RVB06-0080
Gemeente Ij Eergen op Zoom
2 6 JUNI 2006 "rf
Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Programmanaam en nummer
doordecentralisatie onderwijshuisvesting voortgezet onderwi SMD/06/17 Sector : Maatschappelijke 2 6 JUNI 2006 Dienstverlening Afdeling : Educatie & Sport 6 onderwijs
Voorstel: A: B: C:
In te stemmen met de doordecentralisatie van de totale onderwijshuisvesting voortgezet onderwijs conform de bij dit besluit behorende overeenkomsten "doordecentralisatie voortgezet onderwijs gemeente Bergen op Zoom"; Het bedrag per leerling vast te stellen op ad. € 401,40, nog te vermenigvuldigen met uitkeringsfactor en correctiefactor peildatum 1 januari 2006; De boekwaarde van de investeringen van het Kwadrant van vóór 1997 niet mee te nemen in de eindafrekening van de over te dragen boekwaarde naar het bevoegd gezag.
Type voorstel: [X] ö D
Kaderstellend Controlerend Rest
Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing? Zijn doelen en/of effecten beschreven Financiële consequenties Inspraak
Ja [X] [X] [X]
Nee
D ö ö
Samenvatting: Medio 2003 is samen met de bevoegde gezagsorganen VO een start gemaakt om te bekijken of er mogelijkheden aanwezig zijn om te komen tot doordecentralisatie van de verantwoordelijkheid ten aanzien van de algehele onderwijshuisvesting. In een aantal bijeenkomsten met de bevoegde gezagsorganen en de toen verantwoordelijke wethouder zijn de voorwaarden waaronder doordecentralisatie zou kunnen plaats vinden vertaald in een aantal algemene uitgangspunten. Wij hebben in onze collegevergadering van 23 juni 2005 kennis genomen van deze nota en de in de nota genoemde beslispunten vastgesteld. Vervolgens is in bilateraal overleg met ieder bevoegd gezag in detail verder gesproken.
Op basis van deze gesprekken en de nota met betrekking tot doordecentralisatie onderwijshuisvesting VO is per bevoegd gezag een concept overeenkomst doordecentralisatie opgesteld. De bevoegde gezagsorganen hebben de gelegenheid gehad om op deze conceptovereenkomsten te reageren. De reacties zijn (gedeeltelijk) meegenomen en verwerkt in de thans voorliggende definitieve overeenkomsten "doordecentralisatie voortgezet onderwijs gemeente Bergen op Zoom". Bijlagen: Als onderdeel van dit raadsvoorstel is bijgevoegd: I: overeenkomsten "doordecentralisatie onderwijshuisvesting voortgezet onderwijs gemeente Bergen op Zoom" Ter inzage gelegd: A: nota doordecentralisatie onderwijshuisvesting VO B: meicirculaire gemeentefonds C: brief van het college inzake begrotingswijziging
Eergen op Zoom
Datum raadsvergadering
: 26 juni 2006
Nummer
: SMD/06/17
Onderwerp
: doordecentralisatie onderwijshuisvesting voortgezet onderwijs
Aan de gemeenteraad,
Voorstel A: B: C:
In te stemmen met de doordecentralisatie van de totale onderwijshuisvesting voortgezet onderwijs conform de bij dit besluit behorende overeenkomsten "doordecentralisatie voortgezet onderwijs gemeente Bergen op Zoom"; Het bedrag per leerling vast te stellen op ad. € 401,40, nog te vermenigvuldigen met uitkeringsfactor en correctiefactor, peildatum 1 januari 2006; De boekwaarde van de investeringen van het Kwadrant van vóór 1997 niet mee te nemen in de eindafrekening van de over te dragen boekwaarde naar het bevoegd gezag.
Inleiding Sinds 1 januari 1997 zijn de verantwoordelijkheid en de financiële middelen voorde onderwijshuisvesting in het voortgezet onderwijs (VO) gedecentraliseerd naar de gemeenten. Daarvoor lag deze verantwoordelijkheid bij de Rijksoverheid. De bevoegde gezagsorganen VO zijn sindsdien verantwoordelijk voor de aanpassingen aan de binnenkant van het gebouw en de gemeenten voor de overige taken op het gebied van onderwijshuisvesting. Met ingang van 1 januari 2005 is de Wet op het Voortgezet Onderwijs aangepast in verband met de overheveling van de verantwoordelijkheid voor de aanpassing aan de buitenzijde van het gebouw (onderhoud) van gemeenten naar de bevoegde gezagsorganen VO. Hiermee heeft de minister een eerste aanzet gegeven aan verdere deregulering en autonomievergrotjng voor de bevoegde gezagsorganen VO op het terrein van de onderwijshuisvesting. De afgelopen tijd is met de bevoegde gezagsorganen VO gesproken over de mogelijkheid van doordecentralisatie van de totale onderwijshuisvesting. De voorwaarden waaronder doordecentralisatie van de totale onderwijshuisvesting zouden kunnen plaats vinden zijn vastgelegd in een nota doordecentralisatie onderwijshuisvesting VO. De in deze nota genoemde uitgangspunten zijn vertaald in een concept overeenkomst per bevoegd gezag VO. De bevoegde gezagsorganen hebben de gelegenheid gehad om op deze conceptovereenkomsten te reageren. De reacties zijn (gedeeltelijk) meegenomen en verwerkt in de thans voorliggende overeenkomsten "doordecentralisatie onderwijshuisvesting VO gemeente Bergen op Zoom". Beoogd maatschappelijke effect/doelstelling In het beleidskader 2005-2008 is uitgesproken dat er een traject ingezet wordt om te komen tot overdracht van de verantwoordelijkheid voor de totale onderwijshuisvesting VO van gemeente naar bevoegd gezag. In artikel 76 b van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) is bepaald dat de zorg voor de onderwijshuisvesting is opgedragen aan de gemeente. In artikel 76 v van de WVO kunt u echter besluiten, onder door u te stellen
-2-
voorwaarden en in overeenstemming met het bevoegd gezag, dat ten behoeve van het door het bevoegd gezag op grondgebied van de gemeente in stand gehouden scholen een jaarlijks bedrag voor de huisvestingskosten wordt verschaft. Het toepassen van de in artikel 76 v genoemde wettelijke uitzonderingsmogelijkheid, welke ook bekendheid geniet onder de term "doordecentralisatie" past binnen het gemeentelijk beleid waarbinnen als uitgangspunt geldt dat de gemeente zorg draagt voor een goede onderwijsinfrastructuur maar deze daartoe behorende taken kan overdragen aan het bevoegd gezag. Deze gezamenlijke keuze van gemeente en bevoegd gezag leidt tot vergroting van de autonomie voor de bevoegde gezagsorganen op het terrein van de onderwijshuisvesting. Uitwerking voorstel Voorgeschiedenis Medio 2003 is samen met de bevoegde gezagsorganen VO een start gemaakt om te bekijken of er mogelijkheden aanwezig zijn om te komen tot doordecentralisatie van de verantwoordelijkheid ten aanzien van de algehele onderwijshuisvesting. In een aantal bijeenkomsten met de bevoegde gezagsorganen en de toen verantwoordelijke wethouder zijn de voorwaarden waaronder doordecentralisatie zou kunnen plaats vinden vertaald in een aantal algemene uitgangspunten. Wij hebben in onze collegevergadering van 23 juni 2005 kennis genomen van deze nota en de in de nota genoemde beslispunten vastgesteld. Vervolgens is in bilateraal overleg met ieder bevoegd gezag in detail verder gesproken. De bevoegde gezagsorganen waarmee gesproken is, zijn: Stichting RSG" 't Rijks, als bevoegd gezag van RSG" 't Rijks; OMO, als bevoegd gezag van het Mollertyceum en Sg Roncalli'; SKVOB, als bevoegd gezag van het Juvenaat; LPS, als bevoegd gezag van Het Kwadrant. Op basis van deze gesprekken en de nota met betrekking tot doordecentralisatie onderwijshuisvesting VO is per bevoegd gezag een concept overeenkomst doordecentralisatie opgesteld. De bevoegde gezagsorganen hebben de gelegenheid gehad om op deze conceptovereenkomsten te reageren. De reacties zijn (gedeeltelijk) meegenomen en verwerkt in de definitieve overeenkomst "doordecentralisatie voortgezet onderwijs gemeente Bergen op Zoom". Verordening voorzieningen huisvesting (WH) In september 2005 is de WH aangepast in verband met de overheveling van de verantwoordelijkheid voor de aanpassing aan de buitenzijde van het gebouw (onderhoud) van gemeenten naar de bevoegde gezagsorganen VO. Als gevolg van dit voorstel om te komen tot doordecentralisatie van de algehele onderwijshuisvesting naar de bevoegde gezagsorganen VO dient de WH gewijzigd te worden. In het najaar van 2006 zal u een voorstel aangeboden worden om tot wijziging van de WH over te gaan. Consequenties van het voorstel Vanaf 1 januari 1997 ontvangt de gemeente in de algemene uitkering gelden, in de vorm van een bedrag per leerling, waardoor de gemeente in staat is om in financiële zin vorm te geven aan het huisvestingsbeleid binnen de in de onderwijswetgeving gestelde kaders. In de nota doordecentralisatie is een methode gehanteerd ter bepaling van de nulsituatie op het moment van de overdracht die plaats vindt, met terugwerkende kracht, met ingang van 1 januari 2006. In bijlage l, die deel uit maakt van de overeenkomst doordecentralisatie VO, is deze nulsituatie verder uitgewerkt waarbij de inkomsten en uitgaven van de gemeente Bergen op Zoom, de kapitaallasten van de lopende investeringen, de boekwaarde per 1 januari 2006 die door het bevoegd gezag aan de gemeente wordt vergoed en het bedrag per leerling wat de gemeente jaarlijks aan het bevoegd gezag verschaft, in beeld zijn gebracht. Algemeen financieel uitgangspunt is hierbij geweest het principe van budgettaire neutraliteit vanaf 1 januari 1997. Hoewel op basis van het overzicht geconstateerd zou kunnen worden dat er sprake is van zogenaamde "voordeel scholen", scholen waarbij de inkomsten in de algemene uitkering vanaf 1997 hoger zijn geweest dan de uitgaven, is de werkelijkheid een andere. Door uw raad is vanaf 1 januari 1997 beleid gevoerd waarbij op basis van geprognosticeerde investeringen en onderhoudsplanningen
-3-
het budget ten behoeve voor de onderwijshuisvesting beschikbaar is gesteld, zonder hierbij een onderscheid te maken tussen het Primair Onderwijs en het Voortgezet Onderwijs. Het bepalen van een nulsituatie op basis van inkomsten en uitgaven per individuele school zou betekenen dat met name voor het Primair Onderwijs de dekking voor de boekwaarde van gedane investeringen voor een deel komt te vervallen. Praktijkschool Het Kwadrant Deze school vormt een uitzondering en bij het bepalen van de nulsituatie op het moment van overdracht is een apart traject gevolgd. Voor Het Kwadrant, vóór 2004 een school voor voortgezet speciaal onderwijs, is tevens gekeken naar de inkomsten en uitgaven van vóór 1997 die de gemeente onder de werking van de ISOVSO heeft gedaan. Dit betekent dat er nog een boekwaarde rust op de investeringen van vóór 1997 ten behoeve van Het Kwadrant van € 505.835,- met de daarbij behorende jaariast van € 50.276,-. Voor alle scholen VO is dezelfde werkwijze gehanteerd om te komen tot een eindafrekening van de door de gemeente gedane investeringen. Het Kwadrant was hier een uitzondering op. Wij menen dat elke school voor VO gelijk behandelt dient te worden en willen u dan ook voorstellen om de investeringen voor het Kwadrant van vóór 1997 buiten het traject van de doordecentralisatie te houden. Afrekening over het jaar 2006 De overeenkomst treedt in werking met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2006. Een afrekening over de uitgaven die de gemeente in de loop van 2006 heeft gedaan voor de scholen VO in het kader van onderwijshuisvesting (verzekering, schade aan schoolgebouwen en OZB) dient, nadat u een besluit heeft genomen, nog plaats te vinden. Begrotingswijziging In aansluiting op de onderhavige besluitvorming zullen wij in uw vergadering van september 2006 u een begrotingswijziging aanbieden. Tot slot Momenteel wordt door ons vorm gegeven aan het opstellen van een nieuw investeringsplan ten behoeve van het Primair Onderwijs. Hierin wordt zoveel als mogelijk rekening gehouden met de komst van nieuwe voorzieningen (REC3 en REC4) Na opstelling van dit investeringsplan zal duidelijk zijn of de bestaande de door uw raad vastgestelde financiële kaders waarbinnen door ons vorm wordt gegeven aan het onderwijshuisvestingsbeleid voldoende ruimte biedt om de ambities uit het coalitie programma ten uitvoer te brengen. Nadat uw raad heeft ingestemd met dit voorstel zal overgegaan worden tot het tekenen van de overeenkomst door de bevoegde gezagsorganen en de burgemeester, handelend ter uitvoering van uw besluit. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom,
Debu
. A. Haasnoot.
Drs. XM.M. Polman C/
Gemeente in Eergen op Zoom
De raad van de gemeente Bergen op Zoom; gezien het voorstel van het college van 23 mei 2006, nr. SMD/06/17; gelet op; de Wet op het voortgezet onderwijs; de Verordening voorzieningen huisvesting gemeente Bergen op Zoom 2005.
BESLUIT: A: B: C:
In te stemmen met de doordecentralisatie van de totale onderwijshuisvesting voortgezet onderwijs conform de bij dit besluit behorende overeenkomsten "doordecentralisatie voortgezet onderwijs gemeente Bergen op Zoom"; Het bedrag per leerling vast te stellen op ad. € 401,40, nog te vermenigvuldigen met uitkeringsfactor en correctiefactor, peildatum 1 januari 2006; De boekwaarde van de investeringen van het Kwadrant van vóór 1997 niet mee te nemen in de eindafrekening van de over te dragen boekwaarde naar het bevoegd gezag.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van De griffier,
F.P. de Vos
/
2 6 JUNI 2006 De voorzitter, •
Doordecentralisatieovereenkomst voortgezet onderwijs gemeente Bergen op Zoom Ondergetekende, partijen bij overeenkomst: a.
en b.
de gemeente Bergen op Zoom, in deze ingevolge artikel 171 van de Gemeentewet vertegenwoordigd door de burgemeester de heer drs. J.M.M. Polman handelend ter uitvoering van het besluit van de gemeenteraad d.d. nummer hierna te noemen: de gemeente Stichting RSG " 't Rijks" in deze vertegenwoordigd door mevrouw M. Brouwers, voorzitter hierna te noemen: het bevoegd gezag.
In aanmerking nemende dat: 1. ingevolge het bepaalde in artikel 76b van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) (Stb. 402 1996) de zorg voor de onderwijshuisvestingsvoorzieningen is opgedragen aan de gemeente, waaronder begrepen de op het grondgebied van de gemeente gelegen gebouwen en terreinen behorende tot de onder het bevoegd gezag vallende school voor voortgezet onderwijs; 2. de gemeenteraad ingevolge het bepaalde in artikel 76v WVO, onder door hem te stellen voorwaarden, kan besluiten in overeenstemming met het bevoegd gezag dat ten behoeve van het door dit bevoegd gezag op het grondgebied van de gemeente in stand gehouden school een jaarlijks bedrag voor huisvestingskosten wordt verschaft waarmee het bevoegd gezag redelijkerwijs kan voorzien in de huisvestingsbehoefte van deze school; 3. het toepassen van de onder 2 genoemde wettelijke uitzonderingsmogelijkheid, welke ook bekendheid geniet onder de term "doordecentralisatie", past binnen het landelijk en gemeentelijk beleid ten aanzien van de autonomie vergroting van de bevoegde gezagsorganen; 4. een gezamenlijke keuze van partijen voor doordecentralisatie door de gemeente resulteert in de overdracht van diens zorgplicht voor dat gedeelte van de onderwijshuisvesting dat onder verantwoording van het bevoegd gezag valt, alsmede limitering van de financiële risico's, terwijl de voordelen van het bevoegd gezag met name zijn gelegen in de vergroting van de autonomie; 5. de partijen wensen, voor zover althans bij deze overeenkomst uitdrukkelijk bepaald, in afwijking van het bepaalde in Titel III, afdeling IA, hoofdstuk l WVO, alsmede de daarop gebaseerde gemeentelijke Verordening Voorzieningen Huisvesting onderwijs, hun onderlinge rechtsverhouding nader te regelen. Verklaren overeengekomen te zijn als volgt: Artikel 1. Definities Gemeente: de gemeente Bergen op Zoom danwei het gemeentebestuur; Bevoegd gezag: Stichting RSG" 't Rijks"; School: RSG" 't Rijks"; Schoolgebouwen: de op het grondgebied van de gemeente en onder het bevoegd gezag ressorterende voor het voortgezet onderwijs bestemde terreinen en gebouwen zoals deze in gebruik zijn bij voornoemde school voor voortgezet onderwijs, alsmede leer -en hulpmiddelen en het meubilair van de school; WVO: de Wet Voortgezet Onderwijs zoals gepubliceerd in Staatsblad 1996, 402 en hierna gewijzigd weergegeven in de Staatsbladen. Artikel 2. Omschrijving terreinen en schoolgebouwen 1. het bevoegd gezag beschikt over de volgende gebouwen en terreinen;
gemeente Bergen op Zoom Bergen op Zoom Bergen op Zoom Bergen op Zoom
gebouwdeel bouwaard bouwjaar bouwlagen aantal m2 BVO
sectie
nummer 4276
H
3394 2377
H
4190
plaatselijke aanduiding Burgemeester Stulemeijerlaan 24 en 26 Bergen op Zoom Burg. Stulemeijerlaan (ongenummerd), Zuidzijde Zoom 1,3 Bergen op Zoom Burgemeester Stulemeijerlaan 24 Bergen op Zoom Rijtuigweg 6 Bergen op Zoom (sportgebouwen)
1
8 Permanent Permanent Permanent Permanent Permanent Permanent Permanent Permanent 1882 1968 1994 1981 1993 1994 2000 1981 2.116
1.089
5.569
Bijzonderheden
gebouwdeel bouwaard bouwjaar bouwlagen aantal m2 BVO
Permanent 2002
10 Tijdelijk 2002
505
484
6.000 m2
bebouwd
935
137
gymzaal
Niet met overheidsgelde n betaald
1.633
976
1264
11 12 Permanent Permanent 2003 2005 163
202
2. Deze overeenkomst ziet mede toe op de na het aangaan van de overeenkomst door het bevoegd gezag verworven respectievelijk nog te verwerven gebouwen en terreinen en inventaris, voor zover deze zijn verworven met door de overheid beschikbaar gestelde middelen. Overdracht verantwoordelijkheden voor de huisvestingsvoorzieningen Artikel 3. 1. De gemeente draagt haar zorgplicht voor de voorzieningen in de huisvesting zoals bedoeld in artikel 76b, eerste lid WVO, welke voorzieningen zijn opgesomd in artikel 76c WVO en vertaald in de Verordening voorzieningen huisvesting van de gemeente Bergen op Zoom, voor wat betreft de in artikel 1 genoemde school over aan het bevoegd gezag, die deze zorg integraal over neemt. Het bevoegd gezag ontvangt voor de uitvoering van de in dit lid genoemde zorg een jaarlijks bedrag als omschreven in artikel 8 van deze overeenkomst; 2. Het bevoegd gezag neemt bij deze zorgplicht steeds de ter zake geldende wettelijke voorschriften in acht, in het bijzonder de wettelijk eisen ter zake van de onderhoudsplicht en oppervlakte en indeling van gebouwen en terreinen.
3. Het bevoegd gezag maakt voor de in lid 1 genoemde voorzieningen geen aanspraak op vergoeding van gemeentewege op basis van de gemeentelijke verordening voorzieningen huisvesting onderwijs; Artikel 4. Rechten en verplichtingen bevoegd gezag 1. Het bevoegd gezag draagt zorg voor een adequaat aanbod van voortgezet onderwijs in de gemeente Bergen op Zoom en krijgt op basis van deze overeenkomst daarvoor van de gemeente de volledige verantwoordelijkheid. Hierbij heeft het bevoegd gezag de verplichting het aanbod van voortgezet onderwijs minimaal op het huidige niveau te handhaven, binnen minimaal de huidige kwaliteit, mits de exploitatie van de school, gelet op de leerlingenaantallen, dit op een verantwoorde wijze toelaat; 2. Medegebruik van de schoolgebouwen en terreinen door of via de gemeente wordt door het bevoegd gezag op vrijwillige basis, tegen betaling van een nader overeen te komen vergoeding, toegestaan; 3. Het bevoegd gezag is verplicht het schoolgebouw behoorlijk te gebruiken, te onderhouden en adequaat te verzekeren. Ter zake van het onderhoud verplicht het bevoegd gezag zich jegens de gemeente dit uit te voeren op basis van een deugdelijk, periodiek te actualiseren, meerjarenonderhoudsplan, welk plan ter kennis wordt gebracht aan de gemeente; 4. Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat het schoolgebouw steeds voldoet aan alle daaraan wettelijk te stellen eisen, waaronder de in artikel 76c, tweede lid WVO geformuleerde eisen; 5. Het bevoegd gezag ziet jegens de gemeente af van het indienen van aanvragen die betrekking hebben op de huisvesting van de in artikel 1 genoemde school, waaronder begrepen: a. voor opneming van een huisvestingsvoorziening op het programma als bedoeld in artikel 76e WVO; b. met een spoedeisend karakter zoals bedoeld in artikel 76i WVO; 6. Het bevoegd gezag is gerechtigd (een gedeelte van) het schoolgebouw te verhuren zonder dat daarvoor de toestemming van de gemeente is vereist, als omschreven in artikel 76s, lid 1, WVO. De overige bepalingen van artikel 76s WVO zijn evenmin van toepassing; 7. Het bevoegd gezag is gehouden een periodiek te actualiseren huisvestingsplan te ontwikkelen waarin de visie op het onderwijs van de scholen en de daaraan verbonden huisvestingsgevolgen zijn beschreven. Het bevoegd gezag is gehouden dit plan aan de gemeente te overleggen. Indien uit dit plan wijzigingen met gevolgen voor het spreidings- en locatiebeleid voor de huisvesting van de school voortvloeien dan zullen gemeente en bevoegd gezag voorafgaand aan de uitvoering van deze plannen hierover op overeenstemming gericht overleg voeren. Dit geldt tevens indien sprake is van huisvestingsconsequenties die raken aan het spreidings -en locatie beleid van scholen voor primair onderwijs, (voortgezet)speciaal onderwijs en beroepsonderwijs in de gemeente; 8. Het bevoegd gezag is gehouden om de gemeente in een jaarlijks te houden overleg te informeren omtrent de realisatie van de in dit artikel opgenomen verplichtingen. Artikel 5. Informatievoorziening en verantwoording 1. Het bevoegd gezag is verplicht jaarlijks inzicht te geven in de financiën van de in artikel 1 vermelde school, middels het overleggen van de jaarrekening(EFJ); 2. Het bevoegd gezag zal op of kort na de wettelijke teldatum van 1 oktober aan de gemeente bescheiden overleggen waarvan onomstotelijk vaststaat hoeveel leerlingen de school onder het bevoegde gezag in de gemeente in het desbetreffende cursusjaar bezoeken. Artikel 6. Rechten en verplichtingen gemeente 1. De gemeente is ontslagen van haar verplichting overleg te voeren met het bevoegde gezag over de aanpassing en vaststelling van de verordeningen en daaruit voortvloeiend het programma, zoals omschreven in artikel 76f, lid 1 van de WVO; 2. De gemeente ziet af van het vorderingsrecht dat toekomt aan de gemeente op grond van artikel 76r van de WVO. Artikel 7. Bestedingsvrijheid Het bevoegd gezag zal met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 de bedragen, door de gemeente beschikbaar gesteld voor de voorzieningen in de huisvesting van de school, dusdanig aanwenden dat op behoorlijke wijze wordt voldaan aan de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag met betrekking tot de huisvesting, overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst en de aan de huisvesting te stellen wettelijke eisen. Het bevoegd gezag heeft de vrijheid, met inachtneming van het bepaalde in de eerste volzin, de bedragen die zij van de gemeente ontvangt naar eigen inzicht aan te wenden.
Artikel 8. Jaarlijks bedrag 1. De gemeente verschaft jaarlijks aan het bevoegd gezag ten behoeve van de zorg voor de voorzieningen in de huisvesting van de school het bedrag per leerling als bedoeld in het vierde lid van dit artikel. Uit de desbetreffende bedragen dienen, naast de voorzieningen als bedoeld in artikel 3 tevens de kosten voor OZB en verzekering te worden bestreden; 2. Het in het eerste lid bedoelde bedrag wordt jaarlijks door de gemeente, binnen het lopend kalenderjaar, in twaalf gelijke maandelijkse termijnen aan het bevoegd gezag beschikbaar gesteld; 3. Het jaarlijks bedrag is gebaseerd op een gefixeerd (gemiddeld aantal leerlingen over een periode van 5 jaar gebaseerd op de gemeentelijke prognose) aantal leerlingen van 2.134 per 1 januari 2006 (op basis van teldatum 1 oktober 2005 en bevolkingsgegevens van 1 januari 2006). Gedurende de looptijd van de overeenkomst wordt jaarlijks bezien of er op dat moment sprake is van een afwijking (positief, danwei negatief) van het gefixeerde aantal leerlingen groter dan 5%. Indien hiervan sprake is, zal op basis van een nieuwe op te stellen prognose het gefixeerd leerlingenaantal worden bijgesteld; 4. Per peildatum 1 januari 2006 bedraagt het bedrag per leerling € 401,40 vermenigvuldigd met de uitkeringsfactor en correctiefactor. Dit bedrag per leerling wordt jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig de VNG index voor huisvesting (aangeduid als prijsbijstellingsfactor voor nieuwbouw en uitbreiding) die door de gemeente ook wordt gehanteerd in de verordening voorzieningen huisvesting. Artikel 9. Overdracht economisch claimrecht, voorkeursrecht gemeente 1. Partijen zijn overeengekomen dat de gemeente afziet van het economisch claimrecht, zoals vermeld in artikel 76u WVO, met betrekking tot de in artikel 2 omschreven gebouwen en terreinen. Het bevoegd gezag heeft de vrije beschikking over deze gebouwen en terreinen. 2. De in bijlage l, behorend bij deze overeenkomst, genoemde boekwaarde per 1 januari 2006 van de resterende kapitaalslast op de in artikel 2 omschreven gebouwen en terreinen, wordt door het bevoegd gezag aan de gemeente vergoed. 3. Indien (één van) de gebouwen en terreinen, zoals omschreven in artikel 2, niet langer nodig zijn (of is) voor het onderwijs, zal het bevoegd gezag het allereerst aan de gemeente Bergen op Zoom te koop aanbieden. 4. Indien het bevoegd gezag gebouwen en terreinen ten behoeve van het verzorgen van voortgezet onderwijs, anders dan omschreven in artikel 2, in eigendom verkrijgt, deelt het bevoegd gezag dit schriftelijk mee aan de gemeente. De gemeente zal vervolgens voor eigen rekening een recht van eerste koop op deze gebouwen en terreinen vestigen. Het bevoegd gezag ontvangt hiervan mededeling. 5. Het bevoegd gezag dat voornemens is gebouwen of terreinen, of een gedeelte daarvan, blijvend niet meer voor de school te gebruiken, doet hiervan onverwijld mededeling aan de gemeente. De gemeente is gehouden binnen 8 weken na ontvangst van deze mededeling het bevoegd gezag meedelen of de gemeente gebruik wil maken van het recht van eerste koop. In geval de gemeente gebruik maakt van het recht van eerste koop, zullen partijen afspraken maken over nadere (verkoop)voorwaarden. In geval de gemeente geen gebruik maakt van het recht van eerste koop, is het bevoegd gezag vrij tot andere bestemming en vervreemding over te gaan. 6. Bij het gebruikmaken van het recht van eerste koop door de gemeente wordt de verkoopprijs bepaald door een onafhankelijke commissie van twee deskundigen, waarvan een deskundige wordt aangewezen door en voor rekening van de gemeente en een door en voor rekening van het bevoegd gezag. De commissie brengt nadat de opdracht is verleend haar taxatierapport zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen drie weken na de opdrachtverlening uit. Indien de commissie niet tot een eenduidige verkoopprijs komt, dan wordt dit onder opgave van de taxatiebedragen ter kennis gebracht van de gemeente en het bevoegd gezag. Gemeente en bevoegd gezag zullen dan samen pogen tot overeenstemming te komen over de verkoopprijs. Indien geen overeenstemming wordt bereikt, zullen gemeente en bevoegd gezag een derde onafhankelijke deskundige aanwijzen die aan de commissie wordt toegevoegd. De commissie van drie brengt vervolgens een taxatierapport uit. De gemeente en het bevoegd gezag zijn gehouden de uitsluitsel van laatstbedoeld taxatierapport als verkoopprijs te aanvaarden. De kosten voor de inschakeling van deze derde deskundige worden gezamenlijk door de gemeente en het bevoegd gezag, ieder voor de helft, gedragen. Artikel 10. Looptijd overeenkomst Deze overeenkomst treedt in werking met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2006 en wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.
