GEMEENTE ASSE
NOTULEN VAN DE GEMEENTERAADSZITTING VAN 18 MAART 2013
Aanwezig :
Lode Pletinckx, Voorzitter; Koen Van Elsen,Burgemeester; Michel Vanhaeleweyck, Rik De Baerdemaeker, Geert Heyvaert, Jan De Backer, Edwin Fabri, Rita De Vos, Schepenen; Etienne Keymolen, Emiel Saerens, Willy Michiels, Peter Verbiest, Johan De Rop, Agnes Fieremans, Kristof Gaublomme, Natacha Le Rut, Sigrid Goethals, Tim Lengeler, Rudy Lengeler, Sam Laureys, Manu Slaus, Liesje Wermoes, Lyotta Pessemier, Pieter De Proost, Marc Verelst, Edward Van Keer, Abderrahmane Jaïchi, Suzy Jacobs, Erik Beunckens, Raadsleden; Lander Van Droogenbroeck, Gemeentesecretaris, wnd;
Bij aanvang van de openbare zitting houdt de gemeenteraad 1 minuut stilte naar aanleiding van het overlijden van dhr. Vic De Boeck. Bij de behandeling van de ontwerp-notulen van vorige zitting zijn volgende wijzigingen gedaan: Bij punt 14 :
TMVW - aanduiding van een kandidaat voor de raad van bestuur wordt vervangen door "aanduiding van een vertegenwoordiger van de gemeente in het Regionaal Directiecomité Domeindiensten"
Bij punt 23 :
Infrax-West : aanduiding van een kandidaat voor de raad van bestuur wordt vervangen door "aanduiding van een kandidaat als lid van het sectorcomité"
Aanpassing door raadslid P. Verbiest bij de bespreking van het toegevoegde punt 46 ivm de verhuis van de brandweerkazerne Asse. Bespreking : Raadslid P. Verbiest stelt tegen elke tijdelijke verhuis van de brandweer te zijn. Omwille van de kostprijs, de gemeente zal een loods moeten huren, deze aanpassen, …allemaal verloren kosten. Ook meent hij dat een tijdelijke verhuis naar minder aangepaste infrastructuur ook de dienstverlening zou kunnen schaden. Ondanks deze bezwaren zou de gemeente toch overwegen om de brandweer tijdelijk naar Ternat te verhuizen. Raadslid S. Laureys licht de werking van de brandweer toe. De brandweer van Asse is een gemengd korps bestaande uit beroepsbrandweermannen en vrijwilligers. Deze manier van werken zal beïnvloed worden door de verhuis naar Ternat : 1. langere aanrijtijden naar de eigen deelgemeenten 1
2. tweede uitruk zal ook langer duren door vrijwilligers die voornamelijk in en rond Assecentrum wonen eerst naar Ternat moeten rijden alvorens te kunnen buiten rijden. 3. kan een demotivatie voor vrijwilligers betekenen waardoor er vrijwilligerswerking gehypothekeerd wordt. Raadslid P. Verbiest heeft 3 vragen : 1. het dringende aspect van de verhuis van de brandweer 2. de evolutie van het dossier en de stand van zaken 3. waarom het dossier niet geagendeerd werd op de gemeenteraad Burgemeester K. Van Elsen stelt dat inderdaad alle pistes in het kader van de Hopmarkt en een mogelijke verhuis van de brandweerkazerne zijn onderzocht aangezien goed besturen gelijk staat aan vooruit kijken. Hij verwijst eveneens naar de collegebeslissing van dd. 17/12/2012 waarin verzocht werd aan de officieren van de brandweer om alle mogelijke opties in het kader van een mogelijke verhuis te onderzoeken. Aangezien het gemeentebestuur eind januari nog geen feed-back had gekregen diende de technische dienst van de gemeente mogelijke locaties te onderzoeken. Een gebouw te Mollem en een gebouw op de grens tussen Asse en Ternat werden als mogelijke opties aan de officieren van de brandweer voorgesteld. Gelet op de grootte van het beschermd gebied en de ligging van het gebouw in de industriezone van Ternat gaat de voorkeur uit naar het gebouw op de grens van Asse en Ternat. De mobiliteit en aanrijtijden naar Asse-Centrum zijn het best op deze locatie. Er is eveneens een mogelijkheid om de voertuigen in visgraad op te stellen in het gebouw. Vanaf 1/4/2013 is het mogelijk om deze locatie te huren. Het is eveneens een verplichting in de afgesloten PPS-overeenkomst om de brandweer te herlocaliseren. Raadslid P. Verbiest vraagt of alle mogelijkheden om een mogelijke verhuis te vermijden onderzocht zijn. Hij begrijpt het ongeduld van de private partner in het Hopmarktverhaal, maar wijst het gemeentebestuur op de aangehaalde bezwaren (kostprijs, dienstverlening) en de nadelen van Ternat en ook naar art. 8 van de PPS-overeenkomst in verband met de verhuis van de branweer, dat mogelijk als argument kan gebruikt worden t.a.v. de NV Hopmarkt, om de verhuis uit te stellen tot men definitief kan verhuizen naar de nieuwe kazerne. Het art. waarnaar dhr. P. Verbiest heeft verwezen is enkel van toepassing bij externe factoren. Burgemeester K. Van Elsen stelt dat de winterse weersomstandigheden reeds een invloed hebben gehad op de bouw van de brandweerkazerne. Raadslid E. Saerens zegt dat statistisch gezien de meeste branden zullen voorkomen in het dichtst bevolkte gedeelte van de gemeente Asse. Raadslid M. Vanhaeleweyck verwijst naar de PPS-overeenkomst en stelt dat de ideale locatie niet bestaat maar dat alle mogelijke middelen zullen gebruikt worden om een zo goed mogelijke locatie te vinden.
2
Raadslid P. Verbiest vraagt om de tijdelijke verhuis van de brandweer uit te stellen met de private partner en raadslid S. Laureys wijst op de mogelijke gevolgen bij een tijdelijke verhuis naar Ternat. De notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 18 februari 2013 worden goedgekeurd met algemene stemmen. Vanaf punt 8 treedt dhr. J. Vastersavendts in zitting. Vanaf punt 10 treedt mevr. M. De Mol in zitting.
OPENBARE ZITTING
1.
Toerisme Brabantse Kouters vzw - aanduiding van een kandidaat voor de raad van bestuur.
Gelet op het feit dat de gemeente aangesloten is bij de vzw "Toerisme Brabantse Kouters"; Gelet op de uitnodiging van de vzw om te zetelen in de raad van bestuur; Gelet op de bepalingen van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, inzonderheid art. 44; Overwegende dat het bestuur gehouden is een kandidaat aan te duiden om de gemeente te vertegenwoordigen in de raad van bestuur; Gelet op de resultaten van de stemming waarbij dhr. G. Heyvaert alle stemmen bekomt. Besluit : met algemene stemmen. Art. 1 -
Schepen G. Heyvaert, wonende Bergestraat 70, 1730 Asse wordt aangeduid als kandidaat voor de raad van bestuur in de vzw "Toerisme Brabantse Kouters".
Art. 2 -
Schepen J. De Backer, wonende Prieelstraat 77, 1730 Asse wordt aangeduid als plaatsvervanger voor de raad van bestuur in de vzw "Toerisme Brabantse Kouters".
Art. 2 -
Dit besluit mee te delen aan de vzw "Toerisme Brabantse Kouters" en schepen G. Heyvaert.
Bespreking : Raadslid E. Beunckens stelt zich vragen bij de meerwaarde van deze vzw voor de gemeente? Schepen De Backer deelt mee dat het een poging is van de provincie Vlaams-Brabant om onze streek op toeristisch vlak in de kijker te plaatsen. De focus ligt vooral op de verspreiding van de wandelkaarten en de aanleg van fietsknooppunten. Concreet zijn er in Asse 5 uitgestippelde wandelingen met aandacht voor de lokale horeca voor wat betreft de start- en aankomstplaatsen. 2.
Toerisme Brabantse Kouters vzw - aanduiding van een vertegenwoordiger van de gemeente op de algemene vergadering. 3
Gelet op het feit dat de gemeente aangesloten is bij de vzw "Toerisme Brabantse Kouters"; Gelet op de uitnodiging van de vzw "Toerisme Brabantse Kouters"op de algemene vergadering. Gelet op de bepalingen van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking inzonderheid art. 44; Overwegende dat het bestuur gehouden is een afgevaardigde aan te duiden om de gemeente te vertegenwoordigen op de algemene vergadering; Gelet op de resultaten van de stemming waarbij schepen J. De Backer alle stemmen bekomt; Besluit : met algemene stemmen. Art. 1 -
Schepen J. De Backer, wonende Prieelstraat 66, 1730 Asse wordt aangeduid om de gemeente te vertegenwoordigen op de algemene vergadering.
Art. 2 -
De vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan de algemene vergadering wordt opgedragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad in verband met het te behandelen agendapunt.
Art.3 -
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van hierbij genomen beslissing en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de vzw "Toerisme Brabantse Kouters".
3.
Aanduiding van de vertegenwoordiger van de gemeente op de algemene vergadering van de Gewestelijke Maatschappij voor Volkshuisvesting CVBA.
Gelet op het feit dat de gemeente aangesloten is bij de Gewestelijke Maatschappij voor Volkshuisvesting; Gelet op de uitnodiging van de Gewestelijke Maatschappij voor Volkshuisvesting op de algemene vergadering; Gelet op de bepalingen van het decreet van 8 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking inzonderheid art. 44; Overwegende dat het bestuur gehouden is een afgevaardigde aan te duiden om de gemeente te vertegenwoordigen op de algemene vergadering; Gelet op de resultaten van de stemming waarbij schepen M. Vanhaeleweyck alle stemmen bekomt; Besluit : met algemene stemmen. Art. 1 -
Schepen M. Vanhaeleweyck, wonende Boekfos 39, 1730 Asse wordt aangeduid om de gemeente te vertegenwoordigen op de algemene vergadering.
Art. 2 -
De vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan de algemene vergadering wordt opgedragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad in verband met het te behandelen agendapunt.
Art.3 -
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van hierbij genomen beslissing en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de Gewestelijke Maatschappij voor Volkshuisvesting.
4.
Aanduiding van de vertegenwoordiger van de gemeente op de algemene vergadering van 3Wplus.
4
Gelet op het feit dat de gemeente aangesloten is bij 3Wplus. Gelet op de uitnodiging van 3Wplus op de algemene vergadering; Gelet op de bepalingen van het decreet van 8 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking; Overwegende dat het bestuur gehouden is een afgevaardigde aan te duiden om de gemeente te vertegenwoordigen op de algemene vergadering; Gelet op de resultaten van de stemming waarbij schepen M. De Mol alle stemmen bekomt; Besluit : met algemene stemmen. Art. 1 -
Schepen M. De Mol, Schepen, wonende Openveldstraat 22, 1731 Asse-Zellik wordt aangeduid om de gemeente te vertegenwoordigen op de algemene vergadering.
Art. 2 -
De vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan de algemene vergadering wordt opgedragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad in verband met het te behandelen agendapunt.
Art 3 -
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van hierbij genomen beslissing en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan 3Wplus.
5.
Intercommunale Haviland - Samenstelling raad van bestuur - aanstelling deskundigen.
Gelet op het feit dat de gemeente aangesloten is bij de intercommunale Haviland; Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op de bepalingen van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking. Besluit : met algemene stemmen. Art. 1 -
Dhr. Jean-Pol Olbrechts wonende P. Delestrestraat 53 te 1850 Grimbergen wordt voorgedragen als kandidaat deskundige voor de raad van bestuur in de intercommunale Haviland.
Art. 2 -
Dhr. Dirk Janssens wonende H. Moeremanslaan 50 te 1700 Dilbeek wordt voorgedragen als kandidaat deskundige voor de raad van bestuur in de intercommunale Haviland.
Art. 3 -
Dhr. Johan Van Win wonende Wezelstraat 45 te 1850 Grimbergen. wordt voorgedragen als kandidaat deskundige voor de raad van bestuur in de intercommunale Haviland.
Art.4 -
Dit besluit mee te delen aan de belanghebbenden en de intercommunale Haviland.
6.
Verkiezing van de leden van de OCMW-raad. Geldigverklaring - kennisgeving.
Gelet op het proces-verbaal en de andere bescheiden betreffende de kiesverrichtingen die op 2/1/2013 plaats gevonden hebben met het oog op de verkiezing van de leden van de OCMW-raad van de gemeente Asse;
5
Op grond van art. 15§7 en §8 van het OCMW-decreet zijn de OCMW-raadsverkiezingen als regelmatig beschouwd; Besluit : met algemene stemmen. Enig art. : De raad neemt kennis van het besluit van de Raad voor Verkiezingsbetwistingen waarbij de verkiezing van de leden van de OCMW-raad wordt geldig verklaard. 7.
Belasting op de leegstaande en de bouwvallige/vervallen woningen en/of gebouwen en de onbewoonbaar of ongeschikt verklaard woningen.
