1977 – Gemeente Putte Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde Bedrijven - deelplan Frans Jules” Ontwerp – november 2009 Toelichtingnota – Milieueffectenrapportage - Verzoek tot raadpleging – Stedenbouwkundige voorschriften
DE ONTWERPER
GEZIEN EN DEFINITIEF VASTGESTELD DOOR DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN …
PATRICK MAES RUIMTELIJK PLANNER 1977 / november 2009
BURGEMEESTER
SECRETARIS
GEMEENTEZEGEL
GEZIEN
EN GOEDGEKEURD DOOR DE DEPUTATIE IN ZITTING VAN …
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
1
SumInhoudstafel A. TOELICHTINGNOTA – MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE –
VERZOEK TOT RAADPLEGING
1.
INLEIDING EN PROCESVERLOOP
2
2.
BESTAANDE ECONOMISCHE STRUCTUUR
3
2.1. 2.2.
Ruimtelijke analyse Kwantitatieve analyse
3 4
3.
RELATIE MET RUIMTELIJKE STRUCTUURPLANNEN
7
3.1. 3.2. 3.3.
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Het Provinciaal ruimtelijk structuurplan Antwerpen (RSPA) Het Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan
7 7 8
4.
INVENTARISATIE EN CLASSIFICATIE
15
5.
ANALYSE VAN HET BEDRIJF
18
6.
MILIEUEFFECTRAPPORTAGE –
6.1. 6.2. 6.3. 6.4. 6.5. 6.6. 6.7. 6.8. 6.9.
Bodem Water Fauna en flora Landschap - Beschermd erfgoed Mobiliteit Geluid Lucht Grensoverschrijdende effecten Motivatie tot niet-opmaak van een Plan-MER
22 23 23 25 26 26 26 26 26
7.
WATERTOETS
27
8.
RUIMTEBALANS – PLANBATEN/PLANSCHADE
29
8.1. 8.2.
Ruimtebalans Planbaten/Planschade
29 29
9.
OPGAVE VAN DE VOORSCHRIFTEN DIE STRIJDIG ZIJN MET HET RUP
21
VERZOEK TOT RAADPLEGING
EN DIE OPGEHEVEN WORDEN.
30
B. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
31
C. BIJLAGE
38
1977/bx.sv
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
A. TOELICHTINGSNOTA
1
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
1.
Inleiding en procesverloop Door het Gemeentebestuur van Putte werd aan Groep Planning gevraagd een sectoraal RUP voor zonevreemde bedrijven op te maken. Hiermee geeft de gemeente Putte uitvoering aan één van de bindende bepalingen van het goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (B.D. 27 juli 2006). Het proces voor de opmaak van een sectoraal BPA zonevreemde bedrijven werd opgestart in 2004. Na de goedkeuring van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan werd het planproces als een RUP verder gezet. Intussen is de procedure voor de Zonevreemde bedrijven – fase I doorlopen. De deputatie heeft in zitting van 10 september 2009 het RUP Zonevreemde Bedrijven te Putte fase 1, dat op 24 juni 2009 definitief werd vastgesteld door de gemeenteraad, goedgekeurd, behalve deelplan 11, Frans Jules NV. Specifiek voor deelplan 11, Frans Jules is in het besluit van de Deputatie volgende gesteld:
Overwegende dat, omwille van de waterhuishouding, een omleiding van de Spoelbeek moet worden voorzien in deelplan 11, Frans Jules NV, dat deze omleiding cruciaal is omdat de huidige inbuizing wateroverlast veroorzaakt; dat deze omleiding op het grafisch plan is ingetekend als “indicatieve aanduiding te herleggen beek”; dat deze indicatieve aanduiding als overdruk is ingetekend over de bestemming art. 1, zone voor lokaal bedrijf, en art. 2, zone voor buffer; dat het tracé voor het overgrote deel binnen art. 2 ligt; dat in de voorschriften van art. 1, zone voor lokaal bedrijf, is opgenomen dat deze omleiding moet worden aangelegd vanaf de huidige loop in de Vaatjesstraat tot de bestaande loop aan de achterzijde van het RUP-gebied; dat echter in de voorschriften van art2, zone voor buffer, niets is opgenomen over deze omleiding; dat enkel in de algemene voorschriften is opgenomen dat infrastructuur voor openbaar nut in alle zones toegelaten is; dat op het voorgestelde tracé een aantal vergund geachte constructies staan die de omlegging ernstig bemoeilijken; dat de voorschriften onvoldoende garanties bieden dat de omlegging van de Spoelbeek effectief zal worden gerealiseerd; dat er hierdoor voor deelplan 11, Frans Jules NV, niet kan worden besloten dat er geen schadelijk effect op de waterhuishouding wordt veroorzaakt; dat daarom wordt deelplan 11, Frans Jules NV, van goedkeuring onthouden. Op 28 september heeft het schepencollege van Putte besloten de procedure voor deelplan 11, Frans Jules NV te heropstarten, mits aanpassingen en dit apart te laten verlopen van de tweede fase van RUP “Zonevreemde Bedrijven” omdat het tekenwerk voor dit deelplan reeds is uitgevoerd. Deze bundel is de weerslag van de aanpassingen aan het deelplan 11, Frans Jules NV. Hij is grotendeels gebaseerd op de toelichtingnota Zonevreemde Bedrijven Fase I, met de nodige aanpassingen en preciseringen t.o.v. deelplan 11, Frans Jules NV. Gezien de gewijzigde wetgeving is ook een Milieueffectenrapportering en verzoek tot raadpleging bijgevoegd en is een tabel bijgevoegd met betrekking tot planbaten - planschade.
2
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
2.
Bestaande economische structuur
2.1.
Ruimtelijke analyse Globaal De gemeente Putte bestaat uit een viertal deelkernen waarvan Putte en Beerzel de grootste kernen zijn. Peulis en Grasheide zijn kleinere landelijke kernen. In deze kernen is de bebouwingsdichtheid uiteraard het grootst. Toch treffen we ook buiten de kernen een belangrijk aandeel verspreide bebouwing aan. Deze is bijvoorbeeld te vinden onder de vorm van lintbebouwing langs de N15 Mechelbaan, Houwstraat, Bredestraat, Leuvensebaan, Weynesbaan en Zoetewei,… De grootste bedrijvenzone in de gemeente is “Klein Boom” (9,5 ha). Deze site is goed gelegen langsheen de N15 en nabij de kern van Putte. Daarnaast zijn er nog het industrieterrein aan de Koningsbaan en de ambachtelijke zones aan de Tinstraat (Muggenberg) en de Leuvensebaan. Ook deze zones hebben een oppervlakte die groter is dan 5 ha. Daarnaast zijn er verspreid over de gemeente nog een aantal ‘paarse vlekjes’; het grootste aantal geïsoleerde bedrijven is echter niet bevestigd op het gewestplan. Binnen deze groep treffen we heel wat zonevreemde bedrijven aan. Bedrijvenzones
Industrieterrein Klein Boom: het industrieterrein is gelegen binnen het BPA Oude steenbakkerij Klein Boom waarbij
inrichting werd gegeven aan het terrein. De industriezone Klein Boom heeft een oppervlakte van 9,5 ha en situeert zich langs de Mechelbaan. De zone in het BPA bestemd voor niet hinderlijke, kleine bedrijven is volledig ingenomen. Een 9-tal bedrijven zijn op het terrein gevestigd; bouwbedrijf Verelst is het grootste bedrijf binnen deze zone. Dit BPA is in herziening gesteld; dit RUP “Klein Boom” werd voorlopig vastgesteld in de gemeenteraad van 20 december 2007.
Industrieterrein Koningsbaan: dit industrieterrein maakt deel uit van een groter industrieterrein dat door de Koningsbaan en door de gemeentegrens met Heist-op-den-Berg in twee wordt gedeeld. Het industrieterrein op grondgebied van Putte heeft een oppervlakte van ca. 5 ha. Een vijftal bedrijven zijn op het terrein gevestigd. Het bedrijf Veralu neemt het grootste deel van deze bedrijvenzone in. Ambachtelijke zone Tinstraat: deze ambachtelijke zone is gelegen op het kruispunt Tinstraat/Leuvensebaan. De zone is ongeveer 8 ha groot en wordt voor 4 ha ingenomen door bedrijven en infrastructuur. Om een optimale ontwikkeling van deze bedrijvenzone te garanderen, werd inmiddels aangevangen met de opmaak van het RUP “Muggenberg”.
Ambachtelijke zone Leuvensebaan: deze ambachtelijke zone situeert zich ten zuiden van Putte langs de Leuvensebaan. De Leuvensebaan deelt de ambachtelijke zone in twee. Het westelijke deel dat 3,75 ha groot is, bevat vijf bedrijven, het oostelijk deel heeft een oppervlakte van 1,5 ha en kent drie bedrijven. Naast de bovenvermelde concentraties van ambachtelijke en industriële bedrijvigheid zijn er nog enkele geïsoleerde bedrijven aangeduid op het gewestplan (‘paarse vlekjes’). Een deel ervan is gelegen in de woonkernen. In de kern Putte zijn dit zeven bedrijven, in Beerzel zijn dit er twee en één in Peulis. Daarnaast zijn er nog een drietal paarse vlekken gelegen langs de Booischotbaan. Sommige ervan zijn nog ingevuld door bedrijfsactiviteiten. Van een aantal andere is de bestemming achterhaald. De gemeente wil immers een aantal van die “paarse vlekjes” schrappen en omzetten naar woonzone, zone voor gemeenschapsvoorzieningen of parkzone. In het goedgekeurde GRS werd reeds een inventaris van en
3
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
4
visie op deze (achterhaalde) ambachtelijke zones opgenomen; Deze visie werd verder geconcretiseerd binnen het RUP “herbestemming achterhaalde ambachtszones in de kern”. 2.2.