ArtikelH. Wijziging overeenkomst Wijziging van de overeenkomst is slechts mogelijk indien beide partijen dat uitdrukkelijk wensen. Nochtans komen partijen nu overeen met elkaar in overleg te treden om te bezien of wijziging van de overeenkomst aan de orde is, indien er zich wijzigingen voordoen in de wettelijke verantwoordelijkheid van de gemeente voor de huisvesting van het voortgezet onderwijs op het grondgebied van de gemeente Bergen op Zoom. Partijen treden eveneens in overleg indien zich feiten of omstandigheden voordoen waarin deze overeenkomst niet voorziet. Artikel 12. Beëindiging overeenkomst 1. Partijen hebben over en weer de bevoegdheid deze overeenkomst op te zeggen indien zich onvoorziene omstandigheden van dien aard voordoen dat van een van hen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet langer kan worden verlangd dat deze overeenkomst ongewijzigd in stand blijft; Partijen verplichten zich in zodanig geval ten opzichte van elkaar om op basis van redelijkheid en billijkheid te komen tot een afwikkeling van over en weer aangegane verplichtingen en reserveringen. Ter zake van de in de eerste volzin bedoelde opzegging nemen partijen een termijn van ten minste één kalenderjaar in acht. Partijen gaan niet eerder over tot opzegging dan nadat is vastgesteld dat in de situatie die is ontstaan niet kan worden voorzien door het met wederzijds goedvinden wijzigen van deze overeenkomst respectievelijk onderdelen hiervan; 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid heeft de gemeente de bevoegdheid deze overeenkomst te ontbinden zonder deswege tot vergoeding van kosten en/of schade van het bevoegd gezag te zijn gehouden indien het bevoegd gezag: a. surséance van betaling aanvraagt; b. in staat van faillissement wordt verklaard; c. ondanks sommatie zijdens de gemeente in gebreke blijft bij nakoming van verplichtingen die zij jegens deze is aangegaan. Artikel 13. Fusie, bestuursoverdracht, gemeentelijke herindeling 1. In geval van bestuursoverdracht, als bedoeld in artikel 50 van de WVO, gaan de rechten en verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst over op het nieuwe bevoegd gezag; 2. Naar analogie van het bepaalde in het eerste lid gaan bij een gemeentelijke herindeling de uit deze overeenkomst voor de gemeente voortvloeiende verplichtingen over op diens rechtsopvolger. Artikel 14. Geschillen 1. Er is sprake van geschillen indien zulks door tenminste een partij als zodanig aan de andere partij(en) kenbaar wordt gemaakt; 2. Alle geschillen die naar aanleiding van deze overeenkomst ontstaan of daarmee verband houden, worden onderworpen aan de beoordeling van drie arbiters. Zowel de gemeente als het bevoegd gezag benoemen ieder een arbiter; de aldus benoemde arbiters wijzen in overleg een derde arbiter aan die bij voorkeur jurist is. De arbiters zullen recht spreken als goede mensen naar billijkheid en in het hoogste ressort. Het oordeel van de arbiters is derhalve bindend. De in het ongelijk gestelde partij zal worden veroordeeld in de kosten van de arbitrage tenzij anders wordt overeengekomen door de gemeente en het bevoegd gezag. Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt en ondertekend op
te Bergen op Zoom
De gemeente Bergen op Zoom,
Stichting RSG" 't Rijks
Drs J.M.M. Polman, burgemeester
Mevr. M. Brouwers, voorzitter
Bijlage l Totaaloverzicht Rüks periode 1997 t/m 2005 jaar
ink alg uitk
kapln inv
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005*
239.545,35 248.312,22 271.137,48 306.590,68 345.236,43 454.391,07 473.831,31 501.506,28 482.511,94
0,00 0,00 0,00 9.418,30 42.674,43 129.140,24 257.907,91 269.361,74 287.398,49
totaal
3.323.062,78
995.901,11
éénm kn
119.216,84 51.157,20 44.865,00
ozb/verz 34.000,00 15.330,57 21.178,10 82.493,89 50.091,54 59.225,60 60.710,30 71.873,84 68.697,01
huur/leningen
onderhoud
0,00 0,00 2.278,24
0,00 0,00 0,00 0,00 11.225,55 0,00 30.815,26 0,00 0,00
52.803,69 20.844,84 43.613,50 36.106,00
205.545,35 232.981,65 247.681,14 202.584,64 122.028,07 213.221,54 52.395,79 116.657,20 45.445,44
42.040,81
167.740,13
1.438.540,83
12.093,86 0,00
* de bedragen voor 2005 betreffen geraamde bi Overdracht Als uitgangspunt voor de totale berekening wordt aangehouden 1 januari 2006. kapitaallast investeringen:
saldo
permanente uitbreiding '00 boekwaarde per 01-01-2006
1.401.935,48
1e inrichting olp/meub'00 boekwaarde per 01-01-2006
243.047,85
perm uitbreiding 505m2 '02 boekwaarde per 01-01-2006
827.504,08
1.363.981,41
209.052,12
810.481,50
HVP 2005:
1einrolp/meub505m2'02 boekwaarde per 01-01-2006
65.081,16
tijdelijke uitbreiding 484m2 '02 boekwaarde per 01-01-2006
384.352,00
57.341,54
291.518,22
1 e inr olp/meub 484m2 '02 boekwaarde per 01-01-2006
62.374,81
perm uitbreiding 163m2 '03 boekwaarde per 01-01-2006
286.795,78
1e inr olp/meub 163m2 '03 boekwaarde per 01-01-2006
21.457,32
perm uitbreiding 202 m2 '05 boekwaarde per 01-01-2006
385.369,00
1 e inr olp/meub 202m2 '05 boekwaarde per 01-01-2006
26.664,00
56.976,59
282.979,00
19.600,32
385.369,00
totaal boekwaarde 01-01-2006
26.664,00 3.503.963,70
De totale boekwaarde per 01-01-2006 dient door het bevoegd gezag te worden vergoed. Met ingang van 1 januari 2006 zal het bedrag per leerling ad € 401,40, dat via de algemene uitkering van het Rijk wordt ontvangen, doorgesluisd worden naar het bevoegd gezag. Alle verdere kosten tzv ozb, verzekering, onderhoud, huur komen m.i.v. die datum tlv het bevoegd gezag.
Doordecentralisatieovereenkomst voortgezet onderwijs gemeente Bergen op Zoom
Ondergetekende, partijen bij overeenkomst: a.
en b.
de gemeente Bergen op Zoom, in deze ingevolge artikel 171 van de Gemeentewet vertegenwoordigd door de burgemeester de heer drs. J.M.M. Polman handelend ter uitvoering van het besluit van de gemeenteraad d.d. nummer , hierna te noemen: de gemeente Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs e.o. in deze vertegenwoordigd door, noemen: het bevoegd gezag.
voorzitter hierna te
In aanmerking nemende dat: 1. ingevolge het bepaalde in artikel 76b van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) (Stb. 402 1996) de zorg voor de onderwijshuisvestingsvoorzieningen is opgedragen aan de gemeente, waaronder begrepen de op het grondgebied van de gemeente gelegen gebouwen en terreinen behorende tot de onder het bevoegd gezag vallende school voor voortgezet onderwijs; 2. de gemeenteraad ingevolge het bepaalde in artikel 76v WVO, onder door hem te stellen voorwaarden, kan besluiten in overeenstemming met het bevoegd gezag dat ten behoeve van het door dit bevoegd gezag op het grondgebied van de gemeente in stand gehouden school een jaarlijks bedrag voor huisvestingskosten wordt verschaft waarmee het bevoegd gezag redelijkerwijs kan voorzien in de huisvestingsbehoefte van deze school; 3. het toepassen van de onder 2 genoemde wettelijke uitzonderingsmogelijkheid, welke ook bekendheid geniet onder de term "doordecentralisatie", past binnen het landelijk en gemeentelijk beleid ten aanzien van de autonomie vergroting van de bevoegde gezagsorganen; 4. een gezamenlijke keuze van partijen voor doordecentralisatie door de gemeente resulteert in de overdracht van diens zorgplicht voor dat gedeelte van de onderwijshuisvesting dat onder verantwoording van het bevoegd gezag valt, alsmede limitering van de financiële risico's, terwijl de voordelen van het bevoegd gezag met name zijn gelegen in de vergroting van de autonomie; 5. de partijen wensen, voor zover althans bij deze overeenkomst uitdrukkelijk bepaald, in afwijking van het bepaalde in Titel III, afdeling IA, hoofdstuk l WVO, alsmede de daarop gebaseerde gemeentelijke Verordening Voorzieningen Huisvesting onderwijs, hun onderlinge rechtsverhouding nader te regelen. Verklaren overeengekomen te zijn als volgt: Artikel 1. Definities Gemeente: de gemeente Bergen op Zoom danwei het gemeentebestuur, Bevoegd gezag: Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs e.o.; School: Juvenaat Heilig Hart; Schoolgebouwen: de op het grondgebied van de gemeente en onder het bevoegd gezag ressorterende voor het voortgezet onderwijs bestemde terreinen en gebouwen zoals deze in gebruik zijn bij voornoemde school voor voortgezet onderwijs, alsmede leer -en hulpmiddelen en het meubilair van de school; WVO: de Wet Voortgezet Onderwijs zoals gepubliceerd in Staatsblad 1996, 402 en hierna gewijzigd weergegeven in de Staatsbladen. Artikel 2. Omschrijving terreinen en schoolgebouwen 1. het bevoegd gezag beschikt over de volgende gebouwen en terreinen;
gemeente
sectie
nummer 7917
plaatselijke aanduiding Pater Dehonlaan 63 Bergen op Zoom
hoofdgebouw
gymzaal
hoofdgebouw
Permanent 1988
Permanent
Bergen op Zoom
gebouwdeel bouwaard bouwjaar bouwlagen aantal m2 BVO
1 Permanent 1988
2.908
1998 1.377
2. Deze overeenkomst ziet mede toe op de na het aangaan van de overeenkomst door het bevoegd gezag verworven respectievelijk nog te verwerven gebouwen en terreinen en inventaris, voor zover deze zijn verworven met door de overheid beschikbaar gestelde middelen. Artikel 3. Overdracht verantwoordelijkheden voor de huisvestingsvoorzieningen 1. De gemeente draagt haar zorgplicht voor de voorzieningen in de huisvesting zoals bedoeld in artikel 76b, eerste lid WVO, welke voorzieningen zijn opgesomd in artikel 76c WVO en vertaald in de Verordening voorzieningen huisvesting van de gemeente Bergen op Zoom, voor wat betreft de in artikel 1 genoemde school over aan het bevoegd gezag, die deze zorg integraal over neemt. Het bevoegd gezag ontvangt voor de uitvoering van de in dit lid genoemde zorg een jaarlijks bedrag als omschreven in artikel 8 van deze overeenkomst; 2. Het bevoegd gezag neemt bij deze zorgplicht steeds de ter zake geldende wettelijke voorschriften in acht, in het bijzonder de wettelijk eisen ter zake van de onderhoudsplicht en oppervlakte en indeling van gebouwen en terreinen. 3. Het bevoegd gezag maakt voor de in lid 1 genoemde voorzieningen geen aanspraak op vergoeding van gemeentewege op basis van de gemeentelijke verordening voorzieningen huisvesting onderwijs; Artikel 4. Rechten en verplichtingen bevoegd gezag 1. Het bevoegd gezag draagt zorg voor een adequaat aanbod van voortgezet onderwijs in de gemeente Bergen op Zoom en krijgt op basis van deze overeenkomst daarvoor van de gemeente de volledige verantwoordelijkheid. Hierbij heeft het bevoegd gezag de verplichting het aanbod van voortgezet onderwijs minimaal op het huidige niveau te handhaven, binnen minimaal de huidige kwaliteit, mits de exploitatie van de school, gelet op de leerlingenaantallen, dit op een verantwoorde wijze toelaat; 2. Medegebruik van de schoolgebouwen en terreinen door of via de gemeente wordt door het bevoegd gezag op vrijwillige basis, tegen betaling van een nader overeen te komen vergoeding, toegestaan; 3. Het bevoegd gezag is verplicht het schoolgebouw behoorlijk te gebruiken, te onderhouden en adequaat te verzekeren. Ter zake van het onderhoud verplicht het bevoegd gezag zich jegens de gemeente dit uit te voeren op basis van een deugdelijk, periodiek te actualiseren, meerjarenonderhoudsplan, welk plan ter kennis wordt gebracht aan de gemeente; 4. Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat het schoolgebouw steeds voldoet aan alle daaraan wettelijk te stellen eisen, waaronder de in artikel 76c, tweede lid WVO geformuleerde eisen; 5. Het bevoegd gezag ziet jegens de gemeente af van het indienen van aanvragen die betrekking hebben op de huisvesting van de in artikel 1 genoemde school, waaronder begrepen: a. voor opneming van een huisvestingsvoorziening op het programma als bedoeld in artikel 76e WVO; b. met een spoedeisend karakter zoals bedoeld in artikel 76i WVO; 6. Het bevoegd gezag is gerechtigd (een gedeelte van) het schoolgebouw te verhuren zonder dat daarvoor de toestemming van de gemeente is vereist, als omschreven in artikel 76s, lid 1, WVO. De overige bepalingen van artikel 76s WVO zijn evenmin van toepassing; 7. Het bevoegd gezag is gehouden een periodiek te actualiseren huisvestingsplan te ontwikkelen waarin de visie op het onderwijs van de scholen en de daaraan verbonden huisvestingsgevolgen zijn beschreven. Het bevoegd
gezag is gehouden dit plan aan de gemeente te overleggen. Indien uit dit plan wijzigingen met gevolgen voor het spreidings- en locatiebeleid voor de huisvesting van de school voortvloeien dan zullen gemeente en bevoegd gezag voorafgaand aan de uitvoering van deze plannen hierover op overeenstemming gericht overleg voeren. Dit geldt tevens indien sprake is van huisvestingsconsequenties die raken aan het spreidings -en locatie beleid van scholen voor primair onderwijs, (voortgezet)speciaal onderwijs en beroepsonderwijs in de gemeente; 8. Het bevoegd gezag is gehouden om de gemeente in een jaarlijks te houden overleg te informeren omtrent de realisatie van de in dit artikel opgenomen verplichtingen. Artikel 5. Informatievoorziening en verantwoording 1. Het bevoegd gezag is verplicht jaarlijks inzicht te geven in de financiën van de in artikel 1 vermelde school, middels het overleggen van de jaarrekening(EFJ); 2. Het bevoegd gezag zal op of kort na de wettelijke teldatum van 1 oktober aan de gemeente bescheiden overleggen waarvan onomstotelijk vaststaat hoeveel leerlingen de school onder het bevoegde gezag in de gemeente in het desbetreffende cursusjaar bezoeken. Artikel 6. Rechten en verplichtingen gemeente 1. De gemeente is ontslagen van haar verplichting overleg te voeren met het bevoegde gezag over de aanpassing en vaststelling van de verordeningen en daaruit voortvloeiend het programma, zoals omschreven in artikel 76f, lid 1 van de WVO; 2. De gemeente ziet af van het vorderingsrecht dat toekomt aan de gemeente op grond van artikel 76r van de WVO. Artikel 7. Bestedingsvrijheid Het bevoegd gezag zal met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 de bedragen, door de gemeente beschikbaar gesteld voor de voorzieningen in de huisvesting van de school, dusdanig aanwenden dat op behoorlijke wijze wordt voldaan aan de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag met betrekking tot de huisvesting, overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst en de aan de huisvesting te stellen wettelijke eisen. Het bevoegd gezag heeft de vrijheid, met inachtneming van het bepaalde in de eerste volzin, de bedragen die zij van de gemeente ontvangt naar eigen inzicht aan te wenden. Artikel 8. Jaarlijks bedrag 1. De gemeente verschaft jaarlijks aan het bevoegd gezag ten behoeve van de zorg voor de voorzieningen in de huisvesting van de school het bedrag per leerling als bedoeld in het vierde lid van dit artikel. Uit de desbetreffende bedragen dienen, naast de voorzieningen als bedoeld in artikel 3 tevens de kosten voor OZB en verzekering te worden bestreden; 2. Het in het eerste lid bedoelde bedrag wordt jaarlijks door de gemeente, binnen het lopend kalenderjaar, in twaalf gelijke maandelijkse termijnen aan het bevoegd gezag beschikbaar gesteld; 3. Het jaarlijks bedrag is gebaseerd op een gefixeerd (gemiddeld aantal leerlingen over een periode van 5 jaar gebaseerd op de gemeentelijke prognose) aantal leerlingen van 436 per 1 januari 2006 (op basis van teldatum 1 oktober 2005 en bevolkingsgegevens van 1 januari 2006). Gedurende de looptijd van de overeenkomst wordt jaarlijks bezien of er op dat moment sprake is van een afwijking (positief, danwei negatief) van het gefixeerde aantal leerlingen groter dan 5%. Indien hiervan sprake is, zal op basis van een nieuwe op te stellen prognose het gefixeerd leerlingenaantal worden bijgesteld; 4. Per peildatum 1 januari 2006 bedraagt het bedrag per leerling € 401,40 vermenigvuldigd met de uitkeringsfactor en correctiefactor. Dit bedrag per leerling wordt jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig de VNG index voor huisvesting (aangeduid als prijsbijstellingsfactor voor nieuwbouw en uitbreiding) die door de gemeente ook wordt gehanteerd in de verordening voorzieningen huisvesting. Artikel 9. Overdracht economisch claimrecht, voorkeursrecht gemeente 1. Partijen zijn overeengekomen dat de gemeente afziet van het economisch claimrecht, zoals vermeld in artikel 76u WVO, met betrekking tot de in artikel 2 omschreven gebouwen en terreinen. Het bevoegd gezag heeft de vrije beschikking over deze gebouwen en terreinen. 2. De in bijlage l, behorend bij deze overeenkomst, genoemde boekwaarde per 1 januari 2006 van de resterende kapitaalslast op de in artikel 2 omschreven gebouwen en terreinen, wordt door het bevoegd gezag aan de gemeente vergoed.
3. Indien (één van) de gebouwen en terreinen, zoals omschreven in artikel 2, niet langer nodig zijn (of is) voor het onderwijs, zal het bevoegd gezag het allereerst aan de gemeente te koop aanbieden. 4. Indien het bevoegd gezag gebouwen en terreinen ten behoeve van het verzorgen van voortgezet onderwijs, anders dan omschreven in artikel 2, in eigendom verkrijgt, deelt het bevoegd gezag dit schriftelijk mee aan de gemeente. De gemeente zal vervolgens voor eigen rekening een recht van eerste koop op deze gebouwen en terreinen vestigen. Het bevoegd gezag ontvangt hiervan mededeling. 5. Het bevoegd gezag dat voornemens is gebouwen of terreinen, of een gedeelte daarvan, blijvend niet meer voor de school te gebruiken, doet hiervan onverwijld mededeling aan de gemeente. De gemeente is gehouden binnen 8 weken na ontvangst van deze mededeling het bevoegd gezag meedelen of de gemeente gebruik wil maken van het recht van eerste koop. In geval de gemeente gebruik maakt van het recht van eerste koop, zullen partijen afspraken maken over nadere (verkoopvoorwaarden. In geval de gemeente geen gebruik maakt van het recht van eerste koop, is het bevoegd gezag vrij tot andere bestemming en vervreemding over te gaan. 6. Bij het gebruikmaken van het recht van eerste koop door de gemeente wordt de verkoopprijs bepaald door een onafhankelijke commissie van twee deskundigen, waarvan een deskundige wordt aangewezen door en voor rekening van de gemeente en een door en voor rekening van het bevoegd gezag. De commissie brengt nadat de opdracht is verleend haar taxatierapport zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen drie weken na de opdrachtverlening uit. Indien de commissie niet tot een eenduidige verkoopprijs komt, dan wordt dit onder opgave van de taxatiebedragen ter kennis gebracht van de gemeente en het bevoegd gezag. Gemeente en bevoegd gezag zullen dan samen pogen tot overeenstemming te komen over de verkoopprijs. Indien geen overeenstemming wordt bereikt, zullen gemeente en bevoegd gezag een derde onafhankelijke deskundige aanwijzen die aan de commissie wordt toegevoegd. De commissie van drie brengt vervolgens een taxatierapport uit. De gemeente en het bevoegd gezag zijn gehouden de uitsluitsel van laatstbedoeld taxatierapport als verkoopprijs te aanvaarden. De kosten voor de inschakeling van deze derde deskundige worden gezamenlijk door de gemeente en het bevoegd gezag, ieder voor de helft, gedragen. Artikel 10. Looptijd overeenkomst Deze overeenkomst treedt in werking met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2006 en wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. Artikel 11. Wijziging overeenkomst Wijziging van de overeenkomst is slechts mogelijk indien beide partijen dat uitdrukkelijk wensen. Nochtans komen partijen nu overeen met elkaar in overleg te treden om te bezien of wijziging van de overeenkomst aan de orde is, indien er zich wijzigingen voordoen in de wettelijke verantwoordelijkheid van de gemeente voor de huisvesting van het voortgezet onderwijs op het grondgebied van de gemeente Bergen op Zoom. Partijen treden eveneens in overleg indien zich feiten of omstandigheden voordoen waarin deze overeenkomst niet voorziet. Artikel 12. Beëindiging overeenkomst 1. Partijen hebben over en weer de bevoegdheid deze overeenkomst op te zeggen indien zich onvoorziene omstandigheden van dien aard voordoen dat van een van hen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet langer kan worden verlangd dat deze overeenkomst ongewijzigd in stand blijft; Partijen verplichten zich in zodanig geval ten opzichte van elkaar om op basis van redelijkheid en billijkheid te komen tot een afwikkeling van over en weer aangegane verplichtingen en reserveringen. Ter zake van de in de eerste volzin bedoelde opzegging nemen partijen een termijn van ten minste één kalenderjaar in acht. Partijen gaan niet eerder over tot opzegging dan nadat is vastgesteld dat in de situatie die is ontstaan niet kan worden voorzien door het met wederzijds goedvinden wijzigen van deze overeenkomst respectievelijk onderdelen hiervan; 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid heeft de gemeente de bevoegdheid deze overeenkomst te ontbinden zonder deswege tot vergoeding van kosten en/of schade van het bevoegd gezag te zijn gehouden indien het bevoegd gezag: a. surséance van betaling aanvraagt; b. in staat van faillissement wordt verklaard; c. ondanks sommatie zijdens de gemeente in gebreke blijft bij nakoming van verplichtingen die zij jegens deze is aangegaan.
Artikel 13. Fusie, bestuursoverdracht, gemeentelijke herindeling 1. In geval van bestuursoverdracht, als bedoeld in artikel 50 van de WVO, gaan de rechten en verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst over op het nieuwe bevoegd gezag; 2. Naar analogie van het bepaalde in het eerste lid gaan bij een gemeentelijke herindeling de uit deze overeenkomst voor de gemeente voortvloeiende verplichtingen over op diens rechtsopvolger. Artikel 14. Geschillen 1. Er is sprake van geschillen indien zulks door tenminste een partij als zodanig aan de andere partij(en) kenbaar wordt gemaakt; 2. Alle geschillen die naar aanleiding van deze overeenkomst ontstaan of daarmee verband houden, worden onderworpen aan de beoordeling van drie arbiters. Zowel de gemeente als het bevoegd gezag benoemen ieder een arbiter; de aldus benoemde arbiters wijzen in overleg een derde arbiter aan die bij voorkeur jurist is. De arbiters zullen recht spreken als goede mensen naar billijkheid en in het hoogste ressort. Het oordeel van de arbiters is derhalve bindend. De in het ongelijk gestelde partij zal worden veroordeeld in de kosten van de arbitrage tenzij anders wordt overeengekomen door de gemeente en het bevoegd gezag. Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt en ondertekend op
te Bergen op Zoom
De gemeente Bergen op Zoom,
Drs J.M.M. Polman, burgemeester
Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs,
Bijlage l Totaaloverzicht Juvenaat periode 1997 t/m 2005 jaar
ink alg uitk
kapitaalln inv
ozb/verz
huur/leningen
onderhoud
saldo
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005*
58.377,87 63.727,57 71,197,35 75.728,63 84,350,96 106.224,53 110.551,93 111.532,10 105.266,43
0,00 1.526,07 54.455,27 150.034,77 136.216,92 136.216,92 136.216,92 136.216,92 136.218,00
10.716,99 11.511,20 13.067,70 11.193,60 24.482,19 21.102,00 21.562,20 21.942,91 22.200,00
6.596,51 6.481,35 6.586,17 6.413,28 3.983,39 3.953,15 0,00 4.176,00 4.500,00
0,00 0,00 0,00 0,00 13.652,91 0,00 0,00 56.554,57 2.000,00
41.064,37 44.208,95 -2.911,79 -91.913,02 -93.984,45 -55.047,54 -47.227,19 -107.358,30 -59.651,57
totaal
786.957,37
887.101,79
157.778,79
42.689,85
72.207,48
-372.820,54
* de bedragen voor 2005 betreffen geraamde bedragen. Overdracht Als uitgangspunt voor de totale berekening wordt aangehouden 1 januari 2006. Op dat moment is de boekwaarde van de investeringen: uitbreiding vloeropp '98 € boekwaarde per 01-01-2006
1.631.636,83 1.561.995 139.755,23
uitbreiding leer/hulpmiddelen '98 boekwaarde per 01-01-2006
113.162 totaal
1.675.157
De totale boekwaarde per 01-01-2006 dient door het bevoegd gezag te worden vergoed. Met ingang van 1 januari 2006 zal het bedrag per leerling ad € 401,40, dat via de algemene uitkering van het Rijk wordt ontvangen, doorgesluisd worden naar het bevoegd gezag. Alle verdere kosten tzv ozb, verzekering, onderhoud, huur komen m.i.v. die datum tlv het bevoegd gezag.
Doordecentralisatieovereenkomst voortgezet onderwijs gemeente Bergen op Zoom
Ondergetekende, partijen bij overeenkomst: a.
en b.
de gemeente Bergen op Zoom, in deze ingevolge artikel 171 van de Gemeentewet vertegenwoordigd door de burgemeester de heer drs. J.M.M. Polman handelend ter uitvoering van het besluit van de gemeenteraad d.d. nummer , hierna te noemen: de gemeente De Lowys Porquinstichting in deze vertegenwoordigd door A.L.M, van Geel, voorzitter centrale directie hierna te noemen: het bevoegd gezag.
