GHEPEYS EN KLOEKE DAET Nr. 1, januari 2013
Vereniging van Oud-Leerlingen van het Christelijk Lyceum te Bandoeng
Indien onbestelbaar s.v.p. retourneren naar: Mw. T. Holleman-Bangert Merelhof 42 2251 DD Voorschoten
Nederland
VOORWOORD................................ ................................ ................................ ................................ ......... 1 MEDEDELINGEN VAN HET BESTUUR................................ ................................ ................................ ...1 ALV en reünie 14 september a.s. ................................ ................................ ................................ ....1 Contributie................................ ................................ ................................ ................................ .......1 Financieel jaarverslag ................................ ................................ ................................ ..................... 1 Van de redactie ................................ ................................ ................................ ............................... 2 IN MEMORIAM................................ ................................ ................................ ................................ ......... 2 In memoriam Noesje Kiliaan................................ ................................ ................................ ............ 2 INGEZONDEN MEDEDELINGEN ................................ ................................ ................................ ............ 2 Actie Omroep Max (Max maakt het mogelijk) ................................ ................................ .................. 2 Donatie Vedo-Indonesia ................................ ................................ ................................ .................. 2 Verslag Vebos-reünie 2012 ................................ ................................ ................................ ............. 3 HET GEBOUW VAN HET LYCEUM AFGEBROKEN ................................ ................................ ............... 3 'DIE ARME KINDEREN MET HUN ZWARE TASSEN' ± Michel Maas................................ ...................... 4 WALTER DAMWIJK, een vooroorlogse lyceïst kijkt terug - Lizelot v. Balgooy ................................ .......... 5 DE HOEDENDOOS ± Gerard Martèl................................ ................................ ................................ ........ 6 KAWOEL ± Gerard Martèl ................................ ................................ ................................ ........................ 9 AIR RAID ± Ans Holleman-Haije ................................ ................................ ................................ ............ 10 INDIË JEUGDERVARINGEN (2) ± Therry Heijne................................ ................................ ................... 13 MUTATIES OP ADRESLIJST 2009, PERIODE JANUARI-DECEMBER 2012 ................................ ........ 16 Nieuwe leden ................................ ................................ ................................ ................................ 16 Adreswijzigingen ................................ ................................ ................................ ........................... 16 Email-adressen ................................ ................................ ................................ ............................. 16 Overleden................................ ................................ ................................ ................................ ......16 ALGEMENE GEGEVENS ................................ ................................ ................................ ...................... 17 Bestuur en Redactie................................ ................................ ................................ ...................... 17 Lidmaatschap................................ ................................ ................................ ................................ 17 Specificatie van uw betaling ................................ ................................ ................................ .......... 17 Verzoeke kopij voor de volgende uitgave vóór 15 april 2013 te zenden naar de redactie. N.B. De redactie is niet verantwoordelijk voor inhoud, stijl en spelling van ingezonden stukken. Controleer dus zelf uw documenten vóór inzending! Adreswijzigingen en berichten van overlijden gelieve u te zenden naar de secretaris. Adressen van bestuursleden en redactie vindt u op het achterblad.
Let op de adreslabel: daar staan uw lidnummer en eventueel nog te betalen contributie. Staat daar geen bedrag, dan heeft u uw contributie t/m dit jaar al betaald. Specificeer uw betaling als aangegeven op het achterblad. Ongespecificeerde extra betalingen boven de verschuldigde contributie worden geboekt als éénmalige donatie.
VOORWOORD Natuurlijk begin ik met de welgemeende wens voor 2013: gezondheid, voorspoed en zo veel mogelijk genieten van het leven, voor zover je geestelijke en lichamelijke gesteldheid dat toelaat. Als er zich beperkingen voordoen op deze gebieden, is het belangrijk om je te concentreren op datgene dat nog wel goed gaat en daarvan ten volle te profiteren. Weer spreek ik de wens uit jullie allen te mogen begroeten op de volgende reünie in Zoetermeer. Voor deze ene keer ligt er een ³eeuwigheid´ tussen de vorige en de volgende reünie (bijna anderhalf jaar), maar die periode komen we ook wel door. Tenslotte hebben we het einde van de wereld op 21 december jl. ook overleefd. In de vorige G&KD heb ik een foutieve datum van de volgende VEDO-reünie genoemd; de juiste datum moet zijn: zaterdag 14 september 2013. Een voorzitter is niet onfeilbaar, gelukkig maar! Tot ziens op 14 september aanstaande. Walter Burger MEDEDELINGEN VAN HET BESTUUR ALV en reünie 14 september a.s. De Algemene Ledenvergadering en reünie zullen op 14 september in Zoetermeer in het Golden Tulip Hotel worden gehouden. Het voorlopige programma ziet er als volgt uit: vanaf vanaf 13:30 15:00 16:30 17:00 17:30 19:30 ca.
-
11:00 12:00 15:00 16.30 17:00 17:30 19:00 20:30 22:00
uur uur uur uur uur uur uur uur uur
Ontvangst deelnemers met koffie/thee en spekkoek Stand met snacks van toko Lestari Algemene Ledenvergadering Borreltijd Dansgroep Pauze Indisch buffet Optreden Dan Lefay Einde bijeenkomst
De muzikale omlijsting zal Trio New Allure voor zijn rekening nemen. Nadere informatie over het definitieve programma en de kosten zal in G&KD nr. 2, 2013 volgen. Contributie Stijgende posttarieven hebben ons gedwongen de tarieven voor verzending van G&KD te verhogen. Daarentegen is de basiscontributie voor alle leden verlaagd naar ¼ 4. Leden die G&KD per e-mail ontvangen en leden die geen G&KD ontvangen omdat hun partner die al ontvangt betalen alleen de basiscontributie. Voor verzending van G&KD per post betaalt men extra portokosten. De totale contributie is dus als volgt: Email/geen Nederland Europa Wereld
Basis Porto Contributie totaal 4 Geen 4 4 6 10 4 8 12 4 9 13
In mei zullen we de kosten bekendmaken van de reünie op 14 september 2013. Indien u zeker weet dat u dan niet aanwezig zult zijn, verzoek ik u uw contributie direct over te maken. Als u van plan bent de reünie te bezoeken, kunt u uw contributie ook betalen tegelijk met de kosten van de reünie. Dat scheelt ons administratie en bankkosten, want ING rekent tegenwoordig 14 cent per bijschrijving! Financieel jaarverslag In verband met de gewijzigde datum van de ALV verschijnt het financieel jaarverslag voortaan in mei. 1
Van de redactie Bij de redactie is weer behoefte aan kopij. Als er niet op korte termijn meer binnenkomt, zie ik mij genoodzaakt over te gaan op 2 G&KD¶s per jaar. Tineke Holleman IN MEMORIAM In de afgelopen periode vernamen wij dat de volgende ex-lyceïsten zijn overledenen: ·· Ron van der Sar Tity Smit-Klinkert Cees van Zwet Willy Katarski-Groenewoud Cees Schalkwijk Dorrie Stolk-Angenent Louki Bos Ottten-Cardon Noesje Kiliaan
Overleden 17-12-2011 18-07-2012 19-07-2012 02-09-2012 03-09-2012 19-10-2012 18-11-2012 25-11-2012
In memoriam Noesje Kiliaan Op zondag 25 november overleed Noesje Kiliaan. Noesje volgde in 1987 Ineke Thijsse op als secretaris van Vedo. In 2002 werd Noesje door een attaque getroffen en zag zij zich genoodzaakt haar bestuursfunctie op te geven. Dankzij haar hulp was ik in staat de Vedo-adreslijst uit te breiden. Vedo en ik zijn haar daarom veel dank verschuldigd. Het bestuur van Vedo condoleert Noesje¶s kinderen met haar overlijden en wenst hun sterkte bij het dragen van hun verlies. Tineke Holleman INGEZONDEN MEDEDELINGEN Actie Omroep Max (Max maakt het mogelijk) Ik heb een artikel gelezen in het tijdschrift van Max (omroep) over Indo's in Surabaya. Omdat deze mensen helemaal geen officiële papieren meer hebben (verloren tijdens Bersiapperiode), daarom geen enkele inkomsten, en letterlijk bedelaars zijn geworden. Ze krijgen totaal geen hulp van Indonesia of vanuit Nederland. Nu wilde ik vragen de lezers van Ghepeys...... attent te maken op de website van de Stichting: Help de Indischen in Indonesia, die Ruud en Leida Sellier hebben opgericht, daar kan je alles over de situatie van deze indo's lezen. Zou je zo vriendelijk willen zijn een klein berichtje hierover te plaatsen in Ghepeys en Kloeke Daet? Bij voorbaat mijn dank, I.P. van der Steen-van Loon Noot redactie: zie www.maxmaaktmogelijk.nl/projecten Donatie Vedo-Indonesia Mocht u een donatie aan Vedo-Indonesia willen geven dan kunt u die overmaken op rekening 51.28.15.666 t.n.v. W.R. Burger. Vermeld daarbij uw lidnummer van VEDO-Nederland (zie de adreslabel) en specificeer uw betaling zoals aangegeven in het achterblad van deze krant.
