A
gemeente Eindhoven
Werkgroep zendmast Croy
Openbare Ruimte Verkeer en Milieu Van H. Verhoeven / H. van de Velden 19 maart 2013 (aangepast 28 november 2013)
Memo Betreft: eindrapportage onderzoek zendmast Croy
1. Opdracht Op 22 maart 2011 heeft de raadscommissie Economie en Mobiliteit beraadslaagd over de uitspraak van de Raad van State over de Zendmast Croy. De inbreng van de insprekers heeft de commissie duidelijk gemaakt dat niet voorbij gegaan kan worden aan de maatschappelijke onrust in de wijk over de stralingseffecten en daarom werd de wens geuit om een onafhankelijk onderzoek te verrichten. Aangegeven werd dat een uitsluitend wetenschappelijk onderzoek niet meer oplevert dan wat we al weten; het is niet aan te tonen dat de straling van de zendmast schadelijk is, maar ook niet dat het onschadelijk is. Daarom is voorgesteld om met wethouder Helms, raadsleden, ambtenaren en bewoners een gesprek te plannen om samen te definiëren wat we willen weten en welke conclusies daaraan verbonden worden. De commissie is hiermee akkoord gegaan. Op 12 april 2011 heeft vervolgens een gesprek plaatsgevonden tussen wethouder, raadsleden, bewoners en ambtenaren. Dit gesprek vormde de aftrap voor het verrichten van onderzoek naar de zendmast Croy. In deze memo wordt verslag gedaan van het onderzoek en wat dit heeft opgeleverd.
2. Samenstelling werkgroep zendmast Croy. De werkgroep die het onderzoek naar de zendmast Croy heeft verricht is als volgt samengesteld: - voorzitter, de heer K. Rijnders (raadslid); - wethouder J. Helms; - omwonendenvertegenwoordiging: de heren H. Peusens en M. Egmond; - namens de gemeenteraad: T. Rojer en Y. Toronoglu; - ambtenaren: J. Lebon, H. Verhoeven en H. van de Velden (afdeling milieu, gemeente Eindhoven). Voor zowel de analyse van de problematiek als de mogelijke oplossingsrichtingen heeft de werkgroep externe expertise betrokken van: - Prof. Dr. Ir. P. Zwamborn; hoogleraar elektromagnetische effecten en autoriteit op gebied van gevolgen van radiogolven en lid van de Gezondheidsraad; - UPC als aanbieder van televisieabonnementen; - KPN als vergunninghouder voor het uitzenden van digitale radio- en televisiesignalen;
A -
Het Antennebureau voor kennis over technische effecten van elektromagnetische velden van antennes; GGD (Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid, GGD-en Brabant/Zeeland) voor kennis over gezondheidseffecten; in hun netwerk zit onder andere het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het nationale Kennisplatform Elektromagnetische Velden (EMV).
3. Onderzoeksaanpak. Vorm Het onderzoek heeft zich gericht op mogelijkheden om de onrust rond de zendmast aan te pakken c.q. op te lossen. In het kader van dit onderzoek vonden een aantal plenaire overleggen plaats tussen raadsleden, bewoners, wethouder Helms en deskundigen. Daarnaast hebben met een delegatie vanuit de plenaire overleggroep (voorzitter en bewoners) bi-laterale gesprekken plaatsgevonden met enkele betrokken providers (KPN, UPC). Inhoud/focus Het probleem is met elkaar nader verkend en ingekaderd. Er heeft verdiepend onderzoek plaatsgevonden naar mogelijkheden ter beperking van verstoring van signalen en klachten over (beleefde) gezondheidsschade. Daarbij is onderzocht welke technische en organisatorische verbetermogelijkheden bestaan en benut kunnen worden. Het klachtenbeeld is hierbij betrokken. De uitkomsten zijn periodiek breed teruggekoppeld naar de werkgroep en verwerkt in de onderzoeksresultaten. Onderzochte aspecten In de werkgroep zijn een aantal scenario’s en oplossingsmogelijkheden geselecteerd, onderzocht en beoordeeld op doelmatigheid en haalbaarheid. Het betreft de volgende oplossingsrichtingen: - afschermen van de mast door het plaatsen van een krans; - veranderingen van de zendhoek (de zogenaamde tilt); - verhogen van de mast; - verplaatsen van de mast; - verlagen en/of verdelen van het (zend)vermogen van de mast; - het verbeteren van de ontvangst van TV signalen (UPC); - (over)gevoeligheid voor elektromagnetische straling. In het onderzoek is gebruik gemaakt van geldende wetgeving, resultaten van wetenschappelijk onderzoek, literatuurstudies en uitgevoerde veldsterktemetingen. Ook is technische en bedrijfseconomisch informatie van betrokken marktpartijen (providers) gebruikt. Deze werkwijze heeft geleid tot het hieronder beschreven eindbeeld.
2
A 4. Inbreng van omwonenden Omwonenden hebben samenvattend de volgende punten ingebracht 1. Uniekheid van de situatie rondom de zendmast. 2. Schadelijkheid voor de gezondheid. In de wijk bestaan vanaf de oprichting van de mast zorgen. Er wordt verwezen naar: a. signalen uit wetenschappelijk onderzoek; b. advisering hierover vanuit wetenschappelijke expertiseplatforms ; c. besluitvorming hieromtrent tot nu toe door de EU en nationale overheid; d. signalen over ziektebeelden uit de wijk. 3. Behoefte aan betere zelfbescherming (informatie/faciliteiten). Volledigheidshalve zijn de ingebrachte punten in bijlage 1 integraal opgenomen. Voor de gezamenlijke zoektocht van de werkgroep relevant geachte opmerkingen zijn in cursieve tekst toegevoegd, en onder 5. Onderzoeksresultaat verwerkt. 