In aanmerking nemende dat: 1. ingevolge het bepaalde in artikel 76b van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) (Stb. 402 1996) de zorg voor de onderwijshuisvestingsvoorzieningen is opgedragen aan de gemeente, waaronder begrepen de op het grondgebied van de gemeente gelegen gebouwen en terreinen behorende tot de onder het bevoegd gezag vallende school voor voortgezet onderwijs; 2. de gemeenteraad ingevolge het bepaalde in artikel 76v WVO, onder door hem te stellen voorwaarden, kan besluiten in overeenstemming met het bevoegd gezag dat ten behoeve van het door dit bevoegd gezag op het grondgebied van de gemeente in stand gehouden school een jaarlijks bedrag voor huisvestingskosten wordt verschaft waarmee het bevoegd gezag redelijkerwijs kan voorzien in de huisvestingsbehoefte van deze school; 3. het toepassen van de onder 2 genoemde wettelijke uitzonderingsmogelijkheid, welke ook bekendheid geniet onder de term "doordecentralisatie", past binnen het landelijk en gemeentelijk beleid ten aanzien van de autonomie vergroting van de bevoegde gezagsorganen; 4. een gezamenlijke keuze van partijen voor doordecentralisatie door de gemeente resulteert in de overdracht van diens zorgplicht voor dat gedeelte van de onderwijshuisvesting dat onder verantwoording van het bevoegd gezag valt, alsmede limitering van de financiële risico's, terwijl de voordelen van het bevoegd gezag met name zijn gelegen in de vergroting van de autonomie; 5. de partijen wensen, voor zover althans bij deze overeenkomst uitdrukkelijk bepaald, in afwijking van het bepaalde in Titel III, afdeling IA, hoofdstuk l WVO, alsmede de daarop gebaseerde gemeentelijke Verordening Voorzieningen Huisvesting onderwijs, hun onderlinge rechtsverhouding nader te regelen. Verklaren overeengekomen te zijn als volgt: Artikel 1. Definities Gemeente: de gemeente Bergen op Zoom danwei het gemeentebestuur; Bevoegd gezag: Lowys Porquinstichting; School: praktijkschool Het Kwadrant; Schoolgebouwen: de op het grondgebied van de gemeente en onder het bevoegd gezag ressorterende voor het voortgezet onderwijs bestemde terreinen en gebouwen zoals deze in gebruik zijn bij voornoemde school voor voortgezet onderwijs, alsmede leer -en hulpmiddelen en het meubilair van de school; WVO: de Wet Voortgezet Onderwijs zoals gepubliceerd in Staatsblad 1996, 402 en hierna gewijzigd weergegeven in de Staatsbladen. Artikel 2. Omschrijving terreinen en schoolgebouwen 1. het bevoegd gezag beschikt over de volgende gebouwen en terreinen;
gebouwdeel bouwaard bouwjaar bouwlagen aantal lokalen aantal m2 BVO
Permanent
1963
Tijdelijk 2001
911
1 vervallen
Permanent Permanent Permanent 2004 2002 2003
104
208
208
2. Deze overeenkomst ziet mede toe op de na het aangaan van de overeenkomst door het bevoegd gezag verworven respectievelijk nog te verwerven gebouwen en terreinen en inventaris, voor zover deze zijn verworven met door de overheid beschikbaar gestelde middelen. Artikel 3. Overdracht verantwoordelijkheden voor de huisvestingsvoorzieningen 1. De gemeente draagt haar zorgplicht voor de voorzieningen in de huisvesting zoals bedoeld in artikel 76b, eerste lid WVO, welke voorzieningen zijn opgesomd in artikel 76c WVO en vertaald in de Verordening voorzieningen huisvesting van de gemeente Bergen op Zoom, voor wat betreft de in artikel 1 genoemde school over aan het bevoegd gezag, die deze zorg integraal over neemt. Het bevoegd gezag ontvangt voor de uitvoering van de in dit lid genoemde zorg een jaarlijks bedrag als omschreven in artikel 8 van deze overeenkomst; 2. Het bevoegd gezag neemt bij deze zorgplicht steeds de ter zake geldende wettelijke voorschriften in acht, in het bijzonder de wettelijk eisen ter zake van de onderhoudsplicht en oppervlakte en indeling van gebouwen en terreinen. 3. Het bevoegd gezag maakt voor de in lid 1 genoemde voorzieningen geen aanspraak op vergoeding van gemeentewege op basis van de gemeentelijke verordening voorzieningen huisvesting onderwijs; Artikel 4. Rechten en verplichtingen bevoegd gezag 1. Het bevoegd gezag draagt zorg voor een adequaat aanbod van voortgezet onderwijs in de gemeente Bergen op Zoom en krijgt op basis van deze overeenkomst daarvoor van de gemeente de volledige verantwoordelijkheid. Hierbij heeft het bevoegd gezag de verplichting het aanbod van voortgezet onderwijs minimaal op het huidige niveau te handhaven, binnen minimaal de huidige kwaliteit, mits de exploitatie van de school, gelet op de leerlingenaantallen, dit op een verantwoorde wijze toelaat; 2. Medegebruik van de schoolgebouwen en terreinen door of via de gemeente wordt door het bevoegd gezag op vrijwillige basis, tegen betaling van een nader overeen te komen vergoeding, toegestaan; 3. Het bevoegd gezag is verplicht het schoolgebouw behoorlijk te gebruiken, te onderhouden en adequaat te verzekeren. Ter zake van het onderhoud verplicht het bevoegd gezag zich jegens de gemeente dit uit te voeren op basis van een deugdelijk, periodiek te actualiseren, meerjarenonderhoudsplan, welk plan ter kennis wordt gebracht aan de gemeente; 4. Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat het schoolgebouw steeds voldoet aan alle daaraan wettelijk te stellen eisen, waaronder de in artikel 76c, tweede lid WVO geformuleerde eisen; 5. Het bevoegd gezag ziet jegens de gemeente af van het indienen van aanvragen die betrekking hebben op de huisvesting van de in artikel 1 genoemde school, waaronder begrepen: a. voor opneming van een huisvestingsvoorziening op het programma als bedoeld in artikel 76e WVO; b. met een spoedeisend karakter zoals bedoeld in artikel 76i WVO; 6. Het bevoegd gezag is gerechtigd (een gedeelte van) het schoolgebouw te verhuren zonder dat daarvoor de toestemming van de gemeente is vereist, als omschreven in artikel 76s, lid 1, WVO. De overige bepalingen van artikel 76s WVO zijn evenmin van toepassing;
7. Het bevoegd gezag is gehouden een periodiek te actualiseren huisvestingsplan te ontwikkelen waarin de visie op het onderwijs van de scholen en de daaraan verbonden huisvestingsgevolgen zijn beschreven. Het bevoegd gezag is gehouden dit plan aan de gemeente te overleggen. Indien uit dit plan wijzigingen met gevolgen voor het spreidings- en locatiebeleid voor de huisvesting van de school voortvloeien dan zullen gemeente en bevoegd gezag voorafgaand aan de uitvoering van deze plannen hierover op overeenstemming gericht overleg voeren. Dit geldt tevens indien sprake is van huisvestingsconsequenties die raken aan het spreidings -en locatie beleid van scholen voor primair onderwijs, (voortgezet)speciaal onderwijs en beroepsonderwijs in de gemeente; 8. Het bevoegd gezag is gehouden om de gemeente in een jaarlijks te houden overleg te informeren omtrent de realisatie van de in dit artikel opgenomen verplichtingen. Artikel 5. Informatievoorziening en verantwoording 1. Het bevoegd gezag is verplicht jaarlijks inzicht te geven in de financiën van de in artikel 1 vermelde school, middels het overleggen van de jaarrekening(EFJ); 2. Het bevoegd gezag zal op of kort na de wettelijke teldatum van 1 oktober aan de gemeente bescheiden overleggen waarvan onomstotelijk vaststaat hoeveel leerlingen de school onder het bevoegde gezag in de gemeente in het desbetreffende cursusjaar bezoeken. Artikel 6. Rechten en verplichtingen gemeente 1. De gemeente is ontslagen van haar verplichting overleg te voeren met het bevoegde gezag over de aanpassing en vaststelling van de verordeningen en daaruit voortvloeiend het programma, zoals omschreven in artikel 76f, lid 1 van de WVO; 2. De gemeente ziet af van het vorderingsrecht dat toekomt aan de gemeente op grond van artikel 76r van de WVO. Artikel 7. Bestedingsvrijheid Het bevoegd gezag zal met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 de bedragen, door de gemeente beschikbaar gesteld voor de voorzieningen in de huisvesting van de school, dusdanig aanwenden dat op behoorlijke wijze wordt voldaan aan de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag met betrekking tot de huisvesting, overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst en de aan de huisvesting te stellen wettelijke eisen. Het bevoegd gezag heeft de vrijheid, met inachtneming van het bepaalde in de eerste volzin, de bedragen die zij van de gemeente ontvangt naar eigen inzicht aan te wenden. Artikel 8. Jaarlijks bedrag 1. De gemeente verschaft jaarlijks aan het bevoegd gezag ten behoeve van de zorg voor de voorzieningen in de huisvesting van de school het bedrag per leerling als bedoeld in het vierde lid van dit artikel. Uit de desbetreffende bedragen dienen, naast de voorzieningen als bedoeld in artikel 3 tevens de kosten voor OZB en verzekering te worden bestreden; 2. Het in het eerste lid bedoelde bedrag wordt jaarlijks door de gemeente, binnen het lopend kalenderjaar, in twaalf gelijke maandelijkse termijnen aan het bevoegd gezag beschikbaar gesteld; 3. Het jaarlijks bedrag is gebaseerd op een gefixeerd (gemiddeld aantal leerlingen over een periode van 5 jaar gebaseerd op de gemeentelijke prognose) aantal leerlingen van 166 per 1 januari 2006 (op basis van teldatum 1 oktober 2005 en bevolkingsgegevens van 1 januari 2006). Gedurende de looptijd van de overeenkomst wordt jaarlijks bezien of er op dat moment sprake is van een afwijking (positief, danwei negatief) van het gefixeerde aantal leerlingen groter dan 5%. Indien hiervan sprake is, zal op basis van een nieuwe op te stellen prognose het gefixeerd leerlingenaantal worden bijgesteld; 4. Per peildatum 1 januari 2006 bedraagt het bedrag per leerling € 401,40 vermenigvuldigd met de uitkeringsfactor en correctiefactor(zie bijlage l) Dit bedrag per leerling wordt jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig de VNG index voor huisvesting (aangeduid als prijsbijstellingsfactor voor nieuwbouw en uitbreiding) die door de gemeente ook wordt gehanteerd in de verordening voorzieningen huisvesting. Artikel 9. Overdracht economisch claimrecht, voorkeursrecht gemeente 1. Partijen zijn overeengekomen dat de gemeente afziet van het economisch claimrecht, zoals vermeld in artikel 76u WVO, met betrekking tot de in artikel 2 omschreven gebouwen en terreinen. Het bevoegd gezag heeft de vrije beschikking over deze gebouwen en terreinen.
2. De in bijlage l, behorend bij deze overeenkomst, genoemde boekwaarde per 1 januari 2006 van de resterende kapitaalslast op de in artikel 2 omschreven gebouwen en terreinen, wordt door het bevoegd gezag aan de gemeente vergoed. 3. Indien (één van) de gebouwen en terreinen, zoals omschreven in artikel 2, niet langer nodig zijn (of is) voor het onderwijs, zal het bevoegd gezag het allereerst aan de gemeente Bergen op Zoom te koop aanbieden. 4. Indien het bevoegd gezag gebouwen en terreinen ten behoeve van het verzorgen van voortgezet onderwijs, anders dan omschreven in artikel 2, in eigendom verkrijgt, deelt het bevoegd gezag dit schriftelijk mee aan de gemeente. De gemeente zal vervolgens voor eigen rekening een recht van eerste koop op deze gebouwen en terreinen vestigen. Het bevoegd gezag ontvangt hiervan mededeling. 5. Het bevoegd gezag dat voornemens is gebouwen of terreinen, of een gedeelte daarvan, blijvend niet meer voor de school te gebruiken, doet hiervan onverwijld mededeling aan de gemeente. De gemeente is gehouden binnen 8 weken na ontvangst van deze mededeling het bevoegd gezag meedelen of de gemeente gebruik wil maken van het recht van eerste koop. In geval de gemeente gebruik maakt van het recht van eerste koop, zullen partijen afspraken maken over nadere (verkoop) voorwaarden. In geval de gemeente geen gebruik maakt van het recht van eerste koop, is het bevoegd gezag vrij tot andere bestemming en vervreemding over te gaan. 6. Bij het gebruikmaken van het recht van eerste koop door de gemeente wordt de verkoopprijs bepaald door een onafhankelijke commissie van twee deskundigen, waarvan een deskundige wordt aangewezen door en voor rekening van de gemeente en een door en voor rekening van het bevoegd gezag. De commissie brengt nadat de opdracht is verleend haar taxatierapport zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen drie weken na de opdrachtverlening uit. Indien de commissie niet tot een eenduidige verkoopprijs komt, dan wordt dit onder opgave van de taxatiebedragen ter kennis gebracht van de gemeente en het bevoegd gezag. Gemeente en bevoegd gezag zullen dan samen pogen tot overeenstemming te komen over de verkoopprijs. Indien geen overeenstemming wordt bereikt, zullen gemeente en bevoegd gezag een derde onafhankelijke deskundige aanwijzen die aan de commissie wordt toegevoegd. De commissie van drie brengt vervolgens een taxatierapport uit. De gemeente en het bevoegd gezag zijn gehouden de uitsluitsel van laatstbedoeld taxatierapport als verkoopprijs te aanvaarden. De kosten voor de inschakeling van deze derde deskundige worden gezamenlijk door de gemeente en het bevoegd gezag, ieder voor de helft, gedragen. Artikel 10. Looptijd overeenkomst Deze overeenkomst treedt in werking met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2006 en wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. Artikel 11. Wijziging overeenkomst Wijziging van de overeenkomst is slechts mogelijk indien beide partijen dat uitdrukkelijk wensen. Nochtans komen partijen nu overeen met elkaar in overleg te treden om te bezien of wijziging van de overeenkomst aan de orde is, indien er zich wijzigingen voordoen in de wettelijke verantwoordelijkheid van de gemeente voor de huisvesting van het voortgezet onderwijs op het grondgebied van de gemeente Bergen op Zoom. Partijen treden eveneens in overleg indien zich feiten of omstandigheden voordoen waarin deze overeenkomst niet voorziet. Artikel 12. Beëindiging overeenkomst 1. Partijen hebben over en weer de bevoegdheid deze overeenkomst op te zeggen indien zich onvoorziene omstandigheden van dien aard voordoen dat van een van hen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet langer kan worden verlangd dat deze overeenkomst ongewijzigd in stand blijft; Partijen verplichten zich in zodanig geval ten opzichte van elkaar om op basis van redelijkheid en billijkheid te komen tot een afwikkeling van over en weer aangegane verplichtingen en reserveringen. Ter zake van de in de eerste volzin bedoelde opzegging nemen partijen een termijn van ten minste één kalenderjaar in acht. Partijen gaan niet eerder over tot opzegging dan nadat is vastgesteld dat in de situatie die is ontstaan niet kan worden voorzien door het met wederzijds goedvinden wijzigen van deze overeenkomst respectievelijk onderdelen hiervan; 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid heeft de gemeente de bevoegdheid deze overeenkomst te ontbinden zonder deswege tot vergoeding van kosten en/of schade van het bevoegd gezag te zijn gehouden indien het bevoegd gezag: a. surséance van betaling aanvraagt;
b. in staat van faillissement wordt verklaard; c. ondanks sommatie zijdens de gemeente in gebreke blijft bij nakoming van verplichtingen die zij jegens deze is aangegaan. Artikel 13. Fusie, bestuursoverdracht, gemeentelijke herindeling 1. In geval van bestuursoverdracht, als bedoeld in artikel 50 van de WVO, gaan de rechten en verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst over op het nieuwe bevoegd gezag; 2. Naar analogie van het bepaalde in het eerste lid gaan bij een gemeentelijke herindeling de uit deze overeenkomst voor de gemeente voortvloeiende verplichtingen over op diens rechtsopvolger. Artikel 14. Geschillen 1. Er is sprake van geschillen indien zulks door tenminste een partij als zodanig aan de andere partij(en) kenbaar wordt gemaakt; 2. Alle geschillen die naar aanleiding van deze overeenkomst ontstaan of daarmee verband houden, worden onderworpen aan de beoordeling van drie arbiters. Zowel de gemeente als het bevoegd gezag benoemen ieder een arbiter; de aldus benoemde arbiters wijzen in overleg een derde arbiter aan die bij voorkeur jurist is. De arbiters zullen recht spreken als goede mensen naar billijkheid en in het hoogste ressort. Het oordeel van de arbiters is derhalve bindend. De in het ongelijk gestelde partij zal worden veroordeeld in de kosten van de arbitrage tenzij anders wordt overeengekomen door de gemeente en het bevoegd gezag. Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt en ondertekend op
te Bergen op Zoom
De gemeente Bergen op Zoom,
De Lowys Porquinstichting,
Drs J.M.M. Polman, burgemeester
A.L.M, van Geel, voorzitter centrale directie
Bijlage l Totaaloverzicht Kwadrant periode 1997 t/m 2005 jaar
inkalguitk
kapitaalln inv
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005*
30.531,06 33.440,00 40.105,92 41.666,36 48.236,31 69.901,99 87.087,61 87.053,20 97.432,65
50.276,19 50.276,19 50.276,19 50.276,19 50.276,19 50.985,25 51.438,44 76.821,10 118.342,25
totaal
535.455,10
548.967,99
éértmkn
ozb/verz
2.200,00 2.276,52 2.352,89 2.500,00 2.700,00 2.945,80 3.662,83 4.528,73 6.565,80 29.732,57
41.710,94
huur/leningen
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
onderhoud
59.145,85 24.354,17 0,00
0,00 0,00 1.209,28 29.684,52 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
-21.945,13 -19.112,71 -13.732,44 -40.794,35 -4.739,88 15.970,94 -68.870,45 -18.650,80 -27.475,40
83.500,02
30.893,80
-199.350,22
* de bedragen voor 2005 betreffen geraamde bedragen.
Overdracht Als uitgangspunt voor de totale berekening wordt aangehouden 1 januari 2006. Op dat moment is de boekwaarde van de investeringen: Kwadrant 1einrolp/meubgroep6 '02 boekwaarde per 01-01-2006 € 1e inr olp/meub groep 7 t/m 10 '03 boekwaarde per 01-01-2006 €
7.166
31.416
perm uitbreiding 1 lokaal '02 boekwaarde per 01-01-2006
€
209.301
perm uitbreiding 2 lokalen '03 boekwaarde per 01-01-2006
€
343.841
perm uitbreiding groep 9/10 '04 boekwaarde per 01-01-2006
saldo
371.750
totaal 963.474 De totale boekwaarde per 01-01-2006 dient door het bevoegd gezag te worden vergoed. Met ingang van 1 januari 2006 zal het bedrag per leerling ad € 401,40, dat via de algemene uitkering van het Rijk wordt ontvangen, doorgesluisd worden naar het bevoegd gezag. Alle verdere kosten tzv ozb, verzekering, onderhoud, huur komen m.i.v. die datum tlv het bevoegd gezag.
Doordecentralisatieovereenkomst voortgezet onderwijs gemeente Bergen op Zoom Ondergetekende, partijen bij overeenkomst: a.
en b.
de gemeente Bergen op Zoom, in deze ingevolge artikel 171 van de Gemeentewet vertegenwoordigd door de burgemeester de heer drs. J.M.M. Polman handelend ter uitvoering van het besluit van de gemeenteraad d.d. nummer , hierna te noemen: de gemeente De vereniging Ons Middelbaar Onderwijs in deze vertegenwoordigd door drs R.H.A.M. Kraakman, voorzitter, en J.M.C, van Dijk MPM, ambtelijk secretaris, hierna te noemen: het bevoegd gezag.
In aanmerking nemende dat: 1. ingevolge het bepaalde in artikel 76b van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) (Stb. 402 1996) de zorg voor de onderwijshuisvestingsvoorzieningen is opgedragen aan de gemeente, waaronder begrepen de op het grondgebied van de gemeente gelegen gebouwen en terreinen behorende tot de onder het bevoegd gezag vallende scholen voor voortgezet onderwijs; 2. de gemeenteraad ingevolge het bepaalde in artikel 76v WVO, onder door hem te stellen voorwaarden, kan besluiten in overeenstemming met het bevoegd gezag dat ten behoeve van het door dit bevoegd gezag op het grondgebied van de gemeente in stand gehouden scholen een jaarlijks bedrag voor huisvestingskosten wordt verschaft waarmee het bevoegd gezag redelijkerwijs kan voorzien in de huisvestingsbehoefte van deze scholen; 3. het toepassen van de onder 2 genoemde wettelijke uitzonderingsmogelijkheid, welke ook bekendheid geniet onder de term "doordecentralisatie", past binnen het landelijk en gemeentelijk beleid ten aanzien van de autonomie vergroting van de bevoegde gezagsorganen; 4. een gezamenlijke keuze van partijen voor doordecentralisatie door de gemeente resulteert in de overdracht van diens zorgplicht voor dat gedeelte van de onderwijshuisvesting dat onder verantwoording van het bevoegd gezag valt, alsmede limitering van de financiële risico's, terwijl de voordelen van het bevoegd gezag met name zijn gelegen in de vergroting van de autonomie; 5. de partijen wensen, voor zover althans bij deze overeenkomst uitdrukkelijk bepaald, in afwijking van het bepaalde in Titel III, afdeling IA, hoofdstuk l WVO, alsmede de daarop gebaseerde gemeentelijke Verordening Voorzieningen Huisvesting onderwijs, hun onderlinge rechtsverhouding nader te regelen. Verklaren overeengekomen te zijn als volgt: Artikel 1. Definities Gemeente: de gemeente Bergen op Zoom danwei het gemeentebestuur; Bevoegd gezag: de Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs; Scho(o)l(en): Scholengroep Mollertyceum en de Roncalli scholengemeenschap Schoolgebouwen: de op het grondgebied van de gemeente en onder het bevoegd gezag ressorterende voor het voortgezet onderwijs bestemde terreinen en gebouwen zoals deze in gebruik zijn bij voornoemde scholen voor voortgezet onderwijs, alsmede leer -en hulpmiddelen en het meubilair van de school; WVO: de Wet Voortgezet Onderwijs zoals gepubliceerd in Staatsblad 1996, 402 en hierna gewijzigd weergegeven in de Staatsbladen. Artikel 2. Omschrijving terreinen en schoolgebouwen 1. het bevoegd gezag beschikt over de volgende gebouwen en terreinen:
Scholengroep Mollerlyceum * Bolwerk Zuid 168*4611 DX Bergen op Zoom
sectie H
gemeente Bergen op Zoom Bergen op Zoom Bergen op Zoom
nummer
3796 3797
•-
gebouwdeel bouwaard bouwjaar bouwlagen aantal m2 BVO bijzonderheden
gebouwdeel bouwaard bouwjaar bouwlagen aantal m2 BVO
plaatselijke aanduiding Bolwerk-Zuid 168 Bergen op Zoom Bolwerk-Zuid (ongenummerd) en Noordsingel 99 Bergen op Zoom Le Grandstraat (ongenummerd) Bergen op Zoom
hoofdgebouw Bolwerk-Zuid 168 1 2 | 3 | 4 Permanent Permanent ' Permanent ! Permanent 1926 ,_ 1926 [ 1926 i 1957 3 1 l 3 ! 2 1.580 422 | 253 1.615 geen economisch claimrecht gemeente \
gymzaal 5 Permanent 1957 1 695
Noordzijde Zoom 61 hoofdgebouw gymzaal hoofdgebouw 7 8 9 \ 6 ! Permanent Permanent Permanent Permanent : 1976 1988 1992 1993 !' 1 1 2 3 2.165 213 845 3.944 (gedeelt.) geen economisch claimrecht gemeente
41041A
1
2
34.530 m
1 bebouwd en onbebouwd
inclusief 1 1 .600 m2 sportterrein
Roncalli Scholengemeenschap * Tuinderspad 6 * 4613 CA Bergen op Zoom
gemeente Bergen op Zoom Bergen op Zoom Bergen op Zoom
secfe K K K
Bergen op Zoom
K
2396
plaatselijke aanduiding Tuinderspad (ongenummerd) Bergen op Zoom (sportterrein) Tuinderspad 6 en Noordzijde Zoom 61 Bergen op Zoom Tuinderspad 6, 8, 10 Bergen op Zoom
596 / 597 / KQO
Noordzijde Zoom (ongenummerd) Bergen op Zoom
nummer 2393/2394 2395
Permanent
Permanent
Permanent
Permanent
incl. 11.600 m sportveld (gebruik Mollerlyceum)
2. Deze overeenkomst ziet mede toe op de na het aangaan van de overeenkomst door het bevoegd gezag verworven respectievelijk nog te verwerven gebouwen en terreinen en inventaris, voor zover deze zijn verworven met door de overheid beschikbaar gestelde middelen. Artikel 3. Overdracht verantwoordelijkheden voor de huisvestingsvoorzieningen 1. De gemeente draagt haar zorgplicht voor de voorzieningen in de huisvesting zoals bedoeld in artikel 76b, eerste lid WVO, welke voorzieningen zijn opgesomd in artikel 76c WVO en vertaald in de Verordening voorzieningen huisvesting van de gemeente Bergen op Zoom, voor wat betreft de in artikel 1 genoemde scholen over aan het bevoegd gezag, die deze zorg integraal over neemt. Het bevoegd gezag ontvangt voor de uitvoering van de in dit lid genoemde zorg een jaarlijks bedrag als omschreven in artikel 8 van deze overeenkomst; 2. Het bevoegd gezag neemt bij deze zorgplicht steeds de ter zake geldende wettelijke voorschriften in acht, in het bijzonder de wettelijk eisen ter zake van de onderhoudsplicht en oppervlakte en indeling van gebouwen en terreinen. 3. Het bevoegd gezag maakt voor de in lid 1 genoemde voorzieningen geen aanspraak op vergoeding van gemeentewege op basis van de gemeentelijke verordening voorzieningen huisvesting onderwijs; Artikel 4. Rechten en verplichtingen bevoegd gezag 1. Het bevoegd gezag draagt zorg voor een adequaat aanbod van voortgezet onderwijs in de gemeente Bergen op Zoom en krijgt op basis van deze overeenkomst daarvoor van de gemeente de volledige verantwoordelijkheid. Hierbij heeft het bevoegd gezag de verplichting het aanbod van voortgezet onderwijs minimaal op het huidige niveau te handhaven, binnen minimaal de huidige kwaliteit, mits de exploitatie van de school, gelet op de leerlingenaantallen, dit op een verantwoorde wijze toelaat; 2. Medegebruik van de schoolgebouwen en terreinen door of via de gemeente wordt door het bevoegd gezag op vrijwillige basis, tegen betaling van een nader overeen te komen vergoeding, toegestaan; 3. Het bevoegd gezag is verplicht de schoolgebouwen behoorlijk te gebruiken, te onderhouden en adequaat te verzekeren. Ter zake van het onderhoud verplicht het bevoegd gezag zich jegens de gemeente dit uit te voeren op basis van een deugdelijk, periodiek te actualiseren, meerjarenonderhoudsplan, welk plan ter kennis wordt gebracht aan de gemeente; 4. Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat de schoolgebouwen, steeds voldoen aan alle daaraan wettelijk te stellen eisen, waaronder de in artikel 76c, tweede lid WVO geformuleerde eisen; 5. Het bevoegd gezag ziet jegens de gemeente af van het indienen van aanvragen die betrekking hebben op de huisvesting van de in artikel 1 genoemde scholen, waaronder begrepen: a. voor opneming van een huisvestingsvoorziening op het programma als bedoeld in artikel 76e WVO; b. met een spoedeisend karakter zoals bedoeld in artikel 76i WVO; 6. Het bevoegd gezag is gerechtigd (een gedeelte van) de schoolgebouwen te verhuren zonder dat daarvoor de toestemming van de gemeente is vereist, als omschreven in artikel 76s, lid 1, WVO. De overige bepalingen van artikel 76s WVO zijn evenmin van toepassing; 7. Het bevoegd gezag is gehouden een periodiek te actualiseren huisvestingsplan te ontwikkelen waarin de visie op het onderwijs van de scholen en de daaraan verbonden huisvestingsgevolgen zijn beschreven. Het bevoegd gezag is gehouden dit plan aan de gemeente te overleggen. Indien uit dit plan wijzigingen met gevolgen voor het spreidings- en locatiebeleid voor de huisvesting van de scholen voortvloeien dan zullen gemeente en bevoegd gezag voorafgaand aan de uitvoering van deze plannen hierover op overeenstemming gericht overleg voeren. Dit geldt tevens indien sprake is van huisvestingsconsequenties die raken aan het spreidings -en locatie beleid van scholen voor primair onderwijs, (voortgezet)speciaal onderwijs en beroepsonderwijs in de gemeente; 8. Het bevoegd gezag is gehouden om de gemeente in een jaarlijks te houden overleg te informeren omtrent de realisatie van de in dit artikel opgenomen verplichtingen. Artikel 5. informatievoorziening en verantwoording 1. Het bevoegd gezag is verplicht jaarlijks inzicht te geven in de financiën van de in artikel 1 vermelde scholen, middels het overleggen van de jaarrekening(EFJ); 2. Het bevoegd gezag zal op of kort na de wettelijke teldatum van 1 oktober aan de gemeente bescheiden overleggen waarvan onomstotelijk vaststaat hoeveel leerlingen de scholen onder het bevoegde gezag in de gemeente in het desbetreffende cursusjaar bezoeken.