2
Verslag Vebos-reünie 2012 De Vebos-reünie werd op zondag 16 september gehouden in ¶t Heuvelhonk in Leidschendam. Bij binnenkomst kregen de gasten een kop koffie vergezeld van een lekker warme snack. Voor deze bijeenkomst hadden zich 24 van de 44 leden aangemeld en 11 leden hadden zich afgemeld, grotendeels wegens een slechte gezondheid. Vorig jaar hadden zich nog 46 leden aangemeld. Maar« het aantal aanwezigen doet niets af aan de belangrijkheid! Dit jaar werd de 25e jaarvergadering gehouden. Wil Raaff, de voorzitter, opende de bijeenkomst. Hij heette iedereen welkom, waaronder ook vertegenwoordigers van CAS, CMS, KRIS, ADVENDO en VEDO en er was een speciaal welkom voor een paar leden afkomstig uit Indonesië. Daarna volgde een terugblik op de vorige vergadering en werden de overledenen herdacht. Hierna werden het Gaudeamus en Io Vivat gezongen Na de ledenvergadering hield de heer Karel Pijpaert een interessante voordracht met dia¶s en geluid over het paradijselijke Bali, het eiland van ³Goden en Demonen´. Hierbij richtte hij de aandacht op de geschiedenis van het eiland en de hindoecultuur waarin de lijkverbranding een heel eigen element is. Ter informatie: Bali is 6000 m2 groot, d.i. 1/6 deel van Nederland. Bali en Sumatra zaten vroeger aan Java vast. Nadat er op het grasveld voor ¶t Heuvelhonk een groepsfoto was gemaakt, kon men zich tegoed doen aan een lekker Indisch buffet, verzorgd door de familie Doppert. Omdat de voordracht over de rijstgodin Dewi Sri van de heer Ruud Greve (Vebos-lid) wegens ziekte verviel, had dhr. Henny Renes alle tijd voor zijn presentatie. Hij en Ankie Rietberg maakten begin van 2012 een reis naar Indonesië en deden ook Bandung en omgeving aan. Henny vertelde over hun bijzondere reiservaringen aan de hand van een negental filmpjes over bijvoorbeeld Het Snoephuis, ITB en Pabrik Kopi Aroma Bandung. De ³Dochters van Ganesha´ hielden ook dit jaar weer een loterij, waarvan de opbrengst naar het Liliane Fonds zou worden overgemaakt met het verzoek om het te besteden voor een Indonesisch kind. Daarna was het gezellig met elkaar kletsen tot de sluiting om 16:40 uur en ging ieder weer zijns weegs. Tijdens de bijeenkomst werd de gezellige muziek verzorgd door Victor de Vries en Jan Wajon. Thelma Jellema ± van Dort HET GEBOUW VAN HET LYCEUM AFGEBROKEN Pikiran Rakyat ± maandag 16 april 2012 (vertaling John Boon van Ochssee) Harastuti: ³SMAK Dago is een Erfgoed´. De Christelijke Middelbare School, Sekolah Menengah Atas Kristen (SMAK) Dago (Lyceum) aan de Jalan Ir. H. Djuanda nr. 93 te Bandung is afgebroken. Feitelijk was dit gebouw opgenomen in de categorie culturele objecten. Een aantal partijen betreurt de sloop omdat een historisch waardevol object verloren is gegaan. De Pikiran Rakyat (PR) ziet op Zondagmorgen (15/4) dat meerdere mannen de voorgevel van het gebouw met behulp van een grote hamer slopen. Het dak van het gebouw was al ingestort. Het ijzeren geraamte van het gebouw werd zichtbaar omdat het pleisterwerk van de muren afbladderde. In dit stervende gebouw was ooit de aula gesitueerd die gebruikt werd voor de podiumkunsten. Sinds zondagmiddag is de man die voor dit project verantwoordelijk is, onzichtbaar. Volgens Roni, een lid van de bewaking, is deze persoon op vakantie. Het bleek echter dat de sloop al een week aan de gang was. ³Ik weet niet of er herbouwd of gewoon gerenoveerd wordt´ zei hij. Daarnaast betreurt de voorzitter van de Vereniging van Cultuurbehoud Bandung (Bandung Heritage), Harastuti Dibyohartono, dit gebeuren. De kwestie is volgens haar ook dat de SMAK Dago onder de categorie beschermde cultuurgoederen valt, beschermd door de wet. 3
De criteria voor historische gebouwen, zoals de historische waarde, de bijzondere architectuur en maatschappelijke waarde, zijn geldend. Hieraan voldoet de SMAK Dago. ³Het gebouw kon dus worden opgenomen in de lijst van cultureel erfgoed.´ Zij zei dit toen ze benaderd werd door de PR op zondag (15/4) µs middags. Hoewel SMAK Dago niet tot de top 100 van de historische gebouwen in Bandung behoort, zal Harastuti ervoor zorgen, dat dit gebouw in de volgende lijst wordt opgenomen. Volgens haar zijn deze criteria opgenomen in de plaatselijke verordening nr. 19 van het jaar 2009 van de stad Bandung inzake het beheer van het culturele erfgoed en gebouwen. Harastuti zegt, dat mocht aangetoond worden dat de authenticiteit van het gebouw hierdoor wordt aangetast, dan kan de verantwoordelijke voor dit gebeuren, het Stichtingsbestuur van het Christelijk Schoolonderwijs West-Java (BPSMK-JB) financieel aansprakelijk worden gesteld op grond van wet nr.11 van het jaar 2010 ter zake van het erfgoed. Historische waarde Aan de andere kant van de poort van de SMAK Dago stond gisteren een man in een shirt met kraag het sloopproces nauwlettend te observeren. Hij zei dat hij Ferry heette, oud-leerling jaargang 1994. ³Die ruimte werd vaak gebruikt als een zaal voor muzikale uitvoeringen. De zaal had een uitstekende akoestiek. Volgens mij was er niets beters in Bandung.´ aldus Ferry. Hij zegt dat de SMAK Dago een stille getuige is van de geschiedenis van de stad Bandung. SMAK Dago of ook wel het Lyceum, was oorspronkelijk het eigendom van een Chinese zakenman. Aan het begin van de 20e eeuw was het gebouw in gebruik als het Christelijk Lyceum. In 1939 is het gebouw gerenoveerd door architect Y.S. Deyvis en vervolgens door A.W. Gmelig Meijling in 1940. ³Ik ben er trots op dat B.J. Habibi zijn middelbare school hier gevolgd heeft´ zei hij. 'DIE ARME KINDEREN MET HUN ZWARE TASSEN' ± Michel Maas Volgend artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit de Volkskrant van woensdag 31 oktober 2012 Het schooltje om de hoek dendert elke ochtend van het gedreun van woordjes en de tafels van 1 tot en met 10. En daar blijft het niet bij: dit is hoe ze álles leren. Zolang ze op school zitten, leren de Indonesische kinderen slaafs herhalen wat de onderwijzers ze voorkauwen, en dat gaat zo tot en met de universiteit. Vraag eens aan een universitair student in Indonesië: 'Wat denk je zelf?' en het wordt doodstil. Veel leren ze doorgaans ook niet. Geschiedenisboeken zijn hier een halve centimeter dik, literatuur wordt geleerd aan de hand van flapteksten en geboortedata. Een echt boek komt er niet aan te pas. En met Engels komen de schoolkinderen nooit veel verder dan: 'HeIlo Mister. What's your name? Where you from?' Als je terugvraagt hoe het met ze gaat, beginnen ze besmuikt te lachen. Die vraag hebben ze nog niet behandeld. Je kunt het ze niet kwalijk nemen. Ik sprak ooit een leraar Engels die lesgaf aan een economische hogeschool. Hij gebruikte Engelse woorden maar er was geen touw aan vast te knopen. Hij had zijn woorden zo te horen uit een antiek woordenboek gehaald dat niemand in de moderne wereld meer gebruikte. Maar zelfs hem kun je dat niet kwalijk nemen. Als de president van het land, die in Indonesië alom geprezen wordt om zijn geweldige beheersing van het Engels, zelf al begint te stuntelen zodra hij moet afwijken van de tekst op zijn papier.... Eén enkele krant meldde onlangs een gênant moment tijdens een bezoek aan de VN-top in New York: de president begreep zelfs na enkele herhalingen een simpele vraag van een journalist niet en toen een tolk bijsprong, slaagde hij er niet in de vraag echt te beantwoorden. De president verliet beschaamd de zaal, verschanste zich in zijn hotel en deed ook de volgende dag zijn mond niet meer open. Hij vroeg de meegereisde Indonesische journalisten wel µpositief¶ te berichten over het bezoek aan New York, en dat deden ze: het incident werd grotendeels verzwegen. 4
