Genkse families helpen neergestorte Australische vliegenier (aug.- sept. 1942) In augustus van het oorlogsjaar 1942 was de opmars van nazi-Duitsland al over zijn hoogtepunt. In Oost-Europa veroveren de Duitsers wel nog Leningrad en Moskou maar ze zouden vastvriezen in de Russische winter van ’42. Ook waren zij inmiddels al definitief uit Noord-Afrika verdreven na de nederlaag bij El Alamein. Hun heerschappij in de lucht was al lang voorbij; zij hadden zelfs meer dan hun handen vol met de verdediging van hun steden en industriegebieden tegen geallieerde luchtaanvallen. 7 augustus 1942 was weer zo een dag van bombardementen. Zeer vroeg die dag, om 00.29 u, was de Halifax MK II met serienummer W7750 en rompcode NP-M ‘Mother’opgestegen (1) van het vliegveld van East Moor (2).
Een Halifax B. Mk II series 1 Het toestel behoorde tot het 158e squadron (3) en had Duisburg (4) als doelwit. De zevenkoppige bemanning bestond uit 4 Engelsen, 2 Australiërs en 1 Nieuw-Zeelander. Het waren : - Luitenant piloot Jeffrey Peter Meurisse Haydon, °06.04.1913, Australiër, stamnummer Aus 402352. - Sergeant boordmecanicien Cedric Charles Fox, Engelsman, stamnummer 146839, † 25.05.’44. - Sergeant navigator Ivan Henry Davies, °16.07.1909, Australiër, stamnummer Aus 400528. __________________________________________ (1) www.lostbombers.co.uk (2) De militaire luchthaven van East Moor werd geopend in 1942. Na de oorlog werden de meeste gebouwen afgebroken en het gebied werd weer grotendeels landbouwzone. (3) Het 158e eskader of squadron maakte deel uit van de n° 4 Group en was gehuisvest op de militaire basis van East Moor dicht bij Helmsley, Noord-Yorkshire, tot oktober 1942, waarna het verhuisde naar de basis van Rufforth. (4) Duisburg in Noord-Rijnland-Westfalen werd als belangrijke industrie- en transsportstad veelvuldig gebombardeerd. 80% van de woningen werd geheel of gedeeltelijk verwoest en 96.000 mensen werden dakloos. -1-
- Sergeant bommenrichter Harold Huddless, 22 jaar, Engelsman, † 07.08.’42. - Sergeant schutter B.W. Shearer, rompkoepelschutter, Engelsman, krijgsgevangen gemaakt. - Sergeant Alfred A. Beber, radiotelegrafist, Engelsman, stamnummer 1282540. - Sergeant Wilfrid John Gray, staartschutter, 23 jaar, Nieuw-Zeelander, † 07.08.’42. Technische fiche van de Halifax Handley Page Mk II (5) lengte : 21,36 m hoogte : 6,32 m spanwijdte : 30,12 m vleugeloppervlak : 111,48 m² max. snelheid : 426 km/u bereik : 3862 km (1577 km indien volgeladen) bewapening : 2 Browning 7.7 mm machinegeweren in de neuskoepel en 4 in de staartkoepel, 2 handbediende 7.7 mm Vickers K-machinegeweren in de luiken aan de zijkant. Maximale bommenlast: 5897 kg motoren : 4 Rolls Royce Merlin XX Dit type zware bommenwerper verschilt weinig van de Mk I; alleen het vermogen van de 4 motoren werd vergroot : van 1265 pk naar 1390 pk elk. Zij zouden hun bestemming niet bereiken want, volgens de website van de neergestorte bommenwerpers, crashte het vliegtuig op de heenvlucht om 02.40 u tussen Opglabbeek en Gruitrode, twee dorpen ten noordnoordoosten van Genk en ten zuiden van Bree. De plaats van de crash van de Halifax wordt gesitueerd in de Ophovenstraat in Gruitrode, deelgemeente van de huidige fusiegemeente Meeuwen-Gruitrode (6). Volgens een bron werd het vliegtuig afgeschoten door een nachtjager van de Stab II./NJG met als bemanning Hauptmann Walter Ehle en Bordschütze Feldwebel Leidenbach. Maar het is niet uitgesloten dat het Duitse afweergeschut, FLAK, verantwoordelijk was voor het neerhalen van deze Halifaxbommenwerper (7). Een van de inzittenden, sergeant navigator Ivan H. Davies, het hoofdpersonage van dit verhaal, vertelde later (8) dat er ‘iets’ ontplofte in het vliegtuig toen het op een tiental minuten van zijn doel genaderd was. Davies was ervan overtuigd dat het vliegtuig in Engeland gesaboteerd was: een