02.12.2013
1
GEMEENTERAADSZITTING VAN 2 DECEMBER 2013
SAMENVATTENDE INHOUD VAN DE AGENDAPUNTEN
Openbare zitting 1.
Goedkeuring notulen 4 november 2013
OVERWEGEND GEDEELTE Juridische grond Artikelen 33, 180 en 181 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen. Feiten – context De notulen van de vergadering van 4 november 2013 werden conform de bepalingen van het gemeentedecreet opgemaakt en tijdig ter beschikking gesteld van de raadsleden. Er zijn geen opmerkingen geformuleerd waardoor ze als goedgekeurd kunnen beschouwd worden. BESCHIKKEND GEDEELTE Op basis van deze overwegingen worden de notulen van de zitting van 4 november 2013 als goedgekeurd beschouwd.
------------------------------------------------------------------------------------- --------------------------------------------------2.
Vervanging raadslid in diverse raden en algemene vergaderingen.
OVERWEGEND GEDEELTE Feiten – context In de gemeenteraadszitting van 4 november 2013 nam de raad kennis van het ontslag van de heer Christophe Gantois als gemeenteraadslid. In zitting van 4 februari 2013 werd de heer Gantois voor zijn politieke groepering Groen aangeduid als : - lid van de commissie grond en bouw - vertegenwoordiger in de raad van bestuur van de vzw Argos In zitting van 4 maart 2013 werd de heer Gantois voor zijn politieke groepering Groen aangeduid als : - lid van de archiefcommissie - lid van de bibliotheekcommissie. In zitting van 25 maart 2013 werd de heer Gantois voor zijn politieke groepering Groen aangesteld in de Commissie inspraak, communicatie en regelgeving. In zitting van 2 september 2013 werd de heer Gantois voor zijn politieke groepering Groen aangeduid als : - vertegenwoordiger in de algemene vergadering van de vzw IFFM voor categorie B en voorgedragen als vertegenwoordiger in de raad van bestuur van vzw IFFM - vertegenwoordiger in de algemene vergadering van de vzw ACCI voor categorie B en voorgedragen als vertegenwoordiger in de raad van bestuur van vzw ACCI - vertegenwoordiger in de algemene vergadering van de vzw JOC voor categorie B en voorgedragen als vertegenwoordiger in de raad van bestuur van vzw JOC - vertegenwoordiger in de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf Vauban - vertegenwoordiger in de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf Spie. Gezien de heer Gantois niet langer zetelt in de gemeenteraad als raadslid voor de politieke groepering Groen dient voorzien in zijn vervanging in deze raden en vergaderingen. BESCHIKKEND GEDEELTE Op basis van deze overwegingen besluit de raad raadslid Shari Platteeuw voor haar politieke groepering Groen aan te duiden als :
02.12.2013
2
- lid van de commissie grond en bouw - vertegenwoordiger in de raad van bestuur van de vzw Argos - lid van de archiefcommissie - lid van de bibliotheekcommissie. - de Commissie inspraak, communicatie en regelgeving. - vertegenwoordiger in de algemene vergadering van de vzw IFFM voor categorie B en voorgedragen als vertegenwoordiger in de raad van bestuur van vzw IFFM - vertegenwoordiger in de algemene vergadering van de vzw ACCI voor categorie B en voorgedragen als vertegenwoordiger in de raad van bestuur van vzw ACCI - vertegenwoordiger in de algemene vergadering van de vzw JOC voor categorie B en voorgedragen als vertegenwoordiger in de raad van bestuur van vzw JOC - vertegenwoordiger in de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf Vauban - vertegenwoordiger in de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf Spie.
-------------------------------------------------------------------------------------------------- -------------------------------------3.
ISWa. Aanduiden vertegenwoordiger en plaatsvervanger op de buitengewone algemene vergadering van 17 december 2013.
OVERWEGEND GEDEELTE Bevoegdheid Artikelen 42-43 en 57-58 van het gemeentedecreet (Vlaams Parlement 6 juli 2005 - Vlaamse Regering 15 juli 2005 - B.S. 31 augustus 2005) en latere wijzigingen, inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad en het College van Burgemeester en Schepenen. Juridische Grond Het decreet van 6 juli 2001, inzonderheid de artikelen 43 § 2,5° en 247 bepaalt de intergemeentelijke samenwerking. Verwijzingsdocumenten De statuten van het ISWa, inzonderheid artikel 37, regelt de aanduiding van een vertegenwoordiger en plaatsvervanger op de buitengewone algemene vergadering. Feiten/context In zitting van 3 februari 1997 besliste de raad deel te nemen aan de oprichting, de goedkeuring van de statuten en de beslissing tot inschrijving op het maatschappelijk kapitaal van het Intercommunaal Samenwerkingscomité van het Intercommunaal Samenwerkingscomité van Waterbedrijven (ISWa) cvba. Met aangetekend schrijven van 29 oktober 2013 nodigt de ISWa uit op de buitengewone algemene vergadering van 17 december 2013 om 11 uur in het stadhuis van Oudenaarde. De agenda van deze vergadering vermeldt : Samenstelling bureau. Verslag vorige vergadering van 12 juni 2013. Bespreking van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het volgend boekjaar. Bespreking van het budget voor 2014 en vaststelling van de bijdrage van de deelnemers in de werkingskosten van de vereniging voor het jaar 2014. Benoeming bestuurder op voordracht van de stad Oudenaarde. Procedure vroegtijdige ontbinding ISWa. BESCHIKKEND GEDEELTE Op basis van deze overwegingen besluit de raad met stemmen : Artikel 1 : De heer Jan Delie, schepen, aan te stellen als vertegenwoordiger voor de buitengewone algemene vergadering van het ISWa van 17 december 2013. Artikel 2 : Mevrouw Els Morlion, gemeenteraadslid, aan te stellen als plaatsvervanger voor de buitengewone algemene vergadering van het ISWa van 17 december 2013. Artikel 3 : Zijn goedkeuring te hechten aan de agenda en de voorstellen van de buitengewone algemene vergadering van 17 december 2013 : - Samenstelling bureau. - Verslag vorige vergadering van 12 juni 2013. - Bespreking van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het volgend
02.12.2013
3
boekjaar. - Bespreking van het budget voor 2014 en vaststelling van de bijdrage van de deelnemers in de werkingskosten van de vereniging voor het jaar 2014 - Benoeming bestuurder op voordracht van de stad Oudenaarde. - Procedure vroegtijdige ontbinding ISWa. Artikel 4 : Afschrift van deze beslissing over te maken aan het ISWa.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------4.
Goedkeuring toegankelijkheidsreglement Verdronken Weiden.
OVERWEGEND GEDEELTE: Bevoegdheid Het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 42, §1 die de gemeenteraad de volheid van bevoegdheid heeft ten aanzien van deze aangelegenheid en artikel 43, De nieuwe gemeentewet bekrachtigd bij wet van 26 mei 1989, inzonderheid op artikel 135 §2, ingevoegd bij wet van 27 mei 1989, en op artikel 119 ev. Juridische grondslag De wet van 13 mei 1999 houdende de invoering van de gemeentelijke administratieve sancties, en latere wijzigingen De wet van 7 mei 2004, de wet van 17 juni 2004 en het KB van 7 januari 2001;en latere wijzigingen Feiten, context en argumentatie Agentschap Natuur en Bos (Vlaams Gewest) is de beheerder van de site ‘Verdronken Weiden. Zij hebben om het beheer goed te laten verlopen een gebruiks- en toegankelijkheidsreglement opgesteld. Dit reglement is van toepassing op de gewone bezoeker van de ‘Verdronken Weiden’. Zij is niet van toepassing voor bevoegde personen die toezicht of beheerwerken uitvoeren. Hierna wordt er een kort overzicht gegeven van de belangrijkste elementen van het reglement - Toegankelijkheid De toegankelijkheid wordt aangeduid op borden aan de ingangen van het gebied. Het gebied is het hele jaar door toegankelijk van een uur voor zonsopgang tot een uur na zonsondergang. De wandelwegen zijn uitsluitend toegankelijk voor voetgangers en voor honden aan de leiband. - Schaatsen Op de vijver (een spaarbekken) is het schaatsen altijd verboden Bij langdurige vorstperiode wordt schaatsen toegelaten op een deel van de weiden (toegankelijkheidskaart in bijlage). Dit pas na vaststelling en goedkeuring door de bevoegde instanties. Schaatsers betreden op eigen risico het ijs. - Bescherming Het is verboden andere bezoekers of de dieren te (ver)storen, schade toe te brengen aan de infrastructuur of de planten, de dieren te voederen. Bezoekers mogen geen blijvende sporen nalaten, wegmarkeringen moeten onmiddellijk na de activiteit worden verwijderd. - Aansprakelijkheid De schadelijder dient bij een ongeval onverwijld aangifte te doen bij het Agentschap Natuur en Bos, zodat beroep kan worden gedaan op de polis B.A. Aanwezigheid in of nabij bomen bij krachtige wind en het niet-toegelaten gebruik van het gebied zijn natuurlijk volledig op eigen risico, zodat de beheerder niet kan worden aangesproken voor schade vergoeding. - Handhaving en onderrichtingen Handhaving en toezicht worden uitgevoerd door personen die op grond van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en zijn uitvoeringsbesluiten belast zijn met het toezicht op de naleving van de natuurbehoudswet, het bosdecreet en het natuurdecreet. Toezichthouders kunnen bezoekers omwille van veiligheid, rust, bescherming van flora en fauna, onderrichtingen geven. Personen moeten zich gedragen volgens deze onderrichtingen en kunnen zo nodig met behulp van de openbare macht uit het gebied gezet worden.
02.12.2013
4
Overtredingen op het reglement kunnen ook beboet worden op basis van de GASreglementering geldig op het grondgebied van de stad Ieper. - Afwijkingen De beheerder(s) kan/kunnen toestemming geven voor de organisatie van occasionele activiteiten die afwijken van de artikelen 2 tot en met 5 van deze regeling. Indien het een risicovolle activiteit betreft moet eveneens een machtiging worden aangevraagd aan het Agentschap voor Natuur en Bos. De aanvraag tot toestemming moet minstens 14 dagen van tevoren, schriftelijk of via elektronische drager worden toegezonden aan de beheerder. Het voorstel is om op te vraag van Agentschap Natuur en Bos in te gaan en het voorliggend gebruiksen toegankelijkheidsreglement goed te keuren en het toepasselijk te maken, met inachtneming van de andere toegangsuren dan in de algemene politieverordening (art. 3.5 ev.), voor de G.A.S.reglementering. Financiële Gevolgen Er zijn geen financiële gevolgen Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad Artikel 1 : het volgende gebruiks- en toegankelijkheidsreglement Verdronken Weiden goed te keuren: ‘Toegankelijkheidsregeling voor de Verdronken Weiden gelegen op het grondgebied van de gemeente Ieper Artikel 1. – Toepassingsgebied 1.1. Deze regeling heeft betrekking op de Verdronken Weiden op het grondgebied van de gemeente Ieper. 1.2. Zij regelt de toegankelijkheid voor bezoekers in het gebied afgebakend op de kaart die is toegevoegd in bijlage. Deze kaart maakt integraal deel uit van deze regeling. 1.3. Zij is niet van toepassing op activiteiten door bevoegde personen in het kader van het toezicht of het beheer van het gebied. 1.4. Zij is niet van toepassing op risicovolle activiteiten, bedoeld in artikel 2, § 3 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2008 betreffende de toegankelijkheid van de bossen en de natuurreservaten. Art. 2. – Toegankelijkheid in het algemeen 2.1. De toegankelijkheid wordt geregeld door de kaart met bijbehorende legende, en de bijhorende borden in het gebied en aan de ingangen ervan. 2.2. Het gebied is, onverminderd de wettelijke mogelijkheden van de beheerder of het Agentschap om het geheel of gedeeltelijk, voor alle of bepaalde categorieën bezoekers ontoegankelijk te stellen, het hele jaar door toegankelijk in de mate zoals in deze regeling bepaald. 2.3. Het gebied is, behoudens op de wegen of bij begeleide bezoeken, enkel toegankelijk vanaf een uur voor zonsopgang tot een uur na zonsondergang. Art. 3. – Weggebruikers 3.1. De wegen die op de kaart als wandelweg zijn aangeduid, zijn uitsluitend toegankelijk voor voetgangers, en voor honden aan de leiband tenzij anders aangegeven. Art. 4. – Schaatszone Bij een langdurige vorstperiode wordt in een gedeelte van de weiden in het domein schaatsen toegelaten (zie toegankelijkheidskaart in bijlage). Schaatsers betreden op eigen risico het ijs. Op de vijver is het schaatsen altijd verboden. Art. 5. – Beschermingsvoorschriften 5.1. Het is verboden andere bezoekers of de dieren te (ver)storen of schade toe te brengen aan de infrastructuur of de planten. Het is verboden de dieren te voederen. 5.2. De bezoekers mogen geen blijvende sporen nalaten in het gebied. Zo moeten bij georganiseerde activiteiten onder meer wegmarkeringen die worden aangebracht, onmiddellijk op het einde van de betrokken activiteit worden verwijderd. Art. 6. – Aansprakelijkheid bij ongevallen 6.1. De schadelijder dient bij een ongeval onverwijld aangifte te doen bij het Agentschap, zodat gebeurlijk beroep kan worden gedaan op de polis B.A. 6.2. Het zich bevinden in of nabij bos of met bomen begroeide plaatsen bij krachtige wind en niettoegelaten gebruik van het gebied volgens deze regeling of andere wetgeving zijn op eigen risico, zodat de beheerder niet kan worden aangesproken voor de vergoeding van de schade.
02.12.2013
5
Art. 7. – Onderrichtingen Toezichthouders zoals bedoeld in artikel 9.2. kunnen bezoekers omwille van de veiligheid, of met het oog op het bewaren van de rust, of de bescherming van de wilde flora en fauna, onderrichtingen geven. Personen moeten zich gedragen volgens deze onderrichtingen en kunnen zo nodig, desnoods met behulp van de openbare macht, uit het gebied gezet worden. Art. 8. – Afwijkingen De beheerder(s) kan toestemming geven voor de organisatie van occasionele activiteiten die afwijken van de artikelen 2 tot en met 5 van deze regeling. Indien het een risicovolle activiteit betreft, bedoeld in artikel 2, § 3, van het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2008 betreffende de toegankelijkheid van de bossen en de natuurreservaten, dan moet eveneens een machtiging worden aangevraagd aan het Agentschap voor Natuur en Bos. De aanvraag tot toestemming moet minstens 14 dagen van tevoren, schriftelijk of via elektronische drager worden toegezonden aan de beheerder. Art. 9 – Handhaving 9.1. De handhaving van deze regeling gebeurt volgens de regels bepaald in titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid. 9.2. Met het toezicht op de naleving van deze regeling zijn belast: de personen die op grond van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en zijn uitvoeringsbesluiten belast zijn met het toezicht op de naleving van de natuurbehoudswet, het bosdecreet en het natuurdecreet. Art. 10 – Bekendmaking 10.1 Deze regeling wordt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. 10.2 De gemeente houdt deze regeling ter inzage van de bevolking.’ Artikel 2 : Artikel 3 :
het reglement sanctioneerbaar te maken met G.A.S.-sancties het College van Burgemeester en Schepenen te belasten met de uitvoering van deze beslissing.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------5.
Gemeentebelasting op het niet maximaal afkoppelen van hemelwater en het niet voldoen aan de plicht tot individuele zuivering.
OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond Artikel 170 § 4 van de Grondwet. De artikels 42 en 43 van het Gemeentedecreet zijn van toepassing. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen. Feiten, Context, Argumentatie Het stedelijk reglement betreffende de belasting op het niet maximaal afkoppelen van hemelwater en het niet voldoen aan de plicht tot individuele zuivering van 2 mei 2011 vervalt op 31 december 2013. In het zoneringsplan, goedgekeurd door de gemeenteraad van 7 juli 2008, wordt aangegeven waar openbare riolering met gescheiden stelsel komt alsook waar individuele zuivering verplicht wordt (rode clusters). De Vlaremwetgeving stelt dat een volledige scheiding tussen afvalwater en hemelwater verplicht is voor woningen op het ogenblik dat een gescheiden riolering wordt (her)aangelegd. Een individuele zuivering wordt verplicht voor de lozing van huishoudelijk afvalwater voor de woningen in de rode clusters, en dit bij de goedkeuring van een stedenbouwkundige aanvraag of bij goedkeuring van een uitvoeringsplan. Onder individuele zuivering wordt verstaan: elke vorm van zuivering van huishoudelijk afvalwater zoals bepaald in Vlarem, kortweg IBA genoemd in dit reglement. De Stad Ieper streeft naar een optimaal rendement van zijn gemeentelijke saneringsinfrastructuur. Hiertoe houdt de Stad Ieper toezicht op het naleven van de dienaangaande Vlaremwetgeving, in het bijzonder op de effectieve gescheiden afkoppeling en de individuele waterzuiveringsplicht. De gemeente wil via gerichte acties de burger motiveren om aan deze wettelijke verplichting te voldoen. De gemeente voorziet daarom een tussenkomst in de kosten voor het afkoppelen van
02.12.2013
6
hemelwater en afvalwater op privaat domein via een subsidiereglement goedgekeurd in de gemeenteraad van 3 november 2008 en gewijzigd in de gemeenteraad van 2 maart 2009. Voor de plaatsing van een IBA voorziet de gemeente de mogelijkheid tot het ondertekenen van een gebruiksovereenkomst waarbij de kostprijs voor een IBA gelijkgesteld wordt aan de kostprijs voor een rioolaansluiting en dit volgens het retributiereglement van 3 november 2008 en wijziging van 2 maart 2009. Afkoppelingsprojecten voor bestaande woningen worden in eerste instantie uitgevoerd bij de aanleg van een gescheiden riolering – 2 DWA-stelsel. De aanleg van 2 DWA-leidingen met een maximale afkoppeling op woningniveau is noodzakelijk om in aanmerking te komen voor de maximale subsidies vanwege de VMM voor de uitvoering van rioleringswerken. Een 2 DWA stelsel werkt enkel als de maximale afkoppeling voor elke woning gebeurt, de DWA-leiding moet anders overgedimensioneerd worden. Rekening houdend dat voor woningen, gebouwd na 1999, en bij grote verbouwingen na 1999 de afkoppeling van hemelwater en afvalwater opgelegd wordt in de stedenbouwkundige vergunning en/of aangeduid is op het goedgekeurde plan horende bij de stedenbouwkundige vergunning. In de praktijk blijkt dat deze afkoppeling niet altijd wordt gerealiseerd conform de bouwvergunning. Het is dus wenselijk om een contante belasting te vestigen op het niet maximaal afkoppelen van hemelwater in die projecten of zoals opgelegd in de bouwvergunning, en voor het niet naleven van de plicht tot het plaatsen van een IBA ingevolge het opleggen in een stedenbouwkundige vergunning, milieuvergunning of ingevolge de plicht die voortvloeit uit de goedkeuring van een uitvoeringsplan. Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente. Op voordracht van het College van Burgemeester en Schepenen. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad Artikel 1 : Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019 een contante gemeentebelasting gevestigd voor: a) het niet maximaal afkoppelen van hemelwater op privéterrein bij bestaande woningen in door de gemeente vastgestelde afkoppelingsprojecten b) het niet maximaal afkoppelen van hemelwater op privéterrein, zoals opgelegd in de stedenbouwkundige vergunning en/of aangeduid op het goedgekeurde plan horende bij de vergunning c) het niet plaatsen van een IBA of het niet ondertekenen van een gebruiksovereenkomst IBA, zoals opgelegd in de voorwaarden van een stedenbouwkundige vergunning of milieuvergunning d) het niet plaatsen van een IBA of het niet ondertekenen van een gebruiksovereenkomst IBA, welke verplicht wordt met de goedkeuring van een uitvoeringsplan in uitvoering van het goedgekeurde zoneringsplan van 19 september 2008. Artikel 2 : Onder afkoppelingsprojecten wordt verstaan de aanleg in de openbare weg van een gescheiden riolering – 2 DWA-stelsel. Ieder afkoppelingsproject wordt afzonderlijk vastgesteld door de gemeenteraad. Artikel 3 : De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de woning. Artikel 4 : De belasting wordt vastgesteld als volgt: een forfaitair bedrag van 1.000,00 euro per jaar, verrekenbaar per maand, voor elk jaar a) dat de afkoppeling, uit te voeren conform de Vlarem-wetgeving, op privéterrein bij bestaande woningen, niet wordt uitgevoerd na de uitvoering van de rioleringswerken in door de gemeente vastgestelde afkoppelingsprojecten. Als uiterste datum van uitvoering van de rioleringswerken wordt de datum van voorlopige oplevering weerhouden b) dat de afkoppeling, uit te voeren conform de stedenbouwkundige vergunning en/of aangeduid op het goedgekeurde plan horende bij de vergunning, op privéterrein, niet wordt uitgevoerd te rekenen vanaf de ingebruikneming van de uitgevoerde werken c) dat de verplichte plaatsing van een IBA of de ondertekening van de gebruiksovereenkomst IBA, zoals opgelegd in de voorwaarden van een stedenbouwkundige vergunning of milieuvergunning, niet wordt uitgevoerd te rekenen vanaf de ingebruikneming van de uitgevoerde werken of binnen de in de milieuvergunning gestelde termijn d) dat de verplichte plaatsing van een IBA of de ondertekening van de gebruiksovereenkomst IBA niet wordt uitgevoerd te rekenen vanaf de goedkeuring van
02.12.2013
Artikel 5 :
Artikel 6 :
Artikel 7 :
Artikel 8 :
7
het uitvoeringsplan ter uitvoering van het goedgekeurde zoneringsplan van 19 september 2008 De belasting wordt contant ingevorderd tegen afgifte van een betalingsbewijs of door overschrijving, binnen de veertien dagen na toezending van het bericht van de belastingschuld. Bij gebreke van contante betaling wordt de belasting ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar. Ingeval van inkohiering wordt aan de belastingplichtige een aanslagbiljet toegezonden samen met een beknopte samenvatting van het reglement krachtens welke de belasting verschuldigd is. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning of ingeval van inkohiering binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen de vijftien kalenderdagen na indiening ervan. Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------6.
Algemene gemeentebelasting.
OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond Artikel 170 § 4 van de Grondwet. De artikels 42 en 43 van het Gemeentedecreet zijn van toepassing; Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen. Feiten, Context, Argumentatie Het stedelijk reglement betreffende de algemene gemeentebelasting van 6 juli 2009 vervalt op 31 december 2013. De Stad Ieper heeft tal van taken en opdrachten te vervullen om haar rol als centrumstad van de Westhoek waar te maken. Daarbij zorgt de uitgestrektheid van het grondgebied en geografische spreiding ervoor dat tal van voorzieningen meer of bijkomende investeringen vragen. Om al die taken tot een goed einde te kunnen brengen, dienen de nodige middelen beschikbaar te zijn; De financiële toestand van de gemeente noodzaakt het bestuur tot het vestigen van een algemene gemeentebelasting ten einde voldoende financiële middelen te hebben om de taken van de gemeente volwaardig te kunnen uitvoeren; Voor de personen die recht hebben op de verhoogde tegemoetkoming inzake gezondheidszorgen, zoals geregistreerd in het bestand van de Kruispuntbank van de sociale Zekerheid, wordt er een sociale correctie toegepast; Op voordracht van het College van Burgemeester en Schepenen; BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad Artikel 1 : Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019 een jaarlijkse directe algemene gemeentebelasting geheven. Artikel 2 : a) De belasting is verschuldigd door de gezinnen, gebruikers, uitbaters of eigenaars van gebouwen of gedeelten van gebouwen die als zodanig ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters of in het vreemdelingenregister van de gemeente en werkelijk op het domicilieadres verblijvend op 1 januari van het belastingjaar. b) De belasting is ook verschuldigd door de gezinnen, gebruikers, uitbaters of eigenaars van gebouwen of gedeelten van gebouwen die op het grondgebied van de gemeente het genot of de mogelijkheid van genot van een woning, woongelegenheid of gebouw
02.12.2013
8
hebben zonder nochtans ingeschreven te zijn in de bevolkingsregisters of het vreemdelingenregister, op een adres gelegen in Ieper. Artikel 3 : Onder gezin dient te worden verstaan : a. een persoon die gewoonlijk alleen leeft; b. een vereniging van twee of meer personen, die al dan niet door familiebanden gebonden, gewoonlijk eenzelfde woning of woongelegenheid betrekken en er samen leven; Onder uitbater dient te worden verstaan : Ieder natuurlijk persoon of elke vereniging hoofdelijk vertegenwoordigd door haar leden die op 1 januari van het belastingjaar een zelfstandig of vrij beroep uitoefent of door ieder natuurlijke- en rechtspersoon die op dezelfde datum als hoofd- en/of bijkomende activiteit een commerciële, industriële, landbouw of dienstverlenende activiteit uitoefent op het grondgebied van de gemeente, op een adres gelegen in Ieper. Indien het gezin van de belastingplichtige op hetzelfde adres is gehuisvest, is de belasting evenwel eenmaal verschuldigd. Artikel 4 : De belasting is ondeelbaar verschuldigd voor ieder jaar, met dien verstande dat de bestaande toestand op 1 januari in aanmerking genomen wordt. Een belastingplichtige die zich in de stad komt vestigen na 1 januari wordt slechts belast met ingang van het volgende jaar. Als datum van het gevestigd zijn geldt: a) de datum van inschrijving in het bevolkingsregister te Ieper bij aankomst. b) de datum van inschrijving in de nieuwe gemeente bij vertrek uit Ieper. Artikel 5 : De jaarlijkse directe algemene gemeentebelasting bedraagt : a) 30,50 euro (basisbedrag) b) te vermeerderen met 7,50 euro per gezinslid (elke inwoner van het adres) worden vrijgesteld van deze vermeerdering : * Inwonende kinderen van 0 – 21 jaar * Personen die recht hebben op de verhoogde tegemoetkoming inzake gezondheidszorgen zoals geregistreerd in het bestand van de Kruispuntbank van de sociale Zekerheid (alle beschikbare categorieën) Artikel 6 : Zijn van de belasting vrijgesteld : De gebruikers van gebouwde onroerende goederen of gedeelten van gebouwde onroerende goederen bestemd voor : a) de openbare erediensten; b) onderwijsinstellingen gesubsidieerd door de Openbare Besturen; c) de diensten van het OCMW Ieper en Politie arro Ieper. Bovenstaande vrijstellingen omvatten evenwel niet de gedeelten van gemelde onroerende goederen door de bedienaars van de eredienst, het onderwijzend personeel of de aangestelden van het OCMW Ieper en Politie arro Ieper, te privaten titel of voor hun persoonlijk gebruik betrokken. Artikel 7 : De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen Artikel 8 : De belasting moet betaald worden binnen twee maanden van de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 9 : De echtgenoten of samenwonenden zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting. Artikel 10 : De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Artikel 11 : Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- -----------
02.12.2013
7.
9
Belasting op de voertuigen met publiciteitsdoeleinden.
OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond Artikel 170 § 4 van de Grondwet. De artikels 42 en 43 van het Gemeentedecreet zijn van toepassing. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen. Argumentatie Het stedelijk reglement betreffende de belasting op voertuigen met publiciteitsdoeleinden van 2 februari 2009 vervalt op 31 december 2013. Publiciteitsvoertuigen zijn een vorm van visuele vervuiling. De Stad Ieper is begaan met zijn historisch uitzicht en wenst met deze belasting de wildgroei aan aanhangwagentjes met publiciteit voor fuiven, winkels, opendeurdagen,…. te beperken. Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente. Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad: Artikel 1: Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019 een belasting gevestigd op voertuigen voor publiciteitsdoeleinden met of zonder eigen beweegkracht die de openbare weg gebruiken, op de openbare weg geplaatst zijn of vanaf de openbare weg zichtbaar zijn. Artikel 2: De belasting is verschuldigd door de persoon die de publiciteit maakt. De persoon voor wiens rekening de publiciteit gemaakt wordt, is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting. Artikel 3: De belasting wordt vastgesteld op 100,00 euro per dag en per voertuig. Elk gedeelte van een dag wordt beschouwd als een volle dag. Artikel 4: Worden vrijgesteld van deze belasting: a) publiciteit aangaande van of bevolen door de Staat, de provincie, de gemeente of openbare instellingen; b) deze belasting is in geen geval toepasselijk op de publiciteit die in bijkomstige orde gevestigd is op voertuigen die voor andere doeleinden gebruik maken van de openbare weg, zoals autobussen, leveringsvoertuigen,… Artikel 5: De belastingplichtige is gehouden, ten laatste de dag voor de dag waarop het gebruik aanvangt, aan het stadsbestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. Artikel 6: Alle voertuigen of inrichtingen die aangetroffen worden op de openbare weg en die in strijd zijn met onderhavig reglement kunnen door de bevoegde overheid verwijderd worden op kosten en risico van de eigenaar van het voertuig. Artikel 8: De belasting wordt contant geïnd tegen afgifte van een betalingsbewijs bij het afleveren van de vergunning. De vergunning dient op een goed zichtbare plaats op het voertuig te worden aangebracht. Bij gebreke aan contante betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting. Het kohier wordt vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 9: De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning of ingeval van inkohiering binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Artikel 11: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- -------------------
02.12.2013 8.
10
Belasting op de bank- en daarmee gelijkgestelde instellingen.
OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond Artikel 170 § 4 van de Grondwet. De artikels 42 en 43 van het Gemeentedecreet zijn van toepassing. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen. Feiten, Context, Argumentatie Het stedelijk reglement betreffende de belasting op de bank- en daarmee gelijkgestelde instellingen van 1 maart 2010 vervalt op 31 december 2013. De aanwezigheid van banken en/of bankautomaten geeft een verhoogd risico voor de buurt. Om de veiligheid van de burgers te waarborgen in de omgeving van banken en bankautomaten is er een noodzaak aan verhoogd politietoezicht. Het extra aantal patrouilles werkt preventief en is ook soms nodig in het kader van alarmwerking. Om deze beveiliging te kunnen garanderen zijn personeel en middelen nodig. Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente. Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad Artikel 1: Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de bank- en financieringsinstellingen. Wordt voor de toepassing van deze belasting als dusdanig aangezien: elke bank-, financierings-, kredietinstelling, spaarbank of wisselkantoor en alle inrichtingen die zich met dergelijke bank- of financieringsactiviteiten inlaten, hun agentschappen, bijkantoren, de eenmanszaken en de bankautomaten, die gevestigd of geïnstalleerd zijn op het grondgebied van de gemeente en voor het publiek toegankelijk zijn. Met eenmanszaak wordt bedoeld de inrichting die spaar-, leen-, wissel- en/of hypotheekverrichtingen aanbiedt en door één persoon in hoofdberoep wordt geëxploiteerd onder eigen naam en/of als waarnemer van een agentschap of bijkantoor van een bank- of financieringsinstelling. Onder bankautomaten wordt verstaan: de toestellen die volautomatisch werken. Een inrichting wordt door deze belasting als publiek toegankelijk beschouwd wanneer de cliënteel er terecht kan voor bank- en/of financieringsverrichtingen, ongeacht of het grootste deel van bedoelde verrichtingen al dan niet ter plaatse wordt afgehandeld. Artikel 2: De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon onder wiens handelsnaam, logo of embleem, de vorenbedoelde instellingen, agentschappen of bijkantoren, eenmanszaken en bankautomaten worden geëxploiteerd. Artikel 3: De belasting wordt vastgesteld als volgt: a) per instelling met een personeelsbestand van meer dan 20 personen: 1.000 euro b) per instelling met een personeelsbestand van meer dan 10 doch hoogstens 20 personen: 750 euro c) per instelling met een personeelsbestand van meer dan 5 doch hoogstens 10 personen: 500 euro d) per instelling met een personeelsbestand van meer dan 1 doch hoogstens 5 personen: 250 euro e) per eenmanszaak: 100 euro f) per bankautomaat: 250 euro Het hierboven bedoelde personeelsbestand omvat eveneens de persoon (personen), verantwoordelijk voor de exploitatie. Artikel 4: De belasting is ondeelbaar en voor het hele jaar verschuldigd, welke ook de datum is waarop de dienstverlening aanvangt of eindigt. Bij overneming van de instelling of bankautomaat is de overnemer eveneens belastingplichtig. Artikel 5: De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, vóór de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.
02.12.2013
11
Van de verandering van houder of van de definitieve stopzetting van bedrijvigheid dient binnen de maand aangifte te worden gedaan bij het gemeentebestuur. Artikel 6: Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 5 vastgestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Artikel 7: De overeenkomstig artikel 6 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag, gelijk aan een vierde van de verschuldigde belasting, indien de belastingplichtige een eerste maal verzuimt aan de aangifteplicht, met de helft, indien de belastingplichtige voor een tweede of volgende keer verzuimt aan de aangifteplicht. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. Artikel 8: De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 9: De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 10: De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Artikel 11: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------9.
Belasting op parkeren.
OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond Artikel 170 § 4 van de Grondwet. De artikels 42 en 43 van het Gemeentedecreet zijn van toepassing. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen. In toepassing van de wet van 22 februari 1965 waarbij aan de gemeenten wordt toegestaan parkeergeld op motorvoertuigen in te voeren, gewijzigd door de wet van 7 februari 2003 art. 37. Het koninklijk besluit van 1 december 1975 betreffende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en de latere wijzigingen. Verwijzend naar het ministerieel besluit van 9 januari 2007 betreffende de gemeentelijke parkeerkaart. Verwijzend naar het ministerieel besluit van 7 mei 1999 waarbij de personen worden aangewezen die de speciale parkeerkaart voor gehandicapten kunnen bekomen alsook de ministeries die bevoegd zijn om deze kaart uit te reiken en waarbij het model ervan alsmede de modaliteiten van afgifte, intrekking en gebruik worden bepaald, Feiten, Context, Argumentatie Het stedelijk reglement betreffende de gemeentebelasting op parkeren van 1 december 2008 vervalt op 31 december 2013. Rekening houdend dat de parkeerrotatie in de binnenstad moet bevorderd worden, zodat het verantwoord is parkeerautomaten te plaatsen en de betaalparkeerkaart in te voeren, waarvoor de tarieven moeten bepaald worden in evenredigheid met de parkeertijd die benuttigd wordt, Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente. Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen.
02.12.2013
12
BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad Artikel 1: Voor het aanslagjaar 2014 wordt een contant te betalen gemeentebelasting geheven op het parkeren van een voertuig op de plaatsen met parkeerautomaten en gesignaleerd door: ofwel, de verkeersborden E9a aangevuld met een onderbord met de vermelding “BETALEND”, als bedoeld in artikel 27.3., ofwel, de zone(verkeers)borden met betrekking tot het betalend parkeren overeenkomstig art.65.5, van het Algemeen Reglement op de Politie van het wegverkeer (KB van 1 december 1975), is de parkeertijd beperkt volgens één van de onder artikel 3 aangegeven gebruiksmodaliteiten van de parkeerautomaten of van de betaalparkeerkaart. Artikel 2: 1) De bestuurder die kiest voor het parkeren volgens de gebruiksmodaliteiten van de “PARKEERAUTOMATEN”, kan gedurende maximum DRIE UREN parkeren op de onder artikel 2 bedoelde plaatsen, tegen betaling van een contante belasting van 10 euro. Deze gebruiksmodaliteit wordt op de toestellen aangeduid als “TARIEF 1”. De contante belasting wordt betaald: a) op voorhand, door aankoop van een blanco parkeerticket bij de stadskas. Dit ticket wordt door de bestuurder geldig gemaakt op het ogenblik van het parkeren door inschrijving, in inkt en in volle letters van de datum en de tijdsperiode (aanvang en einde van de drie uren) van het parkeren; b) ofwel op het ogenblik van het parkeren van het voertuig, aan de bevoegde parkeerwachter, op voorlegging van het geldig gemaakte parkeerticket. Bij afwezigheid van de parkeerwachter op het ogenblik van parkeren dient de belasting betaald te worden binnen de vijf dagen, ofwel in speciën op de stadskas, ofwel door storting of overschrijving op de rekening van de Stad overeenkomstig de richtlijnen vermeld op het parkeerticket dat in dit geval door de parkeerwachter op het voertuig wordt aangebracht. 2) De bestuurder die opteert voor een KORTE PARKEERDUUR kan op de onder artikel 2 bedoelde plaatsen, in afwijking van punt 1) van dit artikel, kiezen voor het gebruik van ofwel: de PARKEERAUTOMAAT of van de BETAALPARKEERKAART, volgens de gebruiksmodaliteiten aangeduid op deze toestellen gekend als “TARIEF 2”. De contante belasting van deze KORTE PARKEERDUUR bedraagt 0,25 euro per half uur. Hiernaast kan de bestuurder ook opteren om gebruik te maken van het tarief ‘Run Shopping’. De contante belasting voor dit tarief bedraagt 0,10 euro voor één kwartier. Voor het betalen van de contante belasting aan de parkeerautomaat kan er gebruik worden gemaakt van de speciale elektronische betaalkaart proton. De betaalparkeerkaarten worden te koop aangeboden op verschillende verkooppunten in de stad tegen de prijs van 30 euro/stuk. De houders voor de betaalparkeerkaarten zijn te koop in de verkooppunten tegen kostprijs. 3) De BEWONERS, die voldoen aan de bepalingen van het Ministerieel Besluit van 9 januari 2007 en in het bezit zijn gesteld van een gemeentelijke parkeerkaart (oude benaming : bewonerskaart) kunnen in afwijking van punt 1) en 2) van dit artikel, op de onder artikel 2 bedoelde plaatsen, gebruik maken van ofwel de parkeerautomaat ofwel van de betaalparkeerkaart, voor een ondeelbare periode van maximum 9 uren, tussen 09.00 uur en 18.00 uur, voor een bedrag van 1 euro volgens de gebruiksmodaliteiten aangeduid op de toestellen en op de kaart. Voor die bewoners is er zowel op het ticket als op de betaalparkeerkaart een speciale vermelding aanwezig. 4) De aannemerskaart wordt na voorlegging van een geldig attest van registratie als aannemer, afgeleverd op naam van de aanvrager en kan gebruikt worden door alle dienstvoertuigen van de aanvrager. Om van het systeem van de aannemerskaart gebruik te kunnen maken moeten volgende voorwaarden cumulatief voldaan zijn: 1. Men moet aannemer zijn. Onder aannemer van werken wordt verstaan elke persoon, rechtspersoon of aangestelde ervan die als beroepsactiviteit heeft het bouwen, afbreken, verbouwen, renoveren, inrichten en/of herstellen van gebouwen en de daarin geplaatste uitrustingsgoederen.
02.12.2013
13
2. De aannemerskaart is uitsluitend te gebruiken in een uitgerust dienstvoertuig. Als uitgerust dienstvoertuig wordt beschouwd het voertuig, voorzien van gereedschappen, machines, voorraad en dergelijke meer, waarvan de aanwezigheid in de onmiddellijke omgeving van de werf vereist is voor de uitvoering der werken. 3. De aannemerskaart kan enkel gebruikt worden op werkdagen (inclusief de Zaterdag) en tijdens de werkelijke uitvoering der werken, dit is de periode die nodig is om de uit te voeren werken te kunnen realiseren en waarin men effectief aan het werk is. 4. Voor de aannemerskaart, die 12 maanden geldig is, wordt bij aanvraag een vergoeding betaald ten bedrage van 62 EUR per kaart te betalen bij de stadsontvanger tegen ontvangstbewijs. Jaarlijks dient de aanvraag voor het bekomen van een aannemerskaart hernieuwd te worden. 5. De aannemerskaart moet, samen met de werffiche duidelijk zichtbaar geplaatst worden aan de voorruit van het uitgerust dienstvoertuig. In ieder dienstvoertuig dat van het systeem gebruik maakt moet een aannemerskaart aanwezig zijn. Op de werffiche dient zowel de plaats als de vermoedelijke uitvoeringstermijn der werken te worden vermeld. 6. Voor elke andere inname of gebruik van het openbaar domein, die niet verantwoord is door voornoemde aannemerskaart (enkel parkeren van dienstvoertuigen), blijft het gemeentelijk retributiereglement voor het gebruik van het openbaar domein van kracht. Artikel 3: Het parkeerticket op voorhand aangekocht, of afgeleverd door de parkeerwachter of door de parkeerautomaat, alsook de betaalparkeerkaart, moet door de bestuurder zichtbaar achter de voorruit van het voertuig worden aangebracht of als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig. De BEWONERS waarvan sprake in artikel 2.3) moeten daarenboven, samen met het ticket of met de betaalparkeerkaart waarop een speciale vermelding aanwezig is, de toegekende kaart van “bewoner” verplicht plaatsen achter de voorruit van het voertuig dat aan de kaart is verbonden of als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig. Artikel 4: Overeenkomstig art. 27.3 van het verkeersreglement moet het voertuig de parkeerplaats verlaten hebben uiterlijk bij het verstrijken van de toegestane parkeertijd. Artikel 5: De contante belasting, vermeld in artikel 3 paragraaf 1) en 2) is verschuldigd van 09.00 uur tot 12 uur en van 13 uur 30 tot 18 uur behoudens op zon- en feestdagen. Artikel 6: De mindervaliden, houders van een speciale kaart uitgereikt door een officiële instelling overeenkomstig het ministerieel besluit van 7 mei 1999, worden vrijgesteld van de betaling van het voorgeschreven parkeergeld indien deze kaart zichtbaar is aangebracht op de binnenkant van de voorruit van het voertuig of als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig. Worden eveneens vrijgesteld van de betaling van het voorgeschreven parkeergeld: - de politiediensten, hulpdiensten en dienstvoertuigen van de Stad Ieper. Artikel 7: Indien de parkeermeter of –automaat defect is moet de kaart blauwe zone zichtbaar gelegd worden op de binnenkant van de voorruit van het voertuig of als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig (art. 27 pt. 3.1.2. van de wegcode). Artikel 8: Bij niet-betaling van deze contant te betalen belasting, wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting. Artikel 9: De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning of ingeval van inkohiering binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Artikel 10: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------10. Belasting op parkeren in een blauwe zone. OVERWEGEND GEDEELTE:
02.12.2013
14
Juridische Grond Artikel 170 § 4 van de Grondwet. De artikels 42 en 43 van het Gemeentedecreet zijn van toepassing. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen. In toepassing van de wet van 22 februari 1965 waarbij aan de gemeenten wordt toegestaan parkeergeld op motorvoertuigen in te voeren, gewijzigd door de wet van 7 februari 2003 art. 37. Het koninklijk besluit van 1 december 1975 betreffende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en de latere wijzigingen. Verwijzend naar het ministerieel besluit van 9 januari 2007 betreffende de gemeentelijke parkeerkaart. Verwijzend naar het ministerieel besluit van 7 mei 1999 waarbij de personen worden aangewezen die de speciale parkeerkaart voor gehandicapten kunnen bekomen alsook de ministeries die bevoegd zijn om deze kaart uit te reiken en waarbij het model ervan alsmede de modaliteiten van afgifte, intrekking en gebruik worden bepaald. Feiten, Context, Argumentatie Het stedelijk reglement betreffende de gemeentebelasting op het parkeren in een blauwe zone van 1 december 2008 vervalt op 31 december 2013. De verhoging van de parkeermogelijkheden vereist nieuwe mogelijkheden voor de controle op de beperking van de parkeerduur op de voorgeschreven plaatsen. Het aanleggen en verbeteren van de parkeermogelijkheden brengt voor de gemeente aanzienlijke lasten met zich. Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente. Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad Artikel 1: Er wordt voor het aanslagjaar 2014 een gemeentebelasting gevestigd voor het parkeren van voertuigen op de openbare weg of op de plaatsen gelijkgesteld aan de openbare weg. Dit reglement beoogt het parkeren van een voertuig op plaatsen waar dat parkeren toegelaten is én waar een reglementering met beperkte parkeertijd van toepassing is. Onder openbare weg verstaat men de wegen en hun trottoirs of nabijgelegen bermen die eigendom zijn van de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke overheden. Artikel 2: De belasting wordt als volgt vastgesteld : - Gratis voor de maximale duur die toegelaten is door de bepalingen van het K.B. van 1/12/1975; - Een forfaitair bedrag van 25 euro per dag voor elke periode die langer is dan deze die gratis is. De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig van de parkeerschijf, overeenkomstig artikel 27.1.1 van het Koninklijk Besluit van 1.12.1975. Deze reglementering is niet van toepassing op de bewoners die de door de gemeente uitgereikte parkeerkaart (oude benaming: bewonerskaart), overeenkomstig het ministerieel besluit van 9 januari 2007 zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig, op voertuigen van de politiediensten, hulpdiensten en dienstvoertuigen van de Stad Ieper en op voertuigen die houder zijn van een aannemerskaart zoals voorzien in het reglement inzake de belasting op parkeren en deze bescheiden volgens de modaliteiten bepaald in het reglement duidelijk zichtbaar aanbrengen; Het parkeren van voertuigen gebruikt door personen met een handicap is gratis. Het statuut van “persoon met een handicap” wordt beoordeeld op het ogenblik van het parkeren door het aanbrengen op een zichtbare plaats achter de voorruit van het voertuig van de kaart uitgereikt overeenkomstig het ministerieel besluit van 7 mei 1999. Artikel 3: De belasting is verschuldigd zodra het voertuig langer geparkeerd is dan de tijd die toegelaten is door de bepalingen van het KB van 1/12/1975, en is betaalbaar door overschrijving op de rekening van de gemeente; deze laatste mogelijkheid wordt enkel aangeboden als de gebruiker opteert voor de toepassing van het forfaitair tarief. Artikel 4: De gebruiker van een voertuig die de parkeerschijf niet of niet zichtbaar achter de voorruit van zijn voertuig plaatst of de parkeerschijf op een niet-reglementaire manier gebruikt, wordt steeds geacht te kiezen voor de betaling van het in artikel 3 bedoelde forfaitaire tarief.