Zo gaat dat in Indonesië. De goedkope luchtvaartmaatschappij 'Wings' heeft hier bijvoorbeeld jarenlang rondgevlogen met op alle vliegtuigen het motto: 'Fly is cheap' (Vlieg is goedkoop). Je ziet het voor je: de president -directe ureigenaar heeft het zelf bedacht en schrijft het glunderend op een white-board: en iedereen klapt. Want niemand durft te zeggen dat het fout is, als er al iemand is die weet dat het fout is. Het beetje Engels dat er nog is op school wordt afgeschaft En nu heeft de onderminister van Onderwijs besloten het beetje Engels dat er is op de lagere school maar helemaa l af te schaffen. En meteen ook natuurkunde, biologie en sociale vakken, want dat is een veel te zware belasting voor die arme kinderen, die immers ook nog eens gewoon Indonesisch moeten leren, aldus de onderminister. 'Ik heb medelijden met die kinderen', zegt hij, 'die elke dag die loodzware tassen mee naar school moeten slepen'. Hij heeft nu een nieuw curriculum ontworpen dat volgend schooljaar ingaat: zonder Engels en natuurkunde, maar met (meer) godsdienst, Indonesisch, burgerschapskunde, kunst, sport en 'algemene kennis'. Vakken die de 'karakters van de kinderen moeten vormen', aldus de onderminister. Misschien heeft hij andere motieven dan alleen zorg over overbelasting van de arme kindertjes. Hij gebruikt het woord 'haram' (onrein) als hij het over Engels heeft, en met dat woord brengt hij de godsdienst in het spel. Engels is te weinig islamitisch, is een onreine taal (de taal van internet en porno ). Het schooltje om de hoek begint vroeg: om 7 uur 's ochtends. Maar het houdt ook vroeg op. Ik zie vaak hoe de eerste kinderen alom 10 uur op straat slenteren, omdat de onderwijzers het wel weer genoeg vinden voor vandaag. Neem het die onderwijzers eens kwalijk: hun salarissen zijn vaak gehalveerd tegen de tijd dat het geld aankomt, omdat het is geplunderd door corrupte ambtenaren van Onderwijs. Ik kijk naar de top-400 van universiteiten van de wereld van dit jaar, en zie dat daar niet één Indonesische universiteit meer in staat (tegen 13 Nederlandse universiteiten). Het verbaast mij niets. WALTER DAMWIJK, een vooroorlogse lyceïst kijkt terug - Lizelot v. Balgooy In de jaren '80 interviewde ik verscheidene oud-lyceïsten die verspreid over Californië woonden. O.a. ene Walter Damwijk en zijn vrouw, Vonny, beiden vooroorlogse lyceïsten. Ik hoop dat hun dongengans ook bij de lezers van G&KD hun eigen herinneringen oproepen. Voor velen ligt de periode om de Japanse bezetting en erna al in het verre verleden, maar af en toe is een terugblik welkom. Ik begin met Walter 's terugblik, en hoop die af te wisselen met die van Vonny. ---Ik ben geboren in Batavia, maar herinner me niets van mijn prille jeugd voor 1930 toen ik als vijfjarig kind mijn ouders vergezelde op wat waarschijnlijk mijn vaders jaarlange dienstverlof was. Mijn vader was tekenaar bij de B.O.W. in Batavia. Ik geloof dat mijn ouders kamers hadden gehuurd in de Beeklaan, Den Haag, in die tijd blijkbaar de stad voor Indiëgangers. Volgens mijn moeder sprak ik als kleuter alleen wat men toen Maleis noemde, omdat wij 'n inheemse kindermeid hadden plus de nodige andere inheemse bedienden en ik nog niet naar school ging. Mijn ouders hadden zich daar ongerust over gemaakt met het oog op het komende vertrek. Ik had daar natuurlijk geen notie van. Voor mijn vader met verlof ging, werd ik ingeschreven op 'n soort fröbelschool. Alles wat ik me daarvan herinner is dat ik de eerste dag op die school vreselijk misbaar maakte en mijn moeder mij moest ophalen, maar dat ik schoolgaan daarna leuk vond. Het frappante was dat ik, in Den Haag gearriveerd, blijkbaar niet de minste moeite had met de overgang naar 'n andere taal, Nederlands had ik zo te pakken. Dat herinner ik me heel goed. Het Hoofd der school waar mijn ouders mij inschreven kwam toen op bezoek. Ze was een grote, forsgebouwde dame die mij op haar rug paardje liet rijden. Wat 'n jool! Toen wij op Java terugkeerden na dat ene jaar in Nederland sprak ik geen Maleis meer.
5
Wij woonden na het verlof in Laan Pintoe Besar, en daar ging ik ook ergens naar de lagere school, een zogenaamde school met de Bijbel. Dat was waarschijnlijk mijn moeders besluit, zij was het meest religieus in ons gezin. Mijn vader was niet bepaald religieus georiënteerd en zulke zaken liet hij gewoonlijk aan mijn moeder over. Ik ging naar die Bijbelschool tot 1934, de derde klas. Dit was een publieke school waar naast de normale onderwerpen ook Bijbelse lessen werden gegeven. Ik weet niet of mijn ouders schoolgeld moesten betalen, daar wist ik als kind niets van af. In 1934 werd de B.O.W. overgeplaatst naar Bandoeng onder de naam Verkeer en Waterstaat (Gedoeng Saté). Ik meen dat alle BOW -employés tezelfdertijd werden overgeplaatst naar Bandoeng. Daar trokken we in een klein huis, Djoharlaan 3, welke we later inruilden voor Djoharlaan 8, ietsje groter, waarvoor weet ik niet want ik was enig kind. In 1936 verhuisden we voor de tweede maal in Bandoeng, dit keer naar Lesmanaweg 16, een kleiner huis notabene. Dit was één van de zogenaamde ampasietwoningen. Vernoemd naar de blokken geperst ampasiet [bagasse] waarmee de muren ervan waren opgetrokken. Na de 1929 depressie werden nl. vele plantages gesloten en mensen lagen op straat zonder enig inkomen. Deze ampasietwoningen werden toen gebouwd als hulpverlening, goedkopere behuizing. Die huizen zagen er keurig uit hoor en waren comfortabel. Blokken ampasiet zagen er net zo uit als gewone baksteen, alleen dat ze hol waren en kleiner dan bakstenen, ongeveer 'n handwijdte breed en lang en 3-4 vingers dik. Het begon met de Volkert buurt en werd gaandeweg uitgebreid. De huur was stukken lager dan elders en al gauw trokken andere bewoners in die huizen naast de oorspronkelijke werkeloze plantage employés. Vraag me niet waarom wij weer verhuisden, van Lesmanaweg 16 naar het huis schuins er tegenover, Lesmanaweg 11. Dat is mij ook 'n raadsel. De straten in die buurt kregen namen ontleend aan de wayang, Lesmana, Ardjoena, enzovoorts. Die buurt werd min of meer beschouwd zoals men in Amerika beschrijft als "on the other side of the tracks," minder gunstig wat stand betreft, vanwege de ampasiet! Ernie Admiraal, die ik nog ken van die tijd, was een van de buurmeisjes. Zij ging ook naar het lyceum net als wijlen haar man, ene Brugman. Zij is hertrouwd met Humphrey Vijsma. Had ik haar op straat gepasseerd dan zou ik haar niet herkend hebben, ze was zo veranderd. Maar toen ik haar thuis opzocht en we ouwe foto's bekeken kwam het allemaal weer boven - wat een tijd! Ernie heeft een kapsalon in Tujunga (een plaatsje vlak bij Los Angeles). Intussen had mijn vader ons eigen huis laten bouwen op de hoek van de Baladewaweg en Pesantren Wetan, waar wij in 1939 in trokken. Dat huis was opgetrokken van baksteen. Hij had daar allang zijn zinnen op gezet, een eigen huis. Als je die prijzen toen vergelijkt met wat je nu voor zo'n huis moet neertellen val je achterover. Ik meen dat hij dat huis liet bouwen voor 3000 gulden, dat was in 1939, 'n mooie drieslaapkamer woning. Het vrijstaande voorplatje was zo'n 8 meter breed en de dakbalken waren van gewapend beton. Dat was in feite vlak voor het uitbreken van de oorlog, want in 1940 werd mijn vader opgeroepen voor de landwacht en van die tijd af kregen we doorlopend gasten te logeren, familieleden van Oost-Java en van de buitengewesten die ook voor de dienst waren opgeroepen en liefst bij ons kwamen kwartieren. Wordt vervolgd DE HOEDENDOOS ± Gerard Martèl Voor de oorlog werd door dames in "Indië" bij veel gelegenheden een hoed gedragen. Zonder hoed was je eigenlijk niet correct gekleed. Ook mijn moeder had een collectie hoeden en die werden bewaard op de hoedenplank in de klerenkast en in hoedendozen. De kostbaarste hoeden zaten in een hoge lederen hoedendoos, die ik veel mooier vond dan alle hoeden bij elkaar. Die cilindervormige doos was helemaal, hengsel, deksel, opstaande kant én bodem, van heel dik leer. Dat leer was zo dik, dat het mij niet zou verwonderen, wanneer het olifantenleer was! De binnenkant was helemaal bekleed met een prachtige zacht en koel aanvoelende stof, het was vast satijn. Die hoedendoos heeft heel wat meegemaakt en is voor onze familie heel belangrijk geweest.
