GEMEENTERAADSZITTING VAN 30 MAART 2015.
Waren aanwezig : Yves Leterme; voorzitter , Stefan Depraetere, secretaris; Jan Durnez, burgemeester, Joseph Verschoore, Jan Delie, Katrien Desomer, Stephaan De Roo, Dominique Dehaene, Eva Ryde, Marieke Cloet, schepenen; Jan Breyne, Jan Vercammen, Danny Suffys, Els Morlion, Herman Baron, Jan Laurens, Paul Victoor, Caroline Vanlerberghe, Mariola Moeyaert, Marleen Alleman, Stefaan Williams, Philip Bolle, Ives Goudeseune , Evelyn Bouchaert, Andy Verkruysse, Valentijn Despeghel, Emmily Talpe, Patrick Benoot, Karl Thybergin, Marc Clabau, Nancy Six, Johan Sanders, Vera Lannoo, raadsleden. Was verontschuldigd : Dieter Deltour, schepen. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Agenda Openbare zitting 1.
Ontslag van een raadslid. Kennisgeving.
2.
Vervanging van een raadslid. Onderzoek geloofsbrieven van de opvolger. Eedaflegging.
3.
Vervanging raadslid in diverse raden en algemene vergaderingen.
4.
Goedkeuring notulen van 2 maart 2015.
5.
Ondertekenen burgemeestersconvenant.
6.
Goedkeuring proces-verbaal van afpaling.
7.
Project Relemeersstraat, Zuidschote – intentieverklaring opname gronden openbaar domein en onderhoud.
8.
Goedkeuring jaarrekening 2014 interlokale vereniging Westhoeksportoverleg.
9.
Toekomstvisie Ieperse parochiekerken.
10. Kapitaalverhoging Figga. 11. Gemeentepersoneel. Bijlage arbeidsreglement procedure psycho sociale risico’s. 12. Uitvoeren van plaatselijke herstellingswerken van de kws-verharding in de Adriaansensweg, Kapellestraat, Noordhofstraat en Reningestraat. Goedkeuring lastvoorwaarden en wijze van gunnen. 13. Bouwen van voetgangersbrug Hill 60 Zwarteleenstraat – diverse meerwerken. Goedkeuring verrekening en stadsaandeel in deze verrekening. 14. Isolatie en renovatie van het dak en gevel van het brandweerarsenaal, Minneplein 1a te Ieper. Goedkeuring lastvoorwaarden en wijze van gunnen. 15. Renovatie en restauratie hoeve "Klein Zwaanhof", Kleine Poezelstraat 6 - Perceel 3 – Omgevingsaanleg. Goedkeuring lastvoorwaarden en wijze van gunnen.
16. Ontwerpen en bouwen van kampeerautoterrein langs de Zillebekevijverdreef. Goedkeuring lastvoorwaarden en wijze van gunnen. 17. Motie betreffende de uitvoering van de instandhoudingsdoelstellingen (IHD) en de gevolgen van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). (Motie van raadslid Goudeseune) 18. Kerkkunst. (Interpellatie door raadslid Bolle). 19. De bouw van een crematorium op het grondgebied van de stad. (Interpellatie door raadslid Bolle). 20. Gedachtewisseling over het algemene terrassenbeleid en de toepassing van het terrassenreglement. (Interpellatie door raadslid Talpe) 21. Vragen en antwoorden. 22. Mededelingen.
Openbare zitting De voorzitter opent de openbare zitting om 19.34 uur. 32 raadsleden zijn aanwezig. Schepen Deltour is verontschuldigd.
1.
Ontslag van een raadslid. Kennisgeving.
OVERWEGEND GEDEELTE: Bevoegdheid Artikel 15 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen. Feiten/context: Mevrouw Shari Platteeuw, raadslid voor de Groen-fractie heeft met haar schrijven van 16 maart 2015 haar ontslag ingediend als gemeenteraadslid. Het ontslag is definitief na ontvangst van de kennisgeving door de voorzitter van de gemeenteraad. BESCHIKKEND GEDEELTE: De raad neemt kennis van het ontslag van raadslid Shari Platteeuw. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------2.
Vervanging van een raadslid. Onderzoek geloofsbrieven van de opvolger. Eedaflegging.
OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische grond Artikelen 14 tot 16 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen. Feiten – context Mevrouw Shari Platteeuw, gemeenteraadslid, heeft met brief van 16 maart 2015 haar ontslag ingediend als gemeenteraadslid De raad heeft hiervan in zitting van 30 maart 2015 akte genomen. Er moet worden overgegaan tot het onderzoek van de geloofsbrieven van de wettelijke opvolger, dit volgens artikel 84 van de gemeentekieswet. De eerste in aanmerking komende opvolger van de fractie groen bij de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 is mevrouw Sanne Six. Zij heeft bij brief van 19 maart 2015 laten weten het mandaat niet op te nemen. De tweede in aanmerking komende opvolger van de fractie groen bij de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 is mevrouw Greet Carlé. Zij heeft bij brief van 22 maart 2015 laten weten het mandaat niet op te nemen.
De derde in aanmerking komende opvolger van de fractie groen bij de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 is de heer Mattie Archie. Hij heeft bij brief van 19 maart 2015 laten weten het mandaat niet op te nemen. De vierde in aanmerking komende opvolger van de fractie groen bij de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 is mevrouw Linde Goossens. Zij heeft bij brief van 22 maart 2015 laten weten het mandaat niet op te nemen. De vijfde in aanmerking komende opvolger van de fractie groen bij de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 is de heer Diederik Vandenbilcke. Hij heeft bij brief van 19 maart 2015 laten weten het mandaat niet op te nemen. De zesde in aanmerking komende opvolger van de fractie groen bij de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 is mevrouw Kathleen Bevernage. Zij heeft bij mail van 22 maart 2015 laten weten het mandaat niet op te nemen. De zevende in aanmerking komende opvolger van de fractie groen bij de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 is de heer Tobias Six . De heer Six is evenwel niet meer woonachtig in Ieper en voldoet bijgevolg niet meer aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden. De achtste in aanmerking komende opvolger van de fractie groen bij de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 is de heer Pieter Moermans. Hij heeft bij brief van 21 maart 2015 laten weten het mandaat niet op te nemen. De negende in aanmerking komende opvolger van de fractie groen bij de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 is mevrouw Vera Lannoo. Zij heeft bij brief van 25 maart 2015 laten weten het mandaat te willen opnemen. Vooraleer dit kan gebeuren dienen eerst de geloofsbrieven van mevrouw Lannoo onderzocht te worden, met het oog op haar installatie. Uit de ingewonnen inlichtingen blijkt dat betrokkene voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden: minstens 18 jaar oud zijn, de Belgische nationaliteit hebben of EU-onderdaan zijn, ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters van de stad Ieper, en zich niet bevinden in één van de uitsluitingsgronden zoals voorzien in de gemeentekieswet. Uit de ingewonnen inlichtingen blijkt eveneens dat er geen onverenigbaarheden zijn; Mevrouw Vera Lannoo, geboren te Lendelede op 18 december 1953, wonende te 8902 Ieper, Komenseweg 102 is noch door veroordeling, noch door ambtsuitoefening, noch door verwantschap onverkiesbaar volgens art. 65 van de gemeentekieswet en kan bijgevolg toegelaten worden tot de installatie. BESCHIKKEND GEDEELTE: Mevrouw Vera Lannoo wordt in de raadzaal binnengeleid en legt in handen van de voorzitter de eed af waarvan akte als volgt : Op dertig maart tweeduizendvijftien om negentien uur dertig is voor mij Yves Leterme, Voorzitter van de gemeenteraad van de stad Ieper, provincie West-Vlaanderen verschenen in openbare raadszitting mevrouw Vera Lannoo, opvolgend raadslid verklaard bij beslissing van het hoofdstembureau van Ieper van 14 oktober 2012 en geldig verklaard door de raad voor verkiezingsbetwistingen voor de provincie West-Vlaanderen op 23 november 2012, wiens geloofsbrieven bij besluit van de gemeenteraad van 30 maart 2015 onderzocht werden als gemeenteraadslid ter vervanging van mevrouw Shari Platteeuw. Mevrouw Lannoo heeft in uitvoering van artikel 7 § 3 van het gemeentedecreet de volgende eed afgelegd in handen van de voorzitter “Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen”. De voorzitter verklaart mevrouw Vera Lannoo regelmatig aangesteld als lid van de gemeenteraad. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------3.
Vervanging raadslid in diverse raden en algemene vergaderingen.
OVERWEGEND GEDEELTE Feiten – context In de gemeenteraadszitting van 30 maart 2015 nam de raad kennis van het ontslag van mevrouw Shari Platteeuw als gemeenteraadslid. In zitting van 2 december 2013 werd mevrouw Shari Platteeuw voor haar politieke groepering Groen aangeduid als : - lid van de commissie grond en bouw - vertegenwoordiger in de raad van bestuur van de vzw Argos
- lid van de archiefcommissie - lid van de bibliotheekcommissie. - de Commissie inspraak, communicatie en regelgeving. - vertegenwoordiger in de algemene vergadering van de vzw IFFM voor categorie B en voorgedragen als vertegenwoordiger in de raad van bestuur van vzw IFFM - vertegenwoordiger in de algemene vergadering van de vzw ACCI voor categorie B en voorgedragen als vertegenwoordiger in de raad van bestuur van vzw ACCI - vertegenwoordiger in de algemene vergadering van de vzw JOC voor categorie B en voorgedragen als vertegenwoordiger in de raad van bestuur van vzw JOC - vertegenwoordiger in de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf Vauban - vertegenwoordiger in de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf Spie. Gezien mevrouw Platteeuw niet langer zetelt in de gemeenteraad als raadslid voor de politieke groepering Groen dient voorzien in haar vervanging in deze raden en vergaderingen. BESCHIKKEND GEDEELTE Op basis van deze overwegingen besluit de raad met 30 ja stemmen, 1 onthouding en 1 niet gestemd, voor de politieke groepering Groen : Raadslid Vera Lannoo aan te duiden als : - lid van de commissie grond en bouw - vertegenwoordiger in de raad van bestuur van de vzw Argos - de Commissie inspraak, communicatie en regelgeving. - vertegenwoordiger in de algemene vergadering van de vzw IFFM voor categorie B en voorgedragen als vertegenwoordiger in de raad van bestuur van vzw IFFM - vertegenwoordiger in de algemene vergadering van de vzw ACCI voor categorie B en voorgedragen als vertegenwoordiger in de raad van bestuur van vzw ACCI - vertegenwoordiger in de algemene vergadering van de vzw JOC voor categorie B en voorgedragen als vertegenwoordiger in de raad van bestuur van vzw JOC - vertegenwoordiger in de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf Vauban - vertegenwoordiger in de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf Spie. De heer Ludwich Devlieghere aan te duiden als lid van de archiefcommissie. Mevrouw Greet Carlé aan te duiden als lid van de bibliotheekcommissie. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------4.
Goedkeuring notulen van 2 maart 2015.
OVERWEGEND GEDEELTE Juridische grond Artikelen 33, 180 en 181 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen. Feiten – context De notulen van de vergadering van 2 maart 2015 werden conform de bepalingen van het gemeentedecreet opgemaakt en tijdig ter beschikking gesteld van de raadsleden. Er zijn geen opmerkingen geformuleerd waardoor ze als goedgekeurd kunnen beschouwd worden. BESCHIKKEND GEDEELTE Op basis van deze overwegingen worden de notulen van de zitting van 2 maart 2015 als goedgekeurd beschouwd. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------Punt 5 : Raadslid Talpe zegt dat haar fractie uiteraard positief staat tegenover engagementen om de CO2 reductie te verminderen. Ook de overheid en zeker ook de lokale overheid heeft hier een voorbeeldfunctie te vervullen want hoe kan je beter de Ieperling sensibiliseren dan wanneer je zelf het goede voorbeeld geeft. De tekst van het convenant zelf zat echter niet in de bundel met stukken. Het was voor haar dan ook niet mogelijk om een oordeel te vormen over de concrete doelstellingen en engagementen die verwacht worden. Open Ieper zal zich dan ook onthouden op dit punt. ze heeft wel nog enkele vragen/bedenkingen: * Er moet een 20% vermindering gerealiseerd worden. Wanneer moet dit gehaald worden, is dit 2020
zoals het Europees initiatief stipuleert of kan men die datum zelf bepalen? Hoe bindend is die timing? Wat als we die timing niet halen? * De WVI en de provincie hebben blijkbaar een “aanbod” ontwikkeld om de gemeenten die intekenen te begeleiden. Nergens wordt iets gezegd over het kostenplaatje voor die begeleiding. Van andere gemeenten verneemt ze dat er wel al een kostberekening zou zijn voor het aanbod van de WVI. Ze veronderstelt dat de stad als ondertekenende gemeente daar later geen keuze meer over zal hebben en dan mee pro rata zal moeten betalen. Het lijkt haar dan ook wenselijk dat er daar op voorhand zicht op is. * Het convenant zou ook verschillende vormen voorzien van intergemeentelijk samenwerken: Men kan een lichte vorm van samenwerking of een verdergaande vorm van samenwerking aangaan; het grote verschil ligt in de beoordeling van het realiseren van de doelstellingen nl. enkel op grondgebied Ieper of over alle gemeenten samen. Het is haar niet duidelijk of de samenwerking zich beperkt tot Ieper – Poperinge of de andere genoemde gemeenten. Poperinge zou aansturen op de lichte samenwerking. Moet de gemeenteraad op vandaag ook deze keuze niet maken? * Er wordt in de nota verwezen naar een aantal acties reeds gerealiseerd en voorstellen naar de toekomst toe. Een aantal acties kan zij zeker toejuichen maar dan is dit geen eenduidige vrijgeleide over de hele lijn. Ze gaat hier niet op alle suggesties ingaan maar het is geen geheim dat haar fractie problemen heeft met de aanpak van het doven van de straatverlichting, waar zij vindt dat er te lang, teveel en op teveel plaatsen in het centrum gedoofd wordt met een onmiskenbaar onveiligheidsgevoel en gevaarlijke toestanden op de voetpaden. De renovatie van het Auris wordt hier ook aangehaald maar is eigenlijk niet op zijn plaats, met een nieuw gebouw was er veel beter en meer energiebesparend kunnen geïnvesteerd worden. Ze hoopt dat er goed wordt nagedacht over de concrete acties, in overleg met de gemeenteraad en ze mee genomen worden in een lange termijn visie en mét aandacht voor de belangen van onze stad en de Ieperling. Raadslid Lannoo zegt dat elke actie om de CO2-uitstoot te verminderen beter is dan niets doen. Dus Groen zal dit punt goedkeuren. Maar ook zij heeft een paar opmerkingen: * Ze leest dat verschillende Westhoekgemeenten vragen om gemeenschappelijk actie te ondernemen. Toch komt er enkel een samenwerking met Poperinge. Ze leest ook dat de WVI en de provincie een aanbod ontwikkeld hebben om gemeenten te ondersteunen, maar ze hoorde van de duurzaamheidsambtenaar dat Ieper daar geen gebruik van zal maken. Waarom zet men niet in op een zo ruim mogelijke samenwerking en een groot mogelijke ondersteuning? Dat kan de kans op succes toch alleen maar vergroten? * Alles moet blijkbaar snel gaan (voor eind april). Daardoor is er geen overleg meer geweest of advies gevraagd aan de milieuraad, nochtans het geschikte orgaan hiervoor. De ondertekening is pas voorzien op 3 juni. Als er dan toch geen ondersteuning gevraagd wordt aan de WVI, dan is hier wellicht nog ruimte om een advies van de milieuraad te vragen, ivm samenwerking, ivm de domeinen waar werk van gemaakt wordt,…. Ze wil hier toch op aandringen. * Tot slot stelt ze vast dat de twee moeilijkste domeinen, industrie en landbouw, worden weggelaten. Hierover stelt men geen actieplan op. Dan lijkt die convenant haar toch maar een zwak engagement. Het is zo’n beetje als een diploma willen halen, maar geen examen afleggen over de twee moeilijkste vakken. Nochtans is het onderschrijven van het convenant tamelijk vrijblijvend. Het is enkel een belofte om een actieplan te maken en af te toe het resultaat te meten. Er staat geen enkele sanctie op als de 20% vermindering niet gehaald wordt. Waarom zou men het dan niet eens proberen? Ze zal dit punt dus goedkeuren maar had liever een groter engagement gezien. Raadslid Despeghel vindt het ook voor zich spreken dat de SP.a dit punt zal goedkeuren, al was het maar omdat ze eind 2014 dit punt zelf op de agenda plaatsten. Toen kregen ze van schepen Delie echter te horen dat Ieper het burgemeestersconvenant niet ging ondertekenen, wegens te omslachtig. Maar na een constructief gesprek zal deze meerderheid het convenant uiteindelijk toch ondertekenen. Misschien moet de meerderheid dit eens meer doen, overleg plegen met de oppositie. Maar de ondertekening mag geen lege doos worden zoals dit met zoveel andere convenanten jammer genoeg het geval is. En hier vreest hij eerlijk gezegd wel voor … Want Ieper is de enige stad met een afbakening klein stedelijk gebied in de Westhoek die niet in het project van luchtthermografie van de provincie West-Vlaanderen stapt. Poperinge, Veurne en Diksmuide deden dit wel. Met luchtthermografie kunnen alle daken waar er warmteverliezen worden opgespoord. Vervolgens kan men de eigenaars via een website, per brief of mail, enz. sensibiliseren omtrent het warmteverlies. Zo werkt men gericht en kan men de mensen beter informeren en ook oplossingen aanreiken. Want men mag niet vergeten dat tegen 2020 alle daken van (huur)woningen geïsoleerd moeten zijn. Er is dus
nog een enorme weg af te leggen want vooral in de Westhoek zijn er nog veel huizen die niet of slecht geïsoleerd zijn. SP.a is dan ook ontgoocheld dat de meerderheid niet in dit project instapte, te meer omdat 50% van de kostprijs zou betaald worden door de Provincie en Europa. Er is nu een jaar tijd om een dossier op te maken in functie van het Burgemeestersconvenant. Deze tijd moet optimaal gebruikt worden om een sterk dossier uit te werken. Daarom pleit hij ervoor om deze materie te bespreken op een commissievergadering, zodat alle partijen de mogelijkheid hebben om voorstellen aan te reiken die voor een CO2-uitstoot reductie kunnen zorgen. Verder is het wenselijk ook de burgers met kennis van zaken over deze materie, te betrekken bij het tot stand komen van het dossier. Waarom bijvoorbeeld geen open milieuraad organiseren waar dit thema uitgebreid aan bod kan komen? Hopelijk grijpt deze meerderheid deze opportuniteiten aan om een daadkrachtig energiebesparend beleid te voeren! Raadslid Sanders vindt het in ieder geval een positieve evolutie dat het convenant wordt getekend want de stad moet het voorbeeld geven. Er wordt toch geluisterd naar de verzuchtingen en dat is goed. Maar het moet meer zijn dan alleen een intentie. Schepen Delie antwoordt dat dit een engagement is tegen 2020. Inzake de al dan niet samenwerking met de WVI, wijst hij er op dat dit een serieuze kostprijs betekent. Vandaar de keuze om meer zelf te doen. Bovendien is er ook een bureau/dienst in Brussel die ondersteuning biedt. Het ondertekenen van het burgemeestersconvenant is de eenvoudigste stap, de actieplannen moeten nog komen en dat zal moeilijker zijn. Alle suggesties zullen meegenomen worden en waar mogelijk verwerkt. Denken we aan duurzame mobiliteit, de energiewaarde van woningen enzovoort. Ook de voorbeeldfunctie voor publieke gebouwen al is dit omwille van het soort gebouwen niet altijd evident. Qua samenwerking wordt thans gekeken naar de gemeenten Poperinge en Diksmuide maar kan ruimer worden. Raadslid Lannoo wijst nogmaals op het ontbreken van de industrie en landbouw. Waarom niet mee opnemen? Raadslid Talpe noteert dat het dus geen resultaatverbintenis is tegen 2020 maar dat we “proberen” de doelstellingen te halen zonder sanctie bij het niet halen van het resultaat. Een samenwerking intergemeentelijk met Poperinge en Diksmuide is OK maar ze weet hiermee nog niet of er voor de lichte of verdergaande vorm van samenwerking gegaan wordt en dit is wel degelijk een optie in het convenant voor de steden/gemeenten en heeft niets met het WVI te maken. De beoordeling van de CO2-reductie gebeurt dan ofwel per gemeente of over alle samenwerkende gemeenten samen. Toch een belangrijk verschil. Schepen Delie bevestigt dat er inderdaad geen boetes of andere aan vasthangen. Daarbij wordt thans gekozen voor de lichtste vorm. De samenwerking met de andere gemeenten bestaat uit een gezamenlijk traject waarbij elk wel nog zijn eigen visie kan bepalen en daarbij horende acties. Aan raadslid Lannoo antwoordt hij dat men er 2 mag weglaten, hier is dit bewust landbouw en industrie geworden. Vooreerst omdat men als gemeente het minst directe impact kan hebben op deze sectoren. Daarenboven doen bedrijven zelf al veel inspanningen op dat vlak. Voor de landbouw is dit ook moeilijker. Raadslid Despeghel merkt op dat ook Veurne zal meedoen. Hij herhaalt dat deelname aan luchtthermografie toch echt wel een grote meerwaarde zou hebben en vraagt dit dan toch te doen. ? Met 28 ja stemmen en 4 onthoudingen (de raadsleden Benoot, Thybergin, Talpe en Clabau) neemt de raad volgend besluit aan : 5.