Artikel 6. Rechten en verplichtingen gemeente 1. De gemeente is ontslagen van haar verplichting overleg te voeren met het bevoegde gezag over de aanpassing en vaststelling van de verordeningen en daaruit voortvloeiend het programma, zoals omschreven in artikel 76f, lid 1 van de WVO; 2. De gemeente ziet af van het vorderingsrecht dat toekomt aan de gemeente op grond van artikel 76r van de WVO. Artikel 7. Bestedingsvrijheid Het bevoegd gezag zal met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 de bedragen, door de gemeente beschikbaar gesteld voor de voorzieningen in de huisvesting van de scholen, dusdanig aanwenden dat op behoorlijke wijze wordt voldaan aan de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag met betrekking tot de huisvesting, overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst en de aan de huisvesting te stellen wettelijke eisen. Het bevoegd gezag heeft de vrijheid, met inachtneming van het bepaalde in de eerste volzin, de bedragen die zij van de gemeente ontvangt naar eigen inzicht aan te wenden. Artikel 8. Jaarlijks bedrag 1. De gemeente verschaft jaarlijks aan het bevoegd gezag ten behoeve van de zorg voor de voorzieningen in de huisvesting van de scholen het bedrag per leerling als bedoeld in het vierde lid van dit artikel. Uit de desbetreffende bedragen dienen, naast de voorzieningen als bedoeld in artikel 3 tevens de kosten voor OZB en verzekering te worden bestreden; 2. Het in het eerste lid bedoelde bedrag wordt jaarlijks door de gemeente, binnen het lopend kalenderjaar, in twaalf gelijke maandelijkse termijnen aan het bevoegd gezag beschikbaar gesteld; 3. Het jaarlijks bedrag is gebaseerd op een gefixeerd (gemiddeld aantal leerlingen over een periode van 5 jaar gebaseerd op de gemeentelijke prognose) aantal leerlingen van 2.110, per 1 januari 2006 (op basis van teldatum 1 oktober 2005 en bevolkingsgegevens van 1 januari 2006). Gedurende de looptijd van de overeenkomst wordt jaarlijks bezien of er op dat moment sprake is van een afwijking (positief, danwei negatief) van het gefixeerde aantal leerlingen groter dan 5%. Indien hiervan sprake is, zal op basis van een nieuwe op te stellen prognose het gefixeerd leerlingenaantal worden bijgesteld; 4. Per peildatum 1 januari 2006 bedraagt het bedrag per leerling € 401,40 vermenigvuldigd met de uitkeringsfactor en correctiefactor(zie bijlage l) Dit bedrag per leerling wordt jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig de VNG index voor huisvesting (aangeduid als prijsbijstellingsfactor voor nieuwbouw en uitbreiding) die door de gemeente ook wordt gehanteerd in de verordening voorzieningen huisvesting. Artikel 9. Overdracht economisch claimrecht, voorkeursrecht gemeente 1. Partijen zijn overeengekomen dat de gemeente afziet van het economisch claimrecht, zoals vermeld in artikel 76u WVO, met betrekking tot de in artikel 2 omschreven gebouwen en terreinen. Het bevoegd gezag heeft de vrije beschikking over deze gebouwen en terreinen. 2. De in bijlage l, behorend bij deze overeenkomst, genoemde boekwaarde per 1 januari 2006 van de resterende kapitaalslast op de in artikel 2 omschreven gebouwen en terreinen, wordt door het bevoegd gezag aan de gemeente vergoed. 3. Indien (één van) de gebouwen en terreinen, zoals omschreven in artikel 2, niet langer nodig zijn (of is) voor het onderwijs, zal het bevoegd gezag het allereerst aan de gemeente te koop aanbieden. 4. Indien het bevoegd gezag gebouwen en terreinen ten behoeve van het verzorgen van voortgezet onderwijs, anders dan omschreven in artikel 2, in eigendom verkrijgt, deelt het bevoegd gezag dit schriftelijk mee aan de gemeente. De gemeente zal vervolgens voor eigen rekening een recht van eerste koop op deze gebouwen en terreinen vestigen. Het bevoegd gezag ontvangt hiervan mededeling. 5. Het bevoegd gezag dat voornemens is gebouwen of terreinen, of een gedeelte daarvan, blijvend niet meer voor de school te gebruiken, doet hiervan onverwijld mededeling aan de gemeente. De gemeente is gehouden binnen 8 weken na ontvangst van deze mededeling het bevoegd gezag meedelen of de gemeente gebruik wil maken van het recht van eerste koop. In geval de gemeente gebruik maakt van het recht van eerste koop, zullen partijen afspraken maken over nadere (verkoop)voorwaarden.
6.
In geval de gemeente geen gebruik maakt van het recht van eerste koop, is het bevoegd gezag vrij tot andere bestemming en vervreemding over te gaan. Bij het gebruikmaken van het voorkeursrecht door de gemeente wordt de verkoopprijs bepaald door een onafhankelijke commissie van twee deskundigen, waarvan een deskundige wordt aangewezen door en voor rekening van de gemeente en een door en voor rekening van het bevoegd gezag. De commissie brengt nadat de opdracht is verleend haar taxatierapport zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen drie weken na de opdrachtverlening uit. Indien de commissie niet tot een eenduidige verkoopprijs komt, dan wordt dit onder opgave van de taxatiebedragen ter kennis gebracht van de gemeente en het bevoegd gezag. Gemeente en bevoegd gezag zullen dan samen pogen tot overeenstemming te komen over de verkoopprijs. Indien geen overeenstemming wordt bereikt, zullen gemeente en bevoegd gezag een derde onafhankelijke deskundige aanwijzen die aan de commissie wordt toegevoegd. De commissie van drie brengt vervolgens een taxatierapport uit. De gemeente en het bevoegd gezag zijn gehouden de uitsluitsel van laatstbedoeld taxatierapport als verkoopprijs te aanvaarden. De kosten voor de inschakeling van deze derde deskundige worden gezamenlijk door de gemeente en het bevoegd gezag, ieder voorde helft, gedragen.
Artikel 10. Looptijd overeenkomst Deze overeenkomst treedt in werking met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2006 en wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. Artikel 11. Wijziging overeenkomst Wijziging van de overeenkomst is slechts mogelijk indien beide partijen dat uitdrukkelijk wensen. Nochtans komen partijen nu overeen met elkaar in overleg te treden om te bezien of wijziging van de overeenkomst aan de orde is, indien er zich wijzigingen voordoen in de wettelijke verantwoordelijkheid van de gemeente voor de huisvesting van het voortgezet onderwijs op het grondgebied van de gemeente Bergen op Zoom. Partijen treden eveneens in overleg indien zich feiten of omstandigheden voordoen waarin deze overeenkomst niet voorziet. Artikel 12. Beëindiging overeenkomst 1. Partijen hebben over en weer de bevoegdheid deze overeenkomst op te zeggen indien zich onvoorziene omstandigheden van dien aard voordoen dat van een van hen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet langer kan worden verlangd dat deze overeenkomst ongewijzigd in stand blijft; Partijen verplichten zich in zodanig geval ten opzichte van elkaar om op basis van redelijkheid en billijkheid te komen tot een afwikkeling van over en weer aangegane verplichtingen en reserveringen. Ter zake van de in de eerste volzin bedoelde opzegging nemen partijen een termijn van ten minste één kalenderjaar in acht. Partijen gaan niet eerder over tot opzegging dan nadat is vastgesteld dat in de situatie die is ontstaan niet kan worden voorzien door het met wederzijds goedvinden wijzigen van deze overeenkomst respectievelijk onderdelen hiervan; 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid heeft de gemeente de bevoegdheid deze overeenkomst te ontbinden zonder deswege tot vergoeding van kosten en/of schade van het bevoegd gezag te zijn gehouden indien het bevoegd gezag: a. surséance van betaling aanvraagt; b. in staat van faillissement wordt verklaard; c. ondanks sommatie zijdens de gemeente in gebreke blijft bij nakoming van verplichtingen die zij jegens deze is aangegaan. Artikel 13. Fusie, bestuursoverdracht, gemeentelijke herindeling 1. In geval van bestuursoverdracht, als bedoeld in artikel 50 van de WVO, gaan de rechten en verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst over op het nieuwe bevoegd gezag; 2. Naar analogie van het bepaalde in het eerste lid gaan bij een gemeentelijke herindeling de uit deze overeenkomst voor de gemeente voortvloeiende verplichtingen over op diens rechtsopvolger. Artikel 14. Geschillen 1. Er is sprake van geschillen indien zulks door tenminste een partij als zodanig aan de andere partij(en) kenbaar wordt gemaakt; 2. Alle geschillen die naar aanleiding van deze overeenkomst ontstaan of daarmee verband houden, worden onderworpen aan de beoordeling van drie arbiters. Zowel de gemeente als het bevoegd gezag benoemen ieder
een arbiter; de aldus benoemde arbiters wijzen in overleg een derde arbiter aan die bij voorkeur jurist is. De arbiters zullen recht spreken als goede mensen naar billijkheid en in het hoogste ressort. Het oordeel van de arbiters is derhalve bindend. De in het ongelijk gestelde partij zal worden veroordeeld in de kosten van de arbitrage tenzij anders wordt overeengekomen door de gemeente en het bevoegd gezag. Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt en ondertekend op
te Bergen op Zoom
De gemeente Bergen op Zoom,
De Vereniging OMO,
Drs J.M.M. Polman, burgemeester
drs R.H.A.M. Kraakman, voorzitter
J.M.C, van Dijk MPM, ambtelijk secretaris
Bijlage l Totaaloverzicht Mollerlvceum periode 1997 t/m 2005 jaar
inkalguitk
kapitaalln inv
ozb/verz
huur/leningen
onderhoud 0,00 0,00 35.264,68
saldo
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005*
200.475,93 205.183,47 217.739,47 211.378,47 203.044,81 242.941,76 269.976,69 262.915,57 291.808,34
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
25.500,00 26.281,63 31.445,73 32.566,44 33.774,37 35.387,80 36.165,17 36.729,93 36.636,04
19.327,86 19.327,86 19.327,86 0,00 38.655,72 19.327,86 19.327,86 19.327,86 30.000,00
0,00 31.971,13 0,00 5.515,65 33.707,83 0,00
155.648,07 159.573,98 131.701,20 178.812,03 98.643,59 188.226,10 208.968,01 173.149,95 225.172,30
totaal
2.105.464,51
0,00
294.487,11
184.622,88
106.459,29
1.519.895,23
* de bedragen voor 2005 betreffen geraamde bedragen. Overdracht Als uitgangspunt voor de totale berekening wordt aangehouden 1 januari 2006. Op dat moment is de boekwaarde van de investeringen: 0,00
totaal De totale boekwaarde per 01-01-2006 dient door het bevoegd gezag te worden vergoed. Met ingang van 1 januari 2006 zal het bedrag per leerling ad € 401,40 incl. uitkeringsfactoren, dat via de algemene uitkering van het Rijk wordt ontvangen, doorgesluisd worden naar het bevoegd gezag. Alle verdere kosten tzv ozb, verzekering, onderhoud, huur komen m.i.v. die datum tlv het bevoegd gezag.
Bijlage l Totaaloverzicht Roncalli periode 1997 t/m 2005 jaar
ink alg uit k
kapln inv
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005*
114.794,72 128.259,78 153.108,87 167.080,89 187.781,31 238.442,84 255.340,98 256.704,97 229.138,09
0,00 0,00 406.301,65 125.490,27 190.428,26 152.255,32 184.206,86 247.368,33 341.626,32
totaal
1.730.652,44
1.647.677,01
éénm kn
ozb/verz
huur/leningen
onderhoud
saldo
0,00
12.500,00 13.379,76 17.565,99 18.096,65 10.923,91 46.343,53 28.427,83 33.037,90 35.824,60
3.904,29 3.746,89 1.887,80 1.813,35 1.738,90 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 117.873,52 0,00 0,00 304.773,89 67.636,00
98.390,43 111.133,13 -300.157,67 21.680,62 -136.240,07 39.843,99 42.706,28 -328.475,15 -215.948,83
30.567,89
216.100,17
13.091,23
490.283,41
-667.067,27
27.511,10 3.056,79 0,00
' de bedragen voor 2005 betreffen geraamde bedragen.
Overdracht Als uitgangspunt voor de totale berekening wordt aangehouden 1 januari 2006. kapitaallast investeringen:
permanente uitbreiding '98 boekwaarde per 01-01-2006
1.845.191,97
1e inrichting olp/meub'98 boekwaarde per 01-01-2006
146.717,12
permanente uitbreiding '02 boekwaarde per 01-01-2006
2.080.407,00
1e inrichting olp/meub '02 boekwaarde per 01-01-2006
223.209,00
permanente uitbreiding '03 boekwaarde per 01-01-2006
271.703,00
1.765.917,92
96.728,45 2.066.964,00
206.275,00 269.947,00
1e inrichting olp/meub '03 boekwaarde per 01-01-2006
20.009,00
totaal boekwaarde 01-01-2006
18.491,00 4.424.323,37
De totale boekwaarde per 01-01-2006 dient door het bevoegd gezag te worden vergoed. Met ingang van 1 januari 2006 zal het bedrag per leerling ad € 401,40 incl. uitkeringsfactoren, dat via de algemene uitkering van het Rijk wordt ontvangen, doorgesluisd worden naar het bevoegd gezag. Alle verdere kosten tzv ozb, verzekering, onderhoud, huur komen m.i.v. die datum tlv het bevoegd gezag.
%
Gemeente sente nin .Bergen op Zoom Commissie Datum Agendapunt Nummer raadsvoorstel Naam:
COMMISSIE-ADVIES
: Maatschappelijke Dienstverlening & Cultuur : 20 juni 2006
:7d : SMD/06/017 : Doordecentralisatie onderwijs
pfipiPTf;^ t ••; A-.,~_J^, .,., ^-^, t"; ^..'Livh^iw-^v,.*.^^.^^-.^^, ~' A^^C;-^-k.,^.^,^-L. -,..„.^,4. „.^. -., ",---'"*l'«<w. JL^.,
Lijst Linssen
X
PvdA
X
GBWP
X
CDA
X
WD
X
SP
X
D66
X
• -.., ,, , . - _ . - „
Pol. Partij Wij Groen Links Groepering Leefbaarheid
X X
BSD
Advies aan de gemeenteraad (A/B-stuk)
A-stuk
Opmerkingen
De secretaris,
De voorzitter,
...r;,,.,. " '•'. ~\'.-S.-\„. -".;;:
Vj
en op Zoom
Sector
Maatschappelijke Dienstverlening
Afdeling
Afdeling Welzijn, Educatie & Sport
Behandeld door
Th. Ambagts
Doorkiesnr
7337
Datum
23 juni 2005
Onderwerp:
Doordecentralisatie onderwijshuisvesting VO
D D Status ö £3
adviserend ter kennisneming ter bespreking besluitvormend
Inleiding In een drietal bijeenkomsten is met de bevoegde gezagsorganen van scholen voor voortgezet onderwijs gesproken over de doordecentralisatie van de verantwoordelijkheid ten aanzien van de onderwijshuisvesting. Een tweetal redenen voor deze gesprekken ligt hieraan ten grondslag. Op de eerste plaats past deze overdracht van verantwoordelijkheden binnen de landelijke tendens om scholen een grotere autonomie te geven in de wijze waarop het onderwijs in Nederland vorm krijgt. Daarnaast is met ingang van 1 januari 2005 reeds bij Wet bepaald dat scholen voor voortgezet onderwijs zelf de verantwoordelijkheid dragen voor alle zaken die vallen onder de voorziening aanpassing. Hiermee heeft de wetgever reeds een eerste stap gezet in het creëren van een grotere autonomie voor de bevoegde gezagsorganen op het terrein van de onderwijshuisvesting. In deze notitie wordt ingegaan op de algemene kaders waarbinnen doordecentralisatie van de onderwijshuisvesting zou kunnen plaatsvinden. Deze uitgangspunten zijn in genoemde bijeenkomsten met de bevoegde gezagsorganen besproken. De bevoegde gezagsorganen VO kunnen op hoofdlijnen met deze uitgangspunten instemmen. Op basis hiervan worden gesprekken bilateraal voortgezet, waarbij de individuele situatie van het betreffende bevoegde gezag een precisering gaat krijgen tot het niveau van een overdrachtsovereenkomst waarin de afspraken worden vastgelegd. Algemeen financieel uitgangspunt in het vervolg traject is het principe van de budgettaire neutraliteit. Definitieve besluitvorming ten aanzien van dit onderwerp dient uiteindelijk op het niveau van de gemeenteraad plaats te vinden. Deze besluitvorming is, bij een positief verloop van het vervolgtraject, voorzien in de maand december 2005. De zorgplicht Ondanks de wetswijziging van 1 januari 2005 ten aanzien het voortgezet onderwijs, blijft de zorgplicht voor de onderwijshuisvesting een verantwoordelijkheid van de gemeente. Deze wettelijk bepaalde zorgplicht kan niet worden doorgedecentraliseerd. Consequentie hiervan is dat bij niet wettelijke doordecentralisatie er nadrukkelijk afspraken gemaakt dienen te worden ten aanzien van een verantwoorde inzet van middelen en activiteiten die
Bergen op Zoom
uitvoering geven aan de gemeentelijke zorgplicht. Het maken van afspraken in het kader van doelmatigheid blijft dan ook noodzakelijk, zonder hierbij te treden in de verantwoordelijkheid en autonomie van het bevoegde gezag van de school. beslispunt >
Nadere afspraken dienen gemaakt te worden over de wijze waarop door de gemeente controle kan plaatsvinden ten aanzien van de doelmatigheid van de inzet van middelen.
De termijn Het voeren van een adequaat huisvestingsbeleid is slechts dan mogelijk indien de verantwoordelijke in staat is binnen langere termijnen zaken uit te zetten en te realiseren. Zeker daar waar het gaat om grote investeringen is het noodzakelijk financiering te kunnen bezien over een langere periode. beslispunt >
Doordecentralisatie vindt plaats voor een periode tussen de 50 en 60 jaar, onder voorbehoud van wetswijzigingen.
Economisch claimrecht De gemeente heeft het economisch claimrecht van gebouwen voor voortgezet onderwijs per 1 januari 1997 om niet overgedragen gekregen van het ministerie van OC&W. Uitzondering hierop zijn de sportvelden die tegen betaling zijn verkregen. Het economisch claimrecht betreft alleen het verkrijgingsrecht dat de gemeente heeft indien het gebouw niet meer voor onderwijsdoeleinden noodzakelijk is. Het economisch claimrecht van de gemeente dient, met ingang van de datum waarop doordecentralisatie van kracht wordt, voor de gemeente te vervallen. Wel dienen nadere afspraken gemaakt te worden over de wijze waarop gemeente, bij buitengebruikstelling van een gebouw, het eerste recht van verwerving krijgt. Voor de wijze waarop het economisch claimrecht wordt overgedragen dient een scheiding aangebracht te worden ten aanzien van de situatie op 1 januari 1997 en de situatie vanaf 1 januari 1997 en het moment van overdracht. Tot 1 januari 1997 dient sprake te zijn van het om niet overdragen van het economisch claimrecht voor zover het de gebouwen c.q. gebouwdelen betreft die aan de gemeente per die datum zijn overgedragen. Overdracht van het claimrecht voor gebouwen en gebouwdelen die na 1 januari 1997 zijn gerealiseerd met gemeentelijke financiering dienen deel uitte maken van een nader te bepalen berekeningssystematiek. Uitzondering hierop is de school voor praktijkonderwijs. Voor dit gebouw bestond reeds voor 1997 een financiële relatie naar de gemeente.
Eergen op Zoom
beslispunten Het economisch claimrecht van gebouwen en gebouwdelen die aan de gemeente per 1 januari 1997 om niet zijn overgedragen wordt door de gemeente om niet overgedragen aan de bevoegde gezagsorganen; De wijze waarop overdracht van het economisch claimrecht plaatsvindt, van gebouwen en gebouwdelen die na 1 januari 1997 zijn gesticht en waarvan de investeringen door de gemeente zijn vergoed, wordt bepaald bij het vaststellen van de nulsituatie; De systematiek voor de overdracht van het economisch claimrecht van de gebouwen of gebouwdelen van de school voor Praktijk onderwijs wordt bepaald met inachtneming van de situatie van vóór 1 januari 1997 (ISOVSO); Het eigendomsrecht van de sportvelden wordt op basis van de huidige boekwaarde overgedragen; Nadere afspraken dienen gemaakt te worden over het recht van verwerving bij buitengebruikstelling van een gebouw of gebouwdelen.
Het bepalen van de nulsituatie, financieel. De gemeente ontvangt in de algemene uitkering vanaf 1 januari 1997 gelden waardoor de gemeente in staat is ook in financiële zin vorm te geven aan een eigen autonoom huisvestingsbeleid binnen de in de onderwijswetgeving gestelde kaders. Binnen de gemeente Bergen op Zoom is er voor gekozen deze gelden intern te oormerken ten behoeve van de onderwijshuisvesting in de gemeente. Ter bepaling van de nulsituatie op het moment van overdracht wordt de navolgende methode gehanteerd. Er wordt inzichtelijk gemaakt, per bevoegd gezag welke inkomsten in de algemene uitkering zijn toe te schrijven aan de betreffende school, vanaf 1998. Alle uitgaven tot 31 december 2005 worden gesaldeerd. Het verschil tussen beide bedragen is bepalend voor de nul situatie. Indien het beeld over alle bevoegde gezagsorganen een negatieve som laat zien, zal deze niet worden verrekend. Bij een positief saldo zal nader overleg met de bevoegde gezagsorganen plaatsvinden over de inzet c.q. verdeling van deze gelden. Voor de vaststelling van de financiële nulsituatie voor de Lowys Porquinstichting inzake de school voor praktijkonderwijs zal een apart traject worden gevolgd. Dit ivm de inkomsten en uitgaven die de gemeente reeds onder het bewind van de ISOVSO heeft gedaan vóór 1997. De restant boekwaarden van de gebouwen die vanaf het moment van doordecentralisatie resteert zal met de bevoegde gezagsorganen worden verrekend, onder gelijktijdige overdracht van het economisch claimrecht beslispunten > > > > > > >
De inkomsten van de gemeente worden bepaald op basis van de benoemde parameters en de lopende historische vergoedingscomponenten VO; Het totaal aan inkomsten wordt vertaald naar een bedrag per leerling VO; Op basis van de vastgestelde en uitgevoerde huisvestingsprogramma's, spoedvoorzieningen, OZB en verzekering worden de gemeentelijk uitgaven vastgesteld vanaf 1 januari 1997; Indien het saldo van inkomsten en uitgaven een negatief saldo laat zien, zal geen afrekening plaatsvinden; Indien het saldo van inkomsten en uitgaven een positief sldo laat zien, zal nader overleg plaatsvinden; Voor de vaststelling van de financiële nul situatie ten behoeve van de school voor Praktijkonderwijs wordt tevens gekeken naar inkomsten en uitgaven onder het regiem van ISOVSO; De restant boekwaarde zal met de bevoegde gezagsorganen worden verrekend.
Bergen op Zoom
Het bepalen van de nulsituatie, materieel. In 2001 is er in samenspraak met de bevoegde gezagsorganen een Meerjaren Onderhoudsplan (MOP) opgesteld. Eerste deel van dit MOP bestond uit een opsomming van aanwezig achterstallig onderhoud. Om met het MOP op een juiste wijze om te kunnen gaan is in het huisvestingsprogramma 2002 in overleg met de bevoegde gezagsorganen het gesignaleerde achterstallig onderhoud als toegekende voorziening opgenomen en uitgevoerd. Met ingang van het huisvestingsprogramma 2002 worden jaarlijks alle voorzieningen als benoemd in het MOP na overleg met de bevoegde gezagsorganen op het huisvestingsprogramma opgenomen. Jaarlijks wordt het MOP op basis van inspecties bijgesteld. Op basis van deze gekozen werkwijze mag verondersteld worden dat er t.a.v. de bekostigingsverantwoordelijkheid van de gemeente geen sprake is van achterstallig onderhoud. Beslispunt >
Gelet op de werkwijze die vanaf 2001 is gevolgd is er binnen de gebouwen van de VO scholen in de gemeente Bergen op Zoom geen sprake van, de gemeente verwijtbaar, achterstallig onderhoud, voor zover het de bekostigingsverantwoordelijkheid betreft van de
Bedrag per leerling Het bedrag per leerling dat bij het vaststellen van de nulsituatie wordt vastgesteld geldt als de jaarlijkse vergoedingscomponent die de bevoegde gezagsorganen bij volledige doordecentralisatie van de gemeente ontvangen. Nadere afspraken zullen moeten worden gemaakt over het aantal leerlingen per bevoegd gezag op basis waarvan de totale jaarlijkse vergoeding wordt vastgesteld. Hierbij is het geen automatisme dat hiervoor jaarlijks aansluiting gezocht wordt bij de 1 oktober telling, dit in verband met grote fluctuaties die hierin voor kunnen komen. Een methodiek die hierbij gehanteerd kan worden is het vaststellen van het aantal leerlingen op basis van de prognoses, waarbij iedere vijfjaar een nieuwe telling zou kunnen plaatsvinden. Jaarlijks dient indexering van het bedrag per leerling plaats te vinden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de indexering systematiek zoals vastgelegd in de verordening voorzieningen huisvesting van de gemeente. Beslispunten > > > >
Doordecentralisatie van de huisvestingsgelden vindt plaats op basis van een bedrag per leerling; Het totaal aantal leerlingen wordt bepaald op basis van de leerlingenprognose van de school; In overleg met de bevoegde gezagsorganen zal een systematiek worden bepaald om fluctuaties van leerlingen verantwoord op te vangen; Het bedrag per leerling wordt jaarlijks geïndexeerd conform de systematiek zoals vastgelegd in de verordening voorzieningen huisvesting van de gemeente Bergen op Zoom
Overeenkomst De wijze waarop en de voorwaarden waaronder doordecentralisatie gaat plaatsvinden dient vastgelegd te worden in een per bevoegd gezag af te sluiten overeenkomst. Beslispunten >
De wijze waarop en de voorwaarden waaronder doordecentralisatie plaatsvindt wordt vastgelegd in een overeenkomst tussen bevoegd gezag en gemeentebestuur.
