PLAN SCHULDHULPVERLENING 2012-2016
Afdeling Sociale Zaken Datum: 12 juni 2012
INHOUDSOPGAVE
Inleiding
3
Hoofdstuk 1: Wettelijk en algemeen kader
4
Hoofdstuk 2: Visie en doelstelling
5
Hoofdstuk 3: Doelgroepen
7
Hoofdstuk 4: Uitvoeringsbeleid 4.1. Preventiemaatregelen 4.2. Aanbod schuldhulpverlening
9 9 10
Hoofdstuk 5: Kwaliteit van de schuldhulpverlening
12
Hoofdstuk 6: Resultaten
14
Nawoord
15
PLAN SCHULDHULPVERLENING 2012-2016 Leudal
2
Inleiding Schulden zijn van alle tijden. Sinds de jaren ’80 is door verschillende instanties die zich bezighouden met schuldhulpverlening (gemeenten, kredietbanken, maatschappelijk werk) meer aandacht gevraagd en gekomen voor mensen met schulden. Het aantal huishoudens met problematische schulden neemt toe en ook de hoogte van de schulden stijgt. Een deel van deze huishoudens doet een beroep op de gemeentelijke schuldhulpverlening. Het kabinet heeft de basistaken van gemeenten vastgelegd in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Deze is met ingang van 1-7-2012 in werking getreden. Schuldhulpverlening houdt in de breedste zin in dat er activiteiten worden verricht, gericht op het voorkomen, stabiliseren en regelen van problematische schulden. De gemeente dient het beleid ten aanzien van schuldhulpverlening vast te leggen in een beleidsplan dat voor ten hoogste vier jaar wordt vastgesteld door de gemeenteraad. Er worden wettelijke eisen aan de schuldhulpverlening gesteld. De belangrijkste zijn: 1 de schuldhulpverlening moet integraal zijn met invulling van de regierol; 2 de wachttijden zijn gemaximeerd; 3 er moet aandacht zijn voor het borgen van de kwaliteit; 4 er moet aandacht zijn voor preventie en nazorg; 5 maatwerk is uitgangspunt; 6 de resultaten van de schuldhulpverlening moeten meetbaar zijn. Voor wat betreft dit beleidsplan gemeentelijke schuldhulpverlening wordt er samengewerkt tussen de gemeenten Echt-Susteren, Leudal, Maasgouw, Nederweert en Roerdalen. Ook schuldhulpverlener Plangroep en de Stichting algemene maatschappelijk werk zijn partner in het samenwerkingstraject. Dit beleidsplan geeft invulling aan de bovenstaande vereisten en geeft richting aan de integrale schuldhulpverlening aan de inwoners van de gemeente Leudal.
PLAN SCHULDHULPVERLENING 2012-2016 Leudal
3
Hoofdstuk 1 Wettelijk en algemeen kader Regierol gemeenten De gemeenten krijgen de wettelijke taak de regie te voeren op schuldhulpverlening. Het gaat niet alleen om oplossingen voor de schuldenproblematiek, maar ook aandacht voor de oorzaken die hieraan ten gronde liggen. De gemeente bewaakt dat de problemen van de klant in onderlinge samenhang worden opgepakt, zodat de organisaties die erbij betrokken zijn niet langs elkaar heen werken. Rol van de burger De verantwoordelijkheid voor het slagen van het traject ligt bij de burger. Van de burger wordt verwacht dat hij of zij de eigen verantwoordelijkheid neemt. De inzet van de burger is voor een groot deel bepalend voor het slagen van een traject. Dit betekent dat afspraken worden nagekomen, informatie op tijd wordt aangeleverd, geen nieuwe schulden worden gemaakt tijdens het traject en dat inzet wordt getoond. Wanneer de burger de eigen verantwoordelijkheid niet kan nemen, wordt gezocht naar ondersteuning binnen de hulpverlening. De Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) Als de schuldhulpverlening niet leidt tot een schuldregeling omdat een of meerdere schuldeisers niet akkoord gaan met het betalingsvoorstel, kan de schuldenaar mogelijk een beroep doen op de WSNP. Ook in dat geval heeft de klant hulp nodig van de gemeente. Deze stelt dan een verzoekschrift op dat naar de rechtbank wordt gestuurd. De rechtbank bepaalt of iemand wordt toegelaten tot de WSNP. Algemeen kader De gemeente Leudal werkt in het kader van de schuldhulpverlening beleidsmatig een aantal jaren samen met de gemeenten Maasgouw, Nederweert en Roerdalen. Schuldhulpverlening wordt in dit verband integraal opgepakt. Dat wil zeggen dat de problematiek niet alleen financieel wordt belicht maar dat ook psycho-sociale aspecten de aandacht krijgen. De gemeenten werken daarbij