Ondertekenen burgemeestersconvenant – Goedkeuring
OVERWEGEND GEDEELTE: Afgelopen periode hield het Westhoekoverleg een bevraging omtrent het aantal Westhoekgemeenten dat overweegt of beslist heeft om de burgemeestersconvenant inzake CO2-reductie goed te keuren. Daaruit bleek dat de meeste Westhoekgemeenten hierin geïnteresseerd zijn. Bijna alle Westhoekgemeenten hebben dan ook op 1 december 2014 de engagementsverklaring lokaal klimaatbeleid ondertekend.
Op het Westhoekoverleg en via eerdere bevraging van de wvi werd herhaaldelijk en door verschillende gemeenten (Houthulst, Langemark-Poelkapelle, Veurne, …) gevraagd om in de Westhoek gezamenlijk in te tekenen op de burgemeestersconvenant. Het is hierbij van belang te noteren dat WVI en de provincie een aanbod hebben ontwikkeld om gemeenten te begeleiden bij het intekenen op de burgemeestersconvenant. Indien de stad wenst in te tekenen op de burgermeesterconvenant op 3 juni 2015 dan dient een gemeenteraadsbeslissing voor eind april 2015 te worden genomen. Wat wordt er verwacht door het ondertekenen van de burgemeestersconvenant? Eerst moet de stad een nulmeting uitvoeren om een beeld te krijgen op het energieverbruik van de stad. Dit is zo goed als uitgevoerd. Enkel een aanvulling met gegevens van de stedelijke voertuigen dient nog toegevoegd. De stedelijke energieverbruiken kunnen apart ingevoerd worden. De bedoeling is om de uitvoering van de acties van stedelijke gebouwen, openbare verlichting, … zichtbaar te maken (CO2-besparing per uitgevoerde actie) en kunnen als voorbeeld dienen voor de bevolking. De energieverbruiken zijn opgesplitst in bijdragen van huishoudens, industrie, transport, tertiair, landbouw. Hier wordt er verwacht om 20% of meer CO2 te gaan besparen. Twee doelgroepen mogen weggelaten worden. De moeilijkste doelgroepen worden wellicht industrie en landbouw. Er wordt voorgesteld deze uit het actieplan te halen. Voor de overige thema’s wordt er verwacht een actieplan of een SEAP op te maken 1 jaar na datum van de ondertekening burgemeestersconvenant om de doelstellingen te halen tov 2011 of het jaar van de nulmeting. Het actieplan omvat een lijst van mogelijk te ondernemen acties om de doelstellingen (20% CO 2reductie) te behalen. Het vormt eveneens een leidraad voor het toekomstige beleid. Ieper kan hiervoor gaan samenwerken met buurgemeenten zoals Langemark-Poelkapelle, Poperinge, Lo-Reninge, … Deze gemeente hebben al beslist om de burgemeestersconvenant te ondertekenen. Poperinge heeft in hun college van 2/02/2015 beslist om samen te werken met Ieper met wellicht de ondersteuning van de WVI optie 1. Dergelijke samenwerking kan alleen maar grensoverschrijdende acties zoals bvb. transport, gezamenlijke campagne huishoudens… gaan ondersteunen. Iedere gemeente kan dan nog eigen acties naar voor schuiven. Timing Om de burgemeestersconvenant (inter)gemeentelijk te onderteken wordt er verwacht een gemeenteraadsbeslissing te hebben voor eind april. Er is geen gemeenteraad in april. De ondertekening zou dus voorgelegd worden aan de gemeenteraad van maart. De officiële intergemeentelijke ondertekening wordt voorzien op 3 juni 2015. Voor de opmaak van het SEAP of het actieplan hebben we dan tijd tot juni 2016. Een aantal acties lopen al en deze kunnen verder gezet worden. Nieuwe acties voor de thema’s transport, tertiair, huishoudens, … zullen moeten gezocht worden om de doelstellingen te halen en in overeenstemming met de betrokken gemeenten. Dergelijke actieplan gaan opmaken vraagt personeelsinzet. Het uitvoeren van het uiteindelijke plan kan dan wel voor besparingen zorgen zodat de inzet zich zeker terugwint (zie openbare verlichting besparing 105.000 euro per jaar). Er is intussen ook al heel wat ervaring bij andere gemeenten zodat zeker niet van nul dient gestart te worden en dit samen met de aangeboden ondersteuning ook al tijdswinst betekent. Vanuit de VVSG en LNE wordt er ook een overleg gepland om de burgemeestersconvenant te ondersteunen. Het secretariaat van de burgemeestersconvenant in Brussel biedt eveneens ondersteuning. Het energieverbruik van gans het grondgebied Ieper zag er in 2011als volgt uit :
Om energie te besparen zullen allerhande acties nodig zijn over verschillende thema’s. Welke acties zijn reeds uitgevoerd of zijn al lopende: - Ecoscore toepassen bij de aankoop van voertuigen (van 2011 tot 2014 besparen we al 7,5 % op de voertuigbrandstoffen) - Energieboekhouding - Openbare verlichting (30 % op het energieverbruik, goed voor een bedrag van 105.000 euro per jaar) - OC Elverdinge - Subsidies energiebesparende maatregelen : voorbeeld PV en zonneboiler 1500 aanvragen - Energie informatie via de energiecel - Sensibilisatieacties naar burgers (klimaatwijken – energiejacht, Earth Hour, Nacht van de duisternis, Hé Wattje, Klimaattentoonstelling, infomomenten in het kader van de duurzame wijk, Ikkyoto, … - Energieadviezen zowel naar eigen stedelijke projecten als (ver)bouwadvies naar burgers en scholen - Energiescan - FRGE leningen - Groepsaankopen groene stroom - … Enkele mogelijke acties naar de bevolking, burgers , bedrijven : - Mobiliteitsacties (past binnen het BBC) : fietsen promoten en ondersteunen, CNG, openbaar vervoer, fleetmanagement, … - Energiebesparingsacties (zoals premies zonneboilers, isolatie, …) - Energieadvies geven aan de bouwheren - Voorbeeldgebouwen (Onthaalpunt duurzame wijk, renovatie Auris, …) - Aandacht voor energiearmoede - Groepsaankopen – renovatie van gebouwen - Sensibiliseringsacties : Earth hour, autoloze zondag, … - Repair café, lokale voeding, … - …
62 %van het energieverbruik van de stad zelf is aardgas. Het elektriciteitsverbruik is goed voor 34 % waarvan 14 % gaat naar de openbare verlichting. Mogelijke acties naar eigen diensten en gebouwen kunnen zijn : - Energiebesparende maatregelen (voorzetramen, warmteventilatoren, zonneboiler, …) - Renovaties van gebouwen (stadschouwburg, stadhuis, OC’s, jeugdlokalen, …) - Optimaliseren buitenschil gebouwen (isoleren, beglazing, …) - 100 % groene stroom aankopen - Het plaatsen van alternatieve energiebronnen (wkk, PV-panelen op platte daken, …) - Gebruiken van restwarmte - warmtenet - Kiezen voor nieuwe energiezuinige technieken en het beter afregelen van de bestaande installaties (kan door de samenwerking met een ESCO) voorbeeld verwarming brandweer - Duurzame aankopen en verduurzamen van evenementen (link naar het zuiden) - Openbare verlichting en monumentverlichting zuiniger maken - Fleet management - Blauw groen netwerk gaan realiseren bij nieuwe ontwikkelingen - … Van de voorgestelde acties is het op vandaag moeilijk om een budget en een timing voor te stellen. Het actieplan dient dit net verder uit te werken. De burgemeestersconvenant inspireert de stad om acties op te zetten en na te denken om energie te besparen. De milieudienst denkt dat Ieper kansen maakt bij het ondertekenen van de burgemeestersconvenant. In het verleden heeft ook de Ieperse milieuraad deze convenant sterk bepleit. Zeker de samenwerking met Poperinge, Diksmuide, … en andere gemeenten kunnen de actie meer draagkracht bieden. Het ondertekenen van de burgemeestersconvenant creëert een meerwaarde : - De stad kiest voor een duidelijk klimaatbeleid om energie te gaan besparen zowel bij de eigen werking als bij de bevolking - De burgemeestersconvenant is een instrument om samenwerkingen met de bevolking, verenigingen, … te bekomen om acties te realiseren - De burgemeestersconvenant is een goed communicatie instrument en zet Ieper op de klimaatkaart BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad : Artikel 1 : De burgemeestersconvenant te ondertekenen en 20 % CO 2 te gaan besparen. Artikel 2 : Op 3 juni 2015 samen met de andere Westhoekgemeenten de burgemeestersconvenant te ondertekenen. Artikel 3 : Ieper zal samen met Poperinge het actieplan opmaken en de burgemeestersconvenant opvolgen. Artikel 4 : Deze beslissing wordt overgemaakt aan de hogere overheid. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------6.
Goedkeuring proces-verbaal van afpaling.
OVERWEGEND GEDEELTE: Bevoegdheid - Juridisch kader: In toepassing van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en later wijzigingen, meer bepaald artikel 42,§1 waarin bepaald wordt dat de gemeenteraad over de volheid van bevoegdheid beschikt ten aanzien van deze aangelegenheid en artikel 43,§2, 12° waarin bepaald wordt dat de gemeenteraad steeds de bevoegdheid behoudt over het stellen van daden van beschikking. Feiten, context en argumentatie: De Provincieraad van West-Vlaanderen kocht eind november 2012 de Vrijbosroute aan. De Vrijbosroute is gelegen in de voormalige spoorwegbedding Kortemark – Ieper lijn 63. De provincie zal deze bedding inrichten als een recreatief fiets – en wandelpad; De stad Ieper grenst op verschillende plaatsen langs het pad aan de eigendom van de provincie. Om een goed nabuurschap te garanderen, vragen zij om een PV van afpaling af te sluiten; Deze eigendommen zijn gelegen langs de Veurnseweg, Augustijnenstraat, Belletstraat en de Haiglaan. De technische dienst stelde vast dat het proces – verbaal waarheidsgetrouw is; Aan de gemeenteraad wordt gevraagd dit proces – verbaal van afpaling goed te keuren; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen : Artikel 1: Het proces – verbaal van afpaling aan de Vrijbosroute gelegen langs de Veurnseweg, Augustijnenstraat, Belletstraat en de Haiglaan, eigendom van de stad, goed te keuren. Artikel 2: Het college van burgemeester en schepenen te belasten met de uitvoering van deze beslissing. Artikel 3: De burgemeester en secretaris te machtigen om de stukken met betrekking tot dit proces– verbaal van afpaling te ondertekenen. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------7.
Project Relemeersstraat, Zuidschote – intentieverklaring opname gronden openbaar domein en onderhoud.
OVERWEGEND GEDEELTE Bevoegdheid Overeenkomstig artikel 42 en 43 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 beschikt de gemeenteraad over de volheid van bevoegdheid voor deze aangelegenheden. Juridische grond Besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 houdende de procedure voor de planning, de vaststelling en de goedkeuring van de uitvoeringsprogramma’s in het kader van de planmatige realisatie van sociale woonprojecten houdende de financiering van verrichtingen in het kader van sociale woonprojecten gewijzigd op 30 januari 2009 en op 30 oktober 2009. Feiten, context en argumentatie In kader van de subsidieaanvraag voor het sociaal woonproject ‘Relemeersstraat-Zuidschote’ vraagt de VMSW een intentieverklaring om de gronden waarop gesubsidieerde infrastructuur wordt aangebracht, kosteloos in het openbaar domein in te lijven en te zorgen voor de instandhouding van de uitgevoerde werken na de definitieve oplevering. Het zijn gronden gelegen in verder te ontwikkelen verkaveling in Zuidschote-Ieper. De oppervlakte van het over te dragen goed bedraagt om en bij 700 m² Advies Op basis van het voorliggend ontwerp kan er principieel akkoord gegaan worden met de overname van de wegenis in het openbaar domein. BESCHIKKEND GEDEELTE Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen om zich principieel akkoord te verklaren om de gronden van vermeld sociaal woonproject ‘RelemeersstraatZuidschote waarop gesubsidieerde infrastructuur wordt aangebracht, kosteloos in het openbaar domein in te lijven en te zorgen voor de instandhouding van de uitgevoerde werken na de definitieve oplevering. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- -----------
Punt 8 : Raadslid Goudeseune wijst er op dat het Westhoeksportoverleg werd opgericht in 2003 en de samenwerking bestendigd in de gemeenteraad van maart 2013. Zoals het nu moet, in de nieuwe regelgeving, was daar een Missie, “betere samenwerking tussen de verschillende sportdiensten uit de verschillende gemeenten” en ook een visie, “optimaliseren eigen werking en verbetering van het sportaanbod naar de clubs en de bevolking”. Daarvoor werden 7 strategische doelstellingen uitgeschreven die zeker niet onbekend zijn. Vorig jaar 2014 werden 2 curlingmatten aangekocht die door de WSO zullen gebruikt worden in de sportprogrammatie voor senioren. Het jaar ervoor 2013 werden tenten aangekocht. De tenten blijken niet beschikbaar voor de sportclubs. Is dit nu ook zo voor de aangekochte curlingmatten ? En blijven deze matten ter plaatse of worden ze vervoerd en wie betaald het vervoer dan? Kan men nu al zeggen wat de volgende aankoop zal zijn. In de begroting 2015 die erbij stak staat 2900 euro ingeschreven. Hij vraagt concreet in hoeverre aankopen van materiaal te verantwoorden zijn gezien dit eigenlijk nergens ingeschreven staat in de strategische visie. Misschien moet de strategische nota aangepast worden zodat aankopen wel mogelijk zijn als blijkt dat dit nodig is. Maar daar moet deze gemeenteraad dan eerst een beslissing over nemen. De burgemeester zegt dat het antwoord op de vraag zal bezorgd worden en daarvoor zijn vraag in verband met eventuele wijziging strategische nota zal gesteld worden aan WSO. Met 26 ja stemmen en 6 onthoudingen (de raadsleden Benoot, Thybergin, Talpe, Clabau, Six en Lannoo) neemt de raad volgend besluit aan : 8.
Goedkeuring jaarrekening 2014 interlokale vereniging Westhoeksportoverleg.