Kwantitatieve analyse Tewerkstelling Volgens de gegevens van de RSZ en RSVZ waren er in Putte anno 1999 ca. 4.044 personen werkzaam. Hiervan waren er 2.805 werknemers en 1.239 zelfstandigen (incl. bijberoep). Tussen 1990 en 1999 groeide het aantal arbeidsplaatsen in Putte aan met ongeveer 10,7 %. Naast de landbouw, heeft ook de nijverheid in Putte zowel nu als in het verleden een niet onbelangrijk aandeel in de tewerkstelling van haar eigen inwoners. Volgende tabel geeft een overzicht van de evolutie tussen 1990 en 2002 voor Putte. De werkgelegenheid werd als volgt opgedeeld: primaire sector, industriële of secundaire sector en de tertiaire- of dienstensector. Binnen iedere economische sector worden dan nog eens diverse bedrijfstakken onderscheiden. 1990
Aantal werknemers 1999 abs %
Aantal zelfstandigen 1990 - 1999 abs %
abs
%
abs
%
407
30,7
151
12,2
217
16,4
280
22,6
abs
%
totaal primaire sector
85
3,7
279
10,0
194
voeding textiel chemische nijverheid metaalverwerking andere nijverheid bouw
160 32 19 171 136 428
6,9 1,4 0,8 7,3 5,8 18,4
226 47 47 234 56 436
8,1 1,7 1,7 8,3 2,0 15,5
66 15 28 63 -80 8
totaal secundaire sector
946
40,6
1.046
37,3
kleinhandel groothandel horeca vervoer en transport financiële instellingen/immobiliën bedrijfsondersteunende diensten overheidsdiensten onderwijs socio-medische verzorging cultuur en recreatie overige dienstverlening
252 213 76 192 60 58 128 178 77 26 38
10,8 9,2 3,3 8,2 2,6 2,5 5,5 7,6 3,3 1,1 1,6
315 123 124 197 61 150 180 172 99 32 27
11,2 4,4 4,4 7,0 2,2 5,4 6,4 6,1 3,5 1,1 1,0
100 63
+ 10,6 + 25,0
-90 48 5 1 92 52 -6 22 6 -11
- 42,3 + 63,2 + 2,6 + 1,7 + 158,6 + 40,6 - 3,4 + 28,6 + 23,1 - 29,0
totaal tertiare sector
1.298
55,7
1.480
52,7
182
14,0
701
52,9
808
65,2
algemeen totaal
2.329
100,0
2.805
100,0
476
20,4
1.325
100,0
1.239
100,0
Tabel 1 : totale tewerkstelling per bedrijfssector, evolutie 1988-1998 Bron
: RSZ en RSVZ
+ 228,2 + 41,3 + 46,9 + 147,4 + 36,8 - 58,8 + 1,9
390
507
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
5
Tewerkstelling in de primaire sector: de economische betekenis van de landbouw is de laatste decennia, ondanks de sterke toename van het productievolume en de arbeidsproductiviteit, in relatieve zin afgenomen. De tewerkstelling in de primaire sector volgens het aantal werknemers (1,3%) in dienst en het aantal zelfstandigen (12,2%) loopt ongeveer gelijk met het Vlaams gemiddelde (1,4% werknemers en 11,3% zelfstandigen). De algemene tewerkstelling in de landbouw (werknemers en zelfstandigen) is op 10 jaar tijd met 62 arbeidsplaatsen of 12,6 % afgenomen. De afname van de tewerkstelling in de primaire sector is geen typisch probleem van de gemeente zelf maar is een trend die zich in heel Vlaanderen doorzet. Opvallend is de sterke terugval van het aantal zelfstandigen (-63%) en de daarmee gepaard gaande toename van het aantal loontrekkenden (+228%). Tewerkstelling in de secundaire sector: in 1999 is 33% of 1.326 tewerkgesteld in de secundaire sector. T.o.v. 1980 is tewerkstelling in de secundaire sector in Putte met ongeveer 14% toegenomen. Het meest opvallende in de tewerkstelling is de stijging van het aantal werknemers in de secundaire sector: in bijna elke bedrijfstak steeg het aantal werknemers. Opvallend omdat de Vlaamse economie gekenmerkt wordt door een verdergaande tertiairisering en een algemene daling van de tewerkstelling in de secundaire sector. In 1999 stelt de secundaire sector in Putte 37% van de loontrekkenden tewerk, hoger dan het Vlaams gemiddelde van 31%. Tewerkstelling in de tertiaire sector: niettegenstaande de stijging in de secundaire sector blijft de tertiaire sector met 2.288 (1.480 werknemers en 808 zelfstandigen) tewerkgestelden of 57% van het totaal de belangrijkste sector in Putte. De sector is t.o.v. 1990 met 14,5% toegenomen. De voornaamste oorzaak van de toename van het aantal arbeidsplaatsen is de stijging van het aantal werknemers in de sectoren bedrijfsgerichte diensten, kleinhandel, horeca en de overheidsdiensten. De groothandel kent de sterkste daling. Het verschijnsel van tertiairisering is een tendens die zich in heel Vlaanderen manifesteert. Omvang qua tewerkstelling van de bedrijven Volgende tabel geeft de grootte aan van de bedrijven in Putte in de zin van het aantal tewerkgestelden. Dit heeft zowel betrekking op private inrichtingen als overheidsinrichtingen. Aantal werknemers
aantal bedrijven in 1990
aantal bedrijven in 1999
evolutie 1990 - 1999
1 tot 4
214
247
+ 15 %
5 tot 9
58
58
0%
10 tot 19
23
26
+ 13 %
20 tot 49
14
24
+ 71 %
50 tot 99
5
3
- 40 %
100 tot 199
1
3
+ 200 %
meer dan 200 Totaal
0
0
315
361
Tabel 2 : aantal bedrijven naar Grootteklasse qua tewerkstelling in Putte Bron
: RSZ 1990, 1999
+ 15 %
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
Putte telde in 1999 een 361-tal bedrijven t.o.v. 315 in 1990. Dit betekent een toename van bijna 15% de laatste 10 jaar of een gemiddelde van 4 à 5 bedrijven per jaar. Het overgrote deel van de inrichtingen in Putte situeert zich in de dimensieklasse tot minder dan 50 werknemers, m.a.w. vooral een hoge aanwezigheid van kleinere bedrijven. Buiten een drietal bedrijven met meer dan 100 werknemers (102, 121 en 130 werknemers) hebben slechts een drietal bedrijven of instellingen een tewerkstelling tussen de 50 en 100 werknemers. Grootste bedrijven Typerend voor Putte is dat de tewerkstelling in de bouwnijverheid hoger ligt dan in de industrie. Het grootste bedrijf in Putte is dan ook het bouwbedrijf VERELST INDUSTRIEBOUW nv. Op de tweede plaats komt het bedrijf BOFIN BISCUITS nv in de voedingsnijverheid. De metaalverwerkende nijverheid is de tweede grootste industriële sector in Putte. Hier vinden we VERALU nv, een vervaardiger van metalen ramen en deuren en VERELST STAALBOUW nv.
6
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
3.
Relatie met ruimtelijke structuurplannen
3.1.
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Putte wordt in het RSV geselecteerd als buitengebied. Het buitengebied is een gebied waarin open (onbebouwde) ruimte overweegt en waar een buitengebiedbeleid wordt gevoerd. Elementen van bebouwing en infrastructuur die in functionele samenhang zijn met de niet-bebouwde ruimte maken er onderdeel van uit en kunnen plaatselijk doorwegen, vb. in de dorpskernen, de verstedelijkte rand. Volgende doelstellingen worden vooropgesteld (cfr. RSV pg. 379-382): het vrijwaren van het buitengebied voor de essentiële functies het tegengaan van de versnippering van het buitengebied het bundelen van de ontwikkeling in de kernen van het buitengebied het bereiken van een gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit in het buitengebied Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen geeft volgende ontwikkelings- en uitbreidingsmogelijkheden voor bestaande bedrijven buiten bedrijventerreinen (cfr. RSV pg. 453, punt 3.2.6): een maximale verweving van economische activiteiten met de activiteiten in haar (bebouwde of onbebouwde) omgeving wordt nagestreefd. alle mogelijke voorzieningen voor ontwikkeling op de bestaande locatie worden uitputtend aangewend. de ruimtelijke implicaties bij een herlocalisatie worden afgewogen tegenover de ruimtelijke implicaties van een ontwikkeling op de bestaande locatie. de ruimtelijke draagkracht van de omgeving mag niet worden overschreden er wordt t.a.v. de ontwikkeling van de economische activiteit een maximale beleidszekerheid en –continuïteit nagestreefd zowel in ruimte als in tijd.
3.2.
Het Provinciaal ruimtelijk structuurplan Antwerpen (RSPA) Op 25 januari 2001 werd het RSPA definitief vastgesteld door de provincieraad en bij Ministerieel Besluit van 10-7-2001 goedgekeurd. Bij de gewenste nederzettingstructuur zijn Putte en Beerzel geselecteerd als ‘gewoon hoofddorp type II’. Dit betekent dat de mogelijkheid bestaat een lokaal bedrijventerrein te ontwikkelen en beperkt meer bijkomende woningen te realiseren dan voor de opvang van de natuurlijke groei noodzakelijk is. Putte, Beerzel en Grasheide zijn geselecteerd als woonkernen waarbij de opvang van bijkomende woningen gebeurt binnen het juridisch aanbod. Volgens het RSPA behoort Putte niet tot een structurerend onderdeel voor de gewenste economische structuur in Antwerpen. De economische bedrijvigheid wordt namelijk gebundeld in economische knooppunten. Putte speelt wat bedrijvigheid betreft dan ook een ondergeschikte rol. Nieuwe regionale bedrijventerreinen kunnen in Putte niet meer ontwikkeld worden, en een nieuw lokaal bedrijventerrein is enkel mogelijk bij de hoofddorpen Putte en Beerzel. De provincie geeft voor het buitengebied geen taakstellingen inzake bijkomende bedrijventerreinen. In het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan kan een lokaal bedrijventerrein worden gemotiveerd indien deze aansluit bij één van de hoofddorpen en maximaal 5 ha omvat. Putte is deels gelegen in het concentratiegebied van glastuinbouw met als centraal punt de bestaande infrastructuur in Sint-Katelijne-Waver. Een duidelijke afbakening ervan dient te gebeuren.