Gelet op artikel 170, §4 van de Grondwet; Gelet op het Gemeentedecreet, inzonderheid de artikelen 42 en 43; Gelet op de gemeentelijke fiscale autonomie; Gelet op de wet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid; Overwegende dat de verslechtering van de kwaliteit van woningen en gebouwen en de langdurige leegstand en/of verwaarlozing ervan dient voorkomen en bestreden te worden; Overwegende dat een effectieve bestrijding van leegstand en verkrotting noodzakelijk is; Overwegende dat het wenselijk is dat het op het grondgebied van de gemeente Asse beschikbare patrimonium voor wonen optimaal wordt benut; Overwegende dat een gemeentelijke belasting op woningen en/of gebouwen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, onveilig, verwaarloosd, bouwvallig, leegstaand of onafgewerkt een instrument kan zijn ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Besluit : met algemene stemmen. Art.1:
§1. Er wordt voor het dienstjaar 2013 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op volgende woningen en gebouwen of gedeelten van gebouwen gelegen op het grondgebied van de gemeente Asse, al of niet zichtbaar vanaf de openbare weg: 1° leegstaande woningen : de woningen die gedurende 12 opeenvolgende maanden, die voorafgaan aan 1 januari van het belastingjaar, geheel ononderbroken feitelijk leegstaan. Een woning is elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande. Met een woning wordt gelijkgeschakeld de woningen in gebouwen, met name de woongelegenheden zoals appartementen, flats, studio’s, lofts, conciërgewoningen en dergelijke. Worden eveneens gelijkgeschakeld met een woning de kamers. Onder kamers worden verstaan de woning waarin één of meer van de volgende voorzieningen ontbreken: - WC, - bad of douche, - kookgelegenheid, en waarvan de bewoners voor deze voorzieningen afhankelijk zijn van de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt. Worden eveneens gelijkgeschakeld met woningen de woningen boven handelspanden, met name de woningen of ruimtes boven de handelsruimte in een pand gekend als handelshuis. De handelsruimte wordt gedefinieerd
6
als de voor publiek toegankelijke winkelruimte met de bovenliggende bouwlaag dienstig als opslag en/of dienstruimten. De feitelijke leegstand van een woning wordt vermoed bij gebreke aan inschrijving in het bevolkingsregister tijdens de belastbare periode. Dit vermoeden geldt tot bewijs van het tegendeel door de belastingplichtige geleverd. Andere indicaties van leegstand kunnen zijn: - het ontbreken van een aanmelding als tweede verblijfplaats; - het ontbreken van aansluitingen op de nutsvoorzieningen, zoals water, elektriciteit en gas; - een abnormaal laag verbruik van de nutsvoorzieningen; - de vermindering van het kadastraal inkomen op basis van artikel 15 van het Wetboek van Inkomstenbelasting 1992; - de registratie van de leegstand van de woning in een gemeentelijke inventaris krachtens een gemeentelijk reglement of op basis van artikel 134bis van de Nieuwe Gemeentewet; - de langdurige tekoopstelling van de woning; - de langdurige periode waarin de woning te huur wordt aangeboden. Indien de woning werkelijk als tweede verblijf wordt gebruikt, zal onderhavige belasting niet van toepassing zijn voor wat de leegstand betreft. Een woning die in gebruik is als opslagruimte wordt beschouwd als zijnde feitelijk in gebruik indien er een duidelijk zichtbare economische activiteit wordt in uitgeoefend, indien meer dan 50% van de totale vloeroppervlakte effectief wordt benut als opslagplaats of indien de bestemming van het pand werd gewijzigd zodat deze door de FOD Financiën Patrimoniumdocumentatie niet langer gekwalificeerd is als huis. Als economische activiteit wordt beschouwd iedere industriële, ambachtelijke, handels-, diensten-, landbouw- of tuinbouw- of administratieve activiteit. De loutere vestiging van een maatschappelijke zetel wordt niet beschouwd als zijnde feitelijk in gebruik. 2° geheel of gedeeltelijk leegstaande gebouwen : de gebouwen die gedurende 12 opeenvolgende maanden, die voorafgaan aan 1 januari van het belastingjaar, feitelijk geheel of gedeeltelijk leegstaan. Een gebouw is elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, dat niet beantwoordt aan de definitie van woning zoals bedoeld onder artikel 1, §1, 1° en nie t valt onder de toepassing van het decreet van 19 april 1995 houdende de maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten. Gebouwen worden als gedeeltelijk leegstaand beschouwd vanaf het ogenblik dat meer dan 50% van de totale vloeroppervlakte niet effectief wordt benut. De panden waarin een duidelijk zichtbare economische activiteit wordt uitgeoefend worden beschouwd als een gebouw ook al zijn deze door de FOD Financiën - Patrimoniumdocumentatie gekwalificeerd als huis. Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke
7
beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Als economische activiteit wordt beschouwd iedere industriële, ambachtelijke, handels-, diensten-, landbouw- of tuinbouw-, opslag of administratieve activiteit. 3° ongeschikt verklaarde woningen : de woningen die op 1 januari van het belastingjaar door de bevoegde overheid ongeschikt verklaard zijn. Een woning die niet beantwoord aan de vereisten van stabiliteit, bouwfysica, veiligheid of minimaal comfort dient als ongeschikt verklaard te worden. 4° onbewoonbaar verklaarde woningen : de woningen die op 1 januari van het belastingjaar door de bevoegde overheid onbewoonbaar verklaard zijn. Een woning die ongeschikt verklaard is en die gebreken vertoont, die onmiskenbaar een veiligheids- en gezondheidsrisico inhouden, dient onbewoonbaar verklaard te worden. 5° onveilige of ongezonde woningen of gebouwen : de woningen of gebouwen die op 1 januari van het belastingjaar ter vrijwaring van de openbare veiligheid of gezondheid bezwaard zijn met een bevel tot sloping of een besluit tot woonverbod van de bevoegde overheid of die saneringswerken of –maatregelen kregen opgelegd; 6° bouwvallige woningen of gebouwen : de woningen of gebouwen die op 1 januari van het belastingjaar uitwendige tekenen van gehele of gedeeltelijke bouwvalligheid vertonen; 7° verwaarloosde/vervallen woningen of gebouwen : de woningen of gebouwen die op 1 januari van het belastingjaar uitwendige tekenen van verval/verwaarlozing vertonen; 8° in aanbouw zijnde woningen of gebouwen : de woningen of gebouwen waarvan de werken zijn aangevat maar waar de stedenbouwkundige vergunning van is komen te vervallen overeenkomstig artikel 4.6.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening. In elk geval geldt dit voor woningen of gebouwen die zeven jaar na afgifte van de stedenbouwkundige vergunning nog steeds niet effectief worden gebruikt. §2. Voor de toepassing van onderhavige belasting wordt onder woningen of gebouwen met uitwendige tekenen van gehele of gedeeltelijke bouwvalligheid of verval/verwaarlozing verstaan de woningen en gebouwen die ingevolge een verslag van de daartoe aangestelde controleur door de gemeente Asse uitwendig geheel of gedeeltelijk bouwvallig/vervallen werden verklaard en waarbij uiterlijke gebreken aan de buitenmuren, voegwerk, schoorstenen, dakgebinte, dakbedekking, regenwaterafvoerleiding, ruiten, glaswerk, buitenschrijnwerk, kroonlijsten, dakgoten, trappen, liften en dergelijke werden vastgesteld. §3. Voor de toepassing van onderhavige belasting worden onder woningen of gebouwen met uitwendige tekenen van verval/verwaarlozing eveneens begrepen de percelen door de FOD Financiën - Patrimoniumdocumentatie gekwalificeerd als puin of krotwoning tenzij het perceel volledig van puin of krotwoning geruimd is.
8
§ 4. De daartoe aangeduide ambtenaren van het gemeentebestuur zijn bevoegd om de belastbare toestand vermeld in § 1 op te sporen en in een gemotiveerde administratieve akte vast te stellen. Art.2:
De belasting wordt vastgesteld op 2,50 euro per vierkante meter grondoppervlakte van de woning of gebouw. Het aldus vastgestelde bedrag wordt vermenigvuldigd met het aantal bouwlagen. Een kelder ingericht met woonvertrekken en een ingerichte zolder worden als bouwlaag aanzien. Voor de woningen of gebouwen bepaald in artikel 1, § 1, 8° wordt de grondoppervlakte genomen zoals die is vastgesteld in de stedenbouwkundige vergunning. De belastbare oppervlakte wordt steeds in volle vierkante meter uitgedrukt. Gedeelten van een vierkante meter worden aangerekend als volle vierkante meter. De minimumaanslag per woning of gebouw bedraagt: • 1.077,00 euro voor een volledig gebouw of woning; • 82,00 euro voor een individuele kamer of studentenkamer; • 326,00 euro voor elke woongelegenheid. Indien de belastbare toestand zoals vermeld in artikel 1 met betrekking tot de woning en/of het gebouw niet wordt weggewerkt na een eerste belasting, is het bedrag van de belasting gelijk aan het resultaat van de volgende formule: - de eerste belasting wordt verhoogd met 100% indien de belastbare toestand zoals vermeld in artikel 1 meer dan 12 maanden bestaat vanaf de eerste belastbare toestand; - de eerste belasting wordt verhoogd met 200% indien de belastbare toestand zoals vermeld in artikel 1 meer dan 24 maanden bestaat vanaf de eerste belastbare toestand; - de eerste belasting wordt verhoogd met 300% indien de belastbare toestand zoals vermeld in artikel 1 meer dan 36 maanden bestaat vanaf de eerste belastbare toestand; - de eerste belasting wordt verhoogd met 400% indien de belastbare toestand zoals vermeld in artikel 1 meer dan 48 maanden bestaat vanaf de eerste belastbare toestand.
Art.3:
§1. De belasting bezwaart de in artikel 1 omschreven onroerende goederen en is verschuldigd door wie volgens de authentieke akte op 1 januari van het belastingjaar eigenaar is. §2. In geval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door degene die op 1 januari van het belastingjaar respectievelijk opstalhouder, erfpachter of vruchtgebruiker is. Zij zijn hoofdelijk gehouden tot de betaling van de belasting. §3. De belastingplichtigen opgesomd in §1 en 2 worden verder in dit reglement “de eigenaar” genoemd. §4. In geval van onverdeeldheid zijn de leden van de onverdeeldheid hoofdelijk gehouden tot de betaling van de belasting.
9
In geval van mede-eigendom mag de belasting slechts gevorderd worden van de niet-vrijgestelde mede-eigenaars in verhouding tot hun eigendomsaandeel. §5. De eigenaars die hun eigendom overdragen zijn verplicht om binnen de maand na het verlijden van de akte, aan de gemeente mee te delen: naam en adres van de nieuwe eigenaar; datum van de akte, naam en standplaats van de notaris; nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of gebouw. Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager, in afwijking van de vorige paragrafen, als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht wordt gevestigd. Art.4:
Van de belasting zijn vrijgesteld: 1° de belastingplichtigen indien zij de woning vol ledig en uitsluitend gebruiken als hun hoofdverblijfplaats en zij over geen andere woning beschikken. Deze vrijstelling geldt slechts gedurende de vijf jaren die volgen op de verwerving van de woning en op voorwaarde dat deze enige woning ook door de eigenaar zelf effectief wordt bewoond. Indien de woning op het moment van goedkeuring van dit reglement reeds verworven was, geldt ze gedurende vijf jaren met ingang vanaf 1 januari 2008. 2° de belastingplichtigen gedurende een periode va n twee jaar volgende op de volledige overdracht van de woning en/of het gebouw, op voorwaarde dat in de loop van voormelde periode: a) geen nieuwe overdracht plaatsvindt en, b) de belastbare toestand zoals vermeld in artikel 1 met betrekking tot de woning en/of het gebouw wordt weggewerkt. Deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten: a) aan vennootschappen die door de overdrager rechtstreeks of onrechtstreeks in rechte of in feite gecontroleerd wordt – een participatie voor meer dan 10% van het aandeelhouderschap wordt steeds beschouwd als controle; b) indien de overdracht het gevolg is van een fusie, splitsing of een andere overgang ten algemene titel; c) aan bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad, tenzij ingeval van overdracht bij erfopvolging of testament. 3° de belastingplichtigen met betrekking tot de wo ningen en/of gebouwen gelegen binnen een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan, een rooilijnplan, een Bijzonder Plan van Aanleg (B.P.A.) of ruimtelijk uitvoeringsplan waardoor een stedenbouwkundige vergunning niet wordt verleend omwille van een nieuwe rooilijn, rooilijnwijziging en/of functiewijziging, of waarvoor een weigering van stedenbouwkundige vergunning verkregen werd wegens een in voorbereiding zijnd onteigeningsplan, plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan; 4° de belastingplichtigen met betrekking tot de won ingen en/of gebouwen die krachtens het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten zijn beschermd als monument en waarvoor:
10
a) ofwel bij de bevoegde overheid een ontvankelijk verklaard restauratiepremiedossier is ingediend, gedurende de termijn van behandeling; b) ofwel de bevoegde overheid attesteert dat het beschermde gebouw en/of woning in de bestaande toestand mag bewaard blijven. 5° de belastingplichtigen met betrekking tot de wo ningen en/of gebouwen die krachtens het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten zijn beschermd als monument of stads- en dorpsgezicht of die bij ministerieel besluit opgenomen zijn in een ontwerp van lijst tot bescherming in het kader van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten. 6° de belastingplichtigen voor de woningen en/of d e gebouwen waarvan de belastbare toestand het gevolg is van een beperking van de handelingsbekwaamheid van de belastingplichtige ingevolge een gerechtelijke beslissing. 7° de belastingplichtigen voor de woningen en/of ge bouwen die getroffen zijn door een ramp, die zich heeft voorgedaan onafhankelijk van de wil van de belastingplichtige. Deze vrijstelling geldt voor een periode van twee jaar volgend op de datum van de ramp. Als ramp wordt beschouwd elke gebeurtenis die uiterlijk waarneembare schade veroorzaakt aan het gebouw en/of de woning, waardoor het gebruik of de bewoning van het gebouw en/of de woning geheel of ten dele onmogelijk wordt. 8° de belastingplichtigen voor de woningen en/of ge bouwen die: - verblijven in een erkende ouderenvoorziening; - die voor een langdurig verblijf werden opgenomen in een psychiatrische instelling; - voor verzorging of wegens ouderdom, ziekte of handicap hun intrek hebben genomen in een instelling of bij een bloedverwant tot en met de derde graad; of - zich bevinden in elke andere situatie waarbij overmacht kan worden bewezen. 9° de belastingplichtige die omwille van een gerec htelijk vonnis of een overheidsbeslissing, onafhankelijk van zijn wil, in de onmogelijkheid verkeert om de belastbare grondslag zoals vermeld in artikel 1 weg te werken. Deze vrijstelling geldt tot twee jaar na het einde van de onmogelijkheid. 10° de belastingplichtigen voor de woningen en/of gebouwen waarvan het effectief gebruik onmogelijk is omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een gerechtelijke procedure, vanaf het begin van de onmogelijkheid tot effectief gebruik tot twee jaar na het einde van de onmogelijkheid. 11° de belastingplichtigen van de woningen die onbe woonbaar/ongeschikt werden verklaard door de bevoegde overheid maar waarvan de termijn voor het indienen van een beroepschrift bij de Vlaamse regering én de termijn waarbinnen de Vlaamse regering een beslissing dient te nemen omtrent dit beroepschrift op 1 januari van het belastingjaar nog niet zijn verstreken overeenkomstig de Vlaamse Wooncode. 11
12° de belastingplichtigen van de woningen of gebouwen die vóór 1 januari van het belastingjaar een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning indienden en nog niet beschikken over een stedenbouwkundige vergunning of de weigering van een stedenbouwkundige vergunning. De aanvraag dient conform de stedenbouwkundige voorschriften te zijn ingediend. Deze vrijstelling geldt voor een periode van twee jaar volgend op de aanvraag, doch deze periode kan verlengd worden indien de belastbare toestand zoals vermeld in artikel 1 aanhoudt onafhankelijk van de wil van de belastingplichtige. De belastingplichtige kan in een periode van tien jaar slechts één maal een beroep doen op deze vrijstelling, tenzij er redenen zijn onafhankelijk van de wil van de belastingplichtige om binnen deze periode een nieuwe aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning in te dienen. 13° de belastingplichtigen van de woningen en/of ge bouwen die op 1 januari van het belastingjaar beschikken over een stedenbouwkundige vergunning, die maximum twee jaar oud is, strekkende tot het wegwerken van de belastbare grondslag zoals vermeld in artikel 1. Deze vrijstelling geldt voor een periode van drie jaar die volgen op het jaar waarin de stedenbouwkundige vergunning werd afgeleverd. Indien de stedenbouwkundige vergunning enkel de sloping van de woning of het gebouw inhoudt, zonder vervangingsbouw, wordt de vrijstelling beperkt tot één jaar. 14° de belastingplichtigen van de woningen en/of ge bouwen die renovatiewerkzaamheden uitvoeren waarvan de werken niet vergunningsplichtig zijn overeenkomstig de Vlaamse Codex. Deze vrijstelling geldt voor een periode van twee jaar die volgen op het starten van de renovatiewerkzaamheden. De belastingplichtige dient een gedetailleerd renovatieschema voor te leggen waaruit blijkt dat hij de nodige renovatiewerken gaat uitvoeren. Het gedetailleerd renovatieschema dient de volgende stukken te bevatten: - een tekening of schets van het gebouw en/of de woning met aanduiding van de geplande werken; - een volledige opsomming en korte beschrijving van alle geplande werken; - een raming van de kosten van de werken middels: - hetzij een offerte voor de levering en plaatsing van materialen door een aannemer; hetzij een offerte voor de levering van materialen, indien de werken in eigen beheer worden uitgevoerd; * hetzij een combinatie van beide offertes; - een fotoreportage van de gebouwdelen die gerenoveerd gaan worden. Louter decoratieve ingrepen zoals behang– en schilderwerken worden niet beschouwd als renovatiewerkzaamheden. Werken die wel als renovatiewerkzaamheden beschouwd worden, zijn: vernieuwen van elektrische en/of sanitaire installaties en/of verwarmingsinstallaties en/of buitenschrijnwerk, heraanleg van vloeren, plafonds, plakwerk, daken e.d. Een sloop gevolgd door vervangingsbouw wordt gelijkgesteld met renovatiewerkzaamheden.
12
De belastingplichtige kan in een periode van tien jaar slechts één maal een beroep doen op deze vrijstelling, tenzij er redenen zijn onafhankelijk van de wil van de belastingplichtige om binnen deze periode nieuwe renovatiewerkzaamheden uit te voeren. 15° de belastingplichtigen voor de woningen en/of gebouwen, zoals vermeld in artikel 1, § 1, 1° en 2°, die tegen de a anvaardbare marktvoorwaarden te huur of te koop aangeboden worden en die, wat de woningen betreft, voldoen aan een onderzoek waaruit blijkt dat ze conform zijn aan de normen van artikel 5 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en waar desondanks de leegstand aanhoudt. Als aanvaardbare marktvoorwaarden worden beschouwd de voorwaarden die gelden in dezelfde en de aangrenzende wijken voor een onroerend goed met een zelfde kadastraal inkomen, vastgesteld overeenkomstig artikel 255 en artikel 256 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals die van toepassing zijn op het Vlaamse Gewest, krachtens artikel 60 van het decreet van 21 december 1990 houdende begrotingstechnische bepalingen alsmede de bepalingen tot begeleiding van de begroting 1991, en geïndexeerd overeenkomstig artikel 518 van hetzelfde wetboek, en verkerend in een vergelijkbare staat. Om tot een objectieve inschatting van de marktvoorwaarden te komen, kunnen partijen daartoe een deskundige aanwijzen of kan een vordering tot schatting worden ingesteld. 16° de belastingplichtigen voor de woningen en/of gebouwen waarvoor het sociaal beheersrecht overeenkomstig artikel 90, § 2 en 3 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode ingesteld is. 17° de belastingplichtigen voor de woningen waarvo or een renovatiecontract zoals bedoeld in artikel 18, § 2 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode afgesloten is. 18° de belastingplichtigen die in de loop van het belastingjaar voor de woning en/of het gebouw een contract van huurcompensatie afsluiten met een erkende sociale woningbouwmaatschappij. Art.6:
§1. De belastingplichtige ontvangt vanwege de gemeente een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, vóór de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd. §2. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 30 september van het belastingjaar, aangifte te doen door middel van een daartoe voorbestemd formulier dat op verzoek door de gemeente ter beschikking wordt gesteld.
