De Gemeenteraad in openbare zitting, Gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid op de artikelen 119 en 135 §2; Overwegende dat het om redenen van openbare hygiëne, veiligheid en gezondheid aangewezen is om de aansluiting van de privé-riolering op het openbaar rioleringsnet aan strikte voorwaarden te onderwerpen; Overwegende dat het om redenen van openbare hygiëne, veiligheid en gezondheid aangewezen is om aan particulieren op te leggen dat hun private riolering moet voorzien zijn van een toezichtssysteem; Overwegende dat het om redenen van openbare hygiëne, veiligheid en gezondheid aangewezen is om private riolering die lager gelegen is dan 1 m onder het straatpeil te voorzien van een terugslagklep; Overwegende dat het billijk is de kostprijs van de werken die gelegen zijn op meer dan twee meter diepte onder het voetpadpeil ten laste te nemen van de gemeente en dit onder de vastgestelde voorwaarden; BESLUIT :
HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEPALINGEN EN BEGRIPSOMSCHRIJVING. Art. 1. Elk gebouw moet met één of meer aansluitingen op het openbaar rioolstelsel verbonden zijn. Voor elke aansluiting op het openbaar rioolstelsel moet een vergunning verkregen worden vanwege het gemeentebestuur. Art. 2. a. Te Knokke-Heist zijn er twee diverse rioolstelsels: gescheiden of gemengd stelsel. Bij het gemengd stelsel worden regenwaters samen met de afvalwaters voor huishoudelijk gebruik via één rioolstelsel afgevoerd. Bij het gescheiden stelsel wordt het regenwater via afzonderlijke riolen afgevoerd. Een ander rioolstelsel voert de afvalwaters voor huishoudelijk gebruik af. Inlichtingen over de aard van het rioolstelsel zijn te bekomen op het stadhuis Heist, technische dienst Stedebouw/Ruimtelijke Ordening en Openbare Werken. b.
Het rioolstelsel binnen het private domein omvat alle voorzieningen die aangelegd zijn of moeten worden binnen het privatieve gedeelte van de eigenaar/bouwheer (rioleringen, lozingspunten, controleputten, vetafscheider, terugslagklep, septische put, toezichtssysteem).Dit - privatieve -rioolstelsel wordt dan via het openbaar domein aangesloten op het openbaar rioolstelsel.
c.
Onder gebouw wordt hier verstaan elke constructie of groepering van constructies binnen eenzelfde kadastraal perceel en waarvan het dakoppervlakte groter is dan 10 m². Uitzondering voor de toepassing van dit reglement wordt gemaakt voor de geïsoleerde (bedrijfs)gebouwen in weilanden binnen de agrarische gebieden en waar enkel regenwaters worden afgevoerd.
Art. 3. §1. Een aanvraag tot aansluiting op het rioolnet dient ingediend te worden a. bij aansluiting op het openbaar rioolstelstel b. in alle gevallen waarbij veranderingswerken aan de privatieve riolering van een gebouw wordt uitgevoerd c. bij nieuwbouw, verbouwings- en/of saneringswerken met inbegrip van instandhoudings- en onderhoudswerken. §2. De aanvraag tot aansluiting op het rioolnet moet ingediend en ondertekend worden door de eigenaar en/of bouwheer van het gebouw. De persoon die het aanvraagformulier ondertekent is hoofdelijk verantwoordelijk voor de juistheid van de verstrekte gegevens en verbindt er zich toe de retributie en de - eventuele - aansluitingskosten op eerste verzoek te betalen. §3. De aanvraag tot aansluiting op het rioolnet moet bij het gemeentebestuur ingediend worden in 3 exemplaren al dan niet gevoegd bij de bouwaanvraag en moet bestaan uit volgende bescheiden:
1. 2. 3.
ingevuld aanvraagformulier grondplan dat vermeldt de privatieve riolering evenals de lozingspunten. plan met ligging van de bestaande (huis)aansluiting indien het gebouw reeds was aangesloten op het openbaar rioolstelsel (vastmeting t.a.v. de perceelgrenzen en de diepteligging t.o.v. het voorliggend voetpad/straatpeil).
Art. 4. De eigenaar/bouwheer laat ten alle tijde controle toe op het rioolstelsel en de rioolaansluitingen door de door het gemeentebestuur aangestelde ambtenaren.
HOOFDSTUK II - RIOLERING BINNEN HET PRIVATE DOMEIN. Art. 5. De (nieuwe) privatieve rioleringen worden aangelegd rekening houdend met de voorwaarden gesteld in de vergunning omtrent het aansluiten op het openbaar rioolstelsel. Art. 6. De privatieve riolering zal nabij de rooilijn en gelegen op private grond voorzien worden van een toezichtssysteem teneinde latere verstoppingen te kunnen nazien. Dit systeem zal voldoende groot zijn om de toegankelijkheid voor ontstoppingsfirma's te verzekeren. Art. 7. a. Bij locaties waar de privatieve huisriolering lager gelegen is dan 1 meter onder het voorliggend straatpeil zal de particulier op zijn terrein een terugslagklep bouwen. b.
