GEMEENTE WAALWIJK PROGRAMMABEGROTING

GEMEENTE WAALWIJK PROGRAMMABEGROTING 2006

Programmabegroting 2006 gemeente Waalwijk


2

1.

Algemeen

1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7

Inleiding Kerngegevens Organigram Van coalitieprogramma naar programmabegroting Visie en doelstellingen Gemeente Waalwijk De Begrotingen 2006 – 2009 op hoofdlijnen Autorisatie door de raad van de begroting 2006

2.

Beleidsbegroting

2.1

Programmaplan Programma I; dienstverlening inwoners -hoofdstuk 1: Bestuur, ambtelijke organisatie en dienstverlening -hoofdstuk 2: Handhaven -hoofdstuk 3: Veiligheid -hoofdstuk 4: Natuur, landschap en cultuurhistorische waarden -hoofdstuk 5: Scholing -hoofdstuk 6: Sport -hoofdstuk 7: Welzijn -hoofdstuk 8: Zorg en volksgezondheid

25 32 34 42 48 60 68 83

Programma II; ruimtelijke ordening, gebruik en beheer -hoofdstuk 1: Infrastructuur en mobiliteit -hoofdstuk 2: Beheer openbare ruimte -hoofdstuk 3: Wijkbeheer -hoofdstuk 4: Ruimtelijke strategie -hoofdstuk 5: Wonen, volkshuisvesting en landgoed Driessen -hoofdstuk 6: Milieu -hoofdstuk 7: Economie, centrum en Haven VII

106 110 118 121 126 133 137

Programma III; financieel evenwicht

149

Paragrafen Lokale heffingen Weerstandvermogen Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid

157 161 170 172 175 185 189

2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.2.6 2.2.7


7 9 10 11 12 13 19

3

3.

Financiële begroting

3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4

Overzichten baten en lasten Recapitulatie functionele indeling Recapitulatie programmabegroting Recapitulatie naar baten- en lastensoorten Geraamd resultaat voor en na bestemming en mutaties reserves

3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3

Uiteenzetting financiële positie met toelichtingen Uitgangspunten voor het samenstellen van de begroting Van kadernota naar begroting Specifieke onderwerpen • Apparaatskosten • Majeure Projecten • Algemene Uitkering • Behoedzaamheidsreserve • SMART maken van de begroting 3.2.4 Investeringen 3.2.5 EMU gegevens 3.2.6 Overzicht incidentele baten / lasten 4.

Diversen

4.1 4.2

Begrippenlijst Amendementen en moties op kadernota


197 199 200 201 205 209 218 220 221 222 222 225 227 229

232 241

4

HOOFDSTUK 1

ALGEMEEN


5


6

1.1 Inleiding 1.1.0 Algemeen De begroting 2006 is de laatste begroting die door het huidige college aan de huidige raad wordt aangeboden. Het is ook de vierde begroting die de benaming programmabegroting heeft. Na een proeve van een programmabegroting in 2003 is het de derde begroting die volgens de voorschriften in het duale stelsel is samengesteld. De laatste evaluatie van de programmabegroting dateert van precies een jaar geleden toen de begroting 2005 onderwerp van bespreking / advisering / vaststelling was in commissies en raad. Naast raadsbrede complimenten (reeds nadrukkelijk ingebed in het duale systeem / overzichtelijk / beter dan in 2004 / grotere inbreng door kaderstelling), werden er ook punten van verbetering ingebracht, zoals: • • • • • •

Het verband tussen tekst en staatjes (‘wat mag het kosten”) is niet altijd terug te vinden; Er is onvoldoende toelichting op afwijkingen tussen begroting en begroting van het jaar daarvoor; Niet duidelijk is wat het handhavingsbeleid nu feitelijk kost; De kruisjeslijst zou moeten worden toegevoegd aan de begroting; Raadsbreed nadenken over de kostentoerekening en over het risico van de omvangrijke toerekening van kosten buiten de exploitatiebegroting; Er dienen meer controleerbare en meetbare doelen in de begroting te worden opgenomen ( met name hoofdstuk 2 veiligheid is genoemd).

Ten aanzien van het laatste punt wordt onderkend dat alle gemeenten hiermee worstelen. De raad heeft wat dat betreft de hand in eigen boezem gestoken door uit te spreken dat initiatieven feitelijk vanuit de raad horen te komen, dat de raad zelf meetbare doelen moet stellen, maar dit tegelijkertijd ontzettend lastig vindt. Aan alle hiervoor genoemde verbeterpunten is aandacht besteed. Nieuw ten opzichte van eerdere begrotingen zijn de na elk hoofdstuk opgenomen overzichten, die (financiële) ontwikkelingen laten zien vanaf 2002. Ook in het meer concreet en controleerbaar maken van gestelde doelen is progressie geboekt, maar we pretenderen geenszins er nu te zijn. Wij dagen de raad uit om concreet aan te geven waar- en hoe verdere verbetering tot stand kan worden gebracht. Wij wijzen in dit verband ook op hetgeen in hoofdstuk III van deze begroting is opgenomen over het SMART maken van de begroting. 1.1.1 De gevolgde procedure De begroting is samengesteld op basis van de door de raad in zijn vergadering van 31 maart 2005 vastgestelde uitgangspunten voor de samenstelling van de begroting. Daarnaast zijn de door de raad in zijn vergadering van 5 juli 2005 gestelde kaders verwerkt. Het betreft de besluitvorming over 37 beslispunten, 5 amendementen en 2 moties. De technische samenstelling van de begroting levert een resultaat op dat afwijkt van het resultaat dat verondersteld werd op basis van de kadernota. Dit is toegelicht. De ruimte die resteert in de begroting tenslotte ligt voor u separaat ter besluitvorming voor. Conform uw wens hebben wij een voorstel geredigeerd, waarbij 50% van de ruimte wordt ingezet voor het realiseren van incidentele zaken en 50% wordt gereserveerd voor investeringen in het spoorwegtracé. 1.1.2 Leeswijzer Na deze inleiding zult u de volgende zaken in deze programmabegroting aantreffen. Allereerst een hoofdstuk met algemene doelstellingen en onze visie op wat Waalwijk moet zijn. Dan volgt de beleidsbegroting met de 3 programma's met (in de programma’s I en II) hun onderliggende hoofdstukken. Elk hoofdstuk van de programma’s I en II alsmede programma III eindigt met een financieel overzicht van baten en lasten met daaronder een vermelding van afwijkingen ten opzichte van de begroting 2005. Nieuw daarbij is dat wij de financiële ontwikkeling van elk hoofdstuk en het totaal van het programma vanaf


7

2002 tot en met 2006 grafisch hebben weergegeven en op hoofdlijnen van een analyse hebben voorzien. De hoofdstukken zijn opgebouwd volgens het stramien: “samenhang”, “wat willen we bereiken”, “wat gaan we daar voor doen” en “wat mag het kosten”. Met “samenhang” wordt steeds begonnen omdat in feite geen enkel hoofdstuk op zich staat en steeds in samenhang met andere hoofdstukken beschouwd moet worden. Programma III is, gezien de aard van de informatie, niet ingedeeld in hoofdstukken. Dit programma vormt het financiële sluitstuk van de begroting en wordt nader uitgewerkt in de financiële begroting. Na de programma’s volgen de paragrafen. Programma’s + paragrafen vormen samen de beleidsbegroting. Vervolgens treft u dan nog aan de financiële begroting, voorzien van overzichten, analyses en toelichtingen, eindigend met een lijst van veel voorkomende financiële begrippen. 1.1.3 Tot slot Het is mogelijk dat deze inleiding en de volgende hoofdstukken vragen oproepen. U kunt deze uiteraard altijd stellen. Teneinde hiertoe tot stroomlijning te komen, verzoeken wij u uw vragen, liefst middels email, te richten aan: [email protected] Gestelde vragen zullen aan de steller persoonlijk worden beantwoord. Daarnaast zullen de meest gestelde vragen en de beantwoording daarvan worden opgenomen op het Raads Informatie Systeem.


8

1.2 Kerngegevens Rekening 2003 A.Sociale structuur Aantal inwoners Waarvan: van 0-64 jaar van 65 jaar en ouder Aantal werklozen Bijstandsgerechtigden: - personen jonger dan 65 jaar - personen 65 jaar en ouder Cliënten in overige inrichtingen Aantal uitkeringsgerechtigden volgens I.O.A.W. Aantal uitkeringsgerechtigden volgens I.O.A.Z. Aantal uitkeringsgerechtigden volgens BZ, ROA en VVTV B.Fysieke structuur Oppervlakte gemeente (ha) Aantal woningen Waarvan in bezit van woningbouwcorporaties

Rekening 2004

Begroting 2005

Begroting 2006

45.710 39.400 6.310

45.700 39.391 6.309 1.650

45.800 39.450 6.350 1.650

500 50 11

530 40 13

550 50 10

70

50 8

50 10

4

5

45.620 39.322 6.298 1.482

6.774 18.881

6.772 18.675 6.431

6.774 19.453 6.335

6.772 19.748 6.450

30.180

30.200

30.273

31.000

356

357

359

390

Rekening 2004

Begroting 2005

Begroting 2006

113.649

109.978

98.830.500

97.564.992

2.491

2.406

2.163

2.130

Opbrengst afvalstoffenheffing

3.480.000

3.323.602

3.389.000

3.615.977

Opbrengst rioolrechten

2.322.000

2.419.781

2.399.000

2.518.666

Opbrengst begraafrechten

265.000

243.775

173.016

187.246

Leges burgerzaken

378.000

449.842

407.000

589.626

Leges bouwvergunningen

494.000

613.785

717.000

791.673

Wegen (m² x 100) (2001 km) Aantal hectaren openbaar groen

Rekening 2003 C.Financiële structuur (euro) Gewone uitgaven (totaal)* Idem per inwoner

Opbrengst belastingen :

8.381.000

8.927.174 10.210.000

8.637.681

Waarvan Onroerende zaakbelastingen

7.209.000

7.267.216

8.360.000

6.445.933

103.000

106.765

105.000

110.000

Waarvan Hondenbelasting Waarvan Precariobelasting

8.000

55.972

138.000

88.905

Waarvan Parkeerbelasting

1.061.000

1.497.221

1.607.000

1.992.843

183

195

224

188

31.888.000 28.311.255

26.870.000

29.477.710

588

644

117.000 144.558.000

176.878.000

68.224.000 73.000.000

88.567.000

Belastingen per inwoner Algemene uitkering gemeentefonds (totaal) Idem per inwoner Boekwaarde geactiveerde kapitaaluitgaven Boekwaarde gronden Idem per inwoner Vaste schuld (totaal) Idem per inwoner Eigen financieringsmiddelen (totaal) Idem per inwoner

699

619

105.425 66.268.000

1.492

3.163

1.933

78.033.000 93.272.000

2.311

91.272.000

97.703.000

2.040

1.997

2.133

87.700.000 81.669.000

84.195.000

95.181.000

1.842

2.078

1.711 1.923


1.786

9

1.3 Organigram

Raad Griffier

College van burgemeester en wethouders

Managementteam

Concernstaf

Sector Inwonerszaken

Sector Grondgebiedszaken

Bedrijfsbureau

Sector Centrale ondersteuning

Bedrijfsbureau

Bedrijfsbureau

afd Burgerzaken

afd. Beheer en onderhoud openbare ruimte

afd. Bestuur & ondersteuning

afd. Sport

afd. Civiel- & cultuurtechniek

afd. Financiën

afd. Welzijn & onderwijs

afd. Economische zaken

afd. Informatie

afd. Milieu- & bouwzaken

afd. Personeel & organisatie

afd. Ruimtelijke ordening & volkshuisvesting

Brandweer

bureau Gebiedsgericht werken

.


10

1.4 Van coalitieprogramma naar programmabegroting Op 10 februari 2004 hebben de coalitiepartijen het coalitieprogramma “Focus op slagvaardigheid” vastgesteld. Dit document vormde de basis voor de benoeming van het college. In het coalitieprogramma worden het beleidsinhoudelijke profiel en het profiel qua bestuurscultuur gekenschetst die leidend dienen te zijn voor het te voeren beleid. Daarnaast is in het coalitieprogramma een aantal financiële uitgangspunten en beleidsinhoudelijke speerpunten vastgelegd. Het college heeft het coalitieprogramma vervolgens uitgewerkt in een collegeprogramma dat 17 augustus 2004 werd vastgesteld en aangeboden werd aan de raad. Het collegeprogramma is een nadere onderbouwing in financieel opzicht en qua realisatievermogen van de voornemens uit het coalitieprogramma. Voor het college vormde het, samen met de uitgangspunten voor de samenstelling van de begroting en de kaderstelling door Uw raad, de basis voor de voorbereiding van de programmabegroting. Waar het coalitieprogramma en het collegeprogramma zich nog richten op een aantal speerpunten die een nieuwe impuls krijgen, worden in de nu voorliggende programmabegroting deze voornemens in de bredere context van bestaand beleid ingebed, worden ze nader toegelicht en wordt ook duidelijk welke ingrepen noodzakelijk gebleken zijn om het voorgestane ambitieniveau te verwezenlijken.


11

1.5 Visie en doelstellingen gemeente Waalwijk Alvorens toe te komen aan de uitwerking van de verschillende programma’s zullen wij hierna kort de centrale beleidsopgave formuleren die leidend is geweest bij de verdere uitwerking van de verschillende programmaonderdelen. Bij de begroting 2005 deelden wij u mede dat op dat moment hard gewerkt werd aan de uitwerking van een strategische beleidsvisie en dat wij verwachtten dat die voor de begroting 2006 zou kunnen gelden als een belangrijke input voor dit hoofdstuk. De strategische beleidsvisie is in de vorm van een concept-nota voor uw raad in het voorjaar ambtelijk en bestuurlijk (op collegeniveau) afgerond en overhandigd aan de griffier. Aangezien uw raad nog niet aan bespreking van- en besluitvorming over dit document is toegekomen, achten wij het prematuur om u in het kader van de begroting de neergelegde visie voor de komende jaren te presenteren. Onderstaande tekst, die als een soort mission-statement geldt, komt U ook in de voorgaande begrotingen tegen. Waalwijk streeft ernaar een aantrekkelijke woon- en werkgemeente te zijn. Dat streven geschiedt op basis van een duurzame ontwikkeling. Dat betekent een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie zonder daarmee voor de toekomstige generaties de mogelijkheden in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien. Daarbij gaat het niet alleen om milieu maar ook om economische en sociale belangen. Dus zaken zoals welvaart, goede concurrentiepositie, voldoende werk, huisvesting aansluitend op de vraag, veiligheid en zorg om de woonomgeving. De beleidsopgave waar wij ons voorgesteld zien is veelzijdig. Het uitgangspunt bij deze veelzijdigheid is dat Waalwijk haar toekomst zoekt in een evenwichtige ontwikkeling. Voortdurend zal de balans tussen economie, wonen en milieu nadrukkelijk moeten worden afgewogen. Dit betekent enerzijds een beheerste groei op het gebied van wonen en werken en anderzijds het nadrukkelijk behartigen van de belangen van natuur en landschap. Kwaliteit en duurzaamheid zijn daarbij leidende begrippen. Dit betekent ook een goed sociaal klimaat als randvoorwaarde voor een kwalitatief hoogwaardig woon, leef- en werkklimaat. Participatie geldt daarbij als belangrijke randvoorwaarde bij de vormgeving van beleid omdat dat de enige manier is om op langere termijn een samenleving te behouden waarin geen mensen zijn uitgesloten. Waalwijk zal zuinig zijn op de veiligheid en geborgenheid die nu nog verhoudingsgewijs in hoge mate aanwezig zijn. Waalwijk wil een open en , binnen de geldende normen en waarden, verdraagzame gemeente zijn. Respect voor iedereen ongeacht levensstijl, sociale of etnische achtergrond, geloofs- of levensovertuiging. De bestuursstijl die gehanteerd zal worden is die van besturen in partnerschap. Samenwerken met andere overheden maar vooral ook met burgers, hun organisaties en ondernemingen. De gemeente vindt het niet allemaal uit, schrijft het niet voor maar regisseert en schept randvoorwaarden. De gemeente houdt zich aan zijn afspraken, maar houdt ook burgers, ondernemingen en instellingen hieraan. De handhaving van regels zal worden versterkt. Het gemeentebestuur legt over zijn prestaties verantwoording af. De begroting is transparant en wordt zoveel mogelijk opgebouwd op basis van toetsbare doelstellingen: wat willen we bereiken, wat gaan we daarvoor doen en wat mag het kosten.


12

1.6 De begrotingen 2006 –2009 op hoofdlijnen Begrotingspositie Ten behoeve van de samenstelling van de begroting 2006 en de daarbij behorende meerjarenramingen beschikten wij, naast het al langer gebruikelijke instrument van de door de raad vastgestelde uitgangspunten, nu ook weer (voor de tweede keer) over een door de raad in meer concrete zin uitgesproken richting. Deze richting was overigens veel concreter dan vorig jaar, omdat de raad zich expliciet heeft uitgesproken over een 37 tal beslispunten, 5 amendementen en 2 moties. Op basis daarvan werd het navolgende meerjarenperspectief gepresenteerd:

Kadernota

2006

2007

2008

2009

521.833

159.591

28.873

-/- 20.935

Na de technische vertaling van alle relevante gegevens in de begroting 2006 ontstond een beeld dat hiervan afweek. In zijn algemeenheid kunnen wij hierbij opmerken dat wij, telkens als wij een begrotingsperspectief presenteren, uw raad wijzen op het feit dat het uiteindelijke begrotingsresultaat kan afwijken door nog niet voorziene ontwikkelingen en door feitelijke berekeningen van apparaatskosten en kapitaallasten. Deze laatste berekeningen worden tot nu toe eerst gemaakt bij de samenstelling van de begroting, terwijl voor de kadernota wordt uitgegaan van de veronderstelling dat apparaatskosten niet afwijken van die van het voorgaand begrotingsjaar en kapitaallasten niet afwijken van het meerjarenbeeld dat in de voorgaande begroting is gepresenteerd. (Wij zeggen u overigens toe dat wij ten behoeve van de kadernota 2006 voor de begroting 2007 de betreffende berekeningen vroegtijdig zullen maken) In het voorstel tot vaststelling van de begroting gaan wij nader in op de afwijkingen die ten opzichte van de kadernota tot een gewijzigd resultaat hebben. Dit doen wij overigens ook in hoofdstuk 3 van deze programmabegroting onder 3.2.2. De begroting sluit nu met de volgende resultaten:

Begroting

2006

2007

2008

2009

667.722

159.721

74.654

74.462

Zoals u vaststelt biedt dit begrotingsbeeld weinig ruimte om nieuwe wensen die structurele lasten tot gevolg hebben, uit te voeren. Wel is incidenteel ruimte aanwezig op de begrotingsjaren 2006 en 2007. Door het overnemen van amendement II bij het kaderstellend debat heeft uw raad uitgesproken om eventuele incidentele ruimte voor 50% in te zetten voor incidenteel beleid en voor 50% te reserveren voor investeringen in het spoorwegtracé. Op basis hiervan en de hiervoor vermelde begrotingsruimte in genoemde jaren, overleggen wij u separaat een voorstel tot invulling van de begrotingsruimte in 2006. De ruimte die in structurele zin aanwezig is willen wij, afhankelijk van het moment van kredietvotering met ingang van 2007 of 2008 tot een bedrag van tenminste € 41.250 bestemmen voor de dekking van kapitaallasten i.v.m. renovatie van het sportcomplex van S.V. Capelle. Nieuw beleid De volgende zaken vormen vanuit de kaderstelling door de raad het nieuw beleid voor 2006:


13

Instellen 24 uur bereikbaarheidsdienst voor milieuklachten

11.000

Nazorg van de voormalige stortplaats Gansoyensesteeg

70.000

Controle op bluswatervoorzieningen

10.000

Uitbreiding van bluswatervoorzieningen Investering van € 90.000 Kapitaallasten vanaf 2007

*

Uitbreiding personele formatie afdeling Informatie (DIV) met 2,6 fte

10.500

105.100

Verplaatsing van jongerenunit Sprang-Capelle Investering van € 75.000 Kapitaallasten vanaf 2007

*

Conservering en digitalisering van audio-visueel archiefmateriaal

8.750

5.325

Uitbreiding personele formatie afdeling Economische Zaken met 1,0 fte

69.000

Verhoging exploitatielasten Kunstencentrum door gebruik CMD / De Terp

29.000

Verhoging exploitatielasten Den Bolder door gebruik CMD / bibliotheek / Tavenu

41.000

Uitbreiding personele formatie Tavenu met 2,1 fte

100.000

Uitbreiding beheer CMD / De Terp

15.000

Vervanging programmatuur gemeentelijke belastingen Investering € 150.000 Kapitaallasten vanaf 2007

*

37.500

Invoering geautomatiseerde subsidieadministratie Investering € 60.000 Kapitaallasten vanaf 2007

*

15.000

Totaal voor het begrotingsjaar 2006 Totaal voor het begrotingsjaar 2007

*

455.425 527.175

De zaken die in deze tabel zijn opgenomen leggen voor de daarbij vermelde bedragen beslag op ruimte in de exploitatiebegroting.


14

Daarnaast werken wij aan beleid dat beslag legt op het vermogen. In het collegeprogramma 2004-2006 is dit benoemd en wij vermelden op deze plaats nogmaals: Sociale woningbouw / betaalbare woningen: uitgangspunt is dat 50% van de behoedzaamheidsreserve (als die tot uitkering komt) hiervoor wordt ingezet Nieuwbouw zwembad Inclusief reeds gevoteerd voorbereidingskrediet ad € 885.000 Ontwikkeling centrum Waalwijk waaronder cultuur historisch ankerpunt Inclusief reeds gevoteerd voorbereidingskrediet ad € 125.000 Nieuwbouw buurthuis Besoijen

8.900.000

Spoorwegtracé Inclusief reeds gevoteerd voorbereidingskrediet ad € 260.000 Verkeersafwikkeling centrum

3.000.000

Facelift dorpskern Waspik Reeds gevoteerd Aantal zogenaamde kleinere impulsen Reeds gevoteerd Inhaalslag achterstallig onderhoud sportaccommodaties Reeds gevoteerd Ontwikkeling woonzorgzones Centrale huisvesting Reeds (op basis van voorlopige gegevens) gevoteerd

1.500.000 PM

PM 200.000 300.000 200.000 455.000 16.600.000

Tarieven In de begroting 2006 is rekening gehouden – in afwijking van de door de raad vastgestelde uitgangspunten, maar conform de nadere kaderstelling – met een kostenontwikkeling / inflatie van 0 %. Dit betekent dat als regel tarieven voor verlening van diensten en gebruik van goederen, alsmede belastingen niet worden verhoogd. Wel is het zo dat de raad bij de kaderstelling heeft besloten om: a. b.

c. d.

Grafrechten zodanig aan te passen dat in de groei naar kostendekking een extra opbrengst wordt gegenereerd van in 2006 € 12.500 oplopend tot € 50.000 in 2009; Afvalstoffenheffing en rioolrechten zodanig aan te passen dat dekking wordt gegeven aan de toename van apparaatskosten op deze producten wegens gewijzigde kostentoerekening van in totaliteit € 200.000. De voor 2006 voorgestelde verhogingen bedragen: Rioolrechten 3% Afvalstoffenheffing (gemiddeld) 4% De tarieven voor bouwleges en diensten van burgerzaken zodanig aan te passen dat op elke dienst een extra opbrengst van € 50.000 wordt gegenereerd; De tarieven OZB als volgt te verhogen: Zakelijk recht woningen: 4,5% Gebruik niet-woningen 1,5% Zakelijk recht niet woningen: 1,5% Daarnaast rekening te houden met het afschaffen van OZB heffing wegens feitelijk gebruik van woningen.

Met deze kaderstelling is in de voorliggende begroting rekening gehouden.


15

Structurele dekking van structurele lasten In de begroting 2006 is de incidenteel bespaarde rente niet ten gunste van de exploitatie gebracht (voor een bedrag van € 127.000 gebeurde dit in 2005 nog wel), maar bijgeschreven op de reserve Majeure Projecten. Het betreft een bedrag van € 730.000. In de beantwoording van de vraag of de begroting al dan niet met incidentele middelen wordt gesloten, is verder relevant of structurele lasten worden afgedekt door inbreng van incidenteel eigen vermogen in de vorm van reserves. Weliswaar wordt de begroting in positieve zin beïnvloed omdat de bijdragen vanuit reserves aan de exploitatie hoger zijn dan de stortingen in reserves (zie hiervoor het onderdeel “resultaat voor- en na bestemming”), maar de bijdragen bestaan uit enerzijds beschikkingen over reserves ter dekking van incidenteel beleid en anderzijds uit bijdragen uit voor het doel geoormerkte geblokkeerde reserves. Wij menen in voldoende mate tegemoet te komen aan het uitgangspunt dat wij structurele lasten wensen te dekken middels inzet van slechts structurele middelen. Stelposten De begroting bevat nog een aantal stelposten die uiteindelijk hun vertaling dienen te krijgen naar concrete producten. Deze stelposten houden een onzekerheid in, zolang niet vaststaat dat- en op welke wijze zij hun definitieve invulling krijgen. Het gaat om de volgende posten: Compensatie in Algemene Uitkering van wetsvoorstel OZB Op basis van de junicirculaire 2005 is vastgesteld dat in de Algemene Uitkering uit het gemeentefonds onvoldoende compensatie plaats vindt voor de gevolgen van afschaffing van het gebruikersdeel OZB woningen en het maximeren van de overige OZB tarieven. Voor onze gemeente is dit nadeel becijferd op € 455.111. Zolang niet duidelijk is dat het Rijk de algemene uitkering voor onze gemeente tot dit bedrag aanvult, vormt de door ons in de begroting geraamde vordering ad € 455.111 een onzekere post. Het niet honoreren van de vordering doet de begrotingsruimte tot het niet invorderbare bedrag afnemen. Oormerking in Algemene Uitkering van de budgetten bijstand en zorg In de begroting is rekening gehouden met het gegeven dat het Rijk de gemeente Waalwijk gekort heeft voor een bedrag van € 188.311 op de terreinen bijstand en zorg. Dit bedrag is nu nog als stelpost in de begroting geraamd, maar moet haar vertaling krijgen naar concrete budgetten. Dit betekent dat een aantal budgetten verlaagd moeten worden om de stelpost uit de begroting te kunnen halen en als gerealiseerd te kunnen beschouwen. Effect 59+ regeling Als stelpost is een bedrag geraamd van € 40.000. Deze stelpost moet nog gerealiseerd worden middels het kunnen aframen van concrete budgetten voor personeelslasten (salariskosten). Nog te realiseren inkoopvoordeel Er is een stelpost van € 94.000 geraamd vanuit de verwachting dat per 1 januari 2006 een aantal thans lopende aanbestedingen tot structurele besparingen leiden. Het betreft aanbestedingen op de onderdelen verzekeringen, telefonie, horeca / catering . beveiliging, advies en dienstverlening. Eerst op het moment dat het werkelijk voordeel bekend is, kan deze stelpost verwijderd worden middels afboeking van concrete budgetten. Inpassing bovenformatieven en afbouw kosten non-actieven In de bij de begroting 2005 behorende meerjarenbegroting waren voor het jaar 2006 taakstellingen geraamd van respectievelijk € 289.000 (inpassing bovenformatieven) en € 15.000 (afbouw kosten non-actieven). In 2005 is hiervan al het een en ander gerealiseerd, waardoor voor het jaar 2006 in totaliteit nog “slechts” € 81.132 resteert.


16

Voor dit bedrag is een stelpost geraamd op de hulpkostenplaats algemene personeelskosten. Deze stelpost kan worden geëlimineerd als daadwerkelijk budgetten voor personeelslasten kunnen worden verlaagd. Na kaderstelling ter beschikking gekomen informatie Wet werk en bijstand Met de invoering van de Wet werk en bijstand (WWB) per 1 januari 2004 is er sprake van een forse deregulering en hebben gemeenten meer armslag gekregen voor het voeren van een effectief reïntegratiebeleid. Er bestaat geen declaratiesystematiek meer voor de bekostiging van de bijstandsuitkeringen. Dat betekent dat er budgetten zullen moeten worden verdeeld en dat er daardoor herverdeeleffecten zullen optreden. Hiervoor zijn door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verdeelmodellen ontwikkeld. Gekozen zal worden voor een verdeelmodel dat zoveel mogelijk aansluit bij de onvermijdelijke uitkeringslasten voor gemeenten. Bij brief van 9 mei 2005 zijn gemeenten hiervan op de hoogte gesteld en door de ISD is inmiddels een berekening gemaakt van de gevolgen van invoering van het verdeelmodel, dat naar alle waarschijnlijkheid zal worden ingevoerd. De status is op dit moment zo dat, de Minister het stuk, dat mede is afgestemd op adviezen van de Raad voor de Financiële Verhoudingen en uitkomsten van overleg met de VNG, aan de kamer heeft aangeboden. In het verdeelmodel dat de Minister voorstaat, zal het budget voor Waalwijk voor wat betreft het inkomensdeel toenemen met een bedrag van € 560.000, voor wat betreft het werkdeel zal het afnemen met € 35.000. Dit betekent dus per saldo een groei van het budget met € 525.000. Nogmaals, het betreft op dit moment niet meer dan een indicatie op een voorstel waarover (landelijke) politieke besluitvorming nog dient plaats te vinden. Ondanks deze onzekerheid zijn wij de mening toegedaan dat wij de raad de ons college ter kennis gebrachte informatie, in het kader van mogelijke ontwikkelingen met (positieve) effecten voor 2006 en de daaropvolgende jaren, niet moeten onthouden. Indien de informatie concretere vormen aanneemt, zullen wij dit de raad zo spoedig mogelijk laten weten, zo mogelijk nog ten behoeve van de begrotingsvaststelling 2006.


17


18

1.7

Autorisatie door de raad van de begroting 2006

Budgetten Middels vaststelling van de begroting autoriseert de raad alle in de begroting opgenomen budgetten. Deze budgetten zijn op het niveau van totalen per hoofdstuk weergegeven in de overzichten van baten en lasten na elk hoofdstuk, op het niveau van programma’s na elk programma en als recapitulatie in het overzicht 3.1.1 in het onderdeel financiële begroting. Ten aanzien van autorisatie van voorgenomen investeringen en de hiermede verbonden lasten dient een onderscheid te worden gemaakt tussen vervangingsinvesteringen en nieuwe investeringen. Vervangingsinvesteringen De begroting bevat de ruimte om in 2006 tot noodzakelijk geachte vervangingsinvesteringen over te gaan. Indien vervangen kan worden binnen de door de raad eerder aangegeven kaders, is ons college gemachtigd de investeringen te doen. Indien dit niet het geval is, zullen de raad in de loop van 2006 separaat voorstellen worden voorgelegd. Het overzicht van vervangingsinvesteringen ziet er als volgt uit: Omschrijving

Jaar

Afschr. termijn

Investering 2006 (excl. BTW)

Sector Inwonerszaken Aanschaf stemcomputers Persoonsinformatiesysteem Cipers

1994 2003

10 3

69.395 11.026

10.409 4.227

1996 2001 1997 1996 1998

10 5 8 10 7 5 5

12.916 12.157 15.503 12.525 18.206 63.025 72.605

1.937 3.039 2.804 1.879 3.511 15.756 18.151

1999 1991 1999 1999 2001 1996 1994 1996 2006 2004 2004

7 15 7 7 5 10 10 10 3 3 3

140.696 212.372 16.316 17.692 11.052 25.467 23.109 11.050 263.675 185.912 112.899

27.134 24.777 3.147 3.142 2.763 3.820 3.466 1.658 101.075 71.266 43.278

Sector Grondgebiedszaken Schotelstrooier Machines gladheidsbestrijding Vervanging Grijze containers Doorzaaimachine type 235075 Houtversnipperaar Bouwregistratiesysteem Microstation vervanging Sector Centrale Ondersteuning Traject FUWA Tankautospuit Personenvervoer (Brandweer) Personenvervoer (Brandweer) 45 persluchtmaskers 50 ademhelmen Hulpverleningsmaterialen HV materialen Vervangingsinvesteringen ICT 1e ring ICT beheersplan 2e ring ICT beheersplan


Kapitaallast 2007

19

Nieuwe investeringen Ook de lasten verband houdend met nieuwe investeringen zijn in de (meerjaren)begroting verwerkt. Middels vaststelling van de begroting geeft u de intentie aan deze investeringen te gaan uitvoeren. De definitieve besluitvorming door de raad echter zal plaatsvinden op basis van voorstellen die het college in de loop van het begrotingsjaar zal voorleggen. De nieuwe investeringen zijn de volgende: Omschrijving Uitbreiding bluswatervoorziening

Jaar

Afschr Investering 2006 termijn (excl. BTW) 2006 8 90.000

Kapitaallast 2007 10.500

Verplaatsing jongerenunit Sprang-Capelle Vervanging programmatuur gemeentelijke belastingen Invoering geautomatiseerde subsidie-administratie Nieuwbouw zwembad bouwkosten inrichtingskosten Spoorwegtracé

2006

10

75.000

8.750

2006

5

150.000

37.500

2006

5

60.000

15.000

2006 2006 2006

40 diverse 40

4.732.000 3.241.110 2.740.000

292.872 342.662 219.200

Renovatie sportcomplex S.V. Capelle

2006

40

550.000

41.250

Volledigheidshalve vermelden wij dat bij de kaderstelling op basis van het toen bekende financieel perspectief, de hoogst noodzakelijke renovatie van het sportcomplex van S.V. Capelle als nieuwe wens is afgevallen. Het college kiest ervoor om, gezien het begrotingsbeeld dat mede tot stand is gekomen door verhoging van sporttarieven, de raad in overweging te geven te besluiten tot het (alsnog) accorderen van deze nieuwe wens.


20

HOOFDSTUK 2 BELEIDSBEGROTING PROGRAMMAPLAN


21


22

PROGRAMMA I

DIENSTVERLENING INWONERS


23


24

PROGRAMMA I


Hoofdstuk 1

Bestuur, ambtelijke organisatie en dienstverlening

Samenhang met andere programma’s Dit hoofdstuk heeft raakvlakken met alle andere hoofdstukken omdat het betrekking heeft op de wijze waarop we ons voor de burgers willen inzetten.

Paragraaf 1.1

Bestuur

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Het programma omvat interne en externe dienstverlening van de gemeentelijke organisatie en de ondersteuning van het bestuur. Een democratisch bestuur dat effectief, efficiënt en transparant is. Door de invoering van de Wet dualisering gemeentebestuur is het lokale bestuur drastisch veranderd. De bevoegdheden van raad en college zijn duidelijker gescheiden. Hierdoor ontstaat een “dualistisch stelsel”. Raad en college vervullen ieder een eigen functie, wat de kwaliteit, doeltreffendheid en efficiëntie ten goede komt. Begrippen als verantwoording, rekenschap en transparantie zijn principes die er toe moeten bijdragen, dat het bestuur dichter bij de burger komt. Verkiezingen In maart 2006 zijn de verkiezingen voor de gemeenteraad. Een en ander impliceert dat de raad in nieuwe samenstelling moet worden toegerust om zijn functie op een adequaat niveau uit te oefenen. Extra aandacht zal worden besteed aan opleiding en training. Evaluatie dualisme In deze bestuursperiode zal op basis van de individuele gesprekken met de fractievoorzitters, de reactie op het evaluatierapport van de commissie Leemhuis, eigen ervaringen en de bevindingen en aanbevelingen in de rapportage van de stuurgroep BBC een evaluatie over de afgelopen periode plaatsvinden, die kan dienen als input voor de werkafspraken voor de nieuwe zittingsperiode van de raad, die jaarlijks op operationaliteit en functionaliteit zal worden beoordeeld. Fractieondersteuning De fracties hebben recht op ondersteuning, waardoor o.m. de volksvertegenwoordigende rol van de raad kan worden versterkt. Aan de hand van een notitie zal –in overleg met de fracties – worden bepaald op welke wijze fractieondersteuning inhoud kan worden gegeven. Opleiding raadsleden Opleiding en training van de leden van de raad is van essentieel belang om de nieuwe taken van de raad naar behoren te kunnen uitoefenen. Vanuit de raad wordt deze noodzaak onderkend. Het is de bedoeling dat jaarlijks de raad een opleidingsprogramma vaststelt. Daarnaast zijn raads- en commissieleden in de gelegenheid om symposia e.d. bij te wonen. Cursussen zullen zoveel mogelijk in “company-verband” worden georganiseerd. Jumelage Voor de bevordering van de banden tussen burgers, verenigingen en instellingen, om zo een bijdrage te leveren aan een vrij en verenigd Europa, is de Bestuurscommissie Burgerplatform Jumelage ingesteld. De jumelage met Unna moet gedragen worden vanuit de bevolking / het particulier initiatief. Daarom is de jumelage in 2005 volledig in handen gegeven van de Bestuurscommissie. De gemeentelijke ondersteuning bestaat uit het beschikbaar stellen van financiële


25

middelen en vergaderruimte. Bestuurlijke uitwisselingen zullen mede worden voorbereid vanuit het taakveld representatie. Relevante beleidsnota’s /informatie Burgerjaarverslag 2004 Beleidsnotitie jumelage 2005, jaarverslag 2005

Wat gaan we daarvoor doen?

1

Prioriteiten Kwalitatieve Doelstelling Burgerjaar- Afleggen van verantwoording aan verslag raad en burgers over 2005 samenwerking tussen bestuur en burger, kwaliteit van dienstverlening en de wijze waarop de gemeente omgaat met klachten en bezwaarschriften

Kwantitatieve Activiteiten Doelstelling 2006 Maken burgerjaarverslag 2005

2

Jumelage

Het bevorderen van de banden tussen burgers, verenigingen en instellingen, om zo een bijdrage te leveren aan een vrij en verenigd Europa, door de Bestuurscommissie Burgerplatform Jumelage

Maken jaarverslag 2005 Uitvoeren van de subsidieregeling t.b.v. de uitwisselingen.

3

Evaluatie dualisme

Aan de hand van de kerntaken van de raad en het door de commissie Leemhuis uitgebrachte notitie is het wenselijk om uit het oogpunt van verbetering van de kwaliteit van het bestuur, het vergroten van doeltreffendheid en efficiëntie de afgelopen bestuursperiode te evalueren

Het in overleg met raad, college en organisatie maken van een evaluatie over de effecten van de invoering van het dualisme in deze gemeente.

4

Opleidingsplan raadsleden

Door opleiding en training kunnen raadsleden beter worden toegerust op hun taken

Er zal in overleg met de raad een opleidingsplan voor raadsleden worden opgesteld.

5

FractieOndersteuning

De fracties hebben recht op ondersteuning, waardoor o.m.de volksvertegenwoordigende rol van de raad kan worden verstrekt

Aan de hand van een notitie zal -in overleg met de fracties- worden bepaald op welke wijze fractieondersteuning inhoud kan worden gegeven.


26

Paragraaf 1.2

Communicatie

Op basis van het in 2004 vastgestelde communicatiebeleidsplan 2003-2005 is het jaarprogramma 2006 opgesteld. Vanwege capaciteitsproblemen is ervoor gekozen om bepaalde activiteiten uit 2005 over te hevelen naar 2006. In 2004 en 2005 lag het accent op de interne communicatie en op de bijdrage aan strategische en MT projecten. In 2005 is de focus meer komen te liggen op het ondersteunen van medewerkers bij projectcommunicatie. Daarnaast is het Bureau gepresenteerd als intern adviesbureau inzake communicatievraagstukken onverminderd de uiteindelijke integrale verantwoordelijkheid van het management. De lijnorganisatie blijft eindverantwoordelijk voor de communicatie. In 2006 willen we de basis die intern is opgebouwd vasthouden. Daarnaast zal het bureau zich meer gaan inspannen om een bijdrage te leveren aan trajecten waarbij interactieve beleidsvorming en relatiemanagement een rol krijgen. Er worden meer activiteiten verricht om nog meer media-aandacht te krijgen. Voor het communicatiebeleid (in- en externe communicatie) zijn de gemeenschappelijke vertrekpunten (GVP) belangrijk. De GVP zijn de basis oftewel het “ karakter” waarmee de organisatie zich profileert. Deze zijn geformuleerd op basis van de visie van de organisatie: - Open/klantgerichte/samenwerkende houding: oplossingsgericht, actief luisteren en kunnen meebewegen, samenwerken; - Dynamisch: de gemeente is continue bezig zich te verbeteren; - Deskundig: de gemeente heeft verstand van zaken en is van de laatste ontwikkelingen op de hoogte; - Transparant/open: geeft inzicht in besluitvorming, luistert goed, neemt standpunt in, is goed bereikbaar; - Consistent: de gemeente doet wat zij zegt, komt afspraken na, is voorspelbaar; - Begrijpelijk: eenduidig taalgebruik, waarbij ambtelijk taalgebruik wordt vermeden. Deze gemeenschappelijke vertrekpunten vormen als het ware de basis waaraan elke communicatie-uiting (inclusief het gedrag van alle werknemers van de organisatie) moet voldoen. Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Hoofddoelstelling - Via externe communicatie een bijdrage leveren aan het beeld dat de gemeente Waalwijk wil achterlaten bij de doelgroepen (imago). - Via interne communicatie een open en transparante organisatie stimuleren, waarin medewerkers het gedrag vertonen dat het beeld van de gemeente bevestigt en versterkt (identiteit). - Via een projectmatige werkwijze van Bureau Communicatie invulling geven aan de adviesrol en de regierol. Subdoelstellingen: - De externe communicatiedoelstelling is te bereiken door te werken aan het creëren van het gewenste imago. Hiervoor wordt onder andere gewerkt aan het verbeteren van het medianetwerk. De relatie/reputatie bij relaties kan verder worden geoptimaliseerd via een relatiemanagementplan. - De interne communicatiedoelstelling is te bereiken door kennis te verzamelen over de organisatiecultuur, kennisoverdracht te vergroten door een betere communicatiestructuur (o.a. via het Intranet), een bijdrage te leveren aan het “wij-gevoel”, MT & management te adviseren/ondersteunen in de weg naar een kennisdelende organisatie. Omvang Doelgroepen


27

Extern: alle inwoners van Waalwijk, bedrijven, bezoekers van Waalwijk, buurgemeenten, provincie, rijksoverheid/ministeries, belangengroepen, gezinsleden van medewerkers van de gemeente, gepensioneerden. Intern: College van Waalwijk, raad, managementteam, leidinggevenden, alle medewerkers. Relevante beleidsnota’s / informatie: - nota Handvatten Communicatiebeleid (maart 2002) - Communicatiebeleidsplan 2003- 2006 Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten 1

2

Externe Communicatie conform communicatiebeleidsplan 2003-2006

Bestuurlijke ondersteuning

Kwalitatieve Doelstelling Goede en duidelijke kernboodschap, ondersteunen bestuur

Kwantitatieve Doelstelling 2x per jaar evalueren met bestuur en 1x met journalisten

Activiteiten 2006 Persbeleid uitvoeren en evalueren cf. doelstelling

Uniformiteit, duidelijke uitstraling

Actualiseren: Introductie en Parkeerkaarten invoering nieuwe Folderlijn thematisch huisstijl (fase II) /projecten Serviesgoed Beurswand / tentoonstellingswand Mogelijke bewegwijzering op straat naar gemeentekantoren Mededelingenborden Gebouwen (buiten en binnen, b.v. balies) “Welkom in Waalwijk” borden

Idem

Eens per week

Gemeentepagina

Idem

Restylen gemeentelijke advertenties; opstellen criteria

Idem

Verdere implementatie wijkbrieven Activiteiten binnenshuis 25 Activiteiten buitenshuis 50


Representatie

28

Prioriteiten

Kwalitatieve Doelstelling Relevante, actuele en volledige informatie

Kwantitatieve Doelstelling - Uitbreiden van de dienstverlening via het digitaal loket door het aantal webformulieren uit te breiden, te koppelen met identificatie van bezoekers en betalingsmogelijkheden via een internet kassa. - Invoegen van een personalisatiemodule waarmee bezoekers een eigen profiel kunnen opgeven en een ‘Mijn Waalwijk’ omgeving ontstaat. - Uitbreiden van de site met een bedrijvenloket en toeristische informatie. Eens per 2 jaar

Activiteiten 2006 Realiseren genoemde doelstellingen

Personeelsblad

3

Informatieverstrekking via internet

4

Monitoring

Inzicht in de leesbaarheid en waardering van communicatieproducten van de gemeente

5

Interne communicatie

platformfunctie

10 x per jaar

Relevante, actuele en volledige informatie verstrekken aan de eigen organisatie met als doel de kennisdelende organisatie te ondersteunen.

- Uitbreiden van het basis Intranet Intranet met informatiediensten van de afdelingen die in 2005 geen capaciteit hiervoor hadden. - Ontsluiten van processen, applicaties en documenten uit het DMS voor medewerkers en raadsleden.


Onderzoek eind 2006 mbt. externe communicatie

29

PROGRAMMA I


Hoofdstuk 1

Bestuur, ambtelijke organisatie en dienstverlening

Wat mag het kosten?

Programma I;Dienstverlening inwoners Hoofstuk 1: Bestuur, ambtelijke organisatie en dienstverlening Omschrijving 11200 Publieke dienstverlening BZ 11202 Verkiezingen 11210 Secretarieleges BZ 11600 Woonzorgzones 13000 Bestuursorganen: Raad 13010 Bestuursorganen: Burgemeester 13020 Bestuursorganen: College 13030 Ondersteuning bestuur 13201 Representatie 13202 Communicatie 13507 Int.contacten/best.samenwerk. 13508 Ondersteuning best. organen TOTAAL

Rekening Begroting 2004 2005 Saldo Saldo 1.505.795 1.203.148 60.277 76.856 -449.842 -385.244 0 0 554.370 609.763 193.706 177.929 726.996 818.939 268.057 255.295 218.405 160.898 412.190 478.879 41.280 81.718 482.142 372.647 4.013.377 3.850.828

Lasten 1.236.296 86.267 125.000 200.160 591.581 190.946 681.369 310.179 160.560 494.773 79.390 453.200 4.609.721

Begroting 2006 Baten 0 0 -589.626 0 -1.612 0 0 0 0 0 0 0 -591.238

Saldo 1.236.296 86.267 -464.626 200.160 589.969 190.946 681.369 310.179 160.560 494.773 79.390 453.200 4.018.483

VERLOOP NETTO LASTEN (bedragen x € 1.000) 4.500 4.000 3.500

werkelijk raming

3.000 2.500 2.000 2002

2003

2004

2005

2006

Ontwikkeling verloop 2002-2006 Sinds 2002 zijn de lasten met ruim € 1 miljoen toegenomen, met name als gevolg van het voor het eerst in 2006 in hoofdstuk 1 van programma I verantwoorden van de kosten i.v.m. woonzorgzones (€ 200.000), de toegenomen kosten i.v.m. communicatie (2002 € 300.000 en in 2006 € 500.000) en ondersteuning van het bestuur en de bestuursorganen (2002 € 200.000 en in 2006 € 800.000). Dit laatste heeft te maken met de invoering van de griffie en een wijziging in de voorschriften die bepaalt dat de kosten van het samenstellen van begroting en jaarrekening hier dienen te worden verantwoord.


30

Analyse 2005-2006 De toename van de netto lasten van 2005 naar 2006 ontstaat door de kosten i.v.m. de ontwikkeling van de woonzorgzones. Ingevolge het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten dienen de kosten hier verantwoord te worden. De kosten worden overigens volledig gedekt door een beschikking over de reserve Majeure Projecten. Deze beschikking is ingevolge de voorschriften in programma III geraamd. Volledigheidshalve merken wij nog op vastgesteld te hebben dat er binnen de post representatie onvoldoende dekking is voor de aanschaf van kaarten voor wedstrijden van RKC Waalwijk. Wij hebben daartoe een budget van € 15.000 toegevoegd op product 13201. In overeenstemming met de door de raad aangegeven kaders is op product 11210 secretarieleges burgerzaken de opbrengst leges burgerzaken met € 50.000 verhoogd en de legesopbrengst reisdocumenten met € 15.000. De baten op dit product zijn mede hierdoor in totaliteit met € 80.000 toegenomen. Omdat ook de lasten (product 11200 publieke dienstverlening burgerzaken) enigszins zijn toegenomen (met € 33.000) stigt de kostendekking op de totale publieke dienstverlening slechts met ruim 5% van 32% naar 37%. Kengetallen / prestatiegegevens Verkiezingen verkiezingen 2006 stemgerechtigden verwachte opkomst kosten per uitgebrachte stem kosten per inwoner

gemeenteraad 36000 21600 (60%) € 3,99 € 1,88

Woonzorgzones In de planperiode tot 2015 worden 6 pluswijken gerealiseerd. Een aanvang is gemaakt met wijk II (Baardwijk/Laageinde/De Hoef), wijk V (SprangCapelle/Landgoed Driessen) en wijk VI (Waspik). Voorzien wordt dat in 2006 een eerste aanzet zal worden gegeven in wijk I (Centrum,Besoyen) en dat verkenningen naar geschikte locaties opgestart worden in wijk III (Antoniusparochie, Bloemenoord) en wijk IV (Zanddonk/Meerdijk). Bestuursorganen: raad aantal vergaderingen raad aantal commissievergaderingen

12 36

Bestuursorganen: college aantal vergaderingen

45

Representatie activiteiten binnenshuis activiteiten buitenshuis kosten per inwoner

24 60 € 3,50

Communicatie Kosten per inwoner

€ 10,80

Bevordering internationale contacten ambtelijke contacten met Unna 50 deelnemers camping Waalwijk 40 bezoekers Weihnachtsmarkt Unna 35 toepassen subsidieregeling 15 aantal deelnemers 200


31

PROGRAMMA I


Hoofdstuk 2

Handhaven

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Integrale handhaving Handhaven is een belangrijk thema. Handhaven beperkt zich niet alleen tot openbare orde maar strekt zich uit tot het gehele handelen van de overheid en de burgers en instellingen in relatie tot elkaar. De overheid komt haar afspraken en taken na en dat wordt ook van de samenleving geëist. Vergunningsvoorschriften, subsidievoorwaarden, sociale voorzieningen, verkeersregels etc. worden gehandhaafd. In de “Kadernota Integrale Handhaving 2004 gemeente Waalwijk” worden de kaders gegeven voor de handhaving binnen de gemeente Waalwijk. Verder wordt in de nota beschreven hoe we binnen de gemeente op dit moment handhaven en hoe we dat in de toekomst willen gaan doen. Op basis van deze kadernota is een handhavingprogramma 2005 gemaakt. Hierin zijn de prioriteiten van de handhaving vastgelegd. Vanuit een verzameling van de diverse uitvoeringsprogramma’s zal middels pilots toegewerkt worden naar integrale handhaving. Om deze ontwikkelingen te versterken is gekozen voor een procesgerichte benadering in de vorm van een cluster handhaving (MBZ). Relevante beleidsnota’s /informatie Kadernota Integrale Handhaving 2004 gemeente Waalwijk Nota handhavingsbeleid bouwzaken ‘bouwen aan handhaving in Waalwijk’ (2002) Verbeterplan professionalisering van de handhaving Algemene Plaatselijke Verordening Bijzondere Wetten Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten

Kwalitatieve Doelstelling 1 Integraal Gemeentebreed handhavingsprogramma; beschikken over en handhavingsprogramma’s uitvoering geven aan voor onderdelen van de handhavingsbeleid en organisatie; geïntegreerd handhavingsprogramma programma (met bijbehorend handhavingsbeleid) en uitvoering van de programma’s 2 Handhaven permanente Uitvoering geven aan bewoning en illegale het vastgestelde beleid bouwwerken 3 Professionaliseringstraject Kwaliteitsverbreding handhaving van milieu naar bouwen, RO, etc.


Kwantitatieve Doelstelling Planmatig handhaven volgens vooraf vastgesteld programma

Activiteiten 2006 Opstellen / uitvoeren programma voor handhaving in 2006

Cf Handhaving handhavingsbeleid Integraal maken

32

Wat mag het kosten? De lasten van dit hoofdstuk op deze plaats zijn 0 Euro. Bij de behandeling van de begroting 2005 door de raad is opgemerkt dat het problematisch is om op deze plaats, direct bij het betreffende hoofdstuk, geen inzicht te hebben in de financiële vertaling van activiteiten die toch als één van de speerpunten van beleid mogen worden aangemerkt. Het is echter een vaststaand gegeven dat het ingevolge de voorschriften verplicht is om kosten functioneel (ten laste van producten waarvoor ze gemaakt worden) te ramen en te verantwoorden. Om een en ander vanaf 2006 toch inzichtelijker te maken, zijn in onderstaande tabel vanuit de producten de kosten van handhavingsactiviteiten door medewerkers van de afdeling Milieu- en bouwzaken vermeld. Helaas is het niet mogelijk om hiertegenover de vergelijkbare bedragen uit 2004 en 2005 te plaatsen. activiteit milieu bouwen APV gebruiksvergunningen Totaal

2006 aantal uren 8.229 5.780 665 739 15.413


€

2006 kosten 676.568 475.217 54.675 60.759 1.267.219

33

PROGRAMMA I


Hoofdstuk 3

Veiligheid

Samenhang met andere programma’s Dit hoofdstuk heeft raakvlakken met gebiedsgericht werken, leefbaarheid, jeugdbeleid, verkeer, inrichten wijken, bouwbeleid, beheer openbare ruimten, handhavingsbeleid.

Paragraaf 3.1

Veiligheid

Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect De gemeente dient de ontwikkelingen die via wijken buurtbeheer in gang gezet zijn en die uitgewerkt zijn in de nota "Succesvol Samenwerken" met kracht voort te zetten. Extra aandacht moet er komen voor de uitwassen van drank- en drugsgebruik, vandalisme en geweld. Lieden die het uitgaansleven onveilig maken moeten worden aangepakt. De Waalwijkse burger moet zich veilig kunnen voelen. Het gaat daarbij zowel om het vergroten van de veiligheidsbeleving van de burger (de subjectieve veiligheid) als om de toename van de objectieve veiligheid. Het veiligheidsbeleid beperkt zich tot de publieke ruimte, met aandacht voor zowel de sociale als de fysieke aspecten van veiligheid. Het gaat daarbij om de veiligheid die burgers, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven direct raakt. De veiligheid `op straat' is de resultante van de inspanningen van publieke en private partijen. Het publieke domein wordt bevolkt door burgers, overheidsinstanties en een grote diversiteit aan organisaties zoals bedrijven, winkels, horeca, ziekenhuizen, scholen, woningbouwcorporaties, welzijnsinstellingen, et cetera. Hun rol strekt zich verder uit dan de puur functionele rol van het verschaffen van onderwijs, gezondheidszorg en dergelijke. Zij zijn allen gebaat bij een veilig publiek domein en zij hebben daartoe ook een taak. Veiligheid kan niet afgewenteld worden op de overheid. Deze organisaties zal daarom worden gevraagd aan te geven wat zij kunnen bijdragen aan het vergroten van de veiligheid en op welke wijze de overheid hen daarbij kan helpen. Participeren in het veiligheidsbeleid kan niet door de gemeente worden opgelegd, wel kan de gemeente voorwaarden scheppen om anderen in staat te stellen hun bijdragen aan de veiligheid te leveren. De gemeente Waalwijk geeft ook aan wat het zelf doet om het publieke domein veiliger te maken. Relevante beleidsnota’s /informatie Integraal Lokaal veiligheidsplan Waalwijk, deel 1 (beleid) (2003) Programma Leefbaarheid, veiligheid en participatie 2004-2008 (2004) Succesvol samenwerken (24 november 2000) Convenant Leefbaar Waalwijk Naar een veiliger samenleving Inzet gemeenten t.b.v. veiligheidsprogramma Landelijk en Regionaal kader Nederlandse Politie 2003-2006.


34

Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten 1 Veiligheid

Kwalitatieve Doelstelling Verbetering van de veiligheid in Waalwijk

Kwantitatieve Doelstelling Opstellen Integraal lokaal veiligheidsactie plan 2006, waarin activiteiten nader worden gespecificeerd. Dit is een voortschrijdend plan met niet elke weer nieuwe activiteiten.

Verbetering van Integraal lokale de veiligheid in veiligheidsWaalwijk rapportage 2005


Activiteiten 2006 Aanpakken van stelselmatige daders in Waalwijk in gewijzigde vorm Verminderen van het aantal woninginbraken in Waalwijk Verminderen van het aantal bedrijfsinbraken in Waalwijk Terugdringen van agressief verkeersgedrag op lokale wegen Beperken van de aantasting van de lichamelijke integriteit Verminderen van overlast die burgers ondervinden van gebruik van en handel in verdovende middelen Verminderen van het aantal inbraken van/uit auto’s in Waalwijk De overlast door hangjongeren zoveel als mogelijk terug dringen, door preventieve maatregelen en zonodig zeker ook repressief optreden Opstellen integraal lokale veiligheidsrapportage 2005

35

Paragraaf 3.2

Rampenbestrijding

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect De gemeente Waalwijk wil goed voorbereid zijn op een eventuele ramp of zwaar ongeval. Daarom houdt zij haar rampenplan actueel, zorgt zij ervoor dat haar medewerkers goed zijn opgeleid en geoefend en brengt zij door middel van een risico-inventarisatie de grootste risico’s in beeld. Opleiden De gemeente Waalwijk vindt dat de functionarissen in het kader van de rampenbestrijding goed moeten zijn opgeleid. Elke functionaris heeft inmiddels de Basismodule Crisismanagement gevolgd. Daarnaast heeft een groot deel van de functionarissen voor de rampenbestrijding in 2005 de op zijn functie toegespitste vervolgopleiding gevolgd. In 2006 worden de medewerkers die de vervolgopleiding nog niet hebben gevolgd opgeleid. Daarnaast krijgt de burgemeester een specifieke aanvullende module over omgaan met de media in rampsituaties. Daarmee is het Opleidings- en oefenbeleidsplan rampenbestrijding gemeente Waalwijk 2003-2005 volledig uitgevoerd. In 2006 wordt gewerkt aan een nieuw, meerjarig Opleidings- en oefenbeleidsplan. Omdat hiervoor een regionaal model moet komen, is nog onduidelijk of de vaststelling ook daadwerkelijk in 2006 kan plaatsvinden. Oefenen Tijdens het oefenen wordt de kennis die is opgedaan met opleiden en eerder opgedane oefenen praktijkervaring “in de praktijk” gebracht. We willen bereiken dat elk jaar een bestuurlijke oefening wordt gehouden en dat de gemeentelijke deelprocessen in een cyclus van vier jaar minimaal één keer worden geoefend. Omdat het oefenen van de deelprocessen niet meer door de regio wordt opgepakt, wordt hiervoor samengewerkt met een aantal omliggende gemeenten. Jaarlijks worden twee deelprocessen geoefend en gezamenlijk wordt hiervoor een trainer ingehuurd. Risico-inventarisatie Door het vooraf inventariseren van specifieke situaties in Waalwijk waardoor een ramp of zwaar ongeval kan ontstaan, kunnen we ons beter voorbereiden en proberen schade te beperken. Deze risico-inventarisatie is in het Plan Crisismanagement, dat in 2005 is vastgesteld, opgenomen. Vanuit de brandweer Voorkomen van gebeurtenissen waardoor een ernstige verstoring van de openbare veiligheid ontstaat, waarbij het leven en de gezondheid van vele personen, het milieu of grote materiele belangen in ernstige mate worden bedreigd of worden geschaad en waarbij een gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken. Relevante beleidsnota’s /informatie Plan Crisismanagement Opleidings- en oefenbeleidsplan rampenbestrijding gemeente Waalwijk 2003-2005 Wet kwaliteitsbevordering rampenbestrijding Wet Rampen en Zware ongevallen Besluit Risico’s en zware ongevallen (BRZO)


36

Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten

1

2

Kwalitatieve Doelstelling Actueel Plan Geactualiseerd Plan Crisismanagement Crisismanagement op basis van een regionaal model

Kwantitatieve Doelstelling Plan Crisismanagement met uitgewerkte processen

Opleiden en oefenen

Elk jaar bestuurlijke oefening.