5. Onderzoeksresultaat. Gedurende het proces zijn een aantal zaken duidelijk geworden van algemene aard (geldend voor alle zendmasten) en specifiek ten aanzien van de zendmast Croy. Daarnaast zijn ten aanzien van de zendmast Croy ook een aantal verbeteringen doorgevoerd. Algemeen De zorgen van omwonenden over mogelijke gezondheidsschade vanwege elektromagnetische straling zijn door de omwonenden goed naar voren gebracht en gehoord. Normering en mogelijke gezondheidseffecten - Beleefde overgevoeligheid voor elektromagnetische straling kan zich voordoen. Er vindt in internationaal verband voortdurend onderzoek plaats naar mogelijke gezondheidseffecten. - De zorgen onder burgers ten aanzien van mogelijke gezondheidseffecten spelen veel breder, binnen Nederland, EU en mondiaal. Eventuele effecten worden door wetenschappelijk onderzoek en overheden mondiaal regelmatig geëvalueerd en zo nodig herzien. De recente oproep van de Gezondheidsraad om bij toepassingen van antennes en zendmasten het ALARA beginsel te hanteren wordt onderschreven door I&M. Het ministerie (het Antennebureau) en de wetenschap houden “vinger aan de pols”, en doen via een gestructureerde aanpak periodiek voorstellen tot aanscherping van gehanteerde normen daar waar dat mogelijk is. Dat gebeurt in Europese context. Tegelijkertijd wordt een appel op burgers gedaan om binnen de eigen invloedsfeer de verantwoordelijkheid zo goed mogelijk te nemen. - De problematiek rondom elektromagnetische straling is complex en sterk verweven in onze maatschappelijke en huishoudelijke activiteiten. De marktwerking in Europa en Nederland is via regelgeving zodanig georganiseerd en ingekaderd dat er – met een veiligheidsmarge ten aanzien van mogelijke gezondheidseffecten – voldoende ontwikkelruimte is om te voorzien in de steeds verder toenemende informatiebehoefte. - Er bestaat geen wetenschappelijk bewijs dat een zendsterkte zoals de zendmast Croy creëert op het woon- en werkniveau leidt tot gezondheidsschade. Evenmin zijn er (nog
3
A -
-
-
geen) sluitende wetenschappelijk bewijzen dat er geen effecten zijn op het leefmilieu, welbevinden en gezondheid. De expertise van het Bureau GMV (gezondheid, milieu en veiligheid) van de GGD-en Brabant/Zeeland en het platform Elektromagnetische Velden (EMV) is ingezet. De problematiek is besproken en het algemene klachten- en gezondheidsbeeld (op basis van reeds verzamelde en anonieme data uit de vierjaarlijkse volwassenmonitor van de GGD) in de wijk is bekeken. Daarbij zijn geen bijzonderheden gebleken. De bewoners trekken dit in twijfel en verwijzen naar (recente) casuïstiek over gezondheidsschade bij diverse bewoners in de wijk. Een oorzakelijk verband met de zendmast kan door GGD echter niet worden gelegd. GGD geeft aan dat op elektromagnetische straling gericht gezondheidsonderzoek veel tijd en grote populaties vergt. In relatie tot de zendmast Croy (beperkte omvang van het invloedsgebied van de mast, beperkte omvang van de populatie) is onderzoek, waaruit wetenschappelijk onderbouwde conclusies getrokken kunnen worden niet uitvoerbaar. De gemeente Eindhoven ontbeert doorzettingsmacht om de landelijk gestelde normen c.q. ruimte voor ontwikkelingen in de informatievoorzieningen zelfstandig te herzien.
Communicatie - Tijdige, actieve en open communicatie rondom mogelijke plaatsing en/of wijziging van een zendmast/zender zijn van groot belang voor draagvlak en acceptatie van omwonenden. - Providers stellen jaarlijks een zogenaamd plaatsingsplan op waarin is aangegeven waar ze het komende jaar in de gemeente onderzoek of aanpassing/bijplaatsing van zenders willen realiseren. Dit plan wordt met de gemeente afgestemd. Daar waar wijzigingen worden verwacht, worden bewoners door de gemeente (in samenspraak met GGD/GMV en betreffende provider) geïnformeerd over de plannen en mogelijke effecten voor de gezondheid. Bescherming tegen elektromagnetische straling - Technisch gezien kunnen woningen worden afgeschermd tegen elektromagnetische straling. Daartoe dient een “kooi van Faraday” te worden gevormd. Dit kan door het aanbrengen van materialen zoals metalen houdende folies, behang, muurverf e.d. De verkregen veldsterkte reductie is echter beperkt terwijl de kosten hoog zijn (indicatie materiaalkosten € 20.000,-- voor een rijtjeswoning; exclusief kosten voor aanbreng en periodiek onderhoud). Een dergelijke maatregel is bij aanwezige elektrosensitiviteit alleen effectief als stralingsbronnen in huis worden ingepakt/uitgebannen (magnetron, elektrische klok, tv, radio etc.). - Bewoners geven aan behoefte te hebben aan betere informatie over zelfbescherming. Ze vragen expliciet om informatie over afschermende voorzieningen en inzicht (veldsterkte meter) in de inpandig voorkomende veldsterktes om de juiste maatregelen te kunnen treffen. - Verstoring van TV signalen kan worden opgelost door in huis de juiste afschermende bekabeling te gebruiken. Burgers zijn zelf verantwoordelijk voor de inpandige bekabeling. In voorkomende gevallen kunnen bewoners met verstoring van TV signalen rechtstreeks contact opnemen met de providers en/of het Antennebureau. Vanwege
4
A praktische problemen (zoals ingebouwde bekabeling) kan het voorkomen dat verstoring niet (eenvoudig) opgelost kan worden. Specifiek ten aanzien van de zendmast Croy - Met de oprichting van de zendmast Croy is onbedoeld een communicatieprobleem geïntroduceerd. Dit lijkt anno 2013 naar aard en omvang flink te zijn afgenomen, dankzij het opheffen van verstoring van TV signalen, en betere uitvoering van tijdige, actieve en open communicatie. Tegelijkertijd is geconstateerd dat de communicatie in 2012 bij de procedure voor het bijplaatsen van een zender niet conform vastgesteld beleid verliep. Dat zorgde helaas opnieuw voor onrust. De provider is hierop aangesproken. - De situatie rondom zendmast Croy is vanwege de combinatie van de afstand tot de woonwijk, de hoogte en de aanwezige zendsterkte bijzonder, in die zin dat een vergelijkbare situatie elders in Nederland weinig voorkomt. Dat geldt ook voor situaties met een inpandige veldsterkte van > 1 V/m in nabij gelegen woningen. - De elektromagnetische veldsterkte in de woonomgeving is echter beduidend lager dan