7
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
Putte is gelegen tussen de valleien van de Nete en de Dijle. Het RSPA heeft als taakstelling het aangeven van gebiedseigen ontwikkelingsperspectieven voor natuurverbindingsgebieden. Zij vormen de verbinding tussen de VEN-gebieden (Vlaams Ecologisch Netwerk) die door het Vlaamse Gewest afgebakend moeten worden. Gezien dit nog niet gebeurde, is er in het RSPA reeds een hypothese voorgesteld. Voor het grondgebied van Putte werden in het RSPA geen essentiële onderdelen van het VEN naar voor geschoven. De Dijle en de Nete werden geselecteerd als natuurverbindingsgebieden. Voor de gewenste agrarische structuur worden drie concentratiegebieden voor de serrebouw aangeduid waaronder het serreland Sint-Katelijne-Waver (Vlaams niveau). Het gebied behoudt de (zeer) kleinschalige perceelsstructuur en het gesloten landschap. De agrarische activiteiten zijn gericht op de tuinbouwveiling te Sint-Katelijne-Waver. In dit gebied zullen maatregelen moeten genomen worden om zoveel mogelijk de concentratie van glastuinbouw te behouden en uitspreiding naar andere deelruimten te beperken. Naast de glastuinbouw is de grondgebonden melkveehouderij agrarisch ruimtegebruiker in Putte en omgeving. Het RSPA stelt dat het Mechels rasterlandschap moet ontsloten worden via de randen (Mechelen, Lier, Heist-op-den-berg en Aarschot). Een streekeigen openbaar vervoerssysteem moet het middengebied ontsluiten. Op het grondgebied van Putte werd de N15 geselecteerd als secundaire weg type II (met als hoofdfunctie verzamelen naar het hoofdwegennet: R6 en N10). Net buiten de gemeentegrens werd de Berlaarbaan-Mechelbaan (tussen R6 en N10) eveneens als secundaire weg type II aangeduid. De N10 vormt de drager van het provinciaal stedelijk netwerk.Wat het openbaar vervoer betreft ligt Putte in een zone waarbij aandacht moet gaan naar vraagafhankelijk vervoer. Putte behoort tot een complex nieuw landschap; daaronder vallen gebieden waar verschillende structuurbepalende landschapselementen en –componenten van nieuwe landschappen voorkomen. Het betreft het rasterlandschap in de omgeving van Sint-Katelijne-Waver. Een ruimtelijk concept kan worden opgemaakt voor deze landschapscategorie. 3.3.
Het Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan werd op 27 juli 2006 definitief goedgekeurd door de Bestendige Deputatie.
3.3.1.
Bindend gedeelte Eén van de acties beschreven in de bindende bepalingen stelt het volgende:
“Verschillende zonevreemde bedrijven zullen op korte termijn worden bestendigd in een sectoraal RUP. Alle zonevreemde bedrijven binnen de gemeente werden reeds in kaart gebracht en er werd een eerste afweging gemaakt.” 3.3.2.
Richtinggevend deel
3.3.2.1.
Basisprincipes Uitgaande van de bestaande ruimtelijke structuur en de doelstellingen geformuleerd in het RSV en het RSPA worden in het ontwerp van het GRS een aantal principes geformuleerd die de basis kunnen vormen voor de verdere ontwikkeling van de
8
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
gewenste ruimtelijke structuur. Op vlak van economische ontwikkeling wordt het verder ondersteunen van de economische dynamiek als basisprincipe gehanteerd:
Putte is een dynamische gemeente op het vlak van industriële en ambachtelijke activiteiten. Dit wensen we ook naar de toekomst toe te garanderen. Dit betekent onder meer het optimaliseren en een gecontroleerde uitbreiding van de bestaande bedrijventerreinen. Voor zonevreemde bedrijven dienen er ruimtelijke randvoorwaarden opgesteld te worden. Met de aanwezigheid van verschillende bedrijvenzones - met in het bijzonder de site van Klein Boom die langs de N15 gelegen is zijn er heel wat potenties voor de verdere versterking van de economische dynamiek in de gemeente. Naar de toekomst toe moeten deze potenties maximaal benut worden. Het opvangen van de lokale dynamiek zal worden beoogd met het vastleggen van een nieuw lokaal bedrijventerrein, bij voorkeur aansluitend op de bestaande zone t.h.v. Klein Boom. 3.3.2.2.
Visie op de gewenste economische structuur Dit principe wordt in het Gemeentelijk Ruimtelijk structuurplan verder uitgediept binnen het hoofdstuk omtrent de gewenste economische ontwikkeling. De gewenste ruimtelijk-economische ontwikkeling van de gemeente Putte wordt hieronder toegelicht. De grote verscheidenheid van de bestaande ruimtelijk-economische structuur bepaalt in grote mate de visie over de toekomstige ontwikkelingen van de bedrijvigheid in Putte. Putte is dan al niet geselecteerd als economisch knooppunt, toch heeft de gemeente een aantal troeven. De aanwezigheid van de N15 en de bestaande bedrijvenzone “Klein Boom” zijn twee belangrijke ruimtelijk-economische aspecten. Bovendien is er een zekere bestaande economische dynamiek. Het is belangrijk deze economische bedrijvigheid binnen de gemeente kansen te geven. Concreet betekent dit onder meer het verbeteren van het bestaande aanbod en het ontwikkelen van bijkomende mogelijkheden in functie van herlokalisatie van bestaande bedrijven en het opstarten van nieuwe bedrijven. Daarnaast moeten ook een duidelijk beleidskader gecreëerd worden voor bestaande bedrijven die (bij uitbreiding) zonevreemd zijn. We formuleren een aantal beleidselementen die kunnen bijdragen tot een ruimtelijk – economisch beleid. Om tot een doelgericht beleid te komen is het noodzakelijk om gebiedsgericht te werken. Streven naar een optimale integratie van niet - storende economische activiteiten in het woongebied a) Uitbouw van een kernwinkelgebied voor kleinhandel en diensten: Putte en Beerzel beschikken over een goed uitgerust handelsapparaat met een bovenlokale aantrekkingskracht. Wil men de draagkracht van het centrum behouden en versterken, dan is concentratie en differentiatie van het handelsaanbod in de centra van Putte en Beerzel het streefdoel. Om dit te bereiken moet de verwevenheid van verschillende winkeltypes en andere centrumfuncties verder worden gestimuleerd. b) Verweving van aanvaardbare functies in de hoofdkernen Putte en Beerzel: aansluitend bij het vorige is het van belang dat de ruimtelijke segregatie van allerlei functies en activiteiten in de hoofddorpen Putte en Beerzel wordt tegengegaan. In plaats hiervan dient gestreefd te worden naar een zo groot mogelijke, maar aanvaardbare vermenging van functies zonder dat de draagkracht van de (woon)omgeving overschreden wordt. Dit betekent dat sommige activiteiten die wegens hun hinder, hun schaal, enz. niet binnen de kern aanvaardbaar zijn, zich elders (op een lokaal bedrijventerrein) moeten. Alle andere functies daarentegen moeten toegelaten en zelfs versterkt worden in de hoofddorpen.