In 2006 iedere functionaris volgens Opleidings- en oefenbeleidsplan opleiden met gerichte vervolgopleidingen en een aanvullende module voor de burgemeester

Gemeentelijke deelprocessen in cyclus van 4 jaar minimaal éénmaal oefenen

Activiteiten 2006 Eventuele wijzingen die zich in de loop van 2006 voordoen aanpassen - Uitvoering geven aan laatste onderdelen van Opleidings- en oefenbeleidsplan rampenbestrijding gemeente Waalwijk 2003-2005 -

3

Rampenbestrijdingsplannen opstellen voor aangewezen bedrijven

Beschikken over actuele rampenbestrijdingsplannen

2 multidisciplinaire rampenbestrijdingsplannen


Opstellen van nieuw, meerjarig Opleidingsen oefenbeleids plan

2 plannen maken en bestuurlijk laten vaststellen

37

Paragraaf 3.3

Brandweer

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Op grond van de Brandweerwet dient de brandweer zich voor te bereiden op de incidentenbestrijding. Aanvalsplannen en bereikbaarheidskaarten worden beschouwd als een onderdeel van de voorbereiding. Middels deze plannen is bekend welke gevaarsaspecten er aanwezig zijn in diverse gebouwen in het kader van repressief optreden. Aanvalsplannen en bereikbaarheidskaarten worden gebruikt bij repressieve acties van de brandweer bij de gebouwen en geven informatie over de aanwezige risico’s in het gebouw of object. Voor Waalwijk is het aantal te maken aanvalsplannen bepaald op 16; het aantal bereikbaarheidskaarten op 150. Op basis van projectmatige aanpak in regionaal verband dienen in drie jaar tijd deze plannen te worden gemaakt. Hiermee is in de tweede helft van 2004 gestart. De verwachting is dat medio 2007 de kaarten en plannen gemaakt zijn. Na het maken van de plannen dient hiermee door de repressieve dienst geoefend te worden. Jaarlijks dient nagegaan te worden of de informatie nog actueel is. In 2003 is in Tilburg de gemeenschappelijke meldkamer operationeel geworden ten behoeve van de brandweer, politie en GGD/GHOR. In 2004 en 2005 is de meldkamer verder “uitgebouwd “ en geprofessionaliseerd. Eind 2004 is een start gemaakt met de implementatie van het communicatiesysteem C2000 en het alarmeringssysteem P2000. In september 2005 zijn de operationele diensten overgeschakeld van het oude analoge systeem naar dit nieuwe communicatiesysteem. In 2006 wordt het nieuwe alarmeringsysteem P2000 operationeel. In de gemeente waalwijk zijn diverse vormen van bluswatervoorzieningen aanwezig. Dit zijn ondergrondse brandkranen, geboorde putten en open water. Naast brandkranen dient steeds vaker te worden voorzien in een aanvullende bluswatervoorziening, zoals geboorde putten. Hierdoor wordt de drinkwaterleiding ontlast en kan tevens worden voorzien in een secundaire bluswatervoorziening. Gelet op de aanwezige gebouwen en de ligging en capaciteit van de drinkwaterleiding met brandkranen, dient het aantal geboorde putten te worden uitgebreid. De uitbreiding wordt geprojecteerd op plaatsen waar de waterleiding onvoldoende capaciteit heeft in relatie tot de aanwezige bebouwing De aanwezige bluswatervoorzieningen dienen periodiek gecontroleerd te worden op de bereikbaarheid en bruikbaarheid. Deze controle heeft tot heden uitsluitend plaats gevonden door vrijwilligers van de brandweer. Door toenemende verplichtingen is de extra tijd die nodig is voor deze controles niet meer aanwezig. De controle op de ondergrondse brandkranen wordt deels uitbesteed aan een nader te selecteren partij (bv Brabant Water of WML). Frequentie van controle 1x 2 jaar (komt overeen met 1000 stuks per jaar). De controle van de geboorde putten en open water blijft in een uitvoeringstaak van de vrijwilligers. Relevante beleidsnota’s /informatie Regionale rapportages over het opstellen van aanvalsplannen en bereikbaarheidskaarten van september 2001 en november 2002. Wet Rampen en zware ongevallen (Wrzo) Wet Kwaliteitsbevordering rampenbestrijding (WKR)


38


Kwalitatieve Doelstelling Opstellen aanvalsplannen en bereikbaarheidskaarten volgens regionaal model

Kwantitatieve Doelstelling 16 aanvalsplannen 150 bereikbaarheidskaarten

Activiteiten 2006

1

Plannen opstellen voor bedrijven met grootste risico’s bij repressief optreden

2

In stand houden van Communicatieapparatu middels betaling Aanschaf gemeenschappelijke ur aanschaffen volgens inwonerbijdrage mede alarmeringsmeldkamer (GMK) en regionale specificaties zorg dragen voor in apparatuur vervanging stand houding GMK communicatieAanschaf communicatie apparatuur t.b.v. en lokale brandweer alarmeringsapparatuur t.b.v. lokaal gebruik

3

Uitbreiding bluswatervoorziening

Uitbreiding secundaire Laten maken van 25 bluswatervoorziening geboorde putten op middels het maken van diverse lokaties geboorde putten

Maken van 25 geboorde putten

4

Controle bereikbaarheid en beschikbaarheid bluswatervoorziening

Periodieke controle op bereikbaarheid en beschikbaarheid ondergrondse brandkranen en registratie

Controle 1000 ondergrondse brandkranen


Controle van ca 1000 ondergrondse brandkranen per jaar door extern bedrijf

5 aanvalsplannen 50 bereikbaarheidskaa rten

39

PROGRAMMA I


Hoofdstuk 3

Veiligheid

Wat mag het kosten?

Programma I;Dienstverlening inwoners Hoofstuk 3: Veiligheid

13502 13601 13602 13603 13604 TOTAAL

Rekening Begroting 2004 2005 Saldo Saldo 240.470 329.787 89.450 164.185 171.076 150.104 329.568 447.571 934.040 931.677 1.764.604 2.023.324

Omschrijving Openbare orde en veiligheid Brandpreventie Repressie Rampenbestrijding Preparatie

Lasten 371.265 223.560 182.119 411.993 959.501 2.148.438

Begroting 2006 Baten 0 -20.200 0 0 -21.515 -41.715

Saldo 371.265 203.360 182.119 411.993 937.986 2.106.723

VERLOOP NETTO LASTEN (bedragen x € 1.000)

2.400 2.200 2.000 werkelijk

1.800

raming

1.600 1.400 1.200 1.000 2002

2003

2004

2005

2006

Ontwikkeling verloop 2002-2006 De lasten stijgen op begrotingsbasis van zo’n € 1,5 miljoen in 2002 naar ruim € 2,1 miljoen in 2006. Brandpreventie en repressie geven een slechts zeer geringe kostentoename sinds 2002, terwijl de kosten van de andere producten in een periode van 4 jaar elk globaal € 200.000 duurder zijn geworden. Opvallend is verder dat de werkelijke kosten zich gelijkmatiger ontwikkelen dan de ramingen die een enigszins fluctuerend karakter vertonen. Dit komt vooral omdat de kosten van het vervaardigen van bereikbaarheidskaarten in eerste instantie op één begrotingsjaar (2004) werden geraamd, terwijl de kosten zich daarentegen in de praktijk geleidelijk voordoen over een periode van een aantal jaren.


40

Analyse 2005-2006 De netto lasten nemen met zo’n € 80.000 toe. Dit is nagenoeg uitsluitend een gevolg van de stelselwijziging van kostentoerekening, waardoor vanuit de afdeling Bestuur en Ondersteuning hogere apparaatskosten worden toegerekend aan de eigen producten. Voor de controle op bluswatervoorzieningen (een wettelijke plicht) is conform de kaderstelling door de raad een budget ad € 10.000 toegevoegd. Ook zullen de bluswatervoorzieningen in 2006 worden uitgebreid. Kengetallen/prestatiegegevens

begroot 2006

Openbare orde en veiligheid overleg tussen burgemeester en teamchef lokaal driehoeksoverleg APV uitvoering: vergunningen/ontheffingen risicowedstrijden voorbereiden/begeleiden maatschappelijke probleemsituaties kosten per inwoner

20 x per jaar 6 x per jaar 300 10 5 € 8,11

Brandpreventie te verlenen gebruiksvergunningen waarvan door extern bureau gemaakt adviezen bouw/milieuvergunningen controle inrichtingen voorwaarden evenementen advisering en voorlichting gemiddeld aantal uren per vergunning gemiddelde legesopbrengst per vergunning kosten per inwoner

20 10 50 20 50 50 31 € 1.000 € 4,44

Repressie (brandweer) alarmeringen aantal uren inzet aantal brandmeldingen binnen gemeente aantal keren assistentie buiten de gemeente aantal hulp-/dienstverleningen gemiddelde opkomsttijd gemiddelde uitruktijd (opkomst+rijtijd) gemiddeld aantal uren inzet per alarm gemiddelde kosten per alarm kosten per inwoner

400 6500 270 30 80 4,5 minuut 10 minuten 15 uur € 442,80 € 3,98

Preparatie (brandweer) opstellen bereikbaarheidskaarten opstellen aanvalsplannen oefenavonden per post controle ondergrondse brandkranen controle geboorde putten/waterwinplaatsen kosten per inwoner

50 5 44 1000 50 € 20,48


41

PROGRAMMA I


Hoofdstuk 4

Natuur, landschap en cultuurhistorische waarden

Samenhang met andere programma’s Dit hoofdstuk heeft raakvlakken met wonen, volkshuisvesting, Landgoed Driessen, recreatie, milieu, welzijn en ruimtelijke strategie.

Paragraaf 4.1


Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Doelstelling van dit programma is een accent te vestigen op natuur en landschap aan de ene kant en cultuurhistorische waarden aan de andere kant opdat in planvorming een balans wordt bereikt tussen stedelijke ontwikkeling enerzijds en anderzijds natuur- en landschapsontwikkeling inclusief cultuurhistorie. Wat betreft cultuurhistorie heeft dit er onder meer toe geleid dat er een verkenning is gehouden omtrent de cultuurhistorische waarden in het gebied tussen Waalwijk en Waspik en dat op basis van deze verkenning inmiddels een nadere studie is gehouden omtrent een aantal specifieke locaties te weten de “Knopen aan de Winterdijk”. Momenteel wordt bezien of aan de hand van de suggesties vanuit deze studie tot realisering van een van de specifieke locaties kan worden gekomen. Deze realisering kan dan plaatsvinden onder gelijktijdige uitvoering van een aantal civiele werken. Wat betreft natuur en landschap heeft de doorwerking hiervan in ruimtelijke planvorming in Waalwijk onder andere plaatsgevonden door middel van het inmiddels onherroepelijke bestemmingsplan ‘Glasnat’. Ook naar de toekomst toe zal het natuur/landschapsbelang steeds nadrukkelijker dienen te worden betrokken bij de ruimtelijke keuzen. Concreet komt dit beleid tot uitdrukking in enerzijds de gerealiseerde en de te realiseren natuurcompensatie in verband met Landgoed Driessen en anderzijds in de toepassing van de Subsidieverordening “Particulier Landschapsbeheer”. Relevante beleidsnota’s /informatie Cultuurhistorische waardekaart Nota Belvédère Bestemmingsplan Glasnat Subsidieverordening “particulier landschapsbeheer” “Lange lijnen in een gelaagd landschap” “Knopen aan de Winterdijk”


42


Kwalitatieve Doelstelling Ruimtelijke ontwikkeling met behoud van cultuur-historische waarden

Kwantitatieve Doelstelling Realiseren van maximaal 5 projecten

2 Uitbouw monumentenbeleid naar cultuurhistorisch beleid

Cultuurhistorie als zelfstandig belang in de ruimtelijke ordening

Verkrijgen van de archeologische opgravingbevoegdheid

Verdere uitbouw cultuurhistorische waardekaart als drager cultuurhistorisch beleid

3 Natuurcompensatie

Compensatie van bij planvorming verloren gegane natuurwaarden elders in Waalwijk ter verkrijging van een balans tussen “rood”en “groen” in Waalwijk-totaal

Realiseren van een aantal ha natuurcompensatie als onderdeel van de totale taakstelling

Inspelen op te koop aangeboden gronden in het buitengebied c.q. ruil van gronden

4 Toepassing Subsidieverordening Particulier Landschapsbeheer

Stimulering grondeigenaren in buitengebied aandacht te schenken aan de aankleding van hun grondeigendommen

Realiseren van een aantal strekkende meters erfbeplantingen/ laanstructuren

Verstrekking subsidies

1 Uitwerken “Knopen aan de Winterdijk”


Activiteiten 2006 Realiseren van 1 project (Opgestart project “Havendijk Waspik; Is afgerond in 2005 Doelstelling in 2006 op te starten project “Vrouwkensvaartsestraat Waspik”

43

Paragraaf 4.2

Cultuurhistorisch Ankerpunt

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Het is de bedoeling om te komen tot realisatie van een attractief cultuurhistorisch ankerpunt in het hart van het stadscentrum. Daarbij is het ankerpunt een centraal punt waar alle informatie over cultuurhistorie samenkomt, wordt bewerkt, geëtaleerd en verspreid. Het concept dient, mede ook door inbedding in een breder thematisch leisuregebied uit te nodigen tot bezoek, zodat zoveel mogelijk mensen kennis gaan nemen van de Langstraatse cultuurhistorie ten tijde van de leder- en schoenenindustrie, zowel binnen de muren van het ankerpunt als daarbuiten. Het ankerpunt is zowel via concept als locatie/accommodatie een onontkoombaar icoon van het Waalwijkse imago voor de (stads)bezoeker . Relevante beleidsnota’s /informatie In september 2001 is de nota “Wie de schoen past…” behandeld in de commissie Welzijn. De commissie heeft geadviseerd de haalbaarheid van een nieuw museumconcept op de bestaande locatie en op een locatie in of nabij het centrum te onderzoeken op haalbaarheid. In januari 2003 heeft de gemeenteraad een budget beschikbaar gesteld voor dit haalbaarheidsonderzoek. Op grond van de door raad vastgestelde Structuurvisie Centrum is deze haalbaarheidsstudie beperkt tot een locatie in of nabij het centrum. Deze haalbaarheidsstudie is in maart 2004 afgerond. Focus op slagvaardigheid, Collegeprogramma gemeente Waalwijk, 2004-2006. Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten 1

Uitwerken besluit tot realisatie van een cultuurhistorisch ankerpunt

Kwalitatieve Doelstelling Herhuisvesting bestaande functies van museum en archief in het hart van Waalwijk met een inhoudelijke meerwaarde voor het centrum.

Kwantitatieve Doelstelling Het realiseren van een ankerpunt 3.777 vierkante meter (bruto)


Activiteiten 2006 Het nader uitwerken van onderstaande onderdelen: • Inhoudelijk concept/creatief ontwerp • Accommodatie/locatie • Fondsenwerving • Organisatie

44

Paragraaf 4.3

Gemeentearchief

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect In een samenleving waarbij de informatie- en communicatie-technologie gemeengoed is geworden is het de taak van het gemeentearchief om de relevante (historische) informatie op een bij die tijdgeest passende wijze te beheren en beschikbaar te stellen. Het voornemen om het gemeentearchief binnen een beoogd Cultuurhistorisch Ankerpunt te brengen zal een belangrijke stimulans betekenen voor het naar buiten brengen van zaken die door het archief worden beheerd. Bovendien zal dat archief daardoor nog beter tot zijn recht komen. Een ander belangrijk voordeel zal zijn dat door de integratie van het gemeentearchief in het beoogde Ankerpunt een interactie tot stand gebracht kan worden tussen andere locale disciplines van cultuurhistorische kennis waardoor een totaalbeeld van de historie ontstaat en zo volledig kan worden geëtaleerd Het verfilmen en digitaliseren van allerlei bestanden en deze via studiezaal en internet ter beschikking stellen van een breed publiek sluiten naadloos aan bij de zienswijze t.a.v. een Cultuurhistorisch Ankerpunt waar alle informatie over cultuurhistorie samenkomt. Het digitaliseren van de belangrijke fotocollectie en o.a. de verfilming van de verzameling bouwtekeningen zullen een belangrijke bijdrage leveren aan de verbetering van de dienstverlening aan de interne diensten en een breed publiek. Relevante beleidsnota’s /informatie Focus op slagvaardigheid, Collegeprogramma gemeente Waalwijk, 2004-2006 Archiefwet Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten

Kwalitatieve Doelstelling Gebruik makend van een geavanceerd automatiseringssysteem de zoekmogelijkheden optimaal benutten

Kwantitatieve Doelstelling Digitalisering van ca. 10.000 foto’s in 5 jaar

Activiteiten 2006

1

Omvangrijke fotocollectie beschrijven op stukniveau, scannen en ter beschikking stellen via studiezaal en internet

2

Verfilming bouwtekeningen

Geen slijtage van originele bouwtekeningen; eerste aanzet tot digitalisering waardoor snellere raadpleging wordt bereikt

Verfilming van ca. 100.000 bouwtekeningen in 30.000 bouwdossiers in 5 jaar

Verdere dienstbrede voorbereiding project verfilming bouwtekeningen en verfilming van ca. 20.000 bouwtekeningen

3

Uitwerken besluit tot realisatie van een cultuurhistorisch ankerpunt

Herhuisvesting bestaande functies van museum en archief in het hart van Waalwijk met een inhoudelijke meerwaarde voor het centrum.

Het realiseren van een ankerpunt 3.777 vierkante meter (bruto)

Medewerking aan besluitvorming rond realisatie van een cultuurhistorisch ankerpunt


Beschrijven fotocollectie, verdere voorbereiding van het dienstbrede project, uitbesteding digitalisering van 2.000 foto’s.

45

PROGRAMMA I


Hoofdstuk 4


Wat mag het kosten?

Programma I;Dienstverlening inwoners Hoofstuk 4: Natuur, landschap en cultuurhistorische waarden Omschrijving 11204 Gemeentearchief 11312 Oudheidkunde en volksfeesten 12400 Monumenten en archeologie TOTAAL

Rekening Begroting 2004 2005 Saldo Saldo 410.717 425.988 310.437 339.659 306.780 279.292 1.027.934 1.044.939

Lasten 458.837 340.897 231.928 1.031.662

Begroting 2006 Baten -4.305 -73.010 0 -77.315

Saldo 454.532 267.887 231.928 954.347

VERLOOP NETTO LASTEN (bedragen x € 1.000) 1.500 1.400 1.300 1.200 1.100

werkelijk

1.000

raming

900 800 700 600 500 2002

2003

2004

2005

2006

Ontwikkeling verloop 2002-2006 Na een geringe stijging, veroorzaakt door incidentele uitgaven, komen de netto lasten terug op het niveau van 2002. Analyse 2005-2006 De netto lasten van het gemeentearchief nemen toe als gevolg van hogere apparaatskosten en een (gering) budget voor de conservering en digitalisering van audio-visueel archiefmateriaal (€ 5.325). Het verschil tussen de lasten van de begrotingen 2005 en 2006 op product 11312 is met name toe te wijzen aan de (vooralsnog incidentele) kosten van de vieringen van 4 en 5 mei in het jaar 2005. De lasten 2006 op het product monumenten en archeologie zijn lager geraamd dan in 2005, omdat in het budget 2005 een éénmalig bedrag was begrepen voor de oprichting van een archeologische dienst.


46

Kengetallen/prestatiegegevens Gemeentearchief Microfilmopnamen maken van kwetsbare en ook veel geraadpleegde archieven Oudheidkunde en volksfeesten Aantal te subsidiëren: musea heemkundekringen carnavalsverenigingen gilden oranjeverenigingen aantal deelnemers 4 t/m 12 jaar in oranjever. aantal bezoekers leder- en schoenenmuseum Nederlands leder- en schoenenmuseum: -subsidiebedrag per hoofd van de bevolking -subsidiebedrag per bezoeker Monumenten en archeologie rijksmonumenten gemeentelijke monumenten aantal subsidies onderhoud aantal subsidies restauratie gemiddeld subsidiebedrag onderhoud gemiddeld subsidiebedrag restauratie

40.000 opnamen per jaar

1 3 2 1 7 4909 23000 € 7,11 € 14,15 95 290 10 5 € 5.000 € 15.000


47

PROGRAMMA I


Hoofdstuk 5

Scholing

Samenhang met andere programma’s Dit hoofdstuk heeft raakvlakken met sociale integratie en jeugdbeleid.

Paragraaf 5.1

Onderwijshuisvesting

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Algemeen De gemeente heeft een wettelijke zorgplicht ten aanzien van de huisvesting onderwijs. Het jaarlijks beschikbaar te stellen budget voor het programma dient, in verband met de zorgplicht voor adequate huisvesting, minimaal zo groot te zijn zodat: • elke groep een dak boven het hoofd kan worden geboden (medegebruik/nieuwbouw/uitbreiding; blijvend of tijdelijk); • vervanging en onderhoud/aanpassing (bouwkundige calamiteiten, constructiefouten, herstel en vervanging van schade in verband met bijzondere omstandigheden) absoluut noodzakelijk om de voortgang van het onderwijs niet in gevaar te brengen, worden vergoed; • voor alle aanwezige leerlingen wordt de eerste aanschaf van onderwijsleerpakket/leer-en hulpmiddelen en meubilair vergoed. Opgemerkt wordt, dat in deze wel urgentiecriteria kunnen worden gehanteerd. De mogelijkheden daartoe zijn overigens niet uitputtend. De gemeente is derhalve eveneens met inachtneming van de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Waalwijk - wettelijk verantwoordelijk voor: 1. 2. 3.

4.

voorzieningen om capaciteitstekorten op te heffen; voorzieningen noodzakelijk om een adequaat onderhoudsniveau te handhaven i.c. onderhoud van gebouwen voor primair onderwijs en aanpassingen aan de buitenzijde van gebouwen voor voortgezet onderwijs; voorzieningen noodzakelijk om te voldoen aan bij of krachtens de wet gestelde verplichtingen, bestaande uit aanpassingen voor zover deze geen capaciteitsuitbreiding inhouden; voorzieningen die wenselijk zijn als gevolg van nieuwe onderwijskundige inzichten en/of gewenste bouwkundige aanpassingen om gebouwen aan te passen aan de eigentijdse eisen van het onderwijs.

Investeringen huisvesting onderwijs. In zijn vergadering van 5 juni 2003 heeft de raad het Meerjareninvesteringsplan Onderwijshuisvesting gemeente Waalwijk vastgesteld. Jaarlijks dient de raad het programma huisvesting onderwijs voor een volgend jaar vast te stellen. Op 18 december 2003 heeft de raad het programma 2004 vastgesteld. Dit programma bevatte enkele nieuwbouwvoorzieningen, zoals het Willem van Oranje College, openbare basisschool Villa Vlinderhof. Het programma 2005 bevat geen uitbreidingen, nieuwbouw van scholen, doch met name slechts enige onderhoudsactiviteiten. In het jaar 2005 en volgende jaren zijn enige grote projecten in uitvoering genomen. Gedacht kan worden aan de nieuwbouw van het Willem van Oranje College, het Praktijkonderwijs De Loint, de uitbreiding van basisschool Prins Willem Alexander. De uitbreiding van basisschool Jacinta is inmiddels in gebruik


48

genomen. KDV architecten heeft inmiddels opdracht voor de nieuwbouw van Villa Vlinderhof. In dat kader zal ook een massastudie worden gemaakt. Doordecentralisatie huisvesting onderwijs In zijn vergadering van 26 mei 2005 heeft de raad besloten tot doordecentralisatie van de huisvesting voortgezet onderwijs. Dit met terugwerkende kracht tot 1 januari 2005. Met de besturen van het voortgezet onderwijs vindt overleg plaats over de uitwerking. Naar de besturen van het basisonderwijs is aangegeven, dat er geen doordecentralisatie zal plaatsvinden. Relevante beleidsnota’s /informatie In zijn vergadering van 5 juni 2003 heeft de raad het “Meerjareninvesteringsplan onderwijshuisvesting Gemeente Waalwijk” vastgesteld. Dit plan bevat de noodzakelijke huisvestingsvoorzieningen over de periode 2004-2013. In zijn vergadering van 26 mei 2005 besloot de raad tot doordecentralisatie huisvesting voortgezet onderwijs. In totaal is vanaf 2006 structureel een totaal bedrag extra beschikbaar van € 64.000,-- ( € 17.000,-- compensatie inflatiecorrectie VO-scholen en € 47.000,-- LWOO-leerlingen). Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten

Kwalitatieve Doelstelling Uitvoering geven Leerlingen een aan de zorgplicht adequate van de gemeente onderwijshuisvesting voor wat betreft de bieden die aan de huisvesting eisen van deze tijd onderwijs. voldoen (gebouwelijk Gewijzigde weten en inhoudelijk). regelgeving.

Kwantitatieve Doelstelling Voldoende en afdoende huisvesting. Ca. 8300 leerlingen, 26 scholen, 72.000 m2 bvo

2

Uitwerking Waarborg zorgplicht. doordecentralisatie. Ontwikkelingen van het Rijk nauwlettend volgen.

Regelmatig overleg Uitwerking besluit met raad. schoolbesturen.

3.

Fiscale besparingen In overleg met fiscalist nagaan in hoeverre fiscale besparingen bij scholenbouw mogelijk zijn

In overleg met schoolbesturen komen tot afdoende huisvesting.

1


Activiteiten 2006 Uitwerking Programma’s huisvesting onderwijs 2003, 2004 en 2005, 2006.

Uitwerking fiscale besparingen en leveringsmodel van scholen.

49

Paragraaf 5.2

Besturen op afstand

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Op 18 december 2003 besloot de raad definitief tot het op afstand plaatsen van het bestuur van het openbaar basisonderwijs. Nagegaan wordt of nog tot een verdere bestuurlijke schaalvergroting kan worden gekomen. Mogelijk vindt per 1-1-2006 een bestuurlijke schaalvergroting plaats met de openbare scholen in de gemeenten Geertruidenberg, Loon op Zand en Dongen. Relevante beleidsnota’s /informatie Notitie Tien voor Toekomst, door raad in januari 2003 vastgesteld. Raadsbesluit van 18 december 2003 inzake bestuur op afstand. Wat gaan we daarvoor doen?

Prioriteiten 1

Uitvoering geven aan de taken als genoemd in artikel 48 van de Wet op primair onderwijs.

Kwalitatieve Doelstelling Zorg voor voldoende openbaar basisonderwijs. Groei naar efficiënte en betaalbare organisatie

Kwantitatieve Doelstelling Bestuurlijke schaalvergroting is noodzakelijk om aan nieuwe ontwikkelingen voldoende inhoud te kunnen geven. Opvang en spreiding van risico’s


Activiteiten 2006 Vaststelling begroting, rekening en jaarverslag.

50

Paragraaf 5.3

Weer Samen Naar School

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Het doel van Weer Samen Naar School (WSNS) is de zorg op basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs zodanig in te richten dat minder verwijzingen naar het speciaal basisonderwijs plaats behoeven te vinden. Relevante beleidsnota’s /informatie - Jaarprogramma 2005-2006 van het Meer Kansenbeleidsplan 2002-2006 Een nieuwe ontwikkeling in Waalwijk is het “Inclusief Onderwijs”. Dit is een vorm van onderwijs waarbij kinderen ongeacht hun handicap op een reguliere basisschool in de buurt onderwijs kunnen volgen. Samen met de scholen en andere maatschappelijke instellingen wordt bekeken hoe deze vorm van onderwijs in Waalwijk kan worden opgezet. Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten 1

Afstemming WSNS en GOA

2

Inclusief Onderwijs

Kwalitatieve Doelstelling Door afstemming van de beleidsterreinen wordt er gestreefd naar een optimale zorg voor de leerlingen

Kwantitatieve Doelstelling Zoveel mogelijk leerlingen in het reguliere basisonderwijs

Reguliere scholen voor primair onderwijs toerusten om kinderen met een handicap en specifieke zorg “kind nabij” op te vangen.

Ervoor zorgen dat zoveel mogelijk leerlingen binnen het reguliere onderwijs opgevangen worden.


Activiteiten 2006 Afstemming realiseren tussen WSNS en GOA en de uitkomst opnemen in het nieuwe beleidsplan 20062010. In basisschool Baardwijk zal inclusief onderwijs vormgegeven worden. Mogelijkheden op andere locaties worden onderzocht.

51

Paragraaf 5.4

Schoolbegeleiding (SOM)

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect De schoolbegeleiding is gericht op ondersteuning van de basisscholen op het terrein van de zorgstructuur, taalbeleid etc. De professionele ondersteuning vanuit de Stichting Onderwijsbegeleiding Midden-Brabant (S.O.M.) is een positieve impuls ten behoeve van de kwaliteit van het onderwijs dat gegeven wordt op de basisscholen in de gemeente Waalwijk. Daarnaast worden de basisscholen door de S.O.M. ondersteund in de leerlingbegeleiding. Door de wijziging van de Wet Regeling Schoolbegeleiding zullen de rijksmiddelen vanaf augustus 2006 rechtstreeks aan de scholen worden toegekend die zij in afbouwende fasen vrij mogen besteden bij een schoolbegeleidingsdienst. Voor de gemeente ligt in het kader van lokaal onderwijsbeleid de taak om de kwaliteit van het onderwijs te blijven stimuleren en ondersteunen. De gemeente is bereid te blijven subsidiëren in schoolbegeleiding, onder de voorwaarde dat ook de scholen zelf daarin investeren. Relevante beleidsnota’s /informatie • Advies “Stelselwijziging financiering onderwijsbegeleiding in gemeente Waalwijk” • “Meer Kansen Beleidsplan 2002-2006” en het Jaarprogramma 2005/2006 • Regeling onderwijs aan zieke leerlingen Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten

1

Kwalitatieve Doelstelling Herpositionering Continueren van Onderwijsbegeleidingsdienst aanbod van kwalitatief voldoende niveau voor basisscholen op het terrein van onderwijs, welzijn, taal, zorg e.d.


Kwantitatieve Doelstelling Handhaven van een ondersteuningspunt in Waalwijk

Activiteiten 2006 Opstellen van een convenant met de schoolbesturen voor de periode t/m augustus 2008

52

Paragraaf 5.5

Leerplicht

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Een goede schoolopleiding is de basis voor een betere sociaal-maatschappelijke positie. De prioriteit dient derhalve te liggen bij een verbetering van kansen en het voorkomen van schooluitval, zowel curatief als preventief. Er is een aantal jongeren dat door omstandigheden moeite heeft om onderwijs te volgen of zelfs volledig uitvalt. Voor deze groep dient er een goed vangnet te zijn. De gemeente speelt hier een rol door de leerplichthandhaving en de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten. Verder speelt het voorkómen van voortijdig schoolverlaten een belangrijke rol in het Meer Kansenbeleid 2006-2010. Relevante beleidsnota’s /informatie Beleidsnotitie Leerplicht, door de raad op 28 april 2005 vastgesteld Leerplichtverslag 2003/2004 en 2004/2005 Meer-Kansenbeleidsplan 2006-2010 en jaarprogramma 2005/2006 Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten 1

Kwalitatieve Doelstelling Uitvoeren van Naast terugdringen maatregelen uit van verzuim en het beleidsplan voortijdig leerplicht en schoolverlaten zal voortijdig er een schoolverlaten accentverschuiving plaatsvinden naar zorg.

Kwantitatieve Doelstelling Terugdringen van schoolverzuim met 5 %. Cijfers verzuim: 83* Terugdringen voortijdig schoolverlaten met 30 % (eind 2006) Cijfers Voortijdig schoolverlaten: 69

Activiteiten 2006 1.Iedere (zorg)leerling in beeld door: - sluitende leerlingenadministratie; -actualisering meldprotocollen - mogelijk maken van digitaal melden van verzuim 2.Doorlopende zorg bieden aan risicoleerlingen middels een sluitende zorgstructuur: - continuering deelname buurtnetwerken, zorgteams en JCO - warme overdracht groep 8 naar voortgezet onderwijs - inrichten vangnet - inrichten zorgteam ROC - afspraken met CWI, ISD, WML en Taksforce jeugdwerkloosheid omtrent voortijdig schoolverlaten 3.Aanbieden van onderwijsalternatieven: - time-outvoorziening - ziekteverzuimproject - schakelprogramma - maatwerktrajecten


53

Prioriteiten

Kwalitatieve Doelstelling

Kwantitatieve Doelstelling

Activiteiten 2006

4.Herkenbaar maken van de positie van leerplicht in Waalwijk: - website inrichten met een link naar leerplicht - invulling geven aan de Dag van de Leerplicht - brochure over leerplicht ontwikkelen - aanspreken van jongeren in hun “eigen taal’ * cijfers 2003/2004. Definitieve cijfers 2004/2005 zijn nog niet bekend


54

Paragraaf 5.6

Leerlingenvervoer

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Het creëren van een adequate vervoersvoorziening, teneinde leerlingen in het basisonderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs in staat te stellen scholen van de door hen gewenste richting te bezoeken en een voor hen passend onderwijs te volgen. Relevante beleidsnota’s /informatie 1) “Verordening leerlingenvervoer” door de raad vastgesteld op 5 juni 2003 2) B&W advies 03/7386 inzake Europees aanbesteden leerlingenvervoer. Contract afgesloten tot 1 augustus 2006 (met mogelijkheid tot stilzwijgende verlenging tot 1 augustus 2008) Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten 1

2

Regeling leerlingenvervoer

Verlenging per 1 augustus 2006 bezien van het contract met het vervoersbedrijf

Kwalitatieve Doelstelling Optimalisering van effectief en efficiënt vervoer van leerlingen In overleg met de vervoerder de meest gunstige routes/ combinaties bepalen waarbij de kwaliteit en veiligheid van het vervoer voorop staan

Kwantitatieve Doelstelling Via taxi’s en grote bussen worden 204 leerlingen vervoerd. Met eigen vervoer 2 leerlingen en met openbaar vervoer 2 leerlingen.

Optimale regeling (naar inhoud en kosten) voor het leerlingenvervoer

In verband met kostenbesparing, efficiëncy en effectivteit streven naar één leverancier

Activiteiten 2006 Uitvoeren van de regeling alsmede frequent overleg met vervoerder en met de leden van de Klankbordgroep (vertegenwoordiging van ouders) Onderzoek naar beheersing inzet vervoersmogelijkheden voor leerlingen (o.a. op grond van geloofsovertuiging)


Onderzoeken of op grond van ervaringen en actuele ontwikkelingen tot verlenging van het contract kan worden overgegaan

55

Paragraaf 5.7

Volwasseneneducatie

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Educatie is een instrument om maatschappelijke problemen op te lossen door middel van het aanbieden van gerichte cursussen door het ROC Midden-Brabant. Het gaat hier onder andere om doelgroepen zoals arbeidslozen, jongeren, ouderen, vrijwilligers en werkzoekenden. Door het uitvoeren van activiteiten kunnen vaardigheden worden aangeleerd, welke het individu in staat stelt beter te functioneren. Relevante beleidsnota’s /informatie Wet Inburgering Nieuwkomers Regeling Inburgering Oudkomers Productovereenkomst Educatie en Inburgering 2003 / 2004 Wat gaan we daarvoor doen? Naast het aanbieden van opleidingstrajecten met daarin ondermeer educatie voor de prioritaire doelgroepen als oudkomers en nieuwkomers: Prioriteiten

1

Kwalitatieve Doelstelling Ouderen Aanbieden van Licht verstandelijk cursussen aan gehandicapten specifieke Vrijwilligers doelgroep AMA’s waardoor zij hun Autochtone eigen analfabeten mogelijkheden op Jongeren/ voortijdig hun eigen manier schoolverlaters in hun eigen Cliënten ISD tempo kunnen benutten.

Kwantitatieve Doelstelling Aanbieden van diverse cursussen


Activiteiten 2006 Opstellen van productovereenkomst 2006 waarin de activiteiten nader worden omschreven (gemeente Tilburg is centrumgemeente en voert activiteit uit voor Waalwijk)

56

Paragraaf 5.8

“Brede School” in een Plusvoorziening

Wat willen we bereiken? Doelstellingen/beoogd maatschappelijk effect Door de koppeling van onderwijs aan andere wijkvoorzieningen wordt beoogd de school een nog centralere plaats te geven in de wijk alsmede een zo optimaal mogelijke aansluiting te realiseren tussen de voorzieningen voor jeugdigen van diverse leeftijden. Dit alles moet leiden tot een zo optimaal mogelijk gebruik van voorzieningen ten behoeve van de ontwikkeling van het kind en ouders. Voor het actief ondersteunen van dit Brede Schoolconcept zijn in Waalwijk tot op heden door de raad geen middelen beschikbaar gesteld. Het concept past echter naadloos binnen het voornemen om in het kader van de Wet Maatschappelijk Ondersteuning, de Plusvoorzieningen (voorheen de woon-zorg ontwikkelingen) en de toekomst van het buurthuiswerk om te komen tot multifunctionele wijkaccommodaties die de volledige keten van wonen, welzijn en zorg bedienen. En die vanuit die omvattendheid ook kunnen fungeren als een bindend element in de wijk. Daarbij bestaat de overtuiging dat de school zowel inhoudelijk als ruimtelijk een belangrijke drager kan zijn om kansen te bieden aan de realisatie van dergelijke accommodaties. De mogelijkheden van realisatie van een brede school zullen dan ook een vast onderdeel gaan uitmaken van onze afweging bij de realisatie van een multifunctionele wijkaccommodatie in de zones. Als proefproject in deze zijn wij voornemens om in 2006 te starten met de realisatie van een multifunctionele wijkaccommodatie, inclusief Brede School, aan de Heermanslaan in de zone Baardwijk/Laageinde/De Hoef. Relevante beleidsnota’s/informatie In het najaar van 2001 is de commissie Welzijn geïnformeerd over de ontwikkelingen rondom het Brede Schoolconcept in Waalwijk. In de commissie Welzijn van januari 2002 is de Startnotitie Brede School Waalwijk behandeld. In de Wet Maatschappelijk Ondersteuning tenslotte is bepaald dat de gemeente verantwoordelijk is voor een aantal prestatievelden. Rode draad binnen deze prestatievelden is dat de gemeente verantwoordelijk is voor het versterken van de sociale samenhang in en leefbaarheid van wijken en buurten door o.a. het realiseren van accommodaties voor maatschappelijke activiteiten die de volledige keten van wonen, welzijn en zorg op wijkniveau bedienen. Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten 1

Realisatie van de Baardwijkschool, Kinderdagverblijf en Peuterspeelzaal in de Plusvoorziening in de zone Baardwijk/ Laageinde/De Hoef

Kwalitatieve Doelstelling Een sluitende keten van voorzieningen voor jongeren op wijkniveau in de leeftijd van 4-12 jaar

Kwantitatieve Doelstelling Één school ten behoeve van 303 leerlingen.


Activiteiten 2006 Aanvang realisatie

57

PROGRAMMA I


Hoofdstuk 5

Scholing

Wat mag het kosten?

Programma I;Dienstverlening inwoners Hoofstuk 5: Scholing

11300 11301 11302 11303 11304 11305 11306 11349 11350 11351 11352 11353 11357 11307 TOTAAL

Omschrijving Leerplicht Openb.basisonderwijs excl.hv Bijz basisonderwijs excl huisv Spec. onderwijs excl. huisv. Onderwijsbegeleiding Leerlingenvervoer Volwasseneneducatie Lokaal onderwijsbeleid Huisvesting onderwijs algemeen Huisv. openb. basisonderwijs Huisv.bijz. basisonderwijs Huisv. speciaal basisonderwijs Huisv. voortgezet onderwijs Voortgez.onderw. exlc. huisv

Rekening Begroting 2004 2005 Saldo Saldo 228.638 218.089 225.459 118.661 115.167 106.330 49.945 18.461 204.551 214.496 548.555 552.395 14.837 38.256 222.324 442.721 142.772 -587.410 474.134 806.067 1.181.404 1.603.038 332.133 352.995 658.362 1.885.168 0 0 4.398.281 5.769.267

Lasten 249.491 122.404 106.481 109.349 321.993 581.354 101.965 896.660 305.328 767.943 1.446.921 245.965 1.849.795 0 7.105.649

Begroting 2006 Baten -28.690 0 0 -91.423 -116.542 -1.234 -63.360 -340.779 -76.836 0 0 0 0 0 -718.864

Saldo 220.801 122.404 106.481 17.926 205.451 580.120 38.605 555.881 228.492 767.943 1.446.921 245.965 1.849.795 0 6.386.785

VERLOOP NETTO LASTEN (bedragen x € 1.000) 7.000 6.500 6.000 werkelijk

5.500

raming

5.000 4.500 4.000 2002

2003

2004

2005

2006

Ontwikkeling verloop 2002-2006 De grafiek geeft een spectaculair verloop weer van de ontwikkeling van de netto lasten op zowel begrotings- als rekeningbasis. Op begrotingsbasis nemen de netto lasten fors toe, terwijl deze op rekeningbasis tot en met 2004 een dalend verloop weergeven.


58

In de rekening 2004 is toegelicht dat de werkelijke lasten ten opzichte van de geraamde lasten zijn achtergebleven door een aanzienlijke lagere tijdbesteding (circa 1.000 uren) en het achterblijven van kapitaallasten. Dit is een gevolg van de systematiek dat kapitaallasten o[p beschikbaar gestelde kredieten vanaf het eerste jaar tot de volle omvang worden geraamd, terwijl de feitelijke lasten zich eerst voordoen na het gereedkomen van het goed. De stijging van de netto lasten die zich op begrotingsbasis voordoet is toe te schrijven aan geraamde kapitaallasten op nog uit te voeren investeringen in de onderwijshuisvesting. Analyse 2005-2006 Voor de uitvoering van het onderwijsplan huisvesting en het egaliseren van de onderwijslasten is een vermogensbestanddeel aanwezig dat eerder werd aangemerkt als voorziening, maar met ingang van het begrotingsjaar 2005 als reserve moet worden gekarakteriseerd. De beschikkingen die hieruit plaatsvinden zijn ingevolge de voorschriften geraamd in programma III. Hiermede rekening houdend worden de lasten geëgaliseerd. Los daarvan, onafhankelijk van de uiteindelijk budgettair neutrale situatie op de totale begroting, komt in dit hoofdstuk wel goed tot uitdrukking hoe lasten zich ontwikkelen. Kengetallen/Prestatiegegevens Leerplicht Opsporen en behandelen van verzuimgevallen: aantal primair onderwijs aantal voortgezet onderwijs aantal schoolverlaters secundair onderwijs aantal leerplichtigen gemiddelde kosten per leerplichtige

25 95 200 7400 € 29,84

Onderwijs Aantal leerlingen: openbaar basisonderwijs bijzonder basisonderwijs speciaal basisonderwijs voortgezet onderwijs

940 3250 205 3871

Aantal scholen: openbaar basisonderwijs bijzonder basisonderwijs speciaal basisonderwijs voortgezet onderwijs

4 15 2 5


59

PROGRAMMA I


Hoofdstuk 6

Sport

Samenhang met andere programma’s Dit hoofdstuk heeft raakvlakken met leefbaarheid, recreatie en volksgezondheid.

Paragraaf 6.1

samenlevingsopbouw,

sociale

integratie,

Sport

Wat willen we bereiken? -

-

Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Het belangrijkste doel van het sportbeleid is zoveel mogelijk inwoners van de gemeente Waalwijk laten deelnemen aan sport- en bewegingsactiviteiten. - De rol van de gemeente is die van regisseur: zij richt zich in het beleid op het scheppen van voorwaarden en op het realiseren van een brede participatie van haar inwoners. Het sportstimuleringsbeleid is gericht op het voorkomen en bestrijden van achterstanden (voor met name jeugd, senioren, allochtonen en gehandicapten), waarbij de sport als middel wordt ingezet. Dit wordt zo veel mogelijk op wijkniveau ingevuld. Het accent ligt op Breedtesport, waarbij er naar wordt gestreefd om aan de georganiseerde (verenigings)sport, ongeorganiseerde sport en de anders georganiseerde sport een even groot belang toe te kennen. Voor het beoefenen van sport zorgt de gemeente voor goede accommodaties, die laagdrempelig toegankelijk zijn en tegen een redelijk tarief. Sport levert een belangrijke bijdrage aan de samenlevingsopbouw. Sport vormt, zorgt voor sociale contacten, versterkt sociale cohesie, levert een bijdrage ter voorkoming van vereenzaming en levert een bijdrage aan de bevordering van de volksgezondheid. Sport is dus van belang in het kader van preventief jeugdbeleid, wijken buurtbeheer en volksgezondheidsbeleid. Relevante beleidsnota’s /informatie - Nota “Sport en Bewegen 2000+” (februari 2001) - Subsidieaanvraag in het kader van de Stimuleringsregeling Breedtesport - Gemeente Waalwijk (februari 2001) Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten 1

Breedtesport: Programma ‘Vitale Ouderen’

2

Breedtesport: Programma ‘Bruisende wijken’

Kwalitatieve Doelstelling - Stimuleren van sportief niet actieve senioren zonder en met een chronische aandoening om sportief te worden én te blijven. - Bewegingsstimulering van 50-plussers.

Kwantitatieve Doelstelling - 250 inwoners van 55-65 jaar melden zich aan voor de fittest - 150 inwoners doen mee met het Galm/ Scalabewegingsprogramma.

In 2006 wordt de laatste fase van dit project uitgevoerd. Het gaat dan om de wijken Landgoed Driessen, Besoyen en Zanddonk

- Stimuleren van sport en bewegen in de wijken, met name voor de

- Realiseren van een uitgewerkt programma aan buurtsport-

Sportactiviteiten op wijken buurtniveau worden ook in 2006 georganiseerd door


Activiteiten 2006

60

Prioriteiten

3

Breedtesport: Ondersteuningspunt sport en Welzijn

Kwalitatieve Doelstelling jeugd, - Verhogen van de sportdeelname. - Verbeteren van het leefmilieu in de wijken.

Kwantitatieve Doelstelling activiteiten door de buurtsportwerker. - Organiseren van buurtsportactiviteit en in minimaal 3 wijken. - Organiseren van minimaal 1 evenement. - Minimaal 2 bijeenkomsten van de projectgroep Buurtsport

- Vrijwilligers en maatschappelijke organisaties ondersteunen en adviseren bij het realiseren van hun doelstellingen - Promoten van vrijwilligerswerk binnen onze samenleving (imago-verbetering / waarderen vrijwilligerswerk) - Bevorderen deskundigheid/ scholing van vrijwilligers

Op basis van de nu opgedane ervaring worden 125 kortdurende en 75 langdurende hulpvragen van vrijwilligersorganisa ties verwacht. Daarnaast wordt verwacht ongeveer 30 bezoeken af te leggen aan lokale organisaties en 15 aan regionale/provincial e organisaties. Om vrijwilligerswerk te promoten worden 12 artikelen in de Waalwijker gepubliceerd en wordt meegewerkt aan de Nationale Sportweek. Via nieuwsbrief en Maasroute wordt 10 x informatie verschaft. Om deskundigheid te bevorderen zullen 3 bijeenkomsten worden georganiseerd. De


Activiteiten 2006 de inzet van een buurtsportwerker. Een verbreding wordt nagestreefd door het betrekken van het onderwijsveld en de sportverenigingen op wijken buurtniveau. Om dit mogelijk te maken wordt bezien of deze activiteit een inbedding kan krijgen in de BOSimpuls waarvoor een aanvrage om rijkssubsidie zal worden voorbereid voor het jaar 2007. Om de beoogde resultaten te bereiken wordt samengewerkt met organisaties op lokaal, regionaal en landelijk niveau. Voor het organiseren van bijeenkomsten ter bevordering van deskundigheid wordt eveneens samengewerkt met daartoe toegeruste organisaties. Evenals in 2005 zullen bezoeken worden gebracht aan -, en contacten worden onderhouden met hulp vragende organisaties. Eind 2005 zal een tussenevaluatie worden opgesteld. Eind 2006 volgt een definitieve evaluatie op basis waarvan de raad een besluit zal moeten nemen over de voortzetting van het ondersteuningspunt na 2006.

61

Prioriteiten


Kwantitatieve Activiteiten 2006 Doelstelling onderwerpen zijn afhankelijk van de behoefte uit het veld. Tenslotte zal ondersteuning worden verleend bij het opzetten van een aantal projecten.

4

Breedtesport algemeen

De periode waarvoor een beroep is gedaan op de rijksstimuleringsmaatregel Breedtesportimpuls duurt tot en met 2007. Daarna vervalt de rijkssubsidie.

Bij de subsidieaanvrage heeft de gemeente zich verplicht om activiteiten, die met gebruikmaking van de Breedtesportimpuls zijn opgestart, na afloop van de projectperiode voort te zetten indien deze succesvol zijn. Deze verplichting geldt uiteraard voor zover de begroting dat toelaat.

In 2006 zal een aanvang worden gemaakt met de evaluatie van de effecten van de Breedsportimpuls in Waalwijk en wordt een begin gemaakt met de beleidsvoorbereiding voor de periode na 2007.

5

Realisatie sporthal in Realiseren van een Landgoed Driessen sporthal in Landgoed Driessen die geschikt is voor zowel breedtesport als topsport.

In het voorjaar van 2004 is gestart met de bouw van de nieuwe sporthal. De sporthal is inmiddels opgeleverd en in gebruik genomen. Rest nog de aanleg van een buitenhandbalveld en de afwerking van de terreinaankleding.

Naar verwachting zal het gehele complex eind 2005 gereed zijn. In 2006 zal, bij de vaststelling van de jaarrekening de financiële afwikkeling worden aangeboden. Op basis van ervaringen vanaf september 2005 zal ter voorbereiding op de begroting 2007 een nader gespecificeerde exploitatie-opzet worden uitgewerkt.

6

Renovatie sportcentrum Waspik en realisatie turnaccommodatie.

Door de raad is op 1 juli 2004 een krediet ad € 1.018.087,-beschikbaar gesteld voor de uitvoering van de beoogde werkzaamheden.

Dit project zal eveneens bij de vaststelling van de jaarrekening 2005 financieel worden afgewikkeld.

Verbouwing van de voormalige tenniszaal bij sportcentrum Waspik tot accommodatie ten behoeve van de turnverenigingen


62

Prioriteiten

7

Realisatie nieuw overdekt zwembad.

8

Nota Beheer- en exploitatieopzet zwembaden en binnensportaccommodaties

Kwalitatieve Doelstelling en realisering van verbeteringen in sportcentrum Waspik Uitwerken van een definitief plan en start van de bouwuitvoering.

Kwantitatieve Activiteiten 2006 Doelstelling De renovatie is inmiddels afgerond.

Door de raad is de locatie voor het nieuwe zwembad bepaald op de locatie noordelijk deel Hoefsvengebied. In 2005 is het beheersplan, dat moet leiden tot realisatie van het zwembad, vastgesteld en is projectmanagement aangetrokken. Voorts wordt in 2005 de architectenselectie afgerond en het definitieve programma van eisen vastgesteld.

Om de realisatie van het zwembad mogelijk te maken wordt de ruitersportvereniging “De Paardenvriend” verplaatst naar de oostzijde van de zandwinplas. Ook zal de ontwerpfase worden afgerond en de noodzakelijke planologische procedure worden doorlopen. Het ligt in de bedoeling om de planvoorbereiding en de aanbestedingsfase in oktober 2006 af te ronden waarna de realisatiefase in november/december 2006 kan starten. Vooralsnog wordt uitgegaan van ingebruikname uiterlijk augustus 2008.

Door de raad is besloten tot de oprichting van een unit accommodatiebeheer (intern sportbedrijf) voor het beheer en de exploitatie van de gemeentelijke binnensportaccommodaties. De implementatie van dit bedrijf dient te worden afgerond uiterlijk bij de oplevering van het nieuwe zwembad.

De nieuwe bedrijfsvoering dient alle gemeentelijke binnensportaccom modaties te gaan omvatten. In 2005 is een eerste start gemaakt met de gehele bedrijfsvoering in sportcentrum Waspik en sporthal De Slagen. In de overige accommodaties wordt alleen nog het beheer uitgevoerd. De verdere integratie

In 2006 zal duidelijkheid moeten bestaan over de toekomstige bedrijfsvoering binnen sporthal De Overlaat. Met het schoolbestuur is overleg daarover gaande. Met het bestuur van de Stichting Sydewinde heeft een eerste contact plaats gevonden over de exploitatie van de horeca in sporthal “Zidewinde”. Het ligt in het voornemen om met het bestuur


63

Prioriteiten

9

Verhoging tarieven buitensportaccommodaties en zwembaden met 5% in de jaren 2006-2007-2008


Sportaccommodaties die aan de eisen van deze tijd voldoen

Kwantitatieve Doelstelling dient in de komende periode gestalte te krijgen

Het betreft alle gemeentelijke buitensportaccomodaties en zwembaden


Activiteiten 2006 overeenstemming te bereiken vóór de aanvang van het seizoen 2006/2007. Tenslotte zullen de onderhandelingen met de exploitant van de horeca in het huidige overdekte zwembad Olympia in 2006 plaats vinden. Voorts zal in een managementcontract worden opgesteld en zal een uitgewerkte exploitatie-opzet ten behoeve van de bedrijfsvoering worden samengesteld. Bij de begroting 2005 werd een tariefverhoging voorgesteld voor het gebruik van alle sportaccommodaties, ook de binnensport betreffend. Bij amendement II heeft de raad bepaald dat deze verhoging eerst aan de orde kan zijn nadat met alle verenigingen overleg is gevoerd en nadat bij de kaderstelling van de begroting 2006 een eventuele verhoging opnieuw aan de raad wordt voorgelegd. Het eerste is gebeurd, het tweede helaas verzuimd. Op basis van het onderzoek, waaruit is gebleken dat een verhoging van tarieven voor gebruik van sporthallen niet wenselijk is, stelt het college de raad voor om de tarieven voor het gebruik van buitensport-

64

Prioriteiten



Activiteiten 2006 accommodaties en zwembaden wel te verhogen en wel met 5% gedurende de jaren 2006-2007 en 2008.


65

PROGRAMMA I


Hoofdstuk 6

Sport

Wat mag het kosten?

Programma I;Dienstverlening inwoners Hoofstuk6: Sport

11504 11505 11506 11507 11508 TOTAAL

Rekening Begroting 2004 2005 Saldo Saldo 356.214 563.222 4.762 4.900 973.959 878.528 684.077 417.003 435.966 967.054 2.454.978 2.830.707

Omschrijving Sportbeleid Recreatievoorzieningen Zwembaden Sportparken Sporthallen en -zalen

Lasten 590.565 0 1.303.310 778.404 1.817.789 4.490.068

Begroting 2006 Baten -38.075 0 -434.208 -95.506 -654.732 -1.222.521

Saldo 552.490 0 869.102 682.898 1.163.057 3.267.547


3.400 3.200 3.000 werkelijk

2.800

raming

2.600 2.400 2.200 2.000 2002

2003

2004

2005

2006

Ontwikkeling verloop 2002-2006 De netto lasten bewegen zich tot het jaar 2004 zo rond de € 2,2 miljoen, maar nemen daarna toe als gevolg van investeringen in sportpark De Gaard, sporthal De Slagen en de turnhal in Waspik. Analyse 2005-2006 De stijging van lasten is volledig terug te brengen tot hogere kapitaallasten dan in 2005 voor: Sportpark De Gaard Sporthal De Slagen Turnhal Waspik

€

220.000 100.000 100.000

De baten zijn overigens gestegen met € 24.000 als gevolg van tariefverhogingen van 5% voor het gebruik van de buitensportaccommodaties en de zwembaden.


66

Kengetallen/prestatiegegevens Sportbeleid aantal sportverenigingen in Waalwijk aantal verenigingen met jeugdsubsidie aantal 55-65 jarigen dat voorheen niet actief was maar nu deelneemt aan GALM-project buurtsportactiviteiten per week buurtevenementen per jaar BOS-projecten (buurt-onderwijs-sport)

186 45 120 3 9 1

Zwembaden bezoekers Olympiabad (binnenbad) bezoekers Zidewinde (buitenbad)

160000 50000

Sportparken Gebruikers gemeentelijke sportparken: aantal verenigingen aantal scholen

17 3

Sporthallen en –zalen Te beheren/exploiteren: sporthalaccommodaties gymnastiekzalen

3 6

Bezetting in klokuren: sporthal De Slagen sporthal De Overlaat sporthal Zidewinde sportcentrum Waspik sportcentrum Waspik squash gymzaal Van Duvenvoordestraat gymzaal Wijnruitstraat overig

3000 3400 2100 2550 800 2000 1500 800


67

PROGRAMMA I


Hoofdstuk 7

Welzijn

Samenhang met andere programma’s Dit hoofdstuk heeft raakvlakken met sociale integratie, zorg en volksgezondheid, wijken buurtbeheer, wonen, veiligheid, handhaven en cultuurhistorie.

