DEFINITIEF AANVAARD DOOR DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN … IN OPDRACHT:
SECRETARIS
BURGEMEESTER
GEZIEN EN GOEDGEKEURD DOOR DE DEPUTATIE IN ZITTING VAN … IN OPDRACHT:
DE PROVINCIEGRIFFIER
GEMEENTE LIERDE
DE GOUVERNEUR
DE ONTWERPER (GROEP PLANNING TE BRUGGE, NU SUMRESEARCH):
GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN
DEFINITIEF ONTWERP
RUIMTELIJK PLANNER PATRICK MAES
RUIMTELIJK PLANNER WANDA VAN SOENS
GROEP PLANNING Vennootschap van stedenbouwkundigen, verkeerskundigen, architecten en ingenieurs.
Sint-Jakobsstraat 68
8000 Brugge
050/33.19.66
050/33.52.43
!
[email protected]
Waterloolaan 90
1000 Brussel
02/512.70.11
02/512.31.90
!
[email protected]
Brugge, augustus 2006
Dossiernummer : 1648
GEMEENTE LIERDE RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN INFORMATIEF GEDEELTE
GRS LIERDE - INHOUD
I
INHOUD 1.
INLEIDING
1
1.1.
DOEL VAN DE OPDRACHT
1
1.2.
WAT IS STRUCTUURPLANNING ? : VORM EN INHOUD VAN HET RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN
2
1.3.
STRUCTUURPLANNING OP DRIE NIVEAUS
6
1.4.
RAPPORTERING IN DRIE DELEN
6
1.5.
PLANNINGSPROCES
7
2.
PROFIEL VAN DE GEMEENTE
3.
MACRONIVEAU 3.1.
3.2.
4.
STRUCTUURBEPALENDE ELEMENTEN OP MACRONIVEAU
11 13
3.1.1.
HET LANDSCHAP VAN DE VLAAMSE ARDENNEN
13
3.1.2.
HET BUITENGEBIED ROND ZOTTEGEM
14
3.1.3.
LIERDE BINNEN HIËRARCHIE VAN KERNEN IN OOST-VLAANDEREN
14
3.1.4.
STRUCTUURBEPALENDE LIJNINFRASTRUCTUUR
15
DE REGIONALE GERICHTHEID VAN LIERDE
MESOSCHAAL 4.1.
9
FYSISCH BASISMILIEU EN CULTUURHISTORISCHE ACHTERGROND
16
19 20
4.1.1.
DE FYSISCHE BASISSTRUCTRUUR
20
4.1.2.
CULTUURHISTORISCHE ACHTERGROND
23
GRS LIERDE - INHOUD
4.2.
4.3.
4.4.
4.5.
II
4.1.3.
ACTUEEL BODEMGEBRUIK
24
4.1.4.
BESTAANDE STRUCTUUR LIERDE
25
NEDERZETTINGS- EN LEEFSTRUCTUUR
27
4.2.1.
RUIMTELIJKE OPBOUW NEDERZETTINGSSTRUCTUUR
27
4.2.2.
DE HUISVESTINGSSITUATIE
30
4.2.3.
VOORZIENINGEN EN DIENSTEN : HET SOCIAAL-CULTUREEL NETWERK
37
RUIMTELIJK-ECONOMISCHE STRUCTUUR
38
4.3.1.
TEWERKSTELLINGSPROFIEL
38
4.3.2.
RUIMTELIJK PATROON
40
VERKEERSSTRUCTUUR
43
4.4.1.
WEGINFRASTRUCTUUR
43
4.4.2.
PARKEERMOGELIJKHEDEN
45
4.4.3.
OPENBAAR VERVOER
46
4.4.4.
FIETSVOORZIENINGEN
47
4.4.5.
VOETGANGERS
47
4.4.6.
KNELPUNTEN
48
HET LANDELIJK GEBIED (NATUURLIJKE, AGRARISCHE EN LANDSCHAPPELIJKE STRUCTUUR)
51
4.5.1.
LANDSCHAPPELIJKE STRUCTUUR
53
4.5.2.
DE NATUURLIJKE STRUCTUUR
56
4.5.3.
AGRARISCHE STRUCTUUR
58
GRS LIERDE - INHOUD
III
5.
TOERISTISCH-RECREATIEVE STRUCTUUR
66
6.
MICROSCHAAL
68
6.1.
SINT-MARIA-LIERDE STATION
69
6.2.
SINT-MARIA-LIERDE
71
6.3.
SINT-MARTENS-LIERDE
73
6.4.
DEFTINGE
75
6.5.
HEMELVEERDEGEM
77
7.
RUIMTELIJK BELEID OP VLAAMS NIVEAU
79
7.1.
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN
79
7.2.
HET GEWESTPLAN
83
7.3.
BESCHERMDE MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN
85
7.4.
BELEID INZAKE NATUUR, MILIEU EN LANDBOUW
86
8. 8.1.
8.2.
9. 9.1.
RUIMTELIJK BELEID OP PROVINCIAAL OF BOVENLOKAAL NIVEAU
87
PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN OOST-VLAANDEREN
87
8.1.1.
ALGEMENE DOELSTELLING
87
8.1.2.
LIERDE BEHOORT TOT HET ZUIDELIJK OPENRUIMTEGEBIED
87
8.1.3.
SPECIFIEKE UITSPRAKEN OVER LIERDE
87
STRATEGISCH PLAN ZUID-OOST VLAANDEREN
90
RUIMTELIJK BELEID OP LOKAAL NIVEAU
91
BIJZONDERE PLANNEN VAN AANLEG
91
GRS LIERDE - INHOUD
IV
9.2.
INRICHTINGSPLAN LOKAAL BEDRIJVENTERREIN
93
9.3.
GEMEENTELIJK NATUURONTWIKKELINGSPLAN (GNOP)
95
9.4.
MOBILITEITSPLAN LIERDE
95
10.
DEMOGRAFISCH PROFIEL EN WOONBEHOEFTE
10.1.
98
10.1.1.
BEVOLKINGSEVOLUTIE OP GEMEENTELIJK NIVEAU
10.1.2.
BEVOLKINGSEVOLUTIE OP NIVEAU VAN DE DEELGEBIEDEN
105
10.1.3.
EVOLUTIE VAN HET AANTAL GEZINNEN EN GEZINSGROOTTE
108
10.2.
11.
DEMOGRAFISCH PROFIEL BEVOLKING LIERDE
98
WOONBEHOEFTEN
98
111
10.2.1.
BEVOLKINGS- EN GEZINSPROGNOSE
111
10.2.2.
DE HUIDIGE WOONBEHOEFTEN 1997-2012
113
10.2.3.
AANBOD AAN BOUWMOGELIJKHEDEN
115
10.2.4.
TOETSING WOONBEHOEFTE – WOONAANBOD
120
10.2.5.
TOETSING PRS
120
BEHOEFTERAMING AAN BEDRIJVENTERREINEN
121
11.1.
ONDERZOEK VAN DE VRAAG
121
11.2.
AANBOD AAN BEDRIJVENTERREINEN
124
12.
UITBREIDING VOORZIENINGEN
125
13.
KNELPUNTEN EN POTENTIES
126
13.1.
KNELPUNTEN EN BEDREIGINGEN
126
GRS LIERDE - INHOUD 13.2.
KWALITEITEN EN KANSEN
V
129
FIGUREN FIGUUR 1
: PLANNINGSPROCES VAN DE STRUCTUURPLANNING
FIGUUR 2
: INGAANDE EN UITGAANDE WERKPENDEL
FIGUUR 3
: LIERDE BINNEN DE RUIMTELIJKE VISIE OP VLAANDEREN
FIGUUR 4
: BEVOLKINGSEVOLUTIE LIERDE 1977-2004
5 17 82 100
FIGUUR 5
: MIGRATIE EN NATUURLIJKE GROEI IN LIERDE 1978-2004
102
FIGUUR 6
: AFBAKENING VAN DE DEELGEBIEDEN
105
KAARTEN KAART 1
: LIGGING VAN LIERDE
10
KAART 2
: LIERDE BINNEN DE REGIONAAL RUIMTELIJKE STRUCTUUR
12
KAART 3
: FYSISCHE BASISSTRUCTUUR LIERDE
22
KAART 4
: BESTAANDE STRUCTUUR LIERDE
26
KAART 5
: BESTAANDE NEDERZETTINGSSTRUCTUUR
29
KAART 6
: SITUERING ZONEVREEMDE BEDRIJVEN
42
KAART 7
: BESTAANDE VERKEERSKUNDIGE STRUCTUUR
50
KAART 8
: BESTAANDE STRUCTUUR LANDELIJK GEBIED
52
KAART 9
: RELICTENKAART
55
KAART 10
: LIGGING LANDBOUWZETELS
62
KAART 11
: BESTAANDE STRUCTUUR SINT-MARIA-LIERDE STATION
70
KAART 12
: BESTAANDE STRUCTUUR SINT-MARIA-LIERDE
72
KAART 13
: BESTAANDE STRUCTUUR SINT-MARTENS-LIERDE
74
KAART 14
: BESTAANDE STRUCTUUR DEFTINGE
76
KAART 15
: BESTAANDE STRUCTUUR HEMELVEERDEGEM
78
KAART 16
: GEWESTPLAN
84
KAART 17
: BPA NR.3 GEMEENTEHUIS
KAART 18
: NIET-UITGERUSTE, ONBEBOUWDE BINNENGEBIEDEN TE LIERDE
92 118
GRS LIERDE - INHOUD
VI
TABELLEN TABEL 1
: EVOLUTIE VAN DE BODEMBEZETTING IN LIERDE TUSSEN 1986 EN 2005
24
TABEL 2
: OUDERDOM VAN DE WOONGEBOUWEN VAN LIERDE
31
TABEL 3
: COMFORT VAN DE WONINGEN IN 1991
32
TABEL 4
: AARD VAN DE WONINGEN, 1991
33
TABEL 5
: DE GRONDOPPERVLAKTE VAN DE WONINGEN IN 1991
34
TABEL 6
: EIGENDOMSSTRUCTUUR VAN DE WONINGEN IN DE VERSCHILLENDE DEELGEBIEDEN, 1991
35
TABEL 7
: SOCIALE HUISVESTING IN LIERDE
36
TABEL 8
:TOTALE TEWERKSTELLING PER BEDRIJFSSECTOR, EVOLUTIE 1984-1994
38
TABEL 9
: RELICTEN IN LIERDE
54
TABEL 10
: EVOLUTIE GEBRUIK CULTUURGROND IN LIERDE
60
TABEL 11
: EVOLUTIE VAN HET AANTAL LANDBOUWBEDRIJVEN PER GROOTTEKLASSE IN LIERDE
63
TABEL 12
: EVOLUTIE VAN DE VEETEELT
64
TABEL 13
: OPVOLGING VAN DE LAND- EN TUINBOUWBEDRIJVEN
65
TABEL 14
: BESCHERMDE MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN
85
TABEL 15
: VERGELIJKING VAN DE BEVOLKINGSEVOLUTIE VAN LIERDE MET ARRONDISSEMENT OUDENAARDE EN DE PROVINCIE OOSTVLAANDEREN
98
TABEL 16
: VERGELIJKING VAN DE BEVOLKINGSEVOLUTIE VAN LIERDE MET OMLIGGENDE GEMEENTEN
TABEL 17
: EVOLUTIE VAN HET MIGRATIESALDO EN VAN DE NATUURLIJKE GROEI SINDS 1978 DE GEMEENTE LIERDE
101
99
TABEL 18
: EVOLUTIE VAN DE BEVOLKING OPGEDEELD IN VIJF LEEFTIJDSKLASSEN
103
TABEL 19:
BEVOLKING PER LEEFTIJDSKLASSE VAN DE GEMEENTE LIERDE, ARR. OUDENAARDE EN PROV.OOST-VLAANDEREN, 2005
104
TABEL 20
: BEVOLKINGSEVOLUTIE PER DEELGEBIED, 1970-2003
106
TABEL 21
: EVOLUTIE VAN HET AANTAL INWONERS PER LEEFTIJDSKLASSE IN DE VERSCHILLENDE DEELGEBIEDEN, 1981-2001
107
TABEL 22
: EVOLUTIE VAN DE GEZINSGROOTTE IN VERGELIJKING MET HET AANTAL PARTICULIERE GEZINNEN EN AANTAL INWONERS
108
TABEL 23
: EVOLUTIE VAN HET AANTAL GEZINNEN PER DEELGEBIED
109
TABEL 24
: PROGNOSE BEVOLKINGSEVOLUTIE LIERDE 1997-2012
112
TABEL 25
: PROGNOSE AANTAL GEZINNEN 1997 - 2012
113
TABEL 26
: KWANTITATIEVE WOONBEHOEFTE PER 5 JAAR
114
TABEL 27
: AANTAL PERCELEN GELEGEN IN EEN NIET-VERVALLEN VERKAVELING (1997)
115
TABEL 28
: AANTAL PERCELEN GELEGEN LANGS UITGERUSTE WEGEN (1997)
116
TABEL 29
: NIET-UITGERUSTE ONBEBOUWDE TERREINEN IN WOON- OF WOONUITBREIDINGSGEBIED
117
TABEL 30
: TOTAAL AANBOD AAN BOUWMOGELIJKHEDEN IN LIERDE (1997)
119
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
1.
INLEIDING
1.1.
DOEL VAN DE OPDRACHT
1
Door het Gemeentebestuur van Lierde werd aan Groep Planning gevraagd een Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan op te maken. Het planologisch beleid in Vlaanderen heeft een nieuwe dimensie gekregen met het opstellen van het “Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen” en de initiatieven om gemeentelijke en provinciale structuurplannen uit te werken. Via het “Decreet houdende de Ruimtelijke Planning” van 24 juli 1996, thans geïntegreerd in het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, hebben al deze initiatieven een juridische basis gekregen. Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) zal het nodige ruimtelijk integratiekader vormen waarbinnen de uiteenlopende visies over, aanspraken op en behoeften aan ruimte vanuit de verschillende sectoren tegen elkaar worden afgewogen en op elkaar kunnen worden afgestemd. Het is enkel bindend voor de gemeente zelf en al de instellingen die onder haar ressorteren. Het structuurplan is m.a.w. niet bindend voor individuele personen. Het zal de duurzame stedenbouwkundige ontwikkeling die moet worden afgestemd op de draagkracht van de bebouwde gebieden en het landschap, begeleiden. In tegenstelling tot bij de klassieke eindtoestandsplannen (A.P.A.’s, B.P.A.’s en Gewestplannen) is het bij het Ruimtelijk Structuurplan niet de bedoeling de toekomstige ruimtelijke structuur concreet vast te leggen. Het ontwikkelt daarentegen een visie op de ontwikkeling van de gemeente in relatie tot het socio-economische functioneren. Als beleidsplan is het • doelgericht en procesmatig • continu, mits mogelijkheid tot bijsturing • actiegericht, in functie van realisaties, en • het zoekt de relatie tussen het stedenbouwkundige beleid van Lierde en de socio-economische, ecologische, landschappelijke, distributie-planologische, industriële en mobiliteitsontwikkelingen.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
1.2.
2
WAT IS STRUCTUURPLANNING ? : VORM EN INHOUD VAN HET RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN
Het ruimtelijk beleidsplan dat voor Lierde wordt opgemaakt is een gemeentelijk structuurplan. Aangezien deze vorm van ruimtelijke planning erg verschilt van de traditionele eindtoestandsplanning worden de basisprincipes van de structuurplanning hierna verduidelijkt. Het structuurplan is een getekend en/of geschreven moment (fase) van een stedenbouwkundig proces dat continu is. Het is een begrip dat na 1972, met het structuurplan van Brugge, ook in Vlaanderen ingang gevonden heeft.1 Structuurplanning kent in tegenstelling met de voormalige wet van 29 maart 1962 geen begin en geen einde. Structuurplanning is nooit af. Het kent enkele hoofdmomenten die dan in de vorm van tekst en kaartmateriaal vastgelegd worden. Het decreet van 18 mei 1999 bepaalt in die zin hoe een structuurplan kan worden vastgelegd. Hierbij worden de socio-ruimtelijke en functioneel-economische problemen van een gemeente, streek of regio globaal onderzocht en in betere banen geleid, in functie van de maatschappelijke en politieke doelstellingen die eigen zijn aan de gemeente, de buurt of de regio. Tussen • enerzijds het maatschappelijk leven van een gemeente (en haar regio) en de ruimtelijke gevolgen die hieruit ontstaan (verkavelen, bouwen, afbreken, onteigenen, functiewijzigingen, wegenaanleg, vellen of planten van bomen, verhoging van vervuiling, verschraling en vermindering van de bewoonbaarheid, etc.) • anderzijds de ruimtelijke mogelijkheden van een gemeentelijk gebied (evenwicht tussen open en bebouwde gebieden, hiërarchiesering van verkeerstypen -doorgaand verkeer/woon-werkverkeer-, evenwicht tussen harde en zachte functies, etc.) en de maatschappelijke en politieke doelstellingen van de gemeente, kan men zoeken naar betere en meer efficiënte stedenbouwkundige modellen. De keuze van één bepaald model (in de tijd) gebeurt gezamenlijk door de overheid, de bevolking en de deskundigen, waarbij de bevolking en de deskundigen voorstellen formuleren en de overheid democratisch beslist. Hierbij zijn haalbaarheid en kostprijs een niet onbelangrijke dimensie.
1 Zie “Structuurplan Brugge”, Groep Planning, Brugge 1976.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
3
In die zin kan men stellen dat STRUCTUURPLANNING, noch min noch meer, een “‘GLOBALE RUIMTELIJKE BEGELEIDING” is van het maatschappelijk gebeuren van een gemeente (op een bepaald moment in de tijd) waarvoor de ruimtelijke gevolgen zo goed mogelijk tot stand moeten kunnen komen. Hierdoor probeert men een betere “BEWOONBAARHEID” (kwaliteit van leven en wonen), “BEREIKBAARHEID” (verkeer en vervoer) en “BESTUURBAARHEID” te bereiken.2 De algemene en bijzondere plannen van aanleg voorzien in de wet van 1962 moeten beschouwd worden als loutere “UITVOERINGSPLANS” van deze structuurplanning, naast andere instrumenten zoals informatiecampagnes, bouwreglementen, premies,... Het structuurplanningsproces kent drie fazen in de ruimte en in de tijd. DE DRIE NIVEAUS IN DE RUIMTE ZIJN : • de planning van de macrostructuren (1ste niveau : macroschaal)
: m.a.w. de regionale en streekgebonden structuren op het niveau Vlaanderen en de provincie.
• de planning van de mesostructuren (2de niveau : mesoschaal)
:
• de planning van de microstructuren structuurplanning op (3de niveau : microschaal) gemeente.
:
m.a.w. structuurplanning op gemeentelijk niveau.
het microschaalgebied in dit structuurplan beslaat het overgangsgebied van gemeentelijk niveau naar de structuurplanning op kleinere deelgebieden van de
2 Zie “Wonen of Wijken”, Jan Tanghe, Sieg Vlaeminck, Hugo Vanderstadt - I.C.A.S.D. Brussel, 1979.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
4
DE DRIE FAZEN IN DE TIJD ZIJN : • het ontwikkelingsmodel : waarin de filosofie en de politiek voor een welbepaald leefgebied uitgestippeld worden (1ste trap : lange termijnplanning) • het ontwikkelingsplan : waarin deze filosofie concreter wordt toegepast op de reële situatie van het leefgebied. (2de trap : middellange termijnplanning) • het actieplan : waarin alle voorstellen concreet worden omgezet in uitvoeringsplans en uitvoeringsdaden voor het leefgebied. (3de trap : actieplanning)
Het structuurplan voor Lierde situeert zich op de mesoschaal en moet worden beschouwd als een ontwikkelingsmodel en ontwikkelingsplan voor het gehele grondgebied van Lierde. Daarnaast zal het ontwikkelingsplan ondersteund en aangevuld worden zowel door actieplanning als door deelplanning voor specifieke gebieden in Lierde.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
²
FIGUUR 1
: PLANNINGSPROCES VAN DE STRUCTUURPLANNING
5
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
1.3.
6
STRUCTUURPLANNING OP DRIE NIVEAUS
Om het centralistisch karakter van het ruimtelijk beleid uit het verleden tegen te gaan, moeten er volgens het decreet van 18 mei 1999 zowel op het gewestelijk, provinciaal als het gemeentelijk niveau structuurplannen worden gemaakt. Artikel 18 bepaalt dit expliciet: het Vlaams Gewest stelt voor het grondgebied van het Vlaams Gewest het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen op; een provincie voor haar grondgebied het provinciaal ruimtelijk structuurplan; de gemeente voor haar grondgebied het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Daarbij wordt het subsidiariteitsbeginsel volwaardig toegepast. In een structuurplanningsproces worden regelmatig momenten van intens overleg en mechanismen voor terugkoppeling binnen en tussen de verschillende beleidsniveaus voorzien. Essentieel voor het tot stand komen van een structuurplan is een breed maatschappelijk draagvlak. Het decreet legt een coördinatie tussen de verschillende niveaus over het eindresultaat op. De bindende bepalingen van het provinciaal ruimtelijk structuurplan mogen niet afwijken van die van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Het richtinggevend gedeelte ervan mag enkel na uitvoerige motivering afwijken van dat van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Op dezelfde manier moet een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan zich richten naar het provinciaal ruimtelijk structuurplan of bij ontstentenis ervan, naar het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.
1.4.
RAPPORTERING IN DRIE DELEN
Volgens de decretale bepalingen ter zake, moet een ruimtelijk structuurplan uit drie delen bestaan: een informatief gedeelte, een richtinggevend gedeelte en een bindend gedeelte. • Het INFORMATIEF GEDEELTE, omvat alle basisinformatie die nodig is voor de opmaak van het structuurplan. Het is het doelgericht onderzoeken van de bestaande ruimtelijke structuur, te verwachten evoluties, ruimtelijke potenties, enz. • Het RICHTINGGEVEND GEDEELTE formuleert de visie, de ontwikkelingsopties en de actievoorstellen, die het resultaat zijn van het toetsen van de doeleinden aan de functionele, ruimtelijke en verkeerskundige knelpunten. • Het BINDEND GEDEELTE tenslotte, omvat een aantal concrete beslissingen betreffende de ruimtelijke ordening, die de overheid binden, in dit geval het gemeentebestuur Lierde, binden. Deze drie gedeelten vormen dan het Ontwerp Structuurplan dat door de Gemeenteraad dient vastgesteld.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
1.5.
7
PLANNINGSPROCES
Het structuurplanningsproces in Lierde werd opgestart eind 1997, en mondde begin 1998 uit in de opmaak van een eerste werkdocument : de intentienota. In een volgende stap werd de startnota opgemaakt die eind 1998 definitief werd afgewerkt. Met de startnota als vertrekbasis werd het communicatieproces op gang gebracht. Op het overleg van 25 februari 1999 werd de startnota met de Afdeling Ruimtelijke Planning besproken. In de loop van 1999-2000 werd aan de hand van sectorstudies dieper ingegaan op twee sectoren, met name economische activiteiten en de woonbehoeftenstudie. Deze nota’s werden samen met de startnota verwerkt tot een voorontwerp richtinggevend gedeelte. Eind 2000 werd het structuurplanningsproces wat afgeremd door de gemeenteraadsverkiezingen. Begin 2001 kwam het planningsproces op volle toeren op gang. De sectorstudies zijn in 2001 verwerkt in een voorontwerp van informatief, richtinggevend en bindend gedeelte. Hierover is regelmatig overleg gepleegd met een nieuw samengestelde stuurgroep. De partners die in het structuurplanningsproces betrokken waren, zijn:
- een ambtelijke werkgroep, bestaande uit afgevaardigden van college, de gemeentelijke administratie (hoofd technische dienst en milieuambtenaar), het studiebureau
- de gemeentelijke adviescommissie (stuurgroep), met vertegenwoordigers van de verschillende sectoren in de gemeente. De stuurgroep volgde het proces op en gaf de richting aan. De stuurgroep bracht advies uit over de verschillende deeldocumenten en in een eindfase zal hen ook om advies gevraagd worden over het eindrapport. Vanaf 2001 nam de GECORO de taak over van de stuurgroep. Er was ook voorzien dat de ruime bevolking via een uitgewerkte inspraakprocedure zou betrokken worden bij het overleg over het eindrapport. Tijdens een informatievergadering op 26 januari 2001 omtrent zonevreemde woningen werd de bevolking ingelicht over het structuurplanningsproces, de stand van zaken en de toekomstige plannen. Het voorontwerp werd tweemaal via een structureel overleg besproken met het Vlaams gewest en de provincie (28 januari 2002 en 21 oktober 2002).
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
8
Op 14 april 2003 werd het voorontwerp toegelicht aan de bevolking in een algemene informatievergadering die begeleid werd door een gemeentelijke informatiebrochure. Op 16 september 2003 werd de plenaire vergadering gehouden over het voorontwerp. Aangezien een aantal gemeentelijke opties slechts mogelijk worden na bevestiging ervan in het provinciaal ruimtelijk structuurplan, werd besloten om de officiële procedure over het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk structuurplan slechts in te zetten na ministeriële goedkeuring van het provinciaal ruimtelijk structuurplan, wat gebeurde bij MB van 18 februari 2004 (BS. 10 maart 2004). De gemeente werd echter in de loop van 2004 geconfronteerd met een aantal urgente zaken, zoals de inplanting van het gemeentelijk containerpark, de problematiek van de zonevreemde bedrijven en voetbalterreinen en heeft hieraan prioriteit gegeven, vooraleer de procedure van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan verder te zetten. Het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk structuurplan werd op 31 oktober 2005 door de gemeenteraad voorlopig vastgesteld. Het openbaar onderzoek liep van 1 december 2005 tot en met 28 februari 2006.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
2.
9
PROFIEL VAN DE GEMEENTE
LIGGING Lierde, gelegen in het zuiden van de provincie Oost-Vlaanderen, is een agrarische gemeente gesitueerd langsheen de as N8 tussen de structuurondersteunende kleinstedelijke gebieden Oudenaarde en Geraardsbergen aan de rand van de Vlaamse Ardennen. De Vlaamse Ardennen worden gekenmerkt door een sterk versneden reliëf met een groot aantal beken. Kenmerkend zijn de beboste heuvels waarvan de toppen, afhankelijk van de ondergrond, begroeid zijn met loof- of naaldbos met een rijke variatie aan levensgemeenschappen. Dit reliëfrijke cultuurlandschap heeft, naast de beboste heuvels, een open karakter. Onder open karakter verstaan we de niet bebouwde ruimte. De open ruimte wordt bepaald door de natuurlijke structuur, de bosstructuur, de nederzettingsstructuur en de infrastructuur. Sinds de fusie van 1976 omvat Lierde de vier deelgemeenten Sint-Maria-Lierde, Sint-Martens-Lierde, Hemelveerdegem en Deftinge en enkele kleinere kernen zoals Gemeldorp en Oude Kerkhoek. Inzake ontsluiting is de gemeente Lierde aangewezen op het secundaire wegennet. De gewestwegen N8 en N42 zijn de belangrijkste verkeersassen op het grondgebied.
ENKELE KENCIJFERS De totale oppervlakte van de fusiegemeente Lierde bedraagt 2612,6 ha. Volgens de meest recente gegevens van de gemeente telt Lierde (op 01.01.2005) 6.426 inwoners of een lage bevolkingsdichtheid van 246 inwoners per km². De bevolking is verspreid over verschillende kernen : 38% in Sint-Maria-Lierde waarvan 22% aan het station, St-Martens-Lierde (28%), Deftinge (27%) en Hemelveerdegem (7%). Wat betreft de bevolkingsverdeling naar leeftijd telt Lierde 30% jongeren (0-25) en 20% ouderen (60+). De totale bebouwde oppervlakte bedraagt, volgens de statistieken van de bodembezetting van 2005, 292 ha of 11,2% van de totale oppervlakte.. De landbouw neemt het overgrote deel van de onbebouwde oppervlakte in beslag nl. 1176 ha akkerland of 45.0% en 874 ha grasland (33.5%) . Daarnaast is er 54 ha bossen en bezit Lierde 6 km gewestwegen en 210 km gemeentewegen.
Legende
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan LIERDE Opdrachtgever :
Gemeentebestuur van Lierde
KAART 1 SITUERING LIERDE IN DE REGIO
oktober 2001
1648 - EF
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
3.
11
MACRONIVEAU
Met het macroniveau bedoelen we de algemene regionale context en positionering van de gemeente in de provincie, streek of regio(’s). Hierbij worden de bestaande structuurbepalende elementen van bovenlokaal en/of gewestelijk belang aangegeven. In eerste instantie beperkt het ruimtelijk structuurplan zich tot het werkingsgebied van de gemeente. Het is echter duidelijk dat bepaalde ontwikkelingen (en voorstellen) de grenzen van de gemeente overstijgen. Een aantal ontwikkelingen binnen Lierde hangen nauw samen met de ontwikkelingen in de aangrenzende gemeenten en regio’s. Een aantal functies worden duidelijk beïnvloed door bovengemeentelijke tendensen. Waar nodig zal dan ook op deze ontwikkelingen worden ingegaan. De kaart op volgende pagina toont Lierde binnen de ruimtelijk-regionale structuur
Legende
Regionale verbinding Spoorwegen van regionaal belang Hoofdwaterlopen Stedelijke gebieden : concentratie van voorzieningen en wonen
GENT Scheld
e
Centrum gemeente Structurerende heuvelruggen ; beboste heuvelrij van de Vlaamse Ardennen
AALST N42
Beboste gebieden
N60
Sterke gerichtheid op …
Zottegem
BRUSSEL
Oudenaarde
Dender
N8
Lierde Brakel
Geraardsbergen
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan
Ronse
LIERDE Opdrachtgever
:
Gemeentebestuur
van
Lierde
KAART 2
LIERDE OP REGIONAAL NIVEAU
Mei 2006
1648 - EF
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
3.1.