Art.7:
§1. Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 6 vastgestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve ingekohierd volgens de gegevens waarover de gemeente beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. §2. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd
13
evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. §3. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. §4. De overeenkomstig § 1 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 20%. Het bedrag van deze verhoging wordt eveneens ingekohierd. Art.8:
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Art.9:
De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Art.10:
§ 1. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. § 2. Het bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend, en worden gemotiveerd. De indiening kan gebeuren door verzending § 3. Deze indiening, moet op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat.
Art.11:
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de wet van 24 december 1996, zijn de bepalingen van titel VII (vestiging en invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 bewijsmiddelen van de administratie, 6 tot en met 9bis (aanslagtermijn, rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist, verjaring van de rechten van de schatkist) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen.
Art.13:
Dit belastingreglement toegezonden.
wordt
aan
de
toezichthoudende
overheid
Bespreking : Raadslid W. Michiels wijst op het parkeerprobleem. De mogelijkheid wordt onderzocht om een vrijstelling te krijgen bij ter beschikking stellen voor parkeren. Raadslid E. Van Keer stelt voor om er 5 euro/m² van te maken. Raadslid M. Vanhaeleweyck stelt voor om zich te beperken tot het minimum. Hoe hoger de belasting men stelt, hoe meer energie en kosten om deze belasting te innen.
14
Schepen Joeri Vastersavendts vervoegt de vergadering van de gemeenteraad.
8.
Belasting op onbebouwde kavels.
Gelet op de artikel 170,§ 4 van de Grondwet; Gelet op de artikelen 42 en 43 van het gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- gemeentebelastingen; Gelet op de omzendbrief BB 2011/01 van 10 juni 2011 – coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit; Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, inzonderheid artikel 3.2.5 en volgende; Overwegende dat deze belasting bestemd is ter ondersteuning van het gemeentelijk grondbeleid: enerzijds het bewoonbaar maken en bebouwen van percelen die daartoe bestemd zijn en anderzijds het tegengaan van grondspeculatie door het stimuleren van de verkoop van deze percelen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Besluit : met 21 ja-stemmen ( Koen Van Elsen, Michel Vanhaeleweyck, Rik De Baerdemaeker, Geert Heyvaert, Jan De Backer, Edwin Fabri, Joeri Vastersavendts, Rita De Vos, Lode Pletinckx, Willy Michiels, Agnes Fieremans, Kristof Gaublomme, Natacha Le Rut, Liesje Wermoes, Lyotta Pessemier, Pieter De Proost, Marc Verelst, Edward Van Keer, Abderrahmane Jaïchi, Suzy Jacobs, Erik Beunckens ) , tegen 1 neen-stem ( Emiel Saerens ) bij 8 onthoudingen ( Etienne Keymolen, Peter Verbiest, Johan De Rop, Sigrid Goethals, Tim Lengeler, Rudy Lengeler, Sam Laureys, Manu Slaus ) . Art. 1. -
Er wordt voor het aanslagjaar 2013 een gemeentebelasting gevestigd op de onbebouwde kavels. Als onbebouwde kavels worden beschouwd de in een verkavelingsvergunning van een niet vervallen verkaveling afgebakende percelen, waarop de inrichting van een voor bewoning bestemd gebouw niet is aangevat op 1 januari van het belastingjaar.
Art. 2. -
De belasting is verschuldigd door wie op 1 januari van het belastingjaar de eigenaar is van een onbebouwde kavel. In geval van overdracht onder levenden, wordt de hoedanigheid van eigenaar beoordeeld op de datum van de authentieke akte tot vaststelling van de overdracht. In geval van mede-eigendom is iedere mede-eigenaar belastingschuldig in verhouding tot zijn deel in het onbebouwde kavel. Indien er een erfpacht of opstalrecht bestaat, is de belasting verschuldigd door de erfpachter of de opstalhouder. Ingeval van vruchtgebruik wordt de belasting gevestigd lastens de naakte eigenaar.
Art. 3. -
De belasting wordt vastgesteld op 13,11 euro per strekkende meter lengte van het perceel palende aan een al dan niet verwezenlijkte weg die voorkomt in de verkavelingsvergunning, met een minimum van 125,00 euro per perceel. Elk gedeelte van een meter wordt als een volle meter beschouwd.
15
Wanneer een kavel aan verscheidene wegen paalt, is de langste gevellengte langs één van deze wegen de grondslag van de belastingberekening. Wanneer de kavel begrepen is in een afgesneden hoek, gevormd door twee wegen, is de belastbare lengte gelijk aan de langste van de rechte gevellengten, vermeerderd met de helft van de afgesneden hoek. Art. 4. -
Van de belasting zijn vrijgesteld: 1) De natuurlijke en rechtspersonen die (mede-)eigenaar zijn van één enkel onbebouwd kavel bij uitsluiting van enig ander onroerend goed in België. Deze vrijstelling geldt slechts gedurende de vijf kalenderjaren die volgen op de verwerving van het goed. Zij geldt slechts gedurende de vijf dienstjaren die volgen op de inwerkingtreding van de belastingverordening, indien het goed op dat tijdstip reeds verworven is. 2) De Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en de door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij erkende sociale huisvestingsmaatschappijen. 3) De eigenaars van percelen die ingevolge de bepalingen van de wet op de landpacht niet voor bebouwing kunnen worden bestemd. 4) De ouders met één of meer kinderen, ongeacht de leeftijd van de kinderen, beperkt tot één onbebouwde kavel per kind. Indien er meer kavels belastbaar zijn dan er voor vrijstelling in aanmerking komen, wordt de vrijstelling toegepast voor de grootste kavel of de grootste kavels (langste gevellengte). Deze vrijstelling geldt slechts gedurende de tien kalenderjaren die volgen op de verwerving van het goed. Zij geldt slechts gedurende de tien dienstjaren die volgen op de inwerkingtreding van de belastingverordening, indien het goed op dat tijdstip reeds verworven is. 5) De verkavelaars, indien de verkavelingsvergunning geen werken omvat, en dit gedurende het jaar volgend op het jaar waarin de verkavelingsvergunning werd toegekend. De verkavelaars, indien de verkavelingsvergunning werken omvat, en dit gedurende het jaar waarin het attest bedoeld in artikel 4.2.16.§ 2 van de laamse Codex Ruimtelijke Ordening werd toegekend. De verkavelaars, indien de verkavelingsvergunning bepaalde voorwaarden omvat, en dit gedurende het jaar dat de voorwaarden niet kunnen gerealiseerd worden wegens redenen die niet aan de verkavelaar kunnen worden toegeschreven, maar het gevolg is van bestuurlijke maatregelen worden niet bedoeld de voorwaarden opgelegd in de verkavelingsvergunning of wetgeving die op het ogenblik van afgifte van de verkavelingvergunning van kracht is.
Art. 5. -
De belastingplichtige is ertoe gehouden jaarlijks een aangifte in te dienen bij het gemeentebestuur binnen een termijn van 1 maand na ontvangst van dit formulier. Dit formulier wordt vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen.
Art. 6. -
Bij gebreke aan of bij onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige van ambtswege ingekohierd volgens de procedure beschreven in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008 (met een verhoging van 20%).
Art. 7. -
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. 16
Art. 8. -
De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Art. 9. -
Wanneer eenzelfde situatie aanleiding kan geven tot de toepassing van deze belastingverordening en de belastingverordening op onbebouwde bouwgronden in woongebied is alleen onderhavige belastingverordening van toepassing.
Art. 10. - De verkoper van een onbebouwde kavel is verplicht binnen de twee maanden na het verlijden van de notariële akte aan het gemeentebestuur mee te delen: 1) de volledige identiteit en adres van de nieuwe eigenaar; 2) de datum van de akte en de naam van de notaris; 3) een nauwkeurige aanduiding van het verkochte perceel. Art. 11. - De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend, en worden gemotiveerd. De indiening kan gebeuren door verzending of door overhandiging. Bezwaarschriften kunnen onder zelfde voorwaarden en binnen dezelfde termijn worden ingediend via een duurzame drager. Deze indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen kan beroep worden ingesteld bij de fiscale rechtbank van eerste aanleg te Brussel. Art. 12. - Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII (vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9bis (aanslagtermijn, rechtsmiddelen; invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest, rechten en voorrechten van de schatkist, verjaring van de rechten van de schatkist)) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Art. 13. - Deze belastingverordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Bespreking : Raadslid J. De Rop zegt over het 8ste en 9de punt dat deze belasting in december al gestemd is. Hij stelt voor om deze belasting af te schaffen en verwijst naar CD&V folder. Schepen E. Fabri wijst op de globale herziening van de belastingen in het kader van het BBC verhaal. Schepen M. Vanhaeleweyck wijst op de vraag van 3W Plus.
17
Raadslid E. Van Keer is voorstander om deze belasting te behouden en zelfs te verhogen. Hij wijst op de mogelijkheid tot speculatie. Schepen M. Vanhaeleweyck wijst op de verplichting in het kader van de ontvoogding. Burgemeester K. Van Elsen sluit zich hierbij aan.
9.
Belasting op onbebouwde bouwgronden in woongebied.
Gelet op artikel 170,§ 4 van de Grondwet; Gelet op de artikelen 42 en 43 van het gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- gemeentebelastingen; Gelet op de omzendbrief BB 2011/01 van 10 juni 2011 – coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit; Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, inzonderheid artikel 3.2.5 en volgende; Overwegende dat deze belasting bestemd is ter ondersteuning van het gemeentelijk grondbeleid, in het bijzonder het vrijmaken van potentiële woonlocaties en het tegengaan van grondspeculatie; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Besluit : met 21 ja-stemmen ( Koen Van Elsen, Michel Vanhaeleweyck, Rik De Baerdemaeker, Geert Heyvaert, Jan De Backer, Edwin Fabri, Joeri Vastersavendts, Rita De Vos, Lode Pletinckx, Willy Michiels, Agnes Fieremans, Kristof Gaublomme, Natacha Le Rut, Liesje Wermoes, Lyotta Pessemier, Pieter De Proost, Marc Verelst, Edward Van Keer, Abderrahmane Jaïchi, Suzy Jacobs, Erik Beunckens ) , tegen 1 neen-stem ( Emiel Saerens ) bij 8 onthoudingen ( Etienne Keymolen, Peter Verbiest, Johan De Rop, Sigrid Goethals, Tim Lengeler, Rudy Lengeler, Sam Laureys, Manu Slaus ) . Art. 1. - Er wordt voor het aanslagjaar 2013 een gemeentebelasting gevestigd op onbebouwde bouwgronden in woongebied. Als onbebouwde bouwgrond wordt beschouwd elk perceel, met uitsluiting van kavels, dat paalt aan een voldoende uitgeruste weg waarop de oprichting van een voor bewoning of voor handel, ambacht of industrie bestemd gebouw niet is aangevat op 1 januari van het belastingjaar. Art. 2. - De belasting is verschuldigd door wie op 1 januari van het belastingjaar de eigenaar is van de onbebouwde bouwgrond. In geval van overdracht onder levenden, wordt de hoedanigheid van eigenaar beoordeeld op de datum van de authentieke akte tot vaststelling van de overdracht. In geval van mede-eigendom is iedere mede-eigenaar belastingschuldig in verhouding tot zijn deel in de onbebouwde grond. Indien er een erfpacht of opstalrecht bestaat, is de belasting verschuldigd door de erfpachter of de opstalhouder. Ingeval van vruchtgebruik wordt de belasting gevestigd lastens de naakte eigenaar. Art. 3. - De belasting wordt vastgesteld op 13,11 euro per strekkende meter lengte van de grond palende aan de weg, met een minimum van 125,00 euro per perceel. Elk gedeelte van een meter wordt als een volle meter beschouwd. Wanneer een bouwgrond aan verscheidene wegen paalt, is de langste gevellengte langs één van deze wegen de grondslag van de belastingberekening. 18
Wanneer de bouwgrond begrepen is in een afgesneden hoek, gevormd door twee wegen, is de belastbare lengte gelijk aan de langste van de rechte gevellengten, vermeerderd met de helft van de afgesneden hoek. Art. 4. - Van de belasting zijn vrijgesteld: 1) De natuurlijke en rechtspersonen die (mede-)eigenaar zijn van één enkele onbebouwde bouwgrond bij uitsluiting van enig ander onroerend goed in België. Deze vrijstelling geldt slechts gedurende de vijf kalenderjaren die volgen op de verwerving van het goed. Zij geldt slechts gedurende de vijf dienstjaren die volgen op de inwerkingtreding van de belastingverordening, indien het goed op dat tijdstip reeds verworven is. 2)
De Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en de door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij erkende sociale huisvestingsmaatschappijen.
3)
De eigenaars van gronden waarop op 1 januari van het dienstjaar krachtens een beslissing van de overheid niet mag worden gebouwd. Onder meer de volgende overheidsbeslissingen leiden tot vrijstelling: de plaatsing op een ontwerplijst van voor bescherming vatbare landschappen en dorpsgezichten wanneer deze een bouwverbod inhoudt; een door de gemeenteraad voorlopig vastgesteld onteigeningsplan of een bij K.B. of M.B. goedgekeurd onteigeningsplan; de klassering als landschap of dorpsgezicht wanneer deze een bouwverbod inhoudt; de bescherming als natuurreservaat wanneer deze een bouwverbod inhoudt; een voorlopig vastgesteld bijzonder plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan, dat een bouwverbod in het vooruitzicht stelt;
4)
De eigenaars van bedrijventerreinen die door de overheid worden ontwikkeld.
5)
De eigenaars van gronden die werkelijk voor land- of tuinbouw worden gebruikt. Het moet gaan om land- of tuinbouwexploitaties, hetzij als hoofdbedrijvigheid of als nevenberoep én met een zeker permanent karakter. Deze vrijstelling geldt slechts indien deze gronden volledig en het hele jaar met dat oogmerk aangewend worden.
6)
De ouders met één of meer kinderen, ongeacht de leeftijd van de kinderen, beperkt tot één onbebouwde grond per kind. Indien er meer gronden belastbaar zijn dan er voor vrijstelling in aanmerking komen, wordt de vrijstelling toegepast voor de grootste grond of de grootste gronden (langste gevellengte). Deze vrijstelling geldt slechts gedurende de tien kalenderjaren die volgen op de verwerving van het goed. Zij geldt slechts gedurende de tien dienstjaren die volgen op de inwerkingtreding van de belastingverordening, indien het goed op dat tijdstip reeds verworven is.
Art. 5. - De belastingplichtige is ertoe gehouden jaarlijks een aangifte in te dienen bij het gemeentebestuur binnen een termijn van 1 maand na ontvangst van dit formulier. Dit formulier wordt vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen.
19
Art. 6. - Bij gebreke aan of bij onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige van ambtswege ingekohierd volgens de procedure beschreven in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008 (met een verhoging van 20%). Art. 7. - De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Art. 8. - De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Art. 9. - De gronden die belastbaar zijn krachtens de belastingverordening op de nietbebouwde percelen, gelegen in een niet vervallen verkaveling, vallen niet onder de toepassing van onderhavige belastingverordening. Art. 10. -De verkoper van een onbebouwde grond is verplicht binnen de twee maanden na het verlijden van de notariële akte aan het gemeentebestuur mee te delen: 1) de volledige identiteit en adres van de nieuwe eigenaar; 2) de datum van de akte en de naam van de notaris; 3) een nauwkeurige aanduiding van de verkochte grond. Art. 11. -De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend, en worden gemotiveerd. De indiening kan gebeuren door verzending of door overhandiging. Bezwaarschriften kunnen onder dezelfde voorwaarden en binnen dezelfde termijn worden ingediend via een duurzame drager. Deze indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen kan beroep worden ingesteld bij de fiscale rechtbank van eerste aanleg te Brussel. Art. 12. -Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII (vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9bis (aanslagtermijn, rechtsmiddelen; invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest, rechten en voorrechten van de schatkist, verjaring van de rechten van de schatkist) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Art. 13. - Deze belastingverordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.