02.12.2013
Artikel 5:
Artikel 6:
Artikel 7:
15
Bij toepassing van het hierboven vermelde forfait, brengt de aangestelde van de gemeente een uitnodiging om de belasting binnen de vijf dagen te betalen aan op de voorruit van het voertuig In geval van niet-betaling van de belasting binnen de vijf dagen wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting. Indien de gebruiker niet gekend is, is de belasting verschuldigd door de houder van de nummerplaat van het voertuig, behoudens hij binnen de veertien dagen na de vaststelling van de overtreding de identiteit van de gebruiker meedeelt aan de ontvanger van de stad Ieper, belast met de inning van de belasting. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning of ingeval van inkohiering binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------11. Belasting op gebouwen en/of woningen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, onveilig, verwaarloosd, bouwvallig, leegstaand of onafgewerkt. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond Artikel 170 § 4 van de Grondwet. De artikels 42 en 43 van het Gemeentedecreet zijn van toepassing. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen Het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, hierna Decreet grond- en pandenbeleid genoemd, en latere wijzigingen Het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2009 houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen; Feiten, Context, Argumentatie Het stedelijk reglement betreffende de gemeentebelasting op gebouwen en/of woningen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, onveilig, verwaarloosd, bouwvallig, leegstaand of onafgewerkt van 1 maart 2010, gewijzigd bij besluiten van 5 december 2011 en 4 maart 2013, vervalt op 31 december 2013. Er is de noodzaak om de verslechtering van de kwaliteit van woningen en gebouwen in de gemeente te voorkomen en te bestrijden. Ook is er de noodzaak om langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de gemeente te voorkomen en te bestrijden. Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente. Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad: HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen Artikel 1: Definities 1. Woning : elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande. 2. Gebouw : elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat en die niet beantwoordt aan de omschrijving van woning zoals bedoeld onder punt 1 en met uitzondering van de bebouwde onroerende goederen die vallen onder de toepassing van het decreet van 19 april 1995, houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.
02.12.2013 3.
Artikel 2:
16
Verwaarloosd : wanneer een woning en/of gebouw ernstige zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval vertoont aan buitenmuren, voegwerk, schoorstenen, dakbedekking, dakgebinte, buitenschrijnwerk, kroonlijst of dakgoten, enz. volgens het als model als bijlage 1 bijgevoegde technisch verslag tot vaststelling van de verwaarlozing. De binnenzijde van de woning en/of het gebouw valt buiten beschouwing. 4. Leegstaand gebouw : is een gebouw als omschreven in artikel 2.2.6. van het decreet grond- en pandenbeleid. 5. Leegstaande woning : is een woning als omschreven in artikel 2.2.6. van het decreet grond- en pandenbeleid. 6. Leegstandsregister : register van leegstaande woningen en gebouwen opgemaakt en bijgehouden overeenkomstig artikel 2.2.6 van het decreet grond- en pandenbeleid. 7. Administratie : de dienst huisvesting van de stad Ieper die instaat voor de opmaak en het beheer van de gemeentelijke inventarissen en het Leegstandsregister. 8. De inventarisatiedatum : de datum waarop het gebouw en/of woning voor de eerste maal in de inventaris of het Leegstandsregister wordt opgenomen of, zolang het gebouw en/of de woning niet uit de inventaris of het Leegstandsregister is geschrapt, het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de datum van de eerste inschrijving. 9. Beveiligde zending : een van de hiernavolgende betekeningwijzen, hetzij een aangetekend schrijven, hetzij een afgifte tegen ontvangstbewijs; 10. Ongeschikte woning : een woning waarvoor door de Burgemeester of de bevoegde Vlaamse minister een besluit tot ongeschiktverklaring is uitgevaardigd. 11. Onbewoonbare woning : een woning waarvoor door de Burgemeester of de bevoegde Vlaamse minister een besluit tot onbewoonbaarverklaring is uitgevaardigd. 12. Onafgewerkt gebouw en/of woning : een gebouw en/of woning waarbij alle werken nodig om het gebouw en/of woning wind- en waterdicht te maken niet voltooid zijn. 13. Renovatieschema: een nota die bestaat uit 1) een gedetailleerd overzicht van welke niet stedenbouwkundig vergunningsplichtige werken worden uitgevoerd; 2) een gedetailleerd tijdschema waarin de fasering van de werken wordt toegelicht; 3) een gedetailleerd bestek van een geregistreerd aannemer of van de belastingplichtige indien hij zelf de werken zal uitvoeren waarmee hij aantoont dat de kostprijs van de renovatiewerken per geïnventariseerde woning en/of gebouw minstens 10.000,00 euro bedraagt. In dit bedrag is de eventuele kostprijs van de werkuren van de uitvoerende aannemer niet inbegrepen; 4) fotoreportage met weergave van de bestaande toestand van de te renoveren onderdelen; 5) indien van toepassing een akkoord van de mede-eigenaars; 14. Functionele eenheid: het deel van een gebouw dat gebruikt wordt voor één van volgende functies: wonen, handel, horeca, kantoorfunctie of dienst, industrie of ambacht. Belastbare grondslag § 1 Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op: § de woningen die middels een Besluit van de Burgemeester of van de bevoegde Vlaamse minister onbewoonbaar zijn verklaard op basis van de Nieuwe Gemeentewet of de Vlaamse Wooncode § de woningen die middels een Besluit van de Burgemeester of van de bevoegde Vlaamse minister ongeschikt zijn verklaard op basis van de Vlaamse Wooncode § de woningen en/of gebouwen die verwaarloosd zijn § de onafgewerkte gebouwen en woningen waarvan de bouw 5 jaar na het afleveren van de stedenbouwkundige vergunning niet beëindigd is § de geheel leegstaande woningen, de geheel of gedeeltelijk leegstaande gebouwen of entiteiten in gebouwen voor economische doeleinden alsook de geheel leegstaande woningen in gebouwen: de leegstand wordt per functionele eenheid bekeken. § de percelen die door de Federale Overheidsdienst Financiën / afdeling Patrimoniumdocumentatie, Opmetingen en Waarderingen gekwalificeerd worden als puin of krot en die opgenomen zijn in de gemeentelijke inventaris zoals bedoeld in artikel 4 van dit reglement.
02.12.2013
17
§ 2 De bebouwde onroerende goederen die vallen onder de toepassing van het decreet van 19 april 1995, houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten zijn niet onderworpen aan deze gemeentelijke belasting. HOOFDSTUK 2 De belastingplichtige Artikel 3: § 1 Als belastingplichtige van de belasting wordt beschouwd de houder van een van de hierna vermelde zakelijke rechten met betrekking tot een gebouw en/of woning op het ogenblik van de opname in een inventaris en/of het Leegstandsregister. § de volle eigendom; § het recht van opstal of van erfpacht; § het vruchtgebruik. De belasting is een eerste maal verschuldigd op het ogenblik dat het gebouw en/of de woning wordt opgenomen in een inventaris en/of het Leegstandsregister. § 2 Behoort één van die zakelijke rechten in onverdeeldheid toe aan meer dan één persoon dan geldt de onverdeeldheid als belastingplichtige. De leden van de onverdeeldheid zijn gehouden tot betaling van het verschuldigde bedrag naar rato van hun deel in de onverdeeldheid. § 3 Zolang het gebouw, de woning en/of het perceel niet is geschrapt uit de inventaris en/of het Leegstandsregister, wordt de houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3§1, op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt als belastingplichtige van de nieuwe heffing beschouwd. § 4 Degene die een zakelijk recht, zoals bedoeld in art. 3§1, overdraagt, moet de verkrijger ervan uiterlijk op het ogenblik van de overdracht van het zakelijk recht via een beveiligde zending in kennis stellen van de opname van het gebouw, de woning en/of het perceel in de inventaris en/of het Leegstandsregister. Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, zoals bedoeld in het eerste lid, als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende heffing die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd. § 5 Degene die het zakelijk recht overdraagt is tevens verplicht om binnen de maand na het verlijden van de notariële akte, via een beveiligde zending aan het Gemeentebestuur een kopie van deze akte over te maken. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens : § naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel; § datum van de akte, naam en standplaats van de notaris; § nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, zoals bedoeld in het eerste lid, als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende heffing die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd. HOOFDSTUK 3 Opmaak van de inventaris, vaststelling en beoordeling van leegstand en verwaarlozing Artikel 4: De inventaris § 1 De gemeentelijke administratie maakt § een Leegstandsregister op, samengesteld uit een inventaris leegstaande woningen en een inventaris leegstaande gebouwen, overeenkomstig de bepalingen in artikel 2.2.6 van het Decreet grond- en pandenbeleid en het Besluit houdende nadere regels betreffende het Leegstandsregister § een inventaris ‘ongeschikt-onbewoonbaar’ op § een inventaris ‘verwaarlozing’ op § 2 Een gebouw of woning kan slechts op één van deze lijsten tegelijkertijd worden opgenomen, met uitzondering van de gebouwen en woningen die voorkomen op de lijst van verwaarloosde gebouwen en/of woningen. Een gebouw en/of woning dat voorkomt op de lijst van verwaarloosde gebouwen en/of woningen kan eveneens worden opgenomen in het Leegstandsregister en omgekeerd. § 3 De ambtenaren van de dienst Huisvesting van de stad Ieper worden belast met de opmaak en het beheer van deze inventarissen en het Leegstandsregister en zijn bevoegd om de verwaarlozing en de leegstand vast te stellen. § 4 Zodra een gebouw en/of woning wordt opgenomen op één of meerdere inventarissen en/of het Leegstandsregister worden alle (mede)-eigenaars en houders van een zakelijk recht hiervan op de hoogte gebracht middels een beveiligde zending.
02.12.2013
18
§ 5 De houder van het zakelijk recht kan steeds een plaatsbezoek, door de administratie, aanvragen. § 6 Onverminderd de toepassing van artikel 89bis van het wetboek van strafvordering en overeenkomstig de bepalingen van het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging , de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, hebben de ambtenaren van de dienst huisvesting toegang tot de gebouwen en/of woningen om alle voor de inventarisatie noodzakelijke opsporingen en vaststellingen te verrichten wanneer het vermoeden bestaat dat een gebouw en/of woning verwaarloosd is of leegstaat. Artikel 5: De beoordeling en de vaststelling van leegstand en verwaarlozing § 1 De ambtenaren van de administratie zijn bevoegd om de verwaarlozing en leegstand van een gebouw en/of woning op te sporen. Beoordeling van verwaarlozing § 2 Een gebouw, ongeacht of het dienst doet als woning, wordt beschouwd als verwaarloosd wanneer het technisch verslag, volgens het model opgenomen als bijlage 1 bij dit besluit, minstens drie gebreken vertoont. § 3 De ambtenaar die de verwaarlozing vaststelt, geeft de houder van het zakelijk recht van het gebouw kennis van het verslag. De kennisgeving gebeurt via een beveiligde zending aan de persoon, aan de woonplaats of, als de woonplaats niet bekend is, aan de verblijfplaats van de houder van het zakelijk recht. § 4 Het origineel en het afschrift van het verslag vermeldt de naam van de bevoegde ambtenaar die het verslag heeft opgesteld, het adres van de afdeling of de gemeentelijke administratieve eenheid waartoe hij behoort en de datum en de plaats van de kennisgeving van het afschrift. § 5 De houder van het zakelijk recht beschikt over een termijn van 2 maanden vanaf de datum van kennisgeving om de verwaarlozing te herstellen of de juistheid van het verslag te weerleggen. Wanneer de houder er niet in slaagt om binnen deze termijn de juistheid van het verslag te weerleggen of aan te tonen dat het gebouw en/of de woning geen ernstige, zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval meer vertoont, stelt de administratie de verwaarlozing vast in een gemotiveerde administratieve akte. Beoordeling van leegstand § 6 De vaststelling van de leegstand gebeurt per functionele eenheid. De vaststelling van de leegstand van de geheel leegstaande woningen, de geheel of gedeeltelijk leegstaande gebouwen of entiteiten in gebouwen voor economische doeleinden alsook de geheel leegstaande woningen in gebouwen gebeurt, naar gelang de categorie, op basis van o.a. het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister, het ontbreken van een aangifte als tweede verblijf, het aanbieden als “te huur” of “te koop”, het vermoeden van een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik overeenkomstig de woonfunctie of het normale gebruik van het gebouw kan worden uitgesloten, het vermoeden van het gebruik van een woonentiteit als domiciliewoning, de aanvraag om vermindering van onroerende voorheffing naar aanleiding van een leegstand of onproductiviteit, getuigenissen, enz. § 7 Een woning gebruiken als opslagruimte wordt niet beschouwd als bewoning. Wanneer bijvoorbeeld een ruimte boven een winkel op grond van objectieve gegevens als woning kan worden beschouwd, moet worden nagegaan of die ruimte een woonfunctie heeft. Kan ze niet als woning worden beschouwd, dan moet de regeling voor gebouwen toegepast worden. Een ander gebruik van de woning dan effectieve bewoning, ofwel als hoofdverblijfplaats ofwel als tweede verblijfplaats, worden niet aanvaard als zijnde effectief gebruik van de woning. § 8 Alle elementen tot vaststelling van de leegstand worden opgenomen in het beschrijvend verslag volgens het model hierbij gevoegd als bijlage 2. De ambtenaar die de leegstand vaststelt, geeft de houder van het zakelijk recht van het gebouw kennis van het verslag. De kennisgeving gebeurt via beveiligde zending aan de persoon, aan de woonplaats of, als de woonplaats niet bekend is, aan de verblijfplaats van de houder van het zakelijk recht. § 9 Het origineel en het afschrift van het verslag vermeldt de naam van de bevoegde ambtenaar die het verslag heeft opgesteld, het adres van de afdeling of de gemeentelijke administratieve eenheid waartoe hij behoort en de datum en de plaats van de kennisgeving van het afschrift.
02.12.2013
19
§ 10 De houder van het zakelijk recht beschikt over een termijn van 2 maanden vanaf de datum van kennisgeving om een einde te maken aan de leegstand of de juistheid van het verslag te weerleggen. Alle elementen kunnen weerlegd worden door afdoende bewijsstukken zoals bijvoorbeeld een geregistreerde huurovereenkomst, een afrekening van het verbruik van de nutsvoorzieningen,… Ook kan, na schriftelijke aanvraag, een plaatsbezoek geregeld worden. Wanneer de houder er niet in slaagt om binnen deze termijn de juistheid van het verslag te weerleggen of aan te tonen dat het gebouw en/of de woning niet langer leegstaand is, stelt de administratie de leegstand vast in een gemotiveerde administratieve akte. Artikel 6: Opname in de inventaris en/of het Leegstandsregister § 1 De inventarisatie van een ongeschikt- en/of onbewoonbaarverklaarde woning gebeurt op de datum van het desbetreffende besluit van de Burgemeester of van de bevoegde Vlaamse Minister. Indien er een beroep wordt ingesteld tegen een ongeschikt- of onbewoonbaarverklaring van een woning op basis van art. 15 §3 van het Decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode wordt de opname opgeschort voor de duur van het beroep. Indien het beroep wordt afgewezen wordt de woning opgenomen in de inventaris ‘ongeschikt-onbewoonbaar’ op datum van het respectieve besluit. § 2 De opname in de inventaris van de verwaarlozing van de percelen die door de Federale Overheidsdienst Financiën/Afdeling Patrimoniumdocumentatie, Opmetingen en Waarderingen gekwalificeerd worden als puin of krot gebeurt per 1 januari van het kalenderjaar waarin ze als zodanig gekwalificeerd worden. § 3 De inventarisatie van de geheel leegstaande woningen, de geheel of gedeeltelijk leegstaande gebouwen of entiteiten in gebouwen voor economische doeleinden alsook de geheel leegstaande woningen in gebouwen gebeurt in het Leegstandsregister op de datum van de opmaak van de administratieve akte tot vaststelling van de leegstand. Ook de onafgewerkte gebouwen waarvan de bouw 5 jaar na het afleveren van de stedenbouwkundige vergunning niet beëindigd is, tenzij het bewijs geleverd wordt dat de niet-beëindiging is gebeurd buiten de wil van de belastingplichtige, worden geïnventariseerd als leegstaand. § 4 De inventarisatie van verwaarloosde woningen en/of gebouwen gebeurt in de inventaris ‘verwaarlozing’ op de datum van de opmaak van administratieve akte tot vaststelling van de verwaarlozing. § 5 De houder van het zakelijk recht ontvangt per beveiligde zending de administratieve akte en krijgt de mogelijkheid om binnen de maand ofwel een bezwaar in te dienen tegen de opname (zie artikel 7) ofwel een vrijstelling aan te vragen (zie artikel 11). Indien de vrijstelling niet binnen de maand aangevraagd wordt, geldt de aanvraagdatum als startdatum voor de vrijstelling. Bij verkoop van een reeds opgenomen woning of gebouw krijgt ook de nieuwe houder van het zakelijk recht per beveiligde zending de mogelijkheid om binnen de maand een vrijstelling aan te vragen. Artikel 7: Bezwaar tegen opname § 1 Ongeschikt/onbewoonbaar: een inhoudelijk bezwaar tegen de opname in de inventaris is niet mogelijk aangezien de bezwaarprocedure tegen een ongeschikt- en/of onbewoonbaarverklaring wordt behandeld door de bevoegde Vlaamse Minister of door de bevoegde Rechtbank. Onmiddellijk is ook de eerste heffing verschuldigd. § 2 Leegstandsregister: een bezwaar kan ingediend worden via een beveiligde zending aan de administratie binnen de maand nadat de administratieve akte tot vaststelling van de leegstand via een beveiligde zending werd opgestuurd. Men wordt effectief opgenomen in het Leegstandsregister indien de betrokkene, niet reageert of wanneer het eventuele bezwaar afgewezen wordt als ongegrond. Het niet afhalen van de beveiligde zending waarmee aan de houder van het zakelijk recht de administratieve akte wordt toegestuurd, brengt automatisch de opname in het Leegstandsregister met zich mee. § 3 Verwaarloosd:
02.12.2013
20
een bezwaar kan ingediend worden via een beveiligde zending aan de administratie binnen de maand nadat de administratieve akte tot vaststelling van de verwaarlozing via een beveiligde zending werd opgestuurd. Men wordt effectief opgenomen in de inventaris indien de betrokkene, niet reageert of wanneer het eventuele bezwaar, afgewezen wordt als ongegrond. Het niet afhalen van de beveiligde zending waarmee aan de houder van het zakelijk recht de administratieve akte wordt toegestuurd brengt automatisch de opname in de inventaris ‘verwaarlozing’ met zich mee. § 4 De bezwaren worden door het College van Burgemeester en Schepenen beoordeeld binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het bezwaar. Als het bezwaar gegrond bevonden is, wordt men geschrapt uit de desbetreffende inventaris en/of het Leegstandsregister. Artikel 8: Schrapping uit de inventaris en/of het Leegstandsregister § 1 De ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaarde woningen worden geschrapt uit de inventarislijst van de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaarde woningen op de datum van het besluit van de Burgemeester of van de bevoegde Vlaamse minister tot opheffing van de onbewoonbaar- en/of ongeschiktverklaring. § 2 De percelen die door de Federale Overheidsdienst Financiën/Afdeling Patrimoniumdocumentatie, Opmetingen en Waarderingen gekwalificeerd worden als puin of krot worden geschrapt uit de inventaris van verwaarlozing zodra het perceel volledig van puin geruimd is en dit op de datum van de vaststelling door de gemeentelijke ambtenaar § 3 De geheel leegstaande woningen, de geheel of gedeeltelijk leegstaande gebouwen of entiteiten in gebouwen voor economische doeleinden alsook de geheel leegstaande woningen in gebouwen worden geschrapt uit het Leegstandsregister zodra de bedoelde entiteit effectief in gebruik is volgens de bestemming ervan en dit voor een periode van minstens zes opeenvolgende maanden. De datum van schrapping is de datum van de aanvang van het effectief gebruik . Het effectief gebruik van een woning zal onder meer blijken uit de inschrijvingen in het bevolkingsregister, het verbruik van de nutsvoorzieningen en na een controle ter plaatse. Het zich louter laten inschrijven in het bevolkingsregister is niet voldoende als bewijs van bewoning. De woningen en/of gebouwen, waarvoor een bestemmingswijziging werd aangevraagd en vergund, worden uit de inventaris en/of het Leegstandsregister geschrapt op de datum van de opmaak van het technisch verslag ter controle van de bestemmingswijziging die de wijziging bevestigt en/of op de datum van het besluit van de Burgemeester tot opheffing van de ongeschikt- en/of onbewoonbaarverklaring. § 4 De verwaarloosde gebouwen worden geschrapt uit de inventaris ‘verwaarlozing’ als alle aangehaalde gebreken verholpen zijn. § 5 De aanvraag tot schrapping gebeurt op schriftelijk verzoek, via beveiligde zending, van de belastingplichtige aan de administratie. De postdatum van de beveiligde zending geldt als datum van ontvangst. Het schriftelijk verzoek bestaat uit de aanvraag en afdoende bewijsstukken. § 6 De administratie vermeldt de datum van schrapping in de inventaris en/of het Leegstandsregister. De al dan niet inwilliging van een verzoek tot schrapping kan worden voorafgegaan door een controle van de administratie ter plaatse met het oog op een feitenonderzoek, overeenkomstig de bepalingen in artikel 2.2.6. van het Decreet Grond- en Pandenbeleid en het Besluit houdende nadere regels betreffende het Leegstandsregister. Het verzoek tot schrapping wordt niet ingewilligd als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek. De administratie geeft de houder van het zakelijk recht of desgevallend zijn rechtsopvolger binnen 2 maanden na het verzoek tot schrapping via een beveiligde zending kennis van haar beslissing daaromtrent. Bij ontstentenis van een kennisgeving binnen deze termijn wordt het verzoek gegrond te zijn vanaf de datum van verzoek. § 7 Tegen deze beslissing kan beroep worden ingediend bij het College van Burgemeester en Schepenen binnen een termijn van 30 dagen ingaand de dag na deze van de betekening van de beslissing. Het beroep wordt per beveiligde, ondertekende zending betekend. Het College doet uitspraak over het beroepschrift en betekent zijn beslissing aan de indiener binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na deze
02.12.2013
21
van de ontvangst van het beroepschrift. Bij ontstentenis van kennisgeving wordt het beroep geacht te zijn aanvaard . HOOFDSTUK 4 Het bedrag en de berekening van de heffing Artikel 9 §1 De basisheffing op de datum van opname in de gemeentelijke inventaris is voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019 1300,00 euro per belastbare woning en/of gebouw §2 Het bedrag van de volgende heffingen is gelijk aan het resultaat van de volgende formule: § Het bedrag van de basisheffing vermenigvuldigd met x+1, waarbij x gelijk is aan het aantal periodes van 12 maanden dat het gebouw en/of de woning zonder onderbreking opgenomen is in de gemeentelijke inventaris. § X mag niet meer bedragen dan 4 §3 Indien bij het einde van de vrijstelling blijkt dat het gebouw en/of de woning nog steeds opgenomen is in de gemeentelijke inventaris dan is de heffing gelijk aan het resultaat van de formule conform §2. §4 Een woning en/of gebouw kan zowel in het Leegstandsregister ingeschreven staan als op de inventaris ‘verwaarlozing’. In dit geval is de voormelde belasting verschuldigd per afzonderlijke opname. HOOFDSTUK 5 Inkohiering, inning en invordering Artikel 10: §1 De aanslag gebeurt op basis van de gegevens waarover het College van Burgemeester en Schepenen beschikt. §2 De belasting wordt ingevorderd overeenkomstig het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. De belasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier. §3 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. §4 De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Wanneer het bezwaar het herstel beoogt van een materiële vergissing, kan het evenwel geldig worden ingediend zolang de Gouverneur de dienstjaarrekening van het jaar niet heeft goedgekeurd. HOOFDSTUK 6 Vrijstellingen Artikel 11: §1 De aanvraag voor een vrijstelling van de belasting kan worden aangevraagd door middel van het aanvraagformulier volgens het model hier bijgevoegd als bijlage 3 §2 Er wordt een vrijstelling van de belasting verleend voor 1 jaar vanaf de datum van de administratieve akte: - aan houders van het zakelijk recht op een woning en/of gebouw dat opgenomen is in het Leegstandsregister en/of inventaris ‘verwaarlozing’ of de inventaris ‘ongeschiktonbewoonbaar’ op voorwaarde dat de eigenaar het zakelijk recht op de bedoelde woning en/of het gebouw verkreeg, minder dan twee jaar voorafgaand aan de datum van de inventarisatie De periode van vrijstelling wegens het verkrijgen van het zakelijk recht duurt één jaar vanaf de datum waarop de woning en/of het gebouw in de inventaris en/of het Leegstandsregister werd opgenomen, in het geval het verkrijgen van het zakelijk recht dateert van maximaal twee jaar vóór de opname van de woning en/of het gebouw in de inventaris en/of het Leegstandsregister. - ook personen die het zakelijk recht verkrijgen op een woning en/of gebouw dat al opgenomen is in het Leegstandsregister en/of inventaris ‘verwaarlozing’ of de inventaris ‘ongeschikt-onbewoonbaar’ kunnen deze vrijstelling krijgen. De periode van vrijstelling wegens het verkrijgen van het zakelijk recht duurt één jaar vanaf de datum waarop de notariële akte van de overdracht van het zakelijk recht werd ondertekend, in het geval het verkrijgen van het zakelijk recht dateert van na de opname van de woning en/of het gebouw in de inventaris en/of het Leegstandsregister.
02.12.2013
22
Wanneer de overdracht van het eigendomsrecht gebeurt ten voordele van bloed- of aanverwante(n) in de eerste, tweede of derde graad van de persoon die het zakelijk recht overdraagt, wordt de vrijstelling niet toegekend met uitzondering wanneer de overdracht gebeurde bij erfenis of testament. Wanneer de persoon die het zakelijk recht overdraagt, beschikt, rechtstreeks of onrechtstreeks, over meer dan 10% van de aandelen in de vennootschap die het zakelijk recht verkrijgt, dan wordt de vrijstelling eveneens niet toegekend. - deze vrijstelling van 1 jaar is niet cumuleerbaar met de vrijstelling van 3 jaar voor structurele renovatiewerken of bestemmingswijziging met stedenbouwkundige vergunning of renovatieschema §3 Er wordt een vrijstelling van de belasting verleend voor 2 jaar vanaf de datum van de administratieve akte: Voor het bewonen van een enige woning die het voorwerp vormt van inventarisatie als ongeschikt/onbewoonbaar of verwaarloosd. Dit geldt ook voor de woningen die onbewoond zijn doordat de eigenaar-bewoner opgenomen wordt in een instelling, verzorgingstehuis,.. §4 Er wordt een vrijstelling van de belasting verleend voor 3 jaar vanaf de datum van de administratieve akte: - Vanaf de datum van de administratieve akte voor woningen en/of gebouwen die onderworpen worden aan structurele renovatiewerken of bestemmingswijziging en waarvoor een stedenbouwkundige vergunning nodig is. Deze vergunning mag maximaal 2 jaar oud zijn op de inventarisatiedatum of er moet stedenbouwkundige vergunningsaanvraag binnen het jaar na de inventarisatiedatum ingediend worden en volledig en ontvankelijk verklaard zijn. Wanneer de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag niet ingediend werd binnen het jaar na de inventarisatiedatum, geldt de datum van het ontvangst- en volledigheidsbewijs als startdatum voor de vrijstelling. - vanaf de datum van de administratieve akte voor woningen en/of gebouwen die onderworpen worden aan renovatiewerken of bestemmingswijziging waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is. In dit geval moet een renovatieschema goedgekeurd worden door het College van Burgemeester en Schepenen. Op het einde van de periode van vrijstelling wegens renovatiewerken of bestemmingswijziging zal worden nagegaan of de aangegeven renovatiewerken of de bestemmingswijziging zijn uitgevoerd. Indien de aangegeven renovatiewerken of bestemmingswijziging niet zijn uitgevoerd, is de belasting meteen verschuldigd voor het lopende dienstjaar. - Deze vrijstelling van 3 jaar kan maar 1 keer toegekend worden, ofwel op basis van een stedenbouwkundige vergunning ofwel op basis van een goedgekeurd renovatieschema §5 Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 18, § 2, van de Vlaamse Wooncode; Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode. §6 Wanneer de verbouwingswerken niet beëindigd worden en waarvoor de belastingplichtige kan bewijzen dat het niet beëindigen gebeurde buiten zijn wil om, ten gevolge van een gerechtelijk dossier. Het voorleggen van alle stukken van het gerechtelijk dossier en een spontane kennisgeving aan het gemeentebestuur van het verloop van de procedure worden hiervoor geëist. De vrijstelling heeft de duur van de periode vanaf de opening van het gerechtelijk dossier tot twee jaar na de uitspraak in dit gerechtelijk dossier. §7 Voor woningen en/of gebouwen die krachtens het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten zijn beschermd als monument en waarvoor de bevoegde overheid attesteert dat de beschermde woning en/of het gebouw in de bestaande toestand mag bewaard blijven. Dit attest vermeldt voor welke termijn en voor welke lijsten, waarop de gebouwen en/of woningen zijn geïnventariseerd, een vrijstelling wordt verleend;
02.12.2013
23
§ 8 Voor woningen en/of gebouwen die het voorwerp zijn van onteigening of die liggen binnen een gebied waar een onteigeningsplan wordt voorbereid en waarvoor er om die reden geen stedenbouwkundige vergunning meer kan worden afgeleverd. Voor woningen en/gebouwen die voor de realisatie van een goedgekeurde verkaveling of ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) zullen moeten gesloopt worden. §9 Voor woningen en/of gebouwen waarvan het effectief gebruik onmogelijk is omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek. De vrijstelling gaat in op de datum van het begin van de onmogelijkheid tot effectief gebruik tot twee jaar na het einde van de onmogelijkheid. De nodige bewijsstukken van de gerechtelijke procedure moeten hiervoor voorgelegd worden als bewijsstukken en de belastingplichtige moet spontaan het gemeentebestuur op de hoogte houden over het verdere verloop van de procedure. §10 Houders van een zakelijk recht op woningen en/of gebouwen die door een ramp (brand, natuurramp, gasontploffing,…) getroffen zijn krijgen een vrijstelling van twee jaar op voorwaarde dat zij zelf niet (mede)aansprakelijk kunnen worden gesteld voor de ramp. HOOFDSTUK 7 Overgangsmaatregelen Artikel 12: §1. Woningen die werden geïnventariseerd als “ongeschikt-onbewoonbaar” en woningen en/of gebouwen die werden geïnventariseerd als verwaarloosd, en die op 31 december 2013 nog niet zijn geschrapt, blijven opgenomen op de inventarissen met behoud van de oorspronkelijke inventarisatiedatum en met behoud van het basis heffingsbedrag van dat respectievelijke aanslagjaar. §2. Woningen en/of gebouwen die werden geïnventariseerd als “leegstand”, en die op 31 december 2013 nog niet zijn geschrapt, blijven opgenomen in het Leegstandsregister met behoud van de oorspronkelijke inventarisatiedatum, overeenkomstig de bepalingen van artikel 2.2.6. van het Decreet Grond- en Pandenbeleid en het Besluit, houdende nadere regelen betreffende het Leegstandsregister en met behoud van het basis heffingsbedrag van dat respectievelijke aanslagjaar. §3. Woningen die werden geïnventariseerd als leegstaand overeenkomstig de bepalingen van het Besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen, worden overgedragen naar het gemeentelijk Leegstandsregister. Hierbij worden de vrijstellingen die de houder van het zakelijk recht door Wonen Vlaanderen toegekend kreeg overgenomen met uitzondering van de woningen en/of gebouwen die al op de gemeentelijke inventaris opgenomen zijn. Voor de houders van het zakelijk recht van de woningen en/of gebouwen die al op de gemeentelijke inventaris opgenomen werden vervalt de vrijstelling door Wonen Vlaanderen. HOOFDSTUK 8 Slotbepalingen Artikel 13: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------12. Belasting op de voor het publiek toegankelijke ruimtes van commerciële vestigingen in het centrum van Ieper. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond Artikel 170 § 4 van de Grondwet. De artikels 42 en 43 van het Gemeentedecreet zijn van toepassing; Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen. Feiten, Context, Argumentatie Het stedelijk reglement betreffende de belasting op de voor het publiek toegankelijke ruimtes van commerciële vestigingen in het centrum van Ieper van 5 oktober 2009 vervalt op 31 december 2013. Stad Ieper voert een handelsondersteunend beleid en beschikt al jaren over een centrummanagement, met heel wat uiteenlopende taken en projecten in het stadscentrum. Ook het versterken van de stadskern komt hierbij aan bod.
02.12.2013
24
Door de zelfstandigenorganisaties (Horeca Ieper, Unizo, Voka en Werkgroep Ieperse Handelaars) werd de vraag gesteld om een belasting in te voeren voor ondernemers die gevestigd zijn in de winkelstraten van de stadskern. Door het schepencollege werd het principe van een dergelijke belasting goedgekeurd en werd er gevraagd om de haalbaarheid te onderzoeken. Het handelsondersteunend en kernversterkend beleid van de Stad wordt hoofdzakelijk gerealiseerd door investeringen in projecten en acties in de winkelstraten van het centrum van de Stad, waar ook de meeste handelszaken zijn gevestigd. Bijgevolg is het billijk en gepast dat de belasting tot de ondernemers uit die betrokken winkelstraten wordt beperkt. Zij zullen hoofdzakelijk genieten van de voordelen die voortvloeien uit dit handelsversterkend beleid. De afbakening van het winkelcentrum is gebaseerd op onderzoek van studiebureaus WES (1997) en BRO (2000), dat verder werd verfijnd en aangepast aan de huidige feitelijke realiteit. De belasting wordt enkel opgelegd aan de commerciële vestigingen met een voor het publiek toegankelijke ruimte. In de afgebakende zone wordt dan nog verder onderscheid gemaakt tussen het kernwinkelgebied (met de grootste concentratie aan winkels en hiermee gepaard gaande de meeste bezoekers), en de overige winkelstraten om de hoogte van de belasting te bepalen. Omdat de omvang van de publiek toegankelijke ruimtes van commerciële vestigingen in belangrijke mate het commercieel profiel en de uitstraling van de zaak bepaalt, wordt een redelijke verhouding tussen het oppervlaktecriterium en de tariefstelling van de belasting nagestreefd. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad: Artikel 1: Voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019 heft de stad Ieper een jaarlijkse belasting op de voor het publiek toegankelijke commerciële oppervlakte van individuele vestigingen in het winkelgebied van de stad, genoemd promotaks. Artikel 2: De bijdrage is verschuldigd door elke natuurlijke of rechtspersoon die op 1 januari van het aanslagjaar de commerciële vestiging, waarvan de bezoekersingang binnen de vastgestelde gebiedsomschrijving van het centrum gelegen is, uitbaat. Onder commerciële vestiging in de zin van dit reglement dient te worden verstaan: Handelszaken (klein- en groothandel), commerciële dienstverstrekkers (financiële, zakelijke en andere diensten), ambachten en horecazaken. Artikel 3: De belasting is niet verschuldigd: - door starters (minder dan drie jaar actief) tijdens het eerste jaar dat ze zich in het winkelgebied hebben gevestigd); - door alle zelfstandigen die niet over een voor het publiek toegankelijke commerciële oppervlakte beschikken; - door niet-commerciële dienstverstrekkers; - door de uitbaters van commerciële vestigingen die hinder ondervinden naar aanleiding van grote infrastructuurwerken in de stad met een duur van meer dan twee maanden. Het gebied waarbinnen de vrijstelling van toepassing is, zal door het College van burgemeester en schepenen vastgesteld worden na advies van de bevoegde stedelijke diensten. Onder hinder wordt begrepen: sterk verminderde toegankelijkheid ten gevolge van werken. Artikel 4: De belasting is verschuldigd per vestiging. Deze belasting wordt berekend op basis van het aantal vierkante meter commerciële oppervlakte van de vestiging. Een gedeelte van een vierkante meter wordt voor een vierkante meter aanzien. Onder commerciële oppervlakte wordt bedoeld elke ruimte, vanaf de toegangsdeur, die voor het publiek rechtstreeks of visueel toegankelijk (bv. etalageruimtes) is (excl. terrassen, sanitaire ruimten, afgesloten stockageruimte en aparte inkom- en traphallen). Voor hotels wordt de ruimte die voor alle gasten vrij toegankelijk is, zijnde het tavernegedeelte en de receptie, voor de toepassing van dit reglement als commerciële ruimte beschouwd. Kamers en vergader- of seminariefaciliteiten vallen hier niet onder. Artikel 5: Wat de locatie betreft van de zone waar de promotaks wordt geïnd, wordt Ieper opgedeeld in twee zones die voor de vaststelling van de hoogte van de belasting bepalend zijn: - Zone 1: het kernwinkelgebied - Zone 2: de overige commerciële winkelstraten uit het centrum Het tarief bedraagt: Commerciële opp. Zone 1 Zone 2
02.12.2013
Artikel 6:
Artikel 7:
Artikel 8:
Artikel 9:
Artikel 10:
Artikel 11: Artikel 12: Artikel 13:
Artikel 14:
25
0 – 99 m² € 175,00 € 150,00 100 – 249 m² € 250,00 € 175,00 + 250 m² € 300,00 € 225,00 De gebiedsomschrijving wordt vastgesteld als volgt: Zone 1: het kernwinkelgebied: Boterstraat Diksmuidestraat (nrs. 1 – 87 en 2 – 78) Grote Markt Menenstraat Neermarkt Rijselstraat (nrs. 1 – 49 en 2 – 62) Tempelstraat Zone 2: de overige commerciële winkelstraten uit het stadscentrum Alphonse Vandenpeereboomplein Boomgaardstraat Stationsstraat De belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het hele jaar. De stopzetting of vermindering van de activiteit in de loop van het aanslagjaar, evenals de vermindering van de oppervlakte tijdens dezelfde periode, geven geen aanleiding tot enige belastingvermindering. De bij artikel 2 van dit reglement vernoemde belastingplichtigen ontvangen vanwege het stadsbestuur een aangifteformulier dat door hen, behoorlijk ingevuld en ondertekend, binnen de vijftien dagen moet worden teruggestuurd. Hierbij geldt de postdatum als bewijs. Bij gebrek aan aangifte of in geval van laattijdige, onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte na het verstrijken van de in artikel 8 gestelde termijn, vanwege de belastingplichtige, wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 dagen volgend op de datum van verzending en van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De overeenkomstig artikel 9 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag, gelijk aan een vierde van de verschuldigde belasting, indien de belastingplichtige een eerste maal verzuimt aan de aangifteplicht, met de helft, indien de belastingplichtige voor een tweede of volgende keer verzuimt aan de aangifteplicht. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de toezending van het aanslagbiljet. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------13. Opcentiemen op de onroerende voorheffing 2014. OVERWEGEND GEDEELTE:
02.12.2013
26
Juridische grond De artikels 42 en 43 van het Gemeentedecreet zijn van toepassing; De Gemeentewet, meer bepaald het artikel 260; Het Wetboek van de inkomstenbelasting, meer bepaald het artikel 464; Feiten, Context, Argumentatie Het stedelijk reglement betreffende de opcentiemen op de onroerende voorheffing van 3 december 2012 vervalt op 31 december 2013. Gelet op de noodzaak om, teneinde het evenwicht van het stadsbudget 2013 te waarborgen, stelt het College van Burgemeester en Schepenen voor om de opcentiemen op de onroerende voorheffing voor 2013 vast te leggen op 1500. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad: Artikel 1: Voor het aanslagjaar 2014 worden er ten bate van de stad Ieper 1500 opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing. Artikel 2: De gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing worden ingevorderd overeenkomstig de regels bepaald voor de heffing van de belasting waar zij bijkomen. (art. 260 van de gemeentewet). Artikel 3: Eensluidend verklaard afschrift van dit besluit zal in drievoud aan de Provinciegouverneur worden gezonden overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------14. Aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting 2014. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische grond De artikels 42 en 43 van het Gemeentedecreet zijn van toepassing; Het Wetboek van de inkomstenbelastingen, meer bepaald de artikelen 465 tot 470bis; Feiten, Context, Argumentatie Het stedelijk reglement betreffende de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting van 3 december 2012 vervalt op 31 december 2013. Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de heffing van alle rendabele belastingen vergt, stelt het College van Burgemeester en Schepenen voor om de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting 2014 vast te stellen op 8 procent. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad: Artikel 1: Er wordt voor het aanslagjaar 2014 een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar. Artikel 2: De belasting wordt vastgesteld op 8 % van het volgens artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende gedeelte van de personenbelasting die aan het rijk verschuldigd is voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar, dus in 2013. Artikel 3 : De vestiging en inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, overeenkomstig de bepalingen vervat in de artikelen 466 e.v. van het Wetboek van de inkomstenbelastingen. Artikel 4 : Deze verordening wordt naar de toezichthoudende overheid gezonden.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------15. Belasting op de aanvragen tot of melding van het exploiteren of veranderen van hinderlijke inrichtingen.
02.12.2013
27
OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond Artikel 170 § 4 van de Grondwet; De artikels 42 en 43 van het Gemeentedecreet zijn van toepassing; Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen; Feiten, Context, Argumentatie Het stedelijk reglement betreffende de belasting op de aanvragen tot of melding van het exploiteren of veranderen van hinderlijke inrichtingen van 1 december 2008 vervalt op 31 december 2013. Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente. Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad Artikel 1 : Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019 een gemeentebelasting gevestigd op de aanvragen tot of de melding van het exploiteren van een ingedeelde inrichting, waarvan de lijst en de indeling het voorwerp uitmaken van bijlage 1 bij het Besluit van de Vlaamse Executieve houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem), zo deze melding of aanvraag aanleiding geeft tot het toekennen van een nieuw vastgoednummer. Wanneer door verandering de inrichting in een hogere klasse terechtkomt, is eveneens een gemeentebelasting verschuldigd gelijk aan het verschil tussen de belasting voor de hogere klasse (zoals bepaald in artikel 3) en de reeds geïnde of verschuldigde belasting. Artikel 2 : De belasting is verschuldigd door de exploitant van de inrichting die gehouden is tot het indienen van de aanvraag tot of het melden van het exploiteren of veranderen van bedoelde inrichtingen. Artikel 3 : De belasting wordt vastgesteld: Voor de inrichtingen door het Vlarem gerangschikt in de eerste klasse en 500,00 euro onderworpen aan een milieueffectenrapport en/of veiligheidsrapport + verandering door uitbreiding/toevoeging/wijziging aan een inrichting Voor de inrichtingen door het Vlarem gerangschikt in de eerste klasse + verandering door uitbreiding/toevoeging/wijziging aan een inrichting
400,00 euro
Voor de inrichtingen door het Vlarem gerangschikt in de tweede klasse + verandering door uitbreiding/toevoeging/wijziging aan een inrichting
150,00 euro
Voor de inrichtingen door het Vlarem gerangschikt in de derde klasse 50,00 euro Artikel 4 : Zijn van de belasting vrijgesteld: Inrichtingen bedoeld in artikel 1,8° van het Vlarem (tijdelijke inrichtingen) Alle activiteiten en inrichtingen van klasse 3 in hoofdzaak aan de woongelegenheid gekoppeld : gastank, lozen huishoudelijk afvalwater, waterzuiveringsinstallatie en particulier houden van dieren Artikel 5 : De belasting moet contant worden betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van contante betaling, wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting. Artikel 6 : De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning of ingeval van inkohiering binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Artikel 7 : Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
02.12.2013
28
16. Belasting op de afgifte van administratieve stukken. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond Artikel 170 § 4 van de Grondwet. De artikels 42 en 43 van het Gemeentedecreet zijn van toepassing. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen. Het koninklijk besluit van 5 september 2001 betreffende de vrijstelling van consulaire rechten op de afgifte van paspoorten aan minderjarigen. Het ministerieel besluit van 3 maart 2009 houdende beslissing om het elektronisch identiteitsdocument voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar veralgemeend in te voeren. De Europese richtlijn 2006/126/EG legt de lidstaten de invoering van een rijbewijs bankkaartmodel op tegen 19 januari 2013. Feiten, Context, Argumentatie Voor tal van administratieve aangelegenheden komt de burger bij de stad terecht. Daarbij gaat het om een diverse dienstverlening waarbij naargelang de soort aanvraag documenten, administratieve stukken of afschriften afgeleverd worden. Het is opportuun hiervoor, net als in het verleden, toch een minimale vergoeding te vragen. Het stedelijk reglement betreffende de belasting op de afgifte van administratieve stukken van 8 november 2010 vervalt op 31 december 2013. Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente. Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad Artikel 1 : Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019 een gemeentebelasting gevestigd op de afgifte van administratieve stukken. Artikel 2 : De belasting is verschuldigd door de persoon aan wie het stuk door het gemeentebestuur op aanvraag of ambtshalve wordt uitgereikt. Artikel 3 : De belasting wordt vastgesteld als volgt: a) Op de afgifte van een elektronische identiteitskaart aan personen vanaf 12 jaar : normale procedure : 2,50 euro dringende procedure : 3,00 euro zeer dringende procedure : 3,00 euro b) Op de afgifte van elektronische identiteitsdocumenten aan personen met de Belgische nationaliteit van minder dan 12 jaar : normale procedure : gratis dringende procedure : 3,00 euro zeer dringende procedure : 3,00 euro c) Op de afgifte van verblijfsdocumenten aan vreemdelingen : - voor het immatriculatie-attest 2,00 euro d) Op de afgifte van identiteitsstukken voor kinderen beneden de 12 jaar : - eerste inschrijving in bevolkingsregister of wachtregister gratis - in geval van vernieuwing na verlies of beschadiging - plastiekzakje inbegrepen 0,50 euro - indien een plastiekzakje kan voorgelegd worden 0,40 euro e) Op de afgifte van identiteitsbewijzen met foto voor kinderen onder de 12 jaar van vreemde nationaliteit : 0,50 euro f) Op de afgifte van een rijbewijs (bankkaartmodel) normale procedure 2,50 euro dringende procedure 3,00 euro g) Op de afgifte van een trouwboekje : 12,50 euro h) Op de afgifte van paspoorten (reispassen) : - voor de afgifte van een nieuw paspoort 7,50 euro - voor minderjarigen is het paspoort gratis i) In voorkomend geval dienen de particulieren en privé-inrichtingen die om een administratief stuk verzoeken, alle verzendingskosten ervan te betalen, ook als de afgifte kosteloos is.