samen met het Algemeen maatschappelijk werk Midden-Limburg. De schuldhulpverlening wordt al jaren door de externe schuldhulpverleningsorganisatie uitgevoerd. Als gevolg van de economische crisis is er een extra toeloop naar de schuldhulpverlening. In 2011 stijgt het aantal aanmeldingen explosief. Het grootste gedeelte van de cliënten volgt een minnelijk traject. Daarnaast wordt een groot aantal cliënten door de externe schuldhulpverleningsorganisatie geadviseerd en gecoacht. De Wmo- en bijstandsconsulenten van het team Sociale Zaken hebben ook een rol in de schuldhulpverlening. De consulenten informeren de klanten persoonlijk over de dienstverlening die de gemeente kan bieden op het terrein van preventie en schuldhulpverlening. Rechtsbescherming Zodra de wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking treedt, zijn alle besluiten in potentie besluiten in het kader van de Algemene wet bestuursrecht. Dat betekent dat er bezwaar en beroep mogelijk is, en dat er een goed dossier moet worden aangelegd en besluiten goed moeten worden gemotiveerd. De burger moet weten wat de voorwaarden zijn voor toelating tot de schuldhulpverlening en waaraan hij zich dient te houden en de gemeente op haar beurt moet weten welke verplichtingen zij aan de burger mag opleggen en wanneer zij de toegang tot de schuldhulpverlening kan weigeren of beëindigen. De bovenstaande randvoorwaarden worden vastgelegd in de Beleidsregels toelating tot de schuldhulpverlening. De huidige werkprocessen worden tegen het licht gehouden en aangepast aan de eisen van de nieuwe wet.
PLAN SCHULDHULPVERLENING 2012-2016 Leudal
4
Hoofdstuk 2: Visie en doelstelling Schulden mogen geen belemmering zijn voor participatie. Aan inwoners met problematische schulden wordt de mogelijkheid geboden van begeleiding om de schuldsituatie op te lossen of beheersbaar te maken. Het duurzaam vergroten van de zelfredzaamheid van de burger staat centraal. De gemeente voert de regie op het proces, maar de klant is zelf verantwoordelijk voor het slagen van een traject.
Visie We willen dat iedereen in de maatschappij meedoet, hetzij door maatschappelijke participatie of participatie in de vorm van arbeid of scholing. Schuldhulpverlening wordt in het perspectief van de Wet werk en bijstand en de Wet maatschappelijke ondersteuning geplaatst. Hierbij heeft de gemeente de verantwoordelijkheid om zo veel mogelijk burgers te laten participeren. Problematische schulden vormen niet alleen een bedreiging voor het functioneren in algemene zin, maar worden ook gezien als een belangrijke ‘faalfactor’ bij re-integratie. Het hebben van een schuld vormt vaak een wezenlijke blokkade om tot participatie te komen.
De gemeente biedt hulp wanneer iemand zelf niet in staat is zijn schuldenproblematiek op te lossen. Deze hulp richt zich in eerste instantie op het creëren van een stabiele situatie. Niet alleen de schuld, maar ook de oorzaak waardoor de klant in een problematische schuldensituatie is gekomen staat centraal. De klant wordt in zijn kracht gezet, ondersteuning is tijdelijk en leidt tot zelfredzaamheid. De financiële rust en stabiliteit van de gezinshuishoudens wordt voorop gesteld. Die financiële stabiliteit biedt de meeste kans op niet alleen een geslaagde schuldregeling, maar ook op een structurele oplossing van de financiële problemen. Doelstellingen Bovenstaande visie wordt inhoud gegeven door de begrippen: integrale aanpak, maatwerk en vraaggerichte dienstverlening. Integrale aanpak Een integrale benadering houdt in dat er bij de schuldhulpverlening niet alleen oog is voor financiële problemen van de klant. Ook wordt gekeken naar de omstandigheden die van invloed zijn op de financiële problemen. Om de financiële problematiek duurzaam op te kunnen lossen, is het van belang dat de oorzaak van de problematiek duidelijk is. Daarbij wordt gekeken of de klant problemen heeft waarvoor ook andere hulpverlening ingezet moet worden. Het achterliggende doel van de integrale aanpak is te komen tot een duurzaam resultaat. Bij een problematische schuldsituatie, spelen niet alleen financiële problemen