13
STRUCTUURBEPALENDE ELEMENTEN OP MACRONIVEAU
De structuurbepalende elementen op macroniveau zijn de volgende:
3.1.1.
HET LANDSCHAP VAN DE VLAAMSE ARDENNEN
Lierde ligt in een markant overgangsgebied van de heuvelachtige Vlaamse Ardennen met een laag gebied. De Vlaamse Ardennen is één van de belangrijkste traditionele landschappen in Vlaanderen en wordt bepaald door een rij beboste getuigeheuvels met op de top limonietzanden en -zandstenen. De streek wordt gekenmerkt door een sterk versneden reliëf, opeenvolgende en dagzomende geologische substraten, verschillende bodemsamenstellingen en een ingewikkelde hydrologie. Deze kwaliteiten zorgen voor een rijke verscheidenheid aan soorten en levensgemeenschappen, waaronder de verschillende bostypen en de bronlevensgemeenschappen in bos en grasland. Dit gevarieerde landschap is bovendien waardevol voor de fauna : vogels, reptielen, amfibieën en vissen. Het landschap van de Vlaamse Ardennen is, als drager van een aantal gemeenschappelijke potenties zoals de beboste heuvels, beukenbossen, kasseiwegen en sterk verspreide gehuchten en kleinere kernen, ongetwijfeld de grootste troef van de streek ZuidOost-Vlaanderen. Uitgaande van die gemeenschappelijke potenties, die de hoge mate van samenhang in het landschap bepalen, is de erkenning van één landschap niet meer dan verantwoord. De Vlaamse Ardennen kent een viertal elementen die structurerend zijn op regionaal of subregionaal niveau : + de zuidelijk gelegen, grotendeels beboste, heuvelrug gaande van Kluisbergen tot Ninove. + het bekken van de Boven-Schelde (Oudenaarde - Gent) + het bekken van de Dender (Geraardsbergen - Dendermonde) + in mindere mate het bekken van de Zwalm (Zwalm) De streek wordt beschouwd als een regio met de nadruk op de toeristisch-recreatieve potenties. De plaatselijke diensten voor toerisme en de gewestelijke VVV’s, de talrijke wandel- en fietsroutes en de horeca-voorzieningen ondersteunen de recreatieve- en toeristische functie.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
3.1.2.
14
HET BUITENGEBIED ROND ZOTTEGEM
Lierde maakt deel uit van het aaneengesloten open ruimte gebied ten zuiden van Gent. Deze open ruimte wordt gekenmerkt door : + een aantal kleine en middelgrote geconcentreerde bebouwingskernen met linten als uitlopers van de kernen, en historisch gegroeide verspreide bebouwing. + het grote belang van dynamische en diverse landbouwactiviteiten, met een lichte nadruk op akkerbouw en melkveeteelt, in en rondom Lierde. + een groot aantal potentiële stiltegebieden
3.1.3.
LIERDE BINNEN HIËRARCHIE VAN KERNEN IN OOST-VLAANDEREN
De positie van Lierde doet pendelstromen ontstaan tussen Lierde en de omliggende gemeenten en steden. Op basis van ondermeer de pendelstromen gaan we na welke sociaal-economische rol Lierde vervult in haar omgeving (zie punt 2.2.) Binnen het R.S.V worden de steden onderverdeeld in een aantal klassen gaande van grote, hoofdzakelijk zelfvoorzienende gemeenten en zwak uitgeruste kleine steden tot regionale steden en tenslotte de hoofdstad. Deze stedelijke gebieden en stedelijke netwerken worden geselecteerd op basis van hun functioneel belang. De bestaande stedelijke structuur van Vlaanderen en de principes voor de gewenste ruimtelijke structuur vormen de basis voor het toekomstige stedelijk beleid. Binnen de hiërarchie van kernen is Lierde gelegen tussen steden van niveau 3 : Oudenaarde en Ronse zijn goed uitgeruste steden terwijl Zottegem, Geraardsbergen en Ninove behoorlijk uitgeruste kleine steden zijn. GROTE STAD (NIVEAU 1)
:
GENT
REGIONALE STAD (NIVEAU 2 )
:
AALST, SINT-NIKLAAS
GOED UITGERUSTE KLEINE STAD (NIVEAU 3A)
:
DENDERMONDE, OUDENAARDE, EEKLO, RONSE, DEINZE
BEHOORLIJK UITGERUSTE KLEINE STAD (NIVEAU 3B)
:
GERAARDSBERGEN, ZOTTEGEM, WETTEREN, NINOVE
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
3.1.4.
15
STRUCTUURBEPALENDE LIJNINFRASTRUCTUUR
De N60 (Gent-Oudenaarde) en de N42 (Wetteren-Geraardsbergen-Lessines) zijn de enige wegen in de omgeving van Lierde die, omwille van de huidige verkeersintensiteiten en omwille van hun ontsluitende en verbindende functie, geselecteerd zijn als structuurbepalende weg op Vlaams niveau. De N42 is essentieel voor de ontsluiting van Lierde en omgeving vanuit Gent. De belangrijkste structurerende weg op regionaal niveau is de N8 die Oudenaarde met Ninove verbindt en daarbij door de kern van Lierde loopt.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
3.2.
16
DE REGIONALE GERICHTHEID VAN LIERDE
Om na te gaan in welke mate Lierde gericht is op steden en gemeenten in de omgeving en omgekeerd in welke mate omliggende gemeenten voor bepaalde functies en diensten in Lierde terecht kunnen, worden hierna de pendelstromen onderzocht. Alle cijfermateriaal dat aangehaald wordt is afgeleid uit de cijfers van de volkstelling van 1991 van het Nationaal Instituut voor Statistiek.3 − woon - werkverplaatsingen Om de pendelstromen van en naar Lierde van dichterbij te bekijken, wordt enerzijds onderzocht waar de inwoners van Lierde uit werken gaan en anderzijds van waar de mensen die in Lierde werken afkomstig zijn. Van de 592 mensen tewerkgesteld in Lierde in 1991 waren er 327 afkomstig uit de gemeente zelf. Dit betekent dat meer dan de helft (55%) van de arbeidsplaatsen in Lierde ingevuld werd door inwoners van Lierde. De overige arbeidsplaatsen werden voornamelijk ingenomen door inwoners van de buurgemeenten: Brakel (11%), Zottegem (7.5%), Geraardsbergen (12%) en in mindere mate Herzele (3.5%). Van de inwoners van Lierde verplaatsen er zich 2578 naar hun werk. Lierde telt een zeer groot aandeel werkforenzen. In 1991 bedroeg het aantal werkforenzen 2251. Ongeveer 35% daarvan was werkzaam in de provincie Brabant (Brussel), 21% werkte in de buurgemeenten (vooral Geraardsbergen), 20% verplaatste zich naar Oudenaarde en omgeving. De rest ging vooral werken in Gent, Ninove en Aalst. Lierde is dan ook een woongemeente en geen werkgemeente.
3
De pendelcijfers van de volkstelling van 2001 zijn dd mei 2006 nog niet beschikbaar
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
UITGAANDE PENDEL
FIGUUR 2
: INGAANDE EN UITGAANDE WERKPENDEL
17
INGAANDE PENDEL
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
18
− woon-schoolverplaatsingen Van de ongeveer 470 kinderen die in Lierde school lopen (volgens het NIS, 1991) woont meer dan de helft in de gemeente zelf (56%). De overige scholieren (22%) komen voornamelijk uit de buurgemeenten, waarvan de meeste uit Geraardsbergen en Brakel. Het percentage van het aantal scholieren uit de buurgemeenten die school lopen in Lierde is vandaag heel wat kleiner. Oorzaak hiervan is het wegvallen van de secundaire school te Lierde. Lierde telt in 1991 1084 scholieren waarvan 24% in de eigen gemeente school loopt. Het grootste deel (30%) gaat naar school in Geraardsbergen. 12.7% loopt school te Brakel, 7% te Zottegem, 9% te Gent. Onmiddellijk valt de gerichtheid van Lierde op ten aanzien van nabije grotere gemeenten. Vooral Geraardsbergen en in mindere mate Zottegem en Brakel hebben voor Lierde een structurerend vermogen. − woon-vrijetijdsverplaatsingen Vrijetijdsverplaatsingen zijn alle verplaatsingen van en naar sport-, cultuur-, en shoppingcentra. Lierde beschikt enkel over een aantal niet-overdekte sportterreinen. De culturele infrastructuur blijft beperkt tot de gemeentelijke bibliotheek. Beide voorzieningen zijn vooral van gemeentelijk belang. Voor ander sport- en culturele activiteiten zijn de inwoners van Lierde aangewezen op de naburige gemeenten. De gemeente Lierde kent een eerder beperkt winkelaanbod. De meest aanwezige winkels voorzien in dagelijkse behoeften, zoals voedingszaken. Voor niet-alledaagse aankopen moeten de inwoners eerder naar de buurgemeenten zoals Brakel, Zottegem,Geraardsbergen. Wil men ‘shoppen’, dan gaat men de grote omliggende steden opzoeken. − Conclusie We kunnen hieruit concluderen dat Lierde hoofdzakelijk gericht is op Geraardsbergen zowel wat werken als onderwijs betreft.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
4.
19
MESOSCHAAL
In dit deel wordt de ruimtelijke structuur van Lierde doorgelicht. Dit wil zeggen dat de functies en de ruimtelijke structuren (incl. besproken elementen van het macroniveau) die voor Lierde van belang zijn bekeken worden. De ruimtelijke structuur en haar dynamiek zijn de neerslag van allerlei ontwikkelingen op het vlak van menselijke activiteiten. Omgekeerd bepaalt de ruimtelijke structuur mee de evolutie van deze activiteiten. Er bestaat m.a.w. tussen de ruimtelijke en functionele structuur een wisselwerking, een wederzijdse beïnvloeding. De ruimtelijke structuur bepaalt in belangrijke mate de functionele structuur maar is er tevens het gevolg van. In wat volgt worden achtereenvolgens zeven deelstructuren onderscheiden : 3.1.
Fysisch basismilieu en cultuurhistorische achtergrond
3.2.
Nederzettings- of woon- en leefstructuur
3.3.
Ruimtelijk-economische structuur
3.4.
Verkeer en vervoer
3.5.
Landelijk gebied (landschappelijke, natuurlijke en agrarische structuur)
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
4.1.
FYSISCH BASISMILIEU EN CULTUURHISTORISCHE ACHTERGROND
4.1.1.
DE FYSISCHE BASISSTRUCTRUUR
20
Het fysisch systeem ligt aan de basis van de bestaande ruimtelijke structuur. Het is het geheel van eigenschappen, processen en onderlinge relaties van klimaat, geologie, reliëf, bodem, water en lucht. Zij vormen de onderlegger voor de historische ontwikkeling van Lierde. De aanwezigheid van water, goede gronden en een aangenaam klimaat waren immers de oorzaak voor het al dan niet ontstaan van vestigingen, gehuchten, en agrarische nederzettingen; nederzettingsstructuren die aan de basis liggen van de ontwikkeling van onze huidige gemeenten en steden.
GEOLOGIE Lierde maakt deel uit van de Vlaamse Ardennen die op hun beurt een onderdeel zijn van het heuvellandschap dat zich op nagenoeg één rechte lijn uitstrekt van Noord-Frankrijk (Cassel) tot de heuvels van het Hageland. Dit heuvelland ontstond op een gelijkvormige wijze, maar is vandaag door erosie in verschillende streken verdeeld.
RELIËF In allereerste instantie wordt het fysisch milieu van Lierde gedomineerd door de kenmerken van het reliëf. Het huidige reliëf is in grote mate bepaald door de sterke erosie op het einde van het Tertiair en tijdens de interglaciale fasen van het Kwartair. Dit reliëf is golvend tot sterk golvend en zelfs plaatselijk heuvelig in het noorden. Het reliëf van Lierde wordt gedomineerd door twee structuurbepalende elementen. Enerzijds behoort een deel van Lierde (SintMaria-Lierde en delen van Hemelveerdegem en Sint-Martens-Lierde) tot het kerngebied van de Vlaamse Ardennen met resistente getuigenheuvels in het voorland van de heuvelzone, anderzijds behoort een deel (Deftinge en delen van Sint-Martens-Lierde en Hemelveerdegem) tot de vallei van de Dender, gecompartimenteerd door beekvalleien en heuvelruggen. Algemeen kent Lierde weinig uitgesproken reliëfverschillen. Het topografisch niveau schommelt er tussen 40 en 50m. Dit relatief vlakke reliëf wordt enkel onderbroken door een aantal ondiepe beekvalleien. In het noorden van Lierde (Nauw/Stuivenberg) en ook enkele delen westwaarts (steilere hellingen van de zwalmvallei) situeren zich de hoogste plateauruggen, waar de hoogte opklimt tot 92,5m. Van dit hoger plateaugedeelte daalt de bodem naar de laaggelegen beekvalleien (30m) die richting Dender toelopen.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
21
HYDROGRAFIE De Vlaamse Ardennen - dus ook Lierde - zijn gekenmerkt door de aanwezigheid van talrijke bronnen. De geologische opbouw geeft de verklaring: een opeenvolging van doorlaatbare en ondoorlaatbare lagen zorgt ervoor dat het doorsijpelende regenwater op de kleilagen blijft staan en een stuwwatertafel vormt. Aangezien de verschillende geologische lagen niet mooi horizontaal liggen, maar naar het noorden afhellen, gaat het grondwater zich zijdelings bewegen. Waar de kleilaag aan de oppervlakte komt, vormt zich een bronniveau. Lierde behoort hydrografisch tot het bekken van de Dender. Het hydrografische net is tamelijk dicht door de talrijke bronniveaus. Lierde wordt gedraineerd door volgende waterlopen : De Kakebeek, waarop het noordelijk deel van Sint-Maria-Lierde is aangesloten, mondt uit in de Broekebeek op grondgebied van Ophasselt. De Broekebeek draineert het centrum van Sint-Maria-Lierde en het noordelijk deel van Hemelveerdegem. De Broekebeek stroomt eveneens via Ophasselt en mondt op het grondgebied van Zandbergen uit in de Dender. De Larebeek doorkruist het centrum van Sint-Martens-Lierde en mondt uit in de Pachtbosbeek-Molenbeek. Deze laatste is een samenvloeiing op de grens met buurgemeente Brakel van de Molenbeek, met bronnen in Everbeek-Boven, de Remistebeek die in Parike aan de oppervlakte komt en tenslotte de Vagebeek of Pachtbosbeek. De Pachtbosbeek-Molenbeek vormt de grens tussen de deelgemeenten Sint-Martens-Lierde en Deftinge. Op grondgebied Smeerebbe-Vloerzegem mondt de Molenbeek uit in de Broekebeek (Ophasseltbeek). Als laatste stroomt op het grondgebied, in het centrum van Deftinge, de Broekbeek die eveneens uitmondt in de Molenbeek.
CONCLUSIE Samenvattend kan gesteld worden dat Lierde weliswaar geen echte heuvelstreek vormt zoals de eigenlijke Vlaamse Ardennen, maar, naar Vlaamse normen, kan het reliëf van Lierde toch vrij uitgesproken en gediversifieerd genoemd worden.
Legende
Hoogtelijnen 0-30m 30-40m 40-60m 60-80m 80-100m Beken Bron
Gemeentelijk
Ruimtelijk
Structuurplan
LIERDE Opdrachtgever
:
Gemeentebestuur
van
Lierde
KAART 3
DE FYSISCHE BASISSTRUCTUUR VAN LIERDE
Oktober 2001
1648 - EF
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
4.1.2.
23
CULTUURHISTORISCHE ACHTERGROND
Lierde maakt deel uit van het Heuvelland van de Vlaamse Ardennen. Voor de grote middeleeuwse ontginningen bestond het landschap in deze streek uit een relatief dicht net van kleine bewoningskernen met daarrond akkerland. De vruchtbaarste en best bewerkbare leembodems werden als eerste sites gekozen (ontstaan van de kouters), maar het grootste deel van het grondgebied bleef bedekt met bos. In Lierde was dit o.a. het Kolenwoud. Reeds in de kasselrij ‘Land van Aalst’ had elk van de vier deelgemeenten zijn eigen statuut. Vanaf de 12de - 13de eeuw begon men echter met de rooiing en het in cultuur brengen van de vrijgemaakte gronden, zodat in de 16de eeuw nog slechts een klein percentage van de oppervlakte bebost bleef. Het aldus ontstane cultuurlandschap werd gekarakteriseerd door openheid (“openfield-karakter”), ondermeer door het toenmalige verbod om afsluitingen te plaatsen. Nog steeds treft men in het reliëfrijke cultuurlandschap een openfield-karakter aan. De uitgestrekte hoger gelegen gebiedsdelen met leembodems dragen overwegend open akkerland. Waar beken het ontstaan hebben gegeven aan moeilijk te bewerken vochtige gronden komen gesloten weilanden voor (populieren en knotwilgen), met dikwijls een regelmatige repelvormige percelering. Tijdens de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd bevonden er zich in Lierde heel wat kleine hoeven en ook enkele grote pachthoeven waarvan sommigen vandaag nog in gebruik zijn (vb. Hof te Musehole). Naast de landbouw kende Lierde ook textielnijverheid. Reeds in de 15de eeuw werd in Lierde vlas geteeld. Later zochten heel wat inwoners in de huiselijke nijverheid een aanvulling op het inkomen. Ook de vele molens verwezen naar de nijverheid. Veel mannen uit de streek gingen werken naar Wallonië of Frankrijk. Vandaag zijn nog maar een paar mensen werkzaam in de landbouw en in de plaatselijke confectieateliers. De meeste trekken iedere dag naar Brussel of Gent. Lierde is een pendelgemeente geworden. Ook de traditionele landschappen in Lierde zijn niet gespaard gebleven van het uniformiseringsproces. Economische, politieke en culturele krachten werken een uniformisering van de traditionele regionale verscheidenheid in de hand en maken dat nieuwe landschappen gevormd worden die niet meer zo nauw aansluiten bij de natuurlijke streken. Bepaalde ontwikkelingen hebben duidelijk het landschap van Lierde gewijzigd. Landbouwverbeteringen werden gezocht in een verhoging van de productiviteit door een intensiever landgebruik wat resulteerde in ‘Nieuwe landbouwlandschappen’. Ook de aanleg van wegen heeft steeds een invloed op gehad op het landschap. Lintbebouwing is daar een gevolg van. Door het rechttrekken van de N42 werd er een mogelijkheid geschapen voor de aanleg van industrieterreinen.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
4.1.3.
24
ACTUEEL BODEMGEBRUIK
Om een beter beeld te geven van recente evoluties in het bodemgebruik van Lierde wordt de bodembezetting van de laatste jaren meer in detail bekeken. 1986
1996
2005
1986
1996
2005
EVOLUTIE
1.300 853 124 46 19
1.197 882 91 49 37
1.176 874 81 54 39
49,7 32,6 4,7 1,7 0,7
45,8 33,7 3,5 1,9 1,4
45,0 33,5 3,1 2,1 1,5
- 9,5 + 2,5 - 34,7 + 17,4 + 105,3
171 5 5 5 2.342 186 84 2.612
237 7 9 5 2.256 259 96 2.612
267 8 9 8 2.223 292 97 2.612
6,5 0,2 0,2 0,2 89,7 7,1 3,2 100
9,0 0,3 0,3 0,2 86,3 9,8 3,7 100
10,2 0,3 0,3 0,3 85,1 11,2 3,7 100
+ 56,1 + 60,0 + 80,0 + 60,0 - 5,1 + 57,0 + 15,5
1. ONBEBOUWDE RUIMTE
2.
• AKKERLAND • GRASLAND • RECREATIETERREINEN, TUINEN EN BOOMGAARDEN • BOSSEN • OVERIGE BEBOUWDE RUIMTE • HUIZEN, HOEVEN, BIJGEBOUWEN • AMBACHTS- EN INDUSTRIEGEBIEDEN • GEBOUWEN MET HANDELSBESTEMMING • OPENBARE GEBOUWEN
TOTAAL ONBEBOUWDE RUIMTE TOTAAL BEBOUWDE RUIMTE TOTALE NIET GEKADASTREERDE OPP4. TOTALE OPPERVLAKTE TABEL 1
: EVOLUTIE VAN DE BODEMBEZETTING IN LIERDE TUSSEN 1986 EN 2005
Bron
: NIS
Uit de tabel blijkt vooreerst dat Lierde nog zeer agrarisch is in ruimtegebruik. Akkers en weiden bezetten samen ongeveer 80% van de ruimte. Dit percentage overschrijdt het gemiddelde voor de provincie (64%) en zeker voor het hele Vlaamse Gewest (59%). Met een dergelijk hoog percentage, behoort Lierde tot de agrarische gemeenten in de streek. De onbebouwde ruimte is met 3,7% gedaald t.o.v. 1986, terwijl de totaal bebouwde ruimte met 57,0% is toegenomen t.o.v. 1986. Algemeen kan uit de tabel afgeleid worden dat per jaar 6,5 ha onbebouwde ruimte verloren gaat.
4
totale niet gekadastreerde oppervlakte : wegen en waterlopen
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
4.1.4.
25
BESTAANDE STRUCTUUR LIERDE
Rekening houdend met de hierboven beschreven structurerende elementen kan de bestaande ruimtelijke structuur van Lierde omschreven worden als een vrij agrarische gemeente. De bebouwing is geconcentreerd is vijf landelijke kernen. Twee kernen langs de N8 (Sint-Maria-Lierde en Sint-Maria-Lierde Station) en drie gelegen in het landelijk gebied ten zuiden van de N8 (Sint-Martens-Lierde, Deftinge en Hemelveerdegem). Lierde kent geen duidelijke hoofdkern wat als knelpunt kan worden aanzien. De laatste jaren is de kern rond het station uitgegroeid tot de belangrijkste, mede door de versterking van de gemeenschapsvoorzieningen. In het landelijk gebied zijn naast die kernen enkele kleinere woonconcentraties zoals Gemeldorp en Oude Kerkhoek gelegen. Linten en verspreide bebouwing zijn typerend voor Lierde. In Lierde zijn behalve verspreide bedrijvigheid geen bedrijventerreinen aanwezig. De open-ruimtegebieden zijn nog vrij goed aanwezig in het landschap van Lierde. Lierde is gekenmerkt door het voorkomen van een groot aantal beekvalleien die nagenoeg evenwijdig aan elkaar van west naar oost lopen en afwateren in de Dender. De beekvalleien bestaan hoofdzakelijk uit weiden en alluviale bosjes en vormen eerder een gesloten structuur. Tussen de beekvalleien bevinden zich de hogergelegen en open kouters, in hoofdzaak aangewend voor akkerbouw. Algemeen kunnen we Lierde een bosarme gemeente noemen. Drie gewestwegen raken of doorkruisen de gemeente Lierde, namelijk de N8, de N42 en de N493. De N8 en de N42 zijn van belang voor de ontsluiting van Lierde.
Legende
Landelijke kernen : kernbebouwing Kleinere woonconcentraties
Zottegem / E40
Recente/sociale verkaveling Hoofdzakelijk open lintbebouwing
Zottegem
Historisch gegroeide dorpskern
Sint-Maria-Lierde Sint-Maria-Lierde station
Nieuwe kernontwikkeling rond het station en gemeentehuis
Ninove
N8
Beboste gebieden
B Valleigebieden met gesloten landschap Agrarisch open en golvend landschap
Beken
Brakel Hemelveerdegem
Regionale verbindingsweg
Sint-Martens-Lierde Bovenlokale verbindingsweg Belangrijke gemeentewegen Spoorweg met station
B
Deftinge
Geraardsbergen
Gemeentelijk
Ruimtelijk
Structuurplan
Brakel
N42
LIERDE Opdrachtgever
:
Gemeentebestuur
van
Lierde
KAART 4 DE BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR
Geraardsbergen
Oktober 2001
1648 - EF
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
4.2.
NEDERZETTINGS- EN LEEFSTRUCTUUR
4.2.1.
RUIMTELIJKE OPBOUW NEDERZETTINGSSTRUCTUUR
27
Aangezien het gevoerde woonbeleid voor een groot deel de ruimtelijke structuur van Lierde bepaalt, wordt vooraf de huidige woonstructuur van Lierde beschreven. − Kernen Op het grondgebied van Lierde zijn vijf duidelijke kernen te onderscheiden : Sint-Maria-Lierde, Sint-Maria-Lierde Station, Hemelveerdegem, Deftinge en Sint-Martens-Lierde. Deftinge, Sint-Martens-Lierde en Sint-Maria-Lierde zijn landelijke kernen die een gelijkwaardig niveau kennen wat betreft voorzieningen. In de buurt van het Station en het nieuwe gemeentehuis (Sint-Maria-Lierde Station) heeft zich een nieuwe kern ontwikkeld, mede door de inplanting van de verkaveling Nieuwe Wijk. Diverse diensten en voorzieningen (school, post, administratie, station) zijn hier gevestigd. Deftinge is eerder functioneel gericht naar Geraardsbergen, terwijl SintMartens-Lierde en Sint-Maria-Lierde zich richten tot Sint-Maria-Lierde Station. Hemelveerdegem is een kleine landelijke kern dat sterk afhankelijk is van de andere kernen. − Lintbebouwing Net zoals in de naburige gemeenten treffen we in Lierde een sterk versnipperde lineaire bebouwing aan. Lintbebouwing is een bebouwingsvorm die voorkomt als uitlopers van de kernen. Open bebouwing (en dus veel ruimte innemend) is de meest toegepaste bebouwingsvorm van lintbebouwing. Een groot deel van de lintbebouwing in Lierde is historisch bepaald en bevestigd in het gewestplan. De lintbebouwing in Lierde manifesteert zich vooral langs de invalswegen van de verschillende landelijke kernen. Tempel-Stratendries, Kardinaalshoek, Hoogstraat en Watermolenstraat-Hekkouterstraat zijn duidelijke straatlinten. Langs de wegen Steenweg-Nieuwstraat-Kloosterstraat-Opstaldries-Wassegemstraat die de kernen Sint-Maria-Lierde Station, Sint-Martens-Lierde en Deftinge met elkaar verbinden, is ook lintbebouwing aanwezig waardoor het gevaar dreigt dat de verschillende kernen met elkaar vergroeid raken.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
28
− (recente) Verkavelingen De verkavelingen, ook wel de grote ‘open-veld-verkavelingen’ genoemd, zijn een gevolg van de suburbanisatie en worden veelal los van de bestaande structuur ingeplant. Zij zijn meestal sociaal van aard. Lierde kent weinig verkavelingen. Het gaat over volgende verkavelingen :
-
Nieuwe Wijk te Sint-Maria-Lierde Station,
-
Bosveld te Sint-Martens-Lierde,
-
Dreefstraat te Deftinge.
− Verspreide bebouwing In het agrarisch gebied bevindt zich tot slot nog vrij veel verspreide bebouwing, al dan niet gegroeid uit stopgezette landbouwactiviteiten. Deze verspreide bebouwing bestaat gedeeltelijk uit landbouwbedrijven met woning en uit individuele woningen. Op bepaalde plaatsen kunnen een aantal concentraties van deze verspreide bebouwing genoteerd worden. We noemen ze ‘kleinere woonconcentraties’. De meest opvallende zijn : Kleinendries, Kakebeke, Eekhoutdries, Oude Kerkhoek en Gemeldorp.
Legende
Landelijke kernen : St.Maria-Lierde, St.Martens-Lierde, Deftinge, Hemelveerdegem : kernbebouwing Kleinere woonconcentraties Kakebeke
Recente/sociale verkaveling
ST.MARIA-LIERDE Hoofdzakelijk open lintbebouwing Kleinendries
ST.MARIA-LIERDE STATION
Historisch gegroeide dorpskern Eekhoutdries
Nieuwe kernontwikkeling rond het station en gemeentehuis
HEMELVEERDEGEM
Oude Kerkhoek
ST.MARTENS-LIERDE
Gemeldorp
DEFTINGE
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan
LIERDE Opdrachtgever
:
Gemeentebestuur
van
Lierde
KAART 5 DE BESTAANDE NEDERZETTINGSSTRUCTUUR VAN Oktober 2001
LIERDE 1648 - EF
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
4.2.2.
