Beleidsregels Toelating tot de schuldhulpverlening De nieuwe Wet gemeentelijke schuldhulpverlening wordt op 1 juli 2011 van kracht en draagt bij aan een belangrijk uitgangspunt van het regeringsbeleid: "Het voorkomen en wegnemen van drempels die participatie van burgers in gevaar brengen of belemmeren". Een problematische schuld is een belangrijke belemmerende factor voor (volwaardige) participatie. Schuldhulpverlening beperkt de hoge maatschappelijke kosten die schulden met zich meebrengen. De gemeente krijgt door de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening een zorgplicht, in principe voor alle inwoners. De toelating tot schuldhulpverlening valt binnen de Algemene wet bestuursrecht. Nadere toelichting Het opstellen van beleidsregels over de toelating en uitsluiting van schuldhulpverlening past binnen de opdracht van de regering. De regering verwacht dat de schuldhulpverlening selectiever en gerichter wordt ingezet en toegepast. Hiermee is in het beleidsplan rekening gehouden. De beleidsregels zijn de juridische vertaling van de huidige uitvoeringspraktijk en de gestelde kaders en klantprofielen in het beleidsplan. Aanbod en toegang schuldhulpverlening De vorm en samenstelling van het aanbod is afhankelijk van de situatie van de hulpvrager. We beginnen een traject tot schuldregeling alleen als een haalbaar resultaat te voorzien is. Beschikt de hulpvrager bijv. niet over een stabiel inkomen ? Dan is het niet mogelijk tot betalingsafspraken te komen met schuldeisers. Inwoners zonder stabiel inkomen kunnen wel rekenen op advies, voorlichting, doorverwijzing, Bewindvoering of deelname aan een cursus gericht op budgetteren. Eigen verantwoordelijkheid Binnen een schuldhulpverleningstraject verwachten we binnen de mogelijkheden van de hulpvrager een hoge mate van eigen verantwoordelijkheid. De hulpvrager heeft zelf de verantwoordelijkheid om tijdig de benodigde informatie te verstrekken en volledig mee te werken aan het hele traject schuldhulpverlening. Uitsluitingsgronden We bieden schulphulpverlening selectief aan. Het hangt af van de situatie van de hulpvrager én de voorwaarde dat hij volledig meewerkt. Schuldhulp wordt geweigerd aan fraudeurs die een bestuursorgaan financieel hebben benadeeld. We sluiten recidivisten (zij die al eerder gebruik hebben gemaakt van schuldhulpverlening) tijdelijk uit van schuldhulpverlening (minimaal zes maanden maximaal twee jaar). Zij kunnen wel blijven rekenen op bijv. voorlichting, advies en doorverwijzing. Wordt het traject afgebroken door eigen toedoen van de hulpvrager? Dan geldt een uitsluiting van één tot twee jaar, afhankelijk van de fase waarin het traject zich bevindt.
Beleidsregels Toelating tot de schuldhulpverlening Het Dagelijks bestuur van de ISD Optimisd; gelet op de gemeenschappelijke regeling Intergemeentelijke Sociale Dienst Bernheze, Schijndel, SintMichielsgestel, Veghel; gelet op artikel 2 en 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening; besluit: vast te stellen de volgende Beleidsregels Toelating tot de schuldhulpverlening
Artikel 1.
Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder: a. bestuur: het dagelijks bestuur van de ISD Optimisd; b. inwoner: ingezetene die op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens bij een deelnemende gemeente is ingeschreven; c. schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, evenals de nazorg; e. schuldregeling: het bemiddelen met schuldeisers en het komen tot een afbetalingsvoorstel eventueel met verstrekking van een saneringskrediet; d. verzoeker: persoon die zich tot het bestuur heeft gewend voor schuldhulpverlening. Artikel 2.
Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening
Alle inwoners van de gemeenten Bernheze, Schijndel, Sint - Michielsgestel en Veghel van 18 jaar en ouder, met uitzondering van zelfstandig ondernemers, kunnen zich tot het bestuur wenden voor schuldhulpverlening. Artikel 3.
