GEWIJZIGD
Plan Schuldhulpverlening Gemeente Waalwijk 2012 – 2015
-0-
Inleiding Het hebben van (problematische) schulden vormt een belemmering voor participatie. Het oplossen of voorkomen van schulden is daarom van groot belang. Hiervoor zijn schuldenaren en schuldeisers in de eerste plaats zelf verantwoordelijk. Als mensen toch hulp nodig hebben kunnen zij bij de gemeente terecht. Het is aan de gemeente om zo snel en effectief en het liefst zo vroeg mogelijk de mensen te helpen. Per 1 juli 2012 wordt de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) ingevoerd en hebben gemeenten de taak om regie op de gemeentelijk schuldhulpverlening te voeren en integraal beleid te ontwikkelen. Op basis van de nieuwe Wet stelt de gemeenteraad een plan vast dat richting geeft aan de integrale schuldhulpverlening van de inwoners van de gemeente. In dit plan wordt beschreven op welke wijze de gemeente Waalwijk de regierol wil gaan invullen en op welke wijze de schuldhulpverlening in Waalwijk wordt uitgevoerd. De opzet van dit plan is als volgt: 1. Landelijke ontwikkelingen. 2. Huidige situatie in Waalwijk. 3. Uitgangspunten en toegang tot de schuldhulpverlening. 4. Aanpak, doelstellingen en resultaten. 5. Preventieplan. 6. Borging kwaliteit. 7. Juridische context. 8. Informatievoorziening en toezicht. 9. Literatuurbronnen en afkortingen. 10. Bijlagen.
1. Landelijke ontwikkelingen Op dit moment zijn er in Nederland 1,9 miljoen huishoudens met betalingsachterstanden: 27 % van het totaal. Dat zijn niet alleen de minima, maar juist ook veelverdieners met een tophypotheek die ze niet meer kunnen opbrengen door baanverlies. De uitkering is niet voldoende om de hypotheek te betalen. Dit is een nieuw fenomeen in de schuldhulpverlening. Bijkomstig probleem is dat deze nieuwe doelgroep doorgaans onzichtbaar is voor de gemeente op het moment dat dat eigenlijk wel nodig zou zijn. Preventie is des te meer een belangrijk instrument bij het opsporen van deze groep mensen om ze er toe te zetten problemen te lijf te gaan voordat ze onoplosbaar zijn geworden. Verder blijkt uit verschillende onderzoeken en enquêtes van o.a. Nibud, dat het aantal jongeren dat in de schulden zit hard groeit. Uit het onderzoek van Nibud blijkt dat een kwart van de Nederlandse middelbare scholieren lenen de normaalste zaak van de wereld vindt. Ze zijn zich niet bewust van de gevolgen op de langere termijn. Dit is dan ook een van de veroorzakers van problematische schulden bij jongeren. Schuldeisers zijn minder snel bereid mee te werken aan schuldsanering bij jongeren. Zij voelen er vaak niets voor om de restschuld na drie jaar kwijt te schelden. De schuldenaars zijn immers jong en kunnen nog veel geld verdienen in de toekomst.
2. Huidige situatie in Waalwijk Met de nota “Welzijn is minder zorg. Schulden is zorg. Welzijn is minder schulden.” heeft de schuldhulpverlening een belangrijke plaats gekregen in het gemeentelijk armoedebeleid. Bij de uitvoering van de schuldhulpverlening staan diverse doelen centraal, zoals het bevorderen van de zelfredzaamheid, kostenbeheersing, voorkoming van terugval, preventie en een duidelijke rolverdeling tussen de gemeente als opdrachtgever en de Kredietbank als opdrachtnemer. Verder is veel aandacht besteed aan de professionalisering van de schuldhulpverlening. Waalwijk heeft een meldpunt schuldhulpverlening.
-1-
Tijdens de intake wordt een diagnose gesteld en worden de voorwaarden waaronder de schuldhulpverlening wordt uitgevoerd doorgenomen. Het peilen van de motivatie tijdens de intake speelt daarin een belangrijke rol. Vanuit een integrale benadering vindt er intensieve samenwerking plaats tussen de medewerkers van het meldpunt en Juvans. Wanneer er sprake is van meervoudige problematiek wordt dit door de medewerker van Juvans direct ter hand genomen. Op deze wijze wordt niet alleen ingezet op het oplossen van de schuldensituatie, maar ook ingezet op onderliggende meervoudige problematiek. Het meldpunt heeft een “zeef” functie. Alleen in de gevallen waarbij de inzet van de Kredietbank noodzakelijk is, vindt doorgeleiding plaats. In de andere situaties vindt begeleiding door het zorgloket plaats, of doorverwijzing naar een andere instantie/ instelling/bank, of ondersteuning bij het treffen van betalingsregeling, gesprekken / stimuleren zelfoplossing klant waarbij hulp gezocht wordt in het eigen netwerk. Aantal meldingen meldpunt Aantal meldingen meldpunt Aantal intakes Overige contacten (nazorg, indiceren voedselbank, informatie of borgstelling) Doorverwezen naar Kredietbank
2009 350 250 65
2010 392 283 180
2011 391 300 172
100
125
130
3. Uitgangspunten en toegang tot de schuldhulpverlening a. Uitgangspunten • De schuldenaar is zelf verantwoordelijk De gemeente Waalwijk staat integrale aanpak van de schuldenproblematiek voor. De ondersteuning bij een problematische schuld is echter niet onvoorwaardelijk. De gemeente Waalwijk gaat uit van de eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht van de inwoners. Inwoners gaan zelf op zoek naar de oplossing en betrekken daar waar nodig het eigen sociale netwerk. Alleen in situaties waarin dit niet kan of niet voldoende is, voorziet de gemeente in ondersteuning. •
Voorwaarden schuldhulpverlening worden vastgelegd in een hulpverleningsplan De voorwaarden en gedragsregels die gelden bij deelname aan het traject staan op schrift en dienen door de klant te worden ondertekend. In dit hulpverleningsplan wordt in ieder geval opgenomen: 1. De klant is zelf verantwoordelijk voor het indienen van de aanvraag schuldhulpverlening of verleent alle medewerking; 2. het inkomen wordt zonodig beheerd; 3. op tijd de juiste en volledige informatie verstrekken; 4. er mogen geen nieuwe schulden worden gemaakt; 5. het inkomen van de schuldenaar moet ten minste het niveau hebben van de bijstandsnorm. Anders valt er geen schuldregeling te treffen met schuldeisers. 6. de verplichting om mee te werken bij het wegnemen van de oorzaken van de schulden 7. mee te werken aan de stabilisatie van inkomsten uit uitgaven 8. de verplichting om het schuldhulptraject volledig af te maken. Het is noodzakelijk dat de opgelegde verplichtingen duidelijk vastliggen en dat de schuldenaar verplicht is deze na te komen. Het opleggen van sancties bij het niet nakomen van de voorwaarden hebben alleen zin als deze niet financieel van aard zijn.
