staten, als volgt te adviseren: de Stichting Regionale Televisie Noord voldoet aan de eisen genoemd in artikel 2.61, tweede lid, van de Mediawet 2008; ingevolge artikel 2.62, tweede lid, van de Mediawet 2008 zijn Provinciale Staten bereid voor de bekostiging van de Stichting Regionale Televisie Noord zorg te dragen voor de periode 2013 – 2018 conform de hiervoor maximaal binnen de provinciale begroting gereserveerde middelen.
C. Zienswijze aanvragers 8.
De zienswijzen, zoals verwoord in de aanvragen van de Stichting Regionale Televisie Noord en de Stichting Internet Radio Televisie Groningen en de hoorzitting van 2 mei 2013, komen kort samengevat op het volgende neer.
Stichting Regionale Televisie Noord 9.
De Stichting Regionale Televisie Noord geeft aan sinds 1946 de regionale mediainstelling van de provincie Groningen te zijn. Zij voert haar taken goed uit; de instelling is financieel gezond, heeft een representatief pbo, werkt met deskundig personeel en zendt continu uit.
10. De Stichting Regionale Televisie Noord is van mening dat zij zich bewijsbaar goed heeft gekweten van de bij wet opgedragen taken en uitstekend in staat is deze ook in de nieuwe aanwijzingsperiode te vervullen. 11. De Stichting Regionale Televisie Noord laat weten dat er sprake is van commerciële verwevenheid tussen het bestuur van de Stichting Internet Radio Televisie Groningen en een commerciële instelling. 12. De Stichting Regionale Televisie Noord is van mening dat op basis van weging van alle factoren, zij de partij is om aangewezen te worden als regionale publieke media-instelling voor de provincie Groningen. Stichting Internet Radio Televisie Groningen 13. De Stichting Internet Radio Televisie Groningen is van mening dat zij door middel van een goed onderbouwd en doordacht plan beter dan de Stichting Regionale Televisie Noord in staat is de diverse doelgroepen in de provincie Groningen te bereiken en te informeren. 14. De Stichting Internet Radio Televisie Groningen is van mening dat zij de partij is om aangewezen te worden als regionale publieke media-instelling voor de provincie Groningen.
3
D. Overwegingen Commissariaat 15. Alvorens het Commissariaat een besluit neemt op een aanwijzingsaanvraag voor de verzorging van een publieke mediadienst op regionaal niveau is hij verplicht Provinciale Staten om advies te vragen over de vraag of de aanvrager voldoet aan de eisen bedoeld in artikel 2.61, tweede lid, van de Mediawet 2008. De advisering door Provinciale Staten is in de Mediawet 2008 verplicht gesteld, omdat Provinciale Staten het beste kan beoordelen of het pbo van een regionale publieke media-instelling representatief is voor de belangrijkste maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen in de desbetreffende provincie. Op grond van artikel 3:50 Awb kan aan een dergelijk advies niet lichtvaardig worden voorbij gegaan. Indien het advies van Provinciale Staten zorgvuldig tot stand is gekomen en het Commissariaat geen zwaarwichtige reden ziet om daarvan af te wijken, is het bestendig beleid om dit advies te volgen. 16. Het Commissariaat is van oordeel dat hij op goede gronden mag aannemen dat Provinciale Staten van Groningen op juiste en zorgvuldige wijze een positief advies hebben uitgebracht over de pbo’s van de Stichting Regionale Televisie Noord en de Stichting Internet Radio Televisie Groningen. Het Commissariaat overweegt daartoe het volgende. 