een rol, maar hebben we vaak ook te maken met psychosociale problemen. Deze psychosociale problemen kunnen bijvoorbeeld veroorzaakt worden door een echtscheiding, ziekte, ontslag, arbeidsongeschiktheid en/of verslaving. Maar ook het door de maatschappij gestimuleerde consumptiegedrag, het ruime aanbod van kredieten en het meedoen met buren en vrienden zijn belangrijke factoren bij het ontstaan van een problematische schuldsituatie. Een problematische schuldsituatie beïnvloedt in veel opzichten de kwaliteit van het bestaan. Zij kan bijvoorbeeld consequenties hebben voor de gezondheid van de leden van het huishouden, het voedingspatroon en de woonomstandigheden. Kortom, een problematische schuldsituatie is niet het gevolg van één oorzaak, maar meestal van meerdere, samenhangende oorzaken. Daardoor is het oplossen daarvan zo’n complex proces. Afronding van dit proces moet leiden tot (hernieuwde) participatie in de maatschappij. Maatwerk en vraaggerichte dienstverlening Welke vorm van hulp ingezet wordt en welke partners daarbij betrokken worden, is afhankelijk van de situatie waarin de klant zich bevindt en welke problemen aan de situatie ten grondslag liggen. De inzet van schuldhulpverlening is dus maatwerk. Op basis van de persoonlijke en gezinssituatie wordt een passende vorm van hulp- en dienstverlening gezocht. Daarbij vindt afstemming plaats met partners binnen de zorgstructuren van de gemeenten. De mogelijke samenwerkingspartners zijn (niet limitatief): Algemeen Maatschappelijk Werk, Vangnetoverleg, Mensana, GGZ Noord en Midden PLAN SCHULDHULPVERLENING 2012-2016 Leudal
5
Limburg, Bureau van Jeugdzorg, Centrum van Jeugd en Gezin, Bewindvoerders, UWV WERK bedrijf, Water Maatschappij Limburg, Energieleveranciers, Woningcorporaties Wonen Limburg, Wonen Zuid en Woongoed 2-duizend , Zorgaanbieders en MEE.
PLAN SCHULDHULPVERLENING 2012-2016 Leudal
6
Hoofdstuk 3: Doelgroepen De gemeente stelt hulp bij schuldenproblematiek open voor alle inwoners van de gemeente Leudal. Er zijn verschillende doelgroepen die extra aandacht behoeven. Gezinnen met inwonende minderjarige kinderen Wanneer ouders met inwonende minderjarige kinderen zich aanmelden voor een schuldhulpverleningstraject dan krijgen zij onmiddellijk extra aandacht en worden met voorrang behandeld. Deze doelgroep is speerpunt van gemeentelijk beleid. Ten aanzien van deze doelgroep zal dan ook geen wachtlijst ontstaan. De nieuwe wet beoogt dat gemeente bijzondere aandacht moet besteden aan de situatie van gezinnen met kinderen. De gevolgen van problematische schulden zijn immers extra schrijnend als er kinderen in het spel zijn. Bij indiening van de aanvraag voor de schuldhulpverlening wordt direct een beeld gevormd of er mogelijk sprake is van een bedreigende situatie of mogelijk van een andere situatie die reden is om de dienstverlening met voorrang op te pakken. Het feit dat kinderen de gevolgen van schulden ondervinden, kan zeker aanleiding zijn om de schuldhulpverlening met voorrang op te pakken. Ook als er sprake is van recidive wordt technisch stabiliseren en crisisinterventie niet geweigerd. Wel worden betrokken instanties zoals Bureau Jeugdzorg ingeschakeld om de situatie voor de kinderen te beoordelen. Dit om te voorkomen dat de kinderen niet verzekerd zijn en een onstabiele woonsituatie hebben. Daarnaast blijven de komende jaren de regelingen voor (gezinnen met inwonende minderjarige) kinderen in het minimabeleid gehandhaafd. Als laatste “vangnet” blijft bovendien ook het Fonds Sociale Nood beschikbaar indien er sprake is van acute afsluitingen en huisuitzettingen. Hierdoor kunnen schrijnende situaties, vooral bij gezinnen met inwonende minderjarige kinderen, worden voorkomen. Alle andere onderstaande doelgroepen zullen op gelijke wijze en dus niet met voorrang worden behandeld. Bijstandsgerechtigden Eveneens een kwetsbare groep, die tegelijk goed zichtbaar is en bereikt wordt door de gemeente. Hier kan bij (dreigende) schulden een, overigens niet vrijblijvend, aanbod aan schuldhulpverlening worden gedaan. Centraal beleidsuitgangspunt bij het uitvoeren van de