-2-
Een schuldenaar wordt op geen enkele manier geprikkeld wanneer er bijvoorbeeld een boete wordt opgelegd. Het doel van een sanctie is dat de klant meer of betere medewerking zal gaan verlenen aan het traject. Voor een uitkeringsgerechtigde, waarvoor een re-integratieverplichting geldt bestaat de mogelijkheid om een sanctie op te leggen als hij niet of niet meer meewerkt aan de schuldhulpverlening. Het nadeel van een financiële sanctie is dat zijn aflossingscapaciteit afneemt. Naast negatieve prikkels is het mogelijk om schuldenaren die de verplichtingen goed nakomen te belonen met positieve prikkels. Een goed toepasbare positieve prikkel is schuldenaren in aanmerking te laten komen voor de PasWijzer. Dit ondanks het feit dat het inkomen te hoog is. Doordat schulden afgelost moeten worden voldoet het feitelijk inkomen aan de normen voor het gemeentelijk armoedebeleid. Bijkomend voordeel van deze positieve prikkel is dat er voor kinderen binnen het gezin ruimte is om met de PasWijzer lid te worden van bijvoorbeeld een sportclub, waardoor sociale uitsluiting wordt tegengegaan. • De oorzaak van het probleem wordt aangepakt In alle gevallen geldt dat niet alleen het probleem zelf maar ook de onderliggende oorzaak van het probleem wordt aangepakt. Dit is de beste manier om een terugval te voorkomen. Een goede diagnose is cruciaal bij het vaststellen van het type klant, het dienstverleningsaanbod en de regie op de klant. De diagnose wordt gebruikt om de (on)mogelijkheden scherp te krijgen. Een schuldhulpverlener kan geen schuldhulp verlenen als de cliënt niet meewerkt of als de financiële situatie niet meer saneerbaar is. In die gevallen wordt geen schuldhulpverleningstraject aangeboden. • De gemeente voert regie De nieuwe wet schrijft niet alleen een integrale aanpak van schuldhulpverlening voor maar verwacht ook van de gemeente dat zij de coördinatie van de integrale aanpak op schuldhulpverlening op zich neemt. De regierol ligt daarmee bij de gemeente. De gemeente dient als regisseur procesmatig vast te leggen hoe zij een vinger aan de pols houdt en hoe zij de voortgang van het proces stimuleert en bewaakt. • Gezinnen met kinderen krijgen voorrang Gemeenten dienen in het beleidsplan expliciet aan te geven wat de inzet is ten behoeve van gezinnen met kinderen. Het meldpunt Schuldhulpverlening hanteert als uitgangspunt dat iedereen die zich meldt direct in behandeling wordt genomen en dat er een passend aanbod wordt gedaan. Mocht er op enig moment toch een wachtlijst ontstaan, dan wordt aan gezinnen met kinderen voorrang gegeven. • Schuldhulpverlening is breed toegankelijk De gemeentelijke schuldhulpverlening is breed toegankelijk voor alle natuurlijke personen van wie redelijkerwijs is te voorzien dat die niet zullen voortgaan met betalen van de schulden of die verkeren in een toestand dat zij zijn opgehouden met betalen, onder voorwaarde dat zij gemotiveerd zijn. Het uitgangspunt voor de toetreding tot de schuldhulpverlening zijn de bepalingen van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (met de daarbij behorende Memorie van Toelichting). Voor de toelatingscriteria zijn de richtlijnen van de NVVK bepalend. De aanvrager is: • 18 jaar of ouder; • inwonend en ingeschreven in de gemeente Waalwijk; • gemotiveerd of te motiveren; en er is sprake van een problematische schuldensituatie.