9
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
c) Herlokalisatiebeleid voor hinderlijke bedrijven: de ruimtelijke verwevenheid van een aantal bedrijven strookt in sommige gevallen niet meer met de wooneisen. Voor dergelijke bedrijven moet gedacht worden aan een eventuele overplaatsing naar een lokaal bedrijventerrein. Optimaal ontwikkelen en inrichten van bestaande en nieuwe bedrijventerreinen Bij de ontwikkeling en inrichting van de bestaande en nieuwe bedrijventerreinen dient rekening te worden gehouden met volgende zaken: a) De ligging van het bedrijf ten opzichte van de gewenste landschappelijke en natuurlijke structuur: de groene aders in het landschap moeten zoveel mogelijk behouden en versterkt worden. b) Bij de invulling van nieuwe KMO-zones en bij de afwerking van bestaande KMO-zones dienen de bedrijven landschappelijk geïntegreerd worden met de omgeving, (zowel de woonomgeving als het open ruimtegebied). Wanneer er zich door nieuwe ontwikkelingen mogelijkheden voordoen bij de KMO-gebieden die reeds volledig zijn ingevuld (Koningsbaan en Leuvensebaan) moet een zo optimaal mogelijke landschappelijke integratie worden nagestreefd. c) Bij de invulling van de bestaande bedrijvenlocaties en de uitbreiding van deze dient verder aandacht besteed te worden aan de eenheid in aanleg, de algemene esthetiek en vormgeving; d) Er dient gezocht te worden naar ruimtelijke principes in functie van een beperkt ruimtegebruik, zowel bij het optimaliseren van de bestaande terreinen als bij de aanleg van nieuwe terreinen. Het gaat om: Het herdenken van gabarietsbepalingen in functie van een beperkt ruimtegebruik, te nuanceren naar de ligging ten opzichte van de woonomgeving (bijvoorbeeld ondergrondse constructies, parkeren op het dak, enz.). De integratie van bedrijfsgebouwen De conciërgewoning en het bedrijfsgebouw moeten architecturaal een éénheid vormen De sensibilisering rond collectief ruimtegebruik (bijvoorbeeld bij buffering, parkeerplaatsen, laad- en loszones) e) Belangrijk bij de inrichting van een bedrijvenlocatie is de algemene waterbeheersing; dit betekent ondermeer het tegengaan van overstromingsproblemen door bijvoorbeeld het aanleggen van wachtbekkens, zorg voor maximale infiltratie door het vermijden van grote monoliete verhardingen, het aanleggen van wadi’s, het respecteren van het bestaande grachtenstelsel, aanleggen van bijkomende grachten. Daarnaast is het ook belangrijk om een individuele of collectieve waterzuivering te voorzien indien er geen zuivering van het afvalwater is. Creëren van ontwikkelings- en uitbreidingsmogelijkheden voor ruimtelijk verspreide bedrijvigheid Het belang dat wordt gehecht aan de landschappelijke, natuurlijke en milieutechnische kwaliteiten van de open ruimte maakt dat een aantal niet aan de omgeving gebonden activiteiten al of niet verder kunnen ontwikkeld worden. Afhankelijk van hun ruimtelijke impact, de activiteit op zich en de eventuele grondgebondenheid, moet per bedrijf uitgemaakt worden of zij kunnen bestaan met of zonder mogelijkheden tot uitbreiding of zich moeten herlokaliseren. Indien het ‘herlokaliseren’ voor een aantal bedrijven niet mogelijk is en het niet past in het gewenste ruimtelijke beleid dan moet ruimte gelaten worden voor een geringe uitbreiding en/of een assortiments- of productieverandering. Door het opmaken van een afwegingskader (selectiecriteria) kan men een globale beoordeling geven aan de bedrijven die gesitueerd worden buiten bestaande bedrijventerreinen. In het kader van het structuurplan is het wenselijk te streven naar het opstellen van dergelijke criteria. Hiertoe kan aan volgend afwegingskader gedacht worden:
10
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
Selectiecriteria: Alle zonevreemde bedrijven of bedrijven die bij uitbreiding zonevreemd worden, worden gesitueerd op kaart (zie kaart 1: aanzet tot gebiedsgerichte aanpak van de zonevreemde bedrijven) met overlay van de gewenste nederzettingsstructuur, de gewenste agrarische structuur, de gewenste natuurlijke structuur en de gewenste verkeersstructuur. Vervolgens kan ieder bedrijf door het toekennen van coëfficiënten beoordeeld worden op basis van volgende criteria: ligging binnen de (gewenste) nederzettingsstructuur bereikbaarheid: ligging t.o.v. het primaire en secundaire wegennet Ontsluiting via woonstraten is onaanvaardbaar Het bedrijf veroorzaakt geen milieuhinder voor de omgeving (geurhinder, lawaaihinder, stofhinder, straling, afval) Vlarem-wetgeving ligging t.o.v. de (gewenste) woon- en leefstructuur ligging t.o.v. de (gewenste) agrarische en natuurlijke structuur ligging t.o.v. overstromingsgebieden Met betrekking tot de zonevreemde bedrijven worden reeds duidelijk een aantal standpunten ingenomen: bedrijven in of aan de rand van woonkernen mogen zich mits een aantal landschappelijke randvoorwaarden verder ontwikkelen bedrijven in de woonlinten mogen zich eveneens verder ontwikkelen mits een aantal landschappelijke randvoorwaarden naar het achtergelegen agrarisch gebied (landschappelijke integratie en indien noodzakelijk aanleg groenbuffer1, behouden doorzichten en zichtrelaties2, kleinschaligheid,…); bedrijven gelegen in natuurgebied of waardevol landbouwgebied moeten op termijn geherlokaliseerd worden naar ofwel een lokaal bedrijventerrein wanneer het een kleine onderneming betreft, ofwel een regionaal bedrijventerrein als het gaat om een groot bedrijf. Voor die bedrijven met uitbreidingsbehoeften maar geen mogelijkheden ter plaatse en voor bedrijven die ruimtelijk niet inpasbaar zijn, wordt gekozen voor een herlokalisatie naar een lokaal bedrijventerrein.
1
In het RSPA wordt buffering als volgt gedefinieerd:”ruimtelijke buffering is het van elkaar afschermen van twee of meer functies of activiteiten, hetzij door ze op een zekere afstand van elkaar te houden, hetzij door het aanbrengen van een andere functie of activiteit ertussen, bijvoorbeeld een groenscherm tussen een bedrijventerrein en een woonwijk.” 2 Zie ook bij het beleid voor woonlinten in de gewenste nederzettingsstructuur.
11
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
12
Bedrijf Frans Jules nv
kaart 1
:
Aanzet tot gebiedsgerichte aanpak van de zonevreemde bedrijven (GRS)
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
13
Bedrijf Frans Jules nv
kaart 2
:
Gewenste ruimtelijke-economische structuur (GRS)
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
14
Bedrijf Frans Jules nv
kaart 3
:
Gewenste ruimtelijke structuur (GRS)
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
4.
Inventarisatie en classificatie Bij de opmaak van het RUP zonevreemde bedrijven fase I werd een volledige inventarisatie gemaakt van de verschillende zonevreemde bedrijven in de gemeente Putte. We verwijzen hierbij naar de bijlagen. Alle geselecteerde zonevreemde bedrijven of deels zonevreemde bedrijven, werden getoetst aan de globale gemeentelijke benadering van de gewenste ruimtelijk structuur. Hiervoor werden een aantal parameters vooropgesteld. Voor elk item werden eigen kwaliteitsaspecten uitgewerkt die gekoppeld worden aan een quotering. Hoe lager de quotering, hoe beter het bedrijf scoort. Daar het hier gaat over afwegingen die inhoudelijk volledig verschillen, dient voorafgaandelijk gesteld dat de opgegeven quoteringen daardoor niet strikt wetenschappelijk kunnen worden onderbouwd. Derhalve zijn de quoteringen slechts indicaties in de zin van een hogere of een lagere waardering. Evenzeer dient hier benadrukt dat de resultaten van de optelsommen per item ook niet onderling, wiskundig met elkaar kunnen vergeleken worden. Met andere woorden deze methode van beoordeling ligt meer in het niet meetbare affectieve appreciatieveld dan wel in het meetbare cognitieve appreciatieveld. De gemaakte afwegingen geschiedden dus bij middel van een “Best Professional Judgement” en vertonen derhalve een bepaalde mate van subjectiviteit. De bedrijven worden gesitueerd t.o.v. de open-ruimte structuur (nl. de agrarische structuur en de natuurlijke structuur) en t.o.v. de gewenste woonstructuur. Ook de milieuhinder en het mobiliteitsaspect werden mee in overweging genomen: ligging t.o.v. de gewenste woonstructuur: bedrijven aan de hand van woonkernen of deel uitmakend van een woonconcentratie kunnen een versterking van deze concentratie betekenen. 1 = ligging in of nabij een kern 2 = ligging in of nabij een woonconcentratie of woonlint 3 = ligging in te vrijwaren open ruimte landschap ligging t.o.v. de natuurlijke structuur: 1 = buiten de gemeentelijke kwetsbare gebieden 2 = aan de rand van de gemeentelijke kwetsbare gebieden 3 = binnen de gemeentelijke kwetsbare gebieden ligging t.o.v. de agrarische structuur: 1 = in of rond een woonkern 2 = aan de rand van grote aaneengesloten landbouwgebieden 3 = binnen autonome landbouwgebieden (Milieu)hinder: milieuhinder, geurhinder, geluidshinder, visuele hinder, verkeersoverlast,… 1 = verweefbaar met gedifferentieerde functies 2 = beperkte verweefbaarheid 3 = niet verweefbaar met gedifferentieerde functies Bereikbaarheid: ligging t.o.v. het primaire en secundaire wegennet; ontsluiting via woonstraten is ontoelaatbaar voor mobiliteitsgenererende activiteiten
1 = ligging langs de N15 2 = ligging langs lokale verbindingswegen 3 = slecht ontsloten of ontsluiting via woonstraten
15
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
Op basis van deze criteria komen we tot een eerste categorisering van de zonevreemde bedrijven: Categorie A: als de sommatie 6 of minder bedraagt en het bedrijf dus over bijna alle parameters gunstig beoordeeld wordt. Categorie B: uit een sommatie tussen 7 en 10 volgt dat de uitbreidingsmogelijkheden beperkt moeten worden Categorie C: een sommatie van 11 en meer wijst erop dat het bedrijf voor meerdere parameters ongunstig scoorde; dit betekent dat het bedrijf ter plaatste in principe niet meer mag uitbreiden. De resultaten van deze categorisering zijn opgenomen in de bijlagen. Het bedrijf Frans Jules nv valt onder categorie B. Classificatie De bedrijven werden vervolgens – vertrekkende van de eerste beoordeling uit vorig hoofdstuk - individueel getoetst aan de beoordelingsprincipes uit de omzendbrief RO 2000/01 maximale verweving van de activiteiten in de bebouwde of onbebouwde omgeving alle mogelijkheden op bestaande locatie uitputtend aanwenden bestaande en toekomstige mobiliteits- en bereikbaarheidsprofiel herlokalisatie afwegen t.o.v. bestaande locatie onderzoek ruimtelijke draagkracht omgeving maximale beleidszekerheid en beleidscontinuïteit nastreven. Bijkomend werd rekening gehouden met de bestaande eigendomsstructuur, ten einde mogelijke grondspeculatie te voorkomen. Hierbij dient opgemerkt dat de eerste afweging waarbij de bedrijven in 3 categorieën werden opgedeeld enkel als een soort waardemeter werd gebruikt. Door het in rekening brengen van een aantal bijkomende factoren zoals de grootte van het bedrijf, de schaal van de gewenste uitbreiding, de staat van de bedrijfsgebouwen en de eigendomsstructuur, kan de beoordeling van een bedrijf wijzigen. Bovendien werd er geen hiërarchisch onderscheid gemaakt tussen de vijf parameters die hierboven in overweging werden genomen. Wanneer elk bedrijf apart wordt beoordeeld, kan men het belang van sommige parameters zwaarder laten doorwegen. Hierdoor kan de classificatie afwijken van de voorgaande – relatief intuïtieve – selectie. Deze uiteindelijke classificatie geeft aan in welke mate een bedrijf zich ter plaatse verder ruimtelijk kan ontwikkelen. De inhoud per klasse is gebaseerd op de RO 2000/01 en luidt als volgt: Klasse 1: Bedrijven die op basis van voormelde principes niet mogen uitbreiden. Deze bedrijven kunnen in principe verder werken binnen de bestaande gebouwen met de uitspraak dat herlokalisatie op korte of middellange termijn is aangewezen. Bij stopzetting van de activiteiten wordt geen nieuwe zonevreemde bedrijvigheid toegelaten. Klasse 2: Bedrijven met beperkte uitbreidingsmogelijkheden. Verbouwingen en beperkte uitbreidingen zijn mogelijk. Een echte schaalvergroting van het bedrijf is niet toegelaten. De toegelaten activiteiten worden beperkt. Nieuwe activiteiten moeten qua milieuhinder in principe minder storend zijn dan de bestaande, zowel wat de dynamiek als de aard van de activiteit betreft.
