Beleidsregels Schuldhulpverlening Het college van burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem; - gezien het voorstel van 11 december 2012; - gelet op artikel 147 lid 3 van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de Beleidsregels Schuldhulpverlening Kaag en Braassem 2012, behorende bij beleidsplan Schuldhulpverlening (raadsbesluit van 10 september 2012) (nadere regels ter uitvoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en de gedragscodes van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK)) Hoofdstuk I
Begripsomschrijvingen
Artikel 1 Definities 1 Begrippen in deze Beleidsregels staan vermeld in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (hierna te noemen de Wet) en de gedragscodes van de NVVK, behalve de volgende begrippen: a. Klant: iedere burger die een beroep doet op schuldhulpverlening; b. Intake(fase): het proces dat start als een positieve beschikking is gegeven na beoordeling van de aanvraag; c. Plan van aanpak: beschrijving van de actuele situatie van de klant, de analyse hiervan, de acties die nodig zijn en uitgevoerd worden en instrumenten die ingezet worden om de klant uit de problematische financiële situatie te doen komen; d. Beschermingsbewind: de regeling zoals bedoeld in het Burgerlijk Wetboek; e. Budgetbegeleiding: het aanleren van kennis en vaardigheden zodat de klant in de toekomst mogelijk blijvend zijn financiën zelfstandig kan beheren; f. Budgetcursus: een door de gemeente georganiseerde cursus van een aantal bijeenkomsten waarin informatie wordt verstrekt over voorkomen van schulden, inkomsten en uitgaven, budgetteren en het op orde houden van de administratie. g. WSNP: Wet schuldsanering natuurlijke personen, zoals bedoeld in de Faillissementswet; h. Schuld: elke vordering van een natuurlijk persoon of rechtspersoon op de klant, waaronder door de klant betwiste vorderingen; i. Privé-schuld: schuld die de klant heeft op een privé-persoon; j. Adviestraject: een of meer gesprekken met klanten waarin advies wordt gegeven over (problematische) schulden zonder dat daar direct een schuldbemiddeling op hoeft te volgen. Beleidsregels schuldhulpverlening
Pagina 1 van 5
k.
Stabilisatiefase: de fase waarin inkomsten en uitgaven van de klant in evenwicht worden gebracht en gehouden.
Hoofdstuk II Procedure Artikel 2 Uitvoering De uitvoering van de verschillende vormen van schuldhulpverlening vindt plaats conform de betreffende gedragscodes van de NVVK. Artikel 3 Melding 1 Iedere klant die zich bij de gemeente meldt, krijgt binnen vier weken een gesprek. Als deze termijn door bijzondere omstandigheden niet haalbaar blijkt, dan krijgt de klant hier bericht van. 2 De klant dient een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier in. 3 Door middel van een beschikking wordt de klant op de hoogte gesteld van de beslissing op de aanvraag. Als de klant recht op schuldhulpverlening heeft, wordt het vervolgproces vermeld, evenals de aan het recht op schuldhulpverlening verbonden voorwaarden en verplichtingen. 4 Als crisisinterventie bij een bedreigende situatie noodzakelijk is, vindt binnen drie werkdagen een crisisintake plaats. 