30
DE HUISVESTINGSSITUATIE
Inzicht in de huisvesting van een stad of gemeente en in het bijzonder de woonkwaliteit is essentieel om de woningbehoefte, die later aan bod komt, accuraat in te schatten en te beoordelen of de maatregelen tot verbetering van de woon- en woningkwaliteit doelmatig zijn en al dan niet moeten worden bijgestuurd. Hiervoor wordt onderzoek verricht naar de ouderdom, de comfortgraad, aard van de woningen e.d.m. Omdat er nog geen cijfers per deelgemeente bekend zijn, wordt overwegend teruggevallen op de gegevens van de volkstelling van 1991, aangevuld met enkele uit 2001.
AANTAL WONINGEN In 1991 waren er in Lierde 2.201 bewoonde particuliere woningen. Volgens de volkstelling van 2001 bedraagt het woningbestand van de gemeente Lierde 2.447 woningen en appartementen,. Dit is een stijging van 11 % t.o.v. van 1991.
LEEGSTAANDE WONINGEN Door het gemeentebestuur van Lierde werd een inventarisatie gemaakt van het aantal leegstaande woningen in de gemeente. Volgens deze inventarisatie bedroeg het totaal aantal leegstaande woningen in 1997 ongeveer 60. Dit is 2,4% van het totaal aantal particulier woningen. Om een vlotte doorstroming te voorzien wordt in het RSV een frictieleegstand van 2,5% van het aantal woningen vooropgesteld. Lierde benadert dit cijfer dicht. Lierde beschikt m.a.w. over voldoende woningen om een doorstroming in het wooncircuit op te vangen.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
31
OUDERDOM VAN DE WONINGEN Deze paragraaf schept een beeld van de ouderdom van de woongebouwen. De weergave van het aantal woningen in ouderdomsklassen is in feite een weergave van de evolutie van het nederzettingspatroon tijdens de voorbije eeuw. Ter vergelijking werd ook het aandeel per ouderdomsklasse gemiddeld voor Vlaanderen in de tabel opgenomen. Hierbij moet wel vermeld worden dat van 11,2% van de Vlaamse woningen geen bouwjaar gekend is.
DEELGEBIEDEN
VOOR 1919
1919-1945
1946-1961
1962-1970
1971-1981
ABS.
%
ABS.
%
ABS.
%
ABS.
%
ABS.
%
ABS.
ST.MARIA-LIERDE
88
24,5%
52
14,5%
67
18,7%
38
10,6%
39
10,9%
LIERDE STATION
70
14,4%
87
17,9% 111 22,8%
67
13,8%
93
HEMELVEERDEGEM
39
29,1%
26
19,4%
13,4%
11
8,2%
DEFTINGE
127 21,2%
90
15,1% 116 19,4%
53
8,9%
ST.MARTENS-LIERDE
103 16,5% 127 20,4% 129 20,7%
69
TOTAAL VLAAMS GEMIDD. TABEL 2
Bron
18
ONBEK.
TOTAAL
%
ABS.
ABS.
40
11,1%
35
359
19,1%
31
6,4%
27
486
23
17,2%
11
8,2%
6
134
76
12,7%
94
15,7%
42
598
11,1% 107 17,1%
44
7,1%
45
624
427 19,4% 382 17,4% 441 20,0% 238 10,8% 338 15,4% 220 10,0% 155 12,7%
16,7%
22,9%
14,8%
: OUDERDOM VAN DE WOONGEBOUWEN VAN LIERDE
: N.I.S., 1991
NA 1981
20,8%
12,1%
2.201 100%
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
32
COMFORT VAN DE WONINGEN In onderstaande tabel wordt er per deelgebied een beeld geschetst van het huidige comfort van de woningen. Hierbij wordt een opsplitsing gehanteerd in 4 categorieën. Met groot comfort wordt als minimumvereiste de aanwezigheid van een keuken (min. 4m²), telefoon en garage verondersteld. Bij woningen met middelmatig comfort is klein comfort en centrale verwarming aanwezig. Met klein comfort bedoelt men hier de aanwezigheid van stromend water, toilet met waterspoeling, badkamer of stortbad. Woningen zonder comfort tenslotte voldoen niet aan de voorwaarden gesteld voor klein comfort.
DEELGEBIEDEN
GROOT COMFORT
MIDDELMATIG
KLEIN COMFORT
GEEN COMFORT
OVERIGE TOTAAL
COMFORT ABS.
%
ABS.
%
ABS.
%
ABS.
%
ABS.
ABS.
ST.MARIA-LIERDE
117
32,6%
27
7,5%
114
31,8%
99
27,6%
2
359
LIERDE STATION
190
39,1%
53
10,9%
135
27,8%
107
22,0%
1
486
HEMELVEERDEGEM
46
34,3%
9
6,7%
39
29,1%
40
29,9%
/
134
DEFTINGE
221
37,0%
63
10,5%
179
29,9%
131
21,9%
4
598
ST.MARTENS-LIERDE
218
34,9%
63
10,1%
198
31,7%
137
22,0%
8
624
TOTAAL
792
36,0%
215
9,8%
665
30,2%
514
23,4%
15
2.201
TABEL 3
: COMFORT VAN DE WONINGEN IN 1991
Bron
: N.I.S., Volkstelling 1991
De kwaliteit van de woningen kan afgeleid worden uit twee soorten gegevens : de gemiddelde bebouwde grondoppervlakte en de mate van comfort van de woningen. In 1991 beschikten 514 woningen of 23% van het totale woningbestand van Lierde niet over klein comfort (stromend water, toilet met spoeling, een bad of stortbad). Dit percentage ligt gevoelig hoger dan in Vlaanderen (13%) en houdt duidelijk verband met de ouderdom van de woningen in Lierde. Een oud patrimonium brengt automatisch een lager gemiddeld comfort met zich mee. In 2001 is het comfort al gevoelig verbeterd: slechts 21, resp. 57 woningen beschikken nog niet over een badkamer, resp. een toilet.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
33
WOONTYPOLOGIE Op basis van de gegevens van het N.I.S. wordt onderzocht welk soort bebouwing er typerend is voor de verschillende deelgebieden. Het woningtype hangt nauw samen met de factor ouderdom van het woningbestand. Sinds de jaren ‘50 heeft Vlaanderen zijn eeuwenoude traditie van rijwoningen stilaan gewijzigd en schakelde men over naar het bouwen van vrijstaande en gekoppelde ééngezinswoningen. DEELGEBIEDEN
OPEN BEBOUWING
HALFOPEN BEBOUWING GESLOTEN BEBOUWING
APPARTEMENT
TOTAAL
ABS.
%
ABS.
%
ABS.
%
ABS.
%
ST.MARIA-LIERDE
242
67,4%
87
24,2%
26
7,2%
4
1,1%
359
LIERDE STATION
272
56,0%
137
28,%
59
12,1%
18
3,7%
486
HEMELVEERDEGEM
98
73,1%
24
17,9%
12
9,0%
/
/
134
DEFTINGE
332
55,5%
195
32,6%
49
8,2%
20
3,3%
598
ST.MARTENS-LIERDE
323
51,8%
212
34,0%
71
11,4%
15
2,4%
624
1.267
57,6%
655
29,8%
217
9,9%
57
2,6%
2.201
TOTAAL VLAAMS GEMIDDELDE
38,7%
TABEL 4
: AARD VAN DE WONINGEN, 1991
Bron
: N.I.S., Volkstelling 1991
19,4%
25,9%
15,8%
Op basis van de gegevens van het N.I.S. wordt in tabel 5 onderzocht welk soort bebouwing typerend is voor de verschillende deelgemeenten. Hieruit blijkt dat Sint-Martens-Lierde en Deftinge nagenoeg uit halfopen (voor de helft) en open bebouwing bestaan. Sint-Maria-Lierde en Hemelveerdegem kennen een hoger percentage gesloten bebouwing, maar ook open bebouwing. In 1991 bestond ongeveer 40% van het woningbestand uit open bebouwing. Dit hoge aantal neemt echter nog voortdurend en snel toe. Tussen 1991 en 2001 is het aantal appartementen constant gebleven (cijfers volkstelling 2001).
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
34
WOONOPPERVLAKTE VAN DE WONINGEN Volgende tabel geeft een overzicht van de woonoppervlakte van de woongebouwen. Onder woonoppervlakte wordt verstaan de som van alle bewoonbare vertrekken. Wanneer we als maatstaf voor een kwaliteitsvolle woning een minimale oppervlakte van 65m² veronderstellen, volgt dat globaal gezien 1/5 van de Lierdese woongebouwen niet aan deze voorwaarde voldoet. < 44M²
DEELGEBIEDEN
45-64M²
65-104M²
>105M²
TOTAAL
ABS.
%
ABS
%
ABS.
%
ABS.
%
ABS.
ST.MARIA-LIERDE
25
7,0%
75
20,9%
156
43,5%
103
28,7%
359
LIERDE STATION
23
4,7%
100
20,6%
216
44,4%
147
30,2%
486
HEMELVEERDEGEM
8
6,0%
24
17,9%
62
46,3%
40
29,9%
134
DEFTINGE
31
5,2%
91
15,2%
261
43,6%
215
36,0%
598
ST.MARTENS-LIERDE
39
6,3%
117
18,8%
291
46,6%
177
28,4%
624
TOTAAL
126
5,7%
407
18,5%
986
44,8%
682
31,0%
2.201
TABEL 5
: DE GRONDOPPERVLAKTE VAN DE WONINGEN IN 1991
Bron
: N.I.S. Volkstelling 1991
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
35
EIGENDOMSSTRUCTUUR Om de eigendomsstructuren van de woningen in Lierde per deelgebied te kennen, wordt gebruik gemaakt van de gegevens van het N.I.S. In vergelijking met het Vlaamse gemiddelde telt de hele gemeente Lierde een zeer gering aantal huurders (13% in 1991 – in 2001 is dit nog gezakt tot 12%). Sint-Maria-Lierde en Hemelveerdegem kennen een groter percentage eigenaars dan Deftinge en SintMartens-Lierde.
DEELGEBIEDEN
EIGENAARS
TITEL ONBEKEND
HUURDERS
AANTAL PART. WONINGEN
ABS.
%
ABS.
%
ABS.
%
ABS.
ST.MARIA-LIERDE
324
90,3%
32
8,9%
3
0,8%
359
SINT-MARIA-LIERDE STATION
440
90,5%
44
9,1%
2
0,4%
486
HEMELVEERDEGEM
123
91,8%
10
7,5%
1
0,7%
134
DEFTINGE
481
80,4%
112
18,7%
5
0,8%
598
ST.MARTENS-LIERDE
520
83,4%
94
15%
10
1,6%
624
1.888
85,8%
292
13,3%
21
0,9%
2.201
TOTAAL VLAAMS GEMIDD.
68%
32%
1,8%
TABEL 6
: EIGENDOMSSTRUCTUUR VAN DE WONINGEN IN DE VERSCHILLENDE DEELGEBIEDEN, 1991
Bron
: N.I.S. Volkstelling 1991
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
36
SOCIALE HUISVESTING IN LIERDE : bestaande en lopende projecten Volgende sociale bouwprojecten zijn reeds gerealiseerd in Lierde :
DEELGEBIED
WIJKEN
UITVOERDER
AANTAL WONINGEN HUURWONINGEN
KOOPWONINGEN
SOCIALE KAVELS
ST.MARTENS-LIERDE
WIJK BOSVELD
DENDERSTREEK (VEILIG WONEN)
32
-
19
DEFTINGE
DREEFSTRAAT
SOCIALE HUISVESTINGSMAATSCHAPPIJ VLAAMSE ARDENNEN
46
-
-
DENDERSTREEK
17
OCMW
4 -
19
HEMELVEERDEGEM TOTAAL TABEL 7
99 : SOCIALE HUISVESTING IN LIERDE
De bouwmaatschappij ‘Vlaamse Ardennen’ voorziet een project van 4 huurappartementen in de Dorpsstraat.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
4.2.3.
37
VOORZIENINGEN EN DIENSTEN : HET SOCIAAL-CULTUREEL NETWERK
Diensten en gemeenschapsvoorzieningen De belangrijkste gemeenschapsvoorzieningen van lokale betekenis zijn geconcentreerd in Sint-Maria-Lierde Station. Hier bevinden zich ondermeer het gemeentehuis, de bibliotheek, het O.C.M.W., het postkantoor, de politie en het station. Ook Deftinge beschikt over een bibliotheek. Zowel in Sint-Maria-Lierde, Sint-Martens-Lierde en Deftinge bevindt zich een kerkhof. Onderwijs De gemeente Lierde beschikte tot voor kort over 4 scholen waarvan 1 voor kleuteronderwijs gelegen te Hemelveerdegem en 3 voor kleuter- en lager onderwijs in Sint-Maria-Lierde Station, Sint-Martens-Lierde en Deftinge. In de toekomst zal een nieuwe basisschool gebouwd worden nabij het gemeentehuis, waardoor die in Sint-Martens-Lierde en in Sint-Maria-Lierde verdwijnt. Socio-medische voorzieningen Voor socio-medische verzorging is Lierde aangewezen op de omringende gemeenten (Zottegem, Geraardsbergen). Er is geen bejaardentehuis aanwezig in Lierde. Sport- en recreatie-mogelijkheden Zie toeristisch-recreatieve structuur
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
38
4.3.
RUIMTELIJK-ECONOMISCHE STRUCTUUR
4.3.1.
TEWERKSTELLINGSPROFIEL
Aan de hand van R.S.Z.- en R.S.V.Z.-gegevens van 1984 en 1994 wordt de evolutie van de tewerkstelling in Lierde over een periode van 10 jaar geschetst Aantal werknemers 1984
Aantal zelfstandigen 1994
1984
1994
Abs.
%
Abs.
%
Abs.
%
Abs.
%
TOTAAL PRIMAIRE SECTOR
0
0%
1
0,2%
133
30,1%
104
20,5%
NIET- ENERGETISCHE DELFSTOFFEN
1
0,1%
/
/
92
20,8%
105
20,7%
187
36,9%
111
21,9%
METAALVERWERKENDE INDUSTRIE VOEDING TEXTIELNIJVERHEID
2
0,3%
/
/
21
3,5%
39
6,7%
229
38,8%
88
15,2%
82
13,9%
133
23,0%
335
56,8%
260
44,9%
GROOTHANDEL
18
3,0%
20
3,4%
KLEINHANDEL EN REPARATIE
27
4,5%
21
3,6%
HORECA
10
1,7%
41
7,1%
VERVOER EN COMMUNICATIE
23
3,9%
30
5,2%
BOUWNIJVERHEID TOTAAL SECUNDAIRE SECTOR
FINANCIËLE INSTELLINGEN/IMMOBILIËN
12
2,0%
10
1,7%
OVERHEIDSDIENSTEN
13
2,2%
44
7,6%
ONDERWIJS
94
15,9%
70
12,1%
SOCIO-MEDISCHE VERZORGING
41
6,9%
49
8,5%
OVERIGE DIENSTVERLENING
17
2,9%
33
5,7%
TOTAAL TERTIAIRE SECTOR
255
43,2%
318
54,9%
217
49,1¨%
298
58,8%
ALGEMEEN TOTAAL
590
100%
579
100%
442
100%
507
100%
TABEL 8
:TOTALE TEWERKSTELLING PER BEDRIJFSSECTOR, EVOLUTIE 1984-1994
Bron : RSZ en RSVZ
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
39
Algemeen kunnen we stellen dat Lierde geen tewerkstellingsgemeente is. Het aantal tewerkgestelden in de gemeente bedraagt 579 werknemers en 507 zelfstandigen. Dit is een laag tewerkstellingscijfer. Uit tabel blijkt dat de textielsector, in 1984 de grootste werkgever in de secundaire sector, door een sterke terugval van het aantal werknemers ondertussen is voorbijgestoken door de bouwnijverheid. De sector textiel is de laatste 3 jaar nog sterk gedaald. In de tertiaire sector zijn het onderwijs en de socio-medische verzorging het best vertegenwoordigd. Globaal gezien daalde de tewerkstelling in Lierde met ongeveer 2% in de periode 1984-1994. Oorzaak hiervan is een daling van het aantal werknemers in de secundaire sector. Een daling die niet wordt opgevangen door de stijging van het aantal werknemers in de tertaire sector. Een verschuiving deed zich dus voor van het aantal werknemers in de secundaire sector naar de tertiaire sector. De secundaire sector kende een daling van 16%, terwijl de tertaire sector met 19.5% toenam. Ook het aantal zelfstandigen in de tertiaire sector is gestegen ten gunste van een sterke afname van het aantal zelfstandigen in de primaire en secundaire sector. Het verschijnsel van tertiairisering is frequent voorkomend in Vlaanderen. Het tertiairiseringsproces kent velerlei oorzaken : + het afstoten van de eigen dienstverlening binnen de industiële ondernemingen naar aparte dienstverlenende bedrijfjes (o.a. onderhoudspersoneel) + een stijging van de welvaart veroorzaakt meer vraag naar gespecialiseerde diensten dan naar industriële goederen + grotere behoefte aan gespecialiseerde diensten (fiscaliteit, managementadvies,...) in het bedrijfsleven + grotere overheidstewerkstelling
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
4.3.2.
40
RUIMTELIJK PATROON
Algemeen In Lierde zijn geen grote bedrijventerreinen aanwezig. Op het gewestplan zijn enkele ‘paarse vlekjes’ kleine ambachtelijke zones ingekleurd die verspreid liggen over de hele gemeente. Deze terreinen zijn in globo volledig ingenomen door één bedrijf. Twee zijn gelegen langs de N8 nabij Brakel, twee in Sint-Martens-Lierde, twee in Deftinge en twee in Hemelveerdegem. Verspreide bedrijvigheid Naast de op het gewestplan aangeduide bedrijventerreinen zijn er in Lierde ook nog een groot aantal geïsoleerde bedrijven, al dan niet gelegen in de kernen. Bij de ruimtelijk geïsoleerde bedrijven kan een onderscheid gemaakt worden naar bedrijven in de woonzone, bedrijven waarvan de locatie als een paarse vlek in het gewestplan is opgenomen en bedrijven in agrarische of groengebieden. Binnen de groep van de geïsoleerde bedrijven zitten ook een groot deel zonevreemde bedrijven. In het Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen wordt een zonevreemd bedrijf omschreven als:
‘een bedrijf, zijnde een gebouw, activiteit of functie, kan pas als zonevreemd beschouwd worden, wanneer zowel de juridische toets, met name het al of niet overeenstemmen met bestaande voorschriften, als de planologische toets, met name de (on)verenigbaarheid met verschillende activiteiten en functies duidelijk daartoe besluiten’. Als zonevreemd bedrijf wordt dus gerekend: − bedrijven in het agrarisch gebied of groengebied; − bedrijven die bij een mogelijke uitbreiding zonevreemd worden; − en milieubelastende bedrijven in de woonzone (hinderlijke bedrijven, is een feitenkwestie). Het betreft vooral bedrijven gelegen in het agrarisch gebied of groengebied binnen het gewestplan. Ook milieubelastende bedrijven in de woonzone behoren tot deze groep bedrijven. Om de noden van de plaatselijke bedrijven na te gaan werd een enquête gehouden waarvan 43% van de aangeschreven bedrijven op de enquête hebben gereageerd. Na een informatieronde werd een bijkomend onderzoeksformulier rondgedeeld. Vervolgens werd een inventarisatie opgemaakt van de zonevreemde bedrijven en de bedrijven die bij uitbreiding zonevreemd worden. Uit deze inventarisatie kwam naar voor dat er in Lierde voor de opmaak van het sectoraal BPA 26 zonevreemde bedrijven waren
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
41
(hetzij door de huidige locatie, hetzij door uitbreiding). Er dient eveneens rekening te worden gehouden met het aantal bedrijven die momenteel in landelijk woongebied gelegen zijn en bij uitbreiding zonevreemd worden. 16 van de 26 bedrijven zijn gedeeltelijk zonevreemd gelegen, 10 bedrijven volledig zonevreemd. In het sectoraal BPA werden 5 bedrijven opgenomen (zie planningscontext). Deze zijn bijgevolg thans niet meer zonevreemd. Uit de respons van de bedrijven in verband met het al of niet uitbreiden van hun onderneming bleek dat er van de 26 zonevreemde bedrijven die hebben geantwoord er 8 bedrijven concrete uitbreidingsplannen hebben en een 2-tal bedrijven die eventueel wensen uit te breiden. Uit het onderzoek blijkt niet duidelijk hoeveel bedrijven zich eventueel wensen te herlokaliseren en wat de behoefte dan zal zijn. Uit de eerste enquête (1998) bleek dat 5 bedrijven eventueel bereid zijn te herlokaliseren. Het ging daarbij om een oppervlakte van 3,5 ha. In de enquête in kader van het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven kwam naar voor dat slechts één bedrijf zich wenst te herlokaliseren. Wanneer echter de locatieproblematiek per bedrijf wordt bekeken, is het zo dat heel wat bedrijven kampen met uitbreidingsmogelijkheden (al dan niet zonevreemd). Commerciële diensten en overheidsdiensten In Lierde is 64% van de werkzame mensen tewerkgesteld in de tertiaire sector. De gemeente Lierde kent een beperkt winkelaanbod. De meeste aanwezige winkels voorzien in dagelijkse behoeften. Voor nietdagelijkse aankopen moeten de bewoners eerder naar de buurgemeenten. Zoals reeds aangegeven in punt 3.2.3. liggen de belangrijkste gemeenschapsvoorzieningen in de kern Sint-Maria-Lierde Station De kern Sint-Maria-Lierde Station kan het best beschouwd worden als lokaal verzorgend dorp. In deze kern treft men een verwevenheid van functies aan, in tegenstelling tot de andere kernen die veeleer landelijke kernen zijn. De economische activiteit is er eerder beperkt.
Legende
Bestaande bebouwing Bedrijven in industriezone (cfr. gewestplan) Zonevreemd bedrijf
ST.MARIA-LIERDE Kernen te Lierde
ST.MARIA-LIERDE STATION
HEMELVEERDEGEM
ST.MARTENS-LIERDE
DEFTINGE
Bron : Sectoraal BPA zonevreemde bedrijven, Toelichtingsnota. Studiebureau VDS, 8/11/2000
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan
LIERDE Opdrachtgever
:
Gemeentebestuur
van
Lierde
KAART 6 SITUERING ZONEVREEMDE BEDRIJVEN IN LIERDE Oktober 2001
1648 - EF
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
4.4.
43
VERKEERSSTRUCTUUR
Als functionele verbindingselementen staan de lijninfrastructuren in nauw verband met mobiliteit. De lijninfrastructuren zijn in de eerste plaats van structureel belang voor het vervoer met herkomst en/of bestemming in Lierde zelf.
4.4.1.
WEGINFRASTRUCTUUR
VERKEERSKUNDIGE INFRASTRUCTUUR EN FUNCTIONEREN VAN DE WEG Ruggengraat van de gemeentelijke verkeersstructuur is de N8. De weg heeft een gebiedsontsluitende functie en een lokale verbindingsfunctie naar de N42.
Wegen van de eerste orde (wegen met een regionale functie) : de intensiteiten liggen op deze wegen beduidend hoger dan die op alle andere wegen die het grondgebied doorkruisen.
-
De N42 Wetteren-Zottegem-Geraardsbergen-Ath verzorgt omwille van de grotere maaswijdte in het omgevende autosnelwegennet (E40, A8) een beperkte verbindingsfunctie en verzorgt eveneens de gebiedsontsluitingsfunctie vanuit regionale en kleine steden naar het autosnelwegennet. De N42 (Gentsesteenweg) doorkruist de gemeente Lierde van noord naar zuid in het uiterste oosten van de gemeente. Volgende straten van Lierde sluiten op het grondgebied aan op de N42: N8, Doorinckxkouter-Doornkouter, Gentsesteenweg N42, Triepstraat, Osseweide en de Strichtstraat.
Wegen van de tweede orde (wegen met een bovenlokale functie) :
hierbij rekenen wij de wegen die voor de ontsluiting en de
bereikbaarheid van Lierde instaat t.o.v. Geraardsbergen en Brakel.
-
De N8, een zeer belangrijke weg die Brussel, over Ninove en Lierde, verbindt met Oudenaarde, doorkruist op het grondgebied van de gemeente Lierde de kern van Sint-Maria-Lierde. De N8 (Steenweg) omvat, op het grondgebied van de gemeente, kruispunten met de volgende straten : Dorpsstraat, Lange Munte, Struntel, Kleinendries, Eekhoutdries, Neerstraat, Nieuwe Wijk, Nieuwstraat, Schoolstraat, Hoogstraat, Eikenmolen, Holderbeke en Bontestraat.
-
De N493 die buurgemeente Brakel met Geraardsbergen verbindt en langs het zuidelijk deel van de gemeentegrens loopt, heeft vooral een verbindings- en verzamelfunctie van Brakel naar de N42 te Geraardsbergen.
-
De oude baan N42 die na de rechttrekking van de N42 de verbinding verzorgt tussen de N42 en Ophasselt.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
Wegen van de derde orde (wegen met bovenlokale functie) :
44
dit zijn de wegen die dezelfde functie vervullen als de vorige klasse, maar in mindere mate. Naast de gewestwegen zijn er nog een aantal wegen die een verbindende functie vervullen tussen de verschillende kernen van Lierde en de kernen van buurgemeenten :
-
Sint-Maria-Lierde - Zottegem (Neerstraat , Spende / Dorpsstraat, Langestraat);
-
Sint-Martens-Lierde - Parike (Tempel, Stratendries);
-
Deftinge - Geraardsbergen (Kerkstraat, Geraardsbergsestraat);
-
Deftinge – Sint-Martens-Lierde (Kerkstraat – Wassegemstraat – Opstaldries - Kwaadstraat – Tempel);
-
Deftinge – N493 (Pluimbroek – Kruisstraat);
-
Deftinge – N42 (Hekkouterstraat - Pikkelgemstraat – Lindekouter);
-
N8 - Hemelveerdegem (Langemunte – Molenstraat);
Wegen van de vierde orde (wegen met een lokale functie) : -
Sint-Maria-Lierde - Hemelveerdegem (Kwaadstraat - Keistraat);
-
Deftinge – Gemeldorp (Hekkouterstraat - Pikkelgemstraat – Lindekouter – Broekstraat)
-
N8 - Hemelveerdegem (Langemunte – Molenstraat);
Wegen van de vijfde orde :
waartoe alle overige wegen behoren.
Sluipwegen : -
Nauw tussen Sint-Maria-Lierde en Erwetegem (Zottegem)
-
Ottergemstraat tussen N42 en N493. Deze straat wordt gebruikt vanuit de Hekkouterstraat naar Kruisstraat (richting).
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
45
VERKEERSINTENSITEITEN Tellingen van het Vlaams gewest uit 2000 geven dagintensiteiten voor de N42 van Zottegem tot Ophasselt van 8.900 voertuigen en voor Ophasselt tot Schendelbeke van 7.800 voertuigen. De verkeerstellingen van 2000 geven voor de N8 een dagintensiteit van 8.400 voertuigen aan. Deze intensiteit ligt dus even hoog als de N42 en is kenmerkend voor een secundaire weg. Alle andere straten kennen een veel lagere intensiteit (minder dan 2000 voertuigen per dag).
INFRASTRUCTURELE VERKEERSTOESTAND Op verschillende locaties op de gemeentewegen werden verkeersplateaus aangelegd als verkeersremmers. vb.
-
Langestraat en Dorpstraat in Sint-Maria-Lierde; Kloosterstraat en Opstaldries in Sint-Martens-Lierde; Hekkouterstraat – Geraardsbergsestraat in Deftinge.
In een aantal gevallen fungeren deze verkeerstafels als poort, waarbij het begin van de bebouwde kom wordt benadrukt. De gewestweg Steenweg (N8) is recent heraangelegd. De begin en het einde van de bebouwde kom wordt geaccentueerd door de aanleg van poorten. Het poorteffect werd geconcretiseerd als een asverschuiving met middenberm. Tussen de poorten werden aanliggend verhoogde fietspaden aangelegd.
4.4.2.
PARKEERMOGELIJKHEDEN
De parkeerproblemen in de kernen van Lierde zijn heel beperkt. De centra hebben een beperkt aantal functies waardoor minder ruimte wordt geclaimd om te parkeren. De bestaande functies zoals bakkerijen, slagerijen, banken enz. stellen geen extra eisen ten aanzien van het parkeren. Slechts bij kerkelijke plechtigheden, zoals huwelijk, begrafenissen kunnen zich problemen manifesteren. Momenteel zijn er parkeervoorzieningen in de nabijheid van de kerk van Deftinge, Hemelveerdegem, Sint-MatensLierde en Sint-Maria-Lierde. Het nieuwe gemeentehuis van Lierde, gevestigd in de Nieuwstraat, beschikt over een ruimte parking. De grootste parkeerconcentratie is terug te vinden aan het station van Sint-Maria-Lierde. De parking telt 148 parkeerplaatsen waarvan overdag gemiddeld 90 worden ingenomen door pendelaars. Uit het mobiliteitsplan Brakel is gebleken dat de inwoners van Brakel het station van Lierde boven dat van Zottegem verkiezen omwille van de goede bereikbaarheid via de N8. Gezien er geen degelijke busverbindingen bestaan tussen Brakel en het station van Lierde gebruikt de inwoner van Brakel de auto om het
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
46
station te bereiken. Hieruit kunnen wij veronderstellen dat een aandeel van de geparkeerde wagens aan het station toebehoort aan inwoners van de buurgemeente.