16
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
17
Klasse 3: Bedrijven met beperkte uitbreidingsmogelijkheden. Verbouwingen en beperkte uitbreidingen zijn mogelijk. Een echte schaalvergroting van het bedrijf is niet toegelaten. Er worden echter geen beperkingen opgelegd voor de aard van de activiteiten. Klasse 5: Bedrijven die zich verder kunnen ontwikkelen. De randvoorwaarden voor de uitbreiding worden vastgelegd per bedrijf in functie van de omgeving. Er worden echter geen beperkingen opgelegd voor de aard van de activiteiten. 11
Frans Jules nv
Vaatjesstraat 14
Putte
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
5.
Analyse van het bedrijf 11 - FRANS JULES nv - VAATJESSTRAAT 14, PUTTE- – GROOTHANDEL van BOUWMATERIALEN KAD. GEG.: Afdeling 1, Sectie D, 3e blad, nr. 331z – 334s – 334z – 334x – 334y
Bestaande toestand
Foto 1
Historiek – omschrijving van activiteiten: Het bedrijf dat in oktober 1963 werd opgericht was oorspronkelijk in Zegbos 2 gevestigd. Sedert januari 1967 is het bedrijf op de huidige locatie gesitueerd; het werd oorspronkelijk als een bedrijf in steenkool en landbouwprodukten. Geleidelijk is het bedrijf naar landbouwprodukten en groothandel in bouwmaterialen geëvolueerd. De binding met de gemeente Putte is zeer sterk inzake naambekendheid en zeer goede ligging, gekoppeld aan een meer dan 30-jarig bestaan op deze lokatie. Terreingegevens (op basis van gegevens enquête): Oppervlakte van het terrein: 21.300 m² Bebouwde oppervlakte: 1.310 m² Recente uitbreiding: sedert de start op de huidige locatie in 1967 werd het bedrijf in totaal uitgebreid met 10.700 m² grondoppervlakte en 800 m² gebouwen.
Foto 2
Gewenste uitbreiding: het bedrijf wil zich in de komende 10 jaar verder uitbreiden (richting Mechelbaan) en heeft daarvoor in principe voldoende grond in eigendom. Aantal werknemers: 38 Uitbreiding personeel op korte termijn: 10 (op een termijn van 10 jaar)
Foto 3
Dynamiek Het bedrijf stelt 36 personen te werk. 25 personen daarvan komen met de wagen, de overige te voet, met de fiets of met het openbaar vervoer. Het bedrijf heeft een 33-tal leveranciers waarvan 5 met een bestelwagen en 25 met een vrachtwagen. De rest is met de wagen. Op niveau van het klantenbestand moet gerekend worden met +/- 150 klanten per dag. Daarvan komen en +/- 20 met de auto, +/- 100 met een bestelwagen en +/- 30 met een vrachtwagen. Omgevingsfactoren: Het bedrijf is gesitueerd in de Vaatjesstraat, die wordt gekenmerkt door heel wat lintbebouwing. In de Vaatjesstraat en de Tinstraat zijn verschillende zonevreemde bedrijven gesitueerd, drie ervan zijn binnen het RUP opgenomen (Frans Agro, Frans Jules en Nauwelaerts); De Vaatjesstraat-Tinstraat wordt in het mobiliteitsplan geselecteerd als ontsluitingsroute in functie van het bedrijventerrein langs de Tinstraat. Het bedrijf ligt vlakbij de N15. Dwars over de percelen van het bedrijf
Foto 4
18
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
loopt de Spoelbeek. De beek is in de bestaande toestand ingebuisd over de lengte van het bedrijfsterrein. Deze beek is in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan aangeduid als zone voor gemeentelijk natuurverbinding.
Juridische toestand Gewestplan: het perceel ligt deels in woongebied met landelijk karakter en deels in agrarisch gebied Bijzonder plan van Aanleg: niet van toepassing Foto 5
Vergunningstoestand: voor het grootste deel van de site zijn geen stedenbouwkundige vergunningen bekend. -
Een deel van dit deelplan ligt binnen een goedgekeurde verkaveling (29-04-1986). In wezen dient hier gezegd dat vóór 1984 functiewijzigingen (van landbouw en steenkool naar bouwmaterialen) niet vergunningsplichtig waren. Tevens ging het over opslag in open lucht die ook niet vergunningsplichtig was. De bebouwing dateert van vóór 1962 en wordt vergund geacht.
Gewenste ruimtelijke structuur/algemene doelstellingen Foto 6
Het bedrijf ligt langsheen de Vaatjesstraat die wordt gekenmerkt door heel wat lintbebouwing. Naast woningen komen er ook verschillende (zonevreemde) bedrijven voor. Het bedrijf is gunstig gelegen in functie van ontsluiting: de Vaatjesstraat is in het mobiliteitsplan geselecteerd als ontsluitingsroute voor vrachtverkeer en bovendien is de secundaire weg N15 vlakbij gelegen. De Spoelbeek loopt dwars door het terrein en is grotendeels ingebuisd. Het bedrijf is wel zeer grootschalig tov de andere bebouwing in de Vaatjesstraat. Achter het bedrijf is een even grootschalige tuinbouwserre ingericht. Het bedrijfsterrein wordt hierdoor omsloten door bebouwing aan drie zijden (woonlinten Vaatjesstraat en Mechelbaan en de serre). Door de aanwezigheid van deze bebouwing valt het bedrijf niet op in het landschap.
Foto 7
Het grafisch plan duidt één grote bedrijfszone aan met een buffering tot en met de serre. De zone is bestemd voor de vestiging van één lokaal ambachtelijk bedrijfsgeheel met onderling uitbatingverband. De inrichting van een toonzaal is toegestaan gericht naar de Vaatjesstraat. De toonzaal kan maximaal 5% van de grondoppervlakte van de totale bebouwing bedragen.Enkel groothandel is echter toegestaan. De zone is tevens bestemd voor de inrichting van één bedrijfswoning als deel van het bedrijfsgebouw. De huidige woning kan behouden blijven maar niet herbouwd worden. De oppervlakte van de paarse zone bedraagt +/- 16.707m² De oppervlakte van de huidige bebouwing bedraagt +/-2.100m². De huidige bezetting bedraagt dus +/-12.5%. Er wordt bij 30% maximale bebouwing mogelijkheid gegeven tot +/-5.012m², zijnde een uitbreiding van +/- 2.912m². De eigenaar vraagt ongeveer 5.000m² bebouwde uitbreidingsmogelijkheid.
Foto 8
19
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
In de niet-bebouwde ruimte, is maximaal 70% als verharding toegelaten voor de circulatie, opslag en parkeergelegenheid naar het bedrijf. Deze elementen moeten op ruimtelijk zuinige wijze worden ingericht. Minimaal 30% moet als groene ruimte worden ingericht. Met name de strook voor de ingestelde bouwlijn moet ingegroend worden. Opslag mag niet zichtbaar zijn vanaf de straat. Indien de achtergelegen serre wordt afgebroken, moet een buffer aangelegd worden volgens het aangegeven indicatief tracé met dezelfde breedte als de reeds aangegeven bufferstrook.. De kans dat deze serre op korte termijn wordt gesloopt wordt echter zeer klein geacht aangezien het glastuinbedrijf recent heeft geïnvesteerd in een nieuw waterbekken en warmtekrachtkoppeling. Foto 9
Foto 10
De ingebuisde Spoelbeek beek krijgt een bijkomende open loop aan de zijkant van de zone als deel van de doelstelling van natuurontwikkeling. Zij heeft mee een bergende functie in dit gebied dat op de kaart van de watertoets als recent overstroomd gebied is aangeduid. De bijkomende verlegging heeft in die zin ook milderende invloed op het ingebuisde gedeelte van de Spoelbeek
20
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
6.
Milieueffectrapportage – verzoek tot raadpleging Ingevolge het plan-mer-decreet van 27 april 2007 dat vanaf 1 juni 2008 van toepassing is op alle ruimtelijke uitvoeringsplannen worden in dit hoofdstuk de milieueffecten van voorgenomen plan onderzocht. Het RUP met dit deelgebied beslaat een relatief kleine oppervlakte en vormt geen kader voor de toekenning van een vergunning voor een project uit de bijlage I of II van het project-m.e.r.-besluit van 17 februari 2005). Dit betekent dat het voorliggend RUP de procedure van de mer-screening kan volgen. De volgende disciplines worden binnen dit RUP als relevant beschouwd: -
Bodem Water Fauna en flora Landschap, bouwkundig / beschermd erfgoed Mobiliteit Geluid Lucht
Voor elke discipline wordt de referentiesituatie weergegeven en vervolgens worden de verwachten effecten volgens de opties in het RUP weergegeven.
21
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
6.1.
Bodem REFERENTIESITUATIE
kaart 4
Bodemkaart
De bodem voor het deelgebied is aangeduid als “droog zand” (lichtblauw) EFFECTEN Het RUP-voorstel gaat in grote mate uit van een bestendiging van de bestaande inrichting met een kleine bijkomende bouwmogelijkheid. Deze wijziging zal slechts gering of geen effect hebben op de huidig aangeduide bodemstructuur.
22
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
6.2.
Water Zie apart deel watertoets hierna.
6.3.