6
Om de rol die de hoedendoos voor ons heeft gespeeld duidelijk te maken, moet ik iets vertellen over onze belevenissen vanaf 1942. Ik doe dat fragmentarisch, want over wat er met ons gebeurd is kan, zoals bij iedereen "van ons", een heel boek geschreven worden! In de jaren voor de Japanse bezetting was mijn vader, geodeet uit Wageningen, als hoofd van het Kadaster, geplaatst in Cheribon, West Java. Wij woonden op Kedjaksaan 16, een statige laan met hoge assem(tamarinde)bomen, dicht bij zee, die begon bij de aloon-aloon (groot vierkant park in het centrum van een stad) en eindigde bij het paleis van de assistent-resident. Als reserveofficier bij het KNIL, volgens mij ook wel Landstorm genoemd, moest mijn vader veel op oefening, voornamelijk op het strand, ter voorbereiding op een mogelijke vijandelijke landing. Wij hadden luchtalarmoefeningen, je moest dan o.a. dat stuk karet (rubber) tussen je tanden nemen om, bij een bominslag, de klap op je kaken op te vangen. Ook werden voorbereidingen getroffen voor evacuatie en iedereen moest het hoog nodige inpakken. De hoedendoos werd onze mobiele brandkast. Het tafelzilver en andere kostbaarheden gingen in de doos. Loodzwaar was die. Veel vrouwen en kinderen werden al geëvacueerd, veel naar Lingga(r)djati, en mijn moeder was ingeschakeld om de mensen te rijden. Zij had weinig rijervaring en kon eigenlijk niet goed rijden, maar het heen en weer jakkeren in onze Ford, het bekende kevermodel, naar Lingga(r)djati, maakte van haar een ware autocoureur. Zoals bekend zijn de Japanners inderdaad o.a. bij Cheribon geland. Mijn vader lag met zijn landstormers in de pillboxes (mansgaten) aan het strand, maar de overmacht was zo groot, dat zij allen zonder slag of stoot werden overrompeld en gevangen genomen. De gevangenis diende als krijgsgevangenenkamp. De afwezigheid van de vele mannen ontwrichtte onze samenleving natuurlijk in grote mate, maar de evacuatie ging, zo goed en zo kwaad als dat nog kon, door. Ook wij maakten ons klaar voor vertrek. De families van de krijgsgevangenen stelden het vertrekken wat uit, in de hoop dat man of zoon misschien mee kon! Niemand had ervaring met oorlog en bezetting, men dacht dat vele zaken wel weer in orde zouden komen. Dat was dus niet zo en ook wij moesten vertrekken. Tot onze verbazing stond toen plotseling mijn vader voor de deur! Wat was er gebeurd? Die ochtend moesten alle krijgsgevangenen aantreden en nummeren. Iedere 10-de moest een pas voorwaarts doen en iedereen vreesde het ergste. Toen het nummeren voltooid was, kwam er een toespraak van een Japanse officier. Het kwam er op neer, dat de Keizer jarig was en dat, als gebaar van goede wil en menselijkheid, iedere tiende gevangene naar huis mocht gaan! Mijn vader was er, als een van hen, bij! Onze familie had al besproken en besloten, dat alle zoons en dochters zouden µvluchten¶ naar de ouders van mijn vader. De ouders van mijn moeder zaten, gepensioneerd, alweer in Holland. Mijn opa Martèl, oud-hoofdboekhouder bij Wellenstein & Krause, had na zijn pensionering een behoorlijk stuk grond gekocht in de Preanger, 10 km ten zuiden van Soekaboemi, in de desa Tjidjangkar (Cijangkar), waar ook de theeonderneming Sindangsari ligt. Van dat land had mijn opa een kleine onderneming, Tjimanggoe, gemaakt waar van alles werd verbouwd, voornamelijk voor eigen gebruik. Zo snel als dat kon, zijn wij vertrokken. De bedienden zouden op het huis en de inboedel passen, de auto werd in de kampong bij een andere vertrouweling gestald, gecamoufleerd met pisangbladeren(!). Van de inboedel en de auto hebben wij natuurlijk nooit meer iets terug gezien. Wij zouden met de trein gaan. Mijn vader kon niet mee, want op het station wemelde het van de Japanners en hij zou meteen weer gevangen genomen zijn; de Keizer was niet meer jarig! Mijn moeder, broer, zusje en ik met kloppende harten en met zoveel als we konden dragen de trein in naar Soekaboemi, de hoedendoos aan de voeten van mijn moeder. Mijn vader zou met de fiets(!) naar Tjimanggoe komen, zo eenvoudig mogelijk gekleed en met een zonnehoed van een tani (landarbeider) op het hoofd. Hij zou zoveel mogelijk 's avonds en 's ochtends vroeg fietsen. 7
Wij kwamen zonder grote problemen in Soekaboemi aan en met de deleman (door een paard getrokken rijtuig) ging het verder naar Tjimanggoe. De dagen gingen voorbij, zonder dat mijn vader op kwam dagen. Wij hadden de hoop al opgegeven, toen wij van verre het rinkelen van een fietsbel hoorden! Het bleef rinkelen en daar kwam mijn vader de bocht om! Wij hadden ons niet gerealiseerd dat je niet zo maar eventjes op de fiets zonder versnellingen en met eenvoudige remmen, van Cheribon naar Soekaboemi, ongeveer 260 km, o.a. langs de berg Tjermai (Cireme, 3078 m!) komt. Bovendien schuilde en sliep mijn vader overdag in de bosjes. Het is werkelijk een wonder, dat hij nog in Tjimanggoe is aangekomen. Lang hebben hij en mijn oom Dolf Kamp (ook een geodeet uit Wageningen), niet kunnen genieten van de relatieve vrijheid van Tjimanggoe, want een paar maanden later werden zij door een passerend konvooi Japanse militairen gevangen genomen en afgevoerd naar Soekaboemi. Mijn vader ging daarna naar Batavia en uiteindelijk naar Pakan Baroe op Sumatra, waar hij heeft gewerkt aan dat krankzinnige project van de spoorlijn. Hij behoorde gelukkig tot de overlevenden. Oom Dolf kwam in een kamp in Tjimahi terecht. Wij bleven met zestien personen over op Tjimanggoe. In het begin waren er nog wat voorraden, maar al spoedig moesten wij leven van wat het land opbracht. Werken op het land was dan ook onze grootste dagtaak. Vaak was de opbrengst niet voldoende en dan werd er weer iets kostbaars uit de hoedendoos gehaald om te ruilen tegen voedsel. Ook kleding was een gewild ruilartikel, maar al gauw was daar niet veel meer van over. Aan het eind van de oorlog trokken µlegertjes¶ van de Darul Islam onze regio binnen en eisten medewerking van de plaatselijke bevolking. Op een dag rende een hele groep met getrokken goloks (kapmessen) bij ons het erf op met de bedoeling ons een kopje kleiner te maken. De lurah (dorpshoofd) en mijn Opa wisten de mensen net op tijd tot bedaren te brengen. De toestand bleef heel kritiek en mijn Opa heeft toen een lange toespraak ± die ik Opa¶s µBergrede¶ noem í gehouden, met als gevolg, dat de mensen het erf verlieten. Wel werden wij omsingeld en ook 's nachts gingen zij niet weg. Het leek een kwestie van uitstel. Een oom, die toevallig op bezoek was, wist te ontglippen en is in Soekaboemi naar het Rode Kruis gegaan. Na twee ondraaglijk lange dagen hoorden wij getoeter en schoten. Een vrachtwagen met twee (!) politieagenten kwam aangereden en stoof ons erf op. Wij moesten meteen mee en mochten alleen de hoognodige bagage meenemen. Wij hadden al koffers klaar staan en natuurlijk ook de hoedendoos. In Soekaboemi werden wij ondergebracht in hotel Tjipellang, waar al meer mensen ondergebracht waren. Al snel kregen wij niets meer in dat hotel, want de algemene oekaze was, dat aan Nederlanders niets meer verstrekt mocht worden. De bewoners van hotel Tjipellang kregen van de plaatselijke bestuurders gedaan, dat zij naar de Landbouwschool mochten, dat als beschermingskamp voor de Nederlanders dienst deed. Weer met vrachtwagens mee, met maximaal 1 koffer per persoon. In alle consternatie vergaten wij de hoedendoos! Velen hadden belangrijke dingen in het hotel achtergelaten en na lang soebatten (smeken), mocht men één keer terug naar het hotel. Wonder boven wonder was het hotel nog niet gerampokt (geplunderd) en mijn moeder kwam triomfantelijk met de hoedendoos terug! Gedurende ons verblijf in het kamp in Soekaboemi en ook later in het kamp Kedoeng Halang in Bogor, werd de inhoud van de hoedendoos regelmatig aangesproken om ons in leven te houden. Toen de kampen werden opgeheven vonden wij in Batavia onderdak bij tante Toetoe, een tante van mijn moeder, in de Alataslaan 32. Dat huis was een kampje op zich, want wij woonden daar met zes gezinnen, in totaal 29 personen! Hoewel wij van µde overheid¶ een toelage kregen om niet helemaal te verhongeren, hadden wij nog steeds onvoldoende geld. Nog steeds werd uit de hoedendoos geput om aan voldoende eten en kleren te komen. Pas toen mijn vader eindelijk naar Java mocht - acht (!) maanden na de Japanse capitulatie - en weer bij het Kadaster ging werken, hadden wij de hoedendoos niet meer nodig. 8