b. Toegang tot de schuldhulpverlening De volgende groepen hebben geen toegang tot de schuldhulpverlening:
-3-
• dak- en thuislozen: de wet schrijft voor dat dak- en thuislozen opgevangen worden door de centrumgemeenten. In ons geval is dat Tilburg. De dak- en thuislozen worden daarom doorverwezen naar de gemeente Tilburg. • zelfstandigen: zij kunnen een beroep doen op het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz). Schuldhulpverlening stellen wij wel open voor natuurlijke personen die schulden hebben in verband met de liquidatie van een onderneming mits de activiteiten van de onderneming van de natuurlijke persoon feitelijk gestopt zijn en de onderneming uitgeschreven is bij de Kamer van Koophandel. Voor de volgende groepen mensen gelden uitzonderingen, omdat hen niet direct een traject kan worden aangeboden omdat zij eerst een ander traject moeten doorlopen. • Mensen met een koopwoning Wanneer er sprake is van een koopwoning waarvan men de maandelijkse hypotheeklast niet meer kan betalen, komt men in principe niet in aanmerking voor een traject. Eerst dient gekeken te worden of het mogelijk is de hypotheek over te sluiten waardoor de maandelijkse hypotheeklast afneemt of de woning moet verkocht worden. Met de overwaarde kan de schuld dan worden afbetaald. Soms is er géén sprake van overwaarde, maar leidt verkoop van een woning juist tot een grotere schuld. Er kan dan geprobeerd worden om een traject op te starten en tot een schikking te komen. De medewerking van de schuldeisers is hierbij echter geen vanzelfsprekendheid. • Mensen zonder inkomsten Mensen zonder inkomsten uit uitkering of werk hebben onvoldoende afloscapaciteit en moeten eerst zorgen voor een inkomstenbron. Ook budgetbeheer is geen optie in dit stadium omdat er nog geen inkomen te beheren is. • Mensen met schulden die voortvloeien uit strafrechtelijke vorderingen Een traject kan niet worden opgestart wanneer er sprake is van openstaande schulden die voortvloeien uit strafrechtelijke vorderingen (boetes). Een minnelijk traject kan wel worden opgestart, maar het verkrijgen van medewerking van schuldeisers is een lastige opgave. Om die reden is budgetbeheer wenselijk. Wanneer er sprake is van meervoudige problematiek kan deze wel op gepakt worden. • Recidivisten Personen die in een eerdere periode ná schuldhulpverlening schuldenvrij waren, maar weer opnieuw schulden hebben gemaakt, komen de eerste 10 jaar na afloop van een traject niet meer in aanmerking voor een WSNP traject. Wel kan er geprobeerd worden weer een minnelijk traject op te starten. Wanneer een minnelijk traject niet kan worden opgestart kan budgetbeheer worden ingezet of beschermingsbewind. Dit om er voor te zorgen dat de klant blijft aflossen om zo het vertrouwen van de schuldeiser weer terug te winnen. Voor klanten die recidiveren na verwijtbaar gedrag geldt een wachttijd van 1 jaar. Van verwijtbaar gedrag is sprake als de klant bewust niet meewerkt aan het treffen van een minnelijke schuldhulpverlening en er geen wijzigingen in de omstandigheden zijn opgetreden die de schuldhulpverlener het vertrouwen geven dat de klant zich dit keer wel voldoende zal inzetten. Budgetbeheer, beschermingsbewind en psycho-sociale hulpverlening is in deze situatie wel mogelijk en zelfs wenselijk om schulden niet verder te laten oplopen en schuldeisers straks mee te kunnen krijgen. • Mensen die fraude hebben gepleegd In principe komen mensen die fraude hebben gepleegd, met als gevolg een financiële benadeling van het bestuursorgaan, niet voor schuldhulpverlening in aanmerking. Het college kan een individuele afweging maken of iemand in aanmerking komt voor schuldhulpverlening.
-4-
4. Aanpak , doelstellingen en resultaten Het in 2007 ingezette beleid schuldhulpverlening voorziet in een integrale aanpak, waarbij eveneens aandacht is voor de eigen mogelijkheden van de klant. De uitgangspunten van de Wgs sluiten prima aan op het in 2007 ingezette beleid. Het beleid sluit eveneens aan op de uitgangspunten Wmo1 waarbij het stimuleren van de zelfredzaamheid en het versterken van het eigen netwerk centraal staan.
a. Aanpak De huidige aanpak gaat uit van een brede visie op de schuldhulpverlening. Preventie, stabilisatie en nazorg zijn daarbij de onderwerpen die extra aandacht zullen krijgen. De Waalwijkse aanpak kan als volgt schematisch worden weergegeven.
Bij een integrale aanpak gaat het niet alleen om het wegnemen van de financiële problemen, maar ook om het wegnemen van de oorzaak. Immers, in veel gevallen is het ontstaan van schulden een gevolg van andere problematiek. De klant en zijn probleem zijn daarbij uitgangspunt, waar de eigen verantwoordelijkheid van de klant centraal staat en de klant ook geholpen wordt om deze verantwoordelijkheid te nemen. Uitgangspunt is dat mensen leren met de eigen financiële huishouding en eventuele schulden om te gaan. Preventie en curatieve zorg maken onderdeel uit van de integrale aanpak.
b. Doelstellingen Financiële problemen zijn om meerdere redenen onwenselijk. In de eerste plaats leveren ze voor de huishoudens die ermee te maken hebben vaak veel stress op. Naarmate de financiële problemen groter zijn, trekken ze vaker een wissel op andere levensterreinen. Recent onderzoek2 toont aan dat de inzet van de schuldhulpverlening leidt tot baten op andere terreinen. Deze zijn het hoogst op de terreinen van wonen en uitkeringen. Gemiddeld genomen levert één euro inzet aan schuldhulpverlening een besparing (vermeden kosten) van 2,4 euro op andere terreinen.