Fauna en flora REFERENTIESITUATIE
kaart 5
Biologische waarderingskaart
23
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
kaart 6
Natura 2000
EFFECTEN Het RUP bevat geen aanduidingen van biologisch waardevol of zeer waardevol gebied. Op de kaart Natura 2000 of op de biologische waarderingskaart zijn ook geen opnames aangeduid voor het deelgebied. Het RUP slaat enkel op de herinrichting van de bestaande infrastructuur in de zone voor lokaal bedrijf en op de aanleg van een buffer en een bijkomende arm voor de Spoelbeek. Deze wijziging heeft geen effect op de huidige biodiversiteit binnen het RUP alsook op de naastgelegen aangrenzende percelen. De huidige biodiversiteit kan eerder enkel toenemen door de aanleg van de buffer, de arm van de Spoelbeek en de meandering die ervoor voorzien is. Het RUP is niet gelegen in of rakend aan een vogelrichtlijn- of habitatgebied. De voorgestelde bestemmingswijzigingen hebben geen significante invloed of effect op de huidige toestand. Er is geen passende beoordeling nodig.
24
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
6.4.
Landschap - Beschermd erfgoed REFERENTIESITUATIE Het RUP is niet gesitueerd in een ankerplaats. Er zijn ook geen lijn- of puntrelicten of relictzones. Er is geen beschermd erfgoed. De zone maakt geen deel uit van traditionele landschappen.
kaart 7
Landschapsatlas – Onroerend Erfgoed
EFFECTEN Het voorstel zal geen effect hebben op de huidige landschapsstructuur. Er wordt een buffering voorzien ten oosten van het deelgebied zodat er zekerheid is dat ook geen effect kan gecreëerd worden.
25
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
6.5.
Mobiliteit De mobiliteit van en naar het bedrijf bestaat uit een 100-tal bestelwagens, een 30-tal vrachtwagesn en een 20-tal auto’s per dag. Op uurbasis bedraagt dit dus een tiental voertuigbewegingen, wat minimaal te noemen is. Deze aantallen moeten als constant aangezien worden naar de toekomst toe. Het RUP voorziet immers geen uitbreiding in de activiteit. Het bedrijf is zeer dicht bij de N15 Mechelbaan gelegen (geselecteerd als secundaire weg type II), waardoor het bedrijfsverkeer ook geen woonwijken of woonstraten belast.
6.6.
Geluid Er zijn geen geluidsmetingen gekend voor deze site. De aard van de activiteit (groothandel in bouwmaterialen) leidt normaliter niet tot grote geluidseffecten. Enkel het laden en lossen van materialen kunnen tijdelijk wat geluidshinder opleveren. De mogelijkheid die het RUP voorziet voor het oprichten van gebouwen, is er o.a.op gericht om een aantal laaden losactiviteiten niet meer enkel buiten te laten gebeuren.
6.7.
Lucht Er zijn geen (bijkomende) effecten inzake lucht te verwachten door de opmaak van de RUP en de continuïteit die aan het bedrijf ter plaatse wil worden gegeven.
6.8.
Grensoverschrijdende effecten Nihil, gezien de beperkte milieueffecten die te verwachten zijn door dit planinitiatief en de afstand tot de lands- en gewestgrens.
6.9.
Motivatie tot niet-opmaak van een Plan-MER Onderhavig RUP is niet van rechtswege plan-MER-plichtig. Er hoeft geen passende beoordeling worden opgemaakt en het RUP vormt niet het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I en II van het project-m.e.r.-besluit van 10/12/2004. Aangezien via het RUP geen significante milieueffecten zijn te verwachten (zie hierboven), is de opmaak van een plan-MER niet noodzakelijk.
26
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
7.
Watertoets Het bedrijf ligt gedeeltelijk in overstromingsgevoelig gebied (Spoelbeek). Aan de overzijde van de Vaatjesstraat zijn er ook overstromingsgevoelige gebieden aan beide zijden van de Spoelbeek aangeduid.
Er wordt een stijging van bebouwing van +/- 2912m² zijnde +/- 17.5% voorzien. Door zijn ligging in watergevoelig gebied, moet er van uitgegaan worden dat zonder bijkomende maatregelen er impact zal zijn op de waterhuishouding van de zone. De voorschriften spelen dus in om deze specifieke situatie en schrijven maatregelen in zodat de bestendiging/uitbreiding geen bijkomende impact op het watersysteem kan teweegbrengen. Er wordt hierbij niet uitgegaan van één verplichte maatregel ter beheersing van mogelijke overstromingen maar van een mogelijkheid tot combinaties van bijvoorbeeld - groendak,
27
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
-
verhoogde opvang van regenwater door inplanting van waterbuffers, citernes, afleidingen naar beken i.p.v. naar rioleringen, vermindering van het verhardingspercentage waterdoorlatende verharding richtinggevend gebruik van type planten en bomen die een hogere waterabsorptie hebben
De ingebuisde Spoelbeek krijgt een bijkomende open loop aan de zijkant van de zone als deel van de doelstelling van natuurontwikkeling. Zij heeft mee een bergende functie in dit gebied dat op de kaart van de watertoets als recent overstroomd gebied is aangeduid. De bijkomende omloop heeft in die zin ook milderende invloed op het ingebuisde gedeelte van de Spoelbeek. Aan de straatzijde zal de bestaande woning niet behouden kunnen blijven en niet meer heropgericht kunnen worden. Dit garandeert de uitvoering van de bijkomende loop van de Spoelbeek.
28
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
8.
Ruimtebalans – Planbaten/Planschade
8.1.
Ruimtebalans
29
Overzichtstabel bestemmingswijzigingen ten opzichte van het gewestplan: Bestemming (ha)
VAN
bufferzone
34A 36CA
Zone voor lokaal bedrijf
8.2.
Frans Jules nv
1HA 83A 70CA 1HA 66A 62CA
51A 44CA
Agrarisch gebied
woonzone
11
NAAR
Planbaten/Planschade Voorgaande tabel geeft de bestemmingswijzigingen weer, die aanleiding kunnen geven tot een (in dit geval) planbatenheffing. Er moet echter rekening worden gehouden met een aantal vrijstellingsregels: -
percelen waarop een zonevreemd, hoofdzakelijk vergund en niet-verkrot bedrijf is gevestigd, en een voor bedrijvigheid geëigende bestemming krijgt.
Het bedrijf Frans Jules nv wordt als hoofdzakelijk vergund geacht beschouwd (zie vroeger). Bijgevolg kan worden geconcludeerd dat er geen planbatenheffing zal worden geheven n.a.v. de goedkeuring van dit RUP.
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
9.
Opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het RUP en die opgeheven worden. De voorschriften en bepalingen van het gewestplan voor de afbakeningen van het RUP worden opgeheven bij de inwerkingtreding van onderhavig gemeentelijk RUP. Hieronder wordt de lijst gegeven van de op te heffen bestemming van het gewestplan Mechelen (KB 05/08/1976). -
Gedeelte Landelijke woonzone (KB van 28/12/1972; artikel 6) en gedeelte agrarisch gebied (KB van 28/12/1972; artikel 11)
-
De verkaveling dd. 29/04/1986 aan de Vaatjesstraat wordt eveneens opgeheven
30
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
B. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
31
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
32
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN 1.1.
VERORDENENDE
KRACHT
VAN
DE
TOELICHTING DIVERSE
ELEMENTEN
OPGENOMEN IN ONDERHAVIG GEMEENTELIJK RUP
De grafische plannen en de erbij stedenbouwkundige voorschriften verordenende kracht.
horende hebben
De toelichting bij de voorschriften in de rechterkolom en schuin gedrukt dienen als richtinggevende interpretatie van de voorschriften gelezen te worden samen met de stedenbouwkundige voorschriften. Hierin zijn ook definities opgenomen. Deze bepalingen en definities zijn richtinggevend. Er kan dus, mits voldoende motivatie, van afgeweken worden
1.2. BEOORDELINGSCRITERIA TOT DUURZAME ONTWIKKELING Elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning binnen onderhavig gemeentelijk RUP zal, naast de toetsing aan de bestemmingsen inrichtingsvoorschriften, onder meer beoordeeld worden aan de hand van volgende criteria: - Zuinig en compact ruimtegebruik - Kwalitatief kleur- en materiaalgebruik - Landschappelijke integratie - Waterbeheersing De aanvrager van een stedenbouwkundige vergunning dient via de motiveringsnota aan te tonen dat aan deze criteria is voldaan. 1.3. INRICHTINGEN VAN OPENBAAR NUT Het oprichten van kleinschalige gebouwen en infrastructuur voor openbaar nut is toegelaten in alle zones, ongeacht de bestemming, maar wel rekening houdend met de inrichtingsvoorschriften van de desbetreffende strook. Hun noodzaak moet om technische of sociale redenen aangetoond kunnen worden door een omstandige verklarende verantwoordingsnota.
De reeds voorziene beschrijvende nota in de procedure van aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning, dient de elementen aan te halen die aantonen dat aanvraag tot de stedenbouwkundige vergunning voldoet aan de beoordelingscriteria. Indien uit het dossier tot aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning blijkt dat niet voldaan is aan onder meer deze criteria, dan kan de stedenbouwkundige vergunning, niettegenstaande het voldoet aan de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften, geweigerd worden omwille van het feit dat de aanvraag niet voldoet aan de beoordelingscriteria tot duurzame ontwikkeling
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN 1.4. PUBLICITEIT Publiciteit of mededelingen zijn enkel toegestaan in het zones voor lokale bedrijvigheid, de woonzones en de voortuinen Voor publiciteit of mededelingen geldt: - Zij moeten een reëel artistiek aspect vertonen en in volkomen harmonie zijn met de betrokken en naastgelegen gevels. Bij verlichte uithangborden moet de lichtbron onzichtbaar blijven. - In de zone voor bedrijvigheid wordt de totale oppervlakte van de reclameborden per bedrijf beperkt tot 5m2, alles inbegrepen (zowel reclame op de gevels als op losse borden op het terrein). - Publiciteit mag de lichtopeningen noch geheel, noch gedeeltelijk bedekken. Publiciteit op blinde gevelmuren, afsluitingsmuren, daken, terrassen, balkons, erkers en andere uitbouwen is uitdrukkelijk verboden.