Wat er is overgebleven van het tafelzilver werd, zolang mijn moeder nog in Roermond woonde, nog gebruikt. Ieder keer wanneer ik bij mijn moeder at, moest ik aan de hoedendoos denken. Die lag, versleten en lelijk, heel triest, op de vliering. KAWOEL ± Gerard Martèl Toen de tweede wereldoorlog ook in Nederlands Oost-Indië dreigde, had de familie Martèl met elkaar afgesproken dat zij zich, wanneer dat nodig was, zouden terugtrekken op de kleine privé onderneming Tjimanggoe, die mijn grootvader Martèl na zijn pensionering als hoofdboekhouder bij de handelsfirma Wellenstein & Krause, had gekocht. Tjimanggoe lag in de Pasoendan (West Java) ten zuiden van Soekaboemi richting Baros, vrij snel na de Barosbrug in de dessa (dorp) Tjidjangkar bij kilometerpaal 10. Verderop, voorbij de desa, was de theefabriek Sindangsari die nog een tijd heeft doorgedraaid onder leiding van de heer van Itterson. Tjimanggoe lag slechts 10 kilometer van Soekaboemi, maar dat was in die tijd toch heel afgelegen en uit de route. In het begin, maart 1942, waren wij met 18 personen en wij bleven met 16 over, nadat oom Dolf Kamp en mijn vader een jaar later door passerende Japanners gevangen werden genomen. Mijn vader was direct na de landing van de Japanners bij Cheribon al eerder krijgsgevangen genomen, maar hij behoorde toen tot de gelukkige 10% die vrij snel weer werd vrijgelaten ter gelegenheid van de verjaardag van de keizer van Japan! Tjimanggoe had alles wat nodig was om in leven te blijven en wij bewerkten met ons allen het land. Er waren sawah¶s (natte rijstbouw), singkong (cassave), oebi (zoete aardappel), tales (eetbare knol) en een grote µgroentetuin¶ waar een keur aan groenten werd verbouwd. Ook was er een koffie- en theeaanplant, kokospalmen, rubberbomen, een kleine sinaasappelplantage, een µbamboebos¶ (de dikke bamboe pletoeng) en een veelheid aan fruitbomen. Er was ook een kippenren met 32 kippen en hanen. Alles werd schaarser en het werd steeds moeilijker om aan voldoende en gevarieerd eten te komen. Naast het verbouwen van het land, het ruilen van kleding en het verkopen van sieraden bedachten wij allerlei dingen om aan eten te komen. Mijn grootmoeder handhaafde een ijzeren regiem, niemand mocht op eigen houtje het terrein verlaten. Alleen zondag, na de eigen kerkdienst waarbij mijn grootmoeder het orgel bespeelde, mochten wij onder begeleiding van tante Eta een wandeling buiten de poort maken. Voor zover die nog pasten, mochten wij bij die gelegenheid schoenen dragen! Bij die wandeling kregen wij onderweg altijd een traktatie in de vorm van zoetigheid. Voor onze neefjes en nichtjes waren de wandelingen het enige contact met µbuiten¶. Wat mijn grootmoeder niet wist, was dat mijn broer Ferry en ik vrijwel iedere middag µbolosten¶ (drossen) met toestemming van mijn moeder, die het µinterneren¶ van mijn oma maar niks vond. Mijn broer Ferry en ik deden net alsof wij die wandelingen leuk en uniek vonden, maar wij gingen mee voor de traktatie! ¶s Ochtends werd op het land gewerkt en daarna gaf mijn moeder taal, rekenen en aardrijkskunde. Wanneer onze moeder ons meer wilde leren moest ik, op µadvies¶ van Ferry, gaan huilen en dat was dan einde school! ¶s Middags mochten wij bolossen. Wij maakten hele ontdekkingstochten, gingen vissen en jagen, ruilden van alles en jatten deden wij ook! Wij hadden veel contact met de plaatselijke bevolking, leerden vloeiend Soendanees spreken (wij gingen op taalles bij Ebbeng, de plaatselijke werkplaatshouder, manusje van alles (Ferry maakte een woordenboek!)) en veel andere dingen. Zo leerden wij ook vuur maken zonder lucifers. Daarbij heb je kawoel nodig. Met een penèkèr (tondeldoos) sla je vonken uit een platte vuursteen waarop je een plukje kawoel hebt gelegd. Door een vonk ontbrandt de kawoel, zachtjes blazen, ander brandbaar spul en houtjes erbij en je hebt vuur. Mijn broer was toen al, hij was 12 jaar, heel ondernemend en bedacht, dat als je goede kawoel maakte en dat in een papieren zakje deed, je dat kon verkopen, een mooie bijverdienste!
9
Om kawoel te maken heb je een zwam (polyporus igniarius) nodig. Wij wisten niet dat het een zwam was en kenden ook de naam niet, maar we wisten wel (van de plaatselijke bevolking geleerd) waar het je het kon vinden! Wanneer je het blad van de arèn palm (suikerpalm) van de stam trekt vind je een donker wollig spulletje, dat is de pure kawoel. Je moest heel wat bladeren van de stam trekken om voldoende kawoel van de stam en de binnenkant van de steel van het blad te schrapen. Wij dachten (vonden) dat de arèn palmen die wij bij onze zwerftochten tegen kwamen van iedereen waren en zo kwamen wij aan onze kawoel! Als je kawoel wilt hebben die goed ontbrandt, moet je nog wel iets doen. Eerst goed drogen in de zon en dan komt het geheim van de smid. Je moet bladeren van de djeroek bali (grote pomelo) verbranden. Spierwitte as krijg je daarvan, en die as moet vermengd worden met de gedroogde kawoel. De kawoel deden wij keurig in papieren zakjes en mijn broer tekende op elk zakje de firmanaam: RAFERMART (RAlph FERdinand Martèl), want hij was de directeur en ik de enige (uitgebuite) werknemer. CAO¶s waren er toen nog niet! Om de verkoop te stimuleren maakten wij ook vloeitjes om sigaretten te rollen. Daarvoor werd het jonge blad van de arèn palm of van djagoeng (maïs gebruikt, gedroogd en op maat gesneden. Ook deze werden keurig in papieren zakjes verpakt. Een verkooppunt hadden wij ook. Tegenover het huis van de mandoer (opzichter) van onze opa Martèl, Madi, was ¶s ochtends een stalletje waar de mannen voordat zij naar hun werk gingen, wat aten, rookten en bandrèk (hete gemberthee) dronken en de uitbater wou best uitbreiding van zijn assortiment. Wij verkochten de kawoel voor een ½ cent. Dat vonden wij veel, want voor een ½ cent kon je een hele homp getoek, - puree van singkong (ketella, cassave), of oebi (zoete aardappel) of tàles (knol van een plant met µreuze¶ bladeren), goela djawa (kokospalmsuiker), santen (kokosnootmelk) en geraspte klapper (kokosnoot) - voldoende voor een ontbijt, kopen. AIR RAID ± Ans Holleman-Haije In G&KD¶s nrs. 1998-2; 2002-1; 2003-2 en -3 plaatsten wij reeds essays die mijn schoonmoeder A. Holleman-Haije gedurende WO II schreef tijdens haar verblijf in een burgerkamp in Bangkok. Dit kamp had veel te lijden van bombardementen van de geallieerden. Hieronder haar impressies.. An sat down on the steps, the din of the sirens still in her ears. White solemn moonlight shone on the lawn and she looked up at the full moon, Diana, enchantress of the night, once patron goddess of lovers, now patron goddess of death. Was it only a few years ago that people looked forward to full moon nights as the crowning glory of tropical enchantment? Nowadays people counted with growing apprehension the days that still separated them from the full moon and instead of enjoying her majestic splendour in the open they more often than not had to crawl in their air raid shelters as animals at bay. Quite an achievement of mankind this usage of the splendour of the universe to bring the blessing of bombs and death upon fellow beings. Still half benumbed with sleep she listened to the voices of the men around her, coming to her as from far away, mingling with the ominous drone of motors, now audible in the south. 'I hope it will be a more satisfactory raid than last time' somebody said. She remembered 'last time'. The planes had circled over the town for nearly 2 hours and had dropped only one stick of bombs. 'Chinese pilots of course' somebody else remarked. 'Our pilots always go straight at their mark and hit it.' An's mouth straightened itself in a sarcastic smile. She was waking up now and with it her blood temperature rose. These silly asses, they could always tell by the sound of the motor which nationality the pilot had. If the bombs went amiss, they were sure to be Chinese or American. If they had hit some military objective (once in a hundred) they were sure to be British. So much for the love among the allies! New Delhi added to the confusion by announcing that British pilots flew American planes and American pilots flew British planes. Talking about efficiency! Why the hell...?