OVERWEGEND GEDEELTE: Volgens de overeenkomst die werd afgesloten door de gemeenteraden bij de oprichting van de WSO, moet jaarlijks de rekening van de interlokale vereniging WSO ter goedkeuring worden voorgelegd aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten. ( zie artikel 13 van hoofdstuk 5) Dit is een verplichting die gesteld is in het decreet van 6/7/2001 dat de intergemeentelijke samenwerking regelt. De Gemeenteraad van Ieper keurde de overeenkomst betreffende de oprichting van een interlokale vereniging “Westhoeksportoverleg “ goed in zitting van 4 maart 2013. Naast Ieper zijn volgende gemeenten lid: Alveringem, Heuvelland, Lo-Reninge, Poperinge, Veurne, Vleteren en Zonnebeke.(8 Gemeenten) Eindbalans 2014 Overdracht vorig dienstjaar Uitgaven eigen dienstjaar Inkomsten eigen dienstjaar
€ 7.907,21 -€ 13.191,74,00 € 7.831,84
Saldo € 2.547,31 De uitgaven eigen dienstjaar is te verklaren door de aankoop van 2 curlingmatten die door de WSO zal gebruikt worden in de sportprogrammatie voor senioren. Naast de financiële rekening 2014 wordt eveneens het werkingsverslag 2014 in het dossier ter kennisgeving toegevoegd. Beide documenten werden door het beheerscomité van WSO goedgekeurd in vergadering van 11 februari 2015 in Ieper (voorzitter 2014). Hierin vertegenwoordigde Schepen D. Deltour de stad Ieper. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de Raad de jaarrekening 2014 van W.S.O. goed te keuren. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------Punt 9 : Raadslid Bolle wijst op de minimalistische invulling van wat voorligt. 18 kerken op het grondgebied en slechts 4 ervan komen in aanmerking voor een nevenbestemming in tijd of ruimte. Geen enkele komt in aanmerking voor medegebruik. Dit is niet ernstig meer. Dit is een verregaande uitholling van de
ambities zoals beschreven in de conceptnota van 2011 van de Vlaamse Regering. Het lijkt hem als wordt er een dovemansgesprek gevoerd met de kerkelijke overheden, in dit geval de parochies. Tenzij men natuurlijk zelf de aanstichter is en doelbewust de kaart van de kerken trekt. In elk geval, veel toekomstvisie spreekt er niet uit dit werkstuk. Hij heeft er al eerder op gewezen dat het openhouden van 3 monumentale kerken in het centrum van de stad van het goede teveel is. Het is perfect mogelijk en wat hem betreft zelfs wenselijk het met 2 kerken te doen. Dit kan ruim volstaan om te voldoen aan de afnemende behoefte tot liturgische invulling, begrafenisplechtigheden en een occasionele trouwpartij. Het toedichten van kwaliteiten aan én de St.-Jacobskerk én de St.-Pieterskerk om te fungeren als tentoonstellingsruimte en concertruimte komt wellicht vanuit het bestuur en heeft alleen maar de bedoeling beide kerken te kunnen openhouden, terwijl er noch een acute behoefte is aan het ene noch het andere in Ieper. Dit bestuur is m.a.w. twee handen op één buik met de kerkelijke overheden die vechten als een duivel uit een doosje om sluiting te voorkomen. En in afwachting zullen we dus maar blijven betalen. Niet zozeer voor de instandhouding van de gebouwen -waar vanuit cultuurhistorisch oogpunt heel wat voor te zeggen valt- maar bovenal voor de exploitatie ervan. Maar misschien kunnen we positief eindigen en licht u een tip van de sluier van wat er staat te gebeuren met de nevenkerk van de Brandhoek. Wordt ze verkocht, gaat ze tegen de grond of zijn er andere plannen? Een toekomstvisie, hoe klein, moet toch ergens beginnen. Raadslid Talpe juicht een neven- en herbestemming van de parochiekerken op Iepers grondgebied uiteraard toe. Er zijn tal van mogelijkheden wat betreft neven- en herbestemming en zij wil daar zeker mee over brainstormen. Het valt haar op dat het voorstel van het Centraal Kerkbestuur quasi integraal wordt overgenomen in het voorgestelde schema van her- en nevenbestemming in tijd en ruimte. Stad Ieper mag wat haar betreft wel wat meer ambitie tonen en haar eigen lijn bepalen, uiteraard in overleg met het CKB. Het mag voor haar ook allemaal wat verder gaan dan een over al valorisatie voor cultuurhistorische of vredesbestemmingen: het kan gaan om tijdelijke tentoonstellingen of evenementen maar ook meer structurele herbestemmingen zoals geheel of gedeeltelijk omvormen tot een kinderdagverblijf, ontwijding en verkoop dient ook overwogen te worden, of waarom niet omvormen tot een ruimte voor burgerlijke uitvaarten. Nu wordt het perron gebruikt maar regent het opmerkingen dat die zaal niet geschikt is. Als de religieuze symbolen verdwijnen lijkt haar dit toch een volwaardig alternatief te kunnen zijn naast het Perron. Men kan en moet hier creatief en ruim denken. Het bedrag gebudgetteerd in de MJP zal ruim onvoldoende zijn. Hier moeten we ook durven her-evalueren. Nog een bedenking bij de bundel toekomstvisie van het CKB: als er nu één kerk is waar we vinden dat deze 100% moet behouden blijven voor erediensten, dan is het de St. Maartenskathedraal. In de bundel is een uitgewerkt voorstel opgenomen om aan de zijbeuk van de kathedraal een ultra moderne aanbouw te realiseren om de Proosdijzaal beter te ontsluiten. Ze is heel benieuwd naar de visie van stad Ieper over dit voorstel, dat al redelijk uitgewerkt en berekend lijkt, maar waar zij van vindt dat het daar absoluut niet thuishoort. Dit moet zeker mee opgenomen worden in de ganse denkoefening rond de heraanleg van de Leetzone en het lijkt ook haaks te staan op de vooropgestelde herwaardering van het lapidarium. Raadslid Six had eigenlijk liever een digitale versie van de lijvige bundel toekomstvisie gekregen want dat zou handiger geweest zijn. Dat de kerken heel wat centen opslorpen, dat weet men al langer dan vandaag. Zo ook dat er een leegloop van de kerken is maar toch blijven kerken waardevolle, cultuurhistorische gebouwen. Men mag dus niet ondoordacht over deze materie beslissen. Persoonlijk is ze voor het onderzoeken naar maximale nevenbestemmingen in plaats van volledige herbestemming. Raadslid Breyne juicht toe dat er pro-actief wordt ingespeeld op de toekomstige bestemming van de kerkgebouwen. Welke ook de persoonlijke overtuiging is, men kan niet ontkennen dat kerkgebouwen een eigen specifieke plaats hebben in een gemeenschap. Het is ook een feit dat het kerkbezoek afneemt. De enen zullen dat jammer vinden, de anderen zullen dat toejuichen. Maar men kan dit fenomeen niet wegdenken. Daarom wil hij mee-denken over de toekomstige bestemming van de gebouwen met daarbij als achterliggende redenering dat die gebouwen maximaal voor de lokale gemeenschap moeten opengesteld worden, en een nevenbestemming of herbestemming moeten krijgen zonder dat het nu direct de kerken in balzalen moeten doen veranderen. Er kan nog altijd respect blijven voor de traditie en voor de gevoeligheden van de plaatselijke gelovigen, die het desaffecteren van een kerkgebouw nog steeds met enig verdriet ondergaan. Maar daarbinnen is veel
mogelijk. De Sint-Niklaaskerk is er een voorbeeld van. En er zijn nog zoveel andere mogelijkheden. Hij zal geen opsomming geven maar in het kader van een verdraagzame samenleving kan misschien ook gedacht worden aan het openstellen van één of meerdere kerken voor andere geloofsovertuigingen of levensvisies. Hoe dan ook, hij zal graag mee-denken en mee-zoeken naar opportuniteiten, zonder oogkleppen en zonder vooroordelen, in openheid en dialoog. Want het ergste wat deze kerkgebouwen kan overkomen is dat zij langdurig komen leeg te staan en als gevolg daarvan gaan verkrotten. Daar is niemand mee gebaat. De burgemeester wijst er op dat Ieper eigenlijk als (een van de) eerste met herbestemming bezig was, meer bepaald met de St-Niklaaskerk. Wat burgerlijke uitvaarten betreft is het Perron inderdaad niet de ideale locatie en ook niet altijd beschikbaar. Er is nu wel een tendens dat begrafenisondernemers zelf initiatief nemen en ruimtes inrichten hiervoor. Aan raadslid Bolle antwoordt hij wat betreft de uitgaven, dat een groot deel gaat over de afbetaling van instandhoudings- en restauratiewerken. Die zullen ook blijven tenzij er tot afbraak of verkoop zou beslist worden, en dan mag het nog niet om een beschermd gebouw gaan. Daarbij is het ook zo dat kerkgebouwen serieuze volumes zijn waar het moeilijk is om er een nieuwe functie aan te geven. Vandaar dit begin van een lange termijn beweging. Dit zal met de tijd nog toenemen en is mee afhankelijk van de maatschappelijke evolutie. Wat de Brandhoek betreft, is daar effectief een mogelijkheid tot herbestemming, eventueel zelfs afbraak als er goede alternatieven in de plaats komen. Daarnaast bevestigt hij ook wat raadslid Breyne aangeeft in verband met mogelijkheden voor andere religies, al zal dit wellicht ook nog wat tijd vergen. De St-Maartenskathedraal is effectief te behouden maar het voorstel waar naar verwezen wordt gaat over de vleugel kant Janseniusstraat. Maar dit zal inderdaad mee bekeken worden met ruimere plannen voor de gehele omgeving van de Leet. Raadslid Bolle gaat akkoord dat de uitgaven zowel investeringen als exploitatie omvatten maar hij heeft het vooral over die exploitatiekosten. Daar zou toch echt wel in bespaard kunnen worden door bepaalde kerken te sluiten. Investeringen blijven uiteraard nodig om de gebouwen in stand te houden. Wat het medegebruik betreft is dit nergens in de tabel aangeduid en dat is een gemiste kans. Hier zijn niet onmiddellijk mogelijkheden maar daar wordt nu niet op ingezet. De burgemeester stelt dat de Brandhoek eigenlijk de jongste kerk van Ieper is en goed onderhouden. Toch hoeft deze niet noodzakelijk te blijven gezien geen bescherming of directe bestemming. Het sluiten van kerken is eigenlijk een andere oefening en men moet ook daar toch mee oppassen want dan bestaat het risico op nog sneller verval. Zie een aantal voorbeelden in buitenland. Een andere bestemming geven is daarom beter voor het behoud maar brengt exploitatiekosten mee. En herbestemming is echt niet zo eenvoudig. Maar hopelijk kunnen we toch stappen vooruit zetten. De voorzitter stelt voor de opmerkingen en suggesties over te maken aan de kerkbesturen. Met 21 ja stemmen en 11 onthoudingen (de raadsleden Goudeseune, Bolle, Despeghel, Bouchaert, Verkruysse, Benoot, Thybergin, Talpe, Clabau, Six en Sanders) neemt de raad volgend besluit aan l 9.
Toekomstvisie Ieperse parochiekerken.
OVERWEGEND GEDEELTE: Juridische Grond De conceptnota ‘een toekomst voor de Vlaamse parochiekerk’ van Vlaams minister Geert Bourgeois van 24 juni 2011; De omzendbrief van Vlaams minister Geert Bourgeois van 30 september 2011; Het decreet tot wijziging van diverse bepalingen van 6 juli 2012 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten; De pastorale brief ‘Kerk zijn vandaag en de toekomst van parochies’ van Bisschop De Kesel van Kerstmis 2011; De richtlijnen van de Vlaamse bisschoppen voor het gebruik van de parochiekerken van 8 november 2012; Het geïntegreerd onroerend erfgoeddecreet van 13 juli 2013;
Het nieuwe decreet houdende toekenning van subsidies voor gebouwen van de eredienst, gebouwen voor de openbare uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening en crematoria Feiten, Context, Argumentatie Iedere gemeente en stad in Vlaanderen heeft de opdracht om een toekomstvisie voor de parochiekerken op zijn grondgebied uit te werken. Deze opdracht vindt zijn oorsprong in de conceptnota over de toekomst van de parochiekerken en de ministeriële omzendbrief Bourgeois van 30 september 2011. Het opmaken van deze visie en het vastleggen ervan in een gemeenteraadsbesluit, zal worden opgenomen in de voorwaarden voor het behandelen van subsidie en restauratiedossiers voor beschermde en niet –beschermde kerkgebouwen. Deze toekomstvisie dient voor de beschermde en de niet beschermde parochiekerken binnen de gemeente en stad een langetermijnvisie aan te geven, zowel wat betreft behoud, nevenbestemming, herbestemming als sloop. De herbestemming van kerkelijk patrimonium is om vele redenen niet vanzelfsprekend maar door nieuwe technische ontwikkelingen en architecturale inzichten zijn er steeds meer voorbeelden waarbij hedendaagse functies op een verantwoorde (architecturaal en budgettair) manier worden ondergebracht in historische of kenmerkende gebouwen. Zo werd in Ieper reeds midden de jaren 90 de Sint-Niklaaskerk ontwijd en herbestemd tot onderwijsmuseum. Het eredienstendecreet van 7 mei 2004 kent een cruciale rol toe aan het lokale overleg tussen het gemeentebestuur en het centrale kerkbestuur en/of de afzonderlijke kerkfabrieken. In het kader van het proefproject inzake parochiekerken van de Westhoek werd een uitgebreide inventaris per parochiekerk in de stad opgesteld, met een beschrijving van de ruimtelijke samenstelling van het gebouw in zijn ruimtelijke omgeving, het huidig gebruik en de functie van het gebouw (zowel voor liturgisch als niet-liturgische activiteiten), het gemeentelijk beleid en noden op vlak van publieke dienstverlening en gebouwenpatrimonium en mogelijke interesse van andere actoren. Op basis van deze inventaris werd een gesprek georganiseerd op 27 mei 2013, met tussenkomst van een door de WVI aangestelde moderator de heer Frans Lignel, tussen vertegenwoordigers van het college van burgemeester en schepenen, gemeenteraad en het centraal kerkbestuur (CKB) waar de problematiek inzake de toekomst van de parochiekerken werd besproken; Er is op 11 oktober 2013 een overleg geweest tussen de stad en een afvaardiging van het CKB met overhandiging van de bundel met de huidige toekomstvisie vanuit het CKB en het Bisdom voor de komende jaren. In de gemeenteraad van 9 december 2013 werd het meerjarenplan van de kerkfabrieken voor de periode 2014 -2019 goedgekeurd. Deze meerjarenplannen zijn gebaseerd op een strategische visie op de toekomst van de parochiekerken op het grondgebied van de stad. In het meerjarenplan van de stad is een budget van 300.000 euro ingeschreven voor neven- en herbestemming van kerkgebouwen. De stad Ieper heeft op haar grondgebied vijftien katholieke kerken waaronder één bijkerk, één anglicaanse kerk en twee protestantse kerken. Van de vijftien katholieke kerken zijn er vijf beschermd als monument en één kerk heeft een beschermde toren, vier van deze beschermde kerken zijn gelegen in een beschermd dorpsgezicht, drie hebben een beschermd orgel (waaronder de StMaarten-St. Niklaaskerk met twee beschermde orgels alsook Sint-Jacob) en één met een beschermd doopvont en een beschermd kerkhof. Het zijn allemaal wederopbouwkerken in redelijke tot goede staat. Voor de katholieke kerken heeft het centraal kerkbestuur het voorstel gedaan om de centrumkerken van Ieper in de toekomst nog meer te kunnen openstellen (valorisatie tot nevenbestemming) voor nietliturgische activiteiten. De kerken in de deelgemeenten worden aangemoedigd om tijdelijk nevengebruik toe te laten of te organiseren en minstens te valoriseren. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad: Artikel 1 : Intenties mbt verantwoordelijkheden en traject tussen de stad en het CKB Er wordt aktegenomen van de bundel toekomstvisie opgesteld door het CKB en briefwisseling van Bisdom Brugge. De stad wenst de gestructureerde wijze van opstart van de gesprekken over de toekomstvisie op parochiekerken met het CKB verder te zetten. Volgende engagementen inzake verantwoordelijkheden en te volgen traject wordt hierbij vooropgesteld : - De stad zal bij toekomstige ruimtevragen met (semi) openbaar karakter de inzetbaarheid van het kerkelijk patrimonium mee in overweging nemen, waardoor zowel bij vragen rond huisvesting van (semi)publieke dienstverlening van de stad of het OCMW of van andere overheden of(gesubsidieerde) (semi) publieke actoren, de
mogelijke/wenselijke inzet van kerkelijk patrimonium als optie mee wordt afgetoetst. De stad wil op die manier vermijden dat korte of lange termijnkansen tot activering van dit patrimonium niet worden opgenomen. - De stad zal in het (half)jaarlijks overleg met het CKB potentiële opportuniteiten inzake, neven- of herbestemming van de kerkgebouwen overlopen; indien nodig wordt bij onverwachte opportuniteiten ook in tussentijd contact opgenomen met het CKB; - De stad vraagt ook aan de kerkelijke overheid om hier actief mee rond na te denken. De stad wenst op deze wijze te bouwen aan een gezamenlijk draagvlak voor het toekomstig behoud en gebruik van deze kerkgebouwen binnen de gemeente. Artikel 2 : Intenties mbt huidig en toekomstig gebruik van kerken De stad wenst in overleg met het CKB, het Bisdom en het representatief orgaan van de andere erediensten om alle kerken op het grondgebied van de stad in te zetten voor valorisatie. Artikel 3 : Intenties mbt neven- of herbestemming Op basis van de bundel toekomstvisie opgesteld door het CKB ligt de focus voor nevenbestemming enerzijds op de 3 centrumkerken van Ieper: - St-Maartenskathedraal - Sint-Jacobskerk - St-Pieterskerk Anderzijds zullen alle opportuniteiten die zich aandienen voor alle kerken van de deelgemeenten steeds worden onderzocht. Momenteel wordt met de St. Leonarduskerk Zuidschote en de Brandhoekkerk te Vlamertinge deelgenomen aan het ontwerpend onderzoek PDPO II ism de intercommunale WVI. Voor deze studie zijn kredieten ingeschreven in het budget 2015. In globo is er in het meerjarenplan van de stad 300.000 EUR voorzien voor de neven- en herbestemmingsprojecten. Artikel 4 : Samenvattend schema Naam kerk Sint-Maartenskathedraal Sint-Jacob Sint-Pieter O.l.v. Middelares Sint-Michiel Boezinge O.l.v. Hemelvaart Brielen Sint-Jan Baptist Dikkebus Sint-Petrus en Paulus Elverdinge O.l.v. Geboorte Hollebeke Sint-Jan Sint-Vedastus Vlamertinge Brandhoek Vlamertinge O.l.v. Hemelvaart Voormezele Sint-Catharina Zillebeke Sint-Leonardus Zuidschote Anglicaanse kerk Protestantse kerk Protestantsevangelische kerk De Hoeksteen
Valorisatie X X X X X
Medegebruik
Nevenbestemming in tijd X X
Nevenbestemming in ruimte X
Herbestemming
X
X X X X X X X X X X X X X
X
Artikel 5 : Dit besluit wordt goedgekeurd en wordt meegedeeld aan de Vlaamse Minister, de Provinciegouverneur, de Bisschop van Brugge, het centraal kerkbestuur en de kerkfabrieken van Ieper. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------Punt 10 : Met 26 ja stemmen en 6 onthoudingen (de raadsleden Benoot, Thybergin, Talpe, Clabau, Six en Sanders) neemt de raad volgend besluit aan : 10. Kapitaalverhoging Figga. OVERWEGEND GEDEELTE: De gemeente Ieper is aangesloten bij het intergemeentelijk samenwerkingsverband FIGGA. Vanuit FIGGA wordt opgeroepen om door de gemeente in te tekenen op een kapitaalverhoging van FIGGA voor een totaal bedrag van € 19.477.650,00. FIGGA is aandeelhouder in EGPF. In de buitengewone algemene vergadering van 22 december 2010 werd opdracht gegeven aan FIGGA tot het verwerven van bijkomende aandelen in Publi-T. In de buitengewone algemene vergadering van 21 december 2011 werd opdracht gegeven aan FIGGA tot het verwerven van bijkomende aandelen in Publigas. In de buitengewone algemene vergadering van 21 december 2011 werd opdracht gegeven aan FIGGA tot het verwerven van aandelen in de projecten van STORM. Op 10 december 2014 besliste de Raad van Bestuur van FIGGA om over te gaan tot een kapitaalverhoging ter dekking van de reeds in opdracht van de gemeenten verworven financieel vaste activa. De kapitaalverhoging wordt georganiseerd om de solvabiliteit van FIGGA te verbeteren. De kapitaalverhoging wordt georganiseerd om de namens de gemeenten aangehouden financieel vaste activa ook in de gemeentelijke boekhouding te kunnen opvolgen. De kapitaalverhoging heeft geen impact op het budget en de rekening van de gemeente aangezien deze gefinancierd kan worden met financiële middelen bij FIGGA. Deze beslissing wordt uitgevoerd conform het gemeentedecreet. Financiële Gevolgen Nihil op niveau van de gemeente. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de raad : Artikel 1: om in te tekenen op 39.754 aandelen FIGGA aan een nominale waarde per aandeel van € 25,00 voor een totale waarde van € 993.850,00 en deze te volstorten met de middelen beschikbaar bij FIGGA. Artikel 2: het college van burgemeester en schepenen te belasten met de uitvoering van de hierbij genomen beslissing en er onder meer kennis van te geven aan : - Figga, p.a. Intermixt Ravensteingalerij 4 b 2, 1000 Brussel - de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------11. Gemeentepersoneel. Bijlage arbeidsreglement procedure psycho-sociale risico’s. OVERWEGEND GEDEELTE: Ingevolge de wijzigingen in de wet van 28 februari 2014 tot aanvulling van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk wat de preventie van psychosociale risico’s op het werk betreft, waaronder inzonderheid geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk en de wet van 28 maart 2014 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk wat de gerechtelijke procedures betreft. Deze wijzigingen hebben betrekking op volgende elementen:
De coördinaten van de preventieadviseur of van de dienst voor preventie en bescherming op het werk waarvoor deze preventieadviseur zijn opdrachten uitvoert en, in voorkomend geval, deze van de vertrouwenspersoon; De procedures van formele en informele psychosociale interventie, en bijzondere preventiemaatregelen om geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk te voorkomen) en die inzonderheid betrekking hebben op: o Het onthaal en de adviesverlening aan deze personen; o De nadere regels volgens welke deze personen een beroep kunnen doen op de snelle en volledige onpartijdige interventie van de preventieadviseur en de vertrouwenspersoon; o De mogelijkheid tot hun wedertewerkstelling. Naar aanleiding van het koninklijk besluit van 10 april 2014 betreffende de preventie van psychosociale risico’s op het werk wordt aan het arbeidsreglement ingeschreven onder het nummer RS/AR/2006/335 de Procedure voor psychosociale risico’s toegevoegd als bijlage. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen zijn goedkeuring te verlenen om de procedure voor psychosociale risico’s zoals toegevoegd aan deze beslissing op te nemen als bijlage van het arbeidsreglement. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------12. Uitvoeren van plaatselijke herstellingswerken van de kws-verharding in de Adriaansensweg, Kapellestraat, Noordhofweg en Reningestraat. Goedkeuring lastvoorwaarden en wijze van gunnen. OVERWEGEND GEDEELTE: Bevoegdheid Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad. De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen. Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht. Juridische Grond De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 26, § 1, 1° a (limiet van 85.000,00 EUR excl. btw niet overschreden). De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 105. Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 5, § 2. Feiten, Context, Argumentatie Met het oog op het uitvoeren van plaatselijke herstellingswerken van de kws-verharding in de Adriaansensweg, Kapellestraat, Noordhofweg en Reningestraat werd een bestek met nr. TD/2015/11/B opgesteld door technische dienst. De opdracht omvat het affrezen van de bestaande toplaag in slechte toestand en het aanleggen van een nieuwe toplaag type AB-4C, dikte 4 cm op de locaties aan te duiden door de leidende ambtenaar. De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 49.550,00 EUR excl. btw of 59.955,50 EUR incl. 21% btw. Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Financiële Gevolgen De uitgave voor deze opdracht is voorzien op artikel 0200-0/224007/IE-11 (actie ACS47). Op dit artikel is een krediet ingeschreven van 1.485.000,00 EUR, waarvan 485.000,00 EUR voor het onderhoud van de diverse wegenis (kws, buurtwegen, kasseien…).
BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen : Artikel 1 : Het bestek met nr. TD/2015/11/B en de raming voor de opdracht “Uitvoeren van plaatselijke herstellingswerken van de kws-verharding in de Adriaansensweg, Kapellestraat, Noordhofweg en Reningestraat ”, opgesteld door Grondgebiedzaken worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 49.550,00 EUR excl. btw of 59.955,50 EUR incl. 21% btw. Artikel 2 : Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Artikel 3 : De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2015, op budgetcode 0200-0/224007/IE-11 (actie ACS47). Artikel 4 : Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------Punt 13 : Raadslid Goudeseune wil het hier niet zozeer hebben over het stadsaandeel in de werken maar over het feit dat de werken thans nog niet voltooid zijn. En dat roept toch veel vragen op in de buurt gezien de oorspronkelijk vooropgestelde timing. Bovendien vindt hij het toch raar dat er nu in dit dossier bijkomend onderzoek nodig is om die palen in de grond te slaan omwille van mogelijke aanwezigheden bommen enzovoort, terwijl wat verderop voor de aanleg van de parking wel voluit verder gewerkt kan worden. Daarbij vraagt hij welke uitgaven er nog mogen verwacht worden en hoe het concept verder zal uitgewerkt worden. Hij had hieromtrent graag verduidelijking gekregen. Raadslid Benoot merkt op, zoals in de nota beschreven, dat het gaat om meerwerken van in totaal maar liefst meer dan 32% van de oorspronkelijk geplande werken. Over de noodzakelijkheid van alle meerwerken zal hij zich niet uitspreken maar bijvoorbeeld betreffende geperforeerde staalplaten nam hij inlichtingen bij een specialist. Daar vernam hij dat bij het galvaniseren van stalen platen van minder dan 5mm er inderdaad meestal vervorming optreedt. De vraag is dan ook: konden deze en andere meerwerken bij de studie van het project werkelijk niet voorzien worden? Hij stelt zich ook ernstig de vraag of een aanbesteding waarvan de prijs achteraf met 32 % wordt verhoogd en waar voor de uitvoering van deze meerwerken dan geen aanbesteding meer wordt uitgevoerd, nog correct is om niet te zeggen fair ten opzichte van de andere aannemers die hun offerte indienden. Voor de meerwerken is er immers geen mededinging meer van andere aannemers en kan de prijs zo goed als vrij bepaald worden. Uit het dossier met welgeteld één pagina, zijnde de toelichting van het agendapunt, kan er in ieder geval niet opgemaakt worden wie deze aanpassingen vroeg. Hij hoopt alleen dat het de aannemer niet was. Hopelijk gaan de werken aan het Auris centrum niet dezelfde richting uit en is dit ook de laatste keer dat de GR gepasseerd wordt. Zoals hij deze morgen kon vaststellen zijn de geplande meerwerken immers al voor een stuk uitgevoerd. Open Ieper zal zich hierover derhalve onthouden. Raadslid Sanders zal zich ook onthouden. Het stadsaandeel blijft nog het kleinste maar dergelijke meerprijs is te groot en onaanvaardbaar. Schepen Verschoore antwoordt aan raadslid Goudeseune dat de aannemer inderdaad niet goed bezig was. Daarom is er overleg geweest en werd beslist de werf voorlopig stil te leggen. Men gaat eerst kijken hoe dit verder aan te pakken. Bijgevolg zal wellicht niet alles nog in 2015 afgewerkt worden maar dan toch hopelijk volgend jaar. Ook de schepen is verwonderd over deze moeilijkheden terwijl op parking wel goed verder gewerkt De voorziene omvang zal niet kunnen gehaald worden, het is nodig de plannen te herzien. Daarbij zal ook de door Westkans gevraagde toegankelijkheid niet volledig kunnen waargemaakt worden. Ook dat lijkt niet haalbaar te zijn. Het wordt nu kijken hoe het concept bijgestuurd wordt.
Voorzitter Leterme merkt toch nog eens op dat de stad geen opdrachtgever is en dus afhankelijk van de andere partijen. Blijkbaar werd toch wel een verkeerde inschatting gemaakt van de kostprijs. Raadslid Goudeseune kan zich daar in vinden maar wil graag een juiste planning kennen en weten wat er zal gebeuren. Daarbij vraagt hij ook daar dan over te communiceren. Schepen Verschoore volgt daarin en wijst er op dat er oorspronkelijk drie instappunten voorzien waren. Hill 60 zal evenwel pas later en wellicht in andere vorm ontwikkeld worden. De andere instappunten kennen een beperkte vertraging maar daar is de opening toch voorzien eind mei. Met 26 ja stemmen en 6 onthoudingen (de raadsleden Benoot, Thybergin, Talpe, Clabau, Six en Sanders) neemt de raad volgend besluit aan : 13. Bouwen van voetgangersbrug Hill 60 Zwarteleenstraat – diverse meerwerken. Goedkeuring verrekening en stadsaandeel in deze verrekening. OVERWEGEND GEDEELTE: Bevoegdheid Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad. De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen. Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht. Juridische Grond De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 24 en artikel 26, §1, 2°, a. De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen. Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 37. Verwijzingsdocumenten Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 3 maart 2014 goedkeuring aan de gunning van het stadsaandeel in de opdracht “Bouwen van voetgangersbrug Hill 60 Zwarteleenstraat - stadsaandeel” aan West Construct nv, Siemenslaan 13 te 8020 Oostkamp tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van 41.153,08 EUR excl. btw of 49.795,23 EUR incl. btw. Feiten, Context, Argumentatie In het kader van de bouw van de voetgangersbrug naast de bestaande overbrugging van de Zwarteleenstraat dienen enkele werken uitgevoerd die niet in het aanbestedingsdossier voorzien waren : 1) Leuning : meerprijs voor beplating 5mm : de leuning met geperforeerde staalplaten dient uitgevoerd met dikte 5 mm (ipv 3 mm) om teveel interne spanningen en bijhorende vervorming te vermijden. Daarnaast dient de bevestiging alternatief uitgevoerd. Meerprijs 9.164,78 EUR (50% stad, 50% provincie). 2) Taludstabilisatie met Copromateriaal : Om verdere uitspoeling van het talud ter hoogte van de landhoofden te vermijden/voorkomen, wordt gekozen om Copromateriaal aan te voeren. Meerprijs 17.766,55 EUR (100% provincie) 3) Extra uitvoering bij taludbekleding : Om uitspoeling onder de voetgangersbrug te voorkomen werden ook een draineerbuis en extra steun voor de beklinkering voorzien en werd de toegangstrap naar de sporen aangepast : Meerprijs 8.040,05 EUR (100% provincie) 4) Leveren en plaatsen van afsluiting : Uit veiligheidsoverwegingen werd beslist om afsluiting (en poortje) te plaatsen aansluitend op de leuning, wat toegang tot de sporen en potentieel valgevaar voorkomt : Meerprijs 6.428,04 EUR (100% provincie) 5) Leveren en plaatsen van extra straatkolken : Meerprijs : 3.087,92 EUR (100% stad)
6) Diverse kleine meerwerken : afwerking wandelpad met porfier en steenslag, hermetselen Frans Monument, uitzetvoegen in betonstraatstenen, aanvullen randzones en rondom Frans Monument met schors : Meerprijs 6.250,98 EUR (100% provincie) 7) Vernieuwen waterdichte rok : Om in de toekomst problemen te vermijden, werd gekozen om de waterdichte rok van de nieuwe voetgangersbrug door te trekken over de bestaande brug : Meerprijs 4.778,21 EUR (100% stad) 8) Beschermingslaag op waterdichte rok : Voorzien van een beschermingslaag voor deze waterdichte rok, gezien niet voorzien in aanbesteding : Meerprijs 2.612,03 EUR (28% stad, 72% provincie). De totale meerprijs bedraagt 58.128,56 EUR, btw verlegd niet inbegrepen, waarvan 44.948,67 EUR ten laste van de provincie en 13.179,89 EUR ten laste van de stad Ieper. Deze verrekening overschrijdt het bestelbedrag met 32,03%, waardoor het totale stadsaandeel na verrekeningen nu 54.332,97 EUR excl. btw of 62.975,12 EUR incl. btw bedraagt. Hieruit volgt dat de verrekeningen onderhavig zijn aan de goedkeuring van de gemeenteraad. Financiële Gevolgen Voor de uitgave van dit project werd op budgetcode 0620-0/221007/IE-65 (actie ACS377) van het investeringsbudget van 2014 een bedrag vastgelegd van 54.000,00 EUR, wat bijgevolg ontoereikend wordt voor de uitbetaling van deze meerwerken. Op het budget van 2015 is een bedrag van 46.000,00 EUR beschikbaar (overdracht van krediet van 2014). BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad: Artikel 1 : Goedkeuring wordt verleend aan verrekening nr 1 - diversen werken van de opdracht “Bouwen van voetgangersbrug Hill 60 Zwarteleenstraat - stadsaandeel” voor een totale meerprijs van 58.128,56 EUR, btw verlegd niet inbegrepen, waarvan 44.948,67 EUR ten laste van de provincie en 13.179,89 EUR ten laste van de stad Ieper. Artikel 2 : De uitgave voor deze verrekening kan voorzien worden mits overdracht van het saldo van het investeringsbudget van 2014, op budgetcode 0620-0/221007/IE-65 (actie ACS377) naar 2015. Artikel 3 : Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------Punt 14 : Raadslid Despeghel vraagt welke plannen er zijn om alle stadsgebouwen te isoleren in kader van de EPC-normering. Hoeveel zijn er nu al in orde? Hoeveel nog te doen en op welke termijn ? Is er een plan van aanpak? En welke budgetten zijn hiertoe in het meerjarenplan opgenomen? Hij vindt daar niet echt veel over terug en vreest dat er nog niet veel gebeurd is of mag men het niet weten? De Burgemeester maakt de link met het burgemeestersconvenant en de acties die ook daarin zullen uitgewerkt worden. Daarnaast geeft hij van enkele stadsgebouwen de EPC-waarde en die zijn toch verre van slecht. Er zijn er al wat met eerder lage scores. ( Den Elver (68), Ridder de Stuers (389), Kazematten (278), Kasteelwal (125)…). Bedoeling is hier stapsgewijs vooruitgang te boeken en andere gebouwen aan te pakken waar mogelijk. Raadslid Despeghel wil daartegenover toch enkel andere gebouwen vermelden die zeker nog aan te pakken zijn zoals de sporthal Vlamertinge, de jeugdlokalen enzovoort. Waarop schepen Ryde antwoordt dat er voor de jeugdlokalen hiertoe specifiek geld is voorzien wat ook binnen de raad van bestuur van het JOC wordt besproken. 14. Isolatie en renovatie van het dak en gevel van het brandweerarsenaal, Minneplein 1a te Ieper. Goedkeuring lastvoorwaarden en wijze van gunnen. OVERWEGEND GEDEELTE: Bevoegdheid Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad. De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht. Juridische Grond De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 26, § 2, 1° d (limiet van 600.000,00 EUR excl. btw niet overschreden). De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 2 §1 3°. Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 5, § 2. Feiten, Context, Argumentatie De ontwerpopdracht voor de opdracht “Isolatie en renovatie van het dak en gevel van het brandweerarsenaal, Minneplein 1a te Ieper” werd gegund aan Architectenburo Raf Decombel G.V.C., Dikkebusseweg 20 te 8900 Ieper. In het kader van deze werd een bestek met nr. Dossier 14/11 - Referte TD/2015/10 aangeleverd door de ontwerper. De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 109.999,78 EUR excl. btw of 133.099,73 EUR incl. 21% btw en omvat volgende werkzaamheden : Het isoleren en renoveren van het dak en gevel van het brandweerarsenaal omvat volgende prestaties : - Afbraak van bestaande dakbedekking in golfplaten, voor recup van hanggoot - Leveren en plaatsen van nieuwe gordingen (type 8/23 oregon), geisoleerde dakbeplating (stalen boven- en onderplaat met isolerende kern) voor dak en gevel, getande nokstukken, gevelflenzen, dakdoorvoerstukken, draagstructuur gevelbekleding (6/4x15) - Leveren en plaatsen van rand- en raamafwerking en gevelisolatie binnenzijde (polyurethaan, 10 cm) In functie van de isolatiewaarde (Rd 3,5 – 4,5) kan een subsidie bekomen van van 6,00 tot 8,00 EUR/m². Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking. Financiële Gevolgen De uitgave voor deze opdracht was voorzien in het investeringsbudget van 2014, op budgetcode 0410-0/221000/IE-5 (actie ACS227), over te dragen naar 2015. Op dit artikel was 147.000,00 EUR ingeschreven, waarvan 120.000,00 EUR voorbehouden voor dit project, bedrag eventueel te herschikken in functie van de uitslag van de prijsaanvraag. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen : Artikel 1 : Het bestek met nr. Dossier 14/11 - Referte TD/2015/10 en de raming voor de opdracht “Isolatie en renovatie van het dak en gevel van het brandweerarsenaal, Minneplein 1a te Ieper”, opgesteld door de ontwerper, Architectenburo Raf Decombel G.V.C., Dikkebusseweg 20 te 8900 Ieper worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 109.999,78 EUR excl. btw of 133.099,73 EUR incl. 21% btw. Artikel 2 : Deze opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking. Artikel 3 : Het standaard publicatieformulier wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau. Artikel 4 : De uitgave voor deze opdracht, voorzien in het investeringsbudget van 2014, op budgetcode 0410-0/221000/IE-5 (actie ACS227), wordt overgedragen naar 2015, eventueel te herschikken in functie van de uitslag van de prijsaanvraag. Artikel 5 : Een subsidie aan te vragen aan Eandis in functie van de isolatiewaarde. Artikel 6 : Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- -----------
15. Renovatie en restauratie hoeve "Klein Zwaanhof", Kleine Poezelstraat 6 - Perceel 3 – Omgevingsaanleg. Goedkeuring lastvoorwaarden en wijze van gunnen. OVERWEGEND GEDEELTE: Bevoegdheid Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad. De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen. Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht. Juridische Grond De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 24. De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen. Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 5, § 2. Feiten, Context, Argumentatie De ontwerpopdracht voor de opdracht “Renovatie en restauratie hoeve "Klein Zwaanhof", Kleine Poezelstraat 6 - werd gegund aan Verba bvba, Fabriekstraat 23 te 8850 Ardooie. In het kader van deze opdracht wordt door de ontwerper het bestek voor de omgevingswerken voorgesteld. De uitgave wordt geraamd op 159.206,65 EUR excl. btw of 192.640,05 EUR incl. 21% btw. Het perceel omgevingsaanleg omvat hoofdzakelijk : het voorzien van 8 parkeerplaatsen voor personenwagens en 5 parkeerplaatsen voor autocars rond de museale inrichting. De parking wordt aangelegd deels met betonverharding, asfaltverharding (parkeerplaatsen autobussen) en betonstraatklinkers. Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking. Financiële Gevolgen Voor de omgevingswerken van de IVVO hoeve is op budget ACS375/520-0/221007 nog 185.367,94 euro beschikbaar. Het eventueel saldo, in functie van de uitslag van de aanbesteding, kan bijgestuurd worden na overdrachten van de kredieten en verbintenissen en de verwerking van ‘te ontvangen facturen 2014-2015’ van dit project. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen : Artikel 1 : Het bestek met nr. TD/2012/07/03 en de raming voor de opdracht “Renovatie en restauratie hoeve "Klein Zwaanhof", Kleine Poezelstraat 6 - Perceel 3 Omgevingsaanleg”, opgesteld door de ontwerper, Verba bvba, Fabriekstraat 23 te 8850 Ardooie worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 159.206,65 EUR excl. btw of 192.640,05 EUR incl. 21% btw. Artikel 2 : Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking. Artikel 3 : Het standaard publicatieformulier wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau. Artikel 4 : De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2015, op budgetcode 0520-0/221007/IE-65 (actie ACS375) na eventuele bijsturing van het krediet na overdrachten van de kredieten en verbintenissen en de verwerking van ‘te ontvangen facturen 2014-2015’ van dit project. Artikel 5 : Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Punt 16 : Raadslid Bolle herinnert de raad eraan dat hij bij de bespreking van de meerjarenplanning en het budget in december reeds is tussengekomen over dit agendapunt. Hij stelde zich toen al vragen hoe men het voor elkaar zou krijgen om een goedkeuring te krijgen voor deze realisatie. Volgens het gewestplan is de zone die men voor ogen heeft ingekleurd als ‘landschappelijk waardevol gebied’ en een kampeerautoterrein kan slechts gerealiseerd worden in een ‘gebied voor verblijfsrecreatie’, een ‘woonzone’ of een ‘zone voor gemeenschapsvoorzieningen’. Een aanvraag via ‘Stedenbouw Brugge’ zou onvermijdelijk op een gaz de bec lopen, maar dat is blijkbaar buiten het vernuft van de stad gerekend. De aanvraag werd niet gedaan door de stad, maar door de vzw van de jeugddienst (JOC), waardoor de stad als ontvoogde gemeente zelfstandig mag beslissen over de toekenning. Hij vraagt zich wel af of we blij moeten zijn met zoveel spitsvondigheid. Per slot betekent de realisatie in de feiten een harde ingreep in een landschappelijk waardevol gebied. En niet alleen is hij ongelukkig met de manier waarop men de wetgeving naar zijn hand zet, hij is eveneens allerminst overtuigd van de geschiktheid van de locatie. Er zal volgens hem een grote weerstand zijn bij de campers omdat de plaats te afgelegen is, te onveilig ook bij gebrek aan sociale controle. Daarenboven is ze ook net iets te ver om gebruikers te motiveren de afstand naar de stad te voet af te leggen. Daarnaast is er nog de kwestie van de subsidiëring. De realisatie is geen uitbreiding van een reeds vergund terrein en daardoor loopt men de subsidie van ‘Toerisme Vlaanderen’ mis, maar de vrienden van Westtoer helpen uit de nood met een injectie uit het provinciaal ‘Toeristisch Impulsfonds voor nieuwe toeristische concepten’. Het lijkt er een beetje met de haren bij getrokken, want men kan dit bezwaarlijk een nieuw toeristisch concept noemen. En dan zijn er nog de voorwaarden tot subsidiëring: een exploitatieplan van 5 jaar, de garantie dat het terrein 10 jaar zal uitgebaat worden en een marketingplan. Tegen dat het plan gerealiseerd wordt, is de WO I-hype al half voorbij. Men rekent er wellicht op dat de sponsor een oogje zal dichtknijpen en dat men op die manier voor een prijsje in de toekomst zult kunnen beschikken