02.12.2013
29
j) Op de afgifte van een bestek voor overheidsopdrachten die niet gegund worden ingevolge een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking: - voor het bestek, indien de werken volgens de raming minimum 25.000 euro (excl. btw) bedragen 25,00 euro De tarieven op afgifte van plankopieën en de verzendingskosten zijn ook van toepassing. k) Op de afgifte van een conformiteitattest voor het verhuren van een zelfstandige woning of kamer : - per zelfstandige woning 50,00 euro - per kamer 50,00 euro met een maximum van 1.250,00 euro l) Op de afgifte van allerhande kopieën : - Kopieën voor de gemeenteraadsleden en de leden van de kerkfabrieken zijn kosteloos, voor zover zij rechtstreeks betrekking hebben op de uitoefening van hun mandaat - Kopieën voor private personen en andere instellingen of diensten van openbaar nut: kopie A4 of A3-formaat: 0,10 euro - Kopieën in de stedelijke bibliotheek en de stedelijke academie voor muziek en woord: Op deze locaties wordt ten behoeve van het publiek gebruik gemaakt van chipkaarten die ter plaatse kunnen opgeladen worden met 50 of 100 eenheden (= kopieën of afdrukken) of een veelvoud van 50 of 100 eenheden. - per kopie / afdruk van een A4 of A3-formaat : 0,10 euro Om het gebruik van de chipkaarten aan te moedigen, wordt de chipkaart kosteloos aangeboden en wordt ze telkens opgeladen met 10 % extra eenheden. Bij verlies van de chipkaart zal 5,00 euro (= de reële kostprijs) aangerekend worden. - plankopieën: Voor de gemeenteraadsleden en de leden van de kerkfabrieken zijn plankopieën kosteloos, voor zover zij rechtstreeks betrekking hebben op de uitoefening van hun mandaat - voor private personen en andere instellingen of diensten, vreemd aan de eigenlijke stadsdiensten: 3,00 euro per lopende meter zonder opzoekingswerk. 3,75 euro per lopende meter met opzoekingswerk. Artikel 4: Zijn vrijgesteld van de belasting: a) de stukken die krachtens een wet, een decreet, een koninklijk besluit of een andere overheidsverordening kosteloos door het gemeentebestuur dienen te worden afgegeven; b) de stukken die aan behoeftige personen worden afgegeven; de behoeftigheid wordt vastgesteld door elk overtuigend bewijsstuk; c) de machtigingen met betrekking tot godsdienstige of politieke demonstraties; d) de stukken die als dusdanig reeds het voorwerp zijn van de heffing van een belasting of retributie ten behoeve van de gemeente krachtens een wet, decreet of verordening; e) geldigheidsverklaring van aanvraagformulieren voor vermindering op biljetten van de N.M.B.S. en de openbare maatschappijen voor geregeld vervoer; f) alle stukken die vereist zijn voor eenieder die verklaart dat voormelde stukken dienen te worden voorgelegd om een tewerkstelling te bekomen, te kunnen solliciteren of aan examens of proeven deel te nemen met het oog op een eventuele aanwerving; g) de stukken afgegeven aan de gerechtelijke overheden, de openbare besturen en de daarmee gelijkgestelde instellingen alsook de instellingen van openbaar nut. Artikel 5: Bij de aanvraag zal een bedrag gelijk aan de belasting, vermeerderd met de eventuele verzendingskosten in consignatie worden gegeven bij de gemeenteontvanger of bij zijn afgevaardigde, indien het stuk niet onmiddellijk bij de aanvraag kan afgegeven worden. Artikel 6: De belasting en de eventuele verzendingskosten moeten bij de afgifte van het stuk contant worden betaald, tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van contante betaling, wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting. Artikel 7 : De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning of ingeval van inkohiering binnen een termijn van
02.12.2013
30
drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Artikel 8 : Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------17. Belasting op de aanvragen om stedenbouwkundige inlichtingen. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond Artikel 170 § 4 van de Grondwet. De artikels 42 en 43 van het Gemeentedecreet zijn van toepassing. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen. Vlaamse Codex ruimtelijke ordening van 15 mei 2009 en wijzigingen. Feiten, Context, Argumentatie In het kader van transacties met onroerende eigendommen komt men bij de stad terecht om stedenbouwkundige inlichtingen te vragen. Daarbij gaat het om een specifieke dienstverlening waarbij administratieve stukken afgeleverd worden. Het is opportuun hiervoor, net als in het verleden, toch een minimale vergoeding te vragen. Het stedelijk reglement betreffende de belasting op de aanvragen om stedenbouwkundige inlichtingen van 1 december 2008 vervalt op 31 december 2013. Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente. Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de besluit de gemeenteraad Artikel 1 : Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019 een gemeentebelasting gevestigd op de aanvragen om stedenbouwkundige inlichtingen. Artikel 2 : De belasting is verschuldigd door de persoon die de aanvraag doet. Artikel 3 : De belasting wordt vastgesteld als volgt: - op de afgifte van afschriften en antwoorden op schriftelijke vragen om stedenbouwkundige inlichtingen: aanslagjaar 2014 en 2015 26,00 euro aanslagjaar 2016 en 2017 28,00 euro aanslagjaar 2018 en 2019 30,00 euro Artikel 4 : Bij de aanvraag zal een bedrag gelijk aan de belasting, vermeerderd met de eventuele verzendingskosten in consignatie worden gegeven bij de gemeenteontvanger of bij zijn afgevaardigde, indien het stuk niet onmiddellijk bij de aanvraag kan afgegeven worden. Artikel 5 : De belasting en de eventuele verzendingskosten moeten bij de afgifte van het stuk contant worden betaald, tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van contante betaling, wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting. Artikel 6 : De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning of ingeval van inkohiering binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Artikel 7 : Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- -----------
02.12.2013
31
18. Belasting op het weghalen en verwijderen van afvalstoffen gestort of achtergelaten op daartoe niet voorziene plaatsen. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond Artikel 170 $ 4 van de Grondwet. De artikels 42 en 43 van het Gemeentedecreet zijn van toepassing. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen. Het afvaltariefreglement voor prestaties geleverd door de afvalconcessiehouder van 19 december 2005. De algemene politieverordening van 6 december 2010, in het bijzonder titel 2, afdeling 2.4 inzake sluikstorten en openbare netheid. Feiten, Context, Argumentatie Het stedelijk reglement betreffende de belasting op het weghalen en verwijderen van afvalstoffen gestort of achtergelaten op daartoe niet voorziene plaatsen van 1 december 2008 vervalt op 31 december 2013. Gezien de talrijke tussenkomsten door de Stad teneinde illegaal gestorte vuilnis op te ruimen en de daardoor veroorzaakte kosten. Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente. Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad Artikel 1 : Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019 een gemeentebelasting gevestigd op het weghalen en verwijderen van afvalstoffen, gestort of achtergelaten op daartoe niet voorziene plaatsen. Artikel 2 : De belasting is hoofdelijk verschuldigd door de persoon die de afvalstoffen achtergelaten heeft. Desgevallend zijn diegene die daartoe opdracht of toelating gaf en/of de eigenaar van de afvalstoffen hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting. Artikel 3 : De belasting wordt vastgesteld als volgt : - klein afval zoals flessen, blikken, hondenpoep, winkelzakjes,… 75,00 euro - middelgroot afval zoals klein huisraad, kartonnen dozen, vuilniszakken,… 150,00 euro - groot afval zoals groot huisraad, bruin - en witgoed, matrassen,… 250,00 euro Artikel 4 : Daarenboven wordt voor de verwerking van het gestorte afval de geldende tarieven van het afvaltariefreglement van 19 december 2005 aangerekend. Artikel 5 : De belasting wordt contant ingevorderd tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van contante betaling, wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting. Artikel 6 : De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning of ingeval van inkohiering binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Artikel 7 : Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------19. Belasting op de ontgravingen. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond Artikel 170 § 4 van de Grondwet. De artikels 42 en 43 van het Gemeentedecreet zijn van toepassing.
02.12.2013
32
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen. Feiten, Context, Argumentatie Het komt af en toe voor dat er gevraagd wordt om over te gaan tot een ontgraving van een lijkkist of de opening van een nis in het columbarium. . Daarbij gaat het om een specifieke dienstverlening waarvoor personeel wordt ingezet. Het is opportuun hiervoor, net als in het verleden, toch een redelijke vergoeding te vragen. Het stedelijk reglement betreffende de belasting op de ontgravingen van 1 december 2008 vervalt op 31 december 2013. Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente. Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad Artikel 1: Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019 een indirecte gemeentebelasting gevestigd op de ontgravingen van stoffelijke overblijfselen. Artikel 2: De belasting is verschuldigd door diegene die de machtiging tot ontgraven vraagt. Artikel 3: De belasting wordt vastgesteld als volgt: - ontgraven van een lijkkist 650,00 euro - openen van een columbariumnis 150,00 euro - ontgraven / verplaatsen van een urne 150,00 euro Artikel 4: Geven geen aanleiding tot de toepassing van de belasting op de ontgravingen : - verricht in uitvoering van rechterlijke beslissingen; - deze ambtshalve door de gemeente verricht; - voor het vaderland gestorven militairen of burgers. Artikel 5: De belasting moet contant worden betaald op het ogenblik van de aanvraag tot ontgraving tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van contante betaling, wordt de belasting ingekohierd wordt een kohierbelasting. Artikel 6 : De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning of ingeval van inkohiering binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Artikel 7 : Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------20. Belasting op de reclame- en publiciteitspanelen zichtbaar van op de openbare weg. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond Artikel 170 § 4 van de Grondwet. De artikels 42 en 43 van het Gemeentedecreet zijn van toepassing. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen. Feiten, Context, Argumentatie Op tal van plaatsen worden er reclame- en publiciteitspanelen aangebracht. Deze zijn in zekere mate een vorm van visuele vervuiling. De Stad Ieper is begaan met zijn historisch uitzicht en wenst met deze belasting de wildgroei tegengaan. Om hier enige orde in te houden en te vermijden dat er toch wildgroei ontstaat, dient dit opgevolgd te worden. In die zin is het opportuun daar ook via een belasting enige vergoeding tegenover te plaatsen. Het stedelijk reglement betreffende de belasting op de reclame- en publiciteitspanelen zichtbaar van op de openbare weg van 1 december 2008 vervalt op 31 december 2013. Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente. Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen.
02.12.2013
33
BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad Artikel 1: Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de panelen, geplaatst op het grondgebied van de gemeente, langs de openbare weg of op een plaats in de open lucht, zichtbaar vanaf de openbare weg en bestemd voor het voeren van reclame of publiciteit. Onder panelen voor reclame of publiciteit wordt verstaan: Iedere constructie, ongeacht uit welk materiaal deze vervaardigd is, opgericht voor het aanbrengen van reclame of publiciteit, hetzij door beplakking of vasthechting op een andere wijze, hetzij door beschildering, met een minimum oppervlakte van één (1) m². Worden gelijkgesteld met genoemde borden: de muren of gedeelten van muren, afsluitingen, die in huur of in gebruik worden genomen met het oog op het aanbrengen van reclame of publiciteit. Voor de muren of gedeelten van muren waarop reclame wordt aangebracht, moet de bedekte totale oppervlakte worden beschouwd als één paneel, ook indien er verschillende reclames op voorkomen. Artikel 2: De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de constructie op 1 januari van het belastingjaar, indien deze niet gekend is, is de belasting verschuldigd door de eigenaar van de grond waarop het paneel is geplaatst, of door de eigenaar van de muur of de afsluiting waarop de reclame is aangebracht. Artikel 3: Het jaarlijkse bedrag van de belasting wordt bepaald per paneel en vastgesteld op: aanslagjaar 2014 en 2015 60,00 euro/m² aanslagjaar 2016 en 2017 63,00 euro/m² aanslagjaar 2018 en 2019 66,00 euro/m² Voor een paneel wordt als belastbare oppervlakte de nuttige oppervlakte in aanmerking genomen, zijnde de oppervlakte die voor aanplakking kan worden gebruikt, met uitzondering van de omlijsting. Voor muren en afsluitingen beperkt de belastbare oppervlakte zich tot het beschilderde of beplakte deel ervan, of tot de oppervlakte die bekomen wordt door een rechthoek, gevormd door de uiterste punten. Voor constructies waarvan twee of meerdere zijden zichtbaar zijn, dient de oppervlakte van deze zijden samengeteld. Artikel 4: De belasting is ondeelbaar verschuldigd voor geheel het jaar, ongeacht het tijdstip in de loop van het begrotingsjaar waarop het betrokken paneel wordt geplaatst, met uitzondering van hetgeen is bepaald in artikel 5. Artikel 5: De belasting is niet verschuldigd voor: a) de panelen die worden geplaatst voor een periode korter dan 2 weken; b) de panelen die uitsluitend voorbehouden zijn voor een openbare dienst of voor een werk of organisme zonder winstoogmerk van menslievende, artistieke, letterkundige, wetenschappelijke aard of van openbaar nut; c) de panelen bestemd voor het aanbrengen van aanplakkingen die onderworpen zijn aan de gemeentelijke aanplakkingsrechten; d) de panelen, alhoewel zichtbaar van op de openbare weg, geplaatst op sportterreinen en gericht naar de plaats van de sportbeoefening; e) de panelen of uithangborden die uitsluitend gebruikt worden op een bepaalde plaats om aan het publiek de handel of de nijverheid te doen kennen die daar uitgebaat wordt, de merken van de producten die daar verkocht of vervaardigd worden, het beroep dat er uitgeoefend wordt en in het algemeen, de activiteiten die er plaatshebben, op voorwaarde dat het paneel of uithangbord geplaatst wordt op minder dan 100 meter van de vestiging; f) de panelen die enkel en alleen worden gebruikt ter gelegenheid van wettelijk voorziene verkiezingen. Artikel 6: De in artikel 5e bedoelde panelen of uithangborden die geplaatst zijn aan de openbare weg dienen ten minste 1,20 meter van de volle breedte van het voetpad vrij te houden. Artikel 7: De belastingplichtige ontvangt vanwege het stadsbestuur een aangifteformulier die hij verplicht dient terug te sturen binnen de vijftien dagen. De overtredingen op de aangifteverplichting worden vastgesteld door speciaal daartoe beëdigde en aangewezen ambtenaren.
02.12.2013 Artikel 8:
Artikel 9:
Artikel 10:
Artikel 11: Artikel 12: Artikel 13:
Artikel 14:
34
Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De overeenkomstig artikel 8 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag¸ gelijk aan een vierde van de verschuldigde belasting, indien de belastingplichtige een eerste maal verzuimt aan de aangifteplicht, met de helft, indien de belastingplichtige voor een tweede of volgende keer verzuimt aan de aangifteplicht. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. De belasting wordt ingekohierd op naam van de natuurlijke- of rechtspersoon die de beschikking heeft over het aanplakpaneel. In geval de belasting dient ingevorderd te worden ten overstaan van de eigenaar van de grond waarop het paneel is geplaatst of van de eigenaar van de muur of de afsluiting waarop de reclame is aangebracht, kan dit gebeuren krachtens hetzelfde kohier, mits aflevering van een nieuw aanslagbiljet op naam van de persoon die verantwoordelijk kan worden gesteld voor de betaling van de belasting. De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de toezending van het aanslagbiljet. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------21. Plaatsrechten ter gelegenheid van markten en openbare verkopingen. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond Artikel 170 § 4 van de Grondwet. De artikels 42 en 43 van het Gemeentedecreet zijn van toepassing. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen. Feiten, Context, Argumentatie Wekelijks wordt er een zaterdagmarkt georganiseerd in de stad. Daarnaast zijn er regelmatig vragen voor occasionele markten en af en toe vragen voor openbare verkopen. Deze maken allemaal hoofdzakelijk gebruik van het openbaar domein en de organisatie hiervan brengt extra lasten met zich mee. Het stedelijk reglement betreffende de plaatsrechten ter gelegenheid van markten en openbare verkopingen van 1 december 2008 vervalt op 31 december 2013. Gelet op de financiële toestand van de gemeente. Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad Artikel 1: Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019 een gemeentebelasting gevestigd op het gebruik van het openbaar domein ter gelegenheid van markten en van openbare verkopingen, tenzij deze ingebruikname het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst.
02.12.2013
35
Artikel 2: Artikel 3:
De belasting is verschuldigd door de gebruiker van het openbaar domein. De belasting wordt als volgt vastgesteld: a) Wekelijkse markt: §1 voor marktkramers met een vaste standplaats: 1,00 euro per vierkante meter ingenomen oppervlakte met een minimum verschuldigde belasting van 10 euro per marktdag. §2 voor occasionele marktkramers: 1,50 euro per vierkante meter ingenomen oppervlakte met een minimum verschuldigde belasting van 10 euro per marktdag. Elk gedeelte van een vierkante meter wordt als een volle vierkante meter beschouwd. De vierkante meters die ingenomen worden door het voertuig van de marktkramer behoren ook tot de belastbare oppervlakte. b) Openbare verkopingen: Het bij rechtsmacht verkopen van rijtuigen, wagens, mobilaire voorwerpen, enz… dient op voorhand aangevraagd te worden maar is vrijgesteld van het betalen van de gemeentebelasting. c) Occasionele markten: 1,50 euro per vierkante meter ingenomen oppervlakte met een minimum verschuldigde belasting van 10 euro per marktdag; elk gedeelte van een vierkante meter wordt als een volle vierkante meter beschouwd. Artikel 4: De bedragen in artikel 3 worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan de index voor de consumptieprijzen met als basisindex 122,56 (oktober 2013). Het te betalen bedrag wordt naar boven afgerond op de halve euro. Artikel 5: De personen die wekelijks een vaste standplaats hebben op de markt zijn verplicht met het college van burgemeester en schepenen een overeenkomst af te sluiten. Deze overeenkomst geldt voor één trimester, één semester of één jaar en kan opgeheven worden indien het bestuur het nodig acht. De vergunninghouder zal evenwel geen enkele schadevergoeding kunnen vorderen gezien de vergunningen steeds ten titel van gedoogzaamheid worden verleend. Artikel 6: De onder artikel 5 vermelde personen genieten een belastingvermindering van respectievelijk 5 %, 7,5 % en 10 % naargelang de overeenkomst voor één trimester, één semester of één jaar gesloten wordt. De belasting is eisbaar onmiddellijk na het afsluiten van de overeenkomst of vanaf het ogenblik dat de handeling die daartoe aanleiding geeft, gesteld wordt. De belasting dient binnen dertig dagen na de overeenkomst in de stadskas gestort, tegen afgifte van een kwitantie. Bij gebrek aan betaling binnen deze termijn wordt de overeenkomst verbroken, wordt de belasting van ambtswege ingekohierd en is onmiddellijk eisbaar. Artikel 7: De opmetingen en vaststellingen van de belastbare oppervlakte(n) worden verricht door de marktleider. Buiten de vergunde oppervlakte mag de openbare weg door geen enkel voorwerp worden ingenomen of bezet. Artikel 8: Het bezetten van een toegestane plaats op de openbare weg heeft het karakter van gedoogzaamheid. De gemeente zal geen enkele aansprakelijkheid dragen nopens het privaat gebruik van de gedeelten van de openbare weg en de erop geplaatste voorwerpen. De vergunninghouder draagt alle aansprakelijkheid. Artikel 9: De belastingplichtige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend, en worden gemotiveerd. De indiening kan gebeuren door verzending of door overhandiging. Deze indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van zes maanden vanaf de datum van inning van de belasting. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen acht dagen na indiening ervan. Artikel 10: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------22. Heffing van een plaatsrecht op de standplaatsen op de Ieperse foren.
02.12.2013
36
OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond Artikel 170 § 4 van de Grondwet. De artikels 42 en 43 van het Gemeentedecreet zijn van toepassing. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen. Feiten, Context, Argumentatie Jaarlijks worden er enkele foren georganiseerd in de stad. Deze maken allemaal hoofdzakelijk gebruik van het openbaar domein. Hoewel deze zeker een meerwaarde betekenen voor de stad, brengt de organisatie hiervan een aantal lasten met zich mee. Het stedelijk reglement betreffende de plaatsrechten op standplaatsen op de Ieperse foren van 1 december 2008 vervalt op 31 december 2013. Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente. Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad Artikel 1: Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019 een gemeentelijk plaatsrecht gevestigd op het plaatsen van kermiskramen, conform het plaatsingsreglement betreffende de standplaatsen op de Ieperse foren en de algemene politieverordening betreffende het privaat gebruik van de openbare weg art. 3.3.1. tot en met art. 3.3.10., tenzij deze ingebruikname van het openbaar domein het voorwerp uitmaakt van een contract. Artikel 2: Het plaatsrecht is verschuldigd door de exploitant, aanvrager van de installatie. Artikel 3: Het plaatsrecht wordt vastgesteld: a) voor de Kattenfoor: 36 euro per lopende meter b) voor de Thuyndagfoor: 28 euro per lopende meter c) voor deelgemeenten en wijken dient er geen plaatsrecht betaald te worden. Elk gedeelte van een lopende meter wordt beschouwd als een gehele lopende meter Artikel 4: De bedragen in artikel 3 worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan de index voor de consumptieprijzen met als basisindex 122,56 (oktober 2013). Het te betalen bedrag wordt naar boven afgerond op de halve euro. Artikel 5: Het bedrag van het plaatsingsrecht wordt betaald ten laatste 10 dagen na ontvangst van de schriftelijke bevestiging van de toegewezen standplaats. De toewijzing van de standplaats wordt slechts definitief na de betaling van het plaatsingsrecht en na het ontvangst van de door beide partijen ondertekende overeenkomst van de desbetreffende foor. Bij gebreke van contante betaling, wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting. Artikel 6: De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning of ingeval van inkohiering binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Artikel 7 : Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------23. Plaatsrechten op het plaatsen van terrassen, tafels, stoelen en zonneschermen (parasols) op het openbaar domein. OVERWEGEND GEDEELTE: Artikel 170 § 4 van de Grondwet. De artikels 42 en 43 van het Gemeentedecreet zijn van toepassing.
02.12.2013
37
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen. Stedelijk reglement met de voorwaarden voor het plaatsen van terrassen op het openbaar domein van 2 september 2013. Feiten, Context, Argumentatie Jaarlijks vragen de Horeca-uitbaters om bij hun zaak terrassen te mogen plaatsen. Deze maken allemaal hoofdzakelijk gebruik van het openbaar domein. Hoewel deze zeker een meerwaarde betekenen voor de stad, brengt de organisatie hiervan een aantal lasten met zich mee. Daarbij is er nog onderscheid te maken naargelang de ligging van de zaak en is het wenselijk een zinvolle opdeling te maken in drie zones: Zone 1: gelegen op de Grote Markt, Zone 2: gelegen op de Kiekenmarkt; Vismarkt; Boomgaardstraat; Neermarkt; Boterstraat; Rijselstraat tot aan de Merghelynckstraat; Vandenpeereboomplein; Korte Torhoutstraat en Menenstraat Zone 3: gelegen in de overige straten van de stad en de deelgemeenten Het is logisch dat er naargelang de locatie een aangepaste regeling toegepast wordt. Het stedelijk reglement betreffende de plaatsrechten op het plaatsen van terrassen, tafels, stoelen en zonneschermen (parasols) op het openbaar domein van 1 december 2008 vervalt op 31 december 2013. Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente. Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad Artikel 1: Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019 een indirecte gemeentebelasting gevestigd op het plaatsen van terrassen, tafels en stoelen op het openbaar domein, tenzij deze ingebruikname van het openbaar domein aanleiding geeft tot de toepassing van een andere gemeenteverordening inzake belasting of retributie of toegestaan is krachtens een contract. Artikel 2: De belasting is verschuldigd door de natuurlijke- of rechtspersoon die het openbaar domein in gebruik neemt. Artikel 3: De belasting wordt vastgesteld als volgt: Voor het plaatsen van een open of gesloten terras, tafels, stoelen, banken en/of zonneschermen, ongeacht of deze ingebruikname geschiedt op het voetpad of de ter beschikking gestelde parkeerplaatsen: Zone1: gelegen op de Grote Markt jaarlijks: aanslagjaar 2014 en 2015: 37,50 euro/m² ingenomen oppervlakte aanslagjaar 2016 en 2017: 40,00 euro/m² ingenomen oppervlakte aanslagjaar 2018 en 2019: 42,50 euro/m² ingenomen oppervlakte voor de extra uitbreidingen tijdens de weekends van juni tot september jaarlijks: 300 euro Zone 2: gelegen op de Kiekenmarkt; Vismarkt; Boomgaardstraat; Neermarkt; Boterstraat; Rijselstraat tot aan de Merghelynckstraat; Vandenpeereboomplein; Korte Torhoutstraat en Menenstraat jaarlijks: aanslagjaar 2014 en 2015: 18,00 euro/m² ingenomen oppervlakte aanslagjaar 2016 en 2017: 20,00 euro/m² ingenomen oppervlakte aanslagjaar 2018 en 2019: 22,00 euro/m² ingenomen oppervlakte Zone 3: gelegen in de overige straten van de stad en de deelgemeenten jaarlijks: aanslagjaar 2014 en 2015: 6,00 euro/m² ingenomen oppervlakte aanslagjaar 2016 en 2017: 8,00 euro/m² ingenomen oppervlakte aanslagjaar 2018 en 2019: 10,00 euro/m² ingenomen oppervlakte Deze belasting is niet van toepassing op het gebruik van de openbare weg, voetpad of parkeerplaats ter gelegenheid van toevallige en/of voorbijgaande gebeurtenissen, zoals kermissen of feestelijkheden. Artikel 4: Het tarief wordt toegepast per seizoen, ongeacht de duur van het werkelijk gebruik van de openbare weg. Onder seizoen wordt verstaan de periode zoals omschreven in het reglement met betrekking tot de voorwaarden voor het plaatsen van terrassen op het openbaar domein. Artikel 5: De vergunningen tot het gebruik hebben het karakter van gedoogzaamheden. De gemeente zal geen enkele aansprakelijkheid dragen nopens het privaat gebruik van de gedeelten van de openbare weg en de erop geplaatste voorwerpen.
02.12.2013
38
De vergunninghouder draagt alle aansprakelijkheid. De vergunningen kunnen ten allen tijde ingetrokken worden. De vergunninghouder zal evenwel om geen enkele reden schadevergoeding kunnen vorderen gezien de vergunningen steeds ten titel van gedoogzaamheid worden verleend. Artikel 6: De belastingplichtige ontvangt vanwege het stadsbestuur een aangifteformulier die hij verplicht dient terug te sturen binnen de vijftien dagen. De overtredingen op de aangifteverplichting worden vastgesteld door speciaal daartoe beëdigde en aangewezen ambtenaren. Artikel 7: Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Artikel 8: De overeenkomstig artikel 7 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag, gelijk aan een vierde van de verschuldigde belasting, indien de belastingplichtige een eerste maal verzuimt aan de aangifteplicht, met de helft, indien de belastingplichtige voor een tweede of volgende keer verzuimt aan de aangifteplicht. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. Artikel 9: De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 10: De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de toezending van het aanslagbiljet. Artikel 11: De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Artikel 12: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------24. Belasting op de brandstofdistributieapparaten. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond Artikel 170 § 4 van de Grondwet. De artikels 42 en 43 van het Gemeentedecreet zijn van toepassing. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen Feiten, Context, Argumentatie De aanwezigheid van brandstofdistributieapparaten geeft in zekere mate een verhoogd risico voor de buurt. Om de veiligheid en netheid van de burgers te waarborgen in de omgeving van brandstofdistributieapparaten is voldoende toezicht nodig. Om dit te garanderen zijn personeel en middelen nodig. Het stedelijk reglement betreffende de belasting op de brandstofdistributieapparaten van 1 december 2008 vervalt op 31 december 2013. Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente. Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad
02.12.2013
39
Artikel 1:
Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de brandstofdistributieapparaten toegankelijk voor het publiek, opgesteld op de openbare weg, zelfs op privaat terrein. Artikel 2: De belasting per pomp bedraagt: a) Voor de pompen waarmee motorvoertuigen worden bevoorraad: per bedieningsslang aanslagjaar 2014 en 2015 50,00 euro aanslagjaar 2016 en 2017 52,00 euro aanslagjaar 2018 en 2019 54,00 euro b) Voor de verplaatsbare pompen waarmee motorfietsen worden bevoorraad: per verplaatsbare pomp aanslagjaar 2014 en 2015 25,00 euro aanslagjaar 2016 en 2017 26,00 euro aanslagjaar 2018 en 2019 27,00 euro Van de belasting zijn vrijgesteld: a) De toestellen die niet voor het publiek toegankelijk zijn. b) De toestellen die in garages of dergelijke inrichtingen worden gebruikt, op voorwaarde dat zij van buiten uit niet zichtbaar zijn en niet rechtstreeks voertuigen bedienen, die buitenshuis stationeren. Artikel 3: De belasting is verschuldigd voor het gehele jaar door de persoon die het toestel exploiteert op 1 januari van het belastingjaar of, voor de in de loop van het jaar geplaatste pompen, door de persoon die met de exploitatie ervan begint. De eigenaar van de pomp is hoofdelijk met hem aansprakelijk voor de betaling van de belasting. Artikel 4: De belastingplichtige ontvangt vanwege het stadsbestuur een aangifteformulier die hij verplicht dient terug te sturen binnen de vijftien dagen. De overtredingen op de aangifteverplichting worden vastgesteld door speciaal daartoe beëdigde en aangewezen ambtenaren. Artikel 5: Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Artikel 6: De overeenkomstig artikel 5 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag, gelijk aan een vierde van de verschuldigde belasting, indien de belastingplichtige een eerste maal verzuimt aan de aangifteplicht, met de helft, indien de belastingplichtige voor een tweede of volgende keer verzuimt aan de aangifteplicht. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. Artikel 7: De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 8: De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de toezending van het aanslagbiljet. Artikel 9: De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Artikel 10: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------25. Belasting op de niet-bebouwde percelen gelegen in een niet-vervallen verkaveling
02.12.2013
40
OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond Artikel 170 § 4 van de Grondwet. De artikels 42 en 43 van het Gemeentedecreet zijn van toepassing. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen Het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, en wijzigingen; Vlaamse Codex ruimtelijke ordening van 15 mei 2009 en wijzigingen (VCRO). Feiten, Context, Argumentatie De stad wenst een actief woonbeleid te voeren en ervoor zorgen dat er voldoende bouwpercelen beschikbaar zijn. Daarbij wenst ze te vermijden dat er teveel personen of rechtspersonen bouwpercelen in portefeuille houden waardoor er minder aanbod is op de markt en waardoor ook bijkomende woonuitbreiding mogelijk gehypothekeerd zou worden. In die zin is het opportuun om een belasting op te heffen op de niet-bebouwde percelen gelegen in een niet-vervallen verkaveling. Het stedelijk reglement betreffende de belasting op de niet-bebouwde percelen gelegen in een nietvervallen verkaveling van 1 december 2008 vervalt op 31 december 2013. Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente. Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad Artikel 1: Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de niet-bebouwde percelen, gelegen in een niet-vervallen verkaveling. Als niet-bebouwd perceel wordt beschouwd elk perceel, als zodanig vermeld in de verkavelingsvergunning, waarop de oprichting van een voor bewoning bestemd gebouw niet is aangevat op 1 januari van het aanslagjaar. Artikel 2: De belasting slaat op de eigendom en is verschuldigd door diegene die eigenaar is op 1 januari van het aanslagjaar. In geval van recht van opstal of van recht van erfpacht is de belasting verschuldigd door de opstalhouder of de erfpachter, terwijl de eigenaar hoofdelijk mede de belasting verschuldigd is. Wanneer sommige mede-eigenaars van de belasting vrijgesteld zijn, terwijl zulks niet het geval is voor andere mede-eigenaars, dan mag de belasting slechts gevorderd worden van de niet vrijgestelde mede-eigenaars in verhouding tot hun deel in het perceel. In geval van overdracht van eigendom is de nieuwe eigenaar de belasting verschuldigd met ingang op 1 januari die volgt op de datum waarop de authentieke akte tot vaststelling van de overdracht van rechten onder partijen heeft plaats gehad. Artikel 3: De belasting wordt als volgt vastgesteld: - Tarief 1: vanaf het eerste aanslagjaar, te rekenen vanaf het aanslagjaar 2014, dat een perceel wordt opgenomen in een kohier, dat in uitvoering van een belastingreglement betreffende niet-bebouwde percelen gelegen in een niet-vervallen verkaveling wordt opgemaakt.: 0,35 euro/m² van het belastbare perceel, met een minimum aanslag van 250,00 euro per perceel. - Tarief 2: vanaf het tweede aanslagjaar, te rekenen vanaf het aanslagjaar 2014, dat een perceel wordt opgenomen in een kohier, dat in uitvoering van een belastingreglement betreffende niet-bebouwde percelen gelegen in een niet-vervallen verkaveling wordt opgemaakt.: 0,45 euro/m² van het belastbare perceel, met een minimum aanslag van 300,00 euro per perceel. - Tarief 3: vanaf het derde aanslagjaar, te rekenen vanaf het aanslagjaar 2014, dat een perceel wordt opgenomen in een kohier, dat in uitvoering van een belastingreglement betreffende niet-bebouwde percelen gelegen in een niet-vervallen verkaveling wordt opgemaakt.: 0,55 euro/m² van het belastbare perceel, met een minimum aanslag van 400,00 euro per perceel. Elk gedeelte van een vierkante meter wordt als een volledige vierkante meter beschouwd. Artikel 4: Van de belasting zijn vrijgesteld:
02.12.2013
Artikel 5:
Artikel 6:
Artikel 7:
Artikel 8:
Artikel 9:
Artikel 10:
Artikel 11:
41
a) de eigenaars van één enkel onbebouwd perceel bij uitsluiting van enig ander onroerend goed in België of in het buitenland; Deze vrijstelling vervalt met ingang van 1 januari volgend op de verwerving van een tweede onroerend goed. b) de ouders met kinderen ten laste, beperkt tot één onbebouwd perceel per kind ten laste; Voorgenoemde vrijstellingen van de eigenaars en ouders gelden slechts gedurende de vijf aanslagjaren die volgen op de verwerving van het goed, en kunnen aldus niet cumulatief worden toegepast c) De Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en de door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij erkende sociale huisvestingsmaatschappijen; d) de verkavelaars, indien de verkavelingsvergunning geen werken omvat, en dit gedurende het jaar dat volgt op het jaar waarin de verkavelingsvergunning werd toegekend; e) de verkavelaars, indien de verkavelingsvergunning werken omvat en dit gedurende het aanslagjaar dat volgt op het jaar waarin het attest werd toegekend, bedoeld in artikel 4.2.16 § 2 van de VCRO; f) de eigenaars van percelen die ingevolge de bepalingen van de wet op de landpacht, niet voor bebouwing kunnen worden bestemd; Zowel wat betreft de vaststelling van de belastingschuld als voor de vrijstelling onder paragraaf a) en b) hierboven, dient opgemerkt dat samengevoegde percelen, ongeacht het tijdstip waarop ze in eigendom verkregen werden, elk hun eigen statuut van afzonderlijke kavels bewaren zolang door de bevoegde overheid geen toelating wordt gegeven tot samenvoeging. Dergelijke toelating komt enkel tot stand hetzij door een verkavelingswijziging overeenkomstig artikel 4.6.7 § 1 van de VCRO. Als bebouwde percelen worden beschouwd, de percelen waarop ingevolge een verleende bouwvergunning, de oprichting van een voor woning bestemd gebouw is aangevat op 1 januari van het aanslagjaar. De belastingplichtige ontvangt vanwege het stadsbestuur een aangifteformulier die hij verplicht dient terug te sturen binnen de vijftien dagen. De overtredingen op de aangifteverplichting worden vastgesteld door speciaal daartoe beëdigde en aangewezen ambtenaren. Bij gebreke van een aangifte binnen de in artikel 6 vastgestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De overeenkomstig artikel 7 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag, gelijk aan een vierde van de verschuldigde belasting, indien de belastingplichtige een eerste maal verzuimt aan de aangifteplicht, met de helft, indien de belastingplichtige voor een tweede of volgende keer verzuimt aan de aangifteplicht. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. De verkoper van een perceel bouwgrond is verplicht binnen de twee maanden na het verlijden van de authentieke akte, bij ter post aangetekende brief aan het stadsbestuur, dienst belastingen, mee te delen: a) volledige identiteit en adres van de nieuwe eigenaar, b) datum van de akte en naam van de notaris, c) nauwkeurige aanduiding van het verkochte perceel. De belasting neemt een einde wanneer uiterlijk op 1 januari van het aanslagjaar de werken tot het bouwen van een tot woning bestemd gebouw, waarvoor een bouwvergunning werd afgeleverd, zijn aangevangen. De aanvangsdatum van de werken dient tijdig en vooraf bij aangetekend schrijven aan het stadsbestuur meegedeeld te worden. De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
02.12.2013
42
Artikel 12: De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de toezending van het aanslagbiljet. Artikel 13: De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Artikel 14: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------26. Belasting op de tweede verblijven. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond Artikel 170 § 4 van de Grondwet. De artikels 42 en 43 van het Gemeentedecreet zijn van toepassing. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen Feiten, Context, Argumentatie De stad wenst een actief woonbeleid te voeren en ervoor zorgen dat er voldoende kwalitatieve woningen beschikbaar zijn. Daarbij wenst ze te vermijden dat er teveel personen of rechtspersonen woningen omvormen tot een tweede verblijf waardoor er minder aanbod is op de markt. In die zin is het opportuun om een belasting op te heffen op de tweede verblijven. Het stedelijk reglement betreffende de belasting op tweede verblijven van 1 december 2008 vervalt op 31 december 2013. Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente. Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad Artikel 1: Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de tweede verblijven. Artikel 2: Een tweede verblijf is elke private woongelegenheid die voor de eigenaar, de huurder of de gebruiker ervan niet tot hoofdverblijf dient maar die op elk ogenblik door hen voor bewoning kan worden gebruikt. Als tweede verblijf worden niet beschouwd : 1) het lokaal uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit. 2) de tenten, verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens, tenzij zij minstens zes maanden opgesteld blijven om als woongelegenheid te kunnen dienen. 3) de leegstaande woongelegenheid waarvan het bewijs voorgelegd wordt dat zij in de loop van het aan het aanslagjaar voorafgaande kalenderjaar niet als tweede verblijf werd aangewend. 4) toeristische logies die op 1 januari van het aanslagjaar onder de toepassing vallen van het belastingreglement op het exploiteren van toeristische logies Artikel 3: De belasting valt ten laste van de natuurlijke- of rechtspersoon die op het adres van het tweede verblijf niet in de bevolkingsregisters of het vreemdelingenregister is ingeschreven voor het hoofdverblijf en, hetzij als eigenaar, hetzij als huurder of als gebruiker, een tweede verblijf betrekt of kan betrekken. De belasting is verschuldigd door de natuurlijke- of rechtspersoon die het verblijf betrekt of kan betrekken op 1 januari van het belastingjaar. Indien het verblijf slechts in de loop van het belastingjaar betrokken wordt of kan betrokken worden, is de belasting evenwel verschuldigd voor een volledig jaar. Ontstaat de belastbare toestand echter na 30 juni van het belastingjaar dan is de belasting niet verschuldigd. Artikel 4: De belasting wordt vastgesteld op:
02.12.2013
43
aanslagjaar 2014 en 2015: 600,00 euro per tweede verblijf aanslagjaar 2016 en 2017: 625,00 euro per tweede verblijf aanslagjaar 2018 en 2019: 650,00 euro per tweede verblijf Artikel 5: De belasting wordt opgeschort wanneer: de personen een bouw-, premie- of restauratieaanvraag hebben ingediend. Deze opschorting blijft beperkt tot een termijn van 1 jaar na het bekomen van de bouwvergunning, principiële toezegging van de premie of het aanvangsbevel van de restauratiewerken. Voor eenzelfde tweede verblijf kan er slechts éénmalig opschorting van belasting bekomen worden. Artikel 6: De belastingplichtige ontvangt vanwege het stadsbestuur een aangifteformulier die hij verplicht dient terug te sturen binnen de vijftien dagen. De overtredingen op de aangifteverplichting worden vastgesteld door speciaal daartoe beëdigde en aangewezen ambtenaren. Artikel 7: Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige van ambtswege belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Artikel 8: De overeenkomstig artikel 7 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag, gelijk aan een vierde van de verschuldigde belasting, indien de belastingplichtige een eerste maal verzuimt aan de aangifteplicht, met de helft, indien de belastingplichtige voor een tweede of volgende keer verzuimt aan de aangifteplicht. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. Artikel 9: De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 10: De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de toezending van het aanslagbiljet. Artikel 11: De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Artikel 12: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------27. Belasting op het exploiteren van toeristische logies. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond Artikel 170 § 4 van de Grondwet. De artikels 42 en 43 van het Gemeentedecreet zijn van toepassing. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010. Het decreet van 10 juli 2008 betreffende het toeristische logies, gewijzigd bij de decreten van 23 december 2010 en 8 juli 2011. Het decreet van 18 juli 2003 betreffende de verblijven en verenigingen die een werking uitoefenen in het kader van ‘Toerisme voor Allen’. Feiten, Context, Argumentatie De Stad Ieper investeert sinds lang in het stimuleren van het verblijfstoerisme. Ze doet dat door de uitbouw van een breed en divers toeristisch aanbod, dat de bezoeker aanzet tot een meerdaags
02.12.2013
44
verblijf in de stad. De Stad Ieper wenst dit beleid verder te zetten in de toekomst en wil via het heffen van een logiestaks verblijfstoeristen een billijke bijdrage laten leveren in het versterken van het toeristisch product.” Voor het bepalen van de heffing werd vertrokken van zowel het logiesdecreet als het decreet ‘Toerisme voor allen’. Toerisme voor Allen werd vroeger ‘sociaal toerisme’ genoemd en wordt georganiseerd met de bedoeling de vakantiedrempel te verlagen door zoveel mogelijk mensen de kans te bieden om met vakantie te gaan, in het bijzonder jeugd, personen met een handicap en kansarmen. Toerisme Vlaanderen kan bovenop de erkenning eveneens een label ‘jeugdtoerisme’ toekennen aan verblijven. Verblijfcentra die voornamelijk of uitsluitend gericht zijn op jeugdgroepen, kunnen een label jeugdtoerisme van de categorie jeugdverblijfcentra type A, B of C bekomen Het logiesdecreet onderscheidt vijf categorieën: hotel, gastenkamer, vakantielogies, vakantiewoning en openluchtrecreatief terrein. Beide decreten bepalen voor elk verblijf of categorie basiskenmerken en minimumeisen inzake brandveiligheid, comfort, hygiëne en onderhoud en het is daarom verantwoord te voorzien in een gedifferentieerd tarief per categorie. Daarenboven moet elk toeristisch logies vergund of aangemeld zijn, waarbij: de exploitant van een vergunningsplichtig logies bewijst dat het aan de basiskenmerken en minimumeisen voldoet door bij de vergunningsaanvraag de nodige documenten voor te leggen; de exploitant van een meldingsplichtig logies op eer verklaart dat aan de basiskenmerken en minimumeisen voldaan wordt; Vergunde logies geven meer zekerheid aan de toerist en de overheid dat effectief aan alle voorschriften en eisen wordt voldaan en dat het door Departement internationaal Vlaanderen toegekende comfort- en kwaliteitslabel overeenstemt met de werkelijke toestand. Het is dan ook verantwoord een verschillend tarief te voorzien voor vergunde of aangemelde logies. Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente. Op voordracht van het College van Burgemeester en Schepenen. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad Artikel 1: Heffingstermijn – belastbaar feit Er wordt voor de aanslagjaren 2015 tot en met 2019 een belasting geheven op het verstrekken van toeristisch logies, zoals hierna gedefinieerd. De toeristische logies welke op 1 januari van het aanslagjaar aangemeld of vergund zijn overeenkomstig het decreet op toeristisch logies of een werking uitoefenen in het kader van het decreet ‘Toerisme voor Allen’ vallen onder de toepassing van onderhavig belastingreglement. Artikel 2: Definities – begripsomschrijving - toeristisch logies: elke inrichting die of elk terrein dat aan een of meer toeristen de mogelijkheid tot verblijf biedt voor één of meer nachten en wordt aangeboden aan de toeristische markt. Het toeristisch logies is vergund of aangemeld overeenkomstig het decreet van 10 juli 2008 (en latere wijzigingen) op het toeristisch logies of erkend overeenkomstig het decreet van 18 juli 2003 in het kader van ‘Toerisme voor allen’. - categorie hotel: een centraal beheerde uitgeruste inrichting met afgescheiden en daartoe uitgeruste kamers met ontbijtmogelijkheid en met dagelijks onderhoud van de kamers en de sanitaire voorzieningen. De exploitant of een van de personen die belast is met het dagelijkse of feitelijke bestuur van het toeristische logies, is permanent bereikbaar voor dienstverlening en de toeristen hebben geen toegang tot de lokalen waar het dagelijkse bestuur maaltijden bereidt. - categorie gastenkamer: een uitgeruste inrichting met een of meer afgescheiden en daartoe uitgeruste kamers of ruimtes die deel uitmaken van de persoonlijke en gebruikelijke eengezinswoning of aanpalende bijgebouwen ervan. De exploitant heeft zijn hoofdverblijfplaats in het toeristische logies. De ruimte waar de toerist het ontbijt en eventuele andere maaltijden wordt aangeboden, is niet toegankelijk voor derden en kan dus geen enkele vorm van restaurant of café inhouden. - categorie vakantielogies: een daartoe uitgeruste inrichting of een afgescheiden en daartoe uitgeruste ruimte die mogelijkheid tot verblijf biedt; - categorie vakantiewoning: een uitgeruste woning of studio, of een uitgerust appartement, waarvoor een persoonlijk gebruiksrecht wordt verleend, met mogelijkheid voor de toerist om zelf maaltijden te bereiden.