10
The planes were overhead now, passing to the South East in the direction of the town. Oh yes, they could afford to stay like this and discuss the happenings. The internees were confident that 'their' pilots knew the position of the camp and would be careful. Still not so confident that they hadn't dug up the whole compound into air raid shelters varying from the simple ditch to the most complicated mosquitoproof underground rooms. This time they thought they could afford to sit beside these blessed things instead of in them and enjoy the spectacle. 'What fun!' someone shouted. What fun indeed? An's heart contracted when she thought of the thousands and thousands of poor Thai and Chinese, living in the crowded business quarters. In those narrow streets flanked on both sides with high buildings, overflowing with kind, smiling, busy people and boisterous squealing children, one saw occasionally at an intersection a concrete air raid shelter bearing the proud inscription: 'Room for 100 persons.' A hundred indeed, where thousands needed them! Not much fun in those quarters tonight! Mothers grabbing their children stumbling down the steep stairs in the dark, seeking refuge in the temple compounds or laying down under bridges and in drains. There it started: 1, 2, 3 .. twelve bombs. Suddenly flashlights intersected the sky. She stood up to go inside. Had to close the curtains now, lest the children would wake up. She was lucky that they always slept through the din; that she could afford to let them sleep in their beds. How many millions of children all over the world were being dragged out of their sleep night after night with the inevitable damning effect on their nerves? What kind of neurotics would these children grow up to? If they ever had the chance to grow up. While she stretched her arms to draw the curtains, there was a sudden burst of cheering from over the river followed by the boom of guns and the staccato cracks of machine guns all around. These Thai's always cheered like children when they spotted a plane and their eagerness was only equalled by that of the internees who proudly pointed out how calm and undisturbed their pilot followed his course in the beam of light. Well, she supposed, he could not do much else! Moreover, the risk to be shot down here over Bangkok was not very great. Thai guns were old and the gunners not first class. There was not much risk either from that one valiant Thai fighter that always went after them: he did not have half their speed, so he followed in the trail of the bombers as an annoying but perfectly harmless dog, barking his machine guns at them from a safe distance. No, after that first time, now 2½ years ago, that they had shot down a Dutch plane that had flown much too low, they had never made another victim. She had always thought that the pilot must have been a pilot from KLM who thought he was in a civil plane instead of a bomber - with disastrous result for himself and his crew. Oh, she knew it needed a lot of personal courage to be a pilot over Europe now. Nevertheless it was to her mind - an extremely cowardly action, the movement of the hand to the button that released death to hundreds of defenceless people at a safe distance down below. Pilot hero worship. Heroism and cowardice - contradiction reigning together in the same heart, both being treated by their owner with an unconsciousness and absence of thought that was appalling. To the onlookers the hero aspect was on the foreground when it was your own pilot and the enemy pilot was of course a 'cowardly and wanton destroyer.¶. To her this war psychosis was something of an infinite wonder. What was it that had brought about this loss of all values, this loss of the faculty to criticize with an impartial, unbiased mind? She fancied the verdict of a psychiatrist like Jung would be a psychic corruption, a partial madness of the majority of mankind. What forces bent and distorted the normal balanced flow of thought and magnetized all individual thinking into one direction - the frame of mind needed by the nation to go on. This could be called 'black magic': on one hand the ruthless exploitation of people's thoughts and emotions, on the other hand the surprising willingness of people to be exploited. There was a sudden commotion in the passage. People running to the hall; someone shouting about a fire to be seen. She left the room groping her way along the walls in the dark. Over the back fence she looked at the fires, two of them, the red glow in the sky spreading, widening up the higher it came. Fire bombs again! A few days ago she had passed the scene of last raid's fire on her way to the hospital. A desolate scene of charred empty house frames, an area covering the space between the 4 main streets running through the shopping centre covered with the blackened remnants. Poorly clad people straying around, poking with sticks in the rubbish, looking for valuables. The stick of bombs had then fallen in New Road, parallel to the river and the docks. There were two schools of opinion about that in the camp. One maintained that the docks were intended and that it was a bad miss, a 100 yard out. 11
The other on the contrary thought that this destruction of the busiest quarter was done on purpose and that it was meant solely as a nuisance raid - to disorganize the life in town and panic the population. Well, this last purpose had been admirable achieved. Next day people had fled into the country by thousands. Transport prices had soared to incredible heights. House rents in the outskirts ran into hundreds of ticks. For days on end she had seen people pass up the river in all kind of boats loaded with furniture. And the fire itself« She had heard a description of it from the Swedish consul, whose house was in the threatened area and who had been brave enough to leave his air raid shelter and lend a helping hand in combating the fire. With bitter words he had told how insufficient and incompetent the small aid force had been, utterly unable to cope with the situation. The Oriental population absolutely lost their head in the face of the calamity. Nobody knew what to do with a fire bomb. Grabbing their children they ran screaming away. Fleeing people thronged the streets, and behind the backs of the owners robbers entered the houses and looted them, cheating the flames of the few cherished possessions. On top of all this chaos a new wave of planes arrived, dropping small highly explosive bombs into the flames, so that showers of sparks burst into the sky and rained down on more and more roofs, spreading the fire. That last act surely was an indication that they had indeed aimed at the civilian quarters, because in the light of the fire the docks, only a streets distance off, must have been perfectly clear from the sky. Strange that the post office and the main station, both covering an enormous area, had never been hit, although bombs had dropped all around them and burnt the neighbourhood to ashes. Now what was that? Bad marksmanship or missed on purpose? She remembered how somebody, who had been in Coventry just after the raid, had told her how the whole town had been in ruins, that is, with the exception of the big munitions plant that occupied the centre of the town and hadn't even been hit. One of these incomprehensible things in this incomprehensible war. 'Louche' was the French word for it. Spectral shadows rose in her mind of the forces behind this war, those nameless people representing big international concerns - steel, motors, and armaments with their vested interest in all countries. They knew how to protect their possessions even if in enemy country, even in war time. A hint in the right quarters and the bomber captains got their definite orders... not to hit. A shiver ran over her spine and she clenched her fists. No, she could not feel hatred for that abstraction 'the enemy', but when she thought of these people behind the screens who pulled the strings and let the puppets dance, a white hot hatred constricted her throat. They were the men who had worked for war, who had wanted the war, were now directing the war for their own profits. They could only think in terms of money and power, not in those of human suffering and blood. Surely they together formed the body of the Anti Christ in their blind egotism piloting this civilization to its inevitable doom. Another thing that always got her was the waste of human life and happiness through the incompetence, the thoughtless stupidity, or the egoistic desire for personal glory, the squabble for self assertion among those in command: the generals and those behind them. What had passed through the hearts and minds of the wives and mothers of the lost crew of the Prince of Wales when they heard that the ship had been allowed to leave the harbour accompanied only by two planes? What had they thought when a British general said: 'It will be to our eternal shame that we sent our men to France with absolutely unfit equipment.' The cry of their bereavement: 'If, only if...' In how many hearts all over the world was that fateful word 'if' repeated, that word that so often contained an accusation of authority? She remembered two items just read in the papers: One, a short notification: 'Owing to recent losses in Europe the United States has prolonged the training for fighter pilots with 9 weeks and for bomber pilots with 5 weeks.' A vivid picture loomed to her mind of that fateful night in which an American bomber formation met German fighters above the Alps: more than a hundred boys - their planes unmanageable, floating down through the starry night - breaking their bodies on the rocks, sliding down dizzying slopes covered with ice, finally stuck in the snow. Nearly all of them slowly freezing to death. 'We will have to wait', the German report said, µtill spring to recover all the bodies, because most of the heights can't be reached now.' Would the fate of these boys have been different if they had had these 5 weeks extra training? And the other item: the official report giving the reasons for the dismissal of the 3 'desert generals' had said: 'Since the heavy German tanks have proven to be superior to British tanks general Cunningham lost confidence in a favourable conclusion of the battle. Nothing is more fatal than leaving the conduct of a battle to a commander who no more believes in victory.' Here was a commander, dismissed 12