WWB is dat betaald werk boven een uitkering gaat. Dat betekent dat in beginsel samen met mensen uit deze doelgroep onderzocht wordt op welke wijze er invulling gegeven kan worden aan een traject richting arbeidsmarkt. Schuldhulpverlening is één van de onderdelen van dit aanbod en wordt ingezet in het perspectief van re-integratie. Jongeren (tot 27 jaar) Jongeren moeten worden beschouwd als een bijzondere aandachtsgroep, voor wie het vaak moeilijk is om weerstand te bieden aan de aanschaf van allerlei consumptiegoederen. Dat geldt vooral voor jongeren die laag zijn opgeleid en die zich in een lage sociaal-economische positie bevinden. 80% van de jongeren met een uitkering heeft schulden. Voorkomen moet worden dat zij ‘creatieve oplossingen’ gaan zoeken om hun financiën te vergroten. Vaak blijkt dat achter een financieel probleem nog andere problemen schuilgaan, op school, met ouders of op het werk. Schuldhulpverlening en een koophuis Wanneer schuldhulpverleners een aanmelding krijgen van iemand met een koophuis, leidt dit vaak tot heel wat hoofdbrekens. Dit vertaalt zich erin dat mensen met een koophuis het beeld hebben dat ze niet voor schuldhulpverlening in aanmerking komen. Vaak krijgen ze dit ook te horen: “Verkoop eerst de woning en kom dan terug voor hulp.” Dit is als gevolg van de economische crisis veranderd. Verkoop van de woning is niet de enige optie en kan bovendien nieuwe problemen met zich meebrengen. Onderzoek door de schuldhulpverlener moet leiden tot een advies op maat. Hierbij zijn er vaak ook nog mogelijkheden om de woning te behouden en een regeling met de schuldeisers te treffen. Zelfstandige (ex-)ondernemers Schuldhulpverlening voor zelfstandige (ex-)ondernemers is een vak apart. De schuldproblematiek is complexer en bij ex-ondernemers is de boekhouding vaak niet afgerond. Zelfstandige ondernemers vallen in eerste instantie onder de Besluit bijstandverlening zelfstandigen, tenzij de onderneming niet levensvatbaar is. Dan dient de zelfstandige ondernemer de onderneming te beëindigen voordat deze PLAN SCHULDHULPVERLENING 2012-2016 Leudal
7
in aanmerking komt voor schuldhulpverlening. Bij ex-ondernemers is het vaak noodzakelijk dat een particuliere schuldhulpverleningsorganisatie aan ondernemers en ex-ondernemers wordt ingeschakeld omdat de boekhouding niet op orde is en de schuldenproblematiek complex is. Overige Onduidelijke financiële situatie Bij een onduidelijke financiële situatie is het niet mogelijk om hulp te bieden. Er kan niet gestabiliseerd worden of een schuldregeling gestart worden, wanneer inkomsten, uitgaven en verplichtingen niet duidelijk zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval bij lopende scheidingen. Pas als de financiële situatie duidelijk is, kan schuldhulpverlening aangeboden worden. In deze situaties wordt verwezen naar het AMW voor begeleiding komt voor de aanwezige problemen en ter voorkoming dat de financiële problemen verergeren. Recidivisten Het komt met enige regelmaat voor dat cliënten die eerder in de schuldhulpverlening hebben gezeten zich opnieuw melden voor schuldhulpverlening. Voor cliënten die de afgelopen 7 jaar in de WSNP of een ander geslaagd hulpverleningstraject hebben gezeten geldt het volgende: Wanneer iemand zich opnieuw meldt voor hulpverlening bij schulden, wordt deze geholpen indien de schulden buiten de schuld van de klant zijn ontstaan. Er wordt kritisch bekeken waarom iemand opnieuw in de schulden is gekomen en of onder bewindstelling noodzakelijk is. In elk geval wordt de klant verplicht tot het meewerken aan budgetbeheer en/of bewindvoering. Indien er een niet saneerbare vordering aanwezig is – bijvoorbeeld een schuld bij de belastingdienst wordt de schuldregeling geparkeerd totdat de klant met behulp van eigen sociaal netwerk deze vordering heeft voldaan. In deze situatie wordt bezien of cliënt verwezen moet worden naar AMW omdat er in deze situaties vaak meerder problemen spelen en cliënten moeite hebben met het aanbrengen van de noodzakelijke structuur.
PLAN SCHULDHULPVERLENING 2012-2016 Leudal
8
Hoofdstuk 4: Uitvoeringsbeleid 4.1.