1
jaarprogramma Wmo 2012 “ Investeren in Meedoen”.
2
Onderzoek van N. Jungmann en R. van Geurs, Hogeschool Utrecht & Regioplan (2011) Schuldhulpverlening loont.
-5-
Besparingen zijn te verwachten doordat: • welzijn en de gezondheid van burgers verbetert en problemen worden voorkomen; • participatie en re-integratie naar werk soepeler verloopt, waardoor het beroep op bijstandsmiddelen afneemt; • maatschappelijke kosten worden voorkomen. Naar aanleiding van het bovenstaande kan de volgende doelstelling geformuleerd worden. De gemeente Waalwijk wil met de uitvoering van schuldhulpverlening: a. participatie bevorderen en b. maatschappelijke kosten beperken.
c. Resultaten Een van de beoogde doelen van de Wgs is de effectiviteit van de schuldhulpverlening te vergroten. In het plan schuldhulpverlening moet worden aangegeven welke resultaten de gemeente in de door het plan bestreken periode wenst te behalen. De gemeente heeft ter voorbereiding op de invoering van de Wgs onderzoeksburo Kwiz opdracht gegeven een nulmeting / klanttevredenheidonderzoek uit te voeren onder de klanten van de schuldhulpverlening. Onderzocht is hoe tevreden de cliënten van de schuldhulpverlening zijn over de geboden dienstverlening. Daarnaast biedt het onderzoek inzicht in de opbouw van de cliëntenpopulatie in termen van persoonskenmerken, bron en hoogte van het inkomen, schuldhoogte en aantal schulden en schuldeisers en de oorzaken van de problemen. De bevindingen geven een beeld van de ervaringen van de klanten en inzichten in de problematiek. De uitkomsten van dit onderzoek worden o.a. gebruikt als nulmeting voor de te behalen resultaten en als input voor het opstellen van een preventieplan ( zie paragraaf 6). Het rapport van Kwiz is in bijlage 2 opgenomen. Voor de periode van 2012 – 2015 worden de volgende resultaten behaald:
1. Uitval uit trajecten bij de Kredietbank bedraagt maximaal 10% Hierbij staat de persoonlijke hulpvraag van de klant centraal, maar er wordt ook gekeken of de schuldenaar voldoende gemotiveerd is en zich aan afspraken houdt. Er wordt gekeken of hij bereid is zich in te zetten om, indien mogelijk, meer inkomen te verwerven en ten gunste van crediteuren keuzes te maken in het bestedingspatroon. Daarnaast kan de uitval veroorzaakt worden door weigerende schuldeisers. We zetten in op 10%, door vooral aan de voorkant (door de gemeente beïnvloedbaar) de motivatie te peilen.
2. Minimaal 75% van de trajecten wordt succesvol beëindigd De complexiteit van de hulpvraag en de motivatie van de klant zijn bepalend voor het succes. We willen inzetten op minimaal 75%. Uit de cijfers van de Kredietbank 2010 blijkt dat in Waalwijk 71% van de schuldhulpverleningstrajecten succesvol is afgesloten. We kiezen voor het percentage van 75 omdat het afgelopen jaren de hulpvragen complexer zijn geworden. We willen de ambitie verhogen naar 90% vanaf 2014. Dit willen we bereiken door heldere en meetbare prestaties op te nemen in het op te stellen programma van eisen voor het contract 2014 van de inkoop schuldhulpverleningstrajecten.
3. Maximale wachttijd bedraagt twee weken In de nieuwe wet wordt een maximale wachttijd van 4 weken genoemd. In de praktijk vindt bij het meldpunt schuldhulpverlening van het Zorgloket binnen 10 werkdagen een intake plaats. Deze werkwijze willen we continueren. Voor een crisissituatie sluiten we aan bij de wettelijke periode van 3 dagen. Uit het onderzoek van Kwiz blijkt dat 95% van de respondenten tevreden is over de snelheid van het tot stand komen van het eerste gesprek.
-6-
4. Aantal recidivisten neemt af tot 15% Uit het onderzoek van Kwiz blijkt dat 21% van de respondenten eerder gebruikt heeft gemaakt van de schuldhulpverlening. We gaan hierbij uit van de klanten die eerder via de Kredietbank een traject schuldhulpverlening hebben doorlopen. Klanten die zich melden bij het meldpunt voor advies worden niet gezien als recidivisten. Door de integrale aanpak moet schuldhulpverlening een duurzaam effect hebben.
5. Aantal aanmeldingen neemt op langere termijn af: afname van 10% vanaf 2014 Net als in de gezondheidszorg geldt ook voor schuldensituaties dat voorkomen altijd beter is dan genezen. Om deze reden wordt ingezet op preventie en nazorg. In het preventieplan is beschreven hoe we dit resultaat willen bereiken.
6. Klanttevredenheid meldpunt schuldhulpverlening > gemiddeld 8 op een schaal van 10 Voor de klanttevredenheid wordt een gemiddeld cijfer van 7,7 gegeven voor het zorgloket. De kredietbank scoort iets lager met een gemiddeld cijfer van 6,7. Op basis van deze meting willen we inzetten op een klanttevredenheidscijfer van 8 of meer voor het zorgloket. Ten aanzien van de klanttevredenheid over de kredietbank zullen we eveneens inzetten op een cijfer van 8 of hoger. Dit aspect wordt meegenomen bij het opstellen van het programma van eisen. In de overeenkomst schuldhulpverleningstrajecten vanaf 2014 zullen naast prijsafspraken ook nadrukkelijk prestatieafspraken opgenomen worden.