4.4.3.
OPENBAAR VERVOER
De gemeente Lierde beschikt over één spoorlijn en een station. De spoorweg loopt van noord naar zuid en doorsnijdt de kern SintMaria-Lierde die zich rond het station heeft ontwikkeld. In Lierde kan de trein genomen worden richting Brussel. Het gaat hier om de L-trein richting Gent. In Zottegem moet men overstappen. Het traject duurt ongeveer 1 uur. Tijdens de daluren vertrekt er vanuit Lierde één trein (4 minuten na het uur). Tijdens de ochtendpiek zijn er een aantal extra treinen. De mogelijkheid bestaat ook om tijdens de spits via Geraardsbergen Brussel te bereiken, maar het traject duurt een tiental minuten langer. Op een gewone weekdag worden jaarlijks gemiddeld 395 opstappers geteld. In de jaren tachtig werden de stations van Hemelveerdegem en Gemeldorp gesloten. Het station heeft een autoparking van 148 plaatsen en een fietsstalling. Er is geen vaste bushalte voorzien aan het station wat als een gebrek wordt ervaren. Er is slechts één bus ’s avonds en ’s morgens van Brakel naar Ninove die echter meer gericht is op de werk- en schoolfunctie in Ninove. Ook het station van Zottegem en Geraardsbergen worden, in functie van de treinverbinding met Brussel, door mensen uit Lierde intens gebruikt. VERPLAATSINGEN MET HET OPENBAAR VERVOER
Huidige verplaatsingen op basis van de volkstelling van 1991 Uit de volkstelling zijn een aantal interessante gegevens bekend over de huidige vervoermiddelkeuze van de beroepsbevolking van Lierde. De grootste pendelstromen zijn terug te vinden tussen Lierde en Geraardsbergen (630 verplaatsingen), gevolgd door Lierde - Brussel (386 verplaatsingen), Lierde-Gent (222 verplaatsingen) en Lierde-Zottegem (217 verplaatsingen). Uit de volkstelling 1991 kan men afleiden dat het openbaar vervoer procentueel bekeken het meest wordt gebruikt in de pendelrelatie tussen Lierde en Brussel (trein – 68%).
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
4.4.4.
47
FIETSVOORZIENINGEN
De knelpunten uit het oogpunt van de fietsers zijn meestal te wijten aan een gebrek aan veilige infrastructuur. Slechts een beperkt aantal wegen zijn voorzien van de nodige fietsinfrastructuur. In de verblijfsgebieden en de landbouwwegen is geen fietsinfrastructuur aanwezig, maar daar ligt de snelheid lager zodat zich uiteindelijk weinig problemen stellen. Hieronder volgt een overzicht van de bestaande fietsinfrastructuur. Aanliggend gemarkeerd fietspad
−
Steenweg (N8) tussen Brakel en poort bebouwde kom
−
Steenweg (N8) tussen Ninove en Kleinendries
−
Dorpsstraat
Aanliggend verhoogd fietspad
−
Steenweg (N8) tussen poorten
Fietssugestiestrook
−
Spende
−
Langestraat
−
N42
−
Steenweg (N8) tussen poort en Kleinendries
Vrijliggend fietspad
4.4.5.
VOETGANGERS
Het verplaatsingspatroon van voetgangers levert een diffuus beeld. Concentraties van zich verplaatsende voetgangerstreden over het algemeen op in de onmiddellijke nabijheid van diverse activiteiten. Binnenkort, na de bouw van de nieuwe school in de Nieuwstraat, zullen de basisscholen van Sint-Maria-Lierde en Sint-MartensLierde fusioneren. Bij de realisatie van de nieuwe basisschool worden een 300-tal leerlingen en leerkrachten verwacht in de Nieuwstraat. Dit kan een eenvoudige verschuiving betekenen in de concentratie van de verkeersstromen. Extra maatregelen zullen noodzakelijk zijn om de Nieuwstraat te beveiligen ter hoogte van de schoolpoort. De belangrijkste schoolroutes vallen samen met de hoofdwegenstructuur.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
4.4.6.
48
KNELPUNTEN
Modal split : Zowel bij de werkende beroepsbevolking als bij de scholieren wordt snel gegrepen naar de wagen als verplaatsingsmiddel. Dit is ten koste van het fietsgebruik en het openbaar vervoer. Voor de verplaatsing binnen de gemeentegrens scoort de auto het hoogst met 49%. Slechts 1/3 maakt gebruik van de fiets. Doortocht : Het centrum van Sint-Maria-Lierde Station heeft te kampen met een doortochtprobleem ten gevolge van de N8 (slechte oversteekbaarheid, barrièrewerking, druk verkeer etc.). Fietsers : Op de belangrijkste verkeersas N8 werden reeds fietsvoorzieningen (verhoogd aanliggend) voorzien binnen de bebouwde kom. Buiten de bebouwde kom zijn de fietspaden enkel gemarkeerd. Bij de werkende beroepsbevolking wordt het aantal potentiële fietsers geraamd op 1178. Vooral de assen Lierde - Geraardsbergen en Lierde – Brakel zijn belangrijk in de fietspendel. Openbaar vervoer : Er is geen aansluiting tussen het busnetwerk en het station, gezien geen enkele bus via het station passeert. Buslijn 13 rijdt vanuit Brakel naar Sint-Martens-Lierde via de Nieuwstraat en buslijn 39 maakt een lus vanuit de N8 via Spende naar Sint-Maria-Lierde, waardoor deze bussen het station niet aandoen. Hemelveerdegem wordt helemaal niet bediend met een reguliere buslijn. Deftinge en Hemelveerdegem maken deel uit van het belbusgebied Geraardsbergen. Tussen Gemeldorp en Sint-Maria-Lierde bestaat geen link met het openbaar vervoer. Door deze kern rijdt de buslijn 49. Deze bus is afgestemd op Geraardsbergen. Het is niet mogelijk om vanuit Gemeldorp naar Lierde centrum met de bus te bereiken. Verder blijkt uit de volkstelling dat de woon-werkpendel tussen Lierde en Geraardsbergen hoofdzakelijk gebeurt met de bus. Het extra potentieel aan trein- of busreizigers schommelt rond de 330 personen. Sinds 1982 zijn de treinstations van Hemelveerdegem en Gemeldorp gesloten. Verkeersveiligheid : Algemeen kan gesteld worden dat één van de grootste prioriteiten de schoolomgevingen zijn. Uit de ongevallenanalyse blijkt onmiddellijk dat het hoogst aantal ongevallen zich op individuele kruispunten manifesteert op de aansluitingen met de N8 (Bonte) en N42 (Doorinkxkouter).
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
49
In het verleden werd in Lierde reeds maatregelen getroffen met betrekking tot de verkeersveiligheid. Tal van verkeersremmers werden reeds gerealiseerd. In Deftinge en Sint-Martens-Lierde loopt de bovenlokale verbindingsweg tussen Sint-Martens-Lierde en Geraardsbergen. Maatregelen inzake verkeersveiligheid dienen genomen te worden. De bebouwde kom dient aangekondigd te worden door infrastructurele maatregelen. Verder is de oversteekplaats in Deftinge ter hoogte van de kerk niet voldoende benadrukt.
Legende
ZOTTEGEM E40 N42 : regionale verbindingsweg
SINT-MARIA-OUDENHOVE
N8 : regionale verbindingsweg
N42
ERWETEGEM / ZOTTEGEM
Bovenlokale verbindingsweg (2de orde)
Bovenlokale ontsluitingsweg (3de orde) ST.MARIA-LIERDE
NINOVE Lokale ontsluitingsweg (4de orde)
B
Sluipweg ST.MARIA-LIERDE STATION
overige wegen Spoorweg met station
N8 HEMELVEERDEGEM
OUDENAARDE/ BRAKEL
ST.MARTENS-LIERDE
N4
60
SCHENDELBEKE
GEMELDORP
BRAKEL PARIKE
Gemeentelijk
DEFTINGE
Ruimtelijk
Structuurplan
LIERDE Opdrachtgever
:
Gemeentebestuur
van
Lierde
KAART 7
GERAARDSBERGEN
N49
3
DE BESTAANDE VERKEERSSTRUCTUUR Mei 2002
1648 - EF
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
4.5.
51
HET LANDELIJK GEBIED (NATUURLIJKE, AGRARISCHE EN LANDSCHAPPELIJKE STRUCTUUR)
De open ruimte is het meest karakteristieke element voor Lierde, als gemeente in het buitengebied. De open ruimte kan afgebakend worden op grond van de afwezigheid van aaneengesloten bebouwing (kernen met eventueel lintbebouwing als uitlopers). In Lierde bestaat de open ruimte hoofdzakelijk in functie van agrarische doeleinden. Landschappelijk vertaalt zich dat in een open landschap van akkers, velden en weiden, met een verspreide aanwezigheid van geïsoleerde nederzettingen (landbouwbedrijven en lintbebouwing die niet aansluiten bij kernen). De structuur van de open ruimte wordt echter niet alleen bepaald door landbouwactiviteiten maar evenzeer door natuurlijke elementen zoals ondermeer beekvalleien, boscomplexen, natuur- en parkgebieden. Talrijke beekvalleien lopen doorheen Lierde. Uitgestrekte bossen komen er niet voor, in de beekvalleien treffen we enkele alluviale bosjes aan. Alhoewel de onbebouwde ruimte overheerst, wordt de open ruimte in Lierde mee gestructureerd door een hoge oppervlakte bebouwing. Het gaat hierbij zowel om verspreide woningen of kleine concentraties woonbebouwing als bebouwing voor agrarische - en meer beperkt bedrijfsdoeleinden. Zodoende kan de open-ruimtestructuur beschreven worden a.d.h.v. de natuurlijke structuur, agrarische structuur en de nederzettingsstructuur.
Legende
Parkbos
Beekvalleien
Bossen natuurreservaat Uilenbroek
Agrarische open ruimtes
1 Habitatrichtlijngebied
2 BEKEN 1. Parkbosbeek 2. Kakebeek 3. Ophasselt-Broekbeek 4. Larebeek 5. Pachtbos-Molenbeek 6. Broekbeek 7. Schalkebeek 8. Remistebeek
3
Moenebroek Dender
4
5 8 7 6 Gemeentelijk
Ruimtelijk
Structuurplan
LIERDE Opdrachtgever
:
Gemeentebestuur
van
Lierde
KAART 8
BESTAANDE STRUCTUUR LANDELIJK GEBIED Oktober 2001
1648 - EF
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
4.5.1.
53
LANDSCHAPPELIJKE STRUCTUUR
Het landschap vormt de globale context - is de resumé - van het ruimtelijk functioneren van een gebied. Zij is het resultaat van de dynamisch wisselwerking tussen de fysische factoren, de biotische factoren en de antropogene factoren (de menselijke handelingen). Het voorkomen van een bepaald landschap resulteert in een specifiek ecologisch functioneren, een specifieke visuele beleving en een specifiek menselijk ruimtegebruik. De specifieke ordening van de abiotische, biotische en antropogene factoren is hiervan de aanleiding. Bakens, structurerende reliëfkenmerken, markante terreinovergangen, gave landschappen en open-ruimte-corridors typeren het landschap en zijn dus structuurbepalend. Het ruimtegebruik vertaalt zich in een landschap van voornamelijk akkers en weiland, met een aantal bossen en een verspreide aanwezigheid van geïsoleerde nederzettingen (landbouwbedrijven en lintbebouwing niet aansluitend bij kernen). Door de verspreide bebouwing komen in Lierde geen echt uitgestrekte gebieden met nagenoeg ongeschonden open ruimte meer voor. Het traditionele zachtgolvende landschap van hoger gelegen open akkers (kouters) en gesloten beekvalleien met weiland, bosjes en bomenrijen (bulken), onderging de laatste decennia belangrijke verstoringen en nivelleringen, maar is op sommige plaatsen nog duidelijk herkenbaar. Dit is ondermeer voor de volgende relictzones van het “Land van Zottegem”.
TRADITIONELE LANDSCHAPPEN In Lierde komen er twee grote traditionele landschappen voor. De gemeente maakt grotendeels deel uit van het Land van Zottegem. In het westen sluit ze aan bij de Vlaamse Ardennen en de Zwalmstreek. Meer naar het zuidoosten toe situeren zich de Dendervallei en het Pajottenland. Deze regio’s maken deel uit van de zandleem- en leemstreek.Aan de basis daarvan liggen de verschillende bodemkundige streken. Deze fysische basisstructuur bepaalt niet alleen de landschapsecologische structuur in Lierde maar ook de landbouw en zelfs de nederzettingsstructuur.
LANDSCHAPSREGIO
STRUCTURELE HOOFDKENMERKEN
IDENTITEITSBEPALENDE ELEMENTEN
HET LAND VAN ZOTTEGEM
STERK VERSTEDELIJKT GEBIED LANGS DE OVERGANG TUSSEN ZANDLEEMEN LEEMSTREEK EN LANGS DE DENDERVALLEI STROOMAFWAARTS VAN NINOVE
STERK VERSTEDELIJKTE (SLAAP)GEMEENTEN IN DE FORENZENWOONZONES VAN BRUSSEL EN GENT MET ZOTTEGEM ALS VERKEERSKNOOPPUNT
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
VLAAMSE ARDENNEN
RIJ BEBOSTE GETUIGENHEUVELS MET OP DE TOP LIMONIETZANDEN EN ZANDSTENEN TUSSEN DE SCHELDE EN GERAADSBERGEN
54
STERK VERSNEDEN RELIËF MET HEEL WAT MICRO-ELEMENTEN
RELICTEN VAN TRADITIONELE LANDSCHAPPEN Bijgevoegde kaart geeft een uitsnede van Lierde en omgeving uit de ‘Landschapsatlas van Vlaanderen’. De atlas geeft een gedetailleerde inventaris van ruimtelijke zones waar gave en herkenbare relicten van de traditionele landschappen nog voorkomen. Volgende elementen zijn voor Lierde aangeduid :
PUNTRELICTEN
MAGDALENAKERK SINT URMARUSKERK DEFTINGE HOF TE MUYSHOLLE
DORPSKERNEN SINT-MARTENS-LIERDE EN HEMELVEERDEGEM LIJNRELICTEN
PACHTBOS-MOLENBEEK
ANKERPLAATSEN
PARKBOS-HASSELTBOS ZWALMVALLEI (BUITEN LIERDE)
RELICTZONES
PACHTBOS-MOLENBEEKVALLEI BROEKBEEK
TRADITIONELE LANDSCHAPPEN
LAND VAN ZOTTEGEM VLAAMSE ARDENNEN ZWALMSTREEK
TABEL 9
: RELICTEN IN LIERDE
Legende
Traditionele landschappen Land van Zottegem Zwalmstreek Vlaamse Ardennen Dendervallei Pajottenland
Puntrelicten Lijnrelicten Ankerplaatsen Relictzones
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan LIERDE Opdrachtgever :
Gemeentebestuur van Lierde
KAART 9
BESTAANDE LANDSCHAPPELIJKE STRUCTUUR
juni 2006
1648 - EF
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
4.5.2.
56
DE NATUURLIJKE STRUCTUUR
De gebieden van ecologisch belang zijn sterk gerelateerd aan de abiotische elementen van het fysisch systeem. Zo hebben voor Lierde het reliëf en het waterlopenstelsel een zeer belangrijke rol gespeeld in het ontstaan en de vrijwaring van de ecologisch waardevolle gebieden. Volgende elementen van landschappelijk en ecologisch structurerend belang op gemeentelijk niveau worden weerhouden:
BEEKVALLEIEN De bestaande natuurlijke structuur wordt gedragen door de verschillende beekvalleien die dominant in het landschap aanwezig zijn. De structuur van de oppervlaktewaters is te herleiden tot de beken van het Denderbekken. Dit bekenstelsel is vrij goed bewaard gebleven. Volgende beekvalleien zijn de belangrijkste : − de valleien van de Pachtbosbeek-Molenbeek, de Larebeek, de Remistebeek, de Schalkebeek en de Broekbeek − de valleien van de Ophasseltbeek-Broekbeek, de Kakebeek, de Parkbosbeek De beekvalleien met de alluviale bosjes zijn eerder gesloten van structuur. Tussen de beekvalleien treft men weiden en kouters aan die het landschap een open structuur geven. De beekvalleien zijn drassig en bestaan voornamelijk uit weiden en alluviale restbosjes of bomenrijen. De open kouters zijn gelegen op de hogerige lemige gronden.
BOSSEN Van bossen kan men in Lierde niet spreken. De kleine bosjes die men eraan treft zijn voornamelijk alluviale bosjes met langs de beken populieraanplant. Deze alluviale bossen zijn veelal verspreid en versnipperd over het hele grondgebied. In het noorden tegen Sint-Maria-Oudenhouve en Zottegem treft men grotere oppervlakten aan met gemengd loofhout. Deze bossen vormen een groter complex met de bossen gelegen in de aangrenzende gemeenten. Ze zijn voornamelijk restanten van het Kolenwoud. De bosstructuur in Lierde wordt voor een groot deel bepaald door de aanwezigheid van talrijke bronbossen. Hier ontspringen een groot aantal beken van het Denderbekken. Eén van de belangrijkste en waardevolste is het natuurreservaat Uilenbroek (ca.5,5ha), in eigendom van Natuurpunt vzw op de grens met Erwetegem in de buurt van het Parkbos. Naast bosvegetatie komt ook ruigtevegetatie voor langsheen de beekvalleien. Ze bestaan voornamelijk uit riet, zegge en pitrus.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
57
WAARDEVOLLE GEBIEDEN Naar aanleiding van het GNOP werd een (geactualiseerde) biologische waarderingskaart opgesteld waar volgende gebieden als zeer waardevol beschouwd worden :
-
De bovenloop van de Pachtbosbeek
-
De alluviale essen en olmenbosjes
-
De eiken-haagbeukenbosjes
De andere beken zijn als waardevol opgenomen.
KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN Kleine landschapselementen zijn veel minder structuurbepalend als bossen en beekvalleien, maar zijn omwille van hun ecologische waarde van belang voor de natuurlijke structuur van Lierde. Het betreft o.a. volgende elementen: vijvers, taluds, holle wegen, spoorwegbermen,... Vaak verbinden de lijnvormige elementen grotere en waardevolle natuurgebieden met elkaar, en fungeren hierdoor als corridors voor de fauna. De inventarisatie van deze landschapselementen is opgenomen in het Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan. Lierde bezit talrijke landschapskenmerken, naast ecologisch waardevolle (poelen, spoorwegberm) komen er ook cultuurhistorische landschapskenmerken tot uiting zoals de holle wegen. De knotwilgenrijen (voorals als perceelsbegrenzing) en de hoogstambomen (vooral populieren als lijnvormige rijen langs de waterlopen) zijn de meest typerende kleine landschapselementen in Lierde. In sommige gebieden kunnen we zelfs spreken van kleinschalige landschappen doordat ze een dicht netwerk vormen. Voorbeeld de kleine bosjes in het noorden van Lierde. Naast hun landschapsvormende waarde kennen deze kleine landschapselementen, vooral in de valleien, ook een natuurverbindingsfunctie.
STILTEGEBIEDEN In 1989 kende Lierde nog twee stiltegebieden : één te Sint-Maria-Lierde (grens Zottegem-Herzele) en één te Sint-Martens-Lierde (grens met Parike). Deze potentiële stiltegebieden waren bij een later onderzoek niet meer terug te vinden : de rechttrekking van de N42 (lawaai verkeer) doorbrak de stilte van het gebied in Sint-Maria-Lierde en de stilte van het gebied te Sint-Martens-Lierde wordt nu beïnvloed door landbouwgeluid en wegverkeer.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
4.5.3.
58
AGRARISCHE STRUCTUUR
De agrarische functie van gronden is traditioneel de belangrijkste economische drager van het buitengebied. Er dient dan ook dieper te worden ingegaan op de aspecten en evoluties die bepalend zijn voor de open-ruimtestructuur van Lierde en die bepalend zijn voor de toekomstige ruimtelijke behoeften van de landbouw. Landbouw neemt 80% van het totale bodemgebruik voor zich. 46% van deze landbouwgronden zijn bestemd voor akkerbouw. Verschillende gewassen worden geteeld: melkmaïs, wintertarwe, suikerbieten, aardappelen en wintergerst. Daarnaast zijn de weiden voornamelijk gelegen langsheen de beekvalleien. Volgens de landbouwtellingen van 2005 zijn er 66 landbouwbedrijven gevestigd te Lierde. In 1980 waren dat er nog 146 en in 1994 nog 99. Talrijke landbouwbedrijven verdwenen de laatste 25 jaar uit Lierde. Uit de verdeling van de akkers en weiden blijkt het gemengd en familiaal karakter van de landbouwbedrijven te Lierde, met een lichte nadruk op akkerbouw en melkveeteelt. Bioindustriële, niet-grondgebonden bedrijven komen er weinig voor. Volgens het G.N.O.P. is de structuur van elk bedrijf is nog klassiek en historisch : vaak hoogstamboomgaarden rond de bedrijfszetel, omgeven door enkele huisweiden en de akkers verderaf. De nattere valleien zijn nog grotendeels als weiden bewaard gebleven, terwijl de drogere plateaustukken overwegend als akker gebruikt worden. Algemeen kan men stellen dat de agrarische structuur van Lierde gekenmerkt wordt door een globale openheid van landbouwgronden met een versnipperde aanwezigheid van grondgebonden agrarische activiteiten en geïsoleerde woningen. Het landschap bestaat vooral uit een aaneenschakeling van velden en weiden. De aanwezige bebouwing bestaat hoofdzakelijk uit hoevegebouwen en verspreide woningen.
GRONDGEBRUIK Om het grondgebruik op het niveau van de gemeente na te gaan, werd gebruik gemaakt van twee gegevensbronnen : − de Statistiek van de Bodembezetting die jaarlijks wordt opgesteld door de Administratie van het Kadaster; − de resultaten van de landbouwtellingen die jaarlijks gepubliceerd worden door het Nationaal Instituut van de Statistiek (N.I.S.) Tussen beide statistische bronnen zijn belangrijke verschillen met betrekking tot de omvang van de oppervlakten. Deze verschillen zijn te verklaren door de verschillende doelstellingen van de tellingen en door de verschillende wijze van gegevensinzameling. Het belangrijkste verschilpunt is dat het Kadaster vertrekt van de bestaande (en gekende) situatie. De landbouwtellingen daarentegen meten enkel de productieve oppervlakte, aangegeven door de landbouwers-grondgebruikers.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
59
Bij het beoordelen van de NIS-gegevens moet ook worden rekening gehouden met het feit dat de gegevens op het niveau van een bedrijf zijn verzameld zodat eveneens terreinen zijn opgenomen die buiten de gemeentegrenzen liggen, anderzijds zijn ook terreinen binnen de gemeente niet opgenomen wanneer zij behoren tot een bedrijf buiten de gemeente. De totale oppervlakte cultuurgrond volgens de landbouwtelling bedraagt 1910,48 ha (NIS, mei 2005). De totale oppervlakte van de gemeente bedraagt 2612 ha. Dit betekent dat ca 73,1% van de opppervlakte van Lierde wordt gebruikt voor landbouwdoeleinden door landbouwbedrijven op het grondgebied van Lierde. Volgens de gegevens van de Statistiek van de Bodembezetting (2005) bedraagt de oppervlakte cultuurgrond 2050 ha ofwel 78,5% van de oppervlakte van Lierde. Het verschil tussen beide cijfers wordt verklaard door volgende conclusie : heel wat cultuurgrond op het grondgebied van Lierde behoort tot landbouwbedrijven buiten de gemeentegrenzen. Uit de vergelijking van de oppervlaktegegevens van de landbouwtelling van de verschillende jaren (tabel 11), blijkt dat de totale oppervlakte cultuurgrond behorende tot een Lierdes landbouwbedrijf op 25 jaar tijd is toegenomen met 195,1 ha. Wanneer de afname van de cultuurgrond over dezelfde periode wordt vergeleken met de afname van de bedrijven (zie verder), blijkt dat het oppervlakteverlies veel minder snel verloopt dan de afname van het aantal bedrijven, waaruit geconcludeerd kan worden dat de vrijgekomen grond door herverdeling onder de resterende bedrijven grotendeels zijn landbouwbestemming bleef behouden. Uit de tabel 11 blijkt duidelijk dat de grootste ruimtegebruiker van de cultuuroppervlakte de categorie akkerbouw is, nl 59% in 2005. Daarna volgt onmiddellijk de categorie weiden en graslanden met 36,8% In de categorie akkerbouw nemen sinds kort de graangewassen het grootste aandeel van de cultuuroppervlakte in met 24,9 %. Hierin wordt het leeuwendeel ingenomen door tarwe en korrelmaïs. De graangewassen zijn weer belangrijker dan de voedergewassen (voornamelijk maïs) in, nl. 19,1 %. Na een sterke groei in de jaren “80 en ’90, blijft hun aandeel nu staniel. Het gebruik van de cultuurgrond in de akkerbouw is, over een periode van 25 jaar, gestegen van 48,9% naar 59% van de totale cultuuroppervlakte. Deze toename is hoofdzakelijk te wijten aan de opmerkelijke opkomst van de maïs- en aardappelteelt die samen de afname van de tarweteelt compenseren. Het oppervlakteaandeel van de tuinbouwgronden is klein en bedroeg slechts 0.15% in 1996 en is de laatste jaren gestegen tot 3,2% in 2005. In de tuinbouw wordt de grootste oppervlakte ingenomen door de fruitteelt en sierplanten. Teelten met behulp van installaties onder glas of plastiek komen in Lierde niet meer voor.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
60
Een vergelijking van de cijfers over de verschillende jaren toont een aantal verschuivingen in het grondgebruik : + Een opmerkelijke stijging qua cultuuroppervlakte deed zich voor in de teelt van voedergewassen en aardappelen. De stijging in de voedergewassen is vooral te wijten aan de uitbreiding van maïs. + In de periode 1980-1996 was de oppervlakte cultuurgrond voor het verbouwen van tarwe en andere graangewassen met ruim 9% gedaald. De laatste jaren neemt de oppervlakte terug toe. Ook de oppervlakte weiden en grasland is geleidelijk afgenomen, maar neemt nog steeds 36,6% van de totale cultuuroppervlakte voor haar rekening. 1980
1996
2005
EVOLUTIE 1980-2005
Abs. (HA-A)
%
Abs. (HA-A)
%
Abs. (HA-A)
%
Abs. (HA-A)
%
WEIDEN EN GRASLAND
870,7
50,8 %
754,7
43,6 %
703,5
36,8 %
- 167,2
- 19,2%
AKKERBOUW
838,7
48,9 %
971,3
56,0 %
1127,9
59,0 %
+ 289,2
+ 34,5%
GRAANGEWASSEN
487,2
28,4 %
326,7
18,9 %
475,4
24,9 %
- 11,8
TARWE
218,3
ANDERE
268,9
12,7 % 15,7 %
228,0 98,7
13,2 % 5,7 %
277,1 198,3
14,5 % 10,4 %
+ 58,8 - 70,6
- 2,4% + 26,9% - 26,3%
NIJVERHEIDSGEWASSEN
122,7
7,2 %
145,6
8,4 %
150,1
7,9 %
+ 27,4
+ 22,3%
VOEDERGEWASSEN
187,6
10,9 %
364,6
21,0 %
365,8
19,1 %
+ 178,2
+ 95,0%
WORTEL- EN KNOLGEWASSEN
51,2
3,0 %
41,6
2,4 %
17,4
0,9 %
- 33,8
- 66,0%
GROENVOEDERGEWASSEN
136,3
8,0 %
323,0
18,6 %
348,4
18,2 %
+ 212,1
+ 155,6%
AARDAPPELEN
41,2
2,4 %
135,0
7,8 %
136,6
7,2 %
+ 95,4
+ 231,6%
TUINBOUW
6,1
0,4 %
2,6
0,2 %
60,5
3,2 %
+ 54,4
+ 891,8%
TEELT IN OPEN LUCHT
0,7
0,0 %
1,3
0,1 %
59,9
3,1 %
+ 59,2
+ 8457,1%
GLASTEELTEN
0,1
0,0 %
0,0
0,0 %
0,0
0,0 %
- 0,1
- 100,0%
ANDERE
5,3
0,3 %
4,2
0,2 %
18.6
1,0 %
+ 13,3
+ 250,9%
1.715,4
100 %
1.732,2
100 %
1.910,5
100 % + 195,1
+ 11,4%
TOTAAL OPP. CULTUURGROND
TABEL 10
: EVOLUTIE GEBRUIK CULTUURGROND IN LIERDE
Bron : N.I.S. landbouwtelling 1980, 1996, 2005
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
61
SPREIDING VAN DE BEDRIJVEN
1. Grondgebonden landbouw De land- en tuinbouw in Lierde is overwegend grondgebonden. Grondgebonden bedrijven zijn bedrijven die afhankelijk zijn van cultuurgrond voor hun productie. In Lierde zijn weilanden, granen en maïs de belangrijkste productierichtingen die de grondgebondenheid van de landbouw uitmaken.