over een parkeerterrein dat ook door modale bezoekers zal kunnen gebruikt worden. En tot slot nog dit: onder ‘feiten, context en argumentatie’ spreekt men in het dossier over een huurprijs van 7,00 euro per overnachting; bij ‘financiële gevolgen’ houdt men het op 6,00 euro per overnachting. Wil hierover duidelijkheid verschaffen a.u.b. Raadslid Benoot zal dit goedkeuren omdat er in Ieper al heel lang nood is aan een aangepast terrein. De vraag was en is veel groter dan het aantal plaatsen die hiervoor reeds voorzien waren op de camping. Teneinde snel een einde te maken aan het wildkamperen her en der en vooral de overlast die dit soms teweeg brengt dringt hij er op aan dat er bijkomend werk gemaakt wordt van een aangepaste signalisatie naar deze parkeerplaats en het voldoende in de kijker zetten ervan. Niet alleen op de website van toerisme Ieper maar ook op deze van Ieper zelf. Op het forum campersite.be leest men dat een gebruiker vorige zomer een politieagent aansprak betreffende de “gedoogparkeerplaatsen “ in de Leopold III-laan. Hij werd gerustgesteld en men zei hem dat er meer dan een oogje dicht geknepen wordt voor dit probleem. Raadslid Benoot kan zich dan ook levendig inbeelden dat deze plaatsen, los van het feit dat ze niet aangepast zijn en dus ook geen comfort bieden, zeer aanlokkelijk zijn voor kampeerautogebruikers. Dat men dit oogluikend heeft toegelaten lag aan het gebrek aan alternatief maar met het nieuwe terrein rekent hij er op dat na een overgangsperiode met duidelijke signalisatie er nu wel effectief wordt opgetreden tegen overtreders. Verder staat in de toelichting, zoals collega Bolle aangeeft, eerst dat er 7 euro per overnachting zal worden aangerekend om dan wat verder te dalen naar 6 euro. In ieder geval zal er voor moeten gezorgd worden dat het prijsverschil tussen de camping en de parkeerplaats voldoende groot is en blijft. Indien niet vreest hij er voor dat door de veel grotere afstand tot het centrum het niet evident zal zijn om de kampeerauto’s richting Zillebekevijver te sturen. Hij zou dan ook opteren voor 6 euro. Verder hoopt hij natuurlijk dat het vooropgestelde budget zal volstaan. Vandaar de vraag: zal men er op toezien dat er duidelijke signalisatie wordt aangebracht en zal men na realisatie van de parking inderdaad repressief optreden tegen overtreders? Raadslid Sanders zal zich onthouden op dit punt. Hij heeft ook wel de vraag of de stad kan vergunnen aan vzw JOC. Schepen Dehaene verwijst ook naar zijn repliek van vorige keer en stelt dat daar ook niet echt iets aan gewijzigd is. Basis is een vergund geachte parking (sedert de jaren vijftig). De stedenbouwkundige vergunning geeft zeer nauwgezet weer wat vergund wordt: een
kampeerautoterrein waar maximum 48 u geparkeerd kan worden. Dit is zeker geen camping, was ook nooit de bedoeling. Dit is doorgesproken met ruimte Vlaanderen en ondertussen kwamen ook al positieve adviezen binnen. Schepen Ryde denkt het verschil tussen de 6 en 7 EUR te kunnen verklaren. Waar eerst sprake was van een eenheidstarief van 7 EUR is dit eigenlijk op te delen in 6 EUR voor plaats en 1 EUR voor water. Maar voorstel is nu af te wachten en eerst te realiseren, dan kan een gebruiksreglement vastgelegd worden. Omtrent de vraag om duidelijke signalisatie en het effectief optreden daarna is het antwoord ja. Het beheer zal aansluiten bij de camping. Raadslid Bolle weet niet wie de hoogste instantie heeft geraadpleegd. Alleen heeft hij ook bevraagd en daar was dit niet gekend en werd toch andere informatie gegeven. Hij zal afwachten en zien of er klachten komen, maar die zal dan niet van hem komen. Met 25 ja stemmen en 7 onthoudingen (de raadsleden Goudeseune, Bolle, Despeghel, Bouchaert, Verkruysse, Six en Sanders) neemt de raad volgend besluit aan : 16. Ontwerpen en bouwen van kampeerautoterrein langs de Zillebekevijverdreef. Goedkeuring lastvoorwaarden en wijze van gunnen. OVERWEGEND GEDEELTE: Bevoegdheid Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad. De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen. Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht. Juridische Grond De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 26, § 2, 1° d (limiet van 600.000,00 EUR excl. btw niet overschreden). De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 2 §1 3°. Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 5, § 2. Feiten, Context, Argumentatie In het kader van de opdracht “Ontwerper en bouwen van kampeerautoterrein langs de Zillebekevijverdreef” werd een bestek met nr. TD/2015/12 opgesteld door de jeugddienst in samenspraak met de administratie technische dienst. In het ontwerpbestek is de aanstelling van de ontwerper en de uitvoerder voorzien als één entiteit. Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking. In de begroting 2015 staat onder ACS393 – 0750-1 22400: Camping 200.000,00 EUR begroot voor de inrichting van een nieuw kampeerautoterrein in Ieper. Geconfronteerd met een quasi volledige bezetting van de camping Jeugdstadion vanaf april tot september en het wildkamperen van kampeerauto’s voornamelijk op de randparking in de Leopold III laan zijn extra plaatsen voor kampeerauto’s in Ieper een noodzaak. Dit kampeerautoterrein moet voldoen aan de voorwaarden zoals omschreven in de stedenbouwkundige vergunning en de voorwaarden die van toepassing zijn op kampeerautoterreinen zoals omschreven in het Vlaamse Toeristische Logiesdecreet (het decreet van 10 juli 2008 betreffende het toeristische logies en haar besluiten (zoals gewijzigd)). Boven op de minimale voorwaarden zoals hierboven omschreven, wenst de opdrachtgever het kampeerautoterrein uit te rusten met extra voorzieningen ten einde het gebruik en het verblijf van toeristen op dit terrein te faciliteren en dit met een minimum aan personele inzet.
Bij exploitatie wordt er een huurprijs per overnachting aangerekend worden van 7,00 EUR/24 u. Deze prijs houdt rekening met de mindere service in vergelijking met het terrein voor kampeerauto’s op de camping Jeugdstadion, vergelijkbare prijzen voor kampeerautoplaatsen in andere gemeentes, en de doelstelling om de kampeerautogebruikers die geen extra service nodig hebben toch te bewegen richting nieuw kampeerautoterrein door een minimale prijs te vragen. Deze inkomsten zijn onderworpen aan de BTW regelgeving. JOC Ieper, vzw is BTW plichtig voor de exploitatie van camping Jeugdstadion. JOC Ieper, vzw kan als opdrachtgever functioneren voor de aanleg en exploitatie van het kampeerautoterrein waardoor er BTW recuperatie mogelijk is op de investering. De middelen die voorzien zijn als investeringsbudget dienen bij de eerstvolgende budgetwijzigingen opgenomen te worden als investeringssubsidie voor JOC Ieper, vzw. Via het provinciaal reglement betreffende de toeristische impulsen in West – Vlaanderen is de aanleg van het kampeerautoterrein subsidieerbaar voor 20% van de gemaakte kosten met een maximum van € 215.000,00. Financiële Gevolgen De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2015, op budgetcode 07501/224000/IE-15 (actie ACS393). Subsidies: Via het provinciaal reglement betreffende de toeristische impulsen in West – Vlaanderen is de aanleg van het kampeerautoterrein subsidieerbaar voor 20% van de gemaakte kosten met een maximum van € 215.000,00. Belangrijke voorwaarden zijn: een exploitatieplan van 5 jaar, een garantie dat het terrein 10 jaar zal uitgebaat worden, een marketingplan, … . Voor 15 maart of 15 september moet er een aanvraag worden ingediend. De kosten gemaakt na de datum van indiening komen in aanmerking voor de berekening van de subsidies. M.a.w. er kunnen al kosten gemaakt worden ook voor 15 september en voor er een definitieve beslissing van toekenning van subsidies is, te verwachten in november 2015. B.T.W.: JOC Ieper, vzw kan als opdrachtgever/uitbater functioneren. Voor de uitbating van de camping is er reeds B.T.W. plicht. Mits de begrotingspost omgezet kan worden van investering naar subsidietoelage voor JOC Ieper, vzw en mits er inkomsten gevraagd worden voor het verhuur van plaatsen, aangevuld met service als loos – en watertappunt, is er B.T.W. recuperatie mogelijk op de investering. Inkomsten: bij exploitatie kan er een huurprijs per overnachting aangerekend worden van € 6,00 /24 u. Deze prijs houdt rekening met - de mindere service in vergelijking met het terrein voor kampeerauto’s op de camping waarvoor € 15 per overnachting wordt aangerekend, - vergelijkbare prijzen voor kampeerautoplaatsen in andere gemeentes en steden (Wervik € 10,00/72u., Waregem € 5,00/24 u., Kortrijk 10 €/24 u., Harelbeke € 5,00/24 u., Langemark € 12,00/24u., Zulte € 8,00/24 u., Brugge € 22,5/24 u. ….) en de toeristische aantrekkingskracht van Ieper. De prijzen aan de Belgische Kust of deze van het kampeerautoterrein in Brugge liggen hoger, de plaatsen liggen meestal op campings en bieden op de staanplaatsen bv. individuele elektriciteitspunten aan. - de doelstelling om de kampeerautogebruikers die geen extra service nodig hebben toch te bewegen richting nieuw kampeerautoterrein door een minimale prijs te vragen. Voor het vullen van de watertank kan € 1,00 aangerekend worden. BESCHIKKEND GEDEELTE: Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad: Artikel 1 : Het bestek met nr. TD/2015/12 en de raming voor de opdracht “Ontwerpen en bouwen van kampeerautoterrein langs de Zillebekevijverdreef”, opgesteld door JOC Ieper vzw worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt ± 160.000,00 EUR excl. btw of 193.600,00 EUR incl. 21% btw. Artikel 2 : Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking. Artikel 3 : Het standaard publicatieformulier wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau. Artikel 4 : De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2015, op budgetcode 0750-1/224000/IE-15 (actie ACS393). Artikel 5 : Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- -----------
17. Motie betreffende de uitvoering van de instandhoudingsdoelstellingen (IHD) en de gevolgen van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). (Motie van raadslid Goudeseune) Raadslid Goudeseune zal zich zeer bescheiden opstellen in deze. Efficiënte en effectieve aanpak van de gevolgen van de Programmatorische Aanpak Stikstof (PAS) bij de Vlaamse regering, rekening houdend met de sociale, ecologische en economische factoren. Er zijn voldoende raadsleden uit de meerderheid maar ook uit de oppositie die op de hoogte zijn van de problematiek. Ook de vergadering met de minister president was informatief interessant om bij te wonen. De drink nadien met de bezorgde landbouwers nog meer. Dus net als zovelen in deze raadzaal is hij heel bezorgd om het voortbestaan van de landbouwbedrijven en rekent op gezond boerenverstand om deze bedrijven maximaal te ondersteunen in deze problematiek. Men zal hem dus niet horen zeggen dat hij ook maar enige wijziging wil aanbrengen aan de door Europa opgelegde richtlijnen. Trouwens hoe zou men daar trouwens in slagen. We hoeven niemand ook maar iets wijs te maken daarover. De bezorgdheid gaat veel meer over de wijze waarop oplossingen worden aangebracht. Want tijdens het infomoment te Elverdinge stelde hij vast dat: -op veel vragen de minister-president geen pasklaar antwoord had; -vele keren was het ook de schuld van de regering, de vorige regering of verwees hij naar minister Schauvliege of was er een andere boosdoener ? Concreet wat de IHD- en PAS oefening betreft, is het ontbreken van perspectief voor de ‘getroffen’ landbouwers wellicht het grootste pijnpunt. Voor de rode bedrijven is nu wel al één en ander uitgewerkt, voor de oranje (een veel grotere groep) is het koffiedik kijken. Discussie gaat hier vooral over wie dit moet betalen, budget landbouw of budget milieu? Met deze motie wil met alle fracties er bij de Vlaamse overheid op aandringen de afspraak te honoreren om de realisatie van de instandhoudingsdoelstellingen op het terrein van de overheid en natuurorganisaties te maximaliseren, om de afgebakende zoekzones te herleiden tot meer realistische proporties, om afdoende budget vrij te maken om de getroffen bedrijven te vergoeden in kader van het herstructureringsprogramma, om een herstructureringsprogramma voor de oranje bedrijven te voorzien tegen september 2015 én om de vrije keuze van de betrokken landbouwers te respecteren binnen het herstructureringsprogramma. Voorzitter Leterme wijst er nog op dat het de afspraak was om het voorstel samen in te dienen met raadsleden Talpe en Morlion. Raadslid Talpe sluit zich daarbij aan en zegt dat het om een gezamenlijk initiatief gaat over de partijen heen. Zij zal de motie dan ook uiteraard goedkeuren. In februari vroeg ze het stadsbestuur reeds om gezamenlijk een motie op te maken en deze unaniem namens de gemeenteraad in te dienen. Er werd toen gevraagd om dit uit te stellen tot na het gesprek met minister president Bourgeois op 16 maart. Voor wie daar aanwezig was, de minister president kon of mocht daar ook geen duidelijke antwoorden geven. De beslissingen zijn op Vlaams niveau immers nog altijd niet rond. De zoekzones zullen wel verkleind worden, normaal tegen juni, en hopelijk gehalveerd zoals ook door minister president Bourgeois, zij het onder voorbehoud, aangegeven. Een flankerend beleid wordt voorzien doch moet budgettair nog geregeld worden. Voor de bedrijven in de oranje zones is de onzekerheid nog groter, daar worden pas in het najaar knopen doorgehakt. Schepen Deroo heeft toen beloofd dit na de bijeenkomst uit te werken. Ze veronderstelt dat niets ons tegenhoudt om een motie in te dienen zoals ook tal van andere steden en gemeenten dit al deden. Ook raadslid Morlion bevestigt dit en is blij dat alle fracties deze motie goedkeuren. Deze motie zal een belangrijke leidraad zijn in het traject dat nog moet afgelegd worden in heel dit zwaar en niet eenvoudig dossier dat een serieuze impact heeft op de landbouwsector. Toch heeft ze een enkele ernstige opmerkingen: Voor de ontwikkeling van de Europese natuur wordt er momenteel gewerkt aan de instandhouding en de versterking van habitats aan de ene kant en aan de vermindering van de impact, de depositie, vanuit de omgevingsactiviteit aan de andere kant. Maar, wat is te zien, er wordt enkel gewerkt aan een programmatische aanpak stikstof voor de landbouwsector. Waar blijft de PAS voor de andere sectoren, voor mobiliteit, voor de industrie? Momenteel zijn de overlegrondes voor de zoekzones opgestart met de mensen van het agentschap natuur en bos en met de landbouwsector. Ze vraagt hierbij vanuit landbouw, die toch de goeie wil
toont om te zoeken naar oplossingen, dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Spijtig genoeg neemt ze een koppigheid waar bij ANB. Het kan niet dat alle inspanningen terug vanuit dezelfde kant, nml landbouw, komen!! Ze dringt vanuit de landbouwhoek nogmaals aan bij de hogere overheid, namelijk Vlaanderen, dat er aangedrongen wordt bij alle instanties om elk hun steentje bij te dragen! Het kan niet dat de landbouw overspoeld wordt met een resem aan nieuwe regels en beperkingen onder de noemer van vergroening of natuurbehoud zonder dat enigszins rekening gehouden wordt met de haalbaarheid binnen een reguliere landbouwactiviteit! Er moet een beter evenwicht gevonden worden tussen de vele regels en het gezond boerenverstand. Raadslid Six zegt dat gezien de belangrijkheid van deze materie het nodig is dat er over de partijgrenzen heen aan één zeel wordt getrokken want de landbouwers hebben recht op duidelijkheid want de landbouw is té belangrijk. De Raad, Gelet op de beslissing van de Vlaamse regering d.d. 23 april 2014 waarmee de instandhoudingdoelstellingen (IHD) definitief werden goedgekeurd en tevens de basis werd gelegd voor de opmaak van een Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) in Vlaanderen; Gelet op de beslissing van de Vlaamse regering d.d. 23 april 2014 om de programmatische aanpak gefaseerd te realiseren; Gelet op de beslissing van de Vlaamse regering d.d. 23 april om de instelling van een herstructureringsprogramma goed te keuren en bij de goedkeuring van de inrichtingsnota de nodige middelen vrij te maken ter financiering van het herstructureringsprogramma; Overwegende dat de veehouders door de Vlaamse overheid in het najaar 2014, per brief, indicatief en informatief, werden geïnformeerd over de bijdrage van hun bedrijf aan de stikstofneerslag op de speciale beschermingszone; Overwegende dat ook in onze gemeente diverse landbouwbedrijven recent op de hoogte werden gebracht dat hun vergunde economische activiteiten een betekenisvolle aantasting veroorzaken op een nabijgelegen speciale beschermingszone waardoor ze via het instrument van de passende beoordeling, zware gevolgen kunnen ondervinden bij de hernieuwing, wijziging of uitbreiding van hun vergunning, wat zwaar ingrijpt op de ontwikkelingsperspectieven van deze bedrijven; Overwegende dat de PAS tot doel heeft enerzijds de milieudruk te verminderen zodat de instandhoudingdoelstellingen op termijn gerealiseerd kunnen worden zonder de continuïteit van de vergunningverlening en de socio-economische activiteiten in het gedrang te brengen en anderzijds door op termijn ontwikkelingsruimte voor deze economische activiteiten te creëren; Overwegende een standpunt in te nemen en een motie te formuleren met betrekking tot de IHD en het PAS en de impact ervan op de Ieperse veehouderijen; Overwegende de Vlaamse Regering op de hoogte te brengen van de voormelde motie en bij haar aan te dringen dat aan de gestelde voorwaarden in de motie wordt voldaan; Voorstel van BESLUIT: Motie betreffende de uitvoering van de instandhoudingsdoelstellingen (IHD) en de gevolgen van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). BESCHIKKEND GEDEELTE Op basis van bovenstaande overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen onderstaande motie goed te keuren. Artikel 1: De gemeenteraad van Ieper dringt er bij de Vlaamse regering op aan: dat de huidige en zeer ruim afgebakende zoekzones zo snel als mogelijk en ten allerlaatste tegen 1 juli 2015 worden herleid tot meer realistische proporties waarbij niet enkel rekening wordt gehouden met de ecologische potenties, maar evenzeer met socio-economische factoren; dat ook voor die veehouderijen die actief zijn in de nabijheid van een speciale beschermingszone, wanneer zij het bereiken van de gunstige staat niet hypothekeren, de ontwikkeling van hun economische activiteiten kunnen gegarandeerd worden. Dat hen rechtszekerheid geboden wordt op lange termijn; dat voor die bedrijven aan wie deze rechtszekerheid naar de toekomst toe niet kan geboden worden, de mogelijkheid voorzien wordt om in een volwaardig herstructureringsprogramma te stappen om de negatieve economische impact maximaal te beperken;
