ter bespreking in de gemeenteraad op 8 maart 2011
als basis voor een brede kerntakendiscussie
Soest, 2 februari 2011
GEMEENTE SOEST
Visie van het college van B&W
Inleiding ..................................................................................................................... 3 1.
Aanleiding tot de kerntakendiscussie ...................................................................... 4
2.
Uitgangspunten voor de visie................................................................................. 6
3.
Vertaling strategische visie.................................................................................... 7 3.1
Veilig Soest ................................................................................................... 7
3.2
Soest werkt (samen) ...................................................................................... 7
3.3
Groen Soest .................................................................................................. 8
3.4
Wonen in Soest............................................................................................. 9
3.5
Duurzaam Soest........................................................................................... 10
3.6
Sociaal Soest ............................................................................................... 11
3.7 4.
De gemeente Soest ...................................................................................... 12 Vervolg van het proces ....................................................................................... 13
Bijlage 1 - trends ....................................................................................................... 14 Bijlage 2 - afkortingen ................................................................................................ 16
2.
Inleiding De afgelopen maanden hebben wij met de gemeenteraad diverse malen gesproken over de noodzaak van een kerntakendiscussie en hoe we dat het beste aan kunnen pakken. Op 14 oktober 2010 hebben wij met een brief aan de raad toegezegd dat wij, mede gezien de wens van de gemeenteraad, een kort visiedocument opstellen. Dat document ligt nu voor u. Na bespreking met de gemeenteraad kan dit de basis vormen voor de feitelijke discussie over kerntaken en voor de keuzes die wij gezamenlijk moeten maken over intensivering danwel vermindering van onze werkzaamheden en de bijbehorende budgetten. De basis voor deze visie is het raads- en collegeprogramma. In een andere setting zou ook denkbaar zijn geweest (en door andere gemeenten ook toegepast) dat eerst met inbreng uit de samenleving een bredere afweging van het bestaande en gewenste profiel van Soest was gemaakt. Bijvoorbeeld door in een open proces met een zogenoemde SWOT-analyse de sterke en zwakke punten, kansen en bedreigingen in beeld te brengen. Gegeven de afspraak met de gemeenteraad en onze positie als bestuurscollege hebben wij ons in dit stadium gericht op de bestaande bestuurlijke en politieke werkelijkheid. Wel hebben wij als bijlage een overzicht opgenomen met de trends die in het algemeen op gemeenten afkomen en die in de komende jaren mede bepalend zullen zijn voor het te voeren beleid. Zowel tijdens de bespreking van dit visiedocument als daarna - wanneer de feitelijke kerntakendiscussie moet worden gevoerd - is inbreng vanuit de samenleving van groot belang. Dit wordt toegelicht in het slot van dit document. Inleidend op de bestuurlijke uitgangspunten en onze visie op het te voeren beleid schetsen we eerst kort de aanleiding voor de kerntakendiscussie.
3
1.
Aanleiding tot de kerntakendiscussie
De aanleidingen tot het voeren van een kerntakendiscussie zijn divers. In het raads- en collegeprogramma, de begroting 2011 e.v. en in de aparte voorstellen vorig najaar zijn wij daarop al uitvoerig ingegaan. Kort samengevat ging het om het volgende: 1.
De economische en financiële crisis en het daaruit voortvloeiende rijksbeleid noodzaken om in de komende jaren de broekriem aan te halen. De geldstromen richting gemeenten worden zeker kleiner, hoewel nog niet exact valt aan te geven hoeveel.
2.
Het (nieuwe) kabinet heeft aangekondigd dat op diverse terreinen nog meer taken aan gemeenten worden overgedragen (jeugdzorg, AWBZ, enzovoort) maar dat via efficiency en andere kortingen minder geld wordt meegestuurd dan feitelijk nodig is en nu elders wordt uitgegeven. Het aanstaande bestuursakkoord Rijk/VNG geeft hierover meer duidelijkheid.