02.12.2013 -
-
-
-
-
45 categorie jeugdverblijfcentra type C: een daartoe uitgerust inrichting die mogelijkheid tot verblijf bieden en een werking uitoefenen in het kader van ‘Toerisme voor Allen’ met aanbod van maaltijden. categorie jeugdverblijfcentra type B en C - bivakhuizen: een daartoe uitgeruste inrichting die mogelijkheid tot verblijf bieden en een werking uitoefenen in het kader van ‘Toerisme voor Allen’ zonder aanbod van maaltijden (incl. ontbijt) bed: een bed is een meubelstuk om in te slapen en bestaat uit een ledikant met daarop een matras met beddengoed, zoals lakens en dekens of een dekbed. Een zetelbed wordt ook beschouwd als een bed. Een tweepersoonsbed of zetelbed, stapelbed is gelijk aan twee bedden. categorie openluchtrecreatief terrein: een uitgerust en afgebakend terrein in centraal beheer waarop gekampeerd of verbleven wordt in openluchtrecreatieve verblijven of dat daarvoor bestemd of ingericht is. Worden uitgesloten: de gelegenheidskampeerterreinen in het kader van een manifestatie of uitbreiding van jeugdverblijfcentra of bivakhuizen. standplaats: een standplaats op een openluchtrecreatief terrein is elke plaats voor tenten, caravans, mobilhomes, kampeerauto’s en trekkershutten. exploitant: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een toeristisch logies exploiteert of voor wiens rekening een toeristisch logies wordt geëxploiteerd.
Artikel 3: Belastingplichtige De belasting is verschuldigd door de exploitant van het toeristische logies. Artikel 4: Berekeningsgrondslag en tarief De belasting wordt vastgesteld afhankelijk van de categorie van het toeristische logies: categorie hotel: 1,25 euro per verhuurde kamer per nacht categorie gastenkamer: o vergunde gastenkamer: 165,00 euro per kamer per jaar o aangemelde gastenkamer: 182,00 euro per kamer per jaar categorie Vakantielogies – jeugdverblijfcentra type C (met aanbod van maaltijden): 22,00 euro per bed en per jaar categorie jeugdverblijfcentra type B en C – bivakhuizen (zonder aanbod maaltijden): 6,00 euro per bed en per jaar categorie Vakantiewoning: per bed en per jaar:
vergund 100,00 euro
aangemeld 110,00 euro
categorie Openluchtrecreatief terrein: 53,00 euro per standplaats en per jaar Artikel 5: Aangifteplicht categorie hotel De belastingplichtige moet per kwartaal een aangifte indienen. De belastingplichtige ontvangt vanwege het stadsbestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, ten laatste 14 dagen na elk kwartaal van het aanslagjaar moet ingediend worden. categorieën gastenkamer – vakantielogies – vakantiewoning – jeugdverblijfcentra type B en type C – openluchtrecreatief terrein De belastingplichtige moet jaarlijks een aangifte indienen. De belastingplichtige ontvangt vanwege het stadsbestuur een aangifteformulier dat door hem behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd. De belastingplichtigen die geen aangifteformulier hebben ontvangen, zijn niettemin verplicht om spontaan de noodzakelijke gegevens aan het stadsbestuur te bezorgen om de aanslag te kunnen vaststellen. Artikel 6: Ambtshalve belasting Bij gebrek van een aangifte binnen de in artikel 5 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd volgens de gegevens waarover het stadsbestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
02.12.2013
46
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Artikel 7: De overeenkomstig artikel 6 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag, gelijk aan een vierde van de verschuldigde belasting, indien de belastingplichtige een eerste maal verzuimt aan de aangifteplicht, met de helft, indien de belastingplichtige voor een tweede of volgende keer verzuimt aan de aangifteplicht. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. Artikel 8: Wijze van invordering De belasting wordt ingevorderd bij wijze van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 9: Bezwaar De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeurden binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening ervan. Artikel 10: Algemene bepalingen Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------28. Reglement afvalretributie. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond Artikels 42 en 43 van het gemeentedecreet zijn van toepassing; Het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, gewijzigd bij decreet van 20 april 1994, inzonderheid artikel 15; Het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 1997 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en –beheer (VLAREA); Het Uitvoeringsplan Milieuverantwoord beheer van huishoudelijke Afvalstoffen vastgesteld bij besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2007; De gemeentelijke politieverordening betreffende het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen (en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen); Feiten, Context, Argumentatie Het stedelijk reglement betreffende de afvalretributie van 29 maart 2010 vervalt op 31 december 2013. Elke gemeente draagt er, al dan niet in samenwerking met andere gemeenten, zorg voor dat de huishoudelijke afvalstoffen maximaal worden voorkomen of hergebruikt, op regelmatige tijdstippen worden opgehaald of op een andere wijze worden ingezameld, en worden verwerkt overeenkomstig de bepalingen van het afvalstoffendecreet; De stad Ieper wil blijven streven naar een maximaal gewicht aan restafval van 100 kg per inwoner door onder meer het promoten van afvalvoorkoming en doorgedreven selectieve inzameling, waar volgens het Uitvoeringsplan het Vlaams gemiddelde maximaal 150 kg per inwoner mag bedragen; Huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval kunnen ook huis-aan-huis ingezameld worden door middel van restafvalzakken; Grofvuil wordt ingezameld op het containerpark of huis-aan-huis op vaste ophaaldata; Plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons (PMD) worden selectief huis-aanhuis ingezameld door middel van PMD-zakken;
02.12.2013
47
Hol glas wordt selectief ingezameld in glascontainers die op verschillende plaatsen in de gemeente staan opgesteld; Groot tuinafval wordt selectief huis-aan-huis ingezameld na telefonische aanvraag; Het containerpark en het groenpark worden opengesteld met het doel de gescheiden inzameling en de verwijdering van huishoudelijke en daarmee gelijkgestelde afvalstoffen mogelijk te maken met het oog op maximale recyclage, hergebruik of definitieve milieuvriendelijke vernietiging van deze afvalstoffen; Op het container- en groenpark worden papier en karton, hol glas, plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons, bouw- en sloopafval, roofing, eterniet (asbesthoudend, gebonden), groenafval, metalen gemengd, houtafval, textiel, afgedankte elektrische en elektronische toestellen en KGA selectief ingezameld; De doelstellingen voor preventie, selectieve inzameling, recyclage en eindverwerking die de Vlaamse overheid voorschrijft, brengen bijkomende kosten voor de gemeenten mee. Bovendien stijgt de kostprijs voor de verwijdering van huishoudelijk restafval jaarlijks. De totale kostprijs voor de afvalinzameling en -verwerking in Ieper bedraagt ongeveer 2.000.000 EUR. Bepaalde afvalstoffen zijn duur en dienen ontraden te worden. Anderzijds dient ontwijkgedrag vermeden. Ook dit ontwijkgedrag betekent immers een (extra) kost voor de gemeente. De financiering van de inzameling en verwerking van afvalstoffen waarop een producentenverantwoordelijkheid van toepassing is, valt volledig ten laste van de producenten en invoerders. Het principe ‘de vervuiler betaalt’ is verankerd in het Vlaamse milieubeleid; Door dit principe ook op het container- en groenpark toe te passen voor bepaalde afvalstoffen (grofvuil, houtafval, bouw- en sloopafval, cementgebonden asbestafval en tuinafval) wordt de burger gestimuleerd om afvalstoffen in de eerste plaats maximaal te voorkomen; Door het aanbieden van alternatieven via informatief en sensibiliserend beleid kan de burger hiertoe verder aangezet worden; Het containerpark wordt geoptimaliseerd op de zone langs de Pilkemseweg 107 te Ieper en wordt ingedeeld in een betalend en een niet-betalend gedeelte volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’; Een nieuw groenpark wordt voorzien op de zone Bargiestraat 8 te Ieper, waar de afvalstoffen verwerkt kunnen worden in de naastgelegen composteringsinstallatie; dit groenpark wordt eveneens uitgerust met diftarinfrastructuur; Indien gewenst kunnen ook zelfstandige ondernemers en (K)KMO’s wel gebruik maken van de brengmethode en afvalstoffen aanvoeren op het container- en/of groenpark mits voldaan wordt aan de modaliteiten bepaald door de IVVO en mits betaling conform de door de IVVO vastgelegde tarieven. De Ieperse Stedelijke Milieuraad heeft een gunstig advies uitgebracht op 16 februari 2010; Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad: Artikel 1: Er wordt voor de dienstjaren 2014 tot en met 2019 een retributie gevestigd op de volgende ingezamelde fracties van huishoudelijke en huishoudelijk vergelijkbare oorsprong met uitzondering van de brengmethode voor zelfstandige ondernemers en (K)KMO’s. a) Haalmethode (huis-aan-huisinzameling) - ophalen van huisvuil in restafvalzakken (en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval) - ophalen van plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons in PMDzakken - ophalen van groenafval afkomstig van natuurlijke personen op afroep, - ophalen van grofvuil afkomstig van natuurlijke personen op afroep b) Brengmethode (containerpark) - aanbieden van grof vuil - aanbieden van houtafval - aanbieden van bouw- en sloopafval - aanbieden van porselein, gipsplaten, kalk en roofing - aanbieden van cementgebonden asbestproducten (‘eternit’) vanaf 201 kg/gezin op jaarbasis - aanbieden van vlak, gewapend en vervuild glas - aanbieden landbouwfolies
02.12.2013
Artikel 2:
48 c) Brengmethode (groenpark) - aanbieden tuinafval De retributie bedraagt : §1. Haalmethode (huis-aan-huis inzameling) Fractie Retributie volgens gewicht of volume a) restafval 45 l restafvalzak
1,25 euro/zak
b) grof vuil
c) plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons (PMD) d) groenafval snoeihout
Retributie volgens frequentie
40 euro/ophaling op afroep 2,50 euro/rol van 20 zakken 2,50 euro/rol van 10 zakken (groot formaat, enkel voor scholen) 40 euro/ophaling op afroep
§2. Brengmethode (container- / groenpark) Fractie Retributie a) grof vuil (ook roofing, 0,17 euro/kg niet selectief ingezameld hard plastic, treinbilzen, stortfractie) b) houtafval 0,05 euro/kg
Artikel 3:
c) Gesorteerd bouw- en sloopafval; steenpuin, vlak glas, vervuild glas, porselein, gipsplaten, kalk, gewapend beton d) Cementgebonden asbestafval vanaf 201 kg/gezin op jaarbasis.
0,05 euro/kg
e) Tuinafval, snoeihout
0,04 euro/kg
0,17 euro/kg
De gestelde retributiebedragen kunnen herzien worden ingeval van grondige kostprijswijzigingen op het vlak van afvalophaling en/of –verwerking. Registratie en afrekenen retributie §1 Haalmethode a) De retributie in artikel 2 §1.a is verschuldigd door iedereen die gebruik maakt van de gemeentelijke huis-aan-huisinzameling van huisvuil (en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval) en kiest om hiervoor gebruik te maken van de restafvalzak. Personen die het restafval in zakken willen aanbieden voor de huis-aanhuisinzameling dienen de voorgeschreven vuilniszakken aan te kopen. Het stadsbestuur stelt een lijst met verkooppunten ter beschikking. b) De retributie in artikel 2 §1.b is verschuldigd door iedereen die gebruik maakt van de gemeentelijke dienstverlening inzake huis-aan-huisinzameling van grofvuil. Personen die gebruik maken van de gemeentelijke dienstverlening inzake de huis-aanhuisinzameling van grofvuil dienen de retributie te betalen door middel van een overschrijving op rekeningnummer van het stadsbestuur tenminste 10 dagen vóór de dag van de inzameling. c) De retributie in artikel 2 §1.c is verschuldigd door iedereen die gebruik maakt van de gemeentelijke dienstverlening inzake huis-aan-huisinzameling van plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons (PMD). Personen die gebruik maken van de gemeentelijke huis-aan-huisinzameling van plastic flessen en flacons, metalen
02.12.2013
Artikel 4: Artikel 5:
Artikel 6:
49 verpakkingen en drankkartons betalen de retributie door de voorgeschreven blauwe zakken aan te kopen. Het stadsbestuur stelt een lijst met verkooppunten ter beschikking. d) De retributie in artikel 2 §1.d is verschuldigd door iedereen die gebruik maakt van de gemeentelijke dienstverlening inzake huis-aan-huisinzameling van snoeihout. Personen die gebruik maken van de gemeentelijke dienstverlening inzake de huisaan-huisinzameling van snoeihout dienen de retributie te betalen na facturatie door middel van een overschrijving op rekeningnummer van het stadsbestuur en uiterlijk binnen de maand na facturatie. §2 Brengmethode De retributie voor de fracties vermeld in artikel 2§2 is verschuldigd door iedereen die van de inzameling via het container- en/of groenpark gebruik maakt. De retributie is verschuldigd volgens het geleverde gewicht aan afval. De bruto-weging gebeurt aan de ingang van de betaalzone op het container- of groenpark. Na deze registratie deponeert de aanbieder de afvalstoffen in de desbetreffende containers. Na het uitladen van één soort betalende fractie rijdt de aanbieder over de weegbrug om het tarragewicht en eventueel resterend afval te bepalen. Het verschil tussen bruto- en tarragewicht is het aangeleverde gewicht. Voor dit gewicht is een retributie verschuldigd volgens schema in artikel 2§2. Elke gebruiker betaalt het bedrag dat vermeld staat op de weegbon. Indien de aanbieder een tweede betalende afvalsoort heeft, is hij verplicht zich een tweede keer te registreren in de betaalzone. De aanbieder kan contant betalen, met betaalkaart of door het storten van een provisie op een vaste rekening van het stadsbestuur. Er wordt een maximum krediet van 25 euro toegestaan op de provisie-rekening. Indien dit krediet overschreden is, zal de toegang tot het container- en groenpark onmogelijk zijn. De eigenaar wordt op de hoogte gebracht en gevraagd om de rekening aan te zuiveren. Bij het uitvoeren van de betalingsuitnodiging wordt het bedrag vermeerderd met het negatief saldo. Bij niet-betaling in der minne zal de invordering geschieden overeenkomstig de burgerlijke rechtspleging. De retributie is verschuldigd door elke bezoeker van de betaalzone van het container-en groenpark ongeacht of deze de betalende afvalfractie per gemotoriseerd voertuig, per fiets of te voet aanbrengt. De toegang tot het container- en groenpark is enkel toegelaten voor personen die in het bezit zijn van een geldige badge. Een badge wordt overhandigd aan: - de referentiepersoon per wooneenheid Verenigingen, scholen, instellingen en kerkfabrieken en de referentiepersonen die voorkomen in het kohier van tweede verblijven kunnen op aanvraag één badge bekomen aan de prijs van 8 euro/stuk. De meerderjarige leden van ieder gezin ingeschreven in de bevolkingsregisters en werkelijk in de gemeente verblijvend op het ogenblik van de aanbieding zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de retributie. Onder ‘gezin’ wordt verstaan, hetzij een persoon die gewoonlijk alleen leeft, hetzij twee of meer personen die –al dan niet door familiebanden verbonden- gewoonlijk eenzelfde woning of woongelegenheid betrekken en er samen leven. De inschrijving in de bevolkingsregisters is beslissend, tenzij andersluidend bewijs. De badge is gratis voor particuliere inwoners van Ieper. Elke nieuwe referentiepersoon per wooneenheid krijgt een badge toegestuurd door de IVVO, binnen de maand na zijn officiële inschrijving in de bevolking. De badge wordt onbruikbaar van zodra een persoon zich heeft uitgeschreven uit het bevolkingsregister. In geval van verlies of beschadiging kan de referentiepersoon een nieuwe badge telefonisch of schriftelijk aanvragen en na storting van 8 euro op rekening van de intercommunale IVVO, de badge bekomen. Het gebruik van de badge voor de particuliere inwoners is persoonlijk en kan enkel worden gebruikt door de eigenaar of de samenwonende leden van het gezin. Elke inwoner van Ieper ontvangt een gratis tegemoetkoming ter waarde van 7,50 euro/jaar op de badge van de referentiepersoon waar de inwoner is gedomicilieerd. De totale vrijstelling wordt gerekend volgens de gezinssamenstelling op 1 januari van het lopende jaar en wordt niet aangepast in de loop van het jaar. Het saldo van deze tegemoetkoming vervalt op 31 december van het lopende jaar.
02.12.2013
Artikel 7:
50 Deze tegemoetkoming kan enkel worden aangewend voor de brengmethode en is niet inruilbaar voor betaling van andere afvalsoorten dan deze bepaald in artikel 2§2. Eventueel resterend saldo van de tegemoetkoming kan evenmin uitbetaald worden. Elke inwoner die instaat voor het onderhoud van openbaar gazon en hiervoor een overeenkomst met het stadsbestuur heeft afgesloten krijgt hiervoor de voorziene vergoeding op de provisierekening per 1 april van het jaar volgend op de overeenkomst conform de bepalingen van de gemeenteraadsbeslissing van 29 maart 2010 betreffende het groenonderhoud van openbare gazons door particulieren . Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------29. Retributie voor het gebruik van het openbaar domein (verkooppunten inbegrepen). OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond Artikels 42 en 43 van het gemeentedecreet zijn van toepassing, De algemene politieverordening van de stad Ieper, in het bijzonder titel 3, afdeling 3.3 betreffende het privatief gebruik van het openbaar domein is van toepassing, Feiten, Context, Argumentatie Er wordt zeer vaak door handelaars, horeca-uitbaters en dienstverleners gevraagd om ingebruikneming van het voetpad of het openbaar domein voor verschillende zaken met betrekking tot hun uitbating. Als vormen van privatieve ingebruikneming wordt onder meer verstaan: reclameborden, menuborden, verkooppunten, vlaggenmasten, enz… Het is opportuun om dit toch te regelen en dit gebruiksrecht ook betalend te houden. Het stedelijk reglement betreffende de retributie voor het gebruik van het openbaar domein, verkooppunten inbegrepen, van 1 september 2008 vervalt op 31 december 2013. Indien het openbaar domein in gebruik wordt genomen zonder voorafgaande vergunning of niet conform de vergunning dan kan het College van Burgemeester en Schepenen, conform artikel 3.3.5 van de algemene politieverordening, beslissen om over te gaan tot de ambtshalve verwijdering van de betrokken hindernis en dit op kosten van de eigenaar. Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente, Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen, BESCHIKKEND GEDEELTE: Om de hierboven vermelde redenen besluit de gemeenteraad Artikel 1: Er wordt voor de dienstjaren 2014 tot en met 2019 een gemeentelijke retributie gevestigd verschuldigd voor de privatieve ingebruikneming van het voetpad of het openbaar domein, in gelijk welke vorm, tenzij dit gebruik aanleiding geeft tot de toepassing van een andere gemeenteverordening betreffende een belasting of retributie, of toegestaan is krachtens een contract. Als vormen van privatieve ingebruikneming wordt onder meer verstaan: reclameborden, menuborden, verkooppunten, vlaggenmasten, enz… Fietsenrekken worden vergund voor onbepaalde duur en zijn vrijgesteld van de retributie. Artikel 2: De openbare weg mag niet gebruikt worden voor het plaatsen van hindernissen tenzij na schriftelijke aanvraag, vermeldende aard en afmetingen, tenminste twintig dagen voor de gewenste aanvangsdatum en na machtiging door het college van burgemeester en schepenen. De belastingplichtige is ertoe gehouden aan de dienst belastingen van de stad aangifte te doen van de plaatsing en alle voor de aanslag noodzakelijke gegevens te verstrekken. Artikel 3: De retributie is verschuldigd door de natuurlijke- of rechtspersoon die het voetpad of het openbaar domein in gebruik neemt. Artikel 4: De retributie wordt vastgesteld als volgt: voor elke privatieve ingebruikneming van het voetpad of het openbaar domein voor het plaatsen van een reclame- of menubord of reclamevlaggenmast, moet er een recht betaald worden dat is vastgesteld op 40 euro. Hierbij kan er maximum 1m² van het grondoppervlak in gebruik worden genomen.
02.12.2013
51
Per uitbating kan maximaal één reclame- of menubord of reclamevlaggenmast worden vergund. voor elke privatieve ingebruikneming van het voetpad of het openbaar domein door middel van verkooppunten, enz… moet er een recht betaald worden dat is vastgesteld op: 40 euro/m², met een minimum van 1m² voor de kauwgumapparaten geplaatst op het openbaar domein of hangend aan de muur wordt een bedrag van 15 euro per apparaat vastgesteld. Artikel 5: Het tarief wordt jaarlijks toegepast (1 januari – 31 december) ongeacht de duur van het werkelijke gebruik van de openbare weg. Artikel 6: De oppervlakten worden gemeten aan de meest vooruitspringende delen van de hindernis. Buiten de vergunde oppervlakte mag de openbare weg door geen enkel voorwerp ingenomen of bezet worden, waarvoor geen afzonderlijke vergunning is verleend. Artikel 7: De vergunningen tot het gebruik hebben het karakter van gedoogzaamheden. De gemeente zal geen enkele aansprakelijkheid dragen nopens het privaat gebruik van de gedeelten van de openbare weg en de erop geplaatste voorwerpen. De vergunninghouder draagt alle aansprakelijkheid. De vergunningen kunnen om het even wanneer ingetrokken worden. De vergunninghouder zal evenwel om geen enkele reden schadevergoeding kunnen vorderen gezien de vergunningen steeds ten titel van gedoogzaamheid worden verleend. Artikel 8: Indien het openbaar domein in gebruik wordt genomen zonder voorafgaande vergunning of niet conform de vergunning, dan zal conform artikel 3.3.5 van de algemene politieverordening door het college van burgemeester en schepenen worden overgegaan tot de ambtshalve verwijdering van de betrokken hindernis op kosten van de eigenaar. Deze onkostenvergoeding bedraagt 150,00 euro en wordt aangerekend ter betaling van de opruimingswerken uitgevoerd door de stedelijke diensten. Artikel 9: De retributie moet betaald worden bij het verkrijgen van de vergunning om het openbaar domein in gebruik te nemen. Artikel 10: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------30. Retributie voor het gebruik van het openbaar domein ter gelegenheid van bouwwerken. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond Artikels 42 en 43 van het gemeentedecreet zijn van toepassing. Feiten, context, argumentatie Er wordt zeer vaak gevraagd om ingebruikneming van het voetpad of het openbaar domein ter gelegenheid van bouwwerken. Dit kan toegestaan worden voor zover dit de veiligheid niet in het gedrang brengt. Deze privatieve ingebruikneming dient dus geregeld en opgevolgd te worden en het is in die context opportuun dit gebruiksrecht ook betalend te houden. Het wordt daarbij noodzakelijk geacht om in een opvolgingssanctie te voorzien zodat er kan worden opgetreden tegen iemand die niet ingaat op de aanmaning tot regularisering. Het stedelijk reglement betreffende de retributie op gebruik van het openbaar domein ter gelegenheid van bouwwerken van 6 december 2010 vervalt op 31 december 2013. Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad : Artikel 1: Er wordt voor de dienstjaren 2014 tot en met 2019 een gemeentelijke retributie gevestigd op het privatief gebruik van het openbaar domein voor het uitvoeren van bepaalde werken zoals het bouwen, verbouwen, slopen, herstellen, herinrichten, schilderen en tuinaanleg,… Onder ingebruikname wordt ondermeer verstaan het plaatsen van materialen, stellingen, containers, werfafsluitingen, werfketen, torenkranen, hoogtewerkers, bouwliften,
02.12.2013
Artikel 2:
Artikel 3:
Artikel 4: Artikel 5:
Artikel 6:
Artikel 7:
Artikel 8:
Artikel 9:
Artikel 10:
52 bedrijfsvoertuigen, privatisering van openbaar domein noodzakelijk voor de werfinrichting,… Tot het openbaar domein behoren wegen, voetpaden, parkeerruimten, groenzones… Deze opsommingen zijn niet limitatief. Voor elke ingebruikname van het openbaar domein, zoals omschreven in artikel 1, dient vooraf een toelating aangevraagd bij de Technische Dienst, Grote Markt 34 te 8900 Ieper, volgens de richtlijnen, vastgesteld door het College van Burgemeester en Schepenen. Indien de bezetting van het openbaar domein aanleiding kan geven tot verkeershinder, dient de aanvrager advies in te winnen bij de Lokale Politie. Voor de ingebruikname van het openbaar domein ter gelegenheid van bouwwerken is een retributie verschuldigd van 0,25 euro per vierkante meter en per dag. De berekening en de vaststelling van de belastbare oppervlakte(n) wordt bepaald volgens artikel 5. De retributie is solidair verschuldigd door de aannemer en de bouwheer der bouwwerken. De opmetingen van de belastbare oppervlakte(n) dienen opgegeven te worden door de vergunningsaanvrager. De belastbare oppervlakte wordt steeds in volle vierkante meter uitgedrukt. Gedeelten van een vierkante meter worden voor een volle vierkante meter aangerekend wanneer zij tenminste 0,50 m² bedragen, tot 0,49 m² worden zij verwaarloosd. In elk geval is een minimum bedrag verschuldigd van 10,00 euro. De controle van de ingebruikname wordt uitgevoerd door een bevoegde stedelijke ambtenaar. De belastbare oppervlakte is steeds deze van een rechthoek waarbinnen alle voorwerpen dienen geplaatst te worden. De breedte van het werkelijk gebruikte gedeelte van het openbaar domein wordt steeds in aanmerking genomen, de ingangen worden niet afgetrokken. Buiten de vergunde oppervlakte mag de openbare weg door geen enkel voorwerp worden ingenomen of bezet. Zijn vrijgesteld van retributie, de ingebruikname van het openbaar domein voor het uitvoeren van werken in opdracht van Stad Ieper, OCMW Ieper en andere bij de wet van retributie vrijgestelde publieke rechtspersonen. De retributie is contant te betalen of via overschrijving. De toelating wordt pas afgeleverd na betaling. Betaalde bedragen zijn niet terugvorderbaar. Enkel indien de werken op de opgegeven datum niet kunnen aanvangen, kan de toegestane periode worden doorgeschoven, mits de toestemming van het Stadsbestuur. Daartoe dient een schriftelijke aanvraag (brief, fax, mail) te gebeuren aan het Stadsbestuur, Technische Dienst, vóór de oorspronkelijke aanvangsdatum. Iedere begonnen werkdag wordt gerekend voor een volle dag. De datum van het plaatsen en de vermoedelijke datum van het ontruimen wordt vastgesteld naar de verklaring van de aanvrager. De technische dienst zal daarna de echtheid van de opgegeven afmetingen nagaan. Indien het openbaar domein in gebruik wordt genomen zonder voorafgaande toelating of langer wordt ingenomen dan de vergunde periode of een grotere oppervlakte inneemt dan vergund, dient dit geregulariseerd te worden door een nieuwe aanvraag te doen bij het Stadsbestuur binnen de 8 kalenderdagen na ontvangst van de aanmaning en dit voor de totale periode, met inbegrip van die reeds verstreken is, en de totale oppervlakte. Daarbij wordt geen rekening gehouden met de reeds betaalde bedragen daar deze niet terugvorderbaar zijn. Tevens wordt een administratieve kost aangerekend ten bedrage van 15,00 euro voor reeds aangevraagde innames en van 30,00 euro voor niet aangevraagde innamen. Bij ontstentenis van de regularisatie zoals hierboven beschreven, wordt een administratieve sanctie toegepast van 100,00 euro, te verhogen met een verschuldigde retributie van 10,00 euro per m², zoals opgemeten door de technische dienst. Er dient steeds een beveiligde vrije doorgang van 1,20 m op het voetpad verzekerd. Indien dit niet mogelijk is dient op de weg of parkeerplaats een afgebakend hulpvoetpad met eenzelfde breedte worden aangelegd, voorzien van de nodige verlichting en signalisatie in overleg met de Lokale Politie. Indien deze doorgang onder een stelling wordt voorzien, dienen de nodige veiligheidsmaatregelen genomen tegen vallende voorwerpen. De oppervlakte van de afgebakende voetgangerszone wordt niet meegerekend voor de berekening van de retributie. In een rijweg met eenrichtingsverkeer dient steeds een 3m
02.12.2013
Artikel 11:
Artikel 12:
Artikel 13:
Artikel 14:
53 en in een rijweg met tweerichtingsverkeer steeds een 6m brede rijstrook worden verzekerd. De nodige beveiligingsmaatregelen dienen genomen tegen beschadiging en/of bevuiling van het openbaar domein door het plaatsen van panelen onder containers, het aanbrengen van een zeil rond een stelling bij gevelwerken, het plaatsen van plastiekfolie op de grond bij schilderwerken… (dit is een niet limitatieve opsomming). Er dienen afzonderlijke beveiligingsmaatregelen genomen te worden bij inname van openbaar groen, in overleg met de Stedelijke Groendienst. Bij vaststelling door de vergunninghouder van schade aan het openbaar domein, vóór de aanvang der werken, dient dit gestaafd met een plaatsbeschrijving en foto’s die bezorgd worden aan het Stadsbestuur, Technische Dienst, Grote Markt 34 te Ieper. Onderhoudswerken aan het openbaar domein door of in opdracht van de Stad, ingevolge aangebrachte schade door de vergunninghouder, wordt aangerekend aan de vergunninghouder. De toelating wordt enkel verleend per gedoogzaamheid en kan, op eerste verzoek en bij aangetekend schrijven door het Stadsbestuur, ten allen tijde worden ingetrokken omwille van redenen van algemeen belang (bv. door manifestaties, dringende werken aan het openbaar domein…) of wegens niet naleving van de toelatingsvoorwaarden. De vergunninghouder kan in dit geval geen schadevergoeding eisen vanwege de Stad Ieper. Het privatief gebruik van het openbaar domein gebeurt op eigen risico en onder volledige verantwoordelijkheid van de vergunninghouder en mits naleving van de bepalingen van de afgeleverde vergunning. Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------31. Retributie op het gebruik van verkeerssignalisatie door private personen of firma’s. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond Artikels 42 en 43 van het gemeentedecreet zijn van toepassing. Feiten, context, argumentatie Er wordt zeer vaak gevraagd om ingebruikneming van het voetpad of het openbaar domein door private personen en/of firma’s. Daarbij dient in sommige gevallen verkeersignalisatie voorzien te worden. Dit kan toegestaan worden voor zover dit de veiligheid niet in het gedrang brengt. Deze “privatieve ingebruikneming” dient geregeld en opgevolgd te worden en het is in die context opportuun dit gebruik van signalisatie ook betalend te houden. Het stedelijk reglement betreffende de retributie op gebruik van verkeerssignalisatie door private personen of firma’s van 3 december 2007 vervalt op 31 december 2013. Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente, Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen, BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad Artikel 1: Er wordt voor de dienstjaren 2014 tot en met 2019 een gemeentelijke retributie gevestigd voor het gebruik van verkeerssignalisatie van de gemeente door private personen of firma’s, buiten de gevallen van bouw- en wegenwerken en met een maximum gebruiksduur van 24 uur en van 6 verkeerstekens. Artikel 2: De retributie is verschuldigd door de persoon die het gebruik ervan aanvraagt, na voorafgaande toelating door de stedelijke overheid. Artikel 3: De retributie wordt per uitlening vastgesteld op 12,50 euro. Artikel 4: De retributie wordt contant ingevorderd tegen afgifte van een kwitantie of via overschrijving. De toelating wordt pas afgeleverd na betaling. Artikel 5: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
02.12.2013
54
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------32. Retributie op het uitvoeren van diverse prestaties aan openbare wegenis. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond De artikels 42 en 43 van het Gemeentedecreet zijn van toepassing. Provinciale stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven van baangrachten van 24 april 2008. Feiten, context, argumentatie Om foutieve uitvoeringen te kunnen vermijden is het aangewezen om geen werken meer te laten uitvoeren door particulieren op het openbaar domein, met uitzondering van de werken bedoeld voor het verkavelen van percelen. Op die manier wordt de controle op goede uitvoering in eigen handen gehouden. Dit betekent echter dat de stad zal instaan voor de realisatie van het overwelven van baangrachten en voor het aanleggen van private opritten op het openbaar domein ter ontsluiting van percelen. Het stedelijk reglement betreffende de retributie op het uitvoeren van diverse prestaties aan openbare wegenis van 7 december 2009 vervalt op 31 december 2013. Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad : Artikel 1 : Er wordt voor de dienstjaren 2014 tot en met 2019 een gemeentelijke retributie gevestigd verschuldigd voor het overwelven van baangrachten en voor het aanleggen van private opritten op het openbaar domein ter ontsluiting van percelen. Artikel 2 : Alle werken op het openbaar domein op vraag van particulieren zijn onderhevig aan deze retributie en worden uitgevoerd door de stad Ieper of een aannemer aangesteld door de stad Ieper. Artikel 3 : Artikel 2 is niet van toepassing op verkavelingen, zoals beschreven in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, inwerkingtreding 1 september 2009. Artikel 4 : De retributie is verschuldigd door de persoon die de uitvoering van de werken aanvraagt. Artikel 5 : De retributie wordt vastgesteld aan de hand van de jaarlijkse aanbestedingsprijzen voor de leveringen en werken overeenkomstig de detailopgave van de technische dienst. Artikel 6 : De aanleg van een eerste oprit op het openbaar domein met een maximumbreedte van 3 meter is niet aan deze retributie onderworpen. Artikel 7 : De retributie dient betaald na toekenning van de stedenbouwkundige vergunning of op verzoek van het College van Burgemeester en Schepenen, indien de werken niet vergunningsplichtig zijn. Een afschrift van het betalingsbewijs wordt voorgelegd aan de technische dienst, waarna de aannemer aangesteld door de stad tot uitvoering van de vergunde werken overgaat. Artikel 8 : Bij ontstentenis van betaling of regeling in der minne zal de invordering geschieden overeenkomstig de burgerlijke rechtspleging. Artikel 9 : Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
---------------------------------------------------------------------------------------- -----------------------------------------------33. Retributie voor terbeschikkingstelling van elektriciteit op openluchtevenementen. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond De artikels 42 en 43 van het Gemeentedecreet zijn van toepassing. Feiten, context, argumentatie De distributienetbeheerder mag sinds de liberalisering van de elektriciteitsmarkt zelf geen elektriciteit meer leveren en mag onmogelijk nog zelf eigenaar / beheerder zijn van de aansluitkasten die dienen ten behoeve van allerhande publieke openluchtactiviteiten zoals kermissen, buurtfeesten, e.d.;
02.12.2013
55
Vandaar dat de stad dit op zich heeft genomen zodat activiteiten toch over de nodige voorzieningen zouden beschikken. Een minimale vergoeding hiervoor lijkt dan ook meer dan verantwoord. Het stedelijk reglement betreffende de retributie houdende het ter beschikking stellen van elektriciteit op openluchtevenementen van 3 december 2007 vervalt op 31 december 2013. Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad Artikel 1: Er wordt voor de dienstjaren 2014 tot en met 2019 een gemeentelijke retributie gevestigd voor het ter beschikkingstellen van elektriciteit op openluchtevenementen. Artikel 2: De gemeente stelt aan de vereniging of organisatie een vaste gemeentelijke aansluitkast ter beschikking voor elektriciteitsleveringen in laagspanning op een openbare plaats op haar grondgebied, ten behoeve van allerlei openluchtevenementen (braderie, wijkfeest, concert, kerstmarkt,…). De vereniging of organisatie mag deze kast niet voor andere doeleinden en ook niet ten behoeve van derden aanwenden. Het college van burgemeester en schepenen dient vooraf zijn toestemming te geven voor elke toegang tot de gemeentelijke aansluitkast. Artikel 3: De kandidaat-energiegebruiker richt de aanvraag voor de toegang tot de gemeentelijke aansluitkast schriftelijk aan het college van burgemeester en schepenen, dit minstens 30 kalenderdagen voor het betrokken evenement. De aanvraag gebeurt door de organisatoren, op speciaal daartoe bestemde formulieren, verkrijgbaar bij de dienst grondgebiedszaken. Voor alle inlichtingen kan de kandidaatenergiegebruiker ook terecht bij de dienst grondgebiedszaken van de gemeente. Het college van burgemeester en schepenen deelt binnen 10 kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag zijn beslissing mede aan de vereniging of organisatie. Artikel 4: De vereniging of organisatie is aan de gemeente een vast recht verschuldigd van 75 euro en daarenboven wordt op basis van de meterstand het verbruik aangerekend tegen het dagtarief dat het gemeentebestuur aan zijn elektriciteitsleverancier verschuldigd is, inclusief de belasting over de toegevoegde waarde. Het vast recht dient betaald vóórdat aan de vereniging of organisatie toegang verleend wordt tot de meterkast en binnen de 10 kalenderdagen na ontvangst van de factuur die wordt overgemaakt door de gemeente aan de vereniging of organisatie samen met de toestemming van het college van burgemeester en schepenen. Bij gebrek aan tijdige betaling vervalt de aanvraag van de vereniging of organisatie. Na het evenement zal het verbruik per factuur aangerekend worden aan de aanvrager op basis van de opgenomen meterstand. Artikel 5: De gemeentelijke afgevaardigde geeft een sleutel mee aan de gebruiker om de installatie in dienst (er is een automaat per stopcontact) te kunnen stellen op voorwaarde dat de vereniging of organisatie een geldig attest voorlegt inzake de jaarlijkse keuring van zijn binneninstallatie (zie ook verder). Voor deze sleutel wordt een waarborg van 25 euro aangerekend. Bij het terug indienen van deze sleutel bij de dienst grondgebiedszaken krijgt men deze borg terug. De gemeentelijke afgevaardigde wijst aan de vereniging of organisatie het stopcontact (nummer) / de stopcontacten (nummers) / stroomkring op de gemeentelijke aansluitkast aan waartoe deze toegang bekomt en noteert de gegevens met het oog op controle tijdens het gebruik van de kast. De gemeentelijke aansluitkast moet te allen tijde gemakkelijk toegankelijk blijven voor de gemeentelijke afgevaardigde, zodat het toezicht steeds mogelijk is. Aansluitkabel van de exploitant Met het oog op het aftakken van de eigen installatie levert de vereniging of organisatie een soepele kabel met versterkte buitenmantel volgens NBN C32-131 H07RN-F (CTFB-N) van een aan het installatievermogen aangepaste geleiderdoorsnede en voorzien van de overeenkomende industriële EN 60309-1 / en 60309-2 stekker, nl. minimum 5 G 6 met stekker 32 A of minimum 5 G 10 met stekker 63 A. Voor eenfasige toepassingen moet H07RN-F (CTFB-N) kabel 3 G 6 of 3 G 10 worden gebruikt met tweepolige stekker met aarding EN 60309-1 / EN 60309-2. Aarding Wat de terbeschikkingstelling van de aarding betreft, geldt het volgende principe :
02.12.2013
56