Preventiemaatregelen
De activiteiten gericht op preventie om problematische schulden zoveel mogelijk te voorkomen zijn onderdeel van integrale schuldhulpverlening. De gemeente Leudal heeft de afgelopen jaren een eigen uitvoeringspraktijk opgebouwd op het terrein van schuldhulpverlening. Daarbij ligt de nadruk op het oplossen van (problematische) schuldsituaties. Als we het belangrijk vinden dat participatie niet in het gedrang komt en we maatschappelijke kosten als gevolg van financiële problemen willen beperken, dan vraagt dit om de inzet van schuldpreventie. De schuldpreventie is geen keuze maar echt een onderdeel van integrale schuldhulpverlening. Inzetten op preventie kost geld. Deze kosten kunnen echter opwegen tegen de kosten die gemaakt worden als dezelfde inwoners zich aanmelden met een flink schuldenpakket. Schuldpreventie is een mix van maatregelen, activiteiten en voorzieningen die er op gericht zijn dat mensen financieel vaardig worden en zich zo gedragen dat zij hun financiën op orde houden. Maatregelen, activiteiten en voorzieningen in het kader van schuldpreventie zijn er op gericht het gedrag van mensen te beïnvloeden. De komende jaren gaan we de volgende preventieve maatregelen inzetten: Voorlichting over inkomensondersteunende maatregelen Voorlichting over de inkomensondersteunende regelingen van het rijk en de gemeente kan een bijdrage leveren aan het voorkomen van schulden. Hierbij kan ingezet worden op : - laagdrempelige, eenvoudige aanvraagprocedures - voorlichting, o.a. bijeenkomsten, via intermediairs, brochures, publicaties weekblad. Cursussen omgaan met geld Het uiteindelijke doel van de cursus is om de deelnemers financieel zelfredzaam te maken, hierbij speelt gedragsverandering een grote rol. Dergelijke cursussen kunnen worden gegeven aan de jongeren in de onderwijsinstellingen, bijstandsgerechtigden en andere doelgroepen. Vroegtijdige signalering De gemeente kan met lokale partners afspraken maken over doorverwijzing naar de schuldhulpverlening van klanten met betaalachterstanden. Belangrijke lokale partners zijn: woningcorporaties, energiebedrijven en andere nutsbedrijven. De gemeenten gaan actief inzetten op preventie door signalen van betalingsachterstanden op te vangen en op te pakken. Om te zorgen dat deze signalen vroegtijdig bij de gemeente terecht komen worden, voor zover dit nog niet is gebeurd, afspraken gemaakt met betrokkene partijen. Administratie op orde Een onoverzichtelijke en niet bijgewerkte administratie zorgt voor betalingsachterstanden. Personen die geen goed overzicht hebben van de inkomsten en uitgaven betalen rekeningen vaak niet op tijd. Ook zijn toeslagen vaak niet aangevraagd. Door het ondersteunen bij het ordenen van de administratie, na te gaan of er recht bestaat op voorzieningen waar geen gebruik van wordt gemaakt en door op eenvoudige wijze handvatten te geven de administratie bij te houden, kunnen personen geholpen worden met een overzichtelijke administratie wat schulden kan voorkomen. Budgetbegeleiding Toegepast op de schuldpreventie loont het de moeite om na te gaan welke keuzes mensen maken die van invloed zijn op hun huishoudfinanciën. Een voorbeeld waar gemeenten invloed hebben op de standaardkeuze is bij het doorbetalen van vaste lasten uit een uitkering. Standaard wordt van mensen verwacht dat zij zelf zorg dragen voor betaling van vaste lasten en andere verplichtingen. Op basis van onderzoek weten we echter dat er bepaalde groepen zijn die bovengemiddeld kwetsbaar zijn voor een problematische schuldsituatie (denk aan bijstandsgerechtigden, eenoudergezinnen et cetera). Overwogen kan worden om deze groepen standaard aan te bieden de vaste lasten door te betalen. Ze worden nergens toe verplicht maar door dit standaard te introduceren, zal een substantiële groep daar gebruik van maken.
PLAN SCHULDHULPVERLENING 2012-2016 Leudal
9
4.2.
Aanbod schuldhulpverlening
Intake / Diagnose De schuldenpositie en de achtergrond van de schulden worden in kaart gebracht. Er wordt geïnventariseerd in welke mate er sprake van problematische schulden is, wat de oorzaak van de problemen is. Tevens wordt er nagegaan of de klant kan en wil voldoen aan de voorwaarden voor schuldhulpverlening. Schuldregeling (minnelijk traject) Het is de taak om te komen tot een stabiele situatie waarin de inkomsten en uitgaven van de schuldenaar in balans zijn. De schuldhulpverlener benadert namens de schuldenaar de schuldeisers en probeert de schulden te regelen. In de meeste gevallen biedt de schuldhulpverlener iedere schuldeiser een betaling per maand, met een maximale termijn van 36 maanden. Er geldt dat alle schuldeisers akkoord moeten zijn met wat zij aangeboden hebben gekregen. WSNP-verklaring Indien in het minnelijk traject geen overeenstemming wordt bereikt met de schuldeisers, kan de schuldenaar besluiten om een wettelijke