Artikel 2:
dat voldoende extra budget wordt vrijgemaakt voor dit herstructureringsprogramma zodat veehouderijen waarvan de toekomst wordt gehypothekeerd, de leefbaarheid in het gedrang komt of die hun bedrijfsactiviteit moeten stopzetten, een beroep kunnen doen op de instrumenten die door de Vlaamse regering in een inrichtingsnota worden vastgelegd; dat hierbij de keuzevrijheid van de landbouwer maximaal gerespecteerd moet worden; dat een geloofwaardig budget om de getroffen bedrijven te vergoeden onontbeerlijk is voor de geloofwaardigheid en de gedragenheid van het implementatietraject voor de realisatie van de instandhoudingdoelstelling. Afschrift van dit besluit voor verder gevolg over te maken aan het agentschap landbouw en visserij.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------18. Kerkkunst. (Interpellatie door raadslid Bolle). Collega’s, de kerkfabriek van St.-Maarten – St.-Niklaas vraagt aan het stadsbestuur de toestemming tot aankoop van een kunstwerk van de hand van kunstenaar Johan Tahon. Kostprijs 40.000 euro, te spreiden over 4 jaar, en het schepencollege heeft met haar beslissing van 23 februari toegestemd. Wij vinden dit een ongelukkige beslissing en wel hierom. Laat mij beginnen met te zeggen dat het imposante gipsen kunstwerk best wel expressief is. Er steekt een tragisch verhaal achter en het geëxposeerde werk heeft een bijzondere, maar vrij ontoegankelijke plaats gekregen achteraan in de kathedraal. Het zou wellicht een aanwinst zijn als het werk permanent in de kathedraal kon blijven, maar er is natuurlijk een maar. De kerkfabriek vraagt de stad om het beeld te financieren met goedgekeurde investeringskredieten op het meerjarenplan 2014 – 2019 en dat onder de noemer “aankoop kerkmeubelen” wat ons een meer dan rekbaar begrip lijkt. De kerkfabriek stelt dat ze zichzelf hierdoor zware beperkingen oplegt, maar wij nemen dat geweeklaag met een grove korrel zout. Als die 40.000 euro nu gespendeerd wordt aan kunst, dan zal de vervanging van kerkmeubilair of liturgische gewaden vast en zeker in het volgende meerjarenplan aan bod komen. Conclusie, dit kunstwerk wordt uiteindelijk integraal gefinancierd met publieke middelen via investeringskredieten, en dat is voor ons een brug te ver. Wij waarderen de inspanningen van de ‘Vrienden van de St.-Maartenskathedraal’ voor hun inzet om het religieus erfgoed te beschermen en te actualiseren, maar het lijkt ons netter als zij zelf de financiële inspanningen zouden opbrengen om dit kunstwerk te verwerven in plaats van de gemeenschap te laten opdraaien ervoor. Daarenboven schept de stad hiermee een precedent. Wat als deze kerkbestuurders de volgende legislatuur opnieuw beroep doen op dit financieringskanaal? Wat als de overige kerkfabrieken inspiratie putten uit het initiatief en ook dit inventieve pad bewandelen? Welke argumenten zult u dan nog hebben om een weigering te staven? Wij begrijpen dat u vanuit cultureel historisch oogpunt veel raakvlakken hebt met de kerk, maar u moet die affiniteit strikt gescheiden houden van uw taak als officiële gezagsdragers. Het is niet voor het eerst dat wij u wijzen op die dubieuze verhouding. In het verleden kwamen wij meermaals tussen o.a. over het verwijderen van kruisbeelden uit de openbare ruimte, iets wat u slechts schoorvoetend ten uitvoer bracht. Ook het niet verplichte onderhoud en herstel van kapellen werd aan de orde gebracht met inbegrip van de heropbouw en het onderhoud van de Lamezarde kapel. Vorige maand nog interpelleerde ik u i.v.m. met de kerststal op de markt. Wij vragen u dan ook om de beslissing van het schepencollege in te trekken en de ‘Vrienden van de St.-Maartenskathedraal’ te verzoeken private sponsors en donoren te zoeken voor hun fijne, maar dure smaak op andermans kosten. Raadslid Breyne heeft tevergeefs gezocht naar een verklarende nota van collega Bolle in het dossier. Hij dacht hier een tactiek achter te moeten zoeken, maar hij heeft verduidelijking gekregen in de fractievoorzittersvergadering. Hij zal daar dan ook niet verder op ingaan. Wat het inhoudelijke betreft: kunst verwerven is een eerbare zaak en deze aankoop is een buitenkans. Moesten er –in en buiten de kerkelijke sfeer- steeds vraagtekens geplaatst geweest zijn als een kunstwerk werd aangekocht, de kerken en andere openbare ruimten zouden er maar kaal bij liggen. Kerken hebben altijd hun rol gespeeld in het valoriseren van kunstwerken. En het getuigt van inzicht en openheid van deze kerkfabriek dat hedendaagse kunst in de kathedraal wordt binnengebracht. Dit is een buitenkans, gesproten uit de alom geroemde tentoonstelling “Tempus Horribilis” van verleden jaar. Toen was het gipsen beeld “Sedes Sapientiae” een blikvanger. Het had moeite gekost om een befaamd artiest, een wereldkunstenaar, als Johan Tahon te overhalen om deel te nemen.
Deze tentoonstelling is voorbij en er werd bij de kunstenaar gepolst om het beeld blijvend in Ieper te houden. De besprekingen hebben geleid tot een meer dan aantrekkelijk voorstel: 1. Het werk kan door de kerkfabriek worden aangekocht voor 40.000 EUR. Op de kunstmarkt wordt de waarde geraamd op minimum 60 à 70.000 EUR. 2. De betaling wordt gespreid over 4 jaar, à rato van 10.000 EUR per jaar. 3. Daarbij is aan de kerkfabriek de mogelijkheid geboden om een bronzen afgietsel van het werk te laten maken voor opstelling in open lucht. Daarvoor staat de kunstenaar alle rechten af en vraagt geen enkele financiële vergoeding. De productiekost hiervan wordt geraamd op 40.000 EUR en een redelijke verkoopprijs op 80.000 EUR. Dit betekent dat, àls de kerkfabriek een koper vindt van een bronzen exemplaar, ze de 40.000 EUR kan recupereren. Het is aan de kerkfabriek om een koper te zoeken. Het houdt geen risico in: alleen als er een koopengagement is, zal het brons gegoten worden, niet eerder. Men kan argumenteren dat het niet past dat de kerkfabriek met publieke middelen kunst aankoopt en dat dit kunstwerk enkel zichtbaar is achter glas en van op een zekere afstand. Voor deze aankoop vraagt de kerkfabriek geen euro meer aan de stad dan wat in de begroting is ingeschreven. Er zal op andere posten bespaard worden en de kerkfabriek is bereid om de broeksriem op andere punten duchtig aan te spannen teneinde deze kans niet te laten voorbijgaan. Men kan het niet vragen dat de “Vrienden van de Sint-Maartenskathedraal” dit zouden financieren: deze zijn al blij dat ze hun postzegels kunnen betalen. Daarbij is het niet zo uitzonderlijk dat de Vlaamse regering met gemeenschapsgelden kunst financiert. In “de Morgen” –toch een onverdachte bron- werd meegedeeld dat Vlaanderen 80 % financiert in de meerkost van 480.000 EUR voor de restauratie van “het Lam Gods” (de overige 20 % wordt door mecenaat samengebracht). Hij weet dat elke vergelijking mank loopt, maar dit is ook religieuze kunst, ook in een kathedraal tentoongesteld en ook van op afstand en achter glas te bezichtigen. Hij heeft nog geen kritiek gehoord tegen deze investering met hoofdzakelijk publieke middelen. Deze beslissing werd trouwens genomen door een Vlaamse regering met socialistische ministers en ondersteund door een stad met een socialistische burgemeester. Het is één van de taken van de overheid om stimulerend te werken in functie van verwerving en bewaring van kunstpatrimonium. Dit is nu een unieke opportuniteit om ook hedendaagse kunst in de kathedraal binnen te brengen, een kathedraal, die meer en meer inzet op medegebruik en op toegankelijkheid voor iedereen, ook de andersdenkenden. De tentoonstelling van verleden jaar was daar een bewijs van en niet alleen gelovigen hebben ervan genoten. Er wordt trouwens niet overdreven. De laatste maal dat binnen de kathedraal in kunst werd geïnvesteerd was een glasraam van Arno Brys in 1993 met als titel “Vrede door Verzoening”. Deze unieke kans mag men niet laten voorbijgaan. Raadslid Bolle vindt de repliek van raadslid Breyne grotendeels naast de kwestie en wil eigenlijk ook wel horen wat het College hierover te zeggen heeft. En dit afdoen als een buitenkans klopt niet. Waarom zou het. Bovendien, wat betreft het bronzen afgietsel en dat dan verkopen en zogezegd de prijs terug verdienen enzovoort. Het is een constructie waar men zelf blijkbaar niet in gelooft. En zeggen dat de broeksriem wordt aangetrokken is ook niet het geval. Hieromtrent is in het meerjarenplan niks voorzien en dus gebruikt men maar andere middelen. En ofwel is de meerjarenplanning correct opgemaakt en kan men niet beweren de middelen nu toch voor het voorziene niet nodig te hebben. Ofwel is meerjarenplan niet correct opgemaakt wat dan niet behoorlijk is, ofwel gaat het hier om een slinks manoeuvre. En wat de “vrienden” van de kathedraal betreft, die moeten maar zoals zovele andere verenigingen zorgen dat ze geld verwerven als ze aankopen willen doen. Maar niet doen alsof dit een prachtige investering is maar als het op de financiering komt, dan toch kijken naar publieke middelen. Dus verneemt hij graag het standpunt van het College. De burgemeester wijst op de geschiedenis en merkt op dat jaren geleden toen de meerderheid geen orgel wenste aan te kopen, een collega van raadslid Bolle (meer bepaald Staf Verheye) vond dat dit niet kon en het toch moest aangekocht worden. Daarna verwijst hij ook naar het punt in verband met de kerkenvisie Investeren voor nevenbestemming zoals hier voorgesteld past daar volledig in. Trouwens, het aantal bezoekers aan St-Maartenskathedraal als monument en de daar georganiseerde tentoonstellingen is ruim meer dan de eigenlijke kerkgangers. In die context heeft het College geoordeeld dat dit een goede investering is voor de aankleding van de kathedraal in een moderne aanpak. Raadslid Breyne zal zeggen wat hem op de lever ligt: hij begint de tactiek van de collega door te hebben. In één zin vraagt hij een “gedachtenwisseling”, terwijl dat voor hem de mogelijkheid biedt om
geen verklarende nota in te dienen en er zich met één zinnetje vanaf te maken. Zo houdt hij zijn troeven achter de hand en verplicht college en andere fracties om ter plaatse een antwoord te verzinnen, bij gebrek aan duidelijke nota vooraf. Dit biedt hem uiteraard een strategisch voordeel, waarbij college en andere fracties in een defensieve positie worden geduwd. Het is de tactiek van een ervaren rot, maar het manipuleert het open debat. Dit moet kunnen gezegd worden. Raadslid Breyne blijft dit een buitenkans vinden en wil hier stellen dat er reële kansen zijn dat de kerkfabriek een koper vindt voor het bronzen afgietsel. Hij heeft zijn argumenten reeds gegeven. Alleen vindt hij het spijtig dat elke keer dat een onderwerp iets of wat met kerken of kerkfabrieken te maken hebben, sommigen beginnen te steigeren. Het heeft iets van omgekeerde bekeringsijver, iets waar de katholieken allang van genezen zijn. Collega Bolle argumenteert nu dat de kerkfabriek dan anders 40.000 EUR te veel ontvangt als die zo gemakkelijk kunnen bespaard worden. Dit is een cirkelredenering en zo kan men altijd blijven mekkeren. Want had de kerkfabriek middelen bij gevraagd dan zou het ook niet goed zijn geweest. Dit is niét gemakkelijk voor de kerkfabriek in kwestie en er worden initiatieven, werken en aankopen uitgesteld om hier deze realisatie mogelijk te maken. Er is geopteerd in deze raad, bij de toekomstvisie van de kerken, dat de kathedraal in de categorie “nevenbestemming in de ruimte” wordt opgenomen. Welnu, dit past daar helemaal in. En daarom zal de meerderheid deze aankoop volledig steunen. Raadslid Six zegt aan raadslid Breyne dat zij als oppositieleden in het verleden al meermaals te maken hebben gekregen met ontbrekende nota's in dossiers gelijk bij de toelichting van de begroting/budget. En die moesten toch ook goedgekeurd worden. Raadslid Bolle zegt dat er reden is om te beginnen steigeren omdat het hier niet in alle openheid gebeurt. Waarom geen budget voorzien in de meerjarenplanning van de stad voor aankoop van kunst als men dat wenst. Dan kan het tenminste hier besproken worden. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------19. De bouw van een crematorium op het grondgebied van de stad. (Interpellatie door raadslid Bolle). Collega’s, volgens officiële cijfers vonden er in 1986 in België 14.433 crematies plaats. Op dat moment konden overledenen enkel gecremeerd worden in Ukkel, Antwerpen of Luik. In 2012 vonden er in België voor het eerst meer crematies plaats dan begrafenissen en vorig jaar werd de 60.000 overschreden. Uitgesplitst, in Vlaanderen kiest 56 procent voor crematie, in Brussel 67% en in Wallonië slechts 28 procent. En vooral de verstedelijking ligt aan de basis van de toenemende populariteit van crematie. Omdat we ondertussen met 11 miljoen Belgen zijn, is er simpelweg geen plaats meer om iedereen te begraven. Maar er zijn uiteraard ook sociologische factoren gemoeid met de populariteit. Omdat de dorpsbanden losser, de mensen mobieler en de wereld kleiner wordt, daalt ook het aantal familiegraven. Mensen blijven ook niet meer hun hele leven in hun geboortedorp wonen. Het percentage gecremeerde lichamen zal in de nabije toekomst daarom vermoedelijk stijgen tot zo’n 80 procent van de overledenen. De stijgende vraag naar crematie zorgt ervoor dat de bestaande crematoria overal in Vlaanderen op volle toeren draaien. Zo moeten mensen die afscheid willen nemen in de aula van het crematorium soms uren wachten tot de voorgaande ceremonies zijn afgesloten. Om de druk van de bestaande crematoria weg te nemen investeerde de Vlaamse overheid de laatste jaren honderdduizenden euro’s in de bouw van crematoria in Sint-Niklaas, Oostende, Kortrijk, Aalst en Leuven. En het zal niet ophouden. De Vlaamse overheid werkt met een perimeter en wil dat de Vlamingen op termijn nooit meer dan 20 kilometer zullen moeten rijden om een crematie bij te wonen. M.a.w. er komt een verdichting en meerdere Vlaamse steden zullen de handschoen moeten opnemen. En wat ons betreft, ook Ieper. Als we de ambitie willen waarmaken de 14de centrumstad te zijn, dan moeten we beseffen dat daar ook verantwoordelijkheden mee gepaard gaan. En nu ter zake. De stad Ieper heeft in 2005 de boot afgehouden en stapte niet mee in het project dat ondertussen in Kortrijk werd gerealiseerd en waarin 22 gemeentebesturen uit Zuid- en Midden WestVlaanderen participeren. De intercommunale Psilon reikt vandaag opnieuw de hand aan Ieper om een crematorium te realiseren. Hun milieuvergunning laat 3.065 crematie per jaar toe en de voorbij 2 jaar realiseerden ze telkens tussen de 2.950 en 3.000 crematies. Een structurele verhoging van de capaciteit kan enkel gerealiseerd worden met de bouw van een tweede crematorium binnen het
werkingsgebied Ieper-Westhoek of Roeselare. En ter informatie, Roeselare ziet geen ruimte -en dat mag je gerust letterlijk nemen- om te participeren. De intercommunale is uitermate bereid om een locatiestudie uit te voeren op het grondgebied van Ieper om de mogelijke locaties in kaart te brengen en te evalueren op vlak van bereikbaarheid, bouwfysische mogelijkheden, de ligging tegenover de woonkernen, omgevingskwaliteiten en stedenbouwkundige bestemmingsvoorschriften. In grote lijnen denken zij aan een studiefase in 20152016; plannen, vergunningen en subsidieprocedures in 2017, bouwrealisatie in 2018-2019 en operationeel in 2020. Wij, collega’s, vinden dat die uitgestoken hand moet worden aangenomen. Dit project op middellange termijn zou de stad een stuk completer maken en de aspiraties van centrumstad bekrachtigen. We zijn ons bewust van het feit dat de inplanting van een crematorium vragen oproept. Vragen -gelukkig veelal achterhaald- over gezondheidsrisico’s en natuurlijk ook levensvragen over de confrontatie met de dood. Maar dat mag ons er niet van weerhouden de handschoen op te nemen. M.a.w. is de stad bereid gesprekken aan te gaan met de intercommunale Psilon, met het oog een crematorium te bouwen op het grondgebied van de stad in de nabije toekomst? Raadslid Thybergin zegt dat Open Ieper principieel niet negatief staat tegenover een crematorium op ons grondgebied maar ze is geen voorstander om dit overhaast en ondoordacht te realiseren. Verschillende vragen rijzen: - Naar verluidt is die nood reëel gezien het crematorium in Kortrijk al aan haar plafond zit; we moeten als centrumstad in wording onze verantwoordelijkheid nemen. De vraag stelt zich dan ook waarom Ieper geen lid is van Psilon: het is niet omdat Ieper zoals ook door de burgemeester in het Nieuwsblad van 12 maart jongstleden aangehaald, “geen vraag gekregen heeft” dat we onze verantwoordelijkheid niet moeten opnemen; dit is hier trouwens al meermaals gehoord als argumentatie, “dat de vraag niet wordt gesteld”. Een stad met een visie en ambitie stelt zelf de nodige vragen en wacht niet tot het probleem zich stelt. - over de locatie zal nog veel water onder de brug vloeien, hij wil alvast geen tweede Reigersburgverhaal waar industrie achter woonhuizen wordt neergepoot; hij wil ook niet dezelfde problemen als in Kortrijk op onze nek halen: Een buurtcomité stelt dat Uitzicht onwettig in woonuitbreidingsgebied is gebouwd. Er wordt een nieuwe 'zonevreemde' milieuvergunning aangevochten bij de Raad van State. En wat met de CO2-uitstoot en de impact op de omgeving en het milieu? Berlijnse botanici rekenden uit dat om de CO2-uitstoot van een crematie van 1 persoon door een boom terug in zuurstof om te zetten dit voor een boom van 100 jaar oud zo’n 8 zonovergoten dagen duurt maar voor bvb. nieuw aangeplante beukenboompjes zou je er 2000 nodig hebben om op 8 zonnige dagen hetzelfde resultaat te hebben. De burgemeester verduidelijkt de uitspraak in de krant: er was gevraagd “heeft u een vraag gekregen”. Dus was het antwoord: “neen”. Er zijn hierbij verschillende aspecten die mee in rekening moeten gebracht worden. Er is inderdaad een toename van de wachttijd voor crematies in Kortrijk. Maar er zijn er slechts 7 à 8 met plechtigheid van Ieper op 1 jaar. Het is wel zo dat er algemeen een toename is en dat dat die nog zal stijgen. Maar Ieperlingen gaan thans vooral naar Brugge, deels ook naar Lochristi. De vraag is waar er een bijkomend crematorium nodig is. De bedoeling is een tweede of op termijn zelfs een derde extra. Daarvoor wordt nu gekeken in het gebied Ieper-Roeselare. Het zoeken is nog bezig, dus moeten we eerst zien wat de conclusies van die zoektocht worden. Het College wil eerst die voorstellen afwachten, niet direct zelf Ieper naar voor schuiven. Raadslid Bolle vindt dit een zeer behoedzaam antwoord. Hij vraagt dan ook concreet of er bereidheid is om het gesprek aan te gaan? Zijn vraag is: moeten wij hand uitsteken of afwachten? De burgemeester wijst er op dat het de intercommunale is die de studie zal maken om te bepalen waar dit best komt. De stad is niet in de positie om vrager te zijn om eerst aan bod te komen. Het is dus aan Psilon om hier haar studiewerk te doen. Uit cijfers blijkt dat er met name 177 in 2013 en 157 in 2014 waren. Van Brugge heeft hij ondanks zijn vraag geen cijfers gekregen. Hij is wel verheugd dat men er globaal toch positief tegenover staat. Raadslid Thybergin meent andere cijfers te hebben van Psilon en zou dit zelfs naar de 400 gaan (is arrondissementeel). En het aantal zal in de toekomst nog veel meer zijn, zie naar de Vlaamse cijfers. Dan moet Ieper toch zijn centrumrol vervullen en kijken waar dit kan komen. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------- -----------------------