Aanbod schuldhulpverlening
1.
Het bestuur verleent aan verzoeker schuldhulpverlening indien het bestuur schuldhulpverlening noodzakelijk acht, en toetst de aanvraag aan de uitgangspunten zoals neergelegd in het Beleidsplan schuldhulpverlening 2012 – 2015 en de vastgestelde klantprofielen. Indien de noodzaak niet aanwezig wordt geacht door het bestuur, kan een aanvraag worden geweigerd.
2.
De vorm waarin de schuldhulpverlening wordt aangeboden, is van meerdere factoren afhankelijk en kan per situatie verschillen. De factoren die een rol kunnen spelen zijn: a. zwaarte c.q. omvang van de schulden; b. psycho-sociale situatie; c. houding en gedrag van verzoeker; d. een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening; e. het inkomen van de verzoeker.
3.
Het schuldhulpverleningsaanbod bevat geen schuldregeling als vooraf duidelijk is dat er één of meerdere schulden van de aanvrager niet door bemiddeling van het bestuur op te lossen zijn.
Artikel 4. 1.
Verplichtingen
Verzoeker doet aan het bestuur op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem/haar redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van
invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject. 2.
Verzoeker is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende de aanvraagperiode en tijdens het schuldhulpverleningstraject. De medewerking bestaat onder andere uit: a. het nakomen van afspraken; b. geen nieuwe schulden aangaan; c. het zich houden aan de bepalingen van de schuldregelingsovereenkomst.
Artikel 5.
Beëindigingsgronden
Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het bestuur besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening indien: a. het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond; b. de verzoeker niet langer voldoet aan het bepaalde onder artikel 2; c. de verzoeker zijn beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken voor de aflossing van zijn schulden; d. de verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4; e. op grond van – zo later is gebleken – onjuiste gegevens schuldhulpverlening aan verzoeker is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het bestuur, een andere beslissing zou zijn genomen; f. verzoeker zich ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject, misdraagt; g. de verzoeker in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren; h. de geboden hulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker, niet (langer) passend is. Artikel 6.
Weigering – hersteltermijn – hernieuwde aanvraag
1.
Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4 van deze beleidsregels, kan het bestuur besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen.
2.
Alvorens, ingevolge lid 1 te besluiten tot weigering dan wel beëindiging, wordt verzoeker eenmaal een redelijke hersteltermijn geboden om alsnog, binnen de gestelde termijn, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken.
3.
Het bestuur kan besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen, in geval een persoon fraude heeft gepleegd die financiële benadeling van een bestuursorgaan tot gevolg heeft en die persoon in verband daarmee onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld of een onherroepelijke bestuurlijke sanctie, die beoogt leed toe te voegen, is opgelegd.
4.
Indien minder dan 6 maanden voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend, een aanvraag tot schuldhulpverlening door toedoen van verzoeker is beëindigd of geweigerd, wordt een aanvraag schuldhulpverlening geweigerd met uitzondering van het geven van Informatie en advies, Doorverwijzing, Cursus Omgaan met geld of Bewindvoering.
5.
Met uitzondering van het geven van Informatie en advies, Doorverwijzing, Cursus Omgaan met geld of Bewindvoering, wordt de toegang tot schuldhulpverlening voor één tot twee jaar geweigerd, indien een eerder traject schuldregeling tussentijds is beëindigd (minnelijk en wettelijk) afhankelijk van de fase waarin dat traject schuldregeling zich bevond.
6.
Met uitzondering van het geven van Informatie en advies, Doorverwijzing, Cursus Omgaan met geld of Bewindvoering, wordt de toegang tot het aanbod schuldhulpverlening voor twee jaar geweigerd, indien schuldhulpverlening is beëindigd op grond van artikel 5 a, c, d, e of f.
Artikel 7. 1.
2.
Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden
Het bestuur kan in bijzondere gevallen ten gunste van de verzoeker afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien toepassing van de regeling tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het bestuur.
Artikel 8.
Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Beleidsregels Toelating tot de schuldhulpverlening. Artikel 9.
Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 juli 2012.
Aldus vastgesteld in zijn vergadering van 22 augustus 2012 Het dagelijks bestuur van de ISD Optimisd De voorzitter,
De directeur,
De heer E.H.J.M. Mathijssen
Drs. V.C. Fijneman
Toelichting op: Toelating, recidive en het opleggen van verplichtingen op het gebied van schuldhulpverlening Inleiding algemeen In verband met de inwerkingtreding van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening heeft het Algemeen bestuur van de ISD Optimisd het beleidsplan “Schuldhulpverlening 2012 – 2015 vastgesteld. In dit beleidsplan is, kort gezegd, de visie neergelegd op het terrein van schuldhulpverlening. In het verlengde van de visie zijn in het beleidsplan een aantal acties geformuleerd. De onderhavige regeling betreft het opstellen van regels m.b.t. toelating tot de schuldhulpverlening, recidive en het stellen van voorwaarden. Achterliggende gedachte is dat er behoefte is aan heldere spelregels: de burger weet wat de voorwaarden zijn voor toelating tot de schuldhulpverlening en waaraan hij/zij zich dient te houden en het bestuur op haar beurt weet welke verplichtingen zij aan de burger mag opleggen en wanneer zij de toegang tot de schuldhulpverlening kan weigeren of beëindigen. Hierbij speelt mee dat de schuldhulpverleningspraktijk vanaf het moment dat de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking is getreden 1 juli 2012 onder het regime van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) komt te vallen. Artikel 1.
Begripsbepalingen
Dit artikel is gebaseerd op artikel 1 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Artikel 2.
Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening
Conform de visie zoals neergelegd in het Beleidsplan 2012 - 2015 staat schuldhulpverlening in beginsel open voor alle inwoners van de deelnemende gemeenten van 18 jaar en ouder. Een specifiek doelgroepenbeleid wordt dus niet gevoerd. Een uitzondering op deze brede toegankelijkheid wordt gevormd door zelfstandig ondernemers. Zij kunnen geen beroep doen op gemeentelijke schuldhulpverlening. Zelfstandigen kunnen immers een beroep doen op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz). Als de ondernemer niet in aanmerking komt voor een Bbz – krediet omdat het bedrijf niet levensvatbaar is, is het niet zinvol wel schuldhulp aan te bieden. De zelfstandige doet er beter aan te stoppen om grotere financiële problemen te voorkomen. Als de onderneming niet levensvatbaar is, moet deze worden gestaakt. Daarna staat schuldhulpverlening wel open. Artikel 3.
Aanbod schuldhulpverlening
In lid 1 is aangegeven dat het bestuur schuldhulpverlening verleent indien het bestuur schuldhulpverlening noodzakelijk acht. Op deze manier wordt enerzijds recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid. Daar waar de burger in staat moet worden geacht om de (dreigende) schuldenproblematiek zelf aan te pakken en te regelen, kan hulpverlening achterwege blijven. Anderzijds wordt middels dit lid, evenals lid 2, recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt dat schuldhulpverlening selectief en gericht ingezet dient te worden. Daar waar sprake is van een schuldenpakket dat zich niet laat regelen in combinatie met een onregelbare verzoeker, kan een aanvraag worden geweigerd. Lid 2: Dit artikel toont de kern van schuldhulpverlening nieuwe stijl: een gerichte en selectieve toepassing van schuldhulpverlening. Het gaat om maatwerk. De hulpvraag wordt getoetst aan de uitgangspunten zoals neergelegd in het Beleidsplan schuldhulpverlening 2012 – 2015 en de vastgestelde klantprofielen en het productaanbod. De inzet van producten kan per situatie verschillen. In lid 2 van dit artikel worden 5 factoren genoemd die bepalen in welke mate één of meerdere producten schuldhulpverlening worden aangeboden: a. zwaarte c.q. omvang van de schulden; b. psycho-sociale situatie; c. houding en gedrag van de aanvrager; d. een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening; e. het inkomen van de verzoeker.