5 Ten behoeve van de crisisinterventie dient de klant het aanvraagformulier of – indien dit nog niet mogelijk is - een machtiging te ondertekenen op grond waarvan de gemeente gerechtigd is de maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn voor het afwenden van de crisissituatie. Hoofdstuk III Vormen van Schuldhulpverlening Artikel 4 Adviestraject 1 Als een klant een adviestraject krijgt aangeboden, start dit traject binnen 15 werkdagen na het besluit tot inzetten hiervan. 2 Na afronding van de adviesgesprekken eindigt de schuldhulpverlening. Artikel 5 Intake 1 Het intakegesprek vindt zo snel mogelijk plaats na verzending van de in artikel 3 lid 3 bedoelde beschikking. 2 Het intakeproces wordt binnen vier maanden na het intakegesprek afgerond met een door de klant voor akkoord ondertekend plan van aanpak. 3 In het plan van aanpak beschrijft de gemeente welke instrumenten een klant krijgt aangeboden en de aanvullende voorwaarden waar de klant zich aan moet houden. 4 De klant krijgt hierover een beschikking, met als bijlage het plan van aanpak. 5 Indien de gemeente voorziet dat de periode van vier maanden onvoldoende is om de intakefase af te ronden tot een plan van aanpak dan kan nog een stabilisatiefase van maximaal vier maanden ingelast worden. Artikel 6
Instrumenten
Beleidsregels schuldhulpverlening
Pagina 2 van 5
Instrumenten die de gemeente aan de klant kan aanbieden, zijn onder meer: a. Budgetcursus; b. Budgetbeheer; c. Schuldbemiddeling; d. Verklaring WSNP; e. Nazorg. Artikel 7 Budgetcursus Om voor de instrumenten b t/m d in aanmerking te kunnen komen, is de klant verplicht de door de gemeente georganiseerde budgetcursus te volgen. Artikel 8 Budgetbeheer 1 Budgetbeheer wordt in de gemeente Kaag en Braassem ingezet voor maximaal 24 maanden. Bij meer langdurige behoefte aan het beheren van het budget van de klant, wordt geadviseerd of als aanvullende voorwaarde opgelegd beschermingsbewind aan te vragen. 2 Indien na 24 maanden beëindiging van het budgetbeheer niet raadzaam is, kan het college besluiten budgetbeheer te verlengen. 3 Budgetbeheer wordt aangeboden in combinatie met budgetbegeleiding. Artikel 9 Schuldbemiddeling 1 Schuldbemiddeling kan alleen worden ingezet bij problematische schulden. 2 Herfinanciering via een kredietverstrekker is een voorliggende voorziening. 3 Schuldbemiddeling komt alleen tot stand als alle schuldeisers akkoord zijn met het betalingsvoorstel. Als de schuldeiser(s) niet akkoord gaan, dan eindigt het minnelijke traject van schuldbemiddeling. 4 Privé-schulden worden meegenomen als de schuld aannemelijk is. Een kleine schuld is aannemelijk als er een bankafschrift, overeenkomst of schriftelijke verklaring van is. Schulden hoger dan € 1.500 moeten worden geregistreerd bij de Belastingdienst. Artikel 10 Verklaring Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) Indien geen akkoord kan worden bereikt met alle schuldeisers of indien vanwege een andere reden de schuldbemiddeling niet kan starten of mislukt, dan kan op verzoek van de klant een verzoekschrift om voor WSNP in aanmerking te komen worden ingediend bij de rechtbank. Artikel 11 Nazorg Het doel van nazorg is te voorkomen dat klanten na schuldhulpverlening opnieuw problematische schulden maken. In het laatste jaar van de schuldhulpverlening wordt de klant voorbereid op de periode daarna. Binnen het eerste jaar na beëindiging wordt contact opgenomen met de klant waarbij geïnformeerd wordt of de uitgaven en inkomsten van de klant nog in evenwicht zijn en wordt zo nodig aanvullend advies gegeven.