Schepen Micheline De Mol vervoegt de vergadering van de gemeenteraad. 10.
Belastingreglement op het afgeven van administratieve stukken.
20
Gelet op artikel 170 §4 van de gecoördineerde Grondwet; Gelet op artikelen 42 en 43 van het gemeentedecreet; Gelet op het gemeentedecreet, inz. op de artikelen 248 e.v.; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Overwegende dat het gemeentebestuur zoveel mogelijk kosten moet trachten te recupereren voor individualiseerbare diensten; Overwegende dat het afleveren van administratieve stukken een van de meest voorkomende taken is van de gemeentediensten; dat de kosten forfaitair kunnen worden bepaald binnen de perken, gesteld door de hogere overheden; Gelet op het feit dat de tarieven van de elektronische identiteitskaart voor kinderen van minder dan 12 jaar nog dienen vastgesteld; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; Besluit : met algemene stemmen. Art. 1 - Er wordt voor een termijn, ingaand op 25.03.2013 en eindigend op 31.12.2013 een belasting gevestigd op het afleveren door het gemeentebestuur van administratieve stukken en inlichtingen. De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon aan wie het stuk wordt afgeleverd. Art. 2 - Het bedrag van de belasting wordt als volgt vastgesteld : 2.1. Getuigschriften : 1,25 Euro per exemplaar 2.2. Legalisatie of voor echt verklaring van documenten : 1,25 Euro per exemplaar. 2.3. Identiteitskaarten en verblijfbewijzen : 2.3.1. Identiteitsbewijzen voor kinderen van minder dan 12 jaar, afgeleverd in uitvoering van het K.B. van 10.12.1996 : 2.3.1.1. Identiteitsstuk in een plastic zakje (model 1) : - gratis bij een eerste inschrijving in de gemeente - 1,25 Euro per exemplaar bij vervanging ingevolge verlies, diefstal of beschadiging. 2.3.1.2. Elektronische identiteitskaarten voor kinderen van minder dan 12 jaar afgeleverd in uitvoering van het K.B. van 18.10.2006. - 6 Euro voor het eerste of voor elke andere die uitgereikt wordt tegen inlevering van de oude. - 6 Euro voor een duplicaat ingevolge diefstal. - 10 Euro voor een duplicaat ingevolge verlies. - 110 Euro voor een dringende aflevering van een elektronische identiteitskaart voor kinderen met transport door Group 4. - 175 Euro voor een zeer dingende aflevering van een elektronische identiteitskaart via Group 4. 2.3.1.3. Identiteitsbewijs bestaande uit een tweeluik, bedekt met een plastic laagje of in een plastic zakje (model 2-b) (identiteitsbewijs vreemdelingen). 1,25 Euro per exemplaar 2.3.2. Elektronische identiteitskaarten, afgeleverd in uitvoering van het K.B. van 25/03/2003 voor personen vanaf 12 jaar : - 20 Euro voor de eerste of voor elke andere die uitgereikt wordt tegen inlevering van de oude - 20 Euro voor elk duplicaat ingevolge diefstal - 25 Euro voor elk duplicaat ingevolge verlies
21
- zeer dingende aflevering van een elektronische identiteitskaart via Group 4 : 190 Euro. - dringende aflevering van een elektronische identiteitskaart via Group 4: 125 Euro. Personen die, na twee opeenvolgende aanmaningen, nagelaten hebben zich aan te bieden bij het Gemeentebestuur, waardoor hun basisdocument vervallen is, worden bij het aanvragen van een nieuw basisdocument onderworpen aan een bijkomende taks van 5 Euro 2.3.3. Verblijfsbewijzen van vreemdelingen : - 5 Euro voor het eerste of voor elke andere die uitgereikt wordt tegen inlevering van de oude - 6,25 Euro voor een duplicaat ingevolge diefstal - 8,75 Euro voor een duplicaat ingevolge verlies - 2,5 Euro voor een attest immatriculatie - 2,5 Euro voor een bewijs inschrijving vreemdelingenregister (en een eventuele verlening). 2.3.4. Elektronische kaarten voor vreemdelingen, afgeleverd in uitvoering van : - 2002 betreffende de invoering van een uniform model voor verblijfstitels van onderdanen van derde landen; - de Wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het de Europese verordening (EG) nr. 1030/2002 van de Raad van 13 juni grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, zoals gewijzigd bij wet van 15 september 2006 (B.S 6 oktober 2006) en bij wet van 25 april 2007 (B.S 10 mei 2007); - de Wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, en de Wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, zoals beiden gewijzigd bij wet van 15 mei 2007 (B.S 8 juni 2007). - de diverse Uitvoeringsbesluiten van bovengenoemde wetten, in het bijzonder het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, zoals gewijzigd bij koninklijk besluit van 27 april 2007 (B.S 21 mei 2007). - 20 Euro voor de eerste of voor elke andere die uitgereikt wordt tegen inlevering van de oude (De vreemdelingen die een kartonnen kaart hebben en de omruiling of vernieuwing van die kaart vragen tegen een elektronische kaart betalen 12 Euro). - 20 Euro voor elk duplicaat ingevolge diefstal - 25 Euro voor elk duplicaat ingevolge verlies - zeer dingende aflevering van een elektronische identiteitskaart via Group 4 : 190 Euro. - dringende aflevering van een elektronische identiteitskaart via Group 4: 125 Euro. Personen die, na twee opeenvolgende aanmaningen, nagelaten hebben zich aan te bieden bij het Gemeentebestuur, waardoor hun basisdocument vervallen is, worden bij het aanvragen van een nieuw basisdocument onderworpen aan een bijkomende taks van 5 Euro 2.4. Rijbewijzen Rijbewijs Europees model (bankkaart): 25 Euro.
22
2.5. Trouwboekjes : 12,50 Euro huwelijksgetuigschrift inbegrepen. 2.6. Paspoorten : 7,50 Euro per exemplaar 3,75 Euro voor de verlenging van de geldigheidsduur van een vroeger afgeleverd paspoort. Overeenkomstig de omzendbrief BA 99/09 zijn kinderen jonger dan 18 jaar vrijgesteld van de gemeentebelasting op de afgifte van paspoorten. 2.7. Diverse inlichtingen en lijsten. 2.7.1.a) 1,25 Euro per blad voor eenmalige inlichtingen uit bevolkingsregisters, registers (adreswijzigingen, selectielijsten,…) b) 2,50 Euro voor de inlichtingen omtrent eigen persoonsgegevens, zoals bedoeld in art.10§1 van de Wet van 08.12.1992; 2.7.2. per blad voor afschriften van andere publicata en van stedenbouwkundige plannen: - 0,05 Euro voor een afschrift in zwart/wit op A4 formaat - 0,10 Euro voor een afschrift in zwart/wit op A3 formaat - 1 Euro voor een afschrift in kleur op A4 formaat - 1,5 Euro voor een afschrift in kleur op A3 formaat 2.7.3.. 10 Euro per planafdruk. 2.8. Bouw-, verkavelings- en milieuvergunningen. Vergunningen tot verplaatsen en /of afschaffen van voetwegen. 2.8.1. Er is een belasting verschuldigd van : a) 10 Euro voor het indienen van een stedenbouwkundige vergunning zonder openbaar onderzoek; b) 37,25 Euro voor het indienen van een stedenbouwkundige vergunning waarbij een openbaar onderzoek vereist is; c) 10 Euro voor het indienen van stedenbouwkundige attesten nr.1 en 2; 2.8.2. Er is een belasting verschuldigd van : a) 37,25 Euro voor het indienen van een verkavelingsaanvraag; een verkavelingsafwijking en een verkavelingswijziging. 2.8.3. Er is een belasting verschuldigd van : a) 50 Euro voor het indienen van een melding van klasse 3 inrichting en voor het indienen van een overname van een vergunde inrichting; b) 200 Euro voor het indienen van een dossier tot het bekomen van een milieuvergunning van een klasse 2 inrichting; c) 100 Euro voor het indienen van een mededeling kleine verandering van een vergunde inrichting of indienen van een vraag tot wijziging van de vergunningsvoorwaarden; d) 750 Euro voor het indienen van een dossier tot het bekomen van een milieuvergunning van een klasse 1 inrichting vermeerderd met 500 Euro indien een milieueffectenrapport en/of veiligheidsrapport wordt vereist; e) 200 Euro voor het indienen van een dossier tot het bekomen van een vergunning voor springstoffen (klasse 1 en 2) of ioniserende straling (klasse 2). Er is vrijstelling van belasting voor aanvragen voor: a) opslagplaatsen voor gas en stookolie voor verwarming van particuliere woningen (klasse 3)
23
b) warmtepompen voor verwarming/koeling van particuliere woningen (klasse 2 en 3) 2.8.4. Er is een belasting verschuldigd van 500,00 Euro voor het indienen van een dossier tot het bekomen van een vergunning voor het verplaatsen en/of afschaffen van voetwegen. 2.9. Huisnummers : 1,25 Euro per huisnummer. 2.10. Bordjes “Wekelijkse Rustdag” : 5 Euro per bordje. 2.11. Algemene politieverordening : 5 Euro per exemplaar. 2.12. - Een belasting van 150 euro per dossier is verschuldigd voor : de stedebouwkundige-, juridische- en milieu inlichtingen welke het gemeentebestuur dient te bezorgen aan de notaris bij het opmaken van een verkoopakte voor een gebouw, een perceel of een entiteit van percelen en gebouwen; voor de subentiteiten (appartement, winkelruimte,…) wordt 100 euro aangerekend. - Het verstrekken van milieuinformatie (bodemstalen, milieuvergunningen, historiek bedrijvigheid) voor studiebureau’s, bedrijven …enz. 2.13. Per slachtingsaangifte op het grondgebied van de gemeente is er een belasting verschuldigd van 2,50 Euro per dier. 2.14. Een afschrift van een belasting- of retributiereglement wordt belast aan een tarief van 0,05 Euro per blad (een afschift in zwart/wit op A4 formaat). Art. 3 - Zijn vrijgesteld van belasting : 3.1. de stukken die in uitvoering van een wet of van gelijk welk reglement van de administratieve overheid door het gemeentebestuur kosteloos moeten worden afgeleverd; 3.2. de stukken die afgeleverd worden aan behoeftige personen; de behoeftigheid wordt door ieder overtuigend bewijsstuk gestaafd; 3.3. de machtigingen betreffende godsdienstige of politiek manifestaties; 3.4. de machtigingen betreffende activiteiten die als dusdanig reeds het voorwerp uitmaken van een belasting of retributie ten voordele van de gemeente; 3.5. de inlichtingen en stukken, gevraagd door het Rijk, de provincies of de gemeenten, en door de gerechtelijke of administratieve overheid, alsook door de instellingen van openbaar nut; 3.6. de stukken die krachtens een wet, een K.B. of een overheidsverordening reeds aan de betaling van een recht ten voordele van de gemeenten onderworpen zijn. Uitzondering wordt gemaakt voor de rechten die de met het afgeven van reispassen belaste gemeenten ambtshalve toekomen krachtens artikel 13 van de wet van 04.07.1956 en het K.B. van 20.12.1972 en 20.11.1976; 3.7. de stukken die afgeleverd worden met het oog op de samenstelling van het dossier dat overeenkomstig de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen moet ingediend worden bij het Rampenfonds teneinde een vergoeding te bekomen voor de geleden schade. Art. 4 -
Eventuele verzendingskosten zijn steeds ten laste van de aanvrager.
Art. 5 -
De belasting wordt contant ingevorderd : 24
5.1. voor de gevallen bedoeld in artikel 2.1 tot en met 2.602. en 2.12 tegen afgifte van het document of bij het stuk, waarbij een kasticket met het geïnde bedrag wordt afgeleverd; 5.2. voor de gevallen bedoeld in artikel 2.6.3., 2.8, 2.9, 2.10 en 2.13 tegen afgifte van het exemplaar; 5.3. voor de gevallen bedoeld in artikel 2.7 en 2.11 tegen afgifte van een kwitantie; Art. 6 -
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger, die zich onterecht belast acht, kan een met reden omkleed bezwaarschrift indienen dat afgegeven of per post gezonden wordt aan het College van Burgemeester en Schepenen binnen de drie maanden te rekenen van af de contante betaling. Bezwaarschriften kunnen onder dezelfde voorwaarden en binnen dezelfde termijn worden ingediend via een duurzame drager.
Art. 7 -
De regels betreffende de invordering, de verwijl- en moratoire intresten, de vervolgingen, de voorrechten, de wettelijke hypotheek, aanslagtermijnen en de verjaring inzake rijksbelastingen op de inkomsten zijn van toepassing op deze belasting. Deze regels worden beschreven in titel VII, hoofdstukken 1,3,4,6 tot 9 van het Wetboek van Inkomstenbelasting en in de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek.
Art. 8 -
Deze verordening wordt overeenkomstig artikel 253,§1,3° van Gemeentedecreet naar de Provinciegouverneur gestuurd.
11.
het
Restauratie Sint-Gorikskerk Kobbegem - Goedkeuring meeruitgave
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het budget van 2010, op artikel 790 02/723-60 van de buitengewone dienst; Overwegende dat de ontwerpopdracht "Restauratie Sint-Gorikskerk Kobbegem" werd gegund aan Luk Willems, Broekstraat 11 te 1730 Kobbegem; Overwegende dat in het kader van deze opdracht een bijzonder bestek werd opgesteld door de ontwerper, Luk Willems, Broekstraat 11 te 1730 Kobbegem; Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 22 april 2008 betreffende de goedkeuring van de selectievereisten, de raming en de gunningswijze van de opdracht “Restauratie SintGorikskerk Kobbegem”, met name de beperkte aanbesteding; Overwegende dat het afdelingshoofd van het Agentschap Ruimte & Erfgoed op 2011-02-07 de definitieve toelage voor de restauratie heeft vastgelegd op € 325.752; Overwegende dat de Bestendige Deputatie op 2011-02-21 een toelage van 20 % op de werken heeft bevestigd; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 28 februari 2011 betreffende de goedkeuring van de gunning van deze opdracht aan Renotec NV, Acaciastraat 14C te 2440 Geel tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van € 494.982,20 incl. btw; Overwegende dat de uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bijzonder bestek; Overwegende dat de ontwerper, Luk Willems, Broekstraat 11 te 1730 Kobbegem de eindafrekening opstelde, waaruit blijkt dat het eindbedrag van de werken € 657.543,14 incl. btw bedraagt, als volgt gedetailleerd: Raming € 618.305,00 incl. btw Gunningsbedrag € 494.982,20 incl. btw 25
Bedrag aan uitgevoerde werken € 524.291,46 excl. btw Herzieningen € 19.132,62 Subtotaal € 543.424,08 excl. btw Btw € 114.119,06 21% Totaal € 657.543,14 incl. btw Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 14 januari 2013 betreffende de goedkeuring van de eindafrekening voor de opdracht “Restauratie SintGorikskerk Kobbegem”, waaruit blijkt dat de werken een eindtotaal bereikten van € 657.543,14 incl. btw; Overwegende dat een deel van de kostprijs gesubsidieerd wordt door Vlaams-Brabant Agentschap voor Binnenlands Bestuur, Philipssite 5 - 1ste verdieping te 3001 Leuven; Overwegende dat een deel van de kostprijs gesubsidieerd wordt door Vlaams Gewest Onroerend Erfgoed, Koning Albert II-laan 19 bus 3 te 1210 Brussel; Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 15; Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 3, § 1; Gelet op de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 57, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen; Besluit : met algemene stemmen. Enig art.: De meeruitgave voor de opdracht “Restauratie Sint-Gorikskerk Kobbegem” tot een bedrag van € 657.543,14 incl. btw wordt goedgekeurd. Bespreking : Raadslid S. Goethals wijst erop dat dit punt reeds voor de derde keer op de agenda staat. 12.