7. Bij meervoudige problematiek wordt 100% in behandeling genomen door Juvans Om de integrale aanpak van de schuldhulpverlening te waarborgen worden klanten waarbij meervoudige problematiek is geconstateerd aangemeld bij Juvans. Dit past binnen de samenwerking tussen de gemeente Waalwijk en Juvans zoals deze wordt vormgegeven binnen het meldpunt schuldhulpverlening. Monitoring / evaluatie Jaarlijks dient het college in het jaarverslag aan de gemeenteraad verantwoording af te leggen over de uitvoering van het door de raad vastgestelde plan met betrekking tot integrale schuldhulpverlening. De bespreking van het jaarverslag in de gemeenteraad kan aanleiding zijn om het beleid en de uitvoering van de integrale schuldhulpverlening bij te stellen. Op deze manier is het gegarandeerd dat de gemeentelijke schuldhulpverlening en de effectiviteit ervan jaarlijks op de agenda van de gemeenteraad staat. De volgende gegevens zullen worden gerapporteerd: • aantal aanmeldingen; • aantal intakes; • aantal crisisinterventies; • aantal recidivisten; • aantal klanten per product; • aantal succesvol beëindigde trajecten van de Kredietbank; • wachttijd; • aantal verwijzingen Juvans; • klanttevredenheid (dit onderzoek wordt 1 keer per 4 jaar uitgevoerd).
5. Preventieplan Bij het opstellen van het preventieplan zijn de aanbevelingen van het klanttevredenheidsonderzoek van Kwiz betrokken. Aan de hand van deze aanbevelingen
-7-
en de aanbevelingen vanuit de interviews met de intermediairs is onderstaand preventieplan opgesteld.
a. Doel preventie De komst van de Wgs verplicht gemeenten beleid en maatregelen te formuleren om te voorkomen dat inwoners schulden aangaan die zij niet meer kunnen aflossen. Het doel van preventie en nazorg is het komen tot bewustwording van mensen en om te voorkomen dat zij (opnieuw) financiële verplichtingen aangaan die niet betaald kunnen worden, waardoor belemmeringen voor participatie en/of maatschappelijke kosten worden voorkomen.
b. Vormen van Preventie Er zijn 3 vormen van preventie te onderscheiden:
•
Primaire preventie
Primaire preventie heeft tot doel te voorkomen dat mensen in de problematische schulden raken c.q. het voorkomen van nieuwe schuldsituaties. Primaire preventie richt zich dan ook op iedereen die risico loopt.
•
Secundaire preventie
Bij secundaire preventie gaat het om vroegtijdige onderkenning, opsporing en behandeling, meestal bij specifieke risicogroepen. Beoogd wordt schuldenproblematiek tijdig te signaleren en adequaat te verwijzen om verslechtering te voorkomen. Informatie wordt gegeven aan zowel (potentiële) klanten als intermediairs.
•
Tertiaire preventie
Tertiaire preventie richt zich op situaties waarbij al sprake is van problematische schulden. De curatieve hulp, begeleiding en andere maatregelen zijn hier bedoeld om de bestaande problemen op te lossen terwijl preventieve activiteiten in feite nazorg zijn. Hier komt ook het cyclisch karakter van integrale schuldhulpverlening naar voren. Goede curatieve hulp en nazorg hebben als zodanig weer een preventieve werking. Tertiaire preventie is bedoeld om erger, zoals terugval, recidive of chronische problematiek te voorkomen.
c. Risicogroepen Uit de diverse onderzoeken3 komen de volgende groepen naar voren met een verhoogd risico om in financiële problemen te geraken. • Jongeren Veel jongeren maken schulden. Soms hebben ze zelfs niet in de gaten dat dit ook schulden zijn! De verwachting is dat wanneer er niet wordt ingegrepen, steeds meer jongeren een beroep op SHV zullen moeten doen. Uit onderzoek van de NVVK en het NIBUD blijkt dat met name op VMBO scholen jongeren vaker schulden hebben. Hoe beter en eerder deze groepen worden voorgelicht en ondersteund, hoe minder kans er bestaat dat schulden ontstaan en hoog oplopen. • Mensen met chronische (meervoudige) problematiek Hierbij moet gedacht worden aan mensen met psycho-sociale problemen. Preventie voor deze mensen is niet zozeer gericht op het oplossen van deze psycho-sociale problemen, maar meer om het vangnet rondom deze mensen te ondersteunen en de weg te wijzen. Ketenbenadering is met name bij deze doelgroep heel belangrijk omdat er vaak al vanuit vele organisaties ondersteuning wordt geboden. Regie vanuit de gemeente, de keten moet sluitend gemaakt worden. Deze groep mensen vallen ook onder de werkingssfeer van de Wmo en hiermee zal verbinding gezocht worden. 3
De volgende onderzoeken worden hierbij bedoeld: taskforce, impactanalyse, NIBUD en Centiq.