Beleidsregels schuldhulpverlening
Pagina 3 van 5
Hoofdstuk IV Overige bepalingen Artikel 12 Verplichtingen Verzoeker is verplicht om naast de verplichtingen zoals vastgelegd in de Wet en de gedragscodes van de NVVK alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende de aanvraagperiode en tijdens de schuldhulpverlening. De medewerking bestaat onder andere uit: a. het nakomen van afspraken, aanvullende voorwaarden en verplichtingen, zoals het aanvragen van beschermingsbewind; b. geen nieuwe schulden maken of aangaan en alle lopende vaste lasten iedere maand op tijd betalen; c. alle extra inkomsten en vermogen te melden en te reserveren voor de schuldeisers. Artikel 13 Afwijzing of beëindiging schuldhulpverlening 1 Als de gemeente redelijkerwijs niet de verwachting1 heeft dat de schuldhulpverlening gestart kan worden of succesvol afgerond zal worden, dan kan schuldhulpverlening worden afgewezen of beëindigd. 2 Schuldhulpverlening kan onder andere worden afgewezen of beëindigd indien: a. het inkomen van de klant nog niet op orde is; b. de klant heeft aangegeven te gaan scheiden, maar waarbij de scheiding nog niet is uitgesproken; c. de klant eerst een passende2 woonsituatie moet vinden; d. de klant een eigen onderneming of ex-onderneming op naam heeft staan waarvan de ex-onderneming nog niet financieel is afgehandeld, bijvoorbeeld doordat nog geen belastingaangifte is gedaan; e. de klant een alimentatieplicht door de rechter opgelegd heeft gekregen die niet passend is in het budget; f. de klant niet-saneerbare vorderingen heeft die eerst betaald moeten worden. g. het feitelijke verblijfadres niet gelijk is aan het in de gemeentelijke basisadministratie opgenomen adres; h. de schuldhulpverlening succesvol is afgerond; i. de klant schriftelijk verzoekt om beëindiging; j. de klant is overleden;
1
Dit moet blijken uit het opgebouwde dossier. Factoren die daarbij een rol kunnen spelen zijn: a. zwaarte c.q. omvang van de schulden; b. psycho-sociale situatie; c. houding en gedrag van verzoeker; d. eerder gebruik van schuldhulpverlening; e. motivatie van de klant. 2 Een passende woonsituatie is woonruimte waarvan de kosten in overeenstemming met het inkomen en de uitgaven en de situatie tijdens de schuldbemiddeling zijn.
Beleidsregels schuldhulpverlening
Pagina 4 van 5
3 4
k. de klant niet heeft voldaan aan de verplichtingen zoals opgenomen in de Wet, de gedragscodes van de NVVK en in deze beleidsregels of overige opgelegde verplichtingen; l. de klant zich ten opzichte van de medewerkers, belast met de werkzaamheden die voortkomen uit de schuldhulpverlening, misdraagt; m. de klant frauduleuze handelingen verricht tijdens het schuldhulpverleningstraject; n. er sprake is van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid; o. er sprake is van een faillissement; p. er sprake is van een gewijzigde situatie die van invloed is op de schuldhulpverlening waardoor deze niet kan worden voortgezet. Als er bij beëindiging van schuldhulpverlening inwonende minderjarige kinderen betrokken zijn, dan kan een zorgmelding bij het Meldpunt zorg en overlast gedaan worden. De afwijzing of beëindiging van de schuldhulpverlening gebeurt met een met redenen omkleed besluit.
Artikel 14 Uitsluiting van schuldhulpverlening 1 Als de schuldhulpverlening wordt afgewezen of beëindigd, stuurt het college de klant een schriftelijke bevestiging in de vorm van een beschikking. 2 Als de schuldhulpverlening voortijdig is beëindigd door aan de klant toe te rekenen omstandigheden, kan het college de klant drie jaar lang uitsluiten van (nieuwe) schuldhulpverlening. 3 Als de klant binnen de uitsluitingstermijn van drie jaar toch aanspraak wil maken op schuldhulpverlening, dan kan schuldhulpverlening toegekend worden indien er sprake is van bijzondere omstandigheden. Het college kan aan die toekenning aanvullende voorwaarden/verplichtingen verbinden waarmee de klant voorafgaand akkoord dient te gaan. 4 Als de schuldhulpverlening voortijdig is beëindigd doordat niet alle schuldeisers meewerken aan een minnelijke regeling en/of de Wsnp zonder schone lei wordt beëindigd, kan het college de klant drie jaar lang uitsluiten van schuldhulpverlening. Artikel 15 Hardheidsclausule Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van deze beleidsregels, voor zover een strikte toepassing ervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Het college motiveert een dergelijk besluit in de beschikking. Artikel 16 Inwerkingtreding Deze beleidsregels treden in werking één dag na de bekendmaking. Artikel 17 Citeertitel Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: “Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Kaag en Braassem 2012”.
Beleidsregels schuldhulpverlening
Pagina 5 van 5