1. Indien voor de vereniging of organisatie omwille van het regelmatig karakter een gemeentelijke vaste aansluitkast voorzien is, wordt de aarding ter beschikking gesteld van de vereniging of organisatie. In dit geval moet de kabel die gebruikt wordt voor de verbinding met de gemeentelijke aansluitkast uitgerust zijn met een groen/gele geleider. 2. Indien het om een plaats gaat met een occasioneel karakter, moet de vereniging of organisatie op eigen kosten een aarding plaatsen. In dit geval moet hij de aarding laten controleren door een erkend organisme. De aansluiting zal slechts na controle kunnen worden uitgevoerd. Een aansluitkabel die een groen/gele geleider bevat, mag niet aangesloten worden op de aarding van de vereniging of organisatie. De vereniging of organisatie zal bij iedere aansluiting van zijn verbindingskabel op de gemeentelijke aansluitkast de continuïteit van de aardgeleider controleren. De verbinding van de aardgeleider met het verdeelbord van de eigen installatie van de vereniging of organisatie moet op een correcte wijze worden uitgevoerd. Automatische differentieelschakelaar Overeenkomstig artikel 97.02 van het AREI moeten de beschermingsgeleiders, welke ook de voedingswijze is, met uitzondering van zeer lage voedingsspanning, verbonden zijn met een aardelektrode, waarvan de spreidingsweerstand niet groter is dan 500 ohm. Alle stroombanen van de installaties van de vereniging of organisatie, met uitzondering van deze, gevoed op zeer lage veiligheidsspanning, moeten ten minste beschermd zijn door een automatische differentieelschakelaar waarvan de aanspreekstroom niet groter is dan 100 mA of door een beschermingsinrichting tegen elektrische schokken bij onrechtstreekse aanraking met een gelijkwaardige veiligheid. De test van de automatische differentieelschakelaars zoals voorzien in artikel 85.12 van het AREI dient door de vereniging of organisatie te worden uitgevoerd onmiddellijk na de verbinding van de stekker in de gemeentelijke aansluitkast. De test moet uitwijzen dat de voeding werkelijk onderbroken wordt. Ieder verslag van een erkend keuringsorganisme moet de aanwezigheid van deze differentieelschakelaar vermelden. Jaarlijkse keuring De aarding en de differentieelschakelaar(s) van de installatie van de vereniging of organisatie dienen jaarlijks te worden gekeurd door een erkend keuringsorganisme. De gemeentelijke afgevaardigde heeft elk moment het recht om het attest inzake jaarlijkse keuring van de vereniging of organisatie in te zien. Indien de gemeentelijke afgevaardigde oordeelt dat de bepalingen van het AREI worden overtreden en / of dat de veiligheid in het gedrang komt, heeft hij de bevoegdheid om alle verdere toegang onmiddellijk te weigeren. In geval van twijfel kan hij een beroep doen op de knowhow van de distributienetbeheerder. Elke onrechtmatige toegang of onderverhuring door de vereniging of organisatie zal gerechtelijk worden vervolgd. Artiekl 6: De gemeente stelt naar best vermogen de aangeboden energie ter beschikking via de aansluitkast aan de vereniging of organisatie. Nochtans kan de gemeente niet aansprakelijk worden gesteld voor onderbrekingen en dient zij in dit geval noch een schadevergoeding noch een vermindering van de gebruiksvergoeding aan de vereniging of organisatie toe te staan. De vereniging of organisatie dient de nodige schikkingen te treffen om iedere oorzaak van beschadiging te vermijden. Hij is aansprakelijk voor alle schade die hij door onoordeelkundig gebruik aan de gemeentelijke aansluitkast veroorzaakt. Hij dient de gemeentelijke afgevaardigde onmiddellijk op de hoogte stellen van elke beschadiging, afwijking of elke niet-conformiteit aan de wettelijke voorschriften die hij redelijkerwijze kan vaststellen. De vereniging of organisatie dient verzekerd te zijn voor de schade die hij door het gebruik van de gemeentelijke aansluitkast aan deze kast en aan derden kan veroorzaken. Artikel 7: Ingeval van betwisting tussen de gemeente en de vereniging of organisatie is het de meest gerede partij die het geschil aanhangig maakt bij het vredegerecht of de bevoegde rechtbank van het gerechtelijk arrondissement van de gemeente. Artikel 8: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
02.12.2013
57
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ ---------------34. Retributie voor terbeschikkingstelling van elektriciteit op foren en kermissen. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond De artikels 42 en 43 van het Gemeentedecreet zijn van toepassing. Feiten, Context, Argumentatie Het stedelijk reglement betreffende de retributie voor terbeschikkingstelling van elektriciteit op foren en kermissen van 6 juni 2011 vervalt op 31 december 2013. De distributienetbeheerder mag sinds de liberalisering van de elektriciteitsmarkt zelf geen elektriciteit meer leveren en mag onmogelijk nog zelf eigenaar / beheerder zijn van de aansluitkasten die dienen ten behoeve van allerhande publieke openluchtactiviteiten zoals kermissen, buurtfeesten, e.d.; Vandaar dat de stad dit op zich heeft genomen zodat activiteiten toch over de nodige voorzieningen zouden beschikken. Een minimale vergoeding hiervoor lijkt dan ook meer dan verantwoord. Gelet op de financiële toestand van de gemeente. Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad Artikel 1: Er wordt voor de dienstjaren 2014 tot en met 2019 een gemeentelijke retributie gevestigd voor het ter beschikkingstellen van elektriciteit op foren en kermissen. Artikel 2: De gemeente stelt aan de foorexploitant een vaste gemeentelijke aansluitkast ter beschikking voor elektriciteitsleveringen in laagspanning op een openbare plaats op haar grondgebied, ten behoeve van foorattracties. De foorexploitant mag deze kast niet voor andere doeleinden en ook niet ten behoeve van derden aanwenden. Het college van burgemeester en schepenen dient vooraf zijn toestemming te geven voor elke toegang tot de gemeentelijke aansluitkast. Artikel 3: De kandidaat-energiegebruiker richt de aanvraag voor de toegang tot de gemeentelijke aansluitkast schriftelijk aan het college van burgemeester en schepenen, dit minstens 60 kalenderdagen voor het betrokken evenement. De aanvraag gebeurt door de foorexploitant, op speciaal daartoe bestemde formulieren, verkrijgbaar bij de dienst foren op het Stadhuis. De kandidaat-energiegebruiker kan ook terecht bij deze dienst voor alle verdere inlichtingen. Het college van burgemeester en schepenen deelt binnen 15 kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag zijn beslissing mede aan de vereniging of organisatie. Artikel 4: De retributie wordt vastgesteld op : 1. Aansluitingskosten 16 A 2 fase 220 V 5,00 euro 20 A 2 fase 220 V 15,00 euro 32 A 2 fase 220 V 40,00 euro 32 A 3 fase 380 V 70,00 euro 63 A 3 fase 380 V 100,00 euro >63 A 3 fase 380 V zelf te zorgen voor energiebron (elektrogroep) de Per aansluiting op de foorkasten of aftappen in 2 graad per kring afnemer (Hoofdaansluiting) Opmerking: vallen hier niet onder woonwagens ten behoeve van de foorreizigers / exploitanten / personeel die reeds een rechtstreekse aansluiting hebben van de attractie. 2. Verbruik een forfaitair vaste vergoeding per foor per attractie I. per attractie in categorie van verbruik woonwagens niet inbegrepen A. Frituren e.d. Zijnde attracties – eetgelegenheden met bereiding van goederen en het gebruik van professionele frigo’s of dergelijke. 1. Vanaf diepte > 4 m 250,00 euro 2. Tot 4 m diepte 125,00 euro B. Kleine attracties tot diam. 10 m of tot 12 m diepte
02.12.2013
Artikel 5:
58
Zijnde attracties die werken met een motor of een vermoedelijke aansluiting van meer dan 32 A 3 fazig bv. Kindermolens, lunaparken,… 50,00 euro C. attracties tot diepte van 7 m: Zijnde kleine attracties waarvan de werking niet gebeurt door een centrale zware motor en de gebruiker de handelingen manueel dient uit te voeren en vermoedelijk een 2 fazige aansluiting zal aanvragen. bv. Ballenspel, visspel, schiettent, boogschieten, … 20,00 euro D. Andere attracties de welke niet specifiek vermeld zijn in de 3 voorgaande categorieën, worden door het Schepencollege ondergebracht in één van bovenvermelde. II. woonwagen Dewelke worden geplaatst op het foorplein Woonwagen < 6 m (caravans) 15,00 euro Woonwagen > 6 m 50,00 euro De retributie dient betaald vóórdat aan de foorexploitant toegang verleend wordt tot de meterkast en binnen de 10 kalenderdagen na ontvangst van de factuur die wordt overgemaakt door de gemeente aan de vereniging of organisatie samen met de toestemming van het college van burgemeester en schepenen. Bij gebrek aan tijdige betaling vervalt de aanvraag van de vereniging of organisatie. De gemeentelijke afgevaardigde zet de installatie in dienst (er is een automaat per stopcontact) op voorwaarde dat de foorexploitant een geldig attest voorlegt inzake de jaarlijkse keuring van zijn binneninstallatie (zie ook verder). De gemeentelijke afgevaardigde wijst aan de vereniging of organisatie het stopcontact (nummer) / de stopcontacten (nummers) / stroomkring op de gemeentelijke aansluitkast aan waartoe deze toegang bekomt en noteert de gegevens met het oog op controle tijdens het gebruik van de kast. De gemeentelijke aansluitkast moet te allen tijde gemakkelijk toegankelijk blijven voor de gemeentelijke afgevaardigde, zodat het toezicht steeds mogelijk is. Aansluitkabel van de exploitant Met het oog op het aftakken van de eigen installatie levert de vereniging of organisatie een soepele kabel met versterkte buitenmantel volgens NBN C32-131 H07RN-F (CTFB-N) van een aan het installatievermogen aangepaste geleiderdoorsnede en voorzien van de overeenkomende industriële EN 60309-1 / en 60309-2 stekker, nl. minimum 5 G 6 met stekker 32 A of minimum 5 G 10 met stekker 63 A. Voor eenfasige toepassingen moet H07RN-F (CTFB-N) kabel 3 G 6 of 3 G 10 worden gebruikt met tweepolige stekker met aarding EN 60309-1 / EN 60309-2. Aarding Wat de terbeschikkingstelling van de aarding betreft, geldt het volgende principe: 1. Indien voor de vereniging of organisatie omwille van het regelmatig karakter een gemeentelijke vaste aansluitkast voorzien is, wordt de aarding ter beschikking gesteld van de vereniging of organisatie. In dit geval moet de kabel die gebruikt wordt voor de verbinding met de gemeentelijke aansluitkast uitgerust zijn met een groen/gele geleider. 2. Indien het om een plaats gaat met een occasioneel karakter, moet de vereniging of organisatie op eigen kosten een aarding plaatsen. In dit geval moet hij de aarding laten controleren door een erkend organisme. De aansluiting zal slechts na controle kunnen worden uitgevoerd. Een aansluitkabel die een groen/gele geleider bevat, mag niet aangesloten worden op de aarding van de vereniging of organisatie. De vereniging of organisatie zal bij iedere aansluiting van zijn verbindingskabel op de gemeentelijke aansluitkast de continuïteit van de aardgeleider controleren. De verbinding van de aardgeleider met het verdeelbord van de eigen installatie van de vereniging of organisatie moet op een correcte wijze worden uitgevoerd. Automatische differentieelschakelaar Overeenkomstig artikel 97.02 van het AREI moeten de beschermingsgeleiders, welke ook de voedingswijze is, met uitzondering van zeer lage voedingsspanning, verbonden zijn met een aardelektrode, waarvan de spreidingsweerstand niet groter is dan 500 ohm. Alle stroombanen van de installaties van de vereniging of organisatie, met uitzondering van deze, gevoed op zeer lage veiligheidsspanning, moeten ten minste beschermd zijn door een automatische differentieelschakelaar waarvan de aanspreekstroom niet groter is
02.12.2013
Artikel 6:
Artikel 7:
Artikel 8:
59
dan 100 mA of door een beschermingsinrichting tegen elektrische schokken bij onrechtstreekse aanraking met een gelijkwaardige veiligheid. De test van de automatische differentieelschakelaars zoals voorzien in artikel 85.12 van het AREI dient door de vereniging of organisatie te worden uitgevoerd onmiddellijk na de verbinding van de stekker in de gemeentelijke aansluitkast. De test moet uitwijzen dat de voeding werkelijk onderbroken wordt. Ieder verslag van een erkend keuringsorganisme moet de aanwezigheid van deze differentieelschakelaar vermelden. Jaarlijkse keuring De aarding en de differentieelschakelaar(s) van de installatie van de vereniging of organisatie dienen jaarlijks te worden gekeurd door een erkend keuringsorganisme. De gemeentelijke afgevaardigde heeft elk moment het recht om het attest inzake jaarlijkse keuring van de vereniging of organisatie in te zien. Indien de gemeentelijke afgevaardigde oordeelt dat de bepalingen van het AREI worden overtreden en / of dat de veiligheid in het gedrang komt, heeft hij de bevoegdheid om alle verdere toegang onmiddellijk te weigeren. In geval van twijfel kan hij een beroep doen op de knowhow van de distributienetbeheerder. Elke onrechtmatige toegang of onderverhuring door de vereniging of organisatie zal gerechtelijk worden vervolgd. De gemeente stelt naar best vermogen de aangeboden energie ter beschikking via de aansluitkast aan de vereniging of organisatie. Nochtans kan de gemeente niet aansprakelijk worden gesteld voor onderbrekingen en dient zij in dit geval noch een schadevergoeding noch een vermindering van de gebruiksvergoeding aan de vereniging of organisatie toe te staan. De vereniging of organisatie dient de nodige schikkingen te treffen om iedere oorzaak van beschadiging te vermijden. Hij is aansprakelijk voor alle schade die hij door onoordeelkundig gebruik aan de gemeentelijke aansluitkast veroorzaakt. Hij dient de gemeentelijke afgevaardigde onmiddellijk op de hoogte stellen van elke beschadiging, afwijking of elke niet-conformiteit aan de wettelijke voorschriften die hij redelijkerwijze kan vaststellen. De vereniging of organisatie dient verzekerd te zijn voor de schade die hij door het gebruik van de gemeentelijke aansluitkast aan deze kast en aan derden kan veroorzaken. Ingeval van betwisting tussen de gemeente en de vereniging of organisatie is het de meest gerede partij die het geschil aanhangig maakt bij het vredegerecht of de bevoegde rechtbank van het gerechtelijk arrondissement van de gemeente. Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------35. Retributiereglement aansluiten riolering en gebruik IBA’s – gebruiksovereenkomst IBA’s. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond De wet van 26 maart 1971 inzake bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, gewijzigd bij decreten van 22 december 1995, 8 juli 1996, 12 december 1998, 21 december 2001, 24 december 2004 en 23 december 2005. De artikels 42 en 43 van het gemeentedecreet zijn van toepassing. Er wordt eveneens verwezen naar het aangepast zoneringsplan goedgekeurd door de gemeenteraad van 7 juli 2008. Feiten, Context, Argumentatie Het stedelijk reglement betreffende de retributie op het aansluiten van riolering en gebruik IBA’s van 3 november 2008, gewijzigd op 2 maart 2009, vervalt op 31 december 2013. Bescherming van het leefmilieu is een der prioritaire opdrachten van de gemeente. Hiertoe behoort ook de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging. Met de zoneringsplannen wordt aangegeven waar openbare riolering met gescheiden stelsel komt en welke woningen niet kunnen worden aangesloten op het gemeentelijk rioolstelsel. Eigenaars van
02.12.2013
60
deze woningen moeten zelf instaan voor de zuivering van het afvalwater door middel van een installatie voor de Individuele Behandeling van Afvalwater IBA). Het gemeentebestuur investeert sterk in de aanleg van gescheiden rioleringssystemen. Het Vlaams gewest en de gemeente leggen bij (her)nieuwbouw en verbouwing de gescheiden aanleg van afval- en hemelwaterwaterleiding tot aan de perceelsgrens op in de bouwvergunning. Het is noodzakelijk dat waar het gescheiden rioleringssysteem aangelegd is of wordt aangelegd de bestaande woningen aangesloten worden op dit stelsel. Daarnaast dient de zuivering van het afvalwater in de zones waar geen gescheiden rioleringssysteem voorzien is te gebeuren door de plaatsing van een installatie voor de Individuele Behandeling van Afvalwater IBA). De timing voor het plaatsen van de IBA wordt bepaald in het Gebiedsdekkend Uitvoeringsplan (GUP). Het plaatsen van IBA’s is duur en vergt een specifieke kennis, zowel wat betreft de plaatsing als het onderhoud. De praktijk heeft aangetoond dat IBA’s waarvan de aankoop en het beheer overgelaten wordt aan de burger na verloop van tijd nog nauwelijks functioneren. De gemeente wenst zelf over te gaan tot het aankopen, plaatsen en beheren van de IBA’s in de zones waar de woningen niet worden aangesloten op het gemeentelijk rioolstelsel. Niettegenstaande de grote financiële inspanning is de gemeente toch genoodzaakt om hiervoor een vergoeding aan te rekenen. Deze vergoeding wordt op hetzelfde niveau geplaatst als de vergoeding die zal worden aangerekend voor de aansluiting op het gemeentelijk rioolstelsel. Er wordt rekening gehouden met de financiële toestand van de gemeente. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad : Artikel 1 : Er wordt voor de dienstjaren 2014 tot en met 2019 een gemeentelijke retributie gevestigd voor volgende feiten : a) de uitvoering door het gemeentebestuur of de door haar aangestelden, van de aansluiting van afvalwater en/of hemelwater op een gemengde of afvalwaterriool b) voor het plaatsen en aansluiten door het gemeentebestuur of de door haar aangestelden van een IBA, installatie voor de individuele behandeling van afvalwater, waarbij de eigenaar zijn saneringsplicht heeft overgedragen aan de gemeente door middel van een overeenkomst. Artikel 2 : Het aangepast zoneringsplan, goedgekeurd door de gemeenteraad van 7 juli 2008, bepaalt welke woningen wel en welke woningen niet kunnen aangesloten worden op het gemeentelijk rioolstelsel. Voor woningen die niet kunnen aangesloten worden op het gemeentelijk rioleringsstelsel dient de eigenaar zelf in te staan voor de zuivering van het afvalwater door middel van een installatie voor de Individuele Behandeling van Afvalwater (IBA) of de eigenaar kan kiezen om zijn saneringsplicht, door middel van de overeenkomst, ‘Overeenkomst voor ter beschikkingstelling van een installatie voor Individuele Behandeling van Afvalwater’, over te dragen aan de Stad. Ten behoeve van het beheer van de IBA’s wordt de gemeentelijke saneringsbijdrage en –vergoeding bepaalt op de maximale door de Vlaamse Overheid toegelaten bijdrage conform het decreet houdende de bepalingen tot begeleiding van de begroting dd. 21 december 2007 en haar eventuele bijwerkingen. Artikel 3 : Per aansluiting van het afvalwater en/of hemelwater op een gemengde of afvalwaterriool conform artikel 1 a) wordt de retributie vastgesteld op 1.500,00 euro exclusief btw. Artikel 4 : Voor het plaatsen en aansluiten van een IBA conform artikel 1 b) wordt de retributie vastgesteld op 1.500,00 euro exclusief btw. Artikel 5 : De retributie op het plaatsen en aansluiten van een IBA is niet van toepassing indien de installatie van de IBA geen element uitmaakt van een overeenkomst tussen de Stad, de eigenaar en de gebruiker en aldus een individuele saneringsplicht van de eigenaar is gebleven. Artikel 6 : De retributie is verschuldigd door de eigenaar van het gebouw waarvoor de werken werden gerealiseerd. Artikel 7 : De retributie wordt betaald na beëindiging der werken. Artikel 8 : Bij niet-betaling in der minne zal de invordering geschieden overeenkomstig de bepalingen van het gemeentedecreet. Artikel 9 : Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
02.12.2013
61
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------36. Retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond De artikels 42 en 43 van het Gemeentedecreet zijn van toepassing. Feiten, Context, Argumentatie Het retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein van 8 november 2010 vervalt op 31 december 2013. De gemeente en de burgers worden voortdurend geconfronteerd met de plaatsing van en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op gemeentelijk grondgebied. Deze nutsvoorzieningen vergen werkzaamheden langs de gemeentelijke wegen en hebben aldus een impact op het openbaar domein. Gezien de goedkeuring door de gemeente van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen die tot doel heeft een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, ten einde de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden. Deze Code werd opgemaakt door een overlegplatform bestaande uit een delegatie van nutsbedrijven en een delegatie van de gemeenten, de Vlaamse Administratie van Wegen en Verkeer en van Binnenlandse Aangelegenheden. Op het vlak van het onderhoud en de herstellingen moeten ook geregeld dringende werken worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening en dat er daarnaast een aantal werken zijn zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein. Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente. Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad: Artikel 1: Algemeen Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen. Permanente nutsvoorzieningen zijn : alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen,…), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten , palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten…) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof, telecommunicatie, radiodistributie en kabeltelevisie, de transmissie van enigerlei data, ongeacht of een privé-gebruiker al dan niet op die installaties kan aangesloten worden. alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg worden eveneens aanzien als nutsvoorzieningen. De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de gemeente. Onderhavig retributiereglement wordt gevestigd voor de dienstjaren 2014 tot en met 2016. Artikel 2: Retributie naar aanleiding van sleufwerken De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per lopende meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt voor werken in rijwegen 2,00 euro, voor werken in voetpaden 1,50 euro en voor werken in aardewegen 0,90 euro. Wanneer in dezelfde sleuf gelijktijdig werken uitgevoerd worden voor twee of meer nutsvoorzieningen bedraagt voormelde retributie voor de eigenaar van elke nutsvoorziening 60 % van hogervermelde bedrag(en).
02.12.2013
Artikel 3:
Artikel 4:
Artikel 5:
62
Een begonnen dag geldt voor een volledige dag. Elk deel van een lopende meter wordt als een volledige lopende meter in rekening gebracht. Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1 euro per op het grondgebied van de gemeente aanwezig aansluitingspunt. Deze retributie is verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de gemeente. Inning De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen. Definitief karakter Indien geen bezwaren worden ingediend gedurende het openbaar onderzoek zal deze verordening als definitief worden aanzien en aan de hogere overheid worden toegezonden voor toepassing van het algemeen toezicht.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------37. Reglement tot het vaststellen van de voorwaarden en het innen van retributies bij gebruik van diverse stedelijke infrastructuur. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond Artikels 42 en 43 van het gemeentedecreet zijn van toepassing. Feiten, Context, Argumentatie Het stedelijk reglement betreffende het vaststellen van de voorwaarden en het innen van retributie bij gebruik van diverse stedelijke infrastructuur van 2 juli 2012 vervalt op 31 december 2013. Er wordt voor een termijn eindigend op 31 december 2019 een retributie gevestigd op het gebruik van de stedelijke infrastructuur. De infrastructuur waarop dit reglement van toepassing is, is eigendom van de Stad Ieper, Grote Markt 34, 8900 Ieper, en kan gebruikt worden door derden. Rekening houdende met de financiële toestand van de gemeente, en op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen, leggen we onderstaande reglement aan de gemeenteraad voor. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad: HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen Artikel 1: Er wordt voor de dienstjaren 2014 tot en met 2019 een retributie gevestigd op het gebruik van de stedelijke infrastructuur. De infrastructuur waarop dit reglement van toepassing is, is eigendom van de Stad Ieper, Grote Markt 34, 8900 Ieper, en kan gebruikt worden door derden. Het betreft: Stadhuis (Conferentiezaal, Raadzaal), Lakenhallen (Koninklijke Zaal, Museumcafé), Kruitmagazijn en Poortwachtershuis, De Kazematten, Concertzaal Academies, Zaal Alfa en Omega Bibliotheek/Archief, Auris-centrum. Artikel 2: Het gebruik van bovenvermelde stadsinfrastructuur is in principe mogelijk voor elke persoon, vereniging of firma, voor elke activiteit met een publiek karakter. Onder ‘activiteit met een publiek karakter’ wordt begrepen: een activiteit die ruimer gaat dan de louter private familiekring, opengesteld voor een breed publiek, voor alle leden van een vereniging,… Onder vereniging wordt verstaan: een vzw, feitelijke vereniging, openbare dienst, school, politieke partij, erkende religies en de georganiseerde vrijzinnigheid. Onder firma wordt verstaan: een vennootschap onder de rechtsvorm van maatschap, VOF, BVBA of NV. In geen enkele van de vermelde infrastructuur zijn fuiven mogelijk. Voor elke infrastructuur zijn er specifieke mogelijkheden en beperkingen die in dit reglement bepaald worden.
02.12.2013
Artikel 3:
Artikel 4:
Artikel 5:
Artikel 6:
63
Eigen activiteiten van de stad, het OCMW en hun diensten en verzelfstandigde entiteiten, en activiteiten die, na beslissing hierover door het College van Burgemeester en Schepenen, georganiseerd worden met medewerking van de Stad Ieper vallen buiten dit reglement. De gebruiker dient zich te allen tijde te houden aan de voorschriften inzake openbare veiligheid, openbare orde, brandveiligheid, rookverbod, enz. die van toepassing zijn in openbare gebouwen. De gebruiker zal bovendien alle vigerende wetten, decretale en reglementaire voorschriften respecteren en (doen) naleven. De aanvraag voor het gebruik van stadsinfrastructuur wordt ten vroegste één jaar en ten laatste één maand voor de activiteit gericht aan de beheerder die vermeld wordt bij de infrastructuur in kwestie (behalve voor Zaal Alfa en Omega, waar de aanvraag ten vroegste 60 dagen vóór de activiteit kan gebeuren). De beheerder behandelt de aanvraag binnen een redelijke termijn, en bezorgt in elk geval een antwoord aan de aanvrager. De tijd nodig voor eventuele opbouw en afbouw moet inbegrepen zijn in de aanvraag. In geval van verschillende aanvragen voor eenzelfde datum, krijgt de aanvraag die het eerst ingediend werd voorrang. De aanvrager moet steeds de organisator zijn; indien dit niet het geval is, worden de betrokken aanvrager en organisator gedurende twee jaar uitgesloten van gebruik van de stadsinfrastructuur. Indien de aanvraag valt binnen de voorwaarden van dit reglement en indien de infrastructuur in kwestie ter beschikking is op het gevraagde tijdstip, geeft de beheerder een positief antwoord aan de aanvrager. Indien de aanvraag een lange periode van gebruik betreft, of in geval van twijfel, legt de beheerder de aanvraag voor aan het College van Burgemeester en Schepenen. In geval van overmacht (natuurrampen, brand, staking, enz.) of wegens wettige redenen (verkiezingen, opeising door hogere overheden) vervalt de huurovereenkomst zonder enige aanspraak op schadevergoeding. Voor het afhalen en terugbrengen van de sleutel of afspraken m.b.t. het openen en sluiten van de infrastructuur moet de gebruiker duidelijke afspraken maken met de beheerder. De gebruiker moet zelf instaan voor het klaarzetten van de zaal. Er wordt geen technische ondersteuning voorzien door de beheerder. De gebruiker wordt geacht de infrastructuur te gebruiken als een goede huisvader. Van de gebruiker wordt verwacht dat hij toezicht houdt op het rationeel gebruik van energie tijdens het gebruik. De gebruiker moet de infrastructuur na gebruik in de oorspronkelijke staat achterlaten (eventuele opmerkingen over de staat van de infrastructuur moeten voor ingebruikname gemeld worden). Afval moet door de gebruiker meegenomen worden. Indien de infrastructuur niet in behoorlijke staat achtergelaten wordt, zullen de kosten voor de schoonmaak door de Stad Ieper gefactureerd worden aan de gebruiker (met een minimum van 100 euro). De Stad Ieper heeft voor deze stadsinfrastructuur een verzekering tegen brand en een verzekering voor haar burgerlijke aansprakelijkheid. De gebruiker zal zelf instaan voor eventuele andere verzekeringen, rekening houdende met zijn aansprakelijkheden en risico’s. Het bedrag van de retributie wordt steeds vermeld per activiteit per dag; alle kosten zijn inclusief. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen: Categorie A
een niet-commerciële activiteit van een Ieperse vereniging (= met (hoofd)zetel of domicilie te Ieper)
Categorie B
een niet-commerciële culturele activiteit van een niet-Ieperse vereniging of van een Ieperse particuliere aanvrager
Categorie C
een commerciële activiteit, een activiteit van een firma
HOOFDSTUK 2 Stadhuis Artikel 7: Beheerder: Secretariaat Stad Ieper, Grote Markt 34, 8900 Ieper, tel. 057 239 200, mail
[email protected] Artikel 8: In het Stadhuis kan de Conferentiezaal door derden gehuurd worden, en in beperkte mate de Raadzaal. In de Conferentiezaal kunnen enkel activiteiten voor een zittend publiek georganiseerd worden. Omwille van de specificiteit van de Raadzaal moeten aanvragen voor deze zaal steeds aan het College van Burgemeester en Schepenen worden voorgelegd.
02.12.2013
64
Als de activiteit plaats heeft buiten de normale openingsuren van het stadhuis, is de inrichter verantwoordelijk voor een permanent toezicht bij de buitendeur zolang deze niet is afgesloten. Bij het verlaten van het gebouw dient hij bijzondere aandacht te besteden aan het sluiten van de buitendeur. De lift kan om veiligheidsredenen buiten de kantooruren enkel de eerste verdieping bereiken. Wie buiten de kantooruren de lift tot de hoogste verdiepingen (o.a. Conferentiezaal) wenst te gebruiken, kan een liftsleutel afhalen bij de communicatiedienst (tijdens de kantooruren). De tarieven voor het gebruik van de Conferentiezaal zijn: Categorie A
10 euro per activiteit per dag
Categorie B
40 euro per activiteit per dag
Categorie C
80 euro per activiteit per dag
HOOFDSTUK 3 Lakenhallen Artikel 9: Beheerder: Dienst Toerisme, Grote Markt 34, 8900 Ieper, tel. 057 239 220, mail
[email protected] Artikel 10: Koninklijke Zaal & Museumcafé De Koninklijke Zaal kan gebruikt worden door derden elk jaar van 15 november tot 28 februari, telkens met een mogelijke marge in beide richtingen (afhankelijk van opbouw/afbouw van tijdelijke tentoonstellingen). De capaciteit van de Koninklijke Zaal is beperkt tot 340 personen na de sluitingsuren van het In Flanders Fields Museum en 180 personen tijdens de openingsuren van het In Flanders Fields Museum. Indien de activiteit geheel of gedeeltelijk valt buiten de openingsuren van het In Flanders Fields Museum dient de gebruiker voor de catering verplicht beroep te doen op de concessiehouder van het Museumcafé. In de Koninklijke Zaal zijn enkel staande recepties en koude maaltijden aan tafel toegelaten, geen warme maaltijden. De Koninklijke Zaal heeft een zeer beperkte basisuitrusting. De tarieven voor het gebruik van de Koninklijke zaal zijn: Categorie A
62,50 euro per activiteit per dag
Categorie B
250 euro per activiteit per dag
Categorie C
500 euro per activiteit per dag
Het Museumcafé kan door derden gebruikt worden na sluitingstijd van het museum (elke dag vanaf 18u, in de periode 16 november - 31 maart vanaf 17u). De catering gebeurt steeds door de concessiehouder. In het Museumcafé zijn geen tentoonstellingen en beurzen toegelaten, met uitzondering van kleine fototentoonstellingen van stedelijke diensten i.s.m. het In Flanders Fields Museum of Toerisme Ieper. De tarieven voor het gebruik van het Museumcafé zijn: Categorie A
gratis
Categorie B
gratis
Categorie C
gratis
HOOFDSTUK 4 Kruitmagazijn en Poortwachtershuis Artikel 11: Beheerder: Dienst Toerisme, Grote Markt 34, 8900 Ieper, tel. 057 239 220, mail
[email protected]. Voor de sleutel wordt een waarborg van 10 euro gevraagd. Artikel 12: Het Kruitmagazijn en het Poortwachtershuis worden overdag hoofdzakelijk gebruikt in het kader van toeristische wandelingen met stadsgids, en voor educatieve activiteiten van de dienst toerisme en musea. Ze kunnen ook gebruikt worden voor dagactiviteiten die het voorgaande niet hinderen en voor avondactiviteiten. De aanvrager dient rekening te houden met een beperkt comfort wat betreft verwarming en sanitair in het Kruitmagazijn en het ontbreken van verwarming en sanitair in het Poortwachtershuis.
02.12.2013
65
De tarieven voor het gebruik van deze ruimtes zijn: Categorie A
10 euro per activiteit per dag
Categorie B
40 euro per activiteit per dag
Categorie C
niet mogelijk
HOOFDSTUK 5 De Kazematten Artikel 13: De beheerder wordt aangeduid door de Stad Ieper. Artikel 14: In De Kazematten bevinden zich een polyvalente vergaderzaal met een capaciteit tot 100 personen en enkele polyvalente ruimtes voor vergaderingen, tentoonstellingen, educatieve activiteiten (lezing, voordracht, cursus, academische zitting, workshop, vernissage), socioculturele ontspanningsactiviteiten. Podiumactiviteiten zijn in principe niet mogelijk, tenzij zeer beperkt in de marge van een andere activiteit (bijv. opluisteren van een educatieve activiteit). De catering (enkel drank) gebeurt steeds door de concessiehouder. Indien er extra catering nodig is, gebeurt dit steeds in overleg met en na goedkeuring door de concessiehouder. De deelruimte met de cafetaria is niet beschikbaar voor afzonderlijk gebruik behalve na overleg met en akkoord van de concessiehouder. De tarieven voor het gebruik van deze ruimtes per deelruimte zijn: Categorie A
15 euro per activiteit per dag
Categorie B
60 euro per activiteit per dag
Categorie C
120 euro per activiteit per dag
HOOFDSTUK 6 Concertzaal dé Academie Artikel 15: Beheerder: dé Academie, Weverijstraat 35, 8900 Ieper, tel. 057 239 460,
[email protected] Artikel 16: In de Concertzaal kunnen enkel podiumactiviteiten en educatieve activiteiten georganiseerd worden. Onder podiumactiviteiten worden verstaan: muziekconcerten, theater- en dansvoorstellingen, audiovisuele activiteiten, repetities. Onder educatieve activiteiten worden verstaan: cursussen, voordrachten, academische zittingen,… en alle activiteiten die als doel hebben kennis of vaardigheid aan te leren. Het gebruik van de vleugelpiano is inbegrepen, maar bij intensief gebruik dient door de gebruiker een stembeurt betaald te worden. Activiteiten van leerkrachten van dé Academie Ieper worden beschouwd als eigen activiteiten van de beheerder. Repetities van Ieperse podiumkunstenverenigingen zijn gratis. De tarieven voor het gebruik van deze ruimte zijn: Categorie A
15 euro per activiteit per dag
Categorie B
60 euro per activiteit per dag
Categorie C
niet mogelijk
HOOFDSTUK 7 Zaal Alfa en Omega Bibliotheek/Archief Artikel 17: Beheerder: Bibliotheek/Archief, Weverijstraat 7-9, 8900 Ieper, tel. 057 239 420,
[email protected],
[email protected] Artikel 18: Zaal Alfa en Omega wordt in eerste instantie gebruikt voor de werking van bibliotheek en archief (vergaderingen, bibliotheekbezoeken, tentoonstellingen, auteurslezingen, wetenschappelijke congressen,…). In de (beperkte) resterende tijd kan deze zaal ook door derden gebruikt worden tijdens de openingsuren van deze diensten. In Zaal Alfa en Omega kunnen enkel vergader- en educatieve activiteiten georganiseerd worden. De tarieven voor het gebruik van deze ruimte zijn: Categorie A
gratis
02.12.2013
66
Categorie B
15 euro per activiteit per dag
Categorie C
niet mogelijk
HOOFDSTUK 8 Auris-centrum Artikel 19: De beheerder wordt aangeduid door de Stad Ieper. Artikel 20: Het Atrium biedt plaats aan 500 personen staand. De tarieven voor het gebruik van deze ruimte zijn: Categorie A
40 euro per activiteit per dag
Categorie B
160 euro per activiteit per dag
Categorie C
320 euro per activiteit per dag
In de Ever Meulen Lounge kunnen enkel activiteiten voor een zittend publiek georganiseerd worden. De inrichting bestaat uit vast meubilair en kan niet gewijzigd worden. De tarieven voor het gebruik van deze ruimte zijn: Categorie A
30 euro per activiteit per dag
Categorie B
120 euro per activiteit per dag
Categorie C
240 euro per activiteit per dag
Het Auditorium beschikt over 230 zitplaatsen. In het Auditorium kunnen enkel activiteiten voor een zittend publiek georganiseerd worden. Het Auditorium is voorzien van een afzonderlijke technische ruimte/regiekamer, en beschikt over uitstekende akoestische eigenschappen en perfecte zichtlijnen: spreekgestoelte en scherm zijn vanaf elke zitplaats optimaal zichtbaar. De tarieven voor het gebruik van deze ruimte zijn: Categorie A
50 euro per activiteit per dag
Categorie B
200 euro per activiteit per dag
Categorie C
400 euro per activiteit per dag
De Trefpunten zijn kleine vergaderzalen. Zij bieden plaats aan groepen tussen 10 en 30 personen. De tarieven voor het gebruik van deze ruimte zijn: Categorie A
5 euro per activiteit per dag
Categorie B
20 euro per activiteit per dag
Categorie C
40 euro per activiteit per dag
De catering (drank, maaltijden) in het Auris-centrum gebeurt steeds door de concessiehouder. HOOFDSTUK 9 Slotbepalingen Artikel 21: Het College van Burgemeester en Schepenen wordt belast met de uitvoering van dit reglement. Ook wordt aan dit College de bevoegdheid gegeven om in speciale omstandigheden het gebruik van zalen en lokalen toe te staan aan voorwaarden die afwijken van deze vastgesteld door dit reglement. Deze beslissingen moeten altijd gemotiveerd worden. Artikel 22: Dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
02.12.2013
67
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------38. Retributie voor het afleveren van visverloven. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond De artikels 42 en 43 van het gemeentedecreet zijn van toepassing. Feiten, Context, argumentatie Er wordt zeer regelmatig gevist in de stadsgrachten van de stad Ieper. Dit dient opgevolgd te worden om het in goede banen te leiden. Daarom is het wenselijk visverloven uit te reiken en hiervoor een vergoeding te vragen. Het stedelijk reglement betreffende de retributie op het afleveren van visverloven van 6 december 2010 vervalt op 31 december 2013. Gelet op de financiële toestand van de gemeente. Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad Artikel 1: Er wordt voor de dienstjaren 2014 tot en met 2019 een gemeentelijke retributie gevestigd op de afgifte van visverloven voor het vissen in de stadsgrachten van Ieper. Artikel 2: De retributie wordt vastgesteld als volgt: a) een vergunning voor het dagvissen - minderjarigen / 5,00 euro per hengel - meerderjarigen / 10,00 euro per hengel met een maximum van 4 hengels per vergunning b) een vergunning voor het nachtvissen - 80,00 euro per vergunning (maximum 4 hengels) Artikel 3: De retributie moet aan de stadskas betaald worden bij de aanvraag en wordt in geen enkel geval terugbetaald. Artikel 4: Het tarief wordt jaarlijks toegepast (1 januari – 31 december) ongeacht het tijdstip waarop het visverlof werd verkregen. Artikel 5: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------39. Retributie houdende het ter beschikking stellen van stadsmaterialen voor private manifestaties. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond De artikels 42 en 43 van het Gemeentedecreet zijn van toepassing. Feiten, context, argumentatie De stad stelt een pakket feest- en ander materiaal ter beschikking voor verenigingen en organisaties. Dit omvat onder andere nadars, tafels en stoelen, vlaggenmasten, podia, tentoonstellingspanelen enzovoort. Dit betekent een respectabele investering in mensen en middelen . Een minimale vergoeding hiervoor lijkt dan ook meer dan verantwoord. Het stedelijk reglement betreffende de retributie houdende het ter beschikking stellen van stadsmaterialen voor private manifestaties van 3 december 2007 vervalt op 31 december 2013. Gelet op de financiële toestand van de gemeente, Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen, BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad Artikel 1: Er wordt voor de dienstjaren 2014 tot en met 2019 een gemeentelijke retributie gevestigd voor het verhuren van stadsmateriaal aan verenigingen en organisaties waarvan de aanvraag door het Schepencollege werd goedgekeurd.