3.
Onze ambities binnen de eigen lokale beleidsruimte zijn voor een deel nog niet van de benodigde middelen voorzien. De begroting bevat een overzicht hiervan met onder andere groenbeheer, sport en de plannen in Soesterberg.
4.
Mondiaal spelen ook ontwikkelingen die invloed moeten en zullen krijgen op ons doen en laten. De ontwikkelingen op het terrein van energie, voedsel en milieu vragen ook lokaal om passend beleid.
Actuele informatie Begin oktober, na doorrekening van het regeerakkoord van het Kabinet-Rutte, werd duidelijk dat de verwachtingen in sterk positieve zin konden worden bijgesteld. We hebben u op 14 oktober 2010 hierover per brief geïnformeerd. In de decembercirculaire 2010 wordt dit beeld nog eens bevestigd. Per saldo wordt nu voor de komende jaren een bescheiden nominale groei van de algemene uitkering voorzien. Gecorrigeerd voor inflatie (loon- en prijsstijgingen) en kosten van areaaluitbreiding, zal naar verwachting sprake zijn van een reële nullijn. In het voorjaar van 2010 gingen we uit van een structurele korting op het Gemeentefonds van 10%. Voor Soest een bedrag van structureel € 3,8 miljoen. Hiermee is in de begroting 20112014 (met een doorkijk naar 2015) rekening gehouden. Daarnaast zijn voor een aantal gemeentelijke beleidsterreinen specifieke kortingen op de algemene uitkering aangekondigd. Hierbij gaat het Rijk ervan uit dat deze kortingen kunnen worden opgevangen door een overeenkomstige verlaging van de gemeentelijke uitgaven. Of dit daadwerkelijk het geval zal zijn, is onduidelijk. Dit hangt niet alleen af van de specifieke gemeentelijke situatie (uitgavenniveau), maar ook van het eigen gemeentelijk beleid. Kortom, het is denkbaar dat door deze specifieke kortingen alsnog een reële min ontstaat. Uitgaande van de (reële) nullijn kan worden geconcludeerd dat het financieel perspectief op dit moment sluitend is. Tevens zal er – gelet op actuele, meevallende financiële ontwikkelingen (rentelasten) – enige ruimte ontstaan om tegenvallers op te kunnen vangen.
4.
Debat over visie en taken blijft noodzakelijk Op basis van bovenstaande informatie kan de indruk ontstaan dat een kerntakendiscussie niet meer noodzakelijk is. Echter, zoals wij al in onze brief van 14 oktober opmerkten, achten wij het voeren van een debat over visie en kerntaken – ook in het licht van de gewijzigde financiële omstandigheden – nog steeds nuttig en nodig. Op lokaal niveau moeten we bijvoorbeeld compleet nieuwe afwegingen maken op gebieden als integratie, sociale zaken en jeugdzorg. Bij integratie worden de rijksmiddelen de komende jaren tot nul afgebouwd en moet de gemeente beslissen of en zo ja hoe dit wordt gecompenseerd. Bij sociale zaken wordt de gemeente nog meer dan nu verantwoordelijk voor mensen die aan de onderkant van de arbeidsmarkt een plek moeten kunnen vinden. Bij jeugdzorg krijgt de gemeente de centrale rol om voor het gehele veld beleid te maken en wellicht ook om alle voorzieningen en spelers op elkaar af te stemmen. Voor al deze beleidsterreinen moet worden beslist hoeveel middelen eraan mogen en kunnen worden besteed. Deze visie en de nog nader te maken afspraken over het vervolg moeten een antwoord geven op de vraag wat de gemeente Soest móet en wat de gemeente Soest wíl. Waar staan we wel en niet voor, wat willen we voor inwoners, bedrijven, instellingen, organisaties en klanten betekenen en welke taken en rollen nemen we daarbij op ons? Welk takenpakket hoort daarbij en hoe voeren we deze taken in de toekomst het beste - maar wel het meest doelmatig - uit? De financiële en/of organisatorische consequenties van de nieuwe taak- en rolopvatting moeten in kaart worden gebracht om te zorgen dat de raad tot heldere keuzes kan komen. Het doel van de kerntakendiscussie is om op basis van heldere, richtinggevende uitspraken keuzes te maken zodat we na 2011 kunnen werken met een takenpakket dat past bij de schaal van de gemeente Soest met een gezonde financiële huishouding. Oftewel het beschikbaar hebben van voldoende middelen (een sluitende begroting) voor de benoemde taken.