In de kelders en/of de ondergrondse ruimte ten opzichte van het straatpeil worden geen inrichtingen toegestaan die via gravitaire weg aangesloten worden op de openbare riolering (toiletruimte, slaapvertrekken met lavabo's, stortbaden, badkamers, enz...)
Art. 8. Voor de afvoer van waters afkomstig van horeca-inrichtingen en handelszaken waarbij mogelijke vetafscheidingen (lipiden) in het openbaar rioolstelsel kunnen terecht komen, zal de privatieve riolering voorzien worden van een vetafscheider van voldoende capaciteit. Art. 9. a. In gebieden waar het openbaar rioleringsnet nog niet is aangesloten op een kollektor dient de privatieve riolering voorzien te zijn van een septische put van voldoende capaciteit. b.
Voor de gebieden binnen de gemeente waar geen openbare rioleringen aangelegd zijn en waar de lozing van de waters gebeurt in de oppervlaktewaters, zal de privatieve (huis)riolering voorzien zijn van een vetafscheider en van een septische put.
Art. 10. Voor de open grachten in het gebiedsdeel van de sectie Westkapelle en Ramskapelle zijn volgende bepalingen van toepassing: a.
Alvorens de bouwwerken aan te vangen, moet op eigen kosten de gracht die de scheiding vormt tussen de openbare weg en het te bebouwen perceel, volledig overwelfd worden met gebruik van buizen 50 cm. en dit volgens de richtlijnen te verstrekken door het Gemeentebestuur.
b.
Halverwege de te overwelven afstand moet een controleput met degelijke afdekking aangebracht worden met volgende minimum afmetingen: - binnen: 0,80 m x 0,80 m - buiten : 1,20 m x 1,20 m. - dikte: één steen Alle waterlozingen moeten rechtstreeks in de controleput geschieden.
c.
Voor de afvoer van de oppervlaktewaters van de openbare wegenis en dit t.h.v. de (voor)perceelsgrens moet een greppel, voorzien van de nodige waterontvangers, aangelegd worden op eigen kosten door de eigenaar of bouwheer.
HOOFDSTUK III - AANSLUITINGEN BINNEN HET OPENBAAR DOMEIN.
Art. 11. De aansluitingswerken voor rioleringen binnen het openbaar domein worden uitgevoerd door een door het gemeentebestuur aangestelde aannemer. De kosten voor de rioolaansluiting worden aan de aanvrager verrekend op basis van eenheidsprijzen. Art. 12. De kostprijs van de werken die gelegen zijn op meer dan twee meter diepte onder het voetpadpeil is ten laste van de gemeente en voor zover het gaat over : een onbebouwd lot dat niet voorzien is van een wachtbuis tot aan de rooilijn; een bestaand gebouw dat nog niet aangesloten is op het rioleringsstelsel; de bestaande huisaansluiting gebroken is en deze breuk vastgesteld is met een camera-onderzoek (inspectie ten laste van de bouwheer. De tussenkomst wordt beperkt tot één aansluiting per bouwvergunning op de droogweerafvoer en/of de regenwaterafvoerriolering. Art. 13. Aansluitingswerken op de openbare riolering gebeurt nadat a. de vergunninghouder hiertoe zelf en schriftelijk een verzoek heeft gericht aan het gemeentebestuur. b. de binnenhuis- en privatieve riolering volledig tot aan de rooilijn is aangelegd. Art. 14. Indien na ontvangst van dit schriftelijk verzoek (cfr. art. 12) blijkt dat de riolering op private grond nog niet en/of onvolledig is uitgevoerd, wordt hiervan binnen de 5 werkdagen volgend op de postdatum van voornoemde aanvraag, de vergunninghouder op de hoogte gesteld dat nog niet kan worden overgegaan tot de aansluitingswerken. Dit schrijven zal de tekortkomingen vermelden. Na uitvoering van de ontbrekende werken en/of tekortkomingen dient een nieuwe schriftelijke aanvraag gericht aan het bestuur. Indien blijkt dat de private riolering volledig is uitgevoerd en voldoet aan de eisen gesteld in de aanvraag (cfr. art. 3) wordt dit schriftelijke verzoek door het bestuur of zijn aangestelde ontvankelijk verklaard en binnen de 5 werkdagen volgend op de postdatum van het schriftelijk verzoek betekend aan de aanvrager. Uiterlijk 15 kalenderdagen na de betekening zal een aanvang worden genomen met de werken die uiterlijk 25 kalenderdagen na de betekening beëindigd moeten zijn. Werken worden niet uitgevoerd in de periode tussen juli en augustus. Aldus gelden hogergenoemde uitvoeringsperiodes niet voor schriftelijke verzoeken ingediend tussen 5 juni en 15 augustus. De aannemer zal de aanvrager (en het gemeentebestuur) op de hoogte brengen van de aanvangsdatum van de werkzaamheden.