schuldsanering aan te vragen (eventueel in combinatie met een verzoek aan de rechtbank het aangeboden akkoord dwingend op te leggen aan de schuldeisers). Hij dient daartoe dan een verzoek in bij de rechtbank in het arrondissement waaronder hij ressorteert. Een dergelijke aanvraag moet vergezeld gaan van een verklaring van de gemeente dat een buitenrechtelijke (een minnelijke) schuldsanering niet mogelijk is, evenals van een overzicht van de financiële situatie van de schuldenaar. Crisisinterventie / Moratorium / Dwangakkoord Mensen kunnen in zeer problematische schuldensituaties verkeren die een direct gevaar opleveren voor de voorziening in de noodzakelijke primaire levensbehoeften. Het is dan van belang om tot een snelle interventie te komen. Eerst dient de crisis te zijn afgewend. Daarnaast kan aan de rechter worden gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen. Het gaat hier om voorzieningen gericht op het bereiken van een soort adempauze die de schuldenaar in staat moet stellen het minnelijke traject voort te zetten om met zijn schuldeisers een regeling van zijn schulden te bereiken. Door een dwangakkoord wordt getracht een weigerachtige schuldeiser in een kort geding te dwingen tot medewerking aan een minnelijke schuldregeling. Budgetbeheer Onder budgetbeheer worden de taken begrepen als het volledig of gedeeltelijk overnemen van de administratie, ontvangen van de inkomsten van de klant, betalen van de vaste lasten op basis van een vastgesteld budget, reserveren voor diverse nota’s en periodiek uitbetalen van het huishoudgeld. Er wordt tevens aandacht aan de psycho-sociale problematiek besteed. Nazorg Doel van nazorg is het voorkomen van recidive. Binnen het eerste jaar na beëindiging van de dienstverlening wordt er initiatief genomen tot één of meer contactmomenten met de klant waarin wordt geïnformeerd of er sprake is van een situatie waarin inkomsten en uitgaven in evenwicht zijn. Nazorg moet voorkomen dat klanten opnieuw in de problemen raken. Daarom is het van belang dat de schuldhulpverlener goed nagaat of de klant geholpen is en daadwerkelijk in staat is om zelfstandig verder te gaan. Bij de beëindiging van een traject is het van belang om met de klant goed na te gaan of hij daadwerkelijk in staat is om weer zelfstandig zijn financiën te beheren. Informatie en advies Het doel van het proces informatie en advies is het geven van advies over zelfstandig bereiken van duurzaam financieel evenwicht zonder beroep te doen op schuldhulpverlening. De tijdsinvestering van Informatie en advies zal erg afhankelijk zijn van de hulpvraag van de klant (2 à 3 gesprekken binnen 3 maanden). Sociale Kredietverlening Veel mensen die niet bij een ‘gewone’ bank terecht kunnen voor een lening, weten hun weg niet te vinden naar de volkskredietbanken. Een sociale lening van de kredietbank is in principe bestemd voor mensen met een lager inkomen of schulden. Maar ook hogere inkomens hebben er onder voorwaarden recht op. De sociale lening is er dus voor iedereen die niet bij een reguliere, commerciële bank terecht kan, maar toch noodgedwongen geld moet lenen. De gemeentelijke PLAN SCHULDHULPVERLENING 2012-2016 Leudal
10
schuldhulpverlener zorgt voor een goede voorlichting en doorverwijzing richting de volkskredietbanken. De gemeente kan in zeer beperkte gevallen garant staan als de klant bij de volkskredietbank een lening afsluit. Deze procedure loopt via de regeling Bijzondere Bijstand.
PLAN SCHULDHULPVERLENING 2012-2016 Leudal
11
Hoofdstuk 5: Kwaliteit van de schuldhulpverlening De rijksoverheid is van mening dat de gemeente zelf verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de schuldhulpverlening en heeft hierover daarom geen bepalingen opgenomen in de wet. Implementatie van de vernieuwde werkwijze in de schuldhulpverlening en vastleggen van de maatregelen om de kwaliteit te borgen is een eerste stap op de weg naar een verbeterde dienstverlening. Samenwerking De samenwerking op het gebied van de integrale schuldhulpverlening tussen de gemeenten Leudal, Maasgouw, Nederweert en Roerdalen wordt voortgezet. Door dit samenwerkingsverband integrale schuldhulpverlening worden ook convenanten afgesloten en afspraken gemaakt met partners die veelvuldig te maken hebben met cliënten in een schuldensituatie. Momenteel bestaan er afspraken met de Algemeen Maatschappelijk Werk Midden Limburg, Woningvereniging , de Waterleidingmaatschappij Limburg, energieleveranciers, zorgverzekeraars en wellicht op termijn nog andere partijen. Een structurele afstemming is dan essentieel. Het integrale karakter beperkt zich niet tot de samenwerking met externe partners maar ook uit de manier waarop er verbanden worden gelegd binnen het sociale netwerk van de hulpvrager, bijvoorbeeld: een goede re-integratie is moeilijk met een grote schuldenlast, deelname van kinderen aan het sociale leven