because he was intelligent enough to see that the odds were against him, and honest and responsible enough to refuse to risk his men in a lost battle. Worse was to come: his successor, perhaps less perspicacious, perhaps less conscientious, or hoping for glory to his name, risked the battle on July 5th 1942. It ended with the complete annihilation of some of the regiments. Major General Ritchie was dismissed as well as his promoter, Field-Marshall Aunchinleck. One general dismissed, because he predicted defeat and two because they risked it and lost. Who bears the responsibility of the lives that were lost in the desert? Is war but a practical extension of a lesson in tactics, not manoeuvred with lead soldiers this time, but with real men? Perhaps the greatest wonder of it all was that there were still men, millions of men to use, men who did not object at being used, nay who even liked it. She had the evidence of the padre in the camp, who had just been telling her of the 4 years he passed as a private in the Mesopotamian army during the last war. He had ended the tale with these memorable words: 'And I assure you, those 4 years were the happiest in my life!' She had been utterly unable to comment on this and probably she had been looking at him with popping eyes, because he added rather lamely in explanation: 'Yes of course not the actual killing, but the life, the new surroundings, the freedom from responsibility and the comradeship of the men.' INDIË JEUGDERVARINGEN (2) ± Therry Heijne Ik kan me verder ook heel goed voortstellen, dat er mensen zijn die nog steeds een intense haat tegen de Japanners hebben voor het leed dat hun is aangedaan. Deze mensen heb ik ook in mijn familie, die de slag in de Java Zee hebben overleefd. Ook willen ze bijvoorbeeld niet in Japanse auto¶s rijden, e.d. Maar ja, de Engelsen hebben ons toen lelijk in de steek gelaten. Van je vrienden moet je het maar hebben. Bovendien hadden ze ook al hun eigen problemen met India en konden ze het niet verkroppen, dat Nederland eventueel zijn koloniën zou behouden. Voor hen maakte het dan ook geen moer uit, of er eventueel wat meer of minder (Indische) Nederlanders vermoord zouden worden!!! Dus hoe je de zaken ook draait of keert, de ironie van het feit is dan ook in dit geval, dat we ons leven aan de Japanners te danken hebben! Bovendien was het ook nog zo, dat degene die mijn moeder in de gevangenis hadden gemarteld geen Japanners, maar Indonesiërs waren! En verder over goed of slecht gesproken, er waren ook heel wat Indischen, die lid waren van de NSB! In 2002 hebben mijn vrouw en ik een rondreis door Japan gemaakt. We hebben onder andere de steden Hiroshima en Nagasaki bezocht. Het was een emotionele en indrukwekkende ervaring! De Japanners hebben in ieder geval van hun fouten in de oorlog geleerd. Dit kun je helaas van Nederland niet zeggen, als je ziet hoe men met de Indische Nederlanders is omgegaan aan wie nog steeds geen volledig recht is gedaan! Omstreeks februari 1946 vonden we een huis in de Frisiastraat. Ik ging ondertussen naar de lagere school in de Tjitaroemstraat. Toen de oorlog in 1942 uitbrak, zat ik in de tweede klas van de lagere school. Maar tijdens de oorlog kregen we stiekem bijlessen. Daardoor kon ik na een test, toen toegelaten worden tot de 5e klas. Het waren de zogenaamde ³herstelklassen´. Ik heb deze school afgerond in 1948, met de 7e klas. In de 6e en 7e klas van de lagere school, zaten in mijn klas o.a. Joyce Velt en Sylvia Koster. Toen toelatingsexamen voor het Christelijk Lyceum gedaan. Na de Frisiastraat kregen we de beschikking over een betere woning, namelijk in de Multatuli Boulevard nr. 5A (later Djalan Sulandjana genoemd). In deze straat woonden ook enkele leerlingen met hun families. Voorzover ik hun namen nog weet, zal ik ze even noemen: Recht tegenover ons allereerst Annemarie Rutgers. Toen zij gingen verhuizen, kwam daar Riek van Albada met familie wonen. Daarna Jaap en Truus Dicke met familie. Dan schuin links tegenover ons Wendy Saleh met haar ouders. Dan weer verder op naar links. Sonja en Jan Ockeloen. De Polderdijkstraat was een zijstraat van de Djalan Sulandjana. Ons huis stond precies op de T-kruising. Gerekend vanaf onze kant af woonden daar o.a. Trudy Baas (deze naam staat niet in de namenlijst van VEDO!), Gert en Tineke Schaeffer, Han Elenbaas, Hugo, Ruud en Maud Verdooren en Nancy van der Staay.
13
Verderop in de Bilderdijk straat was een plein. Daar bevond zich de motorenzaak van Van Demmeltraadt. Daar woonden Huib en Onno van Demmeltraadt. In de Djalan Sulandjana - van ons huis uit bezien aan de overkant verder op naar rechts - woonde Tonia Alstede met familie en in dezelfde rij iets verder op de familie Alting Siberg. Aan de overkant van de Bilderdijkstraat woonde Joy Lammers-Lisnet (staat ook niet in de ledenlijst). Zij heeft maar kort op het Lyceum gezeten. Voor de rest schieten me geen namen meer te binnen. Mijn culturele opvoeding bestond o.a. uit het krijgen van pianolessen. Deze pianolessen werden gegeven door de moeder van Jenny Eisinger. Verder was ik lid van de padvinderij. Hierbij waren ook enkele Vedoanen bij. Allereerst, een van de meest bekende Vedoanen, Sigi Birkeldfeld. En dan Tja Hong Djin, Chris Eweg, Sven Niels, Hans Vollinga, Charly Purvis. Als Hopman, hadden we toen een sergeant van de Nederlandse Militaire Missie, de heer Meunier. Toen onze Hopman Meunier naar Nederland terug moest, werd Hong Djin tot hopman gebombardeerd. Ik kreeg o.a. de rang van vaandrig! We hadden best wel een leuke tijd gehad, met die padvinderij, al hadden de meesten van ons dan ³het pad nooit gevonden!´ Voor het kamperen mochten we altijd gebruik maken van de boerderij ³De Vlietse Hoeve´ ergens in de bergen in het zuiden van Bandoeng. Ook hadden we een keer een groot tentenkamp opgeslagen in Lembang in de buurt van Hotel Lembang. Mijn grootmoeder begon ook weer met het leveren van eten buitenshuis. En ik moest nu ook weer een handje helpen. Vaak moest ik al om 6 uur op staan om eerst boodschappen te gaan doen op de Pasar Baroe, voordat ik naar school ging. En als ik van school thuis kwam, moest ik ook nog een paar rantangs wegbrengen! Natuurlijk hadden we ook baboes, zoals dat het geval was met vele Indische families. Het is echter een misvatting om het hebben van baboes als een soort van koloniale uitbuiting te beschouwen, zoals sommige onwetenden dat misschien doen. Bij ons was het als een soort verlengstuk van onze familie. Generaties waren met mijn moeder meegegroeid. Zo werkten er bij ons een grootmoeder, een dochter en kleindochter. De dochter was ongeveer van dezelfde leeftijd als mijn moeder. Gedurende de oorlog waren ze ons trouw gebleven. En toen we tijdens de bersiaptijd even geen contact hadden hebben ze ons naderhand op ons nieuwe adres weer heel snel gevonden. Hoe dat precies is gegaan weet ik eigenlijk niet meer. Met onze baboes konden we ook heel wat lachen. Baboe Siti, de dochter, was ³lata´. Ik neem aan dat iedere Indo weet, wat ³lata´ is? Je kunt dit het beste met een voorbeeld illustreren. Als ik plotseling tegen Siti zei: ³ajoh Siti, dansen´ en dan springende dansbewegingen maakte, dan deed ze mij na. Ze was kortstondig in en soort trance; besefte daarna dat ze in de maling werd genomen en herstelde zich weer met de opmerking: ³sinjoh Therry, koerang adjar!´ Toen mijn familie uiteindelijk in 1957 definitief afscheid moesten nemen van al onze baboes werden er wederzijds heel wat tranen vergoten! Ik ben in juli 1994 nog eens wezen kijken in de Djalan Sulandjana; er was veel veranderd! Ons huis was verbouwd, had onder andere een bovenverdieping gekregen en het nummer was veranderd in 11. In 1946 gingen mijn ouders scheiden. In 1950 leerde mijn moeder haar tweede man kennen, Henk Vogel, op een dansavond in de sociëteit Concordia. Het bleek al spoedig dat ze allebei dol op dansen waren. Mijn ouders besloten toen in die tijd een dansschool op te zetten, met de naam, ³L¶ Institute de Dance Gruvo´. In de periode van 1955-1957 hebben mijn ouders ook nog aan veel leerlingen van Lyceum danslessen gegeven. Ikzelf was er toen niet meer bij. Na het eindexamen van juni 1954 ben ik in september 1954 eerder naar Holland vertrokken voor mijn studie in Delft. Verder wil ik hierbij nog even ook de gezellige schoolfeestjes memoreren. Onder leiding van wiskundeleraar Heertjens werd toen een toneelstuk ingestudeerd. Ik moest daarbij o.a. zorgen voor het geluid van de regen. Verder moest ik o.a. pistoolschoten produceren. Hiervoor had ik de nodige trucs bedacht. Het toneelstuk heette: ³De spooktrein´. Op de vele dansavonden moest er dansmuziek geproduceerd worden van een behoorlijk geluidsvolume. Het huren van de nodige geluidsapparatuur was toen een kostbare zaak. Herman Geul, die toen al de elektronica aardig in zijn vingers had, had zelf enkele krachtige audioversterkers gebouwd. Wij mochten zijn versterkers lenen. Ik had al min of meer de functie van ³Disk Jockey´, hoewel, deze naam toen nog niet bestond. Ik kreeg de verantwoording over de apparatuur en vond 14
het leuk om vooral de zware bastonen van de muziek extra te laten doorkomen. Dit werd helaas niet altijd gewaardeerd! In die tijd haalden we heel wat kattenkwaad uit. We hadden in de hogere klas een leraar Duits, de heer Van Veelen (ik weet niet of ik zijn naam goed spel). Hij was een tijd ziek geweest. Vanwege zijn kale hoofd noemden we hem ³Paasei´. Wanneer hij weer met de lessen zou beginnen was niet bekend. Wij besloten om hem in het vrije lesuur Duits met de hele klas een bezoek te brengen. Hij woonde aan de Dagoweg, niet ver van de school vandaan. Toen we bij zijn huis aankwamen, hoorden we, dat hij al weer naar school was. Terug op school moesten we ons bij de rector, de heer Zwaan, melden. Hij kon onze goede bedoelingen helaas niet waarderen en we moesten een middag voor straf nablijven voor Duits. Tijdens de scheikundelessen van Wim Brugman kon je ook altijd lachen. Hij was nog een vrij jonge leraar en we mochten hem gewoon Wim noemen! Elke leerling had een wasbak met een kraan voor zich in het scheikunde lokaal. Liong Seng zat voor mij. Op een keer stopte ik de slang van de kraan ongemerkt in zijn broek en draaide de kraan even heel langzaam open«. In het algemeen kon Wim Brugman goed orde in de klas houden. Het was toen gelukkig niet zoals tegenwoordig dat leerlingen gewoon een loopje met een leraar nemen! We wisten precies tot hoever we konden gaan! Bahasa Indonesia behoorde wel niet tot het examenpakket, maar moest wel gedoceerd worden. Dat werd meestal het laatste uur gegeven en wel op het heetst van de dag. Voor sommigen was dit een uur van vermaak! Gedurende de lessen van de heer Thé was het dan ook vaak rumoerig! Zo deelde een van de Chinese leerlingen op Chinees Nieuwjaar een keer ³kwee Tjina´ uit tijdens de les! Tot grote ergernis van de leraar. De koek was bijzonder kleverig, en stiekem onder de lessen hiervan eten, was zeker geen prettige bezigheid! De actie van Westerling in 1950. Op 23 januari 1950 werd Bandoeng opgeschrikt door de actie van Westerling. Het Christelijk Lyceum werd toen tijdelijk geconfisqueerd door het Indonesische leger, de ³T.N.I´. De school werd tijdelijk als hoofdkwartier ingericht. De lessen moesten toen elders gegeven worden! Waar precies weet ik eigenlijk niet meer. Ik herinner me wel dat toen de school weer ter beschikking kwam, zij eerst ontluisd moest worden met D.D.T! Na doubleren in de 4e klas in 1952 was voor mij het hoogtepunt dat ik in juni 1954 slaagde voor het eindexamen in juni1954. Ik had toen 6 jaar op het Christelijk Lyceum gezeten.