In het beleidsplan zijn daartoe de volgende klantprofielen gedefinieerd met daarachter het toepasselijke productaanbod: -
Risicovol: Klanten die nog geen schulden hebben maar een groot risico hebben om schulden te krijgen en daardoor preventief hulp nodig hebben. Productaanbod: Informatie en advies,
Doorverwijzing Hulp ketenpartner, Cursus Optimisd i.s.m. ROC -
Enkelvoudig: Klanten die door eenmalige omstandigheden (bijv. door tijdelijke werkloosheid, echtscheiding een schuld hebben opgebouwd. Deze groep kan door schuldregelen hun schulden oplossen en zelfstandig verder gaan. Productaanbod: Informatie en advies, Doorverwijzing
Hulp ketenpartner, Betalingsregeling, Schuldregeling GKB, Cursus Optimisd i.s.m. ROC -
Meervoudig: Klanten die een schuld hebben opgebouwd, weinig overzichtelijk, waarbij structureel inkomsten en uitgaven in onbalans zijn. Deze groep kan door schuldregelen hun schulden oplossen maar hebben een grotere kans om weer nieuwe schulden te maken.
Productaanbod: Informatie en advies, Doorverwijzing Hulp ketenpartner, Schuldregeling GKB, Bewindvoering, Cursus Optimisd i.s.m. ROC -
Instabiel: Klanten die onvoldoende in staat zijn om schuldenvrij hun financiële administratie te doen. Deze groep heeft bijv. moeite met structureren, afhandelen van post, rekenen. Zij vertonen instabiel gedrag en hebben geen overzicht. Productaanbod: Informatie en advies,
Doorverwijzing Hulp ketenpartner, Bewindvoering, Cursus Optimisd i.s.m. ROC -
Bijzondere groepen: Klanten die onvoldoende in staat zijn om hun financiële administratie te doen en daarnaast een verslaving, woon en/of psychiatrisch probleem hebben. Productaanbod:
Informatie en advies, Doorverwijzing Hulp ketenpartner, Bewindvoering, Cursus Optimisd i.s.m. ROC -
Terugkerend/recidive: Klanten die al eerder een schuldregeling hebben doorlopen of in de WSNP hebben gezeten en door nieuwe schulden weer schuldhulpverlening aanvragen.
Productaanbod: Informatie en advies, Doorverwijzing Hulp ketenpartner, Bewindvoering, Cursus Optimisd i.s.m. ROC In de onderstaande tabel is dit per klantprofiel schematisch aangegeven
Artikel 4.
Verplichtingen en gevolgen schending daarvan
Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de hulpvrager voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om tijdig de benodigde informatie te geven en medewerking te verlening. Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject. Wat betreft de verplichting tot medewerking is in lid 2 een aantal verplichtingen benoemd. Dit is geen limitatieve opsomming. Artikel 5.
Beëindigingsgronden
In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden beëindigd. Van de gronden zoals benoemt, verdienen de gronden onder g en h bijzondere aandacht gelet op de visie zoals neergelegd in het beleidsplan schuldhulpverlening. Daar waar het bestuur wil staan voor een selectieve en gerichte toepassing van schuldhulpverlening, kan dat betekenen dat schuldhulpverlening wordt beëindigd indien de vorm van hulpverlening niet langer aansluit bij de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker. Zie in dat licht ook een duidelijke link met artikel 3 lid 2 van deze beleidsregels. Artikel 6.