02.12.2013
68
Artikel 2:
De retributie is verschuldigd door de aanvrager of de persoon die in naam van de organisatie of vereniging materiaal wenst te huren. Artikel 3: Vallen niet onder artikel 1: de stedelijke diensten en de verenigingen - lid van de erkende stedelijke raden, de Ieperse onderwijsinstellingen, het bestuur van dorps- en wijkkermissen. Artikel 4: De retributie wordt als volgt vastgesteld: a. Ter beschikking stellen van nadar in elementen van 2,50 meter: - door de aanvrager te plaatsen: 0,25 euro per stuk en per manifestatie - door de gemeentediensten te plaatsen, tijdens de weekdagen: 0,50 euro per stuk en per manifestatie - door de gemeentediensten te plaatsen, tijdens het weekend: 1,25 euro per stuk en per manifestatie b. Verhuren van vlaggen: 0,75 euro per stuk en per manifestatie c. Leveren en plaatsen van vlaggenmasten - 25,00 euro per vlaggenmast en per manifestatie, door de stadsdiensten geplaatst. - 0,75 euro vlaggenmast en per manifestatie, indien door de organisatie zelf geplaatst. d. Leveren en plaatsen van tentoonstellingspanelen: - 1,25 euro per paneel met een minimum van 12,50 euro per manifestatie. e. Podium bestaande uit: - Blokken: 2,44 m lengte x 1,22 m breedte x 0,60 m hoogte: 1,25 euro/m². - Planken: 6 m lengte x 0,18 m breedte + schragen: 2 m breedte x 0,90 m hoogte: 1,25 euro/m² - Verstelbare elementen: uitsluitend voor binnengebruik, 2 m lengte x 1 m hoogte: 2,50 euro/m² f. Plaatsen van mobiel podium: 500 euro per manifestatie g. Verhuren van schraagtafels: 1 euro per stuk en per manifestatie h. Verhuren van stoelen en tafels: - 0,50 euro per stoel en per activiteit - 0,75 euro per tafel en per activiteit i. Plaatsen en gebruiken van verdeelkasten: - 140,00 euro per kast . Het verbruik zal aangerekend worden volgens de geldende tarieven van het retributiereglement op het ter beschikkingstellen van elektriciteit op openluchtevenementen dd. 2 december 2013 j. Verhuren van dansvloer: 0,75 euro/stuk: 3 m lengte x 1 m breedte k. Tribune: 124,00 euro Artikel 5: Het afhalen en terugbezorgen moet gebeuren tijdens de gewone diensturen dit binnen de twee werkdagen voor en na de manifestatie, uitgezonderd art.4i en 4j. De materialen moeten in goede en oorspronkelijke staat terugbezorgd worden en afgeladen op de plaats en wijze waar het zich bij de afhaling bevond. Artikel 6: De aanvraag dient schriftelijk gericht te worden aan het College van Burgemeester en Schepenen met duidelijke vermelding van de datum van de manifestatie, volgens de procedure door het Schepencollege vastgesteld. De aanvraag gebeurt uitdrukkelijk en schriftelijk door de organisatoren, op speciaal daartoe bestemde formulieren, verkrijgbaar bij de stedelijke technische dienst. Door aanvaarding van de ontlening bevestigt de ontlener dat de materialen zich in goede staat bevinden. Artikel 7: De huurprijs dient vooraf betaald door storting of overschrijving op het rekeningnummer 091-0002206-04 met de vermelding van de reden van storting. Dit betalingsbewijs moet steeds bij de afhaling vertoond worden aan de aangestelde. Artikel 8: De schade aan materialen welke door de ontlener niet werd hersteld, of bij verlies, vernietiging of onherstelbare schade, zal ten laste en op kosten van de aanvrager worden hersteld. Artikel 9: Het stadsbestuur kan in geen geval verantwoordelijk gesteld worden voor gebeurlijke ongevallen of schade ten gevolge van het gebruikte stadsmateriaal. Artikel 10: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- -----------
02.12.2013
69
40. Reglement tot het vaststellen van de voorwaarden en het innen van retributies bij gebruik van de ontmoetingscentra in deelgemeenten en wijken. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond Artikels 42 en 43 van het gemeentedecreet zijn van toepassing. Feiten, Context, Argumentatie Het huidige retributiereglement vervalt op 31 december 2013. Per 1 januari 2014 kan een bijsturing gebeuren. Rekening houdend met het feit dat de tarieven van de retributie reeds heel lang niet zijn aangepast, wordt nu een algemene prijsstijging voorgesteld. Voor wat betreft ‘maaltijden en recepties in familieverband’ worden de prijzen fors aangepast om vergelijkbaar te zijn met prijzen in omliggende gemeenten en met die in de private sector. Verder is het opportuun om een opsplitsing te maken voor verenigingen in maaltijden en gewone, reguliere activiteiten. Er wordt voor een termijn eindigend op 31 december 2019 een retributie gevestigd op het gebruik van de stedelijke infrastructuur. De infrastructuur waarop dit reglement van toepassing is, is eigendom van de Stad Ieper, Grote Markt 34, 8900 Ieper, en kan gebruikt worden door derden. Rekening houdende met de financiële toestand van de gemeente, en op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen, leggen we onderstaande reglement aan de gemeenteraad voor. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad: HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen Artikel 1: Er wordt voor de dienstjaren 2014 tot en met 2019 een retributie gevestigd op het gebruik van de stedelijke infrastructuur. De infrastructuur waarop dit reglement van toepassing is, is eigendom van de Stad Ieper, Grote Markt 34, 8900 Ieper, en kan gebruikt worden door derden. Het betreft de ontmoetingscentra in deelgemeenten en wijken: Ten Vrielande Boezinge Den Briel Brielen - De Potyze - Hollebeke - Cieper Sint-Jan - Vlamertinge - Gemeentehuis Vlamertinge - Kasteelwal Voormezele - Ridder de Stuers Zillebeke – Zuidschote. Artikel 2: Definities: - Culturele podiumactiviteiten: theater- en dansvoorstellingen, muziekconcerten en audiovisuele activiteiten - Educatieve activiteiten: cursussen, voordrachten, academische zittingen… en alle andere activiteiten die als doel hebben kennis of vaardigheid aan te leren - Tentoonstellingen: moeten van artistieke of educatieve aard zijn en lopen maximaal over één week of één weekend - Door de gebruikers mag gekozen worden tussen tarifering per dagdeel of per activiteit. Voor de tijd nodig voor op- en afbouw moet door de gebruikers afgesproken worden met de zaalverantwoordelijke(n) Artikel 3: Alle zalen worden gratis ter beschikking gesteld voor activiteiten van stedelijke diensten en voor werkvergaderingen van de stedelijke adviesraden, de dorpsraden en feestcomiteiten. Artikel 4: in een aantal zalen zijn fuiven door een vereniging, erkend door een Ieperse adviesraad toegestaan, rekening houdend met de bestaande wetgeving en stedelijke regelgeving en richtlijnen. HOOFDSTUK 2 Activiteiten ingericht door een vereniging aangesloten bij een erkende Ieperse adviesraad of Ieperse onderwijsinstelling Artikel 5: Kleine vergaderzaal (tot ca. ± 50 m² = klaslokaal) - worden gratis ter beschikking gesteld - de energiekosten zijn inbegrepen - de gebruikers / inrichters staan zelf in voor het reinigen Artikel 6: Grote vergaderzaal (tot ca. ± 150 m²) - een gebruiksvergoeding van 6,00 euro per activiteit of dagdeel - een vermindering van 20% op de gebruiksvergoeding wordt toegekend bij meer dan vijf opeenvolgende gebruiksbeurten - de energiekosten zijn inbegrepen in de gebruiksvergoeding - de gebruikers / inrichters staan zelf in voor het reinigen Artikel 7: Grote zaal (tot ca. ± 300 m²) een gebruiksvergoeding van 15,00 euro per activiteit of dagdeel - een vermindering van 20% op de gebruiksvergoeding wordt toegekend bij meer dan vijf opeenvolgende gebruiksbeurten
02.12.2013
70
de energiekosten zijn inbegrepen in de gebruiksvergoeding - de gebruikers / inrichters staan zelf in voor het reinigen Artikel 8: Leskeuken - een gebruiksvergoeding van 15,00 euro per activiteit of dagdeel - een vermindering van 20% op de gebruiksvergoeding wordt toegekend bij meer dan vijf opeenvolgende gebruiksbeurten - de energiekosten zijn inbegrepen in de gebruiksvergoeding - de gebruikers / inrichters staan zelf in voor het reinigen HOOFDSTUK 3 Maaltijden ingericht door een vereniging aangesloten bij een erkende Ieperse adviesraad of Ieperse onderwijsinstelling Artikel 9: Kleine vergaderzaal (tot ca. ± 50 m² = klaslokaal) - worden gratis ter beschikking gesteld - de energiekosten zijn inbegrepen - de gebruikers / inrichters staan zelf in voor het reinigen Artikel 10: Grote vergaderzaal (tot ca. ± 150 m²) - een gebruiksvergoeding van 6,00 euro per activiteit of dagdeel de energiekosten zijn inbegrepen in de gebruiksvergoeding - de gebruikers / inrichters staan zelf in voor het reinigen Artikel 11: Grote zaal (tot ca. ± 300 m²) een gebruiksvergoeding van 35,00 euro per activiteit of dagdeel de energiekosten zijn inbegrepen in de gebruiksvergoeding - de gebruikers / inrichters staan zelf in voor het reinigen Artikel 12: Leskeuken - een gebruiksvergoeding van 15,00 euro per activiteit of dagdeel - een vermindering van 20% op de gebruiksvergoeding wordt toegekend bij meer dan vijf opeenvolgende gebruiksbeurten - de energiekosten zijn inbegrepen in de gebruiksvergoeding - de gebruikers / inrichters staan zelf in voor het reinigen HOOFDSTUK 4 Culturele podiumactiviteiten, educatieve activiteiten of tentoonstellingen NIET ingericht door een vereniging aangesloten bij een erkende Ieperse adviesraad of Ieperse onderwijsinstelling Artikel 13: Kleine vergaderzaal (tot ca. ± 50 m² = klaslokaal) - een gebruiksvergoeding van 15,00 euro per activiteit of dagdeel - een vermindering van 20% op de gebruiksvergoeding wordt toegekend bij meer dan vijf opeenvolgende gebruiksbeurten - de energiekosten zijn inbegrepen in de gebruiksvergoeding - een waarborg van 50,00 euro per dag of dagdeel dat van de zaal gebruik gemaakt wordt De definitieve vastlegging gebeurt pas bij ontvangst van dit bedrag - de gebruikers / inrichters staan zelf in voor het reinigen Artikel 14: Grote vergaderzaal (tot ca. ± 150 m²) - een gebruiksvergoeding van 55,00 euro per activiteit of dagdeel - een vermindering van 20% op de gebruiksvergoeding wordt toegekend bij meer dan vijf opeenvolgende gebruiksbeurten - de energiekosten zijn inbegrepen in de gebruiksvergoeding - een waarborg van 125,00 euro per dag of dagdeel dat van de zaal gebruik gemaakt wordt. De definitieve vastlegging gebeurt pas bij ontvangst van dit bedrag - de gebruikers / inrichters staan zelf in voor het reinigen Artikel 15: Grote zaal (tot ca. ± 300 m²) - een gebruiksvergoeding van 140,00 euro per activiteit of dagdeel - een vermindering van 20% op de gebruiksvergoeding wordt toegekend bij meer dan vijf opeenvolgende gebruiksbeurten - de energiekosten zijn inbegrepen in de gebruiksvergoeding - een waarborg van 125,00 euro per dag of dagdeel dat van de zaal gebruik gemaakt wordt. De definitieve vastlegging gebeurt pas bij ontvangst van dit bedrag - de gebruikers / inrichters staan zelf in voor het reinigen Artikel 16: Leskeuken - een gebruiksvergoeding van 15,00 euro per activiteit of dagdeel
02.12.2013
71
- een vermindering van 20% op de gebruiksvergoeding wordt toegekend bij meer dan vijf opeenvolgende gebruiksbeurten - de energiekosten zijn inbegrepen in de gebruiksvergoeding - de gebruikers / inrichters staan zelf in voor het reinigen HOOFDSTUK 5 Maaltijden voor Ieperse gezinnen met uitzondering van huwelijksfeesten of begrafenissen. De zalen kunnen maar vastgelegd worden vanaf 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarin ze doorgaan. Gedurende de maand september krijgen de Ieperse verenigingen absolute voorrang. Maaltijden dienen zelf klaargemaakt te worden of door een Ieperse traiteur geleverd. Artikel 17: Kleine vergaderzaal (tot ca. ± 50 m² = 1 klaslokaal) - een gebruiksvergoeding van 50,00 euro per activiteit of dagdeel - de energiekosten zijn inbegrepen in de gebruiksvergoeding - een waarborg van 50,00 euro per dag of dagdeel dat van de zaal gebruik gemaakt wordt. De definitieve vastlegging gebeurt pas bij ontvangst van dit bedrag - de gebruikers / inrichters staan zelf in voor het reinigen Artikel 18: Grote vergaderzaal (tot ca. ± 150 m²) - een gebruiksvergoeding van 75,00 euro per activiteit of dagdeel - de energiekosten zijn inbegrepen in de gebruiksvergoeding - een waarborg van 125,00 euro per dag of dagdeel dat van de zaal gebruik gemaakt wordt. De definitieve vastlegging gebeurt pas bij ontvangst van dit bedrag - de gebruikers / inrichters staan zelf in voor het reinigen Artikel 19: Grote zaal (tot ca. ± 300 m²) - een gebruiksvergoeding van 125,00 euro per activiteit of dagdeel - de energiekosten zijn inbegrepen in de gebruiksvergoeding - een waarborg van 125,00 euro per dag of dagdeel dat van de zaal gebruik gemaakt wordt. De definitieve vastlegging gebeurt pas bij ontvangst van dit bedrag - de gebruikers / inrichters staan zelf in voor het reinigen Artikel 20: Leskeuken - een gebruiksvergoeding van 25,00 euro per activiteit of dagdeel - de energiekosten zijn inbegrepen in de gebruiksvergoeding - de gebruikers / inrichters staan zelf in voor het reinigen HOOFDSTUK 6 Activiteiten andere dan culturele podiumactiviteiten, educatieve activiteiten of tentoonstellingen en NIET ingericht door een vereniging aangesloten bij een erkende Ieperse adviesraad of Ieperse onderwijsinstelling Artikel 21: Kleine vergaderzaal (tot ca. ± 50 m² = 1 klaslokaal) - een gebruiksvergoeding van 30,00 euro per activiteit of dagdeel - een vermindering van 20% op de gebruiksvergoeding wordt toegekend bij meer dan vijf opeenvolgende gebruiksbeurten - de energiekosten zijn inbegrepen in de gebruiksvergoeding - een waarborg van 50,00 euro per dag of dagdeel dat van de zaal gebruik gemaakt wordt. De definitieve vastlegging gebeurt pas bij ontvangst van dit bedrag - de gebruikers / inrichters staan zelf in voor het reinigen Artikel 22: Grote vergaderzaal (tot ca. ± 150 m²) - een gebruiksvergoeding van 550,00 euro per activiteit of dagdeel - een vermindering van 20% op de gebruiksvergoeding wordt toegekend bij meer dan vijf opeenvolgende gebruiksbeurten - de energiekosten zijn inbegrepen in de gebruiksvergoeding - een waarborg van 500,00 euro per dag of dagdeel dat van de zaal gebruik gemaakt wordt. De definitieve vastlegging gebeurt pas bij ontvangst van dit bedrag - de gebruikers / inrichters staan zelf in voor het reinigen Artikel 23: Grote zaal (tot ca. ± 300 m²) - een gebruiksvergoeding van 825,00 euro per activiteit of dagdeel - een vermindering van 20% op de gebruiksvergoeding wordt toegekend bij meer dan vijf opeenvolgende gebruiksbeurten - de energiekosten zijn inbegrepen in de gebruiksvergoeding
02.12.2013
72
- een waarborg van 750,00 euro per dag of dagdeel dat van de zaal gebruik gemaakt wordt. De definitieve vastlegging gebeurt pas bij ontvangst van dit bedrag - de gebruikers / inrichters staan zelf in voor het reinigen Artikel 24: Leskeuken - een gebruiksvergoeding van 25,00 euro per activiteit of dagdeel - een vermindering van 20% op de gebruiksvergoeding wordt toegekend bij meer dan vijf opeenvolgende gebruiksbeurten - de energiekosten zijn inbegrepen in de gebruiksvergoeding - de gebruikers / inrichters staan zelf in voor het reinigen HOOFDSTUK 7 Slotbepalingen Artikel 25: Voor alle schade, verlies of ontvreemding ten nadele van het stadsbestuur wordt de gebruiker die op het ogenblik van de schade, verlies of ontvreemding de betreffende lokalen gebruikt(e) verantwoordelijk gesteld. Artikel 26: Alle boekingen van de zalen en lokalen gebeuren bij de respectievelijke zaalverantwoordelijke(n). Indien er geschillen rijzen i.v.m. de uitbating van de zalen of gebouwen behorende tot de infrastructuur van het Cultureel Centrum is het bestuur van het CCI aangewezen om deze te onderzoeken waarna een gemotiveerd advies wordt doorgestuurd naar het Schepencollege. Artikel 27: Bij gebrek aan betaling in der minne, zal de invordering geschieden overeenkomstig de burgerlijke rechtspleging. Artikel 28: In geval van overmacht (natuurrampen, brand, staking, enz.) of wegens wettige redenen (verkiezingen, opeising door hogere overheden) vervalt de huurovereenkomst zonder enige aanspraak op schadevergoeding. Artikel 29: Het College van Burgemeester en Schepenen wordt belast met de uitvoering van dit reglement. Ook wordt aan dit College de bevoegdheid gegeven om in speciale omstandigheden het gebruik van zalen en lokalen toe te staan aan voorwaarden die afwijken van deze vastgesteld door dit reglement. Deze beslissingen moeten altijd gemotiveerd worden. Artikel 30: Voor iedereen die een reservatie heeft vastgelegd voor 2 december 2013, vaststelling nieuwe tarieven door de gemeenteraad, gelden nog de oude tarieven. Artikel 31: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------41. Reglement tot het vaststellen van de voorwaarden en het innen van retributies bij gebruik van stedelijke infrastructuur de Stadsschouwburg en Het Perron, beheerd door het Cultuur Centrum Ieper. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond Artikels 42 en 43 van het gemeentedecreet zijn van toepassing. Feiten, Context, Argumentatie Het huidige retributiereglement vervalt op 31 december 2013. Per 1 januari 2014 kan een bijsturing gebeuren. Rekening houdend met het feit dat het gebruik van de polyvalente zaal op weekdagen minimaal is en rekening houdend met het feit dat verschillende socio-culturele verenigingen die vroeger intensief gebruik maakten van de Concertzaal in de Meersen geen gebruik maken van de polyvalente zaal in het Perron omwille van een te hoge kostprijs wordt voorgesteld om een prijsaanpassing te doen van de polyvalente zaal op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag voor gebruikerscategorie 2: “Ieperse verenigingen aangesloten bij een Ieperse stedelijke adviesraad, andere Ieperse culturele verenigingen die nog geen drie jaar bestaan, Ieperse scholen, Ieperse openbare diensten, Ieperse politieke partijen” De prijs van energie blijft ongewijzigd. Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen, leggen we onderstaande reglement aan de gemeenteraad voor. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad:
02.12.2013 Artikel 1:
Artikel 2:
Artikel 3:
Artikel 4:
73
Er wordt voor de dienstjaren 2014 tot en met 2019 een retributie gevestigd op het gebruik van de stedelijke infrastructuur. De infrastructuur waarop dit reglement van toepassing is, is eigendom van de Stad Ieper, Grote Markt 34, 8900 Ieper, wordt beheerd door het CultuurCentrum Ieper (CCI) en kan gebruikt worden door derden. Het betreft: de Stadsschouwburg, Het Perron. Het gebruik van bovenvermelde infrastructuur is in principe mogelijk voor elke persoon, vereniging, gezin en bedrijf voor elke activiteit met een publiek of louter familiaal karakter, die niet door de wet verboden is. Onder ‘activiteit met een publiek karakter’ wordt begrepen: een activiteit die ruimer gaat dan de louter private familiekring, opengesteld voor een breed publiek, voor alle leden van een vereniging,… Onder vereniging wordt verstaan: een vzw, feitelijke vereniging, openbare dienst, school, politieke partij, erkende religies en de georganiseerde vrijzinnigheid. Onder culturele podiumactiviteiten worden verstaan: theater- en dansvoorstellingen, muziekconcerten, muziektheater, literaire avonden, amusementsvoorstellingen (met inbegrip van humor en cabaret), circusvoorstellingen en audiovisuele activiteiten. Tentoonstellingen moeten van artistieke of educatieve aard zijn en lopen maximaal over vier weken (drie weekends), op- en afbouw inbegrepen. Omkaderingsactiviteiten zijn inhoudelijk en organisatorisch gelinkt aan een andere geprogrammeerde culturele activiteit en omvatten inleidingen, nabesprekingen, lezingen, interviews, ateliers, workshops, rondleidingen, sfeerscheppende activiteiten en vernissages. Onder educatieve activiteiten worden verstaan: cursussen, voordrachten, academische zittingen... en alle activiteiten die als doel hebben kennis of vaardigheid aan te leren. Voor elke zaal zijn er specifieke mogelijkheden en beperkingen die worden bepaald door het beheersorgaan van het CCI. Indien nodig voor een goede werking van het CCI en het zo maximaal mogelijk bereiken van haar doelstellingen (cultuurspreiding, cultuurparticipatie en gemeenschapsvorming) kunnen deze bijgestuurd worden. Gebruikers worden daarvan tijdig verwittigd. De gebruiker dient zich te allen tijde te houden aan de voorschriften inzake openbare veiligheid, openbare orde, brandveiligheid, rookverbod, enz. die van toepassing zijn in openbare gebouwen. De gebruiker zal bovendien alle vigerende wetten, decretale en reglementaire voorschriften respecteren en (doen) naleven. De aanvraagperiodes kunnen variëren naargelang de gevraagde zaal, de soort aanvrager en de soort activiteit. Hierbij wordt voorrang gegeven aan de eigen activiteiten van het CCI en/of het Stadsbestuur Ieper. Bij de soort aanvrager, maken we een onderscheid tussen: 1. CultuurCentrum Ieper, Stadsbestuur Ieper, Ieperse stedelijke adviesraden, organisatoren van activiteiten met provinciale of nationale uitstraling die de medewerking van het Stadsbestuur krijgen 2. Ieperse verenigingen aangesloten bij een Ieperse stedelijke adviesraad, andere Ieperse culturele verenigingen die nog geen drie jaar bestaan, Ieperse scholen, Ieperse openbare diensten, Ieperse politieke partijen 3. Ieperse verenigingen die NIET aangesloten zijn bij een Ieperse stedelijke adviesraad, serviceclubs. 4. Ieperse gezinnen (voor familiebijeenkomsten) 5. Ieperse bedrijven 6. Ieperse private organisatoren 7. Niet-Ieperse verenigingen, scholen, openbare diensten of politieke partijen 8. Niet-Ieperse serviceclubs 9. Niet-Iepers gezinnen (voor familiebijeenkomsten) 10. Niet-Iepers bedrijven 11. Niet-Ieperse private organisatoren Bij de soort activiteit maken we een onderscheid tussen: 1. Podiumactiviteit 2. Tentoonstelling 3. Omkaderingsactiviteit 4. Educatieve activiteit 5. Vergadering 6. Begrafenis: eredienst (maaltijden zijn niet toegelaten) 7. Ontspanningsactiviteit
02.12.2013
74
8. Repetities (in vergaderzalen) 9. Op- en afbouw (op- en afbouw geluid, licht, decor / inrichting zaal) 10. Blokkering (bijv. ten gevolge van een (decor)opbouw die blijft staan) 11. Commerciële activiteit 12. Andere activiteit De aanvraagperiodes worden onderverdeeld in: 1. onbeperkt (er is geen beperking op de aanvraagperiode) 2. 1 maart (= vanaf 1 maart onmiddellijk voorafgaand aan het theaterseizoen waarin de aangevraagde activiteit gepland is) 3. 1 juni (= vanaf 1 juni onmiddellijk voorafgaand aan het theaterseizoen waarin de aangevraagde activiteit gepland is) 4. 1 september (= vanaf 1 september van het theaterseizoen waarin de activiteit gepland is) 5. 90 dagen (= maximaal 90 dagen voor de geplande activiteit en ten vroegste op 1 september van het theaterseizoen waarin de activiteit gepland is) 6. 60 dagen (= maximaal 60 dagen voor de geplande activiteit en ten vroegste op 1 september van het theaterseizoen waarin de activiteit gepland is) 7. 30 dagen (= maximaal 30 dagen voor de geplande activiteit en ten vroegste op 1 september van het theaterseizoen waarin de activiteit gepland is) 8. 15 dagen (= maximaal 15 dagen voor de geplande activiteit) 9. niet (= niet toegestaan) Een theaterseizoen loopt van 1 september tot en met 31 augustus. Podiumactiviteit Omkaderingsactiviteit Educatieve activiteit Vergadering Repetities
Tentoonstelling
Begrafenis
Ontspannings activiteit
Commerciële activiteit
Andere activiteit
1. CCI,...
onbeperkt
onbeperkt
niet
onbeperkt
onbeperkt
onbeperkt
2. Aangesloten verenigingen, ...
1 maart
1 juni
niet
1 juni
1 juni
1 juni
3. Niet-aangesloten verenigingen
1 maart
niet
niet
1 juni
1 juni
1 juni
4. Gezinnen
1 juni
niet
15 dagen
1 september
niet
1 september
5. Bedrijven
1 juni
niet
niet
90 dagen
90 dagen
1 september
6. Private organisatoren
1 juni
niet
niet
90 dagen
niet
niet
Ieperse organisator
Niet-Ieperse organisator 7. Verenigingen, ...
1 september
niet
niet
60 dagen
60 dagen
60 dagen
8. Serviceclubs
1 september
niet
niet
60 dagen
niet
niet
9. Gezinnen
1 september
niet
niet
60 dagen
niet
niet
10. Bedrijven
1 september
niet
niet
60 dagen
60 dagen
60 dagen
11. Private organisatoren
1 september
niet
niet
60 dagen
niet
niet
Bovenstaande tabel geldt voor de activiteiten die doorgaan in de daartoe geëigende zalen. Het gebruik van de keuken voor educatieve activiteiten (bijv. als leskeuken voor kookles) kan slechts aangevraagd worden vanaf 1 september door Ieperse niet-aangesloten verenigingen, Ieperse serviceclubs, Ieperse gezinnen, Ieperse bedrijven en Ieperse private organisatoren.
02.12.2013
Artikel 5:
75
Het gebruik van de polyvalente zaal voor repetities, kan slechts aangevraagd worden vanaf 1 september door Ieperse verenigingen aangesloten bij een Ieperse stedelijke adviesraad, andere Ieperse culturele verenigingen die nog geen drie jaar bestaan, Ieperse scholen, Ieperse openbare diensten, Ieperse politieke partijen. Andere externe gebruikers kunnen de polyvalente zaal niet aanvragen voor repetities. Deze beperkingen gelden niet voor CCI, Stadsbestuur Ieper, Ieperse stedelijke adviesraden, organisatoren van activiteiten met provinciale of nationale uitstraling die de medewerking van het Stadsbestuur krijgen. Voor activiteiten die in relatie staan met een podiumactiviteit en er een deel van of uitvloeisel van uitmaken (bijv. het gebruik van de cafetaria of de polyvalente zaal als cafetaria of receptiezaal bij een optreden in de theaterzaal, op- en afbouw, blokkeringen van de zaal), geldt dezelfde aanvraagperiode als voor de betrokken podiumactiviteit. Aanvragen voor op- en afbouw en/of blokkeringen kunnen enkel voor de Theaterzaal van Het Perron en de Stadsschouwburg en worden slechts onder voorbehoud toegestaan. De voorlopige toelating kan door het CCI gewijzigd worden indien deze een podiumactiviteit van een andere organisator zou belemmeren. Indien nodig voor een goede werking van het CCI en het zo maximaal mogelijk bereiken van haar doelstellingen (cultuurspreiding, cultuurparticipatie en gemeenschapsvorming) kunnen deze aanvraagperiodes bijgestuurd worden. Gebruikers worden daarvan tijdig verwittigd. De aanvraag voor het gebruik van bovenvermelde infrastructuur wordt gericht aan het CCI, die elke aanvraag behandelt binnen een redelijke termijn en in elk geval een antwoord bezorgt aan de aanvrager. Een aanvraag is maar geldig indien ze gesteld wordt binnen de vooraf bepaalde aanvraagperiodes, valt binnen de voorwaarden van dit reglement en voldoet aan de specifieke mogelijkheden en beperkingen van de aangevraagde zaal. Een geldige aanvraag wordt goedgekeurd indien de aangevraagde zaal ter beschikking is op het gevraagde tijdstip en er voldoende noodzakelijke personele ondersteuning en aanwezigheid kan verzekerd worden door het CCI. De geldige aanvraag die eerst werd ingediend krijgt voorrang op eventuele latere geldige aanvragen. De aanvrager moet steeds de organisator zijn en de aangevraagde activiteit moet overeenkomen met de effectief georganiseerde activiteit; indien dit niet het geval is, worden de betrokken aanvrager en organisator gedurende twee jaar uitgesloten van gebruik van de stadsinfrastructuur. In geval van twijfel legt het personeel van het CCI de aanvraag voor aan het Dagelijks Bestuur van het CCI. In geval van overmacht (natuurrampen, brand, staking, enz.) of wegens wettige redenen (verkiezingen, opeising door hogere overheden) vervalt de huurovereenkomst zonder enige aanspraak op schadevergoeding. Afhankelijk van de gebruikte zaal, de soort aanvrager en de soort activiteit worden een vooraf bepaald maximum van 1 of 2 technici van het CCI ter beschikking gesteld voor theatertechnische ondersteuning. Dit is inbegrepen in de huurprijs. Bijkomend personeel wordt extra aangerekend op basis van 15,00 euro per uur vermenigvuldigd met de coëfficiënt van de soort gebruiker voor kleine zalen EN met de coëfficiënt van de soort activiteit (zie verder). Het aantal aangerekende uren loopt vanaf het aangevraagde aanvangsuur tot de aangevraagde zaal verlaten wordt (na afbouw en opkuis). Op zondag worden de tarieven voor bijkomend personeel verdubbeld. De gebruiker moet zelf instaan voor het lossen en laden van materiaal en het klaarzetten van de zaal. Bij gebruik van de Stadsschouwburg en de theaterzaal, de tentoonstellingsruimte en/of de polyvalente zaal van Het Perron moet de gebruiker zelf instaan voor onthaal en toezicht in de inkomhal en dit gedurende de volledige periode van de activiteit in de bovenvermelde zalen. De gebruiker wordt geacht de infrastructuur te gebruiken als een goede huisvader. Van de gebruiker wordt verwacht dat hij toezicht houdt op het rationeel gebruik van energie tijdens het gebruik. De Stad Ieper heeft voor deze stadsinfrastructuur een verzekering tegen brand en een verzekering voor haar burgerlijke aansprakelijkheid. De gebruiker zal zelf instaan voor
02.12.2013
Artikel 6:
76
eventuele andere verzekeringen, rekening houdende met zijn aansprakelijkheden en risico’s. De huurprijzen per zaal worden berekend per activiteit per dag door de basisprijs te vermenigvuldigen met de coëfficiënt van de soort gebruiker EN de coëfficiënt van de soort activiteit, waarbij volgende basisprijzen en coëfficiënten worden gebruikt: BASISPRIJS ZALEN Soort zaal
Basisprijs per activiteit per dag
Stadsschouwburg
30,00 euro
Het Perron – theaterzaal
125,00 euro
Het Perron – artiestenfoyer
12,50 euro
Het Perron – cafetaria (alleen of in combinatie met theaterzaal)
5,00 euro
Het Perron – polyvalente zaal (alleen of in combinatie met theaterzaal)
62,50 euro
Het Perron – leskeuken (alleen of in combinatie met polyvalente zaal)
12,50 euro
Het Perron – tentoonstellingsruimte
25,00 euro
Het Perron – repetitieruimte (enkel voor samenwerkingsverbanden)
12,50 euro
Het Perron – vergaderzaal
5,00 euro gratis voor vergaderingen van de categorie Ieperse verenigingen aangesloten bij een Ieperse stedelijke adviesraad
COEFFICIENT SOORT GEBRUIKER Ieperse gebruiker
Coëfficiënt kleine zalen zonder techniek (artiestenfoyer, leskeuken, vergaderzaal)
Coëfficiënt andere zalen
CCI, Stadsbestuur Ieper, Ieperse stedelijke adviesraden, organisatoren van activiteiten met provinciale of nationale uitstraling die de medewerking van het Stadsbestuur krijgen
0
0
Ieperse verenigingen aangesloten bij een Ieperse stedelijke adviesraad, andere Ieperse culturele verenigingen die nog geen drie jaar bestaan, Ieperse scholen, Ieperse openbare diensten, Ieperse politieke partijen
1
1
Ieperse verenigingen die NIET aangesloten zijn bij een Ieperse stedelijke adviesraad, serviceclubs
2
2
Ieperse gezinnen (voor familiebijeenkomsten)
2
2
Ieperse bedrijven
2
4
Coëfficiënt polyvalente zaal
0,25 op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag
02.12.2013
77
Ieperse private organisatoren
2
4
Niet-Ieperse vereniging, school, openbare dienst of politieke partij
3
4
Niet-Ieperse serviceclub
3
6
Niet-Iepers gezin (voor familiebijeenkomsten)
3
6
Niet-Iepers bedrijf
3
8
Niet-Ieperse private organisator
3
8
Niet-Ieperse gebruikers
COEFFICIENT SOORT ACTIVITEIT
Artikel 7:
Artikel 8:
Artikel 9:
Activiteit
Coëfficiënt
Podiumactiviteit
1
Tentoonstelling
1
Omkaderingsactiviteit
1
Educatieve activiteit
1
Vergadering
1
Begrafenis: eredienst (maaltijden zijn niet toegelaten)
1
Ontspanningsactiviteit
1,5
Repetities
0,5
Op- en afbouw
0,25
Blokkering
0,25
Commerciële activiteit
2
Andere activiteit
1,5
Daarnaast worden energiekosten en extra personeel aangerekend per uur gebruik. Dit bedrag wordt vermeerderd met de kosten voor het herstellen van eventuele schade en eventuele bijkomende kosten voor de schoonmaak en andere boetes. Voor activiteiten die het opgelegde sluitingsuur overschrijden wordt een extra activiteit/dag aangerekend. Volgende reducties kunnen worden toegekend: Activiteiten voor een goed doel: Afwijkingen van het tarief voor een activiteit ten voordele van een goed doel kan gebeuren door het College van Burgemeester en Schepenen. Als referentiekader geldt dat de actie kadert in een algemeen aanvaard nationaal initiatief en/of evenwaardig gedragen door minstens drie lokale verenigingen/diensten/bedrijven. Energiekosten en bijkomend personeel worden steeds aangerekend. Eigen producties van Ieperse culturele verenigingen: Bij het opzetten van eigen producties krijgen Ieperse culturele verenigingen 50% korting voor het gebruik van de stadsschouwburg (zowel voor repetities als voor de voorstellingen). De energie in de stadsschouwburg, theaterzaal en polyvalente zaal wordt aangerekend per uur gebruik. Het aantal aangerekende uren loopt vanaf het aangevraagde aanvangsuur tot de aangevraagde zaal verlaten wordt (na afbouw en opkuis). Alle dranken waarvoor het CCI een contractuele verplichting heeft met een leverancier, zijn verplicht af te nemen van het CCI aan de geldende tarieven. Voor het seizoen 1 september 2010-31 augustus 2011 zijn die bepaald op 70 eurocent voor de gewone dranken (koffie, thee, frisdranken en gewone bieren) en 95 eurocent voor de zwaardere dranken (wijn, luxe-bieren en zwaardere bieren zoals Hommel, Duvel,...). Jaarlijks kan bij
02.12.2013
Artikel 10:
Artikel 11:
Artikel 12:
Artikel 13:
Artikel 14:
Artikel 15:
78
het begin van het nieuwe theaterseizoen op 1 september een prijsstijging doorgevoerd worden, indien de aankoopprijs tijdens het voorgaande seizoen gestegen is. De aangerekende prijs kan evenwel nooit hoger zijn dan 50% van de normaal geldende drankprijzen in de Ieperse horeca. De geldende tarieven zijn op aanvraag te verkrijgen op het secretariaat van het CCI. Indien de aanvrager/gebruiker zich niet houdt aan de verplichte afname, wordt een boete van 100,00 euro aangerekend. De gebruiker moet de infrastructuur na gebruik in de oorspronkelijke staat achterlaten (eventuele opmerkingen over de staat van de infrastructuur moeten voor ingebruikname gemeld worden). Keukens (leskeuken en artiestenfoyer) worden door de gebruiker onmiddellijk na gebruik grondig gereinigd (vegen, dweilen, toestellen kuisen). Andere zalen worden kuisklaar gemaakt: tafels en stoelen afgekuist en gestapeld volgens de richtlijnen van het CCI, de vloer kuisklaar gemaakt voor stofzuiger of kuismachine en dus vrij van scherven, papier en ander afval, dranken en leeggoed opgeborgen zoals bepaald door het CCI. Het kuisen zelf van deze andere zalen (boenen, dweilen of stofzuigen) is ten laste van het CCI. Afval en zeker alle etensresten kunnen in geen geval in het gebouw achtergelaten worden, en moeten door de gebruiker meegenomen worden. Eventueel kan de gebruiker op eigen kosten een of meerdere afvalcontainers huren, die op een door het CCI aangewezen plaats kunnen opgesteld worden. Deze moeten ten laatste drie dagen na de activiteit worden weggehaald, zoniet laat het CCI deze verwijderen. Indien de infrastructuur niet in behoorlijke staat achtergelaten wordt en/of eventuele containers niet tijdig worden weggehaald, zullen de kosten voor de schoonmaak en/of het laten verwijderen van de containers door het CCI gefactureerd worden aan de gebruiker tegen kostprijs van het ingezette personeel vermeerderd met andere gemaakte kosten (met een minimum van 100 euro). Dansen als uitloop van een andere hoofdactiviteit kan enkel in de polyvalente zaal van Het Perron en met beperkt geluidsniveau. De tijd waarin gedanst wordt kan niet langer dan twee uur duren. Louter bals, fuiven, TD's, ... worden onder geen enkele voorwaarde toegelaten. De cafetaria, de polyvalente zaal, de tentoonstellingsruimte en de repetitielokalen kunnen enkel gehuurd worden voor activiteiten die het gebruik van de theaterzaal niet hinderen. De tentoonstellingsruimte dient prioritair voor tentoonstellingen en kan enkel bij uitzonderlijke omstandigheden voor uitzonderlijke andere activiteiten ter beschikking gesteld worden, voor zover deze het tentoonstellingsbeleid van het CCI niet in de weg staan, geen hinder betekenen voor de activiteiten in de andere zalen (voornamelijk de theaterzaal) en de andere gebruikers van het CCI niet storen. De keuken kan enkel gebruikt worden als leskeuken of in relatie tot de polyvalente zaal. Als leskeuken kan dit enkel van maandag tot en met donderdag (niet op vrijdag, zaterdag en zondag). De repetitielokalen kunnen niet ter beschikking gesteld worden van vaste gebruikers en worden prioritair voorbehouden voor het opzetten van projecten of evenementen in samenwerkingsverbanden waarbij het CCI betrokken is. In de huurprijs van de theaterzaal is het gebruik van een minimaal aantal kleedkamers inbegrepen. De artiestenfoyer is extra te betalen. Het sluitingsuur voor Het Perron is vastgesteld op 01.00 uur 's nachts. Dit kan hoogstens verlengd worden tot maximaal 2 uur na het beëindigen van een culturele podiumactiviteit of educatieve activiteit ingericht door dezelfde organisator in hetzelfde gebouw. Ten laatste één uur later moet de zaal gekuist EN verlaten zijn. Wanneer dit niet kan verzekerd worden binnen die gestelde termijn, wordt het sluitingsuur vervroegd. Bij overtreding van het sluitingsuur wordt een extra activiteit/dag aangerekend. Voor andere organisatoren dan het CCI en het Stadsbestuur worden lokalen van het CCI op zaterdagmorgen en op zondag enkel ter beschikking gesteld voor podiumactiviteiten (met het bijhorend cafetariagebruik) en voor activiteiten met een nationale/provinciale uitstraling. De vergoeding voor bijkomend personeel wordt op zondag verdubbeld. Het CCI kan zalen blokkeren indien dit noodzakelijk is voor een goede werking of indien de noodzakelijke personele ondersteuning niet kan verzekerd worden.
02.12.2013
79
Artikel 16: Indien een activiteit door de aanvrager op eigen initiatief wordt afgelast moet deze het CCI onmiddellijk en minstens één week op voorhand telefonisch EN schriftelijk of per mail op de hoogte stellen, anders wordt de voorziene huurprijs toch aangerekend. Bij overmacht (staking, ziekte van artiest/spreker, …) wordt niets aangerekend. Artikel 17: Bij verkeerde opgave van de soort activiteit of soort gebruiker wordt het tarief herberekend en aangepast volgens de coëfficiënten vermeld onder artikel 6. Bij (bewuste) overtredingen van het reglement (drankafname, sluitingsuur, opkuis, …) wordt een boete aangerekend zoals vermeld in artikels 9, 10 en 13. In beide gevallen en in geval van wanbetaling wordt een volgend gebruik door dezelfde aanvrager/gebruiker voor een periode van twee jaar geweigerd. Artikel 18: Voor alle schade, verlies of ontvreemding ten nadele van het stadsbestuur wordt de gebruiker die op het ogenblik van de schade, verlies of ontvreemding de betreffende lokalen gebruikt(e) aansprakelijk gesteld. Artikel 19: Voor het gebruik van de Stadsschouwburg en de theaterzaal en polyvalente zaal van Het Perron wordt een waarborg gevraagd. Deze waarborg bedraagt 1/3 van de huurprijs. De definitieve vastlegging gebeurt pas bij ontvangst van dit bedrag. Artikel 20: De betaling gebeurt ten laatste 30 dagen na ontvangst van de factuur. Bij gebrek aan betaling in der minne, zal de invordering geschieden overeenkomstig de burgerlijke rechtspleging. Artikel 21: Alle boekingen gebeuren bij het CCI. Indien er geschillen rijzen i.v.m. de uitbating van een zaal, is het bestuur van het CCI aangewezen om deze te onderzoeken waarna een gemotiveerd antwoord wordt gegeven aan de betrokken partijen. Artikel 22: Het College van Burgemeester en Schepenen wordt belast met de uitvoering van dit reglement. Ook wordt aan dit College de bevoegdheid gegeven om in speciale omstandigheden het gebruik van zalen en lokalen toe te staan aan voorwaarden die afwijken van deze vastgesteld door dit reglement. Deze beslissingen moeten altijd gemotiveerd worden. Artikel 23: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------42. Tariefreglement Stedelijke Openbare Bibliotheek. Intrekken en hernieuwen. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond Artikels 42 en 43 van het gemeentedecreet zijn van toepassing. Feiten, Context, Argumentatie De bibliotheekdienstverlening is de laatste jaren grondig geëvolueerd en uitgebreid. Het dienstreglement was dat ook aan een opfrissing en modernisering toe. Een aantal artikels werden verwijderd wegens niet meer relevant, andere kregen een nieuwe formulering. Daarnaast werd ook de “Provinciale richtlijn tarieven en termijnen” toegepast voor het bepalen van het lidgeld. Het lidgeld was onveranderd gebleven sedert de invoering van de euro, en wordt nu opgetrokken naar 5 € - een aanpassing die beantwoordt aan de gestegen kosten én aan het gegroeide (en gediversifieerde) aanbod. Bovendien omvat het lidmaatschap van de bibliotheek voortaan ook het lidmaatschap van het Stadsarchief. Rekening houdende met de financiële toestand van de gemeente, en op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen, leggen we onderstaand reglement aan de gemeenteraad voor. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad: Artikel 1 De gemeenteraadsbeslissing betreffende het tariefreglement van de Stedelijke Openbare Bibliotheek van 5 november 2001, gewijzigd 6 december 2010, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2014 en vervangen door het nieuwe reglement dat hierna volgt: Artikel 2 De bibliotheek is een open en toegankelijk huis – een basisvoorziening waar elke burger terecht kan met vragen over kennis, cultuur, informatie en ontspanning. De bibliotheek staat in voor
02.12.2013
80
cultuurspreiding en cultuurparticipatie, voor educatie en ontmoeting voor de gehele bevolking maar met bijzondere aandacht voor moeilijk bereikbare groepen, voor onderwijs en voor jeugd. Met de collectie, dienstverlening, activiteiten – laagdrempelig, actueel en ongebonden – werkt de bibliotheek in het bijzonder aan de beleidsprioriteiten. Artikel 3 De dagen en uren van opening zijn : Hoofdbibliotheek Maandag 10-12 13-19 Weverijstraat 9 Dinsdag 10-12 13-19 IEPER Woensdag 10-12 13-19 tel.: 057/239.420 Donderdag 10-12 13-19 fax.: 057/239.429 Vrijdag 10-12 13-19 Zaterdag 9-12 Uitleenpost BOEZINGE Brugstraat 8904 Boezinge Uitleenpost ELVERDINGE Bollemeersstraat 2 8906 Elverdinge
Zaterdag
9-12
Maandag
16-18
Uitleenpost VLAMERTINGE Woensdag 14-16 Kerkplein 17 Vrijdag 16-18 8908 Vlamertinge Artikel 4 Men wordt ingeschreven op voorlegging van het identiteitsbewijs. De identiteitskaart telt als lidkaart, maar men kan ook gratis een lenerspas (hoofdbibliotheek) en/of een lenerskaart (uitleenposten) krijgen. Deze lenerspas (-kaart) is persoonlijk. Bij verlies of beschadiging wordt een nieuwe lenerspas afgeleverd tegen betaling van 2,50 €, een nieuwe lenerskaart tegen betaling van 0,25 €. De identiteitskaart of lenerspas (-kaart) moet bij elke uitlening, verlenging, reservatie enz. voorgelegd worden. Artikel 5 Het inschrijvingsgeld bedraagt 5 € voor een jaar. Jongeren beneden de 18 jaar moeten geen inschrijvingsgeld betalen. Personeelsleden van de Stad Ieper en hun inwonende gezinsleden kunnen zich eveneens gratis inschrijven. Jongeren beneden de 12 jaar kunnen enkel gebruik maken van de jeugdafdeling. De uitlening van alle materialen is gratis. De uitleentermijn bedraagt 28 dagen. In onderstaand schema geven wij een overzicht van : het aantal uitleenbare eenheden per lenerspas de uitleentermijn het maningsgeld Materiaalsoort Maximum aantal Uitleengeld per Uitleen Maningsgeld per pas eenheid termijn Boeken 6 gratis 28 dagen 0,50 €/boek/week Tijdschriften 6 gratis 28 dagen 0,50 €/tds/week DVD* 6 doosjes gratis 28 dagen 0,50 €/doosje/week CD 6 doosjes gratis 28 dagen 0,50 €/doosje/week CD-rom* 6 doosjes gratis 28 dagen 0,50 €/doosje/week Taalcursus* 6 stuks gratis 28 dagen 0,50 €/curs./week *dvd, cd-rom en taalcursus : maximaal 6 stuks samen Een verlenging is mogelijk voor zover het ontleende werk niet door een andere lezer gereserveerd is. In elk geval kan de maximale uitleentermijn voor eenzelfde materiaal slechts 3 x 28 dagen bedragen. Artikel 6 Wie de uitgeleende werken te laat terugbrengt, betaalt maningsgeld : zie schema in artikel 4. De kosten voor het versturen van de maningsbrieven vallen ten laste van de gebruiker. Eén maand na de derde (aangetekende) maningsbrief wordt een factuur gestuurd voor de niet-teruggebrachte materialen, de maningskosten en administratiekosten. Artikel 7 Adresveranderingen moeten door de leners onmiddellijk worden meegedeeld. Artikel 8
02.12.2013
81
De uitleningen zijn persoonlijk, het geleende mag niet verder uitgeleend worden. Artikel 9 De persoon die ontleent, is verantwoordelijk voor de op zijn naam geleende werken. Bij het ontvangen van een beschadigd werk dient hij het personeel te verwittigen, zoniet kan hij aansprakelijk gesteld worden. Artikel 10 De persoon die ontleent, dient zorg te dragen voor de geleende werken. Bij verlies of totale beschadiging moet hij de kostprijs van het werk betalen, desgevallend verhoogd met de bindkosten. Voor werken die niet meer verkrijgbaar zijn, wordt bovendien een voor elk geval afzonderlijk door de bibliothecaris te bepalen toeslag aangerekend. Bij gedeeltelijke beschadiging van een werk bepaalt de bibliothecaris het bedrag van de schadevergoeding. Bijzondere bepalingen : beschadiging barcode : 1,20 € beschadiging RFID-label : 0.50€ verlies tekstboekje (CD's, CD-roms, DVD’s) : vergoeding voor het volledige materiaal Ook bij volledige vergoeding van beschadigde materialen blijven deze eigendom van de bibliotheek. Artikel 11 De gebruiker kan voor informatie, begeleiding en andere hulp steeds een beroep doen op het personeel. In de onmiddellijke nabijheid van de uitleenbalie en van het catalogusapparaat is daartoe eveneens een informatie- en begeleidingsafdeling met ‘quick reference books’. Artikel 12 Werken die uitgeleend zijn, kunnen gereserveerd worden. Per lenerspas kunnen maximum 3 werken terzelfdertijd gereserveerd worden. De administratiekosten (inclusief de kosten voor het verzenden van de verwittiging dat het werk ter beschikking is) vallen ten laste van de gebruiker en worden op voorhand betaald. De gereserveerde werken worden 8 dagen ter beschikking gehouden. Werken die niet voorhanden zijn, kunnen in het raam van het reglement op het leenverkeer onder bibliotheken worden aangevraagd. De hieraan verbonden kosten vallen ten laste van de gebruiker en worden op voorhand betaald. Artikel 13 In de leeszaal/internet-afdeling dient de gebruiker ervoor te zorgen dat de studie-atmosfeer niet wordt verstoord. De referentiewerken, de dag- en weekbladen kunnen enkel ter plaatste geraadpleegd worden. Artikel 14 In alle lokalen van de bibliotheek geldt het rookverbod. Dieren zijn niet toegelaten in de bibliotheek. Eten en drinken is niet toegelaten in de bibliotheek. Artikel 15 Door zich in te schrijven in de openbare bibliotheek verklaart de gebruiker zich akkoord met dit reglement dat hem/haar overhandigd wordt bij inschrijving. Artikel 16 Personen die dit reglement niet naleven of de goede gang van zaken verstoren, kunnen worden uitgesloten van toegang en gebruik van de bibliotheek. Die bevoegdheid berust bij het beheersorgaan, op voorstel van de bibliothecaris. Een bibliotheekgebruiker verliest het recht werken te ontlenen zodra en zolang hij een totale schuld aan de bibliotheek heeft van 12,50 € of meer, of van zodra hij een aangetekende maningsbrief voor dezelfde materialen heeft ontvangen. Artikel 17 Bijzondere bepalingen : 1. Wie jonger is dan 12 kan enkel materialen uit de jeugdafdeling ontlenen. 2.. De ontleende materialen uit de afdeling Beeld en Geluid mogen niet in het openbaar vertoond of ten gehore gebracht worden, noch worden gekopieerd. Zij worden enkel ter beschikking gesteld voor gebruik in besloten kring. De bibliotheek kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor eventuele misbruiken. 3. De bibliotheek kan evenmin aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade aan apparatuur veroorzaakt door het afspelen van ontleende materialen. Artikel 18 1. Internet is gratis beschikbaar voor alle leden van de bibliotheek op de publiekscomputers in de leeszaal. Er is wifi in de hele bibliotheek.