tóql
Tabel 3: Verdeeltabel 2006 (stand mei 2005; bedragen in € in basis) volgens aangepast verdeelstelsel maatstaven en uitkeringsfactor
OZB (in eenheden van 2268 ongesplitst) OZB (woning eigenaar, eenheden van 2500) OZB (niet woningen gebruiker, eenheden van 2500) OZB (niet woningen eigenaar, eenheden van 2500) inwoners inwoners *bodemfactor buitengebied jongeren ouderen ouderen 75-85 jaar wadden, t/m 2500 inwoners wadden, van 2501 t/m 7500 inwoners wadden, vanaf 7501 inwoners huishoudens met laag inkomen huishoudens met laag inkomen (drempel) bijstand sontvangers ABW schaalnadeel ABW schaalvoordeel uitkeringsontvangers minderheden eenouderhuishouden klantenpotentieel lokaal klantenpotentieel regionaal leerlingen (V)SO leerlingen VO extra groei leerlingen VO extra groei jongeren land land *% slechte grond land *bodemfactor gemeente binnenwater buitenwater oppervlak bebouwing opp. bebouwing kern *bodemfactor kern opp. beb. buitengebied *bf. buitengebied woonruimten woonruimten "bodemfactor kem woonruimten *% slechte grond opp. historische kernen, <40 ha opp. historische kernen, 40-64 ha opp. historische kernen, >64 ha lengte historisch water bewoonde oorden 1930 hist.woningen in bewoonde oorden ISV (a) ISV (b) omgevingsadressendichtheid (OAD) OAD *% slechte grond oeverlengte * bodemfactor gemeente oeveriengte 'dichtheid *bf. gemeente kernen kernen *bodemfactor buitengebied bedrijfsvestigingen vast bedrag voor iedere gemeente vast bedrag voor Amsterdam vast bedrag voor Rotterdam vast bedrag voor Den Haag vast bedrag voor Utrecht vast bedrag Waddengemeenten herindeling (per gemeente) herindeling (per inwoner) uitkeringsfactor
b.p.e. 2005 volgens aangepast verdeelstelsel
wijzigingen 2006 volgens deze circulaire
bedragen per eenheid 2006 na deze circulaire
-0,73
-2,43 -2,45 -3,04 131,01
-4,01
131,74 0,66
212,97 79,14 26,28 188,32 147,19 32,38 85,41 341,34 1.299,14 112.910,80 3.790,58 106,28 270,47 143,89 50,70 17,60 305,86 297,84 216,11 165,58 34,37 22,20 -0,22 30,55 23,18 588,31 3.210,59 1.510,87 156,31 30,87 32,66 6.732,16 10.509,01 19.096,24 15,11 31,79 87,37 22.207.381,03 12.616.890,15 55,88 -1,02
0,66 4,22 1,19 0,40
1,01 5,68
19,92 1.702,29 57,15 1,60
16,84 2,17 0,14 0,14 8,01
103,56 5,70 4,37 0,20 1,11 1,31 0,14 3,58
21,61
38,83 38,83 38,83 0,04
-3.972.558,99 -1.229.213,34 0,52
0,89
31,86 23,32 591,89 3.210,59 1.510,87 177,93 30,87 32,66 6.770,99 10.547,84 19.135,07 15,11 31,83 87,37 18.234.822,04 11.387.676,81 56,40 -1,02 7,50
7,50 3,75
12.986,76 13.220,05 103,50 212.865,43 180.485.741,20 110.824.635,75 82.951.409,22 46.167.241,11 149.364,26 1.585.065,00 53,29
217,20 80,33 26,67 188,32 147,19 32,38 86,41 347,02 1.319,05 114.613,09 3.847,73 107,89 287,31 146,06 50,85 17,74 313,87 401,40 221,81 169,94 34,57 22,20
3,75
222,68 0,13
2.815,26 10.619.456,23 416.413,78 886.831,40 318.919,80
13.209,44 13.220,05 103,62 215.680,69 191.105.197,43 111.241.049,53 83.838.240,62 46.486.160,91 149.364,26 1.585.065,00 53,29 1,298
\^ êk
Gemeente ij Eergen op Zoom •Jr^^-
Aan de raad van de gemeente Bergen op Zoom
Uw kenmerk Uw brief d.d. Onderwerp
begrotingswijziging raadsvoorstel SMD/06/17
Ons kenmerk Beh. door Afdeling
Geerde Tax Educatie & Sport
Datum 9 juni 2006 Doorkiesnr. 0164-277302 Bijlage(n) -
Geachte raad, In uw vergadering van juni 2006 wordt u aangeboden ons voorstel SMD/06/17 met betrekking tot de doordecentralisatie van het voortgezet onderwijs voor wat betreft de onderwijshuisvesting. Om de financiële consequenties inzichtelijk te maken is een begrotingswijziging noodzakelijk. Deze begrotingswijziging kunnen wij u op dit moment nog niet aanbieden. Dit heeft te maken met het feit dat de complexiteit van deze wijziging de nodige aandacht vraagt van onze financiële adviseur in deze. Onverhoopt is deze financiële adviseur in het ziekenhuis opgenomen voor een operatie en is hij niet in de gelegenheid een begrotingswijziging op te stellen, in ieder geval niet tijdig voor de procedure ten behoeve van uw aankomende vergadering. Er is met de besturen voor voortgezet onderwijs nadrukkelijk afgesproken de besluitvorming inzake de doordecentralisatie voor het eind van het huidige schooljaar af te ronden. Wij zullen u in uw vergadering van september 2006 de bijbehorende begrotingswijziging ter vaststelling aanbieden. fij vertrouwen erop u hiermee vooralsnog voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom, burgemeester,
S. A. Haasnoot
Postbus 35 4600 AA Bergen op Zoom Jacob Obrechttaan 4 T (0164)277000 F (0164)245356 E stadskantoor§bergenopzoom.nl l www.bergenopzoom.nl B nvBNG rek. nr. 28.50.00.942
Doordecentralisatieovereenkomst voortgezet onderwijs gemeente Bergen op Zoom Ondergetekende, partijen bij overeenkomst: a.
en b.
de gemeente Bergen op Zoom, in deze ingevolge artikel 171 van de Gemeentewet vertegenwoordigd door de burgemeester de heer drs. J.M.M. Polman handelend ter uitvoering van het besluit van de gemeenteraad d.d. nummer , hierna te noemen: de gemeente Stichting RSG " 't Rijks" in deze vertegenwoordigd door mevrouw M. Brouwers, voorzitter hierna te noemen: het bevoegd gezag.
In aanmerking nemende dat: 1. ingevolge het bepaalde in artikel 76b van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) (Stb. 402 1996) de zorg voor de onderwijshuisvestingsvoorzieningen is opgedragen aan de gemeente, waaronder begrepen de op het grondgebied van de gemeente gelegen gebouwen en terreinen behorende tot de onder het bevoegd gezag vallende school voor voortgezet onderwijs; 2. de gemeenteraad ingevolge het bepaalde in artikel 76v WVO, onder door hem te stellen voorwaarden, kan besluiten in overeenstemming met het bevoegd gezag dat ten behoeve van het door dit bevoegd gezag op het grondgebied van de gemeente in stand gehouden school een jaarlijks bedrag voor huisvestingskosten wordt verschaft waarmee het bevoegd gezag redelijkerwijs kan voorzien in de huisvestingsbehoefte van deze school; 3. het toepassen van de onder 2 genoemde wettelijke uitzonderingsmogelijkheid, welke ook bekendheid geniet onder de term "doordecentralisatie", past binnen het landelijk en gemeentelijk beleid ten aanzien van de autonomie vergroting van de bevoegde gezagsorganen; 4. een gezamenlijke keuze van partijen voor doordecentralisatie door de gemeente resulteert in de overdracht van diens zorgplicht voor dat gedeelte van de onderwijshuisvesting dat onder verantwoording van het bevoegd gezag valt, alsmede limitering van de financiële risico's, terwijl de voordelen van het bevoegd gezag met name zijn gelegen in de vergroting van de autonomie; 5. de partijen wensen, voor zover althans bij deze overeenkomst uitdrukkelijk bepaald, in afwijking van het bepaalde in Titel III, afdeling IA, hoofdstuk l WVO, alsmede de daarop gebaseerde gemeentelijke Verordening Voorzieningen Huisvesting onderwijs, hun onderlinge rechtsverhouding nader te regelen. Verklaren overeengekomen te zijn als volgt: Artikel! Definities Gemeente: de gemeente Bergen op Zoom danwei het gemeentebestuur; Bevoegd gezag: Stichting RSG" 't Rijks"; School: RSG" 't Rijks"; Schoolgebouwen: de op het grondgebied van de gemeente en onder het bevoegd gezag ressorterende voor het voortgezet onderwijs bestemde terreinen en gebouwen zoals deze in gebruik zijn bij voornoemde school voor voortgezet onderwijs, alsmede leer -en hulpmiddelen en het meubilair van de school; WVO: de Wet Voortgezet Onderwijs zoals gepubliceerd in Staatsblad 1996, 402 en hierna gewijzigd weergegeven in de Staatsbladen. Artikel 2. Omschrijving terreinen en schoolgebouwen 1. het bevoegd gezag beschikt over de volgende gebouwen en terreinen;
:-•
gemeente
sectie
nummer
Bergen op Zoom Bergen op Zoom Bergen op Zoom Bergen op Zoom
H
4276
H
3394
H
2377
H
4190
gebouwdeel bouwaard bouwjaar bouwlagen aantal m2 BVO
plaatselijke aanduiding Burgemeester Stulemeijeriaan 24 en 26 Bergen op Zoom Burg. Stulemeijeriaan (ongenummerd), Zuidzijde Zoom 1, 3 Bergen op Zoom Burgemeester Stulemeijeriaan 24 Bergen op Zoom Rijtuigweg 6 Bergen op Zoom (sportgebouwen)
1 6 7 2 3 4 5 8 Permanent Permanent Permanent Permanent Permanent Permanent Permanent Permanent 1994 1882 1993 1994 1968 1981 1981 2000 1 3 1 1 3 2 3 2 2.116 1.633 976 1.089 5.569 935 137 1264
Bijzonderheden
gymzaal
gebouwdeel bouwaard bouwjaar bouwlagen aantal m2 BVO
9 Permanent 2002 2 505
10 Tijdelijk 2002 2 484
695401A 695502B
11. 000 m2 6.000 m2
bebouwd bebouwd
Niet met ovemeidsgelde n betaald
11 12 Permanent Permanent 2003 2005 1 2 202 163
2. Deze overeenkomst ziet mede toe op de na het aangaan van de overeenkomst door het bevoegd gezag verworven respectievelijk nog te verwerven gebouwen en terreinen en inventaris, voor zover deze zijn verworven met door de overheid beschikbaar gestelde middelen. Overdracht verantwoordelijkheden voor de huisvestingsvoorzieningen Artikel 3. 1. De gemeente draagt haar zorgplicht voor de voorzieningen in de huisvesting zoals bedoeld in artikel 76b, eerste lid WVO, welke voorzieningen zijn opgesomd in artikel 76c WVO en vertaald in de Verordening voorzieningen huisvesting van de gemeente Bergen op Zoom, voor wat betreft de in artikel 1 genoemde school over aan het bevoegd gezag, die deze zorg integraal over neemt. Het bevoegd gezag ontvangt voor de uitvoering van de in dit lid genoemde zorg een jaarlijks bedrag als omschreven in artikel 8 van deze overeenkomst; 2. Het bevoegd gezag neemt bij deze zorgplicht steeds de ter zake geldende wettelijke voorschriften in acht, in het bijzonder de wettelijk eisen ter zake van de onderhoudsplicht en oppervlakte en indeling van gebouwen en terreinen.
3. Het bevoegd gezag maakt voor de in lid 1 genoemde voorzieningen geen aanspraak op vergoeding van gemeentewege op basis van de gemeentelijke verordening voorzieningen huisvesting onderwijs; Artikel 4. Rechten en verplichtingen bevoegd gezag 1. Het bevoegd gezag draagt zorg voor een adequaat aanbod van voortgezet onderwijs in de gemeente Bergen op Zoom en krijgt op basis van deze overeenkomst daarvoor van de gemeente de volledige verantwoordelijkheid. Hierbij heeft het bevoegd gezag de verplichting het aanbod van voortgezet onderwijs minimaal op het huidige niveau te handhaven, binnen minimaal de huidige kwaliteit, mits de exploitatie van de school, gelet op de leerlingenaantallen, dit op een verantwoorde wijze toelaat; 2. Medegebruik van de schoolgebouwen en terreinen door of via de gemeente wordt door het bevoegd gezag op vrijwillige basis, tegen betaling van een nader overeen te komen vergoeding, toegestaan; 3. Het bevoegd gezag is verplicht het schoolgebouw behoorlijk te gebruiken, te onderhouden en adequaat te verzekeren. Ter zake van het onderhoud verplicht het bevoegd gezag zich jegens de gemeente dit uit te voeren op basis van een deugdelijk, periodiek te actualiseren, meerjarenonderhoudsplan, welk plan ter kennis wordt gebracht aan de gemeente; 4. Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat het schoolgebouw steeds voldoet aan alle daaraan wettelijk te stellen eisen, waaronder de in artikel 76c, tweede lid WVO geformuleerde eisen; 5. Het bevoegd gezag ziet jegens de gemeente af van het indienen van aanvragen die betrekking hebben op de huisvesting van de in artikel 1 genoemde school, waaronder begrepen: a. voor opneming van een huisvestingsvoorziening op het programma als bedoeld in artikel 76e WVO; b. met een spoedeisend karakter zoals bedoeld in artikel 76i WVO; 6. Het bevoegd gezag is gerechtigd (een gedeelte van) het schoolgebouw te verhuren zonder dat daarvoor de toestemming van de gemeente is vereist, als omschreven in artikel 76s, lid 1, WVO. De overige bepalingen van artikel 76s WVO zijn evenmin van toepassing; 7. Het bevoegd gezag is gehouden een periodiek te actualiseren huisvestingsplan te ontwikkelen waarin de visie op het onderwijs van de scholen en de daaraan verbonden huisvestingsgevolgen zijn beschreven. Het bevoegd gezag is gehouden dit plan aan de gemeente te overleggen. Indien uit dit plan wijzigingen met gevolgen voor het spreidings- en locatiebeleid voor de huisvesting van de school voortvloeien dan zullen gemeente en bevoegd gezag voorafgaand aan de uitvoering van deze plannen hierover op overeenstemming gericht overleg voeren. Dit geldt tevens indien sprake is van huisvestingsconsequenties die raken aan het spreidings -en locatie beleid van scholen voor primair onderwijs, (voortgezet)speciaal onderwijs en beroepsonderwijs in de gemeente; 8. Het bevoegd gezag is gehouden om de gemeente in een jaarlijks te houden overleg te informeren omtrent de realisatie van de in dit artikel opgenomen verplichtingen. Artikel 5. Informatievoorziening en verantwoording 1. Het bevoegd gezag is verplicht jaarlijks inzicht te geven in de financiën van de in artikel 1 vermelde school, middels het overleggen van de jaarrekening(EFJ); 2. Het bevoegd gezag zal op of kort na de wettelijke teldatum van 1 oktober aan de gemeente bescheiden overleggen waarvan onomstotelijk vaststaat hoeveel leerlingen de school onder het bevoegde gezag in de gemeente in het desbetreffende cursusjaar bezoeken. Artikel 6. Rechten en verplichtingen gemeente 1. De gemeente is ontslagen van haar verplichting overleg te voeren met het bevoegde gezag over de aanpassing en vaststelling van de verordeningen en daaruit voortvloeiend het programma, zoals omschreven in artikel 76f, lid 1 van de WVO; 2. De gemeente ziet af van het vorderingsrecht dat toekomt aan de gemeente op grond van artikel 76r van de WVO. Artikel 7. Bestedingsvrijheid Het bevoegd gezag zal met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 de bedragen, door de gemeente beschikbaar gesteld voor de voorzieningen in de huisvesting van de school, dusdanig aanwenden dat op behoorlijke wijze wordt voldaan aan de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag met betrekking tot de huisvesting, overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst en de aan de huisvesting te stellen wettelijke eisen. Het bevoegd gezag heeft de vrijheid, met inachtneming van het bepaalde in de eerste volzin, de bedragen die zij van de gemeente ontvangt naar eigen inzicht aan te wenden.
Artikel 8. Jaarlijks bedrag 1. De gemeente verschaft jaarlijks aan het bevoegd gezag ten behoeve van de zorg voor de voorzieningen in de huisvesting van de school het bedrag per leerling als bedoeld in het vierde lid van dit artikel. Uit de desbetreffende bedragen dienen, naast de voorzieningen als bedoeld in artikel 3 tevens de kosten voor OZB en verzekering te worden bestreden; 2. Het in het eerste lid bedoelde bedrag wordt jaarlijks door de gemeente, binnen het lopend kalenderjaar, in twaalf gelijke maandelijkse termijnen aan het bevoegd gezag beschikbaar gesteld; 3. Het jaarlijks bedrag is gebaseerd op een gefixeerd (gemiddeld aantal leerlingen over een periode van 5 jaar gebaseerd op de gemeentelijke prognose) aantal leerlingen van 2.134 per 1 januari 2006 (op basis van teldatum 1 oktober 2005 en bevolkingsgegevens van 1 januari 2006). Gedurende de looptijd van de overeenkomst wordt jaarlijks bezien of er op dat moment sprake is van een afwijking (positief, danwei negatief) van het gefixeerde aantal leerlingen groter dan 5%. Indien hiervan sprake is, zal op basis van een nieuwe op te stellen prognose het gefixeerd leerlingenaantal worden bijgesteld; 4. Per peildatum 1 januari 2006 bedraagt het bedrag per leerling € 401,40 vermenigvuldigd met de uitkeringsfactor en correctiefactor. Dit bedrag per leerling wordt jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig de VNG index voor huisvesting (aangeduid als prijsbijstellingsfactor voor nieuwbouw en uitbreiding) die door de gemeente ook wordt gehanteerd in de verordening voorzieningen huisvesting. Artikel 9. Overdracht economisch claimrecht, voorkeursrecht gemeente 1. Partijen zijn overeengekomen dat de gemeente afziet van het economisch claimrecht, zoals vermeld in artikel 76u WVO, met betrekking tot de in artikel 2 omschreven gebouwen en terreinen. Het bevoegd gezag heeft de vrije beschikking over deze gebouwen en terreinen. 2. De in bijlage l, behorend bij deze overeenkomst, genoemde boekwaarde per 1 januari 2006 van de resterende kapitaalslast op de in artikel 2 omschreven gebouwen en terreinen, wordt door het bevoegd gezag aan de gemeente vergoed. 3. Indien (één van) de gebouwen en terreinen, zoals omschreven in artikel 2, niet langer nodig zijn (of is) voor het onderwijs, zal het bevoegd gezag het allereerst aan de gemeente Bergen op Zoom te koop aanbieden. 4. Indien het bevoegd gezag gebouwen en terreinen ten behoeve van het verzorgen van voortgezet onderwijs, anders dan omschreven in artikel 2, in eigendom verkrijgt, deelt het bevoegd gezag dit schriftelijk mee aan de gemeente. De gemeente zal vervolgens voor eigen rekening een recht van eerste koop op deze gebouwen en terreinen vestigen. Het bevoegd gezag ontvangt hiervan mededeling. 5. Het bevoegd gezag dat voornemens is gebouwen of terreinen, of een gedeelte daarvan, blijvend niet meer voor de school te gebruiken, doet hiervan onverwijld mededeling aan de gemeente. De gemeente is gehouden binnen 8 weken na ontvangst van deze mededeling het bevoegd gezag meedelen of de gemeente gebruik wil maken van het recht van eerste koop. In geval de gemeente gebruik maakt van het recht van eerste koop, zullen partijen afspraken maken over nadere (verkoop)voorwaarden. In geval de gemeente geen gebruik maakt van het recht van eerste koop, is het bevoegd gezag vrij tot andere bestemming en vervreemding over te gaan. 6. Bij het gebruikmaken van het recht van eerste koop door de gemeente wordt de verkoopprijs bepaald door een onafhankelijke commissie van twee deskundigen, waarvan een deskundige wordt aangewezen door en voor rekening van de gemeente en een door en voor rekening van het bevoegd gezag. De commissie brengt nadat de opdracht is verleend haar taxatierapport zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen drie weken na de opdrachtverlening uit. Indien de commissie niet tot een eenduidige verkoopprijs komt, dan wordt dit onder opgave van de taxatiebedragen ter kennis gebracht van de gemeente en het bevoegd gezag. Gemeente en bevoegd gezag zullen dan samen pogen tot overeenstemming te komen over de verkoopprijs. Indien geen overeenstemming wordt bereikt, zullen gemeente en bevoegd gezag een derde onafhankelijke deskundige aanwijzen die aan de commissie wordt toegevoegd. De commissie van drie brengt vervolgens een taxatierapport uit. De gemeente en het bevoegd gezag zijn gehouden de uitsluitsel van laatstbedoeld taxatierapport als verkoopprijs te aanvaarden. De kosten voor de inschakeling van deze derde deskundige worden gezamenlijk door de gemeente en het bevoegd gezag, ieder voor de helft, gedragen. Artikel 10. Looptijd overeenkomst Deze overeenkomst treedt in werking met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2006 en wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.
Artikel 11. Wijziging overeenkomst Wijziging van de overeenkomst is slechts mogelijk indien beide partijen dat uitdrukkelijk wensen. Nochtans komen partijen nu overeen met elkaar in overleg te treden om te bezien of wijziging van de overeenkomst aan de orde is, indien er zich wijzigingen voordoen in de wettelijke verantwoordelijkheid van de gemeente voor de huisvesting van het voortgezet onderwijs op het grondgebied van de gemeente Bergen op Zoom. Partijen treden eveneens in overleg indien zich feiten of omstandigheden voordoen waarin deze overeenkomst niet voorziet. Artikel 12. Beëindiging overeenkomst 1. Partijen hebben over en weer de bevoegdheid deze overeenkomst op te zeggen indien zich onvoorziene omstandigheden van dien aard voordoen dat van een van hen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet langer kan worden verlangd dat deze overeenkomst ongewijzigd in stand blijft; Partijen verplichten zich in zodanig geval ten opzichte van elkaar om op basis van redelijkheid en billijkheid te komen tot een afwikkeling van over en weer aangegane verplichtingen en reserveringen. Ter zake van de in de eerste volzin bedoelde opzegging nemen partijen een termijn van ten minste één kalenderjaar in acht. Partijen gaan niet eerder over tot opzegging dan nadat is vastgesteld dat in de situatie die is ontstaan niet kan worden voorzien door het met wederzijds goedvinden wijzigen van deze overeenkomst respectievelijk onderdelen hiervan; 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid heeft de gemeente de bevoegdheid deze overeenkomst te ontbinden zonder deswege tot vergoeding van kosten en/of schade van het bevoegd gezag te zijn gehouden indien het bevoegd gezag: a. surséance van betaling aanvraagt; b. in staat van faillissement wordt verklaard; c. ondanks sommatie zijdens de gemeente in gebreke blijft bij nakoming van verplichtingen die zij jegens deze is aangegaan. Artikel 13. Fusie, bestuursoverdracht, gemeentelijke herindeling 1. In geval van bestuursoverdracht, als bedoeld in artikel 50 van de WVO, gaan de rechten en verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst over op het nieuwe bevoegd gezag; 2. Naar analogie van het bepaalde in het eerste lid gaan bij een gemeentelijke herindeling de uit deze overeenkomst voor de gemeente voortvloeiende verplichtingen over op diens rechtsopvolger. Artikel 14. Geschillen 1. Er is sprake van geschillen indien zulks door tenminste een partij als zodanig aan de andere partij(en) kenbaar wordt gemaakt; 2. Alle geschillen die naar aanleiding van deze overeenkomst ontstaan of daarmee verband houden, worden onderworpen aan de beoordeling van drie arbiters. Zowel de gemeente als het bevoegd gezag benoemen ieder een arbiter; de aldus benoemde arbiters wijzen in overleg een derde arbiter aan die bij voorkeur jurist is. De arbiters zullen recht spreken als goede mensen naar billijkheid en in het hoogste ressort. Het oordeel van de arbiters is derhalve bindend. De in het ongelijk gestelde partij zal worden veroordeeld in de kosten van de arbitrage tenzij anders wordt overeengekomen door de gemeente en het bevoegd gezag. Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt en ondertekend op
te Bergen op Zoom
De gemeente Bergen op Zoom,
Stichting RSG" 't Rijks
Drs J.M.M. Polman, burgemeester
Mevr. M. Brouwers, voorzitter
Bijlage l Totaaloverzicht Rijks periode 1997 t/m 2005 jaar
ink alg uitk
kapln inv
éénm kn
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005*
239.545,35 248.312,22 271.137,48 306.590,68 345.236,43 454.391,07 473.831,31 501.506,28 482.511,94
0,00 0,00 0,00 9.418,30 42.674,43 129.140,24 257.907,91 269.361,74 287.398,49
119.216,84
totaal
3.323.062,78
995.901,11
ozb/verz
huur/leningen
onderhoud
44.865,00
34.000,00 15.330,57 21.178,10 82.493,89 50.091,54 59.225,60 60.710,30 71.873,84 68.697,01
0,00 0,00 0,00 0,00 11.225,55 0,00 30.815,26 0,00 0,00
0,00 0,00 2.278,24 12.093,86 0,00 52.803,69 20.844,84 43.613,50 36.106,00
205.545,35 232.981,65 247.681,14 202.584,64 122.028,07 213.221,54 52.395,79 116.657,20 45.445,44
215.239,04
463.600,85
42.040,81
167.740,13
1.438.540,83
51.157,20
* de bedragen voor 2005 betreffen geraamde bedragen. Overdracht Als uitgangspunt voor de totale berekening wordt aangehouden 1 januari 2006. kapitaallast investeringen:
saldo
permanente uitbreiding '00 boekwaarde per 01-01-2006
1.401.935,48
1e inrichting olp/meub '00 boekwaarde per 01-01-2006
243.047,85
perm uitbreiding 505m2 '02 boekwaarde per 01-01-2006
827.504,08
1.363.981,41
209.052,12
810.481,50
HVP 2005:
1einrolp/meub505m2'02 boekwaarde per 01-01-2006
65.081,16
tijdelijke uitbreiding 484m2 '02 boekwaarde per 01-01-2006
384.352,00
57.341,54
291.518,22
1einrolp/meub484m2'02 boekwaarde per 01-01-2006
62.374,81
perm uitbreiding 163m2 '03 boekwaarde per 01-01 -2006
286.795,78
1einrolp/meub163m2'03 boekwaarde per 01-01-2006
21.457,32
perm uitbreiding 202 m2'05 boekwaarde per 01-01-2006
385.369,00
1e inr olp/meub 202m2 '05 boekwaarde per 01-01-2006
26.664,00
56.976,59
282.979,00
19.600,32
385.369,00
totaal boekwaarde 01-01-2006
26.664,00 3.503.963,70
De totale boekwaarde per 01-01-2006 dient door het bevoegd gezag te worden vergoed. Met ingang van 1 januari 2006 zal het bedrag per leerling ad € 401,40, dat via de algemene uitkering van het Rijk wordt ontvangen, doorgesluisd worden naar het bevoegd gezag. Alle verdere kosten tzv ozb, verzekering, onderhoud, huur komen m.i.v. die datum tlv het bevoegd gezag.