20. Gedachtewisseling over het algemene terrassenbeleid en de toepassing van het terrassenreglement. (Interpellatie door raadslid Talpe) “Ondertussen staan de terrassen op de Grote Markt en zien we weer vele gelukkige gezichten flaneren langs en zittend op de diverse terrassen. Terrassen zijn deel van het kloppend hart van onze stad. Ze zorgen voor een dynamiek, ze boosten ons op toeristisch vlak, het is een ontmoetingsplaats voor alle Ieperlingen, het zorgt voor werkgelegenheid, voor economische bloei, en jawel het helpt zelfs om de brain drain tegen te gaan: jongeren willen zich graag vestigen in een stad met een bruisend centrum vol terrasjes. Bij het uitwerken van een terrassenbeleid en het toepassen van het terrassenreglement moet er dan ook uitgegaan worden van die insteek nl. hoe kunnen we Ieper nog meer doen bloeien en groeien, economisch, toeristisch, … als potentiële centrumstad? Dit moet het hoogste doel zijn van het reglement; niet op de komma na het reglement droogweg te gaan toepassen louter omdat het reglement er nu eenmaal is. Het reglement en de toepassing er van moet ook een levend, bewegend geheel zijn. Tijden veranderen, gewoonten veranderen, ja zelfs de seizoenen veranderen. We moeten kansen grijpen en faciliteren, ook bij het beleid inzake terrassen dat we voeren. Ik illustreer graag met een aantal voorbeelden die insteek er onvoldoende is volgens ons: - Zo kom ik bij onze grootste DADA, terrassen het ganse jaar rond. We hebben de mening van de meerderheid ondertussen genoegzaam gehoord en kunnen dit alleen maar betreuren. Maar ook ons voorstel om de mogelijkheid om losse winterterrassen als algemene aan te vragen toelating te voorzien, werd niet weerhouden. Bij een vorige tussenkomst werd geantwoord dat er wel een individuele aanvraag bij de burgemeester mogelijk is maar dat weet niemand, het staat ook niet in het terrassenreglement. Promoot deze mogelijkheid, maak het formeel. Het zou een mooi signaal zijn aan de horeca mocht u het aanbod om losse winterterrassen te zetten zonder vergoeding opneemt in het terrassenreglement. - Ongelijkheid in de startdatum van de toelating terrassen te plaatsen over de verschillende zones: Zone A (grote markt en Vandenpeereboomplein) - en dit werd recent gewijzigd - mag haar terrassen openen de eerste vrijdag na de Kattenfoor; Dit kan dan ook sterk verschillen jaar op jaar, dit jaar en volgend jaar is dit heel vroeg al in maart resp. 13 en 4 maart voor 2016; De andere zones, in concreto Boterstraat, Menenstraat, Diksmuidestraat, Rijselstraat enz die moeten wachten tot 1 april. De logica om te werken met verschillende startmomenten in deze zones ontgaat ons volledig. Eenduidigheid is voor ons een gelijk startmoment voor iedereen. Dit zorgt ervoor dat er geen wrevel ontstaat wanneer de horeca in zone A tot bijna een maand eerder zijn terrassen mag benutten. - Het reglement voorziet ook expliciet dat bij door het stadsbestuur georganiseerde of goedgekeurde activiteiten of installaties, of zelfs op eerste verzoek van de burgemeester, het terras moet verwijderd worden en dat er geen recht op terugbetaling of schadevergoeding onder welke vorm kan gevraagd worden. Hoe verantwoorden jullie deze discretionaire beslissingsmacht met verregaande impact op de vergunninghouder? Het voor enkele dagen afbreken, stallen en terug opbouwen van een terras kost snel tussen de 3000 en 5000 euro. Er moeten al veel pintjes getapt worden om dit te compenseren. Dat er om gemotiveerde redenen geëist kan worden dat een terras tijdelijk plaats moet ruimen voor een bvb. een evenement daar kunnen wij inkomen maar doe dit alleen als je op voorhand aan de vergunninghouder de zekerheid hebt gegeven dat dit alleen zal gebeuren mét een tegemoetkoming. Wij pleiten voor een duidelijke aanpak met een duidelijke “compensatiemaatregel”. Dit zal de onrust en onzekerheid bij de vergunninghouders wanneer er evenementen plaatsvinden voor een groot stuk wegnemen. Ook over het beleid inzake het al dan niet toekennen van een vergunning voor het plaatsen van een terras is er onduidelijkheid, onzekerheid en ongerustheid. Artikel 6 stelt dat de aanvraag “geval per geval” wordt beoordeeld, onder meer in functie van beschikbare oppervlakte, veiligheid, voetpadbreedte, toegankelijkheid, … maar ook op basis van “het karakter” van de omgeving, enz. Er is dus zeker marge in hoofde van het College van Burgemeester en Schepenen bij de beoordeling. In de notulen van het schepencollege zie ik dan ook met lede ogen de beoordelingen en argumentatie van de aanvragen tot vergunning aan.
Zo lijken zich een aantal nieuwe regels te vormen. In de notulen van februari dit jaar las ik dat er in woonstraten geen terrassen meer kunnen geplaatst worden. Is dit nu de algemene regel? Wat is een “woonstraat”? En wat met horeca-zaken in woonstraten die vorige jaren wel een terras hadden en dit jaar een weigering krijgen, niet omdat er een wijziging is aan de inrichting van de straat maar gewoon omwille van een beleidsbeslissing? Ook hier moet de vergunninghouder zekerheid hebben dat er een redelijke overgangsperiode zal worden ingelast of een compensatie voor de gedane investeringen in terrasuitrusting die voortaan op zolder mag blijven zeg maar. Het lijkt ons ook wenselijk dat we het eenjarigheidsbeginsel laten varen. Wie investeert in een terras betaalt hier een serieuze som voor. Het kan dan misschien wel niet jullie intentie zijn om om de haverklap een andere beslissing te nemen maar geef de aanvrager toch meer zekerheid en werk met langere toestemmingen bvb. x aantal jaar tenzij natuurlijk er zich natuurlijk een wijziging aan het wegdek of andere uitzonderlijke omstandigheid zou voordoen. Maar maak er dus een regel van en bevestig voor langere duur. We stellen ook vast dat in één en dezelfde straat de éne wel en de andere geen terras kan plaatsen? Dit kan natuurlijk verantwoord worden in bepaalde gevallen maar als met een kleine aanpassing er voor iedereen een gelijke behandeling kan gegeven worden dan lijkt het ons dat er daar maximaal moet op ingespeeld worden. We willen dan ook het gesprek aangaan over het vasthouden aan een rigide terrassenbeleid waarbij we de indruk hebben dat het eerder een principieel vasthouden is aan de oude geplogendheden eerder dan met een duidelijke toekomstgerichte visie een terrassenbeleid te voeren, waar ja dat kan de regel is en nee de uitzondering en dit met als duidelijk doel een bruisend Ieper, maar ook ondernemingsvriendelijk Ieper waar de lokale overheid kansen geeft en het ondernemen niet bemoeilijkt via tal van regeltjes.” Raadslid Breyne zegt dat raadslid Talpe dezelfde tactiek gebruikt als collega Bolle. Hij vindt enkel een titel aanbrengen en voor de rest haar wapens, haar inhoudelijke inbreng en argumenten achter de hand houden tot op de zitting zonder het college of de andere fracties de mogelijkheden te geven om vooraf tegenargumenten te verzamelen. Voorzitter Leterme wijst er raadslid Breyne wel op dat de indiening wel volledig conform het huishoudelijk regelement is en in die zin volstrekt correct op die manier kon gebeuren. Raadslid Breyne erkent dit maar vindt het frustrerend werken omdat hij zich zo niet goed kan voorbereiden en er zijn diverse voorstellen te bespreken. Eigenlijk zouden dergelijke punten moeten afgevoerd worden van de agenda omdat er geen verklarende nota aanwezig is. Dit getuigt van weinig respect voor de collega’s, die er werk van maken om de raad voor te bereiden. Hij zou deze werkwijze graag anders zien. Maar goed: we konden vermoeden dat collega Talpe opnieuw zou pleiten voor terrassen doorheen het hele jaar. Wij hebben in het begin van het debat onze argumenten geuit en deze zijn niet veranderd. Schepen Desomer stelt vast dat er dan toch weer een vraag over het terrassenbeleid op de agenda staat. Het is een bijna met de regelmaat van de klok terugkerend punt. Ze wil daarbij proberen puntsgewijs in te gaan op de elementen die raadslid Talpe aanbracht. Ze wijst er vooreerst op dat er een overeenkomst is gemaakt met de sector die loopt tot en met 2019 en waarbij dus niet het volledig jaar rond de terrassen behouden blijven. Wat de winterterrassen betreft, is dit geprobeerd enkele jaren terug (met losse tafels en stoelen) maar er was geen echte interesse . En de laatste jaren was er ook geen vraag in die zin. De ongelijke startdatum heeft te maken met zoneringen in het terrassenreglement. Maar daartegenover staan ook serieuze prijsverschillen. Er is ondertussen ook voor gezorgd dat qua evenementen er geen geld meer moet betaald worden voor het 3e terras bij evenementen door derden. Uitzonderlijk moeten bepaalde terrassen nog eens wijken in het kader van of werken of bepaalde evenementen maar dat is zeer beperkt. En een verwijdering wordt enkel gevraagd mits grondige motivatie. Wat woonstraten betreft, is het de bedoeling dit beter te definiëren. Hierbij is advies politie doorslaggevend. Tot slot is ook in het college het voorstel geformuleerd om meerjarenvergunningen te maken, bijvoorbeeld voor 3 of 4 jaar. Dat zal de administratieve opvolging ervan zeker ten goede komen, zowel voor de uitbaters als voor de betrokken stadsdiensten.
Raadslid Talpe is blij van de schepen een aantal elementen te horen van tegemoetkoming: Het screenen van het reglement zodat een aantal onwenselijke bepalingen, in het bijzonder over discretionaire beslissingsmacht, kunnen weggewerkt worden is nodig want het kan zeker niet de bedoeling zijn om ongemotiveerd terrassen te laten verwijderen. Ook kijkt ze uit naar duidelijke regels over het toekennen van vergunningen onder meer de definitie van een woonstraat. Het afstappen van het éénjarigheidsbeginsel is ook een goeie stap en zal meer zekerheid verschaffen tegenover de investeringen die men doet in een terras. De verantwoording dat de ongelijke startdatum gecounterd wordt door het prijsverschil vindt ze echter niet terzake doend en moet losgekoppeld worden. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------21. Vragen en antwoorden. Vraag van raadslid Laurens Sensibilisering over de toegankelijkheid van de stad voor mensen met beperking “In de vorige raad kwam de bereikbaarheid van Ieper voor mensen met een handicap al ter sprake. Ik weet dat het bestuur daarvoor al een aantal initiatieven nam om de toegankelijkheid en de veiligheid voor de mensen met een fysieke of visuele beperking te verhogen. Maar dit is niet alleen een opdracht voor het bestuur, maar ook voor de burger. Mijn vraag is dan ook of er in “IeperActief” of in “Iedereen Ieper” aandacht kan besteed worden aan deze problematiek met bijvoorbeeld een aantal tips voor de burgers. Daarmee bedoel ik tips om onze voetpaden vrij te houden voor rolstoelgebruikers, voor mensen met een blindenstok en ook voor mensen met een buggy. Misschien kunnen foto’s gepubliceerd worden om aan te tonen dat er simpele oplossingen mogelijk zijn: bv. publicitaire borden beter plaatsen om de doorgang op het voetpad voldoende vrij te houden voor rolstoelen. Zo kunnen wij als bestuur aangeven dat er bij feestelijkheden mogelijkheden genoeg zijn om het feest en de bereikbaarheid voor onze doelgroep op een goede manier te combineren. Ik weet dat veel mensen niet stilstaan bij de problemen die mensen met een beperking soms ondervinden. Dat kan ik begrijpen wanneer je niet geconfronteerd ben met deze problematiek. Vroeger stond ik daar ook niet altijd bij stil. Maar met simpele tips kunnen we onze inwoners misschien doen nadenken en zo onze stad nog aantrekkelijker maken, ook voor de mensen met een beperking.” Burgemeester Durnez vindt de opmerkingen van raadslid Laurens zeer terecht en geeft aan dat er daar meer aandacht aan moet besteed worden. Hij is dan ook bereid om sensibiliserend te handelen, dit kan onder andere met artikels in Ieperactief maar ook door overleg met het centrummanagement om bijvoorbeeld handelaars aandacht te vragen hiervoor. Bedoeling is dit op korte termijn aan te pakken.
Vragen van raadslid Six Ieperlingen vertrouwd maken met AED-toestellen “Een AED (automatisch externe defibrillator ) is een draagbaar toestel dat een elektrische schok aan het hart toedient bij levensbedreigende hartritmestoornissen. De AED analyseert het hartritme van het slachtoffer en bepaalt automatisch of een stroomstoot het slachtoffer kan helpen. Het AED-toestel geeft gesproken instructies. Het leidt de hulpverlener door de reanimatie tot professionele hulpverleners het van hem overnemen. Een AED is dus van onschatbare waarde en zou feitelijk voor al onze inwoners méér moeten betekenen dan “de groene bak met het hart” aan de muur. Niet iedereen volgde een EHBO-cursus, niet iedereen durft een onbekend toestel te gebruiken in noodsituaties. Daarom mijn vraag of: 1/het overwogen kan worden om onze inwoners de kans te bieden om in kleine groepjes een korte “snelcursus” te geven over het gebruik van die toestellen. Dit in samenwerking met bv het Vlaams
Kruis, Rode Kruis, Jan Yperman Ziekenhuis, en dit gedurende een bepaalde maand/trimester. Met info-momenten op verschillende dagen en uren zodat zowel jongeren als senioren, werkenden-als niet-werkenden, de scholen, jeugd- en sportverenigingen, enz… de gelegenheid krijgen het toestel te leren kennen en zij zodoende misschien in de toekomst ooit het leven kunnen redden van een medemens… 2/de locaties van de AED ook zouden opgenomen worden op de stadsplannetjes waarop de bezienswaardigheden staan zodat ook de toeristen die weten te vinden.” Ook hier vindt de burgemeester dit positieve en goede suggesties waar op kan ingegaan worden. Hij geeft mee dat op de stadsplannetjes die binnenkort beschikbaar zijn, de locatie van de AED-toestellen al zal voorzien zijn.
Taalvoorschrift wekelijkse markt “Dat ik onze moedertaal, het Nederlands, koester is ondertussen al gekend onder andere door eerdere tussenkomsten omtrent het taalgebruik in onze stad, het melden van overtredingen van de taalwetgeving, enz. Groot was mijn ergernis toen ik tijdens mijn laatste bezoek aan de wekelijkse markt (21/03/2015) in één en dezelfde gang twee kramen zag staan met eentalig anderstalige aankondigingen. In beide gevallen waren het Franstalige omschrijvingen. De foto’s van beide kramen (een koekjes- en een schoenenkraam) zijn in bijlage te zien. Die standhouders beseffen misschien niet eens dat er mensen zijn die zich storen aan hun eentalig anderstalige omschrijvingen tot de dag komt dat er discussies zullen ontstaan en dit kan voorkomen worden door een duidelijke reglementering. Ik heb er uiteraard begrip voor dat de standhouders ook anderstalige klanten willen lokken, denk maar aan bv anderstalige (dagjes)toeristen, maar ik heb er absoluut geen begrip voor dat onze eigen moedertaal daarvoor moet wijken. Om te voorkomen dat in de (nabije of verre) toekomst nog meer eentalig anderstalige aankondigingen komen wil ik het volgende vragen: 1/kan er in het markreglement toegevoegd worden dat de Nederlandse taal als eerste taal gebruikt dient te worden voor het aanbrengen van omschrijvingen, prijzen, enz…? 2/indien ja: zal dit effectief ook opgevolgd worden en wat bij niet naleving van het taalvoorschrift? 3/ indien nee: wat is de motivatie voor het weigeren van deze toevoeging van het taalvoorschrift?” Schepen Desomer herinnert zich dat deze vraag enkele jaren terug ook eens gesteld werd. Ze merkt op dat er op de wekelijkse markt zo’n 85 vaste en 10 à 20 “risico”-standplaatsen zijn. Vooral bij die laatste groep kan het al eens voorkomen dat er ook anderstaligen tussen zitten. Nu zijn er dus twee met Franstalige borden vastgesteld. In die zin heeft raadslid Six gelijk, de aankondigingen moeten in het Nederlands zijn. En er wordt indien dit opgemerkt wordt, ook opgetreden. Op de eerste vraag is het antwoord echter negatief gezien dit geregeld is in wettelijke bepalingen, wat meteen antwoord is op vraag drie. Er zal verder gewaakt worden over de correcte toepassing .