-8-
• Werkende armen (incl. zelfstandigen) Mensen die werken zijn vaak niet op de hoogte van het bestaan van inkomensondersteunende regelingen, hierdoor missen zij belangrijke inkomensondersteuning. En dat terwijl het inkomen soms niet hoger is dan dat van mensen met een uitkering. Onder de werkende armen kunnen ook de zelfstandigen met een laag inkomen worden gerekend. Steeds meer kleine zelfstandigen (met of zonder personeel) komen vanwege de crisis in de problemen. Er moet hierbij nadrukkelijk een onderscheid gemaakt worden tussen schulden die verband houden met de onderneming en privé schulden. Dit onderscheid is vooral bij zzp’ers niet te maken omdat zij eveneens privé aansprakelijk zijn voor zakelijke schulden. Uitgangspunt voor de schuldhulpverlening aan ondernemers moet dan ook zijn dat alleen voor privé schulden bepaalde, nog te ontwikkelen, hulpverlening in de vorm van budgettraining kan worden aangeboden. Voor zakelijke schulden zal verwezen worden naar de zelfstandigen regelingen via de ISD-ML of naar een daarvoor gespecialiseerd bureau. • Inwoners met (naderende) inkomensterugval Vanwege de crisis verliezen veel mensen hun baan en kunnen daardoor hun verplichtingen niet nakomen. Ook andere, plotseling intredende veranderingen in de persoonlijke levenssfeer, zoals een echtscheiding, kunnen financiële problemen met zich mee brengen. Deze groep is onbekend met hulpverlening en het is belangrijk dat hierbij schuldhulpverlening actief bekend gemaakt wordt. Bovenstaande groepen krijgen voorrang bij het actief benaderen van doelgroepen omdat zij het grootste risico lopen om in een problematische schuldensituatie terecht te komen. Daarnaast zullen bepaalde instrumenten speciaal op deze doelgroepen worden ingezet en/of ontwikkeld.
d. Preventie instrumenten Hieronder staan de instrumenten benoemd, onderverdeeld naar primair, secundair en tertiair niveau.
•
Primaire preventie instrumenten:
Website gemeente Waalwijk Gezien het intensieve(re) gebruik van internet is dit een hele belangrijke informatiebron. Brochure schuldhulpverlening Er is een brochure folder ontwikkeld in de huisstijl van de gemeente Waalwijk met hierin informatie over de mogelijkheden. Informatiebrochure jongeren Als jongeren 18 worden verandert er veel. Ze moeten zelf een ziektekostenverzekering afsluiten, studiefinanciering regelen, zorgtoeslag aanvragen etc. Veel jongeren weten de weg (nog) niet te vinden en kunnen hierbij ondersteuning gebruiken. Door middel van een informatiefolder kunnen jongeren die bijna de leeftijd van 18 jaar bereikt hebben geïnformeerd worden over zaken die ze moeten regelen als ze 18 jaar worden. Budgetlessen op scholen Leren omgaan met geld op jonge leeftijd is van invloed op financieel gedrag op latere leeftijd. Mogelijk dat in de toekomst financiële educatie ingebed kan worden in bestaande vakken op de middelbare school. In afwachting hiervan wil de gemeente Waalwijk de Waalwijkse basisscholen en VMBO scholen budgetlessen aanbieden.
-9-
Ontwikkeling Kansenkaart om “niet gebruik van inkomensondersteunende voorzieningen” tegen te gaan. Er wordt een zogenaamde “kansenkaart” ontwikkeld. Op deze kansenkaart wordt kort en bondig uitgelegd waar mensen terecht kunnen als er financiële problemen zijn en op welke voorzieningen zij een beroep kunnen doen. Contact schuldeisers Belangrijk onderdeel van preventie en het curatieve gedeelte van schuldhulpverlening is een goede samenwerking en communicatie met schuldeisers. Dit kan namelijk een bijdrage leveren aan de vroegsignalering en meer begrip (dus mogelijk meer geslaagde regelingen). Er zijn goede afspraken gemaakt op lokaal niveau met de woningcorporaties, deurwaarders en energieleveranciers. Dit ter voorkoming van grotere problemen. Voorlichting aan intermediairs Intermediairs (zoals bijvoorbeeld De Strohalm en de Voedselbank) geven aan behoefte te hebben aan voorlichting. Komend jaar wordt ingezet op het geven van deze voorlichting. Daarbij wordt niet alleen ingezet op vrijwilligersorganisaties maar ook op professionele organisaties. Het streven is om hier in de toekomst meer proactief in te zijn en meer initiatieven te ontwikkelen. Preventiecoach op het werkplein In 2011 zijn de gemeenten Heusden, Loon op Zand en Waalwijk gestart met een pilot preventiecoach op het werkplein. Op het werkplein komen mensen die, vanwege baanverlies, te maken krijgen met een inkomensterugval. Door deze mensen in een vroegtijdig stadium in contact te brengen met de preventiecoach vindt er een actieve voorlichting plaats. Zo worden door middel van een budgetadvies tips gegevens op welke wijze het uitgavenpatroon aangepast kan worden aan het nieuwe lagere inkomen en kan bij beginnende schuldenproblematiek tijdig worden ingegrepen waardoor erger wordt voorkomen. De pilot loopt door tot 1 januari 2013. De intentie is de preventiecoach een vaste plek in het aanbod te geven. Daarnaast bestaat het voornemen om de preventiecoach door te ontwikkelen, waarbij ook andere ingrijpende life-events4 worden betrokken, bijvoorbeeld echtscheiding.