Doordecentralisatieovereenkomst voortgezet onderwijs gemeente Bergen op Zoom
Ondergetekende, partijen bij overeenkomst:
a. en b.
de gemeente Bergen op Zoom, in deze ingevolge artikel 171 van de Gemeentewet vertegenwoordigd door de burgemeester de heer drs. J.M.M. Polman handelend ter uitvoering van het besluit van de gemeenteraad d.d. nummer hierna te noemen: de gemeente Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs e.o. in deze vertegenwoordigd door noemen: het bevoegd gezag.
voorzitter hierna te
In aanmerking nemende dat: 1. ingevolge het bepaalde in artikel 76b van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) (Stb. 402 1996) de zorg voor de onderwijshuisvestingsvoorzieningen is opgedragen aan de gemeente, waaronder begrepen de op het grondgebied van de gemeente gelegen gebouwen en terreinen behorende tot de onder het bevoegd gezag vallende school voor voortgezet onderwijs; 2. de gemeenteraad ingevolge het bepaalde in artikel 76v WVO, onder door hem te stellen voorwaarden, kan besluiten in overeenstemming met het bevoegd gezag dat ten behoeve van het door dit bevoegd gezag op het grondgebied van de gemeente in stand gehouden school een jaarlijks bedrag voor huisvestingskosten wordt verschaft waarmee het bevoegd gezag redelijkerwijs kan voorzien in de huisvestingsbehoefte van deze school; 3. het toepassen van de onder 2 genoemde wettelijke uitzonderingsmogelijkheid, welke ook bekendheid geniet onder de term "doordecentralisatie", past binnen het landelijk en gemeentelijk beleid ten aanzien van de autonomie vergroting van de bevoegde gezagsorganen; 4. een gezamenlijke keuze van partijen voor doordecentralisatie door de gemeente resulteert in de overdracht van diens zorgplicht voor dat gedeelte van de onderwijshuisvesting dat onder verantwoording van het bevoegd gezag valt, alsmede limitering van de financiële risico's, terwijl de voordelen van het bevoegd gezag met name zijn gelegen in de vergroting van de autonomie; 5. de partijen wensen, voor zover althans bij deze overeenkomst uitdrukkelijk bepaald, in afwijking van het bepaalde in Titel III, afdeling IA, hoofdstuk l WVO, alsmede de daarop gebaseerde gemeentelijke Verordening Voorzieningen Huisvesting onderwijs, hun onderlinge rechtsverhouding nader te regelen. Verklaren overeengekomen te zijn als volgt: Artikel 1. Definities Gemeente: de gemeente Bergen op Zoom danwei het gemeentebestuur; Bevoegd gezag: Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs e.o.; School: Juvenaat Heilig Hart; Schoolgebouwen: de op het grondgebied van de gemeente en onder het bevoegd gezag ressorterende voor het voortgezet onderwijs bestemde terreinen en gebouwen zoals deze in gebruik zijn bij voornoemde school voor voortgezet onderwijs, alsmede leer -en hulpmiddelen en het meubilair van de school; WVO: de Wet Voortgezet Onderwijs zoals gepubliceerd in Staatsblad 1996, 402 en hierna gewijzigd weergegeven in de Staatsbladen. Artikel 2. Omschrijving terreinen en schoolgebouwen 1. het bevoegd gezag beschikt over de volgende gebouwen en terreinen;
Pater Dehonlaan 63 Bergen op Zoom
2. Deze overeenkomst ziet mede toe op de na het aangaan van de overeenkomst door het bevoegd gezag verworven respectievelijk nog te verwerven gebouwen en terreinen en inventaris, voor zover deze zijn verworven met door de overheid beschikbaar gestelde middelen. Artikel 3. Overdracht verantwoordelijkheden voor de huisvestingsvoorzieningen 1. De gemeente draagt haar zorgplicht voor de voorzieningen in de huisvesting zoals bedoeld in artikel 76b, eerste lid WVO, welke voorzieningen zijn opgesomd in artikel 76c WVO en vertaald in de Verordening voorzieningen huisvesting van de gemeente Bergen op Zoom, voor wat betreft de in artikel 1 genoemde school over aan het bevoegd gezag, die deze zorg integraal over neemt. Het bevoegd gezag ontvangt voor de uitvoering van de in dit lid genoemde zorg een jaarlijks bedrag als omschreven in artikel 8 van deze overeenkomst; 2. Het bevoegd gezag neemt bij deze zorgplicht steeds de ter zake geldende wettelijke voorschriften in acht, in het bijzonder de wettelijk eisen ter zake van de onderhoudsplicht en oppervlakte en indeling van gebouwen en terreinen. 3. Het bevoegd gezag maakt voor de in lid 1 genoemde voorzieningen geen aanspraak op vergoeding van gemeentewege op basis van de gemeentelijke verordening voorzieningen huisvesting onderwijs; Artikel 4. Rechten en verplichtingen bevoegd gezag 1. Het bevoegd gezag draagt zorg voor een adequaat aanbod van voortgezet onderwijs in de gemeente Bergen op Zoom en krijgt op basis van deze overeenkomst daarvoor van de gemeente de volledige verantwoordelijkheid. Hierbij heeft het bevoegd gezag de verplichting het aanbod van voortgezet onderwijs minimaal op het huidige niveau te handhaven, binnen minimaal de huidige kwaliteit, mits de exploitatie van de school, gelet op de leerlingenaantallen, dit op een verantwoorde wijze toelaat; 2. Medegebruik van de schoolgebouwen en terreinen door of via de gemeente wordt door het bevoegd gezag op vrijwillige basis, tegen betaling van een nader overeen te komen vergoeding, toegestaan; 3. Het bevoegd gezag is verplicht het schoolgebouw behoorlijk te gebruiken, te onderhouden en adequaat te verzekeren. Ter zake van het onderhoud verplicht het bevoegd gezag zich jegens de gemeente dit uit te voeren op basis van een deugdelijk, periodiek te actualiseren, meerjarenonderhoudsplan, welk plan ter kennis wordt gebracht aan de gemeente; 4. Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat het schoolgebouw steeds voldoet aan alle daaraan wettelijk te stellen eisen, waaronder de in artikel 76c, tweede lid WVO geformuleerde eisen; 5. Het bevoegd gezag ziet jegens de gemeente af van het indienen van aanvragen die betrekking hebben op de huisvesting van de in artikel 1 genoemde school, waaronder begrepen: a. voor opneming van een huisvestingsvoorziening op het programma als bedoeld in artikel 76e WVO; b. met een spoedeisend karakter zoals bedoeld in artikel 76i WVO; 6. Het bevoegd gezag is gerechtigd (een gedeelte van) het schoolgebouw te verhuren zonder dat daarvoor de toestemming van de gemeente is vereist, als omschreven in artikel 76s, lid 1, WVO. De overige bepalingen van artikel 76s WVO zijn evenmin van toepassing; 7. Het bevoegd gezag is gehouden een periodiek te actualiseren huisvestingsplan te ontwikkelen waarin de visie op het onderwijs van de scholen en de daaraan verbonden huisvestingsgevolgen zijn beschreven. Het bevoegd
gezag is gehouden dit plan aan de gemeente te overleggen. Indien uit dit plan wijzigingen met gevolgen voor het spreidings- en locatiebeleid voor de huisvesting van de school voortvloeien dan zullen gemeente en bevoegd gezag voorafgaand aan de uitvoering van deze plannen hierover op overeenstemming gericht overleg voeren. Dit geldt tevens indien sprake is van huisvestingsconsequenties die raken aan het spreidings -en locatie beleid van scholen voor primair onderwijs, (voortgezet)speciaal onderwijs en beroepsonderwijs in de gemeente; 8. Het bevoegd gezag is gehouden om de gemeente in een jaarlijks te houden overleg te informeren omtrent de realisatie van de in dit artikel opgenomen verplichtingen. Artikel 5. Informatievoorziening en verantwoording 1. Het bevoegd gezag is verplicht jaarlijks inzicht te geven in de financiën van de in artikel 1 vermelde school, middels het overleggen van de jaarrekening(EFJ); 2. Het bevoegd gezag zal op of kort na de wettelijke teldatum van 1 oktober aan de gemeente bescheiden overleggen waarvan onomstotelijk vaststaat hoeveel leerlingen de school onder het bevoegde gezag in de gemeente in het desbetreffende cursusjaar bezoeken. Artikel 6. Rechten en verplichtingen gemeente 1. De gemeente is ontslagen van haar verplichting overleg te voeren met het bevoegde gezag over de aanpassing en vaststelling van de verordeningen en daaruit voortvloeiend het programma, zoals omschreven in artikel 76f, lid 1 van de WVO; 2. De gemeente ziet af van het vorderingsrecht dat toekomt aan de gemeente op grond van artikel 76r van de WVO. Artikel 7. Bestedingsvrijheid Het bevoegd gezag zal met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 de bedragen, door de gemeente beschikbaar gesteld voor de voorzieningen in de huisvesting van de school, dusdanig aanwenden dat op behoorlijke wijze wordt voldaan aan de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag met betrekking tot de huisvesting, overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst en de aan de huisvesting te stellen wettelijke eisen. Het bevoegd gezag heeft de vrijheid, met inachtneming van het bepaalde in de eerste volzin, de bedragen die zij van de gemeente ontvangt naar eigen inzicht aan te wenden. Artikel 8. Jaarlijks bedrag 1. De gemeente verschaft jaarlijks aan het bevoegd gezag ten behoeve van de zorg voor de voorzieningen in de huisvesting van de school het bedrag per leerling als bedoeld in het vierde lid van dit artikel. Uit de desbetreffende bedragen dienen, naast de voorzieningen als bedoeld in artikel 3 tevens de kosten voor OZB en verzekering te worden bestreden; 2. Het in het eerste lid bedoelde bedrag wordt jaarlijks door de gemeente, binnen het lopend kalenderjaar, in twaalf gelijke maandelijkse termijnen aan het bevoegd gezag beschikbaar gesteld; 3. Het jaarlijks bedrag is gebaseerd op een gefixeerd (gemiddeld aantal leerlingen over een periode van 5 jaar gebaseerd op de gemeentelijke prognose) aantal leerlingen van 436 per 1 januari 2006 (op basis van teldatum 1 oktober 2005 en bevolkingsgegevens van 1 januari 2006). Gedurende de looptijd van de overeenkomst wordt jaarlijks bezien of er op dat moment sprake is van een afwijking (positief, danwei negatief) van het gefixeerde aantal leerlingen groter dan 5%. Indien hiervan sprake is, zal op basis van een nieuwe op te stellen prognose het gefixeerd leerlingenaantal worden bijgesteld; 4. Per peildatum 1 januari 2006 bedraagt het bedrag per leerling € 401,40 vermenigvuldigd met de uitkeringsfactor en correctiefactor. Dit bedrag per leerling wordt jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig de VNG index voor huisvesting (aangeduid als prijsbijstellingsfactor voor nieuwbouw en uitbreiding) die door de gemeente ook wordt gehanteerd in de verordening voorzieningen huisvesting. Artikel 9. Overdracht economisch claimrecht, voorkeursrecht gemeente 1. Partijen zijn overeengekomen dat de gemeente afziet van het economisch claimrecht, zoals vermeld in artikel 76u WVO, met betrekking tot de in artikel 2 omschreven gebouwen en terreinen. Het bevoegd gezag heeft de vrije beschikking over deze gebouwen en terreinen. 2. De in bijlage l, behorend bij deze overeenkomst, genoemde boekwaarde per 1 januari 2006 van de resterende kapitaalslast op de in artikel 2 omschreven gebouwen en terreinen, wordt door het bevoegd gezag aan de gemeente vergoed.
3. Indien (één van) de gebouwen en terreinen, zoals omschreven in artikel 2, niet langer nodig zijn (of is) voor het onderwijs, zal het bevoegd gezag het allereerst aan de gemeente te koop aanbieden. 4. Indien het bevoegd gezag gebouwen en terreinen ten behoeve van het verzorgen van voortgezet onderwijs, anders dan omschreven in artikel 2, in eigendom verkrijgt, deelt het bevoegd gezag dit schriftelijk mee aan de gemeente. De gemeente zal vervolgens voor eigen rekening een recht van eerste koop op deze gebouwen en terreinen vestigen. Het bevoegd gezag ontvangt hiervan mededeling. 5. Het bevoegd gezag dat voornemens is gebouwen of terreinen, of een gedeelte daarvan, blijvend niet meer voor de school te gebruiken, doet hiervan onverwijld mededeling aan de gemeente. De gemeente is gehouden binnen 8 weken na ontvangst van deze mededeling het bevoegd gezag meedelen of de gemeente gebruik wil maken van het recht van eerste koop. In geval de gemeente gebruik maakt van het recht van eerste koop, zullen partijen afspraken maken over nadere (verkoopvoorwaarden. In geval de gemeente geen gebruik maakt van het recht van eerste koop, is het bevoegd gezag vrij tot andere bestemming en vervreemding over te gaan. 6. Bij het gebruikmaken van het recht van eerste koop door de gemeente wordt de verkoopprijs bepaald door een onafhankelijke commissie van twee deskundigen, waarvan een deskundige wordt aangewezen door en voor rekening van de gemeente en een door en voor rekening van het bevoegd gezag. De commissie brengt nadat de opdracht is verleend haar taxatierapport zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen drie weken na de opdrachtverlening uit. Indien de commissie niet tot een eenduidige verkoopprijs komt, dan wordt dit onder opgave van de taxatiebedragen ter kennis gebracht van de gemeente en het bevoegd gezag. Gemeente en bevoegd gezag zullen dan samen pogen tot overeenstemming te komen over de verkoopprijs. Indien geen overeenstemming wordt bereikt, zullen gemeente en bevoegd gezag een derde onafhankelijke deskundige aanwijzen die aan de commissie wordt toegevoegd. De commissie van drie brengt vervolgens een taxatierapport uit. De gemeente en het bevoegd gezag zijn gehouden de uitsluitsel van laatstbedoeld taxatierapport als verkoopprijs te aanvaarden. De kosten voor de inschakeling van deze derde deskundige worden gezamenlijk door de gemeente en het bevoegd gezag, ieder voor de helft, gedragen. Artikel 10. Looptijd overeenkomst Deze overeenkomst treedt in werking met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2006 en wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. Artikel 11. Wijziging overeenkomst Wijziging van de overeenkomst is slechts mogelijk indien beide partijen dat uitdrukkelijk wensen. Nochtans komen partijen nu overeen met elkaar in overleg te treden om te bezien of wijziging van de overeenkomst aan de orde is, indien er zich wijzigingen voordoen in de wettelijke verantwoordelijkheid van de gemeente voor de huisvesting van het voortgezet onderwijs op het grondgebied van de gemeente Bergen op Zoom. Partijen treden eveneens in overleg indien zich feiten of omstandigheden voordoen waarin deze overeenkomst niet voorziet. Artikel 12. Beëindiging overeenkomst 1. Partijen hebben over en weer de bevoegdheid deze overeenkomst op te zeggen indien zich onvoorziene omstandigheden van dien aard voordoen dat van een van hen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet langer kan worden verlangd dat deze overeenkomst ongewijzigd in stand blijft; Partijen verplichten zich in zodanig geval ten opzichte van elkaar om op basis van redelijkheid en billijkheid te komen tot een afwikkeling van over en weer aangegane verplichtingen en reserveringen. Ter zake van de in de eerste volzin bedoelde opzegging nemen partijen een termijn van ten minste één kalenderjaar in acht. Partijen gaan niet eerder over tot opzegging dan nadat is vastgesteld dat in de situatie die is ontstaan niet kan worden voorzien door het met wederzijds goedvinden wijzigen van deze overeenkomst respectievelijk onderdelen hiervan; 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid heeft de gemeente de bevoegdheid deze overeenkomst te ontbinden zonder deswege tot vergoeding van kosten en/of schade van het bevoegd gezag te zijn gehouden indien het bevoegd gezag: a. surséance van betaling aanvraagt; b. in staat van faillissement wordt verklaard; c. ondanks sommatie zijdens de gemeente in gebreke blijft bij nakoming van verplichtingen die zij jegens deze is aangegaan.
Artikel 13. Fusie, bestuursoverdracht, gemeentelijke herindeling 1. In geval van bestuursoverdracht, als bedoeld in artikel 50 van de WVO, gaan de rechten en verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst over op het nieuwe bevoegd gezag; 2. Naar analogie van het bepaalde in het eerste lid gaan bij een gemeentelijke herindeling de uit deze overeenkomst voor de gemeente voortvloeiende verplichtingen over op diens rechtsopvolger. Artikel 14. Geschillen 1. Er is sprake van geschillen indien zulks door tenminste een partij als zodanig aan de andere partij(en) kenbaar wordt gemaakt; 2. Alle geschillen die naar aanleiding van deze overeenkomst ontstaan of daarmee verband houden, worden onderworpen aan de beoordeling van drie arbiters. Zowel de gemeente als het bevoegd gezag benoemen ieder een arbiter; de aldus benoemde arbiters wijzen in overleg een derde arbiter aan die bij voorkeur jurist is. De arbiters zullen recht spreken als goede mensen naar billijkheid en in het hoogste ressort. Het oordeel van de arbiters is derhalve bindend. De in het ongelijk gestelde partij zal worden veroordeeld in de kosten van de arbitrage tenzij anders wordt overeengekomen door de gemeente en het bevoegd gezag. Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt en ondertekend op
te Bergen op Zoom
De gemeente Bergen op Zoom,
Drs J.M.M. Polman, burgemeester
Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs,
Bijlage l Totaaloverzicht Juvenaat periode 1997 t/m 2005 jaar
ink alg uitk
kapitaalln inv
ozb/verz
huur/leningen
onderhoud
saldo
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005*
58.377,87 63.727,57 71.197,35 75.728,63 84.350,96 106.224,53 110.551,93 111,532,10 105.266,43
0,00 1.526,07 54.455,27 150.034,77 136.216,92 136.216,92 136.216,92 136.216,92 136.218,00
10.716,99 11.511,20 13.067,70 11.193,60 24.482,19 21.102,00 21.562,20 21.942,91 22.200,00
6.596,51 6.481,35 6.586,17 6.413,28 3.983,39 3.953,15 0,00 4.176,00 4.500,00
0,00 0,00 0,00 0,00 13.652,91 0,00 0,00 56.554,57 2.000,00
41.064,37 44.208,95 -2.911,79 -91.913,02 -93.984,45 -55.047,54 -47.227,19 -107.358,30 -59.651,57
totaal
786.957,37
887.101,79
157.778,79
42.689,85
72.207,48
-372.820,54
* de bedragen voor 2005 betreffen geraamde bedragen. Overdracht Als uitgangspunt voor de totale berekening wordt aangehouden 1 januari 2006. Op dat moment is de boekwaarde van de investeringen: uitbreiding vloeropp '98 € boekwaarde per 01-01-2006
1.631.636,83 1.561,995 139.755,23
uitbreiding leer/hulpmiddelen '98 boekwaarde per 01-01-2006
113.162 totaal
1.675.157
De totale boekwaarde per 01-01-2006 dient door het bevoegd gezag te worden vergoed. Met ingang van 1 januari 2006 zal het bedrag per leerling ad € 401,40, dat via de algemene uitkering van het Rijk wordt ontvangen, doorgesluisd worden naar het bevoegd gezag. Alle verdere kosten tzv ozb, verzekering, onderhoud, huur komen m.i.v. die datum tlv het bevoegd gezag.
Doordecentralisatieovereenkomst voortgezet onderwijs gemeente Bergen op Zoom
Ondergetekende, partijen bij overeenkomst:
a. en b.
de gemeente Bergen op Zoom, in deze ingevolge artikel 171 van de Gemeentewet vertegenwoordigd door de burgemeester de heer drs. J.M.M. Polman handelend ter uitvoering van het besluit van de gemeenteraad d.d. nummer hierna te noemen: de gemeente De Lowys Porquinstichting in deze vertegenwoordigd door A.L.M, van Geel, voorzitter centrale directie hierna te noemen: het bevoegd gezag.
In aanmerking nemende dat: 1. ingevolge het bepaalde in artikel 76b van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) (Stb. 402 1996) de zorg voor de onderwijshuisvestingsvoorzieningen is opgedragen aan de gemeente, waaronder begrepen de op het grondgebied van de gemeente gelegen gebouwen en terreinen behorende tot de onder het bevoegd gezag vallende school voor voortgezet onderwijs; 2. de gemeenteraad ingevolge het bepaalde in artikel 76v WVO, onder door hem te stellen voorwaarden, kan besluiten in overeenstemming met het bevoegd gezag dat ten behoeve van het door dit bevoegd gezag op het grondgebied van de gemeente in stand gehouden school een jaarlijks bedrag voor huisvestingskosten wordt verschaft waarmee het bevoegd gezag redelijkerwijs kan voorzien in de huisvestingsbehoefte van deze school; 3. het toepassen van de onder 2 genoemde wettelijke uitzonderingsmogelijkheid, welke ook bekendheid geniet onder de term "doordecentralisatie", past binnen het landelijk en gemeentelijk beleid ten aanzien van de autonomie vergroting van de bevoegde gezagsorganen; 4. een gezamenlijke keuze van partijen voor doordecentralisatie door de gemeente resulteert in de overdracht van diens zorgplicht voor dat gedeelte van de onderwijshuisvesting dat onder verantwoording van het bevoegd gezag valt, alsmede limitering van de financiële risico's, terwijl de voordelen van het bevoegd gezag met name zijn gelegen in de vergroting van de autonomie; 5. de partijen wensen, voor zover althans bij deze overeenkomst uitdrukkelijk bepaald, in afwijking van het bepaalde in Titel III, afdeling IA, hoofdstuk l WVO, alsmede de daarop gebaseerde gemeentelijke Verordening Voorzieningen Huisvesting onderwijs, hun onderlinge rechtsverhouding nader te regelen. Verklaren overeengekomen te zijn als volgt: Definities Artikel 1. Gemeente: de gemeente Bergen op Zoom danwei het gemeentebestuur; Bevoegd gezag: Lowys Porquinstichting; School: praktijkschool Het Kwadrant; Schoolgebouwen: de op het grondgebied van de gemeente en onder het bevoegd gezag ressorterende voor het voortgezet onderwijs bestemde terreinen en gebouwen zoals deze in gebruik zijn bij voornoemde school voor voortgezet onderwijs, alsmede leer -en hulpmiddelen en het meubilair van de school; WVO: de Wet Voortgezet Onderwijs zoals gepubliceerd in Staatsblad 1996, 402 en hierna gewijzigd weergegeven in de Staatsbladen. Artikel 2. Omschrijving terreinen en schoolgebouwen 1. het bevoegd gezag beschikt over de volgende gebouwen en terreinen;
gemeente Bergen op Zoom
gebouwdeel bouwaard bouwjaar bouwlagen aantal lokalen aantal m2 BVO
sectie
nummer 5336
1 Permanent 1963
2001
911
1 vervallen
plaatselijke aanduiding Oberonstraat 2 Bergen op Zoom
Permanent Permanent Permanent 2003 2004 2002
104
208
208
2. Deze overeenkomst ziet mede toe op de na het aangaan van de overeenkomst door het bevoegd gezag verworven respectievelijk nog te verwerven gebouwen en terreinen en inventaris, voor zover deze zijn verworven met door de overheid beschikbaar gestelde middelen. Artikel 3. Overdracht verantwoordelijkheden voor de huisvestingsvoorzieningen 1. De gemeente draagt haar zorgplicht voor de voorzieningen in de huisvesting zoals bedoeld in artikel 76b, eerste lid WVO, welke voorzieningen zijn opgesomd in artikel 76c WVO en vertaald in de Verordening voorzieningen huisvesting van de gemeente Bergen op Zoom, voor wat betreft de in artikel 1 genoemde school over aan het bevoegd gezag, die deze zorg integraal over neemt. Het bevoegd gezag ontvangt voor de uitvoering van de in dit lid genoemde zorg een jaarlijks bedrag als omschreven in artikel 8 van deze overeenkomst; 2. Het bevoegd gezag neemt bij deze zorgplicht steeds de ter zake geldende wettelijke voorschriften in acht, in het bijzonder de wettelijk eisen ter zake van de onderhoudsplicht en oppervlakte en indeling van gebouwen en terreinen. 3. Het bevoegd gezag maakt voor de in lid 1 genoemde voorzieningen geen aanspraak op vergoeding van gemeentewege op basis van de gemeentelijke verordening voorzieningen huisvesting onderwijs; Artikel 4. Rechten en verplichtingen bevoegd gezag 1. Het bevoegd gezag draagt zorg voor een adequaat aanbod van voortgezet onderwijs in de gemeente Bergen op Zoom en krijgt op basis van deze overeenkomst daarvoor van de gemeente de volledige verantwoordelijkheid. Hierbij heeft het bevoegd gezag de verplichting het aanbod van voortgezet onderwijs minimaal op het huidige niveau te handhaven, binnen minimaal de huidige kwaliteit, mits de exploitatie van de school, gelet op de leerlingenaantallen, dit op een verantwoorde wijze toelaat; 2. Medegebruik van de schoolgebouwen en terreinen door of via de gemeente wordt door het bevoegd gezag op vrijwillige basis, tegen betaling van een nader overeen te komen vergoeding, toegestaan; 3. Het bevoegd gezag is verplicht het schoolgebouw behoorlijk te gebruiken, te onderhouden en adequaat te verzekeren. Ter zake van het onderhoud verplicht het bevoegd gezag zich jegens de gemeente dit uit te voeren op basis van een deugdelijk, periodiek te actualiseren, meerjarenonderhoudsplan, welk plan ter kennis wordt gebracht aan de gemeente; 4. Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat het schoolgebouw steeds voldoet aan alle daaraan wettelijk te stellen eisen, waaronder de in artikel 76c, tweede lid WVO geformuleerde eisen; 5. Het bevoegd gezag ziet jegens de gemeente af van het indienen van aanvragen die betrekking hebben op de huisvesting van de in artikel 1 genoemde school, waaronder begrepen: a. voor opneming van een huisvestingsvoorziening op het programma als bedoeld in artikel 76e WVO; b. met een spoedeisend karakter zoals bedoeld in artikel 76i WVO; 6. Het bevoegd gezag is gerechtigd (een gedeelte van) het schoolgebouw te verhuren zonder dat daarvoor de toestemming van de gemeente is vereist, als omschreven in artikel 76s, lid 1, WVO. De overige bepalingen van artikel 76s WVO zijn evenmin van toepassing;
7. Het bevoegd gezag is gehouden een periodiek te actualiseren huisvestingsplan te ontwikkelen waarin de visie op het onderwijs van de scholen en de daaraan verbonden huisvestingsgevolgen zijn beschreven. Het bevoegd gezag is gehouden dit plan aan de gemeente te overleggen. Indien uit dit plan wijzigingen met gevolgen voor het spreidings- en locatiebeleid voor de huisvesting van de school voortvloeien dan zullen gemeente en bevoegd gezag voorafgaand aan de uitvoering van deze plannen hierover op overeenstemming gericht overleg voeren. Dit geldt tevens indien sprake is van huisvestingsconsequenties die raken aan het spreidings -en locatie beleid van scholen voor primair onderwijs, (voortgezet)speciaal onderwijs en beroepsonderwijs in de gemeente; 8. Het bevoegd gezag is gehouden om de gemeente in een jaarlijks te houden overleg te informeren omtrent de realisatie van de in dit artikel opgenomen verplichtingen. Artikel 5. Informatievoorziening en verantwoording 1. Het bevoegd gezag is verplicht jaarlijks inzicht te geven in de financiën van de in artikel 1 vermelde school, middels het overleggen van de jaarrekening(EFJ); 2. Het bevoegd gezag zal op of kort na de wettelijke teldatum van 1 oktober aan de gemeente bescheiden overleggen waarvan onomstotelijk vaststaat hoeveel leerlingen de school onder het bevoegde gezag in de gemeente in het desbetreffende cursusjaar bezoeken. Artikel 6. Rechten en verplichtingen gemeente 1. De gemeente is ontslagen van haar verplichting overleg te voeren met het bevoegde gezag over de aanpassing en vaststelling van de verordeningen en daaruit voortvloeiend het programma, zoals omschreven in artikel 76f, lid 1 van de WVO; 2. De gemeente ziet af van het vorderingsrecht dat toekomt aan de gemeente op grond van artikel 76r van de WVO. Artikel 7. Bestedingsvrijheid Het bevoegd gezag zal met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 de bedragen, door de gemeente beschikbaar gesteld voor de voorzieningen in de huisvesting van de school, dusdanig aanwenden dat op behoorlijke wijze wordt voldaan aan de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag met betrekking tot de huisvesting, overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst en de aan de huisvesting te stellen wettelijke eisen. Het bevoegd gezag heeft de vrijheid, met inachtneming van het bepaalde in de eerste volzin, de bedragen die zij van de gemeente ontvangt naar eigen inzicht aan te wenden. Artikel 8. Jaarlijks bedrag 1. De gemeente verschaft jaarlijks aan het bevoegd gezag ten behoeve van de zorg voor de voorzieningen in de huisvesting van de school het bedrag per leerling als bedoeld in het vierde lid van dit artikel. Uit de desbetreffende bedragen dienen, naast de voorzieningen als bedoeld in artikel 3 tevens de kosten voor OZB en verzekering te worden bestreden; 2. Het in het eerste lid bedoelde bedrag wordt jaarlijks door de gemeente, binnen het lopend kalenderjaar, in twaalf gelijke maandelijkse termijnen aan het bevoegd gezag beschikbaar gesteld; 3. Het jaarlijks bedrag is gebaseerd op een gefixeerd (gemiddeld aantal leerlingen over een periode van 5 jaar gebaseerd op de gemeentelijke prognose) aantal leerlingen van 166 per 1 januari 2006 (op basis van teldatum 1 oktober 2005 en bevolkingsgegevens van 1 januari 2006). Gedurende de looptijd van de overeenkomst wordt jaarlijks bezien of er op dat moment sprake is van een afwijking (positief, danwei negatief) van het gefixeerde aantal leerlingen groter dan 5%. Indien hiervan sprake is, zal op basis van een nieuwe op te stellen prognose het gefixeerd leerlingenaantal worden bijgesteld; 4. Per peildatum 1 januari 2006 bedraagt het bedrag per leerling € 401,40 vermenigvuldigd met de uitkeringsfactor en correctiefactor(zie bijlage l) Dit bedrag per leerling wordt jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig de VNG index voor huisvesting (aangeduid als prijsbijstellingsfactor voor nieuwbouw en uitbreiding) die door de gemeente ook wordt gehanteerd in de verordening voorzieningen huisvesting. Artikel 9. Overdracht economisch claimrecht, voorkeursrecht gemeente 1. Partijen zijn overeengekomen dat de gemeente afziet van het economisch claimrecht, zoals vermeld in artikel 76u WVO, met betrekking tot de in artikel 2 omschreven gebouwen en terreinen. Het bevoegd gezag heeft de vrije beschikking over deze gebouwen en terreinen.