15
MUTATIES OP ADRESLIJST 2009, PERIODE JANUARI-DECEMBER 2012 Nieuwe leden 883 m Dragt, P. 4315 v Sterkenburg-Bakker,
1795 m Gärtner, E.H.
4309 v
Schröder, I.
A.
Adreswijzigingen Lidnr
A Schoolnaam
Lidnr 1339 588 416 424 61 1795 845 146
A v v m v m m v v
1048 4309 1654 3647
v v m v
Huidige naam
Straat
Schoolnaam Huidige naam Straat Arps, Joy Arps, J.A.D. Hazelboslaan 38 306 Berg, Irene v.d. Linsen, I. Sixlaan 74 Boon von Ochssée, Gerard Boon von Ochssée, Drs. G.E.L. 119 Vrijzicht Go, Eef Go, Dra. G.H. Rosenhaegenweg 1/bus 12 Grooth, Albert de Grooth, A.G. de Zeisterweg 40F Gärtner, Erich Gärtner, E.H. Laan van Angers 277 Helwig, Greet Caspel, M. van Dr. J.W. Paltelaan 14H Plas, Katrien Kremer, C. Zorgcentrum De Buitenhof 2-10 Nieuwe Herlaer 2 Rhemrev, Sally Rhemrev, S. Achtergracht 34 Schröder, Ingrid Schröder, I. Albert van Dalsumlaan 231 Schwager, Walther Schwager, Dr. W.K. 36 Sullivan Street Zimmerman, Louise Coenraad, M.L. Lobeliastraat 23 C
Stad
Land
Stad 2341 2252 1068 3630 3984 2034 2712 1083
Land SC Oegstgeest CH Voorschoten CH Amsterdam F Maasmechelen B NL Odijk CG Haarlem RR Zoetermeer BD Amsterdam
1017 WP Amsterdam 3584 HD Utrecht Toronto, M5T 1B9 3202 HR Spijkenisse
CDN
Email-adressen Ascher, Maya Bock, Nita Dulm, Wil van Düren, Wilh Heijne, Therry Koning, Prudy de Makaliwy, Aksiz Parree, Han Schwager, Walther Wettstein, Rudy Zimmerman, Nancy
[email protected] Berg, Irene v.d.
[email protected] Debrichy, Marcel
[email protected] Düren, Rein
[email protected] Geul, Herman
[email protected], Ceciel
[email protected] Kwee, Han
[email protected] Northolt, Maurits
[email protected] Postema, Wiebe
[email protected] Tjoa, Liong Seng
[email protected] Wolff Schoemaker, Dick
[email protected]
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Overleden Altena, Jenny van 2012.04.23 Bouma, Titia 2012.03.03 Cornfield, Terry 2012.04.28 Groenewoud, Willy2012.09.02 Juch, Myrna 2012.06.05 Klinkert, Tity 2012.07.18 Niftrik, Liet van 2012.01.19 Pronk, Rob 2012.07.06 Schalkwijk, Kees 2012.09.03 Tjeerdsma, Gerrit 2012.04.27 Walraven, Carla 2012.01.01 Zijlstra, Otto 2011.11.17
16
Amersbeek, Nonny Cardon, Loekie Ellwanger, Frieda Heemskerk, Ria Kalkman, Masha Maschewski, Edith Niftrik, Jaap van Purvis, Charles Soesman, Nico Vellenga, Jan Werkum, John van Zwet, Cees van
2010.02.16 2012.11.18 2012.02.02 2011.11.01 2012.02.07 2011.10.08 2012.04.01 2011.08.23 2012.07.12 1979.01.01 2012.04.01 2012.07.19
Angenent, Dorry 2012.10.19 Claasen, Rob 2012.04.30 Frankfort, Gonnie 2012.06.27 Hoeven, Bep v.d. 2012.05.04 Kiliaan, Noesje 2012.11.25 Neve, Carli de 2012.06.19 Philippi, Nina 2012.03.06 Sar, Ron v.d. 2011.12.17 Tio Thian Djim, Djim 2011.09.13 Versloot, Maaike 2012.04.11 Wielenga, Joop 2011.07.22
ALGEMENE GEGEVENS Bestuur en Redactie Walter Burger, voorzitter Meloenstraat 140, 2564 TL Den Haag Telefoon: 070 323 5651 E-mail:
[email protected]
Thelma Jellema-van Dort, lid Klaverweide 210, 2272 BZ Voorburg Telefoon: 070 355 7597 E-mail:
[email protected]
Tineke Holleman-Bangert, secretaris Merelhof 42, 2251 DD Voorschoten Telefoon: 071 887 6382 E-mail:
[email protected]
Web-site: www.vedo-world.nl Redactieadres: Zie Tineke Holleman
Eric Holleman, penningmeester Merelhof 42, 2251 DD Voorschoten Telefoon: 071 887 6382 E-mail:
[email protected]
Lidmaatschap Contributie is verschuldigd per kalenderjaar en dient vooruit te worden betaald. Opzegging dient te geschieden voor 1 december van het voorgaande jaar.
2012 2013
Basis Contributie 5 4
Basiscontributie + G&KD per post in: Nederland Europa Wereld 10 10 12 10 12 13
N.B. Paren ontvangen slechts één exemplaar van G&KD. Leden die G&KD per e-mail ontvangen of een partner hebben die G&KD ontvangt, betalen alleen de basiscontributie.
Specificatie van uw betaling Op de adreslabel staan uw lidnummer en de uitstaande contributie in Euro¶s t/m het lopende jaar. Staat daar niets, dan hebt u uw contributie t/m dit jaar al voldaan. Voor de correcte administratie van betalingen is het essentieel dat u bij uw overschrijving het lidnummer vermeldt van degene voor wie u betaalt. Betaalt u voor een ander, vermeldt dan ook zijn naam. Gebruik de volgende betalingscodes: nnnn : Cyy Eyy D xx
Lid nummer nnnn Contributie jaar yy G&KD per post Contributie jaar yy G&KD per e-mail Eenmalige donatie Van ¼ xx
Entree leden Entree niet-leden
A P
Ledenlijst op reünie Ledenlijst per post
Toegang tot speciaal evenement M Gewone maaltijd V Vegetarische maaltijd
B
Komt op ALV/reünie alleen nodig als dat niet blijkt uit overige codes
R I X
Ongespecificeerde betalingen boven de verschuldigde contributie worden als éénmalige donatie geboekt. Voorbeeld 1: In dit voorbeeld ontvangt lid 1080 G&KD per post. Het betaalt contributie voor 2012 en 2013 (samen ¼ 20) en een donatie (¼ 5). Hij maakt dus ¼ 25 over en vermeldt op de overschrijvingskaart bij mededelingen: 1080: C12+ C13 + D 5
Voorbeeld 2:
In dit voorbeeld ontvangt paar 191 (beiden lid) éénmaal G&KD per e-mail. Het betaalt 2 x de basiscontributie voor 2013 à ¼ 4, neemt twee introducés mee naar de reünie (2 x entree leden à ¼ 5 + tweemaal entree introducés à ¼ 15) en bestelt drie gewone en één vegetarische maaltijd (4 x ¼ 15). Het maakt dus ¼ 108 over en vermeldt op de overschrijvingskaart bij mededelingen: 191: 2 x E13 + 2R + 2 I + 3 M + V
Bankrelatie: Bankrekening 537857 t.n.v. VEDO Nederland te Voorschoten IBAN: NL77 INGB 0000537857; BIC: INGBNL2A
17