33
TOELICHTING
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
34
TOELICHTING
DEELGEBIED 11: Frans Jules NV ARTIKEL 1: ZONE VOOR LOKAAL BEDRIJF 1. BESTEMMING De zone is bestemd voor de vestiging van één lokaal ambachtelijk bedrijfsgeheel met onderling uitbatingverband, dat voor de omgeving geen abnormale hinder of gevaar meebrengt. Inrichting van een toonzaal is toegestaan gericht naar de Vaatjesstraat.. Enkel groothandel is toegestaan. De zone is tevens bestemd voor de inrichting van één bedrijfswoning als deel van het bedrijfsgebouw.
Het bedrijf is ingedeeld in klasse 5 in het RUP Zonevreemde bedrijven: “Bedrijven die zich verder kunnen ontwikkelen. De
randvoorwaarden voor de uitbreiding worden vastgelegd per bedrijf in functie van de omgeving. Er worden echter geen beperkingen opgelegd voor de aard van de activiteiten.”
Door de voorziene bijkomende loop van de Spoelbeek kan de huidige woning rakend aan de rooilijn niet behouden blijven. De verkaveling dd. 29/04/1986 aan de Vaatjesstraat wordt opgeheven.
2. INRICHTING -
-
Inplanting van de gebouwen De terreinbezetting van het totaal van de bebouwing bedraagt maximaal 30% van de aangeduide zone (buffer niet meegerekend). De woning moet volledig deel uitmaken van het (de) bedrijfsgebouw(en). De bebouwing moet op gegroepeerde wijze ingeplant worden binnen de aangeduide paarse zone vanaf de ingestelde voorgevelbouwlijn naar achter toe. Elke inplanting moet rekening houden met voldoende doorgang voor brandveiligheid. Dit wordt aangetoond naar aanleiding van een stedenbouwkundige aanvraag. Er kan geen bebouwing ingepland worden in de zone van de indicatieve aanduiding van de te herleggen beek. De vloeroppervlakte van de toonzaal bedraagt maximaal 5% van de grondoppervlakte van de totale bebouwing. De toonzaal moet duidelijk gericht zijn op de groothandel; moet geïntegreerd zijn in de overige
De oppervlakte van de paarse zone bedraagt +/- 16707m² De oppervlakte van de huidige bebouwing bedraagt +/2100m². De huidige bezetting bedraagt dus +/-12.5%. Er wordt bij 30% maximale bebouwing mogelijkheid gegeven tot +/-5012m², zijnde een uitbreiding van +/- 2912m². De eigenaar vraagt ongeveer 5000m² bebouwde uitbreidingsmogelijkheid.
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN -
-
-
bedrijfsgebouwen en moet gericht zijn op de Vaatjesstraat. De dakvorm is vrij. Nieuwe bebouwing moet minstens 5m afstand respecteren tot de zonegrenzen. De maximale hoogte van bebouwing (hoogste punt van het gebouw) bedraagt tevens maximaal 9m. Enkel silo’s kunnen hoger zijn tot maximaal 12m. Deze hogere silo’s mogen niet voorkomen in de zone tussen de ingebuisde loop van de Spoelbeek en de nieuwe bijkomende loop van de beek (fugerend als waterbuffering).. Specifieke opmerking over de ligging in watergevoelig gebied: Er wordt niet uitgegaan van één verplichte maatregel ter beheersing van mogelijke overstromingen maar van een mogelijkheid tot combinaties van bijvoorbeeld - verhoogde opvang van regenwater door bvb. inplanting van waterbuffers, extra loop Spoelbeek, citernes, afleidingen naar beken i.p.v. naar rioleringen, groendak (te verwerken in de architectuur en de hemelwaterverordening). - vermindering van het verhardingspercentage - waterdoorlatende verharding - richtinggevend gebruik van type planten en bomen die een hogere waterabsorptie hebben Inrichting van de niet-bebouwde delen. In de niet-bebouwde ruimte, is maximaal 80% als verharding toegelaten voor de circulatie, opslag en parkeergelegenheid naar het bedrijf. Deze elementen moeten op ruimtelijk zuinige wijze worden ingericht. Minimaal 20% moet als groene ruimte worden ingericht met een zwaartepunt voor de ingestelde maximale voorbouwlijn en bij voorkeur in relatie tot de gebouwen om deze te integreren in de omgeving. Opslag (dmv. rekken, bulk ) mag niet zichtbaar zijn vanaf de straat. Doorheen de niet bebouwde delen moet doorgang kunnen gegeven worden voor de onderhoudsdiensten naar de achteraan gelegen beek.
35
TOELICHTING
Hier wordt niet specifiek een plat dak voorgeschreven omdat de kroonlijsthoogte dan mogelijks ook 12m wordt. De maatregelen naar watertoets toe gebeuren meer door het open maken van de Spoelbeek en de verhoging van het bergend volume. Tegelijk heeft het bedrijf ook reeds een mogelijke stockering van 60.000L regenwater voorzien.
Nu wordt de parking langs de zijkant bereikt, maar dit maakt de inplanting van een buffer op de perceelsgrens onmogelijk. Voor de niet-bebouwde ruimte dient een gedetailleerd plan met groenaanleg aan het dossier van de stedenbouwkundige aanvraag te worden toegevoegd. De controle op de uitvoering van de groenaanleg wordt geregeld door de gemeente.
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
Parkeerdruk dient volledig op het eigen terrein worden opgenomen. De parking mag enkel bereikbaar zijn vanaf de Vaatjesstraat. In de zone voor lokaal bedrijf en in de zone voor buffer moet de Spoelbeek met een bijkomende open beek worden aangelegd vanaf de huidige loop in de Vaatjesstraat tot de bestaande loop aan de achterzijde van het RUP-gebied. Deze bijkomende beek moet kunnen vrij meanderen en moet een reservatiestrook van 10m toegewezen krijgen te rekenen vanaf de perceelsgrens.
36
TOELICHTING
De verharding dient maximaal waterdoorlatend te zijn, tenzij om milieutechnische redenen (mogelijke vervuiling van het water dat de grond indringt of bodemkwaliteit die geen infiltratie toelaat) hiervan moet worden afgeweken. De parkeerdruk dient op het terrein zelf opgevangen te worden ARTIKEL 2 ZONE VOOR BUFFER 1. BESTEMMING Dit zijn zones bestemd als overgangsgebied tussen gebieden die door hun bestemming niet te verenigen zijn. 2. INRICHTING In deze zones geldt een absoluut bouwverbod. In de zone voor lokaal bedrijf en in de zone voor buffer moet de Spoelbeek met een bijkomende open beek worden aangelegd vanaf de huidige loop in de Vaatjesstraat tot de bestaande loop aan de achterzijde van het RUP-gebied. Deze bijkomende beek moet kunnen vrij meanderen en moet een reservatiestrook van 10m toegewezen krijgen te rekenen vanaf de perceelsgrens. De buffer zelf kan uitgevoerd worden als beplante wal met ondoorzichtige beplanting met streekeigen groen, met een klemtoon op hoogstammige bomen. De beplanting moet
De onderhoudsdiensten zullen de beek kunnen bereiken langs de veldweg links van het bedrijf. Voor de zone van de buffer dient een gedetailleerd plan met groenaanleg als volwaardig deel aan het dossier van de stedenbouwkundige aanvraag voor de te bufferen bedrijfsgebouwen te worden toegevoegd.
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
37
TOELICHTING
gemengd bladhoudend en bladverliezend zijn en dient het karakter van het omliggend landschap te respecteren. Het groenscherm moet als totaliteit ondoorzichtig zijn. Zijn uitdrukkelijk verboden: - Opslagplaatsen van materialen, waren, en van schroot; - Elke vorm van publiciteit of mededeling. Indien de achtergelegen serre definitief wordt afgebroken, moet een buffer aangelegd worden volgens het aangegeven indicatief tracé met dezelfde breedte als de reeds aangegeven bufferstrook (5m) 3. BEHEER De bufferzone moet aangelegd worden en beheerd door de eigenaar/bouwheer van het betreffende bedrijf. De buffer moet ontworpen worden bij de eerste stedenbouwkundige aanvraag na goedkeuring van dit RUP, met een verklaring dat de groenaanleg binnen de twaalf maanden na de ingebruikname van de bouwwerken zal uitgevoerd zijn.
De controle op de uitvoering van de groenaanleg wordt geregeld door de gemeente
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
C. BIJLAGE
38
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
39
Inventaris en selectie Voor de opmaak van een RUP zonevreemde bedrijven is een volledige lijst van zonevreemde bedrijven noodzakelijk. Alle zonevreemde bedrijven treffen we aan binnen de groep van de geïsoleerde bedrijven. Voor het al of niet zonevreemd zijn van een bedrijf baseren we ons op de definitie gesteld uit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Hierin wordt een zonevreemd bedrijf omschreven als: ‘een bedrijf, zijnde een gebouw, activiteit of functie, kan pas zonevreemd
worden beschouwd, wanneer zowel de juridische toets, met name het al of niet overeenstemmen met bestaande voorschriften, als de planologische toets, met name de (on)verenigbaarheid met verschillende activiteiten en functies duidelijk daartoe besluiten’.