2. De in bijlage l, behorend bij deze overeenkomst, genoemde boekwaarde per 1 januari 2006 van de resterende kapitaalslast op de in artikel 2 omschreven gebouwen en terreinen, wordt door het bevoegd gezag aan de gemeente vergoed. 3. Indien (één van) de gebouwen en terreinen, zoals omschreven in artikel 2, niet langer nodig zijn (of is) voor het onderwijs, zal het bevoegd gezag het allereerst aan de gemeente Bergen op Zoom te koop aanbieden. 4. Indien het bevoegd gezag gebouwen en terreinen ten behoeve van het verzorgen van voortgezet onderwijs, anders dan omschreven in artikel 2, in eigendom verkrijgt, deelt het bevoegd gezag dit schriftelijk mee aan de gemeente. De gemeente zal vervolgens voor eigen rekening een recht van eerste koop op deze gebouwen en terreinen vestigen. Het bevoegd gezag ontvangt hiervan mededeling. 5. Het bevoegd gezag dat voornemens is gebouwen of terreinen, of een gedeelte daarvan, blijvend niet meer voor de school te gebruiken, doet hiervan onverwijld mededeling aan de gemeente. De gemeente is gehouden binnen 8 weken na ontvangst van deze mededeling het bevoegd gezag meedelen of de gemeente gebruik wil maken van het recht van eerste koop. In geval de gemeente gebruik maakt van het recht van eerste koop, zullen partijen afspraken maken over nadere (verkoop)voorwaarden. In geval de gemeente geen gebruik maakt van het recht van eerste koop, is het bevoegd gezag vrij tot andere bestemming en vervreemding over te gaan. 6. Bij het gebruikmaken van het recht van eerste koop door de gemeente wordt de verkoopprijs bepaald door een onafhankelijke commissie van twee deskundigen, waarvan een deskundige wordt aangewezen door en voor rekening van de gemeente en een door en voor rekening van het bevoegd gezag. De commissie brengt nadat de opdracht is verleend haar taxatierapport zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen drie weken na de opdrachtverlening uit. Indien de commissie niet tot een eenduidige verkoopprijs komt, dan wordt dit onder opgave van de taxatiebedragen ter kennis gebracht van de gemeente en het bevoegd gezag. Gemeente en bevoegd gezag zullen dan samen pogen tot overeenstemming te komen over de verkoopprijs. Indien geen overeenstemming wordt bereikt, zullen gemeente en bevoegd gezag een derde onafhankelijke deskundige aanwijzen die aan de commissie wordt toegevoegd. De commissie van drie brengt vervolgens een taxatierapport uit. De gemeente en het bevoegd gezag zijn gehouden de uitsluitsel van laatstbedoeld taxatierapport als verkoopprijs te aanvaarden. De kosten voor de inschakeling van deze derde deskundige worden gezamenlijk door de gemeente en het bevoegd gezag, ieder voor de helft, gedragen. Artikel 10. Looptijd overeenkomst Deze overeenkomst treedt in werking met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2006 en wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. Artikel 11. Wijziging overeenkomst Wijziging van de overeenkomst is slechts mogelijk indien beide partijen dat uitdrukkelijk wensen. Nochtans komen partijen nu overeen met elkaar in overleg te treden om te bezien of wijziging van de overeenkomst aan de orde is, indien er zich wijzigingen voordoen in de wettelijke verantwoordelijkheid van de gemeente voor de huisvesting van het voortgezet onderwijs op het grondgebied van de gemeente Bergen op Zoom. Partijen treden eveneens in overleg indien zich feiten of omstandigheden voordoen waarin deze overeenkomst niet voorziet. Artikel 12. Beëindiging overeenkomst 1. Partijen hebben over en weer de bevoegdheid deze overeenkomst op te zeggen indien zich onvoorziene omstandigheden van dien aard voordoen dat van een van hen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet langer kan worden verlangd dat deze overeenkomst ongewijzigd in stand blijft; Partijen verplichten zich in zodanig geval ten opzichte van elkaar om op basis van redelijkheid en billijkheid te komen tot een afwikkeling van over en weer aangegane verplichtingen en reserveringen. Ter zake van de in de eerste volzin bedoelde opzegging nemen partijen een termijn van ten minste één kalenderjaar in acht. Partijen gaan niet eerder over tot opzegging dan nadat is vastgesteld dat in de situatie die is ontstaan niet kan worden voorzien door het met wederzijds goedvinden wijzigen van deze overeenkomst respectievelijk onderdelen hiervan; 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid heeft de gemeente de bevoegdheid deze overeenkomst te ontbinden zonder deswege tot vergoeding van kosten en/of schade van het bevoegd gezag te zijn gehouden indien het bevoegd gezag: a. surséance van betaling aanvraagt;
b. in staat van faillissement wordt verklaard; c. ondanks sommatie zijdens de gemeente in gebreke blijft bij nakoming van verplichtingen die zij jegens deze is aangegaan. Artikel 13. Fusie, bestuursoverdracht, gemeentelijke herindeling 1. In geval van bestuursoverdracht, als bedoeld in artikel 50 van de WVO, gaan de rechten en verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst over op het nieuwe bevoegd gezag; 2. Naar analogie van het bepaalde in het eerste lid gaan bij een gemeentelijke herindeling de uit deze overeenkomst voor de gemeente voortvloeiende verplichtingen over op diens rechtsopvolger. Geschillen Artikel 14. 1. Er is sprake van geschillen indien zulks door tenminste een partij als zodanig aan de andere partij(en) kenbaar wordt gemaakt; 2. Alle geschillen die naar aanleiding van deze overeenkomst ontstaan of daarmee verband houden, worden onderworpen aan de beoordeling van drie arbiters. Zowel de gemeente als het bevoegd gezag benoemen ieder een arbiter; de aldus benoemde arbiters wijzen in overleg een derde arbiter aan die bij voorkeur jun'st is. De arbiters zullen recht spreken als goede mensen naar billijkheid en in het hoogste ressort. Het oordeel van de arbiters is derhalve bindend. De in het ongelijk gestelde partij zal worden veroordeeld in de kosten van de arbitrage tenzij anders wordt overeengekomen door de gemeente en het bevoegd gezag. Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt en ondertekend op
te Bergen op Zoom
De gemeente Bergen op Zoom,
De Lowys Porquinstichting,
Drs J.M.M. Polman, burgemeester
A.L.M, van Geel, voorzitter centrale directie
Bijlage l Totaaloverzicht Kwadrant periode 1997 t/m 2005 jaar
ink alg uitk
kapitaalln inv
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005*
30.531,06 33.440,00 40.105,92 41.666,36 48.236,31 69.901,99 87.087,61 87.053,20 97.432,65
50.276,19 50.276,19 50.276,19 50.276,19 50.276,19 50.985,25 51.438,44 76.821,10 118.342,25
totaal
535.455,10
548.967,99
éénm kn
ozb/verz
huur/leningen
onderhoud
2.200,00 2.276,52 2.352,89 2.500,00 2.700,00 2.945,80 3.662,83 4.528,73 6.565,80
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 59.145,85 24.354,17 0,00
0,00 0,00 1.209,28 29.684,52 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
-21.945,13 -19.112,71 -13.732,44 -40.794,35 -4.739,88 15.970,94 -68.870,45 -18.650,80 -27.475,40
29.732,57
83.500,02
30.893,80
-199.350,22
41.710,94
* de bedragen voor 2005 betreffen geraamde bedragen. Overdracht
Als uitgangspunt voor de totale berekening wordt aangehouden 1 januari 2006. Op dat moment is de boekwaarde van de investeringen: Kwadrant 1einrolp/meubgroep6 '02 boekwaarde per 01-01-2006 € 1e inrolp/meub groep 7 t/m 10 '03 boekwaarde per 01-01-2006 €
7.166
31.416
perm uitbreiding 1 lokaal '02 boekwaarde per 01-01-2006
€
209.301
perm uitbreiding 2 lokalen '03 boekwaarde per 01-01-2006
€
343.841
perm uitbreiding groep 9/10 '04 boekwaarde per 01-01-2006
saldo
371.750 963.474 totaal De totale boekwaarde per 01-01-2006 dient door het bevoegd gezag te worden vergoed. Met ingang van 1 januari 2006 zal het bedrag per leerling ad € 401,40, dat via de algemene uitkering van het Rijk wordt ontvangen, doorgesluisd worden naar het bevoegd gezag. Alle verdere kosten tzv ozb, verzekering, onderhoud, huur komen m.i.v. -,e datum tlv het bevoegd gezag.
Doordecentralisatieovereenkomst voortgezet onderwijs gemeente Bergen op Zoom Ondergetekende, partijen bij overeenkomst:
a.
en b.
de gemeente Bergen op Zoom, in deze ingevolge artikel 171 van de Gemeentewet vertegenwoordigd door de burgemeester de heer drs. J.M.M. Polman handelend ter uitvoering van het besluit van de gemeenteraad d.d. nummer , hierna te noemen: de gemeente De vereniging Ons Middelbaar Onderwijs in deze vertegenwoordigd door drs R.H.A.M. Kraakman, voorzitter, en J.M.C, van Dijk MPM, ambtelijk secretaris, hierna te noemen: het bevoegd gezag.
In aanmerking nemende dat: 1. ingevolge het bepaalde in artikel 76b van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) (Stb. 4021996) de zorg voor de onderwijshuisvestingsvoorzieningen is opgedragen aan de gemeente, waaronder begrepen de op het grondgebied van de gemeente gelegen gebouwen en terreinen behorende tot de onder het bevoegd gezag vallende scholen voor voortgezet onderwijs; 2. de gemeenteraad ingevolge het bepaalde in artikel 76v WVO, onder door hem te stellen voorwaarden, kan besluiten in overeenstemming met het bevoegd gezag dat ten behoeve van het door dit bevoegd gezag op het grondgebied van de gemeente in stand gehouden scholen een jaarlijks bedrag voor huisvestingskosten wordt verschaft waarmee het bevoegd gezag redelijkerwijs kan voorzien in de huisvestingsbehoefte van deze scholen; 3. het toepassen van de onder 2 genoemde wettelijke uitzonderingsmogelijkheid, welke ook bekendheid geniet onder de term "doordecentralisatie", past binnen het landelijk en gemeentelijk beleid ten aanzien van de autonomie vergroting van de bevoegde gezagsorganen; 4. een gezamenlijke keuze van partijen voor doordecentralisatie door de gemeente resulteert in de overdracht van diens zorgplicht voor dat gedeelte van de onderwijshuisvesting dat onder verantwoording van het bevoegd gezag valt, alsmede limitering van de financiële risico's, terwijl de voordelen van het bevoegd gezag met name zijn gelegen in de vergroting van de autonomie; 5. de partijen wensen, voor zover althans bij deze overeenkomst uitdrukkelijk bepaald, in afwijking van het bepaalde in Titel III, afdeling IA, hoofdstuk l WVO, alsmede de daarop gebaseerde gemeentelijke Verordening Voorzieningen Huisvesting onderwijs, hun onderlinge rechtsverhouding nader te regelen. Verklaren overeengekomen te zijn als volgt: Artikel 1. Definities Gemeente: de gemeente Bergen op Zoom danwei het gemeentebestuur; Bevoegd gezag: de Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs; Scho(o)l(en): Scholengroep Mollerlyceum en de Roncalli scholengemeenschap Schoolgebouwen: de op het grondgebied van de gemeente en onder het bevoegd gezag ressorterende voor het voortgezet onderwijs bestemde terreinen en gebouwen zoals deze in gebruik zijn bij voornoemde scholen voor voortgezet onderwijs, alsmede leer -en hulpmiddelen en het meubilair van de school; WVO: de Wet Voortgezet Onderwijs zoals gepubliceerd in Staatsblad 1996, 402 en hierna gewijzigd weergegeven in de Staatsbladen. Artikel 2. Omschrijving terreinen en schoolgebouwen 1. het bevoegd gezag beschikt over de volgende gebouwen en terreinen:
Scholengroep Mollerlyceum * Bolwerk Zuid 168 * 4611 DX Bergen op Zoom
Bergen op Zoom
H H
Bergen op Zoom Bergen op Zoom
3796
Bolwerk-Zuid 168 Bergen op Zoom
3797
Bolwerk-Zuid (ongenummerd) en Noordsingel 99 Bergen op Zoom
5068
Le Grandstraat (ongenummerd) Bergen op Zoom
«ff;A^;^ife^fe^teilSïSfefei hoofdgebouw Bolwerk-Zuid 168 gymzaal
gebouwdeel bouwaard bouwjaar bouwlagen
,
aantal m2 BVO Bijzonderheden
j \
1
4___JL__
Permanent
Permanent _L_ 1926
1926
1.580
l
Permanent
\
;
3
j
4
5
Permanent
Permanent
1957
2
;
253 1.615 422 geen economisch claimrecht gemeente
Noordzijde Zoom 61 hoofdgebouw gymzaal
6
2
;
1926
1
3
l
gebouwdeel bouwaard bouwjaar bouwlagen
3
Permanent
-t
8
Permanent Ï988
Permanent
1
1
!
1
2
1957
|
1
i
695
| 't
hoofdgebouw i
1976
!
9
Permanent i 1993
1992
3
102282A
2.165 845 i 3.944 213 B **& IM ï,*freM *. * **><*,,3 *•* „ ''"'«f' ,»*%P"*^v**F«^'%^^^-j &*«'•*•*•*& 2 bebouwd i (gedeelt.) geen economisch claimrecht gemeente 8.525 m
4W41A
34.530 m2
aantal m BVO
inclusief 1 1 .600 m2 sportterrein
bebouwd en onbebouwd
Roncalli Scholengemeenschap * Tuinderspad 6 * 4613 CA Bergen op Zoom
gemeente
sectie K
Bergen op Zoom
bouwlagen aantal m2 BVO bijzonderheden
\
3 3.667
1 169
"'»*"''. 'j,r* 5
Permanent j Permanent 2002 i 2003
1998 3
i
2.196
1
L
!
1 i 1.732 i
1 152
l
gym
i
f
?\iV>- -H 269801A
Permanent
PeTmaTiêTirTPeTrnanent 1960 1994
incl. 4Wm
\
Noordzijde Zoom (ongenummerd) Bergen op Zoom
* 00pjlWif! \^:jt!'-^r - > 2 3 4
1
j
Tuinderspad 6, 8, 10 Bergen op Zoom
596 / 597 / 598
K
gefcouwcfee/
Tuinderspad (ongenummerd) Bergen op Zoom (sportterrein) Tuinderspad 6 en Noordzijde Zoom 61 Bergen op Zoom
2395 2396
rx
Bergen op Zoom
öouivaard bouwjaar
plaatselijke aanduiding
nummer
2393/2394 l
Bergen op Zoom Bergen op Zoom
2
61 .819 m
i 34.530 m2
; terrein bebouwd bebouwd en onbebouwd l
,'•""*<* •»
" •*•*''-*< ~:^'^^.-
'' iSf>
i
incl. 1 1 .600 m2 sportveld (gebruik Mollerlyceum)
2. Deze overeenkomst ziet mede toe op de na het aangaan van de overeenkomst door het bevoegd gezag verworven respectievelijk nog te verwerven gebouwen en terreinen en inventaris, voor zover deze zijn verworven met door de overheid beschikbaar gestelde middelen. Artikel 3. Overdracht verantwoordelijkheden voor de huisvestingsvoorzieningen 1. De gemeente draagt haar zorgplicht voor de voorzieningen in de huisvesting zoals bedoeld in artikel 76b, eerste lid WVO, welke voorzieningen zijn opgesomd in artikel 76c WVO en vertaald in de Verordening voorzieningen huisvesting van de gemeente Bergen op Zoom, voor wat betreft de in artikel 1 genoemde scholen over aan het bevoegd gezag, die deze zorg integraal over neemt. Het bevoegd gezag ontvangt voor de uitvoering van de in dit lid genoemde zorg een jaarlijks bedrag als omschreven in artikel 8 van deze overeenkomst; 2. Het bevoegd gezag neemt bij deze zorgplicht steeds de ter zake geldende wettelijke voorschriften in acht, in het bijzonder de wettelijk eisen ter zake van de onderhoudsplicht en oppervlakte en indeling van gebouwen en terreinen. 3. Het bevoegd gezag maakt voor de in lid 1 genoemde voorzieningen geen aanspraak op vergoeding van gemeentewege op basis van de gemeentelijke verordening voorzieningen huisvesting onderwijs; Artikel 4. Rechten en verplichtingen bevoegd gezag 1. Het bevoegd gezag draagt zorg voor een adequaat aanbod van voortgezet onderwijs in de gemeente Bergen op Zoom en krijgt op basis van deze overeenkomst daarvoor van de gemeente de volledige verantwoordelijkheid. Hierbij heeft het bevoegd gezag de verplichting het aanbod van voortgezet onderwijs minimaal op het huidige niveau te handhaven, binnen minimaal de huidige kwaliteit, mits de exploitatie van de school, gelet op de leerlingenaantallen, dit op een verantwoorde wijze toelaat; 2. Medegebruik van de schoolgebouwen en terreinen door of via de gemeente wordt door het bevoegd gezag op vrijwillige basis, tegen betaling van een nader overeen te komen vergoeding, toegestaan; 3. Het bevoegd gezag is verplicht de schoolgebouwen behoorlijk te gebruiken, te onderhouden en adequaat te verzekeren. Ter zake van het onderhoud verplicht het bevoegd gezag zich jegens de gemeente dit uit te voeren op basis van een deugdelijk, periodiek te actualiseren, meerjarenonderhoudsplan, welk plan ter kennis wordt gebracht aan de gemeente; 4. Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat de schoolgebouwen, steeds voldoen aan alle daaraan wettelijk te stellen eisen, waaronder de in artikel 76c, tweede lid WVO geformuleerde eisen; 5. Het bevoegd gezag ziet jegens de gemeente af van het indienen van aanvragen die betrekking hebben op de huisvesting van de in artikel 1 genoemde scholen, waaronder begrepen: a. voor opneming van een huisvestingsvoorziening op het programma als bedoeld in artikel 76e WVO; b. met een spoedeisend karakter zoals bedoeld in artikel 76i WVO; 6. Het bevoegd gezag is gerechtigd (een gedeelte van) de schoolgebouwen te verhuren zonder dat daarvoor de toestemming van de gemeente is vereist, als omschreven in artikel 76s, lid 1, WVO. De overige bepalingen van artikel 76s WVO zijn evenmin van toepassing; 7. Het bevoegd gezag is gehouden een periodiek te actualiseren huisvestingsplan te ontwikkelen waarin de visie op het onderwijs van de scholen en de daaraan verbonden huisvestingsgevolgen zijn beschreven. Het bevoegd gezag is gehouden dit plan aan de gemeente te overleggen. Indien uit dit plan wijzigingen met gevolgen voor het spreidings- en locatiebeleid voor de huisvesting van de scholen voortvloeien dan zullen gemeente en bevoegd gezag voorafgaand aan de uitvoering van deze plannen hierover op overeenstemming gericht overleg voeren. Dit geldt tevens indien sprake is van huisvestingsconsequenties die raken aan het spreidings -en locatie beleid van scholen voor primair onderwijs, (voortgezet)speciaal onderwijs en beroepsonderwijs in de gemeente; 8. Het bevoegd gezag is gehouden om de gemeente in een jaarlijks te houden overleg te informeren omtrent de realisatie van de in dit artikel opgenomen verplichtingen. Artikel 5. Informatievoorziening en verantwoording 1. Het bevoegd gezag is verplicht jaarlijks inzicht te geven in de financiën van de in artikel 1 vermelde scholen, middels het overleggen van de jaarrekening(EFJ); 2. Het bevoegd gezag zal op of kort na de wettelijke teldatum van 1 oktober aan de gemeente bescheiden overleggen waarvan onomstotelijk vaststaat hoeveel leerlingen de scholen onder het bevoegde gezag in de gemeente in het desbetreffende cursusjaar bezoeken.
Artikel 6. Rechten en verplichtingen gemeente 1. De gemeente is ontslagen van haar verplichting overleg te voeren met het bevoegde gezag over de aanpassing en vaststelling van de verordeningen en daaruit voortvloeiend het programma, zoals omschreven in artikel 76f, lid 1 van de WVO; 2. De gemeente ziet af van het vorderingsrecht dat toekomt aan de gemeente op grond van artikel 76r van de WVO. Artikel 7. Bestedingsvrijheid Het bevoegd gezag zal met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 de bedragen, door de gemeente beschikbaar gesteld voor de voorzieningen in de huisvesting van de scholen, dusdanig aanwenden dat op behoorlijke wijze wordt voldaan aan de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag met betrekking tot de huisvesting, overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst en de aan de huisvesting te stellen wettelijke eisen. Het bevoegd gezag heeft de vrijheid, met inachtneming van het bepaalde in de eerste volzin, de bedragen die zij van de gemeente ontvangt naar eigen inzicht aan te wenden. Artikel 8. Jaarlijks bedrag 1. De gemeente verschaft jaarlijks aan het bevoegd gezag ten behoeve van de zorg voor de voorzieningen in de huisvesting van de scholen het bedrag per leerling als bedoeld in het vierde lid van dit artikel. Uit de desbetreffende bedragen dienen, naast de voorzieningen als bedoeld in artikel 3 tevens de kosten voor OZB en verzekering te worden bestreden; 2. Het in het eerste lid bedoelde bedrag wordt jaarlijks door de gemeente, binnen het lopend kalenderjaar, in twaalf gelijke maandelijkse termijnen aan het bevoegd gezag beschikbaar gesteld; 3. Het jaarlijks bedrag is gebaseerd op een gefixeerd (gemiddeld aantal leerlingen over een periode van 5 jaar gebaseerd op de gemeentelijke prognose) aantal leerlingen van 2.110, per 1 januari 2006 (op basis van teldatum 1 oktober 2005 en bevolkingsgegevens van 1 januari 2006). Gedurende de looptijd van de overeenkomst wordt jaarlijks bezien of er op dat moment sprake is van een afwijking (positief, danwei negatief) van het gefixeerde aantal leerlingen groter dan 5%. Indien hiervan sprake is, zal op basis van een nieuwe op te stellen prognose het gefixeerd leerlingenaantal worden bijgesteld; 4. Per peildatum 1 januari 2006 bedraagt het bedrag per leerling € 401,40 vermenigvuldigd met de uitkeringsfactor en correctiefactor(zie bijlage l) Dit bedrag per leerling wordt jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig de VNG index voor huisvesting (aangeduid als prijsbijstellingsfactor voor nieuwbouw en uitbreiding) die door de gemeente ook wordt gehanteerd in de verordening voorzieningen huisvesting. Artikel 9. Overdracht economisch claimrecht, voorkeursrecht gemeente 1. Partijen zijn overeengekomen dat de gemeente afziet van het economisch claimrecht, zoals vermeld in artikel 76u WVO, met betrekking tot de in artikel 2 omschreven gebouwen en terreinen. Het bevoegd gezag heeft de vrije beschikking over deze gebouwen en terreinen. 2. De in bijlage l, behorend bij deze overeenkomst, genoemde boekwaarde per 1 januari 2006 van de resterende kapitaalslast op de in artikel 2 omschreven gebouwen en terreinen, wordt door het bevoegd gezag aan de gemeente vergoed. 3. Indien (één van) de gebouwen en terreinen, zoals omschreven in artikel 2, niet langer nodig zijn (of is) voor het onderwijs, zal het bevoegd gezag het allereerst aan de gemeente te koop aanbieden. 4. Indien het bevoegd gezag gebouwen en terreinen ten behoeve van het verzorgen van voortgezet onderwijs, anders dan omschreven in artikel 2, in eigendom verkrijgt, deelt het bevoegd gezag dit schriftelijk mee aan de gemeente. De gemeente zal vervolgens voor eigen rekening een recht van eerste koop op deze gebouwen en terreinen vestigen. Het bevoegd gezag ontvangt hiervan mededeling. 5. Het bevoegd gezag dat voornemens is gebouwen of terreinen, of een gedeelte daarvan, blijvend niet meer voor de school te gebruiken, doet hiervan onverwijld mededeling aan de gemeente. De gemeente is gehouden binnen 8 weken na ontvangst van deze mededeling het bevoegd gezag meedelen of de gemeente gebruik wil maken van het recht van eerste koop. In geval de gemeente gebruik maakt van het recht van eerste koop, zullen partijen afspraken maken over nadere (verkoop)voorwaarden.
6.
In geval de gemeente geen gebruik maakt van het recht van eerste koop, is het bevoegd gezag vrij tot andere bestemming en vervreemding over te gaan. Bij het gebruikmaken van het voorkeursrecht door de gemeente wordt de verkoopprijs bepaald door een onafhankelijke commissie van twee deskundigen, waarvan een deskundige wordt aangewezen door en voor rekening van de gemeente en een door en voor rekening van het bevoegd gezag. De commissie brengt nadat de opdracht is verleend haar taxatierapport zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen drie weken na de opdrachtverlening uit. Indien de commissie niet tot een eenduidige verkoopprijs komt, dan wordt dit onder opgave van de taxatiebedragen ter kennis gebracht van de gemeente en het bevoegd gezag. Gemeente en bevoegd gezag zullen dan samen pogen tot overeenstemming te komen over de verkoopprijs. Indien geen overeenstemming wordt bereikt, zullen gemeente en bevoegd gezag een derde onafhankelijke deskundige aanwijzen die aan de commissie wordt toegevoegd. De commissie van drie brengt vervolgens een taxatierapport uit. De gemeente en het bevoegd gezag zijn gehouden de uitsluitsel van laatstbedoeld taxatierapport als verkoopprijs te aanvaarden. De kosten voor de inschakeling van deze derde deskundige worden gezamenlijk door de gemeente en het bevoegd gezag, ieder voor de helft, gedragen.
Artikel 10. Looptijd overeenkomst Deze overeenkomst treedt in werking met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2006 en wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. Artikel 11. Wijziging overeenkomst Wijziging van de overeenkomst is slechts mogelijk indien beide partijen dat uitdrukkelijk wensen. Nochtans komen partijen nu overeen met elkaar in overleg te treden om te bezien of wijziging van de overeenkomst aan de orde is, indien er zich wijzigingen voordoen in de wettelijke verantwoordelijkheid van de gemeente voor de huisvesting van het voortgezet onderwijs op het grondgebied van de gemeente Bergen op Zoom. Partijen treden eveneens in overleg indien zich feiten of omstandigheden voordoen waarin deze overeenkomst niet voorziet. Artikel 12. Beëindiging overeenkomst 1. Partijen hebben over en weer de bevoegdheid deze overeenkomst op te zeggen indien zich onvoorziene omstandigheden van dien aard voordoen dat van een van hen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet langer kan worden verlangd dat deze overeenkomst ongewijzigd in stand blijft; Partijen verplichten zich in zodanig geval ten opzichte van elkaar om op basis van redelijkheid en billijkheid te komen tot een afwikkeling van over en weer aangegane verplichtingen en reserveringen. Ter zake van de in de eerste volzin bedoelde opzegging nemen partijen een termijn van ten minste één kalenderjaar in acht. Partijen gaan niet eerder over tot opzegging dan nadat is vastgesteld dat in de situatie die is ontstaan niet kan worden voorzien door het met wederzijds goedvinden wijzigen van deze overeenkomst respectievelijk onderdelen hiervan; 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid heeft de gemeente de bevoegdheid deze overeenkomst te ontbinden zonder deswege tot vergoeding van kosten en/of schade van het bevoegd gezag te zijn gehouden indien het bevoegd gezag: a. surséance van betaling aanvraagt; b. in staat van faillissement wordt verklaard; c. ondanks sommatie zijdens de gemeente in gebreke blijft bij nakoming van verplichtingen die zij jegens deze is aangegaan. Artikel 13. Fusie, bestuursoverdracht, gemeentelijke herindeling 1. In geval van bestuursoverdracht, als bedoeld in artikel 50 van de WVO, gaan de rechten en verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst over op het nieuwe bevoegd gezag; 2. Naar analogie van het bepaalde in het eerste lid gaan bij een gemeentelijke herindeling de uit deze overeenkomst voor de gemeente voortvloeiende verplichtingen over op diens rechtsopvolger. Artikel 14. Geschillen 1. Er is sprake van geschillen indien zulks door tenminste een partij als zodanig aan de andere partij(en) kenbaar wordt gemaakt; 2. Alle geschillen die naar aanleiding van deze overeenkomst ontstaan of daarmee verband houden, worden onderworpen aan de beoordeling van drie arbiters. Zowel de gemeente als het bevoegd gezag benoemen ieder
een arbiter; de aldus benoemde arbiters wijzen in overleg een derde arbiter aan die bij voorkeur jurist is. De arbiters zullen recht spreken als goede mensen naar billijkheid en in het hoogste ressort. Het oordeel van de arbiters is derhalve bindend. De in het ongelijk gestelde partij zal worden veroordeeld in de kosten van de arbitrage tenzij anders wordt overeengekomen door de gemeente en het bevoegd gezag. Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt en ondertekend op
te Bergen op Zoom
De gemeente Bergen op Zoom,
De Vereniging OMO,
Drs J.M.M. Polman, burgemeester
drs R.H.A.M. Kraakman, voorzitter
J.M.C, van Dijk MPM, ambtelijk secretaris
Bijlage! Totaaloverzicht Mollerlyceum periode 1997 t/m 2005 jaar
ink alg uitk
kapitaalln inv
ozb/verz
huur/leningen
onderhoud
saldo
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005*
200.475,93 205.183,47 217.739,47 211.378,47 203.044,81 242.941,76 269.976,69 262.915,57 291.808,34
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
25.500,00 26.281,63 31.445,73 32.566,44 33.774,37 35,387,80 36.165,17 36.729,93 36.636,04
19.327,86 19.327,86 19.327,86 0,00 38.655,72 19.327,86 19.327,86 19.327,86 30.000,00
0,00 0,00 35.264,68 0,00 31.971,13 0,00 5.515,65 33.707,83 0,00
155.648,07 159.573,98 131.701,20 178.812,03 98.643,59 188.226,10 208.968,01 173.149,95 225.172,30
totaal
2.105.464,51
0,00
294.487,11
184.622,88
106.459,29
1.519.895,23
* de bedragen voor 2005 betreffen geraamde bedragen. Overdracht Als uitgangspunt voor de totale berekening wordt aangehouden 1 januari 2006. Op dat moment is de boekwaarde van de investeringen: 0,00
totaal De totale boekwaarde per 01-01-2006 dient door het bevoegd gezag te worden vergoed. Met ingang van 1 januari 2006 zal het bedrag per leerling ad € 401,40 incl. uitkeringsfactoren, dat via de algemene uitkering van het Rijk wordt ontvangen, doorgesluisd worden naar het bevoegd gezag. Alle verdere kosten tzv ozb, verzekering, onderhoud, huur komen m.i.v. die datum tlv het bevoegd gezag.
