RAADSVERGACHïING
ckd.
i
Bsslissing: —.—.———
—
Gemeente n Eergen of Zoom
Datum raadsvergadering
: 27 mei 2004
Nummer
: SC/04/06
Onderwerp
: Grondslagen subsidiebeleid kunst en cultuur
Aan de gemeenteraad, Voorstel De grondslagen van het beleid ten aanzien van cultuursubsidies vast te stellen.
Inleiding Ingevolge de Cultuurnota dient er een aparte behandeling van subsidies op het terrein van kurlst en cultuur te komen, dus een nieuw subsidiebeleid op basis van een aparte subsidieverordening en volgens nieuwe grondslagen en uitvoeringsregels. Op 23 juli 2003 heeft de gemeenteraad reeds de subsidieverordening Kunst en Cultuur vastgesteld als nieuwe wettelijke grondslag voor subsidies op het terrein van kunst en cultuur. De subsidieverordening bevat alleen technische regels met betrekking tot het proces van subsidiëring: formele vereisten en procedijres. Op grond vain de verordening kan bezien worden of een aanvrager in principe in aanmerking kan komen voott een gemeentelijk subsidie voor kunst en cultuur en welke procedures daarbij gelden. Conform de verordening ert volgens het duale stelsel bepaalt de raad de subsidiegrondslagen (beleidsregels) en de daarvoor beschikbare financiële middelen in de programmabegroting en voert het college de subsidietoekenning uit volgens uiftoeringsregels. Overigens, de thans nog van kracht zijnde beleidsregels zijn vastgelegd bij raadsbesluit in het welzijnsprogramma 1999, dat in de zin van de AWB gezien kan worden als een samenhangend geheel van beleidsregels. Dat paste in de rolverdeling tussen gemeenteraad en college in het monistische} stelsel. Voor subsidies op het terrein van welzijn en volksgezondheid blijven deze ook voorlopig nog onverkbrt van kracht. Wij zijn wel voornemens om in 2005 ook de subsidieverordening welzijn en de daarop gebaseerd^ subsidiegrondslagen voor welzijn en volksgezondheid te vernieuwen en aan te passen aan het duale stelsel, gelijk die voor het beleidsterrein kunst en cultuur. Op grond Van de subsidieverordening Kunst en Cultuur leggen wij de grondslagen van het subsidiebeleid kunst en cultuur nu ter besluitvorming aan u voor.
-2-
Uitwerking voorstel
Algemene grondslagen Volgens de cultuurnota en het collegeprogramma dienen culturele instellingen die voor subsidie in aanmerking willen komen de vier functies van cultuur te ondersteunen en verder te ontwikkelen. Die functies zijn: • culturele uitingen geven betekenis aan het bestaan en bevorderen de geestelijke ontwikkeling (aandachtspunt: cultuureducatie) • culturele uitingen bevorderen de socialisatie en integratie van personen en dragen bij aan het overbruggen van culturele verschillen tussen bevolkingsgroepen, aan onderling begrip en verdraagzaamheid en aan een open houding naar wat nieuw of "vreemd" is. (aandachtspunt: cultuurparticipatie) • culturele uitingen maken een stad aantrekkelijk, brengen als zodanig mensen samen en trekken bezoekers van buitenaf (aandachtspunt: cultuurpromotie) • de aanwezigheid van culturele uitingen bevordert een aantrekkelijk woon-, leef- en vestigingsklimaat, (aandachtspunt: culturele infrastructuur). Volgens de Cultuurnota heeft het verlenen van culturele subsidies tot doel: • het versterken van de culturele infrastructuur het bevorderen van cultureel ondernemersschap (professioneel), effectiviteit en nieuwe initiatieven het bevorderen van cultuurparticipatie (specifieke doelgroepen: jongeren, ouderen en allochtonen) het stimuleren van amateurkunst (versterken vrijwilligerswerk) • het toegankelijk houden van culturele voorzieningen voor alle inkomenscategorieën (betaalbaarheid van actieve en passieve participatie). De algemene financiële grondslag voor het verlenen van subsidies op het terrein van kunst en cultuur is uiteraard het zogenaamde subsidieplafond, verplicht op grond van de Algemene Wet bestuursrecht. Dat wil zeggen dat subsidies slechts kunnen worden verleend voor zover daar in de daarvoor bedoelde begrotingsposten van de goedgekeurde Programmabegroting middelen voor zijn geraamd (dit is een grondslag die overigens ook al in de subsidieverordening is opgenomen). Indien de betreffende begrotingsposten onvoldoende middelen bevatten, of zijn uitgeput, kunnen (nieuwe) subsidieverzoeken om die reden al worden afgewezen. Volgens