Vraag van raadslid Thybergin Voorstel herdenking 11 november 1918 / ANZAC. “Het is misschien nog lang maar de herdenking van 11 november 1918 komt stilaan dichterbij. Die herdenking zou voor Ieper het orgelpunt moeten worden van de 4 herdenkingsjaren. Met grote waarschijnlijkheid zal de Menenpoort het centrale punt hiervan worden. Ja, de duizenden namen van vermiste soldaten of soldaten van wie het graf onbekend is in combinatie van de Last Post-ceremonie doet nog iedereen stil worden. Van alle werelddelen komen ze dit monument, symbool van gruwel en waanzin, bezoeken en voor vele familieleden van de Commonwealth is dit de enige herinnering aan hun overgrootvader, oom, neef of andere familieleden. Voor zij die in het Verenigd Koninkrijk wonen is dit niet zo ver maar voor de familieleden van de
Australia and New Zealand Army Corps (kortweg ANZAC), is dit letterlijk en figuurlijk de andere kant van de wereld. Voor de ANZAC-troepen was en is de slag bij Gallipoli het belangrijkste symbool van de waanzin. Met duizenden trekken ze er ieder jaar heen. Zowel de Australische als de Nieuw-Zeelandse regering verloten ieder jaar een paar honderd vliegtuigtickets met overnachting voor hen die de jaarlijkse herdenking willen bijwonen van de slachting door de troepen van Atatürk. “Gallipoli” is daar op school ook het belangrijkste thema en niet de “Fields of Flanders”. Nu moeten wij Ieperlingen ook beseffen dat ganse bataljons ANZAC-troepen hier gevochten hebben. De Australische vermiste soldaten kan je vinden op de Menenpoort en de Nieuw-Zeelandse. Voornamelijk op Tyne Cot maar nog op twee andere monumenten in de buurt. Tevens als je rond reist in Australië en Nieuw-Zeeland zie je in vele steden monumenten voor hun soldaten met daarop Ypres, Flanders, Passchendaele met de jaartallen en namen erop van gesneuvelde soldaten. Voor de Australische en Nieuw-Zeelandse familieleden zijn er bij mijn weten geen loterijtickets om naar hier te komen, wat ik persoonlijk heel jammer vind. Om die reden zou ik willen voorstellen aan deze raad om als Ieper iets terug te doen aan de ANZACtroepen. Neen, niet opnieuw een monument plaatsen want die hebben ze al. Vorig jaar hebben de troepen nog een prachtig monument in Mesen gekregen met een prachtige ceremonie. Maar waarom zouden wij als stad niet een aantal families of een familie van Australië en Nieuw-Zeeland uitnodigen naar hier. Families van familieleden, die een plaats kregen op de Menenpoort of op één van de andere monumenten. Vaak dus met een graf zonder naam. We kunnen dit perfect organiseren in samenwerking met de ambassades en de overheden. Volgens ons doen we dan als kleine stad iets symbolisch terug aan die landen en hun bevolking. Het zou natuurlijk ideaal zijn moesten we een familie of families van alle verafgelegen gebieden kunnen laten overkomen van de Commonwealth en ze dan laten verbroederen met families van Duitse soldaten wiens graf onbekend is, want dit zou misschien nog meer aantonen hoe volkeren kunnen verbroederen op een plaats die getekend is van zoveel gruwel. Daarom collega’s stel ik voor dat we over de politieke grenzen heen dit voorstel aannemen en volledig uitwerken. Politiek is soms oorlog, maar vrede en samenwerken brengt ons altijd verder. En tevens zouden we dan kunnen aantonen dat de belangrijkste herdenking er een zal zijn niet alleen voor hoogwaardigheidsbekleders, maar vooral voor de gewone mensen die hier lief en leed zijn verloren lang geleden. Vraag: Kan dit voorstel aangenomen worden?” Schepen Verschoore wil raadslid Thybergin bedanken om deze keer een constructief voorstel te hebben ingediend. De eeuwherdenking van de Eerste Wereldoorlog is zeer belangrijk voor de stad en de steun van alle raadsleden bij de vele projecten en initiatieven die genomen worden is een hart onder de riem van iedereen die zich hiervoor met hart en ziel inzet. Uit de analyse van de bezoekers aan het In Flanders Fields Museum en de frontstreek in de Westhoek in het algemeen, blijkt dat er een toename is van het aantal Australiërs en NieuwZeelanders. In verhouding tot het aantal Britten zijn deze aantallen uiteraard heel bescheiden, maar men kan toch stellen dat de Australiërs talrijker zijn dan de andere verder afgelegen landen zoals bijvoorbeeld Canada en de Verenigde Staten. De Nieuw-Zeelanders zijn minder talrijk, maar het aantal inwoners van Nieuw Zeeland is ook veel kleiner dan dat van Australië. Er wordt sinds jaar en dag gewerkt aan een goede verstandhouding met de ambassades van Australië en Nieuw-Zeeland en de ondersteuning van hun events en projecten. Naast de jaarlijkse organisatie van Anzac Day op 25 april gaat dit onder meer over het volgende: De ontvangst van delegaties uit beide landen die op bezoek komen naar onze stad. De ondersteuning door de educatieve dienst van het In Flanders Fields Museum van schoolbezoeken uit Australië. Zo is er bijvoorbeeld jaarlijks een bezoek van een schoolgroep van het Australische stadje Tumut, die na bemiddeling van onze educatieve medewerkers een samenwerking met Immaculata heeft opgezet. Samenwerking tussen de dienst toerisme en de Australische en Nieuw-Zeelandse coördinatiecellen van de Centenary (de eeuwherdenking) rond de ontwikkeling van Heritage Trails. Dit zijn uitgestippelde parcours langs het westelijke front die specifiek langs sites, monumenten en musea gaan die voor de Anzacs belangrijk zijn. De dienst toerisme en het In Flanders Fields Museum hebben in de aanloop naar de periode 2014-18 op vraag van Toerisme Vlaanderen specifieke meerdaagse programma’s voor
Australische en Nieuw-Zeelandse bezoekers uitgewerkt. Dit werd ook door de ambassades zeer op prijs gesteld. De dagelijkse hulde aan de Last Post staat regelmatig in het teken van een Australische of Nieuw-Zeelandse gesneuvelde. Er wordt dit jaar in de periode voor of na 25 april – wanneer de 100ste verjaardag van Gallipoli herdacht wordt – een toename van het aantal Australische en Nieuw-Zeelandse bezoekers aan de streek verwacht. Ongeveer 10.000 Anzacs zullen aanwezig zijn op de grote herdenking in Gallipoli. Een deel daarvan zal dit combineren met een bezoek aan het Westelijke Front. De grote stroom Anzacs wordt echter in 2017 verwacht naar aanleiding van 100 jaar Derde Slag bij Ieper en Slag van Passendaele. In 1917 werden de Anzacs voor het eerst in groten getale ingezet aan het front in Vlaanderen. Er zijn daarover reeds gesprekken gaande met de coördinatiecellen van de Centenary. Een aantal data voor grote herdenkingen werd al afgesproken. Om nu concreet in te gaan op het voorstel van raadslid Thybergin. Het financieren van reizen vanuit Australië en Nieuw-Zeeland naar Ieper lijkt toch een stap te ver. Men kan zeker helpen bij de praktische organisatie hier ter plaatse, maar effectief vliegtuigtickets en hotels gaan financieren lijkt geen goed idee. De waardering bij de Anzacs van de vele inspanningen die nu al geleverd worden ten aanzien van hen is zeer groot. Bij vele bezoeken wordt dit vaak ook door hen verwoord. Deze zullen in een zelfde mate blijven geleverd worden in de toekomst. Raadslid Thybergin erkent dat de stad geen reisbureau is maar gezien 11 november 2018 zeer belangrijk is, meent hij dat de stad nu in tussentijd ook wel iets zou kunnen terugdoen en vraagt hij toch dit voorstel positief te benaderen.
Vragen van raadslid Talpe “Vragenuurtje” voor burgers “Burgerparticipatie en –inspraak zijn belangrijke pijlers van ons democratisch bestel. Het is essentieel dat er op regelmatige basis naar de burgers wordt geluisterd -niet alleen wanneer men naar de stembus trekt - en dat hen instrumenten worden aangereikt om hun stem te laten horen. Op lokaal niveau stelt het gemeentedecreet (art. 199) dat de gemeenteraad initiatieven dient te nemen om de betrokkenheid en de inspraak van de burgers of van de doelgroepen te verzekeren bij de beleidsvoorbereiding, bij de uitwerking van de gemeentelijke dienstverlening en bij de evaluatie ervan. Verschillende steden en gemeenten vullen dit in door het installeren van een “vragenuurtje” (in realiteit half uur of kwartier) voorafgaand of volgend op de gemeenteraadszitting. Zo werd er in Kortrijk sedert maart vorig jaar een “vragenuurtje” geïnstalleerd dat in het verlengde ligt van het participatieproject ‘Kortrijk Spreekt”. Het vragenuurtje maakt geen deel uit van de formele agenda van de gemeenteraad maar gaat de gemeenteraad wel vooraf. Concreet is er een half uur voorzien voor vragen van burgers, en dit reeds vanaf 16 jaar, met als insteek het algemeen belang van de stad (geen individuele dossiers aldus). De regels worden opgenomen in een reglement en zijn grotendeels dezelfde als deze voor gemeenteraadsleden. Vijf dagen op voorhand dienen de vragen ingediend te worden. Er is een ontvankelijkheidsbeoordeling door de voorzitter van de gemeenteraad. Alle ingediende en ontvankelijke vragen kunnen, samen met de antwoorden van het college van burgemeester en schepenen en de reacties van de politieke fracties, door de stadsdiensten op de website van de stad gepubliceerd op een specifieke pagina of een daartoe bestemd forum. Hierop kunnen alle inwoners dan ook hun visie op de onderwerpen posten. In Kortrijk is men hier alvast heel tevreden over. Ook onze fractie wil het stadsbestuur oproepen om de ruimte die door het Gemeentedecreet wordt geschapen, ten volle te benutten door een meer directe vorm van inspraak mogelijk te maken. We pleiten er dan ook voor om de Ieperlingen de mogelijkheid te bieden om in het kader van de gemeenteraadszittingen op een formele manier vragen te stellen aan leden van het college van burgemeester en schepenen tijdens een daartoe in het leven geroepen ‘vragenuurtje voor burgers’. Indien men dit goed en gestructureerd aanpakt zal dit niet alleen een mooi signaal zijn van inspraak naar elke Ieperling toe maar zal het ook een forum worden waar er een beter beeld kan gevormd van de bekommernissen en voorstellen van de Ieperlingen. Vraag:
Is het stadsbestuur bereid om de ruimte voor burgerinspraak zoals voorzien in het Gemeentedecreet breder in te vullen door het inlassen van een vragenuurtje voor burgers? Schepen Verschoore vindt dit een boeiend voorstel dat een bredere gedachtenwisseling verdient. Maar hij denkt dat dit dan beter in de commissie inspraak zou besproken worden. Raadslid Talpe is tevredenheid met de bereidheid dit in de commissie inspraak op te nemen. Ze ziet dit als een unieke kans en een mooi signaal naar de geëngageerde Ieperling toe.
Initiatief Plopsa Groep: opportuniteit uitbreiding zwembadinfrastructuur “Na de opening van Plopsaqua in De Panne, overweegt de Plopsa Groep nu ook om zwembaden te gaan bouwen in andere steden en gemeenten in Vlaanderen. De reden voor deze samenwerking of de vraag vanuit die steden en gemeenten ligt voor de hand: zwembadinfrastructuur is duur en het openhouden vaak een verliespost. Plopsaqua in De Panne omhelst een uitbreiding van het pretpark maar het is ook het nieuwe stedelijke zwembad van De Panne. Voordeel voor De Panne: geen grote investeringskosten maar een jaarlijkse vaste bijdrage en een voordeeltarief voor de inwoners, verenigingen en scholen van De Panne. Enkele maanden terug heb ik hier nog verwezen naar de beslissing van minister Muyters om 10 miljoen euro per jaar extra vrij te maken voor de bouw en renovatie van zwembaden. Ook projecten met betrokkenheid van Plopsa komen in aanmerking stelde de minister expliciet, want de minister ziet dit liefst in een verhaal van samenwerking en co-financiering. Er is op heden een onbetwistbaar tekort aan ruimte om comfortabel te zwemmen in het Iepers overdekt zwembad. Onze zwembadinfrastructuur wordt er ook niet jonger op, we moeten nu al anticiperen op de noodzaak aan modernisering en uitbreiding. Ieper heeft zelf ook een pretpark in de nabijheid, Bellewaerde. Waarom geen triple win tussen Plopsa Groep, Bellewaerde en stad Ieper? Ook de omliggende gemeenten en de provincie kunnen betrokken worden. Heel wat mogelijkheden dus qua samenwerkingen en financiële input van derde partijen. Opnieuw dient zich een opportuniteit aan voor de stad Ieper wat betreft uitbreiding van onze zwembadinfrastructuur, de derde ondertussen door mij hier op de gemeenteraad aangebracht. Daarom nogmaals een vurig pleidooi om op lange termijn te denken, een dialoog aan te gaan met Plopsa Groep en/of andere derde potentieel belanghebbende partijen en het aanbod van financiële tussenkomst uit Vlaanderen minstens in overweging te nemen. Vraag: Is er bereidheid bij het stadsbestuur om deze opportuniteiten aan te boren?” De burgemeester merkt vooreerst op er naar uit te kijken om raadslid Talpe verder aan de slag te zien. Een gemiddelde levensduur van een zwembad schommelt tussen de 15 jaar en de 20 jaar rekening houdend met technieken en bouwkundige aspecten. De moderne zwembaden waarvan Plopsaland er een in Adinkerke-De Panne heeft gerealiseerd is van een nieuwe generatie zwembaden die hoofdzakelijk gericht zijn op recreatie, ontspanning en welness, minder op de klassieke functies als zweminitiatie, schoolzwemmen, clubzwemmen en sportief zwemmen/baantjeszwemmen. De keuze van de doelstellingen is hierin dus bepalend. Dit zwembad in De Panne gaat nog een stuk verder dan de zwembaden van de 2° generatie met het 3-baden principe ( 25mbad+instructiebad+speelbad) zoals bijv. in Menen en Waregem werden gerealiseerd, begin van deze eeuw. Het zwembad in De Panne heeft een andere doelstelling dan wat de Gemeenteraad in Ieper bij de renovatie tussen 2001 en 2003 beoogde. Daarbij wordt wellicht ook gemikt op de vakantiegangers die tijdelijk en/of sporadisch tijdens hun vakantie aan zee eens willen komen genieten van de attracties in het bad en bereid zijn om een duurder toegangsticket dan in een klassiek zwembad hiervoor te betalen. Men wil men wellicht het zwembad als attractiepool gebruiken voor de uitbouw van hun verblijftoerisme. (verhuring vakantiewoningen of andere) Aan alles hangt een investeringskost. De gemiddelde kostprijs van een zwembad van de nieuwe generatie schommelt rond de 15 miljoen Euro. De keuze moet dus gemaakt worden of men de huidige trend van vermaak en recreatie wil volgen en wat dit dan wel mag kosten. De privésector kan misschien gemakkelijker inspelen op deze evolutie terwijl een stedelijk zwembad alle functies moet vervullen. Ook is er een evolutie in het beheer van zwembaden, gaande van een beheer door de stad, naar outsourcing van beheerstaken tot PPSfomules. De vraag kan gesteld worden of de groep Bellewaerde plannen heeft op het gebied van de
sportieve recreatie? Gezien ons zwembad reeds 12 jaar oud is, kunnen alvast alle vormen van beheer onderzocht worden. Raadslid Talpe stelt echter dat op middellange termijn als het al niet op korte termijn is de overbevolking en veroudering van het huidige overdekt zwembad ons zal inhalen en dan, als het besef of de wil er wel is, dan moeten we nog beginnen met het hele project, van de bespreking van de mogelijkheden qua locatie, samenwerkingsverbanden. En misschien is er dan geen geld meer uit Vlaanderen om het project te ondersteunen. Wederom een gemiste kans.
Vraag van raadslid Clabau Invoeren begeleiderspas “Voor personen die minder mobiel zijn is het niet altijd evident om deel te nemen aan het maatschappelijk gebeuren: culturele manifestaties of sportgebeurtenissen bijwonen, een tentoonstelling bezoeken. Zij dienen vaak gebruik te maken van begeleiders om niet in een sociaal isolement terecht te komen. Op vandaag moet er ook een toegangsprijs betaald worden door de begeleider. De mogelijkheid bestaat om lokaal een begeleiderspas in te voeren. De begeleider heeft alsdan gratis toegang tot het evenement. De begeleide persoon betaalt gebruikelijk zijn toegang. Kortom de begeleiderspas ondersteunt de belangrijke rol die de begeleiders spelen. Verschillende lokale besturen zien reeds het belang van dit initiatief in. De stad Menen speelt hier een voortrekkersrol, het stadsbestuur stelt gratis een begeleiderspas ter beschikking voor in Menen gedomicilieerde personen. Mijn vraag is dan ook of er in Ieper een begeleiderspas kan ingevoerd worden?” Schepen Verschoore stelt dat het stadsbestuur de toegankelijkheid van personen met een handicap erg belangrijk vindt. Er werd en er wordt ook ruim aandacht besteed aan het slechten van financiële drempels. Maar beide zomaar aan elkaar koppelen, en de vraag dan nog toespitsen op ‘toegangsprijzen’, geeft geen correct beeld van het gegeven toegankelijkheid. Men zou het kunnen hebben over de fysieke toegankelijkheid voor personen met een handicap van onze recente vrijetijdsinfrastructuur, bibliotheek, archief, academie, cultuurcentrum, JOC, In Flanders Fields Museum,… Men zou het kunnen hebben over de fysieke toegankelijkheid voor personen met een handicap van de vele gratis vrijetijdsactiviteiten, al dan niet in open lucht. Bij wijze van voorbeeld en actualiteit: de Kattenstoet, waarbij op de Grote Markt personen in een rolstoel mét begeleider gratis mogen plaatsnemen op een prima zichtlocatie, en ook op het Collaertplein ruimte is voor groepsaanvragen voor personen met een beperking (niet enkel rolstoelen). Men zou het ook kunnen hebben over de maatregelen voor het slechten van financiële drempels, zoals de CultuurPaketten (tickets van het cultuurcentrum aan bijv. 2 euro) of VrijetijdsPakketten voor het ruimer vrijetijdsaanbod voor Ieperlingen die het financieel moeilijk hebben. Of over het kortingtarief in het In Flanders Fields Museum van 5 euro i.p.v. 9 euro voor mensen met een handicap, waarbij trouwens één begeleider per persoon met een handicap hetzelfde kortingstarief krijgt. En ook in het zwembad is er een zelfde gereduceerd tarief van € 1,5 zowel voor de persoon met een beperking als voor zijn eventuele begeleider. En zo zou hij gerust nog een tijdje kunnen doorgaan met het overlopen van de diverse maatregelen in het kader van ons toegankelijkheidsbeleid; waarin het invoeren van een begeleiderspas niet voorzien is, omdat dit voor zover kan ingeschat worden, ook geen vraag is, enerzijds gelet op de maatregelen die er al zijn, anderzijds omdat een handicap niet noodzakelijk een financiële beperking betekent. Tot slot wil hij nog vermelden dat de ontwikkelingen van de UiTpas op de voet gevolgd worden, zo is er momenteel door Westhoekoverleg een werkgroep opgezet maar dat zou collega Ryde uitgebreider kunnen toelichten. Conclusie: we wachten af wat de voorstellen zijn uit deze werkgroep, en vinden het ondertussen niet zinvol om nog een ander systeem op poten te zetten. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------22. Mededelingen.
De voorzitter geeft mee dat er met de fractieleiders is afgesproken om, bij wijze van proef, voor de volgende gemeenteraden elke fractie de mogelijkheid te geven om één actuele vraag in te dienen. Deze kan gesteld worden tot de dag van de zitting, voor 11.00 uur.
De voorzitter heft de openbare zitting om 22.10 uur.
De Secretaris,
De Voorzitter,