2. Ligging van de land- en tuinbouwbedrijven Wat de ruimtelijke spreiding van de bedrijven betreft kunnen we besluiten dat alle landbouwbedrijven verspreid voorkomen over het grondgebied van Lierde. In bepaalde gebieden kunnen we een zekere concentratie opmerken. Het betreft volgende gebieden : − In de kernen van Hemelveerdegem en gemeldorp komt een sterke concentratie van landbouwbedrijven voor. Dit is minder in de kernen Sint-Maria-Lierde, Sint-Maria-Lierde Station en Sint-Martens-Lierde. − In Sint-Martens-Lierde zijn de bedrijven vooral gelegen langs het lint Tempel-Stratendries en langs de verbindingsweg naar Deftinge. − Concentraties buiten de kernen zijn Watermolenstraat, Oude Kerkhoek, Triepstraat, Stuivenberg en Spende. 3.
Zonevreemde land- en tuinbouwbedrijven Ook landbouwbedrijven kunnen zonevreemd gelegen zijn. Voor het al of niet zonevreemd zijn van een landbouwbedrijf zijn we uitgegaan van de juridische voorwaarden die worden gesteld aan de afbakening van de verschillende zones van het gewestplan. Volgens de inventarisatie van OC-GIS komen er in Lierde geen zonevreemde landbouwbedrijven voor. Dit mede doordat in Lierde geen zuiver woongebied is afgebakend op het gewestplan, waar vb. intensieve veehouderij niet is toegelaten. Wel is één landbouwzetel in Gemeldorp gedeeltelijk zonevreemd (loods gelegen in natuurgebied). Land- en tuinbouwbedrijven zijn vanuit juridisch oogpunt enkel toegelaten in volgende zones van het gewestplan : + agrarisch gebied, + landschappelijk waardevol agrarisch gebied, + woongebied met landelijk karakter, + ecologisch waardevol agrarisch gebied
Legende
Landbouwzetel Landbouwzetel gedeeltelijk gelegen in natuurgebied Ruilverkaveling Nederbrakel
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan LIERDE Opdrachtgever :
Gemeentebestuur van Lierde
KAART 10
LIGGING LANDBOUWZETELS
Juli 2006
1648 - EF
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
63
GROOTTEKLASSE VAN DE BEDRIJVEN In Lierde werden in 2005 66 landbouwbedrijven geteld. Tussen 1980 en 2005 is het aantal landbouwbedrijven sterk afgenomen, van 146 bedrijven in 1980 tot 66 in 2005. Aangezien in dezelfde periode de cultuuroppervlakte in Lierde steeg, bleef het grootste deel van de gronden zijn landbouwbestemming behouden zodat zich een herverdeling van de gronden voordeed die resulteerde in een schaalvergroting van de landbouwbedrijven. Waar er in 1980 gemiddeld 11.49 ha per bedrijf aanwezig was, was dit in 1996 reeds 19.24 ha. Ondertussen bedraagt dit al 28,9 ha per bedrijf.
GROOTTEKLASSE
1980
1990
1996
2005
EVOLUTIE IN %
BEDR.
HA.
BEDR.
HA.
BEDR.
HA.
BEDR.
BEDR.
4
0,0
4
0,0
1
0,0
0
- 100 %
0,01 < 1 HA
13
10,6
4
2,7
2
2,1
10
- 80 %
1 < 5 HA
37
103,7
24
68,2
21
59,7
5 < 10 HA
27
208,9
22
152,1
18
134,5
11
- 60 %
10 < 20 HA
34
496,6
21
313,7
17
243,0
15
- 57 %
20 < 30 HA
24
597,7
19
474,8
9
233,5
5
- 79 %
30 < 50 HA
6
229,2
12
434,0
16
607,3
10
+ 67 %
50 < 80 HA
1
68,6
2
139,5
3
181,3
15
+ 1300 %
+ 80 HA
0
0,0
1
89,2
3
270,8
146
1.715,4
109
1.673,2
90
1.732,2
ZONDER TEELT
TOTAAL
% 66
TABEL 11
: EVOLUTIE VAN HET AANTAL LANDBOUWBEDRIJVEN PER GROOTTEKLASSE IN LIERDE
Bron
: N.I.S. landbouwtelling 1986, 1990, 1996, 2005
- 55 %
Er heeft zich in de laatste jaren een steeds grotere spreiding voorgedaan in de bedrijfsarealen. Momenteel zijn er 15 bedrijven met een oppervlakte cultuurareaal van meer dan 50 ha.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
64
De afname van het aantal bedrijven is de resultante van een ingaande (nieuwkomers) en een nog grotere uitgaande (wijkers) beweging. Ruimtelijk gezien heeft deze evolutie belangrijke repercussies met betrekking tot de (al of niet agrarische) toekomstige bestemming van de bedrijfszetels (de gebouwen) van de wijkers, die de beroepssector verlaten.
VEETEELT De volgende tabel geeft een samenvattend beeld van de veestapel in de gemeente Lierde. Naast het aantal dieren wordt ook het aantal bedrijven gegeven.
1980
1996
2005
AANTAL DIEREN
AANTAL BEDRIJVEN
AANTAL DIEREN
AANTAL BEDRIJVEN
AANTAL DIEREN
AANTAL BEDRIJVEN
RUNDEREN
4430
136
4564
82
3866
59
VARKENS
2684
70
240
9
59
4
PLUIMVEE
100
8
18000
1
18062
7
OVERIGE
228
72
174
18
171
15
TABEL 12
: EVOLUTIE VAN DE VEETEELT
Bron
: land- en tuinbouwtelling, N.I.S.
De veeteelt in Lierde was geörienteerd op rundvee en in mindere mate op varkens. Het meest in het oog springend is de sterke stijging van het aantal pluimvee in de gemeente en het bijna volledig wegvallen van de varkensteelt. De rundveestapel is, als enige sector binnen de veeteelt, redelijk stabiel gebleven. Opvallend is dat echter wel het aantal landbouwbedrijven is gedaald die runderen produceren. De varkensteelt is met meer dan 90% gedaald.
BEDRIJFSOPVOLGING Eén van de grote problemen die zich voor de landbouw stelt in de nabije toekomst, is de bedrijfsopvolging. Steeds meer landbouwers hebben geen opvolger die hun bedrijf wil overnemen. Een groot deel van de huidige landbouwbedrijven is dus gedoemd om binnen een bepaalde tijd te verdwijnen. In de onderstaande tabel wordt het aantal bedrijven met een bedrijfsleider van minstens 50 jaar, die al dan niet beschikken over een vermoedelijke opvolger ouder dan 14 jaar, naast elkaar gezet.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
65
AANTAL LANDBOUWBEDRIJVEN
OPPERVLAKTE
ABS.
%
ABS.
%
VERMOEDELIJKE OPVOLGER
1
1.5
14.69
0.8
GN VERMOEDELIJKE OPVOLGER
12
18.2
196.73
10.3
WEET HET NIET
25
37.9
621.48
32.5
TOTAAL AANTAL BEDRIJVEN MET EEN BEDRIJFSLEIDER > 50 j.
38
57.5
832.90
43.6
TOTAAL AANTAL BEDRIJVEN
66
100
1910.5
100
TABEL 13
: OPVOLGING VAN DE LAND- EN TUINBOUWBEDRIJVEN
Bron
: landbouwtelling, 2005
We zien dat in het totaal 57.5% van de agrarische bedrijven in Lierde vandaag een bedrijfsleider heeft die ouder is dan 50 jaar. Eén derde van die bedrijven, of 18.2% van het totaal aantal bedrijven, heeft hoogstwaarschijnlijk geen opvolger voor het bedrijf. Nog eens 37,9% weet nog niet of er een opvolger is voor het bedrijf. Dit komt erop neer dat binnen twintig à vijfentwintig jaar 18% van de bedrijven van vandaag niet langer zal functioneren als landbouwbedrijf. Deze bedrijven vertegenwoordigen 10,3% van de totale oppervlakte cultuurgrond. Aangezien er nog een groot aantal is dat nog geen zekerheid heeft over een opvolger, kan dit nog veel hoger liggen. Het is te verwachten dat de cultuurgrond grotendeels zal worden overgenomen door andere bedrijven, wat dus een verdere schaalvergroting binnen de landbouw betekent. De bedrijfsgebouwen zelf vormen een apart probleem. De toekomst van die gebouwen zal in grote mate bepaald worden door de locatie en de staat waarin deze gebouwen zich op het moment dat het leeg komt te staan, bevinden.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
5.
66
TOERISTISCH-RECREATIEVE STRUCTUUR
Sportmogelijkheden in Lierde Lierde beschikt over weinig sportinfrastructuur. In de gemeente is er geen sportcentrum of sporthal aanwezig. Bij de bouw van de nieuwe school zal een sportruimte (indoor) voorzien worden. De gemeente heeft wel voetbalterreinen te Sint-Maria-Lierde (Caudenberg), Sint-Martens-Lierde (Tempel) en Deftinge (Geraardsbergsestraat). Het terrein in Sint-Maria-Lierde is volledig zonevreemd gelegen, de terreinen in Sint-Martens-Lierde en Deftinge zijn gedeeltelijk zonevreemd gelegen. Ter hoogte van de voetbalpleinen in Sint-Martens-Lierde zijn er ook tennisterreinen die eveneens deels zonevreemd gelegen zijn. Door de verenigingen wordt regularisatie van de sportpleinen gevraagd. Het gewestplan voorziet in een recreatiezone ter hoogte van Sint-Maria-Lierde Station die niet is ingenomen.
Ligging in de Vlaamse Ardennen Het belangrijkste toeristische trekpunt van Lierde is de ligging in de Vlaamse Ardennen. Deze heuvelachtige streek met zijn typisch cultuur-historisch landschap lokt jaarlijks talrijke wandelaars en fietsers. De streek beschikt dan ook over talloze uitgestippelde en aangeduide auto-, fiets, en wandelroutes. In Lierde kan je volgende uitgestippelde wandeling en fietsroute volgen : + Paterroute : fietsroute door Lierde en Herzele + Kartuizerroute : wandelroute in Sint-Martens-Lierde Bij het nemen van maatregelen inspelend op de infrastructuur, is het dan ook van belang rekening te houden met de toeristischrecreatieve routes.
Cultureel erfgoed Lierde is niet groot maar kent een culturele rijkdom. Meest opvallend zijn de schatten die de Kartuizers uit Zuid-Frankrijk hebben achtergelaten in Sint-Martens-Lierde, een dorp met een abdijverleden : de abdijpoort, het gastenpand en de Kartuizerskerk. Ook de Sint-Jansretabel die te bewonderen is in de gotisch Sint-Janskerk van Hemelveerdegem is een parel van het Lierdse cultureel erfgoed.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
67
De schilderachtige dorpskom van Hemelveerdegem en het voormalig complex van het karthuizerklooster zijn opgenomen als beschermd dorpsgezicht. De talrijke beschermde monumenten en landschappen in Lierde dienen er dan ook voor te zorgen dat de typische dorpsgezichten bewaard blijven.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
6.
68
MICROSCHAAL
Op het microniveau worden de verschillende deelgebieden of kernen van Lierde benaderd en cartografisch weergegeven. Hierbij worden de verschillende thema’s zoals de nederzettingsstructuur, de open ruimte, de infrastructuren, de gebieden voor economische activiteiten e.d. behandeld op schaal van de verschillende onderdelen waaruit Lierde is opgebouwd. Achtereenvolgens worden volgende deelgebieden op microschaal besproken :
+
kern Sint-Maria-Lierde Station
+
kern Sint-Maria-Lierde
+
kern Sint-Martens-Lierde
+
kern Deftinge
+
kern Hemelveerdegem
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
6.1.
69
SINT-MARIA-LIERDE STATION
Lierde heeft van oudsher vier kernen gekend : Sint-Maria-Lierde, Sint-Martens-Lierde, Deftinge en Hemelveerdegem. Belangrijk in de ontwikkeling van Lierde is de kernvorming rond het station en het nieuwe gemeentehuis. Het recente woningproject ‘Nieuwe Wijk’ versterkte de kernfunctie van Sint-Maria-Lierde Station. De kern Lierde wordt doorsneden door de gewestweg N8 waardoor in het noordelijk deel tussen spoorweg en Schoolstraat zich eerder oudere en gesloten woningen bevinden, terwijl het zuidelijke deel met de Nieuwe Wijk en de recente gemeenschapsvoorzieningen een jongere uitstraling kent. Caudenberg, Kardinaalshoek, Nieuwstraat en de steenweg worden gekenmerkt door lintbebouwing. Langs de N8 zijn verschillende functies gevestigd : winkels, horeca, postkantoor, politie en het station. Het station in Lierde wordt in hoofdzaak door pendelaars gebruikt. Knelpunten en kwaliteiten
+
Het voetbalterrein langs de Caudenberg ligt zonevreemd.
+
De aanwezigheid van winkels en voorzieningen versterkt de kern.
+
Het station dat een hoog gebruik kent als pendelstation.
+
De N8 vormt een barrière wat betreft de beleving van Sint-Maria-Lierde Station als kern.
Legende
Kernbebouwing Woonontwikkeling buiten de kern (woonconcentratie) Recente verkaveling Lintbebouwing
Doortocht regionale weg N8 Lokale verbindingsweg Recente herinrichting doortocht B
Spoorweg met station Kernvoorzieningen
B
s
Brakel
P
PO
Sint-Maria-Lierde N42
S
Lagere school
S
School in aanbouw Postkantoor
P
Parking station
G
Gemeentehuis
P
Politie
O
OCMW Voetbalveld
G
s
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan LIERDE Opdrachtgever
Sint-Martens-Lierde Deftinge
:
Gemeentebestuur
van
Lierde
KAART 11 BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR SINT-MARIA-LIERDE STATION Juli 2006
1648-EF
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
6.2.
71
SINT-MARIA-LIERDE
Sint-Maria-Lierde is een kleine landelijke kern bestaande uit een kerkplein met daar rond de kernbebouwing. Sint-Maria-Lierde kent een 1.086 inwoners. In de kern zijn weinig voorzieningen. De kern is enerzijds uitgegroeid langs de Langestraat richting Stuivenberg en anderzijds is er ten zuiden van de N8 ook een woonontwikkeling (oud en recent). Deze twee woonlobben worden doorsneden door de N8. De N8 loopt niet door de dorpskern maar vraagt toch de nodige aandacht naar verkeersveiligheid Ook de Broekbeek die nog duidelijk in het landschap aanwezig is en dicht bij de dorpskern loopt, doorkruist het dorp. Meer in het noordoosten loopt de Kakebeke waar zich ook een woonontwikkeling heeft voorgedaan. Knelpunten en kwaliteiten
+
Weinig kernvoorzieningen.
+
De Broekbeek brengt groen in de dorpskern.
+
Het kerkplein heeft meer mogelijkheden tot een aantrekkelijk plein.
+
De N8 vormt een barrière.
Legende
Kernbebouwing Woonontwikkeling buiten de kern (woonconcentratie) Lintbebouwing Doortocht regionale weg N8 Lokale verbindingsweg
b ke Ka
Beekvallei Bomen langs N8
k
ee K
Kinderopvangtehuis Kerk en -plein Kerkhof
Bro ek b
ee
k N42
K
Station / Brakel
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan
LIERDE Opdrachtgever
:
Gemeentebestuur
van
Lierdel
KAART : 12 BESTAANDE STRUCTUUR SINT-MARIA-LIERDE
Hemelveerdegem Juli 2006
1648 - EF
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
6.3.
73
SINT-MARTENS-LIERDE
Sint-Martens-Lierde is een landelijk woondorp (609 ha) die gegroeid is langs twee hoofdstraten (Kloosterstraat en TempelStratendries) en rond het Kartuizersklooster. Vroeger was er geen echte kern aanwezig. Op de historische kaarten treffen we geen enkele bebouwing aan langs de Kloosterstraat. Vandaag heeft zich langs deze weg één lint gevormd die bijna volledig doorloopt tot Sint-Maria-Lierde Station. De sociale verkaveling Bosveld zorgde voor een woonuitbreiding. Sint-Martens-Lierde kent enkele mooie boerderijen. Langs de Kartuizerstraat zijn nog enkele 18de eeuwse gebouwen behouden van de kartuizerpriorij Sint-Martens-Bos. Wanneer men van de Kloosterstraat naar de Kartuizerstraat stapt, gaat men door het classicistische poortgebouw en komt men op een soort binnenplein waar de Sint-Martinuskerk met daar rond een grasplein en plein met enkele woningen zijn gelegen. Verderop bevinden zich de bibliotheek en het kerkhof. In de kern zijn weinig voorzieningen aanwezig : een basisschool (die echter zal verdwijnen bij het gebruik van de nieuwe school aan het gemeentehuis), kerk en kerkhof en bibliotheek. In 1997 telde Sint-Martens-Lierde 1.776 inwoners en 668 gezinnen. Het aantal inwoners kende een kleine evolutie t.o.v. 1970. 58% van de woningen dateert van voor 1962 wat deels verklaart dat het aantal woningen die niet aan de eisen gesteld voor klein comfort voldoen dan ook hoog ligt (22%). Knelpunten en kwaliteiten
+
Het voetbalterrein en de tennisvelden langs de Tempel liggen (deels) zonevreemd.
+
De Kartuizerstraat is een openbaar domein met een sterke uitstraling.
+
De Kloosterstraat-Opstaldries vormen een gevaarlijke doortocht die de verkeersveiligheid in het gedrang brengen.
Legende
Sint-Maria-Lierde Station Kernbebouwing Lintbebouwing Recente sociale verkaveling Lokale verbindingsweg Gevaarlijke doortocht
Beekvallei Cultuurhistorisch waardevolle ruimte Boomgaard
S S
Lagere school (leegstaand) Kerk en -plein
P
Kerkhof
B
Voetbalterreinen
B
Bibliotheek
Gemeentelijk Structuurplan
Ruimtelijk
Opdrachtgever : Gemeentebestuur van Lierde
KAART 13
Deftinge
BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR VAN SINT-MARTENS-LIERDE Mei 2006
1648-EF
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
6.4.
75
DEFTINGE
Ook Deftinge is een landelijk woondorp in de Vlaamse Ardennen (575 ha - sterk golvend – 30 à 70m Vlaamse Ardennen) De kern van Deftinge is uitgebouwd langs de Wassegemstraat-Kerkstraat-Geraardsbergsestraat waar zich ook de meeste voorzieningen bevinden. Langs westelijke zijde bevindt zich een open, groen binnengebied dat is omringd door lintbebouwing (Kruisstraat-Breebijl, Ottergemstraat). De Dreefstraat is een recente sociale wijk. Deze bebouwing vormt het dorp Deftinge. De kerk, kerkhof, postkantoor en een kleuter- en basisschoolzijn in de kern gelegen. Aan het kruispunt Kruisstraat-Kerkstraat bevindt zich een grasplein met chalet waar de jeugd terecht kan. Achter de kerk is een ruime parking voorzien en met doorkijk naar het open binnengebied. De kern Deftinge wordt omarmd door beekvalleien. In het noorden de Schalkebeek en in het zuiden de Broekbeek met een uitloop tot in de kern. Beide beken zijn duidelijk aanwezig in het landschap loop en worden vergezeld door alluviale bosjes. In 1997 telde Deftinge 1.643 inwoners en 623 gezinnen. Het aantal inwoners is nagenoeg hetzelfde gebleven t.o.v. 1970, het aantal gezinnen is wel gestegen. Ook in Deftinge dateert een groot deel van de woningen van voor 1962 (56%). Knelpunten en kwaliteiten
+
Het voetbalterrein langs de Geraardsbergsestraat ligt zonevreemd.
+
De Kartuizerstraat is een openbaar domein met een sterke uitstraling.
+
Rond de kerk zijn er mogelijkheden om de dorpskern te versterken.
+
Vanuit de dorpskern heeft men nog verschillende groene kijkgaten.
+
De Kerkstraat vormt een gevaarlijke doortocht die de verkeersveiligheid in het gedrang brengen.
Legende
Kernbebouwing
Sint-Martens-Lierde Lintbebouwing Sociale woonwijk Lokale verbindingsweg Gevaarlijke doortocht
k bee e k l a
Beekvallei
Sch
Bro
ekb
eek
Structurerend groen in de dorpskern (vroegere kloostertuin)
S
Lagere school Kerk en -plein
S
Kerkhof
S
Kloostergebouw Speelplein
Geraardsbergen
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan LIERDE Opdrachtgever : Gemeentebestuur van Lierde
KAART 14 BESTAANDE Oktober 2001
STRUCTUUR
DEFTINGE 1648-EF
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
6.5.
77
HEMELVEERDEGEM
De kern Hemelveerdegem, gelegen te midden van een uitgestrekt, golvend open gebied, is duidelijk van een andere grootte-orde dan de andere deelkernen : zowel qua inwonersaantal (418 in 1997), oppervlakte (276 ha) als wat het aantal voorzieningen betreft. Alhoewel een hoog percentage van de woningen dateert van voor WO II , heeft Hemelveerdegem een aangename dorpskern. De oude dorpskern is opgenomen als beschermd dorpsgezicht, samen met een aantal holle wegen die vanuit de dorpkern vertrekken.
Legende
Kernbebouwing Lintbebouwing Spoorweg met station
Beekvallei Structurerend groen in de dorpskern Kerk en -plein Beschermd dorpsgezicht Kerkhof
Larebeek
ek
e ekb
ro
b ene
Mo
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan LIERDE Opdrachtgever
:
Gemeentebestuur
van
Lierde
KAART 15 BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR HEMELVEERDEGEM Juli 2006
1648-ds
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
7.
RUIMTELIJK BELEID OP VLAAMS NIVEAU
7.1.
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN
79
ALGEMENE DOELSTELLINGEN In het kader van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (R.S.V.) werd een gewenste ruimtelijke structuur voor Vlaanderen uitgewerkt. Voor vier structuurbepalende componenten van Vlaanderen werden de ruimtelijke behoeften en de gewenste ruimtelijke structuur geformuleerd. De uitgangsvisie is daarbij de duurzame ruimtelijke ontwikkeling, welke vertaald wordt in de volgende vier basisdoelstellingen: − de selectieve uitbouw van de stedelijke gebieden, het gericht verweven van functies en voorzieningen, waaronder de economische activiteiten binnen de stedelijke gebieden; daarbij gaat absolute prioriteit naar een zo goed mogelijk gebruik en beheer van de bestaande stedelijke structuur; − het behoud en waar mogelijk de versterking van het buitengebied en een bundeling van wonen en werken in de kernen van het buitengebied; − het concentreren van economische activiteiten in die plaatsen die deel uitmaken van de bestaande economische structuur van Vlaanderen; − het optimaliseren van de bestaande verkeers- en vervoersinfrastructuur waarbij de ruimtelijke condities worden gecreëerd voor het verbeteren van het collectief vervoer en de organisatie van vervoersgenererende activiteiten op punten die ontsloten worden door openbaar vervoer.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
80
SPECIFIEKE UITSPRAKEN M.B.T. LIERDE : KERN IN HET BUITENGEBIED Het buitengebied is dit gebied waar de open en onbebouwde ruimte overweegt. Het RSV wil het bestaande buitengebied behouden en waar mogelijk versterken. Verder moet de versnippering van het buitengebied worden tegengegaan door de natuur, landbouw-, bosbouw-, woon-, en werkfuncties zo veel mogelijk te bundelen.
Gewenste nederzettings- en economische structuur De eigen groei van wonen (met een dichtheid van 15 woningen per ha) en werken (één lokaal bedrijventerrein per gemeente nabij een hoofddorp of een bestaand bedrijventerrein) moet opgevangen worden in de kernen van dit gebied. De selectie van woonkernen en hoofddorpen gebeurt in het provinciaal structuurplan.
Gewenste natuurlijke structuur De natuurlijke structuur wordt opgesplitst in vier types, naargelang de natuurwaarde van de gebieden. Het zijn : − − − −
de grote eenheden natuur (GEN vroeger “natuurkerngebieden”)5, de grote eenheden natuur in ontwikkeling (GENO vroeger “natuurontwikkelingsgebieden”), de natuurverbindingsgebieden, en de verwevingsgebieden.
Bijkomend worden twee gebieden afgebakend voor de bosstructuur: − bosgebied, en bosuitbreidingsgebied. De grote eenheden natuur en grote eenheden natuur in ontwikkeling, verwevings-, bos- en bosuitbreidingsgebieden worden afgebakend in gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen. In het RSV worden de gave landschappen opgenomen. Dit zijn landschappen waarvan het samenhangen slechts in beperkte mate gewijzigd wordt door grootschalige ingrepen. Ook de Vlaamse Ardennen wordt als gaaf landschap geselecteerd. De natuurverbindingsgebieden worden in provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen afgebakend.
5
de begrippen “natuurkerngebied” en “natuurontwikkelingsgebied” werden, conform het decreet op natuurbehoud, vervangen door bovenstaande begrippen.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
81
Gewenste agrarische structuur De agrarische structuur is het samenhangend geheel van gebieden die het duurzaam functioneren van de landbouw verzekeren. Het is een complex geheel van gebieden waar de landbouw zeer gedifferentieerd tot uiting komt. Vanuit het oogpunt van de landbouw is een differentiatie van de gebieden van de agrarische structuur in functie van de teelten, niet meer nodig. Maar binnen de verschillende zones van de agrarische macrostructuur moet gestreefd worden naar een optimale externe landbouwstructuur6 Een belangrijke factor in de uitbouw daarvan is de differentiatie naar agrarische bebouwingsmogelijkheden toe.
Gewenste wegeninfrastructuur Het RSV brengt een categorisering aan in het wegenstelsel van Vlaanderen. Hierbij wordt uitgegaan van de gewenste functie (verbinding/gebiedsontsluiting/erfontsluiting) van de weg ten aanzien van de bereikbaarheid en de leefbaarheid. Van de weginfrastructuur rond Lierde is de N42 als primaire weg II geselecteerd in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Het betreft de verbinding N42 tussen het aansluitingscomplex met de E40 te Wetteren en het kruispunt met de N460 aan het industrieterrein te Schendelbeke. De inrichting van een primaire weg II moet vertrekken van een volledige scheiding van verkeerssoorten. De uitvoeringsvorm is die van een autoweg of een weg met gescheiden verkeersafwikkeling. De lokale spoorverbinding Gent-Sint-Pieters-Geraardsbergen die tevens stopt te Lierde is opgenomen in het regionaal spoorwegennet. Een station vindt men in Sint-Maria-Lierde.
6
externe landbouwstructuur : de structuur nodig voor een optimale productiepotentieel voor de landbouwsector, met uitzondering van de bedrijfseigen elementen (=interne structuur)
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
82
LIERDE
FIGUUR 3
: LIERDE BINNEN DE RUIMTELIJKE VISIE OP VLAANDEREN
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
7.2.
83
HET GEWESTPLAN
Het gewestplan is tot stand gekomen in de jaren ‘70. Ze werden opgemaakt omdat men de bodembestemmingen wenste te weten om zo bouw- en verkavelingsvergunningen te kunnen beoordelen. Het gewestplan is tot op heden nog steeds de basis voor het vastleggen van zowel bovengemeentelijke ruimtelijke structuren als voor de gemeentelijke bestemmingen in afwachting van gewestelijke en provinciale uitvoeringsplannen. Lierde valt onder het gewestplan ‘Aalst-Ninove-Geraardsbergen-Zottegem’, goedgekeurd bij K.B. 30 mei 1978. Het gewestplan deelt de gemeente op in verschillende zones en bepaalt de bodembestemmingen ervan. De ontwikkeling van die verschillende zones wordt geregeld via stedenbouwkundige voorschriften. Het gewestplan is reeds tweemaal herzien maar voor Lierde werden geen ingrijpende wijzigingen doorgevoerd (B.Vl.reg. 13.09.1995 en 09.12.1997).
Woongebieden : Er zijn geen gewone woongebieden te Lierde.De bebouwing in Lierde bestaat uitsluitend uit landelijke woonzones, meestal in linten langs de verbindingswegen naar de verschillende deelgemeenten. Er zijn vier woonuitbreidingsgebieden ingekleurd : twee in Sint-Maria-Lierde, één in Sint-Martens-Lierde en één te Deftinge. Bedrijvigheid : Verschillende
(zeven) kleine zones voor ambachtelijke bedrijvigheid liggen verspreid over het grondgebied van
Lierde
Openbare nutsvoorzieningen : Gebieden voor openbare nutsvoorzieningen liggen zowel in de kernen van Sint-Maria-Lierde, SintMartens-Lierde en Deftinge.
Lijninfrastructuur : Een reservatiestrook N45 (van de N42 tot N493) loopt over het grondgebied van Lierde. Natuurgebieden : Er
zijn enkele kleine natuurgebieden aangeduid op het gewestplan voor het grondgebied van Lierde. Deze natuurgebieden liggen versnipperd over het grondgebied. Het zijn vooral delen van de verschillende valleigebieden en alluviale bosjes.
Zone voor recreatie : Gebieden voor dagrecreatie liggen in Sint-Maria-Lierde (Caudenberg) en Deftinge (Geraardsbergsestraat). Agrarisch gebieden : De rest van het grondgebied heeft de bestemming agrarisch gebied gekregen, waarvan allen zijn ingetekend onder de nadere aanwijzing “landschappelijk waardevol agrarisch gebied”.