Weigering – hersteltermijn – hernieuwde aanvraag
Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, kan het bestuur besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen. Alvorens dat te doen wordt, conform lid 2, verzoeker eenmaal een termijn geboden om alsnog, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan verzoeker wordt gesteld is in dit artikel bewust niet benoemd. De hersteltermijn dient een redelijke te zijn. Wat redelijk is, hangt samen met het type verplichting. Komt verzoeker ook gedurende de herstelperiode zijn verplichting niet na, dan kan het bestuur besluiten tot weigering of beëindiging van de schuldhulpverlening. Wat betreft de bevoegdheid tot weigering van een aanbod schuldhulpverlening in relatie tot eerdere trajecten en contacten schuldhulpverlening, zijn in dit artikel ook regels gesteld. Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid, wordt een nadrukkelijke grens gesteld aan het kunnen doen van hernieuwde aanvragen. Bij het bepalen of een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening telt de verleende schuldhulpverlening c.q. de contacten op dat gebied vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels ook mee. Artikel 6 is geformuleerd als een zogenaamde “kan”-bepaling. Het bestuur heeft de bevoegdheid tot weigering of beëindiging, maar niet de verplichting. Dit geeft het bestuur vooral ruimte om van een weigering of beëindiging af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt. Artikel 7.
Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden
Dit artikel geeft ruimte aan het bestuur om in bijzondere c.q. onvoorziene gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze regeling. Indien er sprake is van een gezin met inwonende minderjarige kinderen kan in het belang van kinderen ten gunste van de verzoeker van de bepalingen in deze beleidsregels worden afgeweken.
Werkinstructie (tijdelijke) weigeringsgronden schuldhulpverlening Optimisd Uitvraagprotocol Schuldhulpverlening Optimisd
Aanbod en toegang schuldhulpverlening De vorm en samenstelling van het aanbod is afhankelijk van de situatie van de hulpvrager. We beginnen een traject tot schuldregeling alleen als een haalbaar resultaat te voorzien is. Beschikt de hulpvrager bijv. niet over een stabiel inkomen ? Dan is het niet mogelijk tot betalingsafspraken te komen met schuldeisers. Onderstaande vragen dienen als uitvraagprotocol voor Optimisd om te beoordelen of een klant in aanmerking komt voor een schuldhulpverleningstraject. Indien iemand door zijn of haar situatie niet in aanmerking komt, is aangegeven wat de consequentie hiervan is of waar de klant naar doorverwezen kan worden. Er wordt vanuit gegaan dat er al getoetst is of de klant een vaste woon- en verblijfplaats heeft in de deelnemende gemeenten (Bernheze, Schijndel, Sint-Michielsgestel en Veghel) en het burgerservicenummer juist is. Ook wordt nagegaan of er een geldig ID bewijs is. Vragen 1. Is de klant verwikkeld in een echtscheiding ? o Ja, de aanvraag kan niet direct in behandeling worden genomen, pas na verwerking van de echtscheiding in het bevolkingsregister kan een aanvraag ingediend worden o Nee Let op: indien er sprake is van niet gehuwde partners zonder samenlevingscontract dan altijd twee afzonderlijke aanvragen opstellen 2. Beschikt de klant over eigen inkomen (minimaal bijstandsniveau) anders dan studiefinanciering ? o Ja o Nee, verwijs dan eerst naar UWV voor werk of uitkering 3. Heeft de klant een eigen bedrijf en wil hij deze voortzetten ? o Ja en voorzetten, doorverwijzen naar klantmanager BBZ o Ja en niet voortzetten. Aanvraag in behandeling nemen. De klant moet wel zorgen voor een bewijs van uitschrijving bij de Kamer van Koophandel o Nee 4. Heeft de klant een eigen woning ? o Ja, eerst verwijzen naar hypotheekverstrekker/bank o Nee 5. Zit de partner van de klant in detentie ? o Ja, er kan alleen geholpen worden met de schulden van degene die niet in detentie zit Gezamenlijke schulden kunnen niet in behandeling genomen worden o Nee 6. Heeft de klant eerder toegang gehad tot schuldhulpverlening ? o Ja, overleg (met GKB) om na te gaan wat in de individuele situatie mogelijk is bijv. het geven van Informatie en advies, Doorverwijzing, Cursus Omgaan met geld of Bewindvoering o Nee 7. Lopen er nog gerechtsprocedures bij de Rechtbank (bijv. i.v.m. faillissement) ? o Ja, er is geen aanvraag mogelijk tot een definitieve uitspraak is gedaan o Nee
In de onderstaande werkinstructie worden de kaders aangegeven die worden gehanteerd bij een lopende aanvraag/traject schuldhulpverlening.