5
2.
Uitgangspunten voor de visie
Om een brede kerntakendiscussie te kunnen voeren, is het gewenst om vooraf een aantal basisgedachten te formuleren. Deze kunnen als criteria worden gebruikt om aan de hand daarvan standpunten te bepalen over het zeer diverse palet van gemeentelijke producten, diensten en voorzieningen. Wij komen tot de volgende zeven algemene uitgangspunten: 1.
Eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van inwoners staan voorop.
2.
Gemeentelijke bemoeienis moet een aantoonbaar gemeentelijk belang dienen.
3.
Zorg voor degenen die niet of onvoldoende in staat zijn om zelfredzaam te zijn.
4.
Toepassing van het profijtbeginsel: van inwoners die specifiek profijt hebben van een gemeentelijke voorziening kan naar redelijkheid en billijkheid een bijdrage worden gevraagd.
5.
Gemeentelijke diensten en voorzieningen worden - als uitgangspunt - aangeboden op basisniveau; afwijkingen in kwaliteit moeten expliciet worden gemotiveerd.
6.
Gemeentelijke diensten en voorzieningen moeten op een efficiënte wijze tot stand worden gebracht. De uitvoering door en/of in samenwerking met derden kan daaraan een bijdrage leveren.
7.
Gemeentelijke diensten en voorzieningen worden op duurzame wijze tot stand gebracht en dragen zo veel mogelijk bij tot een duurzame ontwikkeling.
6.
3.
Vertaling strategische visie
De zeven genoemde uitgangspunten vormen de basis voor de formulering van een visie. De nu volgende paragrafen beschrijven per thema de strategische visie van het college.
3.1
Veilig Soest
Voor de periode 2010–2014 stellen we ons een veiligheidsvergroting ten doel die betrekking heeft op zowel de objectieve veiligheid als de (subjectieve) veiligheidsbeleving van onze inwoners. We kunnen dat alleen realiseren door de oorzaken aan te pakken. Het thema verkeersveiligheid ziet het college als gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente, politie en inwoners. Het college kiest voor: Veiligheid vanuit de uitgangspunten:
Het stimuleren van coproductie en eigen kracht.
Het voeren van een integraal veiligheidsbeleid, met zichtbare resultaten voor
Het zorgen voor een goede balans tussen zaken die gemeentebreed moeten worden
leefbaarheid in de wijken en betrokkenheid van inwoners bij hun woonomgeving. gedaan en zaken die als maatwerk binnen de wijken kunnen worden geregeld (centraal wat moet / in wijken wat kan). Het leggen van het accent op de veiligheid van vooral kwetsbare deelnemers aan het
verkeer zoals (schoolgaande) kinderen en fietsers. Beleid toespitsen op verlaging van de verkeerssnelheid door aanleg van meer 30km-
zones, gevolgd door adequate handhaving, zonodig met inzet van eigen BOA’s.
3.2
Soest werkt (samen)
Het is noodzakelijk om een nieuwe balans te vinden tussen overheid en samenleving. De overheid kan niet alles oplossen en moet dat anno 2011 ook niet meer willen. De samenleving heeft zelf het vermogen om voor bepaalde zaken te zorgen. Daarnaast zijn er allerlei ontwikkelingen binnen de overheid zelf zoals:
De aanzwellende discussies over het aantal bestuurslagen en de effecten voor het voortbestaan en de taken van provincies en gemeenten.