Toewijzingsreglement met doelgroepenplan voor sociale huurappartementen PIVO-site
Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking; Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode, in het bijzonder de artikelen 25 t.e.m. 29; Gelet op het toewijzingsreglement voor sociale huurwoningen van de Interlokale vereniging "Regionaal woonbeleid Noord-West Brabant" (zijnde de gemeenten Asse, Dilbeek, Kapelleop-den-Bos, Londerzeel, Meise en Opwijk) goedgekeurd door de Minister dd. 13 november 2009; 26
Overwegende dat uit de verslagen van de twee lokale woonoverleggen blijkt dat er vraag is naar de opmaak van een lokaal toewijzingsreglement met daaraan gekoppeld een doelgroepenplan voor de doelgroep personen met een handicap. Overwegende dat het sociaal woonproject te PIVO-site Relegem, een unieke gelegenheid is omwille van de locatie en de grootte van het project om 4 sociale huurappartementen in elkaars nabijheid en met de mogelijkheid tot overnachten van een begeleider voor te behouden voor de specifieke doelgroep; Overwegende dat in dit project een dagelijkse begeleiding wordt voorzien door een samenwerking met bijvoorbeeld vzw Medisch Pedagogisch Centrum Sint-Franciscus waardoor de specifieke doelgroep die onder andere door de nood aan dagelijkse begeleiding moeilijk aan een eigen woonst geraakt, toch zelfstandig kan deelnemen aan het maatschappelijk gebeuren; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen in zitting van 17/9/2012 om opdracht te geven aan de Interlokale vereniging "Regionaal woonbeleid Noord-West Brabant" om een toewijzingsreglement met doelgroepenplan op te maken; Overwegende dat een werkgroep opgericht werd voor het uitwerken van een toewijzingsreglement in overleg met de lokale en relevante actoren; Gelet op het ontwerp toewijzingsreglement en het ontwerp doelgroepenplan; Besluit : met algemene stemmen. Enig art. : Het toewijzingsreglement met doelgroepenplan voor huurappartementen te PIVO-site Relegem wordt goedgekeurd.
13.
de
sociale
Woonplan Asse
Bespreking Schepen M. Vanhaeleweyck wenst dit punt uit te stellen vanwege de oefening in het kader van de BBC. Raadslid P. Verbiest verbaast zich over de timing om dit punt van de agenda te halen. Schepen M. Vanhaeleweyck wil calamiteiten vermijden. Raadslid E. Van Keer verwijst naar zijn amendementen. Dit punt wordt uitgesteld.
14.
Milieujaarprogramma 2013
Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 10 maart 2008 waarbij de samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 tussen het Vlaams Gewest en de gemeente werd goedgekeurd; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 16 december 2008 waarbij de samenwerkingsovereenkomst tussen het Vlaams Gewest en de gemeente werd goedgekeurd voor de periode 2009-2013; Gelet op het ontwerp milieujaarprogramma 2013; Gelet op het advies van de milieuraad van 13 maart 2013; Overwegende dat er nood is aan planning en budgettaire middelen voor milieu en natuur; Besluit : met algemene stemmen. 27
Enig art. : Het Milieujaarprogramma 2013 wordt goedgekeurd. Bespreking : Schepen J. Vastersavendts geeft toelichting over duurzame ontwikkeling van energie en water en zegt dat er een zeer goede score is op biodiversiteit. Raadslid E. Van Keer verwijst naar het masterplan openbare verlichting. Hij verwijst ook naar het kappen van de hakhoutkanten in het kader van het energieprogramma. Hij verwijst naar de rondgang over fietsvergoedingen bij lokale bedrijven en de reclame rond carpoolen in As(se)tablief. Het raadslid verwijst naar blz. 73 met 30.000 euro voor bebloeming. Een alternatief zou klimplanten met bloemen zijn. Dit zou een financiële besparing zijn. Schepen J. Vastersavendts wijst op het initiatief met Eandis en op de verplichting van een minimum aantal lumen. Samenwerking met ecopower : onderzoek via kosten-batenanalyse: bv. verwarming zwembad Voor wat betreft de bedrijven is er reeds duurzaam parkeermanagement. 15.
Kosteloze verwerving van een deel van de Ichelgemstraat te Asse, gelegen naast de spoorlijn Brussel-Dendermonde, ten kadaster gekend als Asse, derde afdeling, sectie A, nr. 47/02 en zonder nummer, met een oppervlakte van 1801,02 m².
Gelet op artikel 42 en 43, § 2, 12° van het Gemeent edecreet; Overwegende dat de N.M.B.S. Holding de gemeente contacteerde waarbij zij een voorstel deed om een strook gelegen naast de spoorlijn Brussel-Dendermonde te verkopen; Overwegende dat dit het eerste deel van de Ichelgemstraat, komende van de Sleewagen, betreft; Overwegende dat dit deel van de weg, met een oppervlakte van 1801,02 m², nog steeds eigendom van de N.M.B.S. Holding is; Overwegende dat de N.M.B.S. Holding voorstelde om dit te verkopen tegen een prijs van 1801,02 euro, zijnde 1 € / m²; Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen in zitting van 5 september 2011 besliste dat de gemeente de wegenis enkel kosteloos wil verwerven; Overwegende dat de N.M.B.S. Holding akkoord kan gaan met de kosteloze grondoverdracht; Overwegende dat de ontvanger der registratie de waarde van de wegenis geschat heeft op 37.000,00 EUR; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Besluit : met algemene stemmen. Art. 1 -
De gemeente Asse zal het hierna volgend goed kosteloos verwerven: - deel van de Ichelgemstraat te Asse, gelegen naast de spoorlijn BrusselDendermonde, ten kadaster gekend als Asse, derde afdeling, sectie A, nr. 47/02 en zonder nummer, met een oppervlakte van 1801,02 m².
Art. 2 -
Het onroerend goed vermeld in artikel 1 wordt ingelijfd in het openbaar domein van de gemeente Asse.
28
Art. 3 - De akte tot kosteloze grondafstand zal verleden worden voor de burgemeester en namens de gemeente ondertekend worden door een schepen en de gemeentesecretaris. 16.
Gemeente Asse / Luppens-Tops. Dading.
Gelet op artikel 193 van het Gemeentedecreet; Gelet op artikel 43, § 2, 19° van het Gemeentedecre et; Overwegende dat in maart 2010 ter hoogte van de Velm in Mollem werken startten van de nv Aquafin met de heraanleg van de rijbaan en de aanleg van een nieuw voetpad; Overwegende dat voor de woning Velm 24, eigendom van de heer Koen Luppens en mevrouw Tinneke Tops, zich - op openbaar domein - een vergunde trapconstructie bevond; Overwegende dat de gemeente aan Luppens-Tops meldde dat deze trapconstructie te breed was om een voetpadbreedte van minimum 1,50 meter te verzekeren; Overwegende dat er een akkoord werd afgesloten waarbij Luppens-Tops akkoord waren met de afbraak van de trapconstructie terwijl de gemeente akkoord ging om een nieuwe trapconstructie te plaatsen in blauwe hardsteen en om een gevelplint te plaatsen, eveneens in blauwe hardsteen; Overwegende dat dit alzo werd opgetekend in een werfverslag; Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen in zitting van 28 juni 2010 besliste om enkel tussen te komen voor een gevelafwerking in palissander en betonnen traptreden; Overwegende dat nadat werd vastgesteld dat de op te richten trapconstructie zich zou bevinden boven de nutsleidingen (o.a. gasleiding), aan Luppens-Tops bij schrijven van 20 september 2010 werd meegedeeld dat het oprichten van een trapconstructie bovenop de nutsleidingen uit veiligheidsoverwegingen niet kon worden toegestaan; Overwegende dat op 6 april 2011 de heer Luppens en mevrouw Tops de gemeente Asse hebben gedagvaard; Overwegende dat bij vonnis d.d. 19 juli 2012 van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel de vordering van Luppens-Tops deels gegrond werd verklaard; Overwegende dat de gemeente hoger beroep aantekende tegen het vonnis; Overwegende dat de partij Luppens-Tops de gemeente contacteerde om alsnog tot een akkoord te komen; Overwegende dat dit beëindigd kan worden indien Ethias zich akkoord zou verklaren met volgende zaken, dewelke volgen uit het vonnis van 19 juli 2012: - betaling van het laten plaatsen van de trapconstructie (goedkoopste offerte zal weerhouden worden); - betaling van een forfaitaire schadevergoeding van 1.000,00 EUR; - betaling van de dagvaardingskosten (213,77 EUR); - betaling van de RPV (605,00 EUR); - betaling van de kosten van betekening van het vonnis (189,12 EUR); Gelet op het bericht d.d. 16 januari 2013 vanwege Ethias; Overwegende dat Ethias niet bereid is om de kosten voor het plaatsen van de trapconstructie voor haar rekening te nemen, omdat dit door de rechtbank niet als een schadepost werd beoordeeld: het betreft een contractuele verbintenis die niet gewaarborgd wordt binnen de polis BA; Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen in zitting van 21 januari 2013 besliste dat er naar een dading wordt gestreefd; Gelet op de bemerkingen van het college van burgemeester en schepenen d.d. 4 februari 2013; Gelet het voorstel tot dading van de heer Luppens; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;
29
Besluit : met algemene stemmen. Art. 1 -
In de zaak 'Gemeente Asse / Luppens-Tops' wordt de volgende dading afgesloten: 1) De gemeente Asse verleent de schriftelijke toestemming tot het oprichten van een trapconstructie, waarvan het uitvoeringsplan deel uitmaakt van deze overeenkomst. 2) De uitvoering van de trapconstructie en gevelafwerking zal worden uitgevoerd door aannemers, gekozen door de partij Luppens-Tops. De gemeente Asse betaalt hiervoor een bedrag van 5.000,00 EUR aan de partij Luppens-Tops. 3) Ethias staat in voor de betaling van de kosten zoals voorzien in het vonnis d.d. 19 juli 2012 van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel (totaal: 2.007,89 EUR). 4) Van zodra de dading is getekend, wordt de gerechtelijke beroepsprocedure stopgezet en zullen er geen extra kosten meer zijn voor beide partijen. 5) De partij Luppens-Tops vorderen geen intresten toegestaan in het vonnis d.d. 19 juli 2012 door de rechtbank van eerste aanleg te Brussel. 6) De gemeente Asse betaalt de som van 5.000,00 EUR aan de partij LuppensTops uiterlijk op 30 april 2013.
Art. 2 - Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit. 17.
Project Hopmarkt - goedkeuring tracé wegenis en aanhorigheden en principeel akkoord tot inlijving in het openbaar domein.
Gelet op artikel 42 en 43, § 2, 12° van het Gemeent edecreet; Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; Overwegende dat het (her)inrichten van het openbaar domein een taak is van de overheid; Overwegende dat de gemeenteraad in zitting van 16 november 2009 de PPS-overeenkomst centrumontwikkelingsproject Asse Hopmarkt goedkeurde; Overwegende dat de nv Asse Hopmarkt op 14 december 2012 een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning heeft ingediend voor het project 'Hopmarkt'; Overwegende dat het tracé van de wegenis en de inlijving van de wegenis, aanhorigheden en openbare nutsvoorzieningen in het openbaar domein van de gemeente Asse dienen goedgekeurd te worden door de gemeenteraad; Overwegende dat er ook principieel akkoord dient gegaan te worden met: 1) de kosteloze verwerving van twee stroken grond, met name: i. een grondstrook gelegen op het perceel 392/e met een oppervlakte van 5,1 m²; ii. een grondstrook gelegen op het perceel 392/t met een oppervlakte van 5,7 m²; 2) het verlenen van een erfdienstbaarheid van doorgang aan de nv Asse Hopmarkt; 3) het uitvoeren van werken op het openbaar domein door de nv Asse Hopmarkt; Gelet op het plan "De Hopmarkt - openbaar domein: overdracht en oppervlaktes openbaar domein", opgemaakt door de bvba Bovenbouw Architectuur, alsook de bijhorende plannen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Besluit : met 20 ja-stemmen ( Koen Van Elsen, Michel Vanhaeleweyck, Rik De Baerdemaeker, Geert Heyvaert, Jan De Backer, Edwin Fabri, Joeri Vastersavendts, Rita De Vos, Micheline De Mol, Lode Pletinckx, Agnes Fieremans, Kristof Gaublomme, Natacha Le Rut, Liesje Wermoes, Lyotta Pessemier, Pieter De Proost, Marc Verelst, Edward Van Keer, Abderrahmane Jaïchi, Suzy Jacobs ) , tegen 9 neen-stemmen ( Etienne Keymolen, Emiel
30
Saerens, Peter Verbiest, Johan De Rop, Sigrid Goethals, Tim Lengeler, Rudy Lengeler, Sam Laureys, Manu Slaus ) bij 2 onthoudingen ( Willy Michiels, Erik Beunckens ) . Art. 1 -
De gemeenteraad keurt het tracé van de wegenis, zoals voorzien in de bouwaanvraag voor het project Hopmarkt, ingediend door de nv Asse Hopmarkt op 14 december 2012, conform de plannen opgemaakt door de bvba Bovenbouw Architectuur, goed.
Art. 2 -
De gemeenteraad keurt de inlijving van de in artikel 1 voorziene wegenis, aanhorigheden en openbare nutsvoorzieningen in het openbaar domein van de gemeente Asse goed.
Art. 3 -
De gemeenteraad stelt het openbaar domein vast, zoals voorzien in de plannen opgemaakt door de bvba Bovenbouw Architectuur.
Art. 4 -
De gemeenteraad gaat principieel akkoord met: 1) de kosteloze verwerving van twee stroken grond, met name: i. een grondstrook gelegen op het perceel 392/e met een oppervlakte van 5,1 m²; ii. een grondstrook gelegen op het perceel 392/t met een oppervlakte van 5,7 m²; 2) het verlenen van een erfdienstbaarheid van doorgang aan de nv Asse Hopmarkt; 3) het uitvoeren van werken op het openbaar domein door de nv Asse Hopmarkt.
Art. 5 -
De in artikel 2 vermelde inlijving in het openbaar domein en de in artikel 4 vermelde verbintenissen geschieden onder de ontbindende voorwaarde van enerzijds het niet-bekomen van de stedenbouwkundige vergunning, aangevraagd door de nv Asse Hopmarkt op 14 december 2012 en anderzijds het niet-uitvoeren ervan.
Bespreking : Raadslid E. Keymolen wijst op het gegeven dat er nog een vergunning is. Burgemeester K. Van Elsen wijst op de noodzakelijkheid om een bouwvergunning in te dienen. Er is slechts een totaal verschil van ongeveer 10m² t.o.v. de vorige vergunningsaanvraag. Raadslid E. Keymolen zegt dat niemand van de stuurgroep lid is van de oppositie. De samenstelling van de stuurgroep bestaat uit leden van het college van burgemeester en schepenen. Raadslid P. Verbiest zegt dat het project kadert in de plannen die zijn ingediend. Hij vraagt waar de aanpassingen zitten ? Hoe zit het met de timing van het project Hopmarkt ? Burgemeester K. Van Elsen zegt dat er minder appartementen komen. Er is nog geen uitspraak bij de raad van vergunningsbetwistingen. Er is nog tijd tot half april om de vergunning naar stedenbouw op te sturen. Raadslid P. Verbiest vraagt of er tegen het tweede plan bezwaren zijn ingediend ? Burgemeester K. Van Elsen zegt dat het op dit ogenblik koffiedik kijken is wie bezwaar gaat indienen.
31
Raadslid P. Verbiest zegt dat de N-VA tegen stemt vanwege de onduidelijkheid.
18.
Voortijdige beëindiging van een concessie op het kerkhof van Zellik
Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en de latere wijzigingen; Gelet op artikel 1172 van de Algemene leefmilieu-, brandpreventie- en politieverordening (goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 23/05/2005) kan, op schriftelijk verzoek van de concessiehouder of zijn erfgenamen, een concessie voortijdig beëindigd worden. Bij beëindiging op verzoek kan de betaalde concessieprijs noch geheel noch gedeeltelijk teruggevorderd worden. Gelet op het schriftelijk verzoek van De Vuyst Betsy en De Vuyst Linda, dochters van De Vuyst André voor de voortijdige beëindiging van de concessie aangegaan voor 25 jaar op het kerkhof van Asse-Zellik voor De Vuyst André, overleden te Jette op 29 augustus 2010 Besluit : met algemene stemmen. Enig art. : De concessie op de begraafplaats van Asse-Zellik aangegaan voor de duur van 25 jaar vanaf 29/08/2010 tot 29/08/2035 voor De Vuyst André, overleden te Jette op 29/08/2010 wordt voortijdig beëindigd. 19.