Legende
bvba Schiettekat De Potter en Zonen
Raoul nv
BPA GEMEENTEHUIS
nv Paul Van Wambeke
Tuypens Motoring Center
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan LIERDE Opdrachtgever :
Gemeentebestuur van Lierde
KAART 16
GEWESTPLAN EN B.P.A.'S
juni 2006
1648 - EF
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
7.3.
85
BESCHERMDE MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN
In de verschillende deelgemeenten van Lierde vinden we beschermde monumenten, landschappen en dorps- en stadsgezichten terug. Hierna volgt een opsomming van de beschermde monumenten en landschappen per deelgemeente (stand 31 december 1997). BESCHRIJVING
SEDERT
DEFTINGE
ST.-URSMARUSKERK
04.02.1947
HEMELVEERDEGEM
ST.-JANSKERK
12.08.1969
SINT-MARTENS-LIERDE
ST.-MARTINUSKERK
11.09.1968
SINT-MARIA-LIERDE
ORGEL IN ST.-MAGDALENAKERK
07.02.1980
SINT-MARTENS-LIERDE
PASTORIE
11.04.1984
SINT-MARTENS-LIERDE
SCHUUR PALEND AAN DE PASTORIE
11.04.1984
SINT-MARTENS-LIERDE
KOSTERHUIS
11.04.1984
SINT-MARTENS-LIERDE
INGANGSPOORT EN HET POORTGEBOUW
11.04.1984
DEFTINGE
KERKHOFMUUR ROND DE ST.-URSMARUSKERK
13.09.1976
HEMELVEERDEGEM
DORPSKOM
24.07.1981
SINT-MARTENS-LIERDE
GEHELE COMPLEX VAN HET VOORMALIG KARTHUIZER-KLOOSTER
11.04.1984
KERKHOF ROND DE ST.-URSMARUSKERK
13.09.1976
PLAATS BESCHERMDE MONUMENTEN
BESCHERMD DORPSGEZICHT
GERANGSCHIKT LANDSCHAP
DEFTINGE
TABEL 14
: BESCHERMDE MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
7.4.
86
BELEID INZAKE NATUUR, MILIEU EN LANDBOUW
Ramsar-, vogelrichtlijn en habitatrichtlijngebieden In Lierde zijn geen Ramsar- en vogelrichtlijngebieden afgebakend. In uitvoering van de EEG-Habitatrichtlijn (21/05/1992) inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde fauna en flora werden door de Vlaamse Regering (14/06/1996) 40 habitatgebieden aangeduid. Op de grens met Zottegem en Geraardsbergen is een habitatrichtlijngebied afgebakend dat de Moenebroek beschermt en waar een deel van het Parkbos en Ophasseltbos zijn opgenomen (afbakening zie kaart landelijk gebied). Ruilverkaveling De ruilverkaveling Nederbrakel strekt zich uit over de delen van de gemeenten Brakel (Nederbrakel), Lierde (Sint-Maria-Lierde) en Zottegem (Sint-Maria-Oudenhove). De ruilverkaveling Nederbrakel situeert zich in het westen van Lierde en neemt ongeveer 90 ha van het grondgebied van Lierde in. Het gaat om de Lierenhoek. (afbakening zie kaart ligging landbouwzetels). Natuurreservaten Twee erkende natuurreservaten (Moenebroek en Uilenbroek) liggen gedeeltelijk op het grondgebied Lierde (zie kaart 8 landelijk gebied).
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
8.
RUIMTELIJK BELEID OP PROVINCIAAL OF BOVENLOKAAL NIVEAU
8.1.
PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN OOST-VLAANDEREN
8.1.1.
ALGEMENE DOELSTELLING
87
Naast het Structuurplan Vlaanderen biedt ook het provinciaal ruimtelijk structuurplan (PRS) een referentiekader voor de ruimtelijke planning op gemeentelijk niveau. Het Structuurplan Oost-Vlaanderen richt zich naar het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (subsidiariteitsbeginsel) als kader voor de provinciale structuurplanning. Ook inhoudelijk is het RSV richtinggevend voor het provinciaal ruimtelijk structuurplan. Het provinciaal ruimtelijk structuurplan werd door de minister goedgekeurd op 18 februari 2004.
8.1.2.
LIERDE BEHOORT TOT HET ZUIDELIJK OPENRUIMTEGEBIED
In het PRS worden verschillende hoofd- en deelruimten onderscheiden. Voor elk van deze deelruimten worden de uitgangspunten voor het beleid en de ruimtelijke visie en concepten geformuleerd. Lierde behoort tot het ‘Zuidelijk-openruimtegebied’. De visie op de ruimtelijk ontwikkeling van het zuidelijk openruimtegebied wordt verwoord met de slagzin ‘Het zuidelijk openruimtegebied als landelijk landschap en groene long van bovenregionaal belang’. Deze visie wordt vertaald in een 4-tal ruimtelijke concepten : ! het fysisch systeem als kapstok voor de landschapsvormende functies bos, natuur en landbouw; ! behoud en versterking van het hiërarchisch spreidingspatroon en de cultuurhistorische waarde van de nederzettingen; ! de kleine steden als ontwikkelingspolen in de regio; ! een ontsluitingssysteem gericht op de leefbaarheid van de stedelijk-economische structuur en op het vrijwaren van het rustig karakter van het buitengebied.
8.1.3.
SPECIFIEKE UITSPRAKEN OVER LIERDE
Met de visie en de concepten als basis zijn de ontwikkelingsperspectieven per deelstructuur verder uitgewerkt. Uitspraken m.b.t. de verschillende gewenste deelstructuren relevant voor Lierde zijn :
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
88
Nederzettingsstructuur :
-
Aanvankelijk was in Lierde geen hoofddorp geselecteerd. In de definitieve versie werden Sint-Maria-Lierde, Sint-MariaLierde Station en Sint-Martens-Lierde als meerkernig hoofddorp geselecteerd. Het PRS vermeldt hierbij expliciet: De
gemeente heeft geen uitgesproken hoofdkern, zodat een selectie van één hoofddorp enkel arbitrair zou kunnen gebeuren. De gemeente is te klein om meerdere hoofddorpen aan te duiden, zodat hier voor een meerkernig hoofddorp geopteerd wordt. Specifiek wat de lokale bedrijventereinen betreft, kan de gemeente zelf de lokalisatie bepalen. Deftinge wordt als woonkern opgenomen.
-
In het PRS is een maximale toewijzing aan bijkomende woningen uitgewerkt voor de periode 1991-2007. Deze toewijzing geldt als toetsingskader voor de gemeentelijke woonbehoeftenstudie voor de periode 1991-2007. Volgens het scenario 1 (61%-39% verdeling) komt dit voor Lierde neer op 283 woningen. Bij de verdeling van de woonbehoeften volgens scenario 2 wordt geopteerd om de toewijzing aan het buitengebied te laten toenemen naar een meer realistische verhouding. Dit betekent voor Lierde maximaal 326 woningen.
Economische structuur :
-
Inzake bedrijvigheid hoort Lierde niet tot een structurerend onderdeel van de gewenste ruimtelijk-economische structuur in Oost-Vlaanderen. De buurgemeenten Zottegem en Geraardsbergen zijn in het structuurplan Vlaanderen geselecteerd als economisch knooppunten.
-
Voor de periode 1994-2007 wordt een realisatie van 5 ha per hoofddorp als richtnorm behouden.
Verkeersinfrastructuur :
-
De N42 is geselecteerd als primaire weg II in het RSV en het PRS heeft de N8 als secundaire weg type II aangeduid.
Natuurlijke structuur :
-
Het provinciaal structuurplan heeft als taakstelling het aangeven van gebiedseigen ontwikkelingsperspectieven voor natuurverbindingsgebieden. Dit is een verfijning van het RSV.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
-
89
De Pachtbosbeek en Parkbosbeek worden naar voor geschoven als elementen van de natuurlijke structuur die kunnen behoren tot een GEN of GENO. De Larebeek, Molenbeek, Broekbeek (Deftinge) en Ophasseltbeek-Broekbeek zijn opgenomen als elementen van bovenlokale ecologische infrastructuur.
Agrarische structuur
-
Een differentiatie van het agrarisch gebied in functie van de bebouwingsmogelijkheden wordt het best op gemeentelijk niveau bekeken.
-
Het beleid in de ‘open landbouwgebieden’ moet gericht zijn op het bestendigen van het agrarisch grondgebruik ten behoeve van de beroepslandbouw. Binnen de structureel meer aangetaste gebieden moet het beleid gericht zijn op het creëren van specifiek ontwikkelingsmogelijkheden voor land- en tuinbouw en aanverwante sectoren.
Toeristisch-recreatieve structuur :
-
Lierde behoort niet tot één specifieke beleidscategorie inzake toeristisch-recreatieve structuur. Het ligt in het toeristischrecreatief netwerk Vlaamse Ardennen. Binnen het gebied kunnen kleinschalige verblijfselementen worden ontwikkeld.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
8.2.
90
STRATEGISCH PLAN ZUID-OOST VLAANDEREN
Onder impuls van de regionale Kamers van Koophandel en Nijverheid en de Nationale bank van België, vestiging Aalst, is er sinds zomer 1994, in de regio gewerkt aan het opzetten van een streekplatform voor de economische ontwikkeling van de regio Zuidoost-Vlaanderen. Op 29 november 1995 werd het Strategisch Plan Zuid-Oost-Vlaanderen erkend als streekplatform door de Vlaamse Regering in het kader van haar vernieuwd regionaal economisch beleid. Uit deze bundel wordt vooral de visie op de economische ontwikkeling en de ruimtelijke ordening weergegeven :
-
Het ondernemingsklimaat dient verder aangemoedigd te worden.
-
De primaire sector is de laatste jaren sterk onder druk komen te staan. Deze sector blijft echter van groot belang, niet alleen als werkverschaffer maar ook als beschermer van de open ruimte.
-
Verdere verweving van activiteiten zoals recreatie, natuurontwikkeling,... met de landbouw moeten gestimuleerd worden.
-
De streek heeft een sterke traditie op industrieel vlak. De belangrijkste activiteiten zijn textiel- en bouwnijverheid. Hierbij dient voldoende aandacht te gaan naar historisch gegroeide bedrijven.
-
Het aanbod aan nieuwe, goed gelegen en ontsloten regionale bedrijven alsook aan lokale bedrijventerreinen (om de plaatselijke en zonevreemde bedrijven) op te vangen) dient dringend te vergroten.
-
Een belangrijke zwakte voor de regio is de zwakke ontsluiting. Dit betekent dat verschillende gewestwegen de ontsluitings- en verbindingsfunctie in deze regio dienen te vervullen. De N8 en de N42 zijn voor Lierde de belangrijkste wegen.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
9.
RUIMTELIJK BELEID OP LOKAAL NIVEAU
9.1.
BIJZONDERE PLANNEN VAN AANLEG
91
Lierde heeft twee goedgekeurde Bijzonder Plannen van Aanleg, BPA Gemeentehuis en BPA zonevreemde bedrijven. Het B.P.A.Nr.3 Gemeentehuis werd goedgekeurd bij Ministerieel Besluit op 3 december 1997. Het B.P.A. is gelegen tussen de Nieuwstraat, Nieuwe Wijk en Groenstraat in Sint-Maria-Lierde en de totale oppervlakte omvat ongeveer 3,7 ha waarvan ongeveer 2,78 ha voor openbare bestemming. Het B.P.A. is ontstaan uit de problematiek van de centrumfunctie. De uitwerking van een centrale kern voor de verschillende deelgemeenten die door fusie werden samengebracht bleef achterwege. Door de bouw van een nieuw gemeentehuis in SintMaria-Lierde wil het gemeentebestuur een nieuwe kern ontwikkelen die centraal gelegen is t.o.v. de deelkernen. Dit B.P.A. betreft een zone voor de bouw van een school met accommodatie, de aanleg van een containerpark en een voorziene uitbreiding van de zone voor openbare diensten. De nieuwe bestemmingen zullen aansluiten aan het reeds bestaande gemeentehuis met technische diensten. Op het Gewestplan zijn volgende bestemmingen voor dit gebied aangeduid :
-
landelijke woonzone dat men wil behouden met uitzondering voor het gemeentehuisterrein waar de bestemming achterhaald is door bestemming van openbaar nut ;
-
landschappelijk waardevolle agrarische zone waarvan de bestemming achterhaald is.
Algemeen stelt men dat de locatie van dit B.P.A. zeer gunstig is t.o.v. de andere deelgemeenten en dat daarbij het centraliseren van deze gemeenschapsvoorzieningen kernversterkend werkt. Het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven werd door de minister goedgekeurd op 27 juni 2003. Vijf bedrijven krijgen hierdoor beperkte ontwikkelingsmogelijkheden. Momenteel doorlopen nog twee BPA’s de officiële procedure : BPA Dorpsstraat (inplanting gemeentelijk containerpark en lokaal bedrijventerrein) en het sectoraal BPA zonevreemde sport- en recreatieterreinen voor drie bestaande terreinen in Deftinge en SintMartens-Lierde.
Legende
Zone voor open bebouwing Zone voor half-open bebouwing Zone voor openbaar nut : Technische diensten en containerpark Uitbreiding openbare diensten Onderwijs en cultuur Gemeentehuis
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan
LIERDE Opdrachtgever
:
Gemeentebestuur
van
Lierde
KAART 17 B.P.A. NR.3 GEMEENTEHUIS Juni 2006
1648 - EF
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
9.2.
93
INRICHTINGSPLAN LOKAAL BEDRIJVENTERREIN
Eén van de meest urgente knelpunten was de zoektocht naar een nieuwe locatie voor het gemeentelijk containerpark (zie ook hoofdstuk 12). Deze werd ondertussen gevonden op de ongebruikte zone voor gemeenschapsvoorzieningen te Sint-Maria-Lierde. Het gemeentelijk containerpark zou gecombineerd worden met de aanleg van het lokaal bedrijventerrein. Om het containerpark te kunnen vergunnen vroeg AROHM echter een inrichtingsplan voor de gehele zone. Op vraag van de gemeente werd dit door Groep Planning uitgevoerd. Hieronder worden kort de resultaten van deze studie toegelicht. Een optimale ontsluiting van het lokaal bedrijventerrein via de Dorpsstraat naar de Steenweg (N8), conform de categorisering voorgesteld in de gewenste verkeersstructuur. De N8 werd tevens in het provinciaal ruimtelijk structuurplan als secundaire weg geselecteerd die ontsluiting geeft naar de primaire weg N42.
Het terrein sluit aan bij de bebouwde kern van Sint-Maria-Lierde. In Lierde zijn geen terreinen beschikbaar die een inbreidend karakter hebben. Net zoals de andere locaties leidt het tot een uitbreiding van de kern. Het lokaal bedrijventerrein zal echter van die aard zijn dat de ruimtelijke impact minimaal is zodat de ligging in een woonkern gedragen kan worden.
Conform de behoeftenbepaling aan bijkomende bedrijventerreinen (informatief deel) wordt de bruto oppervlakte van het lokaal bedrijventerrein begrenst op 5 ha. Het containerpark zal daarbij een oppervlakte van bruto 75 are beslaan.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
94
De inrichting dient met een maximale landschappelijke inpassing te gebeuren. Lierde wordt gekenmerkt door een landschap van getuigenheuvels (open) en beekvalleien (eerder gesloten). Het terrein situeert zich ook in dit landschap en bevindt zich op de kam van een heuvel die gekenmerkt wordt door een open landschap. Naar inrichting toe is het dan ook belangrijk dat het bedrijventerrein geïntegreerd wordt in het landschap (visuele impact), dat er rekening gehouden wordt met bio-ecologische aspecten en dat voldoende aandacht geschonken wordt aan de architecturale expressie van het bedrijventerrein (een ‘ontworpen’ bedrijventerrein). De ontwikkeling en inrichting van het terrein gebeuren d.m.v. een flexibel basisplan. Er is een gefaseerde ontwikkeling mogelijk volgens een raster uitgetekend op de bestaande perceelsstructuur.
Het terrein wordt tevens gebufferd t.o.v. de kern van Sint-Maria-Lierde.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
9.3.
95
GEMEENTELIJK NATUURONTWIKKELINGSPLAN (GNOP)
In het kader van de milieuconvenant heeft Lierde een Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan laten opstellen. Het GNOP omschrijft het beleid dat de gemeente voor haar grondgebied zal voeren op het vlak van natuurbehoud. Het vertrekt vanuit een globale visie van de bestaande toestand van de natuur in Lierde. In een tweede deel van het GNOP worden - vanuit een algemene beleidsvisie t.a.v. het natuurbehoud op gemeentelijk vlak specifieke opties geformuleerd en uitgewerkt naar gerichte acties. De algemene doelstellingen hebben tot doel de algemene basisecologische kwaliteit van het volledig gemeentelijk grondgebied te verhogen. De specifieke doelstellingen voor de verschillende landschapseenheden zijn gericht op het beschermen, herstellen en ontwikkelen van natuur- en landschapswaarden. De acties zijn in hoofdzaak gericht op het onderhouden van de kleine landschapselementen, sensibilisering, kleinschalige waterzuivering, het aankleden van de beekvalleien als groene linten door het landschap, bebossingsproject. Het GNOP diende als leidraad voor het beschrijven van de bestaande en gewenste natuurlijke structuur in het structuurplan.
9.4.
MOBILITEITSPLAN LIERDE
Begin 1998 werd in het kader van de mobiliteitsconvenant gestart met de opmaak van een mobiliteitsplan door Groep Planning. In Het mobiliteitsplan en meer het beleidsplan werd begin 2003 definitief conform verklaard. Hierin werd een duurzaam mobiliteitsscenario ontwikkeld: Het wonen in de kern moet worden gestimuleerd. Bij de inpassing van de woonbehoeften verdienen inbreidingsprojecten in de dorpskern prioriteit ten opzichte van nieuwe excentrische verkavelingen. Kortom het woonbeleid is gericht op kernversterking en verdichting. In de kernen primeert de verblijfsfunctie. De verkeersleefbaarheid wordt aangepakt. De verschillende kernen worden heringericht als zone 30-gebieden, met uitzondering van de gewestweg N8. De N8 als secundaire weg II is een drukke activiteitenas waaraan een nieuw lokaal bedrijventerrein wordt op aangesloten. Bovendien is de N8, net als de N42, geselecteerd als weg voor uitzonderlijk transport.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
96
Op de N42 wordt door de gemeente voor drie schakelpunten gekozen. Het nog op te maken streefbeeld zal het aantal schakelpunten verder onderzoeken. De gemeenschapsuitrusting, als een belangrijk onderdeel van de woonomgeving, moet worden verbeterd. Zij moeten worden uitgebouwd in functie van de lokale behoeften. Zo wordt een nieuw lokaal bedrijventerrein ontwikkeld in Sint-Maria-Lierde in de Dorpsstraat, wordt een nieuw schoolgebouw gerealiseerd nabij het gemeentehuis en wordt de sportaccommodatie gevoelig verbeterd met voetbalterreinen, tennisbanen, volleyvelden enz. Het openbaar domein moet op een kwaliteitsvolle manier worden heringericht op schaal van de kern. De doortochten te Deftinge (Wassegemstraat – Kerkstraat – Geraardsbergsestraat) en Sint-Maria-Lierde-Station (N8) worden ingericht op maat van de zwakke weggebruiker. Alle knelpunten op het wegennet worden weggewerkt. De aanwezige milieuwaarden en landschappelijke waarden moeten optimaal worden beschermd en waar nodig geherwaardeerd. Het parkeren in de kernen wordt beperkt tot parkeergelegenheid voor plaatselijke behoefte. Er wordt geen uitbreiding van parkeergelegenheid voorzien. Bij de uitbreiding van de sportaccommodatie en de herlokalisatie van de school zal het aantal parkeerplaatsen moeten bepaald worden. Om de congestie op de wegen te verminderen, het aantal ongevallen te reduceren (door minder autokilometer) en de parkeerdruk te verminderen, wordt geopteerd voor de aanleg van een carpoolparking aan het kruispunt N42 – N8. In functie van het sluikparkeren wordt de voorkeur gegeven aan het kruispunt N42 – N8 i.p.v. het kruispunt N42 – N460 te Schendelbeke. Het stimuleren van het fietsgebruik gaat samen met het uitstippelen van een degelijk, samenhangend, continu en veilig fietsnetwerk die alle deelgemeenten met elkaar en het centrum verbindt. De specifieke locaties waar het fietsnetwerk wegen met een belangrijke verkeersfunctie kruist, worden extra beveiligd, zodat meer kansen aan het gebruik van de fiets wordt geboden. Het verhogen van het fietsaandeel wordt ondersteund door fietsvergoeding voor gemeentelijke ambtenaren, veilige fietsstallingen dichtbij ingang van het bedrijf en douches. Om niet alleen het fietsverkeer maar ook het voetgangerverkeer te stimuleren moeten de af te leggen routes korter en aangenamer zijn dan voor wagens. De veiligheid van de scholieren wordt geoptimaliseerd door de schoolomgevingen herin te richten. De scholen worden geïntegreerd in de vooropgestelde zone 30 gebieden en de herinrichting van de centrale as. Een belangrijk aspect inzake veiligheid van de schoolomgevingen zijn de routes op weg naar school gebruikt door de fietsers en voetgangers. Met het oog op verbetering van de schoolroutes kunnen ook alternatieve verplaatsingswijzen voor de auto, zoals fiets (cfr. fietsnetwerk) en openbaar vervoer (cfr. beter openbaar vervoersaanbod) gepromoot worden.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
97
Het openbaar vervoer is zowel ruimtelijk als qua frequentie niet voldoende uitgebouwd. Om aan de criteria van het decreet basismobiliteit te voldoen moet een belbusproject worden opgestart en worden een aantal nieuwe buslijnen ingevoerd. De ankerpunten van deze belbus worden Geraardsbergen station en Brakel Busstation waar er overstappen met resp. de treinen en de bussen worden voorzien. Op 1 januari 2003 zal buslijn 17 Geraardsbergen – Lierde – Oudenaarde gestart worden. Dankzij de bussen wordt het nog te ontwikkelen sportaccommodatie bereikbaar met het openbaar vervoer. De kinderen worden met de schoolbus gebracht en afgehaald. Uit de enquête blijkt dat 45% van de ouders terug naar huis keert. Met een schoolbus worden de autokilometers gereduceerd. Bovendien wordt de schoolpoort veiliger door een vermindering van het aantal ouders die hun kinderen afzetten aan de schoolpoort. Een fenomeen die zich de laatste jaren meer en meer manifesteert in Lierde is het “fietstoerisme”. De dagjesmensen verplaatsen zich met de auto naar het centrum van Sint-Maria-Lierde. De wagen wordt aan het station geparkeerd, waarna de fiets uit het voertuig wordt gehaald. Vervolgens genieten deze mensen van de Vlaamse Ardennen met de fiets. Het beleid zal er opgericht zijn om deze huidige trend om te buigen. Ook de recreanten moeten zoveel mogelijk gebruik maken van “duurzame” vervoermiddelen. Niet alleen de inwoners van Lierde zullen de weg vinden naar het gebruik van vervoermiddelen zoals fiets en openbaar vervoer voor verplaatsingen binnen de gemeentegrenzen, maar ook de recreanten die niet van Lierde afkomstig zijn, worden gestimuleerd om de auto achterwege te laten. De fietstoerist wordt dankzij bijzondere aanbiedingen gestimuleerd om de speciale formule (“fiets en trein, een dynamische combinatie”) die de NMBS aanbiedt toe te passen. Een andere formule bestaat er in dat aan elk station van Lierde huurfietsen of mountainbikes ter beschikking worden gesteld. Als extra stimulans wordt door de overheid elke treinreiziger, die een geldig vervoersbewijs (trein+fiets) kan voorleggen of die zich in Lierde verplaatst met een huurfiets, beloond. Het herinrichten van het station zou de aantrekkelijkheid van de kern verhogen. Een volwaardige herwaardering van de stationsomgeving, een afwerking van het bebouwd gebied ter hoogte van het station, het creëren van een afsluitend perspectief, zijn hierbij mogelijke aandachtspunten. Er wordt voorgesteld om de frequentie op het traject Zottegem-Geraardsbergen te verhogen. Daarbij zal een afstemming gebeuren tussen bussen en treinen. Om de centrumfunctie van de gemeente te versterken wordt een halte voorzien aan het station en aan het gemeentehuis. Bovendien worden de stations van Hemelveerdegem en Gemeldorp opnieuw geopend, zodat het treingebruik bij de fietstoerist nog aantrekkelijker wordt.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
98
10.
DEMOGRAFISCH PROFIEL EN WOONBEHOEFTE
10.1.
DEMOGRAFISCH PROFIEL BEVOLKING LIERDE
Demografische processen vormen belangrijke randvoorwaarden voor de planning van allerlei soorten voorzieningen als sociale, culturele, technische, economische e.a. Het is dan ook evident om in het kader van het ruimtelijk structuurplan een beter inzicht te verwerven in de bevolkingsevolutie, de bevolkingsstructuur en de recente demografische tendensen (met hun toekomstige consequenties) van de stad willen we komen tot een onderbouwde ontwikkelingsstrategie voor Lierde.
10.1.1.
BEVOLKINGSEVOLUTIE OP GEMEENTELIJK NIVEAU
EVOLUTIE VAN HET AANTAL INWONERS Op 1 januari 2005 telde de gemeente Lierde 6426 inwoners. Dit is een kleine stijging van 1,3% t.o.v. het jaar 1970. Wanneer we echter deze periode gaan opsplitsen zien we dat Lierde in de periode 1970-1981 een dalend aantal inwoners kende, maar dat in de periode 1981-2005 de bevolking weer is toegenomen.
GEMEENTE LIERDE
JAAR
ARR. OUDENAARDE
PROV. OOST-VLAANDEREN
AANTAL INW.
INDEX
AANTAL INW.
INDEX
AANTAL INW.
INDEX
1970
6.219
100.0
113.845
100.0
1.310.115
100.0
1981
6.078
97.7
112.501
98.8
1.331.192
101.6
1991
6.149
98.9
112.374
98.7
1.335.793
102.0
1997
6.268
100.8
113.811
99.9
1.349.382
103.0
2001
6.302
101.3
114.390
100.5
1.363.672
104.1
2005
6.426
103.3
115.379
101.3
1.380.072
105.3
TABEL 15
: VERGELIJKING VAN DE BEVOLKINGSEVOLUTIE VAN LIERDE MET ARRONDISSEMENT OUDENAARDE EN DE PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
Bron
: N.I.S.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
99
Wanneer we de evolutie van het bevolkingscijfer van Lierde met deze van het arrondissement Oudenaarde en de provincie OostVlaanderen in zijn geheel wordt vergeleken, stellen we vast dat de bevolkingsevolutie van het arrondissement een zelfde verloop kent, nl. eerst een dalend verloop om daarna weer toe te nemen. De provincie Oost-Vlaanderen kent een stijgende groei sinds 1970. Om na te gaan of deze algemene bevolkingstoename typerend is voor de regio vergelijken we in volgende tabel de bevolkingsevolutie van Lierde met die van de omliggende gemeenten.
EVOLUTIE 1970
1970 - 1981
1981 - 1991
1991 - 2001
2001-2005
LIERDE
-2,3%
+1,2%
+2,5%
+2,0%
+3,3%
ARR. OUDENAARDE
-1,2%
-0,1%
+1,8%
+0,9%
+1,3%
ARR. GENT
+1,0%
-
+1,9%
+1,7%
+5,5%
ARR. AALST
-0,5%
-1,5%
+1,4%
+0,6%
+0,0%
OOST-VLAANDEREN
+1,6%
+0,4%
+2,1%
+1,2%
+5,3%
ZOTTEGEM
+3,3%
-2,5%
+0,1%
-0,6%
0,2%
HERZELE
+0,7%
-0,6%
+4,7%
+0,6%
5,6%
BRAKEL
-4,2%
-1,5%
+0,7%
-0,1%
-5,0%
GERAARDSBERGEN
-2,3%
-0,6%
+2,1%
+0,6%
-0,2%
BUURGEMEENTEN
TABEL 16
: VERGELIJKING VAN DE BEVOLKINGSEVOLUTIE VAN LIERDE MET OMLIGGENDE GEMEENTEN
Bron
: N.I.S., Volkstellingen
- 2005
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
100
In vergelijking met de omliggende gemeenten zien we dat Lierde een middenpositie inneemt. Herzele heeft algemeen een sterke stijging gekend en Brakel een sterke daling. Vooral in de periode 1981-1991 nemen we in Lierde een grotere stijging waar dan in de omliggende gemeenten. Ook in de laatste jaren is er in tegenstelling tot de omliggende gemeenten een duidelijke stijging waar te nemen.
NATUURLIJKE GROEI EN MIGRATIESALDO Volgende grafiek geeft de bevolkingsevolutie van Lierde vanaf 1977 weer. Algemeen kent de evolutie een positief verloop. Van 1977 tot 1981 kent de bevolking een daling. De periode 1980-1983 kenmerkt zich door een stijgend verloop. Vanaf 1983 daalt het bevolkingscijfer opnieuw tot 1989 om daarna weer te stijgen tot heden.