de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de Algemene Wet bestuursrecht kunnen bestaande subsidierelaties niet zomaar abrupt worden beëindigd ten gunste van nieuwe subsidie-aanvragers. Bij bestaande subsidierelaties dient een zorgvuldige procedure in acht te worden genomen voor het afbouwen van subsidies. Dat betekent in feite dat, gelet op de beperkte financiële middelen bij de gemeente, bestaande subsidierelaties voorrang hebben boven nieuwe subsidievragers. Voor nieuwe subsidievragers zullen in de meeste gevallen nieuwe middelen gevonden moeten worden om een subsidieverzoek in te kunnen willigen. Ontbreken die, dan zal een subsidieverzoek ook om die reden moeten worden afgewezen. Gestreefd wordt naar een eenvoudige afwikkeling van de subsidieverstrekking. Ten behoeve van de evaluatie van gesubsidieerde activiteiten zal een meetsystematiek ontwikkeld worden waarmee informatie verkregen kan worden over bezoekersaantallen en waarderingsniveaus met als doel inzicht te krijgen in de kwalitatieve en kwantitatieve invulling van de doelstellingen uit de Cultuurnota, in het bijzonder de doelstellingen ten aanzien van cultuurbereik en doelgroepenbeleid. Op basis van deze algemene grondslagen presenteren wij u hieronder de meer specifieke grondslagen voor de verstrekking van subsidies gerelateerd aan de verschillende begrotingsproducten op het terrein van kunst- en cultuur. De gemeenteraad kan deze grondslagen desgewenst jaarlijks bijstellen via de Programmabegroting.
-3-
Spec/ffé/ce gronofs/agen PRODUCT P 330: BIBLIOTHEKEN EN SPEELOTHEEK
Aanbeveling Cultuurnota: Centrale professionele bibliotheek moet publiek wegwijs maken in de wereld van kennis en fictie: actief publieksdiensten verlenen (wat zoekt u aan informatie of fictie en waar kunt u het vinden), imago van uitleenfabriek afschudden en kennisontwikkeling en verbeeldingsontwikkeling stimuleren in samenwerking met het onderwijs, met het archiefwezen en met de kunsten, (cultureel ondernemerschap stimuleren). De DorpsBibliotheek De Bladwijzer en de Speelotheek hebben een specifiek belang voor de culturele infrastructuur van de dorpskernen van deze gemeente. Grondslagen subsidies product P330: Wat subsidieren we: • Het professioneel beheer van de collectie • Het actief toegankelijk maken van de collecties voor eenieder, waaronder mede begrepen is een minimum aantal openstellingsuren voor het publiek • Een minimum percentage abonnementen op het aantal inwoners • Een gemiddeld minimum aantal uitleningen per abonnement • Een minimum aantal bezoeken in de vestigingen in de gemeente Bergen op Zoom • Een minimum aantal bezoeken aan de website • Het overeen te kpmen aandeel in onderwijsprojecten • Het overeen te komen aandeel in gemeentelijke projecten • Het overeen te komen aandeel in de regionale samenwerking in het bibliotheekwerk. Waarom: • De kernactiviteiten vormen een basisvoorziening in de culturele en cultureel-sociale infrastructuur • De projecten vloeien voort uit beleidsinitiatieven gebaseerd op de Cultuurnota. Subsidievorm: • Budgetsubsidie. PRODUCT P 335: TOEGANKELIJKE BEELDENDE KUNST
Aanbeveling Cultuurnota: naast het aantal abonnementen en de verplichte openingstijden, dienen eisen gesteld te worden ten aanzien van het bereiken van de doelgroepen jongeren, ouderen en allochtonen, alsook ten aanzien van het deelnemen aan cultuureducatieve projecten en cultuurparticipatie. Met de Artotheek heeft overleg plaatsgehad over nieuwe beleidsregels ten aanzien van subsidiëring. Uit informatie is gebleken dat de Artotheek met de huidige middelen niet kan voldoen aan alle prestatie-eisen. Wij achten het daarom wenselijk om de eisen terug te brengen tot de kerntaken van de Artotheek. Voor bijzondere projecten kan men zo mogelijk een garantiesubsidie vragen uit het budget voor cultuurstimulering P346. Grondslagen subsidies product P335: Wat subsidiëren we: • Het professioneel beheer van de collectie • Het toegankelijk maken van de collectie voor eenieder, waaronder mede begrepen is een minimum aantal openstellingsuren voor het publiek • Het actief toegankelijk maken van de kunstuitleen voor jongeren, ouderen en allochtonen • Een minimum aantal abonnementen en uitleningen • Het overeen te komen aandeel in cultuureducatieve projecten.