•
Secundaire preventie instrumenten:
Budgetcursus Het aanbieden van een budgetcursus aan burgers. Het gaat hierbij om een cursus waarin geleerd wordt met geld om te gaan, inkomsten te verruimen en uitgaven te verminderen, afspraken te maken met schuldeisers etc. De cursus wordt aangeboden aan mensen die gebruik maken van budgetcoaching via het meldpunt of van een product bij de Kredietbank. Het gaat daarbij wel om inwoners die “leerbaar” zijn. Bijkomend voordeel is dat het product budgetcoaching niet meer wordt ingekocht bij de Kredietbank, waardoor er budgettair neutraal gewerkt wordt of zelfs kosten bespaard worden. Dit instrument kan ook als tertiair instrument ingezet worden. Convenant samen tegen schulden Naar aanleiding van het Woonlastenonderzoek van Casade en Slagenland Wonen zijn er met de gemeenten prestatieafspraken gemaakt, waaronder het afsluiten van een convenant samen tegen schulden met Casade, Slagenland Wonen, Juvans, ISD-ML en gemeenten (Waalwijk en Loon op Zand). Het gaat daarbij om vroegtijdige signalering en aanpak van betalingsproblemen ter voorkoming van problematische schuldensituaties. Dit convenant zal in het najaar van 2012 worden gesloten. 4
Met life-event wordt een verandering in de persoonlijke levenssfeer bedoeld. - 10 -
Zelfstandigen Op dit moment worden zelfstandigen nog niet actief geholpen door schuldhulpverlening. Reden hiervoor is dat vaak het onderscheid tussen privé schulden en zakelijke schulden niet te maken valt. Voor de zakelijke schulden zal schuldhulpverlening nooit de geschikte instantie zijn om ondersteuning te bieden. We willen deze groep ondersteuning bieden door middel van een budgetadviesgesprek of het aanbieden van een budgetcursus. Mensen met chronische problematiek De gemeente Waalwijk staat een integrale aanpak van de schuldenproblematiek voor. Door de samenwerking met Juvans bij het meldpunt is de integrale aanpak gewaarborgd. Op deze wijze wordt niet alleen ingezet op het oplossen van de schuldensituatie, maar ook op onderliggende psycho-sociale problematiek. Deze werkwijze willen we handhaven.
•
Tertiaire preventie instrumenten:
Budgetbeheer Het meldpunt schuldhulpverlening voert budgetbeheer niet zelf uit maar dit gebeurt door de Kredietbank. Soms kan dit echter ook door de ISD-ML worden gedaan wanneer de vaste lasten worden ingehouden ter voorkoming van (grotere) schulden. Dit is ook een vorm van preventie, naast curatief, wanneer het om bestaande schulden gaat. Nazorg Met goede nazorg na een schuldhulpverleningstraject kan het ontstaan van nieuwe schulden voorkomen worden. Op dit moment vind nazorg plaats via een gesprek na schuldbemiddeling. Nazorg moet bij alle vormen van schuldhulpverlening ingeregeld worden met enige frequentie. Doel moet zijn te voorkomen dat iemand in het oude patroon vervalt. Aan de hand van het gesprek op het einde van het traject schuldhulpverlening wordt beoordeeld of ondersteuning gewenst is en welke vorm van ondersteuning passend is. Koken met een klein budget Een gezonde en goedkope maaltijd op tafel zetten als je moet rondkomen van een laag inkomen is moeilijk. Zeker als er sprake is van een schuldhulpverleningstraject en het inkomen grotendeels gebruikt wordt om schulden af te betalen en de vaste lasten te betalen. Het is lastig om van het beschikbare leefgeld een goede en evenwichtige maaltijd te maken. We willen mensen die gebruik maken van schuldhulpverlening en/of de voedselbank een cursus aanbieden “koken met een klein budget”. Kosten uitvoering preventieplan De kosten (van de nieuwe producten) voor de uitvoering van het preventieplan worden geraamd op een bedrag van € 8.700,-- in 2012 en € 33.950,-- in 2013 e.v. Door stevig in te zetten op preventie zal er sprake zijn van inverdieneffecten. Deze inverdieneffecten hebben betrekking op de kosten van schuldhulpverlening maar zullen ook betrekking hebben op andere terreinen zoals het inkomensdeel Wwb. Echter op dit moment is geen reële inschatting te maken hoe hoog de inverdieneffecten zijn van het totale pakket. De kosten van uitvoering van het preventieplan zijn opgenomen in bijlage 1.
6. Borging en kwaliteit Naast het aanbieden van maatwerk is het voldoen aan aantoonbare kwaliteitseisen een belangrijke toegevoegde waarde voor het vertrouwen van zowel schuldeisers als schuldenaren. De NVVK is de koepelorganisatie van schuldhulpverlenende instanties in Nederland. De NVVK heeft gedragscodes ontwikkeld waarin richtlijnen voor de
- 11 -
schuldhulpverlening opgenomen zijn. De Kredietbank is lid van de NVVK en hanteert de gedragscodes omdat ze bindend zijn voor de leden. Het betreft de volgende gedragscodes: • Gedragscodes schuldregeling • Gedragscode budgetbeheer • Gedragscode sociaal bankieren Door te werken volgens deze gedragscodes is de kwaliteit van de schuldhulpverlening gewaarborgd. Naast werken conform de gedragscodes werkt de Kredietbank volgens de modules Schuldhulpverlening Nieuwe Stijl. Tenslotte geeft een klanttevredenheidsonderzoek een belangrijk signaal af over het kwaliteitsniveau. Streefcijfer voor zowel meldpunt Schuldhulpverlening als de Kredietbank is minimaal een 8. Bij een volgend klanttevredenheidsonderzoek zal het onderzoek uitgebreid worden naar de ketenpartners en de schuldeisers. Dit onderzoek kan in 2015 (in aanloop naar het Plan Schuldhulpverlening 2016 – 2019) gehouden worden.
