Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van …………… 13 mei 2013 …………………..………………….……………………….…………………………... ……………………………………………
……………………….…….…………
Francine Thewissen, waarnemend secretaris
Mark Vos, burgemeester
Het college van burgemeester en schepenen bevestigt dat onderhavig plan voor openbaar onderzoek werd neergelegd van …….. 03 juni 2013 t.e.m. 02 augustus 2013 …… ……………………………………………
………………….…………………..…
Francine Thewissen, waarnemend secretaris
Mark Vos, burgemeester
Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van ..…… 14 oktober 2013 ……………..………………….……………………….……………………………... ……………………………………………
………………….………………….…
Francine Thewissen, waarnemend secretaris
Mark Vos, burgemeester
De ontwerper : Josiane Merken, ruimtelijk planner ............................................................................................................................................................…………………….
stedenbouwkundige voorschriften RUP ‘Begraafplaatsen’ deelplan1/4 Millen, deelplan 2/4 Val-Meer, deelplan 3/4 Vlijtingen, 4/4 compensatie landbouw AC1
stedenbouwkundige voorschriften RUP ‘Begraafplaatsen‘
I.
Algemeen.............................................................................................................................................................................................................................................................................................. 2 0.1. Gehanteerde begrippen........................................................................................................................................................................................................................................................... 2 0.2. Bepalingen aangaande milieu, water, licht, zonnepanelen ..................................................................................................................................................................................................... 2 0.3. Opheffen bestaande verkavelingen ......................................................................................................................................................................................................................................... 3 0.4. Werken van algemeen belang ................................................................................................................................................................................................................................................. 3 0.5. Archeologie.............................................................................................................................................................................................................................................................................. 3
I.
Gemeenschapsvoorzieningen .............................................................................................................................................................................................................................................................. 4
AC1 Agrarisch gebied - compensatie ............................................................................................................................................................................................................................................................ 6
1
stedenbouwkundige voorschriften RUP ‘Begraafplaatsen‘
0. Algemeen 0.1. Gehanteerde begrippen Gemeensch.voorzieningen: Dit zijn dienstverleningen met een openbaar karakter: het betreft voor dit RUP ondermeer alle voorzieningen nodig zijn om de bestemming van begraafplaats en het bekomen van de gestelde visie te realiseren. Inrichtingstudie: Een inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening, de beoogde visie en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied. De inrichtingsstudie geeft ook aan hoe het voorgenomen project zich verhoudt tot wat al gerealiseerd is in het gebied en/of tot de mogelijke ontwikkeling van de rest van het gebied. De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier aanvraag stedenbouwkundige vergunning en wordt als zodanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van de aanvragen. Elke nieuwe vergunningsaanvraag kan een bestaande inrichtingsstudie of een aangepaste of nieuwe inrichtingsstudie bevatten. Onderhoudswerken: Onderhouds- of instandhoudingwerken zijn werken die het gebruik van het gebied en de bijhorende constructies voor de toekomst ongewijzigd veilig stellen door het bijwerken, herstellen of vervangen van geërodeerde of versleten materialen of onderdelen. Verharding: Behandelingen waarbij de niet verharde bodem aangepast wordt aan een niet natuurlijk gebruik (weg, pad, parking) door middel van verhardingsmaterialen (bijvoorbeeld betonklinkers, kasseien, beton, steenslag, asfalt en dolomiet). 