En de steeds verdergaande overdracht van rijkstaken richting lokale overheden.
Hoe blijven gemeenten bij dat alles voldoende bestuurskrachtig? Wat kunnen we zelf en wat moet door, of samen met anderen worden gedaan? Het college ziet Economie als een van de belangrijkste pijlers van een gezond en leefbaar Soest.
7
Het college kiest voor:
Meer samenhang tussen samenwerkende partners en een nadrukkelijke focus op de eigen verantwoordelijkheid van de burger.
Detailhandel
Handhaving van het spreidingsbeleid voor supermarkten/winkels voor de dagelijkse behoeften.
Van Weedestraat blijft hoofdwinkelcentrum van Soest, vooral voor niet-dagelijkse behoeften.
De Rademakerstraat is de hoofdwinkelstraat van Soesterberg en wordt daarom versterkt/opnieuw ingericht.
Aantrekkelijk houden/maken van de wijkgerichte winkelcentra.
In Soest-Zuid werken aan structuurversterking, bij voorkeur in combinatie met toevoeging van complexen voor wonen en zorg.
Aandacht voor de effecten van verschuivingen in kooppatronen (internet).
Economie
Nieuwe bedrijfsgrond uitsluitend aan de Richelleweg. Bij voorrang voor bedrijven uit Soesterberg Noord en (daarna) Soest. Eventuele verdere behoefte in regionaal verband opvangen.
Geen toevoeging van nieuwe kantoorruimten maar wel meewerken aan revitalisering (en herontwikkeling) van bestaande kantoorruimte.
Specifieke aandacht voor ZZP-ers.
Bevorderen van recreatie en toerisme binnen de kaders van het beleid voor natuur en landschap. Hierbij samenwerken met regiopartners.
3.3
Groen Soest
Voor de komende jaren zet het college in op bescherming en ontwikkeling van de landschappelijke en natuurwaarden van Soest, binnen en buiten de bebouwde kom. Daarbij werkt de gemeente samen met een groot aantal andere overheden en organisaties. Het college kiest voor:
Ruimte voor hedendaagse vormen van groenbeheer, zoals ecologische bermen en onderhoudarme groenstroken.
Behoud en versterking van natuur, landschap en recreatie door dit te borgen in het bestaande beheer en toevoeging van gebieden als de vliegbasis en De Paltz.
Uitbouw van ecologische verbindingen via projecten als Heuvelrug en De Birkt in samenwerking met provincie en andere beheerders.
Gebruiksgroen in de onbebouwde omgeving (bos en duinen).
Het accent op kijkgroen voor de rest van de gemeente met sobere aanleg en beheer.
Accenten op het beheer van bomen en ruimte voor kinderen om te spelen.
Waar dat kan de groene omgeving overlaten aan bewoners.
In wijken met een hoge woningdichtheid als De Eng, Smitsveen en Overhees een hoge kwaliteit groen realiseren.
Bij ondersteuning van projecten van derden voorrang geven aan adoptieprojecten zoals het in beheer geven van het groen op rotondes aan bedrijven (via geld, materiaal, samenwerking enzovoort).
8.