vergund in relatie tot de door het rijk en EU gehanteerde normen. - Technische aanpassingen aan de bestaande mast en zenders zijn niet haalbaar gebleken. Maatregelen aan de mast waaronder afscherming door het plaatsen van een krans, optimalisatie van de zendfrequenties en aanpassen van zendvermogen of masthoogte worden vanwege de geringe reducties, technische constructies of bedrijfsvoering van de providers niet effectief of haalbaar beoordeeld. Dit omdat wijzigingen aan de zenders (zendvermogen, antenneconfiguratie, frequentie) van de mast in Croy aanpassingen betekenen die in een veel groter gebied/regio bijstellingen vergen van andere zenders. Dit kan vergaande implicaties tot gevolg hebben op internationale afspraken rondom het gezamenlijke frequentieplan. Daarom moeten aanpassingen van vergunningen altijd via het Agentschap Telecom verlopen. Het voorgaande geeft grote veranderingen in de dienstverlening van providers aan een grote groep van klanten, met mogelijk verlies van klanten, extra kosten en negatieve publiciteit. - Bewoners pleiten voor verplaatsing, verhoging van de mast en/of verlaging van zendvermogen. Zij zijn van mening dat een veldsterkte van 0,6 V/m in de leefomgeving volstaat en dat dit niet hoeft te leiden tot minder goede ontvangst van TV-signalen. De kans op klachten en overlast kan hierdoor worden geminimaliseerd. KPN en andere providers wijzen er echter op dat verplaatsing van de mast, gezien de noodzakelijk benodigde veldsterkte en aanwezige stralingsfrequentie voor een goede ontvangst van TV-signalen, geen significante verbetering van de huidige veldsterkte nabij woningen zal opleveren. Mede vanwege de hoge kosten wordt verplaatsen van de zendmast door de eigenaar niet overwogen. Door KPN is in hun schriftelijke reactie aangegeven, dat verplaatsing van de zendmast € 2,3 miljoen zal kosten. Mocht daartoe toch worden overgegaan, dan is dat voor rekening van de initiatiefnemer. Bij de afweging van eventuele verplaatsing moet niet alleen gekeken worden naar de voordelen voor de plek die verlaten wordt, maar ook naar de nadelen en substantiële kosten (incl. proceskosten, onderzoekskosten voor providers, opruimen oude locatie, aanpassingen van bestemmingsplannen). Er kan sprake zijn van verplaatsing van het probleem. Ook als uit vooraf verricht onderzoek zal blijken dat ruimschoots onder de toegestane zend- en veldsterktes zal worden gewerkt, kan op de nieuwe locatie van een soortgelijke
5
A “weerstand” sprake zijn. Ook kan niet worden uitgesloten dat in een nieuwe omgeving geen sprake zal zijn van bewoners die overgevoelig zijn voor elektromagnetische straling. Bewoners geven aan dat voornoemde problemen beperkt kunnen worden door gebruik te maken van al bestaande andere infrastructuur zoals nabij of op bestaande hoogspanningslijnen. Verbeteringen De volgende verbeteringen zijn in de onderzoeksperiode geconstateerd c.q. doorgevoerd. - Verstoring van TV signalen is op een aantal plaatsen verholpen. Dit door de weg te volgen zoals aangegeven door het Antennebureau en/of providers (i.c. UPC) direct te benaderen. Veelal blijkt verstoring relatief eenvoudig te verhelpen door in huis kabels toe te passen die door middel van een aangebrachte metalen mantel (kooi van Faraday) beter zijn afgeschermd tegen invloeden van buiten (apparatuur in huis; zendmasten buiten). - De betrokken providers (KPN, UPC) bij de zendmast Croy hebben geconstateerd dat er ten aanzien van tijdige, actieve en open communicatie verbeteringen nodig en mogelijk zijn, en hebben toegezegd het beleid van gemeente Eindhoven te zullen toepassen. - Er zijn in 2012 bij de GGD/bureau GMV en de sector Ruimtelijke ontwikkeling, Verkeer en Milieu geen nieuwe signalen en/of vragen over de gezondheidseffecten ingediend over de “bestaande” zendmast in Croy. Bewoners geven aan dat niet uitgesloten kan worden dat voor het afgenomen klachtenpatroon andere redenen bestaan zoals het feit dat mensen moegestreden zijn, aan de situatie gewend geraakt zijn of zelfs vanwege de nabijheid van de mast verhuisd zijn. 5. Samenvattende constatering De zorgen van burgers in de wijk over mogelijke gezondheidsgevolgen vanwege elektromagnetische straling van de zendmast Croy zijn goed naar voren gebracht en gehoord. In algemene zin worden dergelijke zorgen al geruime tijd veel breder geuit en onderzocht (in Nederland, EU, mondiaal). Er wordt in Europees verband op gestructureerde wijze door wetenschap en overheden vinger aan de pols gehouden. Daar waar nodig vindt aanscherping van regelgeving plaats. Het ontbeert de gemeente aan doorzettingsmacht om de normen zelfstandig aan te scherpen. Er is bij GGD geen bevestiging verkregen van vermeende gezondheidsschade. Gericht wetenschappelijk gezondheidsonderzoek in de wijk is niet mogelijk vanwege de beperkte populatie en de benodigde duur van een dergelijk onderzoek. Bewoners blijven twijfel uiten over het feit dat er geen gezondheidsschade kan worden aangetoond. De klachtenomvang is ten opzichte van het moment van plaatsing van de mast aanzienlijk minder (zowel qua aantal klachten als qua aantal klagers). Dit neemt niet weg dat een beperkte groep bewoners de aanwezigheid van de zendmast als ongewenst blijft zien. De situatie rondom zendmast Croy is vanwege de combinatie van de afstand tot de woonwijk, de hoogte en de aanwezige zendsterkte bijzonder, in die zin dat een vergelijkbare situatie in Nederland weinig voor komt. Dat geldt ook voor situaties met een inpandige veldsterkte van > 1 V/m in nabij gelegen woningen. De elektromagnetische veldsterkte in de wijk is relatief hoog, maar ligt ruimschoots beneden vergunde waarden en wettelijk (door EU en het rijk) gestelde normen.