Paragraaf 7.1

Accommodaties

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Voldoende accommodaties/ruimten beschikbaar hebben voor facilitaire ondersteuning van welzijnsactiviteiten. Effectieve, flexibele en zo mogelijk multifunctionele inzet van accommodaties. relevante beleidsnota’s /informatie De gemeenteraad heeft in januari 2002 de nota Huurharmonisatie welzijnsinstellingen vastgesteld. Focus op slagvaardigheid, Collegeprogramma gemeente Waalwijk, 2004-2006. Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten 1

Integraal onderzoek naar huisvestingssituatie van alle verenigingen en instellingen die in gemeentelijke panden danwel in huurpanden zitten

Kwalitatieve Doelstelling Antwoord krijgen op de vraag: * hoe de financiële relatie met de gemeente is geregeld * kunnen accommodaties effectiever worden benut *onderscheid tussen accommodaties in stedelijk en landschappelijk gebied * maatwerk leveren * maatschappelijke effecten

Kwantitatieve Activiteiten 2006 Doelstelling Harmonisatie • Na inspraak huuronderzoeksovereenkomsten resultaten ter voor 35 besluitvorming gemeentelijke voorleggen welzijnsaccommodaties en 10 niet in eigendom van gemeente (door capaciteitsgebrek nog niet in uitvoering genomen) Het in overleg met een werkgroep vanuit de huurders bepalen van: •

Huurprijs per accommodatie

•

Aanpassen subsidiebeschikkingen

•

Vervaardigen specifieke bijlagen per


68

Prioriteiten


Kwantitatieve Doelstelling accommodatie bij het standaardhuurcontract •

Definiëren van de begrippen groot en klein onderhoud

•

Aanwijzen van hoofdhuurders


Activiteiten 2006

69

Paragraaf 7.2

Subsidiebeleid

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Een rechtmatige en correcte uitvoering van het subsidieproces zoals dat is vastgelegd in de van toepassing zijnde regelgeving. Relevante beleidsnota’s /informatie • Algemene subsidieverordening Welzijn • Beleidsregels ten aanzien van handhaving in het subsidieproces • Algemene Wet Bestuursrecht – subsidietitel Op dit moment wordt reeds geruime tijd een zelf gecreëerde subsidiedatabase bijgehouden binnen de afdeling Welzijn, Onderwijs en Zorg. In deze database wordt de voortgang van het gehele subsidietraject up-to-date bijgehouden. De vulling van het systeem is echter fragiel, het systeem kan niet door meerdere mensen tegelijk geraadpleegd worden en kent geen “piep-systeem” bij kritische termijnen. Mede gelet op de eisen op basis van de rechtmatigheidstoets wordt professionalisering van het systeem noodzakelijk geacht. De investeringskosten van de aanschaf van een dergelijk systeem worden begroot op € 60.000. Op basis van de eerdere kaderstelling door de raad heeft het college de structurele lasten ad € 15.000 per jaar vanaf 2007 meegenomen in de gemeentebegroting. Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten

Kwalitatieve Doelstelling 1 Subsidieadministratiesysteem Een systeem waarmee adequaat kan worden ingespeeld op de eisen welke op het terrein van de rechtmatigheidstoetsing worden gesteld

Kwantitatieve Activiteiten 2006 Doelstelling 107 correct en Aanschaf en implementatie rechtmatig subsidieadministratiesysteem verleende en vastgestelde subsidies


70

Paragraaf 7.3

Centrale administratie voor instellingen

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Veel instellingen kampen met personele problemen t.a.v. financiële administratie. Bezien moet worden of centralisatie hierin soelaas kan bieden. Relevante beleidsnota’s /informatie Focus op slagvaardigheid, Collegeprogramma gemeente Waalwijk, 2004-2006. Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten 1

Onderzoeken of administraties van instellingen kunnen worden gecentraliseerd

Kwalitatieve Doelstelling Efficiënt omgaan met de beschikbare middelen en de aanwezige capaciteit zo mogelijk ook inzetten voor andere instellingen

Kwantitatieve Doelstelling Één centrale administratie


Activiteiten 2006 • • •

Nadere analyse van de problematiek Bepalen van de eventuele meerwaarde Onderzoek naar draagvlak voor centralisatie

71

Paragraaf 7.4

Jeugdwerk

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Ontwikkelen van integraal jeugd – en jongerenbeleid op basis waarvan de Waalwijkse jeugd zich moet kunnen ontwikkelen tot evenwichtige volwassenen die zowel sociaal als economisch zelfstandig kunnen functioneren in de samenleving. In het kader van de Wet op de Jeugdzorg is onze gemeente verantwoordelijk voor : Het verstrekken van informatie aan ouders, kinderen en jongeren over opgroeien en opvoeden; Signaleren van problemen door instellingen als jeugdgezondheidszorg en onderwijs; De toegang realiseren tot ( gemeentelijk) hulpaanbod; Verlenen van pedagogische hulp ( zoals schoolmaatschappelijk werk); Coördinatie van zorg op lokaal niveau ( b.v. het opzetten van gezinscoaching) De Wet Maatschappelijke Ondersteuning sluit hier op aan via één van de 9 prestatievelden waarin de gemeenten de taak krijgen te komen tot “ op preventiegerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden”. Dit beleidsterrein is gericht op de in Waalwijk wonende jeugdigen - en in voorkomende gevallen hun ouders – bij wie sprake is van een verhoogd risico als het gaat om ontwikkelingsachterstand of uitval zoals schooluitval of criminaliteit, maar voor wie zorg op grond van de Wet op de Jeugdzorg niet nodig is dan wel voorkomen kan worden. Relevante beleidsnota’s /informatie Beleidskader jeugd 2005 – 2008 Meer Kansenbeleid 2002-2006 Wet op de Jeugdzorg Beleidsdocument “Operatie Jong Nota “Jongeren en Overlast zullen ons een zorg zijn”, maart 2004 Focus op slagvaardigheid, Collegeprogramma gemeente Waalwijk, 2004-2006. Kwaliteit waarborgen vanuit de beleving en behoeften van jongeren: Accommodatiegebonden en Vindplaatsgericht werken. Kerntakennotitie Stichting Jongerencentrum Waalwijk 2006-2010 Voor de uitvoering van de Kerntakennotitie 2006 – 2010 zal aan de Stichting Jongerencentrum Waalwijk 2006 – 2010 vanaf 1-1-2006 een extra structurele subsidie worden toegekend voor de uitbreiding van de personele formatie met 2,1 fte waarvan 0,67 fte bestemd is voor administratieve ondersteuning en 1,43 fte voor jongerenwerk. Uiterlijk medio 2006 dient de jongerenunit verplaatst te zijn naar een nieuwe locatie in Sprang-Capelle. De kosten daarvan bedragen € 75.000. Voor dekking van de structurele lasten zal op de gemeentebegroting vanaf 2007 gedurende 15 jaar een bedrag ad € 8.750 worden opgenomen. Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten

Kwalitatieve Doelstelling 1 Kadernota Jeugd Tot stand brengen en van een integraal jongerenbeleid en samenhangend jeugdbeleid waarbij vanuit de

Kwantitatieve Activiteiten 2006 Doelstelling Beleid vanuit de Opstellen van een diverse disciplines kadernota met elkaar verbinden


72

Prioriteiten

Kwalitatieve Doelstelling ketenbenadering gestreefd wordt naar een samenhangend en een sluitend netwerk / keten voor jeugd en jongeren in Waalwijk van 0 – 23 jaar

2 Herschikken van Bezien van veranttaken jeugd – en woordelijkheden jongerenbeleid t.a.v. de uitvoering van het jeugd – en jongerenbeleid


Afspraken maken In onderling overleg komen over de tot sluitende afspraken. samenwerking tussen Mozaïek Welzijn Waalwijk en Stichting Jongeren-centra Waalwijk

3 Jongerenruimte Verplaatsen van de Verplaatsing moet Sprang - Capelle jongerenunit naar uiterlijk juni 2006 het zijn gerealiseerd Evenemententerrein Sprang – Capelle 4 Activiteiten jeugd Waspik

Realiseren van een passend activiteitenaanbod t.b.v. de jeugd in Waspik waarbij participatie van de jeugd uitgangspunt is

Activiteiten 2006

Opstellen en uitvoeren van een plan van aanpak

Jongeren in Waspik Uitvoering van project K2 / op actieve wijze laten activeren en stimuleren van participeren bij het jongeren in Waspik aanpakken en oplossen van zaken die hen aangaan

5 Jongerenoverlast Beheersbaar maken Verminderen van het van de aantal problematiek op het overlastsituaties gebied van jongerenoverlast


Uitvoeren stappenplan uit Nota jongeren en overlast

73

Paragraaf 7.5

Allochtonenbeleid

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect De hoofddoelstelling is het verbeteren van integratie van allochtonen in de Waalwijkse samenleving door het bevorderen van het gebruik van algemene voorzieningen welke gericht zijn op het vergroten van de zelfredzaamheid en door het verbeteren van de relatie tussen allochtonen en autochtonen in de wijken. Relevante beleidsnota’s /informatie • Raadsinformatiebrief d.d. juni 2005 met kaders voor Integratiebeleid • Criteria allochtonenbeleid uit Subsidieregeling Welzijn Waalwijk • Wet Inburgering Nieuwkomers

het

opstellen

van

Vanaf 2006 gaat een nieuwe budgetsubsidieperiode voor Bureau Nieuwkomers/Vluhctelingenwerk van start. Binnen deze nieuwe periode zal rekening worden gehouden met een sterke afname van het aantal nieuwkomers, Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten 1

2

Notitie integratie

Kwalitatieve Doelstelling Uitwerken van de in 2005 opgestelde kaders met betrekking tot integratie. Nadruk wordt gelegd op aantal uitgangspunten gerelateerd aan onderwijs, welzijn en zorg.

Kwantitatieve Doelstelling Zoveel mogelijk allochtonen betrekken bij het formuleren en toetsen van de kaders

Subsidie bijstellen Subsidie ten goede Als vertrekpunt voor aan Bureau laten komen aan de 2006 het aantal Nieuwkomers/ doelgroep personen binnen de Vluchtelingendoelgroep terug te werk brengen tot 144


Activiteiten 2006 •

•

•

•

Kaders vaststellen van het integratiebeleid Start uitvoering activiteitenplan behorend bij notitie integratie

In 2006 en 2007 telkens € 10.000 bezuinigen Actualiseren subsidietitel(s).

74

Paragraaf 7.6

Sociaal-cultureel werk

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Bijdragen aan de instandhouding van welzijnsinstellingen die taken uitvoeren waaraan door het gemeentebestuur belang wordt gehecht. Relevante beleidsnota’s /informatie Voor het functioneren van de kinderboerderij is de continue beschikbaarheid over een beheerder essentieel. In dat kader dient de boerderij naast een vaste beheerder te kunnen blijven beschikken over een vervanger. De kosten van de vervanging vanuit de WML nemen echter toe. Daarnaast ziet de boerderij zich geconfronteerd met strengere regelgeving op het gebied van de ARBO en dieren(welzijn). De boerderij kan deze toegenomen kosten – ad € 10.000 – niet opvangen binnen de eigen exploitatie. Bij een aantal culturele en welzijnsinstellingen is vanaf 2007 een (nieuwe) budgetsubsidie aan de orde. Dat kan het gevolg zijn van; het aflopen van de huidige budgetsubsidie, herijking van de bestaande budgetsubsidie, de opzet van een budgetsubsidie. Bij al deze processen staat een heroverweging op de kerntaken en het kwantitatieve en kwalitatieve niveau van de dienstverlening centraal. Een en ander ook in relatie met de kans op vermeerdering van inkomsten. Verwacht wordt dat als gevolg van het voorgaande vanaf 2007 een structureel lagere subsidie-uitgave van € 30.000 mogelijk moet zijn

Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten 1

Kinderboerderij ‘t Erf

2

Herijking dienstverlening culturele en welzijnsinstellingen

Kwalitatieve Doelstelling Beheer Kinderboerderij in overeenstemming brengen met wettelijke voorschriften op het terrein van Arbo en Veiligheid

Kwantitatieve Doelstelling Het in stand houden van een Kinderboerderij in Waalwijk/ Zanddonk

Activiteiten 2006 Aanpassen subsidie kinderboerderij met een bedrag van € 10.0000

Aansluiting tussen het gesubsidieerde niveau van dienstverlening en de gemeentelijke doelstellngen voor een aantal budgetsubsidies die ingaan in. 2007

Een lagere subsidie-uitgave van € 30.000 m.i.v. 2007

Voorbereiden van de (herziene) budgetsubsidies met een looptijd vanaf 2007


75

Paragraaf 7.7

Samenlevingsopbouw

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Doelstelling is om te komen tot een vergroting van de sociale samenhang, het sturend vermogen van de wijk, het gebruik van de potenties van burgers en de nabijheid van voorzieningen langs de keten van wonen, welzijn, zorg en maatschappelijke dienstverlening. Relevante beleidsnota’s /informatie • Nota Toekomst buurtwerk, mei 2004 • Welzijn is minder zorg, hoofdlijnen projectplan proeftuin WMO, juni 2005 Met de ingebruikname van een nieuwe accommodatie heeft Den Bolder ook nieuwe gebruikers gekregen. Voor de (toegenomen) huisvestingslasten - structureel € 41.000 – van deze organisaties was geen ruimte opgenomen op de begroting. Bij de bouw van Den Bolder is echter bepaald dat deze kosten zouden worden gecompenseerd, zodat vanaf 2006 voornoemde structurele ruimte is opgenomen. Met Mozaïek Welzijn Waalwijk zal een budgetsubsidie worden afgesloten. Kapstok voor het bepalen van de af te nemen producten zal zijn de gerichtheid op het creëren van sociale samenhang. Vanuit de veronderstelling dat dit zal leiden een verminderde afname van het aantal producten ten opzichte van het huidige niveau, wordt een minder benodigd subsidie van € 45.000 voorzien. Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten 1 Uitvoeren van de nota Toekomst buurthuiswerk

2 Buurthuis Besoijen

Kwalitatieve Doelstelling Het vergroten van de sociale samenhang, het sturend vermogen van de wijk, het gebruik van de potenties van burgers en het realiseren van de nabijheid van voorzieningen langs de keten van wonen, welzijn, zorg en maatschappelijke dienstverlening.

Kwantitatieve Doelstelling Op termijn het beëindigen van het subsidiëren van 11 buurthuizen

Activiteiten 2006 Implementatie van de nota Toekomst buurthuiswerk

Op termijn het opnemen van ontmoetingsfuncties in 6 multifunctionele wijkaccommodaties 2 vanuit de wijk gevoede wijkontwikkelingsplannen

Verbeteren van de In standhouding van één Vaststellen van kwaliteit van de huidige ontmoetingsfunctie in de een ontwikaccommodatie Zone Besoijen/Centrum kelingsplan voor de Van Duvenvoordestraat e.o.

3 Budgetsubsidie Het realiseren van een Mozaïek budgetsubsidie Welzijn Waalwijk

In 2006 het subsidie Voorbereiding structureel met € 45.000 van de te verminderen budgetsubsidie

4 Uitvoering geven aan het

Het organiseren van 6 WMO bijeenkomsten in

1. Burgers krijgen en nemen, meer


Uitvoering geven aan de 76

Prioriteiten projectplan proeftuin WMO: ‘Welzijn is minder zorg’

Kwalitatieve Doelstelling verantwoordelijkheid voor de wijkagenda 2. Meer evenwicht aanbrengen tussen de kaderstellende rol van de gemeente en de rol van burgers 3. Het zo optimaal mogelijk maken van de leefbaarheid, veiligheid en sociale samenhang door gezamenlijke inspanningen 4. Meer samenhang brengen in het beleid en de uitvoering ervan op zoneniveau 5. Goede informatievoorziening over en toegankelijkheid van voorzieningen op zoneniveau 6. Vanuit een ketenbenadering zoeken naar verbindingen tussen zelforganisatie, WMO en AWBZ

Kwantitatieve Doelstelling de pluswijken Zoveel mogelijk partijen en burgers betrekken bij de beleidsontwikkeling en uitvoering


Activiteiten 2006 deelprojecten zoals beschreven in het projectplan ‘Welzijn is minder zorg’

77

Paragraaf 7.8

Meer Kansen Beleid

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Het algemene onderwijs- en jeugdbeleid is erop gericht dat alle kinderen en jongeren zo goed mogelijk en overeenkomstig hun capaciteiten zijn toegerust voor deelname aan de samenleving. Sommige kinderen en jongeren hebben echter een vergrote kans op onderwijsachterstanden als gevolg van sociaal, economische en culturele factoren. Het “Meer Kansenbeleid” (gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid c.q. GOA) wil een verbetering van leerprestaties en schoolloopbanen van kinderen en jongeren uit de doelgroepen van het onderwijsachterstandenbeleid bereiken. Om dit te bereiken is er een viertal prioriteiten met doelstellingen opgesteld (zie hierna de kwantitatieve doelstelling). Relevante beleidsnota’s /informatie - Meer Kansen Beleidsplan 2002-2006 (raadsbesluit 4 juli 2002) - Jaarprogramma 2005-2006 (raadsbesluit 30 juni 2005) Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten 1

1. Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) 2. Beheersing van de Nederlandse taal; 3. Bestrijding van voortiidig schoolverlaten; 4. Ondersteuning schoolloopbaan.

Kwalitatieve Doelstelling Vergroting van onderwijskansen voor doelgroep kinderen middels diverse projecten.

Kwantitatieve Doelstelling 1. In 2006 neemt 50% van de doelgroep-kinderen deel aan effectieve VVE-programma’s 2. Taalachterstand verminderen met 25% 3. Daling voortijdige schoolverlaters met 30% 4. Toename allochtone leerlingen in HAVO/VWO met 4%


Activiteiten 2006 1. Uitvoering van de projecten uit het jaarprogramma 2005-2006. 2. Opstellen van een nieuw beleidsplan 20062010

78

Paragraaf 7.9

Kunst en kunstzinnige vorming

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Waalwijk wil via een sterke culturele profilering voor zowel haar inwoners als voor buitenstaanders een aantrekkelijke – sociaal cohesieve – stad zijn met een zo hoog mogelijke graad van duurzaam cultuurbereik, gebaseerd op de behoeften van de (potentiële) cultuurconsumenten, maar ook met ruimte voor het autonome karakter van kunst en cultuur. Met name naar buiten toe wenst Waalwijk zich hiermee te onderscheiden van gemeenten van een vergelijkbare omvang. Waalwijk streeft in dat kader naar een cultureel aanbod dat kan concurreren met andere voorzieningen op de vrijetijdsmarkt. Relevante beleidsnota’s /informatie In het najaar van 2005 zijn door de raad de nieuwe kaders voor het cultuurbeleid vastgesteld. Deze kaders zijn via een interactief proces met het totale culturele veld – gesubsidieerd en niet-gesubsidieerd – tot stand gekomen. In 2006 dient in overleg met het veld gekomen te worden tot uitwerking van deze kaders. Als gevolg van de nieuwe huisvesting in het Kunstencentrum Waalwijk zien De Terp en het CMD zich geconfronteerd met hogere huisvestingslasten. Voor compensatie van deze lasten is vanaf 2006 een budget beschikbaar van € 29.000. Eveneens als direct gevolg van de nieuwe huisvesting zijn de kosten van het beheer gestegen met € 30.000. Reeds eerder was hierin een compensatie verleend van € 15.000. Met ingang van 2006 is ook voor de resterende niet gedekte kosten een budget van € 15.000 beschikbaar. Sinds een reeks van jaren neemt Waalwijk 206,5 klokuren af bij het CMD. In de voorbije jaren blijft het gerealiseerde aantal klokuren echter achter bij het begrote aantal. Omdat de kostenverdelings- en lesgeldenverordening van het CMD de ruimte biedt om het aantal subsidiabele klokuren jaarlijks met 5% te verminderen zal gelet op voornoemde constatering het subsidiabele aantal klokuren 5% lager worden vastgesteld op 196. Dit geeft een structureel lager subsidie van € 17.781. Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten 1

Cultuurnota

Kwalitatieve Doelstelling Het opstellen van een cultuurnota met concrete instrumenten voor realisatie van de gestelde culturele kaders

Kwantitatieve Doelstelling Alle partijen in het proces te betrekken bij het opstellen en uitvoeren van de kaders voor het cultuurbeleid


Activiteiten 2006 Vertalen vastgestelde kaders cultuurbeleid in een Cultuurnota

79

Paragraaf 7.10

Mediabeleid

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Het lokale mediabeleid heeft als doelstelling voorwaarden te scheppen dat de verscheidenheid en culturele diversiteit van de publieke lokale radio en televisie bevorderd worden. Dit houdt in dat de gemeente met name een faciliterende rol heeft. De wettelijke taken die de gemeente heeft vloeien voort uit de Mediawet en dit betreft de benoeming van de leden van het programmabeleidbepalend orgaan van Maasstad Media en het benoemen van de leden van de programmaraad. In 2004 heeft Maasstad Media een beleidsplan ingediend voor de jaren 2005-2010 met als hoofddoelstellingen: waarborgen continuïteit van de omroep en het inhoudelijk versterken van uitzendingen zowel op radio als op TV. Voor de gedeeltelijke uitvoering van deze kwaliteitsslag is in 2005 een aanvullend structureel subsidie beschikbaar gesteld van € 10.000. Relevante beleidsnota’s /informatie Beleidsplan 2005-2010 Maasstad Media Mediawet Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten 1

Verbeteren mogelijkheden lokale omroep (Maasstad Omroepstichting)

Kwalitatieve Doelstelling Continuering van de lokale omroep door het mogelijk maken van een verbeterslag in productie, presentatie en organisatie

Kwantitatieve Doelstelling In stand houden van één lokale omroep in Waalwijk


Activiteiten 2006 Overleg omtrent prioritering in de uitvoering van het beleidsplan

80

PROGRAMMA I


Hoofdstuk 7

Welzijn

Wat mag het kosten?

Programma I;Dienstverlening inwoners Hoofstuk 7: Welzijn

11308 11309 11310 11313 11316 11317 11318 12316 11311 TOTAAL

Rekening Begroting 2004 2005 Saldo Saldo 808.764 795.649 22.950 46.153 1.822.850 1.783.796 179.796 296.879 128.339 148.793 991.174 977.547 997.078 1.016.209 56.990 14.671 0 0 5.007.940 5.079.697

Omschrijving Openb.leeszaal en bibliotheek Mediabeleid Kunst en kunstzinnige vorming Sociaal cultureel werk Allochtonenbeleid Samenlevingsopbouw Jeugdwerk Evenementen en kermissen Emancipatiebeleid

Lasten 1.096.239 39.416 2.305.422 453.239 149.581 1.116.890 1.324.088 109.850 0 6.594.725

Begroting 2006 Baten -276.400 0 -500.627 -2.051 -35.640 -182.081 -194.691 -85.403 0 -1.276.893

Saldo 819.839 39.416 1.804.795 451.188 113.941 934.809 1.129.397 24.447 0 5.317.832

VERLOOP NETTO LASTEN (bedragen x € 1.000) 5.400 5.200 5.000 4.800

werkelijk

4.600

raming

4.400 4.200 4.000 2002

2003

2004

2005

2006

Ontwikkeling verloop 2002-2006 Opvallend is dat de werkelijke lasten de geraamde lasten nagenoeg volgen. Dit kan alleen als er sprake is van geen of nauwelijks investeringen. Deze immers leiden al snel tot afwijkingen in kapitaallasten tussen begroting en jaarrekening. De lasten nemen over de verslagperiode 2002 – 2006 geleidelijk, maar wel gestaag, toe met in totaliteit een keline € 1 miljoen. Een belangrijk deel hiervan zit in subsidies en apparaatskosten als gevolg van formatieuitbreiding wegens taken die de gemeente sinds 2002 toebedeeld heeft gekregen of zelf heeft geïntensiveerd.


81

Analyse 2005-2006 In 2006 treden t.o.v. 2005 de volgende lastenverhogingen in de begroting op: CAO gevolgen gesubsiieerde instellingen (conform kadernota) Extra formatie voor Tavenu (conform kadernota) Kapitaallasten Cultuur Historisch Ankerpunt (gedekt reserve MP) Apparaatskosten Wet Maatschappelijke Ondersteuning

60.000 100.000 30.000 170.000

Kengetallen/prestatiegegevens Openbare leeszaal/bibliotheek Aantal bibliotheken uitleningen - boeken - overige materialen aantal leners - t/m 12 jaar - 13 t/m 17 jaar - 18 jaar en ouder literaire/informatieve bijeenkomsten subsidiebedrag per gebruiker subsidiebedrag per inwoner

3 402000 378000 24000 12000 3500 3000 5500 10 € 85,16 € 22,31

Kunst en kunstzinnige vorming aantal culturele instellingen aantal gesubsidieerde evenementen

7 4

subsidebedrag per inwoner: theatervoorziening De Leest € 18,78 muzikale en dansale vorming (CMD) € 10,75 kunstzinnige vorming (De Terp) € 3,82 Allochtonenbeleid allochtonenorganisaties gesubsidieerde instellingen inburgering bezoekers Waalwijk Wereldwijd deelnemers educatieve component deelnemers inburgeringstraject geslaagden inburgeringstraject allochtonen in Waalwijkse bevolking

3 2 9000 20 20 20 14%

Samenlevingsopbouw aantal buurthuizen De Koepel aantal zelfstandige buurthuizen

5 5

Jeugdwerk aantal organisaties open jongerenwerk organisaties jeugd- en jongerenwerk

1 8

Evenementen en kermissen aantal kermissen aantal te gunnen standplaatsen: Waalwijk voorjaarskermis Waalwijk zomerkermis Waspik

3 27 28 17


82

PROGRAMMA I


Hoofdstuk 8

Zorg en volksgezondheid

Samenhang met andere programma’s Dit hoofdstuk heeft raakvlakken met sociale integratie, welzijn, wonen, volkshuisvesting en economisch beleid.

Paragraaf 8.1

Plusvoorzieningen

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Op het terrein van zorg zijn momenteel 3 doelgroepen nadrukkelijk in beeld: ouderen, mensen met een handicap en/of chronisch zieken en mensen met psychische of verslavingsproblematiek. Zo is thuis wonen voor ouderen en mensen met een handicap, chronisch zieken e.a. niet goed mogelijk als de woning niet aangepast is, als het vervoer niet goed geregeld is en als de eenzaamheid toeslaat. Ondanks de investeringen van het rijk en de gemeente blijft de capaciteit in de maatschappelijke opvang achter bij de behoefte, de doorstroom stagneert en de zwaarte van de zorg neemt toe. Als gevolg van de vermaatschappelijking van de zorg dient toekomstig rekening te worden gehouden met een verdergaande integrale aanpak, waarbij in toenemende mate een beroep wordt gedaan op welzijnsvoorzieningen, (aangepaste) woonvormen en dienstverlening (waaronder vervoer, infrastructuur, winkelvoorzieningen etc.). In Waalwijk zijn 6 pluswijken gepland die erop gericht zijn de onderscheiden doelgroepen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Dit zijn afgebakende gebieden waar, afhankelijk van het aantal inwoners en de bevolkingssamenstelling, levensloopbestendige woningen aanwezig zijn, voldoende aangepaste en beschutte woonvormen, clusterwoningen, een kruispuntfunctie en een collectief en breed welzijns- en dienstverleningsaanbod, alsmede een wijkinformatiepunt. Relevante beleidsnota’s /informatie • Integrale Woonzorgvisie 2005’ (Atrivé, 2002) • Ouderenbeleid gemeente Waalwijk, juli 1999 • Nota lokaal gezondheidsbeleid Waalwijk 2003-2007 • Woningmarkt en leefbaarheidsonderzoek ‘Wonen in Waalwijk’ (Interface, 1998 / 2003) • ‘Ontwikkelingsprogramma Stedelijke Vernieuwing’ (BRO, 2000), het beleidskader voor ISV • ‘Beleidsplan Wonen 2005-2010’, de woonvisie of het volkshuisvestingplan (OTB, 2000) • Volkshuisvesting 2003 – 2013 • ISV II (2005 – 2009) • ‘Toekomstgericht Woningmarktonderzoek’, (Companen, 2002) een woningbehoeftenonderzoek in regio Waalwijk dat i.s.m. Casade is gehouden • Welzijn is minder zorg, projectplan proeftuin WMO, juni 2005


83

Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten 1

Realisatie pluswijken

Kwalitatieve Doelstelling Integrale afstemming bewerkstelligen tussen wonen, zorg, welzijn, dienstverlening en informatievoorziening, waardoor toekomstig tegemoet gekomen kan worden aan de vraag van de bewoners in de pluswijken

Kwantitatieve Doelstelling Ingang zetten implementatie van 3 tot 4 pluswijken en uitwerken van de in het basisplan bedoelde fases


Activiteiten 2006 Het stapsgewijs werken aan het tot stand brengen van de onderscheiden elementen in de pluswijken

84

Paragraaf 8.2

Ouderenbeleid

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Het vraaggericht creëren van randvoorwaarden waardoor ouderen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven functioneren als volwaardig lid van de samenleving Relevante beleidsnota’s /informatie Nota Lokaal Gezondheidsbeleid Waalwijk 2003-2007 Ouderenbeleid gemeente Waalwijk, juli 1999 Integrale Woonzorgvisie Waalwijk 2005 Eindrapport Waalwijk Ouderenproof?, april 2005 Welzijn is minder zorg, projectplan proeftuin WMO, juni 2005 Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten

Kwalitatieve Doelstelling 1 Beleidsvisie mantelzorg- Ontwikkelen van ondersteuning integraal beleid op het gebied van mantelzorgondersteuning op lokaal niveau. Aandachtpunt hierin is de positie van mantelzorgers in een welzijns-, zorgtraject

Kwantitatieve Activiteiten 2006 Doelstelling Ondersteuning • Nota opstellen bieden aan i.s.m. de ongeveer 160 stichting Waalwijkse Mantelzorg mantelzorgers Midden Brabant in 2006 en de werkgroep mantelzorg Waalwijk • Afstemming met regio gemeenten

2 Ouderenproof

Ontwikkelen van integraal ouderenbeleid op basis van het eindrapport “Waalwijk Ouderenproof?”, waarin wensen en behoeften van ouderen zijn weergegeven

Zoveel mogelijk ouders betrekken bij beleidsvoorbereiding

Plan van aanpak opstellen i.s.m. de verankeringsgroep Ouderenproof

3 Evaluatie ouderendeeltaxi

Inzicht krijgen in de gebruiksintensiteit, gebruikerstevredenheid en mobiliteitseffectiviteit

Zo groot mogelijk bereik realiseren onder de doelgroep

Uitvoeren evaluatieonderzoek en opstellen rapportage


85

Paragraaf 8.3

Kinderopvang

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Uitvoering van de wettelijke taken Wet Kinderopvang welke 1 januari 2005 in werking treedt. Het beschikbaar hebben van een kwalitatief en kwantitatief voldoende infrastructuur op het gebied van kinderdagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang en deze infrastructuur onder de Wet Basisvoorziening Kinderopvang handhaven. Relevante beleidsnota’s / informatie In september 2000 is de nota Buitenschoolse opvang en in november 2002 is de nota Dagopvang vastgesteld. In september 2004 in de notitie Wet Kinderopvang vastgesteld. Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten 1 Uitvoering Wet kinderopvang

Kwalitatieve Doelstelling Het uitvoeren van de in de wet kinderopvang genoemde gemeentelijk taken: - gemeentelijk register - toezicht kwaliteit en handhaving (Het vervullen een stimulerende rol in het ondernemersklimaat kinderopvang) Verwijderen, m.i. is dit nadrukkelijk niet meer de bedoeling o.g.v. de Wk

Kwantitatieve Doelstelling Ouders met kinderen in de leeftijd van 0 tot en met de basisschoolleeftijd, zijnde 139 bijstandsgerechtigden, 6 oudkomers, 17 nieuwkomers, 4 nietuitkeringsgerechtigden in reïntegratie, 3 sociaalmedisch geïndiceerden en 4 overigen (tienerouders/studenten).

Het vervullen van de regierol m.b.t. doelgroepenbeleid hetgeen uitgevoerd wordt door de ISD

2 Het realiseren van nieuwbouw

Activiteiten 2006 Gemeentelijk register onderhouden en meer hanteerbaar maken voor ouders, instellingen en gemeente Toezicht houden kindercentra en handhaven indien nodig

In beeld brengen waardoor er minder doelgroepouders gebruik maken van de wettelijke regeling en indien gewenst beleid aanpassen.

Het bevorderen van integraalbeleid jeugd&jongeren, sport, kunst & cultuur

Op 2-3 locaties naschoolse activiteiten uitvoeren

Het beschikbaar hebben van een gebouwelijk en

Een kindercentrum met Voorbereiding/uitvoering min. 76 - max. 110 bouw kindercentrum in plaatsen kinderopvang en combinatie met de


Afstemming realiseren op het gebied van jeugd & jongeren, sport, kunst&cultuur

86

Prioriteiten

Kwalitatieve Doelstelling voor inhoudelijk kindercentrum kwalitatief De Paraplu verantwoorde (hoek kinderopvang met Heermanslaan/ een functie naar de Teisterbantlaan gehele gemeente

Kwantitatieve Doelstelling 20 plaatsen peuteropvang

Activiteiten 2006 Baardwijkschool en het Woonzorgpunt

Integratie met Brede-school en Woonzorg-punt


87

Paragraaf 8.4

Regionale samenwerking zorg en volksgezondheid

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Als gevolg van de vermaatschappelijking van de zorg dient toekomstig rekening te worden gehouden met een verdergaande interlokale aanpak, waarbij in toenemende mate een beroep wordt gedaan op welzijnsvoorzieningen, (aangepaste) woonvormen en dienstverlening (waaronder vervoer, infrastructuur, winkelvoorzieningen etc.). Relevante beleidsnota’s /informatie Kaderwet Volksgezondheidssubsidies Woonzorgvisie, door de raad in januari 2003 vastgesteld Notitie Lokaal Gezondheidsbeleid, in februari 2003 door de raad vastgesteld Wet op de Jeugdzorg Wet Jeugdgezondheidszorg Wat gaan we daarvoor doen? Bijdragen aan regionaal sociaal beleid en uitvoering van het activiteitenplan binnen de woonzorgontwikkelingen. Prioriteiten



Activiteiten 2006

Geen bijzonderheden


88

Paragraaf 8.5

Volksgezondheid

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Het creëren van een gezonde leefomgeving voor alle Waalwijkse burgers en het optimaliseren van de toegang tot de gezondheidszorg waarin sprake is van een aanbod op maat. Relevante beleidsnota’s /informatie Ouderenbeleid gemeente Waalwijk, juli 1999 Richting geven aan lokaal gezondheidsbeleid (raadscommissie Welzijn 2001) Interdepartementale notitie “Privé geweld, publieke zaak”, 2002 Nota Lokaal Gezondheidsbeleid Waalwijk 2003-2007 Rijksnota Gezond leven, 2004 Integrale Woonzorgvisie Waalwijk 2005 Eindrapport Waalwijk Ouderenproof?, april 2005 Welzijn is minder zorg, projectplan proeftuin WMO, juni 2005 Werkplan Openbare Geestelijke Gezondheidszorg 2005 – 2007 De Nota Lokaal Gezondheidsbeleid kent een looptijd over de jaren 2003 t/m 2006. In de nota is structureel een bedrag ad € 13.000,-- opgenomen t.b.v. uit te voeren actiepunten. Een nieuwe/herziene nota Lokaal Gezondheidsbeleid zal vanaf 2007 ingevoerd dienen te worden . Alsdan zullen opnieuw keuzes gemaakt dienen te worden m.b.t. te voeren actiepunten op het terrein van het lokale gezondheidsbeleid, gevolgd door de financiële vertaling daarvan. Binnen de bestaande begrotingsdiscipline komt dit bedrag vanaf 2007 beschikbaar. Wat gaan we daarvoor doen?

Prioriteiten

Kwalitatieve Kwantitatieve Doelstelling Doelstelling 1 Uitwerking nota Het creëren van een lokaal samenhangend beleid gezondheidsbeleid op het terrein van de 2003 t/m 2007 volksgezondheid gericht op het behoud of verbetering van de volksgezondheid en op het wegwerken van gezondheidsverschillen tussen groepen van de bevolking in de gemeente.


•

•

•


jeugdgezondheidszorg; optimaliseren van de samenwerking van lokale voorzieningen en de jeugdzorg/jeugdhulpverlen ing; openbare geestelijke gezondheidszorg; uitvoering convenant, woonbegeleiding, deelname platform OGGZ; huisartsenzorg; ontwikkelen en uitvoeren convenant met als doel de gemeente aantrekkelijk te houden en/of te maken voor de vestiging van huisartsen; preventie ten aanzien van specifieke situaties, project allochtonen en gezondheidszorg, ouderenproof.

89

Prioriteiten

Kwalitatieve Kwantitatieve Doelstelling Doelstelling 2 Ontwikkelen van Het creëren van een een nieuwe nota samenhangend beleid Lokaal op het terrein van de Gezondheidsbeleid volksgezondheid gericht voor de jaren op het behoud of 2007 t/m 2010 verbetering van de volksgezondheid en op het wegwerken van gezondheidsverschillen tussen groepen van de bevolking in de gemeente 3 Ketenaanpak met als onderdeel Stelselmatige Daderaanpak, Huiselijk Geweld en crisisopvang voor (tijdelijk) dak en thuislozen

Komen tot een meer sluitende aanpak van de veiligheid en leefbaarheid, waarbij integraal en probleemgericht werken centraal staan. Van belang hierbij is met name om gezamenlijk de problematiek vanuit het oogpunt van de burgers op te pakken

Mensen met meervoudige problematiek vallen minder snel tussen de wal en het schip; problemen worden in een vroeger stadium opgemerkt en opgepakt



•

• • •

•

Nota opstellen i.s.m. betrokken partijen en burgers op basis van de uitgangspunten van de WMO in Waalwijk Besluitvormingstraject in gang zetten

Inrichten van het aanspreekpunt Eenduidig registratie en monitoringssysteem Niet-vrijblijvende samenwerkingsafspraken tussen betrokken partijen maken en vastleggen Realiseren van een crisisopvang

90

Paragraaf 8.6

Algemeen Maatschappelijk Werk

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Een goed functionerend Algemeen Maatschappelijk Werk (Maas en Leije) als onderdeel van de eerstelijns geestelijke gezondheidszorg. Uit onderzoek is verder gebleken dat er in Waalwijk behoefte bestaat aan een kortdurende, acute opvang voor de maximale periode van 4 maanden. Deze opvang dient voor alle inwoners van Waalwijk toegankelijk te zijn. De opvangvoorziening bestaat uit: - het bieden van acute en kortdurende opvang in direct beschikbare en ingerichte,gewone huisvesting; - het bieden van een intensief begeleidings-en hulpverleningstraject maar geen 24-uurs aanwezigheid van hulpverleners en andere medewerkers. De gemeente Waalwijk heeft van Zorgkantoor Midden-Brabant een subsidie ontvangen van € 85.000 (2x) voor de periode van 2 jaar voor de uitvoering van dit project. Voorwaarde voor deze subsidieverstrekking is cofinanciering vanuit de gemeente Waalwijk ad € 45.000 gedurende twee jaar. Relevante beleidsnota’s /informatie Nota Lokaal Gezondheidsbeleid Waalwijk 2003-2007 Integrale Woonzorgvisie Waalwijk 2005 Welzijn is minder zorg, hoofdlijnen projectplan proeftuin WMO, juni 2005 Wat gaan we daarvoor doen?

Prioriteiten 1

Maatschappelijke Opvang

Kwalitatieve Doelstelling Realiseren van een maatschappelijke opvangvoorziening in Waalwijk

Kwantitatieve Doelstelling 10 plaatsen voor maatschappelijke opvang in de gemeente Waalwijk realiseren


Activiteiten 2006 Opdrachtverlening aan Traverse om uitvoering te geven aan deze voorziening

91

Paragraaf 8.7

Inkomensvoorziening

In juli 2003 is in de gemeenteraden van Heusden, Loon op Zand en Waalwijk besloten een Intergemeentelijke Sociale Dienst (ISD) te gaan vormen die met ingang van 1 januari 2004 operationeel is geworden. De Verordening Wet Gemeenschappelijke Regeling bevat de samenwerkingsafspraken en de verantwoording en toebedeling van taken en bevoegdheden van de ISD. Deze verordening wordt op dit moment geactualiseerd. Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect De invulling van de Wet Werk en Bijstand geschiedt door het invullen van een 5-tal verordeningen: 1) toeslagen en verlagingenbeleid; 2) afstemmings- en handhavingsverordening; 3) reïntegratieverordening 4) verordening bijzondere bijstand 5) verordening klantenraad Deze verordeningen die door de ISD worden vastgesteld moeten voldoende fundament leggen om de bestaanszekerheid van de inwoners van Waalwijk te garanderen. Het moet een perspectief bieden op een volwaardig participeren in de samenleving Relevante beleidsnota’s /informatie Focus op slagvaardigheid, Collegeprogramma gemeente Waalwijk, 2004-2006 Beleidsplan ISD 2006 Prioriteiten

Kwalitatieve Doelstelling 1 Realiseren van de Ontwikkeling van uitgaven binnen indicatoren ten het budget van behoeve van het het handhavings- en Inkomensdeel terugvorderingsbeleid

Kwantitatieve Doelstelling Van de uitkeringen wordt 99% rechtmatig verstrekt

Activiteiten 2006

2 Beperken van de Besparingen op het toename van het inkomensdeel worden uitkeringsbestand ingezet voor reïntegratie

Uitstroom naar werk stijgt naar 150 personen

Actieve benadering van de marktpartijen en afstemming met bedrijfsleven

Evalueren van het heronderzoeksysteem. Intensivering van de handhaving door aanstelling van een fraudepreventiemedewerker.

Afspraken maken op het gebied van maatschappelijke participatie met de afdelingen Welzijn van de drie gemeenten


92

Paragraaf 8.8

Armoedebeleid

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect 1. Verhogen van maatschappelijke participatie in de vorm van betaald werk of als arbeidsinschakeling niet mogelijk is door middel van het verrichten van maatschappelijk zinvolle onbeloonde activiteiten. 2. Waarborgen minimum inkomen voor mensen die niet in staat zijn zelfstandig in hun levensonderhoud te voorzien. 3. Bevorderen toegankelijkheid van voorzieningen op het gebied van huisvesting, onderwijs, zorg, rechtsbijstand, inburgering en maatschappelijke opvang 4. Verbeteren positie van de meest kwetsbaren door het bieden van een geïntegreerd aanbod (maatwerk) 5. Stimuleren van een actieve inbreng van en een nauwe samenwerking tussen betrokkenen bij de bestrijding van armoede. Armoedebeleid is meer dan alleen inkomensondersteuning zoals bijvoorbeeld het verstrekken van bijzondere bijstand. Het totale door de ISD en de afdeling Welzijn, Onderwijs en Zorg uitgevoerde armoedebeleid bestaat uit meerdere peilers zoals bijzondere bijstand, schuldhulpverlening, kinderopvangbeleid, 65 plus-regelingen, kwijtschelding, reïntegratie-beleid en sociaal-cultureel werk. Voorts wordt per 1 januari 2006 een kortingspas voor minima ingevoerd. Met deze pas wordt door middel van het geven van kortingen de participatie in de Waalwijkse samenleving bevorderd. De bedoeling is dat een sociaal isolement wordt doorbroken, of voorkomen en het maatschappelijk welzijn wordt ondersteund. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten voor Waalwijk; • • • • • • • • •

Tegengaan van onderbenutting Maximaal bereik onder de rechthebbende Minimalisering uitvoeringskosten ISD/Gemeente Waalwijk; ofwel juiste balans tussen uitvoeringskosten en kosten voor voorzieningen. Eenduidigheid door het verlagen van drempels Een loket voorkomt onnodig rondpompen van geld Volwaardige participatie van Waalwijkse minima in de maatschappij. Integrale benadering armoedebeleid zowel intern als extern waarmee de ketenaanpak gestimuleerd wordt. Doorbreken van sociaal isolement Voorkoming van stigmatisering

Keten benadering Door de vele aspecten van de problematiek is beleidsinzet van verschillende partijen nodig. Meerdere partijen, zowel intern als extern, leveren hun bijdrage aan het armoedebeleid. De voornaamste doelstelling van een integrale benadering is de voorziening c.q dienst zo toegankelijk mogelijk te maken voor de klant. Deze integrale benadering wordt ook gerealiseerd door partijen zoveel mogelijk te laten samenwerken en door overlappingen zoveel mogelijk te voorkomen. Relevante beleidsnota’s /informatie • Door middel van schuldhulpverlening wordt gepoogd om de materiële en immateriële gevolgen van het hebben van schulden zo draaglijk mogelijk te maken. Door de integrale aanpak, dat wil zeggen nauwe samenwerking met het Algemeen Maatschappelijk Werk en de Stadsbank Midden-Nederland, wordt de hulpvraag van de klant in een brede context geplaatst. De klant wordt geholpen met het op orde brengen van de financiën en vaardigheden aangeleerd om dit zelfstandig te


93

• • • • • • •

continueren. Teneinde terugval zoveel mogelijk te voorkomen cq zo snel mogelijk te signaleren is een vorm van nazorg opgepakt. Er is een folder inzake de schuldhulpverlening opgemaakt en verspreid onder relevante instanties zoals Woningcorporaties en dergelijke Nota “armoede is meer dan gebrek aan geld”, januari 2005 Nota “Paswijzer: een nieuw armoedbeleid”, juli 2005 Informatie over de laatste ontwikkelingen is te vinden op: www.gemeenteloket.minszw.nl. Focus op slagvaardigheid, Collegeprogramma gemeente Waalwijk, 2004-2006 Beleidsplan ISD 2006 Minima effectenrapportage Waalwijk 2005

Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten 1 Invoeren van een kortingspas voor de minima. (Paswijzer)

Kwalitatieve Doelstelling Voorkoming van sociale uitsluiting en bevorderen van deelname aan de samenleving. “Meedoen!”

Kwantitatieve Doelstelling Betrekken van zoveel mogelijk burgers en organisaties bij de opzet van de kortingspas voor de minima teneinde de deelname aan de samenleving voor een zo groot mogelijke groep te realiseren.

Activiteiten 2006 Implementeren van de kortingspas voor de minima, monitoren van het gebruik en uitbreiden van de deelnemende organisaties.

2 Voorkomen van (verdere) verschuldiging

Het bevorderen van het evenwicht tussen inkomsten en uitgaven

Voorkomen dat mensen langdurig in een traject van de schuldhulpverlening geraken

Samen met SMN en AMW voorlichting verstrekken aan groepen en/of organisaties. Een vorm van nazorg in het werkproces introduceren, zodat terugval snel wordt gesignaleerd. In samenwerking met de Stadsbank sneller komen tot een op het individu gerichte aanpak.

3 Evalueren van kostenregelingen, gratis peuteren en alarmering en minimaregeling maaltijdvoorziening

Bevorderen van het gebruik van inkomensondersteunende maatregelen

Realiseren van een zo groot mogelijk bereik onder de doelgroep

Evaluatie


94

Paragraaf 8.9

Sluitende Samenwerking

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Sedert 1 januari 2004 is de Intergemeentelijke Sociale Dienst operationeel. De ISD richt zich ten behoeve van de gemeenten Heusden, Loon op Zand en Waalwijk volledig op de producten Werk en Inkomen. Hierbij ligt het primaat op werk. Relevante beleidsnota’s /informatie ISD Beleidsplan 2006 Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten 1

ISD-Beleidsplan

Kwalitatieve Doelstelling Zie plan

Kwantitatieve Doelstelling Zie plan


Activiteiten 2006 Uitvoering ISDBeleidsplan 2006

95

Paragraaf 8.10

Uitstroombevordering

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Met de komst van de Wet werk en bijstand ligt er nog nadrukkelijker de verbinding tussen werk en bijstand. Door o.a. met reintegratiebedrijven prestatieafspraken te maken zorgt de ISD er voor dat de gewenste uitstroom tot stand komt. Relevante beleidsnota’s /informatie ISD Beleidsplan 2006 Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten 1

Uitvoering Beleidsplan ISD 2006

Kwalitatieve Doelstelling Zie beleidsplan

Kwantitatieve Doelstelling Zie beleidsplan


Activiteiten 2006 Zie beleidsplan

96

Paragraaf 8.11

Wet voorziening gehandicapten (Wvg tot 1.7.2006) Wet Maatschappelijk Ondersteuning (Wmo vanaf 1.7.2006)

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Door middel van het verstrekken van voorzieningen aan mensen met een lichamelijke beperking bewerkstelligen dat deze doelgroep volwaardig kan participeren in de samenleving. De zorgplicht (verantwoordelijkheid) van de gemeente ligt bij de uitvoering van de Wet voorzieningen gehandicapten bij het verstrekken van 3 soorten voorzieningen: woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en rolstoelen. Bij de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning wordt de huishoudelijke zorg overgedragen aan de gemeente en beperkt de zorgplicht van de gemeente zich tot die voorzieningen waarvoor geen substituut kan worden geboden. In het kader van de Wmo dient de gemeente een plan op te stellen waarin inhoud wordt gegeven aan de acht gedefinieerde prestatievelden. Bij de totstandkoming van dit plan is een belangrijke rol weggelegd voor burgers en organisaties. De resultaten op de onderscheiden prestatievelden zullen door middel van monitoring in beeld gebracht moeten worden. Doelstelling is ook om de beschikbare middelen zo doelmatig, doeltreffend en cliëntgericht mogelijk in te zetten. Relevante beleidsnota’s /informatie Nota “Zelf aan zet” Nota “Meer met minder” Nota evaluatie Wvg 2005 Diverse nota’s in het kader van de invoering van de WMO Ontwikkelingen Per 1 juli 2006 wordt de Wet maatschappelijke ondersteuning van kracht. Per genoemde datum wordt tevens de Wet voorzieningen gehandicapten ingetrokken. De komst van de Wmo is een antwoord van de regering op de verdergaande vergrijzing en het in de hand houden van de daarmee gepaard gaande kosten. De gevolgen van de komst van de Wmo voor de gemeenten zijn groot. In het kort worden hieronder enkele van belang zijnde wijzigingen opgesomd: 1. overheveling van de huishoudelijke zorg van de AWBZ naar de Wmo 2. vervallen van de zorgplicht van gemeenten voor voorzieningen waarvoor een substituut kan worden aangeboden 3. verplichting tot het opstellen van een 4-jaarlijks beleidsplan 4. beleid formuleren op een achttal prestatievelden 5. intensief betrekken van burgers en organisaties bij het tot stand komen van dit beleidsplan Onduidelijk is nog hoe de komst van de Wmo in financiële zin uitpakt voor gemeenten. Duidelijk is wel dat het in financiële zin positief kan uitpakken als er samenwerking wordt gezocht met instanties die bij wijze van substituut zouden kunnen ingezet voor door hulpvragers ingediende aanvragen. De gemeente heeft ten behoeve van de uitvoering van de Wmo een proeftuinstatus verkregen op het onderdeel regievoering.


97


Kwalitatieve Doelstelling Implementatie van Beperking van de de Wet zorgplicht mag niet Maatschappelijke leiden tot Ondersteuning per verschraling 1 juli 2006.

Kwantitatieve Doelstelling Financiële beheersbaarheid

Activiteiten 2006

2

Betrekken van burgers en organisaties bij het opstellen van het beleidsplan

Representatieve afspiegeling van burgers en organisaties bij opzet beleidsplan

Opstellen van een beleidsplan.

3

Evaluatie nota “zelf Experimenteren met aan zet”. PGB in de Wvg

Goede voorlichting en ondersteuning aan klant bij het maken van een keuze.

Evaluatie pilot.

4

Invoeren van de Huishoudelijke zorg huishoudelijke zorg moet op kwalitatief goed niveau blijven bij overgang van AWBZ naar gemeente.

Adequate communicatie en volledige overdracht van huishoudelijke zorg naar gemeente

Invoeren van huishoudelijke zorg als gemeentelijke taak.

1

Bevorderen van de eigen verantwoordelijkheid en het probleemoplossend vermogen van burgers


Regievoering, vraagsturing en frontoffice verder vormgeven

98

Paragraaf 8.12

Huursubsidie

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect De Vangnetregeling Huursubsidie komt per 1 januari 2006 te vervallen. Deze regeling zal in enigszins gewijzigde vorm huurtoeslag gaan heten. De uitvoering daarvan komt volledig bij de Belastingdienst te liggen. Relevante beleidsnota’s /informatie In de gemeente zijn bij alle vestigingen van Casade Woondiensten Huursubsidie Informatie Punten ingericht. Hierdoor is men in staat rechtstreeks inzage te krijgen in de stand van zaken met betrekking tot de ingediende huursubsidie en aanvragen bij het Ministerie van VROM. Deze service wordt door Casade verleend aan alle huurders. Wat gaan we daarvoor doen?

Prioriteiten

1

Kwalitatieve Doelstelling Omslag van Er voor zorgdragen Vangnetregeling dat voor de klant de Huursubsidie naar omslag probleemloos Huurtoeslag verloopt

Kwantitatieve Doelstelling Adequate informatie verstrekken aan de doelgroep


Activiteiten 2006 Toezien op probleemloze omslag

99

PROGRAMMA I


Hoofdstuk 8 Zorg en volksgezondheid Wat mag het kosten?

Programma I;Dienstverlening inwoners Hoofstuk 8: Zorg en volksgezondheid Omschrijving 11314 Maatschappelijk werk 11315 Ouderenbeleid 11319 Kinderopvang 11320 Volksgezondheid; subs./bijdr. 11321 Jeugdgezondheidszorg unif.deel 12321 Volksgezondheid 11400 Inkomensvoorziening 11401 Minimabeleid/Armoedebeleid 11402 Uitstroombevordering 12331 Stedel.werkgelegenheidsproj. 11404 Maatschapp. zorg en begel. 11406 Gehandicaptenzorg 11410 IOAW en IOAZ 13503 Dierenbescherming 13504 Bijzonderen wetten TOTAAL

Rekening Begroting 2004 2005 Saldo Saldo 771.007 650.666 702.430 191.368 433.621 384.539 698.814 751.264 0 0 67.106 76.355 2.046.395 2.035.489 466.271 1.035.172 77.768 3.028 402.384 317.749 11.577 64.999 2.875.372 2.938.527 0 0 23.437 16.790 122.705 26.693 8.698.887 8.492.639

Lasten 721.376 227.060 489.951 736.871 477.417 68.976 1.967.837 1.252.820 8.218 509.404 30.741 3.027.048 0 25.257 75.200 9.618.176

Begroting 2006 Baten -92.466 -34.761 -66.575 0 -477.417 0 0 -227.349 0 -153.098 0 -40.000 0 0 -37.426 -1.129.092

Saldo 628.910 192.299 423.376 736.871 0 68.976 1.967.837 1.025.471 8.218 356.306 30.741 2.987.048 0 25.257 37.774 8.489.084

VERLOOP NETTO LASTEN (bedragen x € 1.000) 10.500 10.000 9.500

werkelijk raming

9.000 8.500 8.000 2002

2003

2004

2005

2006

Ontwikkeling verloop 2002-2006 Het sterk dalend verloop van de lasten wordt veroorzaakt door het opheffen van de voormalige afdeling Sociale Zaken en de aansluiting bij de gemeenschappelijke regeling I.S.D. Langstraat-West. Omdat deze wijziging nog niet was verwerkt in de primitieve begroting 2004, geven de jaarcijfers 2004 het juiste beeld.


100

Analyse 2005-2006 Ten opzichte van 2005 geven de netto lasten 2006 een dalend verloop als gevolg van lagere kosten wegens verstrekkingen op grond van de wet Voorzieningen Gehandicapten. Kengetallen/prestatiegegevens Maatschappelijk werk aantal fte maatschappelijk werkers cliënten kortdurende contacten AMW contacten procesmatige hulpverlening contacten crisisdienst

7,8 1608 611 997 20

Ouderenbeleid Inwoners 55 jaar en ouder, waarvan: 55-70 jaar 70-75 jaar 75 jaar en ouder thuiszorgontvangers bewoners verzorgings- en verpleeghuizen indicaties aanleunwoningen deelnemers Meer bewegen voor ouderen

13397 8695 1800 2902 3200 428 65 380

Kinderopvang aantal kindercentra peuterspeelzalen/crèches deelnemers peuterspeelzalen subsidieverstrekkingen doelgroepenbeleid

6 12 755 50

Volksgezondheid subsidiebedrag GGD per inwoner steunpunten verslavingszorg aantal personen methadonverstrekking meldingen ontsmetting/ongediertebestrijding nacontroles ontsmetting/ongediertebestr. hondenuitlaatplaatsen klachten hondenoverlast

€ 13,42 1 30 250 100 55 175

Inkomensvoorziening/Minimabeleid aanvragen bijzondere bijstand aanvragen kwijtscheldingen aanvragen schuldhulpverlening ouderen die gebruik maken van sociale alarmering Gehandicaptenzorg WVG vervoersvoorzieningen WVG woonvoorzieningen WVG rolstoelen Gemiddelde kosten: vervoersvoorziening woonvoorziening rolstoel aantal ritten deeltaxi (basispakket)

475 700 300 200 500 300 200 € 3002 € 2138 € 2487 70000


101

Bijzondere wetten - drank- en horecawet: vergunningen ontheffingen - wet op de kansspelen: vergunningen meldingen winkeltijdenwet, diverse uitvoeringen luchtvaartwet, aanvragen wet op de lijkbezorging, herbegravingen wet op de flora en fauna, vergunningaanvragen - burgerlijk wetboek zaakwaarneming: aanvragen tot ontruiming ontruimingen laatste oproep

30 30 70 10 30 10 1 1 110 15 20


102

PROGRAMMA I

recapitulatie

Programma I;Dienstverlening inwoners Hoofdstukken Omschrijving

Rekening Begroting 2004 2005 Saldo Saldo

Lasten

Begroting 2006 Baten

Saldo

1 Bestuurlijke, ambtelijke organisatie en dienstverlening 2 Handhaven 3 Veiligheid 4 Natuur, landschap en cultuurhistorische waarden 5 Scholing 6 Sport 7 Welzijn 8 Zorg en volksgezondheid 13981 Mutaties reserves Progr.I TOTAAL

4.013.377 0 1.764.604

3.850.828 0 2.023.324

4.609.721 0 2.148.438

1.027.934 1.044.939 1.031.662 4.398.281 5.769.267 7.105.649 2.454.978 2.830.707 4.490.068 5.007.940 5.079.697 6.594.725 8.698.887 8.492.639 9.618.176 0 -197.065 203.991 27.366.001 28.894.336 35.802.430

-591.238 0 -41.715

4.018.483 0 2.106.723

-77.315 954.347 -718.864 6.386.785 -1.222.521 3.267.547 -1.276.893 5.317.832 -1.129.092 8.489.084 -1.592.332 -1.388.341 -6.649.970 29.152.460


werkelijk

27.500

raming

27.000 26.500 26.000 25.500 25.000 2002

2003

2004

2005

2006

Ontwikkeling verloop 2002-2006 De totale lasten wegens dienstverlening aan inwoners stijgen tot en met 2003, maar dalen vanaf 2004, zijnde het jaar waarin de gemeente Waalwijk het verstrekken van uitkeringen opdroeg aan de ISD Langstraat-West. Dat het begrotingsbeeld daarbij niet de lijn van de jaarcijfers volgt, komt omdat in de primitieve begroting 2004 de overgang naar de I.S.D. nog niet op productniveau was verwerkt. De werkelijke netto lasten bedragen in 2004 € 27,3 miljoen, in 2006 worden ze begroot op ruim € 28,6. De stijging die zich hierin voordoet wordt in hoofdzaak verklaard door kapitaallasten i.v.m. investeringen in de onderwijshuisvesting en in sportaccommodaties. Voor een deel zijn deze kapitaallasten gedekt vanuit beschikkingen over reserves die in programma III zijn geraamd.