3.4
Wonen in Soest
Voor het gebied ten zuiden van de spoorlijn Utrecht-Amersfoort (Soesterberg en deel Soestduinen) geldt een ontwikkelprofiel met heel veel dynamiek. Wat ons betreft worden de eerder besloten grootschalige ontwikkelingen in Soesterberg, zoals op het voormalige vliegveld, voortvarend opgepakt. Voor het dorp Soest en de bijbehorende natuurgebieden geldt een meer consoliderend en beschermend profiel. In grote lijnen is dit ook vastgelegd in de eind 2009 vastgestelde structuurvisie, zij het dat dit college niet buiten de rode contouren wil bouwen. Voor het dorp Soest moet een uitzondering worden gemaakt voor het landelijk gebied ten noorden van de spoorlijn Utrecht-Amersfoort. Bij de ontwikkeling van de kern Soest en het omliggende landschap willen wij meer dan voorheen accent leggen op actief beheer van het groene en dorpse karakter. Dit college wil samen met gebruikers, belanghebbenden en experts vooruitkijken naar de mogelijkheden voor het landelijk gebied. Dit doen we door een gebiedsvisie op te stellen met een doorkijk naar 2030 en waar mogelijk ruimte te geven aan ontwikkeling van recreatie en toerisme en brede landbouw. Dit betekent investeren in ombouw zodat het gebied aantrekkelijk blijft. Het college kiest voor: Bouwen en wonen
Uitbreiding van Soesterberg tot 9.500 inwoners.
De bouw in Soesterberg is een gerichte versterking van de opbouw en differentiatie van de woningvoorraad.
Bouwen binnen de rode contouren in de kern Soest.
Bouwplannen die aansluiten bij de bestaande ruimtelijke kwaliteiten en/of zich richten op versterking van de ruimtelijke structuren.
Versteviging van draagvlak voor voorzieningen.
Een woningvoorraad die blijvend een breed scala biedt voor jong en oud, arm en rijk.
Bouwen voor doorstroming in Soest, met een accent op woningen voor senioren in de
Daarbij houden we rekening met de demografische ontwikkelingen (vergrijzing). nabijheid van voorzieningen. Daardoor komt in de bestaande voorraad ruimte vrij voor jongeren.
Het zoveel mogelijk instandhouden van de bestaande sociale woonvoorraad voor de daarvoor bestemde doelgroepen.
Bij de eventuele verkoop van woningen zorgen (zonodig met ondersteuning) dat deze bij zittende huurders terecht kunnen komen.
Bij de eventuele verkoop van woningen moeten hieruit verkregen opbrengsten terug worden geïnvesteerd in de woningvoorraad (renovatie en dergelijke).
Onderwijs en opvang
Sluitende aanpak: leerplicht, preventie, gezondheid.
Jaarlijkse bijstelling van prognoses vanwege snelle demografische ontwikkelingen.
In huisvesting accent op Soesterberg.
Breed pakket van opvang voor 0 tot 18 jarigen van 07.00 tot 19.00 uur: voor maatschappelijke en economische ontplooiing van kind en ouders/verzorgers (met toepassing van het profijtbeginsel).
100% bereik van de doelgroep voor onderwijskansenbeleid.
Sterke regierol van de gemeente bij gezamenlijk met partners vormgeven van de Lokale Educatieve Agenda.
Nieuwe onderwijshuisvesting is multifunctioneel inzetbaar.
9
Sport
De gemeente zorgt voor de basisinfrastructuur van nader te benoemen sporten.
Hierbij wordt ook de aanwezige infrastructuur in de regio betrokken. Na aanleg dragen we het beheer over aan de gebruikers. De financieringssystematiek wordt opnieuw bekeken – mede in relatie tot de
uitkomsten van het accommodatieonderzoek.
Steun aan specifieke projecten voor toeleiding van jongeren en ouderen.
Adequate en voldoende sportvoorzieningen in Soesterberg.
Cultuur Zoveel mogelijk volstaan met bestaande voorzieningen/accommodaties.
De verantwoordelijkheid voor het technisch beheer van de accommodaties beter
verdelen tussen gebruikers en gemeente (opzetten van een gezamenlijke beheersorganisatie, waarin de gemeente een doorslaggevende stem heeft).
Investeren in sociaal-culturele voorzieningen in Soesterberg.
De cultuurcomponent in recreatie en toerisme versterken (bijvoorbeeld de benutting van de vliegbasis). Steun aan specifieke projecten voor toeleiding van jongeren.