Duitse agent die bij de RAF tewerkgesteld was, zou een tijdbom geplaatst hebben bij de brandbommen in het vliegtuig. Dat heeft hij ook bij zijn terugkeer in Engeland aan zijn meerderen gemeld, maar heel zeker was hij toch niet. ________________________________ (5) www.go2war2.nl/halifax. In 1942 kreeg het toestel de nieuwe benaming Halifax B. Mk II. (6) “De Oorlogsjaren 1940-1945 in Meeuwen-Gruitrode”, Uitgave Heemkring De Reengenoten, Meeuwen, 2004. p.145-146. (7) J. BUSSELS, “De Doodstraf als Risico, pilotenhulp in Belgisch Limburg 1941-1944, D/1981/J. Bussels, uitgever, p.145. (8) Wijlen Bokrijkenaar Constant Strick, die Davies ontmoette tijdens een van diens bezoeken aan België, tekende zijn getuigenis op.
-2-
Wat gebeurde er nadat het vliegtuig in brand gevlogen was ? We laten in het midden of de Halifax door een nachtjager, door FLAK-afweergeschut of door sabotage getroffen werd. In een niet nader genoemde bron (9) staat hierover het volgende te lezen : “Kort daarna [nadat het vliegtuig door een nachtjager of FLAK beschoten was en vuur had gevat] stuurde hij zijn Halifax richting Engeland. De bemanning trachtte inmiddels de bommen te lossen, maar door de immense hitte kon de noodontkoppeling van de bommenluiken niet bereikt worden. De staartschutter kreeg als eerste het bevel te springen; hij antwoordde nog via de intercom, maar mogelijks door het vuur in de romp kon hij zijn positie niet verlaten. Aangezien hij zijn valscherm niet bij zich in de koepel had, is hij er waarschijnlijk ook niet in geslaagd zich in veiligheid te brengen – het graf van de 23-jarige Wilfrid Gray vinden we vandaag te Heverlee terug. Het was zijn 6e missie in het 158e squadron. Er waren eveneens heel wat moeilijkheden om het ontsnappingsluik vooraan te openen. Het was een nieuw toestel en blijkbaar was het sluitingssysteem onvoldoende geolied. De navigator, P/O Ivan Davies, en de bommenrichter, de 22-jarige sgt. Harold Huddless, wrongen het luik uiteindelijk open. Davies sprong eerst, gevolgd door Huddless. Naar alle waarschijnlijkheid functioneerde het valscherm van deze laatste niet naar behoren en stortte hij te pletter. Het ontsnappingsluik viel weer dicht en de radiotelegrafist, sgt. Harold Beber, en de neusschutter hadden met dezelfde moeilijkheden te kampen om het luik weer te openen. De piloot van de Halifax, F/Lt J.P.M. Haydon, die het brandende toestel al die tijd onder controle hield, verliet als laatste overlevende de gedoemde machine. De ‘NP-M’ explodeerde omstreeks 2.40 u zo’n zes kilometer ten zuiden van Bree, tussen Opglabbeek en Gruitrode.” Er vielen dus twee doden: de 23-jarige staartschutter Wilfrid Gray, die niet uit het toestel geraakte en de 22-jarige bommenrichter Harold Huddless die wel uit het vliegtuig sprong maar wiens valscherm niet openging. De twee ongelukkigen werden op het militair kerkhof van Heverlee begraven. De overige vier landden behouden en konden ontsnappen. Koepelschutter Shearer werd een week later, op 13 augustus, in Hasselt gevangengenomen en gedeporteerd naar het krijgsgevangenenkamp 8B/344 in Polen waar hij opgesloten werd als krijgsgevangene nummer 25660 (10). Boordmecanicien Cedric Fox keerde terug naar Groot-Brittannië en werd aangesteld tot Flight Engineer van het 158e squadron. Hij zou later, in de nacht van 24 op 25 mei 1944, sneuvelen in een raid op Aken. Hij ligt begraven op het oorlogskerkhof van Rheinberg (11). ____________________________________ (9) zie (6) p. 145-146. Deze gedrukte tekst werd door Robert Bellio van Houthalen aan de Heemkring De Reengenoten van Meeuwen bezorgd. (10) Kamp 8B/344 lag in Polen, op 3 km van Lamsdorff. Het werd op 17 en 18 maart 1945 door het Russische leger bevrijd. (11) www.lostbombers.co.uk : Rheinberg is nu een stadje van 32.000 inwoners in NordrheinWestfalen niet ver van Duisburg en Gelsenkirchen.