6450 6400 6350 6300 6250 6200 6150 6100 6050
FIGUUR 4
: BEVOLKINGSEVOLUTIE LIERDE 1977-2004
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
1988
1987
1986
1985
1984
1983
1982
1981
1980
1979
1978
1977
6000
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
101
Om de oorzaak van deze stijging na te gaan, wordt de evolutie van de bevolking weergegeven. Hiervoor wordt de natuurlijke aangroei (= aantal geboorten - aantal sterften) naast het migratiesaldo geplaatst (= aantal inwijkingen - aantal uitwijkingen). De som van deze cijfers bepaalt de bevolkingsevolutie. AANTAL OP
BEVOLKINGSAANTAL
SALDO
GEBOORTEN
STERFTEN
NATUURLIJKE
INWIJKING
UITWIJKING
MIGRATIE
AANGROEI
1977
6.061
1978
6.079
1979
6.063
-16
57
64
-7
152
161
-9
1980
6.042
-21
58
89
-31
184
174
+10
1981
6.094
+52
53
83
-30
217
177
+40
1982
6.123
+29
72
66
+6
241
218
+23
1983
6.140
+17
78
75
+3
201
187
+14
1984
6.127
-13
63
75
-12
182
183
-1
1985
6.111
-16
69
70
-1
155
170
-15
1986
6.120
+9
50
68
-18
230
203
+27
+18
79
75
+4
188
166
+22
65
74
-9
175
148
+27
1987
6.128
+8
58
66
-8
183
167
+16
1988
6.108
-20
47
62
-15
191
212
-21
1989
6.089
-19
61
86
-25
194
187
+7
1990
6.148
+59
62
79
-17
243
167
+76
1991
6.159
+11
77
70
+7
223
219
+4
1992
6.166
+7
51
73
-22
200
171
+29
1993
6.199
+33
75
46
+29
191
187
+4
1994
6.180
-19
48
61
-13
226
232
-6
1995
6.195
+15
66
49
+17
229
229
0
1996
6.255
+60
60
72
-12
270
198
+72
1997
6.271
+16
55
57
-2
264
244
+20
1998
6.282
+11
54
53
+1
232
217
+15
1999
6.291
+9
56
56
0
238
228
+10
2000
6302
+11
49
59
-10
256
235
21
2001
6374
+73
72
55
17
305
249
56
2002
6400
+26
62
55
7
286
267
19
2003
6399
-8
64
68
-4
248
252
-4
2004
6426
+25
58
45
13
267
255
12
TABEL 17
: EVOLUTIE VAN HET MIGRATIESALDO EN VAN DE NATUURLIJKE GROEI SINDS 1978 DE GEMEENTE LIERDE
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
102
OPMERKING : Door een aantal ‘rechtzettingen’ van de bevolkingscijfers van het N.I.S. na 1988, zonder daarbij hetzij de migratiecijfers, hetzij het geboorte- en sterftecijfer aan te passen, komt het hier gegeven saldo niet altijd overeen met het verschil tussen migratiesaldo en natuurlijke aangroei. Zoals blijkt uit de tabel kent het bevolkingscijfer een lichte stijging. Deze toename vindt voornamelijk plaats in de periode 19902005. Deze stijging heeft vooral te maken met een positief migratiesaldo (meer inwijkingen dan uitwijkingen). De natuurlijke groei is overwegend negatief (minder geboorten dan sterften). Enkel de laatste jaren is het natuurlijk saldo in evenwicht. Dit negatieve cijfer wordt echter opgetrokken door het migratiesaldo. Vooral in de jaren 1981, 1990, 1996 en 2001. Op onderstaande figuur worden de migratie en de natuurlijke groei grafisch voorgesteld:
100 80 60 Saldo 40
Nat.groei Migratie
20 0 -20
FIGUUR 5
: MIGRATIE EN NATUURLIJKE GROEI IN LIERDE 1978-2004
2004
2002
2000
1998
1996
1994
1992
1990
1988
1986
1984
1982
1980
1978
-40
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
103
BEVOLKINGSEVOLUTIE PER LEEFTIJDSKLASSE Een analyse van de leeftijdsopbouw van de bevolking is belangrijk om bevolkingsvooruitzichten en andere afgeleide factoren zoals behoefte aan huisvesting zinvol te kunnen benaderen. Volgende tabel geeft de evolutie van het aantal inwoners van Lierde sinds de volkstelling van 1981 weer. Hierbij wordt de bevolking in vijf leeftijdsklassen opgedeeld.
1981
LEEFTIJDSKLASSE ABS.
0 - 14
1.161
1991 %
19,1%
ABS.
1.024
2001 %
16,7%
ABS.
991
2005 %
15,7%
ABS.
1036
EVOLUTIE 1981-2005 %
16,1%
ABS.
-125
% -10,8%
15 - 24
995
16,4%
865
14,1%
729
11,6%
698
10,9%
-297
-29,8%
25 - 44
1.537
25,3%
1.823
29,6%
1884
29,9%
1834
28,5%
+297
+19,3%
45 - 64
1.464
24,1%
1.530
24,9%
1546
24,5%
1638
25,5%
+174
+11,9%
15 - 64
3.996
65,74%
4.218
68,6%
4159
66,0%
4170
64,9%
+174
+4,4%
65 +
921
15,15%
907
14,8%
1152
18,3%
1220
19,0%
+299
+32,5%
TOTAAL
6.078
6.149
6302
6426
TABEL 18
: EVOLUTIE VAN DE BEVOLKING OPGEDEELD IN VIJF LEEFTIJDSKLASSEN
Bron
: N.I.S., Volkstellingen
+348
De tabel toont ons de evolutie van het aantal inwoners per leeftijdsklasse voor de hele gemeente over een periode van 25 jaar. Volgende tendenzen vallen onmiddellijk op : ∗ de ontgroening : de daling van de leeftijdsgroep jonger dan 15 jaar met 10,8% en van de leeftijdsgroep 15-24 met 29,8%. Deze daling is in Lierde zeer uitgesproken. ∗ toename van de middengroep : in de categorie 15-64jarigen is er een duidelijk onderscheid tussen de groep 15-24 jarigen die een sterke daling kent en de leeftijdsklassen boven de 24 jaar die een positieve groei kennen. Ondanks de sterke daling van de leeftijdsklasse 15-24, kent de middengroep een stijging van 4,4%. Dit is te wijten aan de toename met 19,3% van de groep 25-
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
104
44 en aan de stijging van de groep 45-64 met 11,9%. De toename van deze twee groepen zal een weerslag hebben op het aantal 65-plussers in de loop van volgende decennia. ∗ een sterke vergrijzing : een toename van het aantal 65-plussers met 32,5%. Het verouderingsproces van de bevolking voltrekt zich ook in Lierde, namelijk naast een zeer sterke daling van het aantal jongeren nam ook het aantal inwoners van de groep 65+ toe. Wanneer we nu de indeling in leeftijdsklassen van de gemeente Lierde met die van het arrondissement Oudenaarde en de provincie Oost-Vlaanderen vergelijken voor het jaar 2005, dan bekomen we volgende cijfers :
0 - 14 jaar
15 - 64 jaar
+ 65 jaar
ABS.
%
ABS.
%
ABS.
%
1036
16,1%
4.170
64,9%
1.220
19,0%
ARR. OUDENAARDE
19.397
16,8%
73.799
64,0%
22.183
19,2%
PROV. OOST-VL.
225.117
16,3%
907.013
65,7%
247.942
18,04%
LIERDE
TABEL 19:
BEVOLKING PER LEEFTIJDSKLASSE VAN DE GEMEENTE LIERDE, ARR. OUDENAARDE EN PROV.OOSTVLAANDEREN, 2005
Bron
: N.I.S.
De tabel geeft aan dat Lierde in vergelijking met de provincie Oost-Vlaanderen en het arrondissement Oudenaarde geen noemenswaardige afwijkingen vertoont.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
10.1.2.
105
BEVOLKINGSEVOLUTIE OP NIVEAU VAN DE DEELGEBIEDEN
Op basis van de statistische sectoren werd een indeling gemaakt in deelgebieden, grofweg in overeenstemming met het ruimtelijk patroon. Met deze afbakening beogen we de spreidingspatronen van de bevolking nauwkeuriger te beschrijven en zo hun kenmerken te achterhalen. Volgende begrenzing werd gehanteerd voor de afbakening van de verschillende deelgebieden : − − − − −
Sint-Maria-Lierde (oorspronkelijke kern) Sint-Maria-Lierde Station (nieuwe kern rond het station en het nieuw gemeentehuis) Hemelveerdegem Deftinge Sint-Martens-Lierde
FIGUUR 6
: AFBAKENING VAN DE DEELGEBIEDEN
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
106
EVOLUTIE VAN HET AANTAL INWONERS PER DEELGEBIED Onderstaande tabel geeft de evolutie van het aantal inwoners per deelgebied waarbij de volkstelling van 1970 als basis, en de bevolkingscijfers van 2000 als meest recente cijfers worden aangenomen.
1970
1981
1991
2001
2003
EVOLUTIE 1970-2003 ABS.
%
SINT-MARIA-LIERDE
1.083
950
989
1.078
1.054
-29
-2,7%
ST.M-LIERDE STATION
1.330
1.440
1.381
1.382
1.379
+49
+3,7%
398
400
394
423
424
+26
+6,5%
DEFTINGE
1.635
1.552
1.674
1.677
1.748
+113
+6,9%
SINT-MARTENS-LIERDE
1.773
1.729
1.711
1.742
1.756
-17
-1,0%
6.219
6.078
6.149
6.302
6.370
+151
+2,4%
HEMELVEERDEGEM
TOTAAL
TABEL 20
: BEVOLKINGSEVOLUTIE PER DEELGEBIED, 1970-2003
Bron
: N.I.S., Volkstellingen en rijksregister
Globaal genomen is er een bevolkingsstijging t.o.v. 1970 van 2,4%. In de jaren ’70 was er echter een bevolkingsdaling over bijna de volledige gemeente. Enkel in Sint-Maria-Lierde Station was er in die periode een bevolkingsstijging.. Sint-Maria-Lierde heeft een daling gekend na 1970 om vanaf 1991 opnieuw te stijgen. De laatste jaren daalt de bevolking er echter opnieuw. De bevolking te Deftinge kende eveneens na 1970 een afname maar nam terug toe na 1981. Vooral in de laatste jaren steeg de bevolking er sterk. Het aantal inwoners van Sint-Martens-Lierde bleef nagenoeg constant. Na een lichte daling in de jaren ’70 en ’80, is er de laatste 15 jaar terug een stijging waar te nemen. Algemeen gezien zijn er geen sterke verschillen of tendensen op te merken.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
107
BEVOLKINGSEVOLUTIE PER LEEFTIJDSKLASSE In volgende tabel wordt een overzicht gegeven van het aantal inwoners per leeftijdsklasse en per deelgebied voor de periode 1981-2001:
0 - 14 JAAR
DEELGEBIED
15 - 64 JAAR
+65 JAAR
1981
1991
2001
1981
1991
2001
1981
1991
2001
SINT-MARIA-LIERDE
16,0
17,5
17,9
66,4
67,2
66,0
17,6
15,3
16,0
ST.M-LIERDE STATION
21,5
15,6
14,0
66,7
71,8
68,7
11,8
12,5
17,3
HEMELVEERDEGEM
20,3
17,8
17,3
63,8
67,0
66,7
16,0
15,2
16,1
DEFTINGE
18,4
17,7
14,3
65,5
67,6
64,8
16,1
14,7
20,9
SINT-MARTENS-LIERDE
19,1
15,7
16,8
65,3
68,1
64,8
15,6
16,2
18,4
19,1
16,6
15,7
65,7
68,6
66,0
15,2
14,8
18,3
TOTAAL
TABEL 21
: EVOLUTIE VAN HET AANTAL INWONERS PER LEEFTIJDSKLASSE IN DE VERSCHILLENDE DEELGEBIEDEN, 19812001
Bron
: N.I.S., Volkstellingen en rijksregister
De gegevens vertonen een duidelijke daling van het aantal kinderen t.o.v. de jaren ‘80. Maakte de jongste leeftijdsgroep in 1981 nog 19,1% van de bevolking uit dan is dit percentage teruggevallen tot 15,7%. Met uitzondering van Sint-Maria-Lierde vindt deze daling plaats in elk deelgebied. De 65-plussers zijn daarentegen gestegen van 15,2% naar 18,3% van de totale bevolking van Lierde. Dit verschijnsel van veroudering treedt op in bijna elk deelgebied. De deelgebieden Sint-Maria-Lierde en Hemelveerdegem kennen een daling van het aantal 65-plussers. De middengroep 15-64 jarigen is in het algemeen toegenomen. We kunnen algemeen stellen dat de trends geldig voor de gemeente Lierde ook doorwerken in de deelgebieden.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
10.1.3.
108
EVOLUTIE VAN HET AANTAL GEZINNEN EN GEZINSGROOTTE
Net als bij de bevolkingscijfers kunnen we ook de evolutie van het aantal gezinnen nagaan. De bedoeling bestaat erin een beknopte schets te geven van de recente tendenzen inzake gezinsvorming en -ontbinding in de gemeente. Ongeacht de bevolkingsevolutie van de gemeenten , doet zich in Vlaanderen een toenemende trend voor van het aantal gezinnen. Als gevolg van diverse factoren neemt de gezinsgrootte daarentegen overal in Vlaanderen af. De evolutie van de gemiddelde gezinsgrootte wordt bepaald door een hele reeks elementen, waaronder : − − − − −
de tendens van het gemiddeld vroeger samenwonen ; het verminderen van het aantal kinderen per gezin, ten gevolge van de dalende nataliteit ; de toename van de groep alleenwonende jongeren, ten gevolge van de stijgende decohabilitatie ; de meer voorkomende gezinssplitsing ten gevolge van de toename van het aantal echtscheidingen ; de stijging van het aantal alleenstaande bejaarden tengevolge van een combinatie van diverse factoren zoals de langere levensverwachting, de vergrijzing van de bevolking en de voorkeur voor het langer zelfstandig wonen.
AANTAL PARTICULIERE GEZINNEN
GEMIDDELDE GEZINSGROOTTE
LIERDE LIERDE
ARR. OUDENAARDE
PROV. OOSTVLAANDEREN
VLAAMS GEWEST
TOENAME T.O.V. HET JAARTAL VOORDIEN ABS.
%
1970
3,44
3,11
3,11
3,18
1.806
1981
3,00
2,84
2,83
2,86
2.003
+197
+10,9%
1991
2,77
2,70
2,62
2,62
2.216
+213
+10,6%
1997
2,67
2,62
2,51
2,53
2.345
+129
+5,8%
2001
2,57
2,55
2,45
2,47
2.450
+105
+4,5%
TABEL 22
: EVOLUTIE VAN DE GEZINSGROOTTE IN VERGELIJKING MET HET AANTAL PARTICULIERE GEZINNEN EN AANTAL INWONERS
Bron
: N.I.S., Volkstellingen en rijksregister
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
109
In Lierde is de afgelopen 30 jaar de gezinsgrootte stelselmatig afgenomen terwijl het aantal particuliere gezinnen sterk gestegen is. De gemiddelde gezinsgrootte scoort voor de verschillende referentiejaren steeds hoger dan het Vlaams gemiddelde, het provinciaal gemiddelde en het arrondissementeel gemiddelde. Uit ervaring weten we dat de stijging van het aantal alleenwonenden in veel gemeenten een heel belangrijke rol speelt in de globale toename van het aantal gezinnen. Ook voor Lierde willen we dit verder onderzoeken. Volgende tabel geeft de evolutie van het aantal alleenwonenden per deelgebied weer in vergelijking met het aantal gezinnen.
EVOLUTIE VAN HET AANTAL PARTICULIERE GEZINNEN 1970
1981
1991
2001
EVOLUTIE ‘70-‘01
AANTAL
ALLEEN-
AANTAL
ALLEEN-
AANTAL
ALLEEN-
AANTAL
ALLEEN-
AANTAL
ALLEEN-
GEZINNEN
WONENDEN
GEZINNEN
WONENDEN
GEZINNEN
WONENDEN
GEZINNEN
WONENDEN
GEZINNEN
WONENDEN
SINT-MARIA-LIERDE
312
29
324
53
360
58
416
75
+33%
+159%
ST.M.-LIERDE STATION
393
38
468
59
489
80
546
100
+39%
+163%
HEMELVEERDEGEM
109
8
128
15
135
27
151
25
+39%
+213%
DEFTINGE
459
52
506
82
602
121
654
155
+42%
+198%
SINT-MARTENS-LIERDE
533
67
575
85
630
90
684
143
+28%
+113%
1.806
194
2.003
294
2.216
376
2.451
498
+38%
+157%
TOTAAL TABEL 23
: EVOLUTIE VAN HET AANTAL GEZINNEN PER DEELGEBIED
Bron
: N.I.S. Volkstelling en rijksregister
Bekijken we vooreerst de stijgende evolutie van het aantal gezinnen voor de totale gemeente Lierde met 38% voor de periode 1970-2001. De stijging van het aantal gezinnen is onder meer het gevolg van een aantal verkavelingen die vrijgekomen zijn waardoor nieuwe gezinnen naar Lierde werden aangetrokken. Maar ook het algemeen verschijnsel van gezinsverdunning die zich in geheel Vlaanderen voordoet ligt aan de basis van de stijging van het aantal gezinnen. Sinds de jaren zestig is de toename van de bevolking niet meer dominant bepalend voor de aangroei van het aantal gezinnen. Andere fenomenen zoals verschuivingen in
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
110
leeftijdsopbouw, veranderingen in de zelfstandigheidsgraad en het decohabitatie-effect hebben de groei van het aantal gezinnen in grote mate beïnvloed. We kunnen besluiten dat de toename van het aantal alleenwonenden in alle deelgebieden van Lierde in de periode 1970-2001 een grote stijging kende en nu 1/5 van het aantal gezinnen vertegenwoordigd. In Deftinge is dit zelfs bijna 1/4 van de bevolking. Voor gans Lierde zijn de alleenwonenden met 157% toegenomen. Het aantal alleenwonende nam het minst toe in Sint-MartensLierde. Het aandeel alleenwonenden in 1970 was daar echter reeds beduidend groter dan in de rest van de gemeente.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
10.2.
WOONBEHOEFTEN
10.2.1.
BEVOLKINGS- EN GEZINSPROGNOSE
111
In het kader van een gemeentelijk structuurplan is het vooruitberekenen van de bevolking en vooral van het aantal gezinnen belangrijk. De globale bevolkingsprognose geeft een aanduiding over het toekomstig voorzieningenniveau. De gezinsprognose geeft ons een beeld van het toekomstig aantal gezinnen waaruit het aantal bijkomende woongelegenheden kan afgeleid worden. Nu kan men in de gezinsevolutie twee ontwikkelingen onderscheiden : 1. De demografische factor omvat de evolutie van het aantal potentiële gezinshoofden. Naar leeftijdsklasse situeert de aangroei zich in de klasse 40+. De aangroei van de gezinnen valt volledig te situeren bij de oudere bevolkingsklassen. 2. De gezinsverdunningsfactor wordt bepaald door een hele reeks elementen, waaronder : − de tendenzen van het gemiddeld vroeger huwen of samenwonen; − het verminderen van het gemiddeld aantal kinderen per gezin, ten gevolge van de dalende nataliteit; − de toename van de groep alleenwonende jongeren, ten gevolge van stijgende decohabitatie; − meer voorkomende gezinssplitsing ten gevolge van het stijgend aantal echtscheidingen; − de stijging van het aantal alleenstaande bejaarden ten gevolge van een combinatie van diverse factoren zoals de langere levensverwachting, de vergrijzing van de bevolking en de voorkeur voor het langer zelfstandig wonen. Voor de prognose van de evolutie van het aantal inwoners worden volgende factoren in rekening gebracht: − de nataliteit, uitgaande van de nataliteitscijfers van het Vlaams Gewest, − de mortaliteit, op basis van de sterftetafels (1991- 1993) van het Vlaams Gewest, − en de migratie: voor de prognoseberekening wordt uitgegaan van een gesloten bevolking, m.a.w. er is geen migratiesaldo. Er wordt dus aangenomen dat er een evenwicht bestaat tussen de in- en uitwijking, zowel voor de gehele bevolking als per leeftijdsgroep. Dergelijke demografische prognose past binnen een beleidswijziging waarin een trendbreuk wordt nagestreefd (cfr. Structuurplan Vlaanderen).
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
112
BEVOLKINGSPROGNOSE Een eigen berekening geeft volgend resultaat voor de bevolkingsprognose 1997 - 2012 :
0-19
20-59
60+
65+
80+
TOTAAL
1997
1.398
3.415
1.442
1.036
202
6.255
2002
1.380
3.400
1.498
1.169
229
6.278
2007
1.350
3.357
1.547
1.191
274
6.254
2012
1.315
3.278
1.591
1.210
326
6.184
2017
1.305
3.136
1.642
1.231
356
6.083
TABEL 24
: PROGNOSE BEVOLKINGSEVOLUTIE LIERDE 1997-2012
Bron
: Eigen berekening Groep Planning
Voortgaand op de evolutie van het natuurlijk saldo zien we tot 2002 een duidelijke groei van de bevolking. Deze stijging is in hoofdzaak te wijten aan de toename van de leeftijdsgroep 60+. Vanaf 2002 zal zich in Lierde een afnemende evolutie van de bevolking voordoen. Ondanks de nog steeds sterke toename van de ouderen kent de bevolking een dalend verloop door de sterke daling van de jongeren en de middengroep. Er moet hierbij duidelijk vermeld worden dat de reële cijfers in 2002 en wellicht ook in 2007 hoger uitvallen dan de prognoses. De laatste jaren kent Lierde immers een positief migratiesaldo, waarmee de prognose geen rekening mag houden.
GEZINSEVOLUTIE De evolutie van het aantal gezinnen wordt als basis genomen voor de berekening van de behoeften aan woningen. Het is immers het gezin dat als consument optreedt voor het product ‘woning’. Voor de berekening van de gezinsprognose wordt uitgegaan van de gemiddelde gezinsgrootte. Wanneer de gezinsgrootte berekend in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen voor het arrondissement Oudenaarde analoog wordt omgerekend naar Lierde, wordt een toename van het aantal gezinnen geraamd op 157 eenheden voor de periode 1997-2007.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
113
Hierbij wordt voor de eerste vijf jaar (1997-2002) een gemiddelde jaarlijkse toename verwacht van 20 gezinnen. In de laatste periode (2002-2007) daalt de gemiddelde groei per jaar tot 12 gezinnen.
PROGNOSE VOOR DE GEZINSGROOTTE
BEVOLKINGSPROGNOSE
GEZINSPROGNOSE
JAAR
ARR. OUDENAARDE
LIERDE
1997
2,58
2,67
6.255
2.345
2002
2,48
2,56
6.278
2.452
+107
2007
2,41
2,48
6.254
2.521
+69
2012
2,37
2,43
6.184
2545
+24
TOENAME AANTAL GEZINNEN VOOR DE PERIODE 1997-2012 : TABEL 25
: PROGNOSE AANTAL GEZINNEN 1997 - 2012
Bron
: Eigen berekening Groep Planning
10.2.2.
AANTAL GEZINNEN
EVOLUTIE
+200
DE HUIDIGE WOONBEHOEFTEN 1997-2012
Bij de berekening van de huidige woonbehoefte wordt uitgegaan van de behoefte aan bijkomende woongelegenheden als gevolg van de aangroei van gezinnen. De behoefte aan bijkomende woongelegenheden in een bepaalde periode wordt berekend door het verschil te nemen tussen het geraamde aantal huishoudens op het einde van de periode vermeerderd met de gewenste frictieleegstand en het aantal gezinnen in het begin van de periode. Hierbij wordt de frictieleegstand gedefinieerd als de leegstand die noodzakelijk is om de woningmarkt naar behoren te doen functioneren. De noodzakelijke frictieleegstand wordt geschat op 2,5% van het aantal gezinnen. Aangezien het juridisch aanbod werd vastgesteld toestand 1997 (zie verder) vertrekt de woonbehoeftenstudie eveneens van dit jaartal.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
114
Op 1/1/1997 bedroeg het aantal gezinnen 2.345. Het aantal bewoonde woningen stellen we gelijk aan het aantal gezinnen. het aantal bewoonde woningen wordt gelijk gesteld aan het aantal gezinnen. Daarnaast telt Lierde ook een 60 leegstaande woningen. Dit is 2,4% van het totaal aantal particuliere woningen. Dit percentage benadert de noodzakelijke frictieleegstand om in een vlotte doorstroming in het wooncircuit te voorzien. We bekomen dan een woningaanbod van 2.345+60 = 2.405 in 1997. Zo is de huidige woonbehoefte (periode 1997-2002) gelijk aan de raming van het aantal gezinnen in 2002, dit verminderd met het huidige woningaanbod. Hetzelfde geldt voor de woonbehoefte voor de periodes 2002-2007 en 2007-2012. In volgende tabel wordt de woonbehoefte voor de periode 1997-2002, 2002-2007 en voor de periode 2007-2012 berekend :
1997-2002
PERIODE AANTAL GEZINNEN
2002 :
2.452
2007 :
2002-2007
2007-2012
2.521
2545
FRICTIELEEGSTAND (2,5%)
61
63
64
BEHOEFTE
2.513
2.584
2.609
2.513
2.584
WONINGAANBOD IN BEHOEFTE VOOR 2002
1997 :
2.405
2002 :
108
BEHOEFTE VOOR 2007
71
BEHOEFTE VOOR 2012
BEHOEFTE PERIODE 1997-2012 TABEL 26
: KWANTITATIEVE WOONBEHOEFTE PER 5 JAAR
Bron
: Eigen berekening Groep Planning
25 204 BIJKOMENDE WOONGELEGENHEDEN
Voor de periode 1997-2002 komen we aan een behoefte van 108 bijkomende woongelegenheden, terwijl dit voor de periode 2002-2007 71 bijkomende woongelegenheden zijn. Voor de periode 2007-2012 is er een behoefte aan 25 bijkomende woongelegenheden. Dit is in totaal een behoefte aan 204 woningen voor de periode 1997-2012. Dit houdt in dat er de eerste vijf jaar ongeveer 20 woningen per jaar dienen bij te komen, er in de periode 2002-2007 ongeveer 12 woningen per jaar dienen gerealiseerd te worden en in de periode 2007-2012 5 woningen per jaar, om de woonbehoeften op te
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
115
vangen. Er dient wel vermeld te worden dat in bovenstaande berekening geen rekening werd gehouden met externe en interne migratiestromen, aangezien het scenario van de gesloten prognose werd gevolgd.
10.2.3.
AANBOD AAN BOUWMOGELIJKHEDEN
De inventaris van de onbebouwde percelen is tweeledig: enerzijds is er de inventaris van de onbebouwde kavels in niet-vervallen verkavelingen en langs uitgeruste wegen in woon- en woonuitbreidingsgebied en landelijk woongebied, anderzijds is er de inventaris van de onbebouwde niet-uitgeruste binnengebieden in woongebied.
ONBEBOUWDE KAVELS IN NIET-VERVALLEN VERKAVELINGEN EN LANGS UITGERUSTE WEGEN IN (LANDELIJK) WOONGEBIED: Onderstaande tabellen geven een overzicht van alle onbebouwde percelen in Lierde waarbij, uitgaande van de verkavelingsvoorschriften, de perceelsbreedte, en de ligging in de gemeente, een onderscheid wordt gemaakt tussen gesloten, halfopen en open bebouwing. Bekijken we eerst de onbebouwde percelen in een niet-vervallen verkaveling : OPDELING NAAR SOORT BEBOUWING DEELGEBIEDEN
OPEN BEBOUWING
HALFOPEN BEBOUWING
GESLOTEN BEBOUWING
TOTAAL
ST.MARIA-LIERDE
43
3
-
46
ST.M.-LIERDE STATION
30
10
-
40
HEMELVEERDEGEM
23
4
-
27
DEFTINGE
27
23
-
50
ST.MARTENS-LIERDE
68
6
-
74
191
46
-
237
TOTAAL TABEL 27
: AANTAL PERCELEN GELEGEN IN EEN NIET-VERVALLEN VERKAVELING (1997)
Bron
: Eigen verwerking
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
116
Toegepast op de gemeente Lierde komen we op een totaal van 237 onbebouwde percelen in niet-vervallen verkavelingen waarvan respectievelijk 191 en 46 gerekend worden als open en halfopen bebouwing. Van deze 237 percelen zijn er 201 percelen gelegen in landelijk woongebied, 11 in woonuitbreidingsgebied en 25 in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Vervolgens bekijken we het aantal onbebouwde percelen langs uitgeruste wegen (niet gelegen in een verkaveling) : Voor de onbebouwde percelen langs uitgeruste wegen is de perceelsbreedte aan de straatkant belangrijker dan de oppervlakte van het perceel. De breedte van het perceel (of naast elkaar liggende percelen) wordt gedeeld door een bepaald maximum perceelsbreedte naargelang de ligging van het perceel in een open, half-open of gesloten bebouwde omgeving. Zoals voorgeschreven in de ministeriële omzendbrief RO 97/03 worden voor de onbebouwde percelen langs uitgeruste wegen volgende noemers gehanteerd: min. kavelbreedte gesloten bebouwing
:
6m
halfopen bebouwing
:
10m
open bebouwing
:
15m
OPDELING NAAR SOORT BEBOUWING DEELGEBIEDEN
OPEN BEBOUWING
HALFOPEN BEBOUWING
GESLOTEN BEBOUWING
TOTAAL
ST.MARIA-LIERDE
19
7
-
26
ST.M.-LIERDE STATION
28
15
2
45
HEMELVEERDEGEM
8
1
4
22
DEFTINGE
53
39
5
97
ST.MARTENS-LIERDE
29
26
5
60
137
97
16
250
TOTAAL TABEL 28
: AANTAL PERCELEN GELEGEN LANGS UITGERUSTE WEGEN (1997)
Bron
: Eigen verwerking
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
117
Wat de onbebouwde percelen langs uitgeruste wegen betreft voor de gemeente Lierde komen we op een totaal van 250 percelen waarvan137, 97 en 16 percelen gerekend worden als open, halfopen en gesloten bebouwing. Deze percelen zijn allen gelegen in landelijk woongebied.