Art. 15. Indien blijkt dat het lozingspunt of de lozingspunten niet is/zijn uitgevoerd conform de goedgekeurde plannen gevoegd bij de aanvraag tot aansluiting op het openbaar rioleringsnet, worden alle hierdoor veroorzaakte meerkosten integraal ten laste gelegd van de vergunninghouder. Art. 16. Technische voorwaarden. 1. De aansluitingen op het openbaar rioleringsstelsel gebeuren met grèsbuizen met een nominale diameter van 15 cm. Indien de bouwheer of eigenaar voor een bepaald projekt één aansluiting op het openbaar rioleringsstelsel onvoldoende acht voor de evacuatie van het water, kan toelating verkregen worden tot meer dan één aansluiting, mits dat de aanvraag vergezeld wordt van een berekeningsnota waaruit blijkt dat de afvoerkapaciteit van één enkele huisaansluiting onvoldoende is. 2.
Alle aansluitingen moeten gebeuren op max. 1 m. onder het voorliggend straatpeil.
3.
Bij aansluiting op de openbare riolering in de zones met gescheiden rioleringstelsel kunnen specifieke voorwaarden in de vergunning opgelegd worden.
Art. 17. Indien de huisaansluiting gebeurt op een riolering toebehorend aan een andere instantie dan het gemeentebestuur dient de aanvrager zich te wenden tot de desbetreffende eigenaar omtrent de voorwaarden tot aansluiting. Indien geen specifieke voorwaarden worden opgelegd door de desbetreffende instanties blijven de opgelegde gemeentelijke voorwaarden van kracht. Art. 18. Indien de aansluitingswerken op het openbaar domein uitgevoerd door een door de gemeente aangestelde aannemer aanleiding geven tot bemerkingen, moet de vergunninghouder binnen de 8 dagen na het uitvoeren van de werken het gemeentebestuur bij aangetekend schrijven in gebreke stellen. Art. 19. Aansluitingen van regenwater moeten gebeuren op het rioolstelsel en mogen niet meer in het trottoir ingewerkt worden. Evenmin is het lozen van regenwater op het trottoir toegelaten. Uitzonderingen kunnen hierop worden toegestaan enkel om redenen van technische aard. Art. 20. Alle aansluitingswerken op het openbaar rioleringsnet worden uitgevoerd vooraleer de bouwheer het herstel van de voetpaden en/of openbare weg aanvangt.
HOOFDSTUK IV - OVERGANGS- EN STRAFBEPALINGEN. Art. 21. Dit reglement treedt onmiddellijk in werking voor alle (bouw)vergunningen afgeleverd vanaf 1 juni 1994. Art. 22. Voor bouwvergunningen afgeleverd vóór 1 juni 1994 kan de eigenaar/bouwheer de rioolaansluitingen binnen het openbaar domein zelf realiseren. Evenwel geldt als uiterste datum voor dergelijke aansluiting: 31 december 1994. Ingeval van dergelijke aansluiting dient de eigenaar/bouwheer het gemeentebestuur (min. 10 dagen op voorhand) schriftelijk in te lichten over de datum van uitvoering van deze werken. Deze werken dienen deskundig te worden uitgevoerd, waarbij rekening wordt gehouden met de richtlijnen van het gemeentebestuur. De latere schade veroorzaakt door deze werken aan het openbaar rioleringsstelsel, de wegenis en eigendommen valt onder de verantwoordelijkheid van de eigenaar/bouwheer. Art. 23. Eigenaar/bouwheer die beschikken over een bouwvergunning of aanvraag daterend van vóór 1 juni 1994, kunnen evenwel voor rioolaansluitingen op het openbaar domein gebruik maken van de faciliteiten zoals voorzien in dit reglement. Art. 24. De eigenaars van gebouwen te Knokke-Heist dienen voor zover dit van toepassing is, hun eigendom te voorzien vóór 31 december 1994 van een terugslagklep (zie art. 7) een vetafscheider (zie art. 8 en 9)
een septische put (zie art. 9)
Art. 25. Uiterlijk op 31 december 1995 moeten alle aansluitingen van regenwater gebeuren op het rioolstelsel (en mogen niet meer ingewerkt zijn in het trottoir). Tevens is vanaf 31 december 1995 het lozen van regenwater op het trottoir verboden. Uitzonderingen om redenen van technische aard kunnen worden toegestaan. Art. 26. Het gemeenteraadsbesluit van 27 mei 1994 tot goedkeuring van het reglement op de aansluitingen op de moerriolen wordt opgeheven.
Sancties. Art. 27. Onafgezien van de bepalingen in artikel 14 worden alle kosten welke voortvloeien uit onrechtmatig uitgevoerde werken integraal ten laste gelegd van de aanvrager. Art. 28. Inbreuken op deze verordening zullen bestraft worden met politiestraffen voor zover door wetten, algemene of provinciale verordeningen die op dat stuk zouden bestaan geen andere straffen voorzien zijn. Aangenomen met eenparigheid van stemmen.