3.5
Duurzaam Soest
De ecologische crisis waarin onze wereld terecht is gekomen, noopt ook in Soest tot maatregelen die een duurzame toekomst naderbij brengen. Het college zal daarom minimaal de ambities uitvoeren zoals die in samenspraak met inwoners en organisaties tot stand zijn gekomen en zijn verwoord in het duurzaamheidsplan 2010-2014. Leven:
Samen met de bevolking zorgen we voor een aangename en schone omgeving.
Gemeentelijke organisatie:
In 2015 klimaatneutraal.
Werken:
Bedrijven in Soest en Soesterberg worden door de gemeente zoveel mogelijk gestimuleerd en gefaciliteerd om duurzaam te ondernemen.
Wonen:
We gaan voor duurzamer wonen in Soest en Soesterberg.
Infrastructuur:
Duurzaam waterbeleid.
Het college kiest voor: Milieu
Energiebesparing stimuleren in de bestaande woningvoorraad samen met woningcorporaties en particulieren.
Het nemen van maatregelen om te zorgen dat de gemeentelijke organisatie in 2015 klimaatneutraal is. Onder andere door duurzaam inkopen en biologische catering.
Duurzame nieuwbouw van de eigen gebouwen (Spullenhulp, Vliegdorp).
Ontwikkelen van duurzame energieopwekking met biogas.
Wagenpark gemeente via geleidelijke vervanging schoner maken.
Duurzame ruimtelijke ontwikkelingen: Masterplan Soesterberg, Vliegbasis, bedrijventerrein Richelleweg.
Samen met het bedrijfsleven in een bedrijvenplatform kennis vergroten op gebied van CO2-reductie, duurzaamheid en Cradle to Cradle en initiatieven op dit vlak ontwikkelen.
10.
Openbare straatverlichting bij vervanging energiezuinig maken.
Verkeer
Doorstroming bevorderen als leefbaarheid, veiligheid, duurzaamheid en een efficiënter gebruik van het hoofdwegennet daarmee zijn gediend.
Het actief volgen van de uitwerking van de (effecten van de) aanpassing van de A1, A27, A28 en de Westtangent Amersfoort.
Het beter verdelen van het verkeer over de ‘ingangen’ van Soest.
Het actief stimuleren van fietsgebruik.
Het zoveel mogelijk beperken van overlast door (de aanpak) van de A28 voor Soesterberg.
3.6
Investeren in infrastructuur Soesterberg.
Sociaal Soest
De ontwikkelingen op het terrein van de sociale zekerheid zijn al jaar en dag sterk in beweging. De lokale overheid krijgt steeds weer nieuwe taken en verantwoordelijkheden toebedeeld. De verwachting bestaat dat in dit verband de lokale overheid nog het nodige kan verwachten. Rijksbeleid schrijft voor dat gemeenten verantwoordelijk worden gemaakt voor de reïntegratie van mensen met een Wajong-uitkering, UWV-uitkering en een WSW-dienstverband. Tevens wordt de gemeente verantwoordelijk voor weer grotere delen van de AWBZ. In dit verband lijkt het van belang om de vraag te stellen wat wij als gemeente zelf kunnen en wat we eventueel bij voorkeur in samenwerking met anderen kunnen doen. Mogelijk kunnen in samenwerking met andere instellingen (ketenpartners) of (regio)gemeenten voordelen worden behaald. Belangrijk is dus om kwaliteiten in de samenleving op te zoeken en aan te spreken. Het college stelt op korte termijn een onderzoek in naar mogelijkheden om samenwerking uit te breiden en activiteiten in het WERKPUNT mogelijk te intensiveren/aan te passen, zowel lokaal als regionaal. De insteek van het college is om de sociaal zwakkere zoveel mogelijk in staat te stellen te participeren in de samenleving. Het college kiest voor: Zorg
Accent op (bevorderen van) blijvende en duurzame zelfstandigheid van alle inwoners.