Als zonevreemd bedrijf worden gerekend: bedrijven in het agrarisch (waardevol) gebied, groengebied bedrijven die bij een mogelijke uitbreiding zonevreemd worden (bv. de bedrijven in de paarse vlekjes op het gewestplan) bedrijven aan de rand van het woongebied (bv. woongebied met landelijk karakter) Dit betekent dus dat de niet-hinderlijke bedrijven gelegen in de woonkernen niet als zonevreemd dienen beschouwd te worden. Er dient echter gesteld dat de methodiek van een sectoraal RUP ook geen oplossing biedt voor hinderlijke bedrijven in de woonzone. Verminderen van de hinderlijkheid of een herlokalisatie van het bedrijf zijn de twee oplossingen voor dergelijke bedrijven. In de loop van 2004 werd door de gemeente een inventaris opgemaakt van alle zonevreemde bedrijven binnen de gemeente. Deze bedrijven werden allen aangeschreven. Meer dan 30 bedrijven reageerden hierop en gaven te kennen interesse te hebben voor opname in het sectoraal RUP. Via een enquêteformulier werden bijkomende inlichtingen ingewonnen van deze bedrijven. Hierna volgt een lijst met de zonevreemde bedrijven die reageerden op de enquête (naam, adres, activiteit, zonering gewestplan). Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen de “echte “ zonevreemde bedrijven en de bedrijven die slechts gedeeltelijk zonevreemd zijn. I - Zonevreemde bedrijven: nr
Naam - adres
4
Frans Agro
Vaatjesstraat 42
Putte
5
Goossens bvba
Abeelstraat 2a
Putte
10
De Wandeleer nv
Grensstraat 63
Keerbergen
21
Verstraeten bvba
Mechelbaan 642
Putte-Peulis
30
Verstrepen
Mechelbaan 664
Putte
32
Garage Aerts bvba
Steenovenstraat 1
Putte
bedrijvigheid
gewestplanzone
Groothandel landbouwgrondstoffen Traiteurdienst
Agrarisch gebied Agrarisch gebied
Verkoop en plaatsen van natuursteen Tuincentrum en plantenkwekerij Verkopen en kweken van planten Autogarage
Agrarisch gebied
Agrarisch gebied
bedrijvigheid
gewestplanzone
Gereedschappen voor diamantindustrie
Deels woonzone – deels agrarisch
Agrarisch gebied Agrarisch gebied
II - Gedeeltelijk zonevreemde bedrijven nr
Naam - adres
1
Euro-Strike nv
Mechelbaan 587
Putte
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
40
3
Jacobs nv
Leuvensebaan 174-176
Putte
Garage - Carrosserie
7
Booischotbaan 41
Putte-Beerzel
8
B&G woningrenovatie nv Delizza
Bareelstraat 73
Putte-Beerzel
Restauratie en renovatie van gebouwen Produktie diepvriesvoeding
11
Frans Jules nv
Vaatjesstraat 14
Putte
12
Nauwelaerts/G.T.C. bvba Schroven Jos bvba
Vaatjesstraat 30
Putte
Mechelbaan 253
Putte-Beerzel
Groothandel van bouwmaterialen Betonproductie/Invoer & stockage graniet Tuinaanleg en -ontwerp
Mechelbaan 294
Putte
Autogarage
17
Garage Meulders bvba Joma keukens bvba
Putte
18
Van Hoof bvba
Schrieksesteenweg 129a Mechelbaan 659/1
Putte
Productie en verkoop keukens Grondwerken
19
Van der Auwera bvba
Houwstraat 45
Putte-Beerzel
Sanitair en verwarmingen
23
De Schutter nv
Leuvensebaan 139
Putte
25
Bredestraat 194
Putte-Beerzel
26
Fleerackers Pauwels Vertommen L.
Mechelbaan 667
Putte
27
Garage Mon bvba
Leuvensebaan 198
Putte
Verkoop van bouwmaterialen Verkoop en plaatsing van tegels Groothandel sanitair, keukens Autogarage
28
Van den Acker bvba
Tinstraat 36
Putte
Schrijnwerkerij
33
Vervoort
Mechelbaan 272
Putte
Brandstoffen
34
J. Cornelis nv
Mechelbaan 607
Putte
Sanitair
13 16
Deels woongebied met landelijk karakter – deels agrarisch Deels ambachtelijke zone – deels agrarisch Deels woongebied met landelijk karakter – deels agrarisch Deels woongebied met landelijk karakter – deels agrarisch Deels woongebied met landelijk karakter – deels agrarisch Deels woongebied met landelijk karakter – deels agrarisch Deels woonzone – deels agrarisch Deels woongebied met landelijk karakter – deels agrarisch Deels woongebied met landelijk karakter – deels agrarisch Deels woongebied met landelijk karakter – deels agrarisch Deels woongebied met landelijk karakter – deels agrarisch Deels woongebied met landelijk karakter – deels agrarisch Deels woongebied met landelijk karakter – deels agrarisch Deels ambachtszone – deels agrarisch gebied Deels woongebied met landelijk karakter – deels agrarisch Deels woongebied met landelijk karakter – deels agrarisch Deels woongebied met landelijk karakter – deels agrarisch
III– Regionaal bedrijf en in principe geen gemeentelijke bevoegdheid nr 20
Naam - adres Veralu nv
Koningsbaan 86
Putte-Beerzel
bedrijvigheid Productie PVC ramen en deuren
gewestplanzonering Deels industriezone – deels agrarisch gebied
IV – Reeds (gedeeltelijk) voorkomend in bestaand/in opmaak zijnd BPA nr
Naam - adres
9
Fransen J. bvba
Schrieksesteenweg 65
15
Garage Broes-De Weser Peeters nv
31
bedrijvigheid
gewestplanzonering
Putte
Transportbedrijf
Mechelbaan 777
Putte- Peulis
Autogarage
Deels woongebied met landelijk karakter – deels agrarisch Deels woonzone – deels agrarisch
Mechelbaan 825
Putte-Peulis
Verkopen, leveren en herstellen van meubels
Volledig woongebied – gewenste uitbreiding in agrarisch gebied
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
41
V - Uit de lijst te schrappen aangezien het geen ambachtelijk, industriële agrarisch toeleverend of agrarisch verwerkend bedrijf betreft: nr
Naam - adres
bedrijvigheid
gewestplanzonering
14
Heestenheide 9
29
Vzw De Beerzelse Bijters Familia nv
Putte-Beerzel
hondenclub
Agrarisch gebied
Mechelbaan 298
Putte
Traiteur - feestzaal
Mechelbaan 652
Putte-Peulis
Zonnecentrum / broodjesbar
Deels woongebied met landelijk karakter – deels agrarisch Agrarisch gebied
22
C.F.B. nv
VI - Uit de lijst te schrappen aangezien de bedrijfsgebouwen niet volledig zijn vergund: nr
Naam - adres
2
Claes Eddy bvba
Tinstraat 19
6
Harten Vijf bvba
Vijfheide 4
24
G & D Construct
Lierbaan 317
bedrijvigheid
gewestplanzonering
Putte
Bouwonderneming
Agrarisch gebied
PutteGrasheide Putte
Verkoop op openbare markten Metaalconstructies
Agrarisch gebied Agrarisch gebied
VII - Een aantal bedrijven reageerden niet op de vraag van de gemeente en beantwoordden de enquête niet; deze bedrijven
worden hier niet verder onderzocht. Het betreft volgende bedrijven: NAAM - ADRES Grondwerken Cartuyvels Granietwerken Maris Augustijnen
BEDRIJVIGHEID
Pieperstraat 6
Putte
Grondwerken
Fazantweg 2
Putte
Granietwerken
Stompaarshoek 5
Putte
Aannemer
GEWESTPLANZONERING
Deels woongebied met landelijk karakter – deels agrarisch Agrarisch gebied
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
Kaart
: situering zonevreemde bedrijven
42
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
43
Classificatie Nr.
naam
Ligging tov woonstructuur
Ligging tov agrarische structuur
Ligging tov natuurlijke structuur
Milieuhinder
mobiliteit
saldo
1
Euro-Strike nv
1
1
1
1
1
5
A
16
Garage Meulders bvba
1
2
1
1
1
6
A
13
Schroven Jos bvba
1
2
1
1
1
6
A
26
Vertommen L.
1
2
1
1
1
6
A
30
Verstrepen
1
2
1
1
1
6
A
33
Vervoort
1
2
1
1
1
6
A
34
J. Cornelis nv
1
2
1
1
1
6
A
20
Veralu nv
1
1
1
1
2
6
A
3
Jacobs nv
2
2
1
1
2
8
B
4
Frans Agro bvba
3
3
1
1
2
10
B
5
Goossens bvba
3
3
1
1
2
10
B
7
B&G woningrenovatie nv
2
2
1
1
2
8
B
8
Delizza
2
2
1
2
3
10
B
9
Fransen J. bvba
2
2
1
2
2
9
B
10
De Wandeleer August nv
2
3
2
1
2
10
B
11
Frans Jules nv
2
2
2
1
2
9
B
12
Nauwelaerts/G.T.C. bvba
2
2
1
1
2
8
B
15
Garage Broes-De Weser
2
2
1
1
1
7
B
17
Joma keukens bvba
2
2
1
1
3
9
B
18
Van Hoof bvba
2
2
1
2
1
8
B
19
Van der Auwera en co
2
2
1
1
2
8
B
21
Verstraeten bvba
2
3
1
1
1
8
B
23
De Schutter nv
2
2
1
1
2
8
B
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
44
25
Fleerackers - Pauwels
2
2
1
1
2
8
B
27
Garage Mon bvba
2
1
2
1
2
8
B
28
Van den Acker bvba
2
1
2
1
2
8
B
31
Peeters nv
2
2
2
1
1
8
B
32
Garage Aerts bvba
3
3
2
1
3
12
C
SumResearch / RUP “Zonevreemde Bedrijven Deelgebied Frans Jules” te Putte
SumColofon DATUM
OPGESTELD TE BRUSSEL, NOVEMBER 2009
PROJECTLEIDER
PATRICK MAES, GEOGRAAF – RUIMTELIJK PLANNER,
PROJECTMEDEWERKERS
WIM GEEROMS, ARCHITECT – STEDENBOUWKUNDIGE PHILIPPE MARCHAND, GRAFICUS
SUMCONTACT
WATERLOOLAAN 90 B-1000 BRUSSEL T: +32 2 512 70 11 F: +32 2 512 31 90
[email protected]
COUPURE RECHTS 164B 9000 GENT T: +32 9 225 54 88 F: +32 9 223 98 92
[email protected]
45