-4-
Waarom: • Kunstuitleen is een uniek element in de culturele infrastructuur • Kunstuitleen ondersteunt en stimuleert kunstenaars • Kunstuitleen ondersteunt en stimuleert cultuureducatie en culturele vernieuwing. Subsidievorm: • Budgetsubsidie, eventueel in combinatie met beleidsgestuurde contractfinanciering. PRODUCT P 370: AMATEURKUNSTVERENIGINGEN Aanbevelingen Cultuurnota: presentatie naar buiten verbeteren, meer samenwerken, kwaliteit stimuleren. Ter verbetering van de culturele infrastructuur willen we meer regie, sturing en coördinatie op de activiteiten van de instellingen verkrijgen. Dit om een betere afstemming op de vraag en aanbod van de culturele markt te laten ontstaan. Dialogen met het culturele veld, in casu de organiserende en uitvoerende instellingen worden geïntensiveerd. Aan de hand van de uitgangspunten van de cultuurnota 2001 zijn in het najaar van 2003 vijf overlegbijeenkomsten gehouden met de gesubsidieerde amateurkunstverenigingen over de nieuwe uitgangspunten en uitvoeringsregels. Tevens is tijdens deze, overigens zeer positief verlopen gesprekken, een activiteitenlijst opgesteld. Met deze lijst heeft de gemeente een instrument in handen waarmee de beoogde evenwichtige vertaling van de doelstellingen uit de beleidsthema's naarde praktijk getoetst en indien nodig bijgestuurd kan worden. Deze lijst wordt in de jaarlijkse dialoog met de subsidiepartners indien gewenst bijgesteld. De lijst is als bijlage bij dit raadstuk gevoegd. Grondslagen subsidies product P370: Wat subsidiëren we: • Amateurkunst als kunst van vrijwilligers in verenigingsverband • Diversiteit van amateurkunst volgens landelijk erkende categorieën (harmonieën, toneelverenigingen e.d.) • Kwaliteit en continuïteit van amateurkunst, gewaarborgd via het lidmaatschap van een erkende landelijke branche-instelling én de eis van tenminste 1 jaar actief bestaan alvorens voor subsidie in aanmerking te komen • Het aandeel in 3 tot 4 publieke activiteiten van de gemeentelijke jaaractiviteitenlijst. Waarom: • Vrijwilligers Amateurkunst geldt als een basisvoorziening in de culturele en cultureel-sociale infrastructuur • Amateurkunst in verenigingsverband vormt een belangrijk, toegankelijk en betaalbaar kader voor cultuureducatie, cultureel-sociale participatie en sociale integratie. Subsidievorm: • Product 370 kent twee soorten subsidies: 1. een subsidie uiteenvallend in een gedeelte waarderingssubsidie (wij zijn blij dat u bestaat), en een gedeelte prestatiesubsrdie (wij zijn blij met uw optreden). De waarderingssubsidie is een vast bedrag gerelateerd aan het actieve ledental van de betreffende organisatie. Een prestatiesubsidie is een bepaald bedrag voor uitgevoerde activiteiten. De waarderingssubsidie is voorde resterende raadsperiode bepaald op 20% van het in 2004 toegekende subsidie bedrag. De prestatiesubsidie is voor de resterende raadsperiode bepaald op 80% van de in 2004 toegekende subsidie. Indien afgesproken activiteiten geen doorgang vinden en er ook geen overeen te komen vervangende activiteiten daarvoor in de plaats komen, kunnen kortingen op de prestatiesubsidies worden toegepast De korting wordt bepaald door de prestatiesubsidie te delen door het aantal afgesproken activiteiten^ en dat bedrag als kortingseenheid te gebruiken.