Aanduiden afvaardiging gemeente Asse projectvereniging hoperfgoed "'t Stakenhuis".
in
de
intergemeentelijke
Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op de statuten van de projectvereniging Hoperfgoed; Gelet op het collegebesluit van 4 maart 2013; Overwegende dat de raad van bestuur van de projectvereniging Hoperfgoed "'t Stakenhuis" opnieuw dient worden samengesteld. Besluit : met algemene stemmen. Art. 1 -
De gemeenteraad duidt onder de kandidaten drie effectieve afgevaardigden en drie plaatsvervangers met stemrecht als bestuursleden van de projectvereniging Hoperfgoed 't Stakenhuis aan. Effectieve afgevaardigden : Geert Heyvaert, Edwin Fabri, Sam Laureys Plaatsvervangers : Pieter De Proost, Lode Pletinckx, Peter Verbiest.
Art. 2 -
De gemeenteraad duidt onder de kandidaten een afgevaardigde met raadgevende stem aan die de bestuursvergaderingen van de projectvereniging Hoperfgoed 't Stakenhuis bijwoont. De gemeenteraad duidt tevens een plaatsvervanger aan.
20.
Academie A. De Boeck - Samenstelling bestuurscommissie
Gelet op de wet van 12/11/1997 betreffende de openbaarheid van bestuur in de provincies en gemeenten; Gelet op het decreet van 31/07/1990 betreffende het onderwijs II, titel V - Deeltijds Kunstonderwijs; Gelet op het decreet van 29/07/1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen; 32
Gelet op het decreet van 28/04/1993 betreffende de organisatie en de uitoefening van het gewoon administratief toezicht; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 31/07/1990 houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichting Muziek, Woord en Dans; Gelet op de Ministeriële Omzendbrief van 18/11/1992 betreffende de toepassing van de wet van 29/07/1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen of van besluiten van provinciale en gemeentelijke overheden; Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op de artikelen 7 tot en met 9 van het Organiek Reglement van de Academie voor Muziek, Woord en Dans A. De Boeck vastgesteld bij beslissing van de Gemeenteraad dd. 25/01/1993; Overwegende dat sinds 01/01/2013 de gemeenteraden van de gemeenten opnieuw werden samengesteld; Overwegende dat de bestuurscommissie van de gemeentelijke Academie A. De Boeck dient hernieuwd te worden; Overwegende dat de mandaten over de fracties dienen verdeeld te worden; Overwegende dat de schepen van het deeltijds kunstonderwijs van rechtswege voorzitter is van de commissie; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen; Besluit : met algemene stemmen. Artikel 1 : De mandaten voor de bestuurscommissie van de Academie A. De Boeck worden over de fracties als volgt verdeeld: - CD&V: 2 - Open Vld: 2 - NVA: 2 - sp.a: 1 - Groen: 1 - Vlaams Belang: 1 - Zellik-Relegem: 1 Art. 2: De schepen van het deeltijds kunstonderwijs wordt van rechtswege aangeduid als voorzitter van de bestuurscommissie van de Academie A. De Boeck. Bespreking : Schepen J. Vastersavendts vraagt dat, gelet op het belang van de bestuurscommissie, er enkel geïnteresseerden worden afgevaardigd. Raadslid J. De Rop zegt dat men zal verbaasd staan van de expertise. 21.
Autonoom Gemeentebedrijf gemeenteraadslid
Asse:
Aanduiden
van
1
commissaris-
Gelet op de wet van 29 maart 1995 tot wijziging van titel VI, hoofdstuk V van de nieuwe gemeentewet , inzonderheid artikel 263 quater; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 inzonderheid de artikelen 232 e.v. en 310; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad dd. 23 september 2002 de houdende oprichting van het autonoom gemeentebedrijf en houdende vaststelling van de statuten; Gelet op het besluit dd. 10 januari 2003 van de Vlaamse Minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken houdende goedkeuring van de oprichting van het Autonoom Gemeentebedrijf Asse;
33
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van Asse dd. 16 april 2007 houdende goedkeuring van de wijziging van de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Asse; Gelet op het ministerieel besluit dd. 19 juli 2007 houdende goedkeuring van de wijzigingen in de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Asse op de raad van bestuur van 12 april 2007 en de gemeenteraad van 16 april 2007; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing d.d. 21 november 2011 houdende aanduiding van de leden van het college van commissarissen; Gelet op artikel 263 quater van de nieuwe gemeentewet en artikel 21 van de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Asse, waarin wordt bepaald dat het toezicht op de financiële toestand en op de jaarrekeningen van het Autonoom Gemeentebedrijf Asse wordt opgedragen aan een college van drie commissarissen die door de gemeenteraad worden gekozen buiten de raad van bestuur en waarvan tenminste één lid is van het Instituut van Bedrijfsrevisoren; Overwegende dat de commissarissen worden benoemd voor een hernieuwbare termijn van 3 jaar; Overwegende dat het Autonoom Gemeentebedrijf Asse na het voeren van een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, Ernst & Young cvba, heeft aangesteld als bedrijfsrevisor voor het AGA voor de boekjaren 2011, 2012 en 2013; Overwegende dat de gemeenteraad in zitting van 21 november 2011 de hiernavolgende personen heeft aangesteld als lid van het college van commissarissen van het Autonoom Gemeentebedrijf Asse: dhr. M. Van Dooren (Ernst & Young), lid van het Instituut van Bedrijfsrevisoren (controle boekjaar 2011,2012 en 2013) - dhr. L. Pletinckx, gemeenteraadslid - dhr. J. Verhasselt, gemeenteraadslid Overwegende dat het mandaat van gemeenteraadslid Lode Pletinckx loopt tot 20 november 2014. Overwegende dat er ingevolge de hernieuwing van de gemeenteraad tot de aanstelling van een commissaris - gemeenteraadslid ter vervanging van de heer J. Verhasselt dient te worden overgegaan; Besluit : met algemene stemmen. Art. 1 - Raadslid E. Keymolen wordt aangesteld als lid van het college van commissarissen van het Autonoom Gemeentebedrijf Asse. Art. 2 - Dit besluit wordt meegedeeld aan de voorzitter van het Autonoom Gemeentebedrijf Asse en aan de betrokkenen. 22.
Autonoom Gemeentebedrijf Asse: leden directiecomité- vertegenwoordiger gemeente
Gelet op de wet van 13 juli 2005 betreffende de invoering van een jaarlijkse bijdrage ten laste van bepaalde instellingen: Gelet op het gemeentedecreet, inzonderheid artikel 236§1, 237; Gelet op het Koninklijk Besluit van 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandige, inzonderheid artikel 3 en 5 bis; Gelet op de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Asse, Gelet op de beheersovereenkomst tussen de gemeente Asse en het Autonoom Gemeentebedrijf Asse; Gelet op de beslissing van de raad van bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Asse d.d. 18 februari 2013 houdende benoeming van de leden van het directiecomité; Overwegende dat men, overeenkomstig artikel 3 van het Koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, onder zelfstandige 34
verstaat ieder natuurlijk persoon, die in België een beroepsbezigheid uitoefent uit hoofde waarvan hij niet door een arbeidsovereenkomst of door een statuut verbonden is, wordt geacht, tot bewijs van het tegendeel, zelfstandige te zijn, ieder persoon die in België een beroepsbezigheid uitoefent, die inkomsten kan opleveren bedoeld in artikel 23, § 1, 1° of 2°, of in artikel 30, 2° van het Wetboek van de inkomst enbelastingen 1992; Overwegende dat personen die benoemd worden tot mandataris in een aan de Belgische vennootschapsbelasting of belasting der niet-inwoners onderworpen vennootschap of vereniging, op onweerlegbare wijze, vermoed worden in België een zelfstandige beroepsbezigheid uit te oefenen; Overwegende dat overeenkomstig artikel 10, §1 van hetzelfde KB nr. 38 ieder persoon die aan dit besluit is onderworpen is, ertoe gehouden is uiterlijk op de dag van de aanvang van de zelfstandige beroepsactiviteit aan te sluiten bij één der sociale verzekeringskassen voor zelfstandigen of bij de Nationale Hulpkas; Overwegende dat deze verplichting niet geldt voor de personen die belast zijn met een mandaat in een openbare of private instelling, hetzij uit hoofde van de functie die zij uitoefenen bij een administratie van het Rijk, van een gemeenschap, van een gewest, van een provincie, van een gemeente of van een openbare instelling, hetzij als vertegenwoordiger van een werknemers-, werkgevers- of zelfstandigenorganisatie, hetzij als vertegenwoordiger van het Rijk, van een gewest, van een gemeenschap, van een provincie of van een gemeente (art. 5bis KB nr. 38); Overwegende dat deze laatste categorie van personen onderworpen is aan de Wet van 13 juli 2005 betreffende de invoering van een jaarlijkse bijdrage ten laste van bepaalde instellingen die stelt dat voor de persoon die een publiek mandaat uitoefent (rechtspersoon of natuurlijk persoon die belast is met een mandaat in een openbare of private instelling, hetzij uit hoofde van de functie die hij uitoefent bij een administratie van het Rijk, van een gewest, van een gemeenschap, van een provincie, van een gemeente of van een openbare instelling, hetzij als vertegenwoordiger van een werknemers-, werkgevers- of zelfstandigenorganisatie, hetzij als vertegenwoordiger van het Rijk, van een gewest, van een gemeenschap, van een provincie of van een gemeente), de private of openbare rechtspersoon jaarlijks een bijdrage verschuldigd zijn aan het RSVZ; Overwegende dat het Autonoom Gemeentebedrijf Asse een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap is; Overwegende dat het Autonoom Gemeentebedrijf Asse een dienst is die door de gemeente werd opgericht en die belast is met welbepaalde beleidsuitvoerende taken van gemeentelijk belang; Overwegende dat de beheersovereenkomst tussen de gemeente Asse en het Autonoom Gemeentebedrijf in artikel 1 het volgende bepaalt: §1. Deze overeenkomst wordt afgesloten ter uitvoering van artikel 3 van de statuten van het bedrijf. Het bedrijf voert de in de statuten en deze overeenkomst omschreven opdrachten autonoom uit zoals verder bepaald in artikel 4 van deze overeenkomst, maar steeds in overeenstemming met het door de gemeente gevoerde beleid en met inachtneming van alle kwalitatieve en kwantitatieve normen, en dit met het oog op een optimale dienstverlening aan de gebruikers en een efficiënt beheer en exploitatie van het toevertrouwde patrimonium. Overwegende dat artikel 4 §3.van de beheersovereenkomst tussen de gemeente Asse en het Autonoom Gemeentebedrijf Asse het volgende stelt: "De opdracht betreffende de bedoelde infrastructuur heeft betrekking op alle aspecten van het beheer en de exploitatie ervan, zoals het onderhoud van de infrastructuur, de vaststelling van de tarieven en tariefstructuren en de inning van de gelden in overeenstemming met artikel 3 en 5 van de statuten van het bedrijf en in overeenstemming met het door de gemeente gevoerde en gewenste beleid."
35
Overwegende dat de statuten (en wijzigingen van de statuten) van het Autonoom Gemeentebedrijf conform artikel 232 van het gemeentedecreet worden goedgekeurd door de gemeenteraad; Overwegende dat conform de bepalingen van artikel 232 en 237 van het gemeentedecreet de oprichtende gemeente, de gemeente Asse beslist heeft, dat het dagelijks bestuur en de uitvoering van de beslissingen van de raad van bestuur, wordt toevertrouwd aan een directiecomité; Overwegende dat conform artikel 237 van het gemeentedecreet de leden van het directiecomité worden benoemd door de raad van bestuur; Overwegende dat de leden van de raad van bestuur en het directiecomité publieke mandatarissen zijn, belast met een mandaat als vertegenwoordiger van de gemeente; Overwegende dat de leden van het directiecomité, overeenkomstig artikel 237 van het gemeentedecreet en artikel 17 van de statuten (statuten goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad d.d. 16 april 2007 en gewijzigd in zitting van de gemeenteraad d.d. 4 november 2008) door de raad van bestuur werden benoemd in zitting van 18 februari 2013;, Overwegende dat de leden van het directiecomité, overeenkomstig artikel 237 van het gemeentedecreet belast zijn met het dagelijks bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Asse; Overwegende dat uit het voorgaande blijkt dat de leden van het directiecomité niet ten persoonlijke titel zetelen, dat de leden van het directiecomité optreden als vertegenwoordiger van de gemeente daar zij belast zijn met o.a. het dagelijks bestuur de voorbereiding en uitvoering van de beslissingen van de raad van bestuur conform de modaliteiten vastgelegd in de beheersovereenkomst tussen de gemeente en het Autonoom Gemeentebedrijf Asse; Overwegende dat na de volledige vernieuwing van de gemeenteraad tot een volledige vernieuwing van raad van bestuur en directiecomité werd overgegaan. Besluit : met algemene stemmen. Enig art. : De gemeenteraad bevestigt hierbij dat de leden van het directiecomité, benoemd door de raad van bestuur van het AGA in zitting 18 februari 2013 met name : - de heer Marc Verelst, Wolfrot 2, 1730 Asse - de heer Martin Ruebens, Bergestraat 113, 1730 Asse - de heer Herman Van Hoorick, Kerkplein 3, 1730 Asse - de heer Joris Verdickt, Vronemeers 27 - 6, 1730 Asse - de heer Joseph Van Belle, Louwijn 18, 1730 Asse vanuit hun functie/mandaat vertegenwoordigers zijn van de gemeente Bespreking : Raadslid P. Verbiest :
- wijst op grote overdracht van de bevoegdheden en een democratisch deficit ontstaat - vraagt op welke manier gebruikers worden vertegenwoordigd? - vraagt of de gebruikers vroeger wel vertegenwoordigt waren in de VZW's ? - inspraak van gebruikers respecteren - uitsluitend samenstelling meerderheid
Raadslid M. Verelst wijst naar de beslissing van Minister Bourgeois over de samenstelling van het directiecomité. Raadslid G. Heyvaert hecht veel belang aan inspraak - aparte bevoegdheid - rationele aanpak van het aantal adviesraden 36
23.
Mededeling van de kennisname door de gouverneur houdende de vaststelling van het budget 2013.
Gelet op de bepalingen van art.10 van het gewijzigde toezichtsdecreet van 28/04/1993, houdende regeling voor het Vlaams Gewest van het administratief toezicht op de gemeente; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 17 december 2012 houdende vaststelling van het budget 2013. Besluit : met algemene stemmen. Enig art. : Kennisgenomen van de mededeling van de kennisname door de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant van het besluit van de gemeenteraad dd. 17 december 2012 houdende vaststelling van het budget 2013. 24.
1e budgetwijziging gewone dienst - dienstjaar 2013.
Gelet op art. 148-149 van het gemeentedecreet; Beradend over de ontvangsten en uitgaven der budgetwijziging van het dienstjaar 2013; Gelet op de tabel der ontvangsten en uitgaven van de gewone dienst van de 1e budgetwijziging 2013; Besluit : met 18 ja-stemmen ( Koen Van Elsen, Michel Vanhaeleweyck, Rik De Baerdemaeker, Geert Heyvaert, Jan De Backer, Edwin Fabri, Joeri Vastersavendts, Rita De Vos, Micheline De Mol, Lode Pletinckx, Agnes Fieremans, Kristof Gaublomme, Natacha Le Rut, Liesje Wermoes, Lyotta Pessemier, Pieter De Proost, Marc Verelst, Abderrahmane Jaïchi ) , tegen 9 neen-stemmen ( Etienne Keymolen, Emiel Saerens, Peter Verbiest, Johan De Rop, Sigrid Goethals, Tim Lengeler, Rudy Lengeler, Sam Laureys, Manu Slaus ) bij 4 onthoudingen ( Willy Michiels, Edward Van Keer, Suzy Jacobs, Erik Beunckens ) . Enig art. :
De gewone ontvangsten en uitgaven van het budget over het dienstjaar 2013 worden vastgesteld als volgt:
GEWONE ONTVANGSTEN : Totaal van het dienstjaar GEWONE UITGAVEN : Totaal van het dienstjaar
: :
Negatief resultaat van het dienstjaar : Algemeen begrotingsresultaat van het vorig jaar :
43.998.223,50 EUR 48.508.902,78 EUR - 14.602.605,64 EUR + 14.606.811,39 EUR
GERAAMD ALGEMEEN BEGROTINGSRESULTAAT - GEWONE DIENST : EUR
4.205,75
Bespreking : Schepen E. Fabri licht de budgetwijziging toe : - de uitgaven worden zeer strikt gehouden - verwijzing naar besparing van 10% in 2010 - buitengewone dienst : zeer beperkt tot 3.250.000 euro Raadslid E. Keymolen stelt vast dat 1/3 van de raadsleden nieuw zijn De reserves van de toekomstige kosten worden verminderd met 1,6 miljoen euro De verhuiskosten van de brandweer zijn zwaar onderschat met 250.000 euro (reëel 400.000 euro). 37
Raadslid E. Keymolen wijst naar de kosten van recepties; Bloeiende raad voor ontwikkelingssamenwerking gaat van 28.000 euro naar 20.000 euro. N-VA stemt tegen voor gewone dienst en N-VA onthoudt zich voor de buitengewone dienst Raadslid W. Michiels zegt dat volgens traditie de oppositie zich gaat onthouden voor de gewone en buitengewone dienst. Hij verwijst naar de responsabiliseringsbijdrage voor de pensioenen en de lagere groei van de aanvullende personenbelastingen, 3,37% meer begroot en verwijst naar brief van Minister van Ackere. Raadslid M. Verelst sluit zich aan bij raadslid W. Michiels voor wat betreft de aanvullende personenbelasting. Impact van macro economische ontwikkelingen zijn niet te voorspellen. Raadslid P. Verbiest vindt dat de werkingskosten enorm toenemen. Burgemeester K. Van Elsen geeft aan dat 2013 een planningsjaar is in het kader van de implementatie van de BBC. Het is een decretale verplichting om op 1/1/2014 in te stappen in het BBC verhaal. Het heeft een enorme impact op de strategische en financiële meerjarenplanning. Er zal gestreefd worden naar een verhoogde samenwerking tussen OCMW, Gemeente en AGA. Bij de politie en brandweer zal er gestreefd worden naar het opstarten van associaties. 25.