6
A Er bestaat verschil van mening tussen bewoners en de eigenaar/providers van de zendmast over mogelijkheden om de zendsterkte voor goede TV-ontvangst te verlagen. Onderzochte technische aanpassingen van de zendmast/zenders zijn vanwege de bedrijfsvoering van de providers niet haalbaar gebleken. Kosten voor eventuele verplaatsing zijn voor rekening van de initiatiefnemer. Verplaatsen van de zendmast is vanwege hoge kosten en naar verwachting beperkte reductie van de veldsterkte nabij woningen, geen reële optie. Het afschermen van woningen is theoretisch mogelijk, maar is relatief duur en er is van te voren niet aan te geven hoe groot de reductie van de veldsterkte zal zijn. Bewoners hebben aangegeven behoefte te hebben aan objectieve informatie over eigen mogelijkheden tot afscherming van straling in huis, alsmede inzicht in de feitelijk in huis voorkomende veldsterkte. In overweging wordt gegeven te bezien hoe hierin op gekwalificeerde wijze kan worden voorzien (bv. door middel van expertise van kennisinstituten als TUe/Wetenschapswinkel, GGD/GMV, RIVM. Het beleid van preventieve voorzorg van gemeente Eindhoven is de afgelopen jaren elders in Eindhoven effectief gebleken. Dit beleid is bij de bij zendmast Croy betrokken providers goed op het netvlies gebracht. Zij hebben toegezegd bij voorgenomen wijzigingen conform het gemeentelijk beleid tijdig, actief en open te communiceren met de wijk. Aanvullende relevante info 1. Rapportage Evaluatie UMTS-beleid gemeente Eindhoven van april 2009 2. Info op gemeentelijke website onder Inwonersplein/Leefomgeving/Milieu/zendmasten (http://www.eindhoven.nl/inwonersplein/leefomgeving/Beleid-zendmasten-gemeenteEindhoven.htm) 3. Website Antennebureau (http://www.antennebureau.nl/) 4. Kennisplatform Elektromagnetische Velden (http://www.kennisplatform.nl/Homepage.aspx) 5. Website GGD Brabant Zuidoost: http://www.ggdbzo.nl/informatie/milieu/Paginas/Straling.aspx
7
A
Bijlage 1. Inbreng van omwonenden met “opmerkingen van de werkgroep(cursief)” 1. De uniekheid van de mast a. De Croy zendmast is een Digitenne zender, die is ontworpen voor het verzenden van digitaal televisie en radio signaal en is niet vergelijkbaar met een UMTS mast. Dit geldt niet alleen in de afmetingen, maar ook in het zendvermogen en het frequentiespectrum. De Croy zendmast (75000 W) is ongeveer 2000 maal krachtiger dan een zendmast voor mobiele telefonie, zoals een UMTS mast (40 W). Dit past ook bij de functie van de Digitenne mast die een verzorgingsgebied van 30 km heeft, terwijl een UMTS mast een bereik heeft van enkele honderden meters. Of anders uitgedrukt is de stralingsbelasting van de Digitenne zender op 220 m vergelijkbaar met de stralingsbelasting van een UMTS mast op 5 meter afstand. Voor goede Digitenne ontvangst is een gemiddelde veldsterkte van 10 mV/m nodig. In de wijk rondom de zendmast worden waarden gemeten, die meer dan 100 maal hoger zijn dan noodzakelijk voor goede Digitenne ontvangst. Qua stralingsbelasting is dat 10.000 x hoger dan noodzakelijk. Opmerkingen: - In bovenstaande vergelijking wordt de zendsterkte vergeleken met de voor ontvangst benodigde sterkte. - De vermelde waarden gelden ongeveer op de hoogte van de antennesectie. De gemeten waarden in/om de woningen zijn echter relevant. - De in de wijk op een specifieke locatie in de antennebundel hoogst gemeten veldsterkte van de mast bedraagt 1,95 V/m. De volgens de vergunning toegestane zendsterkte bedraagt 3 V/m. De maximale zendsterkte volgens de landelijke norm is (afhankelijk van de frequentie) minimaal 28 V/m. In de norm is ter voorkoming van gezondheidsschade een veiligheidsfactor van 50 opgenomen. Aanvullende opmerking buurtbewoners: De genoemde landelijke norm is uitsluitend gebaseerd op zogenaamde thermische effecten. Met biologische effecten (ook wel niet-thermische effecten genoemd) zoals effecten op de hormoonhuishouding, slaapritme of gemoedstoestanden is bij de huidige normstelling geen rekening gehouden. De EU verwijst naar het Bio-initiative rapport dat streeft naar een maximale waarde van 0,6 V/m buiten en in woonhuizen of op slaapplaatsen zelfs naar 0,06 V/m. Deze streefwaarden worden in de wijk en woonhuizen rond de Croy zendmast ruim overschreden. - In een gebied met een straal van 400 m rondom de Croy zendmast is gebleken, volgens metingen, uitgevoerd in opdracht van de gemeente Eindhoven (zie appendix), dat de gemiddelde stralenbelasting in de Genderbeemd een factor 10 hoger is, dan in de rest van Eindhoven. Ook is de allerhoogste waarde van 1.95 V/m in een woonhuis in de Genderbeemd gemeten (zie appendix 1).
8
A b. De situatie rondom de zendmast Croy is zondermeer uniek te noemen ten aanzien van de combinatie van hoogte van de mast, zendsterkte, afstand tot woonwijk en navenante veldsterkte in de leefomgeving. In Nederland bestaan geen vergelijkbare situaties. Door KPN zijn de Digitenne masten van Roermond, Nijmegen, Zoetermeer, Deventer als vergelijkbaar met de Croy zendmast wat betreft stralingsbalans in hun omgeving. De medewerker van het Antenneburo (dhr Frits Ebeltjes) is zeer verbaasd over de locatie van de Croy zendmast “midden in de woonwijk” en heeft dit nog nooit eerder meegemaakt. Opmerking: De door KPN geselecteerde “vergelijkbare” andere Digitenne zendmasten zijn door bewoners geanalyseerd. De vermelde informatie is niet (volledig) geverifieerd, vanwege het feit dat de casus zendmast Croy zich ook sterk richt op de aanwezige veldsterkte, in relatie tot van toepassing zijnde regelgeving. Locatie Vermogen Hoogte Roermond 85 kW 157 m Nijmegen, 75 kW 100 m Zoetermeer 40 kW 87m Deventer 50 kW 80m Eindhoven 75 kW 89m Bron: zie http://radio-tv-nederland.nl/dvbt/digitenne-kpntv.html
Afstand tot eerste woonhuizen Onbekend >400 m >400 m >1200 m ~ 200m
c. Appendix 1: In 2008 gemeten veldsterkten in Eindhoven De veldsterkten rondom de Croy zendmast zijn in een groot gebied rondom de mast wezenlijk hoger dan overal elders in de gemeente Eindhoven gemeten zijn, zoals blijkt uit de veldmetingen zoals uitgevoerd door Agentschap Telecom, Kema en TUV in opdracht van de gemeente. De allerhoogste waarden tot 2 V/m zijn in het binnenmilieu van woonhuizen rondom de Croy zendmast gemeten. Uit metingen is echter komen vast te staan, dat in grote delen van de woonwijk rondom de Croy zendmast de veldsterkte van 1 V/m ruim wordt overschreden. In alle woonhuizen waar metingen zijn verricht naar aanleiding van klachten van bewoners zijn waarden gemeten, die de waarde van 1 V/m ruim overschrijden en zelfs de waarde van 2 V/m benaderen. Opmerking: De waarden > 1 V/m komen vooral voor in een zone van 125 tot 335 m. d.
Appendix 2: Informatie van KPN en NOVEC over zendmast Croy Eindhoven. Er zijn uit Roermond, Deventer, Zoetermeer of Nijmegen geen klachten over gestoorde televisie ontvangst of meetwaarden van 2 V/m in woonhuizen bekend. Volgens KPN (dhr van Erp) is de veldsterkte op basis van het ontwerp van de Croy zendmast altijd lager dan 1 V/m bij woonhuizen.
9
A
Volgens het door Novec opgestelde “Onderzoek maximale veldsterkte als ontwerpwaarde - zendmast locatie Croy Eindhoven (15-5-2008)” zal de veldsterkte op bevolkingsniveau de waarde van 1.3 V/m niet overschrijden. Het heeft er ook alle schijn van dat de overlast van de Croy zendmast een gevolg is van een ernstige ontwerpfout.
Opmerkingen: De appendix gaat niet in op bekendheid van klachten. Een antenne wordt ontworpen op een bepaalde zendsterkte. Dit is een berekende zendsterkte gebaseerd op een zo betrouwbaar mogelijke weergave van de werkelijkheid. De werkelijke zendsterkte wordt echter ter plekke ingeregeld voor goede ontvangst. Dat deze gemeten waarde hoger is dan de berekende is vaak het geval, omdat deze waarde door omgevings- en installatiefactoren wordt beïnvloed. Het is niet onlogisch dat deze waarde afwijkt van wat is berekend; dit wordt ook wel de ontwerpmarge genoemd. Wel is van belang dat deze waarde lager is dan volgens de vergunning is toegestaan. Op deze waarde heeft namelijk de milieutechnische beoordeling plaatsgevonden. e.