Deze kaders worden al bij het eerste contact met de klant duidelijk aangegeven. Een klant weet dus direct of hij/zij in aanmerking komt voor schuldhulpverlening en weet wat de consequenties zijn als hij/zij zich niet houdt aan afspraken. Binnen een schuldhulpverleningstraject verwachten we binnen de mogelijkheden van de hulpvrager een hoge mate van eigen verantwoordelijkheid. De hulpvrager heeft zelf de verantwoordelijkheid om tijdig de benodigde informatie te verstrekken en volledig mee te werken aan het hele traject schuldhulpverlening. We sluiten recidivisten (zij die al eerder gebruik hebben gemaakt van schuldhulpverlening) tijdelijk uit van schuldhulpverlening (minimaal zes maanden maximaal twee jaar). Zij kunnen wel blijven rekenen op bijv. voorlichting, advies en doorverwijzing. Wordt het traject afgebroken door eigen toedoen van de hulpvrager? Dan geldt een uitsluiting van één tot twee jaar, afhankelijk van de fase waarin het traject zich bevindt. Een klant kan op verschillende momenten in het traject afgewezen worden. In onderstaande tabel worden de situaties opgesomd. Hersteltermijn Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt, kan het bestuur besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen. Alvorens dat te doen wordt verzoeker eenmaal een termijn geboden om alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. Komt verzoeker ook gedurende de herstelperiode zijn verplichting niet na, dan kan het bestuur besluiten tot weigering of beëindiging van de schuldhulpverlening.
Fase in traject Start aanvraag Adviesgesprek Uitreiken Aanvraagform. Optimisd
Situatie Klant levert formulier en bewijsstukken niet in. Na aanmaning volgt geen reactie
Consequentie Klant wordt afgewezen en mag 6 maanden geen gebruik maken van SHV
Communicatie Adviesgesprek Bevestigingsbrief Aanmaningsbrief Afwijzingsbrief
Klant levert formulier niet compleet in. Belangrijke bewijsstukken ontbreken. Na aanmaning volgt geen reactie Klant komt niet opdagen op advies gesprek. Klant heeft niet gereageerd op telefonisch contact/brief Klant vertoont agressief en/of dreigend gedrag
Klant wordt afgewezen en mag 6 maanden geen gebruik maken van SHV
Adviesgesprek Bevestigingsbrief Aanmaningsbrief Afwijzingsbrief
Klant wordt afgewezen en mag 6 maanden geen gebruik maken van SHV
Adviesgesprek Bevestigingsbrief Aanmaningsbrief Afwijzingsbrief Persoonlijk gesprek indien de situatie zich voordoet. Afwijzingsbrief (Telefonisch) gesprek indien de situatie zich voordoet Afwijzingsbrief Afwijzingsbrief
Bewust/verwijtbaar De klant trekt zich terug
Intakegesprek GKB *
Klant komt niet opdagen op intake gesprek. Klant heeft niet gereageerd op telefonisch contact/brief De klant trekt zich terug
Klant wordt afgewezen en mag 6 maanden geen gebruik maken van SHV Klant wordt afgewezen en mag 6 maanden geen gebruik maken van SHV
Klant wordt afgewezen en mag 6 maanden geen gebruik maken van SHV Klant wordt afgewezen en mag 6 maanden geen gebruik maken van SHV
(Telefonisch) gesprek indien de situatie zich voordoet
De klant heeft bepaalde informatie verzwegen of onjuist verstrekt over zijn situatie, die van belang is voor het verdere traject Klant vertoont agressief en/of dreigend gedrag
Schuldregel traject GKB *
Bewust/verwijtbaar De klant heeft na het ondertekenen van de schuldregeling een nieuwe schuld gecreëerd en deze is verwijtbaar De klant is verwijtbaar werkloos geworden
De klant gaat scheiden