is belangrijk ondanks de schuldenlast van de ouders. Gekwalificeerde schuldhulpverlener De uitvoering van de schuldhulpverlening vindt plaats door een gekwalificeerde hulpverlener. Bij de aanbesteding van de schuldhulpverlening wordt veel nadruk gelegd op de kwaliteit van de schuldhulpverlener. Uiteraard wordt daarbij aandacht besteed aan formele eisen waaraan een schuldhulpverlener dient te voldoen (bijv. klachtenregeling, privacyreglement, inschrijving in diverse registers). Daarnaast worden er ook duidelijke afspraken vastgelegd die de kwaliteit van de schuldhulpverlening dienen te borgen. De uitvoeringsinstantie schuldhulpverlening, waaraan de schuldhulpverlening is gegund, werkt volgens de gedragscode zoals deze is opgesteld door de Nederlandse vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren (NVVK). Ook werkt de uitvoeringsinstantie schuldhulpverlening volgens de “Schuldhulpverlening nieuwe stijl” zoals deze is ontwikkeld door de NVVK. Laagdrempeligheid Schuldhulpverlening wordt laagdrempelig aangeboden. Dat wil zeggen dat de uitvoeringsinstantie schuldhulpverlening haar werkzaamheden verricht vanuit het gemeentehuis, dicht bij de burger. Burgers kunnen rechtstreeks contact opnemen met de consulent van de uitvoeringsinstantie schuldhulpverlening of kunnen zich melden bij het team sociale zaken van de gemeente of bij het Algemeen maatschappelijk werk. Ook bij de integrale intake is het van belang laagdrempelig te werken voor de klant (manier waarop gesprekken worden gevoerd, locatie van gesprekken, tijdstip van gesprekken e.d.). Het is ook mogelijk om een huisbezoek af te leggen in dit stadium van het proces. Vraaggericht werken, maatwerk en creativiteit, het streven naar het zelfredzaam houden en/of maken van de klant krijgen de aandacht. Inkomensondersteunende voorzieningen mogen hierbij niet worden vergeten. Er wordt naar gestreefd de motivatie van de klant te behouden, te bevorderen en uit te breiden. Uitval moet worden voorkomen, omdat in de praktijk blijkt dat deze klanten zich op een ander moment weer melden. Vaak is de problematiek dan groter. Wanneer de gemeente inschat dat uitval dreigt, wordt de klant situationeel extra gecoacht en extra begeleid. Het gaat daarbij altijd om het zoeken naar de juiste oplossing om mogelijkheden voor de klant te creëren. Regierol gemeente De gemeente heeft de regie en is eindverantwoordelijk voor het hele schuldhulpverleningsproces. Dit houdt in dat de gemeente: � toezicht houdt op naleving van de gemaakte afspraken � daarop bijstuurt naar aanleiding van de managementinformatie � periodiek evalueert en zo nodig het beleid bijstelt � zorgt voor de voortgang van de overlegstructuur
PLAN SCHULDHULPVERLENING 2012-2016 Leudal
12
Elk kwartaal vindt er een beleidsoverleg plaats waarbij alle partners in het samenwerkingsverband aanwezig zijn. Daarbij worden beleidsmatig zaken afgestemd. Daarnaast vindt er maandelijks een uitvoeringsoverleg plaats waarbij praktische zaken op cliëntniveau worden besproken tussen de uitvoerende partners in het schuldhulpverleningstraject. Twee keer per jaar vindt er – op initiatief van de uitvoeringsinstantie schuldhulpverlening - op uitvoeringsniveau regionaal een afstemmingsovereenkomst plaats van de partners. Algemene schuldhulpverleningskwesties worden hier besproken en afgestemd. Dit overleg is bedoeld om de kwaliteit en kennisoverdracht te bevorderen. Termijnbewaking Binnen vier weken na de schriftelijke aanmelding vindt een intakegesprek plaats. Dit is een hard vereiste van de wetgever. Het doel van het intakegesprek is het toetsen van de zelfredzaamheid van de klant en het vaststellen van het probleem van de klant om een plan van aanpak te kunnen ontwikkelen. De gemeente controleert per kwartaal de naleving van de afspraken met betrekking tot de doorlooptijden. Bij crisissituaties vindt er binnen 3 werkdagen een intakegesprek plaats en zo nodig wordt al eerder actie ondernomen richting de schuldeisers. Het doel van crisisinterventie is het afwenden van een crisis en daarmee de mogelijkheid te creëren om de klant te helpen via de reguliere schuldhulpverlening. Crisissituaties zijn onder meer aanzeggingen tot huisuitzettingen, aankondiging afsluiting van gas, water of energie, verkoop eigen woning of een aangekondigde boedelverkoop. Klanttevredenheid Gemeenten vinden de klanttevredenheid een belangrijke indicator bij de beoordeling van de kwaliteit van de dienstverlening. De klanttevredenheid kan worden gemeten door middel van een klanttevredenheidsonderzoek. De gemeenten hebben deze wens bij de aanbesteding niet opgenomen in het bestek. De gemeenten willen de klanttevredenheid laten onderzoeken door Plangroep. De kosten die hiermee gemoeid zijn vallen niet binnen de gemaakte afspraken bij de aanbesteding. Hierover maken de gemeenten en Plangroep dus aparte afspraken met elkaar.