7. Juridische context De invoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening kent juridische gevolgen voor de uitvoering. De beginselen van de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing. Dit was voor de invoering van de wet niet het geval. Dit betekent dat het besluit op een aanvraag wordt medegedeeld door middel van een beschikking. Naast de mogelijkheid van bezwaar en beroep is de Wet dwangsom bij nietig tijdig beslissen van toepassing. Zodra toegang tot de schuldhulpverlening wordt verleend, wordt een passend aanbod gedaan in de vorm van een traject. Dit aanbod is echter niet vrijblijvend. Schuldhulpverlening heeft een prijs en van de klant wordt een actieve deelname verwacht aan het traject. Er is een actieve informatieplicht en een plicht om medewerking te verlenen. Worden de verplichtingen niet nagekomen dan kan het college een sanctie opleggen door bijvoorbeeld het traject stop te zetten. In verband met bezwaar en beroep is het raadzaam beleidsregels op te stellen. Deze beleidsregels worden door het college vastgesteld op basis van dit plan. De beleidsregels worden daarom vastgesteld na het besluit van de raad. Naast de mogelijkheden van het maken van bezwaar en het instellen van beroep heeft de schuldenaar die het niet eens is met de beslissing van de gemeente de volgende mogelijkheden om dit kenbaar te maken: • de bestaande klachtenprocedure op basis van de NVVK indien gehandeld is met de Gedragscode Schuldregeling of de schuldregelingsovereenkomst; • de klachtenprocedure van de gemeente; • een klacht indienen bij de Nationale Ombudsman.
8. Informatievoorziening en toezicht De uitvoering van de nieuwe wet en vooral de effecten ervan zullen op basis van beleidsinformatie worden gemonitord. De colleges zijn verplicht de minister over de uitvoering van de wet systematisch informatie te verstrekken. In de nieuwe wet is geen specifiek toezichtarrangement opgenomen.
- 12 -
9.Gebruikte bronnen en afkortingen Literatuurbronnen • Welzijn is minder zorg. Schulden is zorg. Welzijn is minder schulden – gemeente Waalwijk ( 2007) • Plan gemeentelijke schuldhulpverlening. Regio West Brabant • Naar een gekantelde schulddienstverlening. Gemeente Eindhoven • Wettekst gemeentelijke schuldhulpverlening en de Memorie van Toelichting Interviews Met dank aan MEE, Juvans de Voedselbank en De Strohalm: deze organisaties hebben bij het tot stand komen van deze nota hun medewerking verleend. Afkortingen NVVK Wgs Wmo WSNP Wwb ZZP
= = = = = =
Nederlandse vereniging voor Volkskrediet Wet gemeentelijke schuldhulpverlening Wet maatschappelijke ondersteuning Wet schuldsanering natuurlijke personen Wet werk en bijstand zelfstandige zonder personeel
- 13 -
10.Bijlagen
Bijlage 1:
Activiteitenplan 2012 – 2013
Bijlage 2:
klanttevredenheidsonderzoek schuldhulpverlening gemeente Waalwijk, uitgevoerd door KWIZ
- 14 -
Bijlage 1: Preventieplan Schuldhulpverlening 2012 – 2013 Onderstaand preventieplan bestrijkt de periode van 2012 en 2013. Voor de periode van 2014 en 2015 wordt een afzonderlijk plan opgesteld. Wat gaan we doen
Wanneer
Wat gaat het kosten
Acties vanuit het preventieplan schuldhulpverlening Website: Deze informatie optimaal benutten, door informatie laagdrempelig aan te bieden. Brochure schuldhulpverlening.
2012 -2013
Informatiebrochure jongeren.
2012 - 2013
Budgetlessen scholen: In overleg met scholen en Juvans wordt een project opgezet. De kosten van het project zijn afhankelijk van het aantal deelnemers, het aan te schaffen materiaal, bijdrage buurgemeenten VMBO scholen. Ontwikkeling kansenkaart: Overzicht van alle voorzieningen voor de minima. De kaart wordt huis aan huis verspreid en ter beschikking gesteld aan intermediairs. Jaarlijkse groepsvoorlichting aan intermediairs. Preventiecoach werkplein: doorontwikkeling life-eventcoach Uren preventiecoach vanuit de reguliere uren. Kosten hebben betrekking op voorlichtingsmateriaal. Budgetcursus: aanbieden van een budgetcursus aan leerbare klanten. Bedrag per klant gemiddeld € 1.200,--. Op basis van ervaring gemeente Heusden is de inschatting dat 25 % de klanten (= +33 personen) leerbaar is. Het gaat hierbij om nieuwe klanten die dit product nog niet ontvangen via de Kredietbank. Verwacht inverdieneffect is € 33.000,-- . Er wordt samenwerking gezocht met de gemeente Heusden om mogelijk volumevoordeel te kunnen behalen. Convenant samen tegen schulden: Kosten kick-off. Koken met een klein budget 4 sessies per jaar Kosten afhankelijk van aantal deelnemers Totaal preventieplan schuldhulpverlening
Schooljaar 20122013
2013
Geen extra kosten
2012 0 2012 2.500 2012 0
2013 1500 2013 0 2013 10.000
November 2012
2012 3.500
2013 0
Oktober 2012 Oktober 2013 2012 – 2013
2012 500 2012 450
2013 500 2013 450
2013
2012 0
2013 20.000
september 2012
2012 1.000 2012 750
2013 0 2013 1.500
8.700
33.950
nov. 2012 Mei - nov. 2013
- 15 -
Bijlage 2
Klanttevredenheidsonderzoek Schuldhulpverlening gemeente Waalwijk
- 16 -
- 17 -