Volgens het antenne bureau zijn in Nederland veldsterkten boven 1 V/m uitzonderlijk.(http://www.antennebureau.nl/onderwerpen/algemeen/veldsterktemetingen)
Opmerking: Het Antennebureau meldt op de site over Meetresultaten het volgende: Uit geen enkele veldsterktemeting blijkt dat de blootstellingslimieten op publiek toegankelijke plaatsen worden overschreden. Op straatniveau wordt meestal tussen de 0,5 en 3 Volt per meter gemeten. In woningen is dit in de meeste gevallen 1 Volt per meter of minder. 2. Informatie over schadelijkheid voor de gezondheid Uit onderzoek uitgevoerd door TNO (prof Zwamborn) is met 90% zekerheid komen vast te staan, dat het welbevinden van gezonde vrijwilligers aan een veldsterkte van 1 V/m gedurende 30 minuten negatief wordt beïnvloed. Alle omwonenden van de Croy zendmast worden aan 4 x hogere stralingsbelasting blootgesteld 24 uur per dag, jaar in jaar uit. Opmerking: De conclusie van dat onderzoek is niet het hierboven gestelde. Ten eerste waren het geen representatieve vrijwilligers, maar mensen die zelf aangaven hypersensitief te zijn. Ten tweede heeft het onderzoek weliswaar een statistisch significant verband opgeleverd, maar voor een wetenschappelijk geaccepteerde conclusie moesten de gevonden effecten (door anderen) worden gerepliceerd. De door de omwonenden gevonden effecten zijn niet eenduidig en reproduceerbaar door andere onderzoekslaboratoria gevonden. Het hier aangehaalde onderzoek is daarmee de 1 op 20 (p=0,05) onderzoeken die ten onrechte vals positief zijn. In de conclusies is ook heel duidelijk aangegeven dat dit het geval zou kunnen zijn en “voorzichtigheid geboden” is.
10
A
Er zijn geen wetenschappelijk bewijzen, dat een zendsterkte, zoals de zendmast Croy creëert op woon- en werkniveau geen effecten heeft op het leefmilieu, welbevinden en gezondheid. Er zijn wel vele wetenschappelijke publicaties die effecten hebben geconstateerd bij veldsterkten, zoals in de nabijheid van de zendmast zijn gemeten.
Opmerking: De resultaten van de onderzoeken zijn door de werkgroep niet bekeken.
1997: Het is een wetenschappelijk gegeven, dat hoge elektromagnetische velden aanleiding kunnen geven tot “microwave hearing” (oorsuizingen). Ook de gezondheidsraad heeft dit erkend. Het treedt op bij blootstelling aan voldoende krachtige elektromagnetische velden. Zo is te lezen in “Radiofrequency electromagnetic fields” (300 Hz - 300 GHz). Rijswijk: Health Council of the Netherlands, 1997; publication no. 1997/01; p. 166: “The Committee does not consider auditory perception of EM [ = electromagnetic] fields to be an adverse health effect and therefore [...] only considers non-auditory effects.”). (http://www.gezondheidsraad.nl/en/publications/radiofrequencyelectromagnetic-fields-300-hz-300-ghz).
Opmerking: Het ging hier om heel hoge veldsterkten (>3V/m).
2000: Ook is door de gezondheidsraad erkend, dat er andere vormen van overlast en hinder optreden zoals slaapstoornissen en andere cognitieve effecten (hoofdpijn, opgejaagd gevoel, depressiviteit), indien personen in krachtige elektromagnetische velden verblijven. De Gezondheidsraad stelt:“Wel zijn in een aantal van deze onderzoeken biologische effecten gevonden, zoals beïnvloeding van onderdelen van het slaappatroon en van bepaalde cognitieve functies vermeld. “ (zie blz 39 in publicatie nr 2000/ Commissie ELF elektromagnetische velden. Blootstelling aan elektromagnetische velden (0 Hz - 10 MHz). Den Haag: Gezondheidsraad, 2000). http://www.gezondheidsraad.nl/nl/adviezen/blootstelling-aanelektromagnetische-velden-0-hz-10-mhz).
11
A Opmerking: Het ging hier om heel hoge veldsterkten
2008: In september 2008 geeft het Europese Parlement te kennen dat emissienormen zoals gehanteerd voor elektromagnetische velden ernstig achterhaald zijn onder verwijzing naar het internationale bericht van de “Bio-initiative” groep over elektromagnetische velden, waarin meer dan 1500 wetenschappelijke publicaties en studies m.b.t. elektromagnetische velden worden samengevat (zie http://www.bioinitiative.org/report/wpcontent/uploads/pdfs/BioInitiativeReport2012.pdf). De resolutie is beschikbaar via de Euro-parlement website (http://www.europarl.europa.eu/news/expert/infopress_page/064-36137-24509-36-911-20080903IPR36136-01-09-2008-2008-false/default_de.htm) Opmerking: De Gezondheidsraad heeft het bio-initiatief bekeken en geconcludeerd dat deze review wetenschappelijk gezien onder de maat is.
2008: De elektromagnetische veldsterkte ligt in de woonomgeving beduidend beneden de door het rijk en EU gehanteerde normen. Deze norm is gebaseerd op opwarming, maar houdt geen rekening met biologische effecten zoals welbevinden en processen op cellulair niveau. De Europese raad heeft in 2008 reeds aangegeven dat de gehanteerde normen ernstig zijn verouderd.
2009: Op 2 april 2009 wordt in het Europees Parlement een resolutie in stemming gebracht, die voorzorg bepleit ten aanzien van bestraling met elektromagnetische velden en erkenning van elektro-overgevoeligheid nastreeft. De resolutie wordt met 559 stemmen voor, 22 tegen en 8 onthoudingen aangenomen. De Nederlandse vertaling van originele resolutie (2008/2211(INI) van het Europees Parlement is beschikbaar via http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-//EP//TEXT+TA+P6-TA-20090216+0+DOC+XML+V0//NL&language=NL
2011: Op 6 mei 2011 publiceerde de Europese Commissie voor Milieu, Landbouw en Regionale Zaken een rapport over de mogelijke gevaren en milieu-effecten van elektromagnetische velden zie http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=//EP//TEXT+TA+P6-TA-2009-0216+0+DOC+XML+V0//NL&language=NL .