0.2. Bepalingen aangaande milieu, water, licht, zonnepanelen Water. De gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratie- en buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (inclusief alle latere wijzigingen) is van toepassing (Besluit Vlaamse Regering dd, 01.01.2004). - Hemelwaterafvoeren moeten steeds worden afgekoppeld van het openbaar rioolstelsel. Enkel afvalwater mag afgevoerd worden naar de riolering. - Elk aansluitpunt is voorzien van een goed bereikbare toezichtspul. - Bijkomend verhard oppervlak zal het bergend vermogen niet verkleinen. - Er worden bufferzones voorzien, berekend in verhouding tot het bijkomend verharde oppervlak, voor de globale buffering van het hemelwater voor de verharding, indien van toepassing, van het openbaar domein (a rato van minimaal 200 m³/ha verharde oppervlakte). - Bij de toepassing van bergingsmaatregelen wordt gekozen voor open structuren zoals grachten of bekkens aan de oppervlakte. OF In de leemstreek kan niet worden gerekend op infiltratie van hemelwater, het uitloopdebiet moet dus worden gerealiseerd door vertraagde afvoer. Er wordt gewerkt met een principe van open grachten of bekkens aan de oppervlakte. . Milieu. Verlichtingsarmaturen zijn sober van vorm met een neerwaartse lichtstraling. Lichtarmaturen allerhande worden enkel geplaatst i.f.v. het gebruik. Plaatsing van overbodige elementen wordt vermeden. Lichtoverlast moet vermeden worden. Verlichting- en andere inrichtingsarmaturen worden naar vorm, materiaal en uitstraling uniform toegepast voor de ganse openbare zone. 2
stedenbouwkundige voorschriften RUP ‘Begraafplaatsen‘
0.3. Opheffen bestaande verkavelingen Niet van toepassing. 0.4. Werken van algemeen, maatschappelijk, sociaal belang Werken van algemeen, maatschappelijk, sociaal belang zijn altijd en overal toegelaten. 0.5. Archeologie In het kader van de archeologische zorgplicht streeft de gemeente naar een integratie van de archeologische erfgoedzorg in de gemeentelijke ruimtelijke planning. Dit betekent concreet dat elke bodemingreep voorafgegaan dient te worden door minimum een waardestellend archeologisch onderzoek en desgevallend door een definitieve opgraving zodat de archeologische erfgoedwaarden voor vernietiging behoed worden. Het is aan de intergemeentelijke dienst verantwoordelijk voor de archeologische erfgoedzorg in de gemeente om de randvoorwaarden en de modaliteiten van dergelijk onderzoek in overleg met de eigenaar, bouwheer en/of verkavelaar te bepalen. Aan de verantwoordelijke dienst worden de dossiers ter advies voorgelegd. Het algemeen principe wordt onderschreven om tijdig het noodzakelijk onderzoek te verrichten. Dit zal bij de vergunningaanvraag en de projectrealisatie van de diverse deelaspecten aan bod komen. Bodemverstorende maatregelen in uitvoering van het RUP dienen dan ook in dit kader besproken te worden met de intergemeentelijke archeologische dienst. Na het afleveren van de vergunning voor niveauwijzigingen, afgravingen of het uitgraven van bouwputten, en voor de aanvang van de werken, zal de gemeentelijke dienst op de hoogte gebracht worden, zodat de archeologische dienst maatregelen kan treffen om aanwezig te zijn en instructies te geven tijdens graafwerken.
3
stedenbouwkundige voorschriften RUP ‘Begraafplaatsen‘
1. Gemeenschapsvoorzieningen artikel 1.
toelichting gemeenschapsvoorzieningen
stedenbouwkundig voorschrift categorie : gemeenschapsvoorzieningen
De zone wordt afgebakend in functie van de inrichting van de bestaande en de toekomstige ontwikkelingen van de begraafplaatsen. Elke deelplan zal één ruimtelijk en functioneel samenhangend geheel vormen, ingericht volgens de algemene principes geformuleerd in de visie, onder punt 6 in de toelichtingsnota.
Bestemming. Inrichting begraafplaats.
Samengevat. De visie richt zich op een soort continuïteit voor betreffende begraafplaatsen en dit voor zowel de bestaande gedeelten als de nieuw te ontwikkelen delen. Een continuïteit die garant moet staan voor ruimtelijke herkenbaarheid en kwaliteit, maar ook voor een continuïteit in het principe van onderhoud (tastbaar en concreet). Daarnaast moet er ook een identiteit per begraafplaats, gegeven worden. Immers elke locatie is anders. Een concept met een dubbele gelaagdheid, enerzijds representativiteit en anderzijds uniformiteit, met het accent op “groene verblijfsplek”.
Overlay : groenvoorzieningen.
Het uitgangspunt is het creëren van een parkachtige zone met: - Een uitnodigende toegangszone i.p.v. een parkeerzone. - Een logische structuur van paden waarop de bezoeker zich kan oriënteren, dit kan bvb. door het toepassen van types van groenvoorzieningen per zone (identiteit en continuïteit). - Een afgebakende ‘technische ruimte’ met afvalbakken, watervoorziening, e.a., bij voorkeur onttrokken uit het zicht. - Als belangrijkste plek en accent van de totale zone, een groene rust- en bezinningsplek, uitkijkend op de begraafplaats óf op het omliggende landschap indien dit er zich toe leent. Deze plek moet voldoende ruim genomen worden zodat ze ook kan dienen als laatste afscheidsplaats (omzoomd met een aantal banken geeft dat voor oudere bezoekers een welkome ondersteuning). Het belangrijkste basisgegeven is het aanbieden van een aangename groene ruimte waarbinnen met beperkte voorzieningen een optimaal effect kan bekomen worden.
Alle werken, handelingen, en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het aanbieden van deze bestemming zijn toegelaten.