02.12.2013
82
2. Internet is beschikbaar tijdens de openingsuren van de bibliotheek. Voor instructieve doeleinden kunnen de computers tijdelijk door het personeel gereserveerd worden. De laatste sessie van 15 minuten start ten laatste 15 minuten vóór sluitingstijd. 3. De studiesfeer in de leeszaal mag niet verstoord worden. Bij inbreuk kan de gebruiker verzocht worden de leeszaal te verlaten. 4. Er kan ingelogd worden voor minimaal 15 minuten en maximaal 60 minuten. Er wordt een maximaal tijdskrediet per dag/week/maand ingesteld. 5. Reserveren is mogelijk. 6. Het bibliotheekpersoneel assisteert zo nodig bij het gebruik van internet. Maar voor opleidingen verwijzen wij graag naar specifieke momenten en instellingen. 7. De bibliotheek kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor het tijdelijk niet beschikbaar zijn van Internet. 8. Uitgesloten zijn: -alle illegale activiteiten -alle storende of kwetsende activiteiten 9. Het niet naleven van dit reglement kan leiden tot: - tijdelijke of definitieve uitsluiting van het gebruik van Internet - juridische vervolging bij ernstige vergrijpen 10. Bij vaststelling van schade aan apparatuur en/of software bepaalt de bibliothecaris de te betalen vergoeding. De bibliothecaris regelt verder ook alle onvoorziene gevallen Artikel 19 Alle onvoorziene gevallen worden door de bibliothecaris geregeld. Artikel 20 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------43. Tariefreglement Stedelijk Archief. Intrekken en hernieuwen. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond Artikels 42 en 43 van het gemeentedecreet zijn van toepassing. Feiten, Context, Argumentatie Het retributiereglement van het Stadsarchief dateert van 4 september 2000. De tarieven zijn niet meer aangepast. Een aantal digitale diensten (scans etc.) zijn niet accuraat geregeld, terwijl andere kopievormen (planafdruk) niet meer voorkomen. Het Stadsarchief is nu in hetzelfde gebouw gehuisvest als de Stedelijke Openbare Bibliotheek wat samenwerking beter mogelijk maakt. De Stedelijke Archiefcommissie heeft in zitting van 29 oktober 2013 zich over dit item gebogen. De Archiefcommissie staat achter een gemeenschappelijk toegangsgeld voor Bibliotheek en Archief. De Archiefcommissie bepleit eenvormigheid voor alle mogelijke kopievormen. Voorts wijst de Archiefcommissie erop dat de vorsers zelf (met eigen camera) digitale foto's kunnen nemen. Online genealogische opzoekingen zijn via externe webstekken mogelijk. Rekening houdende met de financiële toestand van de gemeente, en op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen, leggen we onderstaand reglement aan de gemeenteraad voor. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad: Artikel 1: De gemeenteraadsbeslissing betreffende het tariefreglement van het Stedelijk Archief van 4 september 2000, gewijzigd 2 juli 2007, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2014 en vervangen door het nieuwe reglement dat hierna volgt: Artikel 2: Voor de toegang tot het Stadsarchief is een geldige inschrijving vereist. Lidmaatschap bij de Stedelijke Openbare Bibliotheek geeft automatisch toegang tot het Stadsarchief en vice versa. Het vereiste toegangsgeld wordt bepaald door het reglement van de Stedelijke Openbare Bibliotheek.
02.12.2013 Artikel 3: Artikel 4:
Artikel 5:
Artikel 6:
83
Fotokopies, scans en reader-printer afdrukken kosten in het Stadsarchief 0,40 € het stuk. Voor schriftelijke of telefonische opzoekingen gelden de tarieven van het Algemeen Rijksarchief en het Rijksarchief in de Provinciën. Deze tarieven zijn steeds ter inzage in het Stadsarchief. Schriftelijke of telefonische aanvragen van kopies van akten van minder dan 100 jaar oud met een bewezen administratief doel kosten 2,00 € (binnenland) of 4,00 € (buitenland) per akte. Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------44. Herwaardering wijk- en dorpsfeesten. Intrekken en hernieuwen. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond Artikels 42 en 43 van het Gemeentedecreet zijn van toepassing. Feiten, Context, Argumentatie Tal van verenigingen zijn actief bij de organisatie van evenementen allerhande (bvb. koersen), dorpsen wijkkermissen in de verschillende dorpen en wijken die sinds de fusies de stad Ieper vormen. Deze festiviteiten brengen heel wat animo en bevorderen de sociale contacten tussen de bewoners. Ze dragen een steentje bij tot de algemene leefbaarheid van de stad. Voor heel wat van deze organisaties is het de laatste jaren moeilijk, zoniet onmogelijk geworden om het hoofd boven water te houden. Een extra stimulans is dan ook zeker op zijn plaats. Om de dynamiek en het gemeenschapsleven in alle dorpen en wijken van (groot-) Ieper meer of nieuw leven in te blazen beoogt de stad Ieper met het project ‘Herwaarderen wijkfeesten’ een impuls te geven aan de verenigingen om de dorps- en wijkfeesten nieuw leven in te blazen en om nieuwe dorps- of wijkgebonden initiatieven te stimuleren. Daarenboven en naast deze subsidie, kunnen de kermiscomités gratis blijven gebruikmaken van (zoals dit reeds vele jaren in voege is): Het ontmoetingscentrum (O.C.) op hun wijk of dorp; De uitlening van allerhande feest- en technisch materiaal. Teneinde deze steunverlening te verzoenen met een langtraditie op bepaalde plaatsen, wordt er nog een speciale subsidie voorzien voor vuurwerk. Op voorstel van het Schepencollege; BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad: Artikel 1: Het gemeentelijk toelagereglement betreffende de herwaardering van wijk- en dorpsfeesten van 6 mei 2002 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2014 en vervangen door het reglement dat hierna volgt: Artikel 2: Binnen de perken van de jaarlijkse goedgekeurde begrotingskredieten wordt onder de hierna vermelde voorwaarden een subsidie verleend voor activiteiten die de sociale contacten binnen een straat, een wijk of een dorp bevorderen. Artikel 3: Dit reglement voorziet in een financiële impuls voor kleinschalige straat-, wijk- en dorpsactiviteiten zoals bvb. een markt, een buurtbarbecue, sport- en spelactiviteiten….; Uitgesloten zijn privé-feesten en activiteiten met winstoogmerk. Het ingediende project moet zich richten tot alle inwoners van een straat, een wijk of een dorp. De initiatiefnemers, minimum 3 in aantal, moeten woonachtig zijn in de betrokken straat of wijk of in het betrokken dorp. Artikel 4: Het subsidiebedrag voor de wijk- en dorpsfeesten wordt als volgt vastgesteld: Max. € 125,- voor straatactiviteiten (straat is een entiteit van één of meerdere aaneengesloten straten met minimum 75 en minder dan 300 inwoners); € 600,- voor een wijk of dorp met 300 tot 1.000 inwoners.
02.12.2013
84
Voor een wijk of dorp met meer dan 1.000 inwoners wordt dit bedrag vermeerderd met € 0,45 per inwoner boven de 1000. De subsidie kan nooit meer dan de effectieve kosten dekken. Artikel 5: Het subsidiereglement voor vuurwerk wordt als volgt samengesteld: 30 % van de voorgelegde facturen; max. € 800 per wijk of dorp en per jaar; binnen het max. voorzien begrotingskrediet van € 2.500; Wanneer de toe te kennen subsidie op basis van de ingediende aanvragen voor een begrotingsjaar dit maximum bedrag overschrijdt, zal er pro rata een herverdeling gebeuren tussen de aanvragers van het desbetreffende begrotingsjaar. Artikel 6: De aanvraag voor subsidies gebeurt op het daartoe bestemde aanvraagformulier ten laatste twee maanden voor de activiteiten plaatsvinden. Het aanvraagformulier is te verkrijgen bij de Financiële Dienst van de Stad Ieper. Elke aanvraag tot subsidiëring dient gericht te worden aan het College van Burgemeester en Schepenen van de stad Ieper, Financiële Dienst, Grote Markt 34, 8900 Ieper. De aanvraag dient vergezeld te zijn van een volledig programma van de evenementen en van het daarbij horende voorziene budget van in- en uitgaven; tevens dient een lijst van de organisatoren (bvb. het bestuur) te worden toegevoegd. Om in aanmerking te komen voor subsidiëring dient de meerderheid van de activiteiten die het programma samenstellen te bestaan uit gratis activiteiten of activiteiten die tegen een sterk gereduceerde prijs worden aangeboden. De drempel voor de buurtbewoners moet immers zo laag mogelijk liggen. De aanvraag wordt voorgelegd aan het College van Burgemeester en Schepenen dat uiteindelijk beslist. Aan de aanvrager wordt schriftelijk gemeld of een subsidie kan worden toegekend en wat het bedrag van deze subsidie zal zijn. Indien geen subsidie kan worden toegekend, wordt de reden van de afwijzing schriftelijk meegedeeld. Artikel 7: Een zelfde activiteit kan door het stadbestuur geen tweemaal (of meer) via andere subsidiereglementen of kanalen (bvb. jeugd, cultuur, …) worden gesubsidieerd. Verenigingen aangesloten bij één adviesraad van de stad Ieper zijn van deze kermissubsidie uitgesloten. Artikel 8: De initiatiefnemers verbinden er zich toe bij elk extern contact of publicatie in het kader van de uitvoering van de gesubsidieerde activiteit te vermelden dat de activiteit ondersteund wordt door het stadsbestuur Ieper.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------45. Gemeentereglement op het toekennen van een stedelijke geboortepremie. Intrekken en hernieuwen. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond De artikels 42 en 43 van het gemeentedecreet zijn van toepassing. Feiten, Context, Argumentatie De stad wenst aan de moeder, die haar wettelijke woon- en verblijfplaats te Ieper heeft, op het ogenblik van de geboorte van een kind, bij de geboorte een premie te geven in de vorm van een cadeaubon van 40 euro. . Dit is een herziening van het stedelijk reglement nopens het verlenen van een geboortepremie van 2 september 2002. Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad: Artikel 1 Aan de moeder, die haar wettelijke woon- en verblijfplaats te Ieper heeft, op het ogenblik van de geboorte van het kind, wordt bij de geboorte van ieder kind een cadeaubon van 40 euro toegekend.
02.12.2013
85
Alle kinderen van de moeder komen in aanmerking om het aantal kinderen en de geboortepremie vast te stellen. Artikel 2 Dit reglement wordt van kracht met ingang van 1 januari 2014. Het raadsbesluit van 2 september 2002 nopens het verlenen van een geboortepremie wordt met ingang van 1 januari 2014 ingetrokken. Artikel 3 De uitbetaling van de geboortepremie is steeds afhankelijk van de jaarlijkse uittrekking op de begroting der daartoe benodigde kredieten.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------46. Reglement op het toekennen van een werkingstoelage voor buitenschoolse opvang. Intrekken en hernieuwen. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond: Artikel 42 en 43 van het gemeentedecreet zijn van toepassing. Feiten, Context, Argumentatie: In zitting van 6 oktober 2008 heeft de gemeenteraad het reglement op het toekennen van een werkingstoelage voor buitenschoolse opvang toegekend. Voorgesteld wordt de toelagen voor de buitenschoolse opvang vermeld in artikel 1 en 3 aan te passen. Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de raad: Artikel 1 :
Artikel 2 :
Artikel 3 :
Artikel 4 :
Artikel 5 :
Artikel 6 :
Artikel 7 :
Artikel 8 :
Artikel 9 :
Aan de Ieperse scholen of verenigingen van scholen van het basisonderwijs die op een bestendige wijze instaan voor opvang van leerlingen buiten de scholuren wordt een stedelijke toelage van 500,00 euro toegekend. De opvang dient minstens iedere schooldag georganiseerd te worden in de tijdsperiode begrepen tussen 07.30 u en 08.15 u en 16.00 u en 18.00 u. De opvang op woensdagnamiddag wordt hiervan uitgesloten. Scholen die een buitenschoolse opvang organiseren op woensdagnamiddag en nietschoolse verlofdagen wordt een aanvullende stedelijke toelage van 400,00 euro toegekend. De bij dit besluit bedoelde opvang dient georganiseerd te worden binnen de regels van de daartoe voorgeschreven wetten en besluiten. Tevens dienen alle regels in verband met verzekering van de kinderen en toezichthoudend personeel geëerbiedigd te worden. Ieperse scholen en/of vestigingsplaatsen van Ieperse scholen die een samenwerkingsverband afsluiten om de buitenschoolse opvang gemeenschappelijk te organiseren, kunnen als tussenkomst in de lasten van eerste inrichting een starttoelage verleend worden van 2.500,00 euro mits voorlegging van de bewijsstukken van de samenwerkingsovereenkomst en de verantwoordende stukken. De bij dit artikel bedoelde toelage wordt toegekend aan de inrichters van het samenwerkingsverband voor zover de opvang wordt ingericht buiten de lokalen die voor schools gebruik worden aangewend. De werkingstoelage wordt uitbetaald na verloop van het lopende schooljaar en na voorlegging van het aanvraagformulier waarvan het model vastgelegd wordt door het College van Burgemeester en Schepenen. Het College van Burgemeester en Schepenen wordt ertoe gemachtigd alle onderzoeken in te stellen die nodig of nuttig zijn in verband met de betoelaging. Tevens is het College gemachtigd nazicht uit te oefenen op de juistheid der verstrekte gegevens. De bepalingen van dit besluit treden in werking met ingang van 1 januari 2014. Het reglement van 6 oktober 2008 op het toekennen van een werkingstoelage voor buitenschoolse opvang, wordt per 1 januari 2014 ingetrokken. De toelagen voorzien bij dit besluit worden toegekend binnen de perken van de op het stedelijk budget voorziene kredieten.
02.12.2013
86
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------47. Reglement tot het verlenen van een vakantietoelage aan langdurige zieken en personen met een handicap. Intrekking. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond Gemeentelijk tot het verlenen van een vakantietoelage aan langdurige zieken en personen met een handicap goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 6 december 2004. Feiten, Context, Argumentatie De vakantietoelage wordt in de praktijk meestal toegekend aan de personen die ook genieten van de verzorgingstoelage. De schrapping van de vakantietoelage betekent niet dat de zieke niet meer op reis zou kunnen gaan want via de mutualiteit kan er ook een tussenkomst bekomen worden. De noodzaak tot behoud van een dergelijk reglement is dus onbestaande. Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad: Artikel 1: Het toelagereglement tot het verlenen van een vakantietoelage aan langdurige zieken en personen met een handicap van 6 december 2004 in te trekken met ingang van 1 januari 2014. Artikel 2: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------48. Toelagen Duurzaam (ver)bouwen OVERWEGEND GEDEELTE: Bevoegdheid Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 42, §1 die de gemeenteraad de volheid van bevoegdheid heeft ten aanzien van deze aangelegenheid en artikel 43,§2,1° waarbij de gemeenteraad de bevoegdheid behoudt gemeentelijke reglementen vast te stellen Juridische Grond Besluit van de gemeenteraad van 3 oktober 2011 betreffende nieuw subsidie energiebesparende maatregelen Feiten, Context, Argumentatie De stedelijke reglementen betreffende het subsidiereglement energiebesparende maatregelen van 3 oktober 2011 en het toelagereglement groendaken van 3 december 2007 vervallen op 31 december 2013. De stad Ieper wil duurzaam (ver)bouwen en wonen stimuleren. De in 2011 hernieuwde toelage wordt hiertoe verdergezet. Hiermee wil de stad inspanningen leveren om de stad klimaatbestendig te maken. Het toelagereglement FSC hout van 6 december 2004 wordt ingetrokken en geïntegreerd in het toelagereglement duurzaam (ver)bouwen. De stad wil aandacht hebben voor een gezond binnenklimaat. Veel bouwheren gebruiken nog steeds klassieke bouwmaterialen die minder gezond zijn en ventileren hun woning niet correct. Hiervoor wenst de stad extra ondersteuning aan te bieden voor duurzame isolatie. Een zonneboiler heeft op vandaag een veel groter rendement en kan ingezet voor het opwarmen van sanitair warmwater en eventueel voor de verwarming als de woning beschikt over lage temperatuursverwarming (vb. wandverwarming, vloerverwarming). Een woning verwarmen, isoleren, ventileren kan niet zonder een goed geplaatst onderdak. Een zuinig verwarmingssysteem is een warmtepomp, De warmtepomp wordt echter nog niet veel geplaatst. Door de subsidiering wensen we de burgers te stimuleren een warmtepomp te plaatsen. Gezien niet alle warmtepompen even energie-efficiënt zijn, wenst het stadsbestuur enkel de efficiënte systemen te promoten door controle van de winstfactor.
02.12.2013
87
In het nieuwe reglement worden volgende zaken opgenomen : Ventilatie met warmterecuperatie : in nieuwbouw is ventilatie verplicht. Echter installeren veel bouwheren geen ventilatie met warmterecuperatie. Door te ventileren met een minderwaardig type (A, B of C) gaat enorm veel warmte verloren. Door het installeren van een ventilatie type D met warmterecuperatie wordt 75 % of meer van de warmte teruggewonnen uit de geventileerde vochtige lucht. Zonneboiler : een zonneboiler bespaart tot 50 % voor het opwarmen van sanitair warm water en kan ook ingezet worden voor het verwarmen van de woning, indien de woning is voorzien van lage temperatuursverwarming Plaatsen van een winddicht onderdak : veel oudere woningen hebben nog steeds geen onderdak. Het aanbrengen van een onderdak vereist dat de pannen moeten afgenomen worden. Dit zorgt voor een extra kost. Plaatsen van isolatie heeft geen zin zonder een onderdak. De isolatie kan nat worden en verliest zijn werking. Geen enkele andere subsidieverlenende instantie neemt een onderdak in de voorwaarden. Een onderdak met een tandgroef systeem zorgt ervoor dat het onderdak winddicht wordt en de isolatie zal werken. Door de inwoners aan te moedigen een winddicht onderdak te plaatsen kan de isolatie correct aangebracht worden. Voor het bekomen van de premie voor het onderdak wordt wel verwacht dat er isolatie wordt aangebracht. Warmtepomp : is een elektrisch aangedreven apparaat dat de in de natuur aanwezige warmte benut om gebouwen te verwarmen. De beschikbare calorieën kunnen gewonnen worden uit lucht, oppervlaktewater en bodem Premie voor het gebruik van bio-ecologische isolatie. Deze materialen hebben over het algemeen een lagere energie-input, een betere vochtregulatie en een hoger comfort dan de klassiek gebruikte isolatiematerialen.. Bovendien zijn deze vrij van petrochemische producten. Voorbeelden zijn vlas, hennep, cellulose, … Premie voor het plaatsen van een groendak. Onder een groendak wordt verstaan een dak met extensieve beplanting (vetplanten, mos- of kruidendak) op een daksysteem waarbij de volledig aangelegde oppervlakte bestaat uit minimaal een draineerlaag, een substraatlaag en vegetatielaag. Premie voor FSC-hout : Het hout heeft het FSC-label, of een gelijkwaardig of strenger label. FSC is de afkorting van Forest Stewardship Council en staat voor verantwoord bosbeheer, rekening houdende met zowel de sociale, ecologische als economische waarden. Het aangepaste subsidiereglement wil het stadsbestuur ondersteunen door een communicatiecampagne met folder en via de website. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de raad Artikel 1 : Enkel woningen en appartementen van particulieren, zowel eigenaar als huurder, komen in aanmerking voor de premie. Bedrijven, zelfstandigen,… komen niet in aanmerking voor de premie. Artikel 2 : Definities en verduidelijking : Factuur: de dienstverrichtingen met betrekking tot de werken die werden verstrekt en gefactureerd aan de belastingplichtige (wetswijziging W.I.B. 1992 door de wet van 14 april 2011, BS van 6 mei 2011). Appartement : woongelegenheid apart, niet het woonblok op zich Gebouwen : zijn particuliere woningen (een- en meergezinswoningen) Winddicht onderdak : de onderdakplaten moeten in elkaar passen door middel van een tand- en groefsysteem en niet bestaan uit kunststof Dakisolatie : isolatie aangebracht in het schuindak of in een platdak Lambda waarde van de isolatie : De lambda-waarde geeft de warmtegeleidbaarheid van een materiaal aan. Ze wordt uitgedrukt in W/mK. Hoe hoger de waarde is, hoe beter de warmte geleid wordt en dus hoe minder goed het materiaal isoleert. Dat betekent niet dat materialen met een lage lambda-waarde altijd beter isoleren dan een materiaal met een iets hogere waarde. De hogere (slechtere) waarde kan gecompenseerd worden door de dikte van het materiaal. R-waarde van de isolatie : De R-waarde geeft het warmte-isolerend vermogen van een materiaallaag aan, vaak gebruikt als isolerende waarde van dubbelglas, muren, vloeren, daken. De R-waarde is de warmteweerstand van een materiaallaag en wordt uitgedrukt in m²K/W. Hoe groter R, hoe groter de weerstand die de warmtedoorgang ondervindt en hoe beter het materiaal isoleert.
02.12.2013
Artikel 3:
Artikel 4:
88
De berekening van de R-waarde is afhankelijk van het type isolatie en de dikte van het materiaal. De materiaaldikte, in meter, wordt gedeeld door de λ-waarde (de warmtegeleidingscoëfficiënt). Hoe hoger de waarde, hoe beter de isolatie, een dubbel zo dikke laag heeft proportioneel ook een dubbel zo goede warmteweerstand. De formule is R = d/λ waarbij: R = warmteweerstand in m² K/W d = dikte van het materiaal in m. λ = warmtegeleidingscoëfficiënt in W/m K Voorbeeld: Een isolatiemateriaal met een dikte van 8 cm (= 0,08 m) en een λ-waarde van 0,030 geeft een R-waarde van 2,66 m²K/W (0,08 / 0,030) Dampscherm : Een dampscherm wordt aangebracht tussen de isolatie en de binnenafwerking. Het houdt warme, vochtige binnenlucht tegen zodat er geen condensatie kan ontstaan aan koude zijde van dakconstructie of in de isolatie. Ventilatie met warmterecuperatie : in nieuwbouw is ventilatie verplicht. Echter installeren veel bouwheren ventilatie zonder warmterecuperatie. Door te ventileren met een minderwaardig type (A, B of C) gaat enorm veel warmte verloren. Door het installeren van een ventilatie type D met warmterecuperatie wordt 75 % of meer van de warmte teruggewonnen uit de geventileerde vochtige lucht. Warmtepomp : is een elektrisch aangedreven apparaat dat de in de natuur aanwezige warmte benut om gebouwen te verwarmen. De beschikbare calorieën kunnen gewonnen worden uit lucht, oppervlaktewater en bodem. De SPF (Seasanol Preformance Factor) of het gemiddeld rendement van een warmtepomp over een volledig stookseizoen wordt gevraagd bij de subsidie aanvraag. De SPF’s moeten minimum volgende waarden bekomen voor een goede installatie : verticale boringen: 4.5 horizontaal systeem: 4 directie-expansie systeem: 3 lucht/water: 3 Een bio-ecologisch isolatiemateriaal is afkomstig van teeltbare grondstoffen. De hoofdbestanddelen ervan komen uit land- en/of bosbouw. Bovendien hebben ze een goede milieubalans en weinig of geen schadelijke gevolgen voor de menselijke gezondheid. Bio-ecologische isolatiematerialen zijn damp-open en vochtregulerend. Dat betekent niet dat ze tegen insijpelend vocht kunnen. Integendeel: isolatiematerialen uit land- en bosbouwgrondstoffen mogen niet permanent in aanraking komen met vocht. Daarom zijn ze bij uitstek geschikt in dak- en houtskeletbouwconstructies, binnenwanden, tussenvloeren… Premie voor het plaatsen van een winddicht onderdak bij renovatie § 1 De premie voor het plaatsen van een winddicht onderdak bij renovatie wordt enkel toegekend als het dak ook geïsoleerd is of wordt met isolatiemateriaal die een R-waarde heeft die groter is of gelijk aan 4. De premie voor de plaatsing van een winddicht onderdak bedraagt 8 euro/m² (maximale premie van 400,00 euro en max helft van de factuur). § 2 Om voor de subsidies in aanmerking te komen, is het noodzakelijk de te plaatsen of de reeds geplaatste oppervlakte van het onderdak op te geven en (achteraf) een factuur te kunnen voorleggen. Deze factuur moet het aantal m² materiaal vermelden, de materiaalsoort (merknaam, type en lambdawaarde volgens NBN B 62-002) en de kostprijs van het materiaal en/of van de uitgevoerde werken. § 3 Aanvraagprocedure De aanvraag dient te gebeuren na de uitvoering van de werken maar vooraleer dat de binnendak afwerking is aangebracht om controle mogelijk te maken. Het aanbrengen van het onderdak en de isolatiewerken worden aangetoond met een factuur van de aannemer (niet ouder dan 1 jaar) die volgende gegevens bevat : - Oppervlakte onderdak - Type onderdak - Oppervlakte isolatie - Lambda en R-waarde van de geplaatste isolatie - Dikte isolatie - Oppervlakte dampscherm Premie voor het plaatsen van een mechanisch ventilatiesysteem met warmterecuperatie
02.12.2013
Artikel 5:
Artikel 6:
89
§ 1 Alle systemen van balansventilatie met warmterecuperatie komen voor de subsidie in aanmerking; § 2 De installatie moet - minstens een rendement van 75% hebben conform EN 308 (rapport opgesteld door onafhankelijke instantie) of een PHI-certificaat. Dit rendement moet bepaald zijn bij een debiet van 0,35 volumewisselingen per uur - een maximaal ventilatorverbruik hebben van 0,45 Wh/m3; § 3 Elke te verwarmen en vochtige ruimte in de woning wordt geventileerd en is voorzien van mechanische aan- of afvoer; § 4 De installatie moet aan de regels van goed vakmanschap beantwoorden en beschikken over een inregelrapport; § 5 Premiebedrag De subsidie bedraagt bij renovatie maximaal 750,00 euro of bij nieuwbouw maximaal 400,00 euro (en max. de helft van het gefactureerde bedrag). § 6 Wanneer het systeem geplaatst wordt in appartementsgebouwen, kan elk appartement afzonderlijk een premie aanvragen, indien elke woongelegenheid zijn eigen systeem heeft. § 7 Aanvraagprocedure De aanvraag gebeurt door middel van een hiertoe voorzien toelageformulier met toevoegen van : Ondertekend inregelrapport is verplicht om ervoor te zorgen dat de vereiste debieten in elke ruimte zijn nagemeten. Factuur van een aannemer (niet ouder dan 1 jaar) met volgende gegevens o minstens een rendement van 75% hebben conform EN 308 (rapport opgesteld door onafhankelijke instantie) of een PHI-certificaat. Dit rendement moet bepaald zijn bij een debiet van 0,35 volumewisselingen per uur o een maximaal ventilatorverbruik hebben van 0,45 Wh/m³ § 8 De premie-aanvrager geeft toelating om voor bovenvermelde premie een controlebezoek door de gemeentelijke diensten toe te laten. Premie voor het plaatsen van een zonneboiler § 1 Er kan een premie van 10% met een maximum van 500 EUR bekomen worden voor het plaatsen van een zonneboiler met zonnecollectoren voor de productie van sanitair warm water of verwarming van het gebouw. Voor zwembadcollectoren of andere systemen die uitsluitend voor zwembadverwarming gebruikt worden, wordt geen premie gegeven. § 2 Aanvraagprocedure Het aanvraagdossier omvat een volledig ingevuld aanvraagformulier met een kopie van de factuur. Het aanvraagdossier moet binnen het jaar na factuurdatum voorgelegd worden aan het stadsbestuur, milieudienst. § 3 Een technisch deskundige van de gemeente dient de installatie te controleren. § 4 De zonneboiler dient door een aannemer geplaatst te zijn. De aannemer dient voor te komen op de lijst van Belsolar. § 5 De plaatsing van de installatie dient in overeenstemming te zijn en uitgevoerd te worden volgens de bestaande wetten, reglementen, verordeningen en gebruiken. § 6 De installatie dient geplaatst te worden tussen zuidoost en zuidwest en heeft een hellingsgraad tussen 20° en 60°. § 7 De installatie moet tenminste 10 jaar na installatie aanwezig zijn en kan onder geen enkel beding verwijderd worden. Zoniet zal van de toelagetrekkers die de verbintenissen niet nakomen, de toelage worden teruggevorderd, vermeerderd met de intrest vanaf de datum van de inbreuk. § 8 De eigenaar van het gebouw waarop de installatie geplaatst wordt, verbindt zich ertoe de installatie goed te onderhouden en deze steeds in optimale staat van werking te houden. Premie voor het plaatsen van een warmtepomp § 1 De subsidie bedraagt 10 % van de totale kostprijs (inclusief BTW) van de installatie met een maximum van 500 EUR. § 2 De subsidie is cumuleerbaar met andere toelagen op voorwaarde dat het totale bedrag van de bekomen subsidies niet hoger is dan 100 % van de gemaakte kosten. Indien dit bedrag wordt overschreden zal de gemeentelijke subsidie verminderd worden.
02.12.2013
Artikel 7:
Artikel 8:
90
§ 3 De plaatsing dient te gebeuren door een aannemer die voorkomt in de lijst van het warmtepompplatform. De warmtepomp moet geplaatst zijn volgens de ‘Code van goede praktijk voor de toepassing van warmtepompsystemen in de woningbouw’ § 4 De warmtepomp staat in voor de hoofdverwarming van het gebouw en het condensorvermogen van de warmtepomp, gemeten volgens EN 14511 of EN 255 of CETIAT, bedraagt minstens 80 % van de nominale warmteverliezen van het gebouw, berekend volgens NBN62-003. § 5 De producten genieten voor de hoofdfunctie van een waarborg van minstens 10 jaar. De warmtepomp kan niet gebruikt worden voor koeling. § 6 Aanvraagprocedure Het aanvraagdossier omvat een volledig ingevuld aanvraagformulier met een kopie van de factuur en de vermelding van de SPF-waarde. Het aanvraagdossier moet binnen het jaar na factuurdatum voorgelegd worden aan het stadsbestuur, milieudienst. Premie voor het gebruik van bio ecologische isolatie § 1 Er kan een premie van 10% van het investeringsbedrag met een maximum van 250 EUR (max. helft van het gefactureerde bedrag) bekomen worden voor het gebruik van isolatie uit nagroeibare grondstoffen (vlas, hennep, cellulose, …) in een gebouw. § 2 Aanvraagprocedure : Het aanvraagdossier omvat een volledig ingevuld aanvraagformulier en een kopie van de factuur. § 3 Het aanvraagdossier moet binnen het jaar voorgelegd worden aan het stadsbestuur, milieudienst. § 4 De gebruikte isolatiematerialen uit nagroeibare grondstoffen moeten voorkomen op de VIBE-database, te raadplegen op www.vibe.be. In geval van een nieuw product of een product dat niet voorkomt in de databank van VIBE vzw, stelt de bevoegde ambtenaar vast of het voldoet aan de door VIBE opgestelde criteria voor isolatiematerialen uit nagroeibare grondstoffen. § 5 Een dampscherm wordt aangebracht tussen de isolatie en de binnenafwerking. § 6 De gemeente behoudt zich het recht om de correcte aanwending van de premie te controleren. § 7 De warmteweerstand of R-waarde van het isolatie materiaal dient: o minimum 4 m²K/W te bedragen voor dakisolatie. o minimum 2,5 m²K/W te bedragen voor muurisolatie. o minimum 1,5 m²K/W te bedragen voor vloerisolatie. § 8 Er wordt geen premie verleend voor kurkafwerking, kurken vloeren en/of wanden. § 9 Na controle van het aanvraagdossier wordt eventueel een plaatsbezoek door de stad uitgevoerd. Premie voor het plaatsen van een groendak § 1 De subsidie bedraagt 25 EUR/m² met een maximum van 1.000 EUR. § 2 De subsidie is van toepassing voor de aanleg van groendak op een woning of bij een woongelegenheid. § 3 Het betreffende dak kan slechts eenmaal betoelaagd worden. Per aanvraagdossier moet minimum 6 m² groenoppervlakte worden aangebracht. Een controle wordt door de stad uitgevoerd. § 4 De handelingen die uitgevoerd worden voor het realiseren van het groendak moeten overeenkomstig de bestaande wettelijke bepalingen gebeuren. Hierbij dient zo nodig en stedenbouwkundige vergunning aangevraagd te worden. § 5 Aanvraagprocedure - Het aanvraagdossier omvat een volledig ingevuld aanvraagformulier met een kopie van de factuur. - Het aanvraagdossier moet binnen het jaar na factuurdatum voorgelegd worden aan het stadsbestuur, milieudienst. § 6 Mislukte aanplantingen of werken dienen hersteld te worden. Gebeurt dit niet, dan zullen de subsidies teruggevorderd worden . De aanvrager engageert zich om minimum 15 jaar lang het groendak in goede staat te behouden. Bij overdracht van de eigendom blijven deze bepalingen van toepassing. Indien blijkt dat de bepalingen van dit reglement of eventueel de stedenbouwkundige vergunning niet werden nageleefd, wordt de subsidie niet uitbetaald, of, indien dit reeds gebeurd zou zijn , teruggevorderd.
02.12.2013
91
Artikel 9:
Premie voor het gebruik van FSC-hout § 1 Het hout heeft een FSC-label, of een gelijkwaardig of strenger label. § 2 Enkel woningen gelegen op het grondgebied van Ieper komen in aanmerking. Onder woning wordt verstaan : het huis of appartement dat bestemd is voor de huisvesting van één gezin van woongebouw dat meerdere woningen omvat of kan omvatten. § 3 Het hout is niet chemisch geïmpregneerd (preventief chemisch verduurzaamd). § 4 De subsidie is geldig voor de hierna opgesomde toepassingen in duurzaam geëxploiteerd hout : Binnenschrijnwerk o Ramen o Deuren o Massieve (volhouten) vloeren o Plafonds o Trappen Buitenschrijnwerk o Ramen o Deuren en poorten o Gevelbekleding Daktimmerwerk Houtskeletbouw Niet verplaatsbare houten tuinconstructies o Pergola’s o Tuinhuizen o Carports o Terras o Hekwerk Uitgesloten zijn : Tuinmeubelen Dierenhokken Andere verplaatsbare toepassingen Verlijmde houten plaatmaterialen en laminaatvloeren § 5 Er kan een subsidie bekomen worden van 10 % van de aankoopprijs met een maximum van 250 EUR voor het gebruik van FSC-hout. § 6 De subsidieaanvraag kan pas ingediend worden van zodra alle werken waarvoor subsidie aangevraagd worden, uitgevoerd zijn met het oog op controle op de uitvoering. § 7 Aanvraagprocedure Het aanvraagdossier omvat een volledig ingevuld aanvraagformulier met een kopie van de factuur en moet binnen het jaar na factuurdatum voorgelegd worden aan het stadsbestuur. Artikel 10: Het nieuwe reglement in werking te laten treden vanaf 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019. Met ingang van dit reglement wordt het toelagereglement FSC hout van 6 december 2004 ingetrokken.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------49. Toelage groenbedekkers in functie van erosiebestrijding OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond De artikels 42 en 43 van het gemeentedecreet zijn van toepassing. Feiten, Context, Argumentatie Het stedelijk reglement betreffende de toelage voor groenbedekkers in functie van erosiebestrijding van 5 mei 2008 vervalt op 31 december 2013. Het Ieperse erosiebestrijdingsplan werd goedgekeurd op 28 september 2006. In dit plan gaf de stad aan erosiebestrijdende maatregelen te stimuleren via betoelaging. De toelage voor groenbemesters werd door de Vlaamse overheid vanaf 2008 stopgezet. Nochtans zijn groenbemesters ook een goede manier om erosie op akkerland te helpen voorkomen en de bodemstructuur te verbeteren.
02.12.2013
92
Een gemeentelijke premie voor groenbedekkers wordt voorgesteld omdat indien de gewestelijke toelage wegvalt, de oppervlakte aan groenbemesters mogelijk zal afnemen of de toepassing zal minder correct gebeuren met alle erosiegevolgen van dien. Behalve als erosiebestrijdende maatregel is een groenbedekker ook een gunstige maatregel voor de natuurkwaliteit. Er is reeds een aantal gemeenten dat een dergelijke toelage verleent, waarbij de maatregel positief wordt geëvalueerd. De toelage past in de bepalingen van de samenwerkingsovereenkomst milieu 2008-2013 met het Vlaamse gewest (thema bodem). De Ieperse Stedelijke Milieuraad heeft op 15 april 2008 het gemeentelijke toelagereglement voor groenbedekkers gunstig geadviseerd. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen : Artikel 1 : Voor een termijn eindigend op 31 december 2019 wordt een jaarlijkse toelage verleend aan de land- en tuinbouwers die cultuurgrond bewerken op het grondgebied Ieper en die beschikken over een productienummer of mestbanknummer. Artikel 2 : Deze toelage tot het inzaaien van groenbedekkers (raaigras, wikke, gele mosterd, klaver, snijrogge, bladkool, bladrammenas, lupinen en phacelia) is bedoeld om de structuur en de humustoestand van de landbouwgrond te verbeteren en om de erosie te bestrijden. Artikel 3 : De toelage bedraagt per perceel 15,00 EUR/ha in te zaaien groenbedekker en maximaal 250,00 EUR per landbouwbedrijf. Artikel 4 : De toekenning van de toelage is afhankelijk van de vervulling van volgende formaliteiten: a) een schriftelijk verzoek via een daartoe bestemd aanvraagformulier b) nadat de gronden zijn ingezaaid levert de landbouwer het bewijs door het voorleggen van een kopie van de factuur met vermelding van aard en hoeveelheid van de groenbedekker c) de groenbedekker dient ingezaaid vóór 1 november en behouden tot 15 februari, tenzij een gemotiveerde afwijking aangevraagd wordt. De groenbedekker dient nadien bij voorkeur ingeploegd te worden zonder gebruik van bestrijdingsmiddelen. Artikel 5 : De uitbetaling van deze gemeentelijke toelage geschiedt binnen de perken van het begrotingskrediet. Artikel 6 : Deze beslissing wordt overgemaakt aan de hogere overheid.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------50. Toelagereglement voor het afkoppelen van hemelwater en afvalwater op privaat domein bij aanleg van een gescheiden riolering. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond De artikels 42 en 43 van het gemeentedecreet zijn van toepassing. Voorgeschiedenis en samenvatting Het zoneringsplan werd door de minister goedgekeurd op 19 september 2008 en geeft aan in welke zones bijkomende riolering dan wel individuele behandeling van het afvalwater dient voorzien. De gewijzigde milieuwetgeving die sinds 1 augustus 2008 van kracht werd (Vlarem II) stelt bijkomende voorwaarden. Dit heeft tot gevolg dat een volledige scheiding tussen afvalwater en hemelwater verplicht is voor woningen op het ogenblik dat een gescheiden riolering wordt (her)aangelegd. De eigenaars van de woningen staan zelf in voor de kosten van deze afkoppeling op privaat domein. Voor bestaande woningen betekent dit vaak een onvoorziene en vooraf niet gekende meerkost. De stad wil hier een ondersteuning bieden voor de meerwerken en om de bouwheren te motiveren correct aan te sluiten, met een bedrag tot maximaal 1.000 euro per aanvraag. Feiten, Context, Argumentatie Het stedelijk reglement betreffende de subsidie hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en afkoppelen regenwater en afvalwater op privaat domein van 3 november 2008 vervalt op 31 december 2013.