Bij invulling van het zorgbeleid de volgende prioriteitsvolgorde aanhouden: -
Eerst steun aan plannen en initiatieven bij voorkeur komend van instellingen die zich richten op structuurversterking of algemene voorzieningen. Inwoners die beperkingen ondervinden moeten daarvan in hun totale functioneren voordeel ondervinden.
-
Dan naar behoefte beschikbaar stellen van zoveel mogelijk gestandaardiseerde voorzieningen aan individuen.
Tenslotte via maatwerk specifiek afgestemde individuele voorzieningen.
Concrete en financiële ondersteuning alleen richten op inwoners die het zelfstandig en met hulp van anderen in de samenleving niet kunnen realiseren.
Jeugdzorg bij voorkeur zo vroeg mogelijk en preventief inzetten.
Instellingsondersteuning uitsluitend richten op doelgroepen en wijken die vooraf concreet benoemde problemen ondervinden. Zoveel als mogelijk alleen in tijd begrensde opdrachten.
11
Sociale zekerheid Inrichten nieuwe onderkant arbeidsmarkt. Deels op basis van nieuw rijksbeleid met
integratie van alle regelingen. Visieontwikkeling en samenwerking met alle ketenpartners voor werktoeleiding en
integratie, met het accent op onderwijsinstellingen en werkgevers. Het instandhouden van een ruimhartig minimabeleid voor hen die het écht nodig
hebben. Meer aandacht voor duurzame uitstroom.
3.7
De gemeente Soest
Soest wil een gemeente zijn waar de dienstverlening altijd door de belangen van de inwoners en bedrijven wordt bepaald. In die zin wordt het begrip excellente dienstverlening verder ingevuld. Dit gebeurt op verschillende manieren, ook op eigentijdse digitale wijze. Als gevolg van ontwikkelingen in de samenleving veranderen de verwachtingen van inwoners en stellen zij andere eisen aan de overheid/gemeente. Het college kiest voor:
Participatie: betrokkenheid van burgers bij de gemeentelijke besluitvorming.
Samenwerking met andere instellingen en organisaties binnen en buiten de gemeente.
Excellente dienstverlening: het vergroten van de kwaliteit van de eigen ambtelijke organisatie door minder van de klanten te vragen, meer voor de klanten te regelen en beschikbaar te zijn op manieren en momenten die de klanten wensen.
Gebiedsgericht werken: betere en meer integrale afstemming van beleid en beheer in wijken/gebieden in samenwerking met bewoners en partners.
12.
4.
Vervolg van het proces
In hoofdstuk 2 hebben wij de door ons gehanteerde bestuurlijke uitgangspunten verwoord en in hoofdstuk 3 onze strategische visie. Met deze uitgangspunten en visie kan met de raad een basis worden gelegd voor de kerntakendiscussie en het daarvoor benodigde vervolgproces met raad en samenleving. Om invulling te geven aan het verdere proces en hierover concrete afspraken te maken met de raad, stellen wij het concept Plan van Aanpak (dat eind vorig jaar is gepresenteerd) opnieuw aan de orde. Het verdere proces gaat in grote lijnen om de volgende stappen, die met uw raad moeten worden afgestemd. Feiten en cijfers over het totale takenpakket Nadere analyse van het complete takenpakket, met behulp van de hiervoor genoemde algemene uitgangspunten als meetlat.
Inventarisatie trends: -
Demografische ontwikkeling
-
Trends en gegevens voor verschillende inhoudelijke thema’s (een eerste opsomming is opgenomen als bijlage)
Vergelijking met andere gemeenten: -
Financiële en inhoudelijke benchmarks
-
Inventarisatie van het wettelijk en niet-wettelijk deel van het huidige takenpakket
-
Onderzoek naar begrotingssystematiek en financieel technische bezuinigingsmogelijkheden
Innovatiebijeenkomsten
Genereren en uitwerken van innovatievoorstellen die bijdragen aan vernieuwing en rendement
Drie manieren van innovatie: -
Productinnovatie: draagt het bestaande product bij aan het beoogde effect of zijn er alternatieven?