Inrichting - Constructies en gebouwen noodzakelijk voor een goede organisatie van de functies zijn toegelaten. - Maximale bebouwingsdichtheid i.f.v. begroetingsruimte of gebouwen voor technische ondersteuning: 5% Toegelaten bouwhoogte: 06.00 m, (vrije) dakconstructie inbegrepen. Afstand tot de perceelsgrens: minimaal de hoogte van betreffende constructie of gebouw. - Gebouwen en constructies moeten worden uitgevoerd in duurzame, kwaliteitsvolle materialen. - Alle structurele bouwwerken en constructies alsook het inpassen van de waterbuffering indien van toepassing, worden onderbouwd met een situeringen inrichtingstudie. De waterbuffering, indien van toepassing, gebeurt steeds binnen de zone art.I. - Minstens 20% van de totale oppervlakte zal ingericht worden met streekeigen groen, grasvlakken inbegrepen. - Verharde oppervlakken worden tot een minimum beperkt en uitgevoerd in kleinschalig waterdoorlatend materiaal. met uitzondering van de paden die in functie van de toegankelijkheid voor minder mobiele mensen uitgevoerd kunnen worden in een egale en/of gesloten verharding. - Bijhorende parkeerplaatsen worden voorzien binnen de bestemmingszone.
4
stedenbouwkundige voorschriften RUP ‘Begraafplaatsen‘
artikel 1.
toelichting Gemeenschapsvoorzieningen (vervolg)
stedenbouwkundig voorschrift categorie : gemeenschapsvoorzieningen - De ‘overlay’ zone staat in functie van het landschappelijk kaderen van de begraafplaats. Voor deelplan 1/4 is dit: ° ten zuiden langs de insteekweg een streekeigen grasstrook, hier wordt geen gesloten buffer bedoeld, enkel een bodembedekkende laag; ° ten noorden langsheen de begraafplaats heeft de buffer een meer gesloten en afbakenend karakter, echter zonder uitgesproken ‘bufferend’ effect. Voor deelplan 2/4 is dit voor ° de zuidzijde een uitgesproken bufferende groenstrook naar de achtertuinen ° voor de noordzijde wordt een typisch streekeigen landschappelijke inkleding bedoeld, echter zonder zich te distantiëren van een parkachtige inrichting van de begraafplaats zelf. Voor deelplan 3/4 is eveneens een typisch streekeigen landschappelijke inkleding bedoeld, echter zonder zich te distantiëren van een parkachtige inrichting van de begraafplaats zelf.
5
stedenbouwkundige voorschriften RUP ‘Begraafplaatsen‘
AC1 Agrarisch gebied - compensatie Art. AC
1.
toelichting agrarisch gebied Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van landbouwbedrijven zijn toegelaten m.u.v. landbouwbedrijfsgebouwen.
stedenbouwkundig voorschrift categorie: landbouw Bestemming: bouwvrij agrarisch gebied.. Inrichtingsprincipes Volgende constructies, geplaatst voor beroepslandbouw zijn evenwel toegelaten. Ze worden niet als gebouwen en gelijkaardige constructies beschouwd: schuilhokken, plastictunnels, constructies voor oogstbescherming en constructies voor kleinschalige energieopwekking die tijdelijk geplaatst worden of gemakkelijk verplaatsbaar zijn (bv kleinschalige zonnepanelen om bv een waterpomp te laten werken in een weide of om stroom op te wekken voor schrikdraad)… Serres echter behoren tot de niet toegelaten gebouwen en vergelijkbare constructies. Bebossing in agrarisch gebied is vergunningsplichtig op grond van art. 35 van het Veldwetboek. Vergunningsaanvragen voor permanente bebossing moeten met de nodige omzichtigheid beoordeeld worden gezien met dit RUP het gebied bestemd wordt voor de landbouw. Dit geldt in mindere mate voor tijdelijke bebossing. Bouwvrij agrarisch gebied is een gebied dat een belangrijke functie heeft voor de landbouw op zich en bijgevolg zoveel mogelijk bouwvrij moet behouden blijven. Natuurbehoud, landschapszorg en recreatief medegebruik zijn ondergeschikte functies, dit betekent ‘van betrekkelijk minder grote betekenis’ Voor zover ze door hun beperkte impact de realisatie van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen, zijn de volgende werken, handelingen en wijzigingen eveneens toegelaten: - het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur, gericht op het al dan niet toegankelijk maken van het gebied voor educatief of recreatief medegebruik, waaronder het aanleggen, inrichten of uitrusten van paden voor nietgemotoriseerd verkeer; - het herstellen, heraanleggen of verplaatsen van bestaande openbare wegen en nutsleidingen; - de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en de landschapswaarden.
6