2011: Op 27 mei 2011 roept de Parliamentary Assembly of the Council of Europe (PACE) middels een Press Release regeringen op om alle redelijke middelen aan te wenden om de blootstelling aan elektromagnetische velden te verminderen onder verwijzing naar resolutie 1815 “The potential dangers of electromagnetic fields and their effect on the environment”. Het document is beschikbaar via: http://assembly.coe.int/mainf.asp?link=/documents/adoptedtext/ta11/eres1815.htm
12
A Opmerking: Het betreft politiek ingestoken initiatieven. De politiek is aan zet om eventueel strengere grenswaarden te bepalen. Er is echter geen wetenschappelijke noodzaak.
2011: Naar aanleiding van wetenschappelijk onderzoek maakt op 31 mei 2011 het IARC (International Agency on the Research of Cancer), een officieel onderdeel van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO, bekend, dat de risico klassering van hoogfrequente elektromagnetische velden wordt verhoogd van klassificatie 3 (risco-onbekend) naar klassificatie “2b” (mogelijk kankerverwekkend) (zie http://www.iarc.fr/en/mediacentre/pr/2011/pdfs/pr208_E.pdf)
2013: In een brief van 19 augustus 2013 naar aanleiding van het advies van de gezondheidsraad over “mobiel bellen en kanker”stelt de minister van Infrastructuur en Milieu: “Zonder te impliceren dat de dagelijkse blootstelling of de internationale limieten te hoog zijn, stelt de Raad dat er geen reden is om het ALARA-principe (Alara staat voor as low as reasonably achievable) niet toe te passen op radiofrequente elektromagnetische velden. Dat betekent dat blootstelling zo laag als redelijkerwijs mogelijk zou moeten zijn.“ http://www.gezondheidsraad.nl/sites/default/files/Reactie_minister_mobiele_telefoons_en_kanker.pdf
2013: De buurt herkent zich niet in het beeld dat er uit de volwassenenmonitor van GGD geen bijzonderheden naar voren komen. Inmiddels is er een verhoogde incidentie van ernstige gezondheidsklachten met name in woonhuizen die het dichtst bij de mast staan. 4 gevallen van beroerte en 2 kankergevallen en een zelfdoding!
13
A Opmerkingen: - Om wetenschappelijk verantwoorde causale verbanden te kunnen leggen zijn veel hogere statistische aantallen vereist. - In de brief van 19 augustus 2013 geeft het ministerie van I&M aan: dat de conclusie van het advies van de Gezondheidsraad geen aanleiding geeft tot bijstelling van het beleid. Het beleid met betrekking tot de gezondheidseffecten van elektromagnetische velden is gebaseerd op dezelfde aannames die uit het advies naar voren komen. Op dit moment richt het beleid zich vooral op het bevorderen van een onderzoeksprogramma via ZonMW1 en op het bevorderen van onafhankelijke informatieverstrekking over dit onderwerp via het Kennisplatform elektromagnetische velden en gezondheid. de ALARA oproep te zien als een appel aan bedrijven en burgers hun eigen verantwoordelijkheid te nemen om daar waar het redelijkerwijs mogelijk is, bij te dragen aan het beperken van de blootstelling aan elektromagnetische velden van mobiele telefoons; inmiddels heeft de Gezondheidsraad de aanbeveling - de referentiewaarden voor frequenties rond 2 GHz aan te passen op grond van nieuwe wetenschappelijke inzichten - ingebracht in het internationale wetenschappelijk overleg over de normstelling op dit gebied. De nieuwe wetenschappelijke inzichten zijn internationaal onderkend en zullen naar verwachting worden meegenomen in de eerstvolgende aanpassing van de internationale aanbeveling over de blootstelling van elektromagnetische velden. Volwassenmonitor GGD i.r.t. gemelde verhoogde incidentie: onduidelijk is of de gemelde gezondheidsklachten veroorzaakt (kunnen) zijn door de zendmast. 3. Behoefte aan betere (zelf)bescherming (informatie/faciliteiten). - TV ontvangst: Toch zijn er nog steeds plaatsen, waar ook UPC het probleem met de ontvangst niet (geheel) kan oplossen. Bovendien beschouwt de buurt de inspanningen van UPC slechts als symptoom bestrijding en geen daadwerkelijke verbetering van het leefmilieu. 4. Betere zelfbescherming: - Voor overige klachten kan afscherming echter al voldoende soelaas bieden zonder de normale leefomstandigheden al te veel te beïnvloeden. Bovendien is afscherming met succes toegepast aan de Amsterdamse zuid-as, waar ook overlast t.g.v. digitenne was ontstaan.
14
A -
-
Ondanks het feit, dat dit structureel is misgelopen bij de Croy-zendmast is het wellicht een idee als de GGD een bijeenkomst organiseert om burgers te adviseren hoe ze zich het beste tegen de elektromagnetische straling kunnen beschermen. Geen DECT, geen wifi, geen babyfoon, geen draadloosalarm, geen “slimme” energie meters, zoveel mogelijk met “headset” telefoneren! Of informatie over wat de beste slaapplaats in een woonhuis is? Misschien is het ook een idee om alsnog een meter ter beschikking te stellen aan de buurt om de plaatsen met de laagste veldsterkte op te sporen.
Opmerkingen: - Ter voorkoming van verkeerde interpretatie van gemeten waarden wordt nadrukkelijk aanbevolen bij meten de expertise in te zetten van een geaccrediteerd instituut. - Feitelijk meten en advisering door deskundigen kunnen bijdragen aan beperking van negatieve beleving bij burgers.
15
A
Appendix 1. - Meetrapport KEMA (2010): GSM/UMTS masten in Eindhoven
- Vergelijking van stralenbelasting rondom Croy zendmast ten opzichte van stralenbelasting rond zendmasten elders in Eindhoven
Metingen rondom GSM/UMTS masten Eindhoven
Veldsterkte V/m
Stralenbelasting P [uW/m^2]
C2
Beemstraat
1,5
5971
C3
Hastel weg (Voor AH)
0,3
239
C4
Limburglaan 36
0,5
663
C5
Philips stadion
0,6
955
C6
Mathilde laan (voor Ziggo)
0,4
425
C7
Politie Buro
0,5
663
C8
Veldmaarschalk Montgomery laan
0,4
425
C8
Veldmaarschalk Montgomery laan
0,2
106
C9
Generaal Wichreslaan 1-63
0,4
425
C10
Esperheide
0,1
27
C11
Meteoorstraat
0,3
239
C12
Kloosterdreef
0,7
1300
16
A C13
Zeelsterstraat/ring
0,3
239
C14
Tartinistraat
0,8
1699
C15
Boccherinilaan voor (kerk)
0,2
106
C16
Bosschdijk/Spaaihoefweg
0,6
955
C17
Tenierslaan
0,4
425
C18
Jeronymus Bosch
0,6
955
C19
Generaal Bothastraat
0,3
239
C20
Kalverstraat
0,8
1699
C21
Rode kruislaan/bbisshop Bekkers
0,1
27
C22
Pietersbergweg
0,4
425
C23
Verbernestraat
0,2
106
C24
Boschdijk/Ambachtsweg
0,1
27
C25
Oude Vense weg
0,3
239
C26
Ekkersrijt
0,1
27
Gemiddelde veldstekte [V/m] in Eindhoven
0,43
-
-
716
Gemiddelde stralenbelasting [uW/m^2 ]in Eindhoven
17
A
Note: De huidige blootstellingslimieten gaan uit van een toegestane vermogensdichtheid ( dit is een maat voor de daad werkelijke bestraling) van 2.080.000 uW/m2 (~28 V/m), waarbij uitsluitend rekening wordt gehouden met thermische effecten. De EU adviseert in navolging van de Bio-Initiative Group een waarde aan te houden van 1000 uW/m2 (~ 0,6 V/m), waarbij ook rekening wordt gehouden met niet-thermische effecten zoals biologische effecten. Toelichting Professor Zwamborn op basis van mailwisseling van 23-11-2013 op bovenstaande tabellen: - De grootheid “Stralenbelasting” is een onjuiste natuurkundige grootheid is. De juiste natuurkundige grootheid is “Vermogensdichtheid”. - Als je de vermogensdichtheden behorende bij lokale blootstelling en de gemiddelde blootstelling in de grafiek presenteert in 10^-6 W/m2 (uW/m2). Geadviseerd wordt om te vermelden (eventueel in een voetnoot) dat bij de huidige blootstellingslimieten uitgegaan wordt van een toegestane elektrische veldsterkte van 28 V/m waarbij een vermogensdichtheid (P=E^2/120pi) van ~2.080.000 uW/m2 hoort.