17. In het advies van Gedeputeerde Staten van Groningen van 12 maart 2013, dat integraal onderdeel uitmaakt van het advies van Provinciale Staten zoals uitgebracht aan het Commissariaat, wordt uitgebreid en op goede gronden aangegeven dat de pbo’s van zowel de Stichting Regionale Televisie Noord als de Stichting Internet Radio Televisie Groningen representatief zijn voor de in de provincie Groningen voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen. 18. Uit hetgeen door de betrokken aanvragers is aangevoerd of anderszins valt niet af te leiden dat het advies van Provinciale Staten van Groningen ondeugdelijk zou zijn of in redelijkheid niet kan worden gevolgd. Zoals hierboven aangegeven kan het Commissariaat, op grond van artikel 3:50 Awb, niet lichtvaardig aan een dergelijk advies voorbijgaan. Conform de beschikkingenpraktijk van het Commissariaat is het uitgangspunt dat deze adviezen worden opgevolgd en marginaal worden getoetst. De ratio van de verplichte advisering door Provinciale Staten is dat Provinciale Staten als geen ander op de hoogte is van de in de provincie levende maatschappelijke behoeften alsmede inzicht heeft in de representativiteit van een instelling voor de belangrijkste in de betrokken provincie voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen. Gelet op de legitimatie, die Provinciale Staten kan ontlenen aan zijn wettelijk geregelde adviestaak, ligt het naar het oordeel van het Commissariaat in de rede dat terughouding past waar het gaat om in de plaats stellen van zijn oordeel voor dat van Provinciale Staten. 19. Ingevolge het bepaalde in artikel 2.62, tweede lid, van de Mediawet 2008 wordt een regionale publieke media-instelling alleen aangewezen als Provinciale Staten zich bereid verklaren voor de bekostiging ervan zorg te dragen.
4
20. Het Commissariaat stelt vast dat in het advies van Provinciale Staten van Groningen aangegeven is dat Provinciale Staten zich bereid verklaren voor de bekostiging van de Stichting Regionale Televisie Noord. 21. Gezien het bovenstaande ziet het Commissariaat geen redenen af te wijken van het advies van Provinciale Staten van Groningen. Na afweging van alle betrokken belangen is het Commissariaat van oordeel dat de Stichting Regionale Televisie Noord aangewezen moet worden als regionale publieke media-instelling voor de provincie Groningen. 22. Vanwege het ontbreken van een bereidverklaring van Provinciale Staten voor de bekostiging van de Stichting Internet Radio Televisie Groningen is het Commissariaat van oordeel dat de aanwijzingsaanvraag van de Stichting Internet Radio Televisie Groningen afgewezen moet worden. 23. Het Commissariaat wijst erop dat het media-aanbod van de Stichting Regionale Televisie Noord in het bijzonder betrekking dient te hebben op en bestemd dient te zijn voor (de inwoners van) de provincie Groningen.
E. Publicatie 24. Op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid bestuur besluit het Commissariaat de volledige tekst van dit besluit twee weken na bekendmaking daarvan op zijn website te publiceren. Het Commissariaat heeft het algemeen belang bij onverkorte openbaarmaking van het besluit afgewogen tegen de belangen van de Stichting Regionale Televisie Noord en de Stichting Internet Radio Televisie Groningen. Aan het algemeen belang dat door (onverkorte) openbaarmaking wordt gediend, komt een groot gewicht toe. Mede gelet hierop is het Commissariaat van oordeel dat de belangen van de Stichting Regionale Televisie Noord en de Stichting Internet Radio Televisie Groningen door onverkorte openbaarmaking van dit besluit niet onevenredig worden benadeeld.
5
F. Besluit 25. Het Commissariaat: I.
besluit de Stichting Regionale Televisie Noord aan te wijzen als regionale publieke media-instelling voor de verzorging van de publieke mediadiensten in de provincie Groningen;
II.
besluit de aanwijzingsaanvraag van de Stichting Internet Radio Televisie Groningen af te wijzen;
III.
bepaalt dat dit besluit geldig is van 3 juni 2013 tot 3 juni 2018;
IV. publiceert op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur de volledige tekst van dit besluit over twee weken op zijn website.
Hilversum, 28 mei 2013 COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA,
prof. mr. dr. Madeleine de Cock Buning voorzitter
drs. Eric Eljon commissaris
Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het Commissariaat voor de Media, postbus 1426, 1200 BK te Hilversum.
6