-
Procesinnovatie: kan de procesgang anders?
-
Rolinnovatie: is er in de rolopvatting en rolinvulling van de gemeente een andere aanpak mogelijk?
Participatie
Betrekken van burgers, bedrijven en instellingen bij de kerntakendiscussie: -
Welke strategische opgaven en keuzes zien de maatschappelijke partners?
-
Welke bijdrage kunnen en willen de partners leveren in de nieuwe balans tussen overheid en samenleving?
Werkwijze en planning -
Maatschappelijke consultatie op het brede niveau van Soest
-
Per thema met deskundigen uit het maatschappelijk veld
-
Participatie van inwoners bij het proces (bijvoorbeeld rondetafelbijeenkomsten of internetpeiling)
Besluitvorming over het totale proces Nader in te vullen besluitvorming als uitkomst van de kerntakendiscussie
13
Bijlage 1 - trends Beknopt overzicht van trends die op de (lokale) overheid afkomen I. Autonome processen in de samenleving 1. Demografische ontwikkelingen Krimp Vergrijzing Ontgroening 2.
Duurzaamheid Klimaatneutraal bouwen en leven Flora en fauna
3.
Integratie Allochtonen / autochtonen Samenlevings- / buurtopbouw
4.
Participatie en communicatie Draagvlak en draagkracht samenleving Mondigheid inwoners Mediacratie (invloed media)
5.
Verantwoordelijkheidsverdeling overheid / samenleving Keuze voor taakgebieden waar samenleving niet zelf kan oplossen (selectie) Keuze voor mensen of gebieden waar problemen echt spelen (maatwerk) Medegebruik van voorzieningen / accommodaties (bundeling) Bevorderen van zelfoplossend vermogen (loslaten)
II. Processen tussen overheden onderling 6.
Wijziging geldstromen Kortingen gemeentefonds Kortingen decentralisatie / efficiency Landelijke ‘normering’ van belastingen en tarieven
7.
Decentralisatie van taken Taken dichterbij de burger Scherpere verdeling tussen rijk, provincie en gemeente
8.
Sociale zorg Combinatie WWB, WSW, Wajong enzovoort Verkleinen afstand tussen arbeidsmarkt en scholing
9.
Samenwerking tussen overheden Formeel en praktisch bij uitvoering Op gebied van kaders en beleid
10. Nieuw kabinetsbeleid (zie ook punten 6 t/m 8) WMO / AWBZ Jeugdbeleid Sociale woningbouw
14.
III. Werkwijzen overheden 11. Dienstverlening Soest heeft antwoord Kwaliteitshandvest / servicenormen Deregulering 12. Digitalisering
Nationaal uitvoeringsprogramma (NUP)
Basisregistraties
13. Samenwerking en regie
Gebieds- en wijkgericht werken
Subsidiering / beleidsgestuurde contractfinanciering
Convenanten (volkshuisvesting, onderwijs enzovoort)
14. HR beleid Arbeidsmarkt gemeentepersoneel Verwerken effecten gemeentevisie voor bedrijfsvoering organisatie
15
Bijlage 2 - afkortingen
AWBZ
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
BOA
Buitengewoon Opsporingsambtenaar
CO2
Koolstofdioxide
NUP
Nationaal Uitvoeringsprogramma
SWOT-analyse
Analyse van Strengths, Weaknesses, Opportunities & Threats (sterke punten, zwakke punten, kansen en bedreigingen)
UWV
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
VNG
Vereniging Nederlandse Gemeenten
Wajong
Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening Jong Gehandicapten
WMO
Wet Maatschappelijke Ondersteuning
WSW
Sociale Werkvoorziening
WWB
Wet Werk en Bijstand
ZZP
Zelfstandige Zonder Personeel
16.