18
A
Appendix 2. Informatie over veldsterkte metingen zendmast Croy De metingen zijn onder te verdelen in drie categorieën: Tabel 1: Buitenmetingen op voor publiek toegankelijke plaatsen op maaiveldniveau; Agentschap Telecom; 2010 (Bouvigne 29: 1,92 V/m en Bouvigne 21: 1,23 V/m en Henkenshage 18 (max. 1,95 V/m) Tabel 2: Binnenmetingen in woningen en in een kantoor Tabel 3: Buitenmetingen Agentschap Telecom (2008) op het dak van verzorgingstehuis Genderhof, niet voor publiek toegankelijk, ca. 37 meter boven maaiveld, nabij de op dat dak aanwezige UMTS/GSM-antennes (tabel 3). Hieronder zijn in tabelvorm de meetresultaten weergegeven. De nummering correspondeert met de cijfers zoals aangegeven op de plattegrond. Nummers 3(a) en 3(b) zijn op dezelfde plaats gemeten, maar door verschillende bureaus op verschillende momenten.
Zendmast Croy Nr meetlocatie
Niveau Buiten- of Afstand tot Gegevens uit rapport breedb binnenmeting Zendmast (m) max. (V/m) 1 Sterkenburg 640 0,25 buiten 815 TÜV (16-10-2008) 2 Bouvigne 63 0,35 buiten 770 TÜV (16-10-2008) 3(a) Pad Bouvigne 23/25 1,68 buiten 220 TÜV (16-10-2008) 3(b) Pad Bouvigne 23/25 1,56 buiten 220 AT (10-07-2008) 5(a) Croy 44/54 0,64 buiten 125 TÜV (16-10-2008) 5(b) Croy 44/54 1,90 buiten 127 AT (10-07-2008) 6(a) Elswout 22 0,12 buiten 520 TÜV (16-10-2008) 6(b) Elswout 22 0,38 buiten 520 AT (10-07-2008) 7(a) De Koepel 14, Veldhoven 0,50 buiten 430 TÜV (16-10-2008) 7(b) De Koepel 14, Veldhoven 1,09 buiten 430 AT (10-07-2008) Tabel 1: buitenmetingen op voor publiek toegankelijke plaatsen op maaiveldniveau
Nr
10 11 12 13
meetlocatie
Henkenshage 18 Bouvigne 21 Bouvigne 29 Croy 25
Niveau breedb max. (V/m) 1,95 1,23 1,92 0,41
Buiten- of binnenmeting
Afstand tot Zendmast (m)
binnen (slaapk.) binnen (zolder) binnen (woonk.) binnen in kantoor Tabel 2: binnenmetingen in woningen en in een kantoor
335 220 230 45
Gegevens uit rapport
AT (26-07-2010) AT (15-09-2010) AT (26-07-2010) TÜV (16-10-2008)
1) indicatieve meting
19
1)
A Plattegrond meetlokaties
Afstand tot zendmast [m] 45 125 127 220 220 220 230 335 430 430 520 520 640 770 Gemiddelde [V/m] Maximale waarde [V/m]
V/m (< 800 m) 0,41 0,64 1,9 1,68 1,56 1,23 1,92 1,95 0,5 1,09 0,12 0,38 0,25 0,35
V/m (< 700 m) 0,41 0,64 1,9 1,68 1,56 1,23 1,92 1,95 0,5 1,09 0,12 0,38 0,25
V/m (< 600 m) 0,41 0,64 1,9 1,68 1,56 1,23 1,92 1,95 0,5 1,09 0,12 0,38
V/m (< 500 m) 0,41 0,64 1,9 1,68 1,56 1,23 1,92 1,95 0,5 1,09
V/m (< 400 m) 0,41 0,64 1,9 1,68 1,56 1,23 1,92 1,95
V/m (< 300 m) 0,41 0,64 1,9 1,68 1,56 1,23 1,92
V/m (< 200 m) 0,41 0,64 1,9
1,00
1,05
1,12
1,29
1,41
1,33
0,98
1,95
Tabel V/m i.r.t. afstand (gemaakt door omwonenden o.b.v. voormelde meetwaarden)
20
A
Tabel 3. Metingen veldsterkte EMV door Agentschap Telecom 2-6-2008
Nr
meetlocatie
Niveau veldsterkte breedb max. (V/m)
Niveau veldsterkte selectief max (V/m)
Afstand tot Zendmast (m)
kanaal
1
Croy
1,904
0,797
127
30-31-33-56-60
2
Bouvigne 23
1,563
0,705
220
30-31-33-56-60
3
Elswout 22
0,378
0,161
520
30-31-33-56-60
21
A Bijlage 2. Reactie van professor Zwamborn op de “eindrapportage”d.d. 10-10-2013” Door de werkgroepleden is afgesproken tijdens het overleg van 23 september 2013 afgesproken om de reacties van professor Zwamborn als belangrijk informatie te beschouwen. In het document, dat aan professor Zwamborn is toegezonden, zijn de opmerkingen van de bewoners en de gemeenten verwerkt. Hieronder zijn de belangrijkste opmerkingen van professor Zwamborn verwoord en weergeven, zoals doorgeven in zijn mail van 10 oktober jl. 1.
De uniekheid van de mast.