-5-
•
2. Een budgetsubsidie. Dit is een subsidie waarbij de definitief vastgestelde subsidie voor de aanvrager gelijk is aan de verleende subsidie, indien de gesubsidieerde prestaties daadwerkelijk zijn gerealiseerd binnen de voorwaarden die zijn vastgesteld in de verordening Kunst en Cultuur. Voor gesubsidieerde amateurkunstverenigingen is het mogelijk om een extra-prestatiesubsidie te verkrijgen. Bijvoorbeeld voor een specifiek en eigen project dat een vereniging in gang wil zetten of een activiteit op verzoek van de gemeente, indien het gemeentelijk beleid extra inzet noodzakelijk maakt. Voor de extraprestatiesubsidie is er ruimte in het budget P346 voor cultuurstimulering voor zover het budget reikt (subsidieplafond).
PRODUCT P 340: LOKALE RADIO- EN TV-PROGRAMMA'S Grondslagen subsidies product P340; ^ Wat subsidiëren we: • Het toegankelijk maken van kunst en cultuur in beeld en geluid voor eenieder • Het toegankelijk maken van actualiteiten en hun achtergronden in beeld en geluid voor eenieder • Het in belangrijke mate bereiken van de verschillende bevolkingsgroepen • Kwaliteit, continuïteit en vernieuwing van de programma's, tenminste gewaarborgd via de erkende vergunning voor het uitzenden van beeld en geluid. Waarom: • Uniek en bindend element in de culturele en cultureel-sociale infrastructuur • Platform en podium voor cultuuruitingen en cuituurvernieuwing. Subsidievorm: • Budgetsubsidie, eventueel in combinatie met beleidsgestuurde contractfinanciering. PRODUCT P 345: CULTURELE EVENEMENTEN EN VOLKSFEESTEN Aanbeveling Cultuurnota: stimuleren van méér evenementen, van kwaliteit en van vernieuwing met speciale aandacht voor jongeren, allochtonen en ouderen. Daarnaast het vrijwilligerswerk stimuleren. Met de instellingen voor de traditionele nationale volksfeesten heeft overleg plaatsgehad over beleidsregels ten aanzien van subsidiëring. Daarbij is gebleken dat de huidige beleidsregels voldoen en gecontinueerd kunnen worden. Grondslagen subsidies product P345: Wat subsidiëren we: • De traditionele nationale volksfeesten onder de culturele evenementen (vastenavend, Koninginnedag, Sinterklaas e.d.) • Culturele evenementen die niet gerekend worden tot de traditionele volksfeesten, indien zij een welkome, dat wil zeggen in het cultuurbeleid passende aanvulling op de evenementenkalender vormen. Dat betekent dat met name ook gekeken zal worden naar het bereik onder ouderen, jongeren en allochtonen en het aandeel van het vrijwilligerswerk. Waarom: • De traditionele nationale volksfeesten vormen een basisvoorziening in de culturele en cultureel-sociale infrastructuur • Culturele evenementen kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan cultuurparticipatie en aan het vergroten van de aantrekkingskracht van deze gemeente voor bezoekers van buiten.
-6-
Subsidievorm: • De traditionele nationale volksfeesten onder de culturele evenementen (vastenavend, Koninginnedag, Sinterklaas e.d.) komen in aanmerking voor een periodieke waarderingssubsidie voor het organiseren van het volksfeest. • Daar bovenop kan men in aanmerking komen voor een beperkte eenmalige budgetsubsidie voor vernieuwing van kwaliteit en publieksbereik. • De culturele evenementen die niet gerekend worden tot de traditionele volksfeesten kunnen in aanmerking komen voor een garantiesubsidie.