103

Analyse 2005-2006 De netto lasten dalen in 2006 ten opzichte van 2005 met ruim € 200.000, maar de bruto lasten stijgen feitelijk met € 1,3 miljoen. Het verschil hiertussen bestaat uit beschikkingen over reserves ten bedrage van globaal € 1,5 miljoen ter dekking van toegenomen kapitaallasten wegens investeringen in de onderwijshuisvesting en sportaccommodaties. Wij verwijzen verder naar de bij elk hoofdstuk gegeven toelichting.


104

PROGRAMMA II

RUIMTELIJKE ORDENING, GEBRUIK EN BEHEER


105

PROGRAMMA II


Hoofdstuk 1

Infrastructuur en mobiliteit

Samenhang met andere programma’s Dit hoofdstuk heeft raakvlakken met ruimtelijk beleid, economisch beleid, wonen, centrum, beheer openbare ruimten.

Paragraaf 1.1

GVVP/bereikbaarheid

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Doelstelling/beoogd maatschappelijk effect • Een verbetering van de verkeersveiligheid op het wegennet in Waalwijk met als doel een vermindering van het aantal verkeersongevallen - in het bijzonder ongevallen met slachtoffers. • Verbetering van de verkeersleefbaarheid ofwel de inrichting van de openbare ruimte met als doel de verkeersoverlast zo veel mogelijk te beperken. Ook parkeren (parkeernorm) speelt hierbij een rol. • Een verbetering van de bereikbaarheid met als doel congestie op de infrastructuur te voorkomen. • Bevordering van het gebruik van de fiets. • Bevorderen van het gebruik van het openbaar vervoer. • Het terugdringen van vermijdbaar autogebruik Relevante beleidsnota’s /informatie Bovenstaande doelstellingen zijn verwoord in het in 1998 door de raad vastgestelde GVVP en zijn nog steeds actueel. Het bijbehorende maatregelenpakket heeft een looptijd van 10 jaar en wordt tussentijds bijgesteld. Sinds 2003 vormt het GVVP input voor het Integraal Uitvoeringsprogramma. In dit IUP wordt een integrale afweging gemaakt tussen de in het GVVP genoemde maatregelen en uitvoeringswerken ten behoeve van onderhoud wegen en riolering. + Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan (najaar 1998) + IUP 2005-2008 Wat gaan we daarvoor doen?

Prioriteiten

Kwalitatieve Doelstelling 1 Uitvoering geven aan Verhoging van de het vastgestelde GVVP, verkeersveiligheid jaarschijf 2006

Kwantitatieve Doelstelling Vermindering aantal slachtofferongevallen

Verbetering van de verkeersleefbaarheid

Minder klachten over verkeersoverlast

Bevordering van het gebruik van de fiets

Meer voorzieningen voor fietsers

Bevordering gebruik openbaar vervoer

Continuering huidige aanbod


Activiteiten 2006 projecten/werkzaamhe den zoals opgenomen in het GVVP jaarschijf 2006, onderdeel van het IUP 2005-2008

106

Prioriteiten


Kwantitatieve Doelstelling openbaar vervoer

Verzekeren van de bereikbaarheid

Geen klachten over verkeersopstopping en

Terugdringen vermijdbaar autogebruik

Minder autokilometers

2 Het sluitend maken Verbeteren van het netwerk bereikbaarheid gebiedsontsluitingsweg en in Waalwijk - west

Verminderen autokilometers in 30- km gebieden

3 Fasering aanpak fietspad Spoorwegtracé

Het uitbreiden van het hoofdnet fiets

Het aanleggen van een hoogwaardige fietsvoorziening

Activiteiten 2006

Doortrekking Cartografenweg Herinrichting Burgemeester Verwielstraat Aanleggen van tenminste fase 1 (Sprangseweg en oversteek Van der Merwelaan). Aanleggen van fase 2 tot en met 5 van fietspad alsmede centrale parkgedeelte (realisering loopt door tot in 2007) Aanleg volgende fasen afhankelijk van beschikbaarheid financiële middelen.


107

PROGRAMMA II


Hoofdstuk 1

Infrastructuur en mobiliteit

Wat mag het kosten?

Programma II; Ruimtelijke ordening, gebruik en beheer Hoofstuk 1: Infrastructuur en mobiliteit Omschrijving 12200 Verkeersmaatregelen 12303 Onderhoud wegen, straten etc 12309 Parkeervoorzieningen 12310 Heffingen parkeervergunningen TOTAAL

Rekening Begroting 2004 2005 Saldo Saldo 1.086.460 1.096.900 2.463.476 2.826.359 485.907 387.251 -1.497.220 -1.796.429 2.538.623 2.514.081

Lasten 1.464.239 3.028.402 507.196 0 4.999.837

Begroting 2006 Baten Saldo -14.976 1.449.263 -8.919 3.019.483 0 507.196 -1.992.842 -1.992.842 -2.016.737 2.983.100

VERLOOP NETTO LASTEN (bedragen x € 1.000) 3.200 3.000 2.800 werkelijk

2.600

raming

2.400 2.200 2.000 2002

2003

2004

2005

2006

Ontwikkeling verloop 2002-2006 Op begrotingsbasis hebben de netto lasten een dalend verloop vanaf 2002 tot en met 2004, blijven vervolgens een jaar gelijk en stijgen dan fors. Het dalend verloop heeft vooral te maken met de stijging van de parkeertarieven en de dientengevolge hogere opbrengsten. Ook in 2005 vinden tariefverhogingen plaats, maar deze worden genivelleerd door lastenstijgingen, met name in de vorm van kapitaallasten als gevolg van reconstructies van wegen. De werkelijke lasten bevinden zich in 2004 nagenoeg op het niveau van de geraamde lasten. De afwijking die zich in 2002 voordoet tussen werkelijkheid en begroting zien we in nagenoeg alle programma’s: werkelijke lasten zijn lager dan de begrote lasten. Dit is inherent aan de destijds toegepaste begrotingsmethodiek.


108

Analyse 2005-2006 Tegenover de opbrengststijging wegens uitbreiding van het betaald parkeren, staan forse lastentoenames op de producten verkeersmaatregelen, onderhoud wegen en parkeervoorzieningen. De stijgingen zijn voor een groot deel het gevolg van de uitvoering van het GVVP en IUP en doen zich voor in de vorm van een toename van kapitaallasten, maar ook de apparaatskosten geven een toename met name als gevolg van de hogere toerekening vanuit de nieuwe organisatie-eenheid gebiedsgericht werken. Op verkeersmaatregelen nemen de kapitaallasten toe met € 381.000, op onderhoud wegen de apparaatskosten met € 165.000 en op parkeervoorzieningen de kapitaallasten met 90.000. Kengetallen/prestatiegegevens Verkeersmaatregelen verkeerstellingen ongevallen Te onderhouden: komgrensborden verkeersregelinstallaties ANWB borden Afsluitsystemen Promenade Onderhoud wegen, straten etc aantal ( in m2 x 100) rijbaan parkeervak voetpad fietspad diversen

12 400 66 16 71

3

19455 2325 6522 1524 1374


109

PROGRAMMA II Hoofdstuk 2

RUIMTELIJKE ORDENING, GEBRUIK EN BEHEER Beheer openbare ruimte

Samenhang met andere programma’s Dit hoofdstuk heeft raakvlakken met wonen, leefbaarheid en verkeer.

Paragraaf 2.1

Beheer openbare ruimte

Wat willen we bereiken? 1. Deelprogramma schoon, heel en veilig Doelstellingen 1. Eind 2006 zal 100% van alle groenvoorzieningen onderhouden worden op de afgesproken basisniveaus 2. in 2006 wordt een aanvang gemaakt om het aspect “schoon” (aanpak zwerfvuil, onkruid op verhardingen, verwijderen van graffiti) te brengen op het niveau van de afgesproken basisniveaus. 3. de markt in het centrum van Waalwijk zal aantrekkelijker worden gemaakt. 4. het Integraal Uitvoerings Programma 2006-2009 voor riool, wegen en verkeersmaatregelen zal voor ( het deel van 2006) voor 100% worden uitgevoerd 5. de activiteiten voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte zoals die vermeld staan in de Wijkontwikkelingsplannen worden uitgevoerd 6. In 80% van de gevallen waarin gemeentegrond in gebruik wordt genomen ( structureel of incidenteel) door particulieren of bedrijven zal precariobelasting worden geheven. Beoogd maatschappelijk effect In 2006 zal de algehele onderhoudstoestand van steeds meer wijken en gebieden verbeterd zijn t.o.v. 2005; • schoon en netjes • heel en veilig • mooi en functioneel 2. deelprogramma riolering Doelstellingen 1. uitvoeren van de rioolwerkzaamheden zoals vermeld in het IUP en GRP 2. het doelmatig inzamelen en transporteren van afvalwater richting een geschikt lozingspunt 3. in 2006 zal gezamenlijk met het waterschap en de gemeentes in het stoomgebied een “Optimalisatieplan AfvalwaterSystemen (OAS)” worden opgesteld Beoogd maatschappelijk effect 1. grotere verkeersveiligheid door minder schademeldingen, vanwege onvoldoende waterberging, minder water op straat bij hevige regenval 2. overlast van water zoveel beperkt mogelijk houden 3. de rioolrechten blijven beheersbaar en op een acceptabel niveau


110

Relevante beleidsnota’s /informatie • Basisniveaus voor het integraal beheer en onderhoud van de openbare ruimte binnen de gemeente Waalwijk. • Bomennota • Beeldbestekken • Beheerplan begraafplaatsen • IUP 2006-2009 • GRP 2006-2010 • wijkontwikkelingsplannen Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten 1

Beleidsplan en plan van aanpak voor het deelprogramma “schoon”

Kwalitatieve Doelstelling Een schone stad

Kwantitatieve Activiteiten 2006 Doelstelling Aangebrachte graffiti op Inhaalslag gemeentelijke graffitibestrijding eigendommen wordt binnen 5 werkdagen Anti-plakvoorzieningen verwijderd aanbrengen op stroomkasten Racistische en Promotie en publiciteit voor kwetsende teksten op graffitibeleid gemeentelijke eigendommen worden binnen 24 uur verwijderd Hoeveelheid zwerfvuil zal in 2006 afnemen met 50%

Uitvoering nieuw veegplan

Het bestijden van Uitvoeren regulier onkruid op verhardingen onderhoud zal uitgevoerd worden conform de afgesproken basisniveaus. 2

3

Realiseren basisniveaus

Begraafplaatsen

2006 wordt het 3e jaar dat er gewerkt wordt aan de hand van de basisniveaus, op verschillende plaatsen binnen de gemeente zal een zichtbare verbetering optreden t.o.v. de situatie voor 2005

Maandelijks worden er in alle gebieden audits gehouden om de voortgang te monitoren

Uitvoeren van (een deel van het) beheerplan begraafplaatsen

Uitvoeren van de werkpakketten die horen bij het vastgestelde basisniveau

Uitvoeren Audits

In 2006 zal 100% van Uitvoeren regulier alle groenvoorzieningen onderhoud onderhouden worden op de afgesproken basisniveaus.


Uitvoeren reguliere onderhoudswerkzaamheden

111

Prioriteiten


Kwantitatieve Doelstelling Voldoende begraafcapaciteit tot 2043

Activiteiten 2006 Opstellen van plannen tot ruiming Opstellen van voorstellen tot herinrichting begraafplaatsen

5

Markt

6

IUP

7

WijkOntwikkelings plannen

8

Riolering (IUP GRP)

9

Riolering (OAS)

Aantrekkelijke markt

Nieuwe indeling van de markt op het Unnaplein

Opstellen nieuwe indeling en verplaatsen kramen

Verbeterde faciliteiten op de markt

Aanbrengen extra faciliteiten

Stimuleren van de komst van nieuwe branches op de markt

Het overleg met de CVAH (Centrale Vereniging Ambulante Handel) en marktcommissie zal worden geïntensiveerd

Het optimaliseren van het proces rondom de integrale benadering van onderhoud wegen / GVVP en GRP m.b.v. IBOR/BS8 Vergroten van de leefbaarheid in de wijken

Uitvoeren Terugdringen van de werkzaamheden zoals achterstand daar waar het vermeld in het IUP 2006 gaat om klein onderhoud -2009 Uitvoeren geplande onderhoudswerkzaamheden

Doelmatig inzamelen en transporteren van afval- en hemelwater. Ongewenste emissies naar bodem of oppervlaktewater voorkomen. Geen overlast voor de omgeving. Vergroten beheersbaarheid van de hoogte van de rioolrechten

Alle geplande Verbeter-en vervangingsonderhouds- , maatregelen: zie IUP verbeterings- en 2006- 2010. vervangingsmaatregelen zoals genoemd in het IUP 2006 en het GRP zullen worden uitgevoerd

De beoordeling van de leefbaarheid door de inwoners van de betreffende wijken zal een ¼ punt hoger zijn dan het rapportcijfer uit het leefbaarheidsonderzoek van 2003

OAS –studie gereed Afvalwaterakkoord opgesteld


Uitvoeren van de werkzaamheden zoals vermeld in het WOP

Uitvoeren OAS-studie waarin onderzocht wordt welke mogelijkheden er zijn om te komen tot een optimalisatie van het totale afvalwatersysteem.

112

Prioriteiten 10 precario

Kwalitatieve Doelstelling Minder overlast op staten, trottoirs en parkeerplaatsen door geplaatste containers, steigers, enz.

Kwantitatieve Doelstelling In 80% van de gevallen waarin gemeentegrond in gebruik wordt genomen ( structureel of incidenteel) door particulieren of bedrijven zal precariobelasting worden geheven


Activiteiten 2006 Wekelijkse controle openbare ruimte. Zie verder de paragraaf lokale heffingen.

113

Paragraaf 2.2

Recreatieve voorzieningen

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Het beheren van recreatievoorzieningen in de gemeente Waalwijk ten behoeve van de Waalwijkse bevolking. Relevante beleidsnota’s /informatie n.v.t. Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten 1

Kwalitatieve Doelstelling Speelvoorzieningen Het uitvoeren van en speelruimten inspecties aan de hand van de wettelijke eisen welke aan de veiligheid van speeltoestellen in de openbare ruimte worden gesteld

Kwantitatieve Doelstelling Het uitvoeren van reparaties aan en onderhoud van de speelvoorzieningen om de veiligheid gedurende de gehele levensduur te waarborgen. Het bijhouden van het wettelijk verplicht logboek per speeltoestel met inspecties, reparaties en ongevallen.


Activiteiten 2006 Eénmaal per kwartaal wordt een inspectie uitgevoerd over alle speelvoorzieningen Aan de hand van de inspectierapporten worden de benodigde reparaties uitgevoerd.

114

PROGRAMMA II


Hoofdstuk 2

Beheer en openbare ruimte

Wat mag het kosten?

Programma II; Ruimtelijke ordening, gebruik en beheer Hoofstuk 2: Beheer en openbare ruimte

12305 12306 12312 12315 12317 12326 12327 12330 TOTAAL

Omschrijving Openbare verlichting Straatreiniging en gladh.bestr Afwatering, waterlossingen etc Onderhoud openbaar groen Recreatieve voorzieningen Riolering en waterzuivering Begraafplaatsen Rioolrechten

Begroting Rekening Begroting 2004 2005 2006 Saldo Saldo Lasten Baten Saldo 556.434 518.950 549.990 -2.212 547.778 780.855 792.876 971.173 0 971.173 212.673 112.938 416.855 0 416.855 4.532.492 4.054.627 4.743.514 -45.450 4.698.064 599.387 406.868 694.484 0 694.484 2.363.778 1.246.961 2.518.666 0 2.518.666 227.031 88.395 409.398 -187.246 222.152 -2.419.782 -2.398.729 0 -2.518.666 -2.518.666 6.852.869 4.822.886 10.304.080 -2.753.574 7.550.506

VERLOOP NETTO LASTEN (bedragen x € 1.000) 8.000 7.500 7.000 6.500 werkelijk

6.000

raming

5.500 5.000 4.500 4.000 2002

2003

2004

2005

2006

Ontwikkeling verloop 2002-2006 In het jaar 2004 nemen de lasten toe als gevolg van het door de raad beschikbaar gestelde structurele budgettoename voor groenonderhoud van € 500.000 en een éénmalig bedrag van eveneens € 500.000 voor het wegwerken van achterstanden. Analyse 2005-2006 De stijging van de netto lasten van 2005 naar 2006 wordt veroorzaakt op de producten: • •

Straatreiniging en gladheidsbestrijding door een hogere doorbelasting vanuit de nieuwe organisatie-eenheid gebiedsgericht werken ad € 140.000; Afwatering en waterlossingen door een kapitaallast van € 315.000 voortkomend vanuit een investering van € 3.000.000 voor het revitaliseren van


115

•

• •

•

industrieterreinen Haven. De (kapitaallasten van de) investering is overigens volledig gedekt door beschikkingen over het vermogen in programma III; Onderhoud openbaar groen door areaaluitbreiding Haven VII ad € 172.000 en de rest van de gemeente ad € 227.500, alsmede door hogere apparaatskosten vooral door stijging van het uurtarief van de buitendienst BOR, maar ook door een hogere kostentoerekening vanuit de organisatie-eenheid gebiedsgericht werken, ad € 340.000; Recreatieve voorzieningen door een hogere kostentoerekening vanuit de organisatie-eenheid gebiedsgericht werken ad € 270.000; Begraafplaatsen door hogere apparaatskosten ten bedrage van ruim € 160.000, ontstaan door het toerekenen van 2.300 uren meer wegens onderhoud van begraafplaatsen (€ 100.000) en verhoging van het uurtarief van de buitendienst als gevolg van de gewijzigde kostentoerekeningsmetodiek. Riolering, welk product in 2006 kostendekkend wordt gepresenteerd, terijl in 2005 een overdekking van € 100.000 aanwezig was.

Kengetallen/prestatiegegevens Openbare verlichting aantal lichtmasten aantal grondspots aantal wandarmaturen

9895 106 25

Straatreiniging/gladheidsbestrijding frequentie werkzaamheden per week: centrum Waalwijk centrum Sprang-Capelle/Waspik doorgaande wegen aanpalende woonwijken (per jaar)

4 2 1 1

Afwatering/waterlossingen -natuurlijke waterlopen (in km.) in beheer bij waterschap in eigen beheer -stedelijke waterlopen (in km.) in beheer bij waterschap in eigen beheer

224 46 23 2

Openbaar groen Oppervlakte in m2: bermen blokhaag bos bosplantsoen conifeer vakbeplanting dierenweide gazon grafbeplanting heesters oeverbeplanting roos (botanisch) roos (gecultiveerd) ruigte vaste planten wisselbeplanting

1460611 26182 75634 494635 20654 23710 1221747 1809 368016 64756 36402 10926 109009 2123 1983

aantal bomen

29229


116

Lengte in m1: graskant hard graskant zacht haag geschoren/losgroeiend

187480 58986 34032

Recreatieve voorzieningen aantal speelterreinen aantal speeltoestellen inspecties veiligheid inspectie functioneel

145 562 3 1

Riolering en waterzuivering gemalen pompunits km’s drukriolering km’s vrijvervalriool aantal kolken bergbezingbassins niet gerioleerde panden aansluitingen IBA’s in beheer gem. aantal aangesloten panden

37 183 47 250 18350 7 20 2 20200

Begraafplaatsen aantal algemene begraafplaatsen aantal begravingen: Waalwijk Sprang-Capelle Tilburgseweg Sprang-Capelle Heistraat Waspik

4 87 31 37 22


117

PROGRAMMA II Hoofdstuk 3

RUIMTELIJKE ORDENING, GEBRUIK EN BEHEER Wijkbeheer

Samenhang met andere programma’s Dit hoofdstuk heeft raakvlakken met beheer openbare ruimte, veiligheid, welzijn, sociale participatie en wonen en leefbaarheid.

Paragraaf 3.1

Wijkbeheer

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Wijk- en buurtbeheer is een samenwerkingsverband onder de leus: ‘Goed voor elkaar in de wijk’. De organisaties die in dit kader samenwerken werken aan verbetering van de leefbaarheid en veiligheid in wijken in de gemeente Waalwijk. Via wijktafels en andere vormen van overleg met bewoners wordt voortdurend geïnventariseerd en gecommuniceerd. Daarmee wordt beoogd bij burgers een grotere betrokkenheid bij de woonomgeving te bereiken en om een hechtere relatie tussen besturen en burgers te realiseren. Met behulp van leefbaarheidonderzoeken en daarop gebaseerde programma’s worden doelen geformuleerd in termen van de beleving van burgers op gebieden als leefbaarheid, veiligheid, bereikbaarheid en kwaliteit voorzieningen en onderhoud openbare ruimte. Deze worden gemeten in rapportcijfers die door burgers worden gegeven. In 2005 is bij de gemeente een bureau gebiedsgericht werken opgericht. Dit bureau gaat zorgdragen voor het maken en uitvoeren van wijkontwikkelingsplannen. Deze plannen gelden als een integraal maatgevend beleidskader voor de 6 gebieden, die samenvallen met de 6 woonzorgzones. In 2006 worden wijkontwikkelingsplannen gemaakt voor Waspik en Centrum-Besoyen. Er wordt een start gemaakt met de wijkontwikkelingsplannen voor Sprang-Capelle/Landgoed Driessen en Bloemenoord/Antoniusparochie.

Relevante beleidsnota’s /informatie 2000 Succesvol samenwerken 2001 Convenant leefbaar Waalwijk 2003 Brochure ‘Goed voor elkaar in de wijk’ 2004 Goed voor elkaar? Wonen in waalwijk opnieuw bezien. Deel A: het rapport, deel B: het buurtenboek, deel C: de buurtenatlas 2004 Programma leefbaarheid, veiligheid en sociale samenhang 2004-2008 2005 Wijkontwikkelingsplan Laageinde, Baardwijk, De Hoef 2005 Welzijn is een zorg minder 2005 Hoofdlijnennotitie toekomst buurtwerk 2005 Onderlegger wijkontwikkelingsplannen


118


Prioriteiten 1 Wijk- en buurtbeheer

Kwalitatieve Doelstelling Het verminderen van de kloof tussen bestuur en burgers Het bevorderen van de betrokkenheid van burgers bij hun eigen woon- en leefomgeving

Kwantitatieve Activiteiten 2005 Doelstelling Van 2x 10 Organiseren van wijkfora wijktafels naar 2 x Beschikbaarstelling 6 wijkfora wijkbudgetten

2 Gebiedsgerichte Het bevorderen van de aanpak leefbaarheid, veiligheid en participatie in buurten die worden aangewezen op basis van het leefbaarheidsonderzoek 2003. Het realiseren van een brede integrale visie en programma twee gebieden

Verbeteren gemiddelde van rapportcijfers: Oranjeplein e.o. + 0,5 punt 15 andere buurten + 0,25 punt. Vaststelling van 2e en 3e wijkontwikkelingsplan; starten met 4e en 5e wijkontwikkelingsplan

Zorgdragen voor voeding voor wijkontwikkelingsplannen door houden van wijkfora en andere bijeenkomsten. Vaststellen en uitvoeren plan van aanpak aandachtsbuurten Zanddonk

3 Thematische aanpak

a. Project Mogelijk Makers b. Buurtbemiddeling

a. Straatactiviteiten in tenminste 15 straten b. De vrijwilligers passen buurtbemiddeling toe in heel Waalwijk c. Evaluatie van Mogelijk Makers en Buurtbemiddeling

Verbeteren sociale samenhang in buurten

Voor een volledig overzicht van de lasten en baten in het kader van wijken buurtbeheer verwijzen wij u naar de kostenplaats wijken buurtbeheer zoals opgenomen in de productbegroting. Hierin zijn voor 2006 per wijk de onderstaande budgetten opgenomen: Algemeen budget Wijkbudget Waalwijk-Noord Waalwijk-Zuid Sprang-Capelle/Waspik Aandachtsbuurten Buurtbemiddeling Mogelijk Makers

€ 83.696,€ 41.405,€ 37.850,€ 40.582,€ 123.125,€ 32.439,€ 40.488,-

Hiervan wordt door Casade € 75.000 bijgedragen en door Woningstichting Volksbelang € 7.669


119

PROGRAMMA II


Hoofdstuk 3

Wijkbeheer

Wat mag het kosten?

Programma II; Ruimtelijke ordening, gebruik en beheer Hoofstuk 3: Wijkbeheer Omschrijving 12700 Wijk- en buurtbeheer

Rekening Begroting 2004 2005 Saldo Saldo 0 133.168

TOTAAL

0

133.168

Begroting 2006 Lasten Baten 1.269.085 -1.269.085

Saldo 0

1.269.085 -1.269.085

0

In de begroting 2006 zijn voor de eerste maal de lasten geraamd van de nieuw ingestelde organisatie-eenheid gebiedsgericht werken. Vergelijking van de lasten hiervan met de oude organisatie-eenheid wijken buurtbeheer heeft geen zin. De totale lasten bedragen ruim € 1,2 miljoen, bestaande uit apparaatskosten voor een bedrag van ruim € 800.000 en ruim € 400.000 (wijk)budgetten. Kengetallen/prestatiegegevens Gebiedsgericht werken aantal meldingen meldpunt

6750


120

PROGRAMMA II


Hoofdstuk 4

Ruimtelijke strategie

Samenhang met andere programma’s Dit hoofdstuk heeft raakvlakken met wonen en leefbaarheid, milieu, infrastructuur, bereikbaarheid, natuur, landschap en cultuurhistorische waarden en economisch beleid.

Paragraaf 4.1

Bestemmingsplannen

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect De wijze waarop Waalwijk met zijn grondgebied ‘omspringt’ is direct van invloed op de ruimtelijke kwaliteit van het woon- en leefmilieu van haar inwoners en het economisch klimaat van bedrijven/voorzieningen. De beperktheid van het grondgebied van Waalwijk en de daaraan inherente complexiteit i.c. belangentegenstellingen, betekent dat er altijd keuzes gemaakt zullen moeten worden. In het maken van die keuzes worden belangen gehonoreerd en niet-gehonoreerd. Ruimtelijke ordening is het proces waarbij deze afweging van belangen van claims ten aanzien van het grondgebied van Waalwijk transparant wordt gemaakt opdat verantwoorde keuzes gemaakt kunnen worden. De te maken keuzes worden daarbij aangestuurd door het streven een balans te scheppen tussen stedelijke ontwikkelingen en de zogenaamde “groene”ontwikkelingen. De balans tussen deze ontwikkelingen ligt ten grondslag aan een duurzaam woon- en leefmilieu voor inwoners, bedrijven en voorzieningen. Instrument bij uitstek om belangen af te wegen, vervolgens ruimtelijke keuzes te kunnen maken en uiteindelijk ook te handhaven is het bestemmingsplan met als referentiekader ruimtelijke kwaliteit. Hiertoe is het noodzakelijk te beschikken over een actueel (digitaal) bestemmingsplannenbestand. Het project Actualisering Bestemmingsplannen voorziet hierin voor een groot deel van het gemeentelijke grondgebied. Daarnaast lopen er nog afzonderlijke projecten bijvoorbeeld de Spoortracé, de Mariakerk en directe omgeving Waesgeerd-West. Last but not least staat in samenspraak met rijk en provincie het project Overdiepse Polder op de rol. Het is niet wenselijk om voor incidentele verzoeken om woningbouw afzonderlijke bestemmingsplannen op te stellen. Om binnen een aantal kaders toch te kunnen voorzien in de behoefte tot het bouwen van incidentele woningen is naast het al bestaande beleid voor inbreidingslocaties een aanvullende Notitie Inbreidingslocaties opgesteld. In essentie betekent dit een verruiming van de mogelijkheden van incidentele woningbouw onder voldoening van een aantal voorwaarden in plaats van de enkelvoudige voorwaarde van het oplossen van een milieuhygiënisch knelpunt. Op basis van deze notitie kan dan worden meegewerkt aan het verlenen van vrijstelling op basis van artikel 19 WRO. Relevante beleidsnota’s /informatie Visievorming buitengebied Waalwijk Plan van aanpak Actualisering Bestemmingsplannen en onderliggende documenten/standaarden en handboeken Notitie Inbreidingslocaties Ruimtelijke plannen van de rijks- en provinciale overheid (Waalboss/GrootLangstraat,Wijde Biesbosch op provinciaal niveau en de Nota Ruimte op nationaal niveau) Plan van aanpak Overdiepse polder Concept-bestemmingsplan Waesgeerd-West Concept-bestemmingsplan “Woonwijken”


121


Kwalitatieve Doelstelling Ontwikkelen van bestemmingsplanne n voor een groot deel van het gemeentelijke grondgebied die voldoen aan de volgende uitgangspunten: actueel, toegankelijk, eenduidige systematiek, leesbaar, rechtszeker en flexibel.

Kwantitatieve Doelstelling In de gemeente Waalwijk medio 2008 te beschikken over 4 ontwerpbestemmingsplannen : -Woonwijken, -Buitengebied, -Bedrijventerreinen en -Gemengde gebieden.

Activiteiten 2006

1

Actualiseringstraject bestemmingsplannen

2

Ontwikkelen Ruimtelijke criteria aanvullend beleid voor ontwikkelen op basis inbreidingslocaties waarvan verzoeken kunnen worden gehonoreerd. Nadere organisatorische uitwerking m.b.t. de uitvoering en financiële aspecten.

Per jaar de ontwikkeling van 20 woningen mogelijk maken op basis van aanvullend beleid voor inbreidingslocaties

Uitvoering geven aan het in 2004 vastgestelde beleid met inachtneming van planschaderisico’s

3

Ontwikkelen spoorwegtracé

Ruimtelijkefunctionele inpassing van het tracé op basis van de aan het tracé nieuw toegekende functie

Aanleg fietspad plus groenvoorzieningen gefaseerd mogelijk maken middels artikel 19 WRO en daaropvolgend wijziging bestemingsplan

(Gefaseerd) voorbereiden aanleg fietspad middels voorbereiden en starten bestemmingsplanpro cedure, eventueel vooruitlopend daarop artikel 19 WRO procedure(s) starten.

4

Waesgeerd-West

Ontwikkelen van een Waesgeerd-West Vaststellen bestemIntegrale visie verder uitwerken incl. mingsplan exploitatie-opzet. Vaststellen exploitatieopzet

5

Participatie aan de vervolg activiteiten van provinciale planvorming

De visie van de gemeente op de duurzame ruimtelijke ontwikkeling op Waalwijk laten blijven doorklinken in de plannen van de

Voorzover noodzakelijk de opstelling van inspraakreacties/zien swijzen op ruimtelijke plannen


Vaststellen bestemmingsPlan “Woonwijken” Vaststellen beleidsvisie “Buitengebied”

Deelname aan project/stuurklankbo rdgroepen van provinciale plannen

122

Prioriteiten

Kwalitatieve Doelstelling hogere overheden


6

Strategische ruimtelijke visie + deelvisies

Lange termijn Nvt strategisch kader als referentiekader voor het kortere termijn handelen

Doorvertaling visie aan de hand van Telos-Model + afwegen van belangen en het maken van keuzes

7

Overdiepse polder

Realiseren van een Inbreng in de meervoudige provinciale bruikbare polder planvorming (water en landbouw)

Participeren in de ambt. werkgroep + stuurgroep Koploperproject “Overdiepse polder”

8

Ontwikkelen De Vest

Realiseren van natuurcompensatie in samenhang met diverse andere doelen waaronder cultuurhistorie

Vaststellen plan van aanpak Start planstudie

9

Participatie PKB Visie van Waalwijk “ruimte voor de rivier” laten doorklinken in het plan-proces

Een plan van aanpak Doorstart planstudie

Activiteiten 2006

Reacties/zienswijzen- Deelname in inbreng tijdens projectgroep en/of planproces stuurgroep Opstellen reacties/zienswijzen


123

PROGRAMMA II


Hoofdstuk 4

Ruimtelijke strategie

Wat mag het kosten? Programma II; Ruimtelijke ordening, gebruik en beheer Begroting Rekening Begroting 2004 2005 2006 Saldo Saldo Lasten Baten 318.416 264.894 217.772 0 696.567 999.612 1.123.185 0 32.773 2.470 36.236 -80.984 -269.613 235.120 511.190 -338.652 157.492 0 212.273 -212.273 -1.207.341 -345.437 26.423.180 -26.626.909 -271.705 1.156.659 28.523.836 -27.258.818

Hoofstuk 4: Ruimtelijke strategie Omschrijving 12201 Werkzaamheden tbv kadaster 12402 Ruimtelijke beleidsplannen 12601 Erfpachtsgronden 12604 Beheer div. percelen/panden 12608 Alg.kosten bouwgrondexploit. 12609 Bouwgrondexploitatie TOTAAL

Saldo 217.772 1.123.185 -44.748 172.538 0 -203.729 1.265.018


1.700

1.200 werkelijk raming

700

200

-300

2002

2003

2004

2005

2006

Ontwikkeling verloop 2002-2006 De resultaten van dit hoofdstuk worden in hoge mate beïnvloed door de resultaten die met de exploitatie van bouwgronden worden behaald. Nog afgezien van het feit dat deze resultaten per definitie jaarlijks fluctueren, treden er gemakkelijk verschillen op tussen begroting en werkelijkheid. Ook moet in aanmerking worden genomen dat het product bouwgrondexploitatie feitelijk altijd op 0 sluit, omdat het positieve of negatieve resultaat leidt tot respectievelijk afname of toename van boekwaarden op de balans, maar dit onder het BBV niet meer het geval is, omdat mutaties in reserves niet via het product, maar in programma III moeten worden geraamd en verantwoord.


124

De toename van lasten die zich op begrotingsbasis voordoet in hoofdstuk 4 van programma II ontstaat in hoofdzaak door intensivering van werkzaamheden op het product ruimtelijke beleidsplannen. Een en ander heeft te maken met de inhaalslag in het actualiseren van bestemmingsplannen. Analyse 2005-2006 De apparaatskosten vanuit de afdeling CCT i.v.m. werkzaamheden aan het kadaster worden in 2006 € 46.000 lager begroot dan in 2005. Van het totaal aan lasten op het product ruimtelijke beleidsplannen maken apparaatskosten tot een bedrag van € 800.000, ofwel 70% deel uit. Het verschil tussen de geraamde budgetten 2005 en 2006 ad € 124.000 bestaat geheel uit toename van deze lasten. Op het product beheer gemeentelijke percelen en panden zijn vanuit de afdeling BOR buitendienst geen werkzaamheden voorzien in 2006. In 2005 was dit wel het geval en werden apparaatskosten begroot tot een bedrag van € 77.000. Kengetallen/prestatiegegevens Ruimtelijke beleidsplannen aantal herzieningen bestemmingsplannen 5 aantal artikel 19-procedures planschadeverzoeken

140 25


125

PROGRAMMA II


Hoofdstuk 5

Wonen, Volkshuisvesting en Landgoed Driessen

Samenhang met andere programma’s Dit hoofdstuk heeft raakvlakken met wijken buurtbeheer, veiligheid, sociale integratie, welzijn, scholing, zorg, sport en milieu.

Paragraaf 5.1

Wonen

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Reeds enkele jaren is de volkshuisvesting definitief verbreed naar wonen waardoor de woning in zijn woonomgeving centraal is komen te staan. De woon- en leefkwaliteit wordt bepaald door het onder handbereik hebben van voorzieningen in de breedste zin van het woord. Het voorzieningenscala staat tevens borg voor de duurzaamheid van de woonomgeving en de woning. Vanuit dit perspectief wordt inhoud gegeven aan zowel de nieuwbouw in Landgoed Driessen als ook de stedelijke vernieuwing (ISV) en herstructurering van bestaande wijken met als voorbeeld Rode en Witte Wijk. Deze perspectiefverbreding op wonen wordt momenteel het meest zichtbaar in de inrichting van zes zogenaamde “Pluswijken” (= woonzorgzones). In de toekomst zal zorg gedecentraliseerd en geïntegreerd worden aangeboden op diverse verschillende schaalniveaus, waarbij ook de toekomstige Wet Maatschappelijke Ondersteuning een belangrijke rol zal spelen (Waalwijk als proeftuin). Daarnaast zal vanuit de Stedelijke Vernieuwingsopgave de inrichting van de pluswijken verbreed worden naar volledige wijkontwikkelingsplannen (WOP’s). Hierbij worden woonomgeving, integrale veiligheid en cultuurhistorie mede betrokken. Nu veel beleidsnota’s zijn afgerond, komt de focus op de uitvoering te liggen met als resultaat: prestatieafspraken met de woningcorporaties op het gebied van herstructurering, woonzorg en leefbaarheid. In de eind 2004 vastgestelde ‘Visie op Wonen’(voortschrijdende meerjarenvisie voor steeds de komende 5 jaar) is tot uitdrukking gebracht hoe woningbouw wordt gestimuleerd, waarbij op grond van de grote vraag vooral de nadruk komt te liggen bij de bouw van sociale (betaalbare) woningen. Relevante beleidsnota’s / informatie Woningmarkt en leefbaarheidsonderzoek ‘Goed voor elkaar? Wonen in Waalwijk opnieuw bezien’ (Interface, 2003); ‘Visie op Wonen 2005 – 2010’ ; ‘Ontwikkelingsprogramma 2005 – 2009’; ‘Integrale Woonzorgvisie 2005’ (Atrivé, 2002); Beleidsplan Woonwagenzaken 2004 (vastgesteld door de raad op 16 september 2004); Het uitwerkingsplan en -programma Waalboss en Groot Langstraat van het Streekplan Noord-Brabant; Te ontwikkelen strategische visie Waalwijk (w.s. gereed najaar 2005)


126


Kwalitatieve Doelstelling 1 Beleidsmatige Het per wijk en/of vertaling van het zone integraal woonbeleid (zoals afstemmen van opgenomen in woningen en beleidsplan wonen, voorzieningen op nota woningbouw, de bewoners, op woonzorgvisie, zodanige wijze stedelijke vernieuwing, dat er sprake is woonvisie en recent van een prettige, woningmarktonderzoek veilige en leefbare woonomgeving

2 Beleidsmatige vertaling woonwagenbeleid

Handhaving weten regelgeving, uitbreiding standplaatsen voor wachtlijst en overdracht aan woningcorporaties

Kwantitatieve Doelstelling Aantallen, kwaliteiten en faseringen voor zowel nieuw- als bestaande bouw (Landgoed Driessen, herstructurerings- of inbreidingslocaties) worden tot uitdrukking gebracht in bouwprogramma’s, woonvisie en prestatiecontracten

Activiteiten 2006 -

-

-

Uitbreiding met 16 standplaatsen en overdracht bij aanvang van woonwagenlocatie Landgoed Driessen aan Casade -

3 Visie op Wonen 2005 2010

Gedifferentieerde wijkopbouw qua bewoners, soorten woningen en eigendomsverhoudingen blijft uitgangspunt, maar wel op duurzame wijze voorzien in de grote vraag naar goedkope woningen

4 Ontwikkeling en integrale afstemming Stedelijke Vernieuwing, Woonzorgvisie en Wijk Ontwikkelings Programma’s (WOP)

-

-

Zo mogelijk per nieuwbouw- en herstructureringslocatie aangeven van percentages sociale woningbouw en woonzorgvoorzieningen -

ISV-2 krijgt vorm met woonzorgvisie als leiddraad; Integrale gebiedsgerichte aanpak van de zes -

Uitwerking Meerjaren Ontwikkelingsprogramma ISV-2 (MOP-2); Vaststelling WOP (‘s) voor één of twee pluswijken Realisering één of


-

Advisering bij en aanpassing van woningbouwprogramma’s van diverse bouwlocaties, Realisering herstructureringsopgave in “Pluswijken” (woonzorgzones) Jaarlijkse monitoring van prestatiecontracten Aanleg nieuwe locatie Landgoed Driessen met 5 standplaatsen, verplaatsing (incl. uitbreiding) woonwagenlocatie Schoutsraat (Waspik) Strikte handhaving en Voorbereiding overdracht aan de (vooralsnog) lokale stichting woonwagenbeheer /lokale corporaties Concretisering en monitoring van de prestatiecontracten Jaarlijkse actualisering voorraadcijfers Monitoring door Bureau O&S

Uitvoering MOP ISV-2 Uitvoering WOP zone II Ontwikkeling WOP’s en Pluspunten voor één of twee Pluswijken

127

Prioriteiten

Kwalitatieve Kwantitatieve Doelstelling Doelstelling “pluswijken” twee “pluspunten” (=zones) (= vanuit diverse zorgkruispunten) disciplines: a. per zone procesmatig en bottum-up en b. voor de hele gemeente in relatie tot te ontwikkelen strategische visie


Activiteiten 2006

128

Paragraaf 5.2

Landgoed Driessen

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Ontwikkelen van Landgoed Driessen conform de vastgestelde plannen en exploitatieopzet. Relevante beleidsnota’s / informatie Herijking van de grondexploitatie zoals vastgesteld in de raadsvergadering van 30-062005 Het bestemmingsplan voor Landgoed Driessen is vastgesteld op 30 september 1999 en sedert 27 juli 2000 onherroepelijk van kracht. Enkele hoofdelementen in het plan als sportpark De Gaard, de hoofdontsluiting en het "groene venster" zijn rechtstreeks bestemd. Voor de uit te werken deelgebieden moet een uitwerkingplan worden vastgesteld. Zo zijn voor plandeel “De Villa”, deel A, 4 uitwerkingsplannen van kracht die zien op een realisering van 340 woningen en 5 woonwagenstandplaatsen. Voor plandeel “Het Koetshuis”, hebben G.S. onlangs goedkeuring verleend aan de uitwerking van de 1e fase zijnde de realisering van het schoolgebouw c.a. voor praktijkschool “De Loint” en de aanleg van de hoofdontsluitingsroute, de Koetshuislaan. Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten 1 De Villa fase I

2 De Gaard

Kwalitatieve Doelstelling Invulling geven aan dit plangedeelte binnen het bestemmingsplan Landgoed Driessen middels de bouw van woningen en de aanleg van het bijbehorende openbare gebied.

Kwantitatieve Doelstelling Oplevering van woningen in dit plandeel en het afbouwen van de openbare voorzieningen:

Invulling geven aan dit plangebied middels de realisatie van woningbouw, sportvoorzieningen, stedelijke voorzieningen en het bijbehorende openbaar gebied.

Start bouw nieuwe middelbare school. Realisatie voorzieningenstrook met daarbij woningbouw.


Activiteiten 2006 Bouw Basilica en Forum en de oplevering van een aantal van deze woningen. Realisatie en eventuele oplevering 8 vrijstaande woningen en 5 woonwagenstandplaatsen. Woonrijp maken openbaar gebied na oplevering van de woningen. Voorbereiding nog uit te voeren plandelen met betrekking tot dit plandeel waaronder een te realiseren basisschool. Bouw appartementengebouw voor de realisatie van 60 appartementen. Bouw voorzieningengebouw voor de huisvesting van een fitnessclub en de huisvesting van het ambulancevervoer. Bouw van een middelbare school. Eventuele verdere inrichting en realisatie van het “Sprangs Duin”.

129

Prioriteiten

Kwalitatieve Doelstelling Invulling geven aan dit plangedeelte binnen het bestemmingsplan Landgoed Driessen middels de bouw van woningen en de aanleg van het bijbehorende openbaar gebied.

Kwantitatieve Doelstelling Realisatie van woningen zowel sociaal als in de vrije sector.

4 Het Koetshuis

Invulling geven aan dit plangedeelte binnen het bestemmingsplan Landgoed Driessen middels de bouw van woningen, een praktijkschool, een woonzorgzône en de aanleg van het bijbehorende openbaar gebied.

Realisatie van woningen zowel sociaal als in de vrije sector, een woonzorgzône en een praktijkschool.

Verder in gang zetten van het bouwrijp maken. Realisatie van een praktijkschool, en aanvang van de bouw van de woningen en de woonzorgzône. Verder in gang zetten van de relevante civieltechnische werkzaamheden.

5

Aanleg hoofdontsluiting t.b.v. adequate ontsluiting Landgoed Driessen

Realisatie totale hoofdontsluiting.

Verwerving van de nog benodigde gronden om de laatste fase van de hoofdontsluiting te realiseren. Eventueel, indien noodzakelijk, het onteigeningsproces voortzetten.

3

Driesservelden Oost

Hoofdontsluiting


Activiteiten 2006 Verdere uitwerking en ontwikkeling van plannen. Bereiken van overeenstemming met de ontwikkelende partijen.

130

PROGRAMMA II


Hoofdstuk 5

Wonen/Volkshuisvesting/Landgoed Driessen

Wat mag het kosten?

Programma II; Ruimtelijke ordening, gebruik en beheer Hoofstuk 5: Wonen / Volkshuisvesting / Landgoed Driessen Omschrijving 11407 Huursubsidie 12100 Vastgoedbeheer 12401 Stedelijke vernieuwing 12404 Wonen 12518 Bouwen 12519 Opbrengst bouwvergunningen 12520 Handhaving bouwwetgeving 12606 Bouwgr.expl. stads- dorspvern 13305 Leningen woningbouw TOTAAL

Rekening Begroting 2004 2005 Saldo Saldo 66.770 46.361 35.249 52.522 223.859 456.460 324.340 294.458 816.537 795.763 -613.785 -734.330 280.528 303.419 0 0 0 0 1.133.497 1.214.653

Lasten 0 56.644 294.920 328.853 875.578 0 596.083 184.943 1.045.663 3.382.684

Begroting 2006 Baten 0 0 0 -18.857 0 -791.673 0 -184.943 -1.045.663 -2.041.136

Saldo 0 56.644 294.920 309.996 875.578 -791.673 596.083 0 0 1.341.548


werkelijk

1.500

raming

1.300 1.100 900 700 500 2002

2003

2004

2005

2006

Ontwikkeling verloop 2002-2006 Ook hier weer het beeld dat werkelijkheid en begroting in 2002 zeer uit elkaar lopen. Dat de werkelijke netto lasten in 2004 bijna € 500.000 lager zijn dan begroot was vooral te wijten aan lagere kapitaallasten i.v.m. Rode en Witte Wijk (product 12401) en de lagere lasten wegens handhaving bouwwetgeving (apparaatskosten). De begrotingssituatie 2005 geeft wat dat betreft een beter beeld van de werkelijke situatie dan de begroting 2004.


131

Analyse 2005-2006 De belastingdienst gaat vanaf 2006 de huursubsidie (huurtoeslagen) uitvoeren. De netto lasten op het product stedelijke vernieuwing konden op basis van de gerealiseerde investeringen in de vorm van lagere kapitaallasten neerwaarts worden bijgesteld. De toename van lasten in dit hoofdstuk kunnen volledig worden toegerekend aan de handhaving van de bouwwetgeving waarvoor aanzienlijk meer uren en dientengevolge apparaatskosten zullen worden besteed dan in 2005.

Kengetallen/prestatiegegevens Bouwen aantal aanlegvergunningen bouwvergunningen bezwaar- en beroepsprocedures adviezen welstand sloopvergunningen- en meldingen artikel 17 procedures artikel 19.3 procedures bouwcontroles artikel 19.1 procedures artikel 19.2 procedures reclamevergunningen (APV) vrijstellingsbesluiten bestemmingsplan

4 420 20 800 70 8 100 1600 10 5 5 5

Handhaving bouwwetgeving handhavingscontroles dwangsom/bestuursdwang bezwaar-/beroepsprocedures stilleggen bouw afwijzing handhavingsverzoeken

400 30 15 100 10


132

PROGRAMMA II


Hoofdstuk 6

Milieu / Duurzaamheid

Samenhang met andere programma’s Dit hoofdstuk heeft raakvlakken met wonen en leefbaarheid, natuur en landschap, economisch beleid, ruimtelijke strategie, veiligheid en handhaven.

Paragraaf 6.1

Milieu

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Milieudoelstellingen zijn/worden veelal verwerkt in diverse beleidsvisies en uitvoeringsprogramma’s zoals GRP, GVVP, Klimaatbeleid, dubo-beleid, NME-beleid. Vanuit het begrip duurzaamheid wordt de milieudimensie steeds meer in samenhang met de economische en sociale dimensie onder de aandacht gebracht. In aansluiting met de strategische visie bestaat er behoefte om ambities en beleidsvoornemens te formuleren op gebied van duurzaamheid en om deze operationeel te maken middels een concreet instrument of methode. Op basis van een probleemanalyse zal een duurzaamheidsbeleidsplan 2006-2010 worden opgesteld. Hierin zullen specifiek waalwijkse duurzaamheidsambities en uitdagingen worden opgenomen en tot uitvoering worden gebracht. Omdat dit duurzaamheidsbeleidsplan in de tweede helft van 2005 zal worden opgesteld kan hierover nu nog geen concrete informatie worden verstrekt. Uiteindelijk (maatschappelijk) doel is om een duurzame ontwikkeling mogelijk te maken, waarbij Planet, People en Profit in balans zijn. Relevante beleidsnota’s /informatie Milieubeleidsplan 2002-2005: ‘milieu in beeld’ Milieu-uitvoeringsprogramma 2003-2004 Milieu-uitvoeringsprogramma 2005 Klimaatbeleid 2005 - 2009 Dubo-beleid NME-beleid (formulering tweede helft 2005) Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten Kwalitatieve Doelstelling 1 Duurzaam Het ontwikkelen van een Waalwijk duurzaamheidsbeleidsplan

Kwantitatieve Doelstelling Indicatoren zullen worden ontwikkeld

2 klimaatbeleid Bijdrage leveren aan het landelijk klimaatbeleid, d.m.v. beperking CO2uitstoot

6% reductie CO2Activiteiten bij de uitstoot in 2010 t.o.v. thema’s uit 1990 klimaatbeleid te weten, gemeentelijke gebouwen, woningbouw, bedrijven en duurzame energie.

3 Duurzaambouwen

Stimuleren van Duurzaam Maximaal haalbare bouwen bij nieuwbouw en prestaties op


Activiteiten 2006 Nog niet bekend

Toepassing van het dubo-instrument 133

Prioriteiten Kwalitatieve Kwantitatieve Doelstelling Doelstelling (dubo) verbouw van woningen en dubothema’s beleid utiliteitsbouw (energie, materialen, water, afval, binnenmilieu). De ambities worden bij ieder project individueel vastgesteld. 4 Natuur- en Milieueducatie (NME)

Organiseren van NMEactiviteiten

Activiteiten 2006 (GPR) bij alle nieuwbouw voor woningen, scholen en kantoren

Inventariseren van de Uitvoeren van delen vraag naar NME en van het NMEn.a.v. deze vraag programma opstellen en uitvoeren van een NMEprogramma


134

PROGRAMMA II


Hoofdstuk 6

Milieu

Wat mag het kosten? Programma II; Ruimtelijke ordening, gebruik en beheer Hoofstuk 6: Milieu

12324 12329 12525 12512 TOTAAL

Omschrijving Vuilophaal en -afvoer Reinigingsrecht/afvalstof.heff Voorm.stortpl.Gansoyensesteeg Milieu

Rekening Begroting 2004 2005 Saldo Saldo 3.055.446 3.066.059 -3.323.603 -3.389.086 23.038 107.115 1.714.768 1.816.672 1.469.649 1.600.760

Lasten 3.783.644 0 0 1.780.126 5.563.770

Begroting 2006 Baten Saldo -371.557 3.412.087 -3.615.977 -3.615.977 0 0 -16.160 1.763.966 -4.003.694 1.560.076


1.900 1.700 1.500 werkelijk

1.300

raming

1.100 900 700 500 2002

2003

2004

2005

2006

Ontwikkeling verloop 2002-2006 De werkelijke netto lasten volgen de lijn van de begroting. Vanaf 2004 is er sprake van een stabilisering van lasten. Analyse 2005-2006 De lasten i.v.m. de voormalige stortplaats Gansoyensesteeg zijn overgebracht naar het product vuilophaal –afvoer en worden conform de door de raad gestelde kaders gedekt binnen het product reinigingsrecht en afvalstoffenheffing. In de kadernota was eveneens een stijging van apparaatskosten voorzien i.v.m. de wijziging in de kostentoerekeningssystematiek en de gevolgen daarvan voor het uurtarief van de buitendienst. Daarbij was in de kadernota ook in dekking voorzien voor een bedrag van € 100.000.


135

Kengetallen/prestatiegegevens Vuilophaal en –afvoer gemiddeld aanbod per inwoner (in kg.) restafval gft-afval papier glas gemiddeld gewicht minicontainer (in kg.) restafval gft-afval

160 26 75 25 26 22

aanbod huisvuil (in aantal ton) restafval gft-afval KWD papier grofvuil milieustraat hout puin glas (+vlakglas milieustraat) KCA asbest textiel

7500 1500 585 3500 1200 400 450 1200 50 60 50

aantal m3 gasonttrekking voormalige stortplaats Gansoyensesteeg

27000

Milieu milieuvergunningen reguliere controles hercontroles/thema/gevelcontroles klachten bodemonderzoeken

45 420 600 120 60


136

PROGRAMMA II


Hoofdstuk 7

Economie, centrum en Haven VII

Samenhang met andere programma’s Dit hoofdstuk heeft raakvlakken met ruimtelijke strategie, wonen en leefbaarheid, centrum, sociale integratie, zorg, bereikbaarheid.

Paragraaf 7.1

Waalwijk Centrum

Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Door de veelheid van functies die in het centrum van Waalwijk een plaats hebben gevonden of door de realisering van het centrumplan een plaats zullen vinden, ligt het voor de hand dat er een sterke samenhang bestaat tussen Programma I, II en III. Genoemd kunnen worden veiligheid, cultuurhistorie, culturele voorzieningen (allen I), infrastructuur en mobiliteit (eenrichtingsverkeer, parkeerbeleid, beheer openbare ruimte (toekomstig city-management), fysieke stadseconomie, wonen in de binnenstad (II) en daarnaast speelt inkomstenverwerving (III) een grote rol om een en ander ook daadwerkelijk te kunnen realiseren. In de structuurvisie centrum Waalwijk, die in november 2000 is vastgesteld door de gemeenteraad, wordt een herontwikkelingsperspectief voor het Waalwijkse Centrum toegelicht en in een totaalcontext geplaatst. Doel is de realisering van een aantrekkelijk stadscentrum, waarbij de hoofdaandachtspunten liggen op de aanleg van een promenadegebied in Grotestraat/ Stationsstraat, herontwikkeling van winkelcentrum De Els, herontwikkeling van het Unnaplein inclusief de bijbehorende sanering, invulling van het gebied St. Jansplein, restauratie van de oostzijde van de Hooisteeg en invulling van de westzijde, afbouw van de omgeving Vredesplein en tenslotte een ontwikkeling van de zone aan de Taxandriaweg. Deze visie is in geactualiseerde vorm opnieuw vastgesteld door de raad in zijn vergadering van 24 april 2003. Relevante beleidsnota’s /informatie Waalwijk Structuurvisie Centrum (2000) Actualisering Structuurvisie Centrum (2003) Nota eenrichtingsverkeer (2003) Parkeerbeleidsplan (2002) Rapport Economische effecten invoering eenrichtingsverkeer (BRO 2002) Positie en perspectief winkelconcentraties Waalwijk (BRO 1998) Wat gaan we daarvoor doen? Prioriteiten 1 Vredesplein

Kwalitatieve Doelstelling Het Vredesplein transformeren tot een aantrekkelijk woon- en verblijfsgebied, waarbij de nadruk ligt op het realiseren van woonfuncties, culturele en maatschappelijke functies

Kwantitatieve Doelstelling 2005 afbouw van het plein, na gereed komen van de laatste bouwactiviteiten


Activiteiten 2006 Eind 2005 afsluiting deelproject Vredesplein. Voor 2006 zullen in het kader van de herontwikkeling geen activiteiten hier meer plaatsvinden.

137

Prioriteiten

Kwalitatieve Doelstelling Het creëren van een aantrekkelijk winkel- en verblijfsgebied, ten einde de attractiviteit van het Waalwijkse centrum duurzaam te verhogen

Kwantitatieve Doelstelling Uitvoering van het laatste deel van de promenade, Grotestraat oost.

3 St. Jansplein

Invullen van de locatie St. Jansplein met twee appartementsgebouwen met bijbehorende parkeergelegenheid en een verhoogd plein, dusdanig dat vanaf de Wilhelminastraat een duidelijke zichtlijn naar de St. Jan ontstaat.

Start bouw Art 19 procedure appartementsgebouwen Start bouw. in het najaar van 2005

4 De Els

Herontwikkeling van winkelcentrum De Els, middels gedeeltelijke sloop, nieuwbouw en renovatie, waarbij een aantrekkelijk winkelcentrum ontstaat, dat voor langere tijd de centrumfunctie van Waalwijk zal versterken

Planontwikkeling tussen ontwikkelaar, gemeente en eigenaren. Gereed medio 2005 Vervolgens uitwerking tot concreet bouwplan Start bouw 2007

5 Unnaplein

Sanering en herontwikkeling Unnaplein tot meerlaags parkeergebouw, al dan niet in combinatie met andere functies

Sanering van het Unnaplein en herontwikkeling is niet te verwachten voor 2009. In verband met het in ontwikkeling nemen van de Taxandriaweg (gemeentekantoor) en de (ver)nieuwbouw van De Els zou bij een eerdere uitvoering van de sanering een groot tekort aan parkeerplaatsen ontstaan in het centrum

6 Hooisteeg West

In samenhang met de bestaande bebouwing aan de oostzijde en het Krophollermonument aan de westzijde realiseren van een bouwblok waarin functies als wonen, kantoren en/of

Uitwerking naar Zo mogelijk start bouw Definitief ontwerp. Het tijdstip voor de start van de bouw lag aanvankelijk in 2006, maar is –gezien recente ontwikkelingen- nog onzeker.

2 Promenade


Activiteiten 2006 De Promenade zal eind 2005 zijn opgeleverd. Medio 2006 volgt de eindevaluatie.

Uitwerking voorlopig ontwerp door ontwikkelingscombinatie Vaststelling Realisatieovereenkomst Start planologische procedure

138

Prioriteiten

Kwalitatieve Kwantitatieve Doelstelling Doelstelling maatschappelijk/cultureel onderdak kunnen vinden zo veel mogelijk binnen de contouren van het winnend ontwerp van de BNA Architectuurprijs 2003

7 Taxandriaweg Invullen zone Taxandriaweg met kantoorachtige bebouwing na amovering bestaande schoolgebouwen

Definitief ontwerp nieuwe gemeentekantoor. Planologische voorbereiding. Sloop meest oostelijke schoolgebouw. Bouwrijpmaken terrein.


Activiteiten 2006

Sloop scholen, inrichting tijdelijke parkeervoorzieningen, bouwrijpmaken fase 1, start bouw gemeentekantoor 2e helft 2006.