-
Door de omwonenden wordt de situatie rondom de zendmast Croy in combinatie met de afstand tot de woonwijk, zendsterkte en hoogte, als uniek beschouwd. Professor Zwamborn heeft aangegeven dat duidelijk is dat door de ligging van de mast in een zo dicht bevolkt gebied sprake is van een unieke situatie, maar dat het merendeel van de masten elders in Nederland ook in de omgeving van bevolkte gebieden zijn geplaatst en dat binnen Nederland nauwelijks nog onbewoonde gebieden zijn”.
-
De zendmast Croy is qua combinatie van locatie, zendvermogen en antennehoogte redelijk uniek in Nederland. De elektromagnetische veldsterkte in de wijk is relatief hoog, maar ligt ruimschoots beneden vergunde waarden en wettelijk (door EU en het rijk) gestelde normen. Er bestaat verschil van mening tussen bewoners en de eigenaar/providers van de zendmast over mogelijkheden om de zendsterkte voor goede TV-ontvangst te verlagen. Onderzochte technische aanpassingen van de zendmast/zenders zijn vanwege de bedrijfsvoering van de providers niet haalbaar gebleken. Volgens professor Zwamborn wordt “dit statement later tegengesproken en dient hierop een nuancering te worden aangebracht”. Dit is in de tekst dan ook aangepast.
2.
Stralingsbelasting van de zendmast.
-
Door de omwonenden is ingebracht dat “ de stralingsbelasting van de Digitenne zender op 220 m vergelijkbaar is met de stralingsbelasting van een UMTS mast op 5 meter afstand”. Door professor Zwamborn is opgemerkt “dat dit geldt op de hoogte van de hoofdbundel/de antennesectie”.
-
De in de wijk gemeten hoogste veldsterkte van de mast bedraagt 1,95 V/m. De volgens de vergunning toegestane zendsterkte bedraagt 3 V/m. De maximale zendsterkte volgens de landelijke norm is (afhankelijk van de frequentie) minimaal 28 V/m. In de norm is ter voorkoming van gezondheidsschade een veiligheidsfactor van 50 opgenomen. Door professor Zwamborn wordt opgemerkt dat “de metingen in en om het huis relevant zijn en niet het ERP vermogen van de antenne”.
22
A -
Het heeft er ook alle schijn van dat de overlast van de Croy zendmast een gevolg is van een ernstige ontwerpfout. Uit onderzoek, uitgevoerd door TNO (professor Zwamborn) is met 90% zekerheid, is vast komen te staan, dat het welbevinden van gezonde vrijwilligers aan een veldsterkte van 1 V/m gedurende 30 minuten negatief wordt beïnvloed. Alle omwonenden van de Croy zendmast worden aan 4 x hoger stralingsbelasting blootgesteld 24 uur per dag, jaar in jaar uit. Door professor Zwamborn wordt aangegeven “dat bij de laatste bijeenkomst van de werkgroep al uitvoerig door hem is ingegaan op de begrippen normwaarde en ontwerpmarge”. Professor Zwamborn geeft aan dat “de conclusie van dat onderzoek niet het hierboven gestelde is. Ten eerste waren het geen gezonde vrijwilligers, maar mensen die zelf aangaven hypersensitief te zijn. Ten tweede heeft het onderzoek weliswaar een statistisch significant verband opgeleverd, maar een zwaluw maakt geen zomer. Voor een wetenschappelijk geaccepteerde conclusie moesten de gevonden effecten (door anderen) worden gerepliceerd”. De door Zwamborn en collega’s gevonden effecten zijn niet eenduidig en reproduceerbaar door andere onderzoekslaboratoria gevonden. Het hier aangehaalde onderzoek is daarmee de 1 op 20 (p=0,05) onderzoeken die ten onrechte vals positief zijn. Hetgeen overigens ook heel duidelijk en helder in de conclusies is aangegeven dat dit het geval zou kunnen zijn en “voorzichtigheid geboden” was.
-
Door professor Zwamborn wordt aangegeven dat “er geen wetenschappelijk bewijzen zijn, dat zendsterkte, zoals de zendmast Croy creëert op woon- en werkniveau, geen effecten heeft op het leefmilieu, welbevinden en gezondheid”.
3.
Er zijn wel vele wetenschappelijke publicaties die effecten hebben geconstateerd bij veldsterkten zoals in de nabijheid van de zendmast zijn gemeten. Door de werkgroep is aangegeven dat de resultaten van de onderzoeken door de werkgroep niet zijn bekeken. De Gezondheidsraad stelt: “Wel zijn in een aantal van deze onderzoeken biologische effecten gevonden, zoals beïnvloeding van onderdelen van het slaappatroon en van bepaalde cognitieve functies vermeld“ (zie blz 39 in publicatie nr 2000/ Commissie ELF elektromagnetische velden. Blootstelling aan elektromagnetische velden (0 Hz - 10 MHz). Den Haag: Gezondheidsraad, 2000) Door professor Zwamborn wordt aangegeven dat de ICNIRP, IEEE en ook de Gezondheidsraad regelmatig de status van de wetenschappelijke kennis doorneemt. Een biologisch effect is niet noodzakelijkerwijs schadelijk. Onze ogen werken ook op een biologisch effect met licht (fotonen), maar dat is niet schadelijk voor de gezondheid (althans als proces, hetgeen gezien wordt kan wel schadelijk zijn). Ten aanzien van de publicatie van het Europese Parlement uit 2008 waarin meer dan 1500 studies m.b.t. elektromagnetische velden worden samengevat wordt door professor Zwamborn opgemerkt dat “de Gezondheidsraad (GR) het bio-initiatief heeft bekeken en geconcludeerd dat deze review wetenschappelijk gezien onder de maat is. Aangegeven wordt om hiervoor ook navraag bij elektromagnetisch platform te doen. Ook is het zo dat “deze beïnvloeding alleen plaatsvindt bij hoge veldsterkten (zo rond de 100 V/m).
23
A 4.
Op de publicatie uit de buurt (oktober 2013) wordt door professor Zwamborn aangegeven dat “hij geen epidemiloog is, maar dat hij wel bekend is met het feit dat het heel erg moeilijk is om dergelijke statistiek met dermate lage getallen te koppelen aan causale verbanden.”
5.
Ten aanzien van de opmerking van de buurt dat het “misschien ook een idee is om alsnog een meter ter beschikking te stellen aan de buurt om de plaatsen met de laagste veldsterkte op te sporen” merkt professor Zwamborn op dat “meten echt een gebied is voor experts, en niet voor mensen die dit niet als dagelijkse beroep uitoefenen.” Als “Point of contact” worden instituten als KEMA of DARE in Woerden aanbevolen. Verder wordt aangegeven dat indien de gemeente hierin meegaat er wel een geaccrediteerd instituut wordt gebruikt “om te voorkomen dat er gedoe over metingen ontstaat over betrouwbaarheid e.d. en dat eigen interpretaties over de hoogte van de veldsterkte ontstaan waardoor verkeerde conclusies worden getrokken”.
24