De klant verhuist naar een andere gemeente/het buitenland Kopie vrijwaring auto (met naam en geb. datum) niet binnen 14 dagen ingeleverd, indien verkoop auto noodzakelijk is/auto niet nodig is voor werk Het niet tijdig terugsturen van de schuldregelingsovereenkomst en event. machtigingen (binnen 10 dagen na dagtekening) Inkomen komt niet of niet volledig aan bij GKB terwijl dit wel is afgesproken
De klant is doorverwezen naar WSNP maar dient de aanvraag niet in. Doet wel weer beroep op SHV Klant heeft SHV traject goed afgerond en komt binnen 3 jaar terug
Klant vertoont agressief en/of dreigend gedrag
Klant wordt afgewezen en mag 6 maanden geen gebruik maken van SHV
Klant wordt afgewezen en mag 6 maanden geen gebruik maken van SHV Klant mag 1 tot 2 jaar geen gebruik maken van SHV afhankelijk van de fase waarin het traject zich bevond Klant mag 1 tot 2 jaar geen gebruik maken van SHV afhankelijk van de fase waarin het traject zich bevond Klant kan zich weer aanmelden nadat de scheiding is doorgevoerd in GBA Afhankelijk van de fase wordt het dossier overgedragen of afgesloten Klant mag 1 tot 2 jaar geen gebruik maken van SHV afhankelijk van de fase waarin het traject zich bevond Klant mag 1 tot 2 jaar geen gebruik maken van SHV afhankelijk van de fase waarin het traject zich bevond Klant mag 1 tot 2 jaar geen gebruik maken van SHV afhankelijk van de fase waarin het traject zich bevond Klant mag 2 jaar geen gebruik maken van SHV
Na afronding van een traject (schuldbemiddeling of saneringskrediet geldt een uitsluiting van 2 jaar na datum laatste betaling Klant wordt afgewezen en mag 6 maanden geen gebruik maken van SHV
Afwijzingsbrief Intakegesprek Afwijzingsbrief
Persoonlijk gesprek indien de situatie zich voordoet. Afwijzingsbrief Intakegesprek Afwijzingsbrief
Intakegesprek Afwijzingsbrief
Indien de situatie zich voordoet Afwijzingsbrief Indien de situatie zich voordoet Afwijzingsbrief Afspraken Bevestigingsbrief na intakegesprek Afwijzingsbrief
Afspraken Bevestigingsbrief na intakegesprek Afwijzingsbrief Afspraken Bevestigingsbrief na intakegesprek Afwijzingsbrief Brief WSNP Gesprek WSNP
Indien situatie zich voordoet aparte brief
Persoonlijk gesprek indien de situatie zich voordoet.
Bewust/verwijtbaar Klant komt 1 of meerdere trajectbepalingen niet na uit de schuldregelingsovereenkomst Budgetbegeleiding GKB *
De klant houdt zich niet aan de gemaakte afspraken (bijv. budgetplan) Klant vertoont agressief en/of dreigend gedrag
Klant mag 1 tot 2 jaar geen gebruik maken van SHV afhankelijk van de fase waarin het traject zich bevond Klant mag 1 tot 2 jaar geen gebruik maken van SHV Klant wordt afgewezen en mag 2 jaar geen gebruik maken van SHV
Bewust/verwijtbaar Budgetbeheer GKB *
Er komt geen geld meer binnen op de rekening bij de GKB door toedoen van de klant
Klant vertoont agressief en/of dreigend gedrag Bewust/verwijtbaar
Het gehele schuldregelingstraject incl. BBH en BBR wordt gestopt. De klant mag 2 jaar geen gebruik maken van SHV BBH wordt beëindigd. De klant moet naar beschermingsbewind en mag 2 jaar geen gebruik maken van SHV
Afwijzingsbrief Afspraken Bevestigingsbrief na intakegesprek Afwijzingsbrief Intake gesprek Start BBG Afwijzingsbrief Persoonlijk gesprek indien de situatie zich voordoet. Afwijzingsbrief Intakegesprek Afwijzingsbrief
Indien de situatie zich voordoet. Afwijzingsbrief
* Kolom Communicatie: Afwijzingsbrieven traject schuldregeling GKB in overleg met Optimisd