139

Paragraaf 7.2

Economische Zaken

Wat willen we bereiken? Doelstellingen/beoogd maatschappelijk effect Binnen de ruimtelijke mogelijkheden (beschikbaarheid bedrijfsterrein) en de (on)mogelijkheden van de arbeidsmarkt (het toeleidingsbeleid) het ontwikkelen, stimuleren en faciliteren van de economische bedrijvigheid. De te vestigen bedrijvigheid zal zo mogelijk een verdere verbreding van de economische basis moeten inhouden opdat de conjunctuurgevoeligheid verder afneemt. Om de kansrijkheid van vestiging te vergroten wordt ingespeeld op niches in de economische structuur en vindt afstemming/samenwerking plaats in een breder (Waalboss/Tilburg) verband. Relevante beleidsnota’s/informatie Ontwerp Uitwerkingsplannen Waalboss en Groot-Langstraat; Gebiedsplan Wijde Biesbosch. Het in het laatste kwartaal van 2005 door de raad vastgestelde sociaal-economische beleidsplan inclusief het geprioriteerde actieprogramma Het Wat gaan wij daarvoor doen? Prioriteiten

Kwalitatieve Doelstelling Het realiseren van een front-office functie voor het bedrijfsleven.

Kwantitatieve Doelstelling Bediening op maat van de koepelorganisaties van het bedrijfsleven in Waalwijk

Activiteiten 2006 Voor Haven VII is de ėėn-loket functie ingevoerd waarvan de uitvoering door Parkmanagement geschiedt. Met het WBP is tenminste eenmaal per jaar overleg.

2 Actieprogramma sociaal-economisch beleidsplan

Versterking van de sociaal-economische structuur door verbreding hiervan afgestemd op de vraag van het bedrijfsleven en het arbeidsmarktaanbod

Behoud van de werkgelegenheid in kwantitatief opzicht en verbreding van de werkgelegenheid in kwalitatief opzicht

Het tot uitvoerring brengen van 2/3 actiepunten uit het nog te prioriteren programma van het sociaaleconomische beleidsplan

3 In incidentele gevallen participeren in acties van het bedrijfsleven. In het kader van het versterken van de centrumpositie samen met de WOF werken aan een

De naamsbekendheid van Waalwijk centrum in de regio verder uitbouwen

Het vergroten van de Periodiek overleg koopkrachttoevloeiing met WOF/WBP c.q. verkleinen van de koopkrachtafvloeiing

1 Uitbouwen aanspreekpunt bedrijfsleven


140

Prioriteiten



Activiteiten 2006

4 Regionale samenwerking vindt plaats in het kader van de provinciale streekplan Waalboss. Afspraken worden gemaakt m.b.t. ruimtelijke invulling, de bedrijventerreinen ontwikkeling.

Het juiste bedrijf op de juiste plek vanuit het ruimtelijk perspectief Waalboss

Het behoud c.q. de groei van de werkgelegenheid in de regio Waalboss toegespitst op de westvleugel van deze regio

Start ontwikkeling van gedifferentieerd bedrijfsterrein, waaronder Haven VIII waarbij de functionele inrichting van het terrein afgestemd wordt op het sociaaleconomische beleidsplan

5 Zorgdragen voor voldoende voorraad bedrijventerreinen zodat bedrijven zich in de gemeente Waalwijk kunnen vestigen.

Het juiste bedrijf op de juiste plek

Aanleg Haven VII

Uitgifte percelen Haven VII conform uitgifteprotocol.

1 Actueel bestemmingsplan voor de bedrijfsterreinen in Waalwijk

Via Plan van Aanpak, beleidsnotitie komen tot een voorontwerp bestemmingsplan

goed promotie- en acquisitiebeleid

6 Verstrekken subsidie Vergroten aan de VVV en naamsbekendheid Uitpunt Waalwijk als toeristischrecreatieve trekpleister cultuurhistorisch erfgoed 7 Fase 2 actualisatie bestemmingsplannen i.c. (segmentering) bedrijfsterreinen

Segmentering bedrijfsterreinen naar profielen per terrein waarbij passend binnen overige doelstellingen verruiming van de mogelijkheden wordt opnderzocht

8 Ontwikkeling havens

Verbreding van Terugdringing van bedrijfsterreinaanbod vervoer over de weg door middel van ten gunste van water ontsluiting over water (mulitmodaliteit)


Nader onderzoek naar de verschillende mogelijkheden van multimodaliteit van het bedrijfsterrein Haven

141

Paragraaf 7.3

Haven VII

Wat willen we bereiken? Doelstellingen/beoogd maatschappelijk effect Ondanks de naar verwachting economische tegenwind van de afgelopen jaren blijven de in het verleden geformuleerde kwalitatieve doelstellingen gehandhaafd. Er worden geen concessies gedaan aan de duurzaamheid en de kwaliteit. De aandacht zal meer gericht worden op bedrijven die geschikt en bestemd zijn voor een vestiging op haven VII wat betekent om ook landelijke bedrijven die een meerwaarde hebben voor Waalwijk binnen te halen. Hiermee wordt tevens bereikt dat ondanks de economische tegenwind het bedrijventerrein Haven VII binnen de vastgestelde exploitatieperiode kan worden afgerond. Mocht als gevolg van gewijzigde marktomstandigheden en -ontwikkelingen aanpassingen gewenst en noodzakelijk zijn, zonder dat geweld gedaan wordt aan de duurzaamheid en kwaliteit, dan zal hier zeker aandacht aan worden besteed. Het revitaliseren van bestaande bedrijventerreinen en het treffen van voorzieningen die inspelen op de behoeften uit het bedrijfsleven en de bestaande bedrijfsactiviteiten versterken. Relevante beleidsnota’s/informatie Voor haven VII kan worden volstaan met de verwijzing naar het raadsbesluit van september 2001 en hieraan toegevoegde nota’s zoals bijvoorbeeld het beeldkwaliteitsplan. Voor de revitalisering wordt verwezen naar de ontwikkelingsvisie van Waalwijk-Noord (1999) en het visiedocument Herstructurering bedrijventerrein Haven 1 t/m VI (2002). Wat gaan wij daarvoor doen? Prioriteiten

Kwalitatieve Doelstelling Het bouwrijp maken van percelen voor middelgrote en kleinere ruimtevragers.

Kwantitatieve Doelstelling Bouwrijp maken van circa 35% van de totale oppervlakte

Activiteiten 2006

1

Bouwrijp maken 2de fase Haven VII

2

Overleg en Ontsluiting van het afstemming NUTS terrein op diverse voorzieningen manieren. conform 1ste fase

Aanleg infra gerelateerd aan bouwrijpe percelen

3

Gronduitgifte

Matchen van vraag en aanbod: het juiste bedrijf op de juiste plek overeenkomstig in bestemmingsplan vastgelegde zonering

Uitgiften van ca. 10 Overeenkomstig de 4 tot 15 ha fasen van het bedrijfsterrein. gronduitgifte Uitgifte van protocol gegadigden geclusterde grondaanbiedingen activiteiten. doen

4

Uitvoering van verbetering kaden en beschoeiingen in de gemeentelijke haven.

De haven Waalwijk bij de tijd anno 2006 brengen: upgrading en revitalisering van havengebonden bedrijven

Opknappen van 2700m oevers en aanleg van 300m damwand.


Bouwrijp maken fase 2 Oplevering mei 2006

Uitvoering door Parkmanagement Waalwijk BV

Oplevering werkzaamheden 1ste kwartaal 2006.

142

Prioriteiten

Kwalitatieve Doelstelling Ingeval van verplaatsing van Haven I-VI naar VII is matchmaking op de vertreklocatie een aandachtspunt

Kwantitatieve Doelstelling Het is aan de ondernemers om hun keuze te bepalen op matchmaking

Activiteiten 2006

5

Afstemmen activiteiten parkmanagement

6

Ihkv de top-50 gemeenten uitwerken Masterplan voor Haven I t/m VI

Herstructurering en revitalisering afhankelijk van de beschikbare gelden

Het is aan de ondernemers om hun keuze te bepalen

Zie hierboven onder 3

7

Voorbereiden en uitwerken concrete deelprojecten i.h.k.v. revitalisering Haven I t/m VI

Zie punt 6: planuitvoering na planvoorbereiding

Zie punt 6: planuitvoering na planvoorbereiding

IHKV de toegekende Tipp-subsidie revitalisering van het hele gebied ten oosten van de Natte Haven.


Zie hierboven onder 3

143

PROGRAMMA

II


Hoofdstuk 7

Economie, centrum en Haven VII

Wat mag het kosten? Programma II; Ruimtelijke ordening, gebruik en beheer Hoofstuk 7: Economie, centrum en Haven VII Omschrijving 12313 Straatmarkten 12600 Handel en ambacht 12311 Exploitatie havencomplex TOTAAL

Rekening Begroting 2004 2005 Saldo Saldo 1.224 5.336 194.111 162.315 163.029 145.696 358.364 313.347

Lasten 84.896 902.083 368.029 1.355.008

Begroting 2006 Baten -41.000 -666.822 -83.929 -791.751

Saldo 43.896 235.261 284.100 563.257

VERLOOP NETTO LASTEN (bedragen x € 1.000) 1.000 900 800 700 600

werkelijk

500

raming

400 300 200 100 0 2002

2003

2004

2005

2006

Ontwikkeling verloop 2002-2006 De fluctuaties die zich voordoen kunnen nagenoeg alle worden verklaard door het besteden van meer danwel minder uren aan de producten van hoofdstuk 7 van programma II. Daarnaast zorgen de werkelijke kosten aan de sluis(deuren) in Waalwijk voor afwijkingen. Analyse 2005-2006 Op alle producten nemen de apparaatskosten toe. Op straatmarkten omdat vanuit de binnendienst van BOR 530 uren meer naar verwachting zullen worden gemaakt dan begroot in 2005. Dit heeft te maken met het in eigen beheer nemen van het marktmeesterschap. Duidelijk moge zijn dat hierdoor de kostendekkendheid daalt van 87% naar 48%. Ten laste van het product handel en ambacht zijn 963 uren meer geraamd dan in 2005. Het merendeel van deze uren zal worden besteed aan de herziening van het economisch beleidsplan door de medewerker die in de bij de kadernota geaccordeerde formatieuitbreiding zal worden aangetrokken.


144

De baten wegens exploitatie van de havens zijn conform de kadernota € 58.000 lager gesteld op basis van ervaringsgegevens. Daarnaast nemen de lasten ook hier toe als gevolg van hogere apparaatskosten. Vanuit BOR binnendienst zijn 220 uren meer en van vanuit BOR buitendienst zijn 325 uren meer dan in 2005 geraamd. Kengetallen/prestatiegegevens Straatmarkten aantal markten op jaarbasis

157

Standplaats- en ventvergunningen aantal standplaatsvergunningen 55 aantal ventvergunningen 15 verstrekte jachtrechten 3


145

PROGRAMMA II

recapitulatie

Programma II; Ruimtelijke ordening, gebruik en beheer Hoofdstukken Omschrijving Infrastructuur en mobiliteit Beheer en openbare ruimte Wijkbeheer Ruimtelijke strategie Wonen/Volkshuisvesting/ Landgoed Driessen 6 Milieu 7 Economie, centrum en Haven VII 13982 Mutaties reserves Progr.II TOTAAL 1 2 3 4 5

Begroting Rekening Begroting 2004 2005 2006 Saldo Saldo Lasten Baten 2.538.623 2.514.081 4.999.837 -2.016.737 6.852.869 4.822.886 10.304.080 -2.753.574 0 133.168 1.269.085 -1.269.085 -271.705 1.156.659 28.523.836 -27.258.818

Saldo 2.983.100 7.550.506 0 1.265.018

1.133.497 1.214.653 3.382.684 -2.041.136 1.341.548 1.469.649 1.600.760 5.563.770 -4.003.694 1.560.076 358.364 313.347 1.355.008 -791.751 563.257 0 -431.364 629.679 -1.941.417 -1.311.738 12.081.297 11.324.190 56.027.979 -42.076.212 13.951.767


werkelijk

12.000

raming

11.500 11.000 10.500 10.000 2002

2003

2004

2005

2006

Ontwikkeling verloop 2002-2006 Opnieuw het beeld dat in 2002 werkelijkheid en begroting sterk uiteen liepen, maar opvallend is ook dat de werkelijkheid en raming in 2003 en 2004 elkaar zeer naderden. De daling van de begrotingscurve in 2005 is in vergelijking tot vroegere jaren optisch en komt omdat in de begrotingscijfers van 2005 de mutaties in de reserves zijn verwerkt die feitelijk in programma III zijn geraamd. Hiermede rekening houdend bedragen de netto lasten € 12.726.000, hetgeen ten opzichte van 2004 geen dalende, maar een stijgende tendens geeft van € 700.000. Analyse 2005-2006 Van 2005 naar 2006 stijgen de lasten (inclusief bijdragen vanuit reserves in programma III) met € 2,6 miljoen. Exclusief de bijdragen uit reserves met € 2,5 miljoen. Bij de individuele hoofdstukken zijn de verklaringen voor de stijgingen in de netto lasten gegeven. U hebt kunnen vaststellen dat meerdere malen de apparaatskosten hieraan


146

debet zijn, omdat enerzijds aan veel producten meer uren zijn toegerekend en anderzijds tarieven zijn gestegen, met name het tarief van de buitendienst van BOR als gevolg van wijziging in de methodiek van kostentoerekening. Het totaal van de in programma II geraamde apparaatskosten (exclusief de grondexploitatie) bedraagt in 2006 € 12.494.000. In 2005 was dat € 10.476.000. Grote afwijkingen zijn verder ontstaan door vooral een toename van kapitaallasten als gevolg van uitvoering van het GVVP en IUP ad € 500.000 en uitbreiding van het groenareaal met € 400.000. Wij verwijzen u verder naar de toelichting bij de onderscheidene hoofdstukken van programma II.


147


148

PROGRAMMA III FINANCIEEL EVENWICHT


149


150

Programma III

Financieel Evenwicht

Samenhang met andere programma’s Dit programma heeft raakvlakken met de programma’s I en II en met alle daarin opgenomen hoofdstukken, omdat dit programma -programma III- in belangrijke mate de dekkingsmiddelen aangeeft die benodigd zijn om het in de programma’s I -II en III voorgenomen beleid te kunnen realiseren.

Wat willen we bereiken? •

Een in financiële zin met structurele middelen sluitende begroting en een daarbij behorend eveneens sluitend meerjarenperspectief

Uitgangspunt is dat structurele lasten met structurele baten worden gedekt. •

Een transparante verslaglegging

Wij hechten er bijzondere waarde aan dat de financiële verslaglegging voor een ieder inzichtelijk is, maar wij realiseren ons eveneens dat dit niet zo gemakkelijk te realiseren is. Hoewel de dwingendheid in de presentatie van de financiële gegevens met de invoering van de dualisering voor de programmabegroting is losgelaten en er dientengevolge op eigentijdsere en begrijpelijker wijze het financieel beeld kan worden geschetst, bevat de gemeentebegroting toch altijd nog een aantal fenomenen die niet gemakkelijk eenvoudig kunnen worden uitgelegd. Daarnaast acht het college het toch ook van belang om, in de geest van het duale stelsel, de raad op hoofdlijnen te houden en hem niet te vermoeien en te laten verzanden in allerlei detailinformatie. Wat gaan we daarvoor doen? Op incidentele lasten mogen incidentele baten in bijvoorbeeld de vorm van beschikkingen over eigen vermogen worden ingezet. Dit alles natuurlijk voor zover de financiële positie van de gemeente dit verantwoord maakt. De bespaarde rente over het vermogen is slechts ten gunste van de exploitatiebegroting gebracht, voor zover deze als structureel kan worden aangemerkt. De norm hiervoor is reeds enige jaren geleden door de raad vastgesteld. Overigens zal deze norm, zoals wij bij de kadernota onder de aandacht van de raad hebben gebracht, met ingang van 2006 met € 5.000.000 neerwaarts worden bijgesteld. Hiermee is in het meerjarenperspectief ook rekening gehouden. Het resterend deel van de bespaarde rente, dat dus als incidenteel wordt aangemerkt, is niet ten gunste van de begroting gebracht, maar wordt volledig toegevoegd aan de reserve Majeure Projecten. Met een eventueel tot uitkering komen van de zogenaamde behoedzaamheidsreserve is geen rekening gehouden.


151

PROGRAMMA III

recapitulatie

Wat mag het kosten?

Programma III; Financieel evenwicht

12102 12328 13306 13307 13310 13311 13315 13316 13320 13321 13322 13983 13900 13901 13902 13911 13922 13970 13990 13999

Omschrijving Werkzaamheden WOZ Heffing precariorechten Beleggingen en deelnemingen Verstrekking geldleningen Lasten gem. belastingen Uitkering zalmsnip Opbrengst OZB gebruikers Opbrengst OZB eigenaren Toeristenbelasting Hondenbelasting Forensenbelasting Mutaties reserves Progr.III Mutaties reserves Onvoorziene lasten Rente Algemene uitkering Algemene baten en lasten Saldo voor bestemming Resultaat op kostenplaatsen Saldo na bestemming

TOTAAL

Begroting Rekening Begroting 2004 2005 2006 Saldo Saldo Lasten Baten Saldo 260.396 288.636 528.986 -200.000 328.986 -55.972 -137.530 0 -88.905 -88.905 298.239 200.870 587.835 -385.663 202.172 0 0 65.000 -65.000 0 324.920 360.925 458.156 -99.964 358.192 845.851 0 0 0 0 -3.229.874 -3.677.730 0 -1.331.725 -1.331.725 -4.037.342 -4.682.090 0 -5.114.208 -5.114.208 -41.904 -41.000 0 -40.000 -40.000 -106.765 -105.000 0 -110.000 -110.000 -15.190 -10.000 0 -5.000 -5.000 0 774.816 3.936.483 -2.661.609 1.274.874 2.989.889 0 0 0 0 -71.744 108.448 171.139 0 171.139 -5.845.123 -5.897.867 15.480 -7.401.475 -7.385.995 -28.063.717 -26.805.685 215.480 -29.477.710 -29.262.230 -3.457.307 -709.432 -1.589.700 -432.328 -2.022.028 0 0 1.425.205 -1.425.205 0 -250.549 114.112 -79.481 0 -79.481 1.008.894 0 0 0 0 -39.447.298 -40.218.527

5.734.583 -48.838.792 -43.104.209

VERLOOP BELASTINGEN EN ALGEMENE UITKERING (bedragen x € 1.000) 35.000 30.000 25.000 20.000

belastingen

15.000

algemene uitkering

10.000 5.000 0 2002

2003

2004

2005


2006

152

VERLOOP NETTO BATEN (bedragen x € 1.000)

44.000 42.000 40.000 werkelijk

38.000

raming

36.000 34.000 32.000 30.000 2002

2003

2004

2005

2006

Ontwikkeling verloop 2002-2006 Opnieuw het beeld dat in 2002 werkelijkheid en begroting sterk uiteen liepen, maar opvallend is eveneens dat de werkelijkheid en raming in 2003 en 2004 elkaar zeer naderden. De daling van 2004 naar 2005 heeft te maken met de daadwerkelijke invoering van het BTW compensatiefonds en verlaging van het Gemeentefonds ten gunste van de opbouw van een BTW compensatiefonds door het Rijk. Analyse 2005-2006 De stijging van 2005 naar 2006 komt vooral door stijging van de Algemene Uitkering, toename van de onder algemene baten en lasten geraamde baten (dan wel stelposten voor verlaging van lasten) en het begrotingsresultaat van ruim € 660.000 dat nog in programma III begrepen is.


153


154

HOOFDSTUK 2 BELEIDSBEGROTING PARAGRAFEN


155


156

Paragraaf 2.2.1 Lokale heffingen Algemeen Een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente vormen de gemeentelijke belastingen. De onroerende-zaakbelastingen (OZB), de woonforensenbelasting en de toeristenbelasting zijn belastingen, die in zijn geheel tot de algemene dekkingsmiddelen van de gemeente behoren. De meeropbrengst van de hondenbelasting, na vermindering van de kosten, die terzake gemaakt worden, wordt eveneens aan de algemene middelen toegevoegd. De rioolrechten en de afvalstoffenheffing staan in relatie tot de uitgaven, die daar tegenover staan. Het inflatiepercentage voor 2006 wordt 0% gesteld. Onze gemeente heft de volgende belastingen: -onroerende-zaakbelastingen -rioolrechten -hondenbelasting -afvalstoffenheffing -woonforensenbelasting -toeristenbelasting Onroerende-zaakbelastingen De onroerende-zaakbelastingen, die met de rioolrechten en de hondenbelasting in een gecombineerde aanslag worden opgelegd, werden tot en met 2005 onderverdeeld in een eigenarengedeelte en een gebruikersgedeelte voor zowel woningen als niet-woningen. Er is een wetsvoorstel ingediend om het gebruikersgedeelte van de onroerendezaakbelastingen voor woningen met ingang van 2006 af te schaffen. De opbrengst, die de gemeenten hierdoor mislopen, zal worden gecompenseerd door middel van een extra uitkering uit het Gemeentefonds. Omdat de waarde van woningen meer is toegenomen dan die van niet-woningen is er een gedifferentieerd tarief ingevoerd, waardoor het tarief voor woningen lager is vastgesteld dan het tarief voor niet-woningen. Conform de meerjarenraming zouden de tarieven voor 2006 met 4,5% worden verhoogd. Volgens wettelijke voorschriften is er met ingang van 2006 een maximum verbonden aan de tariefsverhogingen voor wat de OZB betreft. Ten aanzien van de OZB voor woningen eigenaren mag het tarief met 4,5% worden verhoogd, terwijl het tarief voor OZB nietwoningen met maximaal 1,5% mag worden verhoogd. Volledigheidshalve delen wij u nog mede, dat na het toepassen van 4,5% tariefsverhoging van het eigenarengedeelte OZB woningen in de jaren 2006 t/m 2009 nog een onbenutte ruimte resteert van 9,23% hetgeen overeenkomt met een bedrag van ruim €. 300.000,-- (op basis van de opbrengstraming 2006). Overigens zullen eventuele tariefsaanpassingen in de komende jaren wegens inflatie ook beslag kunnen leggen op de ruimte. Rioolrechten Rioolrechten worden geheven om de aanleg en instandhouding van het gemeentelijk rioleringsstelsel te kunnen bekostigen. In het Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) zijn voor de langere termijn de vervanging van de riolering, alsmede de onderhoudskosten daarvan aangegeven. Op basis van die bedragen is besloten om de rioolrechten tot en met 2005 te laten stijgen met 5% en daarna met 3% tot 2015. Voor 2006 betekent dit een stijging van 3%. Hondenbelasting De hondenbelasting is een algemene belasting, waarvan een gedeelte van de opbrengst aan de algemene middelen van de gemeente kan worden toegevoegd. De opbrengst is namelijk hoger dan de kosten, die ter zake gemaakt worden.


157

In het verleden bleven de kosten ten aanzien van de hondenbelasting beperkt tot enige controlewerkzaamheden. Later zijn er hondenuitlaatplaatsen aangelegd en vergt het onderhoud daarvan ook de nodige kosten. De opbrengst van de hondenbelasting overtreft de kosten nog ruimschoots. Het tarief zal ten opzichte van 2005 niet worden verhoogd. Afvalstoffenheffing Op basis van de milieuwetgeving is de gemeente verplicht om huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen en af te voeren. Met betrekking tot de kostendoorberekening aan de inwoners hanteert onze gemeente het Diftarsysteem. De belastingplichtigen betalen, behoudens een vast bedrag, een bedrag per lediging en een bedrag per kilogram restafval of GFT-afval. Het tarief wordt jaarlijks vastgesteld aan de hand van de kosten, die in de begroting op het product “afvalverwerking” zijn geraamd. Op basis van de geraamde kosten worden de tarieven voor het vastrecht ten opzichte van 2005 verhoogd, terwijl de overige tarieven gelijk blijven. Dit betekent een gemiddelde tariefstijging van de afvalstoffenheffing ten opzichte van 2005 van 4%. Woonforensenbelasting Met ingang van 2003 is de woonforensenbelasting ingevoerd. Deze belasting is gebaseerd op de profijtgedachte in ruime zin: een gemeente maakt kosten voor voorzieningen die mede door niet- inwoners (forensen, toeristen) worden gebruikt, maar krijgt daarvoor geen vergoeding uit het Gemeentefonds. De opbrengst van de woonforensenbelasting vloeit in de algemene middelen van de gemeente. Woonforensenbelasting is een belasting, die jaarlijks wordt geheven van natuurlijke personen, die zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden. Degene, die volgens het kadaster in het belastingjaar minimaal 90 dagen eigenaar is geweest van een woning in de gemeente Waalwijk en gedurende die 90 dagen niet in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Waalwijk stond ingeschreven, is woonforensenbelasting verschuldigd. Omdat steeds meer bewoners van recreatiepark “De Spranckelaer” zich in de gemeentelijke basisadministratie van onze gemeente laten inschrijven, zal de opbrengst ten opzichte van 2005 verder afnemen. Het tarief zal ten opzichte van 2005 niet worden verhoogd. Toeristenbelasting Eveneens is met ingang van 2003 toeristenbelasting ingevoerd. Ook deze belasting is gebaseerd op de profijtgedachte in ruime zin: een gemeente maakt kosten voor voorzieningen die mede door niet- inwoners (toeristen, forensen) worden gebruikt, maar krijgt daarvoor geen vergoeding uit het Gemeentefonds. De opbrengst van de toeristenbelasting is niet specifiek bedoeld om de kosten van toeristische voorzieningen te dekken, maar vloeit in de algemene middelen van de gemeente. Toeristenbelasting wordt geheven van degene, die gelegenheid tot verblijf met overnachting biedt aan niet-inwoners, voor zover deze persoon of instelling financieel belang daarbij heeft. Het gaat in onze gemeente om exploitanten van hotels en pensions. Het tarief zal ten opzichte van 2005 niet worden verhoogd. Precariorechten Op 30 juni 2005 is de raad bij raadsinformatiebrief in kennis gesteld van de maatregelen die het college zal nemen om vooral de volledigheid van de te heffen precariorechten te optimaliseren. Vastgesteld is dat er een aanmerkelijk verschil bestaat tussen begrote- en werkelijke baten en lasten van het product precario en dat de taakstelling om tot extra inkomsten of een bezuiniging te komen van € 50.000 op de totale begroting niet wordt gehaald. Hiermede is in de begroting 2006 rekening gehouden.


158

Lokale lasten verlichting De Zalmsnip is met ingang van 2005 afgeschaft. Lokale lastendruk De lokale lastendruk is onder te verdelen in een bedrag per inwoner en een bedrag per woning. De lokale lastendruk is het totaal van de gemeentelijke belastingen, dat per inwoner, dan wel per huishouden jaarlijks aan de gemeente moet worden voldaan. Het begrip is in het leven geroepen om op landelijk niveau de effecten van de lokale heffingen voor de burger te kunnen vergelijken. Het betreft hier de onroerendezaakbelastingen, de rioolrechten en de afvalstoffenheffing tezamen. 2005

2006

2007

2008

2009

Eigenaren/gebruikers Huidige pakket: - o.z.b.*

293,28 293,28 293,28

293,28 293,28

- afvalstoffenheffing (meerpersoonshuishouden)

189,00 189,00 189,00

189,00 189,00

- rioolrechten

116,05 116,05 116,05

116,05 116,05

- afschaffing gebruikersgedeelte OZB woningen subtotaal

-131,13 -131,13 -131,13 -131,13 598,33 467,20 467,20 467,20 467,20

Maatregelen - o.z.b. Inflatie 0%

0,00

0,00

0,00

0,00

Overige maatregelen: 2005-2006 4,5%, 2007 2%, 2008-2009 1,5%

7,30

3,39

2,59

2,63

11,34

12,02

12,74

13,51

0,00

0,00

0,00

0,00

Inflatie 0%

0,00

0,00

0,00

0,00

Gemeentelijk Rioolbeheer Plan 3%

3,48

3,59

3,69

3,80

22,12

19,00

19,03

19,94

22,12

41,11

60,14

- afvalstoffenheffing (meerpersoonshuishouden) Kostenontwikkelingen Inflatie 0% - rioolrechten

subtotaal Doorwerking verhoging voorgaande jaren Totaal eigenaren/gebruikers (euro)

0,00

598,33 489,32 508,31 527,34 547,28

* uitgegaan is ven een ééngezinswoning met een waarde van € 214.470,--

Ten opzichte van 2005 is in 2006 sprake van een daling van de lokale belastingdruk van €. 109,01 of wel 18,22%. In 2007 is ten opzichte van 2006 weer een toename 3,88%, in 2008 en 2009 respectievelijk 3,75% en 3,79%. Vergelijking met andere gemeenten Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) stelt jaarlijks de “Atlas van de lokale lasten” op en geeft hiermee inzicht in de ontwikkeling van de lokale lastendruk. Hierbij wordt onderzocht welke gemeenten de hoogste en laagste lasten hebben. Uit de onderzoeken van de laatste jaren is gebleken, dat de belastingdruk in onze gemeente ten opzichte van andere gemeenten erg laag is. Ook ten opzichte van de gemeenten in de provincie Noord-Brabant (69 gemeenten) staat onze gemeente volgens de opgave van de provincie op de 9e plaats voor wat betreft de gemeenten met de laagste belastingdruk per woonruimte. Dit is de belastingdruk over 2005 en bedraagt voor onze gemeente €. 598,--. Van de omliggende gemeenten in dezelfde grootteklasse is de belastingdruk van de gemeente Heusden en van de gemeente Oosterhout €. 662,-- respectievelijk €. 649,-per woonruimte.


159

Onbenutte belastingcapaciteit Omdat de rioolrechten en de afvalstoffenheffing kostendekkend zijn, betreft de onbenutte belastingcapaciteit uitsluitend de onroerende-zaakbelastingen. Zoals wij hiervoor reeds hebben medegedeeld, zal na het toepassen van 4,5% tariefsverhoging van het eigenarengedeelte OZB woningen in de jaren 2006 t/m 2009 nog een onbenutte ruimte resteren van 9,23% hetgeen overeenkomt met een bedrag van ruim €. 300.000,-(op basis van de opbrengstraming 2006). Overigens zullen eventuele tariefsaanpassingen in de komende jaren wegens inflatie ook beslag kunnen leggen op de ruimte. Kwijtscheldingsbeleid Het kwijtscheldingsbeleid van de gemeente is in overeenstemming met de richtlijnen, die door het Rijk hiervoor zijn opgesteld. Ten aanzien van de hondenbelasting is bepaald om bij het bezit van meerdere honden slechts voor één hond kwijtschelding te verlenen. Omdat het tarief van de afvalstoffenheffing mede afhankelijk is van de aangeboden hoeveelheid huishoudelijk afval is de kwijtschelding bepaald op maximaal het gemiddelde tarief, dat voor een bepaald jaar geldt.


160

Paragraaf 2.2.2 Weerstandvermogen Bij besluit van 27 januari 2005 heeft de raad het kader voor de paragraaf weerstandsvermogen vastgesteld. Daarnaast heeft de raad instructies gegeven voor de wijze waarop met risico’s en risicomanagement moet worden omgegaan. Een en ander was neergelegd in het voorstel van het college dat (samengevat) als volgt luidde: In de Wet dualisering gemeentebestuur, die de ontvlechting van de posities van de raad en het college regelt, is geconstateerd dat de financiële functie van de gemeente nog de nodige versterking behoeft. Daarom is de gemeentewet op een aantal punten gewijzigd en zijn ook de comptabiliteitsvoorschriften aangepast. Eén van de wijzigingen is dat het met ingang van het begrotingsjaar 2004 verplicht is een aantal paragrafen bij de begroting en jaarrekening op te nemen. In de paragrafen krijgen onderwerpen die van belang zijn voor het inzicht in de financiële positie een plaats. Verplicht voorgeschreven is onder meer de paragraaf over het weerstandsvermogen. In die paragraaf wordt ten minste opgenomen het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s, een inventarisatie van de weerstandscapaciteit en een inventarisatie van de risico’s. WEERSTANDSVERMOGEN Het weerstandsvermogen van een gemeente kan worden omschreven als de mate waarin een gemeente in staat is om financiële tegenvallers op te vangen teneinde haar taken te kunnen voortzetten. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit (reservemiddelen) en alle risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd of verzekeringen zijn afgesloten. Het weerstandsvermogen van een gemeente is afhankelijk van de definities en berekeningsmethodieken. Die zijn echter in de (beperkt beschikbare) literatuur niet eenduidig. Weerstandsvermogen is ruimer dan alleen de reservepositie in relatie tot de risico’s. Het heeft ook betrekking op nog aanwezige ruimte in exploitatie - technische zin, bijvoorbeeld de onbenutte belastingcapaciteit. WEERSTANDSCAPACITEIT De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om financiële tegenvallers op te vangen (eenmalige of gedurende een vooraf vast te stellen periode). Het is daarmee kwantificeerbaar en periodiek objectief vast te stellen mits de vrij besteedbare reserves duidelijk te herkennen zijn. Bij het bepalen van de omvang van het weerstandsvermogen gaat het om een aantal indicatoren die in samenhang aangeven of de financiële zelfstandigheid van de gemeente is gewaarborgd. Deze indicatoren verschillen voor de weerstandscapaciteit naar hun aard en betekenis. De algemene reserve kan worden beschouwd als het meest harde bestanddeel van de weerstandscapaciteit. De bestemmingsreserves kunnen alleen tot de weerstandscapaciteit worden gerekend voor zover ten laste van deze posten (nog) geen verplichtingen zijn aangegaan; ofwel alleen de vrije bestemmingsreserves worden tot de weerstandscapaciteit gerekend. De onbenutte belastingcapaciteit en de middelen voor onvoorzien vormen onderdeel van de weerstandscapaciteit die alleen voorwaardelijk en eerst in de toekomst kunnen worden gerealiseerd. Genoemde indicatoren zijn gangbaar en worden bijvoorbeeld ook gebruikt bij het bepalen van de omvang van het weerstandsvermogen van artikel 12 gemeenten. De weerstandscapaciteit van de gemeente Waalwijk kan worden gedefinieerd als het totaal van: • De algemene reserve Vrije bestemmingsreserves • • Onbenutte belastingcapaciteit • Onvoorzien • Stille reserves


161

STILLE RESERVES Uitgegaan is steeds van de gerealiseerde capaciteit, namelijk de reserves zoals die als eigen vermogen op de balans staan. Daarnaast kennen we stille reserves, die in feite ook deel uitmaken van de weerstandscapaciteit, maar niet in alle gevallen zo duidelijk kwantificeerbaar zijn. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de marktwaarde van het effectenbezit en deelnemingen. Als sprake is van een substantiële omvang dan wordt daar in het jaarverslag, conform de voorschriften, melding van gemaakt. Wij willen de stille reserves niet buiten beschouwing laten als het gaat om de bepaling van het weerstandsvermogen/-capaciteit. RISICO’S Voor het weerstandsvermogen zijn alleen die risico’s relevant die niet anders dan met behulp van de weerstandscapaciteit zijn te ondervangen. Risico’s die zich regelmatig voordoen en die veelal vrij goed meetbaar zijn, maken geen onderdeel uit van de beoordeling van het weerstandsvermogen. Voor deze risico’s kunnen voorzieningen worden gevormd of verzekeringen worden afgesloten. Grofmazig kunnen we onderscheid aanbrengen in beleidsrisico’s, bedrijfsvoeringsrisico’s en/of financiële risico’s. RISICOMATRIX De weerstandscapaciteit wordt gerelateerd aan de risico’s van de gemeente waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen zijn afgesloten. Wij zullen u daartoe bij de Begroting, de Burap en het Jaarverslag een risicomatrix presenteren. De risicomatrix geeft inzicht in de categorisering van alle aanwezige risico’s. RISICOBELEID EN –MANAGEMENT Door de risico’s te toetsen aan de ontwikkeling van de weerstandscapaciteit kan de raad zich een goed beeld vormen over de financiële positie van de gemeente en maatregelen (laten) nemen ten behoeve van een adequaat risicomanagement. Op deze wijze is het mogelijk te komen tot een adequaat risicomanagement. Door de regelmatige rapportagemomenten kan doorlopend de confrontatie tussen de risico’s en het weerstandsvermogen worden gemaakt. Aldus kan een beeld worden gevormd over de toereikendheid van de omvang van het weerstandsvermogen. De weerstandscapaciteit berekenen we op basis van de begroting 2006 als volgt: Nog onbenutte belastingcapaciteit Begrotingspost “onvoorzien” Totaal exploitatie

€ -

Algemene Reserve Reserve ENWA Stille reserves Totaal vermogen TOTALE WEERSTANDSCAPACITEIT

€ -

730.000* 170.000 € 4.317.000 5.333.000 20.000.000

€

900.000

29.650.000 30.550.000

* 3 x 4,5% verhoging + € 300.000 voor verdere verhoging


162

Omgerekend per inwoner (2006: 45.800 inwoners, 2005: 45.700 inwoners) betekent dit de volgende weerstandscapaciteit: 2005 2006 -Exploitatie: 23,00 20,00 -vermogen 846,00 647,00 Totaal

869,00

667,00

De weerstandscapaciteit is in vergelijking met 2005 gedaald door: a. beperkter mogelijkheden van heffing OZB (exploitatie) b. afname van vrij vermogen door omzetting in geblokkeerde reserves en toevoeging aan de reserve majeure projecten (vermogen) Toch lijkt de weerstandscapaciteit een acceptabel bedrag, doch er is nog weinig vergelijkingsmateriaal voorhanden. Bovenstaande berekening van de weerstandscapaciteit is uiteraard een momentopname. De genoemde bedragen kunnen van jaar tot jaar flink fluctueren. Een voorbeeld hiervan is de algemene reserve. Vanwege winsten vanuit de grondexploitatie zal deze wellicht nog toenemen. Ook een tijdelijk beslag op middelen (bijvoorbeeld in de vorm van dekking van een afkoopsom waarvan de besparingen in de toekomst weer zullen toevloeien aan de reserve) zorgt voor fluctuaties. In de bepaling van de weerstandscapaciteit is overigens geen rekening gehouden met weerstandscapaciteit ten behoeve van de grondexploitatie. Voor kwantificeerbare risico’s uit de grondexploitatie zijn waar mogelijk voorzieningen gevormd. De stand van deze voorzieningen wordt jaarlijks bij de opmaken van de jaarrekening geactualiseerd. Voor niet-voorzienbare risico’s binnen de grondexploitatie is bovendien een algemene bedrijfsreserve grondexploitatie gevormd, waarvan door de raad is besloten dat deze minimaal € 7.147.000,00 en maximaal € 9.555.000,00 (prijspeil 2004 met jaarlijkse indexering wegens inflatie) mag bedragen. Bij het bepalen van deze onder- en bovengrens zijn nadrukkelijk alle mogelijke risico’s uit de grondexploitatie meegenomen.

Inventarisatie Risico’s De risico’s zijn te onderscheiden in manifeste (concrete) risico’s, en latente risico’s. Voor de afdekking van de concrete risico’s worden specifieke voorzieningen gevormd bij het opstellen van de jaarrekening. Voorbeelden hiervan zijn de diverse voorzieningen t.b.v. de grondexploitatie. De latente risico’s worden geïnventariseerd in deze paragraaf. Afdekking dient te geschieden door vrij te besteden reserves, de post onvoorzien, of andere incidentele of structurele dekkingsmiddelen. Het gaat hier dus nadrukkelijk om risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd of die niet tot afwaardering van activa hebben geleid en die van materiele betekenis kunnen zijn in relatie tot het balanstotaal of de financiële positie. grondexploitatie In voorgaande jaren werd in deze paragraaf een opsomming gegeven van alle mogelijke risico’s die met het exploiteren van bouwgrond verband houden. Wij hebben ervoor gekozen dit, mede in het licht van het hiervoor gestelde niet meer te doen. Er is immers een specifieke algemene reserve grondexploitatie, juist om meer algemeen geldende


risico’s van grondexploitatie op te vangen, en er zijn specifieke voorzieningen getroffen voor mogelijke verliezen in bepaalde complexen af te kunnen dekken. De volgende relevante risico’s zijn dan te noemen: I.

Beleidsrisico’s

Risico’s die zich voordoen als gevolg van Rijksbeleid Wijzigingen in rijksbeleid stellen gemeenten nogal eens voor verrassingen, zonder dat zij daar invloed op kunnen uitoefenen. Als voorbeelden noemen wij decentralisatie van taken zoals de wet voorzieningen gehandicapten, de herziening van de algemene bijstandswet en de verantwoordelijkheid voor de onderwijshuisvesting. Dit soort decentralisaties van taken gaat vaak in onvoldoende mate gepaard met de overdracht van toereikende financiële middelen. Maar ook besluiten als de invoering van een BTW compensatiefonds kunnen gemeenten voor nadelige (financiële) gevolgen stellen. Denk ook heel recent aan het ontwerp besluit tot afschaffing van het gebruikersdeel OZB en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. In de junicirculaire 2005 werden we zonder nadere aankondiging geconfronteerd met een korting op de budgetten voor bijstand en zorg en extra middelen voor de onderwijshuisvesting. Ook de normering van het Gemeentefonds, dat wil zeggen de koppeling met de hoogte van de gecorrigeerde netto rijksuitgaven, en het al dan niet tot uitkering komen van de zogenaamde behoedzaamheidsreserve stellen gemeenten voor onzekerheden. Een zeer concreet risico in de begroting 2006 van de gemeente Waalwijk vormt het niet tot uitkering komen van de geraamde nog te ontvangen aanvullende algemene uitkering uit het gemeentefonds wegens nadeel van de afschaffing van het gebruikersdeel OZB en normering van alle overige OZB tarieven. Het niet honoreren van deze vordering kan voor de begrotingspositie leiden tot een maximaal nadeel van € 455.111 structureel. Risico’s die zich voordoen als gevolg van eigen beleid en / of Rijksbeleid Instellingen in de gesubsidieerde sector ondervinden steeds meer problemen bij het vinden van geschikte vrijwilligers en personen op gesubsidieerde arbeidsplaatsen. De continuïteit van de dienstverlening komt daardoor onder druk te staan, zowel de kwaliteit als de kwantiteit. Daar komt bij dat de aard en de complexiteit van de problematiek (met name in de maatschappelijke opvang) zwaar is voor vrijwilligers of gesubsidieerde arbeidskrachten die veelal niet over de noodzakelijke opleiding beschikken. Sommige instellingen hebben zich genoodzaakt gezien vrijwilligers en mensen op gesubsidieerde arbeidsplaatsen te vervangen door professionele krachten. Daardoor zijn exploitatietekorten ontstaan. Deze problemen doen zich o.a. voor bij het peuterspeelzaalwerk, het jeugd- en jongerenwerk, en de maatschappelijke opvang. Risico’s die zich voordoen als gevolg van eigen beleid en / of gemeenschappelijke regelingen / samenwerkende gemeenten / instellingen Deelname in gemeenschappelijke regelingen en andere samenwerkingsvormen brengt, naast voordelen, ook financiële risico's met zich mee. De reden hiervan is dat het uitgavenbeleid van het samenwerkingsverband niet door de individuele gemeente wordt bepaald, maar door het bestuur van de samenwerkingsvorm / het samenwerkingsverband. Daarnaast kan een beëindiging van de samenwerkingsvorm leiden tot onverwachte uitgaven in de vorm van uittredingsbijdragen en bijdragen in de afwikkeling van eventuele tekorten. In de paragraaf verbonden partijen vindt u nadere informatie over de samenwerkingsvormen waaraan de gemeente Waalwijk bestuurlijk en financieel deelneemt. Risico’s die zich voordoen als gevolg van eigen beleid In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat de risico’s die voortvloeien uit eigen beleid (beleid dus waarvoor de gemeente zelf autonoom kiest) als regel niet moeten voorkomen. Immers op het moment dat de gemeente onderkent een risico aan te gaan,


164

dient in dekkingsmiddelen te worden voorzien voor situaties waarin het risico manifest wordt. Toch is dit niet altijd mogelijk. Er kunnen zich situaties voordoen die weliswaar van tevoren te voorzien zijn, maar waarbij gekozen wordt voor het niet op voorhand blokkeren van dekkingsmiddelen, maar naar bevind van zaken te handelen op het moment dat de situatie zich daadwerkelijk voordoet. Een voorbeeld hiervan is de aankoop van het RKC stadion door de gemeente Waalwijk. In februari 2000 heeft de gemeenteraad besloten over te gaan tot aankoop van dit stadion. In mei 2001 heeft de gemeenteraad ingestemd met het verzoek tot een aantal aanpassingen aan het stadion. De hieruit voortkomende lasten zijn in de huur verdisconteerd. RKC Waalwijk had ten tijde van het opstellen van de begroting geen huurachterstand, maar opgemerkt moet blijven worden dat omstandigheden zodanig kunnen wijzigen dat door RKC niet aan de huurverplichtingen kan worden voldaan. Indien een dergelijke situatie zich voordoet, bijvoorbeeld door het faillissement en opheffing van RKC als professionele voetbalorganisatie, kan de gemeente verliezen mogelijk compenseren door bestemmingsplanwijziging en herontwikkeling van de locatie. II.

Bedrijfsvoeringsrisico’s

Bij bedrijfsvoeringsrisico’s moet concreet worden gedacht aan financiële gevolgen van: • • • •

gebrekkige juridische kwaliteitszorg fouten in het vergunningverleningproces arbeidsrisico’s gebrekkige handhavingorganisatie

Meer in zijn algemeenheid moet gedacht worden aan alle risico’s die zich kunnen voordoen als gevolg van een ontoereikende administratieve organisatie en uitval van personeel, met name op bepaalde cruciale functies. Financiële consequenties van eventuele schadeclaims ter zake kunnen niet worden voorzien en zijn daarom niet in de begroting opgenomen. In het algemeen kan worden gesteld dat de claimbewustheid van de samenleving toeneemt. De afhandeling van diverse soorten schadeclaims en schadevergoedingen is binnen de gemeente een continu proces. De verzekerde som van de gemeente Waalwijk voor vermogensschade is ruim € 1.130.000,- met een eigen risico van € 11.000,-. Dit betekent, dat de gemeente bij toekenning van hogere claims dan het verzekerd bedrag uit eigen middelen moet financieren. Hiervoor is geen voorziening getroffen. Om dergelijke (mogelijke) risico’s goed in beeld te brengen dient de gemeente het risicomanagement structureel in te bedden in de organisatie, bijvoorbeeld middels juridische control. Inmiddels is gestart met juridische kwaliteitszorg. Er is een juridisch vakberaad ingesteld, waarin – thematischwordt gewerkt aan verdere kwaliteitsverbetering.


165

III.

Financiële risico’s

Niet indexeren van algemene reserves De saldi van de algemene reserves worden niet automatisch aangepast aan het indexcijfer voor de geldontwaarding. Dit betekent dat, voor zover er op reserves geen rente wordt bijgeschreven, de feitelijke omvang van de reserves jaarlijks daalt als gevolg van inflatie. De algemene bedrijfsreserve van de grondexploitatie wordt wel jaarlijks geïndexeerd. In relatie tot de hoogte van de vrije reserves is het risico beperkt. Gewaarborgde geldleningen De gemeente staat borg voor de betaling van rente en aflossing van een aantal leningen welke zijn verstrekt aan instellingen als verzorgingstehuizen, culturele centra, sportverenigingen en woningbouwcorporaties. Voor de risico’s voortvloeiende uit deze waarborgen zijn geen specifieke voorzieningen getroffen. Gezien de ervaringen uit het verleden lijken de financiële risico’s beperkt. Inzetten van rente van vermogen ter sluitend maken van de begroting Voor de begroting 2004 werd de volledige incidenteel bespaarde rente (circa € 900.000) ingezet om de begroting sluitend te kunnen presenteren. In 2005 ging het nog om een bedrag van € 127.000. De begroting 2006 alsmede het meerjarenperspectief is sluitend zonder inzet van incidenteel bespaarde rente. Daarmee is er op dit moment geen risico. Renterisico De marktrente voor vaste geldleningen is momenteel relatief laag. De gemeente heeft hier direct van kunnen profiteren, omdat er de laatste jaren veel nieuwe leningen zijn afgesloten, of zijn geherfinancierd. Het college heeft zeer onlangs besloten op korte termijn geld uit de markt te nemen voor de grote investeringen waarvoor we gesteld zijn. Daarmee wordt het risico van rentestijgingen teruggebracht. Er is een aantal leningen dat echter voor relatief korte tijd is aangegaan, omdat deze gerelateerd zijn aan de verwachtingen van de ontwikkelingen in kosten / baten van met name de grondexploitatie. Mochten de ontwikkelingen in de grondexploitatie niet volgens verwachting lopen, dan zullen de leningen wellicht moeten worden geherfinancierd. Bij een hogere marktrente kan dit leiden tot hogere rentelasten, waarmee in de begroting geen rekening is gehouden. Inzet van eigen personeel op kredieten / projecten / grondexploitatie De kosten van eigen personeel worden middels tijdschrijving doorbelast naar enerzijds de exploitatiebegroting (producten) en anderzijds de balans (kredieten en grondexploitatie). Dit laatste, het schrijven van kosten naar investeringswerken en met name de grondexploitatie, kan op middellange termijn aanzienlijke financiële risico’s met zich kan meedragen. Immers, op het moment dat de activiteiten teruglopen (minder investeringswerken, daling van de bedrijvigheid rondom de grondexploitatie) zal het eigen personeel minder uren kunnen schrijven naar projecten, grondexploitatie, kredieten, etc. Dit betekent dat de kosten op de exploitatie zullen gaan drukken. Op basis van een inventarisatie in het kader van een evaluatie en herziening van de kostentoerekeningssystematiek in 2005 is echter vastgesteld dat er de komende jaren nauwelijks wijziging komt in de mate waarin de inzet van eigen medewerkers op projecten noodzakelijk is. In 2005 is een inzet van afgerond 26 fte (exclusief ondersteunende medewerkers) geraamd, in 2010 zijn dit er naar verwachting nog 25 en de verwachting is eveneens dat er altijd een personele formatie van 20 fte noodzakelijk is om lopende projecten te kunnen uitvoeren. In de begroting 2006 zijn overigens reeds aanzienlijk minder uren toegerekend aan kredieten en grondexploitatie dan in 2005. In 2005: 36.000 uren en in 2006: 29.000 uren. Dit zijn nog 21,8 fte met inachtneming van de voor 2006 verhoogde productiviteitsnorm. Daarmee is een aanzienlijke verschuiving


166

van apparaatskosten van de balanssfeer naar de exploitatiebegroting opgetreden en aldaar gedekt. Het toerekenen van rente aan de grondexploitatie Van de totale vaste activa waaraan rente wordt toegerekend (ruim € 176 miljoen), maakt de grondexploitatie met een boekwaarde van € 88 miljoen voor de helft deel uit. Deze omstandigheid toont wel aan dat rentelasten voor een belangrijk deel ontstaan door de mate waarin in de grondexploitatie wordt geïnvesteerd, maar ook is het zo dat de omvang van de grondexploitatie rentebaten op de exploitatiebegroting van de gemeente Waalwijk genereert. Aan investeringen wordt immers een bij de uitgangspunten voor de samenstelling van de begroting vastgesteld rentepercentage toegerekend, terwijl een eventueel voordelig verschil, dat ontstaat omdat de feitelijk bij de begroting berekende renteomslag lager uitkomt dan het toegerekende percentage, ten gunste van de exploitatiebegroting toevalt. Dit betekent dat naarmate de boekwaarde van in exploitatie zijnde gronden afneemt, afhankelijk van de mate waarin de omslagrente afwijkt van de gehanteerde rente, het voordeel van een positief renteverschil ten gunste van de exploitatiebegroting vermindert. Vanuit dit perspectief bezien heeft een positieve ontwikkeling van de bouwgrondexploitatie (méér verkopen en afname van boekwaarde) een negatief gevolg voor de exploitatiebegroting van de gemeente Waalwijk. Bodemsaneringen De provinciale bodemsaneringgelden zijn gerelateerd aan het Investeringsprogramma Stedelijke Vernieuwing (ISV). De gemeente heeft tot heden binnen het taakveld bodemonderzoeken en -saneringen in de reguliere begrotingen geen dekkingsmiddelen gereserveerd. Een aantal saneringen met duidelijke relaties met nieuwe planontwikkelingen moet worden gedekt vanuit de bouwgrondexploitatie of vanuit derden. Voor eventuele bodemsaneringen zonder deze relatie zijn naast het ISV-budget geen dekkingsmiddelen beschikbaar. Eén en ander kan in de komende jaren leiden tot het risico van niet of vertraagd uitvoeren van bodemsaneringen. Arbeidskostengerelateerde verplichtingen De gemeente heeft een reserve pensioenen / wachtgelden wethouders. In 2004 is in deze reserve een bedrag gestort waarmee de kosten tot en met 2008 van de wachtgelden van 2 wethouders kunnen worden betaald. Verder heeft de gemeente geen reserves of voorzieningen voor arbeidsgerelateerde verplichtingen. De verplichtingen voor het komend jaar worden, voor zover bekend, steeds in de begroting en de meerjarenramingen opgenomen. Indien op enig moment aanspraak wordt gemaakt op bijvoorbeeld opgebouwde pensioenrechten, dan heeft de gemeente hiervoor geen reserve achter de hand. Dit brengt een zeker financieel risico met zich mee. Boetes bij te hoog EMU saldo De Nederlandse overheid zit in 2004, maar ook in 2005 nog in de gevarenzone voor wat betreft het 3 % criterium van het stabiliteitspact. Er wordt gedacht aan een boetesystematiek voor gemeenten, provincies en waterschappen. Met eventuele boetes is in de huidige begroting geen rekening gehouden. De hiervoor onder I.-II.-III. genoemde risico’s zijn voor de eerste maal in een risicomatrix gezet. Vanaf dit moment zal de risicomatrix een vast onderdeel vormen voor evaluatie in de vorm van een rapportage bij begroting – burap – jaarrekening.


167

RISICOMATRIX BEGROTING 2006

OMSCHRIJVING RISICO- RISICO- ESSENTIE RISICO KLASSE OMVANG Rijksbeleid

ONTWIKKELING T.O.V. VORIGE RAPPORTAGE n.v.t.

A

II

Geen volledige compensatie voor wetsvoorstel OZB

D

VI

Nog onbekende maatregelen

Eigen beleid / Rijksbeleid

B

II

Verdere professionalisering gesubsidieerde sector

n.v.t.

Eigen beleid / Gemeenschappelijke Regelingen

A

II

Afwijken van gemeentelijke uitgangspunten waardoor bijdragen hoger worden dan geraamd

n.v.t.

Eigen beleid

C

VI

Einde van RKC als n.v.t. professionele betaald voetbal organisatie

Bedrijfsvoering

B

III

Onvoldoende administratieve n.v.t. organisatie

Niet indexeren vrije reserves

C

I

Ontoereikendheid bestaand vrij vermogen wegens inflatie

n.v.t.

Garantie op door derden aangegane geldleningen

C

II

Aangesproken worden wegens garantie / borgstelling

n.v.t.

Inzetten van rente tot sluitend maken van begroting

n.v.t.

n.v.t

Momenteel geen incidentele rente, wel structurele rente. De structurele rente zal de komende jaren afgebouwd (moeten) worden.

n.v.t.

Rentestijgingen

B

II

Eventuele toename van n.v.t. rentelasten dienen structureel in de begrotingen te worden afgedekt

Apparaatskosten buiten de exploitatie

C

II

Is in 2006 verder n.v.t. afgebouwd. Niet aannemelijk dat dit verder op financiële problemen gaat stuiten

Rentevoordelen grondexploitatie

B

IV

Afname van boekwaarden leidt tot afname van rentevoordeel


n.v.t.

168

OMSCHRIJVING RISICO- RISICO- ESSENTIE RISICO KLASSE OMVANG

ONTWIKKELING T.O.V. VORIGE RAPPORTAGE

exploitatiebegroting gemeente. Moet wel bezien worden in samenhang met (rente)lasten Bodemsaneringen B

II

Bij onvoldoende n.v.t. dekkingsmiddelen het niet of vertraagd uitvoeren van bodemsaneringen

Onvoldoende arbeidskosten gerelateerde middelen

D

III

Afhankelijk van mogelijke aanspraken door vertrekkende bestuurders

Boetes wegens te D hoog EMU saldo

VI

Afhankelijk van een mogelijk n.v.t. te treffen boeteregeling

n.v.t.