Bijlage l Totaaloverzicht Roncalli periode 1997 t/m 2005 jaar
ink alg uitk
kapln inv
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005*
114.794,72 128.259,78 153.108,87 167.080,89 187.781,31 238.442,84 255.340,98 256.704,97 229.138,09
0,00 0,00 406.301,65 125.490,27 190.428,26 152.255,32 184.206,86 247.368,33 341.626,32
totaal
1.730.652,44
1.647.677,01
ozb/verz
huur/leningen
onderhoud
saldo
3.904,29 3.746,89 1.887,80 1.813,35 1.738,90 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00
0,00
12.500,00 13.379,76 17.565,99 18.096,65 10.923,91 46.343,53 28.427,83 33.037,90 35.824,60
0,00 0,00 0,00 117.873,52 0,00 0,00 304.773,89 67.636,00
98.390,43 111.133,13 -300.157,67 21.680,62 -136.240,07 39.843,99 42,706,28 -328.475,15 -215.948,83
30.567,89
216.100,17
13.091,23
490.283,41
-667.067,27
éénm kn
27.511,10 3.056,79 0,00
* de bedragen voor 2005 betreffen geraamde bedragen,
Overdracht Als uitgangspunt voorde totale berekening wordt aangehouden 1 januari 2006. kapitaallast investeringen:
permanente uitbreiding '98 boekwaarde per 01-01-2006
1.845.191,97
1e inrichting olp/meub'98 boekwaarde per 01-01-2006
146.717,12
permanente uitbreiding '02 boekwaarde per 01-01-2006
2.080.407,00
1e inrichting olp/meub '02 boekwaarde per 01-01-2006
223.209,00
permanente uitbreiding '03 boekwaarde per 01-01-2006
271.703,00
1.765.917,92 96.728,45 2.066.964,00 206.275,00 269.947,00
1e inrichting olp/n«b '03 boekwaarde per oWl-2006
20.009,00
totaal boekwaarde 01-01-2006
"491,00 4.424.323,37
De totale boekwaarde per 01-01-2006 dient door het bevoegd gezag te worden vergoed. Met ingang van 1 januari 2006 zal het bedrag per leerling ad € 401,40 incl. uitkeringsfactoren, dat via de algemene uitkering van het Rijk wordt ontvangen, doorgesluisd worden naar het bevoegd gezag. Alle verdere kosten tzv ozb, verzekering, onderhoud, huur komen m.i.v. die datum tlv het bevoegd gezag.
X C
3
i£J
Gemeente n Eergen op Zoom
Sector
Maatschappelijke Dienstverlening
Afdeling
Afdeling Welzijn, Educatie & Sport
Behandeld door
Th. Ambagts
Doorkiesnr
7337
Datum
23 juni 2005
Onderwerp:
Doordecentralisatie onderwijshuisvesting VO
O D Status D KI
adviserend ter kennisneming ter bespreking besluitvormend
Inleiding In een drietal bijeenkomsten is met de bevoegde gezagsorganen van scholen voor voortgezet onderwijs gesproken over de doordecentralisatie van de verantwoordelijkheid ten aanzien van de onderwijshuisvesting. Een tweetal redenen voor deze gesprekken ligt hieraan ten grondslag. Op de eerste plaats past deze overdracht van verantwoordelijkheden binnen de landelijke tendens om scholen een grotere autonomie te geven in de wijze waarop het onderwijs in Nederland vorm krijgt. Daarnaast is met ingang van 1 januari 2005 reeds bij Wet bepaald dat scholen voor voortgezet onderwijs zelf de verantwoordelijkheid dragen voor alle zaken die vallen onder de voorziening aanpassing. Hiermee heeft de wetgever reeds een eerste stap gezet in het creëren van een grotere autonomie voor de bevoegde gezagsorganen op het terrein van de onderwijshuisvesting. In deze notitie wordt ingegaan op de algemene kaders waarbinnen doordecentralisatie van de onderwijshuisvesting zou kunnen plaatsvinden. Deze uitgangspunten zijn in genoemde bijeenkomsten met de bevoegde gezagsorganen besproken. De bevoegde gezagsorganen VO kunnen op hoofdlijnen met deze uitgangspunten instemmen. Op basis hiervan worden gesprekken bilateraal voortgezet, waarbij de individuele situatie van het betreffende bevoegde gezag een precisering gaat krijgen tot het niveau van een overdrachtsovereenkomst waarin de afspraken worden vastgelegd. Algemeen financieel uitgangspunt in het vervolg traject is het principe van de budgettaire neutraliteit. Definitieve besluitvorming ten aanzien van dit onderwerp dient uiteindelijk op het niveau van de gemeenteraad plaats te vinden. Deze besluitvorming is, bij een positief verloop van het vervolgtraject, voorzien in de maand december 2005. De zorgplicht Ondanks de wetswijziging van 1 januari 2005 ten aanzien het voortgezet onderwijs, blijft de zorgplicht voor de onderwijshuisvesting een verantwoordelijkheid van de gemeente. Deze wettelijk bepaalde zorgplicht kan niet worden doorgedecentraliseerd. Consequentie hiervan is dat bij niet wettelijke doordecentralisatie er nadrukkelijk afspraken gemaakt dienen te worden ten aanzien van een verantwoorde inzet van middelen en activiteiten die
Gemeente fill Bergen o opr Zoom
uitvoering geven aan de gemeentelijke zorgplicht. Het maken van afspraken in het kader van doelmatigheid blijft dan ook noodzakelijk, zonder hierbij te treden in de verantwoordelijkheid en autonomie van het bevoegde gezag van de school. beslispunt Nadere afspraken dienen gemaakt te worden over de wijze waarop door de gemeente controle kan plaatsvinden ten aanzien van de doelmatigheid van de inzet van middelen.
De termijn Het voeren van een adequaat huisvestingsbeleid is slechts dan mogelijk indien de verantwoordelijke in staat is binnen langere termijnen zaken uit te zetten en te realiseren. Zeker daar waar het gaat om grote investeringen is het noodzakelijk financiering te kunnen bezien over een langere periode. beslispunt >
Doordecentralisatie vindt plaats voor een periode tussen de 50 en 60 jaar, onder voorbehoud van wetswijzigingen.
Economisch claimrecht De gemeente heeft het economisch claimrecht van gebouwen voor voortgezet onderwijs per 1 januari 1997 om niet overgedragen gekregen van het ministerie van OC&W. Uitzondering hierop zijn de sportvelden die tegen betaling zijn verkregen. Het economisch claimrecht betreft alleen het verkrijgingsrecht dat de gemeente heeft indien het gebouw niet meer voor onderwijsdoeleinden noodzakelijk is. Het economisch claimrecht van de gemeente dient, met ingang van de datum waarop doordecentralisatie van kracht wordt, voor de gemeente te vervallen. Wel dienen nadere afspraken gemaakt te worden over de wijze waarop gemeente, bij buitengebruikstelling van een gebouw, het eerste recht van verwerving krijgt. Voor de wijze waarop het economisch claimrecht wordt overgedragen dient een scheiding aangebracht te worden ten aanzien van de situatie op 1 januari 1997 en de situatie vanaf 1 januari 1997 en het moment van overdracht. Tot 1 januari 1997 dient sprake te zijn van het om niet overdragen van het economisch claimrecht voor zover het de gebouwen c.q. gebouwdelen betreft die aan de gemeente per die datum zijn overgedragen. Overdracht van het claimrecht voor gebouwen en gebouwdelen die na 1 januari 1997 zijn gerealiseerd met gemeentelijke financiering dienen deel uit te maken van een nader te bepalen berekeningssystematiek. Uitzondering hierop is de school voor praktijkonderwijs. Voor dit gebouw bestond reeds voor 1997 een financiële relatie naar de gemeente.
Gemeente tl Eergen op Zoom
beslispunten Het economisch claimrecht van gebouwen en gebouwdelen die aan de gemeente per 1 januari 1997 om niet zijn overgedragen wordt door de gemeente om niet overgedragen aan de bevoegde gezagsorganen; De wijze waarop overdracht van het economisch claimrecht plaatsvindt, van gebouwen en gebouwdelen die na 1 januari 1997 zijn gesticht en waarvan de investeringen door de gemeente zijn vergoed, wordt bepaald bij het vaststellen van de nulsituatie; De systematiek voor de overdracht van het economisch claimrecht van de gebouwen of gebouwdelen van de school voor Praktijk onderwijs wordt bepaald met inachtneming van de situatie van vóór 1 januari 1997 (ISOVSO); Het eigendomsrecht van de sportvelden wordt op basis van de huidige boekwaarde overgedragen; Nadere afspraken dienen gemaakt te worden over het recht van verwerving bij buitengebruikstelling van een gebouw of gebouwdelen.
Het bepalen van de nulsituatie, financieel. De gemeente ontvangt in de algemene uitkering vanaf 1 januari 1997 gelden waardoor de gemeente in staat is ook in financiële zin vorm te geven aan een eigen autonoom huisvestingsbeleid binnen de in de onderwijswetgeving gestelde kaders. Binnen de gemeente Bergen op Zoom is er voor gekozen deze gelden intern te oormerken ten behoeve van de onderwijshuisvesting in de gemeente. Ter bepaling van de nulsituatie op het moment van overdracht wordt de navolgende methode gehanteerd. Er wordt inzichtelijk gemaakt, per bevoegd gezag welke inkomsten in de algemene uitkering zijn toe te schrijven aan de betreffende school, vanaf 1998. Alle uitgaven tot 31 december 2005 worden gesaldeerd. Het verschil tussen beide bedragen is bepalend voor de nul situatie. Indien het beeld over alle bevoegde gezagsorganen een negatieve som laat zien, zal deze niet worden verrekend. Bij een positief saldo zal nader overleg met de bevoegde gezagsorganen plaatsvinden over de inzet c.q. verdeling van deze gelden. Voor de vaststelling van de financiële nulsituatie voor de Lowys Porquinstichting inzake de school voor praktijkonderwijs zal een apart traject worden gevolgd. Dit ivm de inkomsten en uitgaven die de gemeente reeds onder het bewind van de ISOVSO heeft gedaan vóór 1997. De restant boekwaarden van de gebouwen die vanaf het moment van doordecentralisatie resteert zal met de bevoegde gezagsorganen worden verrekend, onder gelijktijdige overdracht van het economisch claimrecht beslispunten > > > > > > >
De inkomsten van de gemeente worden bepaald op basis van de benoemde parameters en de lopende historische vergoedingscomponenten VO; Het totaal aan inkomsten wordt vertaald naar een bedrag per leerling VO; Op basis van de vastgestelde en uitgevoerde huisvestingsprogramma's, spoedvoorzieningen, OZB en verzekering worden de gemeentelijk uitgaven vastgesteld vanaf 1 januari 1997; Indien het saldo van inkomsten en uitgaven een negatief saldo laat zien, zal geen afrekening plaatsvinden; Indien het saldo van inkomsten en uitgaven een positief sldo laat zien, zal nader overleg plaatsvinden; Voor de vaststelling van de financiële nul situatie ten behoeve van de school voor Praktijkonderwijs wordt tevens gekeken naar inkomsten en uitgaven onder het regiem van ISOVSO; De restant boekwaarde zal met de bevoegde gezagsorganen worden verrekend.
Gemeente fj Bergen op Zoom
Het bepalen van de nulsituatie, materieel. In 2001 is er in samenspraak met de bevoegde gezagsorganen een Meerjaren Onderhoudsplan (MOP) opgesteld. Eerste deel van dit MOP bestond uit een opsomming van aanwezig achterstallig onderhoud. Om met het MOP op een juiste wijze om te kunnen gaan is in het huisvestingsprogramma 2002 in overleg met de bevoegde gezagsorganen het gesignaleerde achterstallig onderhoud als toegekende voorziening opgenomen en uitgevoerd. Met ingang van het huisvestingsprogramma 2002 worden jaarlijks alle voorzieningen als benoemd in het MOP na overleg met de bevoegde gezagsorganen op het huisvestingsprogramma opgenomen. Jaarlijks wordt het MOP op basis van inspecties bijgesteld. Op basis van deze gekozen werkwijze mag verondersteld worden dat er t.a.v. de bekostigingsverantwoordelijkheid van de gemeente geen sprake is van achterstallig onderhoud. Beslispunt >
Gelet op de werkwijze die vanaf 2001 is gevolgd is er binnen de gebouwen van de VO scholen in de gemeente Bergen op Zoom geen sprake van, de gemeente verwijtbaar, achterstallig onderhoud, voor zover het de bekostigingsverantwoordelijkheid betreft van de
Bedrag per leerling Het bedrag per leerling dat bij het vaststellen van de nulsituatie wordt vastgesteld geldt als de jaarlijkse vergoedingscomponent die de bevoegde gezagsorganen bij volledige doordecentralisatie van de gemeente ontvangen. Nadere afspraken zullen moeten worden gemaakt over het aantal leerlingen per bevoegd gezag op basis waarvan de totale jaarlijkse vergoeding wordt vastgesteld. Hierbij is het geen automatisme dat hiervoor jaarlijks aansluiting gezocht wordt bij de 1 oktober telling, dit in verband met grote fluctuaties die hierin voor kunnen komen. Een methodiek die hierbij gehanteerd kan worden is het vaststellen van het aantal leerlingen op basis van de prognoses, waarbij iedere vijf jaar een nieuwe telling zou kunnen plaatsvinden. Jaarlijks dient indexering van het bedrag per leerling plaats te vinden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de indexering systematiek zoals vastgelegd in de verordening voorzieningen huisvesting van de gemeente. Beslispunten > > > >
Doordecentralisatie van de huisvestingsgelden vindt plaats op basis van een bedrag per leerling; Het totaal aantal leerlingen wordt bepaald op basis van de leerlingenprognose van de school; In overleg met de bevoegde gezagsorganen zal een systematiek worden bepaald om fluctuaties van leerlingen verantwoord op te vangen; Het bedrag per leerling wordt jaarlijks geïndexeerd conform de systematiek zoals vastgelegd in de verordening voorzieningen huisvesting van de gemeente Bergen op Zoom
Overeenkomst De wijze waarop en de voorwaarden waaronder doordecentralisatie gaat plaatsvinden dient vastgelegd te worden in een per bevoegd gezag af te sluiten overeenkomst. Beslispunten >
De wijze waarop en de voorwaarden waaronder doordecentralisatie plaatsvindt wordt vastgelegd in een overeenkomst tussen bevoegd gezag en gemeentebestuur.
Tabel 3: Verdeeltabel 2006 (stand mei 2005; bedragen in € in basis) volgens aangepast verdeelstelsel maatstaven en uitkeringsfactor
OZB (in eenheden van 2268 ongesplitst) OZB (woning eigenaar, eenheden van 2500) OZB (niet woningen gebruiker, eenheden van 2500) OZB (niet woningen eigenaar, eenheden van 2500) inwoners inwoners "bodemfactor buitengebied jongeren ouderen ouderen 75-85 jaar wadden, t/m 2500 inwoners wadden, van 2501 t/m 7500 inwoners wadden, vanaf 7501 inwoners huishoudens met laag inkomen huishoudens met laag inkomen (drempel) bijstandsontvangers ABW schaalnadeel ABW schaalvoordeel uitkeringsontvangers minderheden eenouderhuishouden klantenpotentieel lokaal klantenpotentieel regionaal leerlingen (V)SO leerlingen VO extra groei leerlingen VO extra groei jongeren land land *% slechte grond land 'bodemfactor gemeente binnenwater buitenwater oppervlak bebouwing opp. bebouwing kem *bodemfactor kern opp. beb. buitengebied *bf. buitengebied woonruimten woonruimten "bodemfactor kern woonruimten *% slechte grond opp. historische kernen, <40 ha opp. historische kernen, 40-64 ha opp. historische kernen, >64 ha lengte historisch water bewoonde oorden 1930 hist. woningen in bewoonde oorden ISV (a) ISV (b) omgevingsadressendichtheid (OAD) OAD *% slechte grond oeverlengte * bodemfactor gemeente oeverlengte 'dichtheid *bf. gemeente kernen kernen *bodemfactor buitengebied bedrijfsvestigingen vast bedrag voor iedere gemeente vast bedrag voor Amsterdam vast bedrag voor Rotterdam vast bedrag voor Den Haag vast bedrag voor Utrecht vast bedrag Waddengemeenten herindeling (per gemeente) herindeling (per inwoner) uitkeringsfactor
b.p.e. 2005 volgens aangepast verdeelstelsel
wijzigingen 2006 volgens deze circulaire
bedragen per eenheid 2006 na deze circulaire
-0,73
-2,43 -2,45 -3,04 131,01
-4,01
131,74
0,66
0,66
212,97 79,14 26,28 188,32 147,19 32,38 85,41 341,34 1.299,14 112.910,80 3.790,58 106,28 270,47 143,89 50,70 17,60 305,86 297,84 216,11 165,58 34,37 22,20 -0,22 30,55 23,18 588,31 3.210,59 1.510,87 156,31 30,87 32,66 6.732,16 10.509,01 19.096,24 15,11 31,79 87,37 22.207.381,03 12.616.890,15 55,88 -1,02
4,22 1,19 0,40
1,01 5,68
19,92 1.702,29 57,15 1,60
16,84 2,17 0,14 0,14 8,01
103,56 5,70 4,37 0,20 1,11 1,31 0,14 3,58
21,61
38,83 38,83 38,83 0,04
-3.972.558,99 -1.229.213,34 0,52
0,89
31,86 23,32 591,89 3.210,59 1.510,87 177,93 30,87 32,66 6.770,99 10.547,84 19.135,07 15,11 31,83 87,37 18.234.822,04 11.387.676,81 56,40 -1,02 7,50 3,75
7,50 3,75
12.986,76 13.220,05 103,50 212.865,43 180.485.741,20 110.824.635,75 82.951.409,22 46.167.241,11 149.364,26 1.585.065,00 53,29
217,20 80,33 26,67 188,32 147,19 32,38 86,41 347,02 1.319,05 114.613,09 3.847,73 107,89 287,31 146,06 50,85 17,74 313,87 401,40 221,81 169,94 34,57 22,20
222,68 0,13
2.815,26 10.619.456,23 416.413,78 886.831,40 318.919,80
13.209,44 13.220,05 103,62 215.680,69 191.105.197,43 111.241.049,53 83.838.240,62 46.486.160,91 149.364,26 1.585.065,00 53,29 1,298
Eergen op Zoom
Aan de raad van de gemeente Bergen op Zoom
Uw kenmerk Uw brief d.d. Onderwerp
begrotingswijziging raadsvoorstel SMD/06/17
Ons kenmerk Beh. door Afdeling
Geertje Tax Educatie & Sport
Datum 9 juni 2006 Doorkiesnr. 0164-277302 Bijlagen) -
Geachte raad, In uw vergadering van juni 2006 wordt u aangeboden ons voorstel SMD/06/17 met betrekking tot de doordecentralisatie van het voortgezet onderwijs voor wat betreft de onderwijshuisvesting. Om de financiële consequenties inzichtelijk te maken is een begrotingswijziging noodzakelijk. Deze begrotingswijziging kunnen wij u op dit moment nog niet aanbieden. Dit heeft te maken met het feit dat de complexiteit van deze wijziging de nodige aandacht vraagt van onze financiële adviseur in deze. Onverhoopt is deze financiële adviseur in het ziekenhuis opgenomen voor een operatie en is hij niet in de gelegenheid een begrotingswijziging op te stellen, in ieder geval niet tijdig voor de procedure ten behoeve van uw aankomende vergadering. Er is met de besturen voor voortgezet onderwijs nadrukkelijk afgesproken de besluitvorming inzake de doordecentralisatie voor het eind van het huidige schooljaar af te ronden. Wij zullen u in uw vergadering van september 2006 de bijbehorende begrotingswijziging ter vaststelling aanbieden. fij vertrouwen erop u hiermee vooralsnog voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom, burgemeester,
Drs. A. Haasnoot
Postbus 35 4600 AA Bergen op Zoom JacobObrechüaan4 T (0164)277000 F (0164)245356 E
[email protected] l www.bergenopzoom.nl B nvBNG rek. nr. 28.50.00.942
u Drs. J.M.M. Polman -
RVB06-0079
&
Gemeente eente jlIj Bergen Bero op Zoom
Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Programmanaam en nummer
2 6 JUNI 2006
: Ontwerpbegroting GSV Westelijk Noord-Brabant 2007 : SB/06-04 Sector : Stafbureau Bestuursondersteuning Afdeling : : Bestuur, programma 1
Voorstel: Instemmen met de ontwerpbegroting GSV Westelijk Noord-Brabant 2007
Type voorstel: D D M
Kaderstellend Controlerend Rest
Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing? Zijn doelen en/of effecten beschreven Financiële consequenties Inspraak
Ja
Nee
D 13 Q
C3 D |3
Samenvatting: Het GSV is voornemens om in het Algemeen Bestuur van 5 juli de begroting 2007 vast te stellen. Aan de deelnemende gemeenten wordt gevraagd om voor 1 juli eventuele zienswijzen schriftelijk kenbaar te maken. Het totaal van de in de GSV-ontwerp-begroting 2007 opgenomen kosten is geraamd op € 55.399,-- hetgeen neerkomt op € 0,22 per inwoner. Voor de gemeente Bergen op Zoom betekent dit een bijdrage van € 14.438. Met deze bijdrage is rekening gehouden in de begroting van de gemeente Bergen op Zoom bij product 105 "Bestuurlijke Samenwerking en externe betrekkingen'. Bijlagen: Ontwerpbegroting GSV Westelijk Noord-Brabant 2007
&
Gemeente eente n Berg Eergen op Zoom
Datum raadsvergadering
: 26 juni 2006
Nummer
: SB/06/04
Onderwerp
: Ontwerpbegroting GSV Westelijk Noord-Brabant 2007
Aan de gemeenteraad, Voorstel Instemmen met de ontwerpbegroting GSV Westelijk Noord-Brabant 2007. Inleiding Het GSV is voornemens om in het Algemeen Bestuur van 5 juli de begroting 2007 vast te stellen. Aan de deelnemende gemeenten wordt gevraagd om voor 1 juli eventuele zienswijzen schriftelijk kenbaar te maken. Uitwerking voorstel Hoewel het GSV secretariaat per 1 januari 2003 is opgeheven, resteren er in 2007 en volgende jaren nog salarisverplichtingen als gevolg van het feit dat één van de medewerkers op basis van het vigerende sociaal statuut een regeling is aangeboden. Dit betekent dat er voor het voormalig secretariaat de komende jaren een begroting nodig zal zijn ten behoeve van de loonkosten van de betreffende medewerker, maar ook werkgeversbijdrage IZA voor het voormalig personeel dat in het kader van de overdracht van de milieustraten naar de gemeenten en de omvorming van Streekgewest naar GSV gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheden die het sociaal statuut bood. Consequenties van het voorstel Het totaal van de in de GSV-ontwerp-begroöng 2007 opgenomen kosten is geraamd op € 55.399,- hetgeen neerkomt op € 0,22 per inwoner. Voor de gemeente Bergen op Zoom betekent dit een bijdrage van € 14.438. Met deze bijdrage is rekening gehouden in de begroting van de gemeente Bergen op Zoom bij product 105 "Bestuurlijke Samenwerking en externe betrekkingen".
&
Gemeente :ente JJn Eergen Eeryen oop Zoom
De raad van de gemeente Bergen op Zoom; gezien het voorstel van het college van 23 mei 2006, nr. SB/06-04; gelet op de Regeling Gemeentelijk Samenwerkingsverband Westelijk Noord-Brabant BESLUIT:
Instemmen met de ontwerpbegroting GSV Westelijk Noord-Brabant 2007
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van De griffier,
F.P. de Vos
J JUNI 2006
BEGROTING 2007
Specificatie lasten en baten begroting 2007
LASTEN Salaris en sociale lasten: voormalig personeel bijdrage izapremie v.m. personee rentelasten BWS
algemene kosten
Totaal van de lasten
Conceptjaarrekening 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
49.509 5.871 148.741 204.121
51.740 3.600
53.399 1.500 105.000 159.899
55.340
-3.271
200.850
x,
55.340
500
160.399
BATEN
bankrente rentebaten BWS onttrekking egalisatiefonds BWS
1.574 132.846 15.895
Totaal van de baten Bijdragen Gemeenten
150.315 50.535
0 108.000 -3.000 0
55.340
105.000 55.399
a
eente jfII Berg Gemeente Bergen op Zoom COMMISSIE-ADVIES
Commissie Datum Agendapunt Nummer raadsvoorstel Naam:
: Bestuur & Veiligheid : 19 juni 2006
:7d : SB/06/04 : Ontwerbegroting GSV Westelijk Noord-Brabant 2007
i^^Firfl^^^^ffll^SB ïiï;.». i '.,.'
iiiiiiïïiÖfe-iii-
Lijst Linssen
X
PvdA
X
GBWP
X
CDA
X
WD
X
SP
X
D66
X
Pol. Partij Wij Groen Links Groepering Leefbaarheid
X X
BSD
Advies aan de gemeenteraad (A/B-stuk)
A-stuk
Opmerkingen
Geen
De secretaris,
De voorzitter,
Meerjarenraming 2006 - 2009 GSV Westelijk Noord-Brabant Omschrijving
2007
2008
2009
2010
53.399 1.500
22.000 1.236
22.660 1.114
24.040 983
54.899
23.236
23.774
25.024
254.129
256.129
258.129
260.129
0,22
0,09
0,09
0,10
Lasten Salaris en sociale lasten voormalig personeel premie iza gepensioneerden
X
totaal nadelige nadelig saldo
Totaal aantal inwoners
Bijdragen gemeenten, uitgedrukt per inwoner
Verdeelstaat gemeentelijke biidraae in de bearotina 2007 GSV Westeliik Noord-Brabant Naam gemeente Aantal Inwoners
Nadelig saldo Omschrijving
totaal Inwonertal Steenbergen Woensdrecht
Bergen op Zoom 65.831
Halderberge
Moerdijk
Roosendaal
Rucphen
29.461
12.676
77.688
22.420
23.361
21.153
• 252.590
v.m.Secretariaat totale kosten
-55.399
-14.438
-6.461
-2.780
•17.039
-4.917
-5.124
-4.639
-55.399
totale bijdrage per gemeente
-55.399
-14.438
-6.461
-2.780
-17.039
-4.917
-5.124
-4.639
-55.399
-0,22
-0,22
^ -0,22
-0,22
-0,22
-0,22
-0,22
-0,22
bedrag per inwoner