PRODUCT P 346 CULTUURSTIMULERING Grondslagen subsidies product P346: Wat subsidiëren we: • Cultuureducatieve activiteiten die niet tot de kernactiviteiten van een organisatie behoren, maar wel een welkome versterking vormen van het cultuurklimaat • Bijzondere activiteiten, voor eenieder toegankelijk, die het kunst- en cultuurklimaat in Bergen op Zoom versterken en promoten • De activiteiten dienen voor een aanzienlijk deel mede bekostigd worden uit eigen middelen, danwei deelnemersbijdragen. Waarom: • Om kansen te bieden aan bijzondere en vernieuwende cultuureducatieve activiteiten • Om kansen te bieden aan bijzondere en vernieuwende cultuurstimulansen. Subsidievorm: • budgetsubsidie voor cultuureducatieve activiteiten. • Garantiesubsidie voor nieuwe en vernieuwende initiatieven op cultureel terrein. PRODUCT P 667: ARCHEOLOGIE: Grondslagen product P667: Wat subsidiëren we: • Archeologiebeoefening door amateurs/vrijwilligers in lidmaatschapsverband • Zelfstandig beheer van de archeologische collectie • Actief toegankelijk maken van de collectie voor eenieder • Presenteren en exposeren van de collectie. Waarom: • Vrijwilligers cultuurbeoefening is een basisvoorziening in de culturele en cultureel-sociale infrastructuur • Unieke bijdrage op het terrein van de cultuureducatie wat betreft het cultuurhistorisch erfgoed. Subsidievorm: • Budgetsubsidie. Overwegingen door inspraak Dit voorstel is tot stand gekomen na uitgebreid inhoudelijk overleg met instellingen en verenigingen die gerekend worden tot de amateurkunst en het cultureel-sociaal vrijwilligerswerk waarmee een duurzame subsidierelatie
-7-
bestaat. Er zijn reacties ontvangen van de Christelijke Muziekvereniging Euphonia, Toneelvereniging Premiere, het Oranjecomité Bergen op Zoom, stichting In den Scherminckel en Hortus Musicus Religiosus en het Bergen op Zoom's Mannenkoor. Met inachtneming hiervan kan naar ons oordeel een zeer werkbaar stelsel uitvoeringsregels voor de betrokken instellingen worden gerealiseerd dat tevens recht doet aan het voorgestane cultuurbeleid. Juridische overwegingen en referendum-mogelijkheid Het college heeft, gelet op de Tijdelijke Referendumwet, bepaald dat de grondslagen van het beleid ten aanzien van cultuursubsidies niet referendabel zijn. Bijlagen De volgende stukken hebben wij bij dit raadsvoorstel voor u ter inzage gelegd: de voorlopige activiteitenlijst voor de amateurkunstverenigingen, de verslagen van de overlegbijeenkomsten, de schriftelijke reacties van de instellingen en de reeds vastgestelde subsidieverordening kunst en cultuur. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom, De secretaris,
A
Gemeente j} Eergen op Zoom
De raad van de gemeente Bergen op Zoom; gezien het voorstel van het college van 13 april 2004, nr. SC/04/06; gelet op de subsidieverordening Kunst en Cultuur; gelet op de gemeentewetgelet op de Algemene Wet bestuursrecht; BESLUIT:
De grondslagen van het beleid ten aanzien van cultuursubsidies vast te stellen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van De griffier,
F.P.deVos
Devj
AMENDEMENT
De raad van de gemeente Bergen op Zoom, in vergadering bijeen op 27 mei 2004; gezien het voorstel SC/04/06 inzake Grondslagen subsidiebeleid kunst en cultuur; gelet op hetgeen is vermeld onder Product P370: Amateurkunstverenigingen (pagina 4 van het raadsvoorstel); overwegende dat: onder Grondslagen subsidies product P370 een subsidievorm is opgenomen, uiteenvallend in een gedeelte waarderingssubsidie (voor de resterende raadsperiode bepaald op 20% van het in 2004 toegekende subsidiebedrag) en een gedeelte prestatiesubsidie (voor dé resterende raadsperiode bepaald op 80% van de in 2004 toegekende subsidie); sprake is van een nijpend tekort aan vrijwilligers bij amateurkunstverenigingen; de inzet van vrijwilligers naar de mening van de raad respect afdwingt en een waardevolle bijdrage levert aan het culturele veld; het bovenstaande naar het oordeel van de raad zijn weerslag dient te krijgen in eerdergenoemde Grondslagen subsidies product P370; hierbij wel in acht wordt genomen dat, indien een vereniging geen noemenswaardige activiteiten ontplooit, het college het recht heeft om de subsidie voor het daarop volgende jaar te korten op de wijze zoals is aangegeven in het raadsvoorstel; gehoord de beraadslagingen in de raad; besluit het concept-raadsbesluit bij bovengenoemd voorstel als volgt te wijzigen: De grondslagen van het beleid ten aanzien van cultuursubsidies vast te stellen, met dien verstande dat voor wat betreft de Grondslagen subsidies product P370 (onder subsidievorm 1, pagina 4 van het raadsvoorstel) zowel het gedeelte waarderingssubsidie, als het gedeelte prestatiesubsidie voor de resterende raadsperiode worden bepaald op elk 50% van de in 2004 toegekende subsidie. en gaat overtot de orde van de dag.
i
J