Risico klasse A B C D

waarschijnlijk mogelijk onwaarschijnlijk onbekend

Risico omvang I II III IV V VI

kleiner dan € 100.000 kleiner dan € 500.000 kleiner dan € 1.000.000 kleiner dan € 2.500.000 meer dan € 2.500.000 onbekend


169

Paragraaf 2.2.3 Onderhoud kapitaalgoederen Algemeen De totale omvang van de gemeente Waalwijk beslaat 6.772 hectaren. De gemeente heeft binnen dit gebied de openbare ruimte in beheer. In deze openbare ruimte vinden vele activiteiten plaats zoals wonen, werken en recreëren. Om dit te kunnen onderhouden zijn veel kapitaalgoederen nodig. Denk hierbij bijvoorbeeld wegen, riolering, water, groen en gebouwen. De kwaliteit van deze kapitaalgoederen en het onderhoud hiervan zijn mede bepalend voor het voorzieningenniveau binnen onze gemeente, maar bepalen uiteraard ook de lasten die dit met zich meebrengt. De gemeente heeft in de begroting 2006 een bedrag van bijna € 10.000.000 opgenomen voor het onderhoud van bovengenoemde kapitaalgoederen, inclusief kapitaallasten en organisatiekosten. Afgezet tegen een totale jaarlast in 2006 van ruim € 68.500.000,-(exclusief bouwgrondexploitatie), betekent dit dat het onderhoud een percentage van ongeveer 15% van de totale uitgaven beslaat. Wegen Het wegen- en rijwielnet binnen de gemeente beslaat ruim 3.100.000 m². Jaarlijks staat voor het groot onderhoud hiervan een krediet ter beschikking van € 840.000. De kapitaallasten welke hieruit voortvloeien zijn gedekt binnen de exploitatie. Naast het beschikbare krediet is binnen de exploitatie een structureel budget opgenomen voor klein onderhoud aan het wegen- en rijwielnet. Voor het begrotingsjaar 2006 bedraagt dit budget ruim € 3.000.000,-- inclusief kapitaallasten en organisatiekosten. De geplande werkzaamheden worden uitgevoerd op basis van door de raad vastgestelde normen, waarbij de prioriteitstelling wordt geleverd vanuit het integraal beheersysteem IBOR. Planontwikkeling danwel actualisatie vindt plaats in samenhang met het gemeentelijk verkeers- en vervoersplan (GVVP) en het gemeentelijk rioleringsplan (GRP), waarbij de werkzaamheden zoveel mogelijk op elkaar worden afgestemd. Dit (meerjaren)plan wordt separaat aan de raad voorgelegd. Riolering Binnen de gemeente is ruim 297 km riolering aanwezig. De normen voor kwaliteit en het onderhoudsniveau zijn vastgelegd in het gemeentelijk rioleringsplan 2006 – 2010. In het plan zijn voor de tijdsperiode onder meer de investeringen m.b.t. vervanging, verbetering en de aanleg van (druk)riolering gepland en worden zoveel mogelijk in samenhang met het eerder genoemde GVVP en Onderhoud Wegen gepland. Conform het (voorgaande) plan worden en zijn financiële middelen ter beschikking gesteld, welke in de vorm van kredieten worden geregistreerd. De kapitaallasten welke hieruit voortvloeien zijn gedekt binnen de exploitatie. Voor klein en overig onderhoud is binnen de exploitatie een structureel budget beschikbaar van ruim € 1.500.000 inclusief kapitaallasten en organisatiekosten. Deze lasten worden volledig gedekt door de rioolrechten welke in rekening worden gebracht bij de inwoners van de gemeente. Het overschot aan ontvangen rioolrechten wordt gestort in de egalisatievoorziening riolering welke als doel heeft toekomstige investeringen vanuit het GRP financieel te dekken. Hierdoor zijn alle activiteiten m.b.t. riolering kostendekkend. Voor het begrotingsjaar 2006 wordt de storting in de egalisatiereserve geraamd op ruim € 500.000. Water Het wateroppervlakte binnen de gemeente is ruim 1.700.000 m², bestaande uit bermsloten, hoofdwatergangen en vijvers. Het beheer van deze waterlopen ligt voor wat betreft de waterafvoerende functie bij het Waterschap Brabantse Delta, waarbij vermeld


170

dient te worden dat in het kader van de wettelijke ontvangsten afvoerplicht kosten van bagger door de gemeente worden gedragen. Alle overige en niet waterafvoer gerelateerde kosten van waterlopen komen voor rekening van de gemeente. Binnen de exploitatie is een structureel budget beschikbaar voor bovengenoemde kosten van ruim € 117.000,-- inclusief organisatiekosten. Voor de jaren 2004 – 2008 is door het waterschap een groot aantal baggeractiviteiten gepland binnen de gemeente waarvoor de wettelijke ontvangsten afvoerplicht geldt. De verwachte meerkosten binnen de tijdsperiode ten opzichte van het regulier budget bedragen € 400.000,--. Om dit te dekken is incidenteel € 400.000,-- in een bestemmingsreserve gestort, van waaruit de lasten worden gefinancierd. Tot op het moment van samenstellen van de begroting 2006, is een bedrag van ruim € 100.000,-verantwoord ten laste van deze reserve. Groen De gemeente onderhoudt ruim 3.900.000 m² openbaar groen, waarbij bermen, gazons en bosplantsoenen de grootste onderdelen vormen (respectievelijk 1.460.000 m², 1.221.000 m² en 494.000 m²). Het onderhoud vindt plaats op basis van afgesproken basisniveaus welke zijn vertaald in beeldbestekken. Binnen de exploitatie is hiervoor een budget beschikbaar van € 4.700.000 inclusief kapitaallasten en organisatiekosten. Gebouwen Het bruto vloeroppervlak wat op dit moment wordt onderhouden bedraagt ruim 137.000 m². Het betreft voornamelijk schoolgebouwen (68.000 m²), gemeentelijke (kantoor)gebouwen (18.103 m²), openbare gebouwen zoals buurthuizen, culturele centra en bibliotheken (17.100 m²) en sportaccommodaties (23.100 m²). Het onderhoud van de gemeentelijke gebouwen wordt gepland en uitgevoerd met behulp van een geautomatiseerd systeem (PLANON). Op deze wijze wordt een systematisch meerjaren onderhoudsplan bijgehouden dat inzicht verschaft in toekomstige onderhoudslasten. De onderhoudslasten zijn voor 2006 geraamd op ruim € 650.000. Dekking vindt plaats vanuit diverse onderhoudsvoorzieningen, welke gevoed worden door jaarlijkse stortingen vanuit de exploitatie.


171

Paragraaf 2.2.4 Financiering (en treasury) Onder treasury wordt verstaan het beheer van de vermogenswaarden van de gemeente. Dit uit zich in het adequaat beheren van geldstromen, posities en risico’s, hetgeen vraagt om tijdige, volledige en betrouwbare informatie. Posities, geldstromen en risico’s zijn voortdurend aan interne en externe veranderingen onderhevig. Interne veranderingen worden o.a. veroorzaakt door inkoop- en verkoopactiviteiten. Externe veranderingen vloeien voort uit o.a. mutaties in rentestanden. De treasuryfunctie ondersteunt de uitvoering van de programma’s. De financiering van beleid en het uitzetten van geldmiddelen die daarbij niet direct nodig zijn vormen een belangrijk aandachtsveld. De uitvoering ervan vereist snelle beslissingen in een complexe gelden kapitaalmarkt. Er zijn aan de uitvoering van de treasuryfunctie budgettaire gevolgen verbonden, onder meer afhankelijk van het risicoprofiel. Onder de treasuryfunctie valt niet het garanderen van en het verstrekken van leningen aan derden. Deze activiteiten vallen onder het desbetreffende programma. Voor de treasuryfunctie geldt een aantal spelregels, welke zijn opgenomen in de wet FIDO en het Treasurystatuut van de gemeenten Waalwijk. Wet FIDO ( beheersen van risico’s) De wet FIDO met bijbehorende ministeriële regelingen geeft een bindend kader voor de uitoefening van de treasury van openbare lichamen inzake: 1. Het uitsluitend t.b.v. de publieke taak aangaan van en verstrekken van leningen en het verlenen van garanties 2. Uitzettingen en derivaten dienen een prudent karakter te hebben, d.w.z. niet gericht zijn op het generen van inkomen door het lopen van overmatige risico’s. De wet FIDO is overigens gericht op het beheersen van vooral renterisico’s. Door middel van een tweetal objectieve instrumenten, te weten de kasgeldlimiet en de renterisiconorm wordt beoogd renterisico’s te begrenzen die verbonden zijn aan financiering d.m.v. korte schuld en lange schuld. Treasurystatuut Met de vaststelling van het treasurystatuut is in de praktijk een profiel geschapen waarbinnen gewerkt moet worden, waarvan de volgende doelstellingen zijn af te leiden: 1. Optimaliseren financiële logistiek: Omdat de inkomende en uitgaande geldstromen zelden gelijk zijn in termen van tijdstip en bedrag ontstaan er saldi die beheerst moeten worden. De financiële logistiek beoogt het zodanig stroomlijnen van de geldstromen binnen de organisatie dat: - de interne verwerkingskosten en externe kosten van het betalingsverkeer geminimaliseerd worden - de doelmatigheid gemeten naar snelheid, flexibiliteit en kosten zo groot mogelijk is 2. Verkrijgen en behouden van toegang tot financiële markten: Om de activiteiten van de organisatie blijvend te kunnen financieren dient de organisatie ervoor te zorgen dat te allen tijde de toegang tot de gelden kapitaalmarkt tegen acceptabele condities verzekerd is. De gemeenten worden als “triple A” gezien, waardoor er geen problemen zijn om financiële middelen aan te trekken. 3. Analyseren en beperken van financiële risico’s van de organisatie: - renterisicobeheer; beheersen van de risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid dat in de toekomst de rentelasten van het vreemd vermogen hoger respectievelijk


172

-

-

-

dat de renteopbrengsten van activa lager zullen zijn dat een bestuurlijk wenselijk geacht niveau, c.q. het in de meerjarenbegroting geraamde niveau kredietrisicobeheer; het beheersen van de risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid op een waardedaling van de vorderingspositie ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van verplichtingen door de tegenpartij koersrisicobeheer; beheersen van risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen intern liquiditeitsrisicobeheer; beheersen van risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitsplanning en meerjaren investeringsplanning waardoor de financieringskosten hoger kunnen uitvallen

Het begrotingsjaar 2006: Kasgeldlimiet: Voor de gemeenten is de kasgeldlimiet bepaald op 8,5 % van het totaalbedrag van de begroting. Voor het bedrag dat voortvloeit uit deze formule wordt jaarlijks met de BNG een zogenaamde “dienstverleningsovereenkomst” afgesloten. De provincie ziet toe op handhaving van deze norm. Geraamd is dat voor het bedrag dat als kasgeld mag worden onderhouden (het zogenaamde “korte” geld) niet meer behoeft te worden betaald dan 3½ %. Voor Waalwijk geldt dat circa € 10 miljoen bij wijze van kasgeld mogen worden aangehouden. Renterisiconorm: De renterisiconorm is bepaald op 20 % van de vaste schuld per 1 januari van enig jaar. In de praktijk komt dit er op neer dat per jaar 20 % van de leningportefeuille aan renteherziening mag zijn blootgesteld. Zoals uit de tabel “RENTERISICONORM EN RENTERISICO’S VAN DE VASTE SCHULD PER 1-1-2006” blijkt wordt, voor wat betreft de leningportefeuille, ruimschoots voldaan aan de norm. RENTERISICONORM EN RENTERISICO'S VAN DE VASTE SCHULD PER 01-01-2006 (Bedragen x EUR 1.000) 2006 2007 2008 2009 Renterisico op vaste schuld budget budget budget budget 1a. Renteherziening op vaste schuld o/g 0 0 0 0 1b. Renteherziening op vaste schuld u/g 0 0 0 0 2. Netto renteherziening op vaste schuld (1a 0 0 0 0 - 1b) 3a. Nieuw aangetrokken vaste schuld (o/g) 30.000 13.000 3.000 3.000 3b. Nieuw verstrekte lange leningen (u/g) 0 0 0 0 4. Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a - 3b) 30.000 13.000 3.000 3.000 5. Betaalde aflossingen 13.901 7.935 37.971 32.009 6. Herfinanciering (laagste van 4 en 5) 13.901 7.935 3.000 3.000 7. Renterisico op vaste schuld (2 + 6) 13.901 7.935 3.000 3.000 Renterisiconorm 8. Stand van de vaste schuld per 1 januari 9. Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage


139.661

155.760

160.825

125.854

20%

20%

20%

20%

173

10. Renterisiconorm Toets Renterisiconorm 10. Renterisiconorm 7. Renterisico op vaste schuld 11. Ruimte(+) / Overschrijding (-) (10 - 7)

27.932

31.152

32.165

25.171

27.932 13.901

31.152 7.935

32.165 3.000

25.171 3.000

14.031

23.217

29.165

22.171

Liquiditeitsplanning en financieringsbehoefte: Afgaande op de liquiditeitsplanning per medio juli 2005 moet voor de periode 2006 tot en met 2009 rekening worden gehouden met: - een financieringsbehoefte ter grootte van ongeveer € 30 miljoen over het jaar 2006 en € 13 miljoen in 2007; - een financieringsoverschot ter grootte van ongeveer € 15 miljoen in 2008 en € 16 miljoen in 2009 e.e.a. voornamelijk als gevolg van de verkoop van gronden. Het is bijzonder complex de juiste strategie te bepalen bij het aantrekken van geldleningen. Maatgevend is de liquiditeitsplanning. Deze is sterk gevoelig is voor allerlei wijzigingen, vooral voor mutaties in de meerjaren investeringsplanning. Met name de verkoop van bouwrijpe bedrijfsgronden is sterk afhankelijk van economische omstandigheden. Op dit moment wordt nagegaan met welke strategie op de beste wijze invulling gegeven kan worden aan dit onzekere financieringsvraagstuk. Overwogen wordt uit te wijken naar een flexibele rekening-courant faciliteit met derivatenconstructie voor een reeks van jaren (tot 2011). Met deze constructie, mits juist ingezet, worden kostbare mismatchen voorkomen die gemakkelijk kunnen optreden bij het reserveren c.q. aantrekken van vaste geldleningen in combinatie met de grote onzekerheden rondom de verkoop van bedrijfsgronden. Overigens is in de opzet meegenomen dat in januari 2008 weer de beschikking wordt verkregen over de vrijvallende middelen van de belegging bij ABN-AMRO, welke middelen dan kunnen worden ingezet om langlopende leningen mee af te lossen. De praktijk zal uitwijzen in hoeverre we er in slagen om de behoefte aan langlopende financieringsmiddelen, i.v.m. nieuwe investeringen en renteconversies, af kunnen dekken binnen het beoogde rentepercentage van 5 %, zoals geraamd in de nota van uitgangspunten voor 2006. Bij de samenstelling van de begroting is ervan uitgegaan dat, gelet op de omstandigheden op de kapitaalmarkt, door tijdig geld te reserveren (in najaar 2005) volstaan kan worden met 4% rente over aan te trekken gelden. Rente en rentevisie: De korte rente (looptijd < 1 jaar) en de lange rente (looptijd > 1 jaar) zijn de laatste jaren gestaag gedaald. Midden 2003 en vervolgens weer in midden 2005 was zelfs even sprake van historisch gezien zeer lage waarden. De laatste tijd zijn de tarieven weer enigszins aangetrokken. Thans (medio augustus 2005) bedraagt de lange rente bijna 3½% (10 jaar fixe) en de korte rente circa 2¼% (3 maands-kasgeld). Voor 2006 worden verder oplopende tarieven verwacht, doch e.e.a. is sterk afhankelijk van het herstel van de conjunctuur. Het is overigens gebruikelijk dat de korte rente lager is dan de lange rente. Afhankelijk van de marktomstandigheden en de –verwachtingen wordt een substantieel gedeelte van de financieringsbehoefte gedekt met kort geld. De werkzaamheden zullen er de komende periode op gericht worden om het renteresultaat zoveel mogelijk te optimaliseren. Het onderhouden van een liquiditeitsplanning, hetgeen een continu proces is, draagt hieraan bij.


174

Paragraaf 2.2.5 Bedrijfsvoering Planning en control De afgelopen jaren is veel energie gestoken in verbetering van de bedrijfsvoering. Qua instrumentarium zijn belangrijke stappen gezet maar een instrumentele benadering laat kwalen wel afnemen maar verhelpt ze niet structureel. Daarvoor is meer nodig. Een cultuur van zakelijkheid en ondernemerschap zijn voorwaarden om de bedrijfsvoering op een hoger peil te brengen. Hoewel ook in dit opzicht de afgelopen jaren verbeteringen tot stand gekomen zijn is op dit punt verdere aanscherping noodzakelijk. Aandacht voor de kwaliteit van de bedrijfsvoering als structureel en primair aandachtsveld van het management. In de sturingsmethodiek moeten waarborgen aangebracht worden voor deze structurele aandacht en het management dient er structureel op aangesproken te worden. In de beoordeling van het management zal de bedrijfsvoering meer accent krijgen. De beoordelingsgesprekken dienen daarop gericht te worden en bedrijfsvoering zal als een zwaarwegend resultaatgebied gelden. In het P&O-beleid zijn daar inmiddels aanzetten voor gegeven. Ook de doelmatigheid van de bestedingen zal daarbij betrokken moeten worden. Het beginsel “afspraak is afspraak” zal sterker in de cultuur van de organisatie verankerd moeten worden door elkaar zakelijk aan te spreken op voortgang en realisatie. Het college spreekt de algemeen directeur en het managementteam aan, de algemeen directeur spreekt de sectordirecteuren aan, de sectordirecteuren de afdelingshoofden en de afdelingshoofden de medewerkers. Dat gaat volgens een vast stramien. Iedereen weet: ik spreek iets af en ik moet mij daar regelmatig voor verantwoorden. Ook belangrijke aandachtspunten voor de komende jaren zijn: • • • •

het beschrijven van de bedrijfsprocessen waarbij bijzondere aandacht gegeven zal worden aan het beschrijven van het investeringsproces; het toewerken naar de zichzelf controlerende organisatie, hetgeen inhoudt dat in de beschrijving van de verschillende bedrijfsprocessen/productieprocessen geborgd wordt dat risico’s op fouten zoveel mogelijk uitgesloten worden; het dusdanig inrichten van de product en programmabegroting dat het veel meer dan nu mogelijk wordt te sturen op output en kengetallen en bedrijfsnormen; het verbeteren van het kostenbewustzijn door met minimale kosten het maximale effect te bereiken en verder door consequent te werken met voorcalculaties en nacalculaties.

Planning en tijdschrijving Met ingang van 2005 wordt voor de urenverantwoording gebruik gemaakt van de software van Big Ben als vervanger van het Augeo planningpakket. In 2005 is door de raad de nota kostentoerekening vastgesteld, volgens welke uitgangspunten de ramingen van apparaatskosten in de begroting 2006 tot stand zijn gekomen. In de nota is aangegeven tot welke gevolgen de gewijzigde systematiek van het toerekenen van kosten leidt. In voorkomende gevallen wordt dit bij de afzonderlijke hoofdstukken van de programmabegroting nader toegelicht. Interne controle Sinds 2004 is de interne-controlefunctie (1,5 fte) bij de concernstaf ondergebracht. De Interne Controle werkzaamheden omvatten beleidsontwikkeling, advisering en de controle van processen, ten einde een betrouwbaar oordeel te kunnen geven omtrent de bedrijfsvoering, de administratieve organisatie en de waarborging van de juistheid,


175

rechtmatigheid en volledigheid van de verantwoorde kosten en opbrengsten van de gemeente Waalwijk. De accountant maakt hiervan gebruik bij zijn externe controle. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat de werkzaamheden van IC primair ten dienste staan van de bedrijfsprocessen. Over de jaren 2003, 2004 en 2005 is een ruim aantal processen in de IC betrokken. Vanuit de bevindingen en aanbevelingen op het gebied van IC, zijn intern verbeterplannen opgesteld. Per kwartaal wordt gerapporteerd aan MT en het College van B&W. Deze rapportages bevatten enerzijds de resultaten, bevindingen en aanbevelingen vanuit interne controle, en anderzijds de voortgang van de verbetermaatregelen in de betreffende processen. Het College hecht eraan, dat de verbeterplannen conform de planning uitgevoerd worden. Voor de periode juni 2005 tot en met mei 2006 is een geactualiseerd Kaderplan Interne Controle met capaciteitsplanning opgesteld en door het College vastgesteld op 26 juli 2005. Dit kaderplan met planning is vooraf met Deloitte Accountants afgestemd, opdat o.a. de processen, die door Deloitte aan externe controle onderworpen worden bij de interimcontrole in het najaar en de jaarrekeningcontrole in het voorjaar, door IC reeds beoordeeld zijn. In dit plan zijn grotendeels dezelfde belangrijke processen opgenomen. De controlefrequentie wordt soms naar beneden bijgesteld, omdat uit ervaring reeds gesteld kan worden, dat een hoge frequentie niet altijd wenselijk is en in een kort tijdsbestek weinig nieuwe gegevens oplevert. Daarnaast wordt een aantal processen de komende tijd voor het eerst in de IC betrokken. Ook de rechtmatigheidstoets zal vanaf 2005 in elk onderzoek uitgevoerd worden. Bij elk te controleren proces zullen twee vragen beantwoord moeten worden: 1. Zijn er onrechtmatigheden uit de IC gebleken (deelwaarnemingen etc.)? 2. Is de rechtmatigheid in het proces gewaarborgd? M.a.w. zijn er binnen het proces voldoende controles ingebouwd met aandacht voor het handelen conform weten regelgeving? Naar aanleiding hiervan zullen vervolgens aanbevelingen gedaan worden om de rechtmatigheid in de processen te waarborgen. Sinds januari 2005 worden door de organisatie-analist van de afdeling P&O procesbeschrijvingen opgesteld, waarbij ook IC-adviezen betrokken worden. Het totstandkomen daarvan resulteert voor IC in een steeds duidelijker toetsingskader. Dit zal in 2005 en 2006 leiden tot een verder ontwikkelde zelfcontrolerende organisatie van de gemeente Waalwijk.


176

Personeel en organisatie Wat willen we bereiken? Doel is het realiseren van een adequate organisatie, een planmatige kwalitatieve en kwantitatieve personeelsbezetting, werkend met eigentijdse arbeidsvoorwaarden en toegerust om de taken nu en in de toekomst te verrichten. Uitgangspunten hierbij zijn beheersing van de primaire processen, integraal management met universele basiswaarden: samenwerken; open houding; consistent en verbeteringsgericht. De organisatie zal zich op middellange termijn ontwikkelen in de richting van een resultaatgerichte en vraaggestuurde organisatie waarin de klant respectievelijk delen van de samenleving centraal staan. Daarmee tevens vorm gevend aan de eigen ambities. Belangrijkste prioriteiten binnen het P&O-beleid voor de komende jaren zijn: 1. Een organisatieontwikkelingsbeleid gericht op bovenstaande doelstelling. 2. Verdere implementatie van sturing op resultaten en bijbehorende kennis en houding/gedrag. 3. Verdere uitwerking opleidingsplannen 4. Uitwerking geven aan begrip "integraal management" en implementeren. 5. Beleid omtrent management-ontwikkeling verder uitwerken en implementeren. 6. Betrouwbare managementinformatie plus goede en eenduidige uitvoering van de basale beheersprocessen. 7. Instandhouding van een arbeidsvoorwaardenbeleid dat voldoende aansprekend is voor zowel de te verwerven als zittende medewerkers. Relevante beleidsnota’s / informatie • • • • •

Visiedocument organisatie ontwikkeling Kadernotitie p&o beleid Instrumenten competentiemanagement, functionerings-/beoordelingsgesprekken en opleidingsplan. Beleidsverklaring arbo en arbojaarplan 2005/6 Masterplan Digitalisering en projectplanning daarvan.



177

Prioriteiten

Kwalitatieve doelstelling Implementatie van het competentie-management met verankering in de bedrijfsprocessen en gericht op realisatie van de visie op de organisatie-ontwikkeling.

Kwantitatieve doelstelling Normatieve competentieprofiele n voor 100 % van de functies vast gesteld. implementatie fubeo.

Activiteiten 2006

Doel, definitie, organiek niveau, verantwoordelijkheden en bevoegdheden geduid. Management is gefaciliteerd om haar rol ter uitvoering van het visiedocument te vervullen

Duidelijkheid terzake voor betreffende functionarissen Hoger- en middenmanagement zijn gefaciliteerd.

Discussie organiseren binnen MT, staven, College en OR.

Opleidingsplan

Strategische opleidingsniveau geduid

Aanzet gemaakt met persoonlijke opleidingsplannen.

Leeftijdbewust personeelsbeleid

HR beleid/instrumenten zijn effectief gedifferentieerd afgestemd op doelgroeppen

Organisatieontwikkeling

Werkprocessen zijn beschikbaar

Arbeidsvoorwaarden beleid

Concurrerend/aansprekend, met accent op ontwikkelmogelijkheden. Pakket helder en toegankelijk voor de meest voorkomende thema’s.

verzuimbeleid

Oorzaken verzuim in het werk/werkomstandigheden gelegen opsporen en minimaliseren.

Max. 5 % verzuim in 2006; Meldingsfrequentie van 1,6 (2003) naar 1.4 in 2006.

Uitvoering arbojaarplan 2005/6.

Beleidsverklaring meer gerealiseerd..

Realisatie arbojaarplan conform gestelde prioriteiten.

HRM beleid

Integraal management

Managementontwikkeling


Bijdrage aan programma digitalisering geleverd Pakket ontsloten via Intranet. Afgestemd op doelgroepen o.b.v. levens/arbeidsfase.

Maken normprofielen met leiding en helpen bij duiden resultaatgebieden op individueel niveau t.b.v. fubeo gesprekken.

Pakket facilteiten op basis van brede discussie met management beschikbaar maken. Implementatie methodiek opleidingsplan. Uitwerking van HR beleid en instrumenten gericht op behoefte per doelgroep Analyseren en vastleggen processen

Realiseren ontwikkelingsmogelijk -heden, voortkomend uit toepassing van competentiemanagement. Meer sturing op frequent kortdurend verzuim. Inrichten maatwerkoplossing: Preventiemedewerker en contract bedrijfsarts. Voortgangsbewaking WvP operationeel maken. Realiseren aan p&o toegewezen knelpunten. Ondersteuning bieden aan overige probleemeigenaren.

178

Documentaire informatievoorziening Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect Snelle, tijdige en volledige informatievoorziening. Voorwaarde hiervoor is dat een belangrijk onderdeel van alle processen in de gehele organisatie, de informatievoorziening, geen beperkingen ondervindt: alle documentaire informatie moet goed toegankelijk en beheersbaar zijn. In het kader van het Programma Digitaliseren zal de komende jaren het accent steeds meer komen te liggen op een digitale informatievoorziening. Relevante beleidsnota’s /informatie 1) 2) 3) 4)

Kwaliteitstraject cluster DIV, akkoord door MT op 8 april 2003 Besluit informatiebeheer, 3 februari 2004 Herinrichting taken cluster documentaire informatievoorziening, juli 2005 Inventarisatie achterstanden cluster DIV, zomer 2005


Prioriteiten - Projectenplan ontsluiten van analoge informatie / inventarisatie achterstanden cluster DIV - Programma digitaliseren, met name het deelproject Aanschaf en implementatie Document Management Systeem (DMS)

Kwalitatieve Doelstelling 1) Het bereiken van een informatievoorziening waarbij de cluster DIV als centraal aanspreekpunt fungeert op het gebied van documentaire informatie, zowel analoog als digitaal 2) Toewerken naar consulentschap documentaire informatie 3) De organisatie is bekend met de geldende procedures op het gebied van Documentaire Informatievoorziening 4) de juiste informatie is op het juiste moment op de juiste plaats digitaal beschikbaar


Kwantitatieve Doelstelling 1) Het wegwerken van bestaande achterstanden volgens het vastgestelde schema 2) Verder opzetten Documentair Structuur Plan 3) Onderhoud Besluit Informatiebeheer

Activiteiten 2006 1) Beheren dynamisch en semistatisch archief 2) Vernietigingsserie 2005 afvoeren 3) Wegwerken operationele achterstanden 4) Evaluatie van de werkzaamheden in de gewijzigde functies 5) verder vormgeven aan het onderhoud Besluit Informatiebeheer 6) Deelproject Aanschaf en Implementatie DMS 7) Bijdrage aan het project WFM van Programma Digitaliseren

179

ICT Ontwikkelingen Wat willen we bereiken? Doelstellingen / beoogd maatschappelijk effect •

Het bevorderen van een transparante, beheerste en slagvaardige inzet van ICT die aansluit bij de huidige organisatie en die de door haar gehanteerde werkwijze ondersteunt. Daarbij worden de ICT-voorzieningen op zodanige wijze ingericht dat flexibel ingespeeld kan worden op toekomstige (organisatie)ontwikkelingen en een nieuwe werkwijze (front-, mid- en back-office, regieorganisatie).

•

Het garanderen en waarborgen van de beschikbaarheid van de ICT infrastructuur met een acceptabele performance. Daarnaast een goede gebruikersondersteuning bij het gebruik van de kantoorautomatisering en algemene gebruikers software.

Gestreefd wordt naar een beheersarme en uniforme ICT-omgeving, die flexibel wordt ingericht zodat organisatieontwikkelingen blijvend kunnen worden ondersteund. Dit wordt mede bereikt door daar waar mogelijk gebruik te maken van bewezen technologieën en open standaarden. Hierdoor wordt de afhankelijkheid van leveranciers verminderd. Door deze uniforme inrichting van de ICT infrastructuur wordt de continuïteit daarvan beter gewaarborgd. Specialistische kennis kan eenvoudiger worden verkregen en tegen concurrerende tarieven. Door te kiezen voor de juiste applicatie (software) architectuur kan worden volstaan met eenvoudige en beheersarme ICT werkplekken. Bij de selectie van software wordt de applicatiearchitectuur gevolgd van de marktleiders en wordt maatwerk gemeden. Een en ander maakt samenwerking eenvoudiger. Voor het gemeentelijk ICT-beleid in de komende drie jaren streven wij binnen de mogelijkheden van de geldende technologieën en met gebruikmaking van systemen die elders hun waarde bewezen hebben de volgende doelen na: a) Het digitaal beschikbaar hebben van alle processen en producten; intern beschikbaar via het intranet en extern via internet; b) Een digitale fronten backoffice; c) Een digitaal klantvolgsysteem, dat ook door burgers via het internet raadpleegbaar is, waarbij de klantgegevens voor de geautoriseerde raadplegers integraal beschikbaar zijn; d) Het digitaal beschikbaar hebben van passende stuurinformatie voor ieder niveau in de gemeentelijke organisatie; e) Een optimale informatievoorziening voor de gemeenteraad. Deze ICT-visie ondersteunt de gewenste organisatieontwikkeling. Doel is dat de klantgerichtheid verbetert, producten en diensten sneller en beter worden geleverd en dat de klanten (inwoners, instellingen en bedrijven van Waalwijk) door de digitalisering tijd- en plaats onafhankelijk over deze producten en diensten kunnen beschikken. Dit betekent dat klanten 24 uur per dag, van achter een PC die zich waar dan ook kan bevinden, bij de gemeente terecht kunnen voor informatie en geleidelijk aan zich ook de gang naar het gemeentehuis kunnen gaan besparen: men kan zelf de benodigde formulieren via de computer invullen en de benodigde bijlagen via e-mail of via de gemeentelijke website indienen. Verder kan men de voortgang van de afhandeling van de aanvraag via de computer volgen (te vergelijken met het volgen van een via internet gedane bestelling) en de producten via het internet geleverd krijgen (transactiediensten). Ook zal men – uiteraard alleen voor de eigen gegevens daartoe geautoriseerd – inzicht kunnen krijgen in de zelf aan de gemeente langs digitale weg beschikbaar gestelde


180

gegevens en men zal hiernaar (mits de omstandigheden ongewijzigd zijn) kunnen verwijzen bij toekomstige aanvragen. Dit voorkomt thans bestaande ergernissen, omdat burgers telkens weer al eerder verstrekte gegevens opnieuw beschikbaar moeten stellen. Voor de interne gemeentelijke organisatie zal een verdergaande digitalisering o.a. betekenen dat de ingekomen post gescand zal gaan worden. Daarmee zal zich een digitaal dossier gaan vormen, hetgeen digitaal gearchiveerd zal worden. Het digitale dossier zal zowel op persoonsniveau als op zaaksniveau terug te vinden zijn. Door de ambtelijke organisatie zal zo sneller over informatie beschikt worden. Zoektijden zullen afnemen en de efficiency zal toenemen. Hierdoor zullen onze klanten sneller bediend worden, door – op termijn – minder medewerkers. Naast een betere externe dienstverlening geldt derhalve als doelstelling, het verbeteren van de efficiency binnen de organisatie. Deze zal overigens ook toenemen, wanneer we in staat zullen zijn om de door de burgers zelf via elektronische weg ingevulde formulieren automatisch in de gemeentelijke computersystemen in te lezen. Voor de gemeentelijke organisatie betekent de verdergaande digitalisering ook, dat werkprocessen zullen worden gestroomlijnd en dat naast de post ook alle subject- en objectgerichte (geografische) informatie digitaal beschikbaar komt (bijvoorbeeld digitale bestemmingsplannen). Relevante beleidsnota’s / informatie: -

Vervolgrapportage OpMaat (Raad oktober 2002) ICT Investeringsplan (Raad januari 2003) Vervolgrapportage Actie OpMaat (juni 2003) ICT Beleidsvisie (Raad juni 2004) Masterplan Programma Digitaliseren (Januari 2005) ICT-vervangingsplan (2de helft 2005)


181

Front- Mid- en Back Office Vragen van onze klanten zullen via verschillende kanalen binnenkomen. Dit zijn: baliecontacten, brieven, faxen, telefoontjes, e-mail, formulieren via de website www.waalwijk.nl. Gezamenlijk vormen deze kanalen de gemeentelijk front-office. Dit is dus meer dan de gemeentelijke loketten. Alle vragen dienen – in digitale vorm – opgenomen te gaan worden in een documentair informatiesysteem, waarvan onderdeel uitmaakt een zogenaamd werkstroom (-flow) systeem. Hiermee kan vooraf worden bepaald hoe een aanvraag (door wie en binnen welke termijn) behandeld dient te worden. In een dergelijk systeem wordt ook vooraf de wijze van archivering bepaald. Omdat alle documenten digitaal beschikbaar zijn zal informatie zowel op zaaksniveau als op klantniveau zeer snel beschikbaar zijn. Het documentinformatie- / werkstroomsysteem vormt mede voor de operationele, transactiegerichte processen het hart van de zogenaamde midoffice . 1 Het zal gekoppeld worden aan de front-office (de pakketten die aan de balies worden gebruikt en de website) en aan de back-office. In de back-office wordt eveneens gebruik gemaakt van verschillende softwarepakketten. Voorbeelden hiervan zijn: het financiële systeem t.b.v. de financiële administratie, het IBOR-systeem met gegevens over de gemeentelijke infrastructuur, het Planonsysteem t.b.v. het gebouwenbeheer, etc. Wij verzekeren u, dat we niet zelf het wiel zullen gaan uitvinden. Op het moment dat de relevante keuzes gemaakt zijn zullen wij aansluiting zoeken bij initiatieven die dezelfde keuzes hebben gemaakt en daarmee de beschikbare middelen zo goed mogelijk inzetten. De effecten voor de organisatie van deze operatie zullen groot zijn. Medewerkers zullen op een nieuwe manier toegang krijgen tot de informatie die zij nodig hebben voor hun werk. Ook zullen werkwijzen veranderen. Over 2 jaar moet echter de gehele organisatie “digitaal werken”. De hiervoor beschreven ICT-visie noemt de richting voor de gemeentelijke organisatie om te komen tot een betere dienstverlening. Wij verstaan echter meer onder het begrip digitaal vriendelijke gemeente. Naar onze mening heeft de gemeente ook een rol om initiatieven vanuit de samenleving op ICT-terrein (mee) te bevorderen en zelf waar mogelijk initiatieven te nemen. Daarbij kan het gaan om initiatieven op tal van terreinen: infrastructuur, bevordering internetgebruik, faciliteren experimenten nieuwe ICTtoepassingen, etc. Zoals gezegd ondersteunt de ICT-visie de in gang gezette organisatieontwikkeling. De aanleiding voor de ICT-visie is dan ook de behoefte van de organisatie te groeien naar een “klantgefocuste” instelling gebaseerd op een Front- en Back Office model. Programma Digitaliseren realiseert de digitale ambities Om het bovenstaande te realiseren is begin 2005 het Programma Digitaliseren opgezet. Onder het programma zijn alle projecten samengebracht die de gewenste organisatieverandering en de daarbij benodigde ICT-ondersteuning dient te realiseren. In 2006 worden de activiteiten van het programma Digitaliseren voortgezet. Waarbij in 2005 de kaders zijn gedefinieerd, concepten zijn bepaald en uitgewerkt en de benodigde ICT-componenten zijn aanbesteed, zal in 2006 de nadruk liggen op continueren van de realisatie van de ICT-visie. 1

In de midoffice bevindt zich ook het gegevensmagazijn, waaruit op willekeurige wijze informatie gehaald kan worden. Zowel om de klant zo goed mogelijk te informeren, als voor het formuleren van beleid. Denk daarbij aan informatie die zich bevindt in pakketten die worden gebruikt voor het beheer van de openbare ruimte, gemeentelijke gebouwen, WOZ-gegevens, milieu-informatie, het GBA, etc. Programmabegroting 2006 gemeente Waalwijk

182

De reikwijdte van het programma Digitaliseren is in onderstaande tabellen gedetailleerd.

Projectnaam Processen beschrijven

Workflow Management systeem (WFM) Internet / Intranet

Document Management systeem (DMS) Gegevens magazijn

Technische Infrastructuur en Back Office Integratie

Organisatorische en personele wijzigingen

Projectnaam Informatievoorziening Gemeenteraad

Flexiweb Melddesk BOR Archief: Beeld-archiveringsapplicatie

Fysieke Front / back Office

Management Informatie tool Communicatie

Doel Het beschrijven van processen op een methodische wijze en het aanleveren van proces-flows en documentatie om het workflow systeem in te richten en geoptimaliseerde processen te implementeren De implementatie van een WFM systeem op basis van beschreven processen in samenwerking met de projecten processen beschrijven en DMS De implementatie en inrichting van een website-beheersysteem met als doel om een digitale front office voor zowel medewerkers, burgers / bedrijven en raadsleden op te leveren De implementatie van een Document Management systeem en de procedurele invoering binnen de organisatie in samenwerking met de projecten processen beschrijven en WFM De inrichting, ontsluiting en implementatie van het gegevensdatabase (een database waarin alle bedrijfsinformatie geconsolideerd is) ten behoeve van informatievoorziening aan medewerkers, raad en burgers via de (digitale) front office Het inrichten van een technische infrastructuur en het verzorgen van integratie van front office systemen met back office systemen. Het uitgangspunt moet zijn om te komen tot een homogene beheersituatie (“één systeem”) waarbij gestreefd wordt naar open standaarden en een generieke interface architectuur Het opstellen van kaders waarbinnen de verwachte consequenties van het programma dienen te blijven en het ondersteunen bij de implementatie van organisatieveranderingen en het doorvoeren van wijzigingen in functies

Doel Het middels de systemen die in het programma worden geïmplementeerd voorzien van informatie aan de gemeenteraad Het via de front office beschikbaar stellen van geografische en vastgoed informatie Het via een front office aanbieden van een melddesk voor beheer openbare ruimte Het via de digitale frontoffice aanbieden van foto- en beeldmateriaal waarbij tevens de integratie met www.archieven.nl dient te worden verzorgd Het inrichten van een fysieke front en back office. Dit project verzorgt de fysieke inrichting van de organisatie Het implementeren van een analyse tool voor management informatie (“dashboard”) en data-analyse Het informeren en communiceren rondom het programma


183

Wat gaan we daarvoor doen? Programma Digitaliseren

1. Een klantgerichte organisatie op te bouwen, waarbij de focus ligt op verbeterde dienstverlening aan de klant 2. Het verbeteren van de interne efficiency van de gemeentelijke organisatie. Dit ten behoeve van doelstelling 1 en ten behoeve van de interne dienstverlening. Een en ander zal leiden tot kortere doorlooptijden en duidelijkheid (producten kunnen eenvoudiger en sneller worden betrokken) voor de klant en minder kosten voor de organisatie (kans op fouten wordt verkleind en mensen en middelen worden efficiënt ingezet).

Het inventariseren en prioriteren van processen (aan de hand van producten en diensten en interne werkprocessen) om deze te beschrijven en (waar nodig) te optimaliseren. Het implementeren van de processen inclusief de ondersteunende infrastructuur (organisatieinrichting, workflow management systeem, document management systeem, personele consequenties, gegevensmagazijn, technische infrastructuur en digitale frontoffice).

ICT Vervangingsplan uitvoeren

Inzichtelijk maken van bij I&A onder beheer zijnde soft- en hardware in een dynamisch onderhouds(vervangings)plan, waarbij is aangegeven binnen welke termijnen bepaalde soft- en hardware moet worden vervangen om de continuïteit van de bedrijfsvoering te kunnen waarborgen en welke financiele middelen hiervoor beschikbaar zijn. - Een goed ingerichte en stabiele ICTinfrastructuur, waardoor de continuïteit van de bedrijfsvoering gegarandeerd kan worden. - Opheffen van knelpunten in de huidige technische infrastructuur, incl. de te nemen maatregelen .

Het bieden van een meerjaren perspectief (2005-2009) van de termijnen waarin de soft- en hardware moet worden vervangen en van de daarvoor beschikbare middelen.

ICT Investeringsplan uitvoeren

- Opheffing in 2006 van de nog resterende knelpunten. - De geconstateerde problemen komen daarna niet meer voor.


Eerste helft 2006: Het continueren van het optimaliseren van de processen die beschreven zijn in het project “processen beschrijven”. Dit zijn er in januari 2006 15 en dit aantal zal in de loop van het jaar uitgebreid worden tot 30. - Het continueren van het uitbouwen van de digitale dienstverlening - Het continueren van het realiseren van de digitale Front Office - De implementatie van een DMS, WFM en Gegevensmagazijn Tweede helft 2006: - De realisatie van een gesloten Fronten Back Office systeem (systeem integratie - technisch koppelen Front Office aan Back Office) Het incorporeren van het raadsinformatie systeem in de nieuwe architectuur - Het realiseren van een digitaal beeldarchief - Het realiseren van een management informatie systeem - Het aanbieden van een 30 tal processen via de (Digitale) Front Office Uitvoering geven aan het I&A Jaarplan 2006. In dit plan is het totaal aan (vervangings)-investeringen van harden software en de daarbij horende implementatiekosten inzichtelijk gemaakt. Jaarplan 2006

Uitvoering van de resterende maatregelen uit Ring 2 Servers (gedeeltelijk al uitgevoerd in 2003 en 2005) en Ring 3, Werkplekken en randapparatuur. Enkele maatregelen daaruit zijn: - concentreren server-functies - inrichten testomgevingen - inzetten beheertools t.b.v proactief/preventief beheer - opname alle PC’s (ook die van de sublocaties) in het netwerk - Het voltooien van het Server Based Computing project waarmee computer gebruikers de beschikking krijgen over centraal geïnstalleerde applicaties

184

Paragraaf 2.2.6 Verbonden partijen A.

Wettelijk kader •

Gemeentewet

Artikel 160; tweede lid: Het college besluit slechts tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maarschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. Het besluit wordt niet genomen dan nadat de raad een ontwerp besluit is toegezonden en hij zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college heeft kunnen brengen. •

Wet FIDO

Uitzettingen in de vorm van aandelen zijn uitsluitend toegestaan indien daarmee een publiek belang gediend wordt. •

Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV)

Hoofdstuk 1 artikel BBV bepaalt hetgeen moet worden verstaan onder een verbonden partij. Hoofdstuk I Algemene bepalingen; artikel 1: In dit besluit wordt verstaan onder verbonden partij: Een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft; In dit besluit wordt verstaan onder financieel belang: Een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat, onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. In dit besluit wordt verstaan onder bestuurlijk belang: Zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur, hetzij uit hoofde van stemrecht.

Er dient dus sprake te zijn van én een bestuurlijk belang én een financieel belang. Gewoonlijk is geen sprake van een verbonden partij als er uitsluitend een subsidieverhouding bestaat. Subsidies zullen in geval van faillissement wellicht verhaalbaar zijn. Wanneer de gemeente zich echter garant stelt voor een gesubsidieerde instelling, is wel sprake van een financieel belang.


185

B.

Overzicht verbonden partijen van de gemeente Waalwijk

Naam instelling / relatie met programma Intergas NV Programma III Hoofdstuk 3

Aard activiteit en financiering

Bestuurlijke betrokkenheid

Ontwikkelingen / risico’s

Het leveren van gas, elektriciteit en aanverwante producten. Boekwaarde aandelen € 23.000 Jaarlijks dividend € 70.000

Aandeelhouder als rechtsopvolger van de voormalige gemeente Waspik

Brabant Water NV Programma III Hoofdstuk 3

Het leveren van water. Boekwaarde aandelen € 204.000 Jaarlijks dividend € 15.000

Aandeelhouder

Als gevolg van de liberalisering van de energiemarkt slankt Intergas haar eigen organisatie af en richt zich op de sterke kanten als energieleverancier. Intergas heeft aangegeven dat één van de uitgangspunten is om de eigenaren een tenminste gelijk dividend te blijven vergoeden. In 2005 zijn leveringsactiviteiten verkocht aan het Deense bedrijf Dong en als gevolg daarvan is een interim dividend uitgekeerd van voor Waalwijk bijna € 600.000. Gefuseerde maatschappij die sterk in de markt staat.

NV PNEM / ESSENT Programma III Hoofdstuk 3

Het leveren van elektriciteit, kabelsignalen en aanverwante producten. Boekwaarde aandelen € 11.000 Jaarlijks dividend € 20.000 Het leveren van bancaire diensten. Boekwaarde aandelen € 66.000 Jaarlijks dividend € 60.000

Aandeelhouder

Sterk concurrerende markt met daaraan verbonden risico’s.

Aandeelhouder

Bouwfonds NV Programma II Hoofdstuk 5

Bevorderen van eigen woningbezit in alle Nederlandse gemeenten.

Aandeelhouder

Hypotheekfonds Noord-Brabant Programma II Hoofdstuk 5

Oorspronkelijk het bevorderen van eigenwoningbezit in gemeenten in Noord-Brabant. Nu slechts nog het blijven instaan voor verplichtingen die niet zijn overgegaan naar Bouwfonds Nederlandse Gemeenten. In die zin is dit een slapende regeling.

Lid Algemeen Bestuur aangewezen door raad.

Grootboek Nationale Schuld / GIMZ / Oude mannenhuis / legaat Van Cooth / Programma III Hoofdstuk 3

Aandeelhouder Het gaat om relatief geringe deelnemingen en dito jaarlijkse uitkeringen. Boekwaarde deelnemingen in totaliteit € 90.000 met een jaarlijkse vergoeding van € 2.600.

Nauwelijks concurrentie op het terrein van dienstverlening aan lagere overheden en non profit instellingen. Staat sterk in de markt. Zware economische achteruitgang, waardoor burgers niet meer aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Verliezen op hypothecaire leningen waarop gemeentegarantie is verstrekt, worden in geval van executie of onderhandse verkoop vergoed door de gemeente waarin het betreffend onroerend goed is gelegen. Risico te verwaarlozen gezien de beperkte omvang.

IZA Nederland Hulpkostenplaats Algemene personeelskosten

Publiekrechtelijke zorgverzekering voor ambtenaren. Deelnemers en publiekrechtelijke lichamen (als werkgever) betalen bijdragen.

BNG Programma III Hoofdstuk 3


Mede-eigenaar

Als gevolg van het per 1 januari 2006 in te voeren nieuwe zorgstelsel, eindigt het IZA in de huidige vorm.

186

Naam instelling / relatie met programma Regionale Brandweer / Oefencentrum brandweer / C 2000 / GMK Programma I Hoofdstuk 3

GGD / JGZ Programma I Hoofdstuk 8

GHOR Programma I Hoofdstuk III

WML Programma I Hoofdstuk 8

ISD Programma I Hoofdstuk 8

ROM Hulpkostenplaats Algemene Organisatiekosten

Centrum voor muziek en dans Programma I Hoofdstuk 7

Onderwijsbegeleidingsdienst (SOM) Programma I Hoofdstuk 5




Van elke ontwikkeling wordt de raad separaat op de hoogte gesteld, tenminste 2 x per jaar bij behandeling van begroting en jaarrekening van de betreffende regelingen. In 2003 is de meldkamer in Tilburg operationeel geworden en in 2004 en 2005 verder uitgebouwd. Begroting en Lid Algemeen Het leveren van een bijdrage aan de jaarrekening worden aan Bestuur openbare gezondheidszorg. aangewezen door de raad voorgelegd. Financiering middels bijdragen De vraag mag gesteld raad. deelnemende gemeenten, worden in hoeverre nog ziektekostenverzekeraars en sprake is van particulieren. aanvaardbare kosten? De GHOR maakt per 01Het bewerkstelligen van een doelmatig Lid Algemeen 01-2005 onderdeel uit Bestuur georganiseerde en gecoördineerde aangewezen door van de Veiligheidsregio hulpverlening op het terrein van samen met brandweer en raad. geneeskundige hulp. Met name bij politie. Één begroting, ongevallen en rampen (GHOR) en de één jaarrekening die Centrale Post Ambulancevervoer (CPA) beiden worden behandeld door de raad. Er is sterke Lid dagelijks Integrale uitvoering WSW alsmede bestuur vanuit het afhankelijkheid van activiteiten op het vlak van rijksbeleid m.b.t. college. Lid arbeidsreïntegratie en aangepaste algemeen bestuur financiering. De omzet is arbeid. afhankelijk van vanuit en Financiering door rijkssubsidie, aangewezen door economische bedrijfsopbrengsten en gemeenten. ontwikkelingen. Het de raad. samenwerkingsverband vraagt om transparante verhoudingen. Er is een sterke Lid dagelijks De efficiëntie en effectiviteit van de bestuur vanuit het afhankelijkheid van uitvoering sociale zekerheid en rijksbeleid m.b.t. college. Lid arbeidstoeleiding vergroten. De algemeen bestuur financiering. De kwetsbaarheid in de uitvoering uitvoering van de vanuit en verkleinen en de continuïteit en aangewezen door wettelijke regelgeving kwaliteit van dienstverlening gaat sterk gepaard met de raad. waarborgen. Het beter in kunnen economische spelen op gewijzigde omstandigheden. ontwikkelingen. Risico vormt het mogelijk Lid Algemeen Het vorm geven van samenwerking wegvallen of tekort Bestuur tussen deelnemende gemeenten en het afleggen van verantwoording over aangewezen door schieten van geldstromen van derden. raad. de besteding van subsidiegeleden die door andere overheden met het oog op de samenwerking worden toegekend. Er vindt een heroriëntatie Geven van muziek- en dansonderwijs. Lid dagelijks Er is een subsidierelatie en een relatie bestuur vanuit het plaats op de toekomst van het CMD. verhuurder - huurder. college. Lid algemeen bestuur vanuit en aangewezen door de raad. Wijziging van de Wet Ondersteuning van de basisscholen op Regeling het terrein van zogstructuur, Schoolbegeleiding, taalbeleid, leerlingbegeleiding. hetgeen gevolgen kan hebben voor de kwaliteit van professionele ondersteuning. Een zo doelmatig mogelijk georganiseerde en gecoördineerde preventieve en repressieve brandbestrijding en hulpverlening bij ongevallen en rampen bewerkstelligen. Een gemeenschappelijke meldkamer t.b.v. brandweer, politie, GGD en GHOR.


Lid Algemeen Bestuur aangewezen door raad.

187

Naam instelling / relatie met programma RKC Programma II Hoofdstuk 7




Huurder van het gemeentelijk stadion. Huurinning maandelijks op basis van het afgesloten contract.

Raadslid als toezichthouder toegevoegd aan het DB van RKC.

Risico ten bedrage van boekwaarde mocht RKC niet meer aan de financiële verplichtingen kunnen voldoen. Een herontwikkeling van de locatie zou het verlies kunnen beperken.

Parkmanagement Waalwijk Programma II Hoofdstuk 7

Mede realiseren van Haven VII en revitaliseren van Haven I-VI conform afgesloten overeenkomst. Financiering activiteiten Parkmanagementorganisatie vanuit Fonds Parkmanagement, gevoed vanuit exploitatie Haven VII.

Eén wethouder en een voormalig wethouder namens de gemeente in de Raad van Commissarissen.

Risico door direct verband tussen exploitatie haven VII en de beschikbare middelen voor parkmanagement. Grote tegenvallers zouden negatieve gevolgen kunnen hebben voor beschikbare middelen parkmanagement. Hiervan is op dit moment geen sprake.

Waarborgfonds eigen woningen en waarborgfonds sociale woningbouw Programma II Hoofdstuk 5

Geen directe De gemeente is deelnemer. Optreden bij betalingsachterstanden van burgers vertegenwoordigi ng in bestuur. op woningen met gemeentegarantie. Financiële controle op corporaties a.g.v. generieke achtervang.

Stimuleringsfonds volkshuisvesting Programma II Hoofdstuk 5

Het uitgeven van laagrentende leningen aan derde partijen als trigger voor volkshuisvestingstaak en product starterslening. Investeringsbudget staat nu grotendeels uit, komt de komende jaren weer terug en zal opnieuw worden uitgezet voor de volkshuisvestingstaak.


Geen directe vertegenwoordigi ng in bestuur.

Zware economische achteruitgang.

Geen risico. Investeringsbudget kan niet worden overschreden. Komende jaren is inzet vooral gericht op de woonzorgontwikkeling.

188

2.2.7 Grondbeleid 2.2.7.1 Grondbeleid Inleiding Een belangrijke taak van de gemeente als lokale overheid is de ruimtelijke ordening van het grondgebied van de gemeente. Daartoe beschikt de gemeente over de Wet op de Ruimtelijke Ordening en in het bijzonder het bestemmingsplan. Om tot uitvoering te komen schiet het bestemmingsplan tekort (toelatingsplanologie). Daartoe is het noodzakelijk om aanvullend op het bestemmingsplan over grondeigendommen te beschikken (ontwikkelingsplanologie). Publieke doelen kunnen dan eenvoudiger gerealiseerd worden op een wijze als de gemeente voor ogen staat in een perspectief van een goede ruimtelijke ordening van haar grondgebied. Niet altijd is de gemeente in staat om gronden in eigendom te verwerven. Noodgedwongen moet de gemeente de overstap dan maken van actief naar passief (faciliterend) grondbeleid. In deze context komt de realisatie van publieke doelen onder druk te staan. Actief grondbeleid In het geval van een actief grondbeleid gedraagt de gemeente zich als een marktpartij door zelf de grond te verwerven, te ontwikkelen en te verkopen. Het voeren van een actieve grondpolitiek heeft als voordeel dat de gemeente de realisatie van publieke doelen volledig in eigen hand kan houden en alle kosten kunnen worden doorberekend in de uitgifteprijs. Bij hantering van marktconforme uitgifteprijzen kunnen extra opbrengsten worden verkregen. Als nadelen kunnen worden genoemd het risico van renteverliezen bij een (grote) grondvoorraad in relatie tot stagnatie in de gronduitgifte en het feit dat de uitgifte van de bouwrijpe grond afhankelijk is van de economische omstandigheden waarmee de opbrengsten onder druk kunnen komen. Passief (faciliterend) grondbeleid Het voeren van een passief (faciliterend) grondbeleid betekent dat de gemeente zich beperkt tot regulering van activiteiten van de private sector, middels het bestemmingsplan, exploitatieovereenkomst en/of baatbelasting. De grondexploitatie vindt plaats door een private partij. Voordeel van dit beleid is dat de financiële risico’s grotendeels bij derden komen te liggen. Nadelen zijn minder invloed op de infrastructuur en het feit dat realisatie van (financieel) minder aantrekkelijke functies (openbare voorzieningen, sociale woningbouw) in het gedrang kunnen komen. Tevens ontbreekt de mogelijkheid om boven het kostprijsniveau extra opbrengsten te genereren Als tussenvorm van actief en passief grondbeleid kan de gemeente op verschillende manieren samenwerken met particuliere ondernemingen. Deze samenwerkingsvormen staan in de praktijk bekend onder de naam Publiek Private Samenwerking (PPS). Het komen tot samenwerking kan voor beide partijen voordelen (meerwaarde) hebben. Grondbeleid Waalwijk De gemeente Waalwijk voert tot dusverre overwegend een actief grondbeleid. Dit houdt in dat de gemeente de binnen de diverse te exploiteren bestemmingsplannen gelegen gronden in eigendom wil verwerven en uitgeven. Met name bij herstructureringsprojecten in de bestaande stad daarentegen laat de gemeente veelal de uitvoering over aan projectontwikkelaars, mede door de veelal hoge verwervingskosten en eventuele saneringskosten, onder de regie van de gemeente met gebruikmaking van het instrumentarium van de ruimtelijke ordening. Het ligt in de bedoeling om met ingang van de nieuwe bestuursperiode te komen met een actualisering van het grondbeleid en dit vervolgens te doen in een ritme van een keer per 4 jaar. Belangrijk onderwerp voor de eerstkomende actualisering is onder andere het


189

grondbeleid in het perspectief van het duale stelsel én in combinatie met de aanstaande grondexploitatiewet (c.q. vergunning) tegen de achtergrond van de principieel te beantwoorden vraag van actief versus faciliterend grondbeleid. 2.2.7.2 Strategische grondaankopen Er kunnen zich situaties voordoen dat afgewogen moet worden of het verstandig is om in een bepaalde fase bepaalde aankopen uit strategisch oogpunt te doen. Bij de beoordeling van de situatie moet rekening worden gehouden met de termijn waarop een voorgenomen bestemming kan worden gerealiseerd of dat deze grond eventueel als ruilobject ingezet kan worden. Het doel c.q. de toekomstige bestemming dient goed te worden aangegeven. Verder moet het risico worden ingeschat dat een ontwikkeling vertraagd wordt of zelfs niet doorgaat. Ook de prijs is van belang. Bij een hoge prijs bestaat er al snel een hoog financieel risico. Bij een relatief lage prijs is het risico lager. De combinatie van realiseringstermijn, risico en kosten bepalen in onderlinge samenhang de noodzaak van wenselijkheid van een strategische aankoop. 2.2.7.3 Uitgangspunten Onderstaand worden de door de raad als beleid vastgestelde uitgangspunten met betrekking tot de grondexploitatie nog eens aangehaald. Actualisatie kostprijsberekeningen Door de afdeling Economische Zaken worden jaarlijks alle kostprijsberekeningen geactualiseerd. Deze actualisatie vindt plaats op een zodanig tijdstip dat de hieruit voortkomende gevolgen in de jaarrekening van het voorafgaand jaar verwerkt kunnen worden. De geactualiseerde kostprijscalculaties zullen in de vorm van een nota grondexploitatie aan de raad worden voorgelegd, gelijktijdig met de behandeling van de jaarrekening van desbetreffende jaar. De herziene kostprijsberekeningen worden samengesteld onder verantwoordelijkheid van het hoofd van de afdeling Economische Zaken en worden getoetst door de controller van de sector Grondgebiedszaken. Het nemen van gerealiseerde winsten Indien in het kader van de jaarlijkse actualisatie van de kostprijsberekeningen winsten per ultimo looptijd van een complex worden geprognosticeerd, dan zal deze winst worden genomen, voor zover deze reeds is gerealiseerd binnen de exploitatie t/m het boekjaar. De gerealiseerde winst per einde boekjaar zal genomen worden tot maximaal 80% van de contante waarde van de te verwachten winst bij planafsluiting. Overigens zal de winstneming gevolgen hebben voor de renteberekening binnen het complex. Immers over de genomen winst kan geen rente bijgeschreven worden binnen het complex. De winstneming zal als last op het complex geadministreerd worden en worden toegevoegd aan de Reserve Grondexploitatie. 2.2.7.4 Treffen voorzieningen voor te verwachten verliezen Indien in het kader van de jaarlijkse actualisatie van de kostprijsberekeningen verliezen per ultimo looptijd van een complex worden geprognosticeerd, dan zullen voor deze verliezen dekkingsmiddelen worden aangewezen. Hierbij dient het volgende onderscheid gemaakt te worden: 1. Op basis van geactualiseerde calculaties dient rekening te worden gehouden met een optredend verlies per ultimo van het plan.