1e budgetwijziging buitengewone dienst - dienstjaar 2013.
Gelet op art. 148-149 van het gemeentedecreet; Beradend over de ontvangsten en uitgaven der budgetwijziging van het dienstjaar 2013; Gelet op de tabel der ontvangsten en uitgaven van de buitengewone dienst van de 1e budgetwijziging 2013; Besluit : met 18 ja-stemmen ( Koen Van Elsen, Michel Vanhaeleweyck, Rik De Baerdemaeker, Geert Heyvaert, Jan De Backer, Edwin Fabri, Joeri Vastersavendts, Rita De Vos, Micheline De Mol, Lode Pletinckx, Agnes Fieremans, Kristof Gaublomme, Natacha Le Rut, Liesje Wermoes, Lyotta Pessemier, Pieter De Proost, Marc Verelst, Abderrahmane Jaïchi ) bij 13 onthoudingen ( Etienne Keymolen, Emiel Saerens, Willy Michiels, Peter Verbiest, Johan De Rop, Sigrid Goethals, Tim Lengeler, Rudy Lengeler, Sam Laureys, Manu Slaus, Edward Van Keer, Suzy Jacobs, Erik Beunckens ) . Enig art. :
De buitengewone ontvangsten en uitgaven van het budget over het dienstjaar 2013 worden vastgesteld als volgt:
ONTVANGSTEN UITGAVEN
: Totaal van het dienstjaar : Totaal van het dienstjaar
: :
3.122.149,86 EUR 3.245.999,18 EUR
Geraamd resultaat van het dienstjaar : Algemeen begrotingsresultaat van het vorig jaar :
0,00 EUR + 67.142,82 EUR
GERAAMD ALGEMEEN BEGROTINGSRESULTAAT BUITENGEWONE DIENST
+ 67.142,82 EUR
38
Punt ingediend door Edward Van Keer, Raadslid. T.26. Samenhuizen promoten en ondersteunen. Wooncultuur in de 21ste eeuw Onze samenleving is continu in verandering, ook wat betreft samenlevingsvormen. Naast het traditionele gezin hebben andere samenlevingsvormen aan belang gewonnen, maar onze woningmarkt is er nog niet op afgestemd. Het aantal alleenstaanden, met of zonder kinderen, is gestegen. Heel wat oudere mensen kiezen er vandaag voor zo lang mogelijk zelfstandig thuis te blijven wonen, maar hebben soms net iets meer ondersteuning of contact nodig dan wat de thuisdiensten kunnen bieden. De woonbehoeftes zijn flexibel geworden. Eenzelfde gezin heeft meer of minder ruimte nodig naargelang de levensfase waarin het zich bevindt. De redenen om te kiezen voor samenhuizen kunnen erg divers zijn: omwille van de betaalbaarheid, om eenzaamheid tegen te gaan, om langer zelfstandig te kunnen blijven wonen. De financiële context, andere gezinssamenstellingen en een andere manier van ouder worden resulteren in veranderende woonbehoeften. Bij samenhuizen is er steeds sprake van betrokkenheid tussen de bewoners, in min of meerdere mate. Zonder de privacy op te geven, kiezen bewoners voor een stuk gezamenlijk project. Door meer gedeelde ruimte te voorzien, kunnen niet alleen de woonkosten voor de individuele gezinnen gedrukt worden, ook de druk op de openbare ruimte en het leefmilieu wordt er kleiner door. Ook de maatschappij als geheel wint dus in dit verhaal. Projecten van gemeenschappelijk wonen Cohousing of samenhuizen is een vorm van gemeenschappelijk wonen waar verschillende mensen een eigen privéwoning hebben en dus hun privacy behouden. Tegelijkertijd zijn er ook gemeenschappelijke ruimtes waar bewoners gebruik van kunnen maken of dingen samen doen. Cohousing is niet zomaar onder één noemer te vatten. De projecten kunnen variëren in grootte, locatie, prioriteiten en graad van betrokkenheid. Bij centraal wonen bijvoorbeeld gaat het om autonome privéwoningen met een minimum aan gemeenschappelijke ruimte (tuin, wasplaats eventueel werkatelier), terwijl het bij een woongroep meer om privékamers in een grote woonst gaat. Toch hebben samenhuisprojecten drie gemeenschappelijke kenmerken: - Participatief proces: bewoners participeren actief aan het project. De belangrijke beslissingen worden genomen in een gemeenschappelijke vergadering van alle bewoners. Taken en verantwoordelijkheden worden verdeeld onder alle bewoners; - een intentionele gemeenschap: de bewoners kiezen bewust voor een stuk gemeenschappelijkheid. Dat uit zich in de constructie en de organisatie van de site. Plaatsen waar kinderen kunnen spelen worden bijvoorbeeld centraal gepland; - Gemeenschappelijke voorzieningen: elk project heeft een gemeenschappelijke ruimte: speelruimte voor de kinderen, ruimte voor ontmoeting of een gezamenlijke maaltijd, een gezamenlijke werkplaats of washok, gemeenschappelijke fietsen of wagen enzovoort; Deze kenmerken zijn cumulatief. Geen van deze kenmerken is uitsluitend bij cohousing projecten terug te vinden. Ook bewoners van appartementsgebouwen moeten het gebruik en het onderhoud van gemeenschappelijke ruimtes onder elkaar regelen. Het unieke karakter van samenhuizen schuilt in de combinatie van die drie kenmerken. Projecten kunnen sterk variëren, bvb wat de vorm van betrokkenheid betreft. Die kan minimaal zijn, bvb een gemeenschappelijke tuin of vergaderlokaal, maar kan ook breder worden ingevuld. Zo kunnen bewoners samen kinderoppas organiseren, kan er sprake zijn van een overeenkomst in het kader van intergenerationeel wonen of kunnen projecten zich inschakelen in de buurt of wijk, door de gemeenschappelijke ruimte ook ter beschikking te stellen voor wijkactiviteiten. De evolutie in Denemarken, waar het idee van cohousing in de jaren zestig ontstond en vanaf de jaren tachtig op steun van de overheid kan rekenen, toont alvast aan dat het concept in de lift zit. Niet alleen is het aantal projecten serieus gestegen, ook de graad van 39
gemeenschappelijkheid stijgt. De verhouding tussen private/gemeenschappelijke delen verschoof sterk in de richting van de gemeenschappelijke delen. Samenhuizen koppelt dus privacy en individualiteit aan meer gedeelde ruimte en collectiviteit. Dit geeft een aantal voordelen: - Vormen van gemeenschappelijk wonen creëren ruimte voor ontmoeting en vergroten de betrokkenheid tussen mensen. Nieuwe woonvormen kunnen het samenlevingsproces activeren, meer solidariteit tussen generaties en bevolkingsgroepen tot stand brengen, ervoor zorgen dat ouderen langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen; - Door gemeenschappelijk te wonen worden een aantal kosten gedrukt. Compacter leven en het delen van een aantal voorzieningen vergroot de betaalbaarheid van wonen; - Gemeenschappelijke woonvormen zijn ecologisch. Enkel al het gebruik van minder ruimte maakt de ecologische voetafdruk kleiner. Maar de projecten bieden vaak ook perspectieven om te werken met hernieuwbare energie of passiefbouw. Hindernissen wegwerken, mogelijkheden aangrijpen Gemeenschappelijk wonen zit in de lift. Niet verwonderlijk, aangezien blijkt dat deze woonformule enigszins een antwoord biedt op hedendaagse uitdagingen. Toch moet je al over zeer veel doorzettingsvermogen beschikken om een project tot een goed einde te brengen. Slechts één op tien initiatieven raakt uiteindelijk gerealiseerd. Initiatiefnemers botsen op de grenzen van onze wet- en regelgeving, die helemaal gestoeld is op de klassieke eengezinswoning. De Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening is opgesteld op maat van de klassieke eengezinswoning, gemeenten zijn -overigens terecht- bang voor de opdeling van eensgezinswoningen, leningen zijn niet afgesteld op dit soort projecten, samenhuizers hebben het soms moeilijk om te bewijzen dat ze afzonderlijke huishoudens vormen …. Hoe samenhuizen in het gemeentelijk beleid inbouwen? Steden en gemeenten kunnen het verschil maken als coördinator van het lokaal woonbeleid! Ze kunnen de meerwaarde van gemeenschappelijk wonen erkennen en de initiatieven ondersteunen. De vzw Samenhuizen staat paraat om hier samen aan te werken. Ook 3WPlus, waarmee de gemeente Asse al langer samenwerkt, wil van “samenhuizen” werk maken. Ook Abbeyfield-Vlaanderen (vorm van samen wonen voor senioren) wil de gemeenten en steden hierbij ondersteunen. Samenhuizen treft niet enkel het lokale woonbeleid. Maatregelen om samenhuizen te bevorderen kunnen kaderen in de beleidsdomeinen ruimtelijke ordening en stedenbouw, duurzaamheid, mobiliteit, lokaal sociaal beleid en doelgroepenbeleid. Steden en gemeenten kunnen aan de slag door volgende bouwstenen in hun beleid in te bouwen: • Bouwsteen 1. Een positief klimaat creëren rond goed nabuurschap, delen en lokale inspraak • Bouwsteen 2. Gemeenschappelijk wonen ondersteunen • Bouwsteen 3. Gemeenschappelijk wonen promoten • Bouwsteen 4. Samenwerken en overleggen rond gemeenschappelijk wonen • Bouwsteen 5. Een pilootproject in de gemeente initiëren of ondersteunen Deze bouwstenen worden uiteengezet in de folder 'Samenhuizen in het lokaal beleid' (Samenhuizen vzw, maart 2012, zie bijlage 2) ter inspiratie van steden en gemeenten. Hieronder wordt als besluit voorgesteld om de eerste stappen te zetten om “samenhuizen” in het gemeentelijk beleid in te bouwen door: - Het charter “samenhuizen” te ondertekenen (zie bijlage 1) - Een infomoment voor gemeenteambtenaren en raadsleden te organiseren - Twee infomomenten (één te Asse en één te Zellik) en een bezoek aan een samenhuisproject te organiseren voor alle geïnteresseerde Assenaren en alle leden van de relevante adviesraden. - Een werkgroep op te richten bestaande uit de relevante schepenen, een aantal ambtenaren en een lid van elke fractie die wenst deel te nemen aan deze werkgroep, 40
met als doel om tegen de gemeenteraad van december 2013 verdere vervolgstappen om “samenhuizen” te Asse te promoten en te ondersteunen uit te werken. Besluit : met 10 ja-stemmen ( Etienne Keymolen, Emiel Saerens, Peter Verbiest, Johan De Rop, Sigrid Goethals, Tim Lengeler, Rudy Lengeler, Sam Laureys, Manu Slaus, Edward Van Keer ) , tegen 18 neen-stemmen ( Koen Van Elsen, Michel Vanhaeleweyck, Rik De Baerdemaeker, Geert Heyvaert, Jan De Backer, Edwin Fabri, Joeri Vastersavendts, Rita De Vos, Micheline De Mol, Lode Pletinckx, Agnes Fieremans, Kristof Gaublomme, Natacha Le Rut, Liesje Wermoes, Lyotta Pessemier, Pieter De Proost, Marc Verelst, Abderrahmane Jaïchi ) bij 3 onthoudingen ( Willy Michiels, Suzy Jacobs, Erik Beunckens ) . Bespreking Raadslid E. Van Keer licht zijn voorstel toe. Schepen M. Vanhaeleweyck zegt dat er veel belangstelling is voor het woonbeleid in onze gemeente. Er is een interlokale beweging voor woonbeleid 3WPlus. Er zijn infomomenten voor mandatarissen en personeelsleden. Schepen G. Heyvaert zegt dat de budgettaire impact nog niet kan worden ingeschat. Punt ingediend door E. Keymolen, Raadslid. T.27. Selectief inzamelen van Klein Gevaarlijk Afval - KGA In het containerpark van Asse-centrum staan al jaren meer dan duizend KGA-dozen in kunststof ruimte in te nemen zonder dat er een bestemming aan gegeven wordt. Naar aanleiding van de verkoop van de Caytansite zal mogelijk ook het containerpark verkocht worden en is het nodig vlug een besluit te nemen inzake deze honderden boxen. Daarom volgend voorstel : onmiddellijk starten met het gratis (of mits een kleine retributie) uitdelen van de KGA-boxen aan de nieuwe inwoners en aan degenen, die er om vragen. Bewustmaking van de bevolking dat Klein Gevaarlijk Afval (resten van verfpotten, tubes van instrijkmiddelen, verdelgingsmiddelen, vergif ….) niet in de restafval thuis hoort maar apart moet bijgehouden worden en op geregelde tijden gratis kan leeggemaakt worden in de containerparken. Omwille van de moeilijke opening en sluiting van deze dozen, wordt er best een aangepaste gebruiksaanwijzing bijgevoegd of er eventjes getoond hoe het kan geopend en gesloten worden. Bespreking Raadslid E. Keymolen licht zijn voorstel toe. Burgemeester K. Van Elsen antwoordt dat het voorstel zal bekend gemaakt worden via het infoblad. Punten ingediend door W. Michiels, Raadslid. T.28. As(se)tablieft Nummer 111, jaargang 13 Wij verwijzen naar het eerste agendapunt van de gemeenteraad van 28/1/2013 waarbij kennisgenomen werd van het schrijven van 9/1/2013 waarin A. Jaïchi meedeelt dat hij met 41
ingang van 28/1/2013 niet langer wenst deel uit te maken van de fractie lijst Zellik-Relegem, maar als onafhankelijk gemeenteraadslid zal zetelen in de gemeenteraad van Asse. Tot onze verbazing lezen wij in de laatste editie van AS(SE)TABLIEFT bij de voorstelling van de nieuwe gemeenteraad dat A. Jaïchi vermeld wordt als raadslid (SP.A). Wij eisen een rechtzetting in de volgende editie van AS(SE)TABLIEFT. Bespreking Raadslid W. Michiels licht het agendapunt toe en wijst op het gegeven dat lijst ZellikRelegem uit het stemgedrag van de meerderheid afleiden dat ze overlopers ontvangen. Schepen R. De Vos zegt dat zij er zal voor zorgen dat er een rechtzetting gebeurd in de volgende AS(SE)TABLIEFT. T.29. Aanwerving hoofd technische dienst. Het hoofd technische zaken is vorig jaar in september met pensioen gegaan en werd nog steeds niet vervangen. De lijst Zellik-Relegem heeft sinds jaren gestreefd naar de aanstelling van een handhavingsmedewerker. Asse is een gemeente waar bouwovertredingen legio zijn. Bouwvergunningen worden afgeleverd zonder een opvolging nadien. Er wordt enkel repressief opgetreden na een klacht zodat niemand zich op den duur houdt aan de wettelijke regels. Dit stoort de burgers die wel plichtsgetrouw de moeite doen om een bouwvergunning aan te vragen. In het oude organigram was de functie van hoofd technische dienst uitdovend en wij steunden het nieuwe organogram waarin het hoofd technische zaken verantwoordelijk wordt voor het handhavingsbeleid. Onze bedoeling was om het nieuwe hoofd enige tijd te laten samenwerking met het oude diensthoofd zodat de kennisoverdracht op het vlak van ruimtelijke ordening gepaard kon gaan met een verkenning van het grondgebied. Op dit moment stellen wij een lacune vast bij enerzijds de coördinatie van de diensten ruimtelijke ordening, openbare werken en milieu en anderzijds de invoering van een handhavingsbeleid. Vragen : - wat is de stand van zaken van de invulling van de vacature van hoofd technische zaken ? - welk belang wordt door het huidig bestuur gehecht aan de opstart van een daadwerkelijk en objectief handhavingsbeleid ? Bespreking Raadslid W. Michiels licht zijn voorstel toe : - er wordt enkel opgetreden na een klacht - coördinerende functie ontbreekt - vraagt naar stand van zaken ? En opstart naar daadwerkelijk handhavingsbeleid ? Raadslid E. Beunckens zegt dat er nu een gevoel van straffeloosheid heerst. Burgemeester K. Van Elsen zegt dat er 2 pogingen zijn ondernomen maar zonder succes. Er is eveneens een verschil tussen privé en de overheid. 42
Heden gebeuren er op wekelijkse basis coördinatievergaderingen tussen de diensthoofden van de technische dienst met het bestaand personeel. Er wordt gewerkt aan het uitwerken van een sluitend handhavingsbeleid zonder het bestaand personeelsbestand uit te breiden. Punten ingediend door E. Beunckens, Raadslid. T.30. Inbraak voetbalkantine - bewakingsbeelden In de nacht van 26 en 27 februari 2013 werd er nog maar eens ingebroken in de voetbalkantine aan de Noorderlaan. Sinds deze site door bewakingscamera's onder toezicht staat, had de toenmalige schepen van veiligheid bij hoog en bij laag beweerd dat er op deze site niets meer kon gebeuren zonder dat het gefilmd zou worden. Een eerder voorval in Zellik indachtig - toen werd een bestelwagen van een Zellikenaar leeggeroofd voor zijn deur, pal in het zicht van de camera's, maar de camera bleek "toevallig" niet te werken - wensen wij te weten of er van deze inbraak wel videobeelden beschikbaar zijn, en zo ja, wat hiermee al gedaan is teneinde de daders op te sporen en deze vorm van criminaliteit in te dijken. Bespreking Raadslid E. Beunckens licht dit punt toe. Schepen J. De Backer zegt dat de politie DNA sporen gevonden heeft. Alle camera's functioneren doch heeft de recherche geen beroep gedaan op de beelden.