Het totaal aanbod aan onbebouwde percelen in een niet-vervallen verkaveling of langs uitgeruste weg bedraagt 487 percelen. NIET-UITGERUSTE BOUWGRONDRESERVE IN (LANDELIJK) WOON- OF WOONUITBREIDINGSGEBIED Volgende terreinen zijn geïnventariseerd :
DEELGEBIEDEN
NIET-UITGERUSTE BOUWGRONDRESERVE VOLGENS HET GEWESTPLAN (HA) IN WOONGEBIED
IN LANDELIJK WOONGEBIED
IN WOONUITBREIDINGSGEBIED
TOTAAL
ST.MARIA-LIERDE
-
-
4,1 HA
4,1 HA
LIERDE STATION
-
0,9 HA
3,4 HA
4,3 HA
DEFTINGE
-
-
4,0 HA
4,0 HA
-
0,9 HA
11,5 HA
12,4 HA
TOTAAL TABEL 29
: NIET-UITGERUSTE ONBEBOUWDE TERREINEN IN WOON- OF WOONUITBREIDINGSGEBIED
Bron
: Eigen verwerking
De bouwgrondreserve in Lierde, voor wat betreft de niet-ontsloten gebieden, bedraagt 12,4 hectare. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen streeft een minimale dichtheid na van respectievelijk 15 en 25 woningen (woongelegenheden) per hectare in kernen van het buitengebied en in stedelijk gebied. Passen we deze dichtheden toe op Lierde, uitgaande van de afbakening als buitengebied, betekent dit dat er, theoretisch gezien, ruimte is om 186 woningen te realiseren. Dit aantal kan door verschillende maatregelen beperkt worden. Een eerste beperking is dat de bouwmogelijkheden op nietuitgeruste gronden gelegen in woonuitbreidingsgebieden echter niet in rekening gebracht mogen worden bij de berekening van het aanbod aan bouwmogelijkheden op het grondgebied van Lierde. Dit houdt in dat enkel de gronden gelegen in woongebied of woongebied met landelijk karakter mogen aangesneden worden.
Legende
Niet-uitgerust binnengebied in landelijk woongebied Niet-uitgerust binnengebied in woonuitbreidingsgebied Herbestemmingsproject uitgevoerd
ST.MARIA-LIERDE
3,4 ha
0,9 ha
4,1 ha SINT-MARIA-LIERDE STATION HEMELVEERDEGEM
ST.MARTENS-LIERDE
0,6 ha DEFTINGE
3,4 ha
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan
LIERDE Opdrachtgever
:
Gemeentebestuur
van
Lierde
KAART 18 NIET-UITGERUSTE ONBEBOUWDE BINNENGEBIEDEN Juli 2006
1648 - EF
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
119
TOTAAL AANBOD AAN BOUWMOGELIJKHEDEN In onderstaande tabel wordt op basis van bovenstaand onderzoek een overzicht gegeven van het totale aanbod aan bouwmogelijkheden binnen het (landelijk) woongebied in Lierde. Let wel, niet alle theoretisch beschikbare bouwgronden langs uitgeruste wegen zullen de eerstvolgende jaren daadwerkelijk op de markt komen. In de vakliteratuur wordt aangenomen dat in een periode van tien jaar normalerwijze slechts ongeveer 30% van alle theoretisch beschikbare bouwgronden op de markt komen. Dit aandeel kan mits een actief stimuleringsbeleid door het gemeentebestuur worden opgedreven tot 50%.
DEELGEBIEDEN
TOTAAL AANBOD AAN BOUWMOGELIJKHEDEN IN LIERDE NIET-VERVALLEN VERKAVELINGEN
LANGS UITGERUSTE WEGEN IN (LANDELIJK) WOONGEBIED
NIET-ONTSLOTEN TERREINEN IN (LANDELIJK) WOONGEBIED
SOCIAAL BOUWPROJECT
TOTAAL
80% VAN HET TOTAAL 30% VAN HET TOTAAL 15 WONINGEN / HA ST.MARIA-LIERDE
37
8
-
-
45
ST.M.-LIERDE STATION
32
13
13
-
58
HEMELVEERDEGEM
22
7
-
4
33
DEFTINGE
40
29
-
17
86
ST.MARTENS-LIERDE
59
18
-
-
77
190
75
13
21
299
TOTAAL TABEL 30
: TOTAAL AANBOD AAN BOUWMOGELIJKHEDEN IN LIERDE (1997)
Bron
: eigen verwerking Groep Planning
Dit betekent dat we tot 2007 rekening moeten houden met 190 bijkomende onbebouwde percelen uit niet-vervallen verkavelingen en met 75 bijkomende onbebouwde percelen langs uitgeruste wegen. Dit komt neer op een totaal van 265 onbebouwde percelen.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
120
Van de niet-uitgeruste bouwgrondreserve nemen we enkel deze gronden gelegen in (landelijke) woongebieden in rekening voor het berekenen van het aanbod aan bouwmogelijkheden op het grondgebied van Lierde. Dit komt neer op een 13-tal woningen. Ook de sociale bouwprojecten die sinds 1997 zijn uitgevoerd worden meegerekend in het totaalaanbod. Het gaat om 17 wooneenheden in Deftinge en 4 in Hemelveerdegem.
Zonder enige stimulerende maatregel en met volledige invulling van het woongebied zouden er in de komende 10 jaar ongeveer 299 woongelegenheden op de markt kunnen komen.
10.2.4.
TOETSING WOONBEHOEFTE – WOONAANBOD
Wat het aanbod betreft kunnen er, rekening houdende met de 30%-norm voor percelen uitgeruste wegen en 80%-norm voor verkavelingen en via verdichtingsmogelijkheden 286 woningen gerealiseerd worden in het landelijk woongebied. Slechts een klein deel van de niet-uitgeruste ingesloten terreinen zijn gelegen binnen het woongebied (volgens het gewestplan), namelijk 13 wooneenheden. Hieruit volgt dat we voor Lierde tot 2007 in totaal een aanbod van 299 woningen tellen.
De berekende behoefte aan nieuwe bouwpercelen voor de eigen bewoners (gesloten bevolking) wordt op 2007 geschat op 178 eenheden. Het aanbod aan woningen tot 2007 is dus voldoende om de geraamde woonbehoefte op te vangen (299 - 178 = + 121). Dit betekent dat geen woonuitbreidingsgebieden hoeven aangesneden te worden in de planperiode 1997-2007. Na 2007 zou de behoefte gevoelig afnemen, wat impliceert dat ook tot 2012 het huidig juridisch aanbod voldoende zal zijn. 10.2.5.
TOETSING PRS
Indien de cijfers worden vergeleken met de richtwaarden uit het provinciaal ruimtelijk structuurplan, komen we tot dezelfde conclusie: het PRS voorziet in scenario 2 maximaal 326 bijkomende woningen voor de periode 1991-2007. Tussen 1991 en 1997 (ijkingsjaar gemeentelijke woonbehoeftenstudie) zijn 129 woningen bijkomen (zie tabel 23), wat neerkomt op een behoefte van nog 197 woningen. Ook dit getal ligt lager dan het aanbod van 295 bouwpercelen.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
11.
BEHOEFTERAMING AAN BEDRIJVENTERREINEN
11.1.
ONDERZOEK VAN DE VRAAG
121
Het inschatten van de behoefte aan oppervlakte voor een lokaal bedrijventerrein is niet gemakkelijk. Immers, de behoefte aan nieuwe bedrijventerreinen is direct afhankelijk van de economische conjunctuur en deze is niet beïnvloedbaar op gemeentelijk niveau. Daarenboven wordt economische ontwikkeling vooral geassocieerd met onzekerheid over de moeilijk voorspelbare en slechts beperkt stuurbare dynamiek. Zo kan technologische vernieuwing leiden tot afnemend en ander ruimtegebruik. De plaats waar en de wijze waarop zich dat voordoet zal sterk afhangen van de voorwaarden voor toepassing van nieuwe technieken. Niet alleen de kosten, maar ook de mogelijkheden van de omgeving zijn daarbij belangrijk. Die technologische ontwikkelingen werken ook door in het industrieel ruimtegebruik. De behoefte aan een lokaal bedrijventerrein wordt onderbouwd vanuit volgende elementen :
Herlokalisatie van bestaande lokale bedrijven binnen de eigen gemeente In de loop van 2000 werd door het gemeentebestuur een inventarisatie opgemaakt van de zonevreemde bedrijven en de bedrijven die bij uitbreiding zonevreemd worden. Uit deze inventarisatie kwam naar voor dat er in Lierde momenteel 26 zonevreemde bedrijven zijn waarvan 10 bedrijven volledig zonevreemd gelegen zijn en 16 gedeeltelijk. Een 9-tal zonevreemde bedrijven kent problemen met zonevreemdheid op korte termijn. De verschillende zonevreemde bedrijven of zij die zonevreemd worden door uitbreiding werden gesitueerd in de verschillende deelruimten die werden afgebakend en waaraan een visie en beoordelingsprincipes gekoppeld zijn. Op basis van die toetsing werd vastgesteld en voor sommige bedrijven geraamd hoeveel bedrijven (op termijn) ter plaatste in moeilijkheden zullen komen en zich zullen herlokaliseren. Binnen het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven zal voor een aantal bedrijven een oplossing kunnen gezocht worden : voor een 6-tal bedrijven zal een oplossing gezocht worden binnen het sectoraal BPA .
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
122
Andere bedrijven zullen zich eventueel moeten herlokaliseren. Uit het onderzoek blijkt niet duidelijk hoeveel bedrijven zich eventueel wensen te herlokaliseren en wat de behoefte dan zal zijn. 7Uit de inventaris werd de behoefte geraamd op basis van het huidig ruimtegebruik rekening houdend met de uitbreidingsbehoefte. *
Eén bedrijf heeft te kennen gegeven zich te herlokaliseren en zal ongeveer 6000 m² nodig hebben
*
Verder zijn er nog twee bedrijven die uitbreidingsplannen hebben maar ruimtelijk niet goed gelegen zijn en die niet opgenomen worden in het sectoraal BPA. De twee bedrijven samen zullen ongeveer 3.000 m² in beslag nemen bij herlokalisatie.
*
Daarnaast zijn er een 7-tal bedrijven die geen uitbreidingsbehoeften hebben maar ruimtelijk niet goed gelegen zijn (interfluvium en beekvallei) en niet beantwoorden aan de beoordelingsprincipes voor die deelgebieden (zie richtinggevend gedeelte). Drie bedrijven kennen echter een kleine omvang en de invloed op de omgeving is te verwaarlozen. Hun activiteiten vragen vermoedelijk geen of een minimale uitbreiding. We brengen deze bedrijven dan ook niet in rekening. Voor de andere vier bedrijven werd op basis van terreinstudie vastgesteld dat het bedrijf ofwel een belangrijke ruimtelijke impact heeft op zijn omgeving, of de vergunningstoestand is niet gunstig of er is een tekort aan ruimte. Samen zullen zij minimaal 12.000m² innemen indien zij zich op termijn zouden herlokaliseren.
*
Daarnaast zullen ook bedrijven die niet zonevreemd gelegen zijn maar uitbreidingsproblemen (vb. bedrijven in de kernen) hebben zich eventueel ook wensen te vestigen op het bedrijventerrein. De gemeente wenst deze bedrijven mogelijkheden te geven in eigen gemeente waardoor we rekening houden met ongeveer 1 ha voor de opvang van deze bedrijven.
Wanneer nieuwe lokale bedrijfjes worden opgericht (starters) en hiervoor een voldoende grote vraag aanwezig is Door het gemeentebestuur van Lierde werd een lijst opgemaakt van nieuwe lokale bedrijfjes (<0,5 ha) die zijn opgestart tussen 1997-2000. Er hebben zich 11 bedrijfjes in Lierde gevestigd sinds 1997. Dit betekent een gemiddelde aangroei van 2à 3 bedrijfjes per jaar. Wanneer deze trend zich verder doorzet zal bijkomende ruimte nodig zijn. Indien we ervan uitgaan dat deze trend zich in de toekomst verder doorzet en de gemiddelde oppervlakte bedraagt 2.000m² dan betekent dit dat ervoor de komende jaren (2000-2007) een behoefte zou bestaan van (7 jaar x 2bedrijfjes/jaar) x 2.000m² = 2,8 ha. Die behoefte kan mogelijks deels worden opgevangen in het woongebied maar waarschijnlijk zullen ook reeds heel wat initiatiefnemers geen ruimte vinden of gevonden
7
Uit een vroegere enquête (1998) in kader van het ruimtelijk structuurplan bleek dat 5 bedrijven eventueel bereid zijn te herlokaliseren. Het ging daarbij om een oppervlakte van 3,5 ha.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
123
hebben in de kernen. Als we ervan uitgaan dat de helft van deze nieuwe bedrijfjes zich wenst te vestigen op een lokaal bedrijventerrein dan wordt rekening gehouden met ongeveer 1,4 ha.
Lokale bedrijfjes die de gemeente verlaten hebben en zich ergens anders hebben gevestigd Daarnaast zijn er de afgelopen jaren ook nog een aantal bedrijfjes noodgedwongen uit de gemeente verhuisd. Een deel daarvan heeft zich bewust gevestigd buiten de gemeente Lierde om diverse redenen. Echter een zevental bedrijven hebben zich sinds 1994 8 buiten de gemeente Lierde gevestigd omwille van zonevreemdheid (geen uitbreiding mogelijk) en omwille van het ontbreken van een bedrijventerrein in de gemeente. Het zijn lokale bedrijven die zich in de omliggende gemeenten (Zottegem, Brakel, Geraardsbergen, Ninove, Lessen) hebben gevestigd. Op de oude vestigingen in Lierde hadden zij samen een oppervlakte van 6.000m². De oppervlakte van de nieuwe vestigingen buiten Lierde bedraagt in totaal 18.650m². Die bedrijven hebben hun activiteiten reeds uitgebouwd op een andere locatie maar die oppervlaktebehoefte toont duidelijk aan dat de vraag naar bedrijfsruimte in de gemeente Lierde de laatste jaren reeds aanwezig was. De totale ruimtebehoefte aan een lokaal bedrijventerrein kan dan als volgt geraamd worden : –
herlokalisatie van bestaande lokale bedrijven binnen de eigen gemeente: 2,1 ha
–
nieuwe lokale bedrijfjes worden opgericht (starters) en hiervoor een voldoende grote vraag aanwezig is: 1,4 ha
–
bedrijven in de kernen die wensen uit te breiden maar geen ruimte hebben 1 ha
_____________ = 4,5 ha
Uit deze raming kan geconcludeerd worden dat de behoefte duidelijk aantoont dat er nood is aan bijkomende bedrijfsruimte. Naast de behoefteraming getuigen deze gegevens ook van een aanwezige lokaal economische dynamiek die een versterking vraagt.
8
Twee bedrijven in de periode 1994-1995 en vijf bedrijven in de periode 2000-2002.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
11.2.
124
AANBOD AAN BEDRIJVENTERREINEN
De gemeente Lierde beschikt niet over een aanbod aan bedrijventerreinen: in het oorspronkelijk gewestplan werd geen ambachtelijke zone of lokaal bedrijventerrein ingekleurd. Er zijn ook geen bestemmingswijzigingen na 1/1/1994 gebeurd. Door de goedkeuring van het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven kregen wel vijf ambachtelijke bedrijven een beperkte uitbreiding. Conform de beperkte herziening van het RSV waarin wordt gesteld dat enkel de uitbreidingszones in rekening moeten worden gebracht in de ruimtebalans, bedragen deze bestemmingswijzigingen 0,8 ha.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
12.
125
UITBREIDING VOORZIENINGEN
Nieuwbouw lagere school : De bestaande scholen van Lierde staan verspreid ingeplant en sommige stellen problemen inzake verkeersveiligheid, toestand van de gebouwen en uitbreidings- en moderniseringsmogelijkheden. In het BPA Nr.3 Gemeentehuis werd een zone voorzien voor de bouw van een nieuwe school. Dit betekent een herlokalisatie van de school in de Schoolstraat en de school in de Kloosterstraat, twee scholen waar ca. 300 leerlingen en leerkrachten betrokken zijn. De nieuwe vestiging aansluitend bij het gemeentehuis is centraal gelegen, verkeersveilig en biedt voldoende ruimte voor groen en eventuele uitbreidingen.
Aanleg van een containerpark In hetzelfde BPA Nr. 3 Gemeentehuis werd eveneens een zone ingetekend voor de aanleg van een containerpark. Op die plaats is reeds een voorlopig containerpark gevestigd waar de inwoners veel gebruik van maken. De gemeente is nog niet gestart met de aanleg van het containerpark wegens een schorsing van de milieuvergunning vanwege de Raad van State wegens geluidshinder. Daarom wordt op zoek gegaan naar een nieuwe locatie. Tevens stelt de gemeente vast dat de ruimte voorzien in het BPA nuttiger kan gebruikt worden voor de uitbreiding van de technische dienst en een mogelijke nieuwe locatie voor het containerpark dient gezocht te worden. Deze is ondertussen gevonden in combinatie met een lokaal bedrijventerrein op de niet gebruikte zone voor gemeenschapsvoorzieningen in Sint-Maria-Lierde.
Behoefte aan een nieuw recreatie- en sportplein Naast de wensen van de sportverenigingen heeft ook de gemeente Lierde behoefte aan infrastructuur voor sport-, recreatie- en jeugdactiviteiten. Momenteel zijn er behalve voetbalterreinen en tennis geen gemeentelijke sportvoorzieningen. De gemeente wenst een sportterrein aan te leggen met verschillende sportfaciliteiten (Finse piste, voetbalterreinen, volleybalterreinen, …), een ruime kantine waar ook verenigingen terecht kunnen voor activiteiten en met bijkomende parkeergelegenheid. Er wordt geopteerd voor één locatie waar alle sport geconcentreerd kan worden.
Behoefte aan uitbreidingsmogelijkheden van de gemeentelijke kerkhoven De gemeente signaleert dat voor de deelgemeenten St-Martens-Lierde, Deftinge en Hemelveerdegem de bestaande kerkhoven zo goed als volzet zijn en dat op korte/middellange termijn aan uitbreiding van deze kerkhoven zal moeten gedacht worden. Voor Hemelveerdegem is de uitbreiding reeds volop aan de gang.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
13.
126
KNELPUNTEN EN POTENTIES
Op basis van de voorgaande analyses kunnen een aantal sterkten en zwakten in de bestaande ruimtelijke structuur van Lierde worden aangeduid. Deze sterke punten uit de bestaande ruimtelijke structuur zullen vertaald kunnen worden als mogelijke kansen voor de gewenste ruimtelijke structuur. Ook de zwakke punten kunnen uit de bestaande ruimtelijke structuur gehaald worden. Deze kunnen mogelijk leiden tot bedreigingen voor de gewenste ruimtelijke structuur.
13.1.
KNELPUNTEN EN BEDREIGINGEN
NEDERZETTINGSSTRUCTUUR +
Lierde is niet centraal gelegen in Vlaanderen.
+
Er bestaat geen duidelijke hiërarchie van de kernen : ontbreken van een centrumfunctie
+
Over het ganse grondgebied van Lierde treffen we een sterk versnipperde lineaire bebouwing. Ook is er een sterke verspreide bebouwing aanwezig.
+
Vergroeiing van de kernen Sint-Maria-Lierde Station, Sint-Martens-Lierde en Deftinge door lintbebouwing langs de Nieuwstraat, Opstaldries en Wassegemstraat. (vooral historisch gegroeid)
+
Lierde kent een groot aantal zonevreemde woningen.
+
Een verouderd gebouwenpatrimonium en bijgevolg een hoog aantal woningen met laag comfortniveau. Dit is herkenbaar in alle deelgemeenten.
+
Lierde kent weinig huurwoningen en een kleine sociale woningbouw.
ECONOMISCHE STRUCTUUR +
Lierde kent een lage tewerkstellingscoëfficiënt (pendelgemeente).
+
Er is geen ambachtelijk bedrijventerrein beschikbaar.
+
Lierde kent een beperkt aanbod aan winkels, scholen, dienstverlening,... en is daarom aangewezen op omliggende gemeenten.
+
Lierde wordt geconfronteerd met de problematiek van zonevreemde bedrijvigheid
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
127
VERKEERSSTRUCTUUR +
De gebrekkige bereikbaarheid van Lierde en van Zuidoost Vlaanderen in het algemeen is een zwak punt.
+
Problemen van verkeersleefbaarheid en –veiligheid in de kernen.
+
De ontsluitingsweg N8 loopt door de kernen Sint-Maria-Lierde en Sint-Maria-Lierde Station wat doortochtproblemen meebrengt.
+
Ook de kernen Sint-Martens-Lierde en Deftinge kennen doortochtproblemen.
+
Er is geen busverbinding met het station van Lierde.
NATUURLIJKE STRUCTUUR +
Het verdwijnen van KLE’s langs beekvalleien waardoor belangrijke potenties voor natuurverbinding verloren gaan.
+
Veel beken zijn rechtgetrokken of plaatselijk ingedijkt, en vertonen een slechte kwaliteit van het oppervlaktewater. Vooral de Larebeek is sterk verontreinigd.
+
De meeste waardevolle vegetatie oppervlakken komen geïsoleerd en verspreid voor in de gemeente, wat niet bevorderlijk is voor de biodiversiteit en ecologische structuur. Er moet gezocht worden naar mogelijkheden om ze opnieuw met elkaar te verbinden.
+
Lierde is een bosarme gemeente : de bebossingsgraad is duidelijk lager dan in andere gemeenten van de Vlaamse Ardennen.
+
Op sommige locaties is er een verdroging van natte weilanden met belangrijke ecologische potenties, door drainage en een verhoging van de afvoercapaciteit van de waterlopen.
+
De resterende open ruimte wordt intensiever gebruikt. De landbouwer ziet zich genoodzaakt om op een afnemend areaal een stijgende productie te realiseren. Bemesting en ingrepen op de bodemwaterhuishouding betekenen voor de fauna en flora een onnatuurlijke voedselvoorziening.
+
Ontwatering en bemesting vormen ook de belangrijkste bedreigingen voor natte ecosystemen. Het probleem van deze verdroging is het meest opvallend in de beekvalleien.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
128
LANDSCHAPPELIJKE STRUCTUUR +
Verlies en versnippering van open ruimte door verspreide bebouwing, lintbebouwing en verkeersinfrastructuur.
+
Veel kleine landschapselementen (knotbomenrijen, hoogstamboomgaarden, ...) zijn de laatste decennia verdwenen. Dit leidt tot het uniformiseren en het uitwissen van de traditionele verscheidenheid van de landschappen.
+
Door de rechttrekking van de N42 werd een mooi landschap in twee verdeeld.
AGARISCHE STRUCTUUR
De tewerkstelling in de primaire sector kent een terugval. De landbouw heeft af te rekenen met een relatief oude beroepsbevolking en gebrek aan opvolging.
+
Er is een grote versnippering in het grondgebruik.
+
Ruimtelijke druk en afname van het agrarisch areaal : Het landbouwareaal neemt jaarlijks af. Door deze verkleining van het landbouwareaal komt dikwijls de leefbaarheid van vooral kleine landbouwbedrijven in gevaar.
+
Landbouwgebruik in niet-agrarische bestemmingen houdt problemen in naar de toekomst.
+
Een van de grote problemen die zich voor de landbouw stellen in de nabije toekomst, is de bedrijfsopvolging. Steeds meer landbouwers hebben geen opvolger die hun bedrijf wil overnemen. Een groot deel van de huidige landbouwbedrijven is dus gedoemd om binnen bepaalde tijd te verdwijnen. Het is te verwachten dat de cultuurgrond grotendeels zal worden overgenomen door andere bedrijven, wat dus een verdere schaalvergroting binnen de landbouw betekent. De bedrijfsgebouwen zelf vormen een apart probleem. De toekomst van die gebouwen zal in grote mate bepaald worden door de locatie en de staat waarin het gebouw zich op het moment dat het leeg komt te staan, bevindt.
+
Afname van het aantal bedrijven en van de tewerkstelling : Een steeds verder inkrimpend landbouwareaal zorgt - naast ook andere oorzaken - voor een steeds verdere afname van het aantal kleinere land- en tuinbouwbedrijven die niet de noodzakelijke rendabiliteitsdrempel halen.
+
Conflicten met natuur, landschap en milieu : Tussen landbouw en natuur treden soms belangenconflicten op. Tot de meest voorkomende conflicten behoren te veel bemesting in deze gebieden, verdroging door te veel wateronttrekking, beeksanering of drainage, te weinig zorg voor het behoud van kleine landschapselementen en restanten van traditionele landschappen. Deze conflicten komen vooral voor in de valleigebieden en agrarische gebieden met landschappelijke waarde of ecologisch belang.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
129
RECREATIEVE STRUCTUUR
+
In Lierde zijn enkele recreatieterreinen zonevreemd gelegen (Sint-Maria-Lierde, Sint-Martens-Lierde, Deftinge).
+
Lierde kent een beperkt aanbod aan sport- en recreatiemogelijkheden.
13.2.
KWALITEITEN EN KANSEN
NEDERZETTINGSSTRUCTUUR +
Lierde is omringd door kleine steden Geraardsbergen, Zottegem, Oudenaarde.
+
De dominantie van de open ruimte maken van Lierde een aantrekkelijke woongemeente.
+
Lierde werd in het Provinciaal Structuurplan als meerkernig hoofddorp opgenomen.
+
Door de ontwikkelingen in Sint-Maria-Lierde Station is deze kern tot een kern uitgegroeid. Deze kern biedt nog mogelijkheden om verder te versterken.
ECONOMISCHE STRUCTUUR +
Door selectie als meerkernig hoofddorp, heeft Lierde de mogelijkheid een lokaal bedrijventerrein aan te leggen.
VERKEERSTRUCTUUR +
De N42 is geselecteerd als primaire weg II tot de N460 te Schendelbeke en de N8 als secundaire weg (=verbetering van de ontsluiting naar de E40).
+
Het treinstation van Lierde kent een hoog gebruik als pendelstation.
+
Afstemming bus- en treinverkeer zal het treingebruik optimaliseren.
NATUURLIJKE STRUCTUUR +
Alle waterlopen kennen een min of meer natuurlijke structuur.
+
De verbetering van de waterkwaliteit moet voorop gesteld worden voor de beken zoals de Larebeek en Broekbeek.
GRS LIERDE - INFORMATIEF GEDEELTE
130
+
Binnen het bekken van de Molenbeek zijn de Parkbosbeek en Remistebeek de meest waardevolle waterlopen die nog waardevolle natte weilanden en alluviale bosjes bevatten.
+
Het Parkbos op de grens met Zottegem kent nog een zeer waardevol ecosysteem.
AGRARISCHE STRUCTUUR +
De schaalvergroting van de bedrijven verhoogt de leefbaarheid van de landbouwondernemingen.
+
Kansen met de recreatiesector : Recreatief medegebruik , d.wz. het mee gebruiken van de open ruimte voor recreatieve doeleinden die geen speciale grootschalige infrastructuur vergen, is de laatste jaren sterk toegenomen. Dit geldt ook voor het agrarisch gebied en biedt de agrarische sector kansen zoals bijvoorbeeld hoevetoerisme.
+
Kansen met natuur, landschap en milieu : De conflicten natuur en landbouw kunnen er ook toe leiden dat bepaalde marginale landbouwgronden terug als natuurgebied worden ingericht en beheerd. Daarnaast kunnen in ruil bepaalde goede landbouwgronden die volgens het gewestplan niet gelegen zijn in agrarisch gebied, hun wettelijke bestemming als landbouwgrond krijgen.
LANDSCHAPPELIJKE STRUCTUUR +
Reliëfrijk gebied in het noorden is waardevol.
+
Nog vrij veel samenhangende en herkenbare relictzones van de traditionele landschappen, vooral in de beekvalleien en in de bosrijke omgeving in het noordwesten.
+
Typerende bomenrijen als kleine landschapselementen vallen sterk op in het landschap.
RECREATIEVE STRUCTUUR +
Talrijke wandel-, fiets- en autoroutes zijn uitgestippeld in de streek.
+
Regionaal landschap Vlaamse Ardennen biedt mogelijkheden voor zachte recreatie.
+
Er zijn mogelijkheden voor plattelands- en hoevetoerisme