190

De verwachting vastleggen in de risicoparagraaf bij de jaarrekening en aangeven dat de Reserve Grondexploitatie in dekking kan voorzien op het moment dat het verlies genomen moet worden. 2. Op basis van geactualiseerde calculaties moet een optredend verlies per ultimo van het plan als onafwendbaar worden gezien. Ten laste van de Reserve Grondexploitatie dient een voorziening gevormd te worden ter grootte van de eindwaarde van het gecalculeerde verlies. 2.2.7.5 Risico’s Algemeen Bij uitvoering van het gemeentelijk grondbeleid wordt een aantal risico’s gelopen. Deze risico’s vloeien voort uit bij de opstelling van de exploitatieopzet niet voorziene aspecten. Het is moeilijk om alle risico’s op voorhand te benoemen. Wel kan men in zijn algemeenheid stellen dat hoe langer de looptijd van een plan is, hoe problematischer het inschatten van de te lopen risico’s is. Een aantal van de risico’s die bij grondexploitatie een rol spelen wordt onderstaand opgesomd. Onroerendgoedmarkt De onroerendgoedmarkt kan aan grote schommelingen onderhevig zijn. Dit kan een landelijke tendens zijn maar het kan soms ook regiogebonden zijn. Het is zaak om bij veranderingen in de onroerendgoedmarkt hier adequaat op in te spelen en de risico’s zoveel als mogelijk te beperken. Op de onroerendgoedmarkt spelen met name twee elementen een rol bij de risico’s die gelopen worden. Het zijn enerzijds de vraag- en aanbodzijde en anderzijds de prijsvorming. Beide aspecten kunnen niet los van elkaar worden gezien. Het is derhalve belangrijk om de ontwikkelingen op de onroerend goedmarkt goed in de gaten te houden waarbij de risico’s die de gemeente loopt niet onderschat mogen worden. Loon- en prijsontwikkelingen Vooral bij grondexploitaties met een lange looptijd moet de ontwikkeling voor lonen en prijzen bij de start van het plan voor een lange termijn ingeschat worden. Over het algemeen is er weinig aan de hand als de ontwikkeling van de kosten gelijk is aan de ontwikkeling van de opbrengsten. Het is zaak om ter voorkoming van deze risico’s exploitatieberekeningen regelmatig (jaarlijks) te actualiseren zodat tijdig eventuele afwijkingen onderkend worden en bijgesteld kunnen worden. Financieringslasten Over het algemeen vormen de financieringslasten (de rente) een behoorlijke kostenpost binnen de grondexploitatie. Immers veelal gaan de kosten voor de baten uit. Doordat de kosten van met name grondverwerving bij langdurige projecten meestal ver voor de opbrengsten uitlopen, kunnen de rentekosten hoog oplopen. Het is derhalve zaak om de kosten zo laat mogelijk te maken en te trachten de opbrengsten in een zo vroegtijdig stadium te realiseren. Een andere rentetarief is de hypotheekrente. Wanneer deze rente stijgt heeft dit een direct verminderde vraag naar woningbouw tot gevolg. Deze hypotheekrente heeft dus invloed op de opbrengstenkant binnen de grondexploitatie. Milieuwetgeving De steeds strenger wordende milieuwetgeving op het gebied van bodem, water, lucht en geluid veroorzaakt hoge kosten die hun weerslag hebben op de grondexploitaties. Het grote probleem is dat op voorhand moeilijk in te schatten is hoe deze eisen zich zullen ontwikkelen. Wel kan aangenomen worden dat de milieueisen in de toekomst


191

alleen maar strenger zullen worden. Vooral bij langlopende projecten kan men geconfronteerd worden met aangescherpte milieueisen waardoor aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn. Recente voorbeelden hiervan zijn de discussie over luchtkwaliteit en externe veiligheid. In het geval van bodemverontreiniging doet zich het probleem voor dat de aard en omvang veelal niet in te schatten zijn bij de aanvang van het plan. Om dit risico zo goed mogelijk in te schatten is het van belang gedegen historisch bodemonderzoek te verrichten op de te ontwikkelen locaties. Indien de kosten in het kader van milieuwetgeving niet verhaald kunnen worden op derden dan moeten deze ten laste van de grondexploitatie gebracht worden, voor zover de grondexploitatie dat toestaat. Indien de middelen ontoereikend zijn, moet heroverweging plaatsvinden. Wetgeving en procedures Wetgeving kan leiden tot langere procedures als voor de technische uitvoering van een plan noodzakelijk is. Het risico hiervan is vooraf niet in te schatten omdat van tevoren niet bekend is of gebruik gemaakt wordt van de diverse rechtsbeschermingsprocedures (b.v. in de wet R.O.). Naar het zich laat aanzien zal de nieuwe wet op de Ruimtelijke Ordening de doorlooptijd van planvorming aanzienlijk verkorten, bijvoorbeeld in de vorm van het projectbesluit als variant/alternatief art. 19 WRO. Het gevolg van deze lange doorlooptijden van planontwikkelingen kan zijn dat vooraf gecalculeerde planontwikkelingskosten beduidend hoger uitvallen. Vooral bij binnenstedelijke ontwikkelingen worden gemeenten hier mee geconfronteerd. Planschade Waren in het verleden planschade-aanspraken per definitie voor de lokale overheid, per medio 2005 kunnen deze verhaald worden op initiatiefnemers voor zo ver er geen direct gemeentelijk belang mee is gemoeid en de verzochte planologische maatregel afkomstig is van de private initiatiefnemer. Verder is van belang dat er een verjaringstermijn aan de orde is: planschadeclaims moeten ingediend worden binnen 5 jaar na het onherroepelijk worden van de maatregel. Op termijn (2007?) staat de exploitatievergunning op de rol. Binnen dit kader kunnen nog verdergaande afspraken gemaakt worden tussen overheid en private sector als het gaat om plankosten, inrichtingsniveau openbare ruimte enz. Archeologische monumenten Indien er bij de ontwikkeling van een locatie een archeologisch monument wordt aangetroffen, dienen de kosten, indien deze niet verhaald kunnen worden op derden, ten laste van de grondexploitatie gebracht te worden. Slot Teneinde de hierboven opgesomde risico’s beheersbaar te houden is het noodzakelijk om jaarlijks de kostprijscalculatie van de diverse onderhanden en toekomstige exploitaties bij te stellen. In vervolg op de voorgaande actualisatie, is gepoogd om een zo reëel mogelijk beeld te scheppen van alle binnen de huidige gemeente Waalwijk lopende grondexploitaties. Jaarlijks zal, gelijktijdig met het jaarrekeningproces, een totale bundel van deze lopende grondexploitaties aan de raad ter goedkeuring worden voorgelegd waarbij als uitgangspunt gehanteerd wordt dat nieuwe exploitaties compleet gedetailleerd ter goedkeuring aan de raad worden voorgelegd en dat vervolgens jaarlijks een overzicht op hoofdlijnen volgt waarbij de afwijkingen ten opzichte van de laatst vastgestelde opzet worden toegelicht. Teneinde de risico’s die gelopen worden af te dekken is het noodzakelijk dat er voorzieningen worden getroffen voor de benoemde risico’s en een reserve grondexploitatie voor de overige risico’s.


192

2.2.7.6 Reserve grondexploitatie Binnen het grondbedrijf is een reserve gevormd om eerder genoemde risico’s op te vangen. Voeding van deze reserve geschiedt door (tussentijdse) winstnemingen van de diverse complexen binnen dit grondbedrijf. Bij verlieslatende complexen volgt echter een onttrekking. De reserve Grondexploitatie is de enige vrije reserve binnen de grondexploitatie, te vergelijken met de Algemene Reserve op concernniveau, zij het dat de aanwendbaarheid van de reserve Grondexploitatie zich beperkt tot zaken die een duidelijk raakvlak met het taakgebied grondexploitatie hebben. Deze reserve kan worden aangewend voor het voeren van een actief grondbeleid, maar dient tevens als buffer voor het afdekken van mogelijke verliezen en risico’s. Aan de reserve worden onafwendbare verliezen onttrokken en tussentijdse winstnemingen toegevoegd. Op 31 december 2004 bedraagt de stand van de reserve grondexploitatie € 7.377.409,In de onlangs door de raad vastgestelde nota grondexploitatie is het minimum van deze reserve bepaald op € 7.201.000,- en het maximum op € 9.627.000,-. Te verwachten resultaten 2006 Haven I t/m VI en Haven Oost Dooren de Greeff Berkhaag Totaal

€ € € €

2.714.685,74.431,274.771,3.080.132,-


193


194

HOOFDSTUK 3

FINANCIËLE BEGROTING


195


196

3.1 Financiële begroting / overzicht baten en lasten In de programmaplannen onder hoofdstuk 2 (beleidsbegroting) zijn de overzichten van baten en lasten steeds per hoofdstuk / onderdeel gedetailleerd opgenomen. In de paragrafen 3.1.1 t/m 3.1.3 zijn een drietal financiële recapitulaties opgenomen, te weten: - Begroting 2006 functionele indeling - Begroting 2006 programma / hoofdstukniveau - Begroting 2006 lasten en batenopstelling

3.1.1. Recapitulatie functionele indeling In de programmabegroting zijn de totalen per product ondergebracht in de diverse programma’s. In het besluit begroten en verantwoorden wordt echter voorgeschreven dat er ook een indeling moet worden gemaakt naar functies. Deze functionele indeling heeft vooral tot doel de onderlinge vergelijkbaarheid van gemeenten te vergroten. De provincie, het rijk en het centraal bureau voor de statistiek maken gebruik van de gegevens volgens deze functionele indeling. (Hoofd) functie 001 002 003 004 005 006 0

Omschrijving Bestuursorganen Bestuursondersteuning Burgerzaken Secretarieleges burgerzaken Bestuurlijke samenwerking Bestuursondersteuning raad/rekenkamer Algemeen Bestuur

1.462.284 1.108.533 1.322.563 -464.626 79.390 310.179

120 140 1

Brandweer en rampenbestrijding Overige beschermende maatregelen Openbare orde en veiligheid

1.735.449 434.296

210 211 214 215 221 240 2

Wegen, straten en pleinen Verkeersmaatregelen te land Parkeervoorzieningen Baten Parkeerbelasting Binnenhavens en waterwegen Waterkering, afwatering & landaanwinning Verkeer, vervoer en veiligheid

310 3

Handel en ambacht Economische Zaken

420 421 422 423 432 433 443 480 482 4

Openbaar basisonderwijs excl. huisvesting Openbaar basisonderwijs huisvesting Bijzonder basisonderwijs excl. huisvesting Bijzonder basisondewijs huisvesting Bijzonder speciaal onderwijs excl. huisvesting Bijzonder speciaal onderwijs huisvesting Bijzonder voortgezet onderwijs huisvesting Gemeensch. baten/laten onderwijs Volwasseneneducatie Onderwijs


Begroting

2006

3.818.323

2.169.745 4.538.434 1.449.263 507.196 -1.992.842 284.100 416.855 5.203.006 234.409 234.409 122.404 767.943 106.481 1.446.921 17.926 245.965 1.849.795 1.796.073 38.605 6.392.113

197

510 530 531 540 541 560 580 5 610 611 614 620 621 630 650 652 6

Openbaar bibliotheekwerk Sport Groene sportvelden en terreinen Kunst Oudheidkunde en musea Openbaar groen en openluchtrecreatie Overige recreatieve voorzieningen Cultuur en recreatie Bijstandverlening Werkgelegenheid Gemeentelijk minimabeleid Maatschappelijke begeleiding en advies Vreemdelingen Sociaal-cultureelwerk Kinderopvang Voorzieningen gehandicapten Sociale voorzieningen en maatschappelijk werk

714 721 722 723 724 725 726 7

Openbare gezondheidszorg Afvalverwijdering en -verwerking Riolering en waterzuivering Milieubeheer Lijkbezorging Baten reinigingsrecht/afvalstoffenheffing Baten rioolrechten Volksgezondheid

810 822 823 830 8

Ruimtelijke ordening Overige volkshuisvesting Bouwvergunningen Bouwgrondexploitatie Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting

913 914 921 922 930 931 932 935 936 937 939 940 960 980 9

Overige financiële middelen Geldleningen etc. langer dan 1 jaar Algemene uitkering Algemene baten en lasten Uitvoering Wet WOZ Baten onroerend zaakbelasting gebruikers Baten onroerend zaakbelasting eigenaren Baten forensenbelasting Baten toeristenbelasting Baten hondenbelasting Baten precariobelasting Lasten heffing/invordering belastingen Saldi van kostenplaatsen Mutaties reserves HF 0 t/m 9 Financiering en algemene dekkingsmiddelen Algeheel totaal


819.839 2.584.649 682.898 1.808.606 954.347 5.416.995 39.416 12.306.750 1.967.837 364.524 1.025.471 821.209 144.682 2.715.554 423.376 2.987.048 10.449.701 805.847 3.412.087 2.518.666 1.763.966 222.152 -3.615.977 -2.518.666 2.588.075 1.808.415 1.838.301 -791.673 -203.729 2.651.314 202.172 -7.385.995 -29.262.230 -1.850.889 328.986 -1.331.725 -5.114.208 -5.000 -40.000 -110.000 -88.905 358.192 -79.481 -1.425.205 -45.804.288 0

198

3.1.2. Recapitulatie programmabegroting Op deze pagina wordt een totaaloverzicht gegeven per hoofdstuk / programma. Dienstverlening inwoners Program Hoofdstukken ma I; Omschrijving 1 Bestuurlijke, ambtelijke organisatie en dienstverlening 2 Handhaven 3 Veiligheid 4 Natuur, landschap en cultuurhistorische waarden 5 Scholing 6 Sport 7 Welzijn 8 Zorg en volksgezondheid 13981 Mutaties reserves Progr.I TOTAAL

Ruimtelijke ordening, gebruik Pro- en beheer gram Hoofdstukken ma II; Omschrijving 1 Infrastructuur en mobiliteit 2 Beheer en openbare ruimte 3 Wijkbeheer 4 Ruimtelijke strategie 5 Wonen/Volkshuisvesting/ Landgoed Driessen 6 Milieu 7 Economie, centrum en Haven VII 13982 Mutaties reserves Progr.II TOTAAL

Rekening Begroting 2004 2005 Saldo Saldo 4.013.377 0 1.764.604 1.027.934 4.398.281 2.454.978 5.007.940 8.698.887 0 27.366.001

Lasten

3.850.828 0 2.023.324

4.609.721 0 2.148.438

1.044.939 1.031.662 5.769.267 7.105.649 2.830.707 4.490.068 5.079.697 6.594.725 8.492.639 9.618.176 -197.065 203.991 28.894.336 35.802.430

Begroting 2006 Baten -591.238 0 -41.715

4.018.483 0 2.106.723

-77.315 954.347 -718.864 6.386.785 -1.222.521 3.267.547 -1.276.893 5.317.832 -1.129.092 8.489.084 -1.592.332 -1.388.341 -6.649.970 29.152.460

Begroting Rekening Begroting 2004 2005 2006 Saldo Saldo Lasten Baten 2.538.623 2.514.081 4.999.837 -2.016.737 6.852.869 4.822.886 10.304.080 -2.753.574 0 133.168 1.269.085 -1.269.085 -271.705 1.156.659 28.523.836 -27.258.818 1.133.497 1.469.649 358.364 0 12.081.297

Saldo

Saldo 2.983.100 7.550.506 0 1.265.018

1.214.653 3.382.684 -2.041.136 1.341.548 1.600.760 5.563.770 -4.003.694 1.560.076 313.347 1.355.008 -791.751 563.257 -431.364 629.679 -1.941.417 -1.311.738 11.324.190 56.027.979 -42.076.212 13.951.767

Financieel evenwicht Program ma III; 12102 12328 13306 13307 13310 13311 13315 13316 13320 13321 13322 13983 13900 13901 13902 13911 13922 13970 13990 13999

Omschrijving Werkzaamheden WOZ Heffing precariorechten Beleggingen en deelnemingen Verstrekking geldleningen Lasten gem. belastingen Uitkering zalmsnip Opbrengst OZB gebruikers Opbrengst OZB eigenaren Toeristenbelasting Hondenbelasting Forensenbelasting Mutaties reserves Progr.III Mutaties reserves Onvoorziene lasten Rente Algemene uitkering Algemene baten en lasten Saldo voor bestemming Resultaat op kostenplaatsen Saldo na bestemming

TOTAAL

Totaal Generaal

Rekening Begroting 2004 2005 Saldo Saldo 260.396 288.636 -55.972 -137.530 298.239 200.870 0 0 324.920 360.925 845.851 0 -3.229.874 -3.677.730 -4.037.342 -4.682.090 -41.904 -41.000 -106.765 -105.000 -15.190 -10.000 0 774.816 2.989.889 0 -71.744 108.448 -5.845.123 -5.897.867 -28.063.717 -26.805.685 -3.457.307 -709.432 0 0 -250.549 114.112 1.008.894 0 -39.447.298 -40.218.527

0

Lasten 528.986 0 587.835 65.000 458.156 0 0 0 0 0 0 3.936.483 0 171.139 15.480 215.480 -1.589.700 1.425.205 -79.481 0

Begroting 2006 Baten Saldo -200.000 328.986 -88.905 -88.905 -385.663 202.172 -65.000 0 -99.964 358.192 0 0 -1.331.725 -1.331.725 -5.114.208 -5.114.208 -40.000 -40.000 -110.000 -110.000 -5.000 -5.000 -2.661.609 1.274.874 0 0 0 171.139 -7.401.475 -7.385.995 -29.477.710 -29.262.230 -432.328 -2.022.028 -1.425.205 0 0 -79.481 0 0

5.734.583 -48.838.792 -43.104.209

0 97.564.992 -97.564.974


0

199

3.1.3 Recapitulatie naar baten en lastensoorten De begrotingcijfers zijn in voorgaande overzichten steeds gepresenteerd per (hoofd)functie dan wel per programma. Financieel gezien kan het totaal ook worden gerubriceerd naar baten- en lastensoorten: LASTEN Niet in te delen lasten Loonbetalingen en sociale premies Personeel van derden Energie Aankopen duurzame goederen Betaalde belastingen Betaalde pachten en erfpachten Aankopen niet duurzame goederen en diensten Inkomensoverdrachten aan het Rijk Subsidies aan marktproducten Sociale uitkeringen in geld Sociale verstrekkingen in natura aan personen Inkomensoverdrachten aan overheid (niet Rijk) Overige inkomensoverdrachten Reserveringen Kapitaallasten Overige verrekeningen van kostenplaatsen Overige verrekeningen

68.897 2.838.988 182.393 512.483 18.160.883 71.823 220.977 15.495.808 125.000 86.165 334.143 2.624.074 5.557.339 4.060.329 8.144.011 14.900.696 22.994.568 1.186.415 97.564.992

BATEN Werkelijke ontvangen rente en winstuitkeringen Toegekende rente Huren Pachten Overige verkopen duurzame goederen Overige goederen en diensten Belastingen op producten Belastingen op inkomen van gezinnen Inkomens overdrachten van het Rijk Baten m.b.t. vergoeding en verhaal sociale uitkeringen Overige inkomens overdrachten overheid Overige inkomensoverdrachten (niet Rijk) Reserveringen Overige verrekeningen

1.507.552 7.401.475 3.296.820 782.205 22.827.974 8.902.720 6.888.920 2.230.679 30.602.995 27.349 160.486 82.669 7.820.581 5.032.567 97.564.992


200

3.1.4 Geraamd resultaat voor en na bestemming en mutaties reserves Conform de nieuwe voorschriften worden vanaf het begrotingsjaar 2004 stortingen in en onttrekkingen uit reserves niet meer via meerdere producten verwerkt, maar worden deze op een centraal punt in de begroting afzonderlijk inzichtelijk gemaakt. Op deze wijze wordt zichtbaar gemaakt hoe het begrotingsresultaat is vóórdat de mutaties in de reserves zijn verwerkt, én nadat de stortingen / onttrekkingen in reserves zijn geboekt. Met andere woorden, het begrotingsresultaat wordt transparanter. Daarnaast heeft deze gewijzigde presentatie als voordeel dat de toezichthouder (provincie) door de duidelijke, uniforme verwerking van stortingen/onttrekkingen in reserves de begrotingsresultaten van opeenvolgende jaren, maar ook van overeenkomstige gemeenten, beter kan vergelijken en interpreteren. Voor het begrotingsjaar 2006 is het resultaat voor en na bestemming en mutaties reserves: Begrotingsresultaat vóór bestemming (Totaal van de functies 001 t/m 960) Stortingen in reserves Onttrekkingen uit reserves Resultaat na bestemming

€ 1.425.205 N € 4.770.153 € 6.195.358

€ 1.425.205 V €

0

In het begrotingsresultaat zijn begrepen: a. de verplichte post “onvoorzien” ad b. de begrotingsruimte ad


€ -

171.139 667.722

201


202

FINANCIELE BEGROTING UITEENZETTINGEN FINANCIELE POSITIE MET TOELICHTINGEN


203


204

3.2 Uiteenzetting financiële positie met toelichtingen In deze financiële begroting 2006 van de gemeente Waalwijk gaan wij nader in op de vraag op welke wijze het voor 2006 voorgenomen beleid in financiële zin gedekt gaat worden. Dit voorgenomen beleid bestaat enerzijds uit uitvoering van taken op het niveau zoals dat eerder door de raad is vastgesteld, anderzijds uit prioriteiten die de raad bij de kadernota gesteld heeft en zoals die in de programma’s I – II – III van de begroting naar voren zijn gebracht. Zowel bestendiging van bestaand beleid, verbetering daarin, alsook nieuw beleid kan leiden tot verhoging van lasten. In de financiële begroting zullen wij op hoofdlijnen in beeld brengen op welke wijze lasten zich in 2006 ten opzichte van het begrotingsjaar 2005 naar verwachting ontwikkelen en op welke wijze -in onze visiede voor het jaar 2006 geraamde lasten, ook naar de komende jaren toe, verantwoord gedekt kunnen worden. Basis voor de vergelijkingen vormen daarbij het beeld dat ter tafel lag na behandeling van de kadernota door de raad in juli 2005.

3.2.1 Uitgangspunten voor het samenstellen van de begroting Hierna volgen de in dit kader relevante uitgangspunten, zoals deze door de raad zijn vast-gesteld. NOTA VAN UITGANGSPUNTEN BEGROTING 2006. In deze nota worden de kaders aangegeven waarbinnen de Programmabegroting, de Productenramingen, de meerjarenbegroting 2006-2009 en het meerjareninvesteringsplan dienen te worden opgesteld. 1.1 Overzicht personeelslasten 1.1.1 Basis salarispeil januari 2005 Salarisverhoging 2005-2006, aanname B2-staat 2006 t.o.v. 01-01-2005 totaal De werkgeverslasten sociale verzekeringen zullen t.o.v. de raming 2005 eveneens worden verhoogd met: 1.1.2 Stelpost incidenteel (niet geraamde extra periodieke verhogingen / uitlopen) te ramen op de hulpkostenplaats algemene personeelskosten

100,00% 1,00% 101,00%

1,00% 1,00%

€ 40.000,-

1.1.3 De budgetten voor flexibel belonen (incentives / gratificaties) worden voor 2006 t.o.v. 2005 niet verhoogd 0,00% 1.2 RENTEPERCENTAGES 1.2.1 Rente begrepen in kapitaallasten / lopende investeringen (2005: 5,5%) 5,50% Het verschil tussen dit percentage en het resultaat van de rente-omslag berekening wordt als stelpost op product 13902 geraamd. 1.2.2 Rente vervangingsinvesteringen / nieuwe investeringen (2005: 5%) 5,00% 1.2.3 Rente kortlopende leningen (2005: 3%) 3,50% In voorgaande jaren werd dit percentage weliswaar in de uitgangspunten vastgelegd, in de begroting zelf werd dit percentage in de ramingen niet toegepast. Ter bepaling van het renteverlies om de financieringspositie te


205

consolideren, werd in de berekening uitgegaan van het rentepercentage voor langlopende geldleningen over het volledige financieringstekort. In het kader van de vaststelling van de begroting 2006 heeft de raad bepaald dat over de eerste € 10 miljoen van het financieringstekort, gezien het feit dat tot dit bedrag met kort geld gefinancierd kan worden, het rentepercentage voor kort geld gehanteerd dient te worden. Dit percentage heeft de raad voor 2005 in afwijking van de uitgangspunten voorzichtigheidshalve vastgesteld op 3,5%. 1.2.4 Rente langlopende leningen (2005: 5%) 5,00% 1.2.5 Rente belegde reserves (interne financieringsmiddelen) (2005: 5%) 5,00% Rente wordt alleen toegevoegd aan: - egalisatiereserve riolering - algemene reserve - reserve bouwfonds - reserve BCF - alle geblokkeerde reserves In afwijking van de in 2005 gevolgde methodiek, waarbij de rente over de buffer ad € 3,5 miljoen die in de AR begrepen is werd toegevoegd aan de reserve Majeure Projecten, zal in 2006 de rente over de volledige stand van de AR worden toegevoegd aan de AR. 1.2.6 Rente voorzieningen (2005: 5%) 5,00% Aan voorzieningen wordt geen rente toegevoegd. De bespaarde rente, ontstaan uit het benutten van eigen financieringsmiddelen, wordt voor het vrije gedeelte gestort in de reserve Majeure projecten. 1.2.7 Rente belegd langlopend vermogen (2005: 5%) 5,00% 1.2.8 Rente Maatwerkgarantieproduct gegarandeerd rendement (2005: 2%) 2,00% Voor het verschil tussen het gegarandeerd rendement en het geraamde rendement op belegd langlopend vermogen (5%) wordt in de begroting een (tijdelijke) bijdrage van- / beschikking over de reserve winstuitkeringen ENWA geraamd. Jaarlijkse stortingen in reserves en voorzieningen anders dan rente worden in voorkomende gevallen met het percentage voor prijscompensatie verhoogd. (zie 1.10)

1.3

AANTALLEN INWONERS/WOONRUIMTEN per 1 januari inwoners woonruimten 2000 45.333 def. 18.703 def. 2001 45.278 def. 18.725 def. 2002 45.453 def. 18.871 def. 2003 45.584 def. 18.881 def 2004 45.597 def. 19.050 def. 2005 45.741 raming 19.453 raming 2006 45.800 raming 19.748 raming

1.4

ONVOORZIENE UITGAVEN


1,00%

206

Op de post onvoorzien komt de begrotingsruimte naar voren. De post onvoorzien bevat bij aanvang van het begrotingsjaar tenminste de ruimte die noodzakelijk wordt geacht om bij de begroting niet voorziene zaken te kunnen dekken. Dit deel van de post onvoorzien wordt aangemerkt als de verplichte post onvoorzien. De verplichte post onvoorzien (2005: € 179.147,-, Provinciale norm € 161.000,-) wordt geraamd op: € 170.000,De post onvoorzien heeft de functie te voorzien in de benodigde dekkingsmiddelen indien sprake is van dringende uitgaven die: 1. onvoorzienbaar 2. onvermijdelijk en 3. onuitstelbaar zijn. 4. Daarnaast kan een beroep worden gedaan op de post onvoorzien indien: sprake is van: 4.Het is overduidelijk dat zowel politiek als maatschappelijk uitstel onaanvaardbaar is. 5.Besluiten van Rijk, Provincie en gemeenschappelijke regelingen leiden tot verplichtingen die geen uitstel dulden. De onder 1. tot en met 5. genoemde criteria worden de vijf O’s genoemd. Aanwending van de post onvoorzien vereist een raadsbesluit. Mee- en tegenvallers worden naar gelang hun karakter toegevoegd dan wel onttrokken aan de post onvoorzien c.q. de begrotingsruimte. Een begrotingswijziging daartoe wordt de raad voorgelegd in het kader van de bestuursrapportage (BURAP). De post onvoorzien kan nimmer een negatieve stand bereiken.


207

1.9 TARIEFAANPASSINGEN 1.9.1 Alle gemeentelijke tarieven (zowel privaatrechtelijke als publiekrechtelijke) worden met het geraamde inflatiepercentage verhoogd. (Zie verder hetgeen onder “opmerkingen” terzake kostendekkende tarieven is gesteld). Aanpassing van tarieven met het inflatiepercentage worden in de begroting op de functionele posten verwerkt.

1,00%

1.10 PRIJSCOMPENSATIE 1.10.1 De ramingen ten aanzien van de categorieën 3.0 tot en met 3.4 en 6.0 de stortingen in reserves en voorzieningen exclusief grondexploitatie, worden met 1,00% verhoogd.

1,00%

1.10.2 Subsidies aan instellingen en bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen worden vanaf 2005 niet met het inflatiepercentage verhoogd. Hiervoor geldt de 0-lijn, hetgeen voor 2006 wil zeggen dat het subsidie 2006 niet hoger kan zijn dan het toegekend subsidie 2005 en dat gesubsidieerde instellingen eventuele kostenstijgingen middels bezuinigingen binnen hun eigen budgetten / vermogen oplossen. Hierop zijn de volgende uitzonderingen mogelijk en hierbij zijn de volgende kanttekeningen te plaatsen: | | |

0%

A: Aanpassing van het subsidie op personeelsgevoelige componenten van de te subsidiëren instelling. Hierop worden de gemeentelijke uitgangspunten voor te verwachten salarisstijging op basis van CAO toegepast:

1,00%

B: Indien een gesubsidieerde instelling ten behoeve van het college aannemelijk maakt, dat zij in het bestaansrecht wordt bedreigd door financiële omstandigheden waarop zij geen invloed heeft, kan het college besluiten tot het loslaten van de 0-lijn voor die vereniging. C: Door de raad is besloten om voor het begrotingsjaar 2005 aan sport-, welzijns- en culturele organisaties die specifiek en overwegend op lokaal niveau werkzaam zijn, alsnog een subsidieverhoging ten opzichte van 2004 van 1 % toe te kennen. De raad heeft het college gevraagd om bij de kaderstelling voor de begroting 2006, op basis van overleg met de betrokken instellingen, de raad een uitspraak te vragen omtrent doorvoering van deze maatregel voor de komende jaren. Dit betekent dat eerst bij de kaderstelling door de raad zekerheid ontstaat over het al dan niet toepassen van de 0-lijn voor het jaar 2006.

In afwijking van de hiervoor vermelde uitgangspunten is door de raad bij de vaststelling van de kaders voor de begroting 2006 bepaald dat voor het jaar 2006 budgetten niet zullen worden aangepast wegens kostenstijging (inflatie) en salarisstijgingen van ambtenaren. Evenmin zullen tarieven worden aangepast als gevolg van kostenontwikkeling. Dit betekent dat, daar waar in de uitgangspunten wordt aangegeven dat budgetten en tarieven met 1% worden verhoogd, in de begroting 2006 op basis van de door de raad gestelde kaders geen verhoging (dus 0%) is geraamd.


208

3.2.2

Van kadernota naar begroting (analyse van – en toelichting op het begrotingsresultaat 2006)

Op 5 juli 2005 heeft de raad richting gegeven aan de begrotingssamenstelling voor 2006 en volgende jaren. Dit gebeurde aan de hand van door het college vervaardigde zogenaamde ingrediëntkaarten. Samen met de ingrediëntkaarten is de raad een brief gedateerd 30 juni 2005 toegezonden waarin aanvullende informatie over het financieel perspectief en uitkomsten van de tweede bedrijfsvoeringsrapportage 2005 werd gegeven. In hoofdstuk 1.6 van deze begroting hebben wij aangegeven hoe vervolgens het begrotingsperspectief n.a.v. het kaderstellend debat in beeld kwam. Ook hebben wij al aangegeven dat het feitelijk begrotingsperspectief dat in deze begroting besloten ligt, daarvan afwijkt. In het overzicht op de volgende pagina’s is weergegeven op welke wijze het begrotingsbeeld na de kadernota en het nu voorliggend begrotingsbeeld tot stand is gekomen.


209

KAART 1 Begroting 2005 (blz. 234-237) Begrotingswijziging 1 (incl. amendementen) aanpassing areaaluitbreiding OZB op basis van berekening verhoging onderuitputting kapitaallasten

2006 104.000

2007 177.000

2008 14.000

36.000

33.000

72.000

-100.000

-140.000

-180.000

50.000

50.000

50.000

Vrijvallende kapitaallasten ook in 2008 en 2009

2009 86.000 160.000

130.000

70.000

Meerjarenperspectief na raadsvergadering van maart 2005

90.000

120.000

86.000

316.000

Stijging Algemene Uitkering Gemeentefonds op basis van maart circulaire en Paasakkoord

696.000

696.000

696.000

696.000

1.931.300

1.944.070

1.945.669

1.947.268

-2.564.751 -2.564.751

-2.564.751

Mutatie in Algemene Uitkering op basis van mei circulaire Afschaffing gebruikersdeel OZB

-2.564.751

korting bijstand en zorg

-188.311

-188.311

oormerking Bijstand en zorg

188.311

188.311

188.311

loon- en prijsstijgingen 0%

0

0

0

0

compensatie nadeel OZB wetgeving per 1 januari 2006 Compensatie bestuur De Overlaat i.v.m. ontoereikende inflatiecorrectie 2006 Compensatie schoolbesturen VO i.v.m. ontoereikende inflatiecorrectie 2006

455.111

455.111

455.111

455.111

-47.000

-47.000

-47.000

-47.000

-17.000

-17.000

-17.000

-17.000

Taakstelling leerlingenvervoer elimineren uit begroting

-23.000

-23.000

-23.000

-23.000

Jaarlijkse inspectie van peuterspeelzalen door GGD (besluit college 02-11-2004 nr. 04/20680)

-5.000

-5.000

-5.000

-5.000

Lagere kosten afsluitsysteem van de Promenade

20.000

20.000

20.000

20.000

Vanaf 2006 worden geen kosten door ondersteunende afdelingen toegerekend aan projecten / kredieten. Vanaf 2007 wordt een jaarlijks met € 50.000 oplopende stelpost in de begroting geraamd ter dekking van vermindering van projecten Het structureel vermogen waarover de bespaarde rente ten gunste van de exploitatiebegroting kan komen, wordt vanaf het begrotingsjaar 2007 verlaagd van € 35 miljoen naar € 30 miljoen.

-115.000

-115.000

-115.000

-115.000

-50.000

-100.000

-150.000

-250.000

-250.000

-250.000

De taakstelling op buurthuizen, die voor een bedrag van € 200.000 reeds is verwerkt in dit meerjarenperspectief kan slechts tot de volgende bedragen gerealiseerd worden

-200.000

-200.000

-200.000

-200.000

0

39.343

18.963

85.393

-25.000

-25.000

-25.000

-4.000

-4.000

-4.000

Het budget voor het energieverbruik in het Olympiabad is structureel te laag geraamd Het budget voor onderhoud van het busstation is niet in de begroting geraamd.


-4.000

210

Beheer en onderhoud Haven VII (boven inflatie)

-172.061

-264.486

-397.056

-489.481

Gedekt via meerjarenramingen bij begroting 2005

172.000

172.000

172.000

172.000

Beheer/onderhoud openb. groen areaaluitbreiding

-227.055

-300.086

-377.953

-490.203

Gedekt via meerjarenramingen bij begroting 2005

172.000

202.000

232.000

262.000

Ontoereikend budget i.v.m. stijgende beheer- en onderhoudskosten kinderboerderij

-10.000

-10.000

-10.000

-10.000

Doorschuifregeling BTW compensatiefonds wegens verschuldigde bijdrage aan ISD

100.000

100.000

100.000

100.000

De taakstelling op onderhoud en beheer begraafplaatsen, oplopend tot € 100.000 in 2006, wordt beperkt gerealiseerd

-50.000

-50.000

-50.000

-50.000

342.662

342.662

Het overdekt zwembad zal eerst in 2008 gereed zijn. Dit betekent dat de kapitaallasten eerst in 2009 op de begroting drukken. Doorwerking CAO gevolgen voor Stichting Jongerencentrum Waalwijk 2001 tot en met 2004

-57.907

-57.907

-57.907

-57.907

Doorwerking CAO gevolgen voor peuterspeelzalen in 2004

-30.000

-30.000

-30.000

-30.000

-81.000

-162.000

De investeringscapaciteit voor uitvoering van het GVVP (jaarlijks € 81.000 ter dekking van kapitaallasten) moet ook na 2007 gecontinueerd worden Huisvestingskosten CCT, ROV en EZ ten laste van Landgoed Driessen

45.000

45.000

45.000

45.000

7.000

7.000

7.000

7.000

Financiële afwijkingen uit bedrijfsvoeringsrapportage 30-05-2005 met structurele doorwerking naar 2006

-118.590

-118.590

-118.590

-118.590

Taakstelling precarioheffing wordt niet gerealiseerd. Inkomsten zijn darnaast met structureek € 20.000 te hoog geraamd.

-50.000

-50.000

-50.000

-50.000

Rente voordeel middels lagere kapitaallasten

275.000

275.000

275.000

275.000

-300.000

-600.000

-600.000

-600.000

Korting op storting egalisatiereserve baggerplan

Bebouwd parkeren Investeringscapaciteit wegen Financieel meerjarenperspectief op basis van huidige inzichten.


-110.000 135.358

-363.634

-727.852 -1.163.160

211

KAART 2

2006

2007

2008

2009

Beheer hertenkamp Hoefsvengebied naar vrijwilligers

15.000

15.000

15.000

15.000

Versobering onderhoud openbaar groen

50.000

100.000

150.000

150.000

Groenonderhoudswerkzaamheden voor Casade woondiensten beëindigen

15.000

15.000

15.000

15.000

4.900

4.900

4.900

4.900

Verlaging budget aandachtsbuurten

25.000

25.000

25.000

25.000

Bezuiniging arbeidsvoorwaardenbeleid

50.000

50.000

50.000

50.000

Bezuiniging op budgetten personele kosten

60.000

60.000

110.000

110.000

Detachering van een medewerker bezwaar en beroep bij ISD

25.000

25.000

25.000

25.000

Afname klokuren bij CMD met 5%

17.500

17.500

17.500

17.500

Verlaging budget inburgering nieuwkomers met

10.000

20.000

20.000

20.000

30.000

30.000

30.000

13.000

13.000

38.000

38.000

Beëindiging deelname recreatieschap Biesbosch

Herijking sociaal cultureel werk Bezuiniging lokaal gezondheidsbeleid Taakstelling leerlingenvervoer

38.000

Taakstelling efficiëncymaatregelen / personeelsreductie Taakstelling bezuiniging onderhoud/reconstructies wegen 57 plus regeling Verlaging subsidie aan Mozaïek Totaal ruimtescheppende opties


150.000

100.000 pm

100.000 pm

100.000 pm

100.000 pm

45.000

45.000

45.000

45.000

417.400

545.400

658.400

808.400

212

KAART 3

2006

2007

2008

2009

Kostendekkend tarief voor aanbieding groenafval door bedrijven

50.000

75.000

100.000

100.000

Kosten nazorg Gansoyensesteeg dekken in tarief afvalstoffenheffing

86.000

86.000

86.000

86.000

Het tarief voor grafrechten zodanig aanpassen dat de niet te realiseren besparing op beheer- en onderhoudskosten gerealiseerd wordt

12.500

25.000

37.500

50.000

Extra inkomsten leges paspoorten door kostendekkend en concurrerend tarief

15.000

15.000

15.000

15.000

Aanpak zwerfvuil dekken middels tariefverhoging afvalstoffenheffing

25.000

25.000

25.000

25.000

Lagere OZB opbrengst, eerder ingeschat op € 150.000, blijkt niet juist. Integendeel er kan een hogere opbrengst van € 187.000 geraamd worden.

187.000

187.000

187.000

187.000

Geen tariefaanpassing meer op gebruikersdeel OZB woningen en beperking tariefaanpassingen op overige OZB

-251.000

-433.000

-620.000

-802.000

200.000

200.000

200.000

200.000

Kostendekking leges bouwvergunningen

50.000

50.000

50.000

50.000

Kostendekking leges burgerzaken

50.000

50.000

50.000

50.000

225.000

225.000

225.000

270.000

270.000

Tariefaanpassing afvalstoffen + riool i.v.m. kostenstijging

OZB tariefaanpassing van 4,5% in plaats van de in het meerjarenperspectief geraamde 2,0% in 2007 exclusief inflatie OZB tariefaanpassing van 4,5% in plaats van de in het meerjarenperspectief geraamde 1,5% in 2008 exclusief inflatie OZB tariefaanpassing van 4,5% in 2009 exclusief inflatie Totaal ruimtescheppende opties


405.000 424.500

505.000

625.500

861.000

213

KAART 8

2006

2007

2008

2009

Instellen 24 uurs bereikbaarheid milieuklachten

11.000

11.000

11.000

11.000

Nazorg voormalige stortplaats Gansoyensesteeg

70.000

70.000

70.000

70.000

Controle op bluswatervoorzieningen

10.000

10.000

10.000

10.000

10.500

10.500

10.500

105.100

105.100

105.100

8.750

8.750

8.750

5.325

5.325

5.325

5.325

201.425

220.675

220.675

220.675

Formatieplaats (1 fte niveau 11) EZ

69.000

69.000

69.000

69.000

Hogere exploitatielasten als gevolg van huisvesting CMD en De Terp in kunstencentrum Waalwijk

29.000

29.000

29.000

29.000

Hogere exploitatielasten als gevolg van gebruik door CMD, bibliotheek en Tavenu van Den Bolder Waspik

41.000

41.000

41.000

41.000

100.000

100.000

100.000

100.000

37.500

37.500

37.500

15.000

15.000

15.000

15.000

15.000

15.000

254.000

306.500

306.500

306.500

0 254.000

0 306.500

0 306.500

0 306.500

EINDBEELD KADERNOTA (RUIMTE)

521.833

159.591

28.873

-20.935

Hogere kapitaallasten dan voorzien Temporiseren kapitaallasten ICT planning Aframen stelpost onderuitputting kapitaallasten Hogere apparaatskosten dan voorzien Eliminatie afbouw apparaatskosten Geen verhoging alle sporttarieven met 5% Verhoging tarieven buitensportaccomodaties + zwembaden BTW vrijmaken storting voorziening riolering Invoering 59+ regeling Efficiëncyvoordelen centrale huisvesting Efficiëncyvoordelen regie-organisatie Saldo van geringe voor- en nadelen BEGROTINGSRESULTAAT

-360.000 560.000 -50.000 -383.000

-100.000

-400.000

-31.000 24.000

-280.000 305.000 -50.000 -383.000 50.000 -67.000 48.000

-383.000 100.000 -106.000 72.000

-383.000 150.000 -106.000 72.000

339.284 40.000

300.000 40.000

300.000 40.000

6605 667.722

37.130 159.721

100.000 22.781 74.654

300.000 40.000 200.000 200.000 22.397 74.462

Uitbreiding van bluswatervoorzieningen Uitbreiding formatie met 2,6 fte bij DIV

105.100

Verplaatsing jongerenunit Sprang-Capelle Conservering en digitalisering van audio-visueel archiefmateriaal Totaal ruimtevragende opties WETTELIJK

Uitbreiding personele formatieTavenu met 2,1 fte Vervanging programmatuur gemeentelijke belastingen Uitbreiding beheer CMD / Terp (aanvulling op eerdere bijdrage)

15.000

Invoering geautomatiseerde subsidie-administratie Totaal ruimtevragende opties KEUZE Waarvan incidenteel (grijze vlakken) Waarvan structureel


214

Toelichting op de wijzigingen tussen kadernota en begroting 2006

2007

2008

2009

Kadernota

521.833

159.591

28.873

-/- 20.935

Begroting

667.722

159.721

74.654

74.462

+ 145.889

+ 130

+ 45.781

+ 95.397

Verschil (meer ruimte = +)

Apparaatskosten Ten opzichte van het in de kadernota (en ten opzichte van het in de begroting 2005) gepresenteerde beeld, treedt een afwijking in geraamde apparaatskosten ten laste van de exploitatiebegroting op van € 383.000. Dit komt omdat vanuit de organisatie voor 2006 minder uren op projecten worden geraamd, waardoor een lastenverschuiving optreedt van projecten naar de exploitatiebegroting. In 2005 werden ruim 36.000 uren op projecten geraamd, in de nota kostentoerekening is ervan uitgegaan dat vanaf 2006 jaarlijks maximaal 35.000 uren op projecten worden geschreven, maar het feitelijk resultaat van de capaciteitsplanning vanuit de afdelingen voor het begrotingsjaar 2006 geeft een uitkomst van 29.376 uren te besteden door eigen personeel. Wij hebben ervan kennis genomen dat dit een realistische planning is en dat het resultaat ook in de lijn ligt met de ontwikkeling die in de jaarrekening 2004 naar voren kwam. Gezien deze situatie, waarin de in de kadernota verwerkte geleidelijke afbouw van uren op de jaren 2007-2008-2009 in één keer (in 2006 al) ruimschoots is gerealiseerd, hebben wij de stelposten voor afbouw van uren ten bedrage van respectievelijk € 50.000 (in 2007), € 100.000 (in 2008) en € 150.000 (in 2009) uit de meerjarenramingen geëlimineerd, hetgeen voor de genoemde bedragen in de genoemde jaren tot voordelen leidt. Kapitaallasten De berekening van de kapitaallasten voor de begrotingsjaren 2006 tot en met 2009 leiden tot negatieve afwijkingen ten opzichte van de voor de kadernota gehanteerde mutaties in afschrijvingslasten. Afwijkingen ontstaan doordat afschrijvingstermijnen op grond van voorschriften moeten worden aangepast en feitelijke uitgaven zich anders in de tijd voltrekken dan begrotingstechnisch voorzien. Dit kan in positieve zin tot voordelen leiden in de vorm van onderuitputting op kapitaallasten, maar ook in negatieve zin omdat kapitaallasten nog niet vrijvallen op het in de begroting voorziene moment. Gezien het totaal van de kapitaallasten (bijna € 20 miljoen) is de opgetreden afwijking gering van omvang (1,5%), maar door volgend jaar de berekening voor 2007 direct na het afronden van de jaarrekening 2005 te maken en te betrekken bij de kadernota, zullen wij trachten dergelijke afwijkingen te voorkomen. De opgetreden afwijkingen worden overigens in de jaren 2006 en 2007 ruimschoots gecompenseerd, omdat wij kapitaallasten op omvangrijke investeringen in ICT, waarvan de totale lasten begrotingstechnisch voorzien waren op het begrotingsjaar 2006, door een vervaardigde investeringsplanning beter in de tijd konden ramen. Dit levert voor 2006 een voordeel op van € 560.000 en voor 2007 van € 305.000.


215

Sporttarieven In de begroting 2005 en het daarbij behorend meerjarenperspectief werd rekening gehouden met verhoging van de sporttarieven van telkens 5% gedurende 3 jaren. Bij amendement op de begroting 2005 is de voorgenomen verhoging uitgesteld tot het jaar 2006, waarbij door de raad is gesteld dat eerst tot verhoging van tarieven zal worden overgegaan nadat het college daartoe na overleg met de gebruikers de noodzaak heeft aangetoond en nadat het college de raad de voorgestane verhoging expliciet heeft voorgelegd bij de behandeling van de kadernota voor de begroting 2006. In de kadernota voor de begroting 2006 is in het meerjarenbeeld nog wel uitgegaan van verhoging van tarieven met ingang van 2006. In de thans voorliggende begroting is op basis van het onderzoek dat door het college is verricht, een tariefverhoging van 5% in de jaren 20062007-2008 verwerkt, uitsluitend voor gebruikers van gemeentelijke sportterreinen en zwembaden. Het onderzoek heeft uitgewezen dat het niet wenselijk is de tarieven voor binnensportaccommodaties te verhogen. Ten opzichte van het beeld dat bij de kadernota is gegeven, betekent het dat in de begroting in het jaar 2008 een extra opbrengst zal zijn gegenereerd van € 72.000 ( 3 x € 24.000) terwijl in de kadernota met € 106.000 rekening was gehouden. BTW en BTW compensatiefonds In het kader van de invoering van het BTW compensatiefonds (BCF) is een berekening gemaakt van de voor- en nadelen die dit voor de gemeente Waalwijk met zich meebrengt en de wijze waarop nadelen kunnen worden gedekt. Daartoe is een reserve BCF gevormd vanuit de BTW die uitgenomen kon worden op investeringen, reserves en voorzieningen, die BTW nadelen dekt. Daarnaast zijn begrotingsbudgetten, waaronder stortingen in reserves en voorzieningen, vrijgemaakt van BTW. Op ons verzoek heeft Deloitte belastingadviseurs gecontroleerd of de BTW uitnames correct hebben plaatsgehad. Het onderzoek zal leiden tot enige éénmalige correcties waarvoor wij uw raad in 2005 een begrotingswijziging zullen voorleggen, maar daarnaast is gebleken dat alsnog een BTW uitname van structurele aard dient plaats te vinden. Het betreft het BTW vrijmaken van de jaarlijkse storting in de voorziening riolering, hetgeen tot een voordeel voor de exploitatiebegroting van € 300.000 (in 2006 € 339.284) jaarlijks leidt. Aangezien inmiddels ook is gebleken – uit de cijfers van 2004 en op basis van de cijfers 2005 per augustus 2005 - dat het in de begroting geraamde budget ter dekking van het BTW nadeel ontstaan doordat het Rijk gedeclareerde BTW niet voor 100% maar slechts voor 95% vergoedt, tot een bedrag van € 100.000 ontoereikend is, stellen wij vast dat de begroting t.o.v. de kadernota met € 200.000 (in 2006 € 239.284) in positieve zin kan worden bijgesteld. Invoering 59+ regeling In het kader structureel ruimte in de begroting te creëren door het niet invullen van vacatures hebben wij een regeling ontworpen, waarbij medewerkers op vrijwillige basis tegen relatief aantrekkelijke voorwaarden per 1 december 2005 vervroegd kunnen uittreden. Wij ramen op grond hiervan met ingang van het begrotingsjaar 2006 een voordeel van tenminste € 40.000. Hiermee is in de kadernota geen rekening gehouden. Efficiëncyvoordelen centrale huisvesting In de begroting 2006 zijn voor het eerst de kapitaallasten i.v.m. de te realiseren centrale huisvesting geraamd. Het gaat om een bedrag van ruim € 1,4 miljoen waarmee overigens in de kadernota rekening is gehouden. Het efficiëncyvoordeel echter, dat optreedt als gevolg van centrale huisvesting, is in de kadernota niet onder de aandacht gebracht. Wel eerder overigens, namelijk bij de kredietvotering voor de realisatie van centrale huisvesting. Het voordeel wegens het niet meer op en neer hoeven pendelen tussen de verschillende locaties werd toen becijferd op zo’n € 120.000. Aangezien centrale huisvesting daarnaast leidt tot efficiëncyvoordeel in de facilitaire dienst, hebben wij een totaal voordeel van € 200.000 met ingang van het begrotingsjaar 2009 is de meerjarenramingen ingebracht.


216

Efficiëncyvoordelen regieorganisatie Invoering van de regieorganisatie leidt tot inkrimping van personeel en dienovereenkomstige structurele besparingen. Wij beseffen dat wij dit niet meegenomen hebben in de kadernota, maar u kunt zich voorstellen dat besparingen op langere termijn eerst echt over het voetlicht komen als de begrotingspositie daartoe noodzaakt. Dit was het geval toen wij vaststelden dat er zich nadelen van elk € 300.000 voordoen in apparaatskosten en kapitaallasten. Wij hebben als gevolg van de invoering van de regieorganisatie in de begroting op het jaar 2008 een besparing van € 100.000 verwerkt en vanaf 2009 € 200.000.


217

3.2.3 Specifieke onderwerpen In deze paragraaf komen enkele specifieke onderwerpen aan de orde. Apparaatskosten Algemeen en uurtarieven Bij besluit van 26 mei 2005 heeft de raad de kaders vastgesteld voor de wijze van het toerekenen van indirecte kosten met ingang van het begrotingsjaar 2006. De voorliggende begroting is samengesteld conform die kaders. Dat betekent dat de kosten vanuit de sector Centrale Ondersteuning op andere wijze zijn toegerekend (niet zoals voorheen 1/3 van de kosten aan de sector IWZ en 2/3 van de kosten aan de sector GGZ, maar op basis van het aantal formatieplaatsen per afdeling), dat het aantal productieve uren van een medewerker zijn aangepast (van 1.285 uren naar minimaal 1.330 uren) en dat de buitendienst van BOR meer dan voorheen meedeelt in de kosten van overhead van de organisatie (het tarief is niet “kunstmatig” laag gehouden). In de nota kostentoerekening is reeds aangegeven welke gevolgen hieruit voortkomen voor de tarieven op basis van de cijfers van de begroting 2005. Het toerekenen van apparaatskosten aan kredieten / grondexploitatie In de nota kostentoerekening zijn de kaders gesteld voor het toerekenen van apparaatskosten die niet op de reguliere exploitatiebegroting /-rekening drukken. Ondermeer is bepaald dat: •

Er vanaf het begrotingsjaar 2006 niet meer dan 35.000 uren op projecten en investeringswerken mag worden begroot. Hiermede wordt de toerekening 2005 (36.256 uren), gecorrigeerd met de toerekening door ondersteunende afdelingen ( -/- 2.475 uren) en aangepast met de voorgestelde verhoging van de productiviteitsnorm (1330/1285) als maximale norm voor tijdbesteding aan projecten / investeringswerken gesteld.

•

Er vanaf het begrotingsjaar 2006 in het daarbij behorend meerjarenperspectief (dus vanaf 2007), een jaarlijks met € 50.000 opbouwende stelpost in de exploitatiebegroting wordt opgenomen van in basis € 50.000 ter dekking van ten laste van de exploitatiebegroting komende apparaatskosten i.v.m. terugloop van benodigde ambtelijke capaciteit voor projecten / investeringswerken. Door het toepassen van deze methodiek is er in het meerjarenperspectief tenminste ruimte gecreëerd om de niet wegvallende (vaste) apparaatskosten tot een bedrag van € 150.000 te dekken, hetgeen overeenkomt met de afbouw van overhead op tenminste 6 formatieplaatsen ten laste van grondexploitatie / projecten / kredieten.

In het volgende overzicht treft u de vergelijking aan van de tijdbesteding op projecten (investeringswerken / grondexploitatie) tussen de begroting 2005 en 2006.


218

Afdeling Directie en concernstaf Welzijn en educatie Sport Bedrijfsbureau GGZ CCT BOR ROV MBZ EZ Informatie B&O Totaal

Uren 2005 2.828 108 800 650 14.335 825 6.145 527 8.213 1.425 400 36.256

Uren 2006 4.035 415 350 0 11.350 415 3.500 1.670 7.641 0 0 29.376

Wij verwijzen u verder naar hetgeen gesteld is bij de toelichting op de afwijkingen tussen kadernota en begroting in paragraaf 3.2.2.


219

Majeure Projecten en de reservering van de benodigde middelen Onderstaand het voor de raad relevante overzicht naar de situatie per september 2005:

Voeding Feitelijke stand jaarrekening per 31-12-2004 toevoeging vanuit reserve grondexploitatie i.v.m. Cartografenweg toevoeging vanuit het vermogen in 2005 toevoeging bespaarde rente in 2005 nog te realiseren verkoopopbrengsten gemeentelijke panden in 2005 toevoeging vanuit behoedzaamheidsreserve 2005 toevoeging vanuit het rekeningresultaat 2005 Opbouw per 31-12-2005 toevoeging bespaarde rente in 2006 toevoeging vanuit de incidentele begrotingsruimte 2006 ad € 700.000 toevoeging vanuit behoedzaamheidsreserve 2006 toevoeging vanuit het rekeningresultaat 2006 Opbouw per 31-12-2006 toevoeging bespaarde rente in 2007 (raming) toevoeging vanuit de incidentele begrotingsruimte 2007 ad € 200.000 toevoeging vanuit behoedzaamheidsreserve 2007 toevoeging vanuit het rekeningresultaat 2007 Opbouw per 31-12-2007 toevoeging bespaarde rente in 2008 (raming) toevoeging vanuit behoedzaamheidsreserve 2008 toevoeging vanuit het rekeningresultaat 2008 Opbouw per 31-12-2008

4.451.000 700.000 4.800.000 1.038.000 146.000 p.m. p.m. 11.135.000 730.000 p.m. p.m. p.m. 11.865.000 500.000 p.m. p.m. p.m. 12.365.000 300.000 p.m. p.m. 12.665.000

Bestemming Facelift dorpscentrum Waspik

200.000

Diverse kleine impulsen 2005

300.000

Verkeersregelinstallatie Van Merwedelaan

55.000

Nieuwbouw zwembad

voorbereiding uitvoering

885.000 4.732.000

Cultuur historisch ankerpunt


125.000 1.375.000

Spoorwegtracé


260.000 2.740.000

5.617.000

1.500.000

3.000.000 Woonzorgzones Totaal projecten t.l.v. reserve


455.000 11.127.000

220

Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds De mei - circulaire, schrijft de minister, laat zien dat de verdeling van de lusten en lasten over de centrale overheid en de decentrale overheid voor de gemeenten iets beter uitpakt dan eerder verwacht. Naast een aantal taakmutaties wordt de hoofdmoot gevormd door de herverdeling van de clusters “Bijstand” en “Zorg” in de clusters “Werk en Inkomen”, “Educatie” en “Maatschappelijke Zorg”. En uiteraard de doorwerking van het wetsvoorstel inzake de afschaffing van het gebruikersdeel woningen en de maximering van de resterende tarieven. Onder het voorbehoud van parlementaire behandeling, ziet het kabinet dit als een belangrijk instrument om de lokale lasten te beheersen. Nadrukkelijk wordt opgetekend dat de mei - circulaire geen eindbeeld biedt voor het jaar 2006. De ontwikkeling van de rijksuitgaven die op grond van de normeringssystematiek doorwerkt in het gemeentefonds veroorzaakt voor 2006 een daling ten opzichte van de eerdere raming van het accres bij de september - circulaire van 2004. Voor het uitkeringsjaar 2006 is verder de gerichte verdeling van het accres t.b.v. een tweetal beleidsterreinen van belang. Dit betreft de ingroeiregeling voor Onderwijshuisvesting en de aanvullende suppletie-uitkering i.v.m. de compensatie voor de afschaffing van het gebruikersdeel van de OZB voor woningen. Naast de zojuist genoemde zaken worden nog de volgende bestuurlijke aspecten aangestipt: • Aanpassing van het cluster Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Stadsvernieuwing i.v.m. het nieuwe investeringstijdvak van het investeringsbudget stedelijke vernieuwing (ISV) • Nadere berichtgeving over de (financiële) uitwerking van de WMO volgt in de septembercirculaire FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN GEMEENTEFONDS Voor 2006 komt de algemene uitkering circa € 126,7 miljoen lager uit als gevolg van lagere prijzen en rentemeevallers op de rijksbegroting. Voor de jaren 2007 tot en met 2009 komen de ramingen van het accres in grote mate overeen met het meerjarenperspectief uit de septembercirculaire. De minister tekent op dat de gemeenten voldoende middelen ontvangen om hun taken naar behoren te vervullen. Het jaar 2004 werd gekenmerkt door budgettaire krapte, maar bezien in een meerjarig perspectief – zowel verleden als toekomst – is sprake van financiële ruimte. In het kader van de herijking van de clusters Bijstand en Zorg wordt het verdeelstelsel met ingang van 2006 aangepast. Van een groot aantal maatstaven worden de bedragen per eenheid gewijzigd, er worden een aantal maatstaven ingevoerd en de uitkeringsfactor voor 2006 wordt opnieuw bepaald. Door deze aanpassingen van het verdeelstelsel is het niet mogelijk de uitkeringsfactor voor 2006 te vergelijken met 2005. Er is tussen de betrokken departementen en met de VNG nog overleg gaande over de voortzetting van de toevoeging aan het gemeentefonds van middelen voor de kinderopvang voor de doelgroep “sociaal-medisch-geïndiceerden”. De gemeenten zullen voor de afschaffing van het gebruikersdeel van de OZB-woningen worden gecompenseerd via het gemeentefonds. De compensatie zal plaatsvinden via de inkomstenmaatstaf. Op die manier wordt in de meicirculaire een bedrag van € 977 miljoen verdeeld. Om in een structurele situatie te komen is een overgangstraject nodig. Uitgangspunt is nl. dat geen enkele gemeente er reëel op achteruit mag gaan. Daarom is een overgangstraject ontworpen, waarbij het accres wordt aangewend. Op 1 september 2005 is er gepubliceerd dat het kabinet nog eens € 85 miljoen extra heeft uitgetrokken voor deze operatie. Remkes komt hiermee tegemoet aan de klacht van gemeenten dat hun een volledige compensatie was belooft, maar dat zij die niet kregen. De


221

suppletieregeling die dit voor een reeks van jaren moet bewerkstelligen zorgt er wel voor dat er minder vrij besteedbaar accres overblijft. Doordat pal en perk wordt gesteld aan de overblijvende tarieven voor de OZB is het niet mogelijk de eerdere aannames t.a.v. de verhoging van de OZB opbrengsten in de meerjarenbegroting 2005-2008 te realiseren. CONSEQUENTIES TEN AANZIEN VAN UITKERINGSJAAR 2006 Doorrekening van de in de circulaire aangekondigde maatregelen levert een feitelijke bruto - meeropbrengst van ruim € 2,6 miljoen op i.p.v. de aanvankelijk gecalculeerde meeropbrengst van € 696.000. Overigens is alles reeds bij de kadernota onder de aandacht van de raad gebracht en verwerkt. Wij verwijzen ook naar de brief aan de raad van 30 juni 2005. In hoeverre de septembercirculaire financieel ingrijpt in de begroting voor het jaar 2006 moet nog worden afgewacht. Behoedzaamheidsreserve Op de gebruikelijke wijze vindt jaarlijks inhouding plaats van de behoedzaamheidsreseve. In totaliteit is hiermee een bedrag gemoeid van € 208 miljoen. In het geval dat te zijner sprake zal zijn van een volledige uitkering, bedraagt het Waalwijks aandeel hierin circa € 505.000. Evenals in voorgaande begrotingen, is in de begroting 2006 en hierbij behorende meerjarenramingen geen rekening gehouden met een baat wegens het mogelijk tot uitkering komen van de behoedzaamheidsreserve. Het tot uitkering komen van de behoedzaamheidsreserve zal ertoe leiden dat de uitkering, voor zover het jaarrekeningresultaat dit toelaat, voor 50% wordt bestemd voor sociale woningbouw / betaalbare woningen en voor 50% wordt gestort in de reserve Majeure Projecten. SMART maken van de begroting Door de raad is laatstelijk nog bij de vaststelling van de begroting 2005 aangegeven dat de begroting meer concrete en controleerbare doelen zou moeten bevatten. Wij menen hierin opnieuw vooruitgang te hebben geboekt door het na elk hoofdstuk opnemen van relevante gegevens in de vorm van kengetallen / normen / prestaties. Deze cijfers zeggen veelal eerst iets, als zij in een meerjarenbeeld worden gepresenteerd en/of vergeleken worden met soortgelijke gegevens van derden zoals andere gemeenten in dezelfde inwonersklasse of in gelijksoortige omstandigheden. Wat dat betreft moet u het jaar 2006 zien als een startjaar dat de eerstkomende jaren verder uitgebouwd moet worden. Ontwikkelingen worden dan zichtbaar en gegevens van onze gemeente worden in perspectief geplaatst. Het meer concretiseren van doelen kan ook vertaald worden naar het zogenaamde SMART criterium. Dit betekent dat programma’s moeten kunnen worden getoetst aan de criteria: • • • • •

Specifiek Meetbaar Aanvaardbaar Realistisch Tijdgebonden

Veel gemeenten zijn, al dan niet met behulp van externe ondersteuning in de vorm van adviesbureaus die hiervoor producten hebben ontwikkeld, nu zo langzamerhand aan het stadium toe dat de begroting verder kan worden vervolmaakt door het smart formuleren van de programma’s. Ook Waalwijk is zover. Dit kost de nodige inspanning, maar maakt de programma’s wel concreet en geeft daarmee richting aan de uitvoering van het programma door het college. Tegelijkertijd ontstaat een beweging die zich in kritische zin uitlaat over deze inspanningen. Voldoet de praktijk wel aan de leerboekjes? Als men het te ver doorvoert, dreigt dan niet een grote bureaucratie. Het betekent immers dat tal van


222

registraties moeten worden aangelegd en bijgehouden waardoor minder tijd overblijft voor het eigenlijke werk. Wij zijn van mening dat je in dit soort ontwikkelingen wel met beide benen op de grond moet blijven. Natuurlijk dient de begroting verder te evalueren, maar dit moet geen doel op zich worden. Het is een afweging tussen nut en noodzaak en wij staan op het standpunt dat wij op dit terrein niet voorop hoeven te lopen en het wiel moeten uitvinden. Wij volgen de ontwikkelingen en zullen, daar waar gewenst en mogelijk, hiervan gebruik maken. Nogmaals, een eerste aanzet is gemaakt en wij zeggen u toe deze verder uit te bouwen. Duidelijk moge zijn dat suggesties vanuit de raad ons zeer welkom zijn.