T.31. Welkom in Asse Tot ongenoegen van steeds meer Zellikenaren staat er op de digitale infoportiek ter hoogte van het plein aan de Brusselsesteenweg nog steeds "WELKOM IN ASSE" vermeld. Sinds jaren vragen wij om als tekst te vermelden "WELKOM IN ZELLIK" of minstens "WELKOM IN ZELLLIK (ASSE)" teneinde de eigenheid van ons dorp te benadrukken, en ook aan bezoekers duidelijk te maken dat ze wel degelijk in Zellik en niet in Asse zijn. Men moet ons niet komen zeggen dat dit technisch niet kan, want enkele jaren geleden heeft het er voor korte tijd opgestaan. Na enkele dagen was het echter weer vervangen door de klassieke boodschap, vermoedelijk onder druk van de toenmalige schepen van communicatie, die ook ooit verklaarde "dat Zellik niet meer bestaat". Wij herhalen hierbij onze vraag om de welkomtekst op de digitale infoportieken ten spoedigste aan te passen. Raadslid E. Beunckens licht dit punt toe en zegt dat deze tekst zorgt voor onduidelijkheid. Schepen R. De Vos zegt dat de aanpassing zal gebeuren naar "Welkom in Asse-Zellik".
43
Punt ingediend door S. Laureys, Raadslid. T.32. Rap op Stap in (en buiten) Asse Gelet op het feit dat volgens het cijferboek 2012 van de Vlaamse Rand Asse een gemeente is met één van de grootste aantallen wat leefloontrekkenden per duizend inwoners (4,2 in 2011) in de rand betreft. Gelet op het feit dat volgens datzelfde cijferboek Asse met 7,4 % de kop van de randgemeenten trekt wat betreft het percentage kansarme gezinnen; Omdat vakantie een basisrecht is en het mensen terug onder de mensen brengt; Gelet op het feit dat Vlaams-Brabant de enige Vlaamse provincie is waar nog geen Rap-opstap-kantoor is gevestigd; Gelet op het feit dat het bestuur Asse wil profileren als centrumgemeente; Stel ik het bestuur voor om een pioniersrol in Vlaams-Brabant te spelen en samen met belanghebbende diensten zoals Sociale Zaken en OCMW een kennismakingsvergadering te organiseren met de Horizont vzw met als uiteindelijk doel een Rap-op-Stap-kantoor te openen in Asse. Rap op Stap is een initiatief van Horizont vzw dat met medewerking steunpunt vakantieparticipatie van Toerisme Vlaanderen helpt bij vakantie- en vrijetijdswensen van mensen met een beperkt budget. De activiteiten gaan van vakanties en daguitstappen tot sport- en cultuuractiviteiten. Bij Rap op Stap kunnen mensen kennis maken met het ruime vrijetijdsaanbod voor een klein budget en genieten van tal van kortingen en voordelen zoals hulp bij het budgetteren en het uitzoeken van geschikt vervoer. Volgende mensen komen in aanmerking : - leefloon - WIGW of OMNIO statuut - mensen in budgetbegeleiding of schuldbemiddeling - werknemers van sociale- en beschutte werkplaatsen Een Rap-op-Stap-project wordt in een gemeente opgezet in samenwerking met lokale partners en met behulp van vrijwilligers. Er lopen reeds projecten in Genk, Hasselt, Maasmechelen, Ieper, Lokeren en Beerse. Bespreking Raadslid S. Laureys licht dit punt toe. Schepen M. De Mol zegt dat de sociale dienst en de buurtwerking deze opdracht reeds vervullen. Raadslid E. Beunckens zegt dat deze opdracht niet hoort bij de kerntaken van de gemeente. Schepen M. De Mol zegt dat deze taak opgelegd is door de hogere overheid.
44
Punt ingediend door M. Slaus, Raadslid. T.33. Verkeerswijziging Krokegem - Marlier. Naar aanleiding van de informatieavond afgelopen maandagavond 11 maart betreffende het voorstel van het college om een verkeerswijziging door te voeren in Krokegem en de Marlier om het toenemende sluipverkeer aan te pakken, hebben wij met de N-VA toch enkele bedenkingen. - Vooreerst moeten wij vaststellen dat niet alle gemeenteraadsleden hiervoor werden uitgenodigd. Is het niet vanzelfsprekend dat alle gemeenteraadsleden een uitnodiging opgestuurd krijgen bij dergelijke initiatieven van het gemeentebestuur ? - Ook stellen wij vast dat de initieel opgestuurde plannen naar de inwoners van Krokegem en Marlier niet overeenkwamen met de plannen die op die avond zelf werden voorgelegd. Betreft het hier om ondoordachte beslissingen of heeft de protestbrief van FOD Financiën hier iets mee te maken ? - Ook bleven de meeste aanwezigen met veel vragen achter en was er geen duidelijkheid betreffende de planning zowel in uitvoering als in tijd. Kunnen wij een duidelijk overzicht krijgen zowel wat de concrete plannen betreft als het tijdstip van invoeren en evaluatie ? - Kunnen wij ook de garantie krijgen dat deze evaluatie ook in overleg gebeurd met de buurtbewoners ? Bespreking Raadslid M. Slaus licht dit punt toe en zegt blij te zijn dat er initiatieven worden genomen om de verkeersproblematiek aan te pakken. Hij wijst ook op de nabijheid van twee scholen. Schepen J. Vastersavendts betreurt het gegeven dat de raadsleden niet zijn uitgenodigd. Initieel heeft het college van burgemeester en schepenen een voorstel gedaan. De mogelijkheid wordt gegeven aan de inwoners om te reageren. Aan de hand van de reacties is men tot de vaststelling gekomen dat de verkeersveiligheid van de scholen van primordiaal belang is. Wij mogen de Assenaren niet laten gijzelen door de N9. De communicatie diende echter beter te gebeuren. Het college van burgemeester en schepenen dient een beslissing te nemen. De mensen worden op de hoogte gehouden via de verstrekte e-mailadressen. Na 3 tot 4 maanden zal er een evaluatie gebeuren voor de wijk Marlier en na 8 tot 10 maanden zal er een globale evaluatie gemaakt worden. Raadslid M. Slaus zegt indien het noodzakelijk is men vroeger de maatregelen dient aan te passen. Er is tevens mogelijkheid om file te veroorzaken. Iedereen moet op de hoogte gebracht worden. Schepen J. Vastersavendts wil de eigen inwoners bevrijden van het sluipverkeer komende van Aalst en Dendermonde. Schepen E. Fabri zegt dat elke deelgemeente het sluipverkeer wenst te weren. 45
Raadslid P. Verbiest vraagt naar objectieve criteria om te evalueren. Burgemeester K. Van Elsen zegt dat er tellingen zijn gebeurt. Raadslid E. Van Keer prees de aanpak van schepen J. Vastersavendts omdat hij deze problemen durft aan te pakken. Punt ingediend door S. Jacobs, Raadslid. T.34. Motie tegen de verplichte inlijving van onze gemeente bij de "Hoofdstedelijke Gemeenschap van Brussel" In het kader van de gedeeltelijke splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde werden aan de Franstalige partijen zware, bijkomende toegevingen gedaan. Eén daarvan is de oprichting van de ‘Hoofdstedelijke Gemeenschap van Brussel’ (HGB), in het Frans ‘La Communauté Métropolitaine de Bruxelles’. Het is de bedoeling van de Franstalige partijen om het zogeheten ‘carcan’ rond Brussel te doorbreken met een grootstedelijke constructie, waarmee ze vat kunnen krijgen op het Vlaamse ommeland rond de hoofdstad. Zo verklaarde cdH-voorzitter Joëlle Milquet nog tijdens de onderhandelingen op 19 augustus 2011 in Le Soir: “Il y a un concept de communauté métropolitaine qui peut s’avérer fondamental en terme de désenclavement de Bruxelles. » (Er bestaat een concept van metropolitane gemeenschap dat van fundamenteel belang kan zijn om Brussel uit zijn enclave los te maken.) De MR was nog heel wat duidelijker op zijn website en spreekt over de uitbreiding van Brussel. Op de vraag of Brussel opgesloten zit in een carcan, wordt geantwoord : « L’accord consacre l’existence par une loi spéciale d’ une communauté métropolitaine qui permet d’élargir Bruxelles sur base du Grand Brabant.» (Het akkoord bevestigt, door middel van een speciale wet, het bestaan van een metropolitane gemeenschap wat toelaat om Brussel zo ver als Groot-Brabant uit te breiden.) MR-voorzitter Charles Michel voegt er aan toe: “Bruxelles est élargie par la mise en place d’une communauté métropolitaine comprenant l’ensemble des communes de Grand Brabant. » (Brussel wordt uitgebreid door het invoeren van een metropolitane gemeenschap die het geheel van alle gemeenten van Groot-Brabant omvat.) De HGB blijft inderdaad niet beperkt tot een platform van de drie gewesten: ook alle gemeenten van Vlaams-Brabant, Brussel en Waals-Brabant zijn van rechtswege lid van deze nieuwe politieke instelling. Er wordt in dit verband gesproken van een sociaal-economisch ‘hinterland’ van Brussel, dat, “rekening houdend met woonmilieu, migraties (sic) en tewerkstelling, een grootstedelijke zone beslaat van 1,8 miljoen inwoners, die zich uitstrekt over bijna 35 gemeenten, die in Vlaanderen en Wallonië liggen”. Concreet wil men “nauwe samenwerkingsverbanden” realiseren tussen Brussel en “zijn hinterland” “op het vlak van werk, economie, ruimtelijke ordening, mobiliteit, openbare werken en milieu”. De achterliggende bedoeling van de Franstalige partijen is duidelijk: zij willen zich in de eerste plaats heel intensief gaan bemoeien met het globale gewestelijke beleid van de Vlaamse regering in de ruime omgeving van Brussel. Daarnaast willen zij dat Brussel op tal van domeinen met de omliggende gemeenten en in het bijzonder met de faciliteitengemeenten een uniform gewestelijk beleid kan gaan voeren. Op langere termijn wil men op die manier zo veel mogelijk gemeenten uit Vlaanderen losweken.
46
Vanzelfsprekend kan er geen probleem zijn met een intergewestelijke samenwerking op tal van beleidsdomeinen, maar daarvoor moet er geen nieuwe politieke instelling worden opgericht, laat staan een nieuwe ‘gemeenschap’. Dit land is al ingewikkeld genoeg. Een en ander is weliswaar afhankelijk van een samenwerkingsakkoord tussen de gewesten. Door geen verdere invulling te geven aan de HGB beschikt de Vlaamse regering bijgevolg over de mogelijkheid om deze nieuwe politieke instelling een stille dood te laten sterven. Men kan de risico’s van deze ‘Hoofdstedelijke Gemeenschap van Brussel’ onmogelijk onderschatten. KUL-professor Bart Maddens verwoordde het bijzonder treffend in zijn column op deredactie.be (25/9/2011): “De Vlaamse politici sussen meteen: niet bang zijn, dit is enkel maar een overlegorgaan. Van een uitbreiding van Brussel is geen sprake! Maar morgen begint het geduw en getrek van de Franstaligen om de Communauté métropolitaine meer macht te geven. De institutionele kiemen voor Groot-Brussel zijn gelegd en kunnen langzaam beginnen te groeien. Tot op het punt dat het Brussels gewest zal samenvallen met de vroegere provincie Brabant, in pakweg 2051. En dan zal een of andere flamingant – als dat specimen nog bestaat – kunnen schrijven: dit is de slechtste staatshervorming sinds die van 2011.” Voorstel: De gemeenteraad van Asse wenst dat onze gemeente geen deel zou uitmaken van de zogeheten “Hoofdstedelijke Gemeenschap van Brussel” (HGB) noch van een ‘grootstedelijke zone’ en wenst niet gepromoot te worden als een verlengstuk van de hoofdstad; - benadrukt de eigenheid van Vlaams-Brabant, die duidelijk verschilt van de Brusselse realiteit en in sterke mate bepaald is door het Nederlandstalig en landelijk karakter van onze streek; - verwerpt dan ook de pogingen van Franstalige politici om via de HGB bepaalde gemeenten los te weken uit Vlaanderen en aldus een nieuwe uitbreiding van Brussel voor te bereiden; - heeft vanzelfsprekend geen bezwaar tegen intergewestelijke samenwerking en beleidsafstemming op vlak van o.a. mobiliteit, werkgelegenheid, economie, milieu en ruimtelijke ordening, maar is tegelijk van oordeel dat daarvoor in dit hopeloos complexe land geen nieuwe politieke instelling moet worden opgericht, laat staan een nieuwe ‘gemeenschap’; - vraagt de Vlaamse regering met aandrang om geen verdere uitvoering te geven aan deze wetgeving en bijgevolg geen samenwerkingsakkoord uit te werken om deze HGB concreet gestalte te geven. Bespreking Raadslid S. Jacobs licht dit punt toe. Burgemeester K. Van Elsen zegt dat het overleg facultatief is. Het gaat hier ook over een gewestmaterie. Schepen M. Vanhaeleweyck wijst op de bevoegdheden van de gemeenten en gewesten. Wij volgen het standpunt van VOKA. Raadslid M. Saerens zegt dat men hier niet lichtzinnig mag mee omspringen. Raadslid E. Beunckens zegt dat de bevoegdheden van morgen niet de bevoegdheden van vandaag zijn. 47
MONDELINGE VRAGEN - VARIA Raadslid S. Laureys las over de mogelijkheid van Palmparties naar Asse te halen. Wat is de financiële impact ? Schepen R. De Vos : in de onderhandelingen wordt er gestreefd naar 1 seizoen. Raadslid E. Beunckens deelt mee dat er water ter beschikking staat en bedankt de gemeentelijke administratie hiervoor. Raadsild S. Laureys vraagt naar de stand van zaken van de openbare verkoop Caytan. Waarom vraagt Lidl een vergunning aan ? Raadslid E. Keymolen vindt het schandalig dat deze aanvraag nu reeds gebeurt.
48