PLAN SCHULDHULPVERLENING 2012-2016 Leudal
13
Hoofdstuk 6: Resultaten en verantwoording Resultaten De definitie van de geslaagde regeling is het aantal opgestarte regelingen gedeeld door het aantal met een akkoord afgeronde regelingen, zowel minnelijke als wettelijke. Landelijk is het slagingspercentage van de schuldregeling ongeveer 44 %. De gemeente streeft naar een slagingspercentage van 50 %. Het aantal geslaagde regelingen zoals hierboven wordt beschreven, is slechts een deel van geslaagde trajecten. Iedere financiële vraag dient namelijk tot een oplossing te leiden. Dat impliceert dat in de visie van de gemeente de volgende trajecten ook geslaagd zijn: - een klant wordt geholpen met een eenmalig advies. Daarna kan hij zelfstandig weer zijn financiële huishouding organiseren; - door middel van budgetbegeleiding en budgetbeheer wordt klant geholpen om blijvend en preventief zijn financiën te (laten) beheren. Bij deze definitie streeft de gemeente naar een slagingspercentage van 65 %. De nieuwe aanpak van de schuldenproblematiek in de gemeente moet leiden tot de meetbare resultaten. De meetinstrumenten zijn als volgt gedefinieerd: - Meer mensen met financiële problemen wenden zich tot schuldhulpverlening, waarbij een breder pakket van diensten wordt aangeboden. Enerzijds moeten er meer preventiemiddelen worden geïnvesteerd, anderzijds wordt de omvang van de problematische schulden gereduceerd en tijdig aangepakt. - Het aantal afhakers tussen de melding en de aanvraag neemt af, omdat we de klant voldoende weten te motiveren, c.q. gemotiveerd te houden. - Tussentijdse uitval loopt terug omdat we vraaggericht werken en maatwerk bieden. - Doorlooptijden worden structureel gehaald. Er zijn geen wachtlijsten. Verantwoording en financiën Diverse algemene bezuinigingen en uitgavenstijging stellen de gemeente voor de nieuwe uitdagingen en keuzes. Daarom wordt er actief op zoek gegaan naar te realiseren kostenreducties op dit beleidsterrein. Er wordt getracht om de blijvende sterk toenemende vraag naar de schuldhulpverlening in evenwicht te brengen met de sterk beperkte middelen. Daarbij wordt voortdurend kritisch gekeken naar de toelatingscriteria, preventie-instrumenten, de effectiviteit en doelmatigheid van de ingezette producten schuldhulpverlening. De managementinformatie wordt gebruikt voor het eventueel tussentijds bijsturen van de uitvoering. Per kwartaal wordt managementinformatie schuldhulpverlening kritisch beoordeeld. Jaarlijks wordt verantwoording aan de gemeenteraad over de resultaten van het gevoerde beleid afgelegd. Daarbij worden cijfermatige resultaten overgelegd en wordt in elk geval informatie verstrekt over het aantal aanmeldingen, intakes, crisisinterventies, het aantal beëindigingen (succesvol dan wel uitvaller), het aantal recidieven en de doorlooptijden. De kwaliteit van de dienstverlening zal worden verantwoord aan de gemeenteraad door een verslag over de klanttevredenheid en een registratie van de klachten. De gemeenten ontvangen van het rijk geen aparte financiële middelen voor de uitvoering van de schuldhulpverlening. Wel werd een extra bedrag toegevoegd aan het budget voor bijzondere bijstand, dat weer onderdeel is van het gemeentefonds. Hiervan is niet aan te geven om welk bedrag het gaat. De gemeente dient daarom zelf het bedrag te bepalen dat voor schuldhulpverlening beschikbaar is. Voor het jaar 2012 werd een bedrag van € 100.000 opgenomen in de gemeentebegroting. Vanaf 2013 is een bedrag van € 50.000 opgenomen. De financiële consequenties van deze hogere toeloop is vooralsnog binnen het product bijzondere bijstand op te vangen (o.a. door inzet van de middelen bijzondere bijstand kwetsbare groepen.
PLAN SCHULDHULPVERLENING 2012-2016 Leudal
14
Nawoord De gemeenteraad stelt dit beleidsplan vast voor een periode van vier jaar. In deze periode zal de raad jaarlijks worden geïnformeerd over de voortgang en de behaalde resultaten. Na afloop van deze vierjaarlijkse periode zal opnieuw een beleidsplan voorgelegd worden aan de gemeenteraad. Gedurende de periode van vier jaar zal er opnieuw een aanbesteding van de schuldhulpverlening opgestart gaan worden. Het huidige contract met Plangroep loopt vanaf 1 januari 2011 2 jaar en kan 2 keer met een jaar worden verlengd. In het nieuwe programma van eisen kunnen de bevindingen en conclusies uit het huidige contract worden meegewogen.
PLAN SCHULDHULPVERLENING 2012-2016 Leudal
15