02.12.2013
93
Het afkoppelen van hemelwater en afvalwater op het privaat terrein wordt betoelaagd, daar waar deze gekoppeld is aan de aanleg of het voorzien van gescheiden rioleringsstelsel (DWA en RWA) op het openbaar domein. Het zoneringsplan voor Ieper werd definitief goedgekeurd door de minister op 19 september 2008 De verplichting tot het gescheiden aanbieden van afvalwater en hemelwater is opgenomen in de milieuwetgeving (Vlarem II, hfdst 6.2) en is als volgt samen te vatten: In geval van definitief zoneringsplan Het is verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in het gedeelte van een gescheiden stelsel bestemd voor afvoer hemelwater Lozen van huishoudelijk afvalwater is verboden in oppervlaktewater/weggracht wanneer openbare weg van openbare riolering is voorzien Volledige scheiding tussen afvalwater en hemelwater is verplicht op het ogenblik dat een gescheiden riolering wordt aangelegd of heraangelegd (tenzij anders bepaald in Gebiedsdekkend Uitvoeringsplan) Voor bestaande gebouwen in gesloten bebouwing is de scheiding tussen afvalwater en hemelwater enkel verplicht indien daarvoor geen leidingen onder of door het gebouw moeten worden aangelegd. (i.c. enkel voorzijde bestaande rijwoning) Voor de afvoer van hemelwater dient de voorkeur gegeven aan 1)opvang voor hergebruik; 2)infiltratie op eigen terrein; 3)buffering met vertraagd lozen; 4)lozen RWA Enkel wanneer BBT dit niet toelaat kan hemelwater op riolering worden geloosd. Het toelagereglement beoogt aan deze hierboven vermelde doelstellingen te voldoen door het toepassen van een afkoppelingsbeleid op het privaat domein. De eigenaars van de woningen dienen zelf in te staan voor de kosten van deze afkoppeling op privaat domein. Afkoppelen van hemelwater van het afvalwaterriool op privaat domein bij een bestaande woning vraagt een onvoorziene investering. Aanvullend wordt daarom een toelage voorzien voor de afkoppeling tot het gescheiden stelsel (gebieden groen of oranje ingekleurd op het zoneringsplan). Bij de aanleg van een nieuw gescheiden rioolstelsel dienen de woningen die op deze riool lozen hun huishoudelijk afval- en hemelwater te ontkoppelen op perceelsniveau en gescheiden aan te bieden op het gescheiden stelsel. De uitvoering van deze werken kan gebeuren door een geregistreerd aannemer naar keuze of door de eigenaar, maar dienen onder toezicht van het stadsbestuur of een door het stadsbestuur aangewezen instantie te gebeuren. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad : Artikel 1: Definities DWA-leiding
RWA-leiding
Droog Weer Afvoer-leiding; onderdeel van het gescheiden rioleringsstelsel dat dient voor het ontvangen en transporteren van huishoudelijk afvalwater Regen Weer Afvoer-leiding; onderdeel van het gescheiden rioleringsstelsel dat dient voor het ontvangen en transporteren van hemelwater dat niet kan worden opgevangen, geïnfiltreerd of gebufferd
Artikel 2: Premie Wanneer de openbare weg uitgerust wordt met een nieuw gescheiden rioolstelsel verleent het College van Burgemeester en Schepenen een premie aan de eigenaars van de woningen voor het gescheiden afkoppelen van huishoudelijk afvalwater en hemelwater en de werken hiertoe vereist op privaat domein. Deze premie geldt alleen indien de aanleg van een gescheiden afvoersysteem niet reeds was opgelegd door een stedelijke, provinciale of gewestelijke verordening en/of via de stedenbouwkundige vergunning. Enkel fysische eenheden die één of meerdere woongelegenheden bevatten en gelegen zijn op het grondgebied van de stad Ieper komen in aanmerking voor deze premie. Artikel 3: Toekenningsvoorwaarden voor de premie(s)
02.12.2013
94
a) De overloop van de hemelwaterput wordt bij voorkeur aangesloten op een infiltratievoorziening. De overloop van de hemelwaterput mag echter ook afgeleid worden naar een openbare infiltratievoorziening, een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater of een oppervlaktewater. Wanneer een gescheiden stelsel aanwezig is mag de overloop van de hemelwaterput eveneens aangesloten worden op het RWAgedeelte van de openbare riolering bestemd voor de afvoer van hemelwater. Slechts bij ontstentenis van één van deze mogelijkheden mag het hemelwater via een afzonderlijke aansluiting geloosd worden op de openbare riolering. b) De premie is enkel geldig voor woningen waar in de straat afkoppelingswerken zijn voorzien. Artikel 4: Premiebedrag De premie voor het afkoppelen hemelwater/huishoudelijk afvalwater voor werken uitgevoerd op het privaat domein bedraagt maximaal de helft van de gefactureerde kostprijs met een maximum van 1.000 euro. De premie(s) wordt/worden uitbetaald binnen de beperkingen van de voorziene kredieten op het stedelijk budget. Artikel 5: Controle Vooraleer over te gaan tot de uitbetaling van de premie zal de gemeente zich er van vergewissen dat aan de toekenningsvoorwaarden voldaan is. Blijken deze voorwaarden niet nageleefd, dan zal de premie niet uitgekeerd worden. Het is de eigenaar op alle momenten toegestaan om de nodige aanpassingen door te voeren om alsnog voor de toelage in aanmerking te komen. Artikel 6: Aanvraag tot Premie De premieaanvraag voor het afkoppelen van huishoudelijk afvalwater en hemelwater dient ingediend samen met een attest van de afkoppelingsarchitect. Artikel 7: De premie wordt aan de eigenaar van een woning gelegen op het grondgebied van Ieper slechts éénmalig toegekend. Artikel 8: Dit reglement gaat in vanaf 1 januari 2014. Artikel 9: Een afschrift van dit besluit zal overgemaakt worden aan de hogere overheid. Een afschrift van dit besluit zal ter kennisgeving ook gezonden worden naar : - de hoofdgriffier van de Rechtbank van Eerste Aanleg; - de hoofdgriffier van de Politierechtbank; - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie RO Vlaanderen; - Vlaamse Milieumaatschappij.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------51. Overdracht grond gelegen Poperingseweg. OVERWEGEND GEDEELTE: Bevoegdheid - Juridisch kader In toepassing van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 42, §1 waarin bepaald wordt dat de gemeenteraad over de volheid van bevoegdheid beschikt ten aanzien van deze aangelegenheid en artikel 43,§2,12° waarin bepaald wordt dat de gemeenteraad steeds de bevoegdheid behoudt over het stellen van daden van beschikking. Feiten, Context en Argumentatie Bouwmaatschappij De Mandel heeft een verkaveling gerealiseerd op gronden gelegen aan de Poperingseweg te Ieper - Vlamertinge. Daarbij werd er ook openbare infrastructuur aangelegd. De eigenaar Bouwmaatschappij De Mandel, Groenestraat 224B, 8800 Roeselare wenst deze openbare e infrastructuur kosteloos over te dragen aan de stad Ieper. Deze grond kadastraal gekend als Ieper 12 afdeling, sectie G met perceelnummer 67 Y3 met een oppervlakte van 5a 67ca is gelegen in een zone voorzien als wegenis en aldus bestemd als openbaar domein; In zitting van 10 juni 2013 heeft het College beslist om akkoord te gaan met de voorwaarden voor deze kosteloze grondafstand; Het opmetingsplan werd opgemaakt door BVBA Feys op 6 april 2009; Het Aankoopcomité heeft de ontwerpakte voor de kosteloze overdracht overgemaakt;
02.12.2013
95
Van OVAM werd het bodemattest verkregen waaruit volgt dat er voor dit kadastraal perceel geen gegevens beschikbaar zijn; Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd deze kosteloze overdracht goed te keuren om redenen van openbaar nut en de Burgemeester en Secretaris te machtigen om de stukken met betrekking tot deze kosteloze overdracht te ondertekenen en de hypotheekbewaarder te ontslaan van de verplichting ambtshalve inschrijving te nemen bij de overschrijving van de akte; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de Gemeenteraad e Artikel 1: De kosteloze overdracht van de grond gelegen Ieper 12 afdeling, sectie G met perceelnummer 67 Y3 met een oppervlakte van 5a 67ca te aanvaarden van Bouwmaatschappij De Mandel, Groenestraat 224B, 8800 Roeselare, om deze op te nemen in het openbaar domein. Artikel 2: De ontwerpakte opgemaakt door het Aankoopcomité goed te keuren. Artikel 3: De Hypotheekbewaarder te ontslaan van de verplichting ambtshalve inschrijving te nemen bij de overschrijving van de akte. Artikel 4: Het College van Burgemeester en Schepenen te belasten met de uitvoering van deze beslissing. Artikel 5: De Burgemeester en Secretaris te machtigen om de stukken met betrekking tot deze overdracht te ondertekenen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------52. Verkoop pastorie Zuidschote. Nieuwe instelprijs. Goedkeuring. OVERWEGEND GEDEELTE: Bevoegdheid - Juridisch kader In toepassing van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 42, §1 waarin bepaald wordt dat de gemeenteraad over de volheid van bevoegdheid beschikt ten aanzien van deze aangelegenheid en artikel 43,§2,12° waarin bepaald wordt dat de gemeenteraad steeds de bevoegdheid behoudt over het stellen van daden van beschikking. Feiten, Context en Argumentatie In de gemeenteraad van 3 juni 2013 ging de raad akkoord met de openbare verkoop van de pastorie van Zuidschote. Op vrijdag 4 oktober ll. ging de zitting van openbare verkoop door in ‘de Zwaan’ in Boezinge. Er waren evenwel geen bieders die de geschatte minimumprijs van 297.000 EUR boden. Omdat de winter reeds voor de deur staat, is het noodzakelijk om dit dossier niet te laten liggen en de pastorie zo snel mogelijk opnieuw te koop te stellen. Omdat ook de toestand van het gebouw snel achteruitgaat en de prijs van grote woningen de laatste tijd lichtjes daalt kan de expert-schatter zich akkoord verklaren om de instelprijs te plaatsen op de minimum waarde bij gedwongen openbare verkoop. Deze prijs bedraagt 267.000 EUR. Hieronder worden de gegevens van de verkoop zoals meegegeven in de gemeenteraadsnota van 3 juni ll. nog eens herhaald. De motivatie blijft integraal van toepassing. ‘De stad Ieper heeft de woning Zuidschotedorp 13 te Ieper - Zuidschote in eigendom. Deze woning werd gebruikt als pastorie in deze deelgemeente. Gezien er echter geen werkende pastoor meer is in deze gemeente door het samengaan van verschillende parochies, moet deze woning niet langer als pastorie behouden blijven; Om de gekozen beleidsoptie, om panden die niet noodzakelijk zijn voor de goede werking van de stad, af te stoten en zo de patrimoniumportefeuille te optimaliseren, verder uit te voeren wordt er voorgesteld om de pastorie te Ieper – Zuidschote te verkopen; Het pastoriegebouw zelf kan dus best verkocht worden. Wel wordt de optie genomen om een deel van het kadastraal perceel af te scheiden om zo in het kader van de samenwerkingsovereenkomst met CVBA Ons Onderdak Zuidschote verder uit te bouwen tot een levendig dorp; De gemeenteraad heeft zich in zitting van 3 december 2012 akkoord verklaard met de samenwerkingsovereenkomst met CVBA Ons Onderdak; e De pastorie is gelegen Zuidschotedorp 13 te Ieper - Zuidschote, kadastraal gekend Ieper 9 afdeling, sectie A deel van perceelnummer 546 D, met een oppervlakte van 17a60ca;
02.12.2013
96
De opbrengst van de verkoop kan aangewend worden voor andere doeleinden van gemeentelijk belang, meer bepaald voor de aankoop of het verbouwen van andere onroerende goederen nodig voor de werking van de stad; De hypotheekbewaarder wordt ontslagen van zijn plicht tot ambtshalve inschrijving. Op voordracht van het College van Burgemeester en Schepenen; BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad Artikel 1: over te gaan tot de verkoop van de pastorie gelegen Zuidschotedorp 13 te Ieper e Zuidschote, kadastraal gekend Ieper 9 afdeling, sectie A met perceelnummer 546D, met een oppervlakte van 17a60ca met als minimuminstelprijs 267.000 EUR. Artikel 2: deze vervreemding te laten geschieden via een openbare verkoop en notaris Luc Ghesquiere aan te stellen om de openbare verkoop te organiseren en de akte te verlijden. Artikel 3: het College van Burgemeester en Schepenen te belasten met de uitvoering van deze beslissing. Artikel 4: de Burgemeester en Secretaris te machtigen om de stukken met betrekking tot deze verkoop te ondertekenen. Artikel 5: de hypotheekbewaarder te ontslaan van de ambtshalve inschrijving.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------------53. Projectvereniging CO7 (CultuurOverleg Zeven). Goedkeuring statuten en cultuurnota. OVERWEGEND GEDEELTE: De intergemeentelijke culturele samenwerking tussen 7 Westhoekgemeenten uit het arrondissement Ieper vond zijn oorsprong in het najaar van 2002, toen onder impuls van Ieper en Poperinge en met de steun van de Provincie West-Vlaanderen de eerste voorzichtige stappen gezet werden. Dankzij het succes van enkele gezamenlijke culturele projecten en met het vooruitzicht van meer structurele, langlopende projecten (bibliotheekwerking, de regionale beeldbank Westhoek Verbeeldt, de intergemeentelijke archeologische dienst,…), werd gezocht naar een manier om de samenwerking te formaliseren, en werd de projectvereniging CO7 officieel opgericht op 8 november 2005. Conform het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking werd de projectvereniging opgericht tot en met 31 december 2007 (het eerste jaar van de nieuwe gemeentelijke legislatuur). De projectvereniging werd een eerste keer verlengd voor de periode 20082013, en wordt opnieuw verlengd voor de periode 1 januari 2014 – 31 december 2019, op basis van de goedkeuring hiervan door de Gemeenteraad van 2 september 2013, die ook de gemeentelijke bijdrage voor deze jaren vaststelde. Ondertussen werd de verlenging van de projectvereniging door alle zeven gemeenten bekrachtigd, zodat ook de gewijzigde statuten en de cultuurnota aan de Gemeenteraad voorgelegd kunnen worden. De cultuurnota is een beknopt beleidsplan voor de periode 2014-2019 die tevens dient als aanvraag voor subsidiëring (0,33 euro per inwoner) bij de Vlaamse Gemeenschap in het kader van het Decreet Lokaal Cultuurbeleid van 6 juli 2012 (Hoofdstuk 5. Intergemeentelijke samenwerking voor afstemming van het cultuuraanbod en de communicatie. Art. 38). De Raad van Bestuur van CO7 keurde op 29 augustus 2013 de Cultuurnota 2014-2019 goed. De Raad van Bestuur van CO7 keurde op 23 oktober 2013 de gewijzigde statuten goed. Het College van Burgemeester en Schepenen keurde op 14 november 2013 beide documenten principieel goed. In bijlage deze documenten, alsook een overzicht van de wijzigingen t.o.v. de huidige statuten. Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd deze documenten goed te keuren. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de Gemeenteraad goedkeuring te verlenen aan de statuten van CO7 en de cultuurnota CO7 2014-2019.
02.12.2013
97
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------54. Aanleg van fietspad langs de N375 tussen De Klijte en Dikkebus. Princiepsbeslissing en afsluiten studieovereenkomst. OVERWEGEND GEDEELTE: Bevoegdheid Artikelen 42-43 en 57-58 van het gemeentedecreet (Vlaams Parlement 6 juli 2005 - Vlaamse Regering 15 juli 2005 - B.S. 31 augustus 2005) en latere wijzigingen, inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad en het College van Burgemeester en Schepenen. Juridische grond De Wet van 24 december 1993 betreffende de Overheidsopdrachten voor aanneming van werken, het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996 inzake de gunningsprocedure en het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 voor de bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de Overheidsopdrachten A. U. R. genaamd. Feiten, context, argumentatie Op 16 oktober 2013 vond een overlegmoment plaats met de Administratie Wegen en Verkeer (AWV), de gemeente Heuvelland en de Stad Ieper. AWV plant een structureel onderhoud langs de N375 Dikkebusseweg. Het huidige fietspad langs deze weg voldoet niet aan de richtlijnen van een veilig fietspad. Een structureel onderhoud biedt de mogelijkheid om het profiel van de weg grondig te wijzigen zodat de inrichting van het fietspad zou kunnen aangepakt worden zodanig dat het fietspad voldoet aan de normen van het Fietsvademecum. Op die manier zou het ganse traject van de N375 van Ieper naar Loker uitgevoerd zijn met conforme fietspaden. Dit fietspad behoort tot het bovenlokaal functioneel fietsnetwerk en zou 100% gesubsidieerd worden. AWV stelt de vraag aan beide gemeenten om dit fietspad te realiseren via de samenwerkingsovereenkomst VI – aanleg of verbetering van fietsinfrastructuur langs gewestwegen door de gemeente. Eén gemeente dient hierin de trekker te zijn. Dit houdt in dat die gemeente een ontwerper aanstelt om dit project uit te werken. De kosten van ontwerper en uitvoering dienen geprefinancierd te worden en worden in 3 schijven terugbetaald. Een eerste schijf van 50% bij het gunnen van de aannemer, een tweede bij de voorlopige oplevering en het laatste deel bij de definitieve oplevering. Gezien Ieper de grootste gemeente is en het traject ook voor ong. 3/4 op Iepers grondgebied ligt, is het aangewezen dat Ieper hierin de trekkersrol zou opnemen. Dit betekent geenszins dat de andere gemeente en AWV geen rol meer zouden hebben te spelen in de opvolging van de studie of de werken. Kosten voor het deel op Iepers grondgebied worden geraamd op 1,7 miljoen euro (prefinanciering). Door uitbetaling van een eerste schijf van 50% bij het gunnen van de aannemer dient nooit meer dan de helft van het geraamde bedrag te worden geprefinancierd. Planning: Studie 2014 – uitvoering 2016. Indien financieel beter haalbaar kan uitvoering ook nog naar 2017 geschoven worden. Vooraleer een studiebureau aan te stellen dient een studieovereenkomst (ontwerptekst als bijlage) afgesloten tussen AWV en beide gemeenten, waarin o.a. de kostenverdeling en de respectieve lasten wordt vastgelegd. Hierna kan de aanstellingsprocedure van het studiebureau opgestart worden. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad Artikel 1 : Principieel akkoord te gaan met de aanleg van een fietspad langs de N375 tussen De Klijte en Dikkebus. Artikel 2 : De rol van trekker voor beide gemeentebesturen op zich te nemen. Artikel 3 : De studieovereenkomst “samenwerkingsovereenkomst voor samengevoegde opdrachten van diensten” tussen het Vlaamse Gewest, gemeentebestuur Heuvelland en de Stad Ieper, zoals voorgesteld door de Administratie Wegen en Verkeer goed te keuren. Artikel 4 : Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing.
02.12.2013
98
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------55. Ondergronds brengen van kopernet Hospitaalstraat en de Cerfstraat. Goedkeuring lastvoorwaarden en wijze van gunnen. OVERWEGEND GEDEELTE : Referte TD/OV369. Artikelen 42-43 en 57-58 van het gemeentedecreet (Vlaams Parlement 6 juli 2005 - Vlaamse Regering 15 juli 2005 - B.S. 31 augustus 2005) en latere wijzigingen, inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad en het College van Burgemeester en Schepenen. Beslissing van de gemeenteraad van 2 april 2007, definiëring begrip dagelijks bestuur, overeenkomstig artikel 43 §2, 9° van het gemeentedecreet van 15 juli 2005. Juridische Grond De Wet van 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 betreffende de plaatsing van overheidsopdrachten klassieke sectoren en het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. Feiten, Context, Argumentatie Refertenr. TD/369. Studie van Eandis-Gaselwest, referte, GW/FL/218595/244.2013, plannummer NW218595 van 19 september 2013 voor “Ondergronds brengen kopernet Hospitaalstraat en De Cerfstraat”. De kosten ten laste van de stad voor het moderniseren van de openbare verlichting bedragen 8.974,74 EUR, btw medecontractant niet inbegrepen. De kosten voor het ondergronds brengen van de netten zijn ten laste van Eandis-Gaselwest voor een totaal bedrag van 87.628,44 EUR. De technische dienst adviseert de aanvraag gunstig, gezien deze werken zijn opgenomen in het Masterplan van Eandis. Financiële Gevolgen De werken kunnen gefinancierd worden met kredieten op begrotingsartikel 2013/ACS95/670/225307. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad om : Artikel 1 : De voorliggende offerte van Eandis-Gaselwest “Ondergronds brengen kopernet Hospitaalstraat” goed te keuren ten overstaan van de concessiehoudende maatschappij Eandis-Gaselwest, waarvan 8.974,74 EUR, btw medecontractant niet inbegrepen, voor rekening van de stad Ieper. Artikel 2 : De werken te gunnen aan de concessiehoudende maatschappij Eandis-Gaselwest ingevolge een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking volgens artikel 26§1,1°f van de wet overheidsopdrachten van 15 juni 2006. Artikel 3 : De kosten van deze opdracht te financieren met de kredieten ingeschreven op artikel 2013/ACS95/670/225307 van het budget. Artikel 4 : Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------56. Ondergronds brengen van LS en OV net Ieperleestraat, Tegelstraat, Neerstraat, Klaverstraat en Zaalhof. Goedkeuring lastvoorwaarden en wijze van gunnen. OVERWEGEND GEDEELTE : Referte TD/OV370. Artikelen 42-43 en 57-58 van het gemeentedecreet (Vlaams Parlement 6 juli 2005 - Vlaamse Regering 15 juli 2005 - B.S. 31 augustus 2005) en latere wijzigingen, inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad en het College van Burgemeester en Schepenen. Beslissing van de gemeenteraad van 2 april 2007, definiëring begrip dagelijks bestuur, overeenkomstig artikel 43 §2, 9° van het gemeentedecreet van 15 juli 2005. Juridische Grond
02.12.2013
99
De Wet van 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 betreffende de plaatsing van overheidsopdrachten klassieke sectoren en het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. Feiten, Context, Argumentatie Refertenr. TD/370. Studie van Eandis-Gaselwest, referte, GW/GB/218600/233.2013, plannummer NW218600 van 16 september 2013 voor “Ondergronds brengen LS&OV Ieperleestraat, Tegelstraat, Neerstraat, Klaverstraat en Zaalhof”. De kosten ten laste van de stad voor het moderniseren van de openbare verlichtingsarmaturen bedragen 12.310,50 EUR, btw medecontractant niet inbegrepen. De kosten voor het ondergronds brengen van de netten en het aanpassen van het hoogspannings- en seinkabelnet zijn ten laste van Eandis-Gaselwest voor een totaal bedrag van 260.664,22 EUR. De werken kaderen in het project “Collector overwelfde Ieperlee Ieper-Centrum, 1ste fase (Zaalhof, Neerstraat, Tegelstraat, Kanonweg)”, waarvan de lastvoorwaarden en de wijze van gunnen werden goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 7 oktober 2013. Financiële Gevolgen De werken kunnen gefinancierd worden met kredieten op begrotingsartikel 2013/ACS95/670/225307. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad om : Artikel 1 : De voorliggende offerte van Eandis-Gaselwest “Ondergronds brengen LS&OV Ieperleestraat, Tegelstraat, Neerstraat, Klaverstraat en Zaalhof” goed te keuren ten overstaan van de concessiehoudende maatschappij Eandis-Gaselwest, waarvan 12.310,50 EUR, btw medecontractant niet inbegrepen, voor rekening van de stad Ieper. Artikel 2 : De werken te gunnen aan de concessiehoudende maatschappij Eandis-Gaselwest ingevolge een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking volgens artikel 26§1,1°f van de wet overheidsopdrachten van 15 juni 2006. Artikel 3 : De kosten van deze opdracht te financieren met de kredieten ingeschreven op artikel 2013/ACS95/670/225307 van het budget. Artikel 4 : Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------57. Vervangen van verroeste armaturen in de Wittemolenstraat en Schipstraat te Ieper. Goedkeuring lastvoorwaarden en wijze van gunnen. OVERWEGEND GEDEELTE : Referte TD/OV375. Artikelen 42-43 en 57-58 van het gemeentedecreet (Vlaams Parlement 6 juli 2005 - Vlaamse Regering 15 juli 2005 - B.S. 31 augustus 2005) en latere wijzigingen, inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad en het College van Burgemeester en Schepenen. Beslissing van de gemeenteraad van 2 april 2007, definiëring begrip dagelijks bestuur, overeenkomstig artikel 43 §2, 9° van het gemeentedecreet van 15 juli 2005. Juridische Grond De Wet van 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 betreffende de plaatsing van overheidsopdrachten klassieke sectoren en het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. Feiten, Context, Argumentatie Refertenr. TD/375. N.a.v. de meldingen dat de openbare verlichtingspalen in de Wittemolenstraat en in de Schipstraat in slechte staat zijn, werd een offerte opgevraagd aan de concessiehoudende maatschappij Eandis om alle palen te vernieuwen. De Studie van Eandis-Gaselwest, referte, GW/GB/237966/279.2013, plannummer NW237966 van 25 oktober 2013 voor “Vervangen van verroeste armaturen in de Wittemolenstraat en Schipstraat te Ieper” omvat de vervangen van 29 palen en armaturen. De kosten voor het moderniseren van het
02.12.2013
100
openbaar verlichtingsnet zijn ten laste van de stad en de kostprijs bedraagt 29.974,37 EUR, btw medecontractant niet inbegrepen. Financiële Gevolgen De werken kunnen gefinancierd worden met kredieten op begrotingsartikel 2013/ACS95/670/225307. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad om : Artikel 1 : De voorliggende offerte van Eandis-Gaselwest “Vervangen van verroeste armaturen in de Wittemolenstraat en Schipstraat te Ieper” goed te keuren ten overstaan van de concessiehoudende maatschappij Eandis-Gaselwest, kostprijs 29.974,37 EUR, btw medecontractant niet inbegrepen, voor rekening van de stad Ieper. Artikel 2 : De werken te gunnen aan de concessiehoudende maatschappij Eandis-Gaselwest ingevolge een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking volgens artikel 26§1,1°f van de wet overheidsopdrachten van 15 juni 2006. Artikel 3 : De kosten van deze opdracht te financieren met de kredieten ingeschreven op artikel 2013/ACS95/670/225307 van het budget. Artikel 4 : Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------58. Gezamenlijke aankoop door de gemeenten, OCMW’s en politiezones van elektrische energie voor hun installaties en gebouwen en de openbare verlichting. Goedkeuring lastvoorwaarden en wijze van gunnen. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische grond de Richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van Richtlijn 2003/54/EG. de Wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, en de daarbij horende uitvoeringsbesluiten, zoals tot op heden gewijzigd. de Bijzondere Wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd door de Bijzondere Wet van 8 augustus 1988, inzonderheid artikel 94 wat de gewestelijke aspecten van het energiebeleid betreft. het Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid (het “Energiedecreet”) van 8 mei 2009, zoals tot op heden gewijzigd. het Besluit van de Vlaamse Regering houdende algemene bepalingen over het energiebeleid (het “Energiebesluit”) van 19 november 2010, zoals tot op heden gewijzigd. de Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en het Decreet van 18 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals tot op heden gewijzigd. de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus, zoals tot op heden gewijzigd. de Wet van 15 juni 2006 Overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, zoals tot op heden gewijzigd, inzonderheid artikel 38. de Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. het KB van 15 juli 2011 Plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, zoals tot op heden gewijzigd. het KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, zoals tot op heden gewijzigd. Feiten, context, argumentatie Sinds 1 juli 2003 is elke afnemer op de Vlaamse elektriciteitsmarkt vrij om te contracteren met de elektriciteitsleverancier van zijn keuze. De VREG stelt in haar mededeling van 11 november 2002 met betrekking tot het kiezen van een elektriciteitsleverancier door een overheid met toepassing van de wetgeving inzake overheidsopdrachten dat verschillende besturen deze overheidsopdracht
02.12.2013
101
gezamenlijk kunnen uitschrijven om hun gezamenlijke behoeften te dekken, en dat door de schaalvergroting van de opdracht een gunstig (neerwaarts) effect op de prijs te verwachten valt. De huidige opdracht werd volgens deze principes uitgeschreven en gegund. De huidige opdracht loopt af op 31 december 2014. Een nieuwe opdracht moet gegund worden en er is geen reden om daarbij af te wijken van deze principes. De OCMW-raad en de Politieraad hebben hun principieel akkoord om mee te stappen in de samenaankoop reeds overgemaakt. Financiële gevolgen De kosten van deze aankopen zullen ingeschreven op de respectieve begrotingen van de diverse partners. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad Artikel 1 : Het mandaat van het OCMW en de politiezone om voor rekening van het OCMW en de politiezone een gunningsprocedure voor een samengevoegde opdracht in de zin van artikel 38 van de Wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten te organiseren voor de levering van gas conform het door het OCMW en/of de politiezone goedgekeurde bestek. Artikel 2 : Een gunningsprocedure te organiseren voor een samengevoegde opdracht van levering van elektrische energie ten behoeve van de gemeente, de politiezone en het OCMW en voor de openbare verlichting voor een periode vanaf de eerste dag aansluitend op het huidig leveringscontract tot en met 31 december 2017. Artikel 3 : In het definitieve bestek dient voorzien te worden dat de leverancier 50 % groene energie levert. Artikel 4 : Een openbare aanbesteding te organiseren en het bestek dienaangaande goed te keuren. Artikel 5 : De gemeente neemt hierbij alle procedurele verplichtingen op zich m.b.t. de in artikel 1 bedoelde overheidsopdracht. De gemeente zal het gunningsvoorstel ter consultatie meedelen aan de politiezone en het OCMW alvorens over te gaan tot effectieve gunning. Artikel 6 : De gemeente belast conform het goedgekeurde bestek Eandis cvba, Brusselsesteenweg 199, 9090 Melle, met de materiële organisatie van de gunningsprocedure zoals nader bepaald in het desbetreffende collegebesluit. Artikel 7 : De gemeente zal de gekozen leverancier volmacht geven voor het bekendmaken van de keuze van de nieuwe leverancier aan de distributienetbeheerder. Artikel 8 : De gemeente, het OCMW en de politiezone, is zelf verantwoordelijk voor de tijdige betaling van de facturen met betrekking de leveringen op hun eigen afnamepunten in onderhavige overheidsopdracht. Artikel 9 : In geval van een juridisch geschil met betrekking tot onderhavige overheidsopdracht, anders dan bepaald in artikel 7, is de gemeente mee verantwoordelijk voor alle mogelijke kosten in verhouding tot haar aandeel in de opdracht. Artikel 10 : Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------59. Gezamenlijke aankoop door de gemeenten, OCMW’s en politiezones van gas voor hun installaties en gebouwen. Goedkeuring lastvoorwaarden en wijze van gunnen. OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische grond de Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van Richtlijn 2003/55/EG. de Wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen en de daarbij horende uitvoeringsbesluiten, zoals tot op heden gewijzigd.
02.12.2013
102
de Bijzondere Wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd door de Bijzondere Wet van 8 augustus 1988, inzonderheid artikel 94 wat de gewestelijke aspecten van het energiebeleid betreft. het Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid (het “Energiedecreet”) van 8 mei 2009, zoals tot op heden gewijzigd. het Besluit van de Vlaamse Regering houdende algemene bepalingen over het energiebeleid (het “Energiebesluit”) van 19 november 2010, zoals tot op heden gewijzigd. de Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en het Decreet van 18 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals tot op heden gewijzigd. de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus, zoals tot op heden gewijzigd. de Wet van 15 juni 2006 Overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, zoals tot op heden gewijzigd, inzonderheid artikel 38. de Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. het KB van 15 juli 2011 Plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, zoals tot op heden gewijzigd. het KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, zoals tot op heden gewijzigd. Feiten, context, argumentatie Een gunstig neerwaarts effect kan bereikt worden indien verschillende besturen op het grondgebied van de gemeente een gezamenlijke opdracht uitschrijven. De huidige opdracht werd volgens deze principes uitgeschreven en gegund. De huidige opdracht loopt af op 31 december 2014. Een nieuwe opdracht moet gegund worden en er is geen reden om daarbij af te wijken van deze principes. De OCMW-raad en de Politieraad hebben hun principieel akkoord om mee te stappen in de samenaankoop reeds overgemaakt. Financiële gevolgen De kosten van deze aankopen zullen ingeschreven op de respectieve begrotingen van de diverse partners. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad Artikel 1 : Het mandaat van het OCMW en de politiezone om voor rekening van het OCMW en de politiezone een gunningsprocedure voor een samengevoegde opdracht in de zin van artikel 38 van de Wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten te organiseren voor de levering van gas conform het door het OCMW en/of de politiezone goedgekeurde bestek. Artikel 2 : Een gunningsprocedure te organiseren voor een samengevoegde opdracht van levering van gas ten behoeve van de gemeente, de politiezone en het OCMW voor een OCMW periode vanaf de eerste dag aansluitend op het huidig leveringscontract tot en met 31 december 2017. Artikel 3 : Een open aanbesteding te organiseren en het bestek dienaangaande goed te keuren. Artikel 4 : De gemeente neemt hierbij alle procedurele verplichtingen op zich m.b.t. de in artikel 1 bedoelde overheidsopdracht. De gemeente zal het gunningsvoorstel ter consultatie meedelen aan de politiezone en het OCMW alvorens over te gaan tot effectieve gunning. Artikel 5 : De gemeente belast conform het goedgekeurde bestek Eandis cvba, Brusselsesteenweg 199, 9090 Melle, met de materiële organisatie van de gunningsprocedure zoals nader bepaald in het desbetreffende collegebesluit. Artikel 6 : De gemeente zal de gekozen leverancier volmacht geven voor het bekendmaken van de keuze van de nieuwe leverancier aan de distributienetbeheerder. Artikel 7 : De gemeente, het OCMW en de politiezone, is zelf verantwoordelijk voor de tijdige betaling van de facturen met betrekking de leveringen op hun eigen afnamepunten in onderhavige overheidsopdracht. Artikel 8 : In geval van een juridisch geschil met betrekking tot onderhavige overheidsopdracht, anders dan bepaald in artikel 7, is de gemeente mee verantwoordelijk voor alle mogelijke kosten in verhouding tot haar aandeel in de opdracht. Artikel 9 : Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing.
02.12.2013
103
---------------------------------------------------------------------------------------------------------- -----------------------------60. Realisatie van een ongelijkgrondse kruising van de gewestweg N38 ter hoogte van het kruispunt met de Briekestraat en de plaatsing van openbare verlichting door het Gewest. Goedkeuring samenwerkingsovereenkomst. OVERWEGEND GEDEELTE: Bevoegdheid Artikelen 42-43 en 57-58 van het gemeentedecreet (Vlaams Parlement 6 juli 2005 - Vlaamse Regering 15 juli 2005 - B.S. 31 augustus 2005) en latere wijzigingen, inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad en het College van Burgemeester en Schepenen. Juridische grond De Wet van 24 december 1993 betreffende de Overheidsopdrachten voor aanneming van werken, het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996 inzake de gunningsprocedure en het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 voor de bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de Overheidsopdrachten A. U. R. genaamd. Feiten, context, argumentatie Het Agentschap Wegen en Verkeer West-Vlaanderen zal overgaan tot de aanleg van een ongelijkgrondse fietsoversteek van de Noorderring (N38) ter hoogte van de Briekestraat te Ieper. Dit project heeft als doelstelling de gevaarlijke gelijkvloerse fietsoversteek ter hoogte van het kruispunt van de N38 met de Briekestraat weg te werken, gezien de Briekestraat nu als bovenlokale fietsroute tussen Langemark-Poelkapelle en Ieper werd geselecteerd. Tegelijkertijd kadert dit project in het algemene beleid van het wegwerken van gelijkvloerse kruisingen op primaire wegen. De N38 is in het RSV (Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen) als primaire weg type II gecategoriseerd. De Briekestraat is een lokale weg type II. Het rechts-in rechts-uit principe voor het gemotoriseerd verkeer in de Briekestraat en de N38 wordt afgeschaft. Er wordt enkel een oprit van de Briekestraat zuid naar de N38 aangelegd voor de hulpdiensten van het AZ Jan Yperman en de toegang tot de belendende landbouwpercelen. Deze weg is enkel toegankelijk voor de hulpdiensten en landbouwverkeer. Om het invoegen op de N38 verkeersveiliger te maken, wordt deze met een invoegstrook op de N38 uitgevoerd. Deze ingrepen passen binnen de doelstellingen van het GRS (Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan) inzake mobiliteit, namelijk : - Verhogen van de verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid (onveilige situatie voor het gemotoriseerd en langzaam verkeer ter hoogte van de kruising N38-Briekestraat wordt weggewerkt) - Aandacht voor de zwakke weggebruiker en bewoner (de fietsers en voetgangers kunnen de primaire weg type II ongelijkvloers kruisen. - Onderling bereikbaarheid in de gemeente verbeteren (bovenlokale functionele fietsroute tussen Langemarkt-Poelkapelle en Ieper) Het project omvat in hoofdzaak volgende concrete elementen : de bouw van een fietstunnel met hellingsbanen (in de Briekestraat onder de N38) ; de bouw van een bufferkelder met pompstation voor opvang van het hemelwater (aangebouwd aan de fietstunnel) ; de aanleg naast de fietstunnel van een oprit naar de N38 t.h.v. de Briekestraat voor de hulpdiensten van het Jan Ypermanziekenhuis, de heraanleg van grachten en RWA-riolen ; het rooien van bomen en de aanleg van grasbezaaiingen en beplantingen. Met het oog op de realisatie van dit project verzoekt het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) de voorliggende samenwerkingsovereenkomst (type I) te ondertekenen. Voor de stad Ieper zijn aan dit project geen essentiële kosten verbonden, met uitzondering van eventuele beperkte fysieke maatregelen om het lokale karakter van de gemeenteweg Briekestraat vanaf de N38 tot aan de Groenestraat te ondersteunen en het aanpassen van de openbare verlichting. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad : Artikel 1 : Principieel akkoord te gaan met de realisatie van een ongelijkgrondse kruising van de gewestweg N38 ter hoogte van het kruispunt met de Briekestraat en de plaatsing van openbare verlichting door het Gewest.
02.12.2013
104
Artikel 2 : De samenwerkingsovereenkomst type I, conform bijlage 1 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2013 goed te keuren en te ondertekenen. Artikel 3 : Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------61. Ondergronds brengen van LS-, OV- en CU-net + verlichten van de uitgangen fietstunnel Briekestraat. Goedkeuring lastvoorwaarden en wijze van gunnen. OVERWEGEND GEDEELTE : Referte TD/OV376. Artikelen 42-43 en 57-58 van het gemeentedecreet (Vlaams Parlement 6 juli 2005 - Vlaamse Regering 15 juli 2005 - B.S. 31 augustus 2005) en latere wijzigingen, inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad en het College van Burgemeester en Schepenen. Juridische Grond De Wet van 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 betreffende de plaatsing van overheidsopdrachten klassieke sectoren en het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. Feiten, Context, Argumentatie Refertenr. TD/376. Studie van Eandis-Gaselwest, referte, GW/GB/220353/294.2013, plannummer NW220353 van 12 november 2013 voor “Ondergronds brengen van LS-OV en Cu-net en verlichten van de uitgangen van de fietstunnel Briekestraat”. Kosten ten laste van de stad : 10.120,73 EUR (btw medecontractant niet inbegrepen). Kosten ten laste van Eandis-Gaselwest 35.405,83 EUR. Alle kosten voor het ondergronds brengen van de diverse leidingen zijn een last van de nutsmaatschappij. De stad Ieper draagt enkel de kosten voor het aanpassen van de openbare verlichting aan de uitgangen van de tunnel. De 4 bestaande armaturen in de Briekestraat worden gesloopt en vervangen door 9 conische stalen palen van 6 meter tussen de Groenestraat en de tunnel en 1 aan de Noordkant van de Noorderring. Deze werken kaderen in het project “Aanleg van een ongelijkgrondse fietsoversteek van de Noorderring (N38) ter hoogte van de Briekestraat te Ieper van het Agentschap Wegen en Verkeer West-Vlaanderen. Financiële Gevolgen De werken dienen gefinancierd te worden met kredieten in te schrijven op het budget van 2014. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad om : Artikel 1 : De voorliggende offerte van Eandis-Gaselwest “Ondergronds brengen van LS-OV en Cunet en verlichten van de uitgangen van de fietstunnel Briekestraat” goed te keuren ten overstaan van de concessiehoudende maatschappij Eandis-Gaselwest, waarvan 10.120,73 EUR, btw medecontractant niet inbegrepen, voor rekening van de stad Ieper. Artikel 2 : De werken te gunnen aan de concessiehoudende maatschappij Eandis-Gaselwest ingevolge een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking volgens artikel 26§1,1°f van de wet overheidsopdrachten van 15 juni 2006. Artikel 3 : De kosten van deze opdracht te financieren met de kredieten in te schrijven Artikel 4 : Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------62. Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Leidingstraat Alveringem – Maldegem te Alveringem, Beernem, Hooglede, Houthulst, Ieper, Kortemark, Langemark-Poelkapelle,
02.12.2013
105
Lichtervelde, Lo-Reninge, Maldegem, Oostkamp, Poperinge, Staden, Torhout en Vleteren’. Advies. OVERWEGEND GEDEELTE Bevoegdheid. Artikel 2.2.7. §4 van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening stelt dat de Gemeenteraad hun advies aan de Vlaamse regering bezorgen uiterlijk de laatste dag van het openbaar onderzoek. Juridische grond. Ruimtelijke Uitvoeringsplannen vinden hun wettelijke basis in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, in het bijzonder de artikelen 2.2.1. tem 2.2.18. Art. 2.2.6. §1. De Vlaamse Regering is belast met het opmaken van gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen en neemt de nodige maatregelen tot opmaak. Voorgeschiedenis fase Beslissing tot opmaak GRUP Advies verzoek tot raadpleging Plan MER Adviesvraag voorontwerp Plenaire vergadering Voorlopige vaststelling ontwerp Gewestelijk RUP Openbaar onderzoek
actie Vlaamse regering Advies college
datum 20 januari 2012 31 juli 2012
Advies college Vlaamse regering Vlaamse regering
1 juli 2013 17 juli 2013 4 oktober 2013
Vlaamse regering
26 november 2013 tot en met 24 januari 2014
Feiten, Context, argumentatie. Het ontwerp van Gewestelijk RUP behandelt de planologische doordruk van de leidingstraat voor de aardgasleiding tussen Alveringem en Maldegem en tussen Houthulst en Langemark-Poelkapelle. De aanleiding van het ruimtelijk uitvoeringsplan is de geplande aanleg van een nieuwe hoge druk aardgasleiding DN900 tussen Alveringem en Maldegem, vertrekkende vanuit een nieuwe grenspost te Alveringem mogelijk te maken. Eveneens is een aftakking Houthulst – Langemark-Poelkapelle in DN500 voorzien ter bevoorrading van de regio Ieper. Gezien de doelstelling in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen om leidingen te bundelen wordt geopteerd voor een leidingstraat of leidingstrook. Het bundelen van leidingen beperkt de ruimtelijke impact. Het plan legt de noodzakelijke bestemmingen en stedenbouwkundige voorschriften vast op perceelsniveau. Om de gebundelde aanleg van één of meer leidingen tussen Alveringem en Maldegem en tussen Houthulst en Langemark-Poelkapelle mogelijk te maken wordt een leidingstraat of leidingstrook aangeduid ter hoogte van het ruimtelijk meest verantwoorde tracé. De aanduiding van een leidingstraat of leidingstrook gebeurt in “overdruk” over de bestaande bestemmingen. De op vandaag bestaande bestemmingen blijven dus geldig. Voor het grondgebied van Ieper wordt enkel een leidingstraat in overdruk voorzien. Er wordt bovenop de gewestplanbestemming een bestemming leidingstraat in overdruk aangebracht. Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur (gewestplan). De stedenbouwkundige voorschrift in overdruk worden als volgt opgenomen in het ontwerp van Gewestelijk RUP: Art. 1. Leidingstraat In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van ondergrondse transportleidingen en hun aanhorigheden. Nieuwe leidingen worden gerealiseerd in functie van het optimaal ruimtegebruik van de leidingstraat en met het oog op het behoud van de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving. De aanvragen voor vergunningen voor een transportleiding en aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming. … De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de leidingen en hun aanhorigheden niet in het gedrang worden gebracht. Art. 2. Leidingstrook In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van ondergrondse transportleidingen en hun
02.12.2013
106
aanhorigheden. Nieuwe leidingen worden gerealiseerd in functie van het optimaal ruimtegebruik van de leidingstraat en met het oog op het behoud van de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving. De aanvragen voor vergunningen voor een transportleiding en aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming. De leidingstrook heeft een breedte van 30 m. De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de leidingen en hun aanhorigheden niet in het gedrang worden gebracht. Voorliggend Gewestelijk RUP behelst een louter functionele aanpassing van de planologische context van de Leidingstraat, dit in overdruk op de te behouden huidige gewestplanbestemmingen. In die zin is de impact van deze bijkomende voorschriften beperkt tot het vergunbaar maken van een hoge druk aardgasleiding als voorziening van openbaar nut. Het tracé op het grondgebied van Ieper is beperkt tot het doorkruisen van het grondgebied van Zuidschote van oost naar west over +- 1.3 km lengte. I.k.v. eventuele toekomstige grondwerken t.h.v. de toekomstige aardgasleiding, en daarbij gepaard gaande risico’s, wordt aandacht gevraagd dat alle mogelijke veiligheidsmaatregelen genomen worden. In het bijzondere de wettelijke bepalingen tot plaatsaanduiding van de toekomstige aardgasleiding op kabel- en leidingenportaal (KLIP), de centrale planaanvraag module voor Vlaanderen. Op basis van deze overwegingen besliste het college in zitting van 14 november 2013 om, gelet op het beperkte tracé op grondgebied Ieper (Zuidschote) gunstig advies te verlenen voor dit ontwerp van Gewestelijk RUP. Dit onder strikte voorwaarde dat alle mogelijke veiligheidsmaatregelen genomen worden. In het bijzondere de wettelijke bepalingen tot plaatsaanduiding van de toekomstige aardgasleiding op kabel- en leidingenportaal (KLIP), de centrale planaanvraag module voor Vlaanderen. BESCHIKKEND GEDEELTE Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad om: Artikel 1. Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Leidingstraat Alveringem – Maldegem te Alveringem, Beernem, Hooglede, Houthulst, Ieper, Kortemark, langemark-Poelkapelle, Lichtervelde, Lo-Reninge, Maldegem, Oostkamp, Poperinge, Staden, Torhout en Vleteren’, bestaande uit plan feitelijke toestand, bestemmingsplan plan, memorie van toelichting en stedenbouwkundige voorschriften opgemaakt overeenkomstig art. 2.2.1. tem 2.2.5. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, gunstig te adviseren onder de strikte voorwaarde dat alle mogelijke veiligheidsmaatregelen genomen worden. In het bijzondere de wettelijke bepalingen tot plaatsaanduiding van de toekomstige aardgasleiding op kabel- en leidingenportaal (KLIP), de centrale planaanvraag module voor Vlaanderen. Artikel 2. Het advies aan de Vlaamse regering te bezorgen uiterlijk de laatste dag van het openbaar onderzoek.
-------------------------------------------------------------------------------------------------- -------------------------------------63. Goedkeuring convenant tussen de Vlaamse Gemeenschap en de stad Ieper, met betrekking tot de bibliotheekwerking in de gevangenis van Ieper. OVERWEGEND GEDEELTE In uitvoering van artikel 18 van het “participatiedecreet” (18 januari 2008) voorziet de Vlaamse Gemeenschap in het afsluiten van een convenant met de Stad Ieper, met het oog op het stimuleren van de bibliotheekwerking in de gevangenis van Ieper, en dit voor de periode 2014-2019. Het convenant voorziet in het verstrekken van een subsidie die besteed moet worden aan het inzetten van personeel. Het gaat om de verlenging van het vorige convenant - en uit de werking van het afgelopen jaar blijkt duidelijk de meerwaarde voor de dienstverlening aan de gedetineerden op het vlak van vorming, informatie en ontspanning. De gevangenisbibliotheek is uitgegroeid tot een belangrijke factor in de sociaal-culturele werking. Bijlage : ontwerptekst van het convenant. BESCHIKKEND GEDEELTE
02.12.2013
107
Op basis van deze gegevens besluit de raad het convenant tussen de Vlaamse Gemeenschap en de stad Ieper in het kader van het “Participatiedecreet” dat bedoeld is om de bibliotheekdienstverlening in de Ieperse gevangenis te stimuleren, goed te keuren.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------64. Vragen en antwoorden.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------65. Mededelingen.
Besloten zitting 1.
Algemeen reglement op de gemeentelijke administratieve sancties. Aanpassing. Goedkeuring.
OVERWEGEND GEDEELTE Bevoegdheid - Artikel 42 § 3 van het gemeentedecreet Juridische Grond - Artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet, ingevoerd bij de wet van 13 mei 1999 en laatst gewijzigd bij de wet van 30 mei 2013 (B.S. 1 juli 2013 – in werkingtreding 1 januari 2014). - het gemeentelijk reglement “Algemeen reglement op de gemeentelijke administratieve sancties” van 4 juli 2005 gewijzigd op 6 december 2010 (ingang 01.01.2011) en op 5 maart 2012. Feiten, context en argumentatie In de gemeenteraadszitting van 4 juli 2005 werd het algemeen reglement op de gemeentelijke administratieve sancties aangenomen, dit reglement werd laatst gewijzigd in de gemeenteraad van 6 december 2010 (ingang 1 januari 2011) . In de zitting van 1 februari 2010 werd de Heer Stefan Depraetere als secretaris van de stad Ieper aangesteld als aangewezen GAS-ambtenaar. De Heer Stefan Depraetere kan ook een aangestelde aanduiden. Deze aangestelde was in het verleden Yann Mertens. Om de huidige toevloed van GAS-dossiers blijvend adequaat te behandelen, wordt er voorgesteld om Yann Mertens ook als volwaardig GAS-ambtenaar aan te stellen. Yann Mertens voldoet aan de vereiste een hogere opleiding van het lange type te hebben genoten. Hij is licentiaat in de rechten. Voorstel Daarom wordt voorgesteld om artikel 2 van Hoofdstuk II als volgt te wijzen De aangewezen ambtenaar is de secretaris van de stad Ieper, de Heer Stefan Depraetere en de jurist van de Stad Ieper, de Heer Yann Mertens. BESCHIKKEND GEDEELTE Op basis van deze overwegingen besluit de raad om artikel 2 van Hoofdstuk II – Aangewezen ambtenaar van het algemeen reglement op de gemeentelijke administratieve sancties als volgt aan te passen : De aangewezen ambtenaar is de secretaris van de stad Ieper, de Heer Stefan Depraetere en de jurist van de Stad Ieper, de Heer Yann Mertens.