223


224

3.2.4 Investeringen In 2006 zal een aantal bedrijfsmiddelen worden vervangen. Deze vervangingen moeten plaatsvinden om de lopende bedrijfsprocessen doorgang te laten vinden. Met de vervanging is dus alleen sprake van handhaving van bestaand beleid. Om die reden is het niet meer noodzakelijk dat de betreffende investeringen via afzonderlijke begrotingswijzigingen aan de raad worden voorgelegd. Derhalve is het uitgangspunt dat de raad, met het vaststellen van de begroting 2006, tevens goedkeuring verleent aan de jaarschijf 2006 van het “overzicht vervangingsinvesteringen”. Het volledige (meerjarige) overzicht vervangingsinvesteringen is in het bijlagenboek opgenomen. De zaken welke hierin zijn opgenomen zijn o.a.; tractiemiddelen, automatiseringsapparatuur, bedrijfsmiddelen voor de brandweer etc. De kapitaallasten van de vervangingsinvesteringen komen pas het jaar volgend op de investering ten laste van de begroting, dus voor het eerst in 2007. Met deze kapitaallasten is in het meerjarenperspectief rekening gehouden. Een overzicht van de vervangingsinvesteringen voor het jaar 2006 welke meer bedragen dan € 10.000 is onderstaand weergegeven. Door vaststelling van de begroting geautoriseerde vervangingsinvesteringen 2006 (Jaarschijf 2006 van het overzicht vervangingsinvesteringen) Omschrijving

Jaar

Afschr. termijn

Investering 2006 (excl. BTW)

Sector Inwonerszaken Aanschaf stemcomputers Persoonsinformatiesysteem Cipers

1994 2003

10 3

69.395 11.026

10.409 4.227

1996 2001 1997 1996 1998

10 5 8 10 7 5 5

12.916 12.157 15.503 12.525 18.206 63.025 72.605

1.937 3.039 2.804 1.879 3.511 15.756 18.151

1999 1991 1999 1999 2001 1996 1994 1996 2006 2004 2004

7 15 7 7 5 10 10 10 3 3 3

140.696 212.372 16.316 17.692 11.052 25.467 23.109 11.050 263.675 185.912 112.899

27.134 24.777 3.147 3.142 2.763 3.820 3.466 1.658 101.075 71.266 43.278

Sector Grondgebiedszaken Schotelstrooier Machines gladheidsbestrijding Vervanging Grijze containers Doorzaaimachine type 235075 Houtversnipperaar Bouwregistratiesysteem Microstation vervanging Sector Centrale Ondersteuning Traject FUWA Tankautospuit Personenvervoer (Brandweer) Personenvervoer (Brandweer) 45 persluchtmaskers 50 ademhelmen Hulpverleningsmaterialen HV materialen Vervangingsinvesteringen ICT 1e ring ICT beheersplan 2e ring ICT beheersplan


Kapitaallast 2007

225

Nieuwe investeringen Ook de lasten verband houdend met nieuwe investeringen zijn in de (meerjaren)begroting verwerkt. Middels vaststelling van de begroting geeft u de intentie aan deze investeringen te gaan uitvoeren. De definitieve besluitvorming door de raad echter zal plaatsvinden op basis van voorstellen die het college in de loop van het begrotingsjaar zal voorleggen. De nieuwe investeringen zijn de volgende: Omschrijving Uitbreiding bluswatervoorziening Verplaatsing jongerenunit Sprang-Capelle Vervanging programmatuur gemeentelijke belastingen Invoering geautomatiseerde subsidie-administratie Nieuwbouw zwembad bouwkosten inrichtingskosten Spoorwegtracé

Jaar

Afschr Investering 2006 termijn (excl. BTW) 2006 8 90.000

Kapitaallast 2007 10.500

2006

10

75.000

8.750

2006

5

150.000

37.500

2006

5

60.000

15.000

2006 2006 2006

40 diverse 40

4.732.000 3.241.110 2.740.000

292.872 342.662 219.200

Hierbij moet het voorbehoud worden gemaakt dat niet alle investeringen in volledige omvang in het jaar 2006 uitgevoerd zullen worden. Verder mag duidelijk zijn dat in 2006 ook uitgaven gedaan zullen worden ten laste van eerder door de raad beschikbaar gestelde kredieten. Ook investeringen in de grondexploitatie en de onderwijshuivesting zijn niet op het overzicht vermeld. Volledigheidshalve merken wij op dat een in het voorstel aan de raad tot vaststelling van de begroting 2006 met name onder de aandacht gebrachte investering, evenmin op het overzicht is vermeld (de lasten zijn ook niet verwerkt in de begroting). Dit betreft de in onze ogen hoogst noodzakelijke renovatie van de gebouwen op het sportcomplex van S.V. Capelle. Dit vergt een investering van € 550.000 met een kapitaallast van € 41.250. Deze investering was als nieuwe wens opgenomen op ingrediëntkaart 8 van de kadernota, maar is, gezien het toen bekende financieel perspectief, buiten behandeling gebleven.


226

3.2.5 EMU gegevens In het bestuurlijk akkoord “Beheersen EMU-saldo lokale overheid” is afgesproken dat in het voorjaar van 2005 voor de eerste maal de balans wordt opgemaakt over de uitkomsten van het EMU-saldo van de lokale overheden en de kwaliteit van de informatievoorziening. Hoewel het EMU-tekort van de lokale overheden uit de gevarenzone is, blijft het onverminderd hoog. Een goede informatievoorziening is essentieel voor het monitoren en beheersen van het EMU-saldo voor het onderhoud van het gemeente- en provinciefonds. Daarom ook is in het bestuurlijk akkoord afgesproken dat met ingang van de begroting 2006, onverminderd de bestaande tussentijdse rapportages, een overzicht moet worden verstrekt waarin informatie wordt verstrekt over het begrotingsjaar, het daaraan voorafgaande jaar en het daarop volgende jaar. De toezichthouder, in ons geval GS van Noord-Brabant, toetst hierop en is verplicht de gemeente te wijzen op het niet nakomen van haar verplichtingen. Op de volgende bladzijde is de voorgeschreven informatie van de gemeente Waalwijk voor het begrotingsjaar 2006 opgenomen, waardoor aan deze met ingang van 2006 voorgeschreven verplichting is voldaan.


227

Vraag

1

2 3

4

5

6 6a

6b 7

8 8a 8b 9 10

11

11a 11b

volgens realisatie begroting 2005, aangevuld met raming resterende periode (*eur 1.000)

Wat is uw exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)? Wat zijn uw afschrijvingen ten laste van de exploitatie? Wat zijn uw bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie? Wat zijn uw uitgaven aan investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd? Wat zijn de in mindering op de onder vraag 4 bedoelde investeringen gebrachte ontvangen bijdragen van het Rijk, de Provincies, de Europese Unie en overigen? Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa:

455

-586

-1.711

5.629

6.184

4.649

1.452

2.058

2.058

24.772

26.371

27.350

0

0

0

0

0

0

0

0

0

18.500

22.600

15.000

10.650

24.900

34.616

170

246

1.249

1.061

2.850

1.899

Wat zijn uw verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs)? en wat is daarin de te verwachten boekwinst? Hoeveel bedragen de uitgaven aan aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d.? Grondverkopen: Wat zijn de verkoopopbrengsten van grond (tegen verkoopprijs)? en wat is daarin de te verwachten boekwinst? Wat zijn uw betalingen ten laste van de voorzieningen? Zijn er voorts betalingen die niet via de onder vraag 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van de bovenstaand vragen? Bij de berekening van het EMU-saldo wordt gecorrigeerd voor verkoop van deelnemingen en aandelen. Gaat u deelnemingen en aandelen verkopen? (ja/nee) Zo ja wat is bij verkoop de te verwachten boekwinst?

volgens meerjarenr aming (*eur 1.000)

volgens begroting 2006 (*eur 1.000)

nee

nee

Programmabegroting 2006 gemeente Waalwijk Berekend EMU-saldo

-26.317

-19.511

nee

228 -5.886

3.2.6 Overzicht geraamde incidentele baten en lasten In artikel 19 van het besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten is bepaald dat in de begroting een overzicht moet worden opgenomen van de geraamde incidentele baten en lasten. Door een indicatie te geven van de incidentele baten en lasten wordt informatie gegeven die relevant is voor het beoordelen van de financiële positie en de meerjarenraming. Volgens de toelichting op de voorschriften worden baten en lasten “incidenteel” aangemerkt als zij zich gedurende maximaal drie jaren voordoen. In 2006 en het daarbij behorend meerjarenperspectief zijn geen incidentele baten ter dekking van structurele lasten ten gunste van de exploitatie geraamd.


229


230

HOOFDSTUK 4

DIVERSEN


231

4.1 Begrippenlijst AccountantsVerklaring

Afschrijven

De schriftelijke verklaring van de registeraccountant naar aanleiding van het onderzoek van de jaarrekening (of andere documenten). Behalve de verklaring bij de jaarrekening dient het verslag van de accountant ook antwoord te geven op de vraag of de administratie en het beheer voldoen aan eisen van rechtmatigheid. Het boekhoudkundig zichtbaar maken van de waardevermindering van een object. De afschrijving wordt ten laste van de exploitatie gebracht.

Algemene uitkering Uitkering van het rijk uit het gemeentefonds die in beginsel naar eigen inzicht van de gemeente besteed kan worden. Allocatie (functie)

Door de vaststelling van de begroting worden de middelen toegewezen voor de diverse taken en activiteiten.

Apparaatskosten

Betreft alle personele en materiële kosten die betrekking hebben op het gemeentelijke apparaat. De kosten komen tot uiting op de hulpkostenplaatsen en de kostenplaatsen. Deze kosten worden via verdeelsleutels toegerekend aan de producten.

Autorisatie (functie)

Baten en lasten (stelsel van )

Balans

Begroting

Hieronder wordt verstaan de machtiging aan het uitvoerend orgaan om de uitgaven te doen overeenkomstig de ramingen van lasten en baten. De uitgaven mogen niet meer bedragen dan de ramingen; voor de baten geldt deze maximalisatie niet. Door de vaststelling van de begroting door de gemeenteraad (het budgetrecht) krijgt de begroting voor het dagelijks bestuur een bindend karakter. Verantwoording volgens de boekhoudvoorschriften voor gemeenten en provincies, waarbij alle ontvangsten en uitgaven worden toegerekend aan het begrotingsjaar waarop zij betrekking hebben. Dit in tegenstelling tot het kasstelsel van de rijksbegroting waarbij alleen feitelijke ontvangsten en uitgaven in het betreffende begrotingsjaar worden verantwoord. Onderdeel van de jaarrekening. De balans geeft een overzicht van bezittingen, vreemd en eigen vermogen (activa en passiva) van de gemeente. De begroting is een jaarlijks overzicht van alle lasten en baten die, na vaststelling door de Gemeenteraad, een mandaat inhoudt voor het dagelijkse bestuur (B&W) om in het komende jaar overeenkomstig de begroting activiteiten uit te voeren. De begroting heeft een taakstellend karakter en is opgemaakt en ingericht volgens bij de algemene maatregel van bestuur gegevens regels (Besluit Comptabiliteitsvoorschriften). De begroting heeft de volgende functies: • de huishoudplanfunctie d.w.z. het zorgen voor evenwicht in lasten en baten:

•

de afwegings- of keuzefunctie, de allocatie van middelen naar de verschillende bestedingsmogelijkheden;


232

• • • •

de autorisatiefunctie (machtigingsfunctie); de beheertechnische of controlefunctie; de bedrijfseconomische functie (welke prestaties worden gerealiseerd tegen welke kosten); de voorlichtende functie t.b.v. Raad, belastingbetalers, burgers bedrijven, CBS, enz.

Begroting bestaand De bestaande begroting, waarvoor een gelijkblijvende inzet van beleid middelen nodig is zonder rekening te houden met voorgenomen beleidsombuigingen c.q. intensiveringen. Begrotingswijziging Een besluit van de gemeenteraad tot tussentijdse aanpassing van de begroting tijdens het begrotingsjaar. Belasting

Wettelijke (gedwongen) bijdrage van particulieren of van bedrijven aan de overheid, waar tegenover geen rechtstreekse individuele prestatie van de overheid staat.

Belastingcapaciteit Het potentieel dat door een overheid aan belasting kan worden geheven. Beleids & Beheersbegroting

De beleidsbegroting gaat met name in op de (doelstellingen van de) programma’s en via de zogenoemde paragrafen op belangrijke onderdelen van het beheer. De beleidsbegroting bestaat uit: 1. het programmaplan 2. de paragrafen.

Bespaarde rente

Berekende rente over het eigen vermogen. Maakt onderdeel uit van de totale rentelasten van de gemeente.

Bestaand beleid

Het tot op heden gevoerde beleid. Het bestaand beleid vormt de basis voor de meerjarenramingen. Hierbij wordt rekening gehouden met reeds genomen bestuursbesluiten, geldende regelingen, aangegane verplichtingen, etc.

Bestuurlijk belang Een bestuurlijk belang heeft een gemeente wanneer ze een zetel heeft in het bestuur van een derde rechtspersoon, of als ze stemrecht heeft. Budget

Een bedrag voor geraamde kosten en/of opbrengsten.

Budgetbeheerder

Ambtelijk functionaris, belast met de bewaking c.q. het beheer van een bepaald budget. De budgetbeheerder doet voorstellen en voert uit, maar draagt niet de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de aanwending van het budget; ambtelijk is dat de zgn. budgethouder.

Budgetrecht

Het recht van de gemeenteraad om de begroting, de begrotingsvoorstellen of - wijzigingen vast te stellen. Het budgetrecht is vastgelegd in de Gemeentewet.

Categorieën c.q. Kostensoorten

De lasten en baten worden in zgn. "categorieën" ingedeeld (weergegeven in het beheersdeel van de begroting). Alle in de begroting voorkomende ramingen moeten, mede om statistische redenen, van een categoriekenmerk worden voorzien.


233

De uitgaven- en inkomstencategorieën zijn een combinatie van economische categorieën, die bedoeld zijn om macro-economisch relevante gegevens te verkrijgen. Voor de meerjarenramingen is deze indeling niet voorgeschreven. Comptabiliteitsbegrotingsvoorschriften

Control

Bij Koninklijk Besluit uitgevaardigde voorschriften betreffende de inrichting van de begroting en de jaarrekening c.a. De comptabiliteitsvoorschriften komen vanaf het begrotingsjaar 2004 te vervallen. Het geheel van instrumenten en maatregelen waarmee de organisatie wordt beheerst (bestuurd). Doel is een rechtmatige, efficiënte en effectieve bedrijfsvoering die is gericht op realisatie van vastgestelde beleidsdoelen

Collegeprogramma Het college geeft in een collegeprogramma de inhoudelijke invulling van belangrijke onderwerpen die in de zittingsperiode tot uitvoering moeten komen. Het gaat als regel om onderwerpen die naar het oordeel van het college politiek relevant zijn. In een dualistisch stelsel ligt het in de lijn dat de wethouders het collegeprogramma ondertekenen en dat de fractieleiders van de coalitiepartijen niet (mede) ondertekenen. Decentralisatie

Het overdragen van verantwoordelijkheden en bevoegdheden met de daar bijbehorende middelen naar lagere bestuurlijke niveaus. Veelal vanuit de rijksoverheid naar provincies of gemeenten.

Dekking

Wijze waarop het effect van een lastenverhoging batenvermindering wordt gefinancierd. Dit kan door:

• • • •

een

binnen

de

nieuwe inkomsten te generen: lasten aan derden door te berekenen; andere lasten te verlagen (bezuinigen); bestaande baten te verhogen.

Dekkingsmiddelen Dekkingsmiddelen dienen om exploitatiebegroting te bekostigen. DekkingsPercentage

en

de

uitgaven

Het geheel van ramingen, ombuigingsvoorstellen enz., dat de in de begroting en eventueel de meerjarenramingen geraamde lasten en baten in evenwicht moet doen brengen.

Doeluitkering

Uitkering door het Rijk aan een lagere overheid voor een nauw omschreven wettelijk vastgelegd doel of taak. De gelden zijn niet vrij besteedbaar. In veel gevallen is een specifieke verantwoording over de besteding één van de voorwaarden voor het verkrijgen van de uitkering.

Dualisme

Een dualistisch stelsel kenmerkt zich doordat de posities en bevoegdheden ontvlecht zijn. De raad zich primair op de kaderstellende en controlerende functie, het college op de uitvoerende functie. De wethouders zijn geen lid van de raad.

Efficiency en effectiviteit

Efficiency = doelmatigheid (is de uitvoering goed, met gebruik van zo min mogelijk middelen);


234

Effectiviteit = doeltreffendheid (doen we de goede dingen, bereiken we het gestelde doel). Egalisatiereserve

Reserve met als doelstelling jaarlijks sterk fluctuerende lasten door de jaren heen te compenseren.

Exploitatielasten

Deze betreffen jaarlijks terugkerende lasten zoals salaris- en onderhoudskosten, bijdragen aan derden, renteen afschrijvingslasten en dergelijke.

Financieel belang

Een financieel belang heeft een gemeente indien de middelen die deze ter beschikking stelt verloren gaan in geval van faillissement van de verbonden partij (een derde rechtspersoon) en / of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente.

Financiële positie

Onderdeel van de financiële begroting, tevens de tegenhanger van de balans. De financiële positie van een gemeente geeft de grootte en samenstelling van het vermogen in relatie tot de baten en lasten.

Financiering

Wijze, waarop de gemeente op de gelden kapitaalmarkt of via onderhandse leningen in de behoefte aan geld en kapitaal voorziet.

Financieringsmiddelen Functionele Indeling

Kort- of langlopende geldmiddelen die nodig zijn om de investering te betalen. Indeling van de productenraming naar hoofdfunctie (= taken), functies en subfuncties. De hoofdfuncties representeren gebieden van overheidszorg, bijvoorbeeld openbare orde en veiligheid. De functionele indeling is voor de gemeenten en provincies in bijlage 1 van de Comptabiliteitsvoorschriften 1995 vastgelegd. Elke hoofdfunctie is onderverdeeld in een aantal functies en geeft een globale weergave van de inkomsten en uitgaven per beleidsveld.

Geldmarkt

Markt van vraag naar en aanbod van kortlopend vermogen met een looptijd van minder dan twee jaar, zgn. kort geld.

Investering

Een uitgave voor een goed of object met een gebruiksduur langer dan een jaar. Investeringen worden over het algemeen geactiveerd op de balans; de hieruit voortvloeiende jaarlijkse kapitaallasten drukken op de exploitatierekening.

Jaarstukken

De jaarstukken zijn onderverdeeld in het jaarverslag en de jaarrekening.

Jaarverslag

Het jaarverslag is de tegenhanger van de beleidsbegroting en gaat met name in op de uitkomsten van de programma’s over het afgelopen begrotingsjaar. Het jaarverslag is een onderdeel van de jaarstukken en bestaat uit: 1. de programmaverantwoording 2. de paragrafen.

Kapitaallasten

De som van de jaarlijks terugkerende afschrijvingen en rentelasten met betrekking tot investeringen in activa en het daarvoor


235

aangetrokken vreemd vermogen. De kapitaallasten komen ten laste van de exploitatierekening. Kengetal

Een verhoudingsgetal. Kengetallen maken vergelijkingen in de tijd (wanneer de ontwikkeling van een kengetal in de loop der jaren wordt bezien) en met andere organisaties mogelijk. Voorbeelden zijn: gemiddelde kosten van een product per gebruiker, per inwoner, per deel van de doelgroep, per meter etc (afhankelijk wat van toepassing is), kostendekkingspercentage.

Kerntaak

Een taak waarvan het essentieel wordt geacht dat de overheid voor de uitvoering daarvan verantwoordelijk is. Overigens hoeft de overheid niet noodzakelijkerwijs zelf de taak uit te voeren.

Kostenverdeelstaat Overzicht volgens het systeem van hoofd- en hulpkostenplaatsen van aan de kostendragers of producten toegerekende apparaatskosten. Leges

Loongevoelige uitgaven

Loon- / prijscompensatie

In rekening te brengen vergoeding voor een geleverde overheidsdienst of goed. Leges dienen ter compensatie van door de overheid gemaakte kosten van door haar verleende diensten. Leges zijn retributies maar worden wettelijk tot belastingen gerekend. De heffing van leges is geregeld in een legesverordening. Daarbij wordt gestreefd naar kostendekkende tarieven. Uitgaven op de begroting welke direct worden beïnvloed door salarismaatregelen.

Door een hogere overheid te bepalen ophoging van het budget of het subsidie in verband met loon- en/of prijsontwikkelingen in Nederland in het lopende jaar.

Meerjarenraming

Een prognose van de voor meerdere jaren, na het begrotingsjaar, te verwachten lasten en baten op basis van vigerend (=bestaand) beleid, dan wel van uitgaven en inkomsten terzake van investeringen waarvoor reeds kredieten zijn verstrekt.

Meicirculaire

Jaarlijkse circulaire van het ministerie van BKZ over de omvang van het Gemeentefonds en de wijze van verdeling van middelen over de gemeenten. Naast de meicirculaire wordt ook nog een septembercirculaire uitgebracht.

Omslagrente

Een gehanteerde rekenrente die wordt afgeleid van de te betalen rente voor alle opgenomen geldleningen ter financiering van activa.

Onvoorziene Uitgaven

Een in de begroting verplicht op te nemen raming ter dekking van eventueel in de loop van het begrotingsjaar optredende niet voorziene financiële tegenvallers.


236

Overhead

Over- en onderschrijding

Paragrafen

Te behalen Resultaten

Primitieve Begroting

Kosten van ondersteunde afdelingen en faciliteiten, die niet rechtstreeks aan producten en/of diensten werken. De kosten van deze afdelingen (overheadkosten) worden met behulp van een bepaalde systematiek doorberekend aan de operationele afdelingen, producten en/of diensten. Van overschrijding is sprake wanneer de werkelijke uitgaven de raming op een begrotingspost overstijgen. Wanneer de werkelijke uitgaven achterblijven bij de raming spreekt men van onderschrijding of onderuitputting. De paragrafen bij de begroting en het jaarverslag geven een “dwarsdoorsnede”van de begroting (en het jaarverslag), bezien vanuit een bepaald perspectief. Het gaat met name om de beleidslijnen van het beheersproces waarbij sprake kan zijn van een grote financiële impact, een grote politieke betekenis of een aanzienlijk belang voor de realisatie van de beleidsprogramma’s. Doel van de paragrafen is de raad een instrument te geven om de beleidskaders van deze diverse onderdelen vast te stellen en om de uitvoering te kunnen controleren. Informatie over de hoeveelheid gerealiseerd (op begrotingsbasis: "te realiseren") product. Bijvoorbeeld: aantal kilometers aangelegde weg, aantal kilometers onderhouden weg, groen, aantal verleende / afgewezen vergunningen, aantal opgemaakte bestemmingsplannen, aantal afgegeven beschikkingen. De oorspronkelijk vastgestelde begroting, zonder de later daarop aangebrachte wijzigingen.

Productenraming

Een begroting waarin de naar kwaliteit en kwantiteit te leveren producten en prestaties alsmede de beoogde effecten zo goed mogelijk zijn weergegeven. De productenraming wordt niet door de raad maar door het college vast gesteld.

Programbegroting

De raad autoriseert op het niveau van de programbegroting. Een program is een samenhangende verzameling van producten, activiteiten en geldmiddelen die gericht is op het bereiken van vooraf bepaalde maatschappelijke effecten, waaraan idealiter indicatoren gekoppeld kunnen worden. De gezamenlijke programma’s vormen de programbegroting. De raad kan zelf inhoud en vorm geven aan de begroting.

Programmaplan

Het programmaplan bevat de te realiseren programma’s, het overzicht van algemene dekkingsmiddelen en het bedrag voor onvoorzien.

Rente-omslag percentage Reserve

zie omslagrente Een reserve in de zuivere vorm is een vermogensbestanddeel dat als eigen vermogen is aan te merken. Als niet zuivere reserves worden tevens aangemerkt:

•

nog niet bestede om niet van derden verkregen middelen onder bepaalde bestedingscondities (sommige legaten);


237

• •

egalisatierekeningen om ongewenste schommelingen in een uitgaven- of ontvangstenpatroon op te vangen; egalisatierekeningen om een ontvangen bijdrage uit te spreiden over de gebruiksduur.

Risicoparagraaf

Een vanaf 1995 bij de begroting verplicht op te nemen overzicht van alle redelijk voorzienbare financiële risico's waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd of die niet tot afwaardering van activa hebben geleid en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot het balanstotaal c.q. het vermogen.

Rijksbijdrage

Uitkering van het rijk aan een lagere overheid, met een bepaald bestedingsdoel maar met een relatief grote bestedingsvrijheid.

Specifieke uitkering Rechtstreekse uitkering aan een instelling of een lagere overheid te besteden aan een specifiek doel. Het is een verzamelbegrip voor subsidies, bijdragen van rijk of provincie en doeluitkeringen. Subsidie

Eenmalige of structurele financiële bijdrage aan derden (veelal instellingen) voor uit te voeren taken of te verrichten uitgaven.

Treasury

Het geheel van maatregelen, gericht op de bescherming van vermogen en resultaat tegen ongunstige rente-ontwikkelingen, het optimaliseren van de financiële logistiek alsmede het verkrijgen en handhaven van toegang tot de vermogensmarkten.

Uitbesteding

Het inkopen van prestaties bij derden. De verantwoordelijkheid met betrekking tot een juiste en tijdige levering ligt bij de leverancier.

Vervangings investering

Volume-accress

Voorziening

Na verloop van tijd is een investeringsgoed verouderd en/of onbruikbaar, waarna het meestal vervangen moet worden. In dat geval spreekt men van een vervangingsinvestering. Toevoeging aan het gemeentefonds op grond van het bestuursakkoord of in verband met een taakuitbreiding van de lagere overheden. Betreft een deel van het vreemd vermogens wegens:

• • •

• •

verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, maar welke omvang wel redelijk is te schatten; op de balansdatum bestaande risico's m.b.t. bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten; kosten die in een volgend jaar zullen worden gemaakt mits deze hun oorsprong vinden in het lopende of een voorafgaand jaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van de lasten over een aantal jaren. Voorzieningen moeten dekkend zijn voor de achterliggende verplichtingen of risico's waarvoor ze zijn ingesteld. Rentetoevoegingen aan voorzieningen zijn in beginsel niet toegestaan. Mutaties in voorzieningen vloeien uitsluitend voort uit aanpassing aan het nieuw noodzakelijk geachte niveau daarvan.


238

Vreemd vermogen

Het gedeelte van het vermogen dat aan derden binnen een bepaalde periode moet worden terugbetaald, al dan niet onder de betaling van een vergoeding (rente) voor het gebruik van het vermogen. Bijvoorbeeld opgenomen geldleningen, crediteurenschulden, nega-tieve rekening-courantsaldi, door derden gestorte waarborgsommen.


239


240

Raadsbesluit Amendementen En Moties kadernota 5 juli 2005


241


242

De raad van de gemeente Waalwijk; in openbare vergadering bijeen op 5 juli 2005 gelezen de brief van het college d.d. 27 april 2005 met bijbehorende ingrediëntkaarten, de brief van de vice-voorzitter van de raad d.d. 13 juni 2005 en de brief van het college d.d. 30 juni 2005 gelet op artikel 189 e.v. van de Gemeentewet; BESLUIT:

1.

Kaart 1, vraag 1 Over de financiële vertreksituatie

In te stemmen met de mutaties die zijn doorgevoerd op het begrotingsperspectief na de raadvergadering van maart 2005 Zonder hoofdelijke stemming heeft de raad overeenkomstig het voorstel besloten de fractie van het P.B.I. wordt geacht te hebben tegengestemd. Kaart 1, vraag 2

2.

Over het al dan niet structureel laten doorwerken van mutaties die zich na mei/juni nog zullen aandienen Er mee in te stemmen dat de effecten van de mei/juni circulaire ter berekening van de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds in de begroting 2006 worden verwerkt en dat alle mutaties die na de mei/junicirculaire een doorwerking hebben naar de Algemene Uitkering in 2006 gedekt zullen worden uit dan wel toegevoegd zullen worden aan de Algemene Reserve en eerst in 2007 in de begroting zullen worden verwerkt. Zonder hoofdelijke stemming heeft de raad overeenkomstig het voorstel besloten de fractie van de ChristenUnie wordt geacht te hebben tegengestemd.

Kaart 1, vraag 3 Over korten op subsidies 3. Er mee in te stemmen dat overeenkomstig het meerjarenperspectief gekort wordt op de subsidies Zonder hoofdelijke stemming heeft de raad overeenkomstig het voorstel besloten de fracties van het P.B.I. en de P.v.d.A worden geacht te hebben tegengestemd.

4.

5.

Kaart 1, vraag 4 Over verdubbeling van de tarieven voor begraafplaatsen Niet instemmen met het 100% kostendekkend maken van de tarieven voor begraafplaatsen. Zonder hoofdelijke stemming heeft de raad overeenkomstig het voorstel besloten de fracties van de P.v.d.A, Groenlinksaf en Werknemersbelang worden geacht te hebben tegengestemd. Kaart 1, vraag 4a Over aanwenden meevaller onderwijshuisvesting als algemeen dekkingsmiddel Er mee in te stemmen dat de meevaller onderwijshuisvesting als algemeen dekkingsmiddel wordt ingezet


243

Zonder hoofdelijke stemming heeft de raad overeenkomstig het voorstel besloten.

6.

Kaart 1, vraag 4b Over het korten van herijking clusters bijstand en zorg op gerelateerde budgetten Er mee in te stemmen dat vanaf 2006 ad €188.283 oplopend tot € 565.000 in 2008 te kosten op gerelateerde budgetten. Zonder hoofdelijke stemming heeft de raad overeenkomstig het voorstel besloten de fractie van het P.B.I. wordt geacht te hebben tegengestemd.

7.

Kaart 1, vraag 4c Over het niet doorberekenen van de prijsstijging Er mee in te stemmen dat geen rekening wordt gehouden met de prijsstijging Zonder hoofdelijke stemming heeft de raad overeenkomstig het voorstel besloten.

8.

Kaart 1, vraag 4d Over het vooralsnog niet doorberekenen van loonstijging Er mee in te stemmen dat geen rekening wordt gehouden met een loonstijging Zonder hoofdelijke stemming heeft de raad overeenkomstig het voorstel besloten.

9.

Kaart 1, vraag 4e Over het vooralsnog niet inboeken van het niet-gecompenseerde nadeel OZB ad. € 455.111,-Er mee in te stemmen dat vooralsnog het niet compensabel nadeel OZB ad. € 455.111 niet wordt ingeboekt. Zonder hoofdelijke stemming heeft de raad overeenkomstig het voorstel besloten de fractie van het P.B.I. wordt geacht te hebben tegengestemd.

10. Kaart 1, vraag 4f Over het verwerken van tegenvallers uit de bedrijfsvoering Er mee in te stemmen dat de tegenvaller uit de bedrijfsvoeringrapportage in de begroting wordt verwerkt. Zonder hoofdelijke stemming heeft de raad overeenkomstig het voorstel besloten. 11. Kaart 1, vraag 4g Over het verwerken van de tegenvaller precariorechten Er mee in te stemmen dat de tegenvaller in de taakstelling precariorechten in de begroting wordt verwerkt. Zonder hoofdelijke stemming heeft de raad overeenkomstig het voorstel besloten. 12. Kaart 1, vraag 4h Over het neerwaarts bijstellen van het rentepercentage Er mee in te stemmen dat het rentepercentage neerwaarts wordt bijgesteld Zonder hoofdelijke stemming heeft de raad overeenkomstig het voorstel besloten de fractie van de ChristenUnie wordt geacht te hebben tegengestemd. Kaart 2, vraag Over accepteren aangedragen bezuinigingsopties Met betrekking tot dit voorstel is door de fractie van de P.v.d.A een amendement ingediend, waarbij de raad wordt voorgesteld om: 1. overeenkomstig de op ingrediëntkaart 2, onder 10 een bedrag van € 38.000,- te bezuinigen op het leerlingenvervoer;


244

2. de verordening op het leerlingenvervoer dienovereenkomstig aan te passen; 3. het vrijkomende bedrag ad. €38.000,-- vanaf 2007 aan te wenden voor een extra subsidie voor crèches en het peuterspeelzaalwerk, waardoor de ouderbijdrage in beperkte mate kan worden verlaagd. Het amendement wordt met uitzondering van de fractie van de P.v.d.A verworpen 13. In te stemmen met de aangedragen ruimtescheppende opties Zonder hoofdelijke stemming heeft de raad overeenkomstig het voorstel besloten De fractie van de ChristenUnie wenst de aantekening te maken niet met een aantal door de fractie ingebrachte opties te willen instemmen en de fractie van het PBI wordt geacht te hebben tegengestemd. 14. Kaart 3, vraag 1 Over kostendekkend maken van het tarief voor groenafval bedrijven In te stemmen met het kostendekkend maken van het tarief voor de aanbieding van groenafval voor bedrijven in een periode van 3 jaar. Zonder hoofdelijke stemming heeft de raad overeenkomstig het voorstel besloten. Kaart 3, vraag 2 Over kostendekkend maken van het tarief voor grafrechten. Met betrekking tot dit voorstel is door de fractie van de Acht Kernen een amendement ingediend, waarbij de raad wordt voorgesteld om: In afwijking van het voorstel het tarief geleidelijk over een periode van 8 jaar te verhogen tot een kostendekkend niveau. Zonder hoofdelijke stemming heeft de raad overeenkomstig dit voorstel besloten. De fractie van het PBI wordt geacht te hebben tegengestemd. 15. In te stemmen met het optrekken van het tarief voor de grafrechten naar een kostendekkend niveau. De raad heeft het gewijzigde voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De fractie van het PBI wordt geacht te hebben tegengestemd. Kaart 3, vraag 3 Over kostendekkend maken van het tarief voor paspoorten 16. In te stemmen met het optrekken van het tarief voor paspoorten naar een kostendekkend niveau Zonder hoofdelijke stemming heeft de raad overeenkomstig het voorstel besloten Kaart 3, vraag 4 Over aanpak zwerfvuil door verhoging afvalstoffenkosten 17. Niet in te stemmen met de aanpak van zwerfvuil te dekken middels tariefsverhoging afvalstoffenheffing Zonder hoofdelijke stemming heeft de raad overeenkomstig het voorstel besloten Kaart 3, vraag 5 Over verhoging OZB van 4.5% vanaf 2007 18. Niet in te stemmen met een OZB tariefaanpassing van 4.5% in plaats van de in de meerjarenraming voorziene stijging van 2% boven op het inflatiepercentage. (dit beslispunt komt te vervallen i.v.m. beslispunt 21) Kaart 3, vraag 6 Over verhoging OZB van 4.5% vanaf 2008 19. Niet in te stemmen met een OZB tariefaanpassing van 4.5% in plaats van de in de meerjarenraming voorziene stijging van 2% boven op het inflatiepercentage. (dit beslispunt komt te vervallen i.v.m. beslispunt 21) Kaart 3, vraag 7 Over verhoging OZB van 4% voor 2009


245

20. Niet in te stemmen met een OZB tariefaanpassing van 4% in plaats van de in de meerjarenraming voorziene stijging van 1.5% boven op het inflatiepercentage. (dit beslispunt komt te vervallen i.v.m. beslispunt 21) 21. Kaart 3, vraag 7a Over het verhogen van het tarief: woningen eigenaren met 4,5% cumulatief woningen gebruikers met 1,5% cumulatief niet woningen eigenaren met 1,5% cumulatief Er mee in te stemmen dat er over de jaren 2006 t/m 2009- boven de stijging wegens inflatiecorrectie- een tariefstijging wordt toegepast voor: • woningen eigenaren met 4,5% cumulatief • woningen gebruikers met 1,5% cumulatief • niet woningen eigenaren met 1,5% cumulatief Zonder hoofdelijke stemming heeft de raad overeenkomstig het voorstel besloten. De fracties van de VVD en het PBI worden geacht te hebben tegengestemd. 22

Kaart 3, vraag 7b Over het benutten van de nog onbenutte belastingruimte van 9% De raad heeft zonder hoofdelijke stemming besloten niet er mee in te stemmen dat de onbenutte belastingruimte van 9% wordt benut. De fracties van de ChristenUnie en de P.v.d.A worden geacht te hebben tegengestemd, omdat zij de ruimte wel wensen te benutten.

23. Kaart 3, vraag 7c Over de tariefsverhoging afvalstoffenheffing met ca. € 150.000,-In te stemmen met de tariefsverhoging afvalstoffenheffing met ca €150.000,-Zonder hoofdelijke stemming heeft de raad overeenkomstig het voorstel besloten. De fracties van de VVD , de ChristenUnie, Algemeen Belang Lijst Brouwer en het PBI worden geacht te hebben tegengestemd. 24. Kaart 3, vraag 7d Over de tariefsverhoging rioolrechten met ca. € 50.000,-In te stemmen met de tariefsverhoging rioolrechten met ca. € 50.000,-Zonder hoofdelijke stemming heeft de raad overeenkomstig het voorstel besloten. De fracties van de VVD , de ChristenUnie en het PBI worden geacht te hebben tegengestemd. 25. Kaart 3, vraag 7e Over de tariefsverhoging bouwvergunningen met ca. € 50.000,-In te stemmen met de tariefsverhoging bouwvergunningen met ca. € 50.000,-Zonder hoofdelijke stemming heeft de raad overeenkomstig het voorstel besloten. De fracties van de VVD , de ChristenUnie en het PBI worden geacht te hebben tegengestemd 26. Kaart 3, vraag 7f Over de tariefsverhoging burgerzaken met ca. € 50.000,-In te stemmen met de tariefsverhoging burgerzaken met ca. € 50.000,-Zonder hoofdelijke stemming heeft de raad overeenkomstig het voorstel besloten. De fracties van de VVD , de ChristenUnie en het PBI worden geacht te hebben tegengestemd


246

Kaart 3, vraag 8 Over verhoging van overige belastingen en rechten 27. Bij het sluitend maken van de begroting niet uit te gaan van verdere lastenverzwaring voor de burgers Zonder hoofdelijke stemming heeft de raad overeenkomstig het voorstel besloten Kaart 4, vraag Over af te bouwen producten Met betrekking tot dit voorstel is door de fractie van het CDA een amendement ingediend, waarin de raad wordt voorgesteld het college in het jaar 2006 met doorwerking in volgende jaren een taakstellende bezuiniging op te leggen ad.€100.000,- op het product onderhoud wegen. Zonder hoofdelijke stemming heeft de raad overeenkomstig het voorstel besloten. De fracties van de VVD, ChristenUnie, P.v.d.A, P.B.I. worden geacht te hebben tegengestemd. 28. Het college opdracht te verlenen een taakstellende bezuiniging op te leggen ad €100.000, waarbij de volgende producten of delen van producten geheel of gedeeltelijk kunnen worden afgebouwd. Het gewijzigde voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. De fracties van de VVD, ChristenUnie, P.v.d.A, P.B.I. worden geacht te hebben tegengestemd. Kaart 5, vraag Over het inzetten van het vrij aanwendbare deel van de AR 29. Gezien het geringe surplus in de AR er mee in te stemmen dat wordt afgezien om op voorhand een bestemming te geven aan het vrij aanwendbare deel van de AR Zonder hoofdelijke stemming heeft de raad overeenkomstig het voorstel besloten Kaart 6, vraag Over vrij aanwendbaar vermogen 30. Vast te stellen dat er geen vrij aanwendbaar vermogen is. Zonder hoofdelijke stemming heeft de raad overeenkomstig het voorstel besloten Kaart 7, vraag 1 Over voeding reserve Majeure projecten 31. In te stemmen met het uitgangspunt dat de reserve Majeure Projecten ook na 2006 gevoed moet blijven worden met incidenteel bespaarde rente en dat de reserve Majeure Projecten moet blijven worden gevoed uit de behoedzaamheidreserve, als die tot uitkering komt en als het rekeningresultaat dit toelaat Zonder hoofdelijke stemming heeft de raad overeenkomstig het voorstel besloten De fractie van het P.B.I. wordt geacht te hebben tegengestemd. De fracties van ChristenUnie en Groenlinksaf verwijzen naar de hun inbreng bij de ingrediëntenkaart Kaart 7, vraag 2 Over aanwending surplus reserve M.P 32. Niet in te stemmen met de aanwending van het surplus van de reserve Majeure Projecten voor nieuwe investeringen Zonder hoofdelijke stemming heeft de raad overeenkomstig het voorstel besloten Kaart 7, vraag 3 Over aanwending surplus reserve MP voor afronding spoortracé


247

33. In te stemmen met de aanwending van het surplus van de reserve Majeure projecten voor de verdere afronding van het Spoortracé Zonder hoofdelijke stemming heeft de raad overeenkomstig het voorstel besloten Kaart 8, Met betrekking tot beslispunten 34, 35, 36 en 37 worden een tweetal amendementen ingediend. 34 (t/m 37) Door de fractie van de ChristenUnie is een amendement ingediende amendement waarin wordt voorgesteld om in afwijking van het voorstel ten aanzien van kaart 8 vraag 2 de personeel formatie van SJW met 2,1 fte uit te breiden in plaats van de voorgestelde 1,5 fte vraag 1 Zonder hoofdelijke stemming heeft de raad overeenkomstig dit voorstel besloten Door de fractie van het CDA is een amendement ingediend waarin wordt voorgesteld: A. In te stemmen met de door het college voorgestelde wettelijke opties B. Met betrekking tot opties met een keuze vrijheid in te stemmen met 1. de formatie-uitbreiding jongerencentrumTavenu; 2.formatie uitbreiding afdeling EZ 3. extra budget voor hogere exploitatielasten voor het kunstencentrum en Den Bolder 4. in te stemmen met het beschikbaar stellen van een extra bijdrage voor het beheer van het Kunstencentrum 5. in te stemmen met de vervanging van de programmatuur gemeentelijke belastingen en de invoering van een geautomatiseerde subsidieadministratie; C. Het eventueel resterend overschot voor de helft aan te wenden voor ruimtevragende opties met een incidenteel karakter en voor de helft te reserveren voor investeringen in het spoorwegtracé; D. Het college opdracht te geven tot het treffen van efficiencyverbeteringen in de ambtelijke organisatie E.De aangehechte recapitulatie meerjarenperspectief als vertrekpunt aan te nemen Met in achtneming van het vastgestelde amendement van de ChristenUnie met betrekking tot de formatie-uitbreiding jongerencentrum Tavenu heeft de raad met uitzondering van het gestelde onder B1 het wijzigingsvoorstel vastgesteld, waarbij tevens wordt geconstateerd, dat de recapitulatie dient te worden aangepast aan het gewijzigde besluit. De fracties van de VVD, de P.v.d.A, het P.B.I. en de ChristenUnie worden geacht te hebben tegengestemd. In verband met de vaststelling van de amendementen komen de beslispunten 35 t/m 37 te vervallen. 34. In te stemmen met het honoreren in de begroting van…….. 35. Kaart 8, vraag 1a Over het beperken van keuzes door minder nieuw beleid te honoreren i.v.m. de verslechterde financiële vertreksituatie 36. Kaart 8, vraag 2 Over honorering van ruimtevragende opties die op keuzevrijheid betrekking hebben


248

In te stemmen met het honoreren van maximaal een bedrag ad…… voor ruimtevragende opties die op een keuzevrijheid betrekking hebben, met dien verstande dat de opties …… Kaart 8, vraag 3 Over honorering andere opties 37. In te stemmen met het honoreren van de volgende opties…….. De raad beschouwt deze geformuleerde kaders op basis van de nu bekende informatie als richtinggevend voor het college bij de opstelling van de programmabegroting 2006 en meerjarenbegroting 2006-2009. Vervolgens heeft de raad zonder hoofdelijke stemming een motie van de fractie van het CDA vastgesteld, waarin het college wordt het college een voorstel tot evaluatie en eventuele bijstelling van het GVVP te doen Voorts heeft de raad zonder hoofdelijke stemming een motie van de fractie van het CDA vastgesteld, waarin het college wordt opgedragen: 1. Bij de minister van BZK het ongenoegen uit te spreken over de gebrekkige en ontoegankelijke informatie die gemeenten middels de mei circulaire hebben ontvangen over de gevolgen van een ingrijpend wetsvoorstel als de afschaffing van het gebruikersdeel woningen in de onroerende zaakbelastingen en maximering van overige OZB tarieven in relatie tot compensatie hiervoor in de Algemene Uitkering; 2. De minister van BZK erop te wijzen dat hij zijn toezegging dat gemeenten niet financieel benadeeld worden als gevolg van voornoemd wetsvoorstel, vooralsnog niet gestand doet; 3. Aan de minister van BZK mede te delen dat de gemeente Waalwijk ervan uitgaat dat alsnog volledige compensatie wordt toegekend voor wegvallende baten per 01-01-2006 als gevolg van invoering van voornoemd wetsvoorstel voor een bedrag van tenminste € 455.111 structureel. De motie wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 5 juli 2005

DE RAAD VAN WAALWIJK de griffier,

de voorzitter,

G.H. Kocken

drs. J. de Geus


249

AMENDEMENT art. 33 RvO Voorstel nr. 2 (agendapunt nr./voorstel nr. op agenda raad) Onderwerp: kaderstelling begroting 2006 en het meerjarenperspectief Betreft Kaart 3 vraag 2 beslispunt 15 tarieven grafrechten De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen d.d. 5 juli 2005 Ondergetekende(n) stelt/stellen het volgende amendement voor: Overwegende, dat de gemeente een verantwoording heeft voor de uitvoering van de Wet op de lijkbezorging; dat door het college in het kader van ruimtescheppende opties het voorstel wordt gedaan om het tarief voor grafrechten zodanig aan te passen dat de niet te realiseren besparing op beheer- en onderhoudskosten middels verhoging van opbrengsten gerealiseerd wordt en dat een kostendekkend tarief wordt geheven; dat in het voorstel het tarief in een periode van 4 jaar op een kostendekkend niveau wordt gebracht; dat de huidige tarieven voor grafrechten niet uit de pas lopen met die van omliggende gemeenten; dat er geen noodzaak is om in een relatief korte periode de tarieven als zodanig te verhogen; dat in afwijking van het voorstel de aanpassing van de tarieven tot een kostendekkend niveau over een langere periode dient plaats te vinden. BESLUIT: In afwijking van het voorstel het tarief geleidelijk over een periode van 8 jaar te verhogen tot een kostendekkend niveau. De raad voornoemd, De griffier, De voorzitter, G.H.Kocken

drs. J. de Geus

Ondertekening en naam: Ingediend door de fractie van de Acht Kernen: Ondersteund door:


250

AMENDEMENT art. 33 RvO Voorstel nr. 2 (agendapunt nr./voorstel nr. op agenda raad) Onderwerp: Kaderstelling begroting 2006 en het meerjarenperspectief Betreft Kaart 8, vraag 1 en 2 De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen d.d. 5 juli 2005 Ondergetekende(n) stelt/stellen het volgende amendement voor: Overwegende, dat het door het college aangereikte geprognosticeerde financieel meerjarenperspectief, zoals dit is weergegeven in de brief van 30 juni 2005, na invulling van de ruimtevragende opties in het jaar 2009 een structureel tekort vertoont van €794.171; dat dit geactualiseerde meerjarenperspectief voor de kaderstelling voor de begroting 2006 als vertreksituatie moet worden genomen en dat de begroting meerjarig sluitend dient te zijn; dat mitsdien de ruimte die kan worden benut voor structurele lasten, nadat de op grond van wettelijke voorschriften verplichte ruimtevragende opties wel, maar de ruimtevragende keuze opties nog niet zijn gehonoreerd, beperkt is tot € 85.565, zijnde de begrotingsruimte in het jaar 2009; dat indien deze ruimte niet toereikend is om noodzakelijk geacht nieuw beleid op te pakken, deze gevonden dient worden door verdergaande efficiencyverbetering in de ambtelijk organisatie, waardoor tot personeelsreductie kan worden gekomen; dat nieuw beleid met structurele lasten zoveel mogelijk dient te worden voorkomen en dat de financiële ruimte in beginsel dient te worden aangewend voor incidenteel beleid; dat evenwel de aangegeven formatie-uitbreiding bij het jongerencentrum Tavenu mede gelet op de door de raad daartoe uitsproken wens doorgang moet vinden; dat daarnaast voor nieuwe impulsen voor sociaal economisch beleid het noodzakelijk is dat de economische functie wordt ingevuld , al dan niet structureel; dat de noodzaak tot het beschikbaar stellen van extra budgetten voor exploitatie en beheer van het Kunstencentrum en Den Bolder als een gegeven moet worden beschouwd; dat de ruimte die voor het jaar 2006 vervolgens resteert voor de helft wordt aangewend voor incidentele zaken; dat het alsdan resterend overschot op het jaar 2006 dient te worden gereserveerd voor dekking van investeringen voor het spoorwegtracé; dat dekking van de door het college voorgestelde investeringen voor de vervanging van de programmatuur gemeentelijke belastingen en de invoering


251

van een geautomatiseerde subsidieadministratie gevonden moet worden uit de taakstellende bezuiniging op onderhoud en reconstructies van wegen; Besluit: A. In te stemmen met de door het college voorgestelde wettelijke opties B Met betrekking tot opties met een keuze vrijheid in te stemmen met 1. de formatie-uitbreiding jongerencentrumTavenu; 2.formatie uitbreiding afdeling EZ 3. extra budget voor hogere exploitatielasten voor het kunstencentrum en Den Bolder 4. in te stemmen met het beschikbaar stellen van een extra bijdrage voor het beheer van het Kunstencentrum 5. in te stemmen met de vervanging van de programmatuur gemeentelijke belastingen en de invoering van een geautomatiseerde subsidieadministratie; C. Het eventueel resterend overschot voor de helft aan te wenden voor ruimtevragende opties met een incidenteel karakter en voor de helft te reserveren voor investeringen in het spoorwegtracé; D Het college opdracht te geven tot het treffen van efficiencyverbeteringen in de ambtelijke organisatie E. De aangehechte recapitulatie meerjarenperspectief als vertrekpunt aan te nemen De raad voornoemd, De griffier,

G.H.Kocken


de voorzitter

drs. J. de Geus

252

AMENDEMENT art. 33 RvO Voorstel nr. 2 (agendapunt nr./voorstel nr. op agenda raad) Onderwerp: Kaderstelling begroting 2006 en het meerjarenperspectief Betreft Kaart 4 De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen d.d. 5 juli 2005 Ondergetekende(n) stelt/stellen het volgende amendement voor: Overwegende, dat blijkens de verantwoording over de afgelopen jaren telkens is gebleken, dat de middelen die bestemd zijn voor het onderhoud en reconstructies van wegen niet volledig benut worden; Dat door temporiseringen en versobering een taakstellende bezuiniging kan worden bereikt van €100.000; Besluit Het college in het jaar 2006 met doorwerking in volgende jaren een taakstellende bezuiniging op te leggen ad.€100.000,- op het product onderhoud wegen. De raad voornoemd, De griffier,

G.H.Kocken

de voorzitter

drs. J. de Geus

Ingediend door de fractie van het CDA:


253

Motie B De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen op 5 juli 2005; Overwegende, dat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties meerdere malen in het openbaar heeft aangegeven dat gemeenten niet financieel benadeeld zullen worden als gevolg van het wetsvoorstel tot afschaffing van het gebruikersdeel woningen in de onroerende zaak belastingen en maximering van de overige OZB tarieven; dat blijkens uitkomsten van de mei circulaire gemeenten in de Algemene Uitkering uit het gemeentefonds volstrekt onvoldoende gecompenseerd worden voor het wegvallen van OZB inkomsten als gevolg van het wetsvoorstel; dat berekening op basis van vaak gebrekkige en ontoegankelijke informatie in de mei circulaire leidt tot de conclusie dat de gemeente Waalwijk door invoering van het wetsvoorstel en onvoldoende compensatie voor wegvallende baten een nadeel leidt van tenminste € 455.111,00 in 2006; draagt het college op namens de raad Bij de minister van BZK het ongenoegen uit te spreken over de gebrekkige en ontoegankelijke informatie die gemeenten middels de mei circulaire hebben ontvangen over de gevolgen van een ingrijpend wetsvoorstel als de afschaffing van het gebruikersdeel woningen in de onroerende zaakbelastingen en maximering van overige OZB tarieven in relatie tot compensatie hiervoor in de Algemene Uitkering; De minister van BZK erop te wijzen dat hij zijn toezegging dat gemeenten niet financieel benadeeld worden als gevolg van voornoemd wetsvoorstel, vooralsnog niet gestand doet; Aan de minister van BZK mede te delen dat de gemeente Waalwijk ervan uitgaat dat alsnog volledige compensatie wordt toegekend voor wegvallende baten per 01-01-2006 als gevolg van invoering van voornoemd wetsvoorstel voor een bedrag van tenminste € 455.111,00 structureel. en gaat over tot de orde van de dag. Deze motie wordt ingediend door de fractie van het CDA


254

MOTIE art. 34 RvO Voorstel: 2 Kaderstelling begroting 2006 en het meerjarenperspectief (kaart 4) De raad van de gemeente Waalwijk in vergadering bijeen d.d. 5 juli 2005 Onderwerp: kaderstelling begroting 2006 De Raad, Gehoord de beraadslaging, Overwegende, dat het huidige GVVP reeds in 1998 is vastgesteld en hierin doelstellingen zijn opgenomen die onder andere zijn gebaseerd op destijds bekende verkeersprognoses en andere aannames; dat een deel van het GVVP inmiddels is uitgevoerd; dat met het oog op de verdere uitvoering het wenselijk is het GVVP te evalueren draagt het college op een voorstel tot evaluatie en eventuele vervoersplan te doen

bijstelling van dit

en gaat over tot de orde van de dag. Ondertekening en naam: Ingediend door CDA

en ondersteund door:


255


256

GEMEENTE WAALWIJK PROGRAMMABEGROTING

Recommend Documents