-3-
Hoe piloot Jeffrey Peter Haydon de eerste dagen na de crash doorstond, is niet bekend. Hij zou in de omgeving van Dilsen-Stokkem hebben vertoefd (12). Waarschijnlijk is hij via de ontsnappingslijn Komeet (13) met de hulp van Gertrude Moors (14) uit Dilsen in Brussel geraakt. Radiotelegrafist Alfred Beber is ‘naar alle waarschijnlijkheid’ (15) in de buurt van Bokrijk terechtgekomen. Hij zou namelijk bij de paters passionisten van het klooster van Rooierheide, aan de overkant van het Albertkanaal, in Diepenbeek beland zijn. Zijn wedervaren in het klooster van Rooierheide vind je op het einde van dit artikel.
Alfred Beber
Jeffrey Haydon
Cedric Fox
Ivan Davies
Dit zijn de 4 vliegeniers die naar Engeland konden ontkomen. Op het internet vind je een fiche van elk van hen met hun foto en het relaas van hun ontsnapping (16). Het zevende en laatste bemanningslid was navigator Ivan Davies: hij sprong als eerste uit het brandende vliegtuig en landde, zo dacht hij, in Duitsland (17). Over de crash zegt hij (18): (...)Omstreeks tien minuten van het doel ontplofte er ‘iets’ in het vliegtuig. (...)Wij hadden net de tijd om van het doelwit weg te komen. Daar de parachutedrill om het vliegtuig te verlaten eiste dat de navigator het eerste sprong, was ik de eerste die het vliegtuig verliet. (...) _________________________________ (12) Zie (7) J. BUSSELS, p. 48. Na de oorlog weigerde Haydon elk contact met zijn kameraden zodat we niet weten waar hij verbleef tussen de crash van 8 augustus en zijn vertrek uit Brussel op 3 september. (13) De Komeetlijn of Ligne Comète werd gesticht door de 25-jarige Andrée de Jongh uit Schaarbeek. Na haar aanhouding in januari ’43 nam haar vader Frédéric de leiding over. Hij werd echter verraden door Jean Masson, een Belg die voor de Duitsers werkte. Hij werd zwaar gefolterd en op 28.03.44 gefusilleerd bij Parijs. (14) Gertrude Moors: °Dilsen 16-09-1902. Zij was begin ’42 betrokkenen bij de ontsnappingslijn JAM en stapte later in de Komeetlijn. Zij heeft, behalve Davies en Fox waarschijnlijk ook Haydon, helpen ontsnappen; in totaal zowat 20 vliegeniers. Zij werd aangehouden op 18.06.’43 en omgebracht in Ravensbrück op 5 mei ’45. (15) Zie (7) J. BUSSELS,, p. 51-52. (16) www.cometeline.org/fiches (17) Zie (7), J. BUSSELS, p. 48. Davies baseert die bewering op het feit dat hij de volgende ochtend kinderen op een speelplaats Duits hoorde spreken. Wat hij gehoord heeft is wellicht een Limburgs dialect dat, voor wie er niet mee vertrouwd is, voor Duits kan doorgaan. (18) zie (7) J. BUSSELS, p. 48.
-4-
Drie dagen en drie nachten zwierf hij rond zonder eten en drinken. De derde morgen werd hij wakker in een dennenbos langs het Albertkanaal op zowat 150 meter van een hoger gelegen fietspad waarover hij heel wat mensen zag voorbijgaan. Omdat het hard begon te regenen, verstopte hij zich in een ondiepe sloot onder een struik. Daar vond hij een leeg sigarettenpakje. Uit de tekst “Fabriqué en Belgique” maakte hij op dat hij zich in België bevond. Tot dan had hij nog met niemand contact gehad. Hij vond dat hij niet erg snel vorderde en besloot ergens een fiets te stelen. Maar eerst moest hij een paar schoenen en een andere jas vinden: zijn uniformbroek en -hemd kon hij ongehinderd blijven dragen, want zij waren Australisch blauw, geen RAFblauw. Die konden doorgaan voor burgerkleding. We laten Davies opnieuw aan het woord (19): “Toen het opgehouden had met regenen, wandelde ik van het kanaal weg en het bos uit. In een kleine zandput trok ik mijn kleren uit en legde ze te drogen. Terwijl ik daar zo zat, bespiedde ik twee boerderijen. Die lagen ongeveer een mijl van mij af en ik zag er mensen buitenkomen om aan de oogst te werken.” Het waren de boerderijen van Eugène Hardy-Neys en van Frans Loyens-Hardy (20). Davies heeft veel geluk gehad want niet ver van zijn schuilplaats verwijderd stond er een Duitse observatiepost. Vanaf dit bouwwerk dat volledig uit hout was opgetrokken en waarop een glazen koepel aangebracht was, hadden de Duitsers een goede uitkijk op de omgeving (21). Ivan Davies getuigt verder : “Na de middag, toen zij naar de velden terugkeerden, besloot ik een jas en schoenen op de naastbijgelegen hoeve te gaan stelen. Doch toen ik bij de boerderij kwam, begon een hond te blaffen. Iemand kwam kijken wat er gaande was.Ik kon niet weglopen omdat ik een slecht been had. Het werd enkele maanden daarvoor ernstig geblesseerd bij een ongeval.” Het was de oudste zoon Loyens, Jef, 14 à 15 jaar oud, die iemand over het inmiddels gemaaide akkerland zag sluipen. Het koren was al gemaaid en de schoven stonden in bosjes bij elkaar: hieronder had Davies zich schuilgehouden. Toen de jongen de vreemdeling zag, waarschuwde hij zijn vader, Frans Loyens, die er op zijn beurt zijn schoonbroer, Eugène Hardy, bijhaalde. De beide mannen spraken geen Engels en Davies leek bang. Toen zij doorhadden dat het om een RAF-vliegenier ging, wenkten ze hem om binnen te komen en daar gaven zij hem eerst te eten. Men besloot de vliegenier te verstoppen op de boerderij van Loyens. Er stond daar een grote loods die uit drie delen bestond: in het voorste gedeelte stond allerlei landbouwgereedschap en daar stalde men ook de kar, in het middelste gedeelte werd stro bewaard en het derde deel deed dienst als kippenhok. Frans Loyens had net blokken geperst tarwestro gekocht en in die stapel stro werd een ‘huisje’ gebouwd waar Davies zich overdag in ophield. ______________________________ (19) zie (7) J. BUSSELS, p. 49. (20) Het boerderijtje van Eugène Hardy-Neys (° 07.11.1899 - † 13.09.1978) ligt langs de Dilikensweier (het huidige nummer 32) en dat van Frans Loyens-Hardy (° 09-04-1903 † 25-12-1974) iets erachter (het huidige nummer 31 in De Matenstraat), beide in De Maten (Genk) op zowat 2 km van het Albertkanaal. (21) Na de oorlog is deze uitkijkpost door bewoners van De Maten gesloopt. -5-
Van de kinderen wisten alleen de vier oudsten iets af van de aanwezigheid van een RAF-man. Met twee emmers bracht men hem te eten om de indruk te geven dat men ‘de konijnen ging voederen’. ’s Avonds haalde men hem uit zijn ‘hok’ voor een warme maaltijd. Enkele dagen later werden er twee mensen bijgehaald die Engels spraken: de heer Verleysen en zijn dochter Renée. Later werd ook de hoofdverpleger van de mijn van Winterslag, de heer Smolders, op de hoogte gebracht. Er werd toen besloten de Australiër elders onder te brengen, want de Duitse soldaten die de uitkijkpost op het heuveltje in De Maten bemanden, kwamen geregeld op de boerderij om eieren te kopen. Davies bracht dan eerst een tijdje door bij de familie Smolders in Winterslag en ook daar werd hij van eten voorzien door de families uit Bokrijk. Tien dagen later hadden Verleysen en Smolders iemand uit het verzet gevonden om Davies op weg naar Engeland te zetten. Van bij Smolders vertrok Davies op een oude fiets samen met Frans Loyens naar As. Daar ontmoetten zij twee verzetslui die als kenteken een witte zakdoek in hun hand hielden. Zij brachten Davies naar Elen waar hij onderdak kreeg in villa l’Aurore van mevrouw Salle aan de Maaseikersteenweg. De volgende dag bracht een jonge dokter hem naar Gertrude Moors (22) die op de windmolen van Dilsen woonde en waar Davies kon overnachten. ’s Anderendaags bracht de jonge vrouw hem naar Maaseik. Vandaar reisden ze via Luik naar Brussel. In Luik kon Davies slechts op het nippertje uit de handen van de Gestapo blijven. Op het internet (23) kunnen we lezen dat het avontuur voor vier van de zeven vliegeniers van die rampzalige vlucht al bij al nog goed afgelopen is. In het station in Brussel troffen Beber, Davies, Haydon en Fox elkaar. Met de hulp van de Komeetlijn verlieten ze ons land. In twee groepjes, elk onder de leiding van een gids, reisden ze via Rijsel en Amiens naar Parijs. Ze verbleven enkele dagen in Parijs en trokken op 4 september 1942, begeleid door de Belgische gidsen Andrée De Jongh (24) en Jeanine De Greef (25), tot aan de Spaanse grens. _________________________________ (22) zie (14). (23) www.cometeline.org/fiches Van elk van hen vind je hier een fiche met hun gegevens en hun belevenissen: 045 (Beber), 046 (Haydon), 047 (Davies) en 048 (Fox). (24) Andrée De Jongh: °Schaarbeek 1916. Bracht op 4 september ’42 samen met Jeanine De Greef de vliegeniers Beber, Fox, Davies en Haydon van Parijs naar de Spaanse grens. Op 15.01.43 aangehouden. Zij verbleef in Ravensbrück maar werd op 22.04.45 bevrijd dankzij een akkoord tussen Himmler en graaf Folke Bernadotte, neef van de Zweedse koning. Zij overleed in Brussel op 13.10.2007. Deze heldhaftige vrouw zou, dankzij de ontsnappingslijn die zij oprichtte, 700 à 800 vliegeniers redden. (25) Jeanine De Greef: ° Etterbeek 26.09.1925. Hielp tijdens haar 2e begeleidingstocht de 4 vliegeniers verder van Parijs tot aan de Spaanse grens.
-6-
Tijdens de overtocht van de Pyreneeën werden de vliegeniers geconfronteerd met Spaanse politieagenten wat tot verwarring leidde en waardoor ze Davies kwijtraakten. Bij deze ontsnapping verwondde Davies zich zo ernstig aan zijn been dat hij er zijn hele leven nog hinder van zou ondervinden. Van toen af moest hij zich alleen behelpen; hij deed zich voor als doofstomme om aan eten en logement te geraken. Hij vond zijn groep weer in San Sebastian. Vandaar ging het met de auto naar Madrid waar ze 10 dagen op een ambassade logeerden. Ze bereikten Gibraltar op 21 september 1942. Via Gilbraltar belandde hij eindelijk weer in Engeland.
Het verhaal van radiotelegrafist Alfred Beber Behalve Ivan Davies is er nog een andere vliegenier van dezelfde tragische vlucht dicht bij Bokrijk terechtgekomen, nl. radiotelegrafist Beber. Een pater passionist van het klooster van Rooierheide, pater Gabriël (26), liep hem in augustus ’42 in de tuin van het klooster tegen het lijf. De vliegenier droeg nog zijn luchtmachtuniform en gaf te kennen dat zijn vliegtuig neergehaald was. De pater aarzelde om te helpen, want kort voordien had de Duitse bezetter ermee gedreigd eenieder om te brengen die naliet gedropte of neergeschoten piloten bij de overheid aan te geven. De vliegenier wilde de paters niet in gevaar brengen en weigerde binnen te komen. Daarop ging pater Gabriël hulp halen bij broeder Eduard (27) in de keuken en samen zochten zij een goede schuilplaats in het bos waar hij de nacht kon doorbrengen. De Engelsman wist blijkbaar heel goed waar hij zich bevond en hij wilde alleen maar zo snel mogelijk in Luik geraken. Vandaar wist hij de weg om verder te vluchten. ’s Anderendaags is hij heel vroeg vertrokken. Eind september (28) kwam hij in Engeland aan.” _______________________________________________ (26) Zie (2), J. BUSSELS, p. 51-52. Pater Gabriël is een kloosternaam. Zijn echte naam wordt niet vermeld en wij hebben hem niet kunnen achterhalen. (27) Broeder Eduard heette in het burgerleven P.J.H. Arits en was afkomstig uit Molenbeersel. Hij was een zogenaamde bedelpater en stond in contact met Gertrude Moors uit Dilsen. (28) In een brief van 24.04.1979 aan J. Bussels schrijft Davies dat hij pas in november terug in Engeland aankwam (zie (2) J. BUSSELS, p. 51.
-7-
Ivan Davies is inmiddels overleden. Hij bezocht de Bokrijkse families die hem zo behulpzaam geweest waren in totaal drie keer en betoonde zijn erkentelijkheid op vele manieren. Tijdens een van die bezoeken liet Davies zich in een Maastrichts ziekenhuis verzorgen voor zijn hartproblemen. Ook kleinkinderen van de familie Loyens bezochten Davies twee keer in Australië (29).
Ivan Davies tijdens zijn eerste terugkeer in 1953 naar Bokrijk (30). v.l.n.r. Maria Loyens, mevr. Nancy Davies, Andrée De Jongh, mevr. Loyens, Ivan Davies, Eugène Hardy en vriendin Lena.
Op de website van de Komeetlijn worden een aantal mensen vermeld die Davies geholpen hebben maar daar staan de families Hardy en Loyens uit Genk spijtig genoeg niet bij; de Genker families Smolders en Verleysen worden wel vermeld (31). We kunnen alleen maar veel respect opbrengen voor de moed die deze Genkse families getoond hebben om, met het risico van de doodstraf, deze Australische piloot uit de handen van de vijand te houden. Vele Limburgers hebben hun heldenmoed wel met de dood bekocht. Jan Zoons __________________________________ (29) Gesprek met Elise, dochter van Frans Loyens op 07.07.2009. (30) Met dank aan Maurice, zoon van Eugène Hardy, voor deze foto en inlichtingen (gesprek van 26 mei 2009). Foto uit 1953. Bron: Ford News, personeelskrant van Ford Genk, datum onbekend. (31) www.cometeline.org/fiches . Er staan nog een aantal onjuistheden op deze site. Zo is er sprake van ene Noyon “schoonbroer van een boer die dicht bij Genk woont en die hij (Davies) op 7 augustus om hulp vroeg”. Davies vertelde zelf dat hij na de crash drie dagen en drie nachten rondgezworven heeft. Zou hier sprake kunnen